CAO
CAO
GESPECIALISEERDE DETAILHANDEL
IN BLOEMEN EN PLANTEN
INLEIDING
Aan de werkgevers en de werknemers, werkzaam in de gespecialiseerde bloemendetailhandel,
VBW, CVAH en AVV hebben overeenstemming bereikt over een nieuwe cao voor de gespeciali- seerde bloemendetailhandel. De cao betreft een evenwichtig pakket aan afspraken waarmee zowel de continuïteit van de onderneming als het belang van de werknemer gediend is.
Deze cao is tot stand gekomen met inachtneming van navolgende uitgangspunten:
1. Uit de ‘Branchebarometer Bloemenspeciaalzaken’ (Rabobank, februari 2015) blijkt dat: ‘Kennis over de klant, zijn koopgedrag en zijn smaakvoorkeuren anno 2015 cruciaal zijn, evenals de vaardigheid om deze kennis om te zetten in nieuwe, relevante op maat gesneden proposities en formules’. Dat vereist het voortdurend ontwikkelen van kennis en vaardigheden, van zowel werkgever als werknemer.
2. Een goede relatie tussen werkgever en werknemers en optimale betrokkenheid van werknemers bij hun onderneming zijn in de gespecialiseerde detailhandel voor de bloemen en planten anno 2015 essentieel. Het is het team van werkgever en werknemers sámen dat een succesvolle zaak realiseert. De arbeidsvoorwaarden die zijn afgesproken in de cao versterken de relatie en betrokkenheid tussen werkgever en werknemer en ondersteunen en prikkelen de inzet van de werknemer op de juiste wijze. Niet alleen voor dit moment, maar ook voor de langere termijn.
3. Werknemers zullen in Nederland langer moeten werken, mogelijk zelfs tot na het 72e jaar.
Dat vergt goede inzetbaarheid en fitheid, waarvoor – ook in de gespecialiseerde detailhandel in bloemen en planten - structureel aandacht zal moeten zijn van werkgever en werknemers.
Recente wetswijzigingen en de Wet werk en zekerheid stimuleren partijen tot aandacht voor duurzame inzetbaarheid van werknemers. Denk daarbij aan de verplichting tot scholing ter verbetering van de inzetbaarheid van werknemers en de invoering van een verplichte transitie- vergoeding bij ontslag.
VBW, CVAH en AVV zullen gedurende de looptijd van deze cao periodiek overleg voeren over de ontwikkelingen in de branche en de kansen/ bedreigingen daarvoor voor bloemenspeciaalzaken en de werknemers. Doelstelling van die dialoog is het vergroten van het begrip voor elkaars positie om op basis van dat begrip slagvaardig tot afspraken te kunnen komen als dat nodig is. Van- zelfsprekend met behoud van ieders eigen verantwoordelijkheden.
Aldus besloten en getekend namens onderstaande partijen;
30 juni 2015
Vereniging Bloemist Winkeliers, (VBW) gevestigd te Ede,
J.P.M. Thijert, voorzitter
Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel, (CVAH), gevestigd te Zeewolde
H. Xxxxxxxxxx, voorzitter
Alternatief Voor Vakbond, AVV
X. Xxxxxxx, voorzitter
2 3
IHHOUDSOPGAvE
INLEIDING 2
HOOFDSTUK 1 OVER DE CAO 7
Artikel 1 Partijen bij deze cao 7
Artikel 2 Werkingssfeer cao 7
Artikel 3 Looptijd en opzegging cao 7
Artikel 4 Afwijken van de cao 7
HOOFDSTUK 2 ALGEMENE BEPALINGEN 8
Artikel 5 Begripsbepalingen 8
Artikel 6 Verplichtingen van je werkgever 8
Artikel 7 Verplichtingen voor jou als werknemer 8
HOOFDSTUK 3 XX XXXXXXXXXXXXXXXXXXX 00
Artikel 8 De arbeidsovereenkomst 10
Artikel 9 Duur van de arbeidsovereenkomst 10
Artikel 10 Xxxxxxxxx 00
Artikel 11 Einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 11
Artikel 12 Einde van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 11
Artikel 13 Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens ziekte 12
Artikel 14 Beëindiging van de arbeidsovereenkomst & AOW 12
Artikel 15 Beëindiging van de arbeidsovereenkomst door overlijden 12
HOOFDSTUK 4 HET JAARGESPREK 13
Artikel 16 Jaargesprek 13
HOOFDSTUK 5 FUNCTIE, SALARIS EN FLEXKEUZETOESLAG 14
Artikel 17 Functie-indeling 14
Artikel 18 Indeling in de salarisschaal 14
Artikel 19 Eenmalige uitkering, algemene salarisverhoging 15
Artikel 20 Periodieke salarisverhoging <24 jaar 16
Artikel 21 Periodieke salarisverhoging op basis van jouw beoordeling 16
Artikel 22 Flexkeuzetoeslag 17
Artikel 23 Component vakantietoeslag in Flexkeuzetoeslag 17
Artikel 24 Component bovenwettelijke verlofdagen in Flexkeuzetoeslag 17
Artikel 25 Component inkoop extra verlofdagen in Flexkeuzetoeslag 18
Artikel 26 Flexcomponent in Flexkeuzetoeslag 18
Artikel 27 Toeslag voor het werken op zondag voor medewerkers van 20
bloemenspeciaalzaken, werkzaam op luchthavens en/of stations
Artikel 28 Vakantietoeslag 20
HOOFDSTUK 6 ARBEIDSTIJDEN 21
Artikel 29 Werkweek 21
Artikel 30 Maximale arbeidstijden 21
Artikel 31 Gebroken diensten 21
Artikel 32 Pauzetijd van 15 minuten of langer 21
Artikel 33 Bezoek arts/tandarts 22
Artikel 34 Jaarurensystematiek 22
Artikel 35 Plus- en min-uren 23
Artikel 36 Overwerk 24
Artikel 37a Toeslag voor het werken in de nacht (dit artikel geldt tot 31 december 2015) 24
Artikel 37b Toeslag voor het werken in de nacht (dit artikel geldt vanaf 1 januari 2016) 24
Artikel 38 Toeslag voor het werken op feestdagen 25
HOOFDSTUK 7 PERSOONLIJKE XXXXXXXXXXXX 00
XX XXXXXXXX INZETBAARHEID
Artikel 39 Persoonlijke ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid 26
Artikel 40 Werknemers die naast hun werk een opleiding volgen 26
HOOFDSTUK 8 VERLOF EN VAKANTIE 28
Artikel 41 Verlofdag 28
Artikel 42 Wettelijk verlof 28
Artikel 43 Bovenwettelijk verlof 28
Artikel 44 Inkopen extra verlof 28
Artikel 45 Vaststelling verlof bij in- en uitdiensttreding 28
Artikel 46 Xxxxxx tijdens arbeidsongeschiktheid 29
Artikel 47 Opnemen van verlof 29
Artikel 48 Buitengewoon verlof 30
Artikel 49 Recht op buitengewoon verlof op grond van de wet 31
4
5
HOOFDSTUK 9 ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID 32
Artikel 50 Betaling tijdens arbeidsongeschiktheid 32
Artikel 51 Ziek- en betermeldingen, geneeskundig onderzoek 32
Artikel 52 Bedrijfsgeneeskundige begeleiding 33
Hoofdstuk 1
OvEP DE CAO
HOOFDSTUK 10 OVERIGE BEPALINGEN 34
Artikel 53 Pensioen 34
Artikel 54 Stichting Sociaal Fonds Bloemenspeciaalzaken 34
Artikel 55 Sociale commissie 35
Artikel 56 Vakbondsfaciliteiten 35
Artikel 57 Onderwerpen voor onderzoek tussen VBW en AVV 35
HOOFDSTUK 11 SEGMENTBEPALINGEN AMBULANTE HANDEL 36
Artikel 58 Segmentbepalingen ambulante handel 36
BIJLAGEN
Bijlage 1 Functiebeschrijvingen 38
Bijlage 2 Salaristabellen 52
Bijlage 3 Overgangsregelingen 54
Bijlage 4 Handleidingjaargesprek en beoordeling 58
Artikel 1
Partijen bij deze cao
De volgende partijen hebben deze cao afgesloten:
I. De verenigingen van werkgevers Vereniging Bloemist Winkeliers (VBW), gevestigd te Ede; Centrale Vereniging van Ambulante Handel (CVAH), gevestigd te Zeewolde; en
II. De vereniging van werknemers Alternatief Voor Vakbond (AVV), gevestigd te Amsterdam.
Artikel 2
Werkingssfeer cao
1. Deze cao heeft betrekking op de gespeciali- seerde detailhandel in bloemen en planten. Daaronder worden de ondernemingen ver- staan waarvan meer dan 50% van de totale omzet bestaat uit de verkoop en/of aflevering van bloemen, planten en/of arrangementen aan de eindgebruiker.
2. De onderneming kan zijn een gevestigde onderneming in een besloten ruimte die voor het publiek toegankelijk is, met name:
a. een zelfstandige winkel of verkoophal;
b. een zelfstandig bloemenverkooppunt in een supermarkt of grootwinkelbedrijf, station, ziekenhuis of dergelijke (shop in the shop);
c. een kiosk;
d. een verkooppunt dat deel uitmaakt van een keten van bloemenverkooppunten (filiaal of franchise).
3. De onderneming kan ook een digitale verkoopfaciliteit hebben, al dan niet in combinatie met een gevestigde (productie) ruimte.
4. De onderneming kan ook een ambulante onderneming zijn:
a. in een marktkraam;
b. in een vaste standplaats;
c. als wijkrijder;
d. als concessionair.
Artikel 3
Looptijd en opzegging cao
1. Deze cao treedt in werking op 1 mei 2015 en loopt tot en met 31 december 2017.
2. Bij ingrijpende veranderingen kunnen VBW, CVAH en AVV gedurende de looptijd wijzigin- gen in deze cao afspreken.
3. De cao kan door een cao-partij uiterlijk een maand voor de datum waarop hij eindigt schriftelijk aan de andere partij worden opgezegd. Als de cao niet tijdig door één van de partijen is opgezegd, wordt hij geacht telkens voor één jaar stilzwijgend te zijn verlengd.
Artikel 4
Afwijken van de cao
1. Je werkgever mag afwijken van deze cao om met jou gunstiger arbeidsvoorwaarden af te spreken.
6
7
ALGEMEHE BEPALIHGEH
Hoofdstuk 2
3. Je werkgever geeft je informatie over de regels die je in je werk moet naleven.
Dit zijn bijvoorbeeld instructies over de werkwijze en voorschriften. De teksten van
deze voorschriften krijg je uitgereikt bij je
van en over klanten. Deze geheimhoudings- verplichting geldt ook als je uit dienst bent van de werkgever.
5. Veiligheid en gezondheid. Je voorkomt in je werk gevaren voor je zelf en anderen.
Artikel 5
Begripsbepalingen
In deze cao worden bepaalde begrippen gebruikt. Hieronder lees je wat daarmee wordt bedoeld.
Werkgever: de werkgever is een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een niet-rechts- persoonlijkheid hebbende rechtsvorm met personeel in loondienst die uitsluitend of in hoofdzaak de gespecialiseerde detailhandel in bloemen en planten uitoefent.
Werknemer: de werknemer is de persoon die in dienst is van de werkgever, met uitzondering van directeuren van NV’s of BV’s.
Relatiepartner:
• De geregistreerde partner, dan wel
• Degene met wie de werknemer ongehuwd samenleeft. Van ongehuwd samenleven is sprake als twee ongehuwde personen een gezamenlijke huishouding voeren met uitzon- dering van bloedverwanten in de eerste graad.
Normale arbeidsduur: de gemiddelde arbeidsduur per week bij een voltijd arbeidsover- eenkomst bedraagt 36 uur per week.
Voltijd werknemer: de werknemer die gemiddeld 36 uur per week werkt.
Deeltijd werknemer: de werknemer die minder dan gemiddeld 36 uur per week werkt.
Xxxxxxx: het voor jou geldende bruto- maandsalaris.
Maandinkomen: het maandsalaris met de toelagen.
Salaris per uur: 1/156e deel van het salaris bij een normale arbeidsduur.
Cao-bedragen: de in de cao vermelde bedragen zijn bruto-bedragen tenzij anders vermeld.
Artikel 6
Verplichtingen van je werkgever
1. Je werkgever stelt zich in houding en gedrag naar jou als werknemer respectvol op, zoals een goed werk- gever dat hoort te doen.
2. De tekst van deze cao staat op xxx.xxx.xx, xxx.xxxx.xx en op xxx.xxx.xx. Kun jij niet op deze websites, vraag dan de cao op bij je werkgever.
indiensttreding. Je zorgt ervoor dat je deze regels en voorschriften kent en dat je ze naleeft.
Artikel 7
Verplichtingen voor jou als werknemer
1. Je gedraagt je als goed werknemer: in je houding en gedrag stel je je respectvol op. Daarbij moet je je houden aan de huisregels en werkinstructies van je werkgever.
2. Redelijke opdrachten. Je volgt redelijke opdrachten van je werkgever op. Dit geldt ook wanneer je ander werk moet doen dan normaal of wanneer je vanuit een andere locatie moet werken. Meestal zijn dit soort opdrachten tijdelijk. Je werkgever zal dit altijd eerst met je overleggen. Je volgt ook opdrachten van je werkgever op om meer- uren of overuren te werken.
3. Bedrijfskleding. Je draagt bedrijfskleding als je werkgever dat nodig vindt voor je werk. Hier zijn voor jou geen kosten aan verbonden. Reinigingskosten komen voor eigen rekening.
4. Geheimhouding. Het kan zijn dat je werkgever je voor bepaalde informatie geheimhouding oplegt. Je mag daarvan dan niets aan anderen meedelen. Dit geldt ook voor informatie waarvan je kunt vermoeden dat het vertrouwelijk is, zoals informatie
Je houdt je daarbij aan de richtlijnen die de werkgever kent op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn.
6. Nevenwerkzaamheden. Je meldt eventuele nevenwerkzaamheden vóór je xxxxxxxxxxx- xxxx bij je werkgever of voordat je met deze werkzaamheden begint.
7. Je werkgever kan je nevenwerkzaamheden helemaal of voor een deel verbieden als hij vindt dat die activiteiten:
a. concurrerend zijn voor de werkgever, of
b. indien blijkt dat deze nevenwerkzaam– heden in combinatie met je eigen functie te zwaar zijn.
8
9
APBEIDSOvEPEEHKOMST
Hoofdstuk 3
4. Als je werkgever een proeftijd met je over- eenkomt, dan moet die proeftijd schriftelijk worden vastgelegd.
5. Bij voortzetten van een arbeidsovereen- komst voor bepaalde tijd kan niet nogmaals
6. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan ook worden aangegaan ter vervan- ging van een zieke werknemer. Bij deze arbeidsovereenkomst is geen einddatum afgesproken. Deze arbeidsovereenkomst
Artikel 8
De arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan en gewijzigd. Je ontvangt een getekende versie van de arbeidsovereenkomst van je werkgever. In de arbeidsovereenkomst wordt vermeld:
a. de datum van je indiensttreding;
b. je functie;
c. de plaats waar je normaal gesproken werkt;
d. het met jou bij aanvang dienstverband overeengekomen maandsalaris;
e. de aard van het dienstverband (bepaalde of onbepaalde duur);
f. de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur;
g. de toepasselijkheid van de cao Gespeciali- seerde Detailhandel in Bloemen en Planten;
h. of er een proeftijd van toepassing is en zo ja, de duur daarvan;
i. deelname aan de pensioenregeling (vanaf de eerste dag van de maand dat de medewerker 20 jaar wordt).
Wijzigingen in je functie, loon en/of bijzondere voorwaarden worden tijdig schriftelijk aan je meegedeeld onder vermelding van de datum van ingang. Dergelijke wijzigingen worden door je werkgever altijd met je overlegd.
Artikel 9
Duur van de arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst wordt aange- gaan voor bepaalde of onbepaalde tijd.
Artikel 10
Proeftijd
1. De proeftijd bedraagt ten hoogste 2 maanden bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2. Voor een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan geen proeftijd worden overeengekomen bij een bepaalde tijd van ten hoogste een half jaar of korter.
3. Wel kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste:
a. 1 maand, indien de overeenkomst is aangegaan voor langer dan 6 maanden maar korter dan
2 jaren;
b. 2 maanden, indien de overeen- komst is aangegaan voor 2 jaren of langer.
een proeftijd worden overeengekomen.
Artikel 11
Einde van de arbeidsovereen- komst voor bepaalde tijd
1. Heb je een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd? Deze eindigt automatisch na afloop van de afgesproken periode.
2. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden opgezegd als die mogelijkheid in de arbeidsovereenkomst is opgenomen. Jij en je werkgever moeten dan de wettelijke opzegtermijn en de ontslag– regels volgen.
3. Uiterlijk een maand voor het verstrijken van de bepaalde tijd zal je werkgever je schriftelijk aanzeggen:
a. of er wel of geen nieuwe arbeidsovereen- komst wordt aangeboden;
b. of bij het aanbod andere voorwaarden worden aangeboden.
4. Het aanzeggen is niet verplicht bij een arbeidsovereenkomst van minder dan 6 maanden.
5. Het niet tijdig aanzeggen geeft volgens de wetgeving voor een reeks arbeidsovereen- komsten die eindigen na 1 februari 2015 een schadeplicht van je (oud) werkgever naar jou van ten hoogste eenmaal een maandsalaris.
eindigt op de dag dat de zieke werknemer zijn werk hervat.
Artikel 12
Einde van de arbeidsovereen- komst voor onbepaalde tijd
1. Heb je een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd? Dan geldt voor je werk– gever navolgende wettelijke opzegtermijn:
Arbeidsduur Opzegtermijn
Korter dan 5 jaar 1 maand
Tussen de 5 en 10 jaar 2 maanden
Tussen de 10 en 15 jaar 3 maanden
15 jaar of langer 4 maanden
2. Xxxx je zelf ontslag? Dan geldt voor jou een opzegtermijn van één maand.
3. Bij het beëindigen van de arbeidsovereen- komst volgens lid 1 of 2 valt het einde van je dienstverband altijd samen met het einde van de kalendermaand.
10
11
Artikel 13
Beëindiging van de arbeids- overeenkomst wegens ziekte
Hoofdstuk 4
HET JAAPGESPPEK
1. Xxx je langdurig ziek en kan je daardoor niet meer werken bij je werkgever?
De werkgever kan je arbeidsovereenkomst twee jaar nadat je arbeidsongeschikt
bent geworden, beëindigen
Artikel 14
Beëindiging van de arbeids- overeenkomst & AOW
1. Je arbeidsovereenkomst eindigt automatisch per de dag waarop je de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Artikel 15
Beëindiging van de arbeids- overeenkomst door overlijden
1. In geval je overlijdt, keert de werkgever, naast het tot en met de dag van je overlijden nog niet uitbetaalde maandinkomen, een uitkering ineens uit van éénmaal het maandinkomen.
2. Deze uitkering wordt toegekend aan:
x. xx xxxxxxxxxxxxx echtgenoot/partner, of als die er niet is - je minderjarige
kinderen, of als deze er eveneens niet zijn
b. degene voor wie je in de kosten van het bestaan voorzag en kosten hebt gemaakt.
Artikel 16
Jaargesprek
1. Tijdens het jaargesprek ga je met je werkgever in gesprek over ontwikkelingen rond de onderneming, jouw persoonlijke ontwikkeling en de inzetbaarheid van jou als werknemer.
2. Het jaargesprek wordt ieder jaar voor het einde van het jaar met jou gehouden.
3. Op basis van het individuele jaargesprek worden afspraken tussen werkgever en jou als werknemer gemaakt over:
a. De van toepassing zijnde functie
(-beschrijving) van de werknemer (zie artikel 17 lid 5 cao);
b. Een terugblik op het afgelopen jaar, waaronder jouw inzetbaarheid, het eventuele verzuim en de beoordeling van jouw functioneren;
c. De door jou te behalen resultaten gedurende het komende jaar;
d. De wijze waarop die resultaten beoor- deeld zullen worden en de op basis daarvan te nemen beloningsbeslissing;
e. De eventueel door jou te volgen functie- opleidingen;
f. Jouw inzetbaarheid gedurende het komende jaar, in het bijzonder jouw (eventuele) inzetbaarheid op zondagen en de vergoeding daarvoor (zie artikel 26 cao);
g. Jouw inzetbaarheid op de langere ter- mijn en de eventueel door jou te volgen toekomst gerichte opleidingen;
h. De wijze waarop je de vakantietoeslag wil ontvangen en of en zo ja, hoeveel vakantiedagen je het komende jaar wil kopen (zie artikel 24 cao).
4. Het jaargesprek wordt gehouden aan de hand van een checklist. De te maken
afspraken in het jaargesprek beslaan de periode januari tot en met december van het volgende jaar (twaalf maanden). De gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd en door jou en je werkgever ondertekend. Eventueel kunnen later in het jaar één of meer voortgangsgesprekken plaatsvinden.
5. De voorbeeld-checklist en de toelichting op het jaargesprek is medio 2015 door VBW en AVV uitgewerkt en is als bijlage bij de cao gevoegd. (bijlage 4)
6. De cyclus van jaargesprekken start met ingang van het najaar van 2015.
12
13
Hoofdstuk 5
FUHCTIE, SALAPIS EH FLEXKEUZETOESLAG
4. De salarisschalen zijn gebaseerd op de normale arbeidsduur bij een voltijd dienst- verband van gemiddeld 36 uur per week.
5. Als je een deeltijd dienstverband hebt wordt jouw salaris vastgesteld naar rato op basis van de overeengekomen gemiddelde wekelijkse arbeidsduur.
6. De salarisschalen zijn opgenomen in
Artikel 17
Functie-indeling
1. Je functie omvat het samenstel van de aan jou door je werkgever opgedragen werkzaamheden waarbij je een duidelijk resultaat moet bereiken.
2. Je werkgever maakt bij de functie-indeling gebruik van onderstaande indeling in functiegroepen.
3. Je werkgever vergelijkt de aan jou opgedra- gen werkzaamheden met de daarbij meest passende functiegroep.
4. Je werkgever deelt de functie vervolgens in die functiegroep in.
5. Je werkzaamheden worden ingedeeld in één van de volgende functies:
A. Aankomend winkelmedewerker
B. Winkelmedewerker
C. Verkoper/binder
D. Vaktechnisch verkoper/binder
E. Vakspecialist of Allround werknemer/ coördinerend medewerker (beiden ingedeeld in schaal E)
F. Bedrijfsleider
6. De functieomschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 1.
7. In de functieomschrijving staan de bij de functie behorende belangrijkste hoofdtaken
en resultaatgebieden. De functies verschil- len van elkaar en kennen een opklimmende mate van intensiteit/zwaarte en mate van gevarieerdheid van kerntaken en verant- woordelijkheden. Als je een hogere functie vervult, veronderstelt dat ook dat je de daar- aan voorgaande functies kunt uitvoeren.
8. Het is afhankelijk van de specifieke situatie binnen een onderneming welke functies er binnen die onderneming voorkomen.
Artikel 18
Indeling in de salarisschaal
1. Alle werknemers tussen de 23 jaar en de AOW-leeftijd hebben recht op het wettelijk minimumloon. Voor jongere werknemers (15 tot 23 jaar) geldt het minimumjeugd- loon. Dit is het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt. De actuele wettelijke minimum(jeugd-)lonen zijn opgenomen in bijlage 2.
2. Je werkgever deelt jouw functie in de bijbehorende salarisschaal in. De letter van de salarisschaal correspondeert met de letter van de functie.
3. Bij indiensttreding vindt de inpassing in de salarisschaal plaats op basis van jouw
(al dan niet elders verkregen) ervaring.
bijlage 2 van deze cao:
a. salarisschalen per 1 mei 2015
b. salarisschalen per 1 juli 2015
x. xxxxxxxxxxxxxx per 1 juli 2016 (extra prestatieperiodiek toegevoegd bij de salarisschalen B t/m F van 1,5%)
x. xxxxxxxxxxxxxx per 1 januari 2017 (alle bedragen van de salarisschalen verhoogd met 1%)
Artikel 19
Eenmalige uitkering, algemene salarisverhoging
1. In december 2015 ontvang je een éénma- lige bruto uitkering van 0,5% berekend over twaalf maal het salaris van december 2015. Als je op 31 december 2015 korter dan een jaar in dienst bent, ontvang je
de éénmalige uitkering naar rato van de lengte van het dienstverband.
2. Per 1 januari 2016 wordt je salaris – onafhankelijk van de beoordeling – verhoogd tot het bedrag van de volgende prestatieperiodiek van de salarisschaal waarin jouw functie is ingedeeld;
14 15
3. Met ingang van 1 januari 2017 wordt je salaris jaarlijks in januari - afhankelijk van je beoordeling – verhoogd tot het bedrag van de volgende prestatieperiodiek van de salarisschaal waarin jouw functie is inge- deeld overeenkomstig het salarisgebouw, geldend vanaf 1 januari 2017.
Artikel 20
Periodieke salarisverhoging
<24 jaar
1. Als je jonger bent dan 24 jaar ontvang je tot en met je 23e verjaardag ieder jaar een individuele salarisverhoging tot ten minste het op jouw leeftijd van toepassing zijnde wettelijke minimumloon.
2. De verhoging gaat in, in de maand die volgt op de maand waarin de verjaardag valt.
Artikel 21
Periodieke salarisverhoging op basis van jouw beoordeling
1. Als je ten minste één jaar in dienst bent én uit de beoordeling blijkt dat je volgens de norm functioneert krijg je jaarlijks per
1 januari een salarisverhoging op basis van de prestatieperiodieken.
2. Het besluit over de toekenning van de prestatieperiodiek is derhalve afhankelijk van de beoordeling van je functioneren.
3. De beoordeling wordt met je besproken als onderdeel van het jaargesprek.
4. De beoordeling kan zijn:
a. functioneert volgens de norm;
b. functioneert boven de norm;
c. functioneert onder de norm.
5. Als de vastgestelde beoordeling volgens de norm is, wordt de volgende prestatie– periodiek volgens de op jouw functie van toepassing zijnde salarisschaal per
1 januari aan je toegekend tot aan het maximum van de voor jou van toepassing zijnde salarisschaal.
6. Als de vastgestelde beoordeling boven de norm is, wordt ten minste de volgende prestatieperiodiek volgens de op jouw functie van toepassing zijnde salarisschaal per 1 januari aan je toegekend tot aan het maximum van de voor jou van toepassing zijnde salarisschaal.
7. Als de vastgestelde beoordeling onder de norm is, stel je in overleg met je werkgever een actieplan op, waarbij het streven is
om jouw functioneren volgens de norm
te krijgen. De toekenning van de volgende prestatieperiodiek blijft in dit geval achterwege.
8. Als de werkgever geen jaargesprek toe- past, heb je als werknemer per 1 januari recht op de volgende prestatieperiodiek van de op jouw functie van toepassing zijnde salarisschaal tot aan het maximum van de voor jou van toepassing zijnde schaal. Van jou als werknemer wordt in dit geval verwacht dat je dit tijdig bij de werk- gever signaleert. De werkgever heeft dan nog de kans het jaargesprek te houden en op basis van de beoordeling de belonings- beslissing te nemen.
9. In afwijking van het bovenstaande wordt aan iedere werknemer met ingang van 1 januari 2016 de volgende prestatie- periodiek in de op de functie van
toepassing zijnde salarisschaal toegekend, ongeacht de beoordeling van het functio- neren van de werknemer. Zie ook artikel 19 lid 2 van deze cao.
10. De beoordeling van de werknemer en
de op basis daarvan te nemen xxxxxxxxx- beslissing vindt voor de eerste maal plaats tijdens het jaargesprek in het najaar van 2016.
Artikel 22
Flexkeuzetoeslag
1. Als werknemer heb je vanaf januari 2016 de keuze hoe jij de waarde van een aantal arbeidsvoorwaarden wil ontvangen: in geld of in tijd, maandelijks of jaarlijks.
2. De te maken keuze is onderwerp van het jaargesprek tussen jou en je werkgever en wordt vormgegeven in de Flexkeuzetoeslag.
3. De Flexkeuzetoeslag wordt maandelijks aan jou uitbetaald en kan – afhankelijk van de door jou gemaakte keuze uit navolgende componenten bestaan:
a. 8% vakantietoeslag;
b. 1,52% zijnde de waarde van vier bovenwettelijke verlofdagen (bij fulltime dienstverband)
c. 0 – 3,5% als vaste maandelijkse flexibiliteitscomponent
4. Bij de beëindiging van je arbeidsovereen- komst wordt het opgebouwde bedrag aan Flexkeuzetoeslag aan je uitbetaald voor zover dat nog niet is gebeurd.
Artikel 23
Component vakantietoeslag in Flexkeuzetoeslag
1. Met ingang van 1 januari 2016 wordt de vakantietoeslag niet langer eenmaal per jaar in juni, maar maandelijks aan jou als werknemer uitbetaald.
2. In het jaargesprek kun je als werknemer aangeven of jij in afwijking daarvan het vakantiegeld toch jaarlijks wil blijven ontvangen.
3. Indien je kiest voor maandelijkse uitbeta- ling van het vakantiegeld wordt het door jou in de periode juli tot en met december 2015 opgebouwde vakantiegeld uitbetaald bij de salarisbetaling van december 2015.
Artikel 24
Component bovenwettelijke verlofdagen in Flexkeuzetoeslag
1. Als voltijdwerknemer (gemiddeld 36 uur per week) heb je recht op 20 wettelijke verlofdagen en op vier bovenwettelijke verlofdagen.
2. Parttimers ontvangen de wettelijke en bovenwettelijke verlofdagen naar rato van de omvang van het dienstverband.
3. Met ingang van 1 januari 2016 wordt de waarde (vier x 0,38% = 1,52%) van de vier bovenwettelijke verlofdagen aan jou uitbetaald als component van de Flex– keuzetoeslag (zie artikel 43 cao).
Je werkgever respecteert die keuze.
16
17
4. In het jaargesprek kun je aangeven of jij in afwijking daarvan in het komende tijdvak van 1 januari tot en met 31 december één of meer van de vier bovenwettelijke verlof- dagen als vrije tijd wilt genieten.
5. Bij de keuze voor het genieten van één of meer bovenwettelijke verlofdagen als vrije tijd vervalt voor het komende tijdvak van
1 januari tot en met 31 december een deel van de component voor de bovenwettelijke verlofdagen uit de Flexkeuzetoeslag (0,38% per in vrije tijd te genieten bovenwettelijke verlofdag).
Artikel 25
Component inkoop extra verlof- dagen in Flexkeuzetoeslag
1. Indien je dat wenst kun je in het jaarge- sprek aangeven om in het komende tijdvak van 1 januari tot en met 31 december naast de 20 dagen wettelijk verlof en de vier dagen bovenwettelijk verlof nog maximaal vier extra verlofdagen te willen genieten.
2. Het maximum aantal dagen te genieten verlof bedraagt dan in de periode 1 januari tot en met 31 december: 20 wettelijke ver- lofdagen, vier bovenwettelijke verlofdagen en vier extra verlofdagen = 28 verlofdagen.
3. De kosten van de extra verlofdagen bedra- gen 0,38% per in te kopen extra verlofdag tot een maximum van vier extra verlofda- gen/1,52% bij het inkopen van vier extra verlofdagen.
4. In het geval er extra verlofdagen worden ingekocht wordt dat verrekend met een negatieve component in de maandelijkse Flexkeuzetoeslag (Flexkeuzeafslag) ter waarde van:
• -0,38% per maand bij inkoop van 1 extra verlofdag
• -0,76% per maand bij inkoop van 2 extra verlofdagen
• -1,14% per maand bij inkoop van 3 extra verlofdagen
• -1,52% per maand bij inkoop van 4 extra verlofdagen
Artikel 26
Flexcomponent in Flexkeuzetoeslag*
1. De werkgever geeft in het jaargesprek aan of hij verwacht dat de winkel in het komende tijdvak van 1 januari tot en met
31 december op zondagen open gaat en zo ja, op hoeveel zondagen hij als werkgever zou willen dat xxx als werknemer komt werken (werken op zondagen kan volgens wetgeving niet worden verplicht).
2. Afhankelijk van de afspraak op hoeveel zondagen jij in het komende tijdvak van 1 januari tot en met 31 december op
zondagen zal werken, stel je in overleg met je werkgever de voor het komende tijdvak geldende vaste maandelijkse Flexcompo- nent van de Flexkeuzetoeslag vast:
• 0 zondagen: geen percentage Flexcomponent
• 1 – 4 zondagen 0,5%
• 5 – 10 zondagen 1%
• 11 – 16 zondagen 1,5%
• 17 – 24 zondagen 2%
• 25 – 32 zondagen 2,5%
• 33 – 42 zondagen 3%
• 43 – 52 zondagen 3,5%
3. Betreffende de vast te stellen Flex- component geldt het volgende:
a. De gemaakte afspraak wordt schriftelijk vastgelegd;
b. De gemaakte afspraak betreft het komende tijdvak van 1 januari tot 31 december;
c. Indien er wegens besluiten van de werk- gever in dat tijdvak toch niet of minder op zondagen wordt gewerkt, behoud
je de overeengekomen Flexcomponent tot de ingangsdatum van het eerstvol- gende tijdvak van 1 januari tot en met 31 december. Met ingang van dat nieuwe tijdvak gelden de nieuwe afspraken die gemaakt worden in het jaargesprek.
4. Indien je als werknemer een keer niet op een afgesproken zondag kan werken wordt dat door ruiling binnen het team opgelost, zodat je als werknemer gedurende het tijdvak van twaalf maanden toch het aantal afgesproken zondagen werkt.
5. In de situatie dat dit niet kan wegens
langdurige arbeidsongeschiktheid wordt
arbeidsongeschiktheid stopgezet totdat je het werk volledig hervat of tot de daarover in het eerstvolgende jaargesprek te maken afspraken.
6. Indien je als werknemer gedurende het tijdvak van twaalf maanden op verzoek van de werkgever méér zondagen werkt dan het aantal zondagen dat tijdens het jaargesprek voor dat tijdvak is afgespro- ken, waardoor het totale aantal door de werknemer gewerkte zondagen in dat jaar in een hogere staffel uitkomt, wordt de werknemer daarvoor aan het einde van het tijdvak gecompenseerd. De compen- satie bedraagt een eenmalige uitkering van het verschil tussen het percentage Flexcomponent uit de afgesproken staffel en het percentage Flexcomponent van de hogere staffel x 12 maal het maandsalaris en wordt uitbetaald in de maand januari,
volgend op het verstreken tijdvak. Indien de werknemer voor het einde van het tijdvak uit dienst treedt wordt de compensatie berekend over het aantal maanden dat de werknemer gedurende het tijdvak in dienst was en uitbetaald bij uitdiensttreding.
7. De te maken afspraken over de Flexcompo- nent gaan in met ingang van 1 januari 2016. Tot dat moment geldt voor het werken op zondag een toeslag van 100%.
8. Als je per 1 januari 2016 in dienst bent, word je gecompenseerd voor de versobering van de zondagtoeslag. Zie bijlage 3 van de cao voor de wijze waarop de compensatie wordt berekend.
*) Geldt niet voor werknemers, werkzaam in bloemenspeciaalzaken op luchthavens en stations die in de regel op 52 zondagen gedurende de gehele dag en avond geopend zijn. Zie artikel 27 cao.
de Flexcomponent na vier maanden
18
19
Artikel 27
Toeslag voor het werken op zondag voor medewerkers van bloemenspeciaalzaken, werkzaam op luchthavens
4. Als je arbeidsovereenkomst wordt beëin- digd wordt het opgebouwde bedrag aan vakantietoeslag aan je uitbetaald. Het betreft dat deel waarop je op dat tijdstip aanspraak kan maken, voor zover de
Hoofdstuk 6
APBEIDSTIJDEH
en/of stations
1. De Flexcomponent ex artikel 26 cao is niet van toepassing voor medewerkers van bloemenspeciaalzaken, gevestigd op luchthavens en stations die in de regel 52 zondagen per jaar gedurende het grootste deel van de dag/avond geopend zijn.
2. Voor de medewerkers, werkzaam in deze winkels geldt met ingang van 1 januari 2016 een toeslag voor het werken op zondag tussen 07.00 en 0.00 uur van 50%.
3. Als je per 1 januari 2016 in dienst bent, word je gecompenseerd voor de versobering van de zondagtoeslag. Zie bijlage 3 van de cao voor de wijze waarop de compensatie wordt berekend.
Artikel 28
Vakantietoeslag
1. Je hebt recht op vakantietoeslag van 8% van je salaris.
2. De vakantietoeslag is onderdeel van de Flexkeuzetoeslag (zie artikel 23 cao).
3. Als je er op basis van artikel 23 lid 2 cao voor kiest om het vakantiegeld eenmaal per jaar te laten uitbetalen, wordt het vakantiegeld berekend over de aan jou uitgekeerde salarissen in de periode juni – mei en wordt de vakantietoeslag uitgekeerd in de maand juni.
vakantietoeslag niet eerder is uitbetaald. Artikel 29
Werkweek
1. Als je een voltijd arbeidsovereenkomst hebt, heb je in principe tenminste twee vrije dagen per week.
2. Eén van de twee vrije dagen is in principe de zondag. Als je op verzoek van je werk- gever op zondag werkt, wordt de zondag door een andere vrije dag vervangen.
3. Je werkgever kan je niet verplichten op zondag te werken. Indien je op verzoek van je werkgever niet op zondag hoeft of wilt werken, kom je niet in aanmerking voor
de Flexcomponent van artikel 26.
4. Als je gedurende het gehele jaar wekelijks een vaste vrije dag of vrij dagdeel hebt, krijg je geen compensatie als je vaste vrije dag samenvalt met één van de feestdagen - zoals bedoeld in artikel 38 lid 2 cao.
5. Je kunt met je werkgever overeen komen dat de 36 arbeidsuren worden verdeeld over vier werkdagen, mits de bedrijfs- voering dit toelaat.
Artikel 30
Xxxxxxxx arbeidstijden
1. Als je 18 jaar of ouder bent geldt als maximale arbeidstijd:
• per dienst (structureel): 10 uur
• per week (structureel): 40 uur
• per dienst (incidenteel): 12 uur
• per week (incidenteel): 45 uur
2. Incidenteel mag 60 uur per week worden gewerkt:
• in de periode tussen 1 december en 31 december;
• in de week voorafgaande aan speciale bloemendagen zoals Moederdag, Valen- tijnsdag, Pasen en Secretaressedag.
Artikel 31
Gebroken diensten
1. Je werkgever kan je geen gebroken diensten (twee afzonderlijke werkperioden met meer dan een uur tussentijd per dag) opdragen.
Artikel 32
Pauzetijd van 15 minuten of langer
1. Als je je dagelijkse werktijd in overleg met de werkgever gedurende 15 minuten of langer wegens een pauze onderbreekt, behoort de tijd van deze onderbreking niet tot de arbeidstijd. Voorwaarde is wel dat je die pauze ongestoord kunt genieten.
20
21
Artikel 33
Bezoek arts/tandarts
1. Bezoek aan een arts of tandarts plan je in principe buiten je werktijden. Als dit niet mogelijk is, of als er sprake is van een acute situatie, wordt het bezoek aan een arts of tandarts beschouwd als normale arbeidstijd. Voorwaarde is wel dat je daarover vooraf met je werkgever hebt overlegd.
Artikel 34
Jaarurensystematiek
Arbeidsduur
1. De arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband 1872 uur per jaar (gemiddeld 36 uur per week x 52 weken = 1872 uur).
2. In overleg tussen jou en je werkgever kan een arbeidsduur worden overeengekomen van minder dan gemiddeld 36 uur per week/1872 uur per jaar. Je kunt je werk- gever maximaal eenmaal per jaar verzoeken, bij voorkeur tijdens het jaargesprek (zie artikel 16 cao), om de arbeidsduur zoals die in je arbeidsovereenkomst is afgesproken, aan te passen. Bij de beoordeling van het verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur wordt de bedrijfseconomische situatie mede in acht genomen. Indien in gezamenlijk overleg wordt vastgesteld en overeengeko- men dat de arbeidsduur wordt aangepast, wordt dat schriftelijk aan je bevestigd.
3. Een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur kan ook voor tijdelijke duur worden overeengekomen. Ook in dat geval wordt dat schriftelijk aan je bevestigd.
4. De jaarurensystematiek wordt besproken tijdens het jaargesprek. Het doel van de jaarurensystematiek is het realiseren van een goede afstemming van jouw werktij- den met de pieken en dalen in de verkoop en een betere afstemming tussen jouw werktijd en privé. Het werken met plus- en minuren kan deel uitmaken van de jaar- urensystematiek.
5. Het door jou te werken aantal uren wordt vastgelegd in een individueel rooster. Je salaris blijft gebaseerd op de overeen- gekomen gemiddelde arbeidsduur en is daarmee losgekoppeld van het feitelijk aantal gewerkte uren per maand.
6. De inroostering van je werktijden gebeurt aan de hand van de jaarurensystema- tiek. De bedoeling hiervan is dat over
een langere periode de overeengekomen arbeidstijd per week wordt gerealiseerd. In je rooster zijn de dagen en het aantal uren dat je op een dag werkt weergegeven.
7. De planning van jouw rooster bespreek je met je werkgever en wordt in gezamenlijk overleg vastgesteld. Bij de vaststelling van het rooster houdt de werkgever zoveel als mogelijk rekening met jouw wensen betreffende je werktijden.
8. Je werktijden worden normaal gesproken ten minste 28 dagen voor de start van het rooster vastgesteld. Als de aard van het werk dit onmogelijk maakt kan een kortere termijn worden aangehouden dan
28 dagen, maar vier dagen is minimaal.
9. Je wekelijkse vrije dagen - zoals bedoeld in artikel 29 lid 1 cao moeten wel altijd tenminste 28 dagen van te voren bij jou
bekend zijn. Incidenteel, in overmacht situaties kan daarvan worden afgeweken.
10. Als je gedurende vier maanden structureel meer uren per week werkt dan het aantal individueel overeengekomen arbeidsuren zal de omvang van je arbeidsovereenkomst op jouw verzoek worden bijgesteld.
Artikel 35
Plus- en min-uren
1. De periode voor de toepassing van de jaarurensystematiek bedraagt twaalf maanden en loopt in beginsel van 1 januari tot en met 31 december.
2. Als je per week meer uren werkt dan je overeengekomen gemiddelde arbeidsduur per week (‘plus-uren’), worden deze uren in principe bijgeschreven aan het jaarsaldo.
3. Als het totaal aantal gewerkte plus-uren in de periode van 1 januari tot en met 31 december met niet meer dan 20% afwijkt van de voor jou geldende arbeidsduur per jaar, worden deze plus-uren in principe verrekend met tijd voor tijd in het daarop- volgende jaar. Zie ook artikel 36 lid 1.
4. Als je per week minder uren werkt dan je overeengekomen gemiddelde arbeidsduur per week (‘min-uren’), worden deze uren in principe afgeschreven van het jaarsaldo.
5. Als het totaal aantal gemaakte min-uren in de periode van 1 januari tot en met 31 december afwijkt van de voor jou geldende arbeidsduur per jaar, worden deze min- uren in principe verrekend met tijd voor tijd in het daaropvolgende jaar.
22 23
6. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst worden te veel of te weinig gewerkte uren zoveel mogelijk gecorrigeerd binnen de opzegtermijn. Het resterende verschil wordt uitbetaald of verrekend met vakantie uren dan wel ingehouden op
je laatste salaris.
Artikel 36
Overwerk
1. Als het totaal aantal gewerkte plus-uren over de periode van 1 januari tot en met 31 december gemiddeld meer dan 20% bedraagt dan het gemiddelde aantal in je individuele arbeidsovereenkomst over- eengekomen arbeidsuren, worden de uren die de 20% overstijgen als overwerk-uren gewaardeerd tegen een tarief van 133,33% van het voor jou geldende uursalaris.
2. Deze overwerk-uren kunnen uitbetaald worden of als vrije uren worden toegekend.
Artikel 37a
Toeslag voor het werken in de nacht
(dit artikel vervalt op 31 december 2015)
1. Als je in opdracht van je werkgever werkt op onderstaande tijdstippen geldt over die uren een toeslag van:
Maandag - vrijdag van 22.00 - 23.00 uur | 50 % |
Maandag - vrijdag voor 7.00 en na 23.00 uur | 100% |
Artikel 37b
Toeslag voor het werken in de nacht
(Dit artikel geldt vanaf 1 januari 2016)
Toelichting: Dit betekent dat er op jaarbasis 20% meer kan worden gewerkt zonder overwerktoeslag. Onder overwerk wordt niet de arbeid verstaan die korter duurt dan 15 minuten per dag, aansluit op de normale arbeidstijd en die moet worden verricht door drukke werk- zaamheden of voor het afmaken van een bepaalde taak.
1. Als je in opdracht van je werkgever werkt tussen 0.00 uur en 06.00 uur geldt over die uren een toeslag van 100% van je uursalaris.
2. Als je werknemer bent van een bloemen- winkel gevestigd op luchthaven(s) of station(s) die in de regel dagelijks van vroeg in de ochtend tot laat in de avond geopend zijn en je in opdracht van je werkgever tussen 0.00 uur en 07.00 uur werkt geldt over die uren een toeslag van 100% van
je uursalaris.
3. Als je per 1 januari 2016 in dienst bent, word je gecompenseerd voor de versobering van toeslag voor werken in de nacht. Zie bijlage 3 van de cao voor de wijze waarop de compensatie wordt berekend.
Artikel 38
Toeslag voor het werken op feestdagen
1. Als je in opdracht van je werkgever op feestdagen werkt ontvang je over die uren een toeslag van 100% van je uursalaris.
2. Feestdagen in de zin van deze cao zijn: Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paas- dag, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag en Koningsdag.
24 25
Hoofdstuk 7
PEPSOOHLIJKE OHTWIK- KELIHG EH DUUPZAME IHZETBAAPHEID
4. Voor de dagen waarop je als werknemer een onderwijsinstelling bezoekt binnen een erkende BBL-opleiding, is jou geen loon verschuldigd.
5. De werkgever kan je niet verplichten te werken op dagen waarop je eigenlijk naar de onderwijsinstelling zou gaan, maar de onderwijsinstelling wegens vakantie gesloten is.
6. Toetsen die afgelegd moeten worden in
Artikel 39
Persoonlijke ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid
1. Het is van belang dat je als werknemer in de gespecialiseerde detailhandel in bloemen en planten met plezier én in optimale gezondheid je werk kunt doen, nu en in de toekomst.
2. Een goede balans tussen capaciteiten, gezondheid, de vereiste kennis en de eisen van het werk draagt bij aan jouw welzijn en is daarom niet alleen van belang voor jou als werknemer, maar ook voor de werk- gever van belang.
3. Jouw persoonlijke ontwikkeling en duur- zame inzetbaarheid zijn daarom vaste onderwerpen voor het jaargesprek
(zie artikel 16 cao). Indien nodig worden afspraken gemaakt over functieopleidin- gen of over toekomstgerichte opleidingen/ activiteiten zodat je als werknemer - ook bij oplopende leeftijd - goed inzetbaar blijft.
4. Daarbij kan onder andere worden ingeschreven op opleidingen en initiatieven die door Stich- ting Sociaal Fonds Bloemenspeciaalzaken aangeboden worden (zie artikel 54 cao).
Artikel 40.
Werknemers die naast hun werk een opleiding volgen
1. Als je een leerplichtige werknemer bent telt de tijd die je aan een onderwijsinstel- ling onderwijs volgt mee als arbeidstijd. Ook bij het vaststellen van het aantal vakantiedagen telt de tijd waarin je onder- wijs volgt mee. Voorwaarde is wel dat je een daartoe erkende instelling bezoekt.
2. De arbeidsovereenkomst van jou als leer- plichtige werknemer kan met inbegrip van de lestijd niet meer dagen per week omvat- ten dan de Arbeidstijdenwet toestaat.
3. Als je een erkende opleiding volgt binnen de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL), heb je een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur. De duur van de arbeids- overeenkomst is gekoppeld aan de duur van de leerovereenkomst. Voor een niveau II opleiding wordt in principe een 2-jarige overeenkomst afgesloten. Ook gedurende de niveau III en de niveau IV opleiding is een koppeling tussen de duur van de arbeids- overeenkomst en de duur van de opleiding van toepassing.
het kader van een opleiding binnen een erkende BBL-opleiding en plaatsvinden op het leerbedrijf op normale werkdagen, behoren tot de normale arbeidstijd. Voor toetsen die op school plaatsvinden, in de
regel op de normale schooldagen, geldt lid 4 van dit artikel. De zogenoemde “centrale toetsen” in het kader van de opleiding tot zelfstandig beroepsbeoefenaar gelden als buitengewoon verlof als bedoeld in
artikel 48 cao.
7. De werkgever stelt je in de gelegenheid de toetsen - zoals bedoeld in lid 6 - af te leggen, ook als deze niet op een reguliere
schooldag plaatsvinden. Je dient de toetsen dan wel tenminste twee weken van tevoren aan je werkgever te melden. Ook op toet- sen, die niet op een reguliere schooldag plaatsvinden, is lid 4 van dit artikel van toepassing.
26 27
Hoofdstuk 8
vEPLOF EH vAKAHTIE
Artikel 46
Xxxxxx tijdens arbeidsonge- schiktheid
1. Als je tijdens je vakantie arbeidsongeschikt raakt maar wel recht hebt op doorbetaling
c. Deze aaneengesloten vakantie ligt in de periode van 30 april tot 1 oktober. Zolang je nog partieel leerplichtig bent,
valt deze vakantie bovendien samen met je schoolvakantie. Op jouw verzoek kan de werkgever anders bepalen.
Artikel 41
Verlofdag
1. Een verlofdag duurt 7,2 uur.
2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 42
Wettelijk verlof
1. Je hebt recht op wettelijk verlof. Als je een voltijd dienstverband hebt bouw je per jaar 144 uur wettelijk verlof op (20 dagen).
2. Als deeltijdwerker bouw je verlof naar rato van je dienstverband op.
Artikel 43
Bovenwettelijk verlof
1. Je maakt naast het wettelijk verlof aan- spraak op bovenwettelijk verlof.
2. Per kalenderjaar bedraagt dat bij een voltijd dienstverband 28,8 uur (vier dagen). Als deeltijdwerker bouw je bovenwettelijk verlof naar rato van je dienstverband op.
3. De waarde van de aanspraak op bovenwet- telijk verlof wordt als component van de Flexkeuzetoeslag per maand uitbetaald en kan naar keuze worden omgezet in vrije tijd. Zie artikel 24 cao.
Artikel 44
Inkopen extra verlof
1. Je kunt jaarlijks vier dagen extra verlof inkopen als aanvulling op je wettelijk en bovenwettelijk verlof. Zie artikel 25 cao.
Artikel 45
Vaststelling verlof bij in- en uit- diensttreding
1. Treed je in de loop van het kalender- jaar in dienst? Je werkgever stelt dan je
verlofopbouw vast naar evenredigheid van het aantal uren dat je opbouwt over een volledig kalenderjaar.
2. Treed je in de loop van het kalenderjaar uit dienst? Je werkgever kijkt dan naar de tijd die je in dat jaar in dienst bent geweest. Je verlofopbouw wordt dan naar evenredig- heid van het aantal volle kalendermaanden van het dienstverband vastgesteld. Bij een arbeidsovereenkomst die korter dan 2 maanden heeft geduurd, stelt je werkgever je verlofopbouw vast aan de hand van het aantal dagen dat je precies bij je werkgever in dienst bent geweest.
van je maandinkomen, worden de dagen dat je tijdens die vakantie ziek bent niet in mindering gebracht op je verloftegoed. Je moet dan wel kunnen aantonen dat je in je vakantie ziek was, bijvoorbeeld met een verklaring van een arts.
Artikel 47
Opnemen van verlof
1. Je dient je aanvraag voor het opnemen van verlof in bij je werkgever. Je geeft daarbij het begin en het einde aan. Je werkgever moet je aanvraag goedkeuren. Hij kan alleen van je wensen afwijken, als er sprake is van zogeheten gewichtige redenen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een noodzakelijke minimale bezetting of bijzondere omstandigheden die niet zijn te voorzien.
2. Je werkgever zorgt er daarbij voor dat:
a. Je gedurende minimaal 2 opeenvol- gende weken vakantiedagen kunt opnemen, op voorwaarde dat het aantal vakantiedagen dat je nog hebt daarvoor toereikend is;
b. Je een aaneengesloten vakantie van 3 weken kunt opnemen, als het
bedrijfsbelang dit toelaat en het aantal vakantiedagen dat je nog hebt daarvoor toereikend is;
3. Als bij jouw werkgever een bedrijfs- vakantiesluiting geldt, kan je werkgever de aaneengesloten verlofperiode voor jou
geheel of gedeeltelijk met die periode laten samenvallen.
4. Er worden in principe geen verlofdagen opgenomen in de periode tussen 1 decem- ber en 31 december. Er worden in principe ook geen verlofdagen opgenomen tijdens de week voorafgaande aan speciale bloe- mendagen zoals Moederdag, Valentijnsdag, Pasen en Secretaressedag.
5. Verlof wordt opgenomen in uren. Je verlof- tegoed wordt verminderd met het aantal uren dat je op je verlofdag had moeten werken.
6. Je werkgever kan verdere voorwaarden stellen aan de manier waarop je je verlof opneemt.
7. Tijdens je verlof betaalt je werkgever aan jou je maandinkomen.
28
29
Artikel 48
Buitengewoon verlof
1. In navolgende situaties heb je recht op buitengewoon verlof met behoud van maandinkomen.
Gelegenheid | Tijd | Opmerking |
Bij je eigen ondertrouw | ½ dag | Op de dag dat je in ondertrouw gaat |
Bij je eigen huwelijk | 2 dagen | De dag waarop het huwelijk voor de burgerlijke stand wordt gesloten en de daarop volgende dag |
Bij je eigen 25-, 40- en 50-jarig huwelijksfeest | 1 dag | |
Bij je 25-, 40- en 50-jarig dienstjubileum | 1 dag | |
Bij de bevalling van je echtgenote | 2 dagen | |
Bij het huwelijk van één van je (schoon-)ouders, kinderen, broers of zusters | De dag waarop het betreffende huwelijk wordt gesloten | Mits de plechtigheid wordt bijgewoond |
Bij het 25-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van één of beide (schoon-)ouders | De dag waarop de plechtigheid wordt gevierd | Mits de plechtigheid wordt bijgewoond |
Bij het overlijden van je echtgenote/ echtgenoot | De sterfdag tot en met de dag van de begrafenis | |
Bij het overlijden van één van je ouders, schoonouders, eigen of aangehuwde kinderen | 2 dagen | 1 dag bij het overlijden én 1 dag voor het bijwonen van de begrafenis |
Bij het overlijden van één van je grootouders, kleinkinderen, broers, zusters, zwagers of schoonzusters | 1 dag | De dag van de begrafenis |
Bij je eigen verhuizing naar een andere woning | 1 dag | Op voorwaarde dat dit niet vaker dan eenmaal per 2 jaren voorkomt |
Als lid van AVV, participerend in het medezeggenschapsplatform | De tijd die noodzakelijk is voor het bijwonen van cursussen en vergaderingen | Maximum van 6 dagen per jaar |
Voor sollicitatiegesprekken | De tijd die je daar- voor nodig hebt | Alleen als je werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd |
30
2. Onder ouders, kinderen, broers en zusters worden inbegrepen: stiefouders, stiefkinderen, stiefbroers en stiefzusters, pleegouders, pleegkinderen, pleegbroers en pleegzusters. Daarnaast worden onder ouders schoonouders inbegrepen.
3. Duurzame samenlevingsvormen, die van te voren aan de werkgever kenbaar zijn gemaakt, worden met huwelijk gelijkgesteld.
Artikel 49
Recht op buitengewoon verlof op grond van de wet
1. Je kunt aanspraak maken op buitengewoon verlof dat in de wet is geregeld. Bijvoor- beeld op het verlof dat in de Wet arbeid en zorg staat, zoals zwangerschap- en beval- lingsverlof of adoptieverlof. Je werkgever zal over de tijd dat je zwangerschap- of bevallingsverlof hebt je maandinkomen doorbetalen. Je maandinkomen wordt ver- minderd met de uitkering die je eventueel op grond van de Wet arbeid en zorg kunt ontvangen.
2. Calamiteitenverlof wordt volledig door- betaald en kan overgaan in kort zorgverlof. Gedurende het korte zorgverlof heb je recht op 100% loondoorbetaling tot maximaal
2 maal de wekelijkse arbeidstijd per jaar.
31
Hoofdstuk 9
ZIEKTE EH APBEIDSOHGESCHIKTHEID
2. Zodra je weer in staat bent om te werken meld je dat ook aan je werkgever en hervat je je werkzaamheden.
3. Je werkgever kan een door hem aan- gewezen geneeskundige vragen om te onderzoeken of je arbeidsongeschikt bent.
Je werkgever verzoekt je dit schriftelijk en gemotiveerd. Je werkt hieraan mee. Je kunt bij het UWV een deskundigenoordeel
Artikel 50
Xxxxxxxx tijdens arbeidsongeschiktheid
Duur en hoogte betaling
1. Kun je wegens ziekte niet werken, dan ben je arbeidsongeschikt. De werkgever betaalt tijdens je arbeidsongeschiktheid maximaal 104 weken 70% van je maandinkomen door. Periodes van arbeidsongeschiktheid worden samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan één maand opvolgen. De betaling is gebaseerd op
het maandinkomen dat je verdiende in de functie die je vervulde op het moment dat je arbeidsongeschikt werd. De eerste 52 weken van je arbeidsongeschiktheid vult de werkgever je maandinkomen aan tot 100% van je maandinkomen.
2. Je werkgever mag per ziekmelding op deze loondoorbetaling ten hoogste één wachtdag in mindering brengen, met een maximum van twee wachtdagen per werknemer per jaar. De werknemer mag door aftrek van wachtdagen niet onder het dan geldende niveau van het minimumloon komen. Je werkgever mag geen wachtdag in minde- ring brengen als de arbeidsongeschiktheid
het gevolg is van een incident dat op of tijdens je werk is voorgevallen.
3. Je werkgever is niet tot doorbetaling van je salaris/aanvulling van arbeidsongeschikt- heidsuitkering verplicht, als:
a. Je werkgever of het UWV een sanctie aan je oplegt, bijvoorbeeld wegens het niet meewerken aan werkhervatting;
b. Je weigert een WAO/WIA-uitkering aan te vragen, terwijl je daar in principe wel recht op hebt. Dit geldt ook als je het UWV niet machtigt de WAO/WIA-uitke- ring aan je werkgever over te maken.
4. Als je werkgever door jouw arbeidsonge- schiktheid schade lijdt en die schade te verhalen is op een derde, kan je werkgever
– als jij dat wenst – jouw eventuele schade tegelijk met zijn vordering op die derde verhalen.
Artikel 51
Ziek- en betermeldingen, geneeskundig onderzoek
1. Als je ziek bent meld je dat zo spoedig mogelijk aan je werkgever, zo mogelijk vóór het begin van de werktijd.
vragen, wanneer je het niet met dit oordeel eens bent.
Artikel 52
Bedrijfsgeneeskundige begeleiding
1. Je hebt recht op bedrijfsgeneeskundige begeleiding.
2. Je werkgever zorgt voor goede arbeidsom- standigheden volgens de geldende wetten en regelgeving.
3. De werkgever is wettelijk verplicht als gevolg van de Arbeidsomstandighedenwet in zijn onderneming een veiligheid-en gezondheid/risico-inventarisatie (RI&E) uit te voeren.
4. De werkgever is tevens verplicht op basis van deze veiligheid- en gezondheid/risico- inventarisatie een plan van aanpak op te stellen. Dit plan bevat concrete maatrege- len om risico´s op veiligheid en gezondheid in het bedrijf aan te pakken.
32
33
Hoofdstuk 10
OvEPIGE BEPALIHGEH
Artikel 55
Sociale commissie
Er is in de bloemendetailhandel een Sociale Commissie ingesteld.
1. De Sociale Commissie heeft de volgende
Artikel 56
Vakbondsfaciliteiten
1. Xxx je actief lid van AVV en help je de vakorganisatie bij het vakbondswerk? In overleg met je werkgever kun je daarvoor
Artikel 53
Pensioen
1. In beginsel ben je verplicht verzekerd voor je pensioen bij het Bedrijfspensioenfonds Detailhandel.
2. De werkingssfeer alsmede de rechten en de verplichtingen van jou en je werkgever met betrekking tot het pensioen, worden geregeld in de statuten en het pensioen– reglement.
3. Van de totale verplichte pensioenpremie over het loon waarover premie wordt geheven (zie xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) betaalt de werkgever minimaal 11,925%. Maximaal mag 4,275% pensioenpremie inhouden worden op het loon van de werknemer die pensioen opbouwt. (Nadere informatie: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx)
Artikel 54
Stichting Sociaal Fonds Bloemenspeciaalzaken
1. VBW, CVAH en AVV richten in 2015 gezamenlijk Stichting Sociaal Fonds Bloemenspeciaalzaken op.
2. VBW, CVAH en AVV participeren in het bestuur van die stichting.
3. De stichting zal met ingang van 2016 naast ondernemersondersteuning en ontwikkeling vakmanschap, functie-opleidingen
en toekomstgerichte opleidingen en andere initiatieven voor duurzame inzet- baarheid van werknemers ontwikkelen en aanbieden.
4. Het aanbod van de stichting zal inspelen op de vragen en behoeften vanuit de branche. Opleidingen en andere initiatieven worden zoveel als mogelijk collectief ontwikkeld en georganiseerd. Door het efficiënt en effec- tief benutten van de beschikbare budgetten kan optimale output uit die budgetten gerealiseerd worden. Gedacht wordt aan navolgende opleidingen en activiteiten:
a. Functie-opleidingen, vakkennis, vaktechniek, presenteren, stylen, bloemen/plantenkennis;
b. Verdieping: ontwikkeling richting ondernemerschap;
c. Algemene (toekomstgerichte) oplei- dingen, detailhandel-gerelateerd. Bijvoorbeeld verkooptrainingen, klant- benadering, webdesign, communicatie, social media, fotografie, tekstschrijven;
d. Kennis over ergonomie, tiltechnieken, hoe blijf je fit in de winkel, omgaan met zwaar werk enz.
5. De bijdrage van werkgevers aan de stich- ting bedraagt ingaande 1 januari 2016 0,75% van de loonsom, daarvan kan 0,05% worden verhaald op de werknemer.
taken:
x. het op schriftelijk verzoek van een werk- gever of werknemer ontheffing verlenen van de regels in deze CAO;
b. het geven van een bindend advies bij geschillen over de uitleg en/of toepas- sing van deze cao, wanneer werkgever en werknemer op voorhand verklaren dat advies te accepteren. Daarvoor moet wel een schriftelijk verzoek worden ingediend;
c. het geven van advies omtrent uitleg en toepassing van de regels van deze cao.
2. Een verzoek om zo’n advies dient bij één van de sociale partners te worden
ingediend, die de Sociale Commissie kan vragen om een uitspraak.
3. De Sociale Commissie bestaat uit twee leden die benoemd zijn door VBW en twee leden die benoemd zijn door AVV.
4. De kosten ter instandhouding van de Sociale Commissie worden gedragen door de Stichting Sociaal Fonds Bloemen– speciaalzaken.
bepaalde faciliteiten krijgen, zoals het besteden van een gedeelte van je werktijd aan activiteiten die daarvoor nodig zijn.
Voorwaarde is wel dat het vakbondswerk met het werk te combineren is.
Artikel 57
Onderwerpen voor onderzoek tussen VBW en AVV
1. VBW en AVV spreken af om tijdens de looptijd van de cao een onderzoek uit te voeren naar:
a. De huidige van toepassing zijnde pen- sioenregeling waarbij expliciet wordt gekeken naar mogelijke alternatieven;
b. Mogelijkheden en gevolgen van het aanpassen van de normale arbeids- duur voor de fulltime medewerker van gemiddeld 36 uur naar gemiddeld
40 uur per week.
2. De uitkomsten van dat onderzoek zullen vervolgens worden behandeld tijdens de onderhandelingen over de eerstvolgende cao.
34
35
Hoofdstuk 11
SEGMEHTBEPALIHGEH AMBULAHTE HAHDEL
Artikel 58
Segmentbepalingen ambulante handel
Enkel voor werknemers die werkzaam zijn bij een ondernemer in de ambulante handel is het gestelde in dit artikel van toepassing.
Voor reisuren wordt het normaal geldende salaris per uur aan je uitbetaald.
Als reisuren worden beschouwd de uren die je als werknemer direct voorafgaand of direct aansluitend aan de dienst reist van de vesti- gingsplaats van de werkgever naar het object waar de werkzaamheden moeten worden verricht of visa versa indien en voor zover dit geschiedt met door de werkgever beschik- baar gesteld rijdend materiaal of een door de
werkgever beschikbaar gesteld vervoermiddel dat geschikt is voor het vervoer van personen en/of eventueel materiaal en in de regel als zodanig wordt benut. Xxxxxxxx worden niet beschouwd als arbeidstijd.
Het aantal reisuren voor de werknemer die het voertuig, zoals bedoeld in lid 3, bestuurt wordt vastgesteld op basis van onderstaande tabel.
Aantal kilometer Totaal aantal enkele reis reisuren per dag
0-30 0,5
31-60 1
61-100 1,5
101-150 2
151-200 2,5
> 200 3
36 37
Bijlage 1
FUHCTIEBESCHPIJvIHGEH
Aankomend winkelmedewerker
Functiegroep: schaal A
Positie in de organisatie
• Rapporteert aan: ondernemer of bedrijfsleider
• Geeft leiding aan: niet van toepassing
Werkgerelateerde bezwaren
Uitoefenen van kracht bij het tillen/verplaatsen van materialen van uiteenlopend gewicht.
Eenzijdige houding en belasting als gevolg van repeterende handelingen en schoonmaakwerk. Hinder van kou en tocht. Kans op handletsel
x.x.x. xxxxxxx.
Nieuw functiegebouw
Het nieuwe functiegebouw kent de volgende functies:
• Aankomend winkelmedewerker
• Winkelmedewerker
• Verkoper/binder
• Vaktechnisch verkoper/binder
• Allround/coördinerend medewerker
• Vakspecialist
• Bedrijfsleider
Er is een nieuw functiegebouw. Dit functiegebouw is door partijen bij deze cao geaccordeerd.
Alle functies zijn gesitueerd in een gevestigde of ambulante bloemenwinkel. De functies maken deel uit van een reeks functies die in onderlinge relatie zijn vastgesteld in opklim- mende mate van aantal, intensiteit/zwaarte en mate van gevarieerdheid van kerntaken. Hieronder zijn de functieomschrijvingen opge-
nomen. In de functieomschrijving worden de bij de functie behorende belangrijkste hoofdtaken beschreven. In de praktijk kan het voorkomen dat bepaalde werkzaamheden behorende bij
een functie, vanwege een klein team, ook door medewerkers worden uitgevoerd met een andere functie (bijv. een bedrijfsleider die ook schoonmaakt of de winkelmedewerker die ook een klant in voorkomende situaties adviseert). Het is van de specifieke bedrijfssituatie van een bloemenwinkel afhankelijk welke functies uit de reeks voorkomen.
Beheersing van een hogere functie veron- derstelt beheersing en/of uitvoering van de voorgaande functie.
Functiedoel
Verrichten van eenvoudige algemene werk- zaamheden in de winkel volgens daartoe geldende instructies en onder toezicht.
Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Verzorgde winkel/ bedrijfsruimte | • Schoonmaken en schoonhouden van de winkel/ bedrijfsruimte vol- gens instructies en onder toezicht. • Aanvegen, dweilen, afstoffen • Zorgen voor afvoer van afval, legen van prullenbakken • Koffie en thee zetten, schoon- houden van koffiezetapparaat | • Juistheid van opvolginginstructies • Xxxxxxxx xxx xxxxxx/ bedrijfsruimte |
Verzorgde producten | • Stickeren van producten • Aansnijden en verzorgen van bloemen • Buitenpresentatie binnen en buiten zetten • Uitpakken en opbergen van producten • Bloemen en planten water geven en op de plek zetten • Uitgebloeide bloemen of planten verwijderen | • Juistheid van stickering • Correctheid van handelingen • Juistheid van opvolging instructies |
38
39
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Afgerekende producten | • Afhandelen, afrekenen en registreren van producten • Kennis nemen van prijzen en prijswijzigingen • Afrekenen van producten • Overleggen met directe leiding- gevende/collega’s in geval van afwijkende situaties/ bijzonderheden | • Snelheid van aanslaan • Juistheid van afrekenen • Juistheid van registratie |
Overige bijdrage | • Bezorgen van bestellingen in voor- komende situaties in de directe omgeving | • Tijdigheid en juistheid van bezorging |
Winkelmedewerker
Functiegroep: schaal B
Positie in de organisatie
• Rapporteert aan: ondernemer of bedrijfsleider
• Geeft leiding aan: niet van toepassing
Functiedoel
Verrichten van eenvoudige verkoopactiviteiten en algemene werkzaamheden in de winkel
Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
volgens daartoe geldende instructies en onder toezicht, zodanig dat wordt bijgedragen aan het gewenste niveau van de dienstverlening.
Werkgerelateerde bezwaren
Uitoefenen van kracht bij het tillen/verplaatsen van materialen van uiteenlopend gewicht.
Eenzijdige houding en belasting a.g.v. repete- rende handelingen en schoonmaakwerk.
Hinder van kou en tocht. Kans op handletsel
x.x.x. xxxxxxx.
Vervolg Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Verzorgde en gepre- senteerde producten en winkel-/bedrijfsruimte | • Verzorgen van bloemen en plan- ten, o.m. water geven, aansnijden • Ombossen van grote partijen bloemen naar samengebonden verkoopbare bossen bloemen • Uit- en inpakken en opbergen of neerzetten van producten • Verwerken van emballage (fust, veilingkarren) • Schoonmaken en -houden van de winkel en bedrijfsruimte | • Tijdigheid van verzorging • Aanblik van verzorgde en neergezette producten • Reinheid/ordelijkheid van winkel-/bedrijfsruimte |
Beantwoorde klantvragen | • Ontvangen en te woord staan van klanten in de winkel uit oogpunt van serviceverlening en met in acht name van de veiligheidseisen • Beantwoorden van vragen van klanten en doorverwijzen naar leidinggevende of collega’s bij meer complexere vragen | • Correctheid van antwoorden • Mate van beleefdheid • Tevredenheid over verleende service aan klanten • Mate van naleving veiligheids- eisen |
Kassabeheer | • Bedrijfsklaar maken van de kassa, aanvullen van kassarollen • I.o.m. directe leidinggevende sluiten en overdragen van de kassa | • Beschikbaarheid van kassa • Juistheid van kasafsluitingen en overdracht |
40
41
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Verzorgde en gepresenteerde producten en winkel- / bedrijfsruimte | • Verzorgen van bloemen en planten, water geven, snijden, alertheid op versheid en verwerken van materialen • Inpakken, neerzetten en prijzen van producten • Schoon en representatief houden van de winkel/bedrijfsruimte, bij- vullen van schappen, herschikken en verschuiven van producten | • Tijdigheid van verzorging en verwerking • Aanblik van verzorgde en verwerkte producten • Juistheid van prijzen • Xxxxxxxx en representativiteit van winkel-/ bedrijfsruimte |
Afgehandelde klachten | • Afhandelen van standaardklachten volgens geldende werkwijze en gebruik. Overleggen met of doorverwijzen naar direct leidinggevende bij complexere of omvangrijkere klachten | • Juistheid van afhandeling |
Ontvangen producten | • Ontvangen, controleren en verwerken (uitpakken, neerzet- ten, prijzen) van binnenkomende producten • Signaleren van onvolkomenheden en melden aan directe leiding- gevende | • Accuraatheid van controles • Correctheid van ontvangst en verdere verwerking |
Verrichte kassawerk- zaamheden | • Bedienen van de kassa, volgens instructies • Bedrijfsklaar maken van de kassa, aanvullen van kassarollen e.d. • Afrekenen van producten, verwer- ken van retouren en emballage • I.o.m. directe leidinggevende slui- ten en overdragen van de kassa, tellen van kasgeld en bespreken van kassaverschillen | • Beschikbaarheid van kassa • Juistheid van afrekenen • Juistheid van kasafsluitingen en overdracht |
Verkoper/binder
Functiegroep: schaal C
Positie in de organisatie
• Rapporteert aan: ondernemer of bedrijfsleider
• Geeft leiding aan: niet van toepassing
Functiedoel
Verlenen van service aan klanten, verko- pen van producten en uitvoeren van diverse voorkomende winkelwerkzaamheden a.d.h.v. aanwijzingen en onder toezicht.
Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Werkgerelateerde bezwaren
Uitoefenen van kracht bij het tillen/verplaatsen van materialen van uiteenlopend gewicht.
Eenzijdige houding en belasting a.g.v. repete- rende handelingen en schoonmaakwerk.
Hinder van kou en tocht. Kans op handletsel
x.x.x. xxxxxxx.
Vervolg Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Verleende service en verkoopbare producten | • Ontvangen en te woord staan van klanten, uit oogpunt van serviceverlening en verkoopbaar product met in acht name van de veiligheidseisen • Opnemen van bestellingen • Informeren van klanten en adviseren over mogelijkheden rekeninghoudend met de wensen van de klant t.a.v. prijs, smaak/stijl en soort gelegenheid • Samenstellen van verkoopbare bloemstukken en boeketten rekeninghoudend met seizoen, houdbaarheid en prijsklassen • Berekenen van een verkoopprijs voor het gemaakte bloemstuk of boeket | • Juistheid van verleende service aan klanten • Correcte bestellingaanname • Juistheid van informatie en adviezen • Verkoopbaarheid van producten • Juistheid van prijsberekeningen • Mate van naleving veiligheids- eisen |
42
43
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
• Berekenen van een verkoopprijs rekeninghoudend met marges, aantallen, grootte van de opdracht en specifieke klantvraag • In voorkomende situaties begelei- den en/of instrueren van (nieuwe) collega’s en stagiaires bij verkoop- werkzaamheden | ||
Verzorgde en gepresen- teerd assortiment en winkel/-bedrijfsruimte | • Mede samenstellen van het assortiment o.b.v. formule- uitgangspunten en gesignaleerde trends • Verzorgen van winkelpresentaties voor een toegewezen thema • Beoordelen van versheid en/of kwaliteit van producten en beslui- ten tot al dan niet verwijderen • Handhaven van een verzorgde en representatieve aanblik van assor- timent en winkel/bedrijfsruimte • Mede toezien op de verzorging van bloemen en planten door collega’s en eventueel geven van instructies of corrigeren • E.e.a. op basis van aanwijzingen en/of i.o.m. de leidinggevende | • Mate van bijdrage aan een eigentijds assortiment • Mate van naleving formule- uitgangspunten • Conformiteit van winkel- presentaties aan thema • Aanblik van assortiment • Orde, netheid en representa- tiviteit van winkel/ bedrijfsruimte |
Afgehandelde klachten | • Afhandelen van complexere en omvangrijkere klachten, evt. in overleg met leidinggevende. Terugkoppelen van de uitkomst en afhandeling richting klant | • Juistheid van oordeelsvorming over aard en oorzaak van de klacht • Tijdigheid van klacht- afhandeling • Zorgvuldigheid van afwegingen bij klachtafhandeling |
Vaktechnisch verkoper/binder
Functiegroep: schaal D
Positie in de organisatie
• Rapporteert aan: ondernemer of bedrijfsleider
• Geeft leiding aan: niet van toepassing
Functiedoel
Verlenen van service aan klanten, verkopen van producten en o.b.v. aanwijzingen
Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
bijdragen aan een verkoopbaar assortiment en representatieve winkel conform de formule-uitgangspunten.
Werkgerelateerde bezwaren
Uitoefenen van kracht bij het tillen/verplaatsen van materialen van uiteenlopend gewicht.
Hinder van kou en tocht. Kans op handletsel
x.x.x. xxxxxxx.
Vervolg Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Verleende service en verkoopbare producten | • Ontvangen en te woord staan van klanten, uit oogpunt van service- verlening, verkoopbaar product met in acht name van de veiligheidseisen • Informeren en doorvragen naar de klantwensen; uitleg geven aan klanten bij inhoudelijke/specifieke klantvragen • Adviseren over mogelijkheden rekeninghoudend met de wensen van de klant t.a.v. prijs, smaak/stijl en soort gelegenheid • Samenstellen van verkoopbare bloemstukken, boeketten, bloem- werken en plantarrangementen voor zowel binnen als buiten rekeninghoudend met vakinhoudelijke aspecten (o.m. licht, ruimte, samenstellingen/ combinaties, verzorging), assorti- ment, seizoen en prijsklassen | • Mate waarin adviezen omgezet worden in een koopbeslissing • Aanwezigheid van vakinhoudelijke kennis • Verkoopbaarheid van producten • Juistheid van prijsberekeningen • Tevredenheid over begeleiding van medewerkers • Mate van naleving veiligheidseisen |
44
45
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
• Aanspreekpunt voor derden bij afwezigheid van leidinggevende • E.e.a. op aanwijzingen van de leidinggevende | ||
Verleende service en verkoopbare producten | • Verrichten van alle voorkomende werkzaamheden t.b.v. service- verlening en verkoopbaar product met in acht name van de veiligheidseisen • Opstellen van offertes a.d.h.v. de klantvraag en ter goedkeuring voorleggen aan leidinggevende • Berekenen van een verkoopprijs en maken van leveringsafspraken met de klant | • Acceptatie van offertes door leidinggevende en klanten • Juistheid van prijzen en leveringsafspraken • Tevredenheid over verleende service aan klanten • Verkoopbaarheid van producten • Mate van naleving veiligheidseisen |
Allround/coördinerend medewerker
Functiegroep: schaal E
Positie in de organisatie
• Rapporteert aan: ondernemer of bedrijfsleider
• Geeft leiding: vaktechnisch/functioneel aan enkele medewerkers
Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Functiedoel
Uitvoeren van bedrijfsmatige ondersteu- nende werkzaamheden en aansturen van de winkelwerkzaamheden e.e.a. conform de formule-uitgangspunten.
Werkgerelateerde bezwaren
Uitoefenen van kracht bij het tillen/verplaatsen van materialen van uiteenlopend gewicht.
Hinder van kou en tocht. Kans op handletsel
x.x.x. xxxxxxx.
Vervolg Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Vaktechnische aansturing | • Geven van aanwijzingen en instructies; coachen en begeleiden van medewerkers • Verdelen van het werk, uitoefenen van toezicht en bewaken van de voortgang • Oplossen van problemen die niet door medewerkers kunnen of mogen worden opgelost, nemen van corrigerende maatregelen | • Juiste en tijdige werkuitvoering door medewerkers |
Bedrijfsmatige ondersteuning | • Verzorgen van de winkeladministratie • Toezicht houden op de toepassing werkwijzen en procedures (o.m. klachten- en administratieve procedures) • Zorgdragen voor de in ontvangst name en opslag van producten in het magazijn, rekeninghoudend met benutting magazijnruimte • Mede toezien op een verzorgde en representatieve winkel- en bedrijfs- ruimte | • Tevredenheid over de ondersteuning • Juistheid van gevoerde administratie • Mate van toezicht op naleving werkwijzen en procedures • Doelmatig magazijngebruik (ordelijkheid, overzichtelijkheid, traceerbaarheid producten) |
46
47
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
• Doen van gerichte aanpassingen aan bestaande productassortiment • Ontwerpen/creëren van nieuwe verkoopbare productcombinaties • Aanpassen van de winkelruimte/ bedrijfsruimte aan het idee (etaleren, stileren) | ||
Verzorgde en gepresenteerd assortiment en winkel-/ bedrijfsruimte | • In stand houden of verbeteren van de uitstraling van de winkel • Doen van aanpassingen of vernieuwingen aan productenassortiment • Herinrichten van etalages en winkelruimte/bedrijfsruimte • Creatief benutten van materialen en producten | • Uitstraling winkel • Effectiviteit van aanpassingen • Vernieuwingsgehalte • Toegevoegde waarde materiaal en productgebruik |
Vaktechnische aansturing | • Geven van instructies en aanwijzingen aan toegewezen medewerkers • Controleren en corrigeren van werkzaamheden bij onvolkomen- heden | • Juiste en tijdige werkuitvoering door medewerkers |
Vakspecialist
Functiegroep: schaal E
Positie in de organisatie
• Rapporteert aan: ondernemer of bedrijfsleider
• Geeft leiding aan: enkele medewerkers in projectverband e/o winkelverband/vaktech- nisch/functioneel
Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Functiedoel
Verrichten van specialistische werkzaam- heden die bijdragen aan de totstandkoming, handhaving of verbetering van de gewenste winkelformule.
Werkgerelateerde bezwaren
Uitoefenen van kracht bij het tillen/verplaatsen van materialen van uiteenlopend gewicht.
Hinder van kou en tocht. Kans op handletsel
x.x.x. xxxxxxx.
Vervolg Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Ingebrachte vakkennis/ expertise | • Bespreken met en adviseren van de leidinggevende over trends, markt- ontwikkelingen en de relevantie hiervan voor de eigen winkel • Suggesties doen voor totstand- koming, handhaving of aanpassing van formule-uitgangspunten, klantconcepten • Bedenken van ideeën of thema’s ter bevordering van het winkelimago en doelgroepenaansluiting | • Relevantie van gesignaleerde ontwikkelingen/trends • Uitvoerbaarheid van ideeën of thema’s • Mate van aansluiting van ideeën of thema’s bij winkelimago of doelgroep(en) |
Uitgevoerde ideeën | • Ten uitvoer brengen van ideeën of thema’s hierbij ook gebruikmakend van suggesties van collega’s • Selecteren van materialen en/of producten na gedegen onderzoek (bezoeken beurzen, leveranciers, raadplegen vakliteratuur, internet) • Selecteren en bestellen van mate- rialen en producten na overleg met de leidinggevende | • Juistheid van selectie materialen en/of producten • Effectiviteit van aanpassingen • Vernieuwingsgehalte en ver- koopbaarheid van producten • Mate waarin het idee/thema tot uitdrukking komt in de winkel |
48
49
Bedrijfsleider
Functiegroep: F
Functiedoel
Beheren van de vestiging conform formule-
Vervolg Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Positie in de organisatie
• Rapporteert aan: ondernemer/ winkeleigenaar
• Geeft leiding aan: enkele medewerkers (hiërarchisch)
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Bijdrage aan opgesteld vestigingsplan | • Leveren van input aan de ondernemer t.b.v. het opstellen van het vestigingsplan • Informatie aanleveren t.b.v. de budgettering | • Inhoudelijke onderbouwing van de bijdrage |
Gerealiseerd vestigingsplan | • Samenstellen van het assortiment • Bewaken van de productenpresentatie en winkelverzorging volgens formule- uitgangspunten en bijbehorende richtlijnen • Onderkennen van trends, ontwik- kelingen en kostenverloop en hierop anticiperen • Organiseren en (laten) uitvoeren van verkoopbevorderende activiteiten, presentaties en acties • (laten) Bestellen van producten afgestemd op de omloopsnelheid in de winkel; maken van prijsafspraken met leveranciers • Openen en sluiten van de vestiging, (mede) opvolgen van alarmmeldingen • Mede uitvoeren van de winkelwerk- zaamheden | • Verkoopbaarheid assortiment • Orde, netheid en represen- tativiteit van de winkel • Juistheid van presentatie • Beschikbaarheid van producten • Mate van verkoopstimule- rende activiteiten |
Resultaatverwachtingen/Functionele activiteiten
uitgangspunten en realiseren van de gestelde verkoopdoelstellingen.
Werkgerelateerde bezwaren
Hinder van kou en tocht.
Kans op handletsel a.g.v. snijden.
Verleende service
Beheerde administratie
Presterende medewerkers
• Te woord staan van klanten, verle- nen van service aan de klant conform formule-uitgangspunten
• Informeren en adviseren van klanten
m.b.t. het assortiment van de vestiging
• Afhandelen van klachten en problemen
• Bijhouden van de winkeladministratie, voorraadadministratie en personeels- administratie
• Bewaken van de uitgaven/kosten
• Voeren van teamoverleg
• Verzorgen van de personeelsbezetting
• Plannen en verdelen van werkzaamheden
• Toezicht houden op en controleren van de dagelijkse werkzaamheden
• Toezien op de correcte uitvoering van voorschriften op het gebied van kwaliteit, veiligheid, huisregels, Arbo- en milieu
• Behartigen van personele aangelegen- heden
• Motiveren van medewerkers en bevorde- ren van een goede werksfeer
• Stimuleren en coachen van medewer- kers o.a. ten aanzien van persoonlijke ontwikkeling
• Houden van functionering- en beoorde- lingsgesprekken
• Begeleiden van medewerkers bij ziekte
• Verlenen van toestemming voor het opnemen van verlof
• (laten) Opleiden van medewerkers
• Mede voeren van werving-, selectie-, en ontslaggesprekken
• Tevredenheid over ver- leende service aan klanten
• Juistheid van informatie en advies
• Actualiteit en volledigheid van administratie
• Inzichtelijkheid en juistheid van voorraadgegevens
• Doelmatige werkverdeling
• Mate van toezicht
• Beschikbaarheid en kwaliteit van medewerkers
• Motivatie van medewerkers
• Werkrealisatie door medewerkers
50
51
Bijlage 2
-
-
-
- 1.629,76
1.918,19
1.952,03
2.032,91
2.109,74
2.141,38
-
- 1.043,11
1.230,06
1.441,66
1.696,87
1.734,70
1.798,36
1.866,60
1.894,60
728,30
840,11
984,06
1.160,66
1.360,23
1.601,09
1.633,20
1.672,77
1.711,19
1.736,86
704,79
813,71
952,51
1.123,40
1.316,65
1.549,48
1.581,58
1.614,28
1.638,50
-
686,05
791,60
927,30
1.093,15
1.281,65
1.507,80
1.530,42
-
-
-
686,05
791,60
927,30
1.093,15
1.281,65
1.507,80
-
-
-
-
18
19
20
21
22
23
Prestatie Prestatie Prestatie Prestatie
groep F
-
-
groep E
-
-
groep D
-
-
groep C
534,45
611,90
groep B*
520,20
595,60
groep A*
520,20
595,60
Xxxxxxxx
00
17
Maandlonen per 1 juli 2016 in euro’s
SALAPISTABELLEH
Salaris-tabellen bruto lonen (full-time dienstverband)
-
-
-
- 1.629,76
1.918,19
1.952,03
2.032,91
2.109,74
-
- 1.043,11
1.230,06
1.441,66
1.696,87
1.734,70
1.798,36
1.866,60
728,30
840,11
984,06
1.160,66
1.360,23
1.601,09
1.633,20
1.672,77
1.711,19
704,79
813,71
952,51
1.123,40
1.316,65
1.549,48
1.581,58
1.614,28
-
683,30
788,45
923,60
1.088,80
1.276,55
1.501,80
-
-
-
683,30
788,45
923,60
1.088,80
1.276,55
1.501,80
-
-
-
18
19
20
21
22
23
Prestatie Prestatie Prestatie
groep F
-
-
groep E
-
-
groep D
-
-
groep C
534,45
611,90
groep B
518,10
593,20
groep A
518,10
593,20
Xxxxxxxx
00
17
Maandlonen per 1 mei 2015 in euro’s
* bedragen waar nodig nog aan te passen met ontwikkeling minimum-loon
groep F
-
-
-
-
-
- 1.646,06
1.937,38
1.971,55
2.053,24
2.130,83
2.162,80
groep E
-
-
-
- 1.053,54
1.242,36
1.456,08
1.713,84
1.752,05
1.816,34
1.885,27
1.913,54
groep D
-
- 735,58
848,51
993,90
1.172,27
1.373,84
1.617,10
1.649,53
1.689,49
1.728,30
1.754,23
groep C
539,80
618,02
711,84
821,85
962,03
1.134,63
1.329,81
1.564,97
1.597,40
1.630,42
1.654,88
-
groep B*
525,40
601,56
692,91
799,52
936,57
1.104,08
1.294,47
1.522,88
1.545,72
-
-
-
groep A*
525,40
601,56
692,91
799,52
936,57
1.104,08
1.294,47
1.522,88
-
-
-
-
Xxxxxxxx
00
17
18
19
20
21
22
23
Prestatie Prestatie Prestatie Prestatie
Maandlonen per 1 januari 2017 in euro’s
-
-
-
- 1.629,76
1.918,19
1.952,03
2.032,91
2.109,74
-
- 1.043,11
1.230,06
1.441,66
1.696,87
1.734,70
1.798,36
1.866,60
728,30
840,11
984,06
1.160,66
1.360,23
1.601,09
1.633,20
1.672,77
1.711,19
704,79
813,71
952,51
1.123,40
1.316,65
1.549,48
1.581,58
1.614,28
-
686,05
791,60
927,30
1.093,15
1.281,65
1.507,80
-
-
-
686,05
791,60
927,30
1.093,15
1.281,65
1.507,80
-
-
-
18
19
20
21
22
23
Prestatie Prestatie Prestatie
groep F
-
-
groep E
-
-
groep D
-
-
groep C
534,45
611,90
groep B
520,20
595,60
groep A
520,20
595,60
Xxxxxxxx
00
17
Maandlonen per 1 juli 2015 in euro’s
* bedragen waar nodig nog aan te passen met ontwikkeling minimum-loon
52
53
Bijlage 3
OvEPGAHGSPEGELIHGEH
D. Overgangsregeling
Compensatie wijziging zondagstoeslag en toeslag werken op onregelmatige tijdstippen.
A. Overgangsregeling
Vervallen arbeidstijdverkorting
1. Met ingang van 1 april 2000 kun je als werknemer geen aanspraak meer maken op Arbeidstijdverkorting.
2. Als je als werknemer een individuele arbeidsovereenkomst hebt van na 1 april 2000, waaruit blijkt dat je nog aanspraak maakt op roostervrije dagen, dan gelden lid 3 tot en met 5 van dit artikel.
3. De werkgever stelt in overleg met de werk- nemer aan het begin van het jaar een rooster op waarin voor elk van zijn werknemers
de dagen of halve dagen zijn aangegeven, waarop hij roostervrij heeft. Als de werkne- mer ziek is of anderszins niet in staat is zijn roostervrije dag, of halve dag op te nemen, kan hij geen aanspraak maken op een ver- vangende roostervrije dag, of halve dag.
4. In overleg tussen werkgever en werknemer(s) kan van de in lid 3 vermelde systematiek van roosteren worden afgeweken.
5. Als het bedrijfsbelang het noodzakelijk maakt dat op roostervrije dagen wordt door- gewerkt, kan in overleg tussen werknemer en werkgever gekozen worden voor het verschuiven naar een andere datum.
B. Overgangsregeling
Behoud Diplomatoeslag
1. Als je op 30 april 2015 bij je werkgever in dienst was én werknemer was in de zin van deze cao én recht had op een Diploma– toeslag van 2% van je bruto salaris, voor een in het verleden gehaald vakdiploma, behoud je het recht op deze Diplomatoeslag.
C. Overgangsregeling
Behoud leeftijdsverlofdagen voor werknemers die op 1 mei 2015 50 jaar of ouder waren.
1. Als je op 1 mei 2015 bij je werkgever in dienst was én werknemer was in de zin van deze cao én de leeftijd had bereikt van:
• 50 jaar, behoud je recht op 2 extra leeftijds- verlofdagen
• 55 jaar, behoud je recht op 3 extra leeftijds- verlofdagen
• 60 jaar, behoud je recht op 4 extra leeftijds- verlofdagen
2. Het genoemde aantal leeftijdsverlofdagen geldt per jaar met behoud van loon.
3. De genoemde aantallen zijn gebaseerd op een fulltime dienstverband.
4. Deeltijdwerkers ontvangen de leeftijdsverlof- dagen naar rato.
1. De medewerker die in de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015:
• op zondag heeft gewerkt;
• op maandag tot en met vrijdag tussen
22.00 uur en 23.00 uur heeft gewerkt;
• op maandag tot en met vrijdag tussen
23.00 uur en 0.00 uur heeft gewerkt; komt in aanmerking voor een compensatie
als gevolg van het omzetten van de zondags- toeslag in de Flexcomponent, de versobering van de zondagstoeslag en de versobering van de toeslag werken op onregelmatige tijdstippen.
2. De compensatie gaat in per 1 januari 2016 en wordt als volgt berekend:
a. Aantal uren gewerkt op zondagen in de periode 1 januari 2015 tot en met
31 december 2015 vermenigvuldigd met de ontvangen zondagstoeslag (100%) over die uren = het totaal aan ontvangen zondagstoeslag in de referteperiode.
Op basis van het rooster wordt ingeschat hoeveel uur de medewerker op zondagen in het komende tijdvak van 12 maanden (1 januari 2016 tot en met 31 december
2016) gaat werken en hoeveel dat oplevert aan Flexcomponent dan wel aan versoberde zondagstoeslag (50%). De ontvangen zondagstoeslag in de referte- periode – de te ontvangen flexcomponent
/ versoberde zondagstoeslag in het
54 55
komende tijdvak van 12 maanden = het te compenseren bedrag A;
b. Aantal uren gewerkt op maandagen tot en met vrijdagen tussen 22.00 uur –
23.00 uur in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 vermenig- vuldigd met de ontvangen toeslag (50%) over die uren = het te compenseren bedrag B;
c. Aantal uren gewerkt op maandagen tot en met vrijdagen tussen 23.00 uur – 0.00 uur in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 vermenigvuldigd met de ontvangen toeslag (100%) over die uren = het te compenseren bedrag C;
d. (Alleen voor de medewerker die niet werkzaam is bij bloemenspeciaalzaken op luchthavens of stations:) Het aantal uren gewerkt op maandagen tot en met vrijdagen tussen 06.00 uur – 07.00 uur in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 vermenigvuldigd met de ontvangen toeslag (100%) over die uren = het te compenseren bedrag D;
e. Het totaalbedrag van de te compenseren bedragen A, B, C en D : 12 is het individu- eel te compenseren bedrag.
3. Het individueel te compenseren bedrag wordt met ingang van 1 januari 2016 door middel van een eenmalige individuele salarisverhoging aan de medewerker toegekend.
4. Indien de som van het salaris en het indivi- dueel te compenseren bedrag hoger is dan het maximumbedrag van de op 1 januari 2016 voor de medewerker van toepassing zijnde salarisschaal, wordt het salaris van de medewerker individueel vastgesteld op dat hogere bedrag. In dat geval geldt dat het salaris van de medewerker opnieuw wordt verhoogd zodra het maximumbedrag van de op de medewerker van toepassing zijnde salarisschaal na toekomstige verhogingen het individueel vastgestelde salaris overstijgt.
56 57
Bijlage 4
HAHDLEIDIHG JAAPGESPPEK EH BEOOPDELIHG
• Bereid het gesprek goed voor. Kijk hoe iemand werkt in de praktijk en als je vindt dat je dat zelf onvoldoende kan beoordelen, betrek dan iemand die dit wel kan bij de voorbereiding.
• Het jaargesprek met de beoordeling wordt gevoerd met de checklist. Deel A is een terugblik op het afgelopen jaar, deel B is een vooruitblik op het komende jaar.
worden gemaakt over wat de medewerker het komende jaar concreet gaat doen (welke acties/gedragingen) om aan verbetering
te werken en hoe de leidinggevende en medewerker er samen voor gaan zorgen dat dit het volgende jaar niet opnieuw gebeurt. Zie verder de toelichting onder het kopje ‘Eindoordeel’.
• De leidinggevende zorgt er dus voor dat de medewerker vooraf weet op welke
Aanwijzingen voor leiding- gevende en medewerker
Vaststelling van de juiste functiebeschrijving In de cao zijn nieuwe functiebeschrijvingen opgenomen (zie bijlage 1). De jaarcyclus start (eenmalig) met het bespreken en vaststel- len van de nieuwe functiebeschrijving met de medewerker. Daarbij is het uitgangspunt dat de huidige salarisschaal in beginsel bepalend is voor de vaststelling van de nieuwe functie- beschrijving. Immers, de salarisschalen zijn niet gewijzigd. Als er gemotiveerd kan worden
aangegeven dat de werknemer gedurende een langere periode (>6 maanden) een groot deel van de werkzaamheden uit een hogere functie heeft uitgevoerd en ook de daarbij behorende verantwoordelijkheden/bevoegdheden had, kan een andere functiebeschrijving worden vastgesteld.
Het jaargesprek en de beoordeling Ondernemers en medewerkers in de bloemen- winkels maken samen het bedrijf. Voor de ontwikkeling en verbetering van het bedrijf is het daarom belangrijk om goed contact met elkaar te hebben, ook als het maximum van de salarisschaal voor de betrokken medewer-
ker inmiddels is bereikt. In de het jaargesprek ga je als leidinggevende en medewerker met elkaar in gesprek over ontwikkelingen in het bedrijf en bij de medewerker. Een belangrijk doel van het gesprek is daarom niet alleen het beoordelen van het functioneren van de medewerkers, maar positieve betrokkenheid bij elkaar.
Uitgangspunten voor de beoordeling en het jaargesprek:
• Jaargesprekken worden gehouden met alle medewerkers van het bedrijf, dus zowel met voltijd als deeltijd medewerkers. De leiding- gevende plant de gesprekken in (vóór het einde van het jaar).
• Zorg ervoor dat de periode tussen het uit- nodigen van de medewerker en het moment van het gesprek zelf minimaal 1 week is.
De medewerker heeft dan de tijd zich goed voor te bereiden op het gesprek. De leiding- gevende kan ervoor kiezen de medewerker ook zelf de checklist in te laten vullen, maar het jaargesprek start altijd eerst met de ingevulde checklist van de leidinggevende.
• De beoordeling vindt plaats op een aantal onderdelen van het functioneren, zie de tabel in deel A. Elke winkel is anders, dus de norm kan per onderwerp verschillen per aard van de winkel. Onderaan in de tabel kunnen nog extra onderwerpen worden toegevoegd die de leidinggevende belangrijk vindt. Sommige onderwerpen zijn misschien belangrijker dan andere onderwerpen. Dit kan worden aangegeven in de kolom ‘weging’ in de tabel. Dit betekent dat er bij de beoordeling extra wordt gekeken naar deze onderwerpen (of juist minder). De onderwerpen en eventuele weging zijn afhankelijk van de functie, mogelijk ook van de persoon (hebben medewerkers dezelfde functie, dan worden zij beoordeeld op dezelfde onderwerpen).
Bij de beoordeling kan rekening worden gehouden met dat iemand nog kort in dienst is, of andere punten. Enkele scores onder de norm, kunnen toch tot een eindoordeel ‘op de norm’ leiden, als de leidinggevende in het algemeen tevreden is over het func- tioneren. Een eindoordeel ‘onder de norm’ kan worden gegeven als in de toelichting duidelijk wordt aangegeven wat de reden hiervan is. Daarnaast moeten dan afspraken
onderdelen hij/zij wordt beoordeeld en welke onderdelen zwaarder/lichter kun- nen wegen. Eventuele verbeterpunten in het functioneren van een medewerker worden al zoveel als mogelijk tussentijds, gedurende het jaar met een medewerker besproken. Wanneer het erop gaat lijken dat een medewerker ‘onder de norm’ gaat val- len, worden afspraken met de medewerker gemaakt over wat hij/zij moet doen om het functioneren te verbeteren, om zoveel als mogelijk te voorkomen dat aan het einde van het jaar sprake is van een beoorde-
ling ‘onder de norm’. Omdat dit afspraken zijn tijdens een voortgangsgesprek worden deze afspraken schriftelijk vastgelegd. Dit kan op de checklist, of op een eigen papier. Belangrijk: de uitkomst van de beoordeling mag uiteindelijk geen verrassing zijn voor de medewerker.
• Naast het jaarlijkse gesprek is het aan te raden om als leidinggevende tussentijds ten minste één voortgangsgesprek met elke medewerker te voeren waarin kort wordt besproken hoe het gaat. Een medewerker kan ook altijd zelf hier om vragen.
58
59
• Wanneer het jaargesprek niet plaats vindt en dit niet ligt aan de medewerker, dan is de beoordeling automatisch ‘op de norm’.
• Is een medewerker het niet eens met de uitkomst van de beoordeling, dan proberen leidinggevende en medewerker dit eerst samen op te lossen. Lukt dit niet, dan is er de mogelijkheid om gespreksondersteuning aan te vragen. Neem hiervoor contact op met de CAO-helpdesk.
Tot slot
De jaargesprekken worden vanaf het najaar van 2015 gevoerd. De eerste keer wordt nog geen prestatieperiodiek op basis van de uitkomst van de beoordeling gegeven, maar krijgt iedereen die het maximum van de salarisschaal nog niet heeft bereikt een extra periodiek (conform het oude systeem). Vanaf het najaar van 2016 wordt er gewerkt met prestatieperiodieken.
Formulier jaargesprek en beoordeling
Naam : Functie (volgens beschrijving bijlage 1 cao) : Leidinggevende :
Jaar :
Datum jaargesprek :
A. Terugblik:
Beoordeling van het functioneren gedurende het afgelopen jaar
De beoordeling start altijd met de vraag hoe de medewerker vindt dat het het afgelopen jaar is gegaan. Daarna worden de scores bekeken van de beoordeling. De beoordeling op de verschillende onderwerpen en de mate waarin de afspraken van het afgelopen jaar zijn nagekomen, leiden tot één eindoordeel over het functioneren in het afgelopen jaar. Het oordeel over het functioneren wordt uitgedrukt in:
Boven de norm: het functioneren ligt op bijna alle elementen boven het vereiste niveau van de functie; Op de norm: het functioneren is op het vereiste niveau;
Onder de norm: er zijn aandachtspunten waardoor het functioneren (nog) niet op het vereiste niveau is.
De weging kan zijn: Licht (L), Normaal (N) of Zwaar (Z), vul in de kolom ‘weging’ in wat van toepassing is.
L / N / Z
boven/op/onder
Persoonlijke representativiteit
Persoonlijke verzorging e.d.
L / N / Z
boven/op/onder
Uitstraling winkel
oog voor representativiteit winkel (bin- nen/buiten),
L / N / Z
boven/op/onder
Klantgericht handelen
Klantbehandeling, service, vragen/ klachtenafhandeling, verkoop/kassa- afhandeling, klantvriendelijkheid e.d.
L / N / Z
boven/op/onder
Vaktechniek
kwaliteit bloemwerk, creativiteit, innovatief e.d.
L / N / Z
boven/op/onder
Productkennis
Verzorging producten, parate kennis productinformatie
Toelichting
Weging
Beoordeling norm *
Resultaatgebieden
(voor zover van toepassing, indien nodig extra onderwerpen toevoegen)
1. Beoordeling functie-uitvoering
60
61
Resultaatgebieden (voor zover van toepassing, indien nodig extra onderwerpen toevoegen) | Beoordeling norm * | Weging | Toelichting |
Werkhouding werktempo, initiatief tonen, meedenken, verantwoordelijkheid, ondernemend, e.d. | boven/op/onder | L / N / Z | |
Samenwerking met team | boven/op/onder | L / N / Z | |
Samenwerking met leidinggevende | boven/op/onder | L / N / Z | |
Leidingeven | boven/op/onder | L / N / Z | |
boven/op/onder | L / N / Z | ||
boven/op/onder | L / N / Z | ||
boven/op/onder | L / N / Z |
* Maak vooraf helder en leg vast wat de norm is voor functioneren boven/op/onder nivo
De ‘mogelijke vragen’ hieronder kun je gebruiken bij het gesprek. Het is niet noodzakelijk om deze per vraag af te werken. Je kunt ze gebruiken als ondersteuning.
Mogelijke vragen:
• Xxxxx taken voer je graag en gemakkelijk uit? Met welke taken heb je meer moeite?
• Xxxxxx op dit moment jouw kennis, ervaring, en talenten op de beste wijze ingezet? Waarom wel/niet?
• Waar ben je het meest trots op van de dingen die je het afgelopen jaar hebt gedaan?
• Hoe zou je nog beter kunnen functioneren, wat is daarvoor nodig en belangrijk?
• Voel je je voldoende gewaardeerd/gesteund door je leidinggevende? Wat zou beter kunnen?
Beoordeling eerder afgesproken doelstellingen/afspraken
In het eerder gehouden jaargesprek zijn een aantal (ongeveer 2-4) concrete doelstellingen/afspraken gemaakt. In dit onderdeel van het gesprek wordt geëvalueerd hoe het is gegaan.
Evaluatie doelstellingen en gemaakte afspraken voor het afgelopen jaar:
Omschrijving doelstelling | Wegingsfactor | Beoordeling norm * | Toelichting |
boven/op/onder | |||
boven/op/onder | |||
boven/op/onder | |||
boven/op/onder | |||
• | |||
• |
2. Eindoordeel:
De beoordeling op de verschillende onderdelen leidt tot een eindoordeel over het functioneren over het jaar. De wijze waarop van alle oordelen tot een eindoordeel wordt gekomen, is aan de leiding- gevende.
Boven de norm | Op de norm | Onder de norm | Toelichting |
3. Ondertekening
Handtekening medewerker Handtekening leidinggevende Voor gezien: wel/niet
Datum: Datum:
62
63
B. Vooruitblik:
Afspraken voor het komende jaar
In het tweede deel van het jaargesprek bespreek je samen de verwachte ontwikkeling van de functie/ werkzaamheden van de medewerker gedurende het komende jaar, maar ook van de winkel zelf.
1. Verwachte ontwikkelingen voor het komende jaar
Mogelijke vragen:
• Over welke punten binnen jouw eigen ontwikkeling ben je tevreden? Aan welke ontwikkelpunten zou je nog meer aandacht willen besteden?
• Vervul je de taken binnen dit bedrijf die je het liefst wil doen? En zo nee, welke taken wil je liever uitvoeren of naast jouw huidige functie uitvoeren?
1.a. Doelstellingen en afspraken voor het komende jaar
•
•
2. Duurzame inzetbaarheid: welke acties zijn het komende jaar nodig om de medewerker voor de langere termijn goed inzetbaar te houden?
Mogelijke vragen:
• Op welke wijze wens je jouw talenten te ontwikkelen (opleiding, projecten, leren op de werkplek)?
• Als je de komende jaren in je huidige functie wilt blijven: welke veranderingen verwacht je in de toekomst in je functie en in hoeverre ben je hier op voorbereid?
• Wat verwacht je van je leidinggevende bij jouw persoonlijke ontwikkeling? Welke rol kan je leiding- gevende hierin vervullen?
• Verwacht je komend jaar een wijziging in je privé omstandigheden (gewijzigde gezinssituatie, zorg- taken e.d.) die invloed zal hebben op je werk?
3. Benodigde scholing en opleiding: welke acties zijn het komende jaar nodig voor persoonlijke ontwikkeling van de medewerker in zijn functie?
Mogelijke vragen:
• Is extra scholing/training relevant voor jouw functioneren? Zo ja, op welke gebieden?
• Hoe zou je dit willen inpassen?
•
• Gemaakte afspraken over scholing:
•
•
4. Overige afspraken: aanvullende afspraken kunnen hier worden genoteerd. Onderwerpen die in ieder geval aan de orde komen zijn:
• Aantal zondagen dat de winkel gedurende het komende jaar open is
• Daarvan gaat de medewerker naar verwachting zondagen werken
• Percentage flexcomponent volgens de cao:
• Wijze van uitbetalen vakantietoeslag in flexkeuzetoeslag: maandelijks/jaarlijks
• Xxxxx uitbetalen bovenwettelijke verlofdagen: in geld / of in tijd
•
• Inkoop extra verlofdagen: niet / wel, nl. (aantal dagen)
•
•
•
64
65
5. Ruimte voor opmerkingen naar aanleiding van het gesprek, zowel van medewerker als leidinggevende:
•
•
•
•
6. Ondertekening
Handtekening medewerker Handtekening leidinggevende Voor gezien: wel/niet
Datum: Datum:
Het formulier wordt, na ondertekening door beide partijen, opgenomen in het personeelsdossier van de medewerker. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende document.
AAHTEKEHIHGEH
66
67
CAO-helpdesk: 0318-52 75 68 (keuze 1)
VBW
Xx Xxxxxxxxx 0
0000 XX Xxx
CVAH
Xxxxxxxxx 0
AVV
Xxxxxxxxxxxxxxx 00-00
0000 XX Xxxxxxxxxxxx xxx.xxx.xx