T M V W S T A T U T E N
T M V W
S T A T U T E N
TMVW
Opdrachthoudende vereniging STATUTEN
GOEDGEKEURD DOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN 22 JUNI 2012
Zetel van de opdrachthoudende vereniging : Xxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxx BTW-nummer : BE 0200.068.636
CORRESPONDENTIE-ADRES EN SECRETARIAAT :
TMVW cvba Xxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxx
Tel. : 09-240.02.11
Fax : 02-222.91.11
e-mail : xxxx@xxxxx.xx website : xxx.xxxxx.xx
Tussen de gemeenten Aalst, Blankenberge, Brugge, Dendermonde, Gent, Oostende, Sint-Gillis Dendermonde, Sint- Niklaas en Wetteren werd op 16 februari 1923 overeengekomen om in uitvoering van de besluiten aangenomen door hun respectievelijke gemeenteraden, en steunend op de rechten verleend door de wet van 18 augustus 1907 betref- fende de vereniging van gemeenten voor de inrichting der watervoorzieningsdiensten, een coöperatieve vennoot- schap op te richten, waarvan de statuten vastgesteld zijn als volgt :
De statuten werden opgesteld bij notariële akte voor Meester Xxx xxx Xxxxxx, notaris te Gent ; goedgekeurd bij ko- ninklijk besluit van 3 januari 1923 en bekend gemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 11 maart 1923 on- der nummer 2106.
De statuten van de vennootschap werden achtereenvolgens gewijzigd bij besluit van de algemene vergadering van :
1) 16 januari 1925, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 12 november 1925, verschenen in de bijlagen van het Bel- gisch Staatsblad onder nummer 1223 op 6 februari 1925.
Door deze wijziging wordt de vennootschap beheerst door de bepalingen van de wet van 1 maart 1922.
2) 20 juni 1930, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 26 oktober 1930, verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad, onder nummer 14.440 op 29 oktober 1938.
3) 27 december 1938 verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad onder nummer 1.092 op 5 februari 1939.
4) 15 juni 1956 en 21 juni 1957, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 februari 1957 (Belgisch Staatsblad nr. 91-92 van 1 en 2 april 1957) en bij koninklijk besluit van 24 februari 1959 (Belgisch Staatsblad nr. 100 van 11 april 1958), houdende goedkeuring van de tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 21 juli 1957, onder nummer 21.879 en 21.880.
5) 17 oktober 1960, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 6 oktober 1960 (Belgisch Staatsblad van 5 november 1960) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 23 november 1960, onder nummer 30.271.
6) 16 juni 1972, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 oktober 1972 (Belgisch Staatsblad nr. 242 van 16 december 1972); tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 17 maart 1979 onder nummer 461-22.
7) 27 april 1973 en van 22 juni 1973, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 5 november 1973 (Belgisch Staatsblad nr. 90 van 10 mei 1974) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 17 maart 1979 onder num- mer 461-23 en nummer 461-24.
8) 21 februari 1975, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 6 mei 1975 (Belgisch Staatsblad nr. 189 van 1 oktober 1975) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 17 maart 1979 onder nummer 461-25.
9) 16 juni 1978, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 17 november 1978 (Belgisch Staatsblad nr. 21 van 31 januari 1979), tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 17 maart 1979 onder nummer 461-26.
10) coördinatie van de statuten, neergelegd op de Handelsrechtbank van Gent op 7 maart 1979 en gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 17 maart 1979 onder nummer 461-27.
Tussen de gemeenten Aalst, Blankenberge, Brugge, Dendermonde, Gent, Oostende, Sint-Gillis-Dendermonde, Sint- Niklaas en Wetteren werd op 16 februari 1923 overeengekomen om in uitvoering van de besluiten aangenomen door hun respectievelijke gemeenteraden, en steunend op de rechten verleend door de wet van 18 augustus 1907 betreffende de vereniging van gemeenten voor de inrichting der watervoorzieningsdiensten, een coöperatieve vennootschap op te richten, waarvan de statuten vastgesteld zijn als volgt :
De statuten werden opgesteld bij notariële akte voor Xxxxxxx Xxx xxx Xxxxxx, notaris te Gent ; goedgekeurd bij koninklijk besluit van 3 januari 1923 en bekend gemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 11 maart 1923 onder nummer 2106.
De statuten werden diverse keren gewijzigd en laatst op 22 juni 2012, tekst verschenen in de bijlagen van het Bel- gische Staatsblad op 19 juli 2012 onder nr. 12127778.
11) 22 juni 1979, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 juli 1980 (Belgisch Staatsblad nr. 170 van 3 september 1980) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 21 augustus 1980 onder nummer 1636-10.
12) 22 juni 1984, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 3 oktober 1984 (Belgisch Staatsblad nr. 220 van 14 november 1984) en bij besluit van de Executieve van het Waalse Gewest van 10 juni 1985 (Belgisch Staatsblad nr. 149 van 3 augustus 1985) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 10 sep- tember 1985 onder nummer 850910-25.
13) 20 juni 1986, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 8 oktober 1986 (Belgisch Staatsblad nr. 224 van 21 november 1986) en bij besluit van de Minister van het Waalse Gewest van 21 mei 1987 (Belgisch Staats- blad nr. 115 van 18 juni 1987) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 31 december 1986 onder nr. 861231-44.
14) 17 juni 1988, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 18 januari 1989 (Belgisch Staatsblad nr. 39 van 24 februari 1989).
15) 30 november 1991, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 7 januari 1992 (Belgisch Staatsblad nr. 91 van 9 mei 1992) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 25 december 1991 onder nr. 911225-18.
16) 18 juni 1993, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 19 april 1995 (Belgisch Staatsblad nr. 200 van 14 oktober 1995) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 13 juli 1993 onder nr. 930713-290.
17) 17 juni 1994, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1997 (Belgisch Staatsblad nr. 179 van 20 september 1997) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 12 juli 1994 onder nr. 940712- 368.
18) 09 december 1994, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1997 (Belgisch Staatsblad nr. 179 van 20 september 1997) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 04 januari 1995 onder nr. 950104-302.
19) 21 juni 1996, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1997 (Belgisch Staatsblad nr. 179 van 20 september 1997) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 16 juli 1996 onder nr. 960716- 673.
20) 19 juni 1998, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 (Belgisch Staatsblad nr. 162 van 18 augustus 1999) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 10 juli 1998 onder nr. 980710- 148.
21) 25 januari 2002, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van …… (Belgisch Staatsblad nr. ………….
van…………… ) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 21 februari 2002 onder nr. 20020221-596.
22) 21 juni 2002, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van …… (Belgisch Staatsblad nr van
…………………) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 17 juli 2002 onder nr. 20020717- 465.
23) 27 september 2002, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….….. (Belgisch Staatsblad nr van
………………..) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 18 oktober 2002 onder nr. 02128805.
24) 01 oktober 2004, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….….. (Belgisch Staatsblad nr van
………………..) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 25 oktober 2004 onder nr. 04149831.
25) 30 september 2005, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….……….. (Belgisch Staatsblad nr. …….
van ………………..) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 27 oktober 2005 onder nr. 05152074.
26) 22 december 2005, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….……….. (Belgisch Staatsblad nr. …….
van ) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgische Staatsblad op 17 januari 2006 onder nr.
06015169.
27) 16 juni 2006, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….……….. (Belgisch Staatsblad nr van
………………..) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgische Staatsblad op 30 juni 2006 onder nr. 06112125.
28) 20 december 2007, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….……….. (Belgisch Staatsblad nr. …….
van ) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgische Staatsblad op 30 januari 2008 onder nr.
08017273.
29) 19 juni 2009, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….……….. (Belgisch Staatsblad nr van
………………..) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgische Staatsblad op 27 juli 2009 onder nr. 09106889.
30) 18 juni 2010, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….……….. (Belgisch Staatsblad nr van
………………..) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgische Staatsblad op 20 juli 2010 onder nr. 10108274.
31) 22 december 2011, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….……….. (Belgisch Staatsblad nr. …….
van ) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgische Staatsblad op 15 februari 2012 onder nr.
12038388.
32) 22 juni 2012, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van ….……….. (Belgisch Staatsblad nr van
………………..) ; tekst verschenen in de bijlagen van het Belgische Staatsblad op 19 juli 2012 onder nr. 12127778.
I - BEGINSELEN
I. BEGINSELEN
Artikel 1 : Rechtsvorm
De Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening, afgekort TMVW, is een burgerlijke vennootschap die de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid aanneemt. Ze wordt beheerst door de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales en door het Wetboek van vennoot- schappen, voor zover daarvan niet wordt afgeweken wegens de bijzondere aard van de vennootschap. Overeenkom- stig artikel 3 van de wet van 22 december 1986 heeft ze geen handelskarakter en is ze een publiekrechtelijke rechts- persoon.
In alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders en andere stukken uitgaande van de ven- nootschap wordt haar naam onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden : "intercommunale onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (of CVBA), burgerlijke vennootschap met handelsvorm".
Dezelfde stukken vermelden de zetel van de intercommunale, de woorden “rechtspersonenregister” of RPR, gevolgd door het ondernemingsnummer en vermelden de zetel van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de inter- communale haar zetel heeft.
Ingevolge de bijzondere aard van de vennootschap wordt afgeweken van de artikelen 78, 140 (voor zover het gaat om commissarissen, lid van het college van commissarissen, bedoeld in artikel 34 van de statuten), 166, 167, 187 (voor zo- ver afwijkend van de wet van 22 december 1986), 351, 354, tweede en derde lid ervan, 356, 367, 368, 372, 374, 376,
379, 383, 385, 395, 396, 399, 401, 405, 406, 408, 409, 422, 423, 424, 428 en van 781 §6 van het Wetboek van vennoot- schappen.
Ingeval van strijdigheid tussen de bepalingen van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales en de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen genieten de eerstgenoemde bepalingen voorrang.
De vennootschap wordt verder in deze statuten aangeduid onder de benaming de “intercommunale".
Artikel 1 : Naam en rechtsvorm
De vereniging is een opdrachthoudende vereniging.
Haar naam luidt "Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening", afgekort tot "TMVW", en wordt hierna aangeduid onder de benaming "de opdrachthoudende vereniging".
De opdrachthoudende vereniging is onderworpen aan het Vlaams decreet van 6 juli 2001 houdende de interge- meentelijke samenwerking, hierna genoemd “het decreet”, aan het artikel 92 bis § 2, d van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen en aan het decreet van 25 april 2014 houdende de instemming met het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse gewest en het Brussels Gewest betref- fende de gewestgrensoverschrijdende intercommunales.
Zij is een publiekrechtelijke rechtspersoon met een rechtsvorm waarvan de kenmerken vastgesteld zijn volgens de bepalingen van het decreet.
In overeenstemming met de bepalingen van het decreet kan ze deelnemen in publiekrechtelijke en privaatrechte- lijke rechtspersonen die zelf niet de rechtsvorm van dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen hebben aangenomen. Ongeacht haar doelstellingen hebben haar verbintenissen geen handelskarakter.
Voor al wat niet uitdrukkelijk geregeld is door het decreet zijn op de opdrachthoudende vereniging de bepalingen van toepassing van het Wetboek van Vennootschappen die gelden voor de vennootschapsvorm van de coöpera- tieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, rechtens toegelaten afwijkingen in de huidige statuten onver- let gelaten.
Artikel 2 : Doel van de intercommunale
De intercommunale heeft tot doel het integraal waterbeheer ten behoeve van de vennoten, zowel wat betreft de wa- tervoorziening, de waterzuivering als de waterbeheersing, het transport van water inbegrepen, ongeacht de oor- sprong en/of de bestemming van dat water.
Aldus kan de intercommunale onder meer welkdanige activiteiten verrichten met betrekking tot de studie, de aan- leg, de financiering en het beheer van en de controle op installaties terzake water, alsmede aangaande de studie, de controle, de financiering, de commercialisering en de levering van water betreffende producten, processen, concepten en diensten.
Daarbij is de term water te begrijpen in zijn meest brede betekenis. Hij omvat onder meer hemelwater, grondwater, oppervlaktewater, water bestemd voor menselijke consumptie, industriewater, zwemwater en afvalwater.
De intercommunale mag alle verrichtingen stellen en deelnemen aan alle bedrijvigheden die rechtstreeks of onrecht- streeks met dit doel verband houden of de verwezenlijking van dit doel ondersteunen, zo onder meer alle dienstverle- ning waarbij de beschikbare technische, beheersmatige, administratieve en financiële competenties inzake klan- tenmanagement, investering, exploitatie, studie en financiering worden ingezet. Dit kan voor niet direct water ge- relateerde activiteiten, voor zoverre de samenhang met direct water gerelateerde activiteiten op operationeel en/of financieel vlak en/of inzake management enerzijds en het specifieke belang van één of meerdere vennoten anderzijds aantoonbaar zijn.
Dergelijke activiteiten kunnen op gestructureerde wijze aangeboden worden, zoals voor wegbeheer, het beheer van sportinfrastructuur en inzake algemeen en specifieke sturende en ondersteunende diensten het geval is.
De intercommunale mag dit doel mede verwezenlijken door samen te werken met derden, zowel door het afsluiten van overeenkomsten als door deelname in andere rechtspersonen, door het verzekeren van het beheer of de uitba- ting van alle installaties of ondernemingen terzake waterbeheer of door daarover te adviseren en in het algemeen door op welke wijze ook alle diensten te verrichten die met de activiteiten verband houden.
Artikel 2 : Doel van de opdrachthoudende vereniging
De opdrachthoudende verenging heeft tot doel het integraal waterbeheer ten behoeve van de deelnemers, wat be- treft de watervoorziening, de waterzuivering en de waterbeheersing, het transport van water inbegrepen, ongeacht de oorsprong en/of de bestemming van dat water.
Aldus kan de opdrachthoudende vereniging onder meer welkdanige activiteiten verrichten met betrekking tot de studie, de aanleg, de financiering en het beheer van en de controle op installaties ter zake water, alsmede aan- gaande de studie, de controle, de financiering, de commercialisering en de levering van water betreffende pro- ducten, processen, concepten en diensten.
Daarbij is de term water te begrijpen in zijn meest brede betekenis. Hij omvat onder meer hemelwater, grondwater, oppervlaktewater, water bestemd voor menselijke consumptie, industriewater en afvalwater.
De opdrachthoudende vereniging mag alle verrichtingen stellen en deelnemen aan alle bedrijvigheden die recht- streeks of onrechtstreeks met dit doel verband houden of de verwezenlijking van dit doel ondersteunen.
De opdrachthoudende vereniging mag dit doel mede verwezenlijken door samen te werken met derden, zowel door het afsluiten van overeenkomsten als door deelname in andere rechtspersonen, door het verzekeren van het beheer of de uitbating van alle installaties of ondernemingen ter zake waterbeheer of door daarover te adviseren en in het al- gemeen door op welke wijze ook alle diensten te verrichten die met de activiteiten verband houden.
Artikel 3 : Definities
In de onderhavige statuten verstaat men onder :
0. “drinkwateractiviteit” :
Alle verrichtingen die behoren tot de hierna gedefinieerde ‘toevoeractiviteit’ of ‘distributieactiviteit’.
1. "toevoeractiviteit" :
De aankoop, de winning, de productie en het transport van water, te weten water bestemd voor menselijke con- sumptie, water gebeurlijk bestemd voor de industrie, de landbouw of andere specifieke toepassingen alsook het zwemwater tot aan de ingang van de distributienetten, met inbegrip van alle technische, commerciële, admini- stratieve, economische, financiële, sociale en andere verrichtingen die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden.
2. "distributieactiviteit" :
De distributie van het water, te weten water bestemd voor menselijke consumptie, water gebeurlijk bestemd voor de industrie, de landbouw of andere specifieke toepassingen en als zwemwater vanaf de ingang van de dis- tributienetten tot bij de klanten, met inbegrip van alle technische, commerciële, administratieve, economische, financiële, sociale en andere verrichtingen die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden.
3. “zuiveringsactiviteit” :
De conceptie, de realisatie en de exploitatie, in de meest ruime betekenis van deze termen, van alle leidingen, kunstwerken en inrichtingen van alle aard (kleinschalige waterzuiveringsinstallaties en individuele behandelings- installaties voor afvalwater inbegrepen) dienstig voor de opvang, het transport, de zuivering, het hergebruik van afvalwater en/of hemelwater, inclusief het beheer ervan, met inbegrip van alle technische, commerciële, admini- stratieve, economische, financiële, sociale en andere verrichtingen die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden.
4. “secundaire activiteit” :
Alle verrichtingen met betrekking tot de studie, de bouw, de financiering, de technische exploitatie, de uitba- ting en het beheer van water gerelateerde installaties in de sectoren sport, ontspanning, verzorging en aan- verwante, alsmede alle dienstverlening waarbij de beschikbare technische, beheersmatige, administratieve en financiële competenties inzake klantenmanagement, investering, exploitatie, studie en financiering worden ingezet, samen gebundeld onder de noemer ‘secundaire diensten’.
5. “wegenisactiviteit” :
De conceptie, de realisatie en de exploitatie, in de meest ruime betekenis van deze termen, van alle kunstwerken en inrichtingen van alle aard dienstig voor de wegenis, inclusief het beheer ervan, met inbegrip van alle techni- sche, commerciële, administratieve, economische, financiële, sociale en andere verrichtingen die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden.
Artikel 3 : Definities
In de onderhavige statuten verstaat men onder :
1. “drinkwateractiviteit” :
Alle verrichtingen die behoren tot de hierna gedefinieerde ‘toevoeractiviteit’ of ‘distributieactiviteit’.
2. "toevoeractiviteit" :
De aankoop, de winning, de productie en het transport van water, te weten water bestemd voor menselijke consumptie, water gebeurlijk bestemd voor de industrie, de landbouw of andere specifieke toepassingen alsook het zwemwater tot aan de ingang van de distributienetten, met inbegrip van alle technische, com- merciële, administratieve, economische, financiële, sociale en andere verrichtingen die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden.
3. "distributieactiviteit" :
De distributie van het water, te weten water bestemd voor menselijke consumptie, water gebeurlijk be- stemd voor de industrie, de landbouw of andere specifieke toepassingen en als zwemwater vanaf de ingang van de distributienetten tot bij de klanten, met inbegrip van alle technische, commerciële, administratieve, economische, financiële, sociale en andere verrichtingen die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden.
4. “zuiveringsactiviteit” :
De conceptie, de realisatie en de exploitatie, in de meest ruime betekenis van deze termen, van alle leidin- gen, kunstwerken en inrichtingen van alle aard (kleinschalige waterzuiveringsinstallaties en individuele be- handelingsinstallaties voor afvalwater inbegrepen) dienstig voor de opvang, het transport, de zuivering, het hergebruik van afvalwater en/of hemelwater, inclusief het beheer ervan, met inbegrip van alle technische, commerciële, administratieve, economische, financiële, sociale en andere verrichtingen die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden.
6. “activiteit aanvullende diensten” :
Alle dienstverlening waarbij de beschikbare technische, beheersmatige, administratieve en financiële compe- tenties inzake klantenmanagement, investering, exploitatie, studie en financiering worden ingezet waaronder het optreden als opdrachtencentrale in de zin van artikel 2,4° van de wet van 15 juni 2006.
7. “domeindiensten” :
Geïntegreerd beheer van de distributieactiviteit, de zuiveringsactiviteit en de wegenisactiviteit.
8. “financieringsactiviteit” :
Financiering en ondersteunend beheer ten behoeve van de activiteiten vermeld onder artikel 3, punten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7
9. "toevoerinstallaties" :
Alle installaties zoals waterwinningen, waterproductiecentra, leidingen, pompen, watertorens, waterreservoirs, gebouwen , meters, telemeetapparatuur, toestellen, enz., die gebruikt worden voor de toevoeractiviteit.
10. "distributie-installaties" :
Alle installaties zoals leidingen, meters, aansluitingen, gebouwen, telemeetapparatuur, toestellen, enz., die ge- bruikt worden voor de distributieactiviteit.
11. “zuiveringsinstallaties” :
Alle installaties zoals leidingen, pompen, aansluitingen, gebouwen, apparatuur, toestellen, rioolinfrastructuur, transportfaciliteiten allerhande inbegrepen en andere inrichtingen in het algemeen, die gebruikt worden voor de zuiveringsactiviteit.
12. “secundaire installaties” :
Alle installaties zoals infrastructuur, inrichtingen voor verwarming, koeling en zuivering en uitrusting allerhan- de, die in verband staan met de secundaire activiteit.
13. “wegenisinstallaties” :
Alle installaties zoals infrastructuur en inrichtingen die in verband staan met de wegenisactiviteit.
14. "installaties aanvullende diensten” :
Alle installaties zoals infrastructuur en inrichtingen en materieel en uitrusting die in verband staan met de ac- tiviteit aanvullende diensten.
15. “regio’s” :
De krachtens artikel 6 van de statuten bepaalde geografische entiteiten ter zake de distributie-, de zuiverings- en de wegenisactiviteit.
5. “domeindiensten” :
Geïntegreerd beheer van de distributieactiviteit en de zuiveringsactiviteit.
6. “toevoerinstallaties” :
Alle installaties zoals waterwinningen, waterproductiecentra, leidingen, pompen, watertorens, waterreser- voirs, gebouwen , meters, telemeetapparatuur, toestellen, enz., die gebruikt worden voor de toevoeractivi- teit.
7. "distributie-installaties" :
Alle installaties zoals leidingen, meters, aansluitingen, gebouwen, telemeetapparatuur, toestellen, enz., die gebruikt worden voor de distributieactiviteit.
8. “zuiveringsinstallaties” :
Alle installaties zoals leidingen, pompen, aansluitingen, gebouwen, apparatuur, toestellen, rioolinfrastruc- tuur, transportfaciliteiten allerhande inbegrepen en andere inrichtingen in het algemeen, die gebruikt wor- den voor de zuiveringsactiviteit.
10. “regio’s” :
De krachtens artikel 6 van de statuten bepaalde geografische entiteiten ter zake de drinkwater- en de zuive- ringsactiviteit.
16. "aanpassingscoëfficiënt" :
Tijdens het bestaan van de intercommunale wordt elk jaar een aanpassingscoëfficiënt berekend. De aanpassings- coëfficiënt van het jaar n is gelijk aan de aanpassingscoëfficiënt van het vorige jaar n-1, vermenigvuldigd met de jaarlijkse actualisatiecoëfficiënt zoals bekomen volgens de berekeningswijze hierna.
De actualisatiecoëfficiënt is gelijk aan 0,2 vermeerderd met 0,8 maal de verhouding tussen enerzijds het gemiddelde van de tot dezelfde basis herleide indexcijfers van de afzetprijzen (binnenlandse markt) (periode juli jaar n-1 tot juni jaar n) en van de consumptieprijzen (zelfde periode) en anderzijds het gemiddelde van de tot dezelfde basis herleide indexcijfers van de afzetprijzen (binnenlandse markt) (periode juli jaar n-2 tot juni jaar n-1) en van de consumptieprijzen (zelfde periode).
17. “gemeentelijke opleg” ter zake de distributie- en/of de zuiveringsactiviteit :
De bedragen die door de intercommunale periodiek aan de vennoten worden aangerekend volgens het stelsel van derde betaler voor zoveel de gemeente, wat betreft haar grondgebied, beslist heeft door het instellen van vrijstellingen en/of verminderingen af te wijken van de door de intercommunale vastgestelde tarieven ter zake de distributie- en/of de zuiveringsactiviteit.
18. “financieringsreglement inzake de zuiveringsactiviteit en de wegenisactiviteit” :
Het reglement waarin bepaald wordt op welke wijze en in welke mate, door de raad van bestuur van de inter- communale, overeenkomstig artikel 33 en rekening houdend met het aantal Z- en Z²-aandelen van iedere Z- vennoot, het investeringsfonds voor zuiveringsinfrastructuur en het exploitatiefonds voor de zuiveringsactivi- teit wordt gespijsd, dan wel wordt afgeweken van het in artikel 14 bedoelde vergoedingsstelsel. Tevens be- paalt het reglement op welke wijze en in welke mate, door de raad van bestuur van de intercommunale, overeenkomstig artikel 33 en rekening houdend met het aantal V- aandelen van iedere V-vennoot, het inves- teringsfonds voor wegenisinfrastructuur en het exploitatiefonds voor de wegenisactiviteit wordt gespijsd.
Het financieringsreglement vormt een bijlage bij de statuten.
19. “financieringsreglement inzake de secundaire activiteit en de activiteit aanvullende diensten” :
Het reglement waarin bepaald wordt op welke wijze en via welke modaliteiten de budgetten tot stand komen en de kosten afgedekt worden, na aftrek van eventueel toegangsprijzen en/of andere inkomsten, door tus- senkomsten van de betreffende vennoten.
Het financieringsreglement vormt een bijlage bij de statuten.
11. "aanpassingscoëfficiënt" :
Tijdens het bestaan van de opdrachthoudende vereniging wordt elk jaar een aanpassingscoëfficiënt bere- kend. De aanpassingscoëfficiënt van het jaar n is gelijk aan de aanpassingscoëfficiënt van het vorige jaar n-1, vermenigvuldigd met de jaarlijkse actualisatiecoëfficiënt zoals bekomen volgens de berekeningswijze hierna.
De actualisatiecoëfficiënt is gelijk aan 0,2 vermeerderd met 0,8 maal de verhouding tussen enerzijds het gemiddelde van de tot dezelfde basis herleide indexcijfers van de afzetprijzen (binnenlandse markt) (periode juli jaar n-1 tot juni jaar n) en van de consumptieprijzen (zelfde periode) en anderzijds het gemiddelde van de tot dezelfde basis herleide indexcijfers van de afzetprijzen (binnenlandse markt) (periode juli jaar n-2 tot juni jaar n-1) en van de consumptieprijzen (zelfde periode).
12. “gemeentelijke opleg” ter zake de distributie- en/of de zuiveringsactiviteit :
De bedragen die door de opdrachthoudende vereniging periodiek aan de deelnemers worden aangerekend volgens het stelsel van derde betaler voor zoveel de gemeente, wat betreft haar grondgebied, beslist heeft door het instellen van vrijstellingen en/of verminderingen af te wijken van de door de opdrachthoudende vereniging vastgestelde tarieven ter zake de distributie- en/of de zuiveringsactiviteit.
13. “financieringsreglement inzake de zuiveringsactiviteit” :
Het reglement waarin bepaald wordt op welke wijze en in welke mate, door de raad van bestuur van de op- drachthoudende vereniging, overeenkomstig artikel 30 en rekening houdend met het aantal Z- en Z²- aandelen van iedere Z-vennoot, het investeringsfonds voor zuiveringsinfrastructuur en het exploitatiefonds voor de zuiveringsactiviteit wordt gespijsd, dan wel wordt afgeweken van het in artikel 14 bedoelde vergoe- dingsstelsel.
Het financieringsreglement vormt een bijlage bij de statuten.
20. “gemeentelijke saneringsbijdrage (GSB)” :
De gemeentelijke saneringsbijdrage, afgekort GSB, is de bijdrage in de kostprijs van de opgelegde sanerings- verplichting op gemeentelijk vlak waarvan sprake in artikel 16 bis §1 van het Vlaamse decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor de menselijke aanwending, zoals gewijzigd door het decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005, waarbij in voorkomend geval rekening gehouden wordt met latere wetswijzigingen.
“gemeentelijke saneringsvergoeding (GSV)” :
De gemeentelijke saneringsvergoeding, afgekort GSV, is de bijdrage, betaald door de eigen waterwinnaars voor de zelf gewonnen hoeveelheid water, in de kostprijs van de opgelegde saneringsverplichting op gemeen- telijk vlak waarvan sprake in artikel 16 bis §1 van het Vlaamse decreet van 24 mei 2002 betreffende water be- stemd voor de menselijke aanwending, zoals gewijzigd door het decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005, waarbij in voorkomend geval rekening gehouden wordt met latere wetswijzigingen.
21. “gemeente/vennoot” :
Onder deze termen wordt verstaan : alle publieke rechtspersonen zoals vermeld in artikel 2 van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales.
22. “bedrijfsinstallaties” :
Alle bedrijfsinfrastructuur die niet in de definities van toevoerinstallaties, distributie-installaties, zuiveringsin- stallaties, wegenisinstallaties, secundaire installaties en installaties aanvullende diensten is vervat, zo o.m. de kantoorgebouwen, magazijnen, ...
12. “gemeentelijke saneringsbijdrage (GSB)” :
De gemeentelijke saneringsbijdrage, afgekort GSB, is de bijdrage in de kostprijs van de opgelegde sanerings- verplichting op gemeentelijk vlak waarvan sprake in artikel 16 bis §1 van het Vlaamse decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor de menselijke aanwending, zoals gewijzigd door het decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005, waarbij in voorkomend geval rekening gehouden wordt met latere wetswijzigingen.
13. “gemeentelijke saneringsvergoeding (GSV)” :
De gemeentelijke saneringsvergoeding, afgekort GSV, is de bijdrage, betaald door de eigen waterwinnaars voor de zelf gewonnen hoeveelheid water, in de kostprijs van de opgelegde saneringsverplichting op ge- meentelijk vlak waarvan sprake in artikel 16 bis §1 van het Vlaamse decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor de menselijke aanwending, zoals gewijzigd door het decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005, waarbij in voorkomend geval rekening gehou- den wordt met latere wetswijzigingen.
14. “deelnemer” :
De deelnemers in de opdrachthoudende vereniging zijn alle publieke rechtspersonen zoals bedoeld in art. 10 van het decreet.
15. “bedrijfsinstallaties” :
Alle bedrijfsinfrastructuur die niet in de definities van toevoerinstallaties, distributie-installaties, zuiverings- installaties is vervat, zo o.m. de kantoorgebouwen, magazijnen, ...
16. “vervangingswaarde” van de installatie :
Een waarde gelijk aan het bedrag van de uitgave die nodig is om de installatie weer in nieuwe staat op te bouwen of te verwerven.
17. ”operator” :
XXXXX XXXX, een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, alleen bestaande uit publieke rechtspersonen, met zetel te 0000 Xxxx, Xxxxxxxxxxx 0 en met ondernemingsnummer 0554.887.312
18. “decreet”:
Vlaams decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking (inclusief de latere wijzigin- gen).
Artikel 4 : Zetel van de intercommunale
De zetel van de intercommunale is vanaf 01 juli 2012 gevestigd in Gent, Stropstraat 1. De raad van bestuur heeft, bin- nen de perken van de wetgeving ter zake, de bevoegdheid de zetel te verplaatsen.
De intercommunale mag buiten haar zetel één of meer exploitatiezetels oprichten.
Artikel 4 : Zetel van de opdrachthoudende vereniging
De maatschappelijke zetel van de opdrachthoudende vereniging is gevestigd te 0000 Xxxx, Stropstraat 1.
De raad van bestuur heeft, binnen de perken van de wetgeving ter zake, de bevoegdheid de zetel te verplaatsen, binnen het Vlaamse Gewest.
De opdrachthoudende vereniging mag buiten haar zetel één of meer exploitatiezetels oprichten.
Artikel 5 : Duur van de intercommunale
De duur van de intercommunale is vastgesteld op dertig jaar, te beginnen met de algemene vergadering van 17 juni 1988. Zij is door de algemene vergadering van 20 december 2007 verlengd tot 17 juni 2030 en door de algemene ver- gadering van 22 december 2011 tot 22 december 2041.
De intercommunale mag verbintenissen voor een termijn die haar bestaansduur overschrijdt alleen dan aangaan wan- neer zij alle nodige maatregelen treft om de naleving ervan te waarborgen. De uitoefening van het recht voor een vennoot om niet aan de verlenging deel te nemen mag er niet moeilijker noch duurder door worden.
Artikel 5 : Duur van de opdrachthoudende vereniging
De duur van de opdrachthoudende vereniging is vastgesteld op achttien jaar, te starten vanaf de buitengewone al- gemene vergadering van 29 juni 2015.
Overeenkomstig artikel 35 van het Vlaams decreet houdende intergemeentelijke samenwerking kan de opdracht- houdende vereniging na afloop van de statutair bepaalde duur opeenvolgende keren verlengd worden voor een termijn die telkens niet langer mag zijn dan achttien jaar.
Verbintenissen voor een duur die haar bestaanstermijn overschrijdt, mag de opdrachthoudende vereniging slechts aangaan in zoverre ze alle passende maatregelen treft opdat die verbintenissen zouden worden nagekomen. De uitoefening van het recht van een deelnemer om niet aan de verlenging deel te nemen, laat de naleving van de door hem aangegane contractuele verbintenissen onverkort bestaan, maar mag voor het overige niet meebrengen dat een schadevergoeding verschuldigd is ; voor het overige zijn de voorlaatste en laatste leden van artikel 37 van het decreet toepasselijk.
II - VENNOTEN EN KAPITAAL
Artikel 6 : Bepaling van de soorten vennoten
Artikel 6 : Deelnemers
II – DEELNEMERS EN KAPITAAL
§1. De intercommunale is samengesteld uit :
a) de vennoten die voorkomen op de lijst die als bijlage 1 aan de huidige statuten is toegevoegd om er een we- zenlijk deel van uit te maken ;
b) de vennoten die later zullen toetreden tot de intercommunale.
Deze vennoten kunnen toetreden voor één of meerdere van de volgende activiteiten : toevoer (T), distributie (D), zuivering (Z), secundaire diensten (S), wegenis (V), aanvullende diensten (A) en financiering (F). De toetreding als F-vennoot is voorbehouden aan en verplicht voor de T-, D-, Z-, S-, V- en/of A-vennoten behalve wanneer dit ge- paard gaat met de uitgifte van F-aandelen met kencijfer 4.
De lijst van vennoten in bijlage 1 duidt tevens de activiteiten en de geografische sectie aan waarvoor een vennoot is aangesloten.
§2. Elke vennoot verleent aan de intercommunale op haar grondgebied, in voorkomend geval voor de geografische sectie waarvoor zij is toegetreden, het alleenrecht voor het uitoefenen van de activiteit, respectievelijk activitei- ten, waarvoor zij is toegetreden.
Het werkingsgebied van de intercommunale wordt, voor wat betreft de toevoeractiviteit, ingedeeld in vier (4) gewesten :
a) gewest Asse
b) gewest Brugge
c) gewest Gent
d) gewest Ronse
§3. Voor de D-, Z- en V-vennoten geldt de volgende indeling :
a) regio Vlaams-Brabant
b) regio Brugge
c) regio Centrum
d) regio Gent
e) regio IMWV
f) regio Oost
g) regio West
h) regio Zuid
1. De opdrachthoudende vereniging is samengesteld uit :
a. de deelnemers met vermelding van het ambtsgebied waarbinnen de activiteit van de opdrachthoudende vereniging wordt uitgeoefend , die voorkomen op de lijst die als bijlage 1 aan de huidige statuten is toege- voegd om er een wezenlijk deel van uit te maken;
Dit register wordt door de algemene vergadering in overeenstemming gebracht met haar besluiten inzake de toelating of de uitsluiting.
b. de deelnemers die later zullen toetreden tot de opdrachthoudende vereniging, mits toetredingsbeslissing van de algemene vergadering
Deze deelnemers kunnen toetreden voor één of meerdere van de volgende activiteiten: toevoer (T), distri- butie (D), en zuivering (Z). De toetreding als F-deelnemer is verplicht voor de T, D, en Z-vennoten.
De lijst van deelnemers in bijlage 1 duidt tevens de activiteiten en de geografische sectie aan waarvoor een deelnemer is aangesloten.
2. Elke deelnemer verleent aan de opdrachthoudende vereniging op haar grondgebied, in voorkomend geval voor de geografische sectie waarvoor zij is toegetreden, het alleenrecht voor het uitoefenen van de activi- teit, respectievelijk activiteiten, waarvoor zij is toegetreden.
3. Voor de T-deelnemers gelegen op het grondgebied van de provincie Henegouwen wordt een eigen regio ge- creëerd : regio Henegouwen.
Voor de D- en Z -deelnemers geldt de volgende indeling :
a) regio Vlaams-Brabant
b) regio Brugge
c) regio Centrum
d) regio Gent
e) regio IMWV
f) regio Oost
g) regio West
h) regio Zuid
De raad van bestuur beslist over de oprichting of herschikking van een regio. Opdat een geldige beslissing zou kunnen tot stand komen is de aanwezigheid of vertegenwoordiging van twee derden van de leden van de raad van bestuur vereist en dient het besluit twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen te bekomen, -alsmede twee derde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders aangesteld op voor- dracht van de gemeenten. De artikelen 32 en 33 zijn niet toepasselijk. De zo genomen beslissing van de raad van be- stuur dient door de eerstvolgende algemene vergadering goedgekeurd te worden zonder dat dit een wijziging van de statuten meebrengt.
De bijlage 1 wordt bij elke toetreding, uitsluiting of uittreding door de raad van bestuur voorlopig aangepast, onver- minderd de toepassing van artikel 20 en 21 van de statuten. Deze aanpassing, inclusief de indeling van het totale werkingsgebied, wordt ter goedkeuring aan de eerstvolgende algemene vergadering voorgelegd en door deze laatste definitief vastgelegd zonder dat dit een wijziging van de statuten meebrengt.
§4. De vennoten zijn slechts tot het beloop van hun inbreng aansprakelijk voor de verbintenissen van de vennoot- schap.
De raad van bestuur beslist over de oprichting of herschikking van een regio. Opdat een geldige beslissing zou kunnen tot stand komen is de aanwezigheid of vertegenwoordiging van twee derden van de leden van de raad van bestuur vereist en dient het besluit twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen te bekomen, alsmede twee derden van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders aange- steld op voordracht van de gemeenten. De zo genomen beslissing van de raad van bestuur dient door de eerstvol- gende algemene vergadering goedgekeurd te worden zonder dat dit een wijziging van de statuten meebrengt.
De bijlage 1 wordt bij elke toetreding, uitbreiding of uitsluiting door de raad van bestuur voorlopig aangepast, on- verminderd de toepassing van artikel 17 van de statuten. Deze aanpassing, inclusief de indeling van het totale werkingsgebied, wordt ter goedkeuring aan de eerstvolgende algemene vergadering voorgelegd en door deze laatste definitief vastgelegd zonder dat dit een wijziging van de statuten meebrengt.
De deelnemers zijn niet hoofdelijk aansprakelijk. Zij zijn slechts tot het beloop van hun inbreng aansprakelijk voor de maatschappelijke verbintenissen.
Artikel 7 : Samenstelling van het kapitaal
Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door aandelen uitgegeven overeenkomstig de artikelen 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15,
16, 17, 18 en 19.
Het kapitaal bestaat uit de hierna volgende inbrengen van de vennoten :
a) in speciën voor wat de deelname in de toevoeractiviteit betreft ;
b) in speciën voor wat de deelname in de distributieactiviteit betreft ;
c) het gebruiksrecht op distributie-installaties voor wat de deelname in de distributieactiviteit betreft en, naar keuze van de vennoot en onder de bijzondere voorwaarden van deze statuten, de bijkomende eigendomsrechten op de- zelfde installaties ;
d) het gebruiksrecht op zuiveringsinstallaties voor wat betreft de deelname in de zuiveringsactiviteit en, naar keuze van de vennoot en onder de bijzondere voorwaarden van deze statuten, de bijkomende eigendomsrechten op dezelfde installaties ;
e) in speciën en het gebruiksrecht op secundaire installaties voor wat de deelname aan de secundaire activiteit betreft ;
f) het gebruiksrecht op wegenisinstallaties voor wat de deelname aan de wegenisactiviteit betreft ;
g) in speciën voor wat de deelname aan de activiteit aanvullende diensten betreft ;
h) in speciën voor wat de deelname aan de financieringsactiviteit betreft.
De inbreng in speciën wordt vertegenwoordigd door T-, TK-, DK-, SK-, A- en F1, F2, F3 en F4-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig de artikelen 9, 10, 13, 16, 18 en 19 van de statuten.
Het vast gedeelte van het kapitaal dat volledig geplaatst is, bedraagt tweehonderd en tienduizend zevenhonderd en negen euro vijftig cent (€ 210 709,50). Elk daarmede overeenstemmend T-aandeel is ten minste tot beloop van één vierde volgestort.
De inbreng van het gebruiksrecht op distributie-installaties wordt vertegenwoordigd door D-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 11 van de statuten.
De gebeurlijke inbreng van de bijkomende eigendomsrechten op dezelfde installaties wordt vertegenwoordigd door D²-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 12 van de statuten. Het zijn aandelen zonder waarde- bepaling, zonder stemrecht en zonder dividendrecht. Er zijn geen andere rechten aan verbonden dan deze waarvan uitdrukkelijk sprake in de huidige statuten.
De inbreng van het gebruiksrecht op zuiveringsinstallaties wordt vertegenwoordigd door Z-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 14 van de statuten.
Artikel 7 : Samenstelling van het kapitaal - Aandelen
Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door aandelen uitgegeven overeenkomstig de artikelen 9, 10, 11, 12, 13, 14,
15 en 16.
Het kapitaal bestaat uit de hierna volgende inbrengen van de deelnemers :
a) in speciën voor wat de deelname in de toevoeractiviteit betreft ;
b) in speciën voor wat de deelname in de distributieactiviteit betreft ;
c) het gebruiksrecht op distributie-installaties voor wat de deelname in de distributieactiviteit betreft en, naar keuze van de deelnemer en onder de bijzondere voorwaarden van deze statuten, de bijkomende ei- gendomsrechten op dezelfde installaties ;
d) het gebruiksrecht op zuiveringsinstallaties voor wat betreft de deelname in de zuiveringsactiviteit en, naar keuze van de deelnemer en onder de bijzondere voorwaarden van deze statuten, de bijkomende eigen- domsrechten op dezelfde installaties.
De inbreng in speciën wordt vertegenwoordigd door T-, TK-, DK- en F1, F2 en F3 aandelen, uitgegeven en toege- kend overeenkomstig de artikelen 9, 10, 13 en 6 van de statuten.
Het vast gedeelte van het kapitaal dat volledig geplaatst is, bedraagt tweehonderd en tienduizend zevenhonderd en negen euro vijftig cent (€ 210.709,50). Elk daarmede overeenstemmend T-aandeel is ten minste tot beloop van één vierde volgestort.
De inbreng van het gebruiksrecht op distributie-installaties wordt vertegenwoordigd door D-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 11 van de statuten.
De gebeurlijke inbreng van de bijkomende eigendomsrechten op dezelfde installaties wordt vertegenwoordigd door D²-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 12 van de statuten. Het zijn aandelen zonder nominale waarde, en zonder dividendrecht. Er zijn geen andere rechten aan verbonden dan deze waarvan uitdruk- kelijk sprake in de huidige statuten.
De inbreng van het gebruiksrecht op zuiveringsinstallaties wordt vertegenwoordigd door Z-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 14 van de statuten.
De gebeurlijke inbreng van de bijkomende eigendomsrechten op dezelfde installaties wordt vertegenwoordigd door Z²-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 15 van de statuten. Het zijn aandelen zonder waardebepaling, zonder stemrecht en zonder dividendrecht. Er zijn geen andere rechten aan verbonden dan deze waarvan uitdrukkelijk sprake is in de huidige statuten.
De inbreng van het gebruiksrecht op secundaire installaties wordt vertegenwoordigd door S-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 16 van de statuten.
De inbreng van het gebruiksrecht op wegenisinstallaties wordt vertegenwoordigd door V-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 17 van de xxxxxxxx.Xx aandelen F2, F3 en F4 hebben geen stemrecht.
De raad van bestuur stelt een lijst op met de nauwkeurige aanduiding van het aantal T-, TK-, D-, DK-, D²-, Z-, Z²-, SK-, S-, V, A, F1-, F2-, F3- en F4-aandelen per vennoot. Deze lijst vormt de bijlage 2 bij de statuten. Deze lijst wordt permanent bijgehouden door de raad van bestuur en jaarlijks met het oog op goedkeuring meegedeeld aan de algemene vergade- ring en door deze laatste definitief vastgelegd. Een wijziging ervan brengt geen wijziging van de statuten mee.
De gebeurlijke inbreng van de bijkomende eigendomsrechten op dezelfde installaties wordt vertegenwoordigd door Z²-aandelen, uitgegeven en toegekend overeenkomstig artikel 15 van de statuten. Het zijn aandelen zonder nominale waarde, en zonder dividendrecht. Er zijn geen andere rechten aan verbonden dan deze waarvan uitdruk- kelijk sprake is in de huidige statuten.
De raad van bestuur stelt een lijst op met de nauwkeurige aanduiding van het aantal T-, TK-, D-, DK-, D²-, Z-, Z²-, , F1-, F2- en F3- aandelen per deelnemer. Deze lijst vormt de bijlage 2 bij de statuten. Deze lijst wordt permanent bijgehouden door de raad van bestuur en jaarlijks met het oog op goedkeuring meegedeeld aan de algemene ver- gadering en door deze laatste definitief vastgelegd. Een wijziging ervan brengt geen wijziging van de statuten mee.
Artikel 8 : Overdracht van aandelen
De overdracht van aandelen, behalve F-aandelen met kencijfer 4, kan enkel tot stand komen tussen vennoten, zoals bedoeld in artikel 3.21 van deze statuten, en tussen vennoten en de door hen op absolute wijze gecontroleerde pu- blieke rechtspersonen. In dit geval worden deze rechtspersonen door de overname van de aandelen vennoot, onver- minderd de mogelijkheid voor deze rechtspersonen om vennoot te worden door inbreng conform deze statuten.
De overdracht tussen individuele vennoten onderling en tussen individuele vennoten en de vereniging van gemeenten waarvan deze individuele vennoten geen deel uitmaken, is evenwel uitgesloten behalve F-aandelen met kencijfer 2 en 3 en onverminderd hetgeen bepaald werd in lid 1.
De overdracht wordt vastgesteld door de raad van bestuur. De overdracht van de aandelen gaat gepaard met de ge- lijktijdige overgang van alle eraan gekoppelde rechten en plichten zoals vastgelegd in deze statuten. De raad van be- stuur bepaalt de dag van inwerkingtreding van de overdracht van de aandelen.
Bij een overdracht van aandelen in de zin van dit artikel, is de raad van bestuur bevoegd voor de definitieve aanpassing van de bij deze statuten gevoegde bijlagen.
Artikel 8 : Overdracht van aandelen
De overdracht van aandelen kan enkel tot stand komen tussen deelnemers, zoals bedoeld in artikel 2.14 van deze statuten, en tussen deelnemers en andere openbare besturen zoals bepaald in artikel 10 van het Vlaamse decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking. In dit laatste geval worden, mits een toetredingsbeslissjng door de algemene vergadering, deze rechtspersonen door de overname van de aandelen deelnemer, onverminderd de mogelijkheid voor deze rechtspersonen om deelnemer te worden door inbreng conform deze statuten.
De overdracht tussen individuele deelnemers onderling en tussen individuele deelnemers en de vereniging van gemeenten waarvan deze individuele deelnemers geen deel uitmaken, is evenwel onderworpen aan de goedkeu- ring door de raad van bestuur, behalve voor F-aandelen met kencijfer 2 en 3 en onverminderd hetgeen bepaald werd in lid 1.
De overdracht wordt vastgesteld door de raad van bestuur. De overdracht van de aandelen gaat gepaard met de gelijktijdige overgang van alle eraan gekoppelde rechten en plichten zoals vastgelegd in deze statuten. De raad van bestuur bepaalt de dag van inwerkingtreding van de overdracht van de aandelen.
Bij een overdracht van aandelen in de zin van dit artikel, is de raad van bestuur bevoegd voor de definitieve aan- passing van de bij deze statuten gevoegde bijlagen.
Artikel 9 : Uitgifte en bepaling van het aantal T-aandelen
Iedere vennoot toegelaten voor de toevoeractiviteit is verplicht in te tekenen op minstens één T-aandeel.
Het aantal T-aandelen waarop een vennoot verplicht is in te tekenen, wordt éénmalig bepaald bij de toetreding, met name op basis van de verwachte aankoop van water, tot beloop van één T-aandeel per schijf of fractie van een schijf van honderdduizend kubieke meter water.
De nominale waarde van een T-aandeel bedraagt tweeduizend vierhonderd tachtig euro (€ 2 480,-) op 1 januari 1991.
De intekenprijs van nieuwe T-aandelen wordt bepaald op basis van de nominale waarde van het T-aandeel, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt zoals bepaald in artikel 3.16, en afgerond naar het dichtstbij gelegen veelvoud van vijfentwintig euro (€ 25,-).
Deze intekenprijs is van toepassing voor vennoten die zouden toetreden tot de intercommunale voor de toevoeractivi- teit of vennoten die voor de toevoeractiviteit zouden toetreden voor een bijkomende geografische sectie. Alle aande- len worden voor minimaal één vierde volgestort op het moment van hun uitgifte. De raad van bestuur kan, na hiervan de vennoten minstens één maand vooraf in kennis te hebben gesteld, besluiten tot gehele of gedeeltelijke opvraging van het niet-gestorte bedrag.
Wanneer de volstortingen op de door de raad van bestuur vastgestelde datum niet werden verricht, zal hierop van rechtswege en zonder enige ingebrekestelling een interest verschuldigd zijn gelijk aan de wettelijke rentevoet ver- hoogd met één procentpunt.
Artikel 9 : Uitgifte en bepaling van het aantal T-aandelen
Iedere deelnemer toegelaten voor de toevoeractiviteit is verplicht in te tekenen op minstens één T-aandeel.
Het aantal T-aandelen waarop een deelnemer verplicht is in te tekenen, wordt éénmalig bepaald bij de toetreding, met name op basis van de verwachte aankoop van water, tot beloop van één T-aandeel per schijf of fractie van een schijf van honderdduizend kubieke meter water.
De nominale waarde van een T-aandeel bedraagt tweeduizend vierhonderd tachtig euro (€ 2.480,-) op 1 januari 1991.
De intekenprijs van nieuwe T-aandelen wordt bepaald op basis van de nominale waarde van het T-aandeel, ver- menigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt zoals bepaald in artikel 3.9, en afgerond naar het dichtstbij gelegen veelvoud van vijfentwintig euro (€ 25,-).
Deze intekenprijs is van toepassing voor deelnemers die zouden toetreden tot de opdrachthoudende vereniging voor de toevoeractiviteit of deelnemers die voor de toevoeractiviteit zouden toetreden voor een bijkomende geo- grafische sectie. Alle aandelen worden voor minimaal één vierde volgestort op het moment van hun uitgifte. De raad van bestuur kan, na hiervan de deelnemers minstens één maand vooraf in kennis te hebben gesteld, beslui- ten tot gehele of gedeeltelijke opvraging van het niet-gestorte bedrag.
Wanneer de volstortingen op de door de raad van bestuur vastgestelde datum niet werden verricht, zal hierop van rechtswege en zonder enige ingebrekestelling een interest verschuldigd zijn gelijk aan de wettelijke rentevoet ver- hoogd met één procentpunt.
Artikel 10 : Uitgifte en bepaling van het aantal TK-aandelen
De raad van bestuur kan beslissen tot uitgifte van TK-aandelen in het veranderlijk kapitaal en dit tot beloop van het aantal dat hij bepaalt.
Deze aandelen worden gecreëerd door de omzetting van beschikbare reserves die voortkomen uit de toevoeracti- viteit. De nominale waarde van een TK-aandeel bedraagt vijfhonderd euro (€ 500,-) op 1 januari 2004. De inteken- prijs is gelijk aan de nominale waarde.
De aldus gecreëerde TK -aandelen worden verdeeld over de T-vennoten, pro rata het aantal T-aandelen van één ieder.
De TK -aandelen hebben geen stemrecht.
Artikel 10 : Uitgifte en bepaling van het aantal TK-aandelen
De raad van bestuur kan beslissen tot uitgifte van TK-aandelen in het veranderlijk kapitaal en dit tot beloop van het aantal dat zij bepaalt.
Deze aandelen worden gecreëerd door de omzetting van beschikbare reserves die voortkomen uit de toevoeracti- viteit. De nominale waarde van een TK-aandeel bedraagt vijfduizend euro (€ 5.000,-). De intekenprijs is gelijk aan de nominale waarde.
De aldus gecreëerde TK -aandelen worden verdeeld over de T-deelnemers, pro rata het aantal T-aandelen van één ieder.
Artikel 11 : Uitgifte en bepaling van het aantal D-aandelen
a.
Iedere vennoot, toegelaten voor de distributieactiviteit, doet tegelijk verplicht inbreng van het gebruiksrecht van haar distributie-installaties en van de daarmede gepaard gaande rechten bedoeld in artikel 20. De inbreng heeft betrekking op alle installaties van de vennoot die uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor het uitvoeren van de distributieactiviteit in de geografische sectie waarvoor men vennoot is.
De inbrengen worden vergoed deels door de toekenning van D-aandelen, deels door betaling in speciën.
- De vergoeding door de toekenning van D-aandelen wordt berekend op basis van de lengte van de leidingen (zowel distributieleidingen als aansluitingen) en van het volume van de opslagcapaciteit.
Per schijf van twintig (20) km lengte van leidingen of per schijf van zeshonderd vijftig (650) m³ opslagcapaciteit wordt één (1) D-aandeel toegekend. Uit deze berekeningswijze voortvloeiende fracties van aandelen volgens lengte en volgens volume worden bij elkaar opgeteld en de som hiervan wordt afgerond naar de dichtstbijzijn- de eenheid, met een minimum van één D-aandeel.
De nominale waarde van elk D-aandeel bedraagt honderd achttienduizend zevenhonderd vijfentwintig euro (€ 118 725,-).
Behoren distributieleidingen dan wel opslagcapaciteit toe aan meerdere vennoten samen, dan wordt hun leng- te dan wel volume tussen deze vennoten verdeeld à rato van hun bevolkingsaantallen op het ogenblik van in- dienstname of vervanging.
- De vergoeding in speciën bestaat uit een onmiddellijk betaalbare en eenmalige vergoeding, een over de loop- tijd van de intercommunale gespreide vaste periodieke vergoeding en een over de looptijd van de intercom- munale gespreide variabele periodieke vergoeding.
De onmiddellijk betaalbare en eenmalige vergoeding is gelijk aan één zestiende (1/16) van de waarde van de installaties waarvan het gebruiksrecht wordt ingebracht.
Deze waarde wordt als volgt berekend, verstaan zijnde dat de hierna genoemde bedragen deze zijn voor het jaar 1991 :
a) de vervangingswaarde wordt bepaald op zevenendertig duizend honderd vierentachtig euro drie cent (€ 37.184,03) per km distributieleiding en op zevenhonderd drieënveertig euro achtenzestig cent (€ 743,68) per m³ bruto-opslagcapaciteit ;
b) de restwaarde na drieëndertig (33) jaar gebruik wordt bepaald op drieduizend zevenhonderd achttien euro veertig cent (€ 3 718,40) per km distributieleiding en op vierenzeventig euro zevenendertig cent (€ 74,37) per m³ bruto-opslagcapaciteit ;
c) de waardevermindering per jaar wordt berekend à rato van één drieëndertigste tussen de vervangings- waarde en de restwaarde; de waardevermindering wordt toegepast in acht genomen het aantal jaren te re- kenen vanaf het jaar volgend op hun indienstname of op hun vervanging voorafgaand aan de inbreng; ze wordt afgetrokken van de vervangingswaarde en het verschil is de hier in acht te nemen waarde, met dien verstande dat deze nooit lager kan zijn dan de restwaarde ;
Artikel 11 : Uitgifte en bepaling van het aantal D-aandelen
A.
Iedere deelnemer, toegelaten voor de distributieactiviteit, doet tegelijk verplicht inbreng van het gebruiksrecht van haar distributie-installaties en van de daarmede gepaard gaande rechten bedoeld in artikel 17. De inbreng heeft betrekking op alle installaties van de deelnemer die uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor het uit- voeren van de distributieactiviteit in de geografische sectie waarvoor men deelnemer is.
De inbrengen worden vergoed deels door de toekenning van D-aandelen, deels door betaling in speciën.
− De vergoeding door de toekenning van D-aandelen wordt berekend op basis van de lengte van de leidin- gen (zowel distributieleidingen als aansluitingen) en van het volume van de opslagcapaciteit.
Per schijf van twintig (20) km lengte van leidingen of per schijf van zeshonderd vijftig (650) m³ opslagcapa- citeit wordt één (1) D-aandeel toegekend. Uit deze berekeningswijze voortvloeiende fracties van aandelen volgens lengte en volgens volume worden bij elkaar opgeteld en de som hiervan wordt afgerond naar de dichtstbijzijnde eenheid, met een minimum van één D-aandeel.
De nominale waarde van elk D-aandeel bedraagt honderd achttienduizend zevenhonderd vijfentwintig eu- ro (€ 118.725,-).
Behoren distributieleidingen dan wel opslagcapaciteit toe aan meerdere deelnemers samen, dan wordt hun lengte dan wel volume tussen deze deelnemers verdeeld à rato van hun bevolkingsaantallen op het ogenblik van indienstname of vervanging.
− De vergoeding in speciën bestaat uit een onmiddellijk betaalbare en eenmalige vergoeding.
De onmiddellijk betaalbare en eenmalige vergoeding is gelijk aan één zestiende (1/16) van de waarde van de installaties waarvan het gebruiksrecht wordt ingebracht.
Deze waarde wordt als volgt berekend, verstaan zijnde dat de hierna genoemde bedragen deze zijn voor het jaar 1991 :
a) de vervangingswaarde wordt bepaald op zevenendertig duizend honderd vierentachtig euro drie cent (€ 37.184,03) per km distributieleiding en op zevenhonderd drieënveertig euro achtenzestig cent (€ 743,68) per m³ bruto-opslagcapaciteit ;
b) de restwaarde na drieëndertig (33) jaar gebruik wordt bepaald op drieduizend zevenhonderd achttien euro veertig cent (€ 3.718,40) per km distributieleiding en op vierenzeventig euro zevenendertig cent (€ 74,37) per m³ bruto-opslagcapaciteit ;
c) de waardevermindering per jaar wordt berekend à rato van één drieëndertigste tussen de vervan- gingswaarde en de restwaarde; de waardevermindering wordt toegepast in acht genomen het aantal jaren te rekenen vanaf het jaar volgend op hun indienstname of op hun vervanging voorafgaand aan de inbreng; ze wordt afgetrokken van de vervangingswaarde en het verschil is de hier in acht te ne- men waarde, met dien verstande dat deze nooit lager kan zijn dan de restwaarde.;
d) treedt een vennoot toe in de loop van de intercommunale of treedt ze toe voor een bijkomende geografi- sche sectie dan wordt de bij toepassing van c) hiervoor bekomen waarde, in voorkomend geval berekend per sectie, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt, de actualisatiecoëfficiënt van het jaar van in- breng inbegrepen, waarvan sprake in artikel 3.16.
In dat geval bepaalt de raad van bestuur de datum waarop de toetreding effectief wordt en maakt ze de be- rekening van de vergoeding voor deze inbreng op aan de hand van de beschikbare en voorlopige gegevens.
Nadien wordt de waarde van de inbreng en de daarmede in verband staande vergoeding berekend met als basis enerzijds een definitieve staat, op datum van toetreding, van de gegevens die in aanmerking komen voor de berekening van het aantal D-aandelen en van de eenmalige vergoeding in speciën en anderzijds het verslag van een commissaris lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren (IBR).
Deze berekening maakt het voorwerp uit van een bijzonder verslag van de raad van bestuur waarin de raad ten definitieve titel het aantal D-aandelen en de eenmalige vergoeding, waarop de D-vennoot op de datum van toetreding recht heeft, bepaalt en waarin uiteen wordt gezet waarom de inbreng van belang is voor de vennootschap en eventueel waarom afgeweken wordt van de conclusies van het verslag van de commissaris (lid IBR).
Het bijzonder verslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris (lid IBR) worden voorge- legd aan de eerstvolgende algemene vergadering, die zich uitspreekt over de waarde van de inbreng en over de vergoeding, bij gewone meerderheid, zonder inachtneming van de stemmen verbonden aan de aandelen die in ruil voor de inbreng worden uitgegeven.
De over de looptijd van de intercommunale gespreide vaste periodieke vergoeding wordt elk jaar vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt waarvan sprake in artikel 3.16.
Deze vergoeding wordt aan de vennoot ter beschikking gesteld als volgt :
a) voor wat betreft een maandelijks bedrag van nominaal vijfhonderd tweeëntachtig euro vijfenvijftig cent (€ 582,55) per D-aandeel, hetwelk ten laste valt van de distributieactiviteit van de intercommunale :
- hetzij door jaarlijkse uitbetaling, in de loop van de maand die volgt op de goedkeuring van de jaarrekening door de jaarvergadering (deze betaling betreft het boekjaar waarop de goedgekeurde jaarrekening betrek- king heeft) ;
- hetzij door een gekapitaliseerde zesjaarlijkse uitbetaling, in de loop van de maand die volgt op de goedkeu- ring van de jaarrekening door de jaarvergadering volgend op het bericht waarvan sprake hierna (deze beta- ling betreft een periode aanvangend met het begin van het boekjaar volgend op het boekjaar waarop de goedgekeurde jaarrekening betrekking heeft) ;
iedere vennoot is gerechtigd, mits daartoe de intercommunale aangetekend te berichten ten laatste op 30 april van elk vierde gemeentelijk legislatuurjaar, voor een toekomstige periode van zes (6) jaar, met ingang van 1 ja- nuari van dat jaar, aanspraak te maken op het stelsel van de zesjaarlijkse uitbetaling; bij gebreke aan zulk be- richt geldt van rechtswege het stelsel van de jaarlijkse betaling ;
het zo door de intercommunale uit te betalen bedrag wordt berekend na toepassing van de, voor het boekjaar voorafgaand aan dat jaar geldende, aanpassingscoëfficiënt waarvan sprake in artikel 3.16 en middels toepas- sing van een kapitalisatierentevoet die gelijk is aan de wettelijke verwijlintrest toepasselijk op 1 januari van dat jaar ;
voor de laatste periode waarvoor de intercommunale is aangegaan, betreft de hier bedoelde gekapitaliseerde uitbetaling de nog overblijvende periode ;
d) treedt een deelnemer toe in de loop van de opdrachthoudende vereniging of treedt ze toe voor een bijkomende geografische sectie dan wordt de bij toepassing van c) hiervoor bekomen waarde, in voorkomend geval berekend per sectie, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt, de actualisa- tiecoëfficiënt van het jaar van inbreng inbegrepen, waarvan sprake in artikel 3.9.
In dat geval bepaalt de raad van bestuur de datum waarop de toetreding effectief wordt en maakt ze de berekening van de vergoeding voor deze inbreng op aan de hand van de beschikbare en voorlopige gegevens.
Nadien wordt de waarde van de inbreng en de daarmede in verband staande vergoeding berekend met als basis enerzijds een definitieve staat, op datum van toetreding, van de gegevens die in aan- merking komen voor de berekening van het aantal D-aandelen en van de eenmalige vergoeding in speciën en anderzijds het verslag van een commissaris lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren (IBR).
Deze berekening maakt het voorwerp uit van een bijzonder verslag van de raad van bestuur waarin de raad ten definitieve titel het aantal D-aandelen en de eenmalige vergoeding, waarop de D-deelnemer op de datum van toetreding recht heeft, bepaalt en waarin uiteen wordt gezet waarom de inbreng van belang is voor de opdrachthoudende vereniging en eventueel waarom afgeweken wordt van de conclusies van het verslag van de commissaris (lid IBR).
Het bijzonder verslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris (lid IBR) worden voorgelegd aan de eerstvolgende algemene vergadering, die zich uitspreekt over de waarde van de inbreng en over de vergoeding, bij gewone meerderheid, zonder inachtneming van de stemmen ver- bonden aan de aandelen die in ruil voor de inbreng worden uitgegeven.
nieuwe vennoten, die toetreden in de loop van een kapitalisatieperiode, of bestaande -vennoten die toetreden voor een bijkomende geografische sectie, kunnen voor wat deze inbreng betreft bovendien aanspraak maken op het kapitalisatiestelsel voor de nog resterende volle jaren binnen de lopende periode; de hiervoor bepaalde regels terzake uitbetaling en berekening zijn mutatis mutandis toepasselijk.
b) het maandelijks bedrag van nominaal zeshonderd euro (€ 600,-) per D-aandeel, hetwelk ten laste valt van de toevoeractiviteit van de intercommunale, is door de vennoot, via beslissing van het directiecomité waarvan ze deel uitmaakt, te gebruiken voor investeringen in de distributieactiviteit volgens de regels van de artikelen 56 tot en met 58; aanpassingen van de bedragen bij toepassing van deze artikelen maken geen statutenwijziging noodzakelijk.
De variabele periodieke vergoeding wordt bepaald op basis van synergie, minder hinder en andere operationele performantiekarakteristieken en door de raad van bestuur tegen uiterlijk 31 december van elk lopend jaar be- paald. De modaliteiten van deze variabele periodieke vergoeding worden vastgelegd in een huishoudelijk regle- ment.
De raad van bestuur van de intercommunale kan voor andere inbrengen in natura bijzondere bepalingen vaststel- len, waarvan de vergoedingen evenwel equivalent dienen te zijn aan de hiervoor beschreven vergoedingen.
b.
Vennoten die enkel toetreden voor de toevoeractiviteit en niet voor de distributieactiviteit, kunnen inbreng doen van het gebruiksrecht op hun wateropslaginfrastructuur tegen vergoeding in speciën. Daarbij wordt de hierboven beschreven berekeningswijze gebruikt, met dien verstande dat de aldus berekende vergoeding wordt vermenig- vuldigd met een factor acht derden (8/3), maar dat deze inbreng geen aanleiding geeft tot de uitgifte van D- aandelen. Indien de betrokken vennoot nadien toch zou toetreden tot de intercommunale voor de distributieacti- viteit, zal de vergoeding van haar inbreng worden herrekend, en zal de extravergoeding in speciën, voortvloeiend uit de factor acht derden (8/3), geregulariseerd worden.
De raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging kan voor andere inbrengen in natura bijzondere bepa- lingen vaststellen.
B.
Deelnemers die enkel toetreden voor de toevoeractiviteit en niet voor de distributieactiviteit, kunnen inbreng doen van het gebruiksrecht op hun wateropslaginfrastructuur tegen vergoeding in speciën. Daarbij wordt de hier- boven beschreven berekeningswijze gebruikt, met dien verstande dat de aldus berekende vergoeding wordt ver- menigvuldigd met een factor acht derden (8/3), maar dat deze inbreng geen aanleiding geeft tot de uitgifte van D- aandelen. Indien de betrokken deelnemer nadien toch zou toetreden tot de opdrachthoudende vereniging voor de distributieactiviteit, zal de vergoeding van haar inbreng worden herrekend, en zal de extravergoeding in speciën, voortvloeiend uit de factor acht derden (8/3), geregulariseerd worden.
Artikel 12 : Uitgifte en bepaling van het aantal D²- aandelen
Iedere vennoot, toegelaten voor de distributieactiviteit, is tevens gerechtigd inbreng te doen van de bijkomende eigendomsrechten van haar distributie-installaties. De inbreng slaat op dezelfde installaties als bedoeld in artikel 11 a.
Deze inbrengen geschieden aan de volgende voorwaarden, onverminderd bijkomende voorwaarden te bepalen door de raad van bestuur van de intercommunale :
- liggen de distributie-installaties geheel of deels in vergunning dan is de vennoot gehouden alle inspanningen aan te wenden om deze vergunning, met al zijn rechten en verplichtingen, over te dragen aan de intercommunale, minstens om de uitwerking van de bestaande vergunning te behouden, voor zover en tot zolang de intercom- munale zelf nog niet over de bedoelde vergunning beschikt ;
- betreft de inbreng wateropslaginfrastructuur dan zal de inbreng samengaan met de verplichting voor de vennoot de TMVW in te lichten van elk voornemen tot het vervreemden of op welke wijze ook bezwaren van de grond waarop of waarin deze installaties gevestigd zijn en het verlenen van een voorkooprecht aan de intercommuna- le, aan dezelfde prijs en voorwaarden.
Deze inbrengen worden gewaardeerd in functie van de economische waarde, berekend op de wijze zoals bepaald door de raad van bestuur, mits een aanwezigheid of vertegenwoordiging van twee derden van de leden ervan en mits het besluit twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen heeft bekomen, alsmede twee derde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders aangesteld op voordracht van de ge- meenten en zonder dat de artikelen 32 en 33 toepasselijk zijn.
Er wordt geen rekening gehouden met de subsidies van overheidswege die de vennoot bij de aanleg of daarna zou hebben verkregen of die nog te ontvangen zijn en er wordt evenmin rekening gehouden met leningen die de ven- noot met het oog op de aanleg of daarna zou hebben aangegaan en die rechtstreeks of onrechtstreeks met de in- breng in verband staan, wat de gronden aangaat het eventueel bestaan van hypothecaire inschrijvingen of andere voorrechten met zakelijk volgrecht evenwel onverlet gelaten.
Deze inbrengen worden vergoed deels door de toekenning van D²-aandelen, deels door betaling in speciën :
- de vergoeding door toekenning van D²-aandelen, met een minimum van één (1) D²-aandeel, geschiedt op basis van de economische waardering, waarvan sprake hier voren.
Deze aandelen geven aanleiding tot een dotatie aan het drinkwaterinfrastructuurfonds waarvan sprake in artikel 56 van zestig euro (€ 60,-) per D²-aandeel per maand ;
- de vergoeding in speciën, op dezelfde basis, is een eenmalige vergoeding, dewelke als volgt betaalbaar is: vijfen- twintig (25) procent van het bedrag in drie (3) gelijke, jaarlijkse schijven in de periode 2004-2006 ; de resterende vijfenzeventig (75) procent van het bedrag in elf (11) gelijke, jaarlijkse schijven in de periodes 2007-2012 en 2013-2017, waarbij geldt dat de uitbetaling van elke schijf plaatsvindt tegen uiterlijk 31 december van het jaar waarop ze betrekking heeft.
Xxxxxxx is iedere vennoot gerechtigd, mits daartoe de intercommunale aangetekend te berichten ten laatste op 25 december 2004, dan wel op 30 april 2007 of nog op 30 april 2013, voor een periode van respectievelijk drie (3), zes (6) en vijf (5) jaar, met ingang van 1 januari van dat jaar, telkens aanspraak te maken op het stelsel van gekapi- taliseerde uitbetaling.
Artikel 12 : Uitgifte en bepaling van het aantal D²- aandelen
Iedere deelnemer, toegelaten voor de distributieactiviteit, is tevens gerechtigd inbreng te doen van de bijkomen- de eigendomsrechten van haar distributie-installaties. De inbreng slaat op dezelfde installaties als bedoeld in arti- kel 11 a.
Deze inbrengen geschieden aan de volgende voorwaarden, onverminderd bijkomende voorwaarden te bepalen door de raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging :
− liggen de distributie-installaties geheel of deels in vergunning dan is de deelnemer gehouden alle inspanningen aan te wenden om deze vergunning, met al zijn rechten en verplichtingen, over te dragen aan de opdrachthou- dende vereniging, minstens om de uitwerking van de bestaande vergunning te behouden, voor zover en tot zo- lang de opdrachthoudende vereniging zelf nog niet over de bedoelde vergunning beschikt ;
− betreft de inbreng wateropslaginfrastructuur dan zal de inbreng samengaan met de verplichting voor de deel- nemer de opdrachthoudende vereniging in te lichten van elk voornemen tot het vervreemden of op welke wij- ze ook bezwaren van de grond waarop of waarin deze installaties gevestigd zijn en het verlenen van een voor- kooprecht aan de opdrachthoudende vereniging, aan dezelfde prijs en voorwaarden.
Deze inbrengen worden gewaardeerd in functie van de economische waarde, berekend op de wijze zoals bepaald door de raad van bestuur, mits een aanwezigheid of vertegenwoordiging van twee derden van de leden ervan en mits het besluit twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen heeft bekomen, alsmede twee derde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders aangesteld op voor- dracht van de gemeenten en zonder dat de artikelen 29 en 30 toepasselijk zijn.
Er wordt geen rekening gehouden met de subsidies van overheidswege die de deelnemer bij de aanleg of daarna zou hebben verkregen of die nog te ontvangen zijn en er wordt evenmin rekening gehouden met leningen die de deelnemer met het oog op de aanleg of daarna zou hebben aangegaan en die rechtstreeks of onrechtstreeks met de inbreng in verband staan, wat de gronden aangaat het eventueel bestaan van hypothecaire inschrijvingen of andere voorrechten met zakelijk volgrecht evenwel onverlet gelaten.
Deze inbrengen worden vergoed deels door de toekenning van D²-aandelen, deels door betaling in speciën :
− de vergoeding door toekenning van D²-aandelen, met een minimum van één (1) D²-aandeel, geschiedt op basis van de economische waardering, waarvan sprake hier voren.
Deze aandelen geven aanleiding tot een dotatie aan het drinkwaterinfrastructuurfonds waarvan sprake in arti- kel 47 van zestig euro (€ 60,-) per D²-aandeel per maand ;
− de vergoeding in speciën, op dezelfde basis, is een eenmalige vergoeding, dewelke als volgt betaalbaar is: vijf- entwintig (25) procent van het bedrag in drie (3) gelijke, jaarlijkse schijven in de periode 2004-2006 ; de reste- rende vijfenzeventig (75) procent van het bedrag in elf (11) gelijke, jaarlijkse schijven in de periodes 2007-2012 en 2013-2017, waarbij geldt dat de uitbetaling van elke schijf plaatsvindt tegen uiterlijk 31 december van het jaar waarop ze betrekking heeft.
Evenwel is iedere deelnemer gerechtigd, mits daartoe de opdrachthoudende vereniging aangetekend te berichten ten laatste op 25 december 2004, dan wel op 30 april 2007 of nog op 30 april 2013, voor een periode van respec- tievelijk drie (3), zes (6) en vijf (5) jaar, met ingang van 1 januari van dat jaar, telkens aanspraak te maken op het stelsel van gekapitaliseerde uitbetaling.
De gekapitaliseerde uitbetaling gebeurt tegen uiterlijk 31 december 2004, 2007 of 2013 naargelang ; ze wordt door de intercommunale berekend met toepassing van een kapitalisatierentevoet die gelijk is aan de wettelijke verwijlintrest toepasselijk op 1 januari van het jaar van uitbetaling.
Gekapitaliseerde uitbetalingen door de intercommunale aan de vennoot die de inbreng zouden voorafgaan gelden als voorschotten op de bovengezegde vergoeding in speciën en worden als zodanig verrekend.
Xxxxxx een vennoot toe in de loop van de intercommunale of treedt ze toe voor een bijkomende geografische sec- tie, of nog beslist een vennoot tot inbreng van de hier bedoelde bijkomende eigendomsrechten, dan geldt het voorzegde vergoedingsstelsel pro rata temporis.
De gekapitaliseerde uitbetaling gebeurt tegen uiterlijk 31 december 2004, 2007 of 2013 naargelang ; ze wordt door de opdrachthoudende vereniging berekend met toepassing van een kapitalisatierentevoet die gelijk is aan de wettelijke verwijlintrest toepasselijk op 1 januari van het jaar van uitbetaling.
Gekapitaliseerde uitbetalingen door de opdrachthoudende vereniging aan de deelnemer die de inbreng zouden voorafgaan gelden als voorschotten op de bovengezegde vergoeding in speciën en worden als zodanig verrekend.
Xxxxxx een deelnemer toe in de loop van de opdrachthoudende vereniging of treedt ze toe voor een bijkomende geografische sectie, of nog beslist een deelnemer tot inbreng van de hier bedoelde bijkomende eigendomsrech- ten, dan geldt het voorzegde vergoedingsstelsel pro rata temporis.
Artikel 13 : Uitgifte en bepaling van het aantal DK-aandelen
De raad van bestuur kan beslissen tot uitgifte van DK-aandelen in het veranderlijk kapitaal en dit tot beloop van het aantal dat hij bepaalt.
Deze aandelen worden gecreëerd door de omzetting van beschikbare reserves die voortkomen uit de distributie- activiteit. De nominale waarde van een DK-aandeel bedraagt vijfhonderd euro (€ 500,-) op 1 januari 2008. De inte- kenprijs is gelijk aan de nominale waarde.
De aldus gecreëerde DK-aandelen worden verdeeld over de D-vennoten, pro rata het aantal D-aandelen van één ieder.
Deze aandelen geven aanleiding tot een dotatie aan het drinkwaterinfrastructuurfonds waarvan sprake in artikel 56 van vijf euro (€ 5,-) per DK-aandeel per maand.
De DK-aandelen hebben geen stemrecht.
Artikel 13 : Uitgifte en bepaling van het aantal DK-aandelen
De raad van bestuur kan beslissen tot uitgifte van DK-aandelen in het veranderlijk kapitaal en dit tot beloop van het aantal dat hij bepaalt.
Deze aandelen worden gecreëerd door de omzetting van beschikbare reserves die voortkomen uit de distributie- activiteit. De nominale waarde van een DK-aandeel bedraagt vijfhonderd euro (€ 1.500,-). De intekenprijs is gelijk aan de nominale waarde.
De aldus gecreëerde DK-aandelen worden verdeeld over de D-deelnemers, pro rata het aantal D-aandelen van één ieder.
Deze aandelen geven aanleiding tot een dotatie aan het drinkwaterinfrastructuurfonds waarvan sprake in artikel 47 van vijf euro (€ 5,-) per DK-aandeel per maand.
Artikel 14 : Uitgifte van en bepaling van het aantal Z-aandelen
Iedere vennoot, toegelaten voor de zuiveringsactiviteit, doet tegelijk verplicht inbreng van het gebruiksrecht ten aanzien van haar zuiveringsinstallaties en van de daarmede gepaard gaande rechten bedoeld in artikel 20. De in- breng heeft betrekking op alle installaties van de vennoot die uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor het uitvoeren van de zuiveringsactiviteit in de geografische sectie waarvoor men vennoot is.
Het gebruiksrecht begrijpt het alleenrecht met betrekking tot de transportfunctie en de operationele instandhou- ding van de zuiveringsinstallaties, de aansluitingen daarop, de daarmede in verband staande investeringen en fi- nancieringen volgens de bepalingen van deze statuten, de klantenzorg terzake de zuiveringsactiviteit en het alge- meen beheer ervan.
De inbrengen worden vergoed deels door de toekenning van Z-aandelen, deels door betaling in speciën. De globa- le vergoeding van beide laatstgenoemde elementen is gelijk aan de economische waarde van het ingebrachte ge- bruiksrecht en wordt berekend op de wijze zoals bepaald door de raad van bestuur, mits een aanwezigheid of ver- tegenwoordiging van twee derden van de leden ervan en mits het besluit twee derden van de aanwezige of vertegen- woordigde stemmen heeft bekomen, alsmede twee derde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of verte- genwoordigde bestuurders aangesteld op voordracht van de gemeenten en zonder dat de artikelen 32 en 33 toepas- selijk zijn. Daarnaast wordt er een variabele periodieke vergoeding uitgekeerd.
- De vergoeding in speciën bedraagt voor de periode t.e.m. 2017 in totaal negen (9) procent van de economische waarde van de inbreng, berekend zoals hiervoor, en wordt :
• voor de vennoten die toetreden voorafgaandelijk aan 25 december 2004, hetzij uitbetaald in veertien (14) gelijke jaarlijkse schijven, met een eerste betaling op uiterlijk op 31 december 2004, hetzij gekapitaliseerd in drie (3) keer, betaalbaar op uiterlijk 31 december 2004 (drie jaarschijven), 31 december 2007 (zes jaar- schijven) en 31 december 2013 (vijf jaarschijven) ;
• voor de vennoten die toetreden na 25 december 2004 en voorafgaandelijk aan 1 januari 2009, hetzij uitbe- taald in gelijke jaarlijkse schijven (waarvan het aantal gelijk is aan 2018 min het jaartal van de beslissing tot toetreding), met een eerste betaling op uiterlijk 31 december van het jaar van beslissing tot toetreding, hetzij gekapitaliseerd mutatis mutandis toegepast zoals hiervoor bepaald.
- Voor de periode 2018-2029 wordt de vergoeding in speciën berekend zoals hiervoor bepaald en verminderd met de vergoedingen voor de periode t.e.m. 2017. Deze vergoeding wordt, voor de vennoten die toetreden, hetzij uitbetaald in twaalf (12) gelijke jaarlijkse schijven, met een eerste betaling op uiterlijk 31 december 2018, hetzij gekapitaliseerd in twee (2) keer, betaalbaar op uiterlijk 31 december 2019 (zes jaarschijven) en 31 december 2025 (vijf jaarschijven).
- Voor de vennoten die toetreden na 31 december 2008 bedraagt de vergoeding in speciën in totaal negen (9) procent van de economische waarde van de inbreng, voor de periode t.e.m. 2029 berekend zoals hiervoor be- paald, en wordt hetzij uitbetaald in gelijke jaarlijkse schijven (waarvan het aantal bepaald op de resterende ja- ren t.e.m. 2029 t.o.v. 26 jaar), met een eerste betaling op uiterlijk 31 december van het jaar van beslissing tot toetreding, hetzij gekapitaliseerd mutatis mutandis toegepast zoals hiervoor bepaald.
Artikel 14 : Uitgifte van en bepaling van het aantal Z-aandelen
Iedere deelnemer, toegelaten voor de zuiveringsactiviteit, doet tegelijk verplicht inbreng van het gebruiksrecht ten aanzien van haar zuiveringsinstallaties en van de daarmede gepaard gaande rechten bedoeld in artikel 18. De in- breng heeft betrekking op alle installaties van de deelnemer die uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor het uitvoeren van de zuiveringsactiviteit in de geografische sectie waarvoor men deelnemer is.
Het gebruiksrecht begrijpt het alleenrecht met betrekking tot de transportfunctie en de operationele instandhou- ding van de zuiveringsinstallaties, de aansluitingen daarop, de daarmede in verband staande investeringen en fi- nancieringen volgens de bepalingen van deze statuten, de klantenzorg ter zake de zuiveringsactiviteit en het alge- meen beheer ervan.
De inbrengen worden vergoed deels door de toekenning van Z-aandelen, deels door betaling in speciën. De globa- le vergoeding van beide laatstgenoemde elementen is gelijk aan de economische waarde van het ingebrachte ge- bruiksrecht en wordt berekend op de wijze zoals bepaald door de raad van bestuur, mits een aanwezigheid of ver- tegenwoordiging van twee derden van de leden ervan en mits het besluit twee derden van de aanwezige of verte- genwoordigde stemmen heeft bekomen, alsmede twee derde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders aangesteld op voordracht van de gemeenten en zonder dat de artikelen 29 en 30 toepasselijk zijn.
− De vergoeding in speciën bedraagt voor de periode t.e.m. 2017 in totaal negen (9) procent van de economi- sche waarde van de inbreng, berekend zoals hiervoor, en wordt :
• voor de deelnemers die toetreden voorafgaandelijk aan 25 december 2004, hetzij uitbetaald in veertien
(14) gelijke jaarlijkse schijven, met een eerste betaling op uiterlijk op 31 december 2004, hetzij gekapitali- seerd in drie (3) keer, xxxxxxxxxx op uiterlijk 31 december 2004 (drie jaarschijven), 31 december 2007 (zes jaarschijven) en 31 december 2013 (vijf jaarschijven) ;
• voor de deelnemers die toetreden na 25 december 2004 en voorafgaandelijk aan 1 januari 2009, hetzij uitbetaald in gelijke jaarlijkse schijven (waarvan het aantal gelijk is aan 2018 min het jaartal van de beslis- sing tot toetreding), met een eerste betaling op uiterlijk 31 december van het jaar van beslissing tot toe- treding, hetzij gekapitaliseerd mutatis mutandis toegepast zoals hiervoor bepaald.
− Voor de periode 2018-2029 wordt de vergoeding in speciën berekend zoals hiervoor bepaald en verminderd met de vergoedingen voor de periode t.e.m. 2017. Deze vergoeding wordt, voor de deelnemers die toetreden, hetzij uitbetaald in twaalf (12) gelijke jaarlijkse schijven, met een eerste betaling op uiterlijk 31 december 2018, hetzij gekapitaliseerd in twee (2) keer, betaalbaar op uiterlijk 31 december 2019 (zes jaarschijven) en 31 december 2025 (vijf jaarschijven).
− Voor de deelnemers die toetreden na 31 december 2008 bedraagt de vergoeding in speciën in totaal negen (9) procent van de economische waarde van de inbreng, voor de periode t.e.m. 2029 berekend zoals hiervoor be- paald, en wordt hetzij uitbetaald in gelijke jaarlijkse schijven (waarvan het aantal bepaald op de resterende ja- ren t.e.m. 2029 ), met een eerste betaling op uiterlijk 31 december van het jaar van beslissing tot toetreding, hetzij gekapitaliseerd mutatis mutandis toegepast zoals hiervoor bepaald.
- In geval van kapitalisatie wordt een kapitalisatierentevoet toegepast gelijk aan de wettelijke verwijlinterest toepasselijk op 1 januari van het jaar van uitbetaling.
De vennoot is gerechtigd, mits daartoe de intercommunale aangetekend te berichten ten laatste op 25 decem- ber van het jaar van uitbetaling, voor de eerstvolgende toekomstige periode aanspraak te maken op het stelsel van de gekapitaliseerde uitbetaling; bij gebreke aan zulk bericht geldt van rechtswege het stelsel van de beta- ling in jaarlijkse schijven.
Vennoten die toetreden in de loop van de intercommunale of voor een bijkomende geografische sectie kunnen voor wat deze inbreng betreft bovendien aanspraak maken op het kapitalisatiestelsel voor de nog resterende volle jaren binnen de lopende periode; de hiervoor bepaalde regels terzake uitbetaling en berekening zijn mu- tatis mutandis toepasselijk.
- Na aftrek van de vergoeding in speciën, wordt de inbreng vergoed door het toekennen van Z-aandelen, af te ronden naar de lager gelegen eenheid, met een minimum van één (1) Z-aandeel. De Z-aandelen hebben een nominale waarde van achthonderd tweeënzestigduizend vijfhonderd euro (€ 862 500,-). Berekeningsresten worden in globo geboekt als uitgiftepremie.
- De variabele periodieke vergoeding wordt bepaald op basis van synergie, minder hinder en andere operatione- le performantiekarakteristieken en door de raad van bestuur tegen uiterlijk 31 december van elk lopend jaar bepaald. De modaliteiten van deze variabele periodieke vergoeding worden vastgelegd in een huishoudelijk re- glement.
Is of wordt het door de vennoot ingebrachte gebruiksrecht bezwaard, zonder dat het tweede lid van dit artikel wordt aangetast, dan blijft het hier voren beschreven vergoedingsstelsel gelden, onder afwijking van wat daarover in het financieringsreglement is bepaald.
− In geval van kapitalisatie wordt een kapitalisatierentevoet toegepast gelijk aan de wettelijke verwijlinterest toepasselijk op 1 januari van het jaar van uitbetaling.
De deelnemer is gerechtigd, mits daartoe de opdrachthoudende vereniging aangetekend te berichten ten laat- ste op 25 december van het jaar van uitbetaling, voor de eerstvolgende toekomstige periode aanspraak te ma- ken op het stelsel van de gekapitaliseerde uitbetaling; bij gebreke aan zulk bericht geldt van rechtswege het stelsel van de betaling in jaarlijkse schijven.
Deelnemers die toetreden in de loop van de opdrachthoudende vereniging of voor een bijkomende geografi- sche sectie kunnen voor wat deze inbreng betreft bovendien aanspraak maken op het kapitalisatiestelsel voor de nog resterende volle jaren binnen de lopende periode; de hiervoor bepaalde regels ter zake uitbetaling en berekening zijn mutatis mutandis toepasselijk.
− Na aftrek van de vergoeding in speciën, wordt de inbreng vergoed door het toekennen van Z-aandelen, af te ronden naar de lager gelegen eenheid, met een minimum van één (1) Z-aandeel. De Z-aandelen hebben een nominale waarde van achthonderd tweeënzestigduizend vijfhonderd euro (€ 862 500,-). Berekeningsresten worden in globo geboekt als uitgiftepremie.
Is of wordt het door de deelnemer ingebrachte gebruiksrecht bezwaard, zonder dat het tweede lid van dit artikel wordt aangetast, dan blijft het hier voren beschreven vergoedingsstelsel gelden, onder afwijking van wat daarover in het financieringsreglement is bepaald.
Artikel 15 : Uitgifte en bepaling van het aantal Z²-aandelen
Iedere vennoot, toegelaten voor de zuiveringsactiviteit, is tevens gerechtigd inbreng te doen van de bijkomende eigendomsrechten van haar zuiveringsinstallaties. De inbreng slaat op dezelfde installaties als bedoeld in artikel 14.
Deze inbrengen geschieden aan de volgende voorwaarden, onverminderd bijkomende voorwaarden te bepalen door de raad van bestuur van de intercommunale :
- liggen de zuiveringsinstallaties deels of gedeeltelijk in vergunning, dan is de vennoot gehouden alle inspannin- gen aan te wenden voor deze vergunning, met al zijn rechten en verplichtingen, over te dragen aan de inter- communale, minstens om de uitwerking van de bestaande vergunning te behouden, voor zover en tot zolang de intercommunale zelf nog niet over de bedoelde vergunning beschikt ;
- betreft de inbreng gebouwen, waarvan sprake in artikel 3.11, dan zal de inbreng samengaan met de verplich- ting voor de vennoot de TMVW in te lichten van elk voornemen tot het vervreemden of op welke wijze ook be- zwaren van de grond waarop of waarin deze installaties gevestigd zijn en het verlenen van een voorkooprecht aan de intercommunale, aan dezelfde prijs en voorwaarden.
Deze inbrengen worden gewaardeerd in functie van de economische waarde, berekend op de wijze zoals bepaald door de raad van bestuur, mits een aanwezigheid of vertegenwoordiging van twee derden van de leden ervan en mits het besluit twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen heeft bekomen, alsmede twee derde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders aangesteld op voor- dracht van de gemeenten en zonder dat de artikelen 32 en 33 toepasselijk zijn.
Er wordt geen rekening gehouden met de subsidies van overheidswege die de vennoot bij de aanleg of daarna zou hebben verkregen of die nog te ontvangen zijn en er wordt evenmin rekening gehouden met leningen die de ven- noot met het oog op de aanleg of daarna zou hebben aangegaan en die rechtstreeks of onrechtstreeks met de in- breng in verband staan, wat de gronden aangaat het eventueel bestaan van hypothecaire inschrijvingen of andere voorrechten met zakelijk volgrecht evenwel onverlet gelaten.
Deze inbrengen worden vergoed deels door de toekenning van Z²-aandelen, deels door betaling in speciën :
- de vergoeding door toekenning van Z²-aandelen, met een minimum van één (1) Z²-aandeel, geschiedt op basis van de economische waardering, waarvan sprake hier voren. Deze aandelen geven aanleiding tot een dotatie aan het investeringsfonds voor zuiveringsinfrastructuur waarvan sprake in artikel 60 van tien euro (€ 10,-) per Z²-aandeel per maand ;
- de vergoeding in speciën, op dezelfde basis, is een eenmalige vergoeding. De modaliteiten van betaling worden vastgelegd in het financieringsreglement terzake de zuiveringsactiviteit waarvan sprake in artikel 3.18.
Xxxxxx een vennoot toe in de loop van de intercommunale of treedt ze toe voor een bijkomende geografische sec- tie, of nog beslist een vennoot tot inbreng van de hier bedoelde bijkomende eigendomsrechten, dan geldt het voorzegde vergoedingsstelsel pro rata temporis.
Artikel 15 : Uitgifte en bepaling van het aantal Z²-aandelen
Iedere deelnemer, toegelaten voor de zuiveringsactiviteit, is tevens gerechtigd inbreng te doen van de bijkomen- de eigendomsrechten van haar zuiveringsinstallaties. De inbreng slaat op dezelfde installaties als bedoeld in artikel 14.
Deze inbrengen geschieden aan de volgende voorwaarden, onverminderd bijkomende voorwaarden te bepalen door de raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging :
− liggen de zuiveringsinstallaties deels of gedeeltelijk in vergunning, dan is de deelnemer gehouden alle inspan- ningen aan te wenden voor deze vergunning, met al zijn rechten en verplichtingen, over te dragen aan de op- drachthoudende vereniging, minstens om de uitwerking van de bestaande vergunning te behouden, voor zo- ver en tot zolang de opdrachthoudende vereniging zelf nog niet over de bedoelde vergunning beschikt ;
− betreft de inbreng gebouwen, waarvan sprake in artikel 3.7, dan zal de inbreng samengaan met de verplichting voor de deelnemer de opdrachthoudende vereniging in te lichten van elk voornemen tot het vervreemden of op welke wijze ook bezwaren van de grond waarop of waarin deze installaties gevestigd zijn en het verlenen van een voorkooprecht aan de opdrachthoudende vereniging, aan dezelfde prijs en voorwaarden.
Deze inbrengen worden gewaardeerd in functie van de economische waarde, berekend op de wijze zoals bepaald door de raad van bestuur, mits een aanwezigheid of vertegenwoordiging van twee derden van de leden ervan en mits het besluit twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen heeft bekomen, alsmede twee derde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders aangesteld op voor- dracht van de gemeenten en zonder dat de artikelen 29 en 30 toepasselijk zijn.
Er wordt geen rekening gehouden met de subsidies van overheidswege die de deelnemer bij de aanleg of daarna zou hebben verkregen of die nog te ontvangen zijn en er wordt evenmin rekening gehouden met leningen die de deelnemer met het oog op de aanleg of daarna zou hebben aangegaan en die rechtstreeks of onrechtstreeks met de inbreng in verband staan, wat de gronden aangaat het eventueel bestaan van hypothecaire inschrijvingen of andere voorrechten met zakelijk volgrecht evenwel onverlet gelaten.
Deze inbrengen worden vergoed deels door de toekenning van Z²-aandelen, deels door betaling in speciën :
− de vergoeding door toekenning van Z²-aandelen, met een minimum van één (1) Z²-aandeel, geschiedt op basis van de economische waardering, waarvan sprake hier voren. Deze aandelen geven aanleiding tot een dotatie aan het investeringsfonds voor zuiveringsinfrastructuur waarvan sprake in artikel 51 van tien euro (€ 10,-) per Z²-aandeel per maand ;
− de vergoeding in speciën, op dezelfde basis, is een eenmalige vergoeding. De modaliteiten van betaling wor- den vastgelegd in het financieringsreglement ter zake de zuiveringsactiviteit waarvan sprake in artikel 3.11.
Xxxxxx een deelnemer toe in de loop van de opdrachthoudende vereniging of treedt ze toe voor een bijkomende geografische sectie, of nog beslist een deelnemer tot inbreng van de hier bedoelde bijkomende eigendomsrech- ten, dan geldt het voorzegde vergoedingsstelsel pro rata temporis.
Artikel 16 : Uitgifte van en bepaling van het aantal S- en SK-aandelen
§ 1 Iedere vennoot, toegelaten voor de secundaire activiteit, is verplicht in te tekenen op één (1) SK-aandeel. De nominale waarde van dit SK-aandeel bedraagt tweeduizend vijfhonderd euro (€ 2 500,-) op 1 januari 2006.
De intekenprijs van het SK-aandeel wordt bepaald op basis van de nominale waarde van het SK-aandeel, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt zoals bepaald in artikel 3.16, en afgerond naar het dichtst bijgelegen veelvoud van vijfentwintig euro (€ 25,-).
Alle aandelen worden voor minimaal één vierde volgestort op het moment van hun uitgifte. De raad van be- stuur kan, na hiervan de vennoten minstens één maand vooraf in kennis te hebben gesteld, besluiten tot gehele of gedeeltelijke opvraging van het niet-gestorte bedrag.
Wanneer de volstortingen op de door de raad van bestuur vastgestelde datum niet werden verricht, dan zal hierop van rechtswege en zonder enige ingebrekestelling een interest zijn verschuldigd gelijk aan de wette- lijke rentevoet verhoogd met één procentpunt.
§ 2 Iedere vennoot, toegelaten voor de secundaire activiteit, doet tegelijk verplicht inbreng van het gebruiks- recht ten aanzien van haar secundaire installaties. De inbreng heeft betrekking op de installaties van de vennoot die uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor het uitvoeren van de secundaire activiteit in de geografische sectie waarvoor men vennoot is.
Het gebruiksrecht begrijpt het alleenrecht met betrekking tot de technische exploitatie en de uitbating van de secundaire installaties, de daarmee in verband staande investeringen en financieringen volgens de bepa- lingen van deze statuten en het algemeen beheer ervan.
De inbreng van de secundaire installaties impliceert ook verplichte inbreng - binnen de perken van de wet - van het recht met vermogen van substitutie tot onderhouden, exploiteren, uitbaten, wijzigen, wegnemen van alle secundaire installaties en de hiervoor noodzakelijke ingrepen op alle voorzieningen ervan, hetzij zelf hetzij door derden uitgevoerd. Dit recht kan geen aanleiding geven tot welke vergoeding van welke aard ook, tenzij uitdrukkelijk goedgekeurd door de raad van bestuur van de intercommunale.
De inbrengen worden vergoed deels door de toekenning van S-aandelen, deels door betaling in speciën. De globale vergoeding van beide laatstgenoemde elementen is gelijk aan de waarde van het ingebrachte ge- bruiksrecht en wordt berekend op de wijze zoals bepaald door de raad van bestuur, mits een aanwezigheid of vertegenwoordiging van twee derden van de leden ervan en mits het besluit twee derden van de aanwe- zige of vertegenwoordigde stemmen heeft bekomen, alsmede twee derde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders aangesteld op voordracht van de gemeenten en zon- der dat de artikelen 32 en 33 toepasselijk zijn. De waarde van het ingebrachte gebruiksrecht is hierbij 50% van de geherwaardeerde boekwaarde zoals blijkt uit de gemeentelijke boekhouding. Indien er geen be- trouwbare geherwaardeerde boekwaarde voorhanden is, wordt de waarde van het ingebrachte gebruiks- recht bepaald op basis van een verslag van een beëdigde schatter aangesteld door beide partijen. Daarnaast wordt er een variabele periodieke vergoeding uitgekeerd.
-
- Voor de vennoten die toetreden, of bestaande vennoten die toetreden voor een bijkomende geo- grafische sectie, bedraagt de vergoeding in speciën vijfendertig (35) procent van de waarde van de in- breng, berekend zoals hiervoor, en wordt deze vergoeding uitbetaald in twaalf (12) gelijke jaarlijkse schijven, met een eerste betaling op uiterlijk 31 december van het jaar van toetreding of van bijkomende toetreding. Na aftrek van de vergoeding in speciën, wordt de inbreng vergoed door het toekennen van S- aandelen, af te ronden naar de lager gelegen eenheid, met een minimum van één (1) S-aandeel.
- De S-aandelen hebben een nominale waarde van honderd tachtigduizend euro (€ 180 000,-).
- Berekeningsresten worden in globo geboekt als uitgiftepremie.
- De variabele periodieke vergoeding wordt bepaald op basis van operationele performantiekarakteristie- ken en door de raad van bestuur tegen uiterlijk 31 december van elk lopend jaar bepaald. De modalitei- ten van deze variabele periodieke vergoeding worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement.
Is of wordt het door de vennoot ingebrachte gebruiksrecht bezwaard, zonder dat het tweede lid van dit arti- kel wordt aangetast, dan blijft het hier voren beschreven vergoedingsstelsel gelden, onder afwijking van wat daarover in het financieringsreglement is bepaald.
Artikel 17 : Uitgifte van en bepaling van het aantal V-aandelen
Iedere vennoot, toegelaten voor de wegenisactiviteit, doet tegelijk verplicht inbreng van het gebruiksrecht ten aanzien van haar wegenisinstallaties en van de daarmede gepaard gaande rechten bedoeld in artikel 20. De in- breng heeft betrekking op alle of een samenhangend gedeelte van de installaties van de vennoot die uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor het uitvoeren van de wegenisactiviteit in de geografische sectie waarvoor men vennoot is.
Het gebruiksrecht begrijpt het alleenrecht met betrekking tot de technische exploitatie, de uitbating en de opera- tionele instandhouding van de wegenisinstallaties, de daarmede in verband staande investeringen en financierin- gen volgens de bepalingen van deze statuten en het algemeen beheer ervan.
De inbrengen worden vergoed door de toekenning van V-aandelen, gebaseerd op de lengte van de betrokken we- genis. en berekend op de wijze zoals bepaald en goedgekeurd door de raad van bestuur. Er wordt één (1) V- aandeel toegekend per twintig (20) km betrokken wegenis. De V-aandelen worden afgerond naar de lager gelegen eenheid, met een minimum van één (1) V-aandeel. Daarnaast wordt er een variabele periodieke vergoeding uitge- keerd.
De nominale waarde van een V-aandeel is tweeduizend euro (€ 2.000,00).
De variabele periodieke vergoeding wordt bepaald op basis van synergie, minder hinder en andere operationele performantiekarakteristieken en door de raad van bestuur tegen uiterlijk 31 december van elk lopend jaar be- paald. De modaliteiten van deze variabele periodieke vergoeding worden vastgelegd in een huishoudelijk regle- ment.
Is of wordt het door de vennoot ingebrachte gebruiksrecht bezwaard, zonder dat het tweede lid van dit artikel wordt aangetast, dan blijft het hier voren beschreven vergoedingsstelsel gelden, onder afwijking van wat daarover in het financieringsreglement is bepaald.
Artikel 18 : Uitgifte van en bepaling van het aantal A-aandelen
Iedere vennoot, toegelaten voor de aanvullende diensten, verleent aan de intercommunale het alleenrecht voor de dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3.6 en zoals nader omschreven in bijlage 5 bij de huidige statuten. De raad van bestuur stelt deze bijlage 5 op met de nauwkeurige aanduiding van de dienstverlening. Deze lijst wordt permanent bijgehouden door de raad van bestuur en jaarlijks met het oog op goedkeuring meegedeeld aan de al- gemene vergadering en door deze laatste definitief vastgelegd.
Iedere vennoot, toegelaten voor de aanvullende diensten, is verplicht in te tekenen op A-aandelen.
De A-aandelen worden bepaald op basis van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaand aan de toe- treding waarbij één (1) aandeel wordt uitgegeven per vijfduizend (5.000) inwoners. De A-aandelen worden afge- rond naar de lager gelegen eenheid met een minimum van één (1) aandeel.
Vennoten die geen gemeente zijn, zijn verplicht in te tekenen op vijf (5) A-aandelen. Wanneer de omzetbijdrage van de betrokken vennoot de mediaan overschrijdt, bedraagt dit tien (10) A-aandelen.
De nominale waarde van een A-aandeel bedraagt duizend euro (€ 1 000,-).
Alle aandelen worden voor minimaal één vierde volgestort op het moment van hun uitgifte. De raad van bestuur kan, na hiervan de vennoten minstens één maand vooraf in kennis te hebben gesteld, besluiten tot gehele of ge- deeltelijke opvraging van het niet-gestorte bedrag.
Wanneer de volstortingen op de door de raad van bestuur vastgestelde datum niet werden verricht, dan zal hierop van rechtswege en zonder enige ingebrekestelling een interest zijn verschuldigd gelijk aan de wettelijke rentevoet verhoogd met één procentpunt.
De intekening op A-aandelen leidt tot het recht op een variabele periodieke vergoeding die wordt bepaald op basis van operationele performantiekarakteristieken en door de raad van bestuur tegen uiterlijk 31 december van elk lopend jaar bepaald. De modaliteiten van deze variabele periodieke vergoeding worden vastgelegd in een huis- houdelijk reglement.
Artikel 19 : Uitgifte en bepaling van het aantal F-aandelen
De aandelen door de intercommunale uitgegeven in het kader van de financieringsactiviteit worden aandelen F genoemd. De aandelen F worden voorzien van specifieke kencijfers :
- hetzij de kencijfer 1 (F1) waarbij dit het aantal F-aandelen vertegenwoordigt uitgegeven per 22 december 2011 en bij latere toetredingen ;
- hetzij de kencijfer 2 (F2) wanneer zij gecreëerd worden naar aanleiding van een kapitaalsverhoging waarbij het aantal aandelen per vennoot berekend wordt pro rata het aantal F1-aandelen is ;
- hetzij de kencijfer 3 (F3) wanneer zij gecreëerd worden naar aanleiding van een kapitaalsverhoging en opgenomen door vennoten. Zij vertegenwoordigen aandelen die niet opgenomen zijn volgens de regel vermeldt bij de F- aandelen met kencijfer 2 ;
- hetzij de kencijfer 4 (F4) wanneer zij gecreëerd worden naar aanleiding van een kapitaalsverhoging en opgenomen door publieke partners, andere dan vennoten. Zij vertegenwoordigen aandelen die niet opgenomen zijn volgens de regels vermeldt bij de F-aandelen met kencijfers 2 en 3.
Bij toetreding van een nieuwe vennoot, dan wel bij toetreding van een bestaande vennoot voor een bijkomende acti- viteit en/of bijkomende geografische sectie, zal de raad van bestuur op overeenkomstige wijze aandelen F1 ter onder- schrijving en volstorting toekennen.
De nominale waarde van een F-aandeel bedraagt vijfentwintig euro (€ 25,-).
Alle F1-aandelen worden voor minimaal één vierde volgestort op het moment van hun uitgifte. De raad van be- stuur kan, na hiervan de vennoten minstens één maand vooraf in kennis te hebben gesteld, besluiten tot gehele of gedeeltelijke opvraging van het niet-gestorte bedrag.
Alle F2-, F3- en F4-aandelen worden volledig volgestort op het moment van hun uitgifte.
Wanneer de volstortingen op de door de raad van bestuur vastgestelde datum niet werden verricht, dan zal hierop van rechtswege en zonder enige ingebrekestelling een interest zijn verschuldigd gelijk aan de wettelijke rentevoet verhoogd met één procentpunt.
Artikel 16 : Uitgifte en bepaling van het aantal F-aandelen
De aandelen door de opdrachthoudende vereniging uitgegeven in het kader van de financiering worden aandelen F genoemd. De aandelen F worden voorzien van specifieke kencijfers :
- hetzij de kencijfer 1 (F1) waarbij dit het aantal F-aandelen vertegenwoordigt uitgegeven per 22 december 2011 en bij latere toetredingen ;
- hetzij de kencijfer 2 (F2) wanneer zij gecreëerd worden naar aanleiding van een kapitaalsverhoging in het variabel kapitaal waarbij het aantal aandelen per deelnemer berekend wordt pro rata het aantal F1-aandelen is ;
- hetzij de kencijfer 3 (F3) wanneer zij gecreëerd worden naar aanleiding van een kapitaalsverhoging in het variabel kapitaal en opgenomen door deelnemers. Zij vertegenwoordigen aandelen die niet opgenomen zijn volgens de regel vermeldt bij de F-aandelen met kencijfer 3 ;
Bij toetreding van een nieuwe deelnemer, dan wel bij toetreding van een bestaande deelnemer voor een bijkomende activiteit en/of bijkomende geografische sectie, zal de raad van bestuur op overeenkomstige wijze aandelen F1 door de deelnemer verplicht ter onderschrijving en volstorting toekennen.
De nominale waarde van een F-aandeel bedraagt vijfentwintig euro (€ 25,-).
Alle F1-aandelen worden voor minimaal één vierde volgestort op het moment van hun uitgifte. De raad van be- stuur kan, na hiervan de deelnemers minstens één maand vooraf in kennis te hebben gesteld, besluiten tot gehele of gedeeltelijke opvraging van het niet-gestorte bedrag.
Alle F2- en F3-aandelen worden volledig volgestort op het moment van hun uitgifte.
Wanneer de volstortingen op de door de raad van bestuur vastgestelde datum niet werden verricht, dan zal hierop van rechtswege en zonder enige ingebrekestelling een interest zijn verschuldigd gelijk aan de wettelijke rentevoet verhoogd met één procentpunt.
Artikel 20 : Inbreng van de met de gebruiksrechten gepaard gaande rechten m.b.t. de distributieactiviteit, de zuiveringsactiviteit, de wegenisactiviteit en de activiteit secundaire diensten
Elke vennoot, aangesloten voor de distributieactiviteit en/of zuiveringsactiviteit en/of wegenisactiviteit en/of de activi- teit secundaire diensten doet, voor deze activiteit en de geografische sectie waarvoor zij is toegetreden, tevens en sa- men met de inbreng van de rechten bedoeld in de artikelen 11, 14, 16, 17 en 18 verplicht inbreng - binnen de perken van de wet - van het uitsluitend recht met vermogen van substitutie, om te behouden, te plaatsen of te laten plaatsen, te onderhouden of te laten onderhouden, te wijzigen of te laten wijzigen, weg te nemen of te laten wegnemen, op, boven of onder de straten, wegen, openbare pleinen, openbaar domein en gebouwen van de vennoot : de leidingen en alle toestellen vereist voor de distributie en/of de zuivering van water en de infrastructuur en inrichtingen voor de wegenis en de secundaire diensten, met het oog op elke vorm van gebruik ervan op haar grondgebied of op dat van om het even welke aangesloten vennoot. Dezelfde inbreng gebeurt, binnen de perken van de wet, van de rechten van dezelfde aard die de vennoten ten opzichte van de particuliere eigendommen bezitten.
Elke vennoot, aangesloten voor de distributieactiviteit en/of zuiveringsactiviteit en/of wegenisactiviteit geeft tevens aan TMVW als opdracht de coördinatie van werken in en op het openbaar domein met het oog op het bereiken van een zo groot mogelijke synergie, minder hinder en veiligheid (‘synergiemanagement’). Hiervoor kunnen de voor de coördinatie noodzakelijke netdata opgevraagd worden bij de netoperatoren actief op het openbaar domein.
De vennoten zien ten algemene nutte af van hun recht van natrekking op de installaties die op hun domein zijn opge- richt en die bestemd zijn voor de verwezenlijking van het doel van de intercommunale. Het recht van natrekking m.b.t. de activiteit secundaire diensten wordt geregeld in bijlage 4.
De aanwending, door de intercommunale of in haar opdracht, van de inbrengen bedoeld in de artikelen 11, 14, 16, 17 en 18 alsmede van de inbreng bedoeld in het huidige artikel, kan meebrengen dat ten voordele van de vennoten een vergoeding verschuldigd is in toepassing van een jaarlijks door de raad van bestuur vastgesteld reglement ‘minder hin- der wegenis’. Een gemeentelijk retributiereglement met betrekking tot, zelfs deels, dezelfde materie sluit de toepas- sing van het intercommunaal reglement ‘minder hinder wegenis’ uit.
Kiest de vennoot voor een gemeentelijk retributiereglement dan kunnen dezelfde inbrengen geen aanleiding geven tot enige vergoeding andere dan deze in de huidige statuten bepaald, of nog tot een retributie of tot een belasting, van welke aard ook, uitgaande van de vennoot en ten laste van de intercommunale, behalve een retributie of een be- lasting die in rechtstreeks verband staat met het gebruik, door de intercommunale of in haar opdracht, van de wegenis en dit dan binnen een door de raad van bestuur goedgekeurd algemeen kader en mits de opname van de aan zulke belasting of retributie verbonden kosten in de door de intercommunale aan te rekenen tarieven. In zulk een geval zal de intercommunale aan de vennoten alle informatie ter beschikking stellen noodzakelijk om zulke retributie of zulke belasting te kunnen heffen.
Door de intercommunale te volbrengen of volbrachte verplaatsingen van installaties bedoeld in artikel 3.10, 3.11, 3.12,
3.13 en 3.14 van deze statuten worden geacht te zijn bevolen door de vennoot, behoudens wanneer deze verplaatsin- gen worden verricht op bevel of op vraag van een derde, mits vaststaat dat deze instaat voor de daaraan verbonden kosten.
Artikel 17 : Inbreng van de met de gebruiksrechten gepaard gaande rechten m.b.t. de distributieactiviteit en de zuiveringsactiviteit
Elke deelnemer, aangesloten voor de distributieactiviteit en/of zuiveringsactiviteit doet, voor deze activiteit en de geografische sectie waarvoor zij is toegetreden, tevens en samen met de inbreng van de rechten bedoeld in de ar- tikelen 11 en 14 verplicht inbreng - binnen de perken van de wet - van het uitsluitend recht met vermogen van substitutie, om te behouden, te plaatsen of te laten plaatsen, te onderhouden of te laten onderhouden, te wijzi- gen of te laten wijzigen, weg te nemen of te laten wegnemen, op, boven of onder de straten, wegen, openbare pleinen, openbaar domein en gebouwen van de deelnemer : de leidingen en alle toestellen vereist voor de distri- butie en/of de zuivering van water en de infrastructuur, met het oog op elke vorm van gebruik ervan op haar grondgebied of op dat van om het even welke aangesloten deelnemer. Dezelfde inbreng gebeurt, binnen de per- ken van de wet, van de rechten van dezelfde aard die de deelnemers ten opzichte van de particuliere eigendom- men bezitten.
Elke deelnemer, aangesloten voor de distributieactiviteit en/of zuiveringsactiviteit geeft tevens aan de opdracht- houdende vereniging als opdracht de coördinatie van werken in en op het openbaar domein met het oog op het bereiken van een zo groot mogelijke synergie, minder hinder en veiligheid (‘synergiemanagement’). Hiervoor kun- nen de voor de coördinatie noodzakelijke netdata opgevraagd worden bij de netoperatoren actief op het open- baar domein.
De deelnemers zien ten algemene nutte af van hun recht van natrekking op de installaties die op hun domein zijn opgericht en die bestemd zijn voor de verwezenlijking van het doel van de opdrachthoudende vereniging.
De aanwending, door de opdrachthoudende vereniging of in haar opdracht, van de inbrengen bedoeld in de arti- kelen 11 en 14 alsmede van de inbreng bedoeld in het huidige artikel, kan meebrengen dat ten voordele van de deelnemers een vergoeding verschuldigd is in toepassing van een jaarlijks door de raad van bestuur vastgesteld reglement ‘minder hinder wegenis’. Een gemeentelijk retributiereglement met betrekking tot, zelfs deels, dezelfde materie sluit de toepassing van het intercommunaal reglement ‘minder hinder wegenis’ uit.
Kiest de deelnemer voor een gemeentelijk retributiereglement dan kunnen dezelfde inbrengen geen aanleiding geven tot enige vergoeding andere dan deze in de huidige statuten bepaald, of nog tot een retributie of tot een belasting, van welke aard ook, uitgaande van de deelnemer en ten laste van de opdrachthoudende vereniging, be- halve een retributie of een belasting die in rechtstreeks verband staat met het gebruik, door de opdrachthouden- de vereniging of in haar opdracht, van de wegenis en dit dan binnen een door de raad van bestuur goedgekeurd algemeen kader en mits de opname van de aan zulke belasting of retributie verbonden kosten in de door de op- drachthoudende vereniging aan te rekenen tarieven. In zulk een geval zal de opdrachthoudende vereniging aan de deelnemers alle informatie ter beschikking stellen noodzakelijk om zulke retributie of zulke belasting te kunnen heffen.
Door de opdrachthoudende vereniging te volbrengen of volbrachte verplaatsingen van installaties bedoeld in de artikelen 3.6 en 3.7 van deze statuten worden geacht te zijn bevolen door de deelnemer, behoudens wanneer de- ze verplaatsingen worden verricht op bevel of op vraag van een derde, mits vaststaat dat deze instaat voor de daaraan verbonden kosten.
Artikel 21 : Uittreding van een vennoot Zie titel X
Van de uittreding van een vennoot voor één of meerdere activiteiten wordt voorlopig akte genomen door de raad van bestuur en definitief door de eerstvolgende algemene vergadering.
Het besluit van de algemene vergadering is slechts geldig indien het werd genomen mits inachtname van de xxxx- xxxxxx van het artikel 8 van de wet van 22 december 1986.
Een uittreding kan in geen geval worden aanvaard indien dit voor gevolg heeft dat het aantal vennoten wordt terug- gebracht tot minder dan twee.
Het aangetekend bericht van uittreding heeft volle uitwerking de dag volgend op de ontvangst ervan door de inter- communale behalve voor wat betreft de toevoer- en distributieactiviteit.
De uittreding van een vennoot voor één of meerdere activiteiten gaat gepaard met de uittreding als een F-vennoot met betrekking tot de onderschreven F1-aandelen. Deze aandelen worden vernietigd en de waarde ervan wordt uit- betaald aan de vennoot
In geval van uittreding zal de uittredende vennoot recht hebben op de nominale waarde van zijn inbreng in speciën, vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt waarvan sprake in artikel 3.16. De overeenstemmende aandelen wor- den vernietigd. Indien het kapitaal niet volgestort werd, zal het terugbetaalde bedrag aan de uittredende vennoot be- perkt worden tot de fractie van volstorting. Het bedrag zal bovendien verminderd worden met de nog te vereffenen schulden, schadevergoedingen en andere verplichtingen van de uittredende vennoot.
De door de vennoten ingebrachte gebruiksrechten eindigen van rechtswege met de uittreding en de daarmede over- eenstemmende aandelen worden zonder meer vernietigd.
De door de vennoten ingebrachte bijkomende eigendomsrechten eindigen van rechtswege met de uittreding en de daarmede overeenstemmende aandelen worden zonder meer vernietigd.
De zo ingebrachte rechten keren aan boekwaarde en rekening houdende met de nog te lopen duurtijd van de in- tercommunale, mits betaling aan de intercommunale van het overeenstemmende bedrag, terug naar de vennoot, dit bij voorbaat op alle andere verrichtingen.
In geval van uittreding komen de installaties, die uitsluitend worden gebruikt voor de activiteit(en) waarvoor men wenst uit te treden, gelegen op het grondgebied van de vennoot die wenst uit te treden, waarvan de vennoot het gebruiksrecht heeft ingebracht, dan wel tevens bijkomende eigendomsrechten heeft ingebracht, en die voor het overige niet toebehoren aan de intercommunale, onvergoed toe aan deze vennoot.
Installaties op het grondgebied van de vennoot en waarvan de intercommunale de exclusieve eigenaar is, zijn door de vennoot verplicht over te nemen aan de boekwaarde, te bepalen door experts.
Deze experts moeten worden aangeduid binnen de twee maanden die volgen op de bekendmaking, per aangetekend schrijven aan de raad van bestuur, van het voornemen om uit te treden.
Wanneer een partij niet tijdig een expert heeft aangeduid, zal deze aanduiding worden gedaan door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waar de intercommunale haar zetel heeft, en dit op verzoek van de meest gerede partij.
Wanneer beide experts geen overeenstemming bereiken, duiden zij bij eensgezindheid een derde expert aan. Vanaf dat ogenblik vormen de experts een scheidsrechtelijk college in de zin van artikel 1676 Gerechtelijk Wetboek. Bestaat er geen eensgezindheid over deze aanduiding, dan wordt een derde expert aangeduid door de voorzitter van dezelfde rechtbank van Eerste Aanleg, met dezelfde gevolgen.
Installaties op het grondgebied van de vennoot die deels door de vennoot en deels door de intercommunale werden gefinancierd, zijn door de vennoot op dezelfde wijze verplicht over te nemen, waarbij de waarde geldt pro rata het fi- nancieringsdeel van elke partij.
Van de boekwaarde worden, eventuele aanvullingen opgenomen in de financieringsreglementen onverlet gelaten, in de beide voornoemde gevallen in mindering gebracht, waar van toepassing : de terzake ontvangen bedragen aan sub- sidies en/of ingevolge gebeurlijke tussenkomsten van de klanten, alsmede het specifiek aan de bedoelde installatie toewijsbaar deel van de gemeentelijke saneringsbijdrage (GSB) en de gemeentelijke saneringsvergoeding (GSV). Hetzelfde geldt, wat het eerste geval aangaat, voor de eventuele eigen bijdrage van de betrokken vennoot. Over de bestemming van de gemeenschappelijk, ten behoeve van verschillende vennoten, gebruikte installaties moet tussen de partijen een overeenkomst worden afgesloten zodanig dat de activiteit(en) voor alle vennoten die verder door de intercommunale zullen worden bediend niet in het gedrang kan (kunnen) komen. De experts waarvan sprake hiervoor bepalen de aard en de omvang van daarmede verband houdende werken, die door de intercommunale worden uitge- voerd op kosten van de uittredende vennoot.
In afwachting daarvan en in het kader van de continuïteit van de openbare dienst, verleent de uittredende vennoot aan de intercommunale het recht van vrije en kosteloze doorgang op haar grondgebied voor wat betreft de daar gele- gen installaties die nuttig of noodzakelijk zijn voor andere vennoten en/of voor derden.
De uittredende vennoot is eveneens gehouden tot het overnemen van alle rechten, lasten en verplichtingen van de in- tercommunale die verband houden met de activiteit op haar grondgebied.
Welkdanige BTW-herzieningen waartoe de uittreding ten nadele van de intercommunale aanleiding zou geven zijn ten laste van de uittredende vennoot.
Daarnaast is de uittredende vennoot, van rechtswege en zonder ingebrekestelling verplicht op haar uitsluitende kos- ten, de werken uit te voeren die voortvloeien uit haar uittreding, en die moeten gericht zijn op een scheiding van de gemeenschappelijke installaties. De aard van deze werken zal worden bepaald door de experts waarvan sprake hiervoor.
Blijft de uittredende vennoot in gebreke dan worden die werken door de intercommunale op kosten van de vennoot uitgevoerd.
De experts waarvan hiervoor sprake bepalen, volgens een dezelfde procedure, het deel van het personeel van de intercommunale dat de uittredende vennoot moet overnemen voor het uitbaten van de activiteit(en) waarvoor men wenst uit te treden. Dat personeel behoudt minstens dezelfde wedde, graad en rechten die het geniet op het moment dat de uittreding effectief is.
Wat betreft dat over te nemen personeel, neemt de uittredende vennoot, met betrekking tot de pensioenrechten, deze rechten ten laste voor de periode tijdens dewelke het personeelslid gewerkt heeft voor de intercommunale en/of van deze waarvan de intercommunale de rechten en verplichtingen heeft overgenomen à rato het aantal aandelen van de uittredende vennoot van de activiteit(en) waarvoor men wenst uit te treden gezien ten opzichte van het totaal uitgegeven aandelen van de activiteit(en) waarvoor men wenst uit te treden op het ogenblik waarop de relevante omstandigheid zich voordoet en voor de periode gedurende dewelke de uittredende vennoot voor de bedoelde activiteit effectief vennoot van de intercommunale is geweest, in die zin dat het financieel aandeel van een uittredende vennoot pro rata beperkt blijft tot de pensioenlasten van het overgedragen personeel die ont- staan zijn tijdens voornoemde periode.
Complementair hiermee wordt in voorkomend geval het bestaande en aan te houden pensioenfonds pro rata met het overgenomen personeel aan de uittredende vennoot overgedragen.
De experts waarvan hiervoor sprake, zullen, in geval van uittreding uit de toevoeractiviteit, ook het negatief effect van de uittreding valoriseren, inzonderheid (niet limitatief) op de lopende leveringscontracten voor water.
Artikel 22 : Verdere bepalingen inzake wijzigingen in het vennotenbestand en in het kapitaal
De vennoten zijn niet gerechtigd op hun aandelen terugnemingen te doen behalve de houders van de aandelen F2-, F3 en F4. De terugneming van laatst vermelde aandelen kan telkens in het boekjaar volgend op iedere periode van drie
(3) boekjaren vanaf de inbreng voor één vierde waarvoor ingetekend werd.
Ingevolge de bijzondere aard van de vennootschap kan een vennoot slechts worden uitgesloten wegens ernstige in- breuk op de statuten. De uitsluiting wordt op gemotiveerd voorstel van de raad van bestuur beslist door de algemene vergadering. De betrokken vennoot neemt niet deel aan de stemming.
Hij dient zes weken voor de algemene vergadering in kennis te zijn gesteld van het voorstel van de raad van bestuur, ten einde hem toe te laten zijn verweermiddelen te doen gelden, hetzij schriftelijk binnen één maand nadat een aan- getekende brief met het gemotiveerde voorstel tot uitsluiting is verstuurd, hetzij mondeling ter zitting van de algeme- ne vergadering.
De gevolgen van de uitsluiting worden gelijk gesteld met de gevolgen van de uittreding, met dien verstande dat de al- gemene vergadering beslist wanneer de uitsluiting effectief wordt.
Artikel 18 : Verdere bepalingen inzake wijzigingen in het vennotenbestand deelnemersbestand en in het kapi- taal
De deelnemers zijn niet gerechtigd op hun aandelen terugnemingen te doen behalve de houders van de aandelen F2- en F3. De terugneming van laatst vermelde aandelen kan telkens in het boekjaar volgend op iedere periode van drie
(3) boekjaren vanaf de inbreng voor één vierde waarvoor ingetekend werd.
Ingevolge de bijzondere aard van de vennootschap opdrachthoudende vereniging kan een deelnemer slechts worden uitgesloten wegens ernstige inbreuk op de statuten. De uitsluiting wordt op gemotiveerd voorstel van de raad van be- stuur beslist door de algemene vergadering. De betrokken deelnemer neemt niet deel aan de stemming.
Artikel 370 Wetboek van Vennootschappen is toepasselijk voor zover er in het huidig artikel ten gunste van de deel- nemer niet wordt van afgeweken.
De gevolgen van de uitsluiting worden gelijk gesteld met de gevolgen van de niet deelneming aan de verleging van de opdrachthoudende vereniging, met dien verstande dat de algemene vergadering beslist wanneer de uitsluiting effec- tief wordt.
Artikel 19 : Kapitaalsverhoging en kapitaalsvermindering
Het kapitaal van de opdrachthoudende vereniging is veranderlijk wat het bedrag betreft dat het vaste gedeelte te boven gaat. Dat gedeelte van het kapitaal varieert ingevolge de toetreding, uitbreiding of de uitsluiting van deel- nemers, van de kapitaalverhoging of de statutair toegelaten terugneming van of op de aandelen.
Daarvoor is geen wijziging van de statuten vereist.
De raad van bestuur kan besluiten tot een kapitaalvermindering in het variabel kapitaal mits de deelnemers gelijk worden behandeld.
De raad van bestuur kan eveneens een kapitaalsvermindering in het variabel kapitaal doorvoeren met het oog op het aanzuiveren van een geleden verlies of met het oog op het vormen van een reserve voor het dekken van een te voorzien verlies. Het kapitaal mag evenwel niet tot minder dan zijn vaste gedeelte worden teruggebracht.
III - RAAD VAN BESTUUR TITEL III : RAAD VAN BESTUUR
Artikel 23 : Samenstelling
De intercommunale wordt bestuurd door een raad van bestuur waarvan de leden op de hierna bepaalde wijze aange- steld worden door de algemene vergadering :
a) Acht (8) mandaten van bestuurder worden voorbehouden aan de houders van de T-aandelen als volgt :
- drie (3) mandaten voor Gent,
- één (1) mandaat voor Brugge,
- twee (2) mandaten voor de groep Aalst, Blankenberge, Oostende en Sint-Niklaas ,
- twee (2) mandaten voor de houders van de T-aandelen, maar verplicht toe te wijzen aan andere vennoten dan deze die reeds titularis zijn van een mandaat op basis van punt a), eerste tot en met derde gedachtenstreepje
b) De houders van D-, Z- en V-aandelen stellen hun vertegenwoordigers aan volgens een procedure die in artikel 38 wordt omschreven en dragen deze voor als kandidaat-bestuurder voor de regio waartoe ze behoren.
c) De houders van de SK- en S-aandelen stellen per volledige schijf van vijfenveertig (45) aandelen SK en S één (1) vertegenwoordiger uit het directiecomité voor secundaire diensten aan volgens een procedure die in artikel 42 wordt omschreven en dragen deze voor als kandidaat-bestuurder. Het aantal vertegenwoordigers bedraagt tenminste twee (2) en maximaal vier (4), de eventuele dubbelmandaten niet meegerekend.
d) De houders van de A-aandelen stellen per volledige schijf van vijfenveertig (45) aandelen A één (1) vertegen- woordiger uit het directiecomité voor aanvullende diensten aan volgens een procedure die in artikel 45 wordt omschreven en dragen deze voor als kandidaat-bestuurder. Het aantal vertegenwoordigers bedraagt tenminste twee (2) en maximaal vier (4), de eventuele dubbelmandaten niet meegerekend.
e) De raad van bestuur zal daarenboven worden aangevuld :
- met een lid, voorgedragen door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,
- met een lid, voorgedragen door de provincie Henegouwen,
- met een lid, voorgedragen door de provincie Oost-Vlaanderen,
- met een lid, voorgedragen door de provincie West-Vlaanderen,
- met een lid, voorgedragen door de provincie Vlaams-Brabant;
De bestuursorganen kunnen worden bijgewoond door waarnemers, hiertoe afgevaardigd door intercommunales of gemeentelijke samenwerkingsverbanden waarin de intercommunale een belang heeft. Hun aantal en hun rechten worden bepaald in een door de raad van bestuur vast te stellen huishoudelijk reglement.
Artikel 20 : Samenstelling
De opdrachthoudende vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur waarvan de leden op de hierna be- paalde wijze aangesteld worden door de algemene vergadering :
a) Acht (8) mandaten van bestuurder worden voorbehouden aan de houders van de T-aandelen als volgt :
− drie (3) mandaten voor Gent,
− één (1) mandaat voor Brugge,
− twee (2) mandaten voor de groep Aalst, Blankenberge, Oostende en Sint-Niklaas ,
− twee (2) mandaten voor de houders van de T-aandelen, maar verplicht toe te wijzen aan andere deel- nemers dan deze die reeds titularis zijn van een mandaat op basis van punt a), eerste tot en met derde gedachtenstreepje
b) De houders van D- en Z- aandelen stellen hun vertegenwoordigers in de raad van bestuur aan volgens een procedure die in artikel 33 wordt omschreven en dragen deze voor als kandidaat-bestuurders voor de regio waartoe ze behoren. Elke regio draagt drie bestuurders voor.
b)c) De raad van bestuur zal daarenboven worden aangevuld :
− met een lid, voorgedragen door de provincie Henegouwen
− met een lid, voorgedragen door de provincie Oost-Vlaanderen,
− met een lid, voorgedragen door de provincie West-Vlaanderen,
− met een lid, voorgedragen door de provincie Vlaams-Brabant;
Inzake de voordracht gelden volgende onverenigbaarheden :
a) De deelnemende gemeenten mogen geen kandidaat voordragen of benoemen die werknemer is van een niet-gemeentelijke deelnemer of er een mandaat waarneemt.
b) Een niet-gemeentelijk deelnemer kan geen kandidaat voordragen of benoemen die lid is van een gemeente- raad.
c) Onverminderd bovenstaande en andere wettelijke of decretale bepalingen die van toepassing zijn op de mandaten in een opdrachthoudende vereniging, bestaat er onverenigbaarheid tussen het mandaat van be- stuurder en de volgende ambten, functies of mandaten :
− lid van een regering, zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en gemeenschappen;
− lid van een wetgevende vergadering, zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en ge- meenschappen;
− lid van het Europees Parlement en van de Europese Commissie;
− provinciegouverneur of adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant;
− arrondissementscommissaris of adjunct-arrondissementscommissaris;
− provinciegriffier;
− lid van een bestuurs- of controleorgaan in of (al dan niet op rust gestelde) werknemer van een privaat- rechtelijke rechtspersoon die activiteiten uitoefent in dezelfde beleidsdomeinen als de opdrachthou- dende vereniging;
− behoudens wat bepaald is in artikel 48 van het Decreet , werknemer van een deelnemend openbaar bestuur, of van een administratie die is belast met hetzij de uitoefening van het gewoon toezicht op de lokale besturen, hetzij de uitoefening van een specifiek toezicht op grond van de doelstellingen van de opdrachthoudende vereniging.
Niemand kan door meer dan één deelnemer worden voorgedragen of benoemd, noch mandaten gelijktijdig uitoe- fenen in de uitvoerende organen van meer dan drie dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen. Deze bepaling geldt niet voor de deelnemende privaatrechtelijke rechtspersonen zolang zij deel kunnen blijven uitma- ken van de opdrachthoudende vereniging.
De benoeming van de bestuurders gebeurt bij geheime stemming.
Indien een voorgedragen kandidaat de gewone meerderheid van de stemmen in de schoot van de algemene ver- gadering niet bekomt, dan, is een nieuwe voordracht van een andere kandidaat vereist. De nieuwe kandidaat- bestuurder woont als waarnemer de vergaderingen van de raad van bestuur bij tot de eerstvolgende algemene vergaderingen waaraan de benoeming wordt voorgelegd.
Aan de vergaderingen van de raad van bestuur wordt deelgenomen door ten hoogste één rechtstreeks door de gemeente, vennoot van de distributie activiteit of zuiveringsactiviteit, aangeduide afgevaardigde als lid met raad- gevende stem, voor de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, en Vlaams-Brabant en Henegouwen. Dit gemeenteraadslid is verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burge- meester en schepenen of aangesteld is als voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Deze waarnemer per provincie wordt aangeduid door de gemeente wiens inwonersaantal het dichtst aan- sluit bij het gemiddelde van de inwonersaantallen van de deelnemers binnen de beschouwde provincie.
Artikel 24 : Bepalingen van de bestuurders
Tot de voor de aangesloten gemeenten voorbehouden ambten van bestuurder kunnen alleen worden aangesteld : gemeenteraadsleden, burgemeesters of schepenen.
De bestuurders en de waarnemers mogen geen statutair of contractueel personeelslid van de intercommunale zijn.
De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen van de intercommu- nale. Zij zijn slechts aansprakelijk voor de uitvoering van hun mandaat, ieder persoonlijk voor zichzelf en zonder enige hoofdelijkheid.
Artikel 21 : Bepalingen van de bestuurders
De bestuurders en de waarnemers mogen geen statutair of contractueel personeelslid van de opdrachthoudende ver- eniging zijn.
De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van de opdrachthoudende vereniging. Zij zijn overeenkomstig het gemeen recht verantwoordelijk voor de vervulling van de taak die hun is opgedragen en ze zijn slechts aansprakelijk voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur, ieder persoonlijk voor zich- zelf en zonder enige hoofdelijkheid.
Artikel 25 : Opvullen van vacante plaatsen
Ingeval er een plaats van bestuurder vacant wordt door overlijden, ontslag, of om een andere reden, zal de raad van bestuur met een verminderd aantal leden geldig zijn statutaire opdracht kunnen blijven uitoefenen tot op de eerstko- mende algemene vergadering, die in de vervanging zal voorzien volgens de procedure bepaald in artikel 23.
De raad van bestuur kan echter, zo hij het verkiest, zelf overgaan tot onmiddellijke en voorlopige aanvulling van zijn ledental, in afwachting van de definitieve aanstelling door de bovenvermelde algemene vergadering volgens de pro- cedure bepaald in artikel 23.
De invulling van een vacant mandaat vermeld onder artikel 23 b) tot en met d) gebeurt op voordracht van het betrok- ken directiecomité.
De bestuurders, aangesteld door de algemene vergadering ter aanvulling van de raad van bestuur, worden slechts aangesteld om het vrijgekomen mandaat te voleindigen.
Het ontslag van een bestuurder wordt bij aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van de raad van bestuur. De raad van bestuur neemt hiervan akte.
Artikel 22 : vacante mandaten
Xxxxxxx van vacature van een mandaat in de raad van bestuur, heeft deze het recht om hierin voorlopig te voor- zien, mits eerbiediging van de beginselen aangegeven in artikel 20 van onderhavige statuten. Bij haar eerstvolgen- de bijeenkomst gaat de algemene vergadering over tot een definitieve benoeming, op voorstel van de deelnemer die de bestuurder, wiens mandaat vacant werd, heeft voorgedragen. De aldus benoemde bestuurder voltooit het mandaat van zijn voorganger.
De invulling van een vacant mandaat vermeld onder artikel 20 b) gebeurt op voordracht van het betrokken regio- naal adviescomité.
Het ontslag van een bestuurder wordt bij aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van de raad van bestuur.
Artikel 26 : Aanstelling van de voorzitter en de ondervoorzitters
De raad van bestuur stelt onder zijn leden aan :
- een voorzitter,
- een ondervoorzitter voor toevoeraangelegenheden, behorend tot de vertegenwoordigers van de houders van T- aandelen in de raad van bestuur,
- een eerste, tweede en derde ondervoorzitter van domeindiensten, behorend tot de vertegenwoordigers van de D- Z- en V-aandelen,
- een ondervoorzitter voor aangelegenheden betreffende de secundaire diensten, behorend tot de vertegen- woordigers van de houders van SK- en S-aandelen,
- een ondervoorzitter voor aangelegenheden betreffende de aanvullende diensten, behorend tot de vertegen- woordigers van de houders van A-aandelen.
De voorzitter wordt verkozen via een stemming waaraan alle bestuurders deelnemen. De ondervoorzitters worden respectievelijk gekozen via een stemming waaraan alleen de bestuurders - vertegenwoordigers van de houders van aandelen van de activiteit die zij vertegenwoordigen - deelnemen.
Indien geen volstrekte meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen wordt behaald bij een eerste stem- ronde, wordt overgegaan tot een tweede stemronde, waarbij de betrekkelijke meerderheid volstaat. In geval van sta- king van stemmen in de tweede stemronde wordt de kandidaat met de meeste anciënniteit verkozen verklaard. De anciënniteit in de intercommunale wordt hierbij vastgesteld volgens de regels bepaald in artikel 48.
Artikel 23 : Aanstelling van de voorzitter en de ondervoorzitter(s)
De raad van bestuur stelt onder zijn leden aan :
▪ een voorzitter,
▪ een ondervoorzitter voor toevoeraangelegenheden, behorend tot de vertegenwoordigers van de houders van T-aandelen in de raad van bestuur,
▪ een eerste en tweede ondervoorzitter van domeindiensten, respectievelijk behorend tot de vertegenwoor- digers van de D- en Z- aandelen.
De voorzitter en de ondervoorzitters worden gekozen uit de leden, rechtstreeks of onrechtstreeks, voorgedragen door de deelnemende gemeenten, die tevens gemeenteraadslid zijn of burgemeester of schepen van een aange- sloten gemeente. Ze oefenen hun mandaat effectief uit.
De voorzitter wordt verkozen via een stemming waaraan alle bestuurders deelnemen. De ondervoorzitters worden respectievelijk gekozen via een stemming waaraan alleen de bestuurders -vertegenwoordigers van de houders van aandelen van de activiteit die zij vertegenwoordigen- deelnemen.
Indien geen volstrekte meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen wordt behaald bij een eerste stemronde, wordt overgegaan tot een tweede stemronde, waarbij de betrekkelijke meerderheid volstaat. In geval van staking van stemmen in de tweede stemronde wordt de kandidaat met de meeste anciënniteit verkozen ver- klaard. De anciënniteit in de opdrachthoudende vereniging wordt hierbij vastgesteld volgens de regels bepaald in artikel 38.
Artikel 27 : Voorzitterschap van de vergaderingen en dagelijks bestuur
De vergaderingen van de raad van bestuur worden voorgezeten door de voorzitter of één van de ondervoorzitters.
Bij afwezigheid van de voorzitter en van iedere ondervoorzitter wordt de vergadering van de raad van bestuur voorge- zeten door de aanwezige bestuurder met de meeste anciënniteit in de intercommunale, aangesteld op voordracht van de vennoten.
De anciënniteit in de intercommunale wordt hierbij vastgesteld volgens de regels bepaald in artikel 48.
De raad van bestuur kan het dagelijks bestuur van de intercommunale toevertrouwen aan een algemeen directeur, die geen lid mag zijn van de raad van bestuur, van het college van commissarissen, noch van enig directiecomité, en be- paalt zijn bevoegdheden.
De bescheiden terzake het dagelijks bestuur, waaronder de briefwisseling, worden rechtsgeldig ondertekend door de algemeen directeur of door een door hem daartoe gedelegeerd personeelslid van de intercommunale.
De algemeen directeur, of een daartoe door hem gedelegeerd personeelslid, woont de vergaderingen van alle be- stuurs- en controleorganen van de intercommunale bij.
De raad van bestuur stelt een secretaris, of in voorkomend geval een plaatsvervanger, aan en bepaalt de duur van zijn mandaat, dat hernieuwbaar is. Deze secretaris (of de plaatsvervanger) mag geen lid zijn van de raad van bestuur, van het college van commissarissen, noch van enig directiecomité.
Artikel 24 : Voorzitterschap, secretariaat van de vergaderingen en dagelijks bestuur
De vergaderingen van de raad van bestuur worden voorgezeten door de voorzitter of één van de ondervoorzitters.
Bij afwezigheid van de voorzitter en van iedere ondervoorzitter wordt de vergadering van de raad van bestuur voorge- zeten door de aanwezige bestuurder met de meeste anciënniteit in de opdrachthoudende vereniging, aangesteld op voordracht van de vennoten.
De anciënniteit in de opdrachthoudende vereniging wordt hierbij vastgesteld volgens de regels bepaald in artikel 38.
De raad van bestuur kan het dagelijks bestuur van opdrachthoudende vereniging toevertrouwen aan een algemeen di- recteur, die geen lid mag zijn van de raad van bestuur, van een adviescomité, noch van enig directiecomité, en be- paalt zijn bevoegdheden, de prerogatieven van het directiecomité onverlet gelaten.
De bescheiden ter zake het dagelijks bestuur, waaronder de briefwisseling, worden rechtsgeldig ondertekend door de algemeen directeur of door een door hem daartoe gedelegeerd personeelslid van de opdrachthoudende vereniging.
De algemeen directeur, of een daartoe door hem gedelegeerd personeelslid, woont de vergaderingen van alle be- stuurs-, advies- en controleorganen van de opdrachthoudende vereniging bij .
De raad van bestuur stelt een secretaris, of in voorkomend geval een plaatsvervanger, aan en bepaalt de duur van zijn mandaat, dat hernieuwbaar is. Deze secretaris (of de plaatsvervanger) mag geen lid zijn van de raad van bestuur, van een adviescomité, noch van het directiecomité.
Artikel 28 : Tijdelijke waarneming van het voorzitterschap
In geval van overlijden, ontslag of onbeschikbaarheid om een andere reden van de voorzitter, wordt het voorzitter- schap tijdelijk waargenomen door een bestuurder volgens dezelfde voorrangsregels als vermeld in artikel 27.
Artikel 25 : Tijdelijke waarneming van het voorzitterschap
In geval van overlijden, ontslag of onbeschikbaarheid om een andere reden van de voorzitter, wordt het voorzitter- schap tijdelijk waargenomen door een bestuurder volgens dezelfde voorrangsregels als vermeld in artikel 24.
Artikel 29 : Verbodsbepalingen m.b.t. de bestuurders
Het is aan elke bestuurder van de intercommunale verboden :
a) aanwezig te zijn bij een beraadslaging of besluit over zaken waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, of waarbij zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dit verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot de tweede graad, zo het gaat om voordrachten van kandida- ten, benoemingen, afzettingen en schorsingen ;
b) rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan overeenkomsten af te sluiten of afgesloten met de intercommu- nale ;
c) als advocaat, notaris of zaakwaarnemer op te treden in rechtsgedingen tegen de intercommunale ; het is hem ver- boden, in dezelfde hoedanigheid, ten behoeve van de intercommunale te pleiten, raad te geven of op te treden in enige betwisting, tenzij dit kosteloos gebeurt ;
d) op te treden als raadsman van een personeelslid in tuchtzaken.
Artikel 26 : Verbodsbepalingen met betrekking tot de bestuurders
Het is elke bestuurder van de opdrachthoudende vereniging verboden :
1. aanwezig te zijn bij een beraadslaging of besluit over zaken waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, of waar- bij zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dit verbod strekt niet verder dan bloed- en aanverwanten tot de tweede graad, zo het gaat om voordrachten van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen;
2. rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan overeenkomsten, af te sluiten of afgesloten met de op- drachthoudende vereniging;
3. als advocaat, notaris of zaakwaarnemer op te treden in rechtsgedingen tegen de opdrachthoudende xxxxxx- ging. Het is verboden, in dezelfde hoedanigheid, ten behoeve van de opdrachthoudende vereniging te pleiten, raad te geven of op te treden in enige betwisting, tenzij dit kosteloos gebeurt;
4. op te treden als raadsman van een personeelslid in tuchtzaken.
Artikel 30 : Bevoegdheden van de raad van bestuur
De raad van bestuur heeft de meest uitgebreide bevoegdheden tot het verrichten van alle daden van beheer of van beschikking die de intercommunale aanbelangen.
Zijn bevoegdheid strekt zich uit over al wat niet door de wet of door de statuten aan de algemene vergadering of de directiecomités voorbehouden wordt.
Hij kan zich, in de materies die hij vaststelt, laten bijstaan, waarvan hij de werking bepaalt in een afzonderlijk regle- ment.
De raad van bestuur bepaalt welke bevoegdheden hij delegeert aan zijn voorzitter, de algemeen directeur, het direc- tiecomité voor toevoeraangelegenheden, het regionale directiecomité voor domeindiensten, het directiecomité voor secundaire diensten en het directiecomité voor aanvullende diensten en dit onverminderd de toepassing van artikel 27, 36, 39, 41 en 44.
Buiten de gevallen van bijzondere bevoegdheidsdelegatie, die enkel door de raad van bestuur verleend kunnen wor- den, worden de handelingen die voor de intercommunale bindend zijn, daaronder begrepen de rechtsvorderingen, zowel als eiseres als als verweerster, geldig verricht door de voorzitter van de raad van bestuur of in voorkomend geval zijn plaatsvervanger, samen met de algemeen directeur, en bij diens ontstentenis, door een bestuurder of een perso- neelslid daartoe gedelegeerd door de raad van bestuur.
De raad van bestuur heeft het recht, in het algemeen belang maatregelen te nemen en voor te schrijven vereist om een einde te maken aan misbruiken of om het waterverbruik van de bediende vennoten te beperken.
De raad van bestuur bepaalt het tarief aan de eindklant, de drinkwaterprijs voor de vennoten die geen D-vennoot zijn en de prijs voor niet-drinkbaar water.
De raad van bestuur beslist inzake de statutaire aanwerving, de benoeming, de bevordering, de pensionering en het ontslag van alle werknemers, en stelt hun statuut vast.
De raad van bestuur kan zijn werking nader bepalen in een huishoudelijk reglement.
Artikel 27 : Bevoegdheden en aansprakelijkheid van de raad van bestuur
De raad van bestuur heeft de meest uitgebreide bevoegdheden tot het verrichten van alle daden van beheer of van beschikking die de opdrachthoudende vereniging aanbelangen.
Zijn bevoegdheid strekt zich uit over al wat niet door de wet of door de statuten aan de algemene vergadering, de regionale adviescomités of het directiecomité voorbehouden wordt.
Hij kan zich, in de materies die hij vaststelt, laten bijstaan.
De raad van bestuur bepaalt welke bevoegdheden hij delegeert aan zijn voorzitter, de algemeen directeur, de re- gionale adviescomités en het directiecomité, en dit onverminderd de toepassing van artikelen 34 en 36.
Buiten de gevallen van bijzondere bevoegdheidsdelegaties, die enkel door de raad van bestuur verleend kunnen wor- den, worden de handelingen die voor de opdrachthoudende vereniging bindend zijn, daaronder begrepen de rechts- vorderingen, zowel als eiseres als verweerster, geldig verricht door de voorzitter van de raad van bestuur of in voor- komend geval zijn plaatsvervanger, samen met de algemeen directeur, en bij diens ontstentenis, door een bestuurder of een personeelslid daartoe gedelegeerd door de raad van bestuur.
De raad van bestuur heeft het recht, in het algemeen belang maatregelen te nemen en voor te schrijven vereist om een einde te maken aan misbruiken of om het waterverbruik van de bediende deelnemers te beperken.
De raad van bestuur bepaalt het tarief aan de eindklant, de drinkwaterprijs voor de deelnemers die geen D- deelnemer zijn en de prijs voor niet-drinkbaar water.
De raad van bestuur beslist inzake de statutaire aanwerving, de benoeming, de bevordering, de pensionering en het ontslag van alle werknemers, en stelt hun statuut vast.
De werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden neergeschreven in een bij de statuten gevoegd huis- houdelijk reglement.
Artikel 31 : Samenroeping van de raad van bestuur
De raad van bestuur vergadert op uitnodiging van zijn voorzitter of, bij diens ontstentenis, op uitnodiging van één van de ondervoorzitters.
Op vraag van meer dan de helft van de leden van een groep waarvan sprake in artikel 23 a), 23 b), 23 c) en 23 d) van onderhavige statuten, is de voorzitter of, bij diens ontstentenis, één van de ondervoorzitters, ertoe gehouden de raad binnen de 14 dagen in vergadering bijeen te roepen. Weigert de voorzitter de raad bijeen te roepen of is hij belet zulks te doen, dan kan de raad worden bijeengeroepen op uitnodiging van één van de ondervoorzitters, van twee bestuur- ders of van het college van commissarissen.
Behoudens gevallen van hoogdringendheid, worden de oproepingen gedaan tenminste zeven dagen voor de datum van de in het vooruitzicht gestelde bijeenkomst; zij vermelden de agenda.
Artikel 28 : Samenroeping van de raad van bestuur
De raad van bestuur vergadert op uitnodiging van zijn voorzitter of, bij diens ontstentenis, op uitnodiging van één van de ondervoorzitters.
Op vraag van meer dan de helft van de leden van een groep waarvan sprake in artikel 20 van onderhavige statu- ten, is de voorzitter of, bij diens ontstentenis, één van de ondervoorzitters, ertoe gehouden de raad binnen de 14 dagen in vergadering bijeen te roepen. Weigert de voorzitter de raad bijeen te roepen of is hij belet zulks te doen, dan kan de raad worden bijeengeroepen op uitnodiging van één van de ondervoorzitters of van drie bestuurders, één uit elke groep.
Behoudens gevallen van hoogdringendheid, worden de oproepingen gedaan tenminste zeven dagen voor de da- tum van de in het vooruitzicht gestelde bijeenkomst; zij vermelden de agenda.
Artikel 32 : Geldige beraadslaging door de raad van bestuur
Onverminderd de toepassing van artikel 11 van de wet van 22 december 1986 kan de raad van bestuur alleen dan gel- dig beraadslagen en besluiten wanneer tenminste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
De bestuurders kunnen een volmacht geven aan een andere bestuurder. Een bestuurder mag niet meer dan één vol- macht dragen. De volmacht mag enkel gegeven worden voor een welbepaalde, enkele vergadering.
Bereikt de raad van bestuur niet het quorum om te kunnen beraadslagen of en besluiten, dan wordt hij binnen de veertien dagen een tweede maal opgeroepen en kan hij, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde be- stuurders, en onverminderd de toepassing van artikel 11 van de wet van 22 december 1986, geldig beraadslagen en besluiten over de punten die voor de tweede maal op de agenda werden ingeschreven. De oproepingsbrief voor deze bijeenkomst vermeldt de onderhavige bepalingen.
De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar, behoudens wanneer de betrokkene in tuchtzaken erom verzoekt.
Artikel 29: Geldige beraadslaging door de raad van bestuur
De raad van bestuur kan alleen dan geldig beraadslagen en besluiten wanneer tenminste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zowel globaal al wat betreft de bestuurders uit de groep van de deelnemende ge- meenten.
De bestuurders kunnen een volmacht geven aan een andere bestuurder, behorende tot dezelfde groep. Een be- stuurder mag niet meer dan één volmacht dragen. De volmacht mag enkel gegeven worden voor een welbepaal- de, enkele vergadering.
Bereikt de raad van bestuur niet het quorum om te kunnen beraadslagen en/of te besluiten, dan wordt hij binnen de veertien dagen een tweede maal opgeroepen en kan hij, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders, geldig beraadslagen en besluiten over de punten die voor de tweede maal op de agenda werden in- geschreven. De oproepingsbrief voor deze bijeenkomst vermeldt de onderhavige bepalingen.
De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar, behoudens wanneer de betrokkene in tuchtzaken erom verzoekt.
Artikel 33 : Geldige beslissingen door de raad van bestuur
Een besluit van de raad van bestuur is slechts geldig wanneer het genomen wordt met zowel de gewone meerderheid van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders als met de meerderheid van stemmen van de bestuurders verkozen op voordracht van vennoten. Bij een staking van stemmen is een voorstel verworpen.
De notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur worden ondertekend door de bestuurder die de bijeen- komst heeft voorgezeten, evenals door een andere bestuurder.
De gelijkluidende afschriften en de gelijkluidende uittreksels worden ondertekend door de secretaris van de raad van bestuur of zijn plaatsvervanger.
Artikel 30: Geldige beslissingen door de raad van bestuur
Iedere bestuurder heeft recht op één stem.
Een besluit is slechts geldig, indien het genomen wordt met de meerderheid van de stemmen der aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders als met de meerderheid van de stemmen der bestuurders verkozen op voor- dracht van de deelnemende gemeenten. De onthoudingen worden niet in aanmerking genomen voor het bereke- nen van de voornoemde meerderheid. Bij staking van stemmen is een voorstel verworpen.
De notulen van de bijeenkomsten van de raad van bestuur worden opgenomen in een speciaal register en onder- tekend door de bestuurder die de bijeenkomst voorzit, evenals door een andere bestuurder.
Een afschrift van het notulenontwerp wordt, binnen de dertig dagen volgend op de bedoelde bijeenkomst van de raad van bestuur, overgemaakt aan de bestuurders.
Een lijst met een beknopte omschrijving van de omschrijving van de besluiten wordt binnen twintig dagen na het nemen van het besluit verzonden aan de Vlaamse Regering. Vanaf de dag van verzending aan de Vlaamse Rege- ring wordt de lijst gedurende twintig dagen ter inzage gelegd van het publiek. Dezelfde lijst wordt gepubliceerd op de website van de opdrachthoudende vereniging.
In het kader van bijzondere rapportering zoals enerzijds de besluiten van de vereniging betreffende de rechtspositieregeling van het personeel bedoeld in artikel 69 van het decreet en anderzijds van de voorstellen van de raad van bestuur van de ver- eniging in verband met het saneringsplan bedoeld in artikel 68 van het decreet, worden binnen twintig dagen na het nemen van het besluit aan de Vlaamse regering een afschrift verzonden.
De afschriften en uittreksels van de notulen van de raad van bestuur worden door de secretaris, of door twee be- stuurders voor gelijkluidend ondertekend.
De gedetailleerde notulen van de raad van bestuur met bijgevoegd het stemgedrag van de individuele leden en al- le documenten waar in de notulen naar verwezen wordt, liggen ter inzage van de gemeenteraadsleden op het se- cretariaat van de deelnemende gemeenten.
Op verzoek van een raadslid kan het deelnemende bestuur vragen om de notulen en alle stukken waarnaar in de notulen wordt verwezen, elektronisch ter beschikking te stellen. De opdrachthoudende vereniging dient de ge- vraagde stukken elektronisch ter beschikking te stellen aan het deelnemende bestuur. Het deelnemende bestuur kan ze vervolgens aan het raadslid bezorgen.
Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de raadslieden wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek. (artikel 52, derde lid van het decreet).
IV - COLLEGE VAN COMMISSARISSEN EN COMMISSARISSEN (LID IBR)
Artikel 34 : Samenstelling en bevoegdheden
Artikel 31 : Commissaris
TITEL IV : COMMISSARIS (LID IBR)
Het toezicht op de intercommunale wordt uitgeoefend door het college van commissarissen en door één of meer- dere commissarissen, die de hoedanigheid van lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren (IBR) moeten hebben en door de algemene vergadering afzonderlijk dienen te worden aangesteld op voordracht van de raad van bestuur. Op deze commissarissen (lid IBR) zijn de desbetreffende bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen van toepassing. Alle commissarissen worden aangesteld door de algemene vergadering.
Het college van commissarissen wordt op de hierna volgende wijze samengesteld :
één (1) mandaat per regio en één (1) mandaat per activiteit.
De voorgedragen kandidaten mogen geen statutair of contractueel personeelslid zijn van de intercommunale noch lid zijn van de raad van bestuur of van de directiecomités.
Het college van commissarissen kan daarenboven worden aangevuld met vertegenwoordigers van andere waterleve- ringsmaatschappijen waarmee de intercommunale commerciële banden heeft, mits dit gebeurt op basis van wederke- righeid. Hun aantal en hun rechten worden bepaald in een door de raad van bestuur vast te stellen huishoudelijk re- glement.
De commissarissen mogen inzage nemen, doch zonder ze te verplaatsen, van de boeken, de briefwisseling en de notu- len en, in het algemeen, van alle geschriften van de intercommunale.
Elk jaar brengen de commissarissen (lid IBR) en het college van commissarissen aan de algemene vergadering afzon- derlijk verslag uit betreffende de vervulling van hun opdracht.
De commissarissen gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen van de inter- communale. Zij zijn slechts aansprakelijk voor de uitvoering van hun mandaat, ieder persoonlijk voor zichzelf en zon- der enige hoofdelijkheid.
De verrichtingen van de opdrachthoudende vereniging staan onder het toezicht van een commissaris of meerdere commissarissen aangeduid in de hoedanigheid van lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren en alle wetsbepa- lingen die zijn (hun) ambt en bevoegdheden regelen, zijn van toepassing.
De algemene vergadering benoemt de commissarissen. Het mandaat heeft een looptijd van drie jaar.
De commissarissen hebben een onbeperkt recht van toezicht en controle op de financiële toestand, op de jaarre- kening en op de regelmatigheid, vanuit wettelijk oogpunt, van de verrichtingen weer te geven in de jaarrekening van de opdrachthoudende vereniging.
Zij mogen inzage nemen, zonder ze te verplaatsen, van de boeken, de brieven, de notulen en, in het algemeen, van alle geschriften van de opdrachthoudende vereniging.
Elk jaar brengen de commissarissen verslag uit aan de algemene vergadering betreffende de uitoefening van zijn opdracht. Zij vermelden hun vaststellingen en spreken zich uit, onder meer, over het feit dat de verrichtingen weergegeven door de boekhouding in overeenstemming zijn met de wet en de statuten van de opdrachthoudende vereniging.
Artikel 35 : Aanstelling van de voorzitter en de ondervoorzitter, werking
Het college van commissarissen stelt, volgens de modaliteiten zoals in artikel 26 vermeld voor de raad van bestuur, onder zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter aan. Deze moeten de titularissen zijn van de mandaten van commissaris die voorbehouden zijn aan de houders van T-, D-, Z-, V-, SK-, S-, A- of F-aandelen, maar mogen niet beho- ren tot de titularissen van de mandaten die voorbehouden zijn aan de houders van één en dezelfde soort aandelen.
Het college van commissarissen stelt eveneens een secretaris aan, of in voorkomend geval een plaatsvervanger en be- paalt de duur van zijn mandaat, dat hernieuwbaar is. Deze secretaris (of de plaatsvervanger) mag geen lid zijn van de raad van bestuur, van het college van commissarissen, noch van enig directiecomité.
De overige werkingsmodaliteiten voor de raad van bestuur, zoals voorzien in artikelen 26 tot 28 en 31 tot 33 van on- derhavige statuten, zijn, in voorkomend geval, van toepassing op het college van commissarissen.
Het college van commissarissen kan zijn werking nader bepalen in een huishoudelijk reglement.
V - DIRECTIECOMITÉ VOOR TOEVOERAANGELEGENHEDEN
Artikel 36 : Samenstelling en bevoegdheden
Conform artikel 30 wordt een directiecomité voor toevoeraangelegenheden opgericht, dat verantwoordelijk is voor de toevoeractiviteit, daarin begrepen de aankoop bij derden, de toevoer en de verkoop van water aan de vennoten en aan andere watervoorzieningsmaatschappijen en –diensten, voor de activiteiten inzake niet-drinkwater evenals voor de bedrijfsinstallaties.
Meer bepaald heeft het directiecomité voor toevoeraangelegenheden de bevoegdheid inzake :
- de onderhoudswerken aan bestaande toevoerinfrastructuur ;
- de aanpassingswerken aan bestaande toevoerinfrastructuur ;
- alle aangelegenheden die met niet-drinkbaar water te maken hebben, met uitzondering van deze die behoren tot de specifieke bevoegdheid van de andere directiecomités en de algemene bevoegdheid van de raad van bestuur ;
- de levering van drinkwater aan de toevoervennoten, die geen distributievennoot zijn ;
- de onderhouds- en aanpassingswerken aan bedrijfsinstallaties.
Daarnaast moet het betrokken directiecomité door de raad van bestuur gehoord worden inzake :
- personeelsaangelegenheden met betrekking tot de toevoeractiviteit ;
- de winnings- en aankooppolitiek van water.
Tenslotte kan de raad van bestuur bijkomende bevoegdheden inzake de toevoer delegeren of adviesrecht toekennen aan dit directiecomité.
Dit directiecomité brengt verslag uit over zijn activiteiten, beraadslagingen en besluiten aan de raad van bestuur, die deze in voorkomend geval bekrachtigt.
Het directiecomité bestaat uit vier (4) leden : de voorzitter van de raad van bestuur, de ondervoorzitter van de raad van bestuur die werd aangesteld op voordracht van de houders van de T-aandelen en twee (2) leden, uit hun midden aangesteld door de T-bestuurders in de raad van bestuur.
Dit directiecomité wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur, of bij diens afwezigheid, in volgorde, door de ondervoorzitter en door de andere leden volgens hun anciënniteit in de intercommunale. De anciënniteit in de intercommunale wordt hierbij vastgesteld volgens de regels bepaald in artikel 48.
Het directiecomité voor toevoeraangelegenheden kan alleen geldig beraadslagen en/of besluiten wanneer ten minste de helft van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is.
De leden kunnen elkaar volmacht geven. Een lid mag slechts drager zijn van één volmacht. De volmacht mag enkel gegeven worden voor een welbepaalde, enkele vergadering.
Het directiecomité stelt een secretaris aan, of in voorkomend geval een plaatsvervanger en bepaalt de duur van zijn mandaat, dat hernieuwbaar is. Deze secretaris (of de plaatsvervanger) mag geen lid zijn van de raad van bestuur, van het college van commissarissen, noch van enig directiecomité.
VI - REGIONALE DIRECTIECOMITÉS VOOR DOMEINDIENSTEN
Artikel 37 : Samenstelling
Voor elke regio wordt een regionaal directiecomité voor domeindiensten opgericht, waarvan de leden voorgedragen worden door de vennoten van de betrokken regio volgens de hierna vermelde statutaire bepalingen :
Elke vennoot draagt minstens één lid van het regionaal directiecomité voor overeenkomstig volgende berekening :
a. Voor gemeenten of vennoten met een inwonersaantal geldt de volgende regeling :
Per volledige schijf van veertigduizend (40.000) wordt één (1) vertegenwoordiger toegevoegd met een maximum van drie (3).
Indien slechts voor één van de activiteiten distributie, zuivering of wegenis wordt deelgenomen, wordt het aantal leden verminderd met één (1).
Indien voor de activiteiten distributie, zuivering en wegenis wordt deelgenomen, wordt het aantal leden verhoogd met één (1).
Vennoten die niet door een inwonersaantal kunnen gekenmerkt worden, dragen één (1) lid voor. Zodra zij deelne- men aan tenminste drie (3) activiteiten wordt het aantal op twee (2) gebracht.
b. Voor vennoten die een vereniging van gemeenten zijn, gebeurt de berekening vermeld onder a per individuele vennoot van deze vereniging van gemeenten.
c. Indien een vennoot dit is voor verschillende geografische gehelen, dan wordt het inwonersaantal genomen van de divisie waarvoor men vennoot is met het grootste geografische geheel.
De leden van de regionale directiecomités worden aangesteld door de algemene vergadering. De leden mogen geen statutair of contractueel personeelslid zijn van de intercommunale.
De voordrachten moeten aan de raad van bestuur worden bekend gemaakt uiterlijk tien (10) kalenderdagen vooraf- gaand aan de algemene vergadering die over de aanstellingen te beslissen heeft. De raad van bestuur kan evenwel, bij beslissing die voor alle vennoten gelijk geldt, van deze termijn afwijken.
Ingeval van vacature van een mandaat in een regionaal directiecomité heeft de betrokken vennoot waarvan het man- daat vacant is, het recht om een nieuw lid voor te dragen. Het betrokken regionaal directiecomité kan het voorgedra- gen nieuw lid voorlopig aanvaarden in afwachting van de definitieve aanstelling door de eerstvolgende algemene ver- gadering. Het aldus aangestelde lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Deze bepaling geldt eveneens wanneer door toetreding of door uitbreiding van zijn aantal aandelen een vennoot recht heeft op een nieuw of op een bijkomend mandaat.
TITEL V : REGIONALE ADVIESCOMITÉS VOOR DOMEINDIENSTEN
Artikel 32 : Samenstelling
Voor elke regio wordt een regionaal adviescomité voor domeindiensten opgericht, waarvan de leden voorgedra- gen worden door de deelnemers van de betrokken regio volgens de hierna vermelde statutaire bepalingen:
Elke deelnemer draagt minstens één lid van het regionaal adviescomité voor overeenkomstig volgende berekening
a. Voor gemeenten of deelnemers met een inwonersaantal geldt de volgende regeling:
Per volledige schijf van veertigduizend (40.000) wordt één (1) vertegenwoordiger toegevoegd met een maxi- mum van drie (3).
Indien slechts voor één van de activiteiten distributie of zuivering wordt deelgenomen, wordt het aantal leden verminderd met één (1).
Deelnemers die niet door een inwonersaantal kunnen gekenmerkt worden, dragen één (1) lid voor.
b. Voor deelnemers die een vereniging van gemeenten zijn, gebeurt de berekening vermeld onder a per individue- le deelnemer van deze vereniging van gemeenten.
c. Indien een deelnemer dit is voor verschillende geografische gehelen, dan wordt het inwonersaantal genomen van de divisie waarvoor men deelnemer is met het grootste geografische geheel.
De leden van de regionale adviescomités worden aangesteld door de algemene vergadering.
De leden mogen geen statutair of contractueel personeelslid zijn van de opdrachthoudende vereniging.
De voordrachten moeten aan de raad van bestuur worden bekend gemaakt uiterlijk tien (10) kalenderdagen voor- afgaand aan de algemene vergadering die over de aanstellingen te beslissen heeft. De raad van bestuur kan even- wel, bij beslissing die voor alle deelnemers gelijk geldt, van deze termijn afwijken.
Xxxxxxx van vacature van een mandaat in een regionaal adviescomité heeft de betrokken deelnemer waarvan het mandaat vacant is, het recht om een nieuw lid voor te dragen. Het betrokken regionaal adviescomité kan het voorgedragen nieuw lid voorlopig aanvaarden in afwachting van de definitieve aanstelling door de eerstvolgende algemene vergadering. Het aldus aangestelde lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Deze bepaling geldt eveneens wanneer door toetreding of door uitbreiding van zijn aantal aandelen een deelne- mer recht heeft op een nieuw of op een bijkomend mandaat.
Artikel 38 : Aanstelling van de leden, van de voorzitter en de ondervoorzitters van de regionale directiecomi- tés voor domeindiensten
Onmiddellijk na het sluiten van de jaarvergadering die volgt op de vernieuwing van de gemeenteraden en waardoor al- le mandaten vervallen in toepassing van artikel 47, vierde alinea, zal de algemene vergadering in buitengewone zitting vergaderen.
De buitengewone algemene vergadering bekrachtigt de regelmatige voordrachten bedoeld in artikel 37.
Tijdens een daaropvolgende schorsing van de zitting van de buitengewone algemene vergadering, worden voor elk nieuw gevormd regionaal directiecomité voor domeindiensten de kandidaten voorgedragen van bestuurder waarop zij recht hebben, met name twee (2) mandaten. Indien het aantal inwoners van een regio minder is dan zestigduizend (60.000) is en/of slechts één van de activiteiten distributie, zuivering en wegenis vertegenwoordigt, wordt één (1) kan- didaat van bestuurder minder voorgedragen.
Iedere vertegenwoordiger heeft daarbij recht op één stem.
De beide aldus aangestelde kandidaten mogen niet behoren tot de vertegenwoordigers van één en dezelfde vennoot.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 23 b) zullen de kandidaten, na de herneming van de buitengewone alge- mene vergadering, aan haar worden voorgedragen als vertegenwoordiger van de houders van de D-, Z-, en V-aandelen in de raad van bestuur.
Bij hun aanstelling worden deze leden van de raad van bestuur voorzitter en desgevallend ondervoorzitter van het re- gionaal directiecomité voor domeindiensten dat hen heeft voorgedragen.
Dezelfde procedure wordt gevolgd wanneer het mandaat van de aangestelde voorzitter of ondervoorzitter vroegtijdig eindigt, met dien verstande dat de voorgedragen kandidaat door de raad van bestuur voorlopig wordt aangesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 25.
Elk comité stelt eveneens een secretaris of in voorkomend geval een plaatsvervanger aan en bepaalt de duur van zijn mandaat, dat hernieuwbaar is. Deze secretaris (of de plaatsvervanger) mag geen lid zijn van de raad van bestuur, van het college van commissarissen, noch van enig directiecomité.
Ten titel van overgangsbepaling geschieden de in dit artikel bedoelde werkzaamheden voor de eerste maal binnen de drie maanden nadat de raad van bestuur heeft beslist aangaande de oprichting van een regio terzake domeindiensten.
Artikel 33 : Aanstelling van de leden, van de voorzitter en de ondervoorzitters van de regionale adviescomi- tés voor domeindiensten
Onmiddellijk na het sluiten van de jaarvergadering die volgt op de vernieuwing van de gemeenteraden en waar- door alle mandaten vervallen in toepassing van artikel 37, zal de algemene vergadering in buitengewone zitting vergaderen.
De buitengewone algemene vergadering bekrachtigt de regelmatige voordrachten bedoeld in artikel 32.
Tijdens een daaropvolgende schorsing van de zitting van de buitengewone algemene vergadering, worden voor elk nieuw gevormd regionaal adviescomité voor domeindiensten de kandidaten voorgedragen van bestuurder waarop zij recht hebben, met name twee drie (3) mandaten.
Iedere vertegenwoordiger heeft daarbij recht op één stem.
De beide aldus aangestelde kandidaten mogen niet behoren tot de vertegenwoordigers van één en dezelfde deel- nemers.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 20 b) zullen de kandidaten, na de herneming van de buitengewone al- gemene vergadering, aan haar worden voorgedragen als vertegenwoordiger van de houders van de D- en Z- aandelen in de raad van bestuur.
Bij hun aanstelling worden deze leden van de raad van bestuur voorzitter en desgevallend ondervoorzitter van het regionaal adviescomité voor domeindiensten dat hen heeft voorgedragen.
De voorzitter en desgevallend de ondervoorzitter zijn verplicht leden voorgedragen door de deelnemende ge- meenten, die tevens gemeenteraadslid zijn of burgemeester of schepen van een aangesloten gemeente. Ze oefe- nen hun mandaat effectief uit.
Dezelfde procedure wordt gevolgd wanneer het mandaat van de aangestelde voorzitter of ondervoorzitter(s) vroegtijdig eindigt, met dien verstande dat de voorgedragen kandidaat door de raad van bestuur voorlopig wordt aangesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 22.
Elk comité stelt eveneens een secretaris of in voorkomend geval een plaatsvervanger aan en bepaalt de duur van zijn mandaat, dat hernieuwbaar is. Deze secretaris (of de plaatsvervanger) mag geen lid zijn van de raad van be- stuur, noch van enig adviescomité of het directiecomité.
Ten titel van overgangsbepaling geschieden de in dit artikel bedoelde werkzaamheden voor de eerste maal binnen de drie maanden nadat de raad van bestuur heeft beslist aangaande de oprichting van een regio ter zake domein- diensten.
Artikel 34 : Bevoegdheden van de regionale adviescomités voor domeindiensten
Artikel 39 : Bevoegdheden van de regionale directiecomités voor domeindiensten
De regionale directiecomités voor domeindiensten zijn verantwoordelijk voor de dienstverlening inzake de distributie- activiteit, de zuiveringsactiviteit en de wegenisactiviteit en dit in de ruimste betekenis van het woord, aan de klanten op het grondgebied van de regio.
Meer bepaald heeft elk regionaal directiecomité voor domeindiensten de bevoegdheid, voor wat zijn respectievelijke regio betreft, inzake :
- de investeringen in nieuwe distributie-, zuiverings- en wegenis-installaties, de noodzakelijke, parallelle goedkeuring van de voorgestelde projecten door de betrokken venno(o)t(en) onverlet gelaten ;
- de onderhoudswerken aan bestaande distributie-, zuiverings- en wegenisinstallaties ;
- de aanpassingswerken aan bestaande distributie-, zuiverings- en wegenisinstallaties ;
- de transferten, mits parallelle goedkeuring van de betrokken venno(o)t(en) tussen het zuiveringsinvesteringsfonds en het exploitatiefonds voor zuiveringsactiviteit enerzijds en tussen het wegenisinvesteringsfonds en het exploitatie- fonds voor wegenisactiviteit anderzijds, onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten bepaald in het financie- ringsreglement ;
- de aanbestedingen en de wijze van gunning ;
- reglementen die enkel betrekking hebben op de vennoten van de regio en geen invloed hebben op de verhoudingen tussen de intercommunale en derden ;
- het aanwenden van de regionale budgetten inzake promotie ;
- de tussenkomsten van het Solidariteitsfonds- en/of Drinkwaterhulpfonds.
De beslissingen van een regionaal directiecomité voor domeindiensten inzake investeringen in nieuwe installaties kunnen slechts ten uitvoer worden gelegd mits voorafgaand bindend advies van de betrokken vennoot of vennoten. De raad van bestuur bepaalt de wijze waarop dat advies uit te brengen is of, bij uitblijven ervan, geacht wordt positief te zijn.
Daarnaast moet het betrokken regionaal directiecomité door de raad van bestuur gehoord worden inzake :
- personeelskader en werkorganisatie met betrekking tot de domeindiensten binnen de betrokken regio ;
- wijzigingen met betrekking tot de bedrijfsinstallaties binnen de betrokken regio ;
- de tarieven ;
- reglementen, inzonderheid de financieringsreglementen, leverings- en aansluitingsvoorwaarden en technische en commerciële voorwaarden.
Tenslotte kan de raad van bestuur bijkomende bevoegdheden inzake de domeindiensten delegeren of adviesrecht toekennen aan de regionale directiecomités.
De regionale directiecomités brengen verslag uit over hun activiteiten, beraadslagingen en besluiten aan de raad van bestuur, die deze in voorkomend geval bekrachtigt. Indien de verschillende regionale directiecomités uiteenlopende of tegenstrijdige adviezen uitbrengen of beslissingen nemen, kan de voorzitter van de raad van bestuur hen verzoeken hun standpunten op elkaar af te stemmen. Daartoe zullen de voorzitters en de ondervoorzitters van de regionale di- rectiecomités samenkomen onder het voorzitterschap van de voorzitter van de raad van bestuur, en in aanwezigheid van de algemeen directeur van de intercommunale en de secretaris van de raad van bestuur.
De regionale adviescomités voor domeindiensten zijn verantwoordelijk voor de dienstverlening inzake de distribu- tieactiviteit en de zuiveringsactiviteit en dit in de ruimste betekenis van het woord, aan de klanten op het grond- gebied van de regio.
De verplichte en bindende adviezen van de adviescomités betreffen de investeringen, onderhoudswerken en aan- passingswerken, binnen door de raad van bestuur te bepalen budgetgrenzen, en de daarmee gepaard gaande aanbestedingen en gunningen.
Hetzelfde geldtDaarnaast zijn tevensvoor de reglementen die enkel betrekking hebben op de deelnemers van de regio en geen invloed hebben op de verhoudingen tussen de opdrachthoudende vereniging en derden en het aanwenden van de regionale budgetten inzake promotie aan de orde.
Ook de tussenkomsten van het Solidariteitsfonds en/of het Drinkwaterhulpfonds worden aan het bindend advies onderworpen.
Daarnaast Bovendien verleent het betrokken regionaal adviescomité niet-bindend advies inzake wijzigingen m.b.t. de bedrijfsinstallaties, de tarieven en de reglementen, inzonderheid de financieringsreglementen, leverings- en aansluitingsvoorwaarden en technische en commerciële voorwaarden.
De bindende adviezen van een regionaal adviescomité voor domeindiensten inzake investeringen in nieuwe in- stallaties kunnen slechts ten uitvoer worden gelegd mits voorafgaand tweede bindend advies van de betrokken deelnemer of deelnemers. De raad van bestuur bepaalt de wijze waarop deze adviezen uit te brengen is of, bij uit- blijven ervan, geacht wordt positief te zijn.
Tenslotte kan de raad van bestuur bijkomende bevoegdheden inzake de domeindiensten delegeren of adviesrecht toekennen aan de regionale adviescomités.
Artikel 40 : Samenroeping en werking van de regionale directiecomités voor domeindiensten
De regionale directiecomités kunnen alleen geldig beraadslagen en besluiten wanneer tenminste de helft van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is.
De leden kunnen elkaar volmacht geven. Een lid mag niet meer dan één volmacht dragen. De volmacht mag enkel gegeven worden voor een welbepaalde, enkele vergadering.
Bereiken de regionale directiecomités niet het quorum om te kunnen beraadslagen of besluiten, dan wordt binnen de veertien dagen een nieuwe vergadering bijeengeroepen, die ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordig- de leden, geldig kan beslissen over de punten die voor de tweede maal op de agenda zijn ingeschreven.
Ieder lid van de regionale directiecomités beschikt over één stem.
Een besluit is slechts geldig wanneer het wordt genomen met de vereiste meerderheid van stemmen. Voor het bepa- len van deze vereiste meerderheid wordt enkel rekening gehouden met de vertegenwoordigers van de vennoten die deelnemen aan de activiteit waarop het te nemen besluit betrekking heeft.
De regionale directiecomités vergaderen op uitnodiging van hun voorzitter of van één van hun ondervoorzitters.
Op aanvraag van meer dan de helft van de leden is de voorzitter of, bij diens afwezigheid, een ondervoorzitter, ertoe gehouden het regionale directiecomité binnen de 14 dagen in vergadering bijeen te roepen.
Weigert de voorzitter het regionale directiecomité bijeen te roepen of is hij belet zulks te doen, dan kan het regionale directiecomité worden bijeengeroepen op uitnodiging van één van de ondervoorzitters of van twee leden van het re- gionale directiecomité.
De vergaderingen van het directiecomité worden voorgezeten door de voorzitter of bij zijn afwezigheid en in volgorde, door de aanwezige ondervoorzitter, of bij diens ontstentenis of afwezigheid, door het aanwezige lid met de meeste anciënniteit in de intercommunale. De anciënniteit in de intercommunale wordt hierbij vastgesteld volgens de regels bepaald in artikel 48.
De vergaderingen zijn niet openbaar.
De voorzitter van de raad van bestuur neemt van rechtswege deel aan de vergaderingen van de regionale directieco- mités. Indien hij belet is, mag hij zich laten vervangen door een ander lid uit de raad van bestuur. De voorzitter van de raad van bestuur of zijn vervanger beschikken enkel over een raadgevende stem.
De bepalingen voorzien in artikel 29 met betrekking tot de werking van raad van bestuur en de bestuurders zijn tevens van toepassing op de regionale directiecomités voor domeindiensten en haar leden.
De notulen van de vergaderingen worden ondertekend door het lid dat de vergadering heeft voorgezeten en door de secretaris.
Een kopie van de notulen wordt, binnen de dertig dagen na goedkeuring ervan, gestuurd aan de vennoten vertegen- woordigd in het betrokken directiecomité.
De gelijkluidende afschriften en de gelijkluidende uittreksels worden ondertekend door de secretaris of zijn plaatsver- vanger.
De regionale adviescomités brengen verslag uit over hun activiteiten, beraadslagingen en besluiten aan de raad van bestuur, die deze in voorkomend geval bekrachtigt. Indien de verschillende adviescomités uiteenlopende of tegen- strijdige adviezen uitbrengen of beslissingen nemen, kan de voorzitter van de raad van bestuur hen verzoeken hun standpunten op elkaar af te stemmen. Daartoe zullen de voorzitters en de ondervoorzitters van de regionale ad- viescomités samenkomen onder het voorzitterschap van de voorzitter van de raad van bestuur, en in aanwezig- heid van de algemeen directeuren de secretaris van de raad van bestuur.
Artikel 35 : Samenroeping en werking van de regionale adviescomités voor domeindiensten
De regionale adviescomités kunnen alleen geldig beraadslagen en besluiten wanneer tenminste de meerderheid van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is, zo globaal als in de groep van de deelnemende gemeenten.
De leden kunnen elkaar binnen dezelfde groep volmacht geven. Een lid mag niet meer dan één volmacht dragen. De volmacht mag enkel gegeven worden voor een welbepaalde, enkele vergadering.
Bereiken de regionale adviescomités niet het quorum om te kunnen beraadslagen of besluiten, dan wordt binnen de veertien dagen een nieuwe vergadering bijeengeroepen, die ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegen- woordigde leden, geldig kan beslissen over de punten die voor de tweede maal op de agenda zijn ingeschreven.
Ieder lid van de regionale adviescomités beschikt over één stem.
Een besluit is slechts geldig wanneer het wordt genomen met de vereiste meerderheid van stemmen. Voor het bepalen van deze vereiste meerderheid wordt enkel rekening gehouden met de vertegenwoordigers van de deel- nemers die deelnemen aan de activiteit waarop het te nemen besluit betrekking heeft.
De regionale adviescomités vergaderen op uitnodiging van hun voorzitter of van één van hun ondervoorzitters.
Op aanvraag van meer dan de helft van de leden is de voorzitter of, bij diens afwezigheid, een ondervoorzitter, er- toe gehouden het regionale adviescomité binnen de veertien dagen in vergadering bijeen te roepen.
Weigert de voorzitter het regionale adviescomité bijeen te roepen of is hij belet zulks te doen, dan kan het regio- nale adviescomité worden bijeengeroepen op uitnodiging van één van de ondervoorzitters of van twee leden van het regionale adviescomité.
De vergaderingen van het adviescomité worden voorgezeten door de voorzitter of bij zijn afwezigheid en in volg- orde, door de aanwezige ondervoorzitter, of bij diens ontstentenis of afwezigheid, door het aanwezige lid met de meeste anciënniteit in de opdrachthoudende vereniging. De anciënniteit in de opdrachthoudende vereniging wordt hierbij vastgesteld volgens de regels bepaald in artikel 38.
De vergaderingen zijn niet openbaar.
De voorzitter van de raad van bestuur neemt van rechtswege deel aan de vergaderingen van de regionale advies- comités. Indien hij belet is, mag hij zich laten vervangen door een ander lid uit de raad van bestuur. De voorzitter van de raad van bestuur of zijn vervanger beschikken enkel over een raadgevende stem.
De bepalingen voorzien in artikel 20 en volgende met betrekking tot de werking van raad van bestuur en de be- stuurders zijn, behoudens specifieke afwijking in deze titel, tevens van toepassing op de regionale adviescomités voor domeindiensten en haar leden.
De notulen van de vergaderingen worden ondertekend door het lid dat de vergadering heeft voorgezeten en door de secretaris.
De werkingsmodaliteiten van de regionale adviescomités worden neergeschreven in een bij de statuten gevoegd huishoudelijk reglement.
Een kopie van de notulen wordt, binnen de dertig dagen na goedkeuring ervan, gestuurd aan de deelnemers ver- tegenwoordigd in het betrokken adviescomité.
De gelijkluidende afschriften en de gelijkluidende uittreksels worden ondertekend door de secretaris.
TITEL VI - Directiecomité
Artikel 36: Samenstelling en werking van het directiecomité
VII - DIRECTIECOMITÉ VOOR SECUNDAIRE DIENSTEN
Artikel 41 : Samenstelling en bevoegdheden
Er wordt een directiecomité voor secundaire diensten opgericht, waarvan het aantal door de vennoten voor te dragen leden bepaald wordt als volgt :
a) elke vennoot heeft tenminste één (1) vertegenwoordiger;
b) per volledige schijf van twaalf (12) SK- en S-aandelen wordt één (1) vertegenwoordiger toegevoegd, met een maximum van drie (3).
De leden van het directiecomité voor secundaire diensten worden aangesteld door de algemene vergadering. De leden mogen geen statutair of contractueel personeelslid zijn van de intercommunale.
De voordrachten moeten aan de raad van bestuur worden bekend gemaakt uiterlijk tien (10) kalenderdagen vooraf- gaand aan de algemene vergadering die over de aanstellingen te beslissen heeft. De raad van bestuur kan evenwel, bij beslissing die voor alle vennoten gelijk geldt, van deze termijn afwijken.
Xxxxxxx van vacature van een mandaat in het directiecomité voor secundaire diensten heeft de betrokken vennoot waarvan het mandaat vacant is, het recht om een nieuw lid voor te dragen. Het directiecomité kan het voorgedragen nieuw lid voorlopig aanvaarden in afwachting van de definitieve aanstelling door de eerstvolgende algemene vergade- ring. Het aldus aangestelde lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Deze bepaling geldt eveneens wanneer door toetreding of door uitbreiding van zijn aantal aandelen een vennoot recht heeft op een nieuw of op een bijkomend mandaat.
Het directiecomité voor secundaire diensten is verantwoordelijk inzake alle verrichtingen binnen de domeinen in- vesteringen, (technische) exploitatie, uitbating en dienstverlening met betrekking tot de secundaire activiteit.
De beslissingen van het directiecomité voor secundaire diensten inzake investeringen kunnen slechts ten uitvoer worden gelegd mits voorafgaand bindend advies van de betrokken vennoot of vennoten. De raad van bestuur bepaalt de wijze waarop dat advies uit te brengen is of, bij uitblijven ervan, geacht wordt positief te zijn.
A) De raad van bestuur richt een directiecomité op, waaraan hij de bevoegdheden overdraagt om de uitvoering van de besluiten van de raad van bestuur te verzekeren, de werkzaamheden van de raad voor te bereiden en het dagelijks bestuur te verzekeren.
B) Het directiecomité bestaat, behoudens uit de voorzitter van de raad van bestuur, lid van rechtswege, uit :
▪ twee bestuurders door de raad van bestuur te kiezen uit de bestuurders voorbehouden aan de houders van de T-aandelen
▪ de voorzitters van de regionale adviescomités, die geacht worden hiertoe door deze comités te zijn voor- gedragen en die in hun mandaat door de raad van bestuur hiertoe worden bevestigd ; wordt de voorzitter van een regionaal adviescomité niet door de raad van bestuur bevestigd, dan is het desbetreffende advies- comité gerechtigd een nieuwe andersluidende voordracht te doen.
De voorzitter van de raad van bestuur is tevens voorzitter van het directiecomité en heeft bij staking van de stemmen een doorslaggevende stem.
Het directiecomité kan één of meerdere ondervoorzitters aanstellen.
C) Het directiecomité vergadert op uitnodiging van zijn voorzitter of, bij ontstentenis daarvan, op uitnodiging van één van de ondervoorzitters en wordt voorgezeten overeenkomstig de regels met betrekking tot de raad van bestuur.
D) Het directiecomité kan alleen dan geldig beraadslagen en besluiten indien de meerderheid van de leden aan- wezig of vertegenwoordigd is; globaal en in de groep van de deelnemende gemeenten. Elk lid mag zich schrif- telijk voor een welbepaalde, enkele vergadering laten vertegenwoordigen door een lid van dezelfde groep. Een lid kan niet meer dan één volmacht dragen.
De algemeen directeur en / of de directieleden die hij aanduidt wonen de vergaderingen van het directiecomi- té bij met raadgevende stem.
E) Het directiecomité geeft binnen de kortst mogelijke termijn aan de raad van bestuur melding van en reken- schap over haar besluiten.
F) De notulen van het directiecomité worden opgenomen in een speciaal register en ondertekend door het lid van het directiecomité dat de vergadering voorzit en door de secretaris.
Een afschrift van het notulenontwerp wordt binnen de dertig dagen, volgend op de bedoelde vergadering, aan de leden van het directiecomité overgemaakt.
De afschriften en uittreksels van de notulen van het directiecomité worden door de secretaris, of door twee bestuurders van de raad van bestuur voor gelijkluidend ondertekend.
Een lijst met een beknopte omschrijving van de besluiten wordt binnen de twintig dagen na het nemen van het besluit verzonden aan de Vlaamse Regering. Vanaf de dag van de verzending aan de Vlaamse Regering wordt de lijst gedurende minstens twintig dagen ter inzage gelegd van het publiek. Dezelfde lijst wordt gepubliceerd op de website van de opdrachthoudende vereniging.
G) De raad van bestuur mag aan het directiecomité elke opdracht toevertrouwen die hij nuttig oordeelt. Het di- rectiecomité mag de raad van bestuur elke suggestie voorleggen die het opportuun acht.
H) De werkingsmodaliteiten van het directiecomité worden neergeschreven in een bij de statuten gevoegd huishoudelijk reglement.
Artikel 42 : Aanstelling van de leden, van de voorzitter en de ondervoorzitter van het directiecomité voor se- cundaire diensten
Onmiddellijk na het sluiten van de jaarvergadering die volgt op de vernieuwing van de gemeenteraden en waar- door alle mandaten vervallen in toepassing van artikel 47, vierde alinea, zal de algemene vergadering in buitenge- wone zitting vergaderen. De buitengewone algemene vergadering bekrachtigt de regelmatige voordrachten bedoeld in artikel 41.
Tijdens een daaropvolgende schorsing van de zitting van de buitengewone algemene vergadering, worden voor het directiecomité voor secundaire diensten de kandidaten voorgedragen voor het eerste, respectievelijk tweede tot en met het vierde mandaat van bestuurder aan waarop dit directiecomité recht heeft volgens de bepalingen van arti- kel 23 c).
Iedere vertegenwoordiger heeft daarbij recht op één stem.
De aldus aangestelde kandidaten mogen niet behoren tot de vertegenwoordigers van één en dezelfde vennoot.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 23 c) zullen deze kandidaten, na de herneming van de buitengewone alge- mene vergadering, aan haar worden voorgedragen als vertegenwoordiger van de houders van de SK- en de S-aandelen in de raad van bestuur.
Bij hun aanstelling worden de eerste en de tweede voorgedragen kandidaat respectievelijk voorzitter en ondervoorzit- ter van het directiecomité voor secundaire diensten.
Dezelfde procedure wordt gevolgd wanneer het mandaat van een aldus aangestelde bestuurder vroegtijdig eindigt, met dien verstande dat de voorgedragen kandidaat door de raad van bestuur voorlopig wordt aangesteld overeen- komstig de bepalingen van artikel 25.
Het directiecomité stelt eveneens een secretaris of in voorkomend geval een plaatsvervanger aan en bepaalt de duur van zijn mandaat, dat hernieuwbaar is.
Deze secretaris (of de plaatsvervanger) mag geen lid zijn van de raad van bestuur, van het college van commissarissen, noch van enig directiecomité.
Artikel 43 : Samenroeping en werking van het directiecomité voor secundaire diensten
Het directiecomité voor secundaire diensten kan alleen geldig beraadslagen en/of besluiten wanneer ten minste de helft van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is.
De leden kunnen elkaar volmacht geven. Een lid mag slechts drager zijn van één volmacht. De volmacht mag enkel gegeven worden voor een welbepaalde, enkele vergadering.
Wordt het quorum om te kunnen beraadslagen en/of besluiten niet bereikt, dan wordt binnen de veertien dagen een nieuwe vergadering bijeengeroepen, die ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, geldig kan beraadslagen en/of beslissen over de punten die voor de tweede maal op de agenda zijn ingeschreven.
Ieder lid van het directiecomité beschikt over één stem.
Een besluit is slechts geldig wanneer het werd genomen met de gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Het directiecomité vergadert op uitnodiging van zijn voorzitter of van zijn ondervoorzitter.
Op aanvraag van meer dan de helft van de leden is de voorzitter of, bij diens ontstentenis, de ondervoorzitter, er- toe gehouden het directiecomité binnen de veertien dagen in vergadering bijeen te roepen.
Weigert de voorzitter het directiecomité bijeen te roepen of is hij belet zulks te doen, dan kan het directiecomité wor- den bijeen geroepen op uitnodiging van de ondervoorzitter of van twee leden van het directiecomité.
De vergaderingen van het directiecomité worden voorgezeten door de voorzitter of bij zijn afwezigheid en in volgorde, door de aanwezige ondervoorzitter, of bij diens ontstentenis of afwezigheid, door het aanwezige lid met de meeste anciënniteit in de intercommunale. De anciënniteit in de intercommunale wordt hierbij vastgesteld volgens de regels bepaald in artikel 48.
De vergaderingen zijn niet openbaar.
De voorzitter van de raad van bestuur neemt van rechtswege deel aan de vergaderingen. Indien hij belet is, mag hij zich laten vervangen door een ander lid van de raad van bestuur. De voorzitter van de raad van bestuur of zijn vervan- ger beschikken enkel over een raadgevende stem.
De bepalingen voorzien in artikel 29 met betrekking tot de werking van raad van bestuur en de bestuurders zijn tevens van toepassing op het directiecomité voor secundaire diensten en haar leden.
De notulen van de vergaderingen worden ondertekend door het lid dat de vergaderingen heeft voorgezeten en door de secretaris.
Een kopie van de notulen wordt, binnen de dertig dagen na goedkeuring ervan, gestuurd aan de vennoten vertegen- woordigd in het directiecomité.
De gelijkluidende afschriften en de gelijkluidende uittreksels worden ondertekend door de secretaris of zijn plaatsver- vanger.
VIII - DIRECTIECOMITÉ VOOR AANVULLENDE DIENSTEN
Artikel 44 : Samenstelling en bevoegdheden
Er wordt een directiecomité voor aanvullende diensten opgericht, waarvan het aantal door de vennoten voor te dragen leden bepaald wordt als volgt :
a) elke vennoot heeft tenminste één (1) vertegenwoordiger;
b) per volledige schijf van tien (10) A-aandelen wordt één (1) vertegenwoordiger toegevoegd, met een maximum van drie (3).
De leden van het directiecomité voor aanvullende diensten worden aangesteld door de algemene vergadering. De leden mogen geen statutair of contractueel personeelslid zijn van de intercommunale.
De voordrachten moeten aan de raad van bestuur worden bekend gemaakt uiterlijk tien (10) kalenderdagen vooraf- gaand aan de algemene vergadering die over de aanstellingen te beslissen heeft. De raad van bestuur kan evenwel, bij beslissing die voor alle vennoten gelijk geldt, van deze termijn afwijken.
Xxxxxxx van vacature van een mandaat in het directiecomité voor aanvullende diensten heeft de betrokken vennoot waarvan het mandaat vacant is, het recht om een nieuw lid voor te dragen. Het directiecomité kan het voorgedragen nieuw lid voorlopig aanvaarden in afwachting van de definitieve aanstelling door de eerstvolgende algemene vergade- ring. Het aldus aangestelde lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Deze bepaling geldt eveneens wanneer door toetreding of door uitbreiding van zijn aantal aandelen een vennoot recht heeft op een nieuw of op een bijkomend mandaat.
Het directiecomité voor aanvullende diensten is verantwoordelijk inzake alle verrichtingen binnen de domeinen investeringen, (technische) exploitatie, uitbating en dienstverlening met betrekking tot de aanvullende activiteit.
De beslissingen van het directiecomité voor aanvullende diensten kunnen slechts ten uitvoer worden gelegd mits voorafgaand bindend advies van de betrokken vennoot of vennoten. De raad van bestuur bepaalt de wijze waarop dat advies uit te brengen is of, bij uitblijven ervan, geacht wordt positief te zijn.
Artikel 45 : Aanstelling van de leden, van de voorzitter en de ondervoorzitter van het directiecomité voor aanvullende diensten
Onmiddellijk na het sluiten van de jaarvergadering die volgt op de vernieuwing van de gemeenteraden en waar- door alle mandaten vervallen in toepassing van artikel 47, vierde alinea, zal de algemene vergadering in buitenge- wone zitting vergaderen. De buitengewone algemene vergadering bekrachtigt de regelmatige voordrachten bedoeld in artikel 44.
Tijdens een daaropvolgende schorsing van de zitting van de buitengewone algemene vergadering, vergadert het directiecomité voor aanvullende diensten en worden de kandidaten voorgedragen voor het eerste, respectievelijk tweede tot en met het vierde mandaat van bestuurder aan waarop dit directiecomité recht heeft volgens de bepa- lingen van artikel 23 d).
Iedere vertegenwoordiger heeft daarbij recht op één stem.
De aldus aangestelde kandidaten mogen niet behoren tot de vertegenwoordigers van één en dezelfde vennoot.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 23 d) zullen de kandidaten, na de herneming van de buitengewone alge- mene vergadering, aan haar worden voorgedragen als vertegenwoordigers van de houders van de A-aandelen in de raad van bestuur.
Bij hun aanstelling wordt de eerste en tweede kandidaat respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter van het directie- comité voor aanvullende diensten.
Dezelfde procedure wordt gevolgd wanneer het mandaat van de aldus aangestelde bestuurder vroegtijdig eindigt, met dien verstande dat de voorgedragen kandidaat door de raad van bestuur voorlopig wordt aangesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 25.
Het directiecomité stelt eveneens een secretaris of in voorkomend geval een plaatsvervanger aan en bepaalt de duur van zijn mandaat, dat hernieuwbaar is.
Deze secretaris (of de plaatsvervanger) mag geen lid zijn van de raad van bestuur, van het college van commissarissen, noch van enig directiecomité.
Artikel 46 : Samenroeping en werking van het directiecomité voor aanvullende diensten
Het directiecomité voor aanvullende diensten kan alleen geldig beraadslagen en/of besluiten wanneer ten minste de helft van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is.
De leden kunnen elkaar volmacht geven. Een lid mag slechts drager zijn van één volmacht. De volmacht mag enkel gegeven worden voor een welbepaalde, enkele vergadering.
Wordt het quorum om te kunnen beraadslagen en/of besluiten niet bereikt, dan wordt binnen de veertien dagen een nieuwe vergadering bijeengeroepen, die ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, geldig kan beraadslagen en/of beslissen over de punten die voor de tweede maal op de agenda zijn ingeschreven.
Ieder lid van het directiecomité beschikt over één stem.
Een besluit is slechts geldig wanneer het werd genomen met de gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Het directiecomité vergadert op uitnodiging van zijn voorzitter of van hun ondervoorzitter.
Op aanvraag van meer dan de helft van de leden is de voorzitter ertoe gehouden het directiecomité binnen de veertien dagen in vergadering bijeen te roepen.
Weigert de voorzitter het directiecomité bijeen te roepen of is hij belet zulks te doen, dan kan het directiecomité wor- den bijeen geroepen op uitnodiging van de ondervoorzitter of van twee leden van het directiecomité.
De vergaderingen van het directiecomité worden voorgezeten door de voorzitter of bij zijn afwezigheid en in volgorde, door de aanwezige ondervoorzitter, of bij diens ontstentenis of afwezigheid door het aanwezige lid met de meeste an- ciënniteit in de intercommunale. De anciënniteit in de intercommunale wordt hierbij vastgesteld volgens de regels be- paald in artikel 48.
De vergaderingen zijn niet openbaar.
De voorzitter van de raad van bestuur neemt van rechtswege deel aan de vergaderingen. Indien hij belet is, mag hij zich laten vervangen door een ander lid van de raad van bestuur. De voorzitter van de raad van bestuur of zijn vervan- ger beschikken enkel over een raadgevende stem.
De bepalingen voorzien in artikel 29 met betrekking tot de werking van raad van bestuur en de bestuurders zijn tevens van toepassing op het directiecomité voor aanvullende diensten en haar leden.
De notulen van de vergaderingen worden ondertekend door het lid dat de vergaderingen heeft voorgezeten en door de secretaris.
Een kopie van de notulen wordt, binnen de dertig dagen na goedkeuring ervan, gestuurd aan de vennoten vertegen- woordigd in het directiecomité.
De gelijkluidende afschriften en de gelijkluidende uittreksels worden ondertekend door de secretaris of zijn plaatsver- vanger.
IX - ALGEMENE BEPALINGEN VII. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 47 : Duur van de mandaten
Alle mandaten in de raad van bestuur , in het college van commissarissen en in de directiecomités hebben een looptijd van zes (6) jaar. Bij een eerste installatie van een directiecomité is de looptijd van het mandaat beperkt tot de nog lo- pende periode tot het vervallen bedoeld in de vierde alinea van dit artikel. Het mandaat van commissarissen (lid IBR) heeft een looptijd van drie (3) jaar.
Alle mandaten zijn hernieuwbaar.
Nochtans zijn van rechtswege ontslagnemend, de leden van de raad van bestuur, de directiecomités en het college van commissarissen die niet meer het vertrouwen genieten van de vennoten die hen benoemd hebben of van het be- stuur dat hun aanstelling heeft voorgedragen. Dat zulks het geval is wordt door de desbetreffende vennoot bij aange- tekend schrijven, waarbij een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing gevoegd is, gemeld aan de voorzit- ter van de raad van bestuur. Deze laatste geeft van de voornoemde omstandigheid onverwijld kennis aan het betrok- ken lid, aan de raad van bestuur, en in voorkomend geval aan het ander betrokken orgaan, die daarvan akte nemen.
Het mandaat bij de intercommunale van het betrokken lid eindigt op het ogenblik van de hiervoor genoemde beslis- sing.
Alle mandaten in de verschillende organen van de intercommunale vervallen onmiddellijk na de jaarvergadering die volgt op de vernieuwing van de gemeenteraden.
Buiten de hiervoor vermelde gevallen :
- worden de mandatarissen die aangesteld zijn door of op voordracht van de gemeenten van rechtswege als ontslag- nemend beschouwd van zodra ze geen deel meer uitmaken van de gemeenteraad om enige andere reden dan de vernieuwingen van de gemeenteraden ;
- worden de mandatarissen die aangesteld zijn door of op voordracht van de provincies van rechtswege als ontslag- nemend beschouwd van zodra ze geen deel meer uitmaken van de provincieraad om enige andere reden dan de vernieuwing van de provincieraad.
De algemene vergadering bepaalt het presentiegeld en de andere vergoedingen waarop de leden van de bestuurs- en controleorganen van de intercommunale aanspraak kunnen maken.
Artikel 37 : Duur van de mandaten
Alle mandaten in de raad van bestuur, de adviescomités en het directiecomité hebben een looptijd van zes (6) jaar. Bij een eerste installatie van een adviescomité is de looptijd van het mandaat beperkt tot de nog lopende periode tot aan het verval bedoeld in de vierde alinea van dit artikel.
Alle mandaten zijn hernieuwbaar.
Nochtans zijn van rechtswege ontslagnemend, de leden van de raad van bestuur, de adviescomités en het directie- comité die niet meer het vertrouwen genieten van de deelnemers die hen benoemd hebben of van het bestuur dat hun aanstelling heeft voorgedragen. Dat zulks het geval is wordt door de desbetreffende deelnemer bij aangetekend schrijven, waarbij een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing gevoegd is, gemeld aan de voorzitter van de raad van bestuur. Deze laatste geeft van de voornoemde omstandigheid onverwijld kennis aan het betrokken lid, aan de raad van bestuur, en in voorkomend geval aan het ander betrokken orgaan, die daarvan akte nemen.
Het mandaat van het betrokken lid bij de opdrachthoudende vereniging eindigt op het ogenblik van de hiervoor ge- noemde beslissing.
Alle mandatarissen zijn van rechtswege ontslagnemend bij het verlies van hun openbaar mandaat, uitgezonderd in geval van algehele vernieuwing van de gemeenteraden. In dit geval moet binnen de eerste drie maanden van het jaar volgend op dat van de verkiezingen, een algemene vergadering worden bijeengeroepen waarbij tot een algehele ver- vanging van de raad van bestuur wordt overgegaan, voor zover de raden van de deelnemers die de voordracht moe- ten doen, reeds in hun nieuwe samenstelling vergaderd hebben. Is dat niet het geval, dan worden de betrokken nieuwe bestuurders benoemd door de jaarvergadering die tevens kwijting verleent aan de bestuurders die het voor- gaande boekjaar in functie waren en die tot dan de verantwoordelijkheid blijven dragen.
Buiten de hierboven vermelde gevallen :
▪ worden de mandatarissen die aangesteld zijn door of op voordracht van de gemeenten van rechtswege als ontslagnemend beschouwd van zodra ze geen deel meer uitmaken van de gemeenteraad om enige andere reden dan de vernieuwingen van de gemeenteraden ;
▪ worden de mandatarissen die aangesteld zijn door of op voordracht van de provincies van rechtswege als ont- slagnemend beschouwd van zodra ze geen deel meer uitmaken van de provincieraad om enige andere reden dan de vernieuwing van de provincieraad.
De algemene vergadering bepaalt het presentiegeld en de andere vergoedingen waarop de leden van de bestuursor- ganen van de opdrachthoudende vereniging aanspraak kunnen maken.
Artikel 48 : Anciënniteit in de intercommunale
De ranglijst inzake anciënniteit in de intercommunale wordt opgemaakt naar de dienstouderdom in de intercommuna- le te rekenen van de dag van de eerste ambtsaanvaarding van elke mandataris.
Als datum van hun eerste ambtsaanvaarding geldt de datum sedert welke zij ononderbroken een mandaat in de inter- communale uitgeoefend hebben, hetzij als bestuurder, hetzij als commissaris, hetzij als lid van een directiecomité.
Bij gelijke dienstouderdom wordt de rangorde vastgesteld volgens de leeftijd, waarbij de oudste in leeftijd voorgaat op de jongere.
Artikel 38: Anciënniteit in de opdrachthoudende vereniging
De ranglijst inzake anciënniteit in de opdrachthoudende vereniging wordt opgemaakt naar de dienstouderdom in de opdrachthoudende vereniging te rekenen van de dag van de eerste ambtsaanvaarding van elke mandataris.
Als datum van hun eerste ambtsaanvaarding geldt de datum sedert dewelke zij ononderbroken een mandaat in de opdrachthoudende vereniging uitgeoefend hebben, hetzij als bestuurder, hetzij als lid van een regionaal advies- comité, hetzij als lid van het directiecomité.
Bij gelijke dienstouderdom wordt de rangorde vastgesteld volgens de leeftijd, waarbij de oudste in leeftijd voor- gaat op de jongere.
X - ALGEMENE VERGADERING TITEL VIII : ALGEMENE VERGADERING
Artikel 49 : Samenstelling
De algemene vergadering is samengesteld uit de houders van T-, D-, Z-, V-, SK-, S-, A- en F1-aandelen. Iedere vertegen- woordiger van deze houders moet drager zijn van een geldige volmacht.
De volmacht moet ten minste vijf dagen voor de vergadering op de zetel van de intercommunale worden ingediend. De voorzitter van de vergadering mag nochtans, bij besluit dat voor allen gelijk gelden zal, laattijdig ingediende vol- machten aanvaarden.
Laat een titularis van aandelen zich door verschillende lasthebbers vertegenwoordigen, dan moet de volmacht het aantal aandelen bepalen waarvoor iedere lasthebber aan de stemming zal deelnemen.
Is daaromtrent niets bepaald, dan moeten de vertegenwoordigers van dezelfde vennoot onder elkaar de stemmen verdelen waarop de vennoot recht heeft, en dit op evenredige wijze, waarbij de stemmen, die het ondeelbaar over- schot vormen, één voor één worden toegekend tot uitputting ervan volgens de ouderdom van de vertegenwoordigers.
De vertegenwoordigers dienen door de gemeenteraad aangeduid te worden onder de gemeenteraadsleden, de bur- gemeester en de schepenen van de gemeente behalve in het geval van een vennoot die geen gemeente is, in welk ge- val de vertegenwoordigers aan te duiden zijn door het daartoe wettelijk of statutair bevoegde orgaan van deze ven- noot.
De bestuurders, de commissarissen en de leden van de directiecomités kunnen geen volmachtdrager zijn voor de al- gemene vergadering.
De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur, of, bij zijn afwezigheid, door een lid van de raad van bestuur in volgorde als aangeduid in artikel 27.
Zij stelt een bureau samen, bestaande uit de voorzitter, twee stemopnemers en een secretaris. De algemeen directeur woont de algemene vergadering bij.
Artikel 39 : Samenstelling
De algemene vergadering is samengesteld uit de houders van T-, TK, D-, DK, D², Z-, Z², F1, F2 en F3 aandelen. Iedere ver- tegenwoordiger van deze houders moet drager zijn van een geldige volmacht.
De gemeentelijke vertegenwoordiger(s) in de algemene vergadering wordt (worden) aangesteld voor de duur van de legislatuur. De vaststelling van het (de) mandaat (mandaten) van deze vertegenwoordiger(s) in de algemene vergadering wordt herhaald voor elke vergadering.
Het raadsbesluit of de volmacht moet ten minste vijf dagen voor de vergadering op de zetel van de opdrachthou- dende vereniging worden ingediend. De voorzitter van de vergadering mag nochtans, bij besluit dat voor allen ge- lijk gelden zal, laattijdig ingediende volmachten aanvaarden.
Laat een titularis van aandelen zich door verschillende lasthebbers vertegenwoordigen, dan moet de volmacht het aantal aandelen bepalen waarvoor iedere lasthebber aan de stemming zal deelnemen.
Is daaromtrent niets bepaald, dan moeten de vertegenwoordigers van dezelfde deelnemer onder elkaar de stem- men verdelen waarop de deelnemer recht heeft, en dit op evenredige wijze, waarbij de stemmen, die het ondeel- baar overschot vormen, één voor één worden toegekend tot uitputting ervan volgens de ouderdom van de verte- genwoordigers.
Het aantal leden dat elke deelnemer kan afvaardigen om te zetelen in de algemene vergadering wordt, wat de deelnemers-gemeenten betreft, bepaald door de raad van bestuur aan de hand van de bevolkingscijfers en de ka- pitaalsinbreng, criteria die een zelfde gewicht hebben, het bepaalde in artikel 42 onverlet gelaten.
De vertegenwoordigers dienen door de gemeenteraad aangeduid te worden onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen van de gemeente behalve in het geval van een deelnemer die geen gemeente is, in welk geval de vertegenwoordigers aan te duiden zijn door het daartoe wettelijk of statutair bevoegde orgaan van deze deelnemer.
De bestuurders, de leden van de adviescomités en de leden van het directiecomité kunnen geen volmachtdrager zijn voor de algemene vergadering.
De vertegenwoordigers van de deelnemers op de algemene vergadering kunnen geen volmachten verlenen. Voor hen gelden dezelfde onverenigbaarheden als voor de bestuurders.
De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur, of, bij zijn afwezigheid, door een lid van de raad van bestuur in volgorde als aangeduid in artikel 24.
De voorzitter stelt een bureau samen, bestaande uit de voorzitter, twee stemopnemers en een secretaris. De algemeen directeur woont de algemene vergadering bij, zonder stemrecht
De zittingen van de algemene vergadering zijn openbaaar.
Artikel 50 : Bijeenkomst van de jaarvergadering
De jaarvergadering komt elk jaar samen de derde vrijdag volgend op de eerste juni, op het uur en de plaats vermeld in de oproepingsbrief. Bij ontstentenis van oproeping, komt zij van rechtswege samen in de zetel van de intercommunale te 15 uur, op de vermelde dag.
Is de vastgestelde dag een feestdag, dan zal de vergadering de dag voor de bovenvermelde datum gehouden worden.
De jaarvergadering hoort het jaarverslag van de raad van bestuur, het verslag van het college van commissarissen en het verslag van de commissarissen (lid IBR).
De jaarvergadering spreekt zich onder meer uit over de jaarrekening en de bestemming van het resultaat.
Artikel 412 van het Wetboek van vennootschappen is van toepassing.
Zij doet uitspraak bij afzonderlijke stemming, over de kwijting te verlenen aan de bestuurders, de commissarissen en de commissarissen (lid IBR) voor de uitvoering van hun mandaten.
Artikel 40 : Bijeenkomst van de jaarvergadering
De jaarvergadering komt elk jaar samen de derde vrijdag volgend op de eerste juni, op het uur en de plaats vermeld in de oproepingsbrief. Bij ontstentenis van oproeping, komt zij van rechtswege samen in de zetel van de intercommunale te 15 uur, op de vermelde dag.
Is de vastgestelde dag een feestdag, dan zal de vergadering de dag voor de bovenvermelde datum gehouden worden.
De jaarvergadering hoort het jaarverslag van de raad van bestuur, het verslag van het college van commissarissen en het verslag van de commissarissen (lid IBR).
De jaarvergadering spreekt zich onder meer uit over de jaarrekening en de bestemming van het resultaat. Artikel 412 van het Wetboek van vennootschappen is van toepassing.
Zij doet uitspraak bij afzonderlijke stemming, over de kwijting te verlenen aan de bestuurders, de leden van de regio- nale adviescomités wat hun bindende adviezen aangaat en de commissarissen (lid IBR) voor de uitvoering van hun mandaten.
De raad van bestuur legt aan de jaarvergadering, die plaatsvindt in de loop van het eerste werkingsjaar na het jaar waarin verkiezingen voor de algehele hernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, een evaluatie- rapport voor over de werking van de opdrachthoudende vereniging. Dat rapport bevat een nieuw ondernemings- plan voor de komende zes jaar of een gemotiveerd voorstel het samenwerkingsverband te beëindigen met inacht- neming van de statutair bepaalde rechten van de deelnemers.
Alle deelnemers ontvangen dit rapport uiterlijk zes weken voor de datum van de jaarvergadering en bepalen het mandaat van hun vertegenwoordiger.
Alle toetredingen en uitbreidingen van toetredingen van de deelnemers worden definitief aanvaard door de al- gemene vergadering.
De toetreding kan niet plaatsvinden in de loop van het jaar waarin verkiezingen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd. Aan een toetreding kan geen terugwerkende kracht worden verleend. De toetreding van een gemeente tot of de uitbreiding van hun aansluiting bij de opdrachthoudende vereniging, is afhankelijk van een daartoe strekkende beslissing van de gemeenteraad op basis van een onderzoek, eventueel vergelijkend in de mate dat er zich verschillende beheersvormen reëel aanbieden.
Artikel 51 : Samenroeping van de algemene vergadering
De raad van bestuur, de commissarissen (lid IBR) of het college van commissarissen kunnen de algemene vergadering in buitengewone zitting bijeenroepen. De raad van bestuur moet ze bijeenroepen op verzoek van minstens twee ven- noten die samen houder zijn van ten minste één vijfde van hetzij de T-aandelen, hetzij de D-aandelen, hetzij de Z- aandelen, hetzij de V-aandelen, hetzij de som van de SK- en S-aandelen, hetzij de A-aandelen, hetzij de F-aandelen en dit binnen de zes weken die volgen op dit verzoek.
De raad van bestuur moet ze ook bijeenroepen om verslag te horen, te beraadslagen en te besluiten over zijn voorstel- len indien het netto-actief, ingevolge een geleden verlies, gedaald is tot een bedrag dat kleiner is dan de helft van het vast gedeelte van het kapitaal en dit binnen de twee maanden te rekenen vanaf de vaststelling van het verlies.
De uitnodiging tot het bijwonen van de algemene vergadering worden uitsluitend verricht per aangetekende zending, geadresseerd aan de vennoten ten minste vijftien dagen voor de vergadering en, wordt de vergadering bijeengeroe- pen door de raad van bestuur, ondertekend door de voorzitter en de algemeen directeur, dan wel wordt ze samenge- roepen door het college van commissarissen, ondertekend door de voorzitter daarvan.
Xxxxxxx van weigering of belet wordt gehandeld overeenkomstig artikel 31 van de statuten. De oproeping bevat de agenda en de door de wet voorgeschreven documenten.
Ten laatste vijftien dagen voor de datum van de bijeenkomst, dienen, op verzoek van minstens twee vennoten, die samen houder zijn van ten minste een vijfde van hetzij de T-aandelen, hetzij de D-aandelen, hetzij de Z-aandelen, het- zij de V-aandelen, hetzij de som van de SK- en S-aandelen, hetzij de A-aandelen, hetzij de F-aandelen bijkomende punten op de agenda te worden ingeschreven. De aanvullende agenda en de documentatie die er verband mee houdt, worden binnen de acht dagen aan alle vennoten toegezonden. In geval van hoogdringendheid worden deze termijnen respectievelijk acht en drie dagen.
Artikel 41 Samenroeping van de algemene vergadering
De raad van bestuur, en de commissaris (lid IBR) kunnen de algemene vergadering in bijzondere of buitengewone zit- ting bijeenroepen. De raad van bestuur moet ze bijeenroepen op verzoek van minstens twee vennoten die samen houder zijn van ten minste één vijfde van hetzij de T-aandelen, hetzij de D-aandelen, hetzij de Z-aandelen, hetzij de F- aandelen en dit binnen de zes weken die volgen op dit verzoek.
De raad van bestuur moet de algemene vergadering ook bijeenroepen om verslag uit te brengen, te beraadslagen en te besluiten over het door de raad van bestuur opgesteld saneringsplan indien het netto-actief, ingevolge een geleden verlies, gedaald is tot een bedrag dat kleiner is dan de helft van het vast gedeelte van het kapitaal en dit binnen de zestig kalenderdagen, te rekenen vanaf de vaststelling van het verlies.
De raad van bestuur verantwoordt zijn voorstellen in dit saneringsplan dat uiterlijk drie weken voor de algemene vergadering aan alle deelnemers en aan de toezichthoudende overheid wordt voorgelegd, samen met de oproe- pingsbrief en alle bijbehorende documenten waaruit de noodzaak van het saneringsplan blijkt.
Binnen de twintig dagen na het nemen van het besluit wordt een afschrift van de voorstellen van de raad van be- stuur van de opdrachthoudende vereniging in verband met het saneringsplan naar de Vlaamse Regering verzon- den.
De uitnodiging tot het bijwonen van een de algemene vergadering wordt uitsluitend verricht per aangetekende zen- ding, geadresseerd aan de deelnemers ten minste, tenzij anders bepaald in het decreet , dertig vijftien kalenderdagen voor de vergadering en, wordt de vergadering bijeengeroepen door de raad van bestuur, ondertekend door de voor- zitter en de algemeen directeur.
Xxxxxxx van weigering of belet wordt gehandeld overeenkomstig artikel 28 van de statuten. De oproeping bevat de agenda en de door de wet voorgeschreven documenten.
Ten laatste vijftien dagen voor de datum van de bijeenkomst, dienen, op verzoek van minstens twee vennoten, die samen houder zijn van ten minste een vijfde van hetzij de T-aandelen, hetzij de D-aandelen, hetzij de Z-aandelen, het- zij de F-aandelen bijkomende punten op de agenda te worden ingeschreven. De aanvullende agenda en de documen- tatie die er verband mee houden, worden binnen de acht dagen aan alle vennoten toegezonden. In geval van hoog- dringendheid worden deze termijnen respectievelijk acht en drie dagen.
De algemene vergadering beslist onder de voorwaarden van het decreet over een statutenwijziging in een buiten- gewone algemene vergadering.
Artikel 52 : Verdeling van de stemmen
Ieder aandeel geeft recht op één stem. Geen enkele vennoot mag evenwel meer stemmen uitbrengen dan één vijfde van het totaal aantal stemgerechtigde aandelen of twee vijfden van de stemgerechtigde aandelen die vertegenwoor- digd zijn op de vergadering.
Aan de TK-, DK-, D²-, Z²-, F2-, F3- en F4-aandelen is geen stemrecht verbonden.
Iedere vennoot die tien of minder stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op één vertegenwoordiger op de al- gemene vergadering.
Iedere vennoot die 11 tot 20 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 2 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere vennoot die 21 tot 35 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 3 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere vennoot die 36 tot 55 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 4 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere vennoot die 56 tot 80 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 5 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere vennoot die 81 tot 110 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 6 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere vennoot die 111 tot 145 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 7 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere vennoot die 146 tot 185 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 8 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere vennoot die 186 tot 230 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 9 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere vennoot die 231 tot 280 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 10 vertegenwoordigers op de algeme- ne vergadering.
Iedere vennoot die 281 tot 335 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 11 vertegenwoordigers op de algeme- ne vergadering.
Iedere vennoot die 336 tot 395 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 12 vertegenwoordigers op de algeme- ne vergadering.
Iedere vennoot die 396 tot 460 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 13 vertegenwoordigers op de algeme- ne vergadering.
Iedere vennoot die 461 tot 530 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 14 vertegenwoordigers op de algeme- ne vergadering.
Iedere vennoot die meer dan 530 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 15 vertegenwoordigers op de alge- mene vergadering.
Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen T-, D-, Z-, V-, SK- en S-, A- en F1-aandelen.
Artikel 42 : Verdeling van de stemmen
Ieder aandeel geeft recht op één stem. Geen enkele deelnemer mag evenwel meer stemmen uitbrengen dan één vijf- de van het totaal aantal stemgerechtigde aandelen of twee vijfden van de stemgerechtigde aandelen die vertegen- woordigd zijn op de vergadering.
Iedere deelnemer die tien of minder stemgerechtigde aandelen bezit, heeft minimaal recht op één vertegenwoordiger op de algemene vergadering.
Iedere deelnemer die 11 tot 20 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 2 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere deelnemer die 21 tot 35 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 3 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere deelnemer die 36 tot 55 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 4 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere deelnemer die 56 tot 80 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 5 vertegenwoordigers op de algemene vergadering.
Iedere deelnemer die 81 tot 110 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 6 vertegenwoordigers op de algeme- ne vergadering.
Iedere deelnemer die 111 tot 145 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 7 vertegenwoordigers op de alge- mene vergadering.
Iedere deelnemer die 146 tot 185 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 8 vertegenwoordigers op de alge- mene vergadering.
Iedere deelnemer die 186 tot 230 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 9 vertegenwoordigers op de alge- mene vergadering.
Iedere deelnemer die 231 tot 280 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 10 vertegenwoordigers op de alge- mene vergadering.
Iedere deelnemer die 281 tot 335 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 11 vertegenwoordigers op de alge- mene vergadering.
Iedere deelnemer die 336 tot 395 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 12 vertegenwoordigers op de alge- mene vergadering.
Iedere deelnemer die 396 tot 460 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 13 vertegenwoordigers op de alge- mene vergadering.
Iedere deelnemer die 461 tot 530 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 14 vertegenwoordigers op de alge- mene vergadering.
Iedere deelnemer die meer dan 530 stemgerechtigde aandelen bezit, heeft recht op 15 vertegenwoordigers op de al- gemene vergadering.
Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen T-, TK, D-, DK, D², Z-, Z², F1-, F2 en F3 aandelen.
Geen enkele deelnemer kan beschikken over een aantal stemmen dat hoger ligt dan de helft van het totale aantal statutair bepaalde stemmen.
Artikel 53 : Geldige beslissingen door de algemene vergadering
De algemene vergadering kan slechts beraadslagen en besluiten indien tenminste de helft van het aantal stemgerech- tigde aandelen vertegenwoordigd zijn
Is de vergadering niet talrijk genoeg om te beraadslagen en te besluiten, dan zal een nieuwe vergadering dringend worden samengeroepen met dezelfde agenda. Zij zal moeten plaatsvinden binnen de dertig dagen. De uitnodiging tot het bijwonen van deze vergadering wordt ten minste twee weken vooraf aan de vennoten geadresseerd. Zij mag be- raadslagen en besluiten welke ook de vertegenwoordiging van de vennoten is en onverminderd de toepassing van ar- tikel 11 van de wet van 22 december 1986
In voorkomend geval neemt de oproepingsbrief onderhavige bepalingen over.
Een besluit is slechts geldig wanneer het genomen wordt met de wettelijke vereiste meerderheid van alle geldig uitge- brachte stemmen en met de gewone meerderheid van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden van houders van aandelen.
De wettelijke vereiste meerderheid is de gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, behalve voor het wijzigen van de statuten waarvoor de goedkeuring van drie vierden van deze stemmen is vereist.
Over iedere wijziging van de statuten die voor de gemeenten bijkomende verplichtingen of een vermindering van hun rechten meebrengt, moet in de gemeenteraden worden beraadslaagd en beslist. Te dien einde wordt het ontwerp aan de vennoten meegedeeld negentig dagen voor de algemene vergadering. Aan de aangesloten gemeenten wordt een rappel gestuurd gelijktijdig met de oproepingsbrief. Deze documenten vermelden de bepalingen van onderhavige ali- nea. Elke gemeenteraad die zijn standpunt niet tijdig heeft meegedeeld, wordt geacht ermee in te stemmen.
De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement aannemen met betrekking tot haar werking. Tenzij dit in het huishoudelijk reglement is opgenomen, bepaalt de raad van bestuur de wijze waarop het stemrecht op de alge- mene vergadering wordt uitgeoefend.
Artikel 43 : Geldige beslissingen door de algemene vergadering
De algemene vergadering kan slechts beraadslagen en besluiten indien de meerderheid van het aantal stemgerech- tigde aandelen, zo globaal als in de groep van de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd zijn en over de op de agenda geplaatste punten.
Is de vergadering niet talrijk genoeg om te beraadslagen en te besluiten, dan zal een nieuwe vergadering dringend worden samengeroepen met dezelfde agenda. Zij zal moeten plaatsvinden binnen de vijfenveertig kalenderdertig da- gen. De uitnodiging tot het bijwonen van deze tweede vergadering wordt ten minste twee wekendertig kalenderda- gen vooraf aan de deelnemers geadresseerd. Zij mag beraadslagen en besluiten welke ook de vertegenwoordiging van de vennoten is en onverminderd de toepassing van het decreet. Deze bepaling geldt niet voor statutenwijzigingen n voorkomend geval neemt de oproepingsbrief onderhavige bepalingen over.
Een besluit is slechts geldig wanneer het genomen wordt met de wettelijke vereiste meerderheid van alle geldig uitge- brachte stemmen en met de gewone meerderheid van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden van de deel- nemende gemeenten.
De wettelijke vereiste meerderheid is de gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, behalve voor het wijzigen van in de statuten en in de door het decreet bedoelde bijlagen waarvoor de goedkeuring van drie vierden van deze stemmen is vereist, zo voor het geheel van de geldig uitgebrachte stemmen, als voor de geldig uitgebrachte stemmen van de vertegenwoordigde gemeenten en op voorwaarde dat de gewone meerderheid van het aantal deel- nemende gemeenten haar instemming betuigt.
Over iedere wijziging van de statuten moet in de gemeenteraden worden beraadslaagd en beslist. Te dien einde wordt door de raad van bestuur het ontwerp aan de deelnemers meegedeeld negentig dagen voor de algemene vergade- ring. Aan de aangesloten gemeenten wordt een rappel gestuurd gelijktijdig met de oproepingsbrief. Deze documenten vermelden de bepalingen van onderhavige alinea. Elke gemeenteraad deelnemer die zijn standpunt niet tijdig heeft genomen en meegedeeld, wordt geacht zich te onthouden. De onthouding bepaalt het mandaat van hun vertegen- woordiger(s) op de algemene vergadering.
De algemene vergadering neemt een huishoudelijk reglement aan met betrekking tot haar werking. Tenzij dit in het huishoudelijk reglement is opgenomen, bepaalt de raad van bestuur de wijze waarop het stemrecht op de algemene vergadering wordt uitgeoefend.
Artikel 44 : Bijzondere algemene vergadering
Afgezien van de algemene jaarvergadering wordt nog minstens één bijzondere algemene vergadering belegd in de loop van het laatste trimester van elk jaar om een bespreking te wijden aan de te ontwikkelen activiteiten, de te volgen strategie en de door de raad van bestuur opgestelde begroting voor het volgende boekjaar.
Artikel 54 : Notulering van de algemene vergadering
De notulen van de algemene vergadering worden opgesteld door de secretaris. Ze worden, ondertekend door de le- den van het bureau en door de vertegenwoordigers van de vennoten die zulks verlangen.
Uittreksels uit de notulen van de algemene vergadering worden ondertekend door de secretaris van de raad van be- stuur of zijn plaatsvervanger.
Artikel 45 : Algemene vergadering : notulen
De notulen van de algemene vergadering worden opgesteld door de secretaris. Ze worden ondertekend door de leden van het bureau en door de vertegenwoordigers van de deelnemers die zulks verlangen.
Afschriften van of uittreksels uit de notulen van de algemene vergadering worden ondertekend door de secretaris van de raad van bestuur of zijn plaatsvervanger.
De notulen van de algemene vergadering worden in een bijzonder register vastgelegd, ondertekend door de leden van het bureau en door de vertegenwoordigers van de deelnemers die het verlangen. Zij worden binnen een ter- mijn van dertig dagen na de algemene vergadering aan de deelnemers toegezonden.
Een lijst met een beknopte omschrijving van de besluiten wordt binnen de twintig dagen na het nemen van het besluit verzonden aan de Vlaamse Regering. Vanaf de dag van de verzending aan de Vlaamse Regering wordt de lijst gedurende minstens twintig dagen ter inzage gelegd van het publiek. Dezelfde lijst wordt gepubliceerd op de website van de opdrachthoudende vereniging.
De toezichthoudende overheid kan alle documenten en inlichtingen opvragen of die ter plaatse raadplegen. Ze bepaalt de informatiedrager en de vorm waarin de gegevens worden verstrekt.
Een volledig gecoördineerde tekst van de statuten wordt neergelegd in de zetel van de opdrachthoudende vereni- ging, bij de toezichthoudende overheid en in de gemeentehuizen van de deelnemende gemeenten, binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de ontvangst door de opdrachthoudende vereniging van het goedkeuringsbe- sluit of na het verstrijken van de termijn van negentig kalenderdagen waarover de toezichthoudende overheid be- schikt om goedkeuring te verlenen.
XI - JAARREKENING EN BESTEMMING VAN HET RESULTAAT
Artikel 55 : Wijze van boekhouding
De boekhouding van de intercommunale wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de on- dernemingen en met naleving van de richtlijnen die de daartoe bevoegde overheid in voorkomend geval uitvaardigt met betrekking tot de boekhoudkundige verrichtingen.
Het boekjaar komt overeen met het burgerlijk jaar. Op 31 december van elk jaar sluit de raad van bestuur de rekenin- gen af en maakt hij de jaarrekening evenals het jaarverslag op. De jaarrekening bestaat uit de balans, de resultatenre- kening en de toelichting; daarbij worden bovendien analytische resultatenrekeningen opgemaakt, afzonderlijk voor de drinkwateractiviteit, de zuiveringsactiviteit, de wegenisactiviteit, de secundaire activiteit, de activiteit aanvullende diensten en de financieringsactiviteit.
Tenminste vijfenveertig dagen voor de jaarvergadering deelt de raad van bestuur het ontwerp van jaarrekening en het jaarverslag mee aan het college van commissarissen en de commissarissen (lid IBR).
Het college van commissarissen en de commissarissen (lid IBR) brengen afzonderlijk verslag uit binnen 14 dagen na deze mededeling.
Dertig dagen voor de jaarvergadering deelt de raad van bestuur aan de vennoten de onder alinea 2 vermelde stukken mee, evenals de verslagen van het college van commissarissen en de commissarissen (lid IBR).
Dezelfde documenten worden elk jaar naar alle gemeenteraadsleden van de aangesloten gemeenten gestuurd, binnen een termijn van een maand na de goedkeuring ervan door de jaarvergadering.
TITEL IX : INVENTARIS - BALANS - RESULTAAT EN WINSTVERDELING
Artikel 46 : Wijze van boekhouding
De boekhouding van de opdrachthoudende vereniging wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhou- ding van de ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de daartoe bevoegde overheid in voorkomend ge- val uitvaardigt met betrekking tot de boekhoudkundige verrichtingen.
Het boekjaar komt overeen met het burgerlijk jaar. Op 31 december van elk jaar sluit de raad van bestuur de rekenin- gen af en maakt hij de jaarrekening evenals het jaarverslag op. De jaarrekening bestaat uit de balans, de resultatenre- kening en de toelichting; daarbij worden bovendien analytische resultatenrekeningen opgemaakt, afzonderlijk voor de drinkwateractiviteit en de zuiveringsactiviteit,.
Tenminste vijfenveertig dagen voor de jaarvergadering deelt de raad van bestuur het ontwerp van jaarrekening en het jaarverslag mee de commissarissen (lid IBR).
De commissarissen (lid IBR) brengen afzonderlijk verslag uit binnen veertien dagen na deze mededeling.
Dertig dagen voor de jaarvergadering deelt de raad van bestuur aan de vennoten de onder alinea 2 vermelde stukken mee, evenals de verslagen van het college van commissarissen en de commissarissen (lid IBR).
Dezelfde documenten worden elk jaar naar alle gemeenteraadsleden van de aangesloten gemeenten gestuurd, binnen een termijn van een maand na de goedkeuring ervan door de jaarvergadering.
Artikel 56 : Drinkwaterinfrastructuurfonds voor de distributie-infrastructuur (DIF)
Per regio wordt in de boekhouding van de distributieactiviteit een rekening genaamd ‘drinkwaterinfrastructuurfonds (DIF)’ geopend, waarop de in de tijd gespreide vergoeding van de inbreng bedoeld in artikel 11, van de vennoten ten bedrage van zeshonderd euro (€ 600,-) per D-aandeel en per maand en waarvan sprake in artikel 11 zal worden ge- stort.
In dat DIF wordt per maand tevens een bedrag gestort van zestig euro (€ 60,-) per D²-aandeel en van vijf euro (€ 5,-) per DK-aandeel.
In de boekhouding van de distributieactiviteit wordt tevens een rekening geopend voor een extra voeding van het DIF die toelaat de aanpassings- en verplaatsingswerken te integreren in het DIF. Het bedrag van deze extra voeding wordt jaarlijks vastgelegd via een beslissing van de raad van bestuur, op expliciete gemotiveerde vraag van de bevoegde di- rectiecomités en middels bekrachtiging ervan door de eerstvolgende algemene vergadering.
De raad van bestuur kan in een afzonderlijk reglement bepalen dat uitbreidingsinvesteringen die verband houden met nieuwe verkavelingen en daarmede gelijk te stellen verrichtingen niet, of slechts onder de door haar bepaalde voor- waarden, in aanmerking komen om te worden gefinancierd door het DIF. De voorziene uitbreidings-, vervangings-, kwaliteits-, aanpassings- en verplaatsingsinvesteringen en de tussenkomsten in het niet-subsidieerbaar gedeelte bij de aanleg van het drinkwaterdistributienet in sociale verkavelingen zullen worden gefinancierd door een debitering van de rekening DIF waarvan hierboven sprake.
De tussenkomst van de distributievennoten in het niet-subsidieerbaar gedeelte van de investeringswerken voor de distributie-infrastructuur in gebieden met een economische activiteit, aangelegd door of met tussenkomst van distri- butievennoten en hun afgeleiden zoals bepaald in artikel 3.17 wordt eveneens uit het DIF gefinancierd. De tussenkom- sten inzake gebieden met een economische activiteit worden echter per vennoot beperkt tot 30 % van de fractie van het jaarbudget, berekend per vennoot op basis van het aantal D- en D2-aandelen.
Alle andere werken aan de distributie-infrastructuur waarvan de vennoten het gebruiksrecht hebben ingebracht vol- gens artikel 11 of volgens artikel 58 hierna, met name de onderhoudswerken aan deze infrastructuur, vallen volledig ten laste van de intercommunale.
Artikel 47 : Drinkwaterinfrastructuurfonds voor de distributie-infrastructuur (DIF)
Per regio wordt in de boekhouding van de distributieactiviteit een rekening genaamd ‘drinkwaterinfrastructuur- fonds (DIF)’ geopend, waarop de in de tijd gespreide vergoeding van de inbreng, van de deelnemers ten bedrage van zeshonderd euro (€ 600,-) per D-aandeel en per maand zal worden gestort.
In dat DIF wordt per maand tevens een bedrag gestort van zestig euro (€ 60,-) per D²-aandeel en van vijf euro (€ 5,-) per DK-aandeel.
In de boekhouding van de distributieactiviteit wordt tevens een rekening geopend voor een extra voeding van het DIF die toelaat de aanpassings- en verplaatsingswerken te integreren in het DIF. Het bedrag van deze extra voe- ding wordt jaarlijks vastgelegd via een beslissing van de raad van bestuur, op expliciete gemotiveerde vraag van de bevoegde adviescomités en middels bekrachtiging ervan door de eerstvolgende algemene vergadering.
De raad van bestuur kan in een afzonderlijk reglement bepalen dat uitbreidingsinvesteringen die verband houden met nieuwe verkavelingen en daarmede gelijk te stellen verrichtingen niet, of slechts onder de door haar bepaalde voorwaarden, in aanmerking komen om te worden gefinancierd door het DIF. De voorziene uitbreidings-, vervan- gings-, kwaliteits-, aanpassings- en verplaatsingsinvesteringen en de tussenkomsten in het niet-subsidieerbaar ge- deelte bij de aanleg van het drinkwaterdistributienet in sociale verkavelingen zullen worden gefinancierd door een debitering van de rekening DIF waarvan hierboven sprake.
De tussenkomst van de distributiedeelnemers in het niet-subsidieerbaar gedeelte van de investeringswerken voor de distributie-infrastructuur in gebieden met een economische activiteit, aangelegd door of met tussenkomst van distributiedeelnemers en hun afgeleiden zoals bepaald in artikel 3.10 wordt eveneens uit het DIF gefinancierd. De tussenkomsten inzake gebieden met een economische activiteit worden echter per deelnemer beperkt tot 30 % van de fractie van het jaarbudget, berekend per deelnemer op basis van het aantal D- en D2-aandelen.
Alle andere werken aan de distributie-infrastructuur waarvan de deelnemers het gebruiksrecht hebben ingebracht volgens artikel 11 of volgens artikel 49 hierna, met name de onderhoudswerken aan deze infrastructuur, vallen volledig ten laste van de opdrachthoudende vereniging.
Artikel 57 : Uitgifte van bijkomende D-aandelen
- Er kunnen slechts bijkomende D-aandelen worden uitgegeven voor het geval een vennoot toetreedt voor een bijkomende geografische sectie, waarvan sprake in artikel 6, dan wel bij uitbreiding van zulk een sectie. Zulke uitgifte geschiedt overeenkomstig artikel 11.
- De uitgifte van nieuwe D-aandelen moet door de raad van bestuur worden bevestigd. De lijst van de vennoten in bijlage 2 aan de onderhavige statuten wordt overeenkomstig aangepast. Deze nieuwe aandelen geven pas recht op een vergoeding van zeshonderd euro (€ 600,-) per maand vanaf de maand die volgt op de datum van toetreding.
Artikel 48 : Uitgifte van bijkomende D-aandelen
1. Er kunnen slechts bijkomende D-aandelen worden uitgegeven voor het geval een deelnemer toetreedt voor een bijkomende geografische sectie, waarvan sprake in artikel 6, dan wel bij uitbreiding van zulk een sectie. Zulke uitgifte geschiedt overeenkomstig artikel 11.
2. De uitgifte van nieuwe D-aandelen door de raad van bestuur beslist . De lijst van de deelnemers in bijlage 2 aan de onderhavige statuten wordt overeenkomstig aangepast. Deze nieuwe aandelen geven pas recht op een vergoeding van zeshonderd euro (€ 600,-) per maand vanaf de maand die volgt op de datum van toe- treding.
Artikel 58 : Bijkomende financiële behoeften voor de distributie-investeringen
In het geval zou blijken dat de maandelijkse stortingen in het DIF waarvan in artikel 56 sprake onvoldoende zijn om de voorziene investeringen, gelet op het voorziene betalingsschema ervan, uit te voeren, kan, mits de hoogdringendheid van de werken kan worden aangetoond, het betrokken directiecomité de raad van bestuur verzoeken een voorschot toe te kennen. Dit voorschot mag niet groter zijn dan het equivalent van zesendertig maandelijkse schijven, en moet binnen de zestig maand, volgend op de toekenning ervan, worden aangezuiverd of gecompenseerd door lagere maandelijkse stortingen.
Afwijkingen op deze regels moeten worden voorgelegd aan de algemene vergadering, die desgevallend kan beslis- sen tot een verhoging van de maandelijkse stortingen, zonder dat de overeenkomstige aanpassing van artikel 11 en 56 als een aanpassing van de onderhavige statuten moet worden aanzien.
Een dergelijke verhoging van het DIF is van toepassing voor alle betrokken directiecomités.
Artikel 49 : Bijkomende financiële behoeften voor de distributie-investeringen
In het geval zou blijken dat de maandelijkse stortingen in het DIF waarvan in artikel 47 sprake onvoldoende zijn om de voorziene investeringen, gelet op het voorziene betalingsschema ervan, uit te voeren, kan, mits de hoogdrin- gendheid van de werken kan worden aangetoond, het betrokken adviescomité de raad van bestuur verzoeken een voorschot toe te kennen. Dit voorschot mag niet groter zijn dan het equivalent van zesendertig maandelijkse schij- ven, en moet binnen de zestig maand, volgend op de toekenning ervan, worden aangezuiverd of gecompenseerd door lagere maandelijkse stortingen.
Afwijkingen op deze regels moeten worden voorgelegd aan de algemene vergadering, die desgevallend kan beslis- sen tot een verhoging van de maandelijkse stortingen, zonder dat de overeenkomstige aanpassing van artikel 11 en 47 als een aanpassing van de onderhavige statuten moet worden aanzien.
Een dergelijke verhoging van het DIF is van toepassing voor alle betrokken adviescomités.
Artikel 59 : Resterende financiële middelen voor de distributie-investeringen
In het geval zou blijken dat de maandelijkse stortingen in het DIF waarvan sprake in artikel 56, na aftrek van de uit te voeren investeringen, een belangrijk saldo zouden laten, kan het betrokken directiecomité de raad van bestuur ver- zoeken aan de opgebouwde reserves een andere bestemming te geven die de vennoten ten goede komt. Dit verzoek kan maar worden geformuleerd indien deze reserve groter is dan het equivalent van zesendertig maanden stortingen.
Afwijkingen op deze regel moeten worden voorgelegd aan de algemene vergadering, die desgevallend kan beslis- sen tot een verlaging van de maandelijkse stortingen, zonder dat de overeenkomstige aanpassing van artikel 11 en 56 als een aanpassing van de onderhavige statuten moet worden aanzien.
Een dergelijke verlaging is van toepassing voor alle betrokken directiecomités.
Artikel 50 : Resterende financiële middelen voor de distributie-investeringen
In het geval zou blijken dat de maandelijkse stortingen in het DIF waarvan sprake in artikel 47, na aftrek van de uit te voeren investeringen, een belangrijk saldo zouden laten, kan het betrokken adviescomité de raad van bestuur verzoeken aan de opgebouwde reserves een andere bestemming te geven die de deelnemers ten goede komt. Dit verzoek kan maar worden geformuleerd indien deze reserve groter is dan het equivalent van zesendertig maanden stortingen.
Afwijkingen op deze regel moeten worden voorgelegd aan de algemene vergadering, die desgevallend kan beslis- sen tot een verlaging van de maandelijkse stortingen, zonder dat de overeenkomstige aanpassing van artikel 47 als een aanpassing van de onderhavige statuten moet worden aanzien.
Een dergelijke verlaging is van toepassing voor alle betrokken adviescomités
Artikel 60 : Investeringsfonds voor zuiveringsinfrastructuur
In de boekhouding van de zuiveringsactiviteit wordt een rekening genaamd “zuiveringsinvesteringsfonds” geopend, die wordt gespijsd op de wijze en in de mate zoals bepaald in het financieringsreglement inzake de zuiveringsactiviteit waarvan sprake in artikel 3.18, alsmede middels de verkregen subsidiëring terzake de zuiveringsactiviteit, waarvoor de interne regeling eveneens wordt vastgelegd in het financieringsreglement inzake de zuiveringsactiviteit waarvan spra- ke in artikel 3.18.
Deze rekening wordt verdeeld in een onderrekening per vennoot.
In dat investeringsfonds wordt per Z²-aandeel en per maand tevens een bedrag gestort van tien euro (€ 10,-).
De zo voorziene uitbreidings-, vervangings- en aanpassingsinvesteringen worden door de intercommunale, optre- dend als bouwheer uitgevoerd en zullen worden gefinancierd door een debitering van de rekening “zuiveringsin- vesteringsfonds” per vennoot waarvan hierboven sprake.
De aldus gefinancierde investeringen behoren toe aan de intercommunale, de toepassing van de artikelen 21 en 73 onverlet gelaten.
Tussen de intercommunale en de vennoot kunnen terzake de hier bedoelde investeringen die niet, of slechts deels, lastens het zuiveringsinvesteringsfonds kunnen of worden gefinancierd afzonderlijke overeenkomsten wor- den gesloten.
Alle andere werken aan de zuiveringsinfrastructuur waarvan de vennoten het gebruiksrecht hebben ingebracht met name de onderhoudswerken aan deze infrastructuur, vallen volledig ten laste van de intercommunale, binnen de per- ken van het exploitatiefonds en de daar bedoelde onderrekening per vennoot.
Artikel 51 : Investeringsfonds voor zuiveringsinfrastructuur
In de boekhouding van de zuiveringsactiviteit wordt een rekening genaamd “zuiveringsinvesteringsfonds” geo- pend, die wordt gespijsd op de wijze en in de mate zoals bepaald in het financieringsreglement inzake de zuive- ringsactiviteit waarvan sprake in artikel 3.11, alsmede middels de verkregen subsidiëring ter zake de zuiveringsac- tiviteit, waarvoor de interne regeling eveneens wordt vastgelegd in het financieringsreglement inzake de zuive- ringsactiviteit waarvan sprake in artikel 3.11.
Deze rekening wordt verdeeld in een onderrekening per deelnemer.
In dat investeringsfonds wordt per Z²-aandeel en per maand tevens een bedrag gestort van tien euro (€ 10,-).
De zo voorziene uitbreidings-, vervangings- en aanpassingsinvesteringen worden door de opdrachthoudende ver- eniging, optredend als bouwheer uitgevoerd en zullen worden gefinancierd door een debitering van de rekening “zuiveringssinvesteringsfonds” per deelnemer waarvan hierboven sprake.
De aldus gefinancierde investeringen behoren toe aan de opdrachthoudende vereniging, de toepassing van artikel 59 onverlet gelaten.
Tussen de opdrachthoudende vereniging en de deelnemer kunnen ter zake de hier bedoelde investeringen die niet, of slechts deels, lastens het zuiveringsinvesteringsfonds kunnen of worden gefinancierd afzonderlijke over- eenkomsten worden gesloten.
Alle andere werken aan de zuiveringsinfrastructuur waarvan de deelnemers het gebruiksrecht hebben ingebracht met name de onderhoudswerken aan deze infrastructuur, vallen volledig ten laste van de opdrachthoudende ver- eniging, binnen de perken van het exploitatiefonds en de daar bedoelde onderrekening per deelnemer.
Artikel 61 : Exploitatiefonds voor de zuiveringsactiviteit
In de boekhouding van de zuiveringsactiviteit wordt een rekening “exploitatiefonds voor de zuiveringsactiviteit” geo- pend, die wordt gespijsd op de wijze en in de mate zoals bepaald in het financieringsreglement inzake de zuiveringsac- tiviteit waarvan sprake in artikel 3.18.
Deze rekening wordt verdeeld in een onderrekening per vennoot.
Transferten tussen het zuiveringsinvesteringsfonds en het exploitatiefonds voor de zuiveringsactiviteit zijn toegelaten, mits ze beslist worden overeenkomstig de statuten en het financieringsreglement inzake de zuiveringsactiviteit waar- van sprake in artikel 3.18.
Artikel 52 : Exploitatiefonds voor de zuiveringsactiviteit
In de boekhouding van de zuiveringsactiviteit wordt een rekening “exploitatiefonds voor de zuiveringsactiviteit” geopend, die wordt gespijsd op de wijze en in de mate zoals bepaald in het financieringsreglement inzake de zui- veringsactiviteit waarvan sprake in artikel 3.11.Deze rekening wordt verdeeld in een onderrekening per deelne- mer.
Transferten tussen het zuiveringsinvesteringsfonds en het exploitatiefonds voor de zuiveringsactiviteit zijn toegela- ten, mits ze beslist worden overeenkomstig de statuten en het financieringsreglement inzake de zuiveringsactivi- teit waarvan sprake in artikel 3.11.
Artikel 62 : Investeringsfonds voor de wegenisinfrastructuur
In de boekhouding van de wegenisactiviteit wordt een rekening genaamd “wegenisinvesteringsfonds” geopend, die wordt gespijsd op de wijze en in de mate zoals bepaald in het financieringsreglement inzake de wegenisactiviteit waarvan sprake in artikel 3.18, alsmede middels de verkregen subsidiëring terzake de wegenisactiviteit, waarvoor de interne regeling eveneens wordt vastgelegd in het financieringsreglement inzake de wegenisactiviteit waarvan sprake in artikel 3.18.
Deze rekening wordt verdeeld in een onderrekening per vennoot.
De zo voorziene uitbreidings-, vervangings- en aanpassingsinvesteringen worden door de intercommunale, optre- dend als bouwheer uitgevoerd en zullen worden gefinancierd door een debitering van de rekening “wegenisinves- teringsfonds” per vennoot waarvan hierboven sprake.
De aldus gefinancierde investeringen behoren toe aan de intercommunale, de toepassing van de artikelen 21 en 73 onverlet gelaten.
Tussen de intercommunale en de vennoot kunnen terzake de hier bedoelde investeringen die niet, of slechts deels, lastens het wegenisinvesteringsfonds kunnen of worden gefinancierd afzonderlijke overeenkomsten worden gesloten.
Alle andere werken aan de wegenisinfrastructuur waarvan de vennoten het gebruiksrecht hebben ingebracht met name de onderhoudswerken aan deze infrastructuur, vallen volledig ten laste van de intercommunale, binnen de per- ken van het exploitatiefonds en de daar bedoelde onderrekening per vennoot.
Artikel 63 : Exploitatiefonds voor de wegenisactiviteit
In de boekhouding van de wegenisactiviteit wordt een rekening “exploitatiefonds voor de wegenisactiviteit” geopend, die wordt gespijsd op de wijze en in de mate zoals bepaald in het financieringsreglement inzake de wegenisactiviteit waarvan sprake in artikel 3.18.
Deze rekening wordt verdeeld in een onderrekening per vennoot.
Transferten tussen het zuiveringsinvesteringsfonds en het exploitatiefonds voor de wegenisactiviteit zijn toegelaten, mits ze beslist worden overeenkomstig de statuten en het financieringsreglement inzake de wegenisactiviteit waarvan sprake in artikel 3.18.
Artikel 64 : Investeringen voor de secundaire installaties en installaties aanvullende diensten
De voorziene investeringen worden door de intercommunale optredend als bouwheer uitgevoerd en gefinancierd. De aldus gefinancierde investeringen behoren toe aan de intercommunale, de toepassing van de artikelen 21 en 73 onverlet gelaten.
Tussen de intercommunale en de vennoot kunnen terzake de financiering van de hier bedoelde investeringen, alsmede aangaande exploitatie- en uitbatingsopdrachten afzonderlijke overeenkomsten worden gesloten.
Artikel 65 : Batig saldo van de drinkwateractiviteit
Het batig saldo van de exploitatierekening van de drinkwateractiviteit zal, na afhouding van de wettelijke reserves tot tien procent van het vast kapitaal in T-aandelen, als volgt verdeeld worden :
- een dotatie aan de beschikbare reserves drinkwater ;
- een dividend gelijk aan zes (6) procent van de intekenprijs van de onderscheiden TK-aandelen wordt toegekend aan elk TK-aandeel ;
- het saldo aan de houders van D-aandelen op basis van een gelijk dividend per D-aandeel, dit alles op voorstel van de raad van bestuur en mits beslissing van de algemene vergadering.
De volgestorte aandelen TK en de aandelen D worden wat het dividend betreft pro rata temporis vergoed.
De dividenduitkeringen worden verricht in de loop van de maand die volgt op de goedkeuring van de jaarrekeningen door de algemene jaarvergadering. Onverminderd de wettelijke bepalingen terzake, is de raad van bestuur gerechtigd om, onder zijn verantwoordelijkheid, voorschotten op de dividenden, ten titel van interimdividend uit te keren.
Volstaat het resultaat van de drinkwateractiviteit niet om de dividenden voor de TK-aandelen toe te kennen, dan zullen de sommen om die bedragen aan te vullen in dezelfde orde en bij voorrang op het resultaat van de drinkwateractivi- teit van de volgende boekjaren worden vooraf genomen.
De houders van de TK- en de D-aandelen geven de intercommunale een onherroepelijke machtiging om elke som die zij haar verschuldigd zijn, af te houden van de toegekende dividenden en van de vergoeding waarvan sprake in artikel 11.
In het geval van een nadelig saldo, zal de raad van bestuur, na de betrokken directiecomités te hebben gehoord, de nodige maatregelen treffen om dit nadelig saldo te dekken.
Artikel 53 : Batig en nadelig saldo van de drinkwateractiviteit
Het batig saldo van de exploitatierekening van de drinkwateractiviteit zal, na afhouding van de wettelijke reserves tot tien procent van het vast kapitaal in T-aandelen, gedoteerd worden aan de beschikbare reserves drinkwater.
In het geval van een nadelig saldo, zal de raad van bestuur, na de betrokken adviescomités en het directiecomité te hebben gehoord, de nodige maatregelen treffen om dit nadelig saldo te dekken.
Artikel 66 : Batig saldo van de zuiveringsactiviteit
Het batig saldo van de exploitatierekening van de zuiveringsactiviteit zal als volgt verdeeld worden :
- een dotatie aan de beschikbare reserves zuivering ;
- het saldo aan de houders van de Z- aandelen op basis van een gelijk dividend per Z-aandeel, dit alles op voorstel van de raad van bestuur en mits beslissing van de algemene vergadering.
In het geval van een nadelig saldo, zal de raad van bestuur, na de betrokken directiecomités te hebben gehoord, de nodige maatregelen treffen om dit nadelig saldo te dekken.
Artikel 54 : Batig en nadelig saldo van de zuiveringsactiviteit
Het batig saldo van de exploitatierekening van de zuiveringsactiviteit zal gedoteerd worden aan de beschikbare re- serves zuivering.
In het geval van een nadelig saldo, zal de raad van bestuur, na de betrokken adviescomités en het directiecomité te hebben gehoord, de nodige maatregelen treffen om dit nadelig saldo te dekken.
Artikel 67 : Batig saldo van de wegenisactiviteit
Het batig saldo van de exploitatierekening van de wegenisactiviteit zal als volgt verdeeld worden:
- een dotatie aan de beschikbare reserves wegenis ;
- het saldo aan de houders van de V-aandelen op basis van een gelijk dividend per V-aandeel, dit alles op voorstel van de raad van bestuur en mits beslissing van de algemene vergadering.
In het geval van een nadelig saldo, zal de raad van bestuur, na het betrokken directiecomité te hebben gehoord, de nodige maatregelen treffen om dit nadelig saldo te dekken.
Artikel 68 : Batig saldo van de secundaire activiteit
Het batig saldo van de exploitatierekening van de secundaire activiteit zal als volgt verdeeld worden:
- een dotatie aan de beschikbare reserves secundaire activiteit ;
- het saldo aan de houders van de SK- en S-aandelen op basis van een gelijk dividend per SK-aandeel en een gelijk di- vidend per S-aandeel, dit alles op voorstel van de raad van bestuur en mits beslissing van de algemene vergadering.
De volgestorte aandelen SK worden wat het dividend betreft pro rata temporis vergoed.
In het geval van een nadelig saldo zal de raad van bestuur, na het betrokken directiecomité te hebben gehoord, de nodige maatregelen treffen om dit nadelig saldo te dekken.
Artikel 69 : Batig saldo van de activiteit aanvullende diensten
Het batig saldo van de exploitatierekening van de activiteit aanvullende diensten zal als volgt verdeeld worden:
- een dotatie aan de beschikbare reserves aanvullende activiteit ;
- het saldo aan de houders van de A-aandelen op basis van een gelijk dividend per A-aandeel, dit alles op voorstel van de raad van bestuur en mits beslissing van de algemene vergadering.
De volgestorte aandelen A worden wat het dividend betreft pro rata temporis vergoed.
In het geval van een nadelig saldo, zal de raad van bestuur, na het betrokken directiecomité, te hebben gehoord, de nodige maatregelen treffen om dit nadelig saldo te dekken.
Artikel 70 : Batig saldo van de financieringsactiviteit
Het batig saldo van de exploitatierekening van de financieringsactiviteit wordt geheel of gedeeltelijk overgedragen naar het volgende boekjaar of wordt geboekt op een rekening beschikbare reserve financiering, dan wel uitgekeerd aan de houders van de F2-, F3- en F4-aandelen op basis van een gelijk dividend per aandeel, dit alles op voorstel van de raad van bestuur en mits beslissing van de algemene vergadering.
De volgestorte aandelen F2, F3 en F4 toegekend in de loop van het jaar worden wat het dividend betreft, vergoed pro rata temporis.
In het geval van een nadelig saldo zal de raad van bestuur, in overleg met het directiecomité voor financieringsaange- legenheden, de nodige maatregelen treffen om dit nadelig saldo te dekken.
XII - VERLENGING - ONTBINDING - VEREFFENING
Artikel 71 : Verlenging van de intercommunale
Onverminderd de bepalingen van de wet van 22 december 1986 kan de intercommunale voor één of meerdere malen worden verlengd bij besluit van twee derden van de op de algemene vergadering aanwezige of vertegenwoordigde vennoten. Geen enkele verlenging mag evenwel de duurtijd van dertig jaar overschrijden.
Geen enkele vennoot mag worden gebonden door een termijn die verder reikt dan hetgeen was besloten voor het in- gaan van de verlenging. In dat geval verbindt de vennoot er zich evenwel toe de algemene vergadering hiervan uit- drukkelijk in kennis te stellen, bij gebreke waarvan hij geacht wordt zijn initiële aansluiting te hernieuwen.
Een verlenging heeft de aanpassing van artikel 5 van onderhavige statuten door de raad van bestuur tot gevolg, zonder dat de procedure voor statutenwijziging hierop van toepassing is.
Artikel 72 : Vervroegde ontbinding van de intercommunale
De vervroegde ontbinding van de intercommunale kan slechts aangenomen worden met instemming van alle venno- ten overeenkomstig artikel 22 van de wet van 22 december 1986.
TITEL X : VERLENGING – UITSLUITING – VERVROEGDE ONTBINDING – VEREFFENING
Artikel 55 : Verlenging - Vervroegde ontbinding
A) Na afloop van de statutair bepaalde duur kan de opdrachthoudende vereniging opeenvolgende keren ver- lengd worden voor een termijn die telkens niet langer mag zijn dan achttien jaar.
Op verzoek van de gewone meerderheid van het totale aantal deelnemers en op voorwaarde dat dit verzoek gedragen wordt door een drie/vierde meerderheid van het aantal deelnemende gemeenten, kan de laatste algemene vergadering die het verstrijken van de duur voorafgaat, tot de verlenging beslissen met een drie/vierde meerderheid van het aantal stemmen. De daartoe strekkende gemeenteraadsbeslissingen wor- den bij het verslag van de algemene vergadering gevoegd en zijn gebaseerd op een onderzoek, eventueel vergelijkend in de mate dat er zich verschillende beheersvormen reëel aanbieden.
Uiterlijk negentig kalenderdagen voor de algemene vergadering die beslist over de verlenging wordt de agenda door de raad van bestuur aan alle deelnemers toegezonden.
De deelnemers die niet wensen te verlengen kunnen daartoe niet verplicht worden en houden op deel uit te maken van de opdrachthoudende verenigingen op het einde van het jaar waarin tot de verlenging door de algemene vergadering is beslist. Vooraf leggen zij hun daartoe strekkende beslissing voor die wordt gevoegd bij het verslag van de algemene vergadering. Ze moeten de door hen aangegane contractuele verbintenis- sen naleven, maar zijn voor het overige geen schadevergoeding verschuldigd.
Xxxxxx X) van huidig artikel in verband met de overname van het personeel en installaties is op hen van toe- passing.
Deelnemers die nalaten over de verlenging te beslissen of hun beslissing mee te delen, worden geacht ver- der deel uit te maken van de opdrachthoudende vereniging.
B) Op verzoek van drievierden van het aantal deelnemende gemeenten, en aan de hand van de daartoe strek- kende gemeenteraadsbeslissingen, kan de algemene vergadering met een drie/vierde meerderheid van het aantal stemmen tot de vervroegde ontbinding van een opdrachthoudende vereniging beslissen.
Bij ontbinding krachtens het voorgaande lid of door het verstrijken van statutair bepaalde duur die niet ver- lengd wordt, wijst de algemene vergadering die de ontbinding vaststelt, een beperkt college van vereffe- naars aan op dezelfde wijze als bepaald is voor de bestuurders. Een beperkt college van vereffenaars kan samengesteld worden op dezelfde wijze als een adviescomité. Alle andere organen vervallen op het ogen- blik van de ontbinding.
Het voltallige personeel van de opdrachthoudende vereniging, met inbegrip van het aan haar toewijsbaar personeel van de operator, wordt overgenomen hetzij door de deelnemers, hetzij door de overnemers van de activiteit, in verhouding tot de kapitaalsinbreng of overeenkomstig de onderling bereikte akkoorden en zonder dat de personeelsleden door deze plicht tot overname gebonden zijn.
Het personeel dat wordt overgenomen vormt een representatieve doorsnede van het effectief en dient te beantwoorden aan een representatief kwaliteitsprofiel dat vereist is voor de taken en opdrachten die door de overnemer dienen te worden uitgevoerd.
De nieuwe werkgever waarborgt de rechten die de opdrachthoudende vereniging op het ogenblik van haar ontbinding, hetzij statutair, hetzij contractueel voor de werknemers vastgesteld had. Het door een gemeen- te overgenomen personeel komt, met behoud van zijn geldelijk statuut, minstens terecht in een overgangs- kader dat geen invloed heeft op de personeelsformatie en uitdovend is.
De gemeenten hebben een recht van voorkeur op overneming van de op hun grondgebied gelegen installa- ties tegen boekwaarde, met voor het overige toepassing van artikel 58 van onderhavige statuten.
Tijdens de bij de oprichting van een opdrachthoudende vereniging vastgestelde duur, die, achttien jaar niet mag overschrijden, is geen uittreding mogelijk.
C) Indien de duur van een opdrachthoudende vereniging verstrijkt in de loop van het jaar waarin de verkiezin- gen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, wordt over de verlenging pas beslist in het daaropvolgende jaar, zowel voor de betrokken gemeenteraden als door de eerste algeme- ne vergadering in de loop van dat jaar. Zolang wordt de oorspronkelijke duurtijd verlengd.
Artikel 56 : Uitsluiting
Een deelnemer kan door de algemene vergadering worden uitgesloten op de wijze die wordt bepaald in de artike- len 57 en 58 van onderhavige statuten wegens behoorlijk vastgestelde niet-naleving der verbintenissen ten op- zichte van de opdrachthoudende vereniging. De uitsluiting wordt, op gemotiveerd voorstel van de raad van be- stuur beslist, door de algemene vergadering, volgens de voorwaarden voor het wijzigen van de statuten.
De betrokken deelnemer neemt niet deel aan de stemming. Hij dient ten minste twaalf weken vóór datum van de voornoemde algemene vergadering in kennis te zijn gesteld teneinde hem toe te laten zijn verdedigingsmiddelen te doen gelden, hetzij schriftelijk binnen de tien weken nadat een aangetekende brief met het met reden omklede voorstel tot uitsluiting is verstuurd, hetzij mondeling tijdens de algemene vergadering.
Artikel 57 : Uitsluiting: schadevergoeding
De volgende regels zijn, per activiteit, van toepassing in geval van uitsluiting :
1. De gemeente deelnemer die uitgesloten wordt neemt, volgens schatting van experts, alle op haar grond- gebied gelegen distributie-installaties over mits akkoord over de gebeurlijke transit van drinkwater be- stemd voor de rest van de opdrachthoudende vereniging. Zij neemt tevens het geheel of een deel van de gemeenschappelijke gebruikte installaties of inrichtingen over, alsook materiaal, voertuigen, voorraden toebehorend aan de opdrachthoudende vereniging, mits een akkoord tussen de partijen. De installaties komen evenwel kosteloos aan de gemeente toe in de mate zij door haar werden gefinancierd, of met sub- sidies van andere openbare besturen die aan haar zijn toegekomen, voor zover deze laatste nog niet aan de gemeente werden terugbetaald.
2. De gemeente deelnemer die uitgesloten wordt, neemt het personeel van de opdrachthoudende vereni- ging over alsook het personeel van de operator toegewezen aan de activiteit van het grondgebied van de betrokken gemeente deelnemer volgens in gemeen overleg te bepalen schikkingen en met nalevering van de op dat personeel toepasselijke statutaire en contractuele bepalingen. Het personeel dat wordt overge- nomen vormt een representatieve doorsnede van het effectief en dient te beantwoorden aan een repre- sentatief kwaliteitsprofiel dat vereist is voor de taken en opdrachten die door de overnemer zullen worden uitgevoerd met dien verstande dat de opdrachthoudende vereniging haar activiteiten verder kan uitvoe- ren.
Inzake de pensioenrechten van het in dienst zijnde of gepensioneerde personeel van de opdrachthouden- de vereniging of operator voor zover nog niet opgenomen in de verkooptarieven, nemen de uitgesloten gemeente en de operator deze rechten ten laste voor de periode tijdens dewelke het personeelslid of ge- pensioneerde heeft gewerkt ten voordele van de opdrachthoudende vereniging of van deze wiens rechten en plichten laatstgenoemde heeft overgenomen, in de zin van art.59 voorziene verhouding berekend alsof de opdrachthoudende vereniging in vereffening werd gesteld. De experts waarvan hiervoor sprake, zullen, in geval van uitsluiting uit de toevoeractiviteit, ook het negatief effect van de uitsluiting valoriseren, inzon- derheid (niet limitatief) op de lopende leveringscontracten voor water.
3. De gemeente deelnemer die uitgesloten wordt, neemt de schade ten laste berokkend aan de opdracht- houdende vereniging of aan de andere deelnemers volgens schatting van experts, derwijze geëvalueerd dat de gevolgen van de uitsluiting integraal gecompenseerd worden tot bij het verstrijken van de duur van de opdrachthoudende vereniging. De schade omvat tevens desgevallend, het verschil tussen de experti- sewaarde en de boekwaarde van de over te nemen installaties zo dit negatief is. De deelnemer die geen deel meer uitmaakt van de opdrachthoudende vereniging ontvangt zijn aandeel in deze laatste wanneer dit positief is, en zuivert het aan wanneer dit negatief is. Dit aandeel is gelijk aan de waarde van de aande- len die hij bezit op het einde van het dienstjaar tijdens hetwelk de uittreding effectief wordt vermeerderd of verminderd met een gedeelte van het verschil tussen, enerzijds het kapitaal, de herwaarderingsmeer- waarden en de reserves, vermeerderd of verminderd met de overgedragen winsten of verliezen, en ander- zijds, de waarde van het geheel van de aandelen op het einde van hetzelfde dienstjaar. Dit gedeelte is ge- lijk aan de verhouding van het door deze deelnemer aangehouden percentage in het kapitaal op het ogen- blik van de uitsluiting.
Artikel 58 : Uitsluiting : college van experten - modaliteiten inzake waardebepaling en tijdstip van overname
1. Het college van experten, belast met voornoemde ramingen, is als volgt samengesteld :
a. een expert, aangeduid door de raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging met dien ver- stande dat bestuurders die een mandaat of functie uitoefenen bij de deelnemer die uitgesloten wordt, of die hun hoedanigheid van bestuurder te danken hebben aan de voordracht door deze deelnemer, uitgesloten worden.
b. een expert, aangeduid door de deelnemer die uitgesloten wordt.
Kunnen deze twee experten geen akkoord bereiken, dan duiden zij een derde expert aan en het college doet dan uitspraak bij meerderheid van stemmen. Bestaat er geen eensgezindheid om deze derde expert aan te duiden, dan wordt deze aanduiding gedaan door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waar de opdrachthoudende vereniging haar zetel heeft en dit op verzoek van de meest gerede partij. Dit is eveneens het geval indien een partij geen expert heeft aangeduid binnen de maand na het daar- toe aan haar gericht verzoek.
2. De raad van bestuur kan het college van experten verzoeken een voorstel betreffende de modaliteiten voor de overname van de gemeenschappelijke installaties of van de overname van het personeel te formuleren
De prijs van de over te nemen activa wordt berekend op de datum, waarop het vertrek van de gemeente ef- fectief wordt.
Deze prijs en de schadevergoeding worden, bij laattijdige betaling, van rechtswege verhoogd met een intrest, berekend tegen de in burgerlijke zaken wettelijk toegepaste rentevoeten, vermeerderd met drie punten. De overname van de activiteit van de opdrachthoudende vereniging door een gemeente of een andere op- drachthoudende vereniging gaat slechts in vanaf het ogenblik dat alle aan de opdrachthoudende vereniging verschuldigde bedragen, in hoofdsom en in intresten effectief aan deze laatste zijn betaald.
Ondertussen wordt de activiteit door haar verdergezet voor rekening van de gemeente, tegen de voorwaar- den van onderhavige statuten, in het bijzonder wat betreft de aan de gemeente toekomende winst en de eventuele verliezen die haar ten laste komen.
Artikel 73 : Vereffening van de intercommunale
Bij het verstrijken van de duur van de intercommunale of in het geval van een vervroegde ontbinding ervan, benoemt de algemene vergadering de vereffenaars. Deze beschikken over de bevoegdheden zoals voorzien in artikel 186 en volgende van het Wetboek van vennootschappen, desgevallend aangevuld met opdrachten waarvan de inhoud en de omvang zal worden bepaald door de algemene vergadering. Ze handelen in overeenstemming met artikel 23 van de wet van 22 december 1986.
Voorafgaand aan elke andere verrichting van vereffening keren de inbrengen bedoeld in artikel 12 en 15 van rechts- wege, door het verstrijken van de duur van de intercommunale en behoudens verlenging of door het definitief worden van de beslissing van vervroegde ontbinding zelf, zonder vergoeding en zonder terugvordering van de eenmalige ver- goeding of in voorkomend geval van het uitbetaalde deel ervan, waarvan sprake in datzelfde artikel, terug naar de vennoten en worden de D²- en Z²-aandelen zonder meer vernietigd.
Eveneens voorafgaand aan elke verrichting van vereffening keren de inbrengen bedoeld in artikel 14 van rechtswege, door het verstrijken van de duur van de intercommunale en behoudens verlenging of door het definitief worden van de beslissing van vervroegde ontbinding zelf, zonder vergoeding en zonder terugvordering van de eenmalige vergoe- ding of in voorkomend geval van het uitbetaalde deel ervan, waarvan sprake in artikel 14, terug naar de vennoten en worden de Z-aandelen zonder meer vernietigd
Artikel 59 : Ontbinding en vereffening van de opdrachthoudende vereniging
Bij het verstrijken van de duur van de opdrachthoudende vereniging met algehele niet-verlenging of in geval van vervroegde ontbinding ervan , benoemt de algemene vergadering de vereffenaars, onder voorbehoud van de toe- passing van artikel 184 van het Wetboek van Vennootschappen en bepaalt ze hun vergoeding.
De bevestigde vereffenaars beschikken over de bevoegdheden zoals voorzien in artikel 183 en volgende van het wetboek van vennootschappen; in afwijking echter van artikel 187 van voornoemde wetten, kunnen zij van rechtswege de activiteiten van de opdrachthoudende vereniging verderzetten in het raam van het bepaalde onder de laatste tweealinea’s van onderhavig artikel.
Zij bezitten in het bijzonder alle bevoegdheden om aan de zakelijke rechten, voorrechten en rechtsvorderingen tot ontbinding te verzaken, opheffing te verlenen, zowel vóór als na betaling van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen, overschrijvingen, beslagleggingen, verzetten en andere beletsels, de hypotheekbewaarders ervan te ontslaan, ambtshalve inschrijvingen te nemen, waarbij de opsomming van de hiervoor genoemde bevoegdhe- den ter indicatie werd opgeheven en dus niet beperkend is.
Zij worden ontslagen van inventarisatie en mogen zich beroepen op de geschriften van de opdrachthoudende ver- eniging. Zij kunnen, onder hun verantwoordelijkheid, een door hen aangeduid deel van hun bevoegdheden over- dragen aan één of meerdere vereffenaars onder hen.
De vereffenaars vormen een college dat beraadslaagt volgens de regels voorzien in artikel 26, 29 en 30 van on- derhavige statuten. Behoudens bijzondere volmacht, worden alle akten die de opdrachthoudende vereniging in vereffening verbinden, zelfs die akten waaraan een ministerieel of openbaar ambtenaar zijn medewerking ver- leent, ondertekend door twee vereffenaars, die ten opzichte van derden geen besluit van het college van vereffe- naars dienen voor te leggen.
De vereffenaars hebben als opdracht over te gaan tot de vereffening van de opdrachthoudende vereniging volgens de hierna vermelde modaliteiten en in de voorziene volgorde voor elke activiteit van de opdrachthoudende ver- eniging.
1. Voorafgaand aan elke andere verrichting van vereffening keren de inbrengen bedoeld in artikel 12 en 15 van rechtswege, door het verstrijken van de duur van de opdrachthoudende vereniging en behoudens verlen- ging of door het definitief worden van de beslissing van vervroegde ontbinding zelf, zonder vergoeding en zonder terugvordering van de eenmalige vergoeding of in voorkomend geval van het uitbetaalde deel ervan, waarvan sprake in datzelfde artikel, terug naar de deelnemers en worden de D²- en Z²-aandelen zonder meer vernietigd.
Eveneens voorafgaand aan elke verrichting van vereffening keren de inbrengen bedoeld in artikel 14 van rechtswege, door het verstrijken van de duur van de opdrachthoudende vereniging en behoudens verlen- ging of door het definitief worden van de beslissing van vervroegde ontbinding zelf, zonder vergoeding en zonder terugvordering van de eenmalige vergoeding of in voorkomend geval van het uitbetaalde deel ervan, waarvan sprake in artikel 14, terug naar de deelnemers en worden de Z-aandelen zonder meer vernietigd.
Eveneens voorafgaand aan elke verrichting van vereffening keren de inbrengen bedoeld in artikel 17 van rechtswege, door het verstrijken van de duur van de intercommunale en behoudens verlenging of door het definitief worden van de beslissing van vervroegde ontbinding zelf, zonder vergoeding terug naar de vennoten en worden de V-aandelen zonder meer vernietigd.
2. De exploitatiewinst /exploitatieverlies op het ogenblik van de ontbinding of elke andere winst /verlies voortvloeiend uit het voorzetten van de activiteiten tijdens de vereffening, wordt onder de deelnemers verdeeld volgens hun aandeel in het kapitaal.
3. De overgedragen winst /verlies en de reserves andere dan deze gecreëerd door de afschrijving van de her- waarderingsmeerwaarden worden verdeeld onder de gemeenten deelnemers die pro rata hebben bijgedra- gen tot voornoemde overgedragen winst /verlies en reserves.
4. De gemeenten deelnemers of de verenigingen die de eerder aan de opdrachthoudende vereniging toever- trouwde activiteit zullen blijven uitoefenen, verwerven van deze laatste alle distributie-installaties, alsook de gemeenschappelijke installaties of inrichtingen, materiaal, voertuigen en voorraden volgens de modali- teiten voorzien in de artikels 57 en 58 hiervoor. Overeenkomstig artikel 37 van het decreet hebben de ge- meenten deelnemers een recht van voorkeur op overname van de op hun grondgebied gelegen installaties tegen boekwaarde, waarbij abstractie dient gemaakt van de effecten van vroegere herwaarderingsmeer- waarden.
Van de boekwaarde worden, eventuele aanvullingen opgenomen in het financieringsreglement onverlet ge- laten, in de beide voornoemde gevallen in mindering gebracht: de ter zake ontvangen bedragen aan subsi- dies en/of ingevolge gebeurlijke tussenkomsten van de klanten, alsmede het specifiek aan de bedoelde in- stallatie toewijsbaar deel van gemeentelijke saneringsbijdrage (GSB) en de gemeentelijke saneringsvergoe- ding (GSV). Hetzelfde geldt, wat het eerste geval aangaat, voor de eventuele eigen bijdrage van de betrok- ken deelnemer.
5. De gemeenten deelnemers of de verenigingen die de eerder aan de opdrachthoudende vereniging toever- trouwde activiteit zullen blijven uitoefenen nemen het personeel van de opdrachthoudende vereniging over, alsook het personeel van de operator toegewezen aan de activiteit op het grondgebied van de betrok- ken gemeenten deelnemers volgens in gemeen overleg te bepalen schikkingen en met naleving van de sec- toriële statutaire en/of contractuele bepalingen. Het personeel dat wordt overgenomen vormt een repre- sentatieve doorsnede van het effectief en dient te beantwoorden aan het representatief kwaliteitsprofiel dat vereist is voor de taken en opdrachten die door de overnemer dienen te worden uitgevoerd.
6. Inzake de pensioenrechten van het in dienst zijnde of gepensioneerde personeel van de opdrachthoudende vereniging of operator voor zover nog niet opgenomen in de verkooptarieven, neemt de gemeente deel- nemers deze rechten ten laste voor de periode tijdens dewelke het personeelslid of gepensioneerde heeft gewerkt ten voordele van de opdrachthoudende vereniging of van deze wiens rechten en plichten laatstge- noemde heeft overgenomen, in verhouding tot het aandeel in het kapitaal. Het organisatieschema van de exploitatie van de opdrachthoudende vereniging zal aan de raad worden voorgelegd en zonder zijn akkoord zal er geen enkele wijziging worden doorgevoerd, zowel wat het tewerkstellingsvolume betreft als de er- mee gepaard gaande kwalificatie.
Daarenboven, de in de loop van de vijf laatste jaren van de bestaansduur van de opdrachthoudende vereni- ging verwezenlijkte promoties, aanwervingen en transferts van personeelsleden van de operator, die toe- gewezen zijn aan de drinkwater- en zuiveringsactiviteit op het grondgebied van de deelnemersnde gemeen- ten, worden ter kennisgeving aan de raad van bestuur voorgelegd.
Zuiveringsinstallaties op het grondgebied van de vennoot, waarvan de intercommunale de exclusieve eigenaar is en dewelke exclusief door de intercommunale zouden zijn gefinancierd, zijn door de vennoot verplicht over te nemen aan de boekwaarde, te bepalen door experts aangeduid op de wijze waarvan sprake in artikel 21.
Zuiveringsinstallaties op het grondgebied van de vennoot die, ingevolge de overeenkomsten bedoeld in artikel 60, deels door de vennoot en deels door de intercommunale werden gefinancierd, zijn door de vennoot op dezelfde wijze verplicht over te nemen, waarbij de waarde geldt pro rata het financieringsdeel van elke partij.
Van de boekwaarde worden, eventuele aanvullingen opgenomen in het financieringsreglement onverlet gelaten, in de beide voornoemde gevallen in mindering gebracht : de terzake ontvangen bedragen aan subsidies en/of ingevolge ge- beurlijke tussenkomsten van de klanten, alsmede het specifiek aan de bedoelde installatie toewijsbaar deel van ge- meentelijke saneringsbijdrage (GSB) en de gemeentelijke saneringsvergoeding (GSV). Hetzelfde geldt, wat het eer- ste geval aangaat, voor de eventuele eigen bijdrage van de betrokken vennoot
Wegenisinstallaties op het grondgebied van de vennoot, waarvan de intercommunale de exclusieve eigenaar is en dewelke exclusief door de intercommunale zouden zijn gefinancierd, zijn door de vennoot verplicht over te nemen aan de boekwaarde, te bepalen door experts aangeduid op de wijze waarvan sprake in artikel 21. Wegenisinstallaties op het grondgebied van de vennoot die, ingevolge de overeenkomsten bedoeld in artikel 62, deels door de vennoot en deels door de intercommunale werden gefinancierd, zijn door de vennoot op dezelfde wijze verplicht over te nemen, waarbij de waarde geldt pro rata het financieringsdeel van elke partij.
Van de boekwaarde worden, eventuele aanvullingen opgenomen in het financieringsreglement onverlet gelaten, in de beide voornoemde gevallen in mindering gebracht : de terzake ontvangen bedragen aan subsidies en/of ingevolge ge- beurlijke tussenkomsten van de klanten. Hetzelfde geldt, wat het eerste geval aangaat, voor de eventuele eigen bij- drage van de betrokken vennoot.
7. De opdrachthoudende vereniging koopt van de deelnemers de aandelen T, TK, DK, en F1 voor het volstort- te gedeelte, indien van toepassing.
8. Welkdanige BTW - herzieningen waartoe de vereffening ten nadele van de opdrachthoudende vereniging of de operator aanleiding zou geven zijn ten laste van de deelnemer op wiens grondgebied de toevoer-, distributie- of zuiveringsinstallaties gelegen zijn.
Het vereffeningssaldo van de opdrachthoudende vereniging wordt vervolgens per activiteit onder de deel- nemers verdeeld volgens hun respectievelijk kapitaalbezit binnen die activiteit op het moment van de ver- effening.
9. De aandelen worden vernietigd.
10. De vereffenaars van de vereniging en/of in voorkomend geval de operator maakt aan de gemeentendeel- nemers, op daartoe aangepaste middelen, een kopie over van alle immateriële vaste activa van de op- drachthoudende vereniging en inzonderheid van de databestanden en plannen. Alle informatie vereist voor de continiuïteit van de openbare dienst wordt te goeder trouw overgemaakt.
De overname van de activiteit van de opdrachthoudende vereniging gaat slechts in vanaf het ogenblik dat alle aan de opdrachthoudende vereniging verschuldigde bedragen, in hoofdsom en intresten, effectief aan deze laatste werden vereffend.
Ondertussen wordt de activiteit door haar verdergezet voor rekening van de gemeentendeelnemers, tegen de voorwaarden van onderhavige statuten, de vereiste investeringen en de eventuele verliezen komen ten laste van de gemeenten deelnemers die niet tijdig betaald hebben.
Secundaire en/of aanvullende installaties op het grondgebied van de vennoot waarvan de intercommunale de ex- clusieve eigenaar is en dewelke exclusief door de intercommunale zouden zijn gefinancierd, zijn door de vennoot verplicht over te nemen aan de boekwaarde, te bepalen door experts aangeduid op de wijze waarvan sprake in ar- tikel 21. Secundaire en/of aanvullende installaties op het grondgebied van de vennoot die, ingevolge de overeen- komsten bedoeld in artikel 64, deels door de vennoot en deels door de intercommunale werden gefinancierd, zijn door de vennoot op dezelfde wijze verplicht over te nemen, waarbij de waarde geldt pro rata het financieringsdeel van elke partij.
Voor de boekwaarde worden, eventuele aanvullingen opgenomen in het financieringsreglement onverlet gelaten, in de beide voornoemde gevallen in mindering gebracht, voor zover toepasselijk, de bijdragen van de klanten en/of van de vennoot en/of van derden.
Welkdanige BTW-herzieningen waartoe de vereffening ten nadele van de intercommunale aanleiding zou geven zijn ten laste van de vennoot op wiens grondgebied de installaties - toevoer-, distributie-, zuiverings-, wegenis- secundai- re- en/of aanvullende naargelang - gelegen zijn.
Ingeval, na de vereffening, een positief saldo zou overblijven, zal dit over de betrokken vennoten worden verdeeld in functie van het percentage dat elke vennoot heeft in het bedrag van het kapitaal op het moment van de veref- fening.