Contract
C-156
Green Deal Nederland hotspot voor Circulaire Economie
Partijen:
1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw X.X. Xxxxxxxx, ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna te noemen: Rijksoverheid;
2. De Coöperatie CircleEconomy, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx, directeur, hierna te noemen: CCE;
3. De Stichting MVO Nederland, te dezen vertegenwoordigd door de heer L.W. Lageweg, directeur, en de xxxx X. Xxxxxxxxx, programmamanager, hierna te noemen: MVO Nederland;
4. De Stichting Amsterdam Economic Board, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx, directeur, en I. xxx xxx Xxxxxxx, programmamanager Biobased Circular Connections, hierna te noemen: AEB;
Hierna samen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen:
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal:
1. Het kabinet streeft ernaar een circulaire economie te realiseren en wil de (Europese) markt voor duurzame grondstoffen en hergebruik van schaarse materialen stimuleren (Regeerakkoord 2012).Deze transitie naar een circulaire economie moet onder andere bijdragen aan de ambitie van het Groene Xxxxx beleid van deze regering.
2. Transitie van een lineaire naar een circulaire economie kan Nederland jaarlijks aanzienlijke waarde opleveren. Inschatting van de exacte omvang varieert van minimaal 7 miljard euro per jaar (TN0 2013) tot een potentiële waarde van 12 tot 22 miljard euro per jaar voor de gehele Nederlandse economie (CircleEconomy 2013). Op Europese Schaal kan een circulaire transitie 247 tot 477 miljard euro per jaar opleveren (McKinsey, Xxxxx XxxXxxxxx 2012).
3. Enkele voor Nederland karakteristieke randvoorwaarden maken een positie als koploper en gidsland in circulaire economie mogelijk: zoals de aanwezigheid van mainports en fijnmazige, multimodale infrastructuur, wereldwijd leidende bedrijven met hoge noteringen in de Dow Jones Sustainability
Index, een ambitieuze duurzaamheidbeweging in het Nederlandse bedrijfsleven verenigd in organisaties als MVO Nederland, CircleEconomy, Groene Zaak, Dutch Sustainable Growth Coalition (DSGC) en anderen, innovatieclusters zoals de Brainport Eindhoven, internationaal leidende wetenschappelijke instellingen en de sterke historie en cultuur van multidisciplinaire samenwerking.
4. Partijen hebben de ambitie om de transitie naar een circulaire economie vanuit Nederland verder te ontwikkelen en hierin samen te werken. Nederland kan hierbij als gidsland optreden als wereldwijd voorbeeld van een ‘circulaire hotspot’.
5. De inzet van deze Green Deal ligt bij de kopgroep van partners van CCE, AEB en MVO Nederland die gedurende de driejarige looptijd van deze Green Deal investeren in circulaire projecten. CCE, AEB en MVO Nederland voorzien ruim een vijftigtal projecten te entameren.
6. Een voorbeeld is het project kansen voor het sluiten van kringlopen in de Amsterdamse metropoolregio op de thema’s water, energie, landbouw en nutriënten.
7. Deze circulaire projecten uit de ‘kopgroep’ van actoren leveren navolging voor het ‘peloton’ van bedrijven en de overheid in termen van inspiratie, kennis, ervaring en het aanpakken van belemmeringen voor de transitie naar een circulaire economie.
8. De focus in deze Green Deal ligt, gezien de grote diversiteit aan projecten, op twee voor de transitie relevante thema’s:
9. 1. Financiering van een circulaire economie: o.a. publiekprivate samenwerkings(PPS) constructies, ontwikkeling van grondstoffenbanken, materiaalpooling, aanbestedingsbeleid;
2. Leren van sectorale en regionale projecten, zoals die door CCE en MVO Nederland worden uitgevoerd en kennis ontwikkelen, delen en verspreiden ten behoeve van de transitie naar een circulaire economie.
Komen het volgende overeen:
1. Doel
Artikel 1 Doel van de Green Deal Transitie naar een Circulaire Economie
Doel van deze Green Deal is om de transitie naar een circulaire economie te versnellen, door de realisatie van circulaire projecten te bevorderen die opschaalbaar en navolgbaar zijn. Door realisatie van synergie tussen bedrijfsprojecten, het maken van overkoepelende sector en regionale analyses door CCE, AEB en MVO Nederland en het beleid gericht op Groene Groei kan Nederland zich als wereldwijde hotspot in de circulaire economie positioneren.
2. Inzet en acties
Artikel 2 Inzet en acties alle Partijen
1. De doelstelling ‘Nederland als hotspot in de circulaire economie’ krijgt nader vorm in een activiteitenprogramma dat binnen één jaar wordt uitgewerkt.
2. Daarnaast wordt een routekaart ontwikkeld waarin aandachtsgebieden en thema’s worden beschreven waarlangs de transitie naar een circulaire economie kan worden gerealiseerd. Bij het opstellen van deze routekaart wordt nadrukkelijk gebruik gemaakt en verwezen naar inzichten verkregen in reeds uitgevoerde onderzoeken (TNO, 2013; Xxxxx XxxXxxxxx, 2012; CircleEconomy, 2013) waarin onder andere de economische potentie van een circulaire economie wordt afgeleid.
3. Partijen zetten zich in projecten te versnellen en op te schalen teneinde de transitie naar een circulaire economie te bevorderen.
4. Partijen wisselen kennis uit over deze projecten en verbinden met relevante kenniscentra alsook met andere actoren in de transitie naar een circulaire economie.
Artikel 3 Inzet en acties CCE, MVO Nederland en AEB
1. CCE en MVO Nederland initiëren doorbraakprojecten – projecten die organisatiegrenzen overstijgen
– met de kopgroep van partners, bedrijven die investeren in de ontwikkeling van circulaire producten en ketens.
2. CCE en MVO Nederland realiseren synergie tussen de vele projecten in de kopgroep en verspreiden kennis hierover ten behoeve van nieuwe projecten in het peloton.
3. CCE, AEB en MVO Nederland zoeken actief verbinding met en staan open voor samenwerking met diverse organisaties. Verder verkennen zij actief mogelijkheden voor samenwerking tussen ketenpartners.
4. CCE, MVO Nederland en AEB sluiten aan op internationale ontwikkelingen, met name op de EU beleidsvisie Horizon 2020.
5. CCE, MVO Nederland en AEB bouwen een onafhankelijke kennisinfrastructuur op waarin (internationale) kennis over de circulaire economie en bedrijfsmodellen verzameld en gedeeld worden. Hiervoor kan een neutraal portaal worden opgebouwd (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx), wat gebruik maakt van en doorverwijst naar bestaande bronnen zoals onder meer MVO Nederland, CCE en anderen. Hierbij wordt sterke aandacht besteedt aan het vak en branchespecifiek maken van het brede thema. Dit in coalities met vakverenigingen en brancheorganisaties.
Artikel 4 Inzet en acties CCE
1. CCE past bij identificatie van projecten de ‘circle scan’ methodologie toe. Deze methodologie beoogt een overzicht te geven van het systeem (bijvoorbeeld de waardeketen) waarin een organisatie opereert. In de ‘circle scan’ worden punten in het systeem geïdentificeerd waar, door interventie de transitie naar een circulaire staat kan worden gerealiseerd. Om tot afweging te komen waar interventie de grootste impact kan hebben worden alle punten in het systeem gescoord op vijf dimensies: ‘energie gebruik’, ‘materiaal gebruik’, ‘ecosysteem impact’, ‘culturele en economische impact’ en ‘waarde creatie’.
2. CCE ontwikkelt met het uitvoeren van de eigen doorbraaktrajecten in bedrijven, sectoren en regio’s inzicht in sectoroverstijgende trends en belemmeringen en verzameld data die (in ieder geval aan haar leden) ter beschikking worden gesteld. Onderdeel hiervan kunnen zijn grondstofbanken: (geografisch specifiek) overzicht van grondstofbeschikbaarheid en vraag inclusief kwaliteits en zuiverheidsgegevens ten behoeve van het poolen van resources.
3. Als uitgangspunt hanteert CCE dat de projecten repliceerbaar en opschaalbaar zijn in de keten: van een kopgroep van pioniers naar het peloton van het brede bedrijfsleven.
4. CCE identificeert en signaleert doorbraakgebieden: (crosssectorale) knelpunten en hinderpalen die de transitie naar een circulaire economie remmen.
5. CCE geeft suggesties over de wenselijke aanpak van deze belemmeringen aan beleidsmakers.
6. CCE initieert en bevordert de aansluiting met internationale initiatieven onder andere in samenwerking met de World Business Council for Sustainable Development en het World Economic Forum.
Artikel 5 Inzet en acties MVO Nederland
1. MVO Nederland organiseert en faciliteert regelmatig een overleg tussen de sleutelactoren (niet zijnde individuele bedrijven) die op de circulaire economie gerichte activiteiten ontplooien.
2. MVO Nederland organiseert tweemaal per jaar een bedrijfsbezoeken te organiseren voor ambtenaren en politici bij bedrijven uit de kopgroep.
3. MVO Nederland draagt actief bij aan de bewustwording binnen het peloton van bedrijven door het laagdrempelig aanbieden van lezingen en korte workshops.
4. MVO Nederland streeft ernaar jaarlijkse, op circulaire economie gerichte (netwerk) evenementen (zoals CEBOOSTcamp, Closing the Loop) verder te versterken en verbindingen hiertussen te creëren.
5. MVO Nederland realiseert proactieve marktcommunicatie door praktijkvoorbeelden te inventariseren, inclusief inzichten in succes en faalfactoren, en deze in diverse formats aan te bieden aan relevante media.
6. MVO Nederland streeft ernaar om de crosssectorale en functionele Community of Practice CE verder uit te bouwen met tenminste twee nieuwe communities per jaar. Hierbij aansluitend op de projecten bij bedrijven van CCE.
7. MVO Nederland ambieert om in samenspraak met de Rijksoverheid, CCE en vakverenigingen e/o brancheorganisaties tenminste twee verandercoalities te starten in een specifieke branche, vakgebied of keten. Dit zijn groepen van minimaal tien vooruitstrevende bedrijven en stakeholders die gezamenlijk een ambitie, agenda en actieplan ontwikkelen betreft het sluiten van ketens. Om kritieke massa te creëren wordt deze coalitie van innovatieve koplopers (veelal MKB) verbonden aan grote, meer mainstream organisaties die ook veranderingsgezind zijn.
Artikel 6 Inzet en acties AEB
1. AEB zet de komende jaren in op uitbreiding van haar connecties met tenminste 10 nieuwe partners en 7 nieuwe projecten die zich richten op het delen van en het opstarten van nieuwe zakelijke activiteiten in het kader van het AEBprogramma Biobased Circular Connections.
2. AEB deelt kennis en creëert van synergie met de activiteiten van CCE, MVO Nederland en de Rijksoverheid die in het kader van deze deel worden verricht.
3. AEB fungeert als experimenteerregio voor de projecten die in het kader van deze deal worden ontwikkeld.
3. AEB zal kennis en ervaring delen met CCE, MVO Nederland en de Rijksoverheid.
4. AEB zal in samenwerking met CCE en MVO Nederland overstijgend onderzoek uitzetten bij kennis partners in binnen en buitenland, en daarbij kennis delen kennis rondom kansrijke biomassa stromen, cascadering, technieken voor verwerking en kansrijke toevoegingen aan ketens.
5. AEB zal optreden als netwerktrekker van regionale initiatieven rondom de biobased en circulaire economie in Nederland.
6. AEB zorgt ervoor dat voor deze deal een ecosysteem wordt ontwikkeld waarin regionale biobased initiatieven elkaar kunnen vinden en kennis kunnen delen.
7. AEB deelt kennis met CCE, MVO Nederland en de Rijksoverheid rondom het stimuleren van tripple helix samenwerking, rondom de biobased en circulaire economie.
Artikel 7 Inzet en acties Rijksoverheid
1. De Rijksoverheid faciliteert het verbinden van de projecten van CCE, AEB en MVONederland met de relevante beleidsvelden alsmede experts binnen de Rijksoverheid voor het opbouwen en verspreiden van kennis en ervaring van en over de transitie naar een circulaire economie ten behoeve van het Groene Groei beleid.
2. De Rijksoverheid verzorgt met het oog op het bevorderen van de transitie naar een circulaire economie verbindingen met relevante beleidsterreinen zowel nationaal (o.a. Grondstoffen, Afvalbeleid) alsook internationaal (EU Horizon 2020, EU Resource efficiency).
3. De Rijksoverheid geeft inzicht in het bestaande instrumentarium ten behoeve van het zoeken naar mogelijkheden voor financiering (innovatiesubsidies, kredieten, inbreng in EUfaciliteiten, nationale fondsen, regiofondsen, etc.) van de door CCE, AEB en MVO geïnitieerde projecten.
4. De Rijksoverheid zal zich inspannen om de realisatie van de circulaire doorbraakprojecten te bevorderen en daarbij de door CCE, AEB en MVO Nederland gesignaleerde belemmeringen, in bijvoorbeeld wet en regelgeving, waar mogelijk weg te nemen en actief te zoeken naar oplossingen.
3. Slotbepalingen
Artikel 8 Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 9 Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 10 Werkgroep
1. Binnen een maand na ondertekening van deze Green Deal wordt door alle partijen een werkgroep opgericht, die wordt belast met de uitvoering van deze Green Deal.
2. De werkgroep wordt gevormd door tenminste één vertegenwoordiger van elke Partij.
3. De werkgroep komt tenminste maandelijks bij elkaar.
Artikel 11 Tussentijdse evaluatie
Op 12 mei 2014 komen Partijen bij elkaar om te evalueren wat de voortgang is van de uitvoering van de Green Deal. Partijen bezien daarbij ook of de in de Green Deal opgenomen afspraken wijzigingen behoeven.
Artikel 12 Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de werkgroep. Zodra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 13 Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Transitie naar een Circulaire Economie.
Artikel 14 Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal te allen tijde met inachtneming van een opzegtermijn van 6 weken schriftelijk opzeggen.
Artikel 15 Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 16 Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en heeft een looptijd van drie jaar.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 17 Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Amsterdam op 12 november 2013.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld
Coöperatie CircleEconomy,
X. Xxxxx
Stichting MVO Nederland,
L.W. Lageweg
Stichting Amsterdam Economic Board,
X. Xxxxxx