Samenwerkingsovereenkomst betreffende de gemeenschappelijke rekenkamercommissie Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo 2015
Samenwerkingsovereenkomst betreffende de gemeenschappelijke rekenkamercommissie Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo 2015
De ondergetekenden:
de gemeente Bergen ter uitvoering van het besluit van de raad van , krachtens artikel 171
Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester xxx X. Xxxxxxx;
de gemeente Uitgeest ter uitvoering van het besluit van de raad van , krachtens artikel 171
Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester X. Xxxxxxx-Xxxxxx;
de gemeente Castricum ter uitvoering van het besluit van de raad van , krachtens artikel 171
Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester xxx X. Xxxx;
de gemeente Heiloo ter uitvoering van het besluit van de raad van 5 oktober 2015 , krachtens artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester T.J. Romeyn;
hierna te noemen "de gemeenten"
overwegende dat de gemeenten middels vaststelling van de Verordening gemeenschappelijke rekenkamercommissie BUCH gezamenlijk een rekenkamercommissie hebben ingesteld;
komen als volgt overeen:
Artikel 1 Algemeen
1. Onder rekenkamercommissie wordt verstaan de gezamenlijke rekenkamercommissie BUCH.
2. De gemeenten werken samen op het gebied van de rekenkamercommissie en van de ondersteuning van die commissie. Doel van deze overeenkomst is de aspecten van de gezamenlijke ondersteuning te regelen en enkele financiële bepalingen te treffen.
3. De vier gemeenten hebben elk dezelfde verordening op de rekenkamercommissie vastgesteld waarin inhoudelijk hetzelfde op dezelfde wijze wordt geregeld.
Artikel 2 Penvoering en administratie
1. Voor aangelegenheden waarvoor rechtspersoonlijkheid vereist is, treedt de gemeente die bij aanvang van de zittingstermijnen bij raadsbesluit van de deelnemende gemeenten is aangewezen als penvoerende gemeente als rechtspersoon op. Deze gemeente voert ook de administratie.
2. De rekenkamercommissie is op grond van deze overeenkomst bevoegd om namens een of meerdere gemeenten ten behoeve van het functioneren van de rekenkamercommissie overeenkomsten aan te gaan. Daartoe dient door de penvoerende gemeente mandaat (door het college) en volmacht (door de burgemeester) te worden verleend aan de voorzitter van de rkc.
.
3. De rekenkamercommissie kan voor de gemeenten slechts overeenkomsten aangaan voor zover het in artikel 4 eerste lid genoemde budget daartoe in financiële zin voldoende ruimte biedt.
4. Alle deelnemende gemeenten stellen op verzoek van de rekenkamercommissie een werk- of vergaderruimte beschikbaar. Een dergelijk verzoek wordt alleen op redelijke gronden geweigerd.
Artikel 3 Verantwoording
1. De gemeenteraden ontvangen uiterlijk op 1 april van het jaar volgend op het verslagjaar een (financiële) verantwoording van de rekenkamercommissie. Voor wat betreft de inzet van de financiële middelen geldt een streven van 70% voor onderzoekskosten en van 30% voor andere kosten.
Artikel 4 Budget
1. Het budget van de rekenkamercommissie bedraagt op 1 januari 2016 € 0,75 per inwoner. Dit bedrag wordt ieder jaar geïndexeerd op 1 januari op basis van de prijsmutatie Bruto Binnenlands Product (pBBP) volgens de meicirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken van het voorafgaande jaar, zulks voor het eerst per 1 januari 2017 en jaarlijks aangepast aan het aantal inwoners per 1 januari van het betreffende jaar.
2. De gemeenteraad neemt dit budget in de begroting op en stelt deze middelen jaarlijks aan de penvoerende gemeente beschikbaar, die de totale bijdrage beschikbaar stelt aan de rekenkamercommissie. De gemeenten betalen, binnen 30 dagen na ontvangst van de nota van de penvoerende gemeente, de verschuldigde jaarbijdrage. Deze bijdragen zijn voor de gemeenten, qua verplichtend karakter, vergelijkbaar met de verplichte bijdragen aan een gemeenschappelijke regeling.
3. De kosten voor werving en selectie van de leden van de rekenkamercommissie komen ten laste van het budget voor de gezamenlijke rekenkamerfunctie, in 2015 ten laste van de budgetten van de deelnemende gemeenten naar rato van het inwonertal.
4. Besteding van het aldus beschikbaar gestelde budget vindt gerekend over de gehele periode van vier jaar op zodanige wijze plaats dat het door iedere gemeente beschikbaar gestelde budget voor onderzoeken ten behoeve van die gemeente wordt aangewend.
5. In overleg met de rekenkamercommissie kan een raad bij raadsbesluit besluiten opdracht te geven tot een extra of uitgebreider onderzoek en stelt tevens het daarvoor benodigde extra budget vast.
6. Reservevorming is mogelijk tot een maximum van 50% van het jaarbudget.
Artikel 5 Secretariële ondersteuning
De Rekenkamercommissie regelt zelf haar secretariële ondersteuning, waarbij er geen arbeidscontracten afgesloten mogen worden.
1. De kosten van de facilitering van de rekenkamercommissie en haar secretaris komen ten laste van de begroting van de rekenkamercommissie.
2. De ondersteuning wordt aangestuurd door de voorzitter van de rekenkamercommissie.
Artikel 6 Klankbordgroep gezamenlijke rekenkamercommissie
1. Er wordt een klankbordgroep rekenkamercommissie BUCH ingesteld. De klankbordgroep bestaat uit twee raads- of commissie- c.q. carrouselleden per deelnemende gemeente en wordt ondersteund door een of meer griffiers of griffiemedewerkers van de deelnemende gemeenten.
2. De klankbordgroep is de gesprekspartner voor de rekenkamercommissie en overlegt minimaal twee keer per jaar met de leden van de rekenkamercommissie over onder meer lopende en komende onderzoeken, over mogelijke onderzoeksonderwerpen en onderzoeksopzetten.
3. Daarnaast is de klankbordgroep belast met de werving en selectie van de leden van de Rekenkamercommissie, voorbereiding van de (her)benoeming, het voorbereiden van het tijdelijk op non-actief stellen en het ontslag van de leden van de rekenkamercommissie alsmede het voorbereiden en uitvoeren van de (tussen)evaluatie van de samenwerking, zulks ter ondersteuning en advisering van de raden van de deelnemende gemeenten.
4. De klankbordgroep kan voorts zowel door de raden als de rekenkamercommissie worden ingeschakeld voor ondersteuning bij overige zaken die de rekenkamercommissie betreffen.
Artikel 7 Verlening, toetreding, uittreding en liquidatie
1. De overeenkomst wordt telkens na de zittingsperiode van de raden, beëindigd. Opzegging is mogelijk door een besluit van een gemeenteraad uiterlijk negen maanden voor het aflopen van een tijdvak van vier jaar.
2. Toetreding door andere gemeenten tot de rekenkamercommissie BUCH is mogelijk na een raadsbesluit daartoe van de huidige deelnemende gemeenten. Toetredende gemeenten verkrijgen dezelfde rechten en plichten als de gemeenten die al samenwerken in de rekenkamercommissie.
3. In geval van liquidatie van de samenwerking worden de na liquidatie doorlopende kosten verdeeld over de deelnemers naar rato van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar van liquidatie.
4. De penvoerende gemeente is belast met de verwerking van een liquidatie zoals genoemd in het derde lid.
5. Uittreding van één of meerdere gemeenten is mogelijk na opzegging conform het eerste lid.
Artikel 8 Overige bepalingen
1. In gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, treedt een vertegenwoordiging van de gemeenteraden in overleg en neemt ter zake een besluit.
2. Bij onduidelijkheden gaat de verordening boven deze overeenkomst.
Artikel 9 Duur van de overeenkomst en citeertitel
1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2016 en eindigt op de dag van de verkiezingen voor de gemeenteraad in maart 2018. Deze overeenkomst kan worden geciteerd als de Samenwerkingsovereenkomst rekenkamercommissie BUCH.
Ondertekeningen