RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE - EN INVALIDITEITSVERZEKERING
RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE - EN INVALIDITEITSVERZEKERING
Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Xxxxxxxxxxx 0/0 - 0000 Xxxxxxx
Dienst Geneeskundige Verzorging
OVEREENKOMST ‘MULTIDISCIPLINAIRE PRE- EN REHABILITATIE VOOR PATIENTEN PRE EN POST ABDOMINALE TRANSPLANTATIE: LEVER, DARM, PANCREAS OF MULTI-ABDOMINAAL ORGAAN’
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, meer bepaald de artikelen 22, 6°, 22, 6) bis en 23,
Gelet het op het advies van het College artsen-directeurs, en op voorstel van Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen (hierna NCAZ) en de Overeenkomstencommissie kinesitherapie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering,
wordt overeengekomen wat volgt tussen,
enerzijds,
het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV (het Verzekeringscomité), ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, eerste contractant
en anderzijds,
de verantwoordelijke namens de inrichtende macht van de verplegingsinrichting “naam ziekenhuis - erkenningsnummer”, het ziekenhuis met een dienst transplantatie, tweede contractant
en
de medisch directeur van het voornoemd ziekenhuis in naam van de artsen-specialisten in de fysische geneeskunde en de revalidatie, hierna de FGR-arts genoemd, verbonden aan het voornoemd ziekenhuis waar deze abdominale transplantaties worden uitgevoerd, derde contractant.
Onderhavige overeenkomst bepaalt de regels volgens dewelke de verzekering voor geneeskundige verzorging de samenwerking bevordert tussen de verschillende zorglijnen en disciplines in de periode pre- en post abdominale transplantatie.
Hiervoor zullen twee zorgpaden beschreven worden binnen deze overeenkomst:
• AFDELING 3: HET PREHABILITATIEZORGPAD
• AFDELING 4: HET REHABILITATITEZORGPAD
Ze omschrijft de inhoud en de ten laste neming van de noodzakelijke assessments, het intakeonderzoek bij en de inhoudelijke coördinatie door de FGR-arts, de deelname aan en de vergoeding van het pre- en rehabilitatieoverleg, de vergoeding van de zorgcoördinatie en tot slot de inhoud en de vergoeding van de pre- en rehabilitatiezorg voortvloeiend uit het uitgestippelde zorgpad voor pre- en rehabilitatie pre- en posttransplantatie.
De overeenkomst bepaalt tevens de wijze van evaluatie op basis van proces en outcome indicatoren teneinde een doelmatige inzet van de middelen te bekomen.
AFDELING I. – Definities en gebruikte termen.
Voor toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) “Nomenclatuur”: de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen zoals bedoeld in de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
b) “Forfaitaire vergoeding”: vergoeding van de verzekering die als vast bedrag per rechthebbende wordt uitgekeerd ongeacht de werkelijke individuele kost per rechthebbende;
c) “Rechthebbende": rechthebbende die aanspraak kan maken op de vastgestelde verstrekkingen in de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994
d) “Zorgpadcoördinatie”: het geheel van de activiteiten, die noodzakelijk zijn om de zorgnoden en zorgdoelstellingen uit het pre- of rehabilitatiezorgplan, overeengekomen tijdens het pre- en rehabilitatie-overleg, voor de rechthebbende concreet te implementeren;
e) “Behandeljaar”: periode van twaalf maanden, gerekend vanaf een willekeurig tijdstip tot dezelfde dag in het volgende kalenderjaar;
f) “Transplantatiecentra”: de universitaire centra, welke minimaal beantwoorden aan de criteria en normen, zoals voorzien in het KB van 10.11.2012 (xxxx://xxx.xxxxxxxx.xxxx.xxxx.xx/xxx/xxxxxxx/0000/00/00/0000000000/xxxxxx), voor abdominale transplantatie met één of meerdere zorgprogramma’s voor het uitvoeren van transplantaties;
g) “Behandelende arts”: die arts met een therapeutische relatie met de patiënt. Deze arts kan verschillend zijn naargelang de fase van het traject en/of de plaats waar is getransplanteerd of gevolgd.
h) “Transplantarts”: transplantchirurg of orgaanspecialist verbonden aan het transplantatiecentrum
i) “FGR-Arts”: arts-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie.
AFDELING II. – Doel van de overeenkomst.
Onderhavige overeenkomst heeft als doel om een multidisciplinair zorgpad te realiseren dat toegang verleent aan patiënten pre- en post-transplantatie tot een uitgestippeld pre- en rehabilitatiezorgpad met een prominente rol voor de zorgverstrekkers uit de verschillende zorglijnen en disciplines in de preventie van co-morbiditeiten en/of cardiovasculaire risicofactoren, in het verminderen van verwikkelingen na abdominale transplantatie met als belangrijkste outcome, een langere overleving van het transplantorgaan en de ontvanger en in het verhogen van het aantal gezonde levensjaren.
De overeenkomst beoogt een toegankelijke pre- en rehabilitatie op maat van de patiënt en faciliteert de communicatie en informatiedeling door middel van multidisciplinair overleg, zorgpadcoördinatie en gedeeld patiëntendossier. Zij gaat uit van een holistische benadering van de patiënt.
Als doelgroep van de overeenkomst worden de rechthebbenden in een abdominaal transplantatieproces beoogd. In deze overeenkomst worden de patiënten waarbij enkel de nier wordt getransplanteerd uitgesloten.
AFDELING III. – HET PREHABILITATIEZORGPAD
HOOFDSTUK I - Rechthebbenden die voor een zorgpad in aanmerking komen.
Het in onderhavige overeenkomst beoogde multidisciplinair zorgpad prehabilitatie voorafgaand aan een abdominale transplantatie, wordt voorbehouden aan de rechthebbenden die ingeschreven staan op de Eurotransplantlijst bij één van de 7 Belgische universitaire abdominale transplantatiecentra, voor transplantatie van minimum één of een combinatie van abdominale organen (nier (in combinatie), lever, pancreas (ook eilandjes) en de dunne darm).
Om in aanmerking te komen voor de verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen en forfaits van dit zorgpad zal door de zorgpadcoördinator met akkoord van de rechthebbende een aanvraag dienen over te maken aan het ziekenfonds van de rechthebbende conform de bepalingen van artikel 12 van deze overeenkomst.
HOOFDSTUK II. – Inhoud van het prehabilitatiezorgpad.
Artikel 5 - Het prehabilitatiezorgpad.
§ 1 Algemeen
Het prehabilitatiezorgpad wordt doorlopen tijdens de pretransplantatieperiode, die start vanaf het moment van het eerste prehabilitatieoverleg.
Het prehabilitatieoverleg vindt plaats na de activatie op de transplantatielijst.
Tijdens dit prehabilitatieoverleg wordt het prehabilitatiezorgplan besproken dat door de FGR-arts is opgesteld op basis van de zorgnood en prehabilitatiedoelstellingen, vastgesteld in de assessments door de betrokken zorgverleners.
Dit prehabilitatieoverleg kan ten vroegste uitgevoerd worden op de datum van activatie op de transplantatielijst. De periode eindigt op de datum van de transplantatie of de de-activatie.
Deze periode wordt ingedeeld in behandeljaren startend vanaf de datum van het eerste prehabilitatieoverleg.
Een uniforme informatieverstrekking en verwijzing naar de gepaste zorgverstrekker(s) in functie van de zorgnood en/of de beoogde doelstellingen zijn van cruciaal belang.
§ 2. Prehabilitatiedoelstellingen.
In samenspraak met de patiënt worden de prehabilitatiedoelstellingen opgesteld en daaraan de nodige interventies gekoppeld. Doelen met betrekking tot risicogedrag en risicofactoren en met betrekking tot de preventie van cardiovasculaire events en de ontwikkeling van het metabool syndroom:
• Fysieke doelen: : door fysieke training en verhogen van fysieke activiteit streven naar verbetering van cardiorespiratoire, motorische fitheid en musculoskeletale fitheid, en naar optimale lichaamssamenstelling;
• Doelstellingen op vlak van nutritie en voedingsintake (aangepast dieet, aangepaste voedselconsistenties);
• Doelstellingen op vlak van zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren bij de uitvoering van dagelijkse handelingen (zelfzorg, transfers, mobiliteit, IADL, werk);
• Psychosociale doelstellingen (bevorderen van emotioneel evenwicht, therapietrouw, coping, sociale re-integratie en gezinsrelaties, verminderen van angst/stemmingsklachten en stress);
• Interventies voor sociale (her)integratie (sociale steun, werkhervatting);
• Doelen met betrekking tot risicogedrag/risicofactoren (voeding, alcohol, roken, fysieke inactiviteit en sedentair gedrag,...).
§ 3. Het assessment
Het assessment omvat de evaluatie van het fysiek, psychisch en sociaal functioneren alsook de zelfredzaamheid. Het voedingspatroon, de voedingsintake en het eventueel risicogedrag en de risicofactoren worden in kaart gebracht. De bepalingen hiervoor zijn opgenomen in artikel 10 van deze overeenkomst.
§ 4. FGR-arts
Een vergoeding voor het intakeonderzoek bij een FGR-arts, met opmaak van het behandelingsdossier en van een gedetailleerd prehabilitatiezorgplan in functie van de aandoening en aangepast aan de patiënt, is voorzien. Dit intakeonderzoek vindt plaats in het transplantatiecentrum na activatie op de transplantatielijst.
Een forfaitair bedrag voor de FGR-arts wordt voorzien voor de inhoudelijke coördinatie van en het toezicht op de evolutie van de rechthebbende van het zorgtraject. De nodige bijsturingen in het behandelplan worden opgenomen in het medisch dossier en de informatie wordt gedeeld via de zorgpadcoördinator onder de zorgverstrekkers van het prehabilitatietraject en de huisarts.
§ 5. Het prehabilitatiezorgplan
Het prehabilitatiezorgplan zoals opgesteld door de FGR-arts is nodig om multidisciplinaire prehabilitatie “op maat” te kunnen aanbieden en bestaat minstens uit:
• Het globaal bilan van de situatie van de rechthebbende en van zijn mantelzorgers vanuit fysiek, psychologisch, functioneel, sociaal en materieel oogpunt, op basis van bestaande instrumenten en rekening houdend met de prehabilitatiedoelstellingen van de rechthebbende;
• Het beschrijven van de prehabilitatie doelstellingen en bepalen van het behandelplan door de FGR-arts;
• De inventaris van de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de rechthebbende en van de wensen die hijzelf en zijn mantelzorger daarover hebben;
• Het overzicht van de middelen waarmee adequaat aan die behoeften en wensen kan worden voldaan;
• De keuze van de zorgverleners en beschrijving van welk type adequate zorg zij zullen verlenen;
• De evaluatie van de verkregen resultaten en indien nodig de aanpassing en de bijsturing van het prehabilitatiezorgplan.
§ 6. Er wordt op regelmatige basis informatie uitgewisseld en gerapporteerd over de evolutie. Wanneer er zich problemen voordoen, wordt er overlegd. De informatie (behandelplan, overleg, uitwisseling, rapportering, …) wordt opgenomen en bewaard in het medisch dossier van de patiënt. De toestemming voor informatiedeling onder de zorgverleners van de overeenkomst en de huisarts is opgenomen in het zorgcontract. De zorgverleners bewaren de gegevens in hun dossier.
Artikel 6 - Het prehabilitatieoverleg
§ 1. Het prehabilitatieoverleg omvat een structurele en formele evaluatie met registratie van het prehabilitatiezorgplan in functie van de noden en prehabilitatiedoelstellingen van elke individuele patiënt.
Hiervoor is het recente assessment nodig dat voorafgaat aan het prehabilitatieoverleg.
Het eerste prehabilitatieoverleg zal plaatsvinden na de activatie op de wachtlijst voor transplantatie en kan fysiek, virtueel of hybride gehouden worden.
Zowel het eerste overleg als de volgende worden georganiseerd door het transplantatiecentrum.
§ 2. Het prehabilitatieoverleg kan slechts geldig plaatsvinden als de kernequipe, zoals bepaald in artikel 9 van deze overeenkomst, volledig aanwezig is. Eén of meerdere andere zorgverstrekkers van artikel 10 van deze overeenkomst, kunnen eveneens worden uitgenodigd en deelnemen indien er bijkomende toelichting nodig is bij het bilan.
Het dossier kan slechts geagendeerd worden op het prehabilitatieoverleg indien de assessments van de volgende aan het transplantatiecentrum verbonden zorgverstrekkers beschikbaar zijn:
• de kinesitherapeut,
• de diëtist,
• de maatschappelijk werker en
• de psycholoog.
De patiënt en diens huisarts worden in kennis gesteld van de agendering. Hun aanwezigheid tijdens het overleg is niet verplicht opdat dit overleg rechtsgeldig kan plaatsvinden. Zij zullen het prehabilitatieplan ontvangen.
De zorgpadcoördinator, die verbonden is aan het transplantatiecentrum, wordt aangeduid. Indien er geen consensus is over wie de rol van zorgpadcoördinator op zich neemt, neemt een verpleegkundige verbonden aan het transplantatiecentrum deze taak op zich.
Artikel 7 – Het Zorgaanbod en cumulvoorwaarden
§ 1. Zorgaanbod op maat van zorgnood en prehabilitatiedoelstellingen van de patiënt:
Aan de hand van het prehabilitatieplan wordt tijdens het prehabilitatieoverleg het gepaste prehabilitatieprogramma overeengekomen.
Het pakket verstrekkingen van het prehabilitatieplan wordt jaarlijks hernieuwd tot het moment van de transplantatie of tot het moment van de de-activatie op de transplantatielijst.
Het aantal sessies kinesitherapie, verder ambulante kinesitherapie genoemd, is afhankelijk van de zorgnood en het voorschrift maakt deel uit van het prehabilitatieplan. Het maximaal aantal (zestig) ambulante kinesitherapieverstrekkingen per behandeljaar kan niet worden overschreden. Waar nodig en wenselijk kunnen kinesitherapeuten vanuit de eerste zorglijn betrokken worden.
De nood aan ergotherapeutische verstrekkingen moet blijken uit het prehabilitatieoverleg.
§ 2. De cumulvoorwaarden:
Een programma dat in het kader van onderhavige overeenkomst wordt gerealiseerd, kan niet worden gecumuleerd met verstrekkingen uit artikel 7, artikel 22 en artikel 23 van de nomenclatuur voor de in de overeenkomst beoogde prehabilitatiedoelstellingen in het kader van de abdominale transplantatie. Dit cumulverbod geldt niet voor diagnostische verstrekkingen uit artikel 22 en artikel 23 van de nomenclatuur.
De rechthebbende behoudt zijn rechten op verstrekkingen uit artikel 7, artikel 22 en artikel 23 van de nomenclatuur voortvloeiende uit een opname intensieve zorgen.
HOODFSTUK III- Betrokken zorgverleners bij het zorgpad
Artikel 8 – Betrokken zorgverleners
§ 1. De samenstelling van de equipe van zorgverleners bestaat naast de betrokken artsen (transplantarts, orgaanspecialist van het transplantatiecentrum en verwijzend ziekenhuis, arts- GFR en huisarts) uit een kinesitherapeut (al dan niet verbonden aan het transplantatiecentrum), een psycholoog, een diëtist, een ergotherapeut, een verpleegkundige en een maatschappelijk werker.
De FGR-arts bepaalt op basis van een holistisch beeld - bekomen uit de aangeleverde assessments van de zorgverleners - en het intakeonderzoek zoals bepaald in art 5 van deze overeenkomst, het prehabilitatiezorgplan.
De concrete betrokkenheid van de verschillende zorgverleners wordt bepaald volgens prehabilitatiezorgnood en prehabilitatiedoelstellingen van de patiënt en wordt weergegeven in het prehabilitatiezorgplan. Deze zorgverleners, die instaan voor de prehabilitatiezorg en de begeleiding van de rechthebbenden van het prehabilitatieproces, zijn verbonden aan het transplantatiecentrum met als uitzondering de externe kinesitherapeut die de ambulante kinesitherapie verstrekt.
De zorgverleners hebben een bijzondere interesse/expertise voor orgaantransplantatie en streven ernaar deze expertise verder te ontwikkelen door o.a. hun werkzaamheden binnen deze overeenkomst.
§ 2. Ook de adviserend arts, de terug-naar-werkcoördinator en de arbeidsarts kunnen in het kader van een reïntegratietraject geraadpleegd worden voor overleg. Hiervoor is geen vergoeding voorzien in deze overeenkomst.
§ 3. Administratieve medewerker(s) en databeheerder(s) kunnen deel uitmaken van de equipe. De financiering hiervan is opgenomen in de forfaitaire vergoedingen van artikel 11 van deze overeenkomst.
Artikel 9 – Samenstelling equipe – prehabilitatieoverleg
§ 1. De kernequipe van het prehabilitatieoverleg bestaat uit een transplantarts, de behandelende arts, de FGR-arts en de zorgpadcoördinator.
§ 2. Andere zorgverstrekkers van de prehabilitatiezorgpad
De kinesitherapeut, de psycholoog, de diëtist en de maatschappelijk werker verbonden aan het transplantatiecentrum voeren de assessments uit. Zij kunnen worden uitgenodigd deel te nemen aan het prehabilitatieoverleg.
Een bijkomende arts, zoals de huisarts of een arts specialist die eveneens de rechthebbende opvolgt, kunnen deelnemen aan het overleg.
§ 3. De zorgpadcoördinator
Indien de functie van zorgpadcoördinator niet vervuld wordt door een zorgverlener die instaat voor de assessments, wordt deze taak opgenomen door een verpleegkundige verbonden aan het transplantatiecentrum.
De vergoeding voor de zorgcoördinatie is inbegrepen in het forfait-prehabilitatieoverleg. De zorgpadcoördinator staat in voor:
• het opmaken van een verslag van het prehabilitatieoverleg met een duidelijk beleid en
conclusie zodat alle zorgverleners een eenduidige communicatie naar de patiënt hebben met betrekking tot zijn/haar behandeling;
• het terugkoppelen van het prehabilitatiezorgplan aan de patiënt en zijn huisarts;
• het eventueel doorverwijzen naar de FGR-arts indien inhoudelijk overleg opnieuw nodig is;
• de praktische organisatie van die zorg met de nodige aandacht voor de haalbaarheid.
• het verzekeren dat het prehabilitatiezorgplan wordt uitgevoerd, de zorg coördineren om te garanderen dat die ononderbroken wordt verleend en goed in het dagelijkse leven van de rechthebbende en zijn mantelzorger wordt geïntegreerd;
• het verdedigen van de belangen van de rechthebbende en zijn mantelzorger, in elke zorgsituatie die dat vereist;
• het ondersteunen en voorbereiden van het prehabilitatieoverleg en ervoor zorgen dat alle assessmentresultaten beschikbaar zijn;
• het toevoegen van data op een centrale database;
• het aanvragen van de terugbetaling door de verzekering voor geneeskundige verzorging aan de adviserend zoals bepaald in artikel 12 van deze overeenkomst;
• indien noodzakelijk contacten leggen voor het introduceren van een casemanager.
Artikel 10 – Samenstelling equipe assessment en prehabilitatiezorg
§ 1. Het prehabilitatiezorgplan wordt opgesteld door de FGR-arts op basis van de bilans aangeleverd door de zorgverstrekkers aangegeven in artikel 10 §2 van deze overeenkomst. Hiervoor wordt een verstrekking voorzien in de overeenkomst zoals bepaald in artikel 11 van deze overeenkomst.
§ 2. De zorgverstrekkers die de assessments uitvoeren zijn allen verbonden aan het transplantatiecentrum:
• de diëtist,
• de psycholoog,
• de maatschappelijk werker en
• de kinesitherapeut.
Het resultaat van het assessment wordt opgenomen in het bilan dat door de elk van deze zorgverstrekkers wordt overgemaakt aan de FGR-arts.
§ 3. De zorgverstrekkers, die instaan voor de prehabilitatiezorg en de begeleiding van de rechthebbenden van het prehabilitatiezorgpad zijn:
• de diëtist, de psycholoog, de maatschappelijk werker en de verpleegkundige verbonden aan het transplantatiecentrum;
• de externe kinesitherapeut of de kinesitherapeut verbonden aan het transplantatiecentrum;
• de ergotherapeut van het transplantatiecentrum.
§ 4. De kinesitherapeut
- Het assessment, dat wordt uitgevoerd door de kinesitherapeut verbonden aan het transplantatiecentrum en waarvan de vergoeding is vervat in het forfait-assessment, omvat een grondige evaluatie van:
• de cardiorespiratoire gezondheid door middel van functionele capaciteit door: Zes minuten wandeltest 6MWT;
• musculoskeletale fitheid;
• motorische fitheid met inbegrip van evenwicht, coördinatie, flexibiliteit (SPPB (short physical performance battery);
• frailty-index, (indien klinisch niet mogelijk te bepalen wordt deze vervangen door de
“Duke Activity Status Index”).
Indien er klinische indicaties aanwezig zijn, kan een cardiopulmonale maximaal gegradeerde inspanningstest met inbegrip van ECG via de nomenclatuur uitgevoerd worden.
- In de prehabilitatie wordt gewerkt naar de zo best mogelijke conditionele toestand opdat de transplantatie in de best mogelijk fysieke toestand kan plaatsvinden.
- De ambulante kinesitherapieverstrekkingen zijn niet opgenomen in het jaarforfait en worden beschreven in artikel 11 van deze overeenkomst.
Voor de ambulante kinesitherapieverstrekkingen-prehabilitatie kunnen kinesitherapeuten van de eerste zorglijn betrokken worden.
§ 5. De diëtist
- Tijdens het assessment brengt de diëtist de volgende items in kaart: het voedingspatroon, de individuele energie en eiwitbehoefte met een risicobepaling op ondervoeding (op basis van de GLIM criteria) en/of ontwikkeling van morbide obesitas of metabool syndroom. Dit leidt tot een individueel dieetadvies.
- Tijdens de opvolgsessies wordt dit dieetadvies in de praktijk omgezet o.a. door gedragsveranderingstechnieken en regelmatig aanpassen van de voedingsintake waar nodig.
§ 6. De psycholoog
- Tijdens het assessment worden de risicofactoren en het risicogedrag in kaart gebracht.
- De psychologische opvolging bestaat erin, rekening houdende met de in het assessment vastgestelde persoonsgebonden risicofactoren en risicogedrag en de transplantatie-eigen risicofactoren op te volgen.
- Naast de individuele opvolging worden ook de groepssessies voorzien.
§ 7. De maatschappelijk werker:
- Het individueel maatschappelijk assessment houdt een anamnese in met als doel het in kaart brengen van het psychosociaal en maatschappelijk functioneren van de rechthebbende en zijn/haar omgeving.
- Indien noodzakelijk kunnen opvolgsessies worden voorzien.
§ 8. Een verpleegkundige verbonden aan het transplantatiecentrum kan de rol van zorgpadcoördinator op zich nemen wanneer dit niet gebeurt door een andere discipline.
§ 9. De ergotherapeut
Ergotherapeuten werken steeds vanuit drie aspecten over de 24-urendag:
• persoonsgebonden aspecten,
• context-gebonden aspecten,
• aspecten verbonden aan de occupatie of de dagelijks activiteiten.
De focus op de dagelijkse activiteiten of functioneren van de patiënt is dus steeds de essentie van de interventie van de ergotherapeut.
1. Screening en assessment via wetenschappelijk onderbouwde instrumenten, met de focus op de dagelijkse activiteiten.
2. Samen met de persoon doelstellingen vastleggen, dit binnen het principe van een persoonsgerichte participatieve werkwijze.
3. Interventies van ergotherapeuten, binnen het traject pré- niertransplantatie, richten zich vooral op volgende problemen.
• orgaantransplantatie en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten;
• gevolgen van langdurige immobilisatie voor de dagelijkse activiteiten;
• vermoeidheid en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten;
• cognitieve problematiek en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten;
• psychische klachten, slaapproblemen en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten;
• werkhervatting: erg belangrijk binnen de ergotherapie;
• (over-)belasting van de mantelzorger en gevolgen voor hun dagelijkse activiteiten;
• integreren van hulpmiddelen, methodeveranderingen, woningaanpassingen in functie van het optimaal uitvoeren vaan de dagelijkse activiteiten;
• valincidentie en valangst en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten (valpreventie).
HOOFDSTUK IV. - Forfaitaire honoraria en verstrekkingen – en toepassingsregels
§ 1. Het forfait prehabilitatieoverleg
400750-400761 | Globale tegemoetkoming voor de organisatie, coördinatie en administratie van, alsook deelname aan het prehabilitatieoverleg in het kader van het prehabilitatiezorgpad van zowel de kernequipe als de ad hoc bijkomende uitnodigingen van andere zorgverstrekkers verbonden aan het transplantatiecentrum. | 357.50€ |
Toepassingsregels:
• De verstrekking 400750 of 400761 kan slechts één keer per behandeljaar worden toegekend en de verstrekkingen zijn binnen een behandeljaar niet onderling cumuleerbaar.
• Het overleg kan plaatsvinden wanneer het voorstel van prehabilitatieplan opgesteld door de FGR-arts verbonden aan het transplantatiecentrum voorhanden is. Dit prehabilitatieplan is opgesteld op basis van een intakegesprek en de assessments, uitgevoerd door de kinesitherapeut, diëtist, psycholoog en maatschappelijk werker, allen verbonden aan het transplantatiecentrum.
• De verstrekkingen 400750 en 400761 worden geregistreerd door de centra volgens bepalingen in artikel 26 van deze overeenkomst.
§ 2. Het forfait prehabilitatie-assessment
400772-400783 | Forfait prehabilitatie-assessment is de globale vergoeding voor de assessments kinesitherapie, klinische psychologie, diëtetiek en het sociaal assessment. | 211.11€ |
Toepassingsregels:
• De forfaits prehabilitatie 400772 en 400783 omvatten de vergoeding voor de uitvoering van de assessments en het opstellen van de bilans zoals opgenomen in de bepalingen van artikel 10 van deze overeenkomst.
• De verstrekking 400772 of 400783 kan eenmaal per behandeljaar worden aangerekend en de verstrekkingen zijn binnen een behandeljaar niet onderling cumuleerbaar.
• De forfaits prehabilitatie 400772 en 400783 omvatten de administratie en het databeheer in het kader van deze overeenkomst door het centrum.
• De verstrekking 400772 of 400783 worden op dezelfde datum aangerekend als de verstrekking 400750 of 400761 wanneer alle assessments, zoals beschreven in artikel 10 van deze overeenkomst, voorhanden zijn en opgenomen in het medisch dossier, het overleg heeft plaatsgevonden en het overeengekomen prehabilitatieplan voorhanden is.
• Gezien de specifieke expertise wordt er geopteerd om de verstrekkingen 400772 en 400783 binnen het transplantatiecentrum te organiseren.
• De verstrekkingen per discipline worden geregistreerd volgens de voorwaarden bepaald in artikel 26 van deze overeenkomst.
§ 3. Het jaarforfait-prehabilitatie
400794 | Jaarforfait prehabilitatie omvatten de alle verstrekkingen van de prehabilitatiezorg met uitzondering van het assessment, het overleg en de verstrekkingen ambulante kinesitherapie in de pretransplantperiode in het kader van deze overeenkomst. | 426.54€ |
Toepassingsregels:
• Het jaarforfait prehabilitatie omvat de vergoeding voor de verstrekkingen prehabilitatie (andere dan de kinesitherapie).
• De verstrekking 400794 kan eenmaal per behandeljaar worden aangerekend.
• Het jaarforfait dekt de zorg, de administratie, het databeheer en de organisatiekosten zoals bij de groepstherapie in het kader van deze overeenkomst door het centrum.
• De verstrekking 400794 wordt aangerekend na de verstrekking 400750 of 400761 wanneer de bilans, zoals beschreven in artikel 10 van deze overeenkomst, voorhanden zijn en opgenomen in het medisch dossier, het rehabilitatieoverleg heeft plaatsgevonden, het overeengekomen prehabilitatieplan overgemaakt is aan de betrokken zorgverleners en de huisarts en het akkoord van de adviserend arts is betekend.
• De verstrekkingen van het jaarforfait worden binnen het transplantatiecentrum georganiseerd.
• De verstrekkingen per discipline worden geregistreerd volgens de voorwaarden bepaald in artikel 26 van deze overeenkomst.
§ 4. Verstrekkingen kinesitherapie
400816 | Individuele kinesitherapiezitting voor interventie tijdens een prehabilitatie waarbij de persoonlijke betrokkenheid van de kinesitherapeut per rechthebbende een globale gemiddelde duur van 45 minuten heeft. | 37.50€ |
Toepassingsregels:
• De kinesitherapieverstrekkingen- prehabilitatiezorg zijn niet opgenomen in het globaal jaarforfait.
• Het aanrekenen van de verstrekking 400816 houdt in dat de kinesitherapeut akkoord gaat met en zich houdt aan de bepalingen van deze overeenkomst.
• De verstrekking 400816 mag maximaal 60 maal per behandeljaar worden geattesteerd. Het prehabilitatieplan includeert het voorschrift kinesitherapie met het aantal verstrekkingen volgens nood en doelstelling.
Na een behandeljaar heeft de rechthebbende opnieuw recht op maximaal 60 verstrekkingen 400816 zolang het prehabilitatiezorgpad loopt.
• Deze sessies kunnen modulair worden samengesteld uit tijdsblokken van 15 min, zodat volgens de fitheid van de patiënt op maat kan gewerkt worden. De verstrekking wordt op de dag van de derde 15 min aangerekend. In zijn dossier worden de contactmomenten genoteerd.
• Tijdens de duur van de overeenkomst kunnen geen verstrekkingen uit artikel 7 en artikel 22, II., a), 2° Revalidatieverstrekkingen, van de nomenclatuur worden aangerekend voor de behandeling van de pathologische situatie bedoeld in deze overeenkomst.
Dit cumulverbod geldt niet voor diagnostische verstrekkingen artikel 22 en artikel 23 van de nomenclatuur.
De rechthebbende behoudt zijn rechten op kinesitherapieverstrekkingen uit artikel 7 van de nomenclatuur ten gevolge van een opname intensieve zorgen (Fa).
Ook de rechthebbende welke genieten van het statuut ‘zware aandoening’ hebben recht
op de verstrekkingen van de overeenkomst.
• De verstrekking 400816 kan op dezelfde dag niet gecumuleerd worden met een verstrekking uit artikel 7 van de nomenclatuur.
• De verstrekking mag aangerekend worden in elke plaats van verstrekking opgenomen in artikel 7, § 1, 5° van de nomenclatuur.
400831-400842 | Intakeonderzoek met opmaak van het behandelingsdossier en van een gedetailleerd prehabilitatieplan in functie van de aandoening en aangepast aan de patiënt. | 66,12 € |
400853 | Forfaitaire vergoeding voor de inhoudelijke coördinatie en de opvolging van het prehabilitatieproces. | 33,08 € |
Toepassingsregels:
• De verstrekking 400831 of 400842 wordt samen aangerekend met de verstrekking 400750 of 400761 wanneer de assessments, zoals beschreven in artikel 10 van deze nomenclatuur ter beschikking zijn van de FGR-arts, het intakegesprek heeft plaatsgevonden en het voorstel van prehabilitatieplan voorhanden is.
• De verstrekkingen 400831 en 400842 zijn binnen een behandeljaar niet onderling cumuleerbaar.
• Het aanrekenen van de verstrekkingen 400831, 400842 en 400853 houdt in dat de FGR- arts akkoord gaat met en zich houdt aan de bepalingen van deze overeenkomst.
• Gezien de specifieke expertise wordt er geopteerd om in een eerste fase deze verstrekkingen enkel binnen het transplantatiecentrum te organiseren.
• De verstrekkingen 400831 (of 400842) en 400853 zijn eenmaal per behandeljaar aanrekenbaar.
• De verstrekking 400853 omvat de opvolging van de rechthebbende, het overleg met de deelnemende zorgverstrekkers aan het prehabilitatiezorgpad, het opstellen van en het overmaken aan de zorgpadcoördinator van de bijsturingen van het prehabilitatiezorgpad.
• Het behandeldossier omvat een neerslag van het intakeonderzoek en de resultaten van de assessments aangeleverd door de zorgverstrekkers zoals weergegeven in artikel 10 van deze overeenkomst evenals een neerslag van de opvolging van de prehabilitatiezorg zoals bepaald in artikel 5 van deze overeenkomst.
§ 6. Algemene toepassingsregels
• De stopzetting van het prehabilitatiezorgpad, zoals bepaald in artikel 13 van deze overeenkomst, betekent een stopzetting van het recht op verstrekkingen van deze overeenkomst.
• De cumulvoorwaarden, beschreven in artikel 7, zijn van toepassing.
• Er mogen geen supplementen, geen persoonlijk aandeel en geen bijkomende kosten allerlei worden aangerekend.
De forfaitaire honoraria en verstrekkingen uit deze overeenkomst worden door het ziekenhuis aan de verzekeringsinstellingen gefactureerd volgens de instructies voor de elektronische facturatie, met uitzondering van de verstrekking 400816 die door een kinesitherapeut gefactureerd kan worden.
Het bedrag van de tegemoetkomingen, bedoeld in artikel 11 § 1,2,3,4 en 5 van deze overeenkomst wordt geïndexeerd overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.
HOOFDSTUK V. – Aanvraag tot tegemoetkoming voor het prehabilitatiezorgpad.
Artikel 12 - Aanvraag
§ 1. Krachtens de bepalingen van artikel 138, 2°, b) van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, kan het multidisciplinair zorgtraject van een rechthebbende enkel in aanmerking komen voor de terugbetaling door de verzekering voor geneeskundige verzorging wanneer de adviserend arts een gunstig advies heeft gegeven over de ten laste neming van het multidisciplinair zorgtraject van de rechthebbende. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kostprijs van de verstrekkingen van het multidisciplinaire zorgtraject is opgenomen in bijlage 1:
Deze aanvraag bevat:
• de gegevens van de rechthebbende,
• datum van de activatie op de transplantatielijst,
• datum van het prehabilitatieoverleg
§ 2. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kostprijs van de verstrekkingen van het multidisciplinair zorgtraject door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging moet binnen de 30 dagen na het eerste prehabilitatieoverleg aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende door de zorgpadcoördinator worden overgemaakt.
§ 3. De door de adviserend arts toegestane periode van tenlasteneming:
• neemt een aanvang op de voorgeschreven datum en ten vroegste 30 dagen vóór de datum van ontvangst van de aanvraag tot tegemoetkoming door de adviserend arts, en
• wordt automatische verlengd zolang geen stopzetting is betekend.
§ 4. De tegemoetkoming wordt geweigerd voor de behandelingen die zijn verricht langer dan dertig dagen voor de datum waarop de aanvraag door de adviserend geneesheer is ontvangen. De adviserend arts wordt geacht zijn akkoord te verlenen indien hij binnen de twee weken na ontvangst van voornoemde document geen weigeringsbeslissing heeft getekend.
§ 5. Aan de zorgpadcoördinator wordt de toestemming tot tenlasteneming door de adviserend arts op basis van de individuele aanvraag voor de tenlasteneming overgemaakt.
§ 6. Tijdens de door de adviserend arts toegestane periode van het multidisciplinair zorgtraject, kunnen de verschillende in de in artikel 11 van deze overeenkomst vermelde bedragen van de forfaits en pseudocodes worden aangerekend zoals bepaald in artikel 11 van deze overeenkomst.
Artikel 13 - Stopzetting
Bij de stopzetting van de prehabilitatiezorg wordt de kennisgeving van stopzetting door de zorgpadcoördinator aan het ziekenfonds overgemaakt.
Deze kennisgeving bevat:
• de datum van stopzetting
• de reden van stopzetting
De ambulante kinesitherapeut, het transplantatie- en het dialysecentrum worden hiervan door de zorgpadcoördinator onmiddellijk op de hoogte gebracht. Geen verstrekkingen van artikel 11 van deze overeenkomst kunnen nog worden aangerekend.
AFDELING IV: HET REHABILITATIEZORGPAD
HOOFDSTUK I. - Rechthebbenden die voor een zorgpad in aanmerking komen.
Het in onderhavige overeenkomst beoogde multidisciplinair zorgpad rehabilitatie wordt voorbehouden aan de rechthebbenden in aansluiting van hun ontslag uit het ziekenhuis naar aanleiding van een transplantatie van minimum één of een combinatie van abdominale organen (nier (in combinatie), lever, pancreas (ook eilandjes) en de dunne darm) starten met dit multidisciplinair rehabilitatieprogramma.
Het betreft hier een periode zoals bepaald in artikel 15 § 1 van deze overeenkomst.
Om in aanmerking te komen voor de verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen en forfaits van dit zorgpad zal de zorgpadcoördinator, met akkoord van de rechthebbende, een aanvraag dienen over te maken aan zijn ziekenfonds conform de bepalingen van artikel 22 van deze overeenkomst.
HOOFDSTUK II. – Inhoud van het rehabilitatiezorgpad.
Artikel 15 - Het rehabilitatiezorgpad
§ 1 Algemeen
Het rehabilitatiezorgpad wordt doorlopen tijdens de posttransplantatieperiode.
De posttransplantatieperiode start op de datum van het rehabilitatieoverleg naar aanleiding van het ontslag uit het ziekenhuis na transplantatie.
Het betreft een periode van maximaal twee jaar.
Wanneer de rechthebbende in opvolging van zijn ontslag uit het ziekenhuis wordt opgenomen in een ander ziekenhuis, start de posttransplantperiode op datum van het ontslag uit dat ander ziekenhuis.
Deze periode van twee jaar wordt ingedeeld in behandeljaren startend vanaf de datum van het rehabilitatieoverleg.
Een nieuwe abdominale orgaantransplantatie geeft aanleiding tot een nieuwe periode van twee jaar rehabilitatie startend vanaf het nieuwe postoperatieve rehabilitatie overleg.
Indien tijdens de rehabilitatieperiode een nieuwe activatie op de wachtlijst voor transplantatie van een abdominaal orgaan noodzakelijk is, zal door de zorgcoördinater de stopzetting van het rehabilitatiezorgpad en de aanvraag voor het prehabilitatietraject aan de adviserend arts betekend worden.
Een uniforme informatieverstrekking en verwijzing naar de gepaste zorgverstrekker(s) in functie van het assessment en/of de beoogde doelstellingen zijn van cruciaal belang.
§ 2. Rehabilitatiedoelstellingen.
In samenspraak met de patiënt worden de rehabilitatiedoelstellingen opgesteld en daaraan de nodige interventies gekoppeld. Doelen met betrekking tot risicogedrag en risicofactoren en met betrekking tot de preventie van cardiovasculaire events en de ontwikkeling van het metabool syndroom:
• fysieke doelen: door fysieke training en verhogen van fysieke activiteit streven naar verbetering van cardiorespiratoire, motorische fitheid en musculoskeletale fitheid, en naar optimale lichaamssamenstelling;
• doelstellingen op vlak van nutritie en voedingsintake (aangepast dieet, aangepaste voedselconsistenties);
• doelstellingen op vlak van zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren bij de uitvoering van dagelijkse handelingen (zelfzorg, transfers, mobiliteit, IADL, werk);
• psychosociale doelstellingen (bevorderen van emotioneel evenwicht, therapietrouw, coping, sociale re-integratie en gezinsrelaties, verminderen van angst/stemmingsklachten en stress);
• interventies voor sociale (her)integratie (sociale steun, werkhervatting);
• doelen met betrekking tot risicogedrag/risicofactoren (voeding, alcohol, roken, fysieke inactiviteit en sedentair gedrag,…).
§ 3. Het assessment
Het assessment omvat de evaluatie van het fysiek, psychisch en sociaal functioneren alsook de zelfredzaamheid. Het voedingspatroon, de voedingsintake en het eventueel risicogedrag en de risicofactoren worden in kaart gebracht. De bepalingen hiervoor zijn opgenomen in artikel 20.
§ 4. FGR-arts
Een vergoeding voor het intakeonderzoek bij een FGR-arts, met opmaak van het behandelingsdossier en van een gedetailleerd rehabilitatiezorgplan in functie van de aandoening en aangepast aan de patiënt, is voorzien. Dit intakeonderzoek vindt plaats in het transplantatiecentrum.
Een forfaitair bedrag voor de FGR-arts wordt voorzien voor de inhoudelijke coördinatie van en het toezicht op de evolutie van de rechthebbende van het zorgtraject. De nodige bijsturingen in het behandelplan worden opgenomen in het medisch dossier en de informatie wordt gedeeld via de zorgpadcoördinator onder de zorgverstrekkers van het rehabilitatietraject.
§ 5. Het rehabilitatiezorgplan
Het rehabilitatiezorgplan zoals opgesteld door de FGR-arts is nodig om multidisciplinaire rehabilitatie “op maat” te kunnen aanbieden en bestaat minstens uit:
• het globaal bilan van de situatie van de rechthebbende en van zijn mantelzorgers vanuit fysiek, psychologisch, functioneel, sociaal en materieel oogpunt, op basis van bestaande instrumenten en rekening houdend met de rehabilitatiedoelstellingen van de rechthebbende;
• beschrijven van de prehabilitatie doelstellingen en bepalen van het behandelplan door de arts-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie, hierna FGR-arts genoemd;
• de inventaris van de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de rechthebbende en van de wensen die hijzelf en zijn mantelzorger daarover hebben;
• het overzicht van de middelen waarmee adequaat aan die behoeften en wensen kan worden voldaan;
• de keuze van de zorgverleners en beschrijving van welk type adequate zorg zij zullen verlenen;
• de evaluatie van de verkregen resultaten en indien nodig de aanpassing en de bijsturing van het rehabilitatiezorgplan.
In de regel wordt dit rehabilitatieplan opgesteld aan de hand van het intakeonderzoek en de bilans van de assessments zoals bepaald in artikel 20 van deze overeenkomst.
Wanneer de rechthebbende in opvolging van zijn ontslag uit het ziekenhuis wordt opgenomen in een revalidatiecentrum zal het rehabilitatieplan aangepast worden conform de bevindingen bij het ontslag uit het revalidatiecentrum.
§ 6. Er wordt op regelmatige basis, informatie uitgewisseld en gerapporteerd over de evolutie. Wanneer er zich problemen voordoen, wordt er overlegd. De informatie (behandelplan, overleg, uitwisseling, rapportering, …) wordt opgenomen en bewaard in het medisch dossier van de patiënt De toestemming voor informatiedeling onder de zorgverleners van de overeenkomst en de huisarts is opgenomen in het zorgcontract. De zorgverleners bewaren de gegevens in hun dossier.
Artikel 16 - Het rehabilitatieoverleg
§ 1. Het rehabilitatieoverleg omvat een structurele en formele evaluatie met registratie van rehabilitatiezorgplan “op maat” in functie van de noden en rehabilitatiedoelstellingen van elke individuele patiënt.
Hiervoor is het recente assessment nodig dat voorafgaat aan het rehabilitatieoverleg. Er worden drie momenten rehabilitatieoverleg voorzien na de transplantatie:
• één naar aanleiding van het ontslag uit het ziekenhuis;
• één na 6 à 12 maanden postoperatief;
• één op het eind van het tweejarige traject.
Het rehabilitatieplan zoals voorgesteld door de FGR-arts kan indien nodig aangepast of gecorrigeerd worden.
Het rehabilitatie overleg wordt georganiseerd door het transplantatiecentrum.
§ 2. Het prehabilitatieoverleg kan slechts geldig plaatsvinden als de kernequipe volledig aanwezig is.
Eén of meerdere andere zorgverstrekkers van artikel 20 van deze overeenkomst kunnen eveneens worden uitgenodigd en deelnemen, indien er bijkomende toelichting nodig is bij het bilan.
Het dossier kan slechts geagendeerd worden op het rehabilitatieoverleg indien de assessments van de volgende aan het transplantatie verbonden zorgverstrekkers beschikbaar zijn:
• de diëtist,
• de psycholoog,
• de maatschappelijk werker en
• de kinesitherapeut.
De patiënt en diens huisarts worden in kennis gesteld van de agendering. Hun aanwezigheid tijdens het overleg is niet verplicht opdat dit overleg rechtsgeldig kan plaatsvinden. Zij zullen het rehabilitatieplan ontvangen.
Een zorgpadcoördinator wordt aangeduid. Indien er geen consensus is over wie de rol van zorgpadcoördinator op zich neemt, neemt de verpleegkundige, verbonden aan het transplantatiecentrum, deze taak op zich.
Artikel 17 – Het zorgaanbod en cumulvoorwaarden
§ 1. Zorgaanbod op maat van zorgnood en rehabilitatiedoelstellingen van de patiënt:
Aan de hand van het rehabilitatieplan wordt tijdens het rehabilitatieoverleg het gepaste rehabilitatieprogramma overeengekomen.
Het pakket verstrekkingen van het rehabilitatieplan wordt eenmaal hernieuwd.
Het aantal sessies ambulante kinesitherapie, zoals beschreven in artikel 21 van deze overeenkomst, is afhankelijk van de rehabilitatienood en het voorschrift maakt deel uit van het rehabilitatieplan. Het maximaal aantal (zestig) ambulante kinesitherapieverstrekkingen per behandeljaar kan hierbij niet worden overschreden. Waar nodig en wenselijk kunnen kinesitherapeuten vanuit de eerste zorglijn betrokken worden.
De nood aan ergotherapeutische verstrekkingen moet blijken uit het rehabilitatie overleg.
§ 2. De cumulvoorwaarden:
Een programma dat in het kader van onderhavige overeenkomst wordt gerealiseerd, kan niet worden gecumuleerd met verstrekkingen uit artikel 7, artikel 22 en artikel 23 van de nomenclatuur voor de in de overeenkomst beoogde rehabilitatiedoelstellingen in het kader van de abdominale transplantatie. Dit cumulverbod geldt niet voor diagnostische verstrekkingen uit artikel 22 en artikel 23 van de nomenclatuur.
De rechthebbende behoudt zijn rechten op verstrekkingen uit artikel 7, artikel 22 en artikel 23 van de nomenclatuur voortvloeiende uit een opname intensieve zorgen.
HOODFSTUK III- Betrokken zorgverleners bij het zorgpad
Artikel 18. – Betrokken zorgverleners
§ 1. De samenstelling van de equipe van zorgverleners bestaat naast de betrokken artsen (transplantarts, orgaanspecialist van het transplantatiecentrum en verwijzend ziekenhuis, FGR- arts en huisarts) uit een kinesitherapeut (al dan niet verbonden aan het transplantatiecentrum), een psycholoog, een diëtist, een ergotherapeut, een verpleegkundige en een maatschappelijk werker.
De FGR-arts bepaalt op basis van een holistisch beeld, bekomen uit de aangeleverde assessments van de zorgverleners en een intakeonderzoek, het rehabilitatiezorgplan.
De concrete betrokkenheid van de verschillende zorgverleners wordt bepaald volgens rehabilitatiezorgnood en rehabilitatiedoelstellingen van de patiënt en wordt weergegeven in het rehabilitatiezorgplan. Deze zorgverleners, die instaan voor de rehabilitatiezorg en de begeleiding van de rechthebbenden van het rehabilitatieproces, zijn verbonden aan het transplantatiecentrum met als uitzondering de externe kinesitherapeut die de ambulante kinesitherapie verstrekt.
De zorgverleners hebben een bijzondere interesse/expertise voor orgaantransplantatie en streven ernaar deze expertise verder te ontwikkelen door o.a. hun werkzaamheden binnen deze overeenkomst.
§ 2. Ook de adviserend arts, de terug-naar-werkcoördinator en de arbeidsarts kunnen in het kader van een reïntegratietraject geraadpleegd worden voor overleg. Hiervoor is geen vergoeding voorzien in deze overeenkomst.
§ 3 Administratieve medewerker(s) en databeheerder(s) kunnen deel uitmaken van de equipe. De financiering hiervan is opgenomen in de forfaitaire vergoedingen van artikel 21 van deze overeenkomst.
Artikel 19 – Samenstelling equipe –rehabilitatieoverleg
§ 1. De kernequipe van het rehabilitatieoverleg bestaat uit een transplantarts, de behandelende arts, de FGR-arts en de zorgpadcoördinator.
§ 2. Andere zorgverstrekkers van het rehabilitatieoverleg.
De kinesitherapeut, de psycholoog, de diëtist, en de maatschappelijk werker allen verbonden aan het transplantatiecentrum voeren de assessments uit. Zij kunnen worden uitgenodigd deel te nemen aan het rehabilitatieoverleg.
Een bijkomende arts, zoals de huisarts of een arts specialist die eveneens de rechthebbende opvolgt, kunnen deelnemen aan het overleg.
§ 3. De zorgpadcoördinator
Indien de functie van zorgpadcoördinator niet vervuld wordt door een zorgverlener die instaat voor de assessments, wordt deze taak opgenomen door een verpleegkundige verbonden aan het transplantatiecentrum.
De vergoeding voor de zorgcoördinatie is inbegrepen in het forfait-rehabilitatieoverleg. De zorgpadcoördinator staat in voor:
• het opmaken van een verslag van het rehabilitatie-overleg met een duidelijk beleid en conclusie zodat alle zorgverleners een eenduidige communicatie naar de patiënt hebben met betrekking tot zijn/haar behandeling.
• het terugkoppelen van het rehabilitatiezorgplan aan de patiënt en zijn huisarts
• het eventueel doorverwijzen naar de FGR-arts indien inhoudelijk overleg opnieuw nodig is.
• de praktische organisatie van die zorg met de nodige aandacht voor de haalbaarheid. het verzekeren dat het rehabilitatiezorgplan wordt uitgevoerd, de zorg coördineren om te garanderen dat die ononderbroken wordt verleend en goed in het dagelijkse leven
van de rechthebbende en zijn mantelzorger wordt geïntegreerd.
• het verdedigen van de belangen van de rechthebbende en zijn mantelzorger, in elke zorgsituatie die dat vereist.
• het ondersteunen en voorbereiden van het rehabilitatieoverleg en ervoor zorgen dat alle assessmentresultaten beschikbaar zijn.
• het toevoegen van data op een centrale database.
• het aanvragen van de terugbetaling door de verzekering voor geneeskundige verzorging aan de adviserend zoals bepaald in artikel 22 van deze overeenkomst;
• indien noodzakelijk contacten leggen voor het introduceren van een casemanager.
Artikel 20 - Samenstelling equipe assessment en rehabilitatiezorg
§ 1. Het rehabilitatiezorgplan wordt opgesteld door de FGR-arts op basis van de bilans aangeleverd door de zorgverstrekkers aangegeven in artikel 20 §2 van deze overeenkomst. Hiervoor wordt een verstrekking voorzien in de overeenkomst zoals bepaald in artikel 22 van deze overeenkomst.
§ 2. De zorgverstrekkers die de assessments uitvoeren zijn verbonden aan het transplantatiecentrum:
• de diëtist,
• de psycholoog,
• de maatschappelijk werker en
• de kinesitherapeut.
Het resultaat van het assessment wordt opgenomen in het bilan dat door elk van deze zorgverstrekkers wordt overgemaakt aan de FGR-arts.
§3. Deze zorgverstrekkers, die instaan voor de rehabilitatiezorg en de begeleiding van de rechthebbenden van het rehabilitatiezorgpad zijn:
• de diëtist, de psycholoog, de maatschappelijk werker en de verpleegkundige verbonden aan het transplantatiecentrum.,
• de externe kinesitherapeut of de kinesitherapeut verbonden aan het transplantatiecentrum. (voor de ambulante kinesitherapieverstrekkingen);
• de ergotherapeut van het transplantatiecentrum.
§ 4. De kinesitherapeut
- Het assessment, dat wordt uitgevoerd door de kinesitherapeut verbonden aan het transplantatiecentrum en waarvan de vergoeding is vervat in het forfait-assessment zoals beschreven in artikel 22 van deze overeenkomst, omvat een grondige evaluatie van:
• de cardiorespiratoire gezondheid door middel van functionele capaciteit door: Zes minuten wandeltest 6MWT;
• musculoskeletale fitheid;
• motorische fitheid met inbegrip van evenwicht, coördinatie, flexibiliteit (SPPB (short physical performance battery);
• frailty-index, (indien klinisch niet mogelijk te bepalen wordt deze vervangen door de
“Duke Activity Status Index”).
Indien klinische indicaties, kan een cardiopulmonale maximaal gegradeerde inspanningstest met inbegrip van ECG via de nomenclatuur uitgevoerd worden.
- In de prehabilitatie wordt gewerkt naar de zo best mogelijke conditionele toestand opdat de transplantatie in de best mogelijk fysieke toestand kan plaatvinden. In de rehabilitatiefase wordt gestreefd naar een reconditionering met ook als doel de een gezonde, fysiek actieve levensstijl te ontwikkelen.
- De ambulante kinesitherapieverstrekkingen zijn niet opgenomen in het jaarforfait en worden beschreven in artikel 22 §4 van deze overeenkomst.
Voor de ambulante kinesitherapieverstrekkingen-rehabilitatie kunnen kinesitherapeuten van de eerste zorglijn betrokken worden.
§ 5. De diëtist
- Tijdens het assessment brengt de diëtist de volgende items in kaart: het voedingspatroon, de individuele energie en eiwitbehoefte met een risicobepaling op ondervoeding (op basis van de GLIM criteria) en/of ontwikkeling van morbide obesitas of metabool syndroom. Dit leidt tot een individueel dieetadvies.
- Tijdens de opvolgsessies wordt dit dieetadvies in de praktijk omgezet o.a. door gedragsveranderingstechnieken en regelmatig aanpassen van de voedingsintake waar nodig.
§ 6. De psycholoog
- Tijdens het assessment worden de risicofactoren en het risicogedrag in kaart gebracht.
- De psychologische opvolging bestaat erin, rekening houdende met de in het assessment vastgestelde persoonsgebonden risicofactoren en risicogedrag en de transplantatie-eigen risicofactoren op te volgen.
- Naast de individuele opvolging worden ook de groepssessies voorzien.
§ 7. De maatschappelijk werker:
- Het individueel maatschappelijk assessment houdt een anamnese in met als doel het in kaart brengen van het psychosociaal en maatschappelijk functioneren van patiënt en zijn/haar omgeving.
- Indien noodzakelijk kunnen opvolgsessies worden voorzien.
§ 8. Een verpleegkundige verbonden aan het transplantatiecentrum kan de rol van zorgpadcoördinator op zich nemen indien dit niet gebeurt door een andere discipline.
§ 9. De ergotherapeut
Ergotherapeuten werken steeds vanuit drie aspecten over de 24-urendag:
• persoonsgebonden aspecten,
• context-gebonden aspecten en
• aspecten verbonden aan de occupatie of de dagelijks activiteiten.
De focus op de dagelijkse activiteiten of occupatie van de persoon is dus steeds de essentie van de interventie van de ergotherapeut.
1. Screening en assessment via wetenschappelijk onderbouwde instrumenten, met de focus op de dagelijkse activiteiten.
2. Samen met de persoon doelstellingen vastleggen, dit binnen het principe van een persoonsgerichte participatieve werkwijze.
3. Interventies van ergotherapeuten, binnen het zorgpad, richten zich vooral op volgende problemen:
• orgaantransplantatie en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten.
• gevolgen van langdurige immobilisatie voor de dagelijkse activiteiten.
• vermoeidheid en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten.
• cognitieve problematiek en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten.
• psychische klachten, slaapproblemen en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten.
• werkhervatting: erg belangrijk binnen de ergotherapie
• (over-)belasting van de mantelzorger en gevolgen voor hun dagelijkse activiteiten.
• integreren van hulpmiddelen, methodeveranderingen, woningaanpassingen in functie van het optimaal uitvoeren vaan de dagelijkse activiteiten.
• valincidentie en valangst en de gevolgen voor de dagelijkse activiteiten (valpreventie).
HOOFDSTUK IV. - Forfaitaire honoraria en verstrekkingen – en toepassingsregels
§ 1. Het forfait rehabilitatieoverleg
400875-400886 | Globale tegemoetkoming voor de organisatie, coördinatie en administratie van, alsook deelname aan, het rehabilitatieoverleg in het kader van het rehabilitatiezorgpad van zowel de kernequipe als de ad hoc bijkomende uitnodigingen van andere zorgverstrekkers verbonden aan het transplantatiecentrum. | 451.05€ |
Toepassingsregels:
• De verstrekking 400875 en/of 400886 kunnen onderling maximaal 3 maal aangerekend worden met telkens minstens 6 maand interval over een periode van maximaal in totaal 2 jaar te starten vanaf de eerste 400875 of 400886 verstrekking.
• Het overleg kan plaatsvinden wanneer het voorstel van rehabilitatieplan opgesteld door de FGR-arts verbonden aan het transplantatiecentrum voorhanden is. Dit rehabilitatieplan is opgesteld op basis van een intakeonderzoek van de FGR-arts en de assessments, uitgevoerd door de kinesitherapeut, diëtist, psycholoog en maatschappelijk werker, allen verbonden aan het transplantatiecentrum.
• De verstrekkingen 400875 en 400886 worden geregistreerd door de centra volgens bepalingen in artikel 26 van deze overeenkomst.
§ 2. Het forfait-rehabilitatie-assessment
400890-400901 | Forfait rehabilitatie-assessment is de globale vergoeding voor de assessments kinesitherapie, klinische psychologie, diëtetiek en het sociaal assessment. | 316.66€ |
Toepassingsregels:
• De forfaits 400890 en 400901 omvatten de vergoeding voor de uitvoering van de assessments en het opstellen van de bilans zoals opgenomen in de bepalingen van artikel 20 van deze overeenkomst.
• De forfaits rehabilitatie 400890 en 400901 omvatten de administratie en het databeheer in het kader van deze overeenkomst door het transplantatiecentrum.
• De verstrekking 400890 of 400901 wordt samen aangerekend met de verstrekking 400875 of 400886 wanneer alle assessments, zoals beschreven in artikel 20 van deze overeenkomst, voorhanden zijn en opgenomen in het medisch dossier, het overleg heeft plaatsgevonden en het overeengekomen rehabilitatieplan voorhanden en opgenomen is in het medisch dossier.
• Gezien de specifieke expertise worden de verstrekkingen 400890 en 400901 binnen het transplantatiecentrum georganiseerd.
• De verstrekkingen per discipline worden geregistreerd volgens de voorwaarden bepaald in artikel 26 van deze overeenkomst.
§ 3. Het jaarforfait - rehabilitatie
400912 | Het jaarforfait - rehabilitatie omvat alle verstrekkingen van de rehabilitatiezorg met uitsluiting van het assessment, het overleg en de verstrekkingen ambulante kinesitherapie in de posttransplantperiode in het kader van deze overeenkomst | 881.59€ |
Toepassingsregels:
• Het jaarforfait rehabilitatie 400912 omvat de vergoeding voor de verstrekkingen rehabilitatie (andere dan de kinesitherapie).
• Het jaarforfait 400912 dekt de zorg, de administratie, het databeheer en de organisatiekosten zoals bij de groepstherapie in het kader van deze overeenkomst door het centrum.
• De verstrekking 400912 wordt aangerekend na de verstrekking 400875 of 400886 wanneer alle assessments, zoals beschreven in artikel 20 van de overeenkomst, voorhanden zijn en opgenomen in het medisch dossier, het overleg heeft plaatsgevonden, het overeengekomen rehabilitatieplan is overgemaakt aan de betrokken zorgverleners en de huisarts en het akkoord van de adviserend arts betekend is.
• Gezien de specifieke expertise wordt er geopteerd om de verstrekkingen van het pakket in een eerste fase binnen het transplantatiecentrum te organiseren.
• De verstrekkingen per discipline worden geregistreerd volgens de voorwaarden bepaald in artikel 26 van deze overeenkomst.
§ 4. Verstrekkingen kinesitherapie
400934 | Individuele kinesitherapiezitting voor interventie tijdens een rehabilitatie waarbij de persoonlijke betrokkenheid van de kinesitherapeut per rechthebbende een globale gemiddelde duur van 45 minuten heeft. | 37.50€ |
Toepassingsregels
• De kinesitherapieverstrekkingen- rehabilitatiezorg zijn niet opgenomen in het jaarforfait.
• Het aanrekenen van de verstrekking 400934 houdt in dat de kinesitherapeut akkoord gaat met en zich houdt aan de bepalingen van deze overeenkomst.
• De verstrekking 400934 mag maximaal 60 maal per behandeljaar, dat start op datum van het eerste rehabilitatieoverleg, worden geattesteerd. Deze overeenkomst voorziet twee behandeljaren rehabilitatie. Een behandeljaar start op datum van het rehabilitatieoverleg 400875-400886.
Het rehabilitatieplan includeert het voorschrift kinesitherapie met het aantal verstrekkingen volgens nood en doelstelling.
• Deze sessies kunnen modulair worden samengesteld uit tijdsblokken van 15 min, zodat volgens de fitheid van de patiënt op maat kan gewerkt worden. De verstrekking wordt op de dag van de derde 15 min aangerekend. In zijn dossier worden de contactmomenten genoteerd.
• Tijdens de duur van de overeenkomst kunnen geen verstrekkingen uit artikel 7 en artikel 22, II., a), 2° Revalidatieverstrekkingen, van de nomenclatuur worden aangerekend voor de behandeling van de pathologische situatie bedoeld in deze overeenkomst. Dit cumulverbod geldt niet voor diagnostische verstrekkingen uit artikel 22 en artikel 23 van de nomenclatuur.
De rechthebbende behoudt zijn rechten op kinesitherapieverstrekkingen uit artikel 7 van de nomenclatuur ten gevolge van een opname intensieve zorgen (Fa).
Ook de rechthebbende welke genieten van het statuut ‘zware aandoening’ hebben recht
op de verstrekkingen van de overeenkomst.
• De verstrekking 400934 kan op dezelfde dag niet gecumuleerd worden met een verstrekking uit artikel 7 van de nomenclatuur.
• De verstrekking mag aangerekend worden in elke plaats van verstrekking opgenomen in artikel 7, § 1, 5° van de nomenclatuur.
400956-400960 | Intakeonderzoek met opmaak van het behandelingsdossier en van een gedetailleerd rehabilitatieplan in functie van de aandoening en aangepast aan de patiënt. | 66,12 € |
400971 | Forfaitaire vergoeding voor de inhoudelijke coördinatie van het rehabilitatieproces | 33.08 € |
Toepassingsregels
• De verstrekking 400956 of 400960 wordt samen aangerekend met de verstrekking 400875 of 400886 wanneer de assessments, zoals beschreven in artikel 20, ter beschikking zijn van de FGR-arts, het intakegesprek heeft plaatsgevonden en het voorstel van rehabilitatieplan voorhanden is.
• De verstrekkingen 400956 en 400960 zijn binnen een behandeljaar niet onderling cumuleerbaar.
• De verstrekking 400956( of 400960) en 400971 is eenmaal per behandeljaar aanrekenbaar.
• De verstrekkingen 400971 omvat de opvolging van de rechthebbende, het overleg met de deelnemende zorgverstrekkers aan het rehabilitatiezorgpad, het opstellen van en het overmaken aan de zorgpadcoördinator van de bijsturingen van het rehabilitatiezorgpad.
• Het aanrekenen van de verstrekkingen 400956, 400960 en 400971 houdt in dat de FGR- arts akkoord gaat met en zich houdt aan de bepalingen van deze overeenkomst.
• Gezien de specifieke expertise wordt in een eerste fase de verstrekking 400956-400960 enkel binnen het transplantatiecentrum georganiseerd.
• Het behandeldossier omvat een neerslag van het intakeonderzoek en de resultaten van de assessments aangeleverd door de zorgverstrekkers zoals weergegeven in artikel 20 van deze overeenkomst evenals een neerslag van de opvolging van de rehabilitatiezorg zoals bepaald in artikel 15 van deze overeenkomst.
§ 6. Algemene toepassingsregels
• De stopzetting van het rehabilitatiezorgpad, zoals bepaald in artikel 23 van deze overeenkomst, betekent een stopzetting van het recht op verstrekkingen van deze overeenkomst.
• De cumulvoorwaarden, beschreven in artikel 17, zijn van toepassing.
• Er mogen geen supplementen, geen persoonlijk aandeel en geen bijkomende kosten allerlei worden aangerekend.
De forfaitaire honoraria en verstrekkingen uit deze overeenkomst worden door het ziekenhuis aan de verzekeringsinstellingen gefactureerd volgens de instructies voor de elektronische facturatie, met uitzondering van de verstrekking 400934 die door een kinesitherapeut gefactureerd kan worden.
Het bedrag van de tegemoetkomingen, bedoeld in artikel 21 § 1,2,3,4 en 5 van deze overeenkomst wordt geïndexeerd overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.
Hoofdstuk V. – Aanvraag tot tegemoetkoming voor het rehabilitatiezorgpad.
Artikel 22 - Aanvraag
§ 1. Krachtens de bepalingen van artikel 138, 2°, b) van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, kan het multidisciplinair zorgtraject van een rechthebbende enkel in aanmerking komen voor de terugbetaling door de verzekering voor geneeskundige verzorging wanneer de adviserend arts een gunstig advies heeft gegeven over de tenlasteneming van het multidisciplinair zorgtraject van de rechthebbende. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kostprijs van de verstrekkingen van het multidisciplinaire zorgtraject is opgenomen in bijlage 1:
Deze aanvraag bevat:
• De gegevens van de rechthebbende,
• Datum van de transplantatie,
• Datum van het eerste rehabilitatieoverleg.
• Periode van hospitalisatie in ander ziekenhuis na ontslag uit het universitair ziekenhuis naar aanleiding van zijn transplantatie.
§ 2. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kostprijs van de verstrekkingen van het multidisciplinair zorgtraject door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging moet binnen de 30 dagen na het eerste rehabilitatieoverleg aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende door de zorgpadcoördinator worden overgemaakt.
§ 3. De door de adviserend arts toegestane periode van tenlasteneming:
• Neemt een aanvang op de voorgeschreven datum en ten vroegste 30 dagen vóór de datum van ontvangst van de aanvraag tot tegemoetkoming door de adviserend arts en
• Duurt tot 2 jaar na de datum van het eerste rehabilitatieoverleg.
• Deze periode van 2 jaar wordt met de periode van hospitalisatie in het ander ziekenhuis zoals vermeld in dit artikel in §1 verlengd met de periode van deze hospitalisatie.
§ 4. De tegemoetkoming wordt geweigerd voor de behandelingen die zijn verricht langer dan dertig dagen voor de datum waarop de aanvraag door de adviserend geneesheer is ontvangen. De adviserend arts wordt geacht zijn akkoord te verlenen indien hij binnen de twee weken na ontvangst van voornoemde document geen weigeringsbeslissing heeft getekend.
§ 5. De periode van de tenlasteneming, die door de adviserend arts wordt toegestaan op basis van de individuele aanvraag voor de tenlasteneming wordt aan de zorgpadcoördinator overgemaakt.
§ 6. Tijdens de door de adviserend arts toegestane periode van het multidisciplinair zorgtraject, kunnen de verschillende in de in artikel 21 van deze overeenkomst vermelde bedragen van de forfaits en pseudocodes worden aangerekend zoals bepaald in artikel 21 van deze overeenkomst.
Artikel 23 - Stopzetting
Bij de stopzetting van de rehabilitatiezorg wordt de kennisgeving van stopzetting door de zorgpadcoördinator aan het ziekenfonds overgemaakt.
Deze kennisgeving van stopzetting bevat:
• De datum van stopzetting
• De reden van stopzetting
▪ Nieuwe activatie op transplantlijst met datum van deze nieuwe activatie;
▪ Andere waarvan de reden wordt vernoemd op de kennisgeving.
De ambulante kinesitherapeut, het transplantatie- en het dialysecentrum worden hiervan door de zorgpadcoördinator onmiddellijk op de hoogte gebracht. Geen verstrekkingen van artikel 21 van deze overeenkomst kunnen nog worden aangerekend.
AFDELING V – Toetredingsmodaliteiten van de centra
§ 1.Het toetredend transplantatiecentrum – specifieke vereisten:
Het toetredende transplantatiecentrum dient te voldoen aan de erkenningscriteria zoals voorzien in het KB van 23 juni 2003 (LOI - WET (xxxx.xx)) voor abdominale transplantatie
Het dient te beschikken over een personeelsomkadering zoals bepaald in §2 van dit artikel. Deze omkadering moet proportioneel worden aangepast op basis van het reële aantal gevolgde rechthebbenden en de aard van de gerealiseerde verstrekkingen, overeenkomstig de bepalingen van deze paragraaf en de bepalingen van § 2 van dit artikel.
Het transplantatiecentrum verbindt zich ertoe om onverwijld alle schikkingen te treffen om het personeelskader te vervolledigen voor iedere functie die tijdelijk (wegens ziekte, loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, …) of definitief vacant zou zijn.
Het transplantatiecentrum houdt permanent een volledige lijst bij van de equipe die het werkelijk in dienst heeft. Uit die lijst moet blijken wie op gelijk welke datum werkt in het kader van de overeenkomst, met welke functie, welke arbeidstijd en welke dienstregeling per week.
Het transplantatiecentrum verbindt er zich toe steeds een multidisciplinaire equipe rond de rechthebbende op te zetten welke voldoet aan bepalingen van deze overeenkomst.
Het transplantatiecentrum garandeert kwaliteit van zorg volgens de hoogste “level of evidence” van de “evidence-based medicine”.
Transplantatiecentra die niet kunnen aantonen over deze expertise te beschikken, komen niet in aanmerking om toe te treden tot deze overeenkomst.
§ 2. Personeelskader- aantal voltijdse equivalenten:
Het multidisciplinair team is beschreven in de artikelen 8, 9, 10, 18, 19 en 20 van deze overeenkomst.
Het minimaal aantal VTE wordt in een eerste fase vastgesteld op basis van:
o het aantal rechthebbenden dat in de loop van een kalenderjaar wordt ingeschreden op de transplantatielijst waarvoor het in deze overeenkomst het forfait-assessment prehabilitatie en het forfait overleg prehabilitatie is voorzien;
o het aantal rechthebbende die een abdominale transplantatie hebben ondergaan en waarvoor een forfait-assessment en het forfait overleg rehabilitatie is voorzien.
In een eerste fase wordt de minimale VTE per 100 rechthebbenden voor de equipe niet-artsen bepaald:
Kaderpersoneel/ 100 patiënten (VTE) -PRE | Kaderpersoneel/ 100 patiënten (VTE) - RE | Totaal | |
Kinesitherapeut | 0.0612 | 0.0918 | 0.153 |
Diëtist | 0.0612 | 0.0918 | 0.153 |
Psycholoog | 0.0612 | 0.0918 | 0.153 |
Maatschappelijk assistent | 0.0612 | 0.0918 | 0.153 |
Zorgcoördinatie | 0.2552 | 0.2754 | 0.5306 |
De verklaring hieraan te voldoen wordt bevestigd aan de dienst bij de aanvraag tot toetreding en jaarlijks samen met het indienen van het jaarrapport.
§ 3. Een nominatieve lijst van de FGR-artsen verbonden aan het ziekenhuis van het transplantatiecentrum wordt overgemaakt bij de toetreding alsook bij elke wijziging.
AFDELING VI. – Looptijd van de overeenkomst
Artikel 25 - Looptijd
Deze overeenkomst start op voor een looptijd van 5 jaar.
Indien de behandeling gestart is voor het einde van de looptijd van deze overeenkomst, zullen alle verstrekkingen verricht die voortvloeien uit de gestarte overeenkomst ten laste worden genomen in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst:
• Prehabilitatie: stopzetting na het gestarte behandeljaar na het laatste prehabilitatieoverleg.
• Rehabilitatie: stopzetting 2 jaar na het eerste rehabilitatieoverleg.
Gedurende deze periode van vijf jaar worden de zorgpaden geëvalueerd zoals bepaald in artikel 26, 27 en 28 van deze overeenkomst. De uit deze evaluatie voortvloeiende noodzakelijke aanpassingen van deze overeenkomst zullen op advies van het beleidscomité doorgevoerd worden.
AFDELING VII. - Evaluatie van de pre- en rehabilitatiezorgpaden van de overeenkomst.
Artikel 26 - Registratie
Met het oog op de opvolging en evaluatie van de activiteiten is registratie van de volgende proces- en uitkomstindicatoren door de transplantatiecentra voorzien:
1 Uitkomstindicatoren:
• resultaten assessments
• orgaan-specifieke indicatoren zoals overeengekomen in de werkgroep,
• aantal jaren posttransplant bij overlijden,
• aanwezigheid van co-morbiditeit,
• aantal jaren posttransplant bij optreden co-morbiditeit,
• HRQoL,
• socio-professionele integratie indien van toepassing.
2 Procesindicatoren:
• redenen vroegtijdig stoppen (p)rehabilitatiezorgpad,
• veranderen van centrum,
• veranderen van zorgpakket,
• redenen niet aanvatten van revalidatiezorgpad,
• het aantal patiënten die na ontslag uit het transplantatiecentrum verder worden gehospitaliseerd in een ander ziekenhuis.
3 Registratie verstrekkingen
Op een lijst gebeurt de registratie van het aantal verstrekkingen:
• (p)rehabilitatie-overleg,
• forfait-assessment-prehabilitatie en rehabilitatie,
• jaarforfait,
• per discipline # geconsumeerde sessies van het jaarforfait ,
• geconsumeerde sessies kinesitherapie pre – en postrehabilitatie;
• verstrekkingen FGR-arts pre- en rehabilitatie
Artikel 27 - Transversaal project:
Gedurende de looptijd van vijf jaar wordt overeengekomen dat de transplantatiecentra een duidelijke analyse doen naar de doorverwijsmogelijkheden voor pre- en rehabilitatiezorg. Het resultaat van deze analyse wordt overgemaakt aan de dienst voor het einde van de looptijd van de overeenkomst.
Artikel 28 - Begeleidingscomité:
De begeleiding en opvolging van de uitvoering van de overeenkomst wordt toevertrouwd aan een “Begeleidingscomité–Zorgpad- pre- en rehabilitatie-abdominale transplantatie”, hierna het “Begeleidingscomité” genoemd.
Dat Begeleidingscomité is samengesteld uit 18 leden, aangeduid door het Verzekeringscomité :
• 2 werkende en 2 plaatsvervangende leden voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties van arts-specialisten,
• 2 werkende en 2 plaatsvervangende leden voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties van huisartsen,
• 2 werkende en 2 plaatsvervangende leden voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties van ziekenhuisfederaties,
• 3 werkende en 3 plaatsvervangende leden voorgedragen door de verzekeringsinstellingen,
• 7 leden arts-experten en 7 plaatsvervangers van de 7 transplantatiecentra,
• 2 werkend en 2 plaatsvervangend leden voorgedragen door de overeenkomstencommissie kinesitherapeuten – verzekeringsinstellingen.
Het begeleidingscomité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van het RIZIV. De organisatie, de begeleiding en het secretariaat worden waargenomen door het RIZIV.
Het begeleidingscomité vergadert minimum één keer per jaar.
Het begeleidingscomité houdt deugdelijk zitting indien ten minste tien leden aanwezig zijn. De beslissingen worden genomen bij eenvoudige meerderheid van de leden die aan de stemming deelnemen; er wordt geen rekening gehouden met de onthoudingen.
Artikel 29 - Evaluatie
§ 1. De elementen van de overeenkomst worden geëvalueerd teneinde na te gaan of voldaan werd aan de minimale streefwaarden voor de respectievelijke proces- en uitkomstindicatoren
§ 2. Die opvolging van de activiteiten verloopt als volgt:
• De lijst zoals vermeld in artikel 26 van deze overeenkomst wordt jaarlijks bijgehouden.
• Berekenen van de respectievelijke proces- en uitkomstindicatoren per centrum en validatie van de te rapporteren resultaten door elk centrum evenals de methodologie.
• Opstellen van een algemeen jaarrapport met de gevalideerde resultaten door elk centrum.
• De lijst en het jaarrapport worden jaarlijks overgemaakt aan de dienst.
• De transplantatiecentra werken een gedetailleerd voorstel van procedure van evaluatie uit en bezorgt dit binnen de zes maanden aan het Begeleidingscomité.
§ 3. Vastleggen van een mediaan van de re- en prehabilitatiezorg - outliers
Aan de hand van de evaluatiegegevens zullen de transplantcentra de mediaan van deze pre- en rehabilitatiezorg vastleggen en de definitie bepalen van een outlier.
AFDELING IX. – Overgangsbepalingen
Personen die abdominaal getransplanteerd zijn binnen een periode van twee jaar voor het in voege gaan van deze overeenkomst kunnen nog toetreden tot het rehabilitatiezorgpad te beginnen met een rehabilitatie-overleg.
Opgemaakt te Brussel en elektronisch ondertekend door: | |
De verantwoordelijke namens de inrichtende macht van de verplegingsinrichting “naam ziekenhuis”, het ziekenhuis met een dienst transplantatie, De medisch directeur van het voornoemd ziekenhuis in naam van de artsen-specialisten in de fysische geneeskunde en de revalidatie, hierna de FGR-arts genoemd, verbonden aan het voornoemd ziekenhuis waar deze abdominale transplantaties worden uitgevoerd | Voor het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, De leidend ambtenaar, Xxxxxxx XXXXXX Directeur-generaal Geneeskundige verzorging |