Obligatievoorwaarden
Obligatievoorwaarden
Coöperatieve energie-opwekking volgens Rotterdams Model
Deze obligatievoorwaarden zijn totstandgekomen binnen het samenwerkingsverband van Rotterdamse energiecoöperaties: 'Energie van Rotterdam', gefaciliteerd door Energie van Rotterdam B.V., een dochtermaatschappij van de coöperatieve vereniging Energie van Rotterdam U.A.
Deze obligatievoorwaarden worden gehanteerd door Coöperatie Blijstroom B.A. (de coöperatie) en zijn van toepassing op elke obligatie die zij uitgeeft ter financiering van een productie-installatie die wordt gesubsidieerd krachtens de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE).
De inleg die de coöperatie ingevolge de uitgifte van een dergelijke obligatie ontvangt wordt door haar gebruikt om de onderhavige productie-installatie te realiseren. De coöperatie is verplicht om de inleg terug te betalen, zoals bepaald in deze obligatievoorwaarden.
Deze obligatievoorwaarden maken deel uit van het Rotterdams Model voor deelname in energie-opwekking. Dat model voorziet ook in deelname op basis van een deelnemersovereenkomst die wordt beheerst door de algemene voorwaarden 'Deelnemen in coöperatieve energie-opwekking volgens Rotterdams Model'. Binnen het Rotterdams Model kan een persoon niet gelijktijdig deelnemen op basis van een deelnemersovereenkomst én door middel van één of meer obligaties; deze twee sluiten elkaar uit.
Artikel 1 Definities
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
- algemene vergadering: de algemene vergadering van de coöperatie;
- Bestuur: het bestuur van de coöperatie;
- coöperatie: Coöperatie Blijstroom B.A., geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer: 61619671;
- Deelnemer: wederpartij van de coöperatie krachtens een deelnemersovereenkomst volgens het Rotterdams Model, in meervoud 'Deelnemers';
Terzake van deze aanbieding bestaat geen wettelijke verplichting tot het algemeen verkrijgbaar stellen van een prospectus dat is goedgekeurd door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Op de aanbieding wordt ook geen toezicht uitgeoefend door de AFM.
- Deelnemersrechten: de geldelijke aanspraken van Deelnemers in de productie-installatie, volgens het Rotterdams Model;
- Houder: houder van één of meer Obligaties, in meervoud ‘Houders’;
- Inleg: financiële inleg in een bepaalde productie-installatie op grond van een Obligatieovereenkomst;
- Inschrijver: persoon die zich heeft ingeschreven (of heeft laten inschrijven) voor één of meer Obligaties, in meervoud: 'Inschrijvers';
- Maximale Looptijd: de maximale looptijd bedoeld in artikel 10 lid 6 en lid 8;
- Obligatie: een effect dat door de coöperatie is uitgegeven ter financiering van een bepaalde productie-installatie die wordt gesubsidieerd krachtens de SCE; in meervoud: ‘Obligaties’;
- Obligatieovereenkomst: de overeenkomst bedoeld in artikel 3 lid 1;
- productie-installatie: een productie-installatie zoals bedoeld in de SCE, die onderwerp is van de Obligatieovereenkomst, en die is opgenomen in een beschikking tot subsidieverlening aan de coöperatie ingevolge de SCE;
- SCE: de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (stcrt 2021, 11080);
- Schema: het voor een Obligatie geldende aflossingsschema bedoeld in artikel 10 lid 9;
- Subsidieperiode: de periode gedurende welke de met de productie-installatie geproduceerde elektriciteit is gesubsidieerd ingevolge de SCE;
- Overinschrijving: de situatie waarin de waarde van alle voor toewijzing in aanmerking komende inschrijvingen (die betrekking hebben op dezelfde productie-installatie) samen groter is dan de totale waarde van alle voor toewijzing beschikbare Obligaties (die betrekking hebben op die productie-installatie);
- Startdatum: de startdatum bedoeld in artikel 10 lid 4.
Artikel 2 Toepasselijkheid van deze voorwaarden
1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op Obligaties, de inschrijving voor Obligaties en op de toewijzing en verkrijging van Obligaties.
2. Door aanvaarding van één of meer Obligaties, onderwerpt iedere verkrijger zich onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan deze obligatievoorwaarden.
3. Deze voorwaarden zijn bindend voor iedere houder van één of meer Obligaties en bepalen de aard en de reikwijdte van de rechten van xxxx Xxxxxx.
Artikel 3 De Obligatieovereenkomst
1. Door inschrijving voor één of meer Obligaties komt een overeenkomst tot stand tussen de Inschrijver en de coöperatie, waarvan deze voorwaarden integraal deel uitmaken.
2. De Inschrijver is bevoegd om de Obligatieovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen, gedurende 14 dagen nadat deze schriftelijk (per e-mail) door de coöperatie is bevestigd. Bij tijdige herroeping is de Obligatieovereenkomst ontbonden en wordt reeds
betaalde Inleg gerestitueerd. Herroeping is vormvrij en kan worden gedaan via het e- mailadres van de coöperatie.
3. Een Obligatieovereenkomst wordt aangegaan onder de ontbindende voorwaarden:
a. dat de coöperatie tijdig voldoende deelnemende leden aan zich weet te binden, om met betrekking tot de onderhavige productie-installatie, aanspraak te kunnen maken op subsidie ingevolge de SCE;
b. dat de coöperatie de financiering van de productie-installatie tijdig rond krijgt; en
c. dat de onderhavige productie-installatie daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Zodra het Bestuur vaststelt en de Inschrijver daarvan in kennis heeft gesteld, dat aan een van de in dit lid genoemde voorwaarden niet wordt voldaan, is de Obligatieovereenkomst ontbonden en de coöperatie verplicht tot terugbetaling van de reeds ontvangen Inleg.
4. De coöperatie is niet verplicht noch te verplichten om een Obligatieovereenkomst aan te gaan, noch tot vergoeding van schade wegens het niet aangaan van een Obligatieovereenkomst.
Artikel 4 Inschrijving voor Obligaties
1. Inschrijving voor Obligaties staat uitsluitend open voor leden van de coöperatie en voor personen die tegelijk met de inschrijving het lidmaatschap van de coöperatie aanvragen.
2. Om voor Obligaties in aanmerking te komen moet de Inschrijver:
a. lid zijn van de coöperatie;
b. met de coöperatie een Obligatieovereenkomst zijn aangegaan;
c. woonachtig of gevestigd zijn in het werkgebied van de coöperatie, dan wel in een door de coöperatie nader bepaalde wijdere omgeving;
d. beschikken over een betaalrekening die is gesteld op zijn naam en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn;
f. geen Deelnemer zijn; en
g. niet woonachtig of gevestigd zijn op een adres waar een Deelnemer of een andere inschrijver woont.
3. Voor inschrijving worden geen kosten in rekening gebracht.
4. Inschrijving geschiedt middels een door de coöperatie daartoe beschikbaar gesteld (online) formulier.
5. Per Inschrijver kan tot maximaal 100 Obligaties (20.000 euro) worden ingeschreven.
6. De coöperatie behoudt zich het recht voor om de inschrijving geheel of gedeeltelijk te weigeren.
7. De coöperatie kan de inschrijvingstermijn opschorten, verkorten of verlengen telkens wanneer zij daartoe aanleiding ziet.
8. De coöperatie kan te allen tijde bewijsstukken vragen om te verifiëren of een Inschrijver voldoet aan het bepaalde in lid 2. Indien een Inschrijver hier niet naar tevredenheid van de coöperatie aan voldoet, kan de coöperatie de Obligatieovereenkomst ontbinden.
9. Inschrijver is ermee bekend en stemt ermee in dat de coöperatie zijn naam, adres en de Obligatieovereenkomst bekend maakt aan de Rijksoverheid, met het uitsluitende doel om te voldoen aan de voorwaarden die zijn verbonden aan subsidieverlening voor de productie-installatie ingevolge de SCE.
Artikel 5 Toewijzing van Obligaties
1. Obligaties worden uitsluitend toegewezen aan Inschrijvers die:
a. lid zijn van de coöperatie;
b. met de coöperatie een Obligatieovereenkomst zijn aangegaan;
c. woonachtig of gevestigd zijn in het werkgebied van de coöperatie, dan wel in een door de coöperatie nader bepaalde wijdere omgeving;
d. geen Deelnemer zijn; en
e. niet woonachtig of gevestigd zijn op een adres waar een Deelnemer of een andere inschrijver woont.
2. Per adres worden aan slechts één persoon Obligaties toegewezen.
3. Bij Overinschrijving worden de beschikbare Obligaties in ronden verdeeld over alle Inschrijvers die voor toewijzing in aanmerking komen, tot maximaal het aantal van ieders inschrijving. In de 1e ronde wordt dan één Obligatie toegewezen aan elke Inschrijver die voor toewijzing in aanmerking komt. In de 2e ronde wordt aan de Inschrijvers die voor toewijzing in aanmerking komen en die voor ten minste twee Obligaties hebben ingeschreven, dan een tweede Obligatie toegewezen. In de 3e ronde wordt aan de Inschrijvers die voor toewijzing in aanmerking komen en die voor ten minste drie Obligaties hebben ingeschreven, dan een derde Obligatie toegewezen. Er worden dergelijke rondes gehouden voor toewijzing van telkens één additionele Obligatie totdat het resterend aantal Obligaties ontoereikend is om alle in die ronde nog meedingende Inschrijvers te bedienen. In dat geval geschiedt de toewijzing van de resterende Obligaties in die ronde op volgorde van inschrijving.
4. Toewijzing van één of meer Obligaties wordt schriftelijk (per e-mail) kenbaar gemaakt.
5. De coöperatie is niet verplicht noch te verplichten tot toewijzing van Obligaties noch tot vergoeding van schade wegens niet-toewijzing van één of meer Obligaties.
6. De coöperatie behoudt zich het recht voor om geheel of gedeeltelijk af te zien van toewijzing van Obligaties, hetgeen kan betekenen dat de coöperatie minder Obligaties of in het geheel geen Obligaties toewijst aan één of meer Inschrijvers.
Artikel 6 Verkrijging van Obligaties
1. Toegewezen Obligaties worden uitsluitend verkregen tegen betaling van de volledige Inleg, op schriftelijk verzoek van de coöperatie. Bij dat verzoek vermeldt de coöperatie de datum waarop de Inleg uiterlijk moet zijn ontvangen.
2. Betaling van de Inleg moet per bank geschieden. De Inleg moet worden overgemaakt vanaf een bankrekening die op naam staat van de Inschrijver, en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn.
3. De coöperatie behoudt zich het recht voor om ontvangen Inleg te weigeren door terugstorting van die Inleg naar de bankrekening van herkomst. Desbetreffende Obligaties worden dan niet verkregen.
4. Verkrijging van Obligaties wordt schriftelijk bevestigd door de coöperatie, binnen 2 maanden na ontvangst van de Inleg en onder vermelding van de Startdatum.
Artikel 7 Overdracht van Obligaties
1. Obligaties zijn uitsluitend overdraagbaar aan personen die lid zijn van de coöperatie.
2. Overdracht van Obligaties vereist een schriftelijke akte en medewerking van de coöperatie. De coöperatie zal deze medewerking niet op onredelijke grond onthouden.
3. De akte bedoeld in het vorige lid wordt opgemaakt tussen de vervreemder en de verkrijger. De coöperatie kan aan de vorm en de inhoud van de akte nadere eisen stellen.
4. Medewerking aan overdracht wordt aangevraagd middels een door of namens de coöperatie daartoe beschikbaar te stellen formulier.
5. De voor overdracht benodigde medewerking bestaat in ieder geval uit aanpassing van het obligatieregister. Zonder die medewerking vindt geen geldige overdacht plaats. Van de aanpassing wordt mededeling gedaan aan zowel de vervreemder als de verkrijger.
6. De coöperatie kan haar medewerking aan overdacht in ieder geval onthouden indien:
a. de beoogde verkrijger geen lid is van de coöperatie.
b. deze overdracht ertoe leidt dat de verkrijger een groter aantal Obligaties gaat houden dan het maximum bedoeld in artikel 4 lid 5.
c. de beoogde verkrijger niet woonachtig of gevestigd is in het werkgebied van de coöperatie, dan wel in een door de coöperatie nader bepaalde wijdere omgeving.
d. de beoogde verkrijger niet beschikt over een betaalrekening die is gesteld op zijn naam en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn.
e. de beoogde verkrijger Deelnemer is.
x. xx xxxxxxx verkrijger woonachtig of gevestigd is op een adres waar een Deelnemer of een andere Houder woont.
7. De coöperatie is bevoegd voor medewerking aan overdracht redelijke kosten in rekening te brengen. Een bedrag van 25 euro per transactie wordt daarbij als redelijk geacht. Indien de werkelijke uitvoeringskosten hoger zijn kunnen die hogere kosten in rekening worden gebracht.
8. Een Obligatie kan niet worden gesplitst en ook niet worden verpand of in vruchtgebruik worden gegeven.
9. Rechten uit een Obligatieovereenkomst kunnen niet afzonderlijk worden overgedragen noch bezwaard, behoudens de overdracht van Obligaties, zoals voorzien in dit artikel. Afzonderlijke overdracht of bezwaring van enig vorderingsrecht ingevolge een Obligatie is nietig en verboden.
Artikel 8 Gemeenschappelijke Obligaties
1. Ten aanzien van één of meer Obligaties die behoren tot een gemeenschap, kunnen de deelgenoten zich slechts door één persoon tegenover de coöperatie doen vertegenwoordigen. Dat is de persoon die als Houder van die Obligaties in het obligatieregister staat geregistreerd. Indien zij twijfelt over de bevoegdheid van de Houder om over op zijn naam staande Obligaties dan wel de vruchten daarvan te beschikken is de coöperatie bevoegd elke handeling met betrekking tot die Obligaties op te schorten, totdat klaarheid is gebracht in de bevoegdheid van de Houder en de aanspraken van de deelgenoten met betrekking tot deze Obligaties.
2. Op verdeling van Obligaties die behoren tot een gemeenschap is het bepaalde in artikel 7 van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van het bepaalde in artikel 7 lid 1. Bij die toepassing wordt de in het obligatieregister geregistreerde Houder gelijk gesteld met de vervreemder en de overige deelgeno(o)t(en) met de verkrijger(s).
Artikel 9 Overgang van Obligaties1
1. Overgang van één of meer Obligaties geschiedt van rechtswege. Om na overgang de rechten ingevolge één of meer Obligaties te kunnen uitoefenen behoeft de rechthebbende medewerking van de coöperatie. De coöperatie zal deze medewerking niet op onredelijke grond onthouden. De coöperatie is evenwel bevoegd om aan die medewerking redelijke voorwaarden te verbinden, en elke handeling met betrekking tot de onderhavige Obligaties op te schorten, totdat aan die voorwaarden is voldaan. De coöperatie is bovendien bevoegd voor overgang redelijke kosten in rekening te brengen op basis van de werkelijke uitvoeringskosten.
2. Na overlijden van een Houder gaan diens Obligaties onder algemene titel krachtens erfrecht over op de erfgenamen van de Houder. In die situatie geldt dat de erfgenamen, onder overlegging van een verklaring van erfrecht, mededeling van de overgang aan de coöperatie dienen te doen. De coöperatie zal, na bevestiging van ontvangst van bedoelde verklaring, de vererving verwerken in het obligatieregister.
3. Bij overgang van één of meer Obligaties aan een gemeenschap van deelgenoten is artikel 8 lid 1 van toepassing en wordt de gemeenschap in het obligatieregister als Houder geregistreerd.
Artikel 10 Rente en terugbetaling
1. Elke Obligatie geeft recht op terugbetaling van de Inleg en op rente over de verschuldigde som, een en ander zoals geregeld in deze voorwaarden.
2. De Inleg per Obligatie en het rentepercentage staan vermeld in de Obligatieovereenkomst.
1 Overgang betreft een situatie waarin Obligaties van rechtswege op een ander overgaan, bijvoorbeeld wegens fusie, erfopvolging of boedelmenging. Overgang is te onderscheiden van overdracht, die doorgaans samenhangt met een transactie tussen de vervreemder en de verkrijger.
3. De rente wordt berekend vanaf de Startdatum en wordt per het einde van elk boekjaar verschuldigd. De rente voor een boekjaar wordt berekend op basis van de resterende som aan het einde van dat boekjaar. Er is zodoende geen rente verschuldigd over de som die lopende een boekjaar is afgelost.
4. De Startdatum wordt door de coöperatie bepaald en aan de Houder bekendgemaakt bij de bevestiging bedoeld in artikel 6 lid 4.
5. De Startdatum is niet later dan 31 dagen na de datum bedoeld in artikel 6 lid 1.
6. Terugbetaling van de Inleg geschiedt binnen 15 jaren, te rekenen vanaf de inbedrijfstelling van de productie-installatie. De coöperatie is echter bevoegd om de looptijd van de Obligaties te verlengen tot maximaal 60 dagen na definitieve vaststelling van de SCE- subsidie voor de bijbehorende productie-installatie. Die vaststelling wordt gedaan nadat de subsidieperiode is geëindigd. Die periode bedraagt in principe 15 jaren maar kan met maximaal één jaar worden verlengd, waarna nog een termijn volgt voor aanvraag van de subsidie-vaststelling (maximaal 6 maanden) en een termijn voor de vaststelling zelf (maximaal 13 weken).
7. Verlenging van de looptijd zoals bedoeld in het vorige lid wordt schriftelijk (per e-mail) aan de Houders bekend gemaakt.
8. De looptijd van de Obligaties bestrijkt maximaal:
a. de (renteloze) periode tussen ontvangst van de Inleg en de Startdatum;
b. de periode vanaf de Startdatum tot de inbedrijfstelling van de productie-installatie; plus
c. de Subsidieperiode; plus
d. de termijnen voor definitieve vaststelling van de SCE-subsidie; plus
e. 60 dagen.
9. Terugbetaling geschiedt met inachtneming van het voor de Obligatie geldende aflossingsschema (het Schema). Het aanbod van de Obligaties kan twee versies van het aflossingsschema bevatten, waarmee de bandbreedte is vastgelegd waarbinnen het uiteindelijke Schema zal liggen, gegeven de response op het aanbod. Dat Schema wordt verstrekt bij toewijzing van Obligaties.
10. Het financiële resultaat van de productie-installatie wordt per boekjaar achteraf bepaald, en verantwoord in de jaarrekening van de coöperatie. Bij vaststelling van die jaarrekening wordt tevens vastgesteld of dat financiële resultaat voldoende was voor terugbetaling volgens het Schema. Indien dat resultaat onvoldoende was, wordt de aflossing voor dat boekjaar op voorstel van het Bestuur nader bepaald, en mogelijk zelfs op nihil gesteld. Een dergelijke afwijking van het Schema en bijbehorende nadere bepaling of nihilstelling van de aflossing behoeven goedkeuring van de algemene vergadering. Die goedkeuring wordt in ieder geval geacht te zijn gegeven als de algemene vergadering de jaarrekening vaststelt, waarin de nader bepaalde of op nihil gestelde aflossing is verwerkt.
11. Bij toepassing van het bepaalde in het vorige lid neemt de coöperatie in acht dat:
a. zij uitkering van verschuldigde rente kan uitstellen, onder toepassing van het bepaalde in artikel 11 lid 3.
b. uitkering van Deelnemersrechten voorrang heeft boven aflossing van de Obligaties zolang volledige afbetaling van de Obligaties inclusief rente, binnen de Maximale Looptijd niet in het gedrang komt. Als deze afbetaling naar het oordeel van het Bestuur wel in het gedrang komt, heeft terugbetaling van de Inleg voorrang boven verdere uitkering van Deelnemersrechten, en heeft uitkering van rente op de Obligaties gelijke rang met uitkering van de Deelnemersrechten.
c. elke betaling ingevolge een Obligatie is (of kan worden) achtergesteld ten opzichte van de overige financiers van de onderhavige productie-installatie, zoals de bank(en) en het Realisatiefonds voor energiecoöperaties.
12. Wanneer de Obligaties (die betrekking hebben op dezelfde productie-installatie) inclusief de verschuldigde rente geheel zijn afgelost is de coöperatie niet meer verplicht om het financiële resultaat van de onderhavige productie-installatie afzonderlijk te verantwoorden in de jaarrekening van de coöperatie.
Artikel 11 Uitkering en aflossing
1. De rente en aflossing met betrekking tot enig boekjaar wordt overeenkomstig de jaarrekening van dat boekjaar uitgekeerd binnen 30 dagen na vaststelling van die jaarrekening, of - indien van toepassing - binnen 30 dagen na goedkeuring van de nadere bepaling van de aflossing door de algemene vergadering, zoals bedoeld in artikel 10 lid 10.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 is het Bestuur bevoegd om de uitkering van rente en aflossing uit te stellen indien en voor zover het weet of redelijkerwijs behoort te voorzien:
a. dat de coöperatie na betaling niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden; of
b. dat deze uitkering onverenigbaar is met financieringsvoorwaarden waar de coöperatie aan gebonden is.
3. Voor zover verschuldigde rente niet is uitgekeerd in het jaar volgend op het boekjaar waarop ze betrekking heeft, wordt ze bijgeschreven op de resterende som van de Obligatie (en wordt zij zodoende rentedragend). Die bijschrijving geschiedt dan (met terugwerkende kracht) per het einde van het boekjaar waarop die rente betrekking heeft.
4. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt rente over de periode tussen de Startdatum en de datum waarop de productie-installatie in bedrijf is gesteld in principe niet uitgekeerd, maar bijgeschreven op de hoofdsom van de Obligatie. Het Bestuur kan evenwel besluiten om deze rente wel uit te keren in plaats van bij te schrijven. Die uitkering moet dan geschieden in het jaar volgend op het boekjaar waar deze rente betrekking op heeft.
5. De coöperatie is te allen tijde bevoegd om de Obligaties (van een bepaalde soort of categorie) versneld af te lossen. Zij hoeft hiervoor geen compensatie te betalen.
6. De coöperatie is verplicht tot volledige aflossing binnen 60 dagen nadat:
a. twee jaren zijn verstreken sinds de Startdatum en de productie-installatie nog steeds niet is gerealiseerd; of
b. zij de productie-installatie heeft vervreemd terwijl de bijbehorende Obligaties nog niet geheel zijn afgelost.
Artikel 12 Opeisbaarheid en achterstelling
1. Het restant van de Inleg vermeerderd met de verschuldigde rente wordt terstond en zonder ingebrekestelling opeisbaar zodra:
a. de looptijd van 15 jaren (bedoeld in artikel 10 lid 6) is verstreken zonder dat deze is verlengd.
b. de verlengde looptijd is verstreken (indien de looptijd is verlengd) doch uiterlijk zodra de Maximale Looptijd is verstreken.
c. de productie-installatie is vervreemd.
d. twee jaren zijn verstreken sinds de Startdatum en de productie-installatie nog steeds niet is gerealiseerd.
e. een van de volgende regelingen is uitgesproken of aangevraagd ten aanzien van de coöperatie:
i. faillissement;
ii. surseance van betaling; of
iii. een andere insolventieregeling.
f. een schuldeisersakkoord wordt aangeboden voor de coöperatie.
g. een pand- of hypotheekrecht op de productie-installatie (dan wel het recht van opstal of erfpacht dat voor de productie-installatie is gevestigd) wordt uitgewonnen.
h. de coöperatie een besluit neemt tot ontbinding of feitelijke liquidatie van de coöperatie.
i. de coöperatie wordt ontbonden, vereffend en/of geliquideerd of ophoudt te bestaan.
2. Het restant van de Inleg vermeerderd met de verschuldigde rente wordt opeisbaar, indien:
a. de coöperatie haar verplichtingen ingevolge de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx op grove wijze schendt;
b. de coöperatie haar bedrijfsactiviteiten of een belangrijk deel daarvan verandert, staakt of dreigt te staken; of
c. de coöperatie misleidende informatie aan de Houders heeft verstrekt; mits:
1) de coöperatie van de inroeping van de in dit lid genoemde opeisingsgrond in kennis is gesteld en nalaat het bestaan van die grond binnen 60 dagen ongedaan te maken; en
2) dit nalaten materiele gevolgen heeft voor de (financiele) positie van de Houders.
3. Indien het verschuldigde ingevolge een Obligatie succesvol krachtens dit artikel is opgeëist, is de coöperatie gehouden voor alle uitstaande Obligaties die betrekking hebben op die zelfde productie-installatie, op overeenkomstige wijze genoegdoening te bieden.
4. Zolang een uitkering door het Bestuur overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 lid 2 is uitgesteld, is deze niet opeisbaar.
5. Elke opeisbare geldvordering ingevolge de Obligaties heeft een lagere rang dan de opeisbare geldvordering(en) van een bank of van het Realisatiefonds voor energiecoöperaties, terzake van de financiering van de onderhavige productie-installatie.
Artikel 13 Obligatieregister
1. De coöperatie administreert de Obligaties in haar obligatieregister waarin onder meer zijn opgenomen de naam, het adres en de bankrekening van xxxx Xxxxxx.
2. Gerechtigdheid tot Obligaties blijkt uit het obligatieregister van de coöperatie. Per Obligatie is slechts één Houder te registreren.
3. Xxxx Xxxxxx is verplicht om de coöperatie voortdurend op de hoogte te houden van zijn relevante persoonlijke gegevens waaronder zijn actuele adres, e-mailadres en bankrekeningnummer (IBAN).
4. Betalingen ingevolge de Obligaties geschieden door overmaking naar de bij de coöperatie bekende bankrekening van de persoon die op het moment van die overmaking blijkens het obligatieregister van de coöperatie, houder is van desbetreffende Obligaties. Een dergelijke betaling heeft bevrijdende werking. De coöperatie is bevoegd betaling op te schorten zolang haar geen bankrekening bekend is die op naam staat van de Houder en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn.
5. Gevolgen van het door de Xxxxxx niet juist of terstond doen van opgaven betreffende zijn persoonlijke gegevens, komen volledig voor rekening en risico van de Houder en kunnen niet aan de coöperatie worden tegengeworpen.
6. De coöperatie is te allen tijde bevoegd om bewijsstukken te verlangen (waaronder: identiteitsbewijs, uittreksel KvK, bankafschrift, verklaring van erfrecht) alvorens over te gaan tot toewijzing van Obligaties, inschrijving in het obligatieregister, wijziging van het obligatieregister waaronder wijziging van het bankrekeningnummer waarop betalingen ingevolge de Obligaties worden gedaan.
7. De coöperatie kan de zorg voor het obligatieregister opdragen aan derden, waaronder aan Energie van Rotterdam B.V.
8. De coöperatie is bevoegd om de naam en het adres van xxxx Xxxxxx, alsmede diens Obligatieovereenkomst en de verkrijging van Obligaties bekend te maken aan de Rijksoverheid, met het uitsluitende doel om te voldoen aan de voorwaarden die zijn verbonden aan subsidieverlening voor de onderhavige productie-installatie ingevolge de SCE.
Artikel 14 Zekerheden
1. De verplichtingen van de coöperatie uit hoofde van de Obligaties zijn niet door enige vorm van zekerheid gedekt.
2. De productie-installatie (dan wel het recht van opstal of erfpacht dat voor de productie- installatie is gevestigd) mag niet worden bezwaard met recht van pand of hypotheek, tenzij:
a. de Obligaties voor die productie-installatie geheel zijn afgelost.
b. de bezwaring strekt tot zekerheid voor de Houders van de Obligaties die betrekking hebben op de onderhavige productie-installatie.
x. xx xxxxxxxxx strekt tot zekerheid in verband met de financiering van de onderhavige productie-installatie.
3. Voor bezwaring zoals toegestaan krachtens het voorgaande lid is geen voorafgaande goedkeuring van de Houders vereist.
Artikel 15 Aansprakelijkheid
1. Uitsluitend de coöperatie is aansprakelijk voor de betalingsverplichtingen ingevolge de Obligaties.
2. De coöperatie is niet aansprakelijk voor verlies of schade die wordt geleden doordat de coöperatie gebruik maakt van één of meer van haar bevoegdheden ingevolge deze voorwaarden, waaronder: verlenging, verkorting of opschorting van de inschrijfperiode, weigering van inschrijving voor Obligaties, intrekking van de aanbieding van Obligaties, afgelasting van de uitgifte, verlenging van de termijn voor terugbetaling, versnelde aflossing of uitgestelde uitkering van rente en/of aflossing.
Artikel 16 Non recourse bepaling
Houder kan zich ter zake van de Obligaties slechts verhalen op het vermogen van de coöperatie en niet op het (privé) vermogen van enig lid of enige bestuurder van de coöperatie.
Artikel 17 Afgelasting van de uitgifte
1. De coöperatie behoudt zich het recht voor om af te zien van uitgifte van Obligaties en om het aanbod en de toewijzing van Obligaties geheel of gedeeltelijk in te trekken.
2. Zodra de verkrijging van Obligaties is bevestigd zoals bedoeld in artikel 6 lid 4, vervalt de bevoegdheid van de coöperatie om af te zien van de uitgifte. Datzelfde geldt voor de bevoegdheid van de coöperatie om de toewijzing van Obligaties geheel of gedeeltelijk in te trekken.
Artikel 18 Kennisgeving
Alle kennisgevingen door de coöperatie aan de Houders dienen schriftelijk te geschieden en zijn geldig uitgebracht indien deze zijn verzonden naar de (e-mail)adressen van de individuele Houders, zoals vermeld in het obligatieregister. Iedere kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan op de dag dat deze is verzonden.
Artikel 19 Rechts- en forumkeuze
1. Op de Obligaties, deze voorwaarden en de Obligatieovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. Geschillen over één of meer Obligaties, deze voorwaarden of één of meer Obligatieovereenkomsten, kunnen schriftelijk gemotiveerd worden voorgelegd aan het bestuur van de coöperatie. Op de beslissing van het Bestuur op een geschil staat beroep open op de algemene vergadering. Deze geschillenregeling doet geen afbreuk aan het recht van de Houder om zich te wenden tot de bevoegde rechter te Rotterdam.
Artikel 20 Slotbepalingen
1. De coöperatie is bevoegd om deze voorwaarden eenzijdig te wijzigen, voor zover dat geen afbreuk doet aan het belang van de Houders.
2. Als enige bepaling in de Obligatieovereenkomst nietig of vernietigbaar blijkt te zijn, zal dat geen afbreuk doen aan de rechtsgeldigheid van alle overige bepalingen in de Obligatieovereenkomst.
Coöperatie Blijstroom B.A. Xxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxxx xxxx@xxxxxxxxxx.xx
KvK: 61619671| btw-nummer NL.8544.16.456.B01