DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: VERENIGING VAN JONGE APOTHEKERS (de "Vereniging")
DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN:
VERENIGING VAN JONGE APOTHEKERS (de "Vereniging")
Het aangehechte document is de doorlopende tekst van de statuten van Vereniging van Jonge Apothekers, statutair gevestigd te 's Gravenhage.
De statuten van de Vereniging zijn laatstelijk partieel gewijzigd bij akte van statutenwijziging verleden voor mr. C.C. Xxxxxxx, notaris met plaats van vestiging Amsterdam op 2019.
Naam
Artikel 1
De vereniging draagt de naam: Vereniging van Jonge Apothekers (VJA).
Zetel
Artikel 2
Zij heeft haar zetel in de gemeente 's-Gravenhage.
Doel
Artikel 3
De vereniging heeft ten doel:
Het behartigen van de belangen van apothekers tot het veertigste levensjaar.
Lidmaatschap
Artikel 4
1. De vereniging kent leden, begunstigers (donateurs) en ereleden.
2. Leden van de vereniging kunnen slechts zijn natuurlijke personen die:
a. als universitair student de master farmacie volgen;
b. werkzaam zijn als apotheker tot het veertigste levensjaar.
3. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel te steunen met een door
de algemene vergadering vast te stellen minimum-bijdrage en als zodanig door het bestuur zijn toegelaten.
4. Ereleden kunnen zijn zij, die zich jegens de vereniging bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt.
5. Begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
6. Ereleden hebben dezelfde rechten en verplichtingen als de gewone leden tenzij in de statuten anders is bepaald, doch zijn vrijgesteld van de verplichting tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage. Artikel 5
Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden, begunstigers en ereleden zijn opgenomen.
Toelating
Artikel 6
1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden en begunstigers.
2. Bij niet-toelating tot lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
3. Ereleden worden bij besluit van de algemene vergadering benoemd, zulks op voordracht van het bestuur.
Einde van het lidmaatschap
Artikel 7
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
e. door beëindiging van uitoefening een functie als openbaar apotheker, industrie apotheker of poliklinisch apotheker.
f. door het bereiken van het veertigste levensjaar.
2. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging is voor een lid voorts mogelijk:
a. binnen één maand nadat een besluit waarbij de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard aan het lid bekend is geworden of is meegedeeld. Het besluit is alsdan niet op dat lid van toepassing. Een lid is evenwel niet bevoegd door opzegging een besluit waarbij de verplichtingen van geldelijke aard van de leden zijn verzwaard te zijnen opzichte uit te sluiten;
b. binnen een maand nadat een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie aan hem is meegedeeld.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
Einde van de rechten en verplichtingen van begunstigers en ereleden
Artikel 8
1. De rechten en verplichtingen van een begunstiger en van een erelid kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat wat de begunstigers betreft de jaarlijkse bijdrage
over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
Jaarlijkse bijdragen
Artikel 9
1. De leden en de begunstigers zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
Bestuur
Artikel 10
1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie (3) personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden.
2. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 3. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet minimaal vier weken voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
3. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin ten minste twee/derde van de leden vertegenwoordigd is.
4. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.
5. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
Einde bestuurslidmaatschap - periodiek lidmaatschap - schorsing
Artikel 11
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk twee jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende is telkens herkiesbaar; wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. ten aanzien van een bestuurslid dat uit de leden benoemd is: door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
b. door bedanken.
Bestuursfuncties - besluitvorming van het bestuur
Artikel 12
1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld.
3. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.
Bestuurstaak - vertegenwoordiging
Artikel 13
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden drie (3) is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, doch niet tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden beroep worden gedaan.
5. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:
I. het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen een bedrag of waarde van zevenduizendvijfhonderd euro (€7500,00) te boven gaande, onverminderd het hierna onder II bepaalde;
II. a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen;
b. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
c. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
d. het aangaan van vaststellingsovereenkomsten;
e. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
f. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
6. Onverminderd het in de laatste volzin van lid 4 bepaalde wordt de vereniging vertegenwoordigd door het bestuur. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk
handelende bestuursleden.
Jaarverslag - rekening en verantwoording
Artikel 14
1. Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met één en dertig december.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken binnen de vereniging en over het gevoerde beleid en legt een balans en een staat van baten en lasten met toelichting aan de vergadering over. Deze stukken worden vastgesteld door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner dan wordt daarvan onder opgaaf van redenen melding gemaakt.
4. De algemene vergadering benoemt tweejaarlijks uit de leden een (kas)commissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
6. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
7. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3, zeven jaar lang te bewaren.
Algemene vergadering
Artikel 15
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering
– de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 14 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;
b. de benoeming van de in artikel 14 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
c. voorziening in eventuele vacatures;
d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf
tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 20 of bij advertentie in ten minste een ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en met het opstellen van de notulen.
Toegang en stemrecht
Artikel 16
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, alle begunstigers en alle ereleden. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden met dien verstande dat een geschorst lid toegang heeft tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld. Hij heeft tevens het recht in die vergadering het woord te voeren.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
3. Ieder lid en erelid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft één stem.
4. Een lid respectievelijk erelid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen.
5. Een lid kan op een vergadering zijn/haar eigen stem uitbrengen met daarbij maximaal twee stemmen die verkregen zijn via een machtiging.
Voorzitterschap - notulen
Artikel 17
1. De algemene vergaderingen worden, tenzij de situatie zich voordoet als omschreven in artikel 15 lid 4, laatste zin, geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht. Besluitvorming van de algemene vergadering
Artikel 18
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan opnieuw niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de
persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is
gekozen.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn dezen niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen - dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding - ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
Bijeenroeping algemene vergadering
Artikel 19
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de e-mailadressen dan wel postadressen van de leden begunstigers en ereleden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 5. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven dagen.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 20.
Statutenwijziging - juridische fusie - splitsing
Artikel 20
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de
statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, aan alle leden toegezonden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
5. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot juridische fusie en op een besluit tot splitsing.
Ontbinding
Artikel 21
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Tenzij de algemene vergadering anders besluit, geschiedt de vereffening door het bestuur.
3. Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder hunner ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.
4. De vereniging houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar, dan wel aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars doen hiervan opgaaf aan de registers waar de vereniging is ingeschreven.
5. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten worden bewaard gedurende zeven jaren na afloop van de vereffening.
Huishoudelijk reglement
Artikel 22
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.