UBerijdersovereenkomstU
UBerijdersovereenkomstU
Inhoud
1. De autokeuze Pag. 4
1.a Kosten
1.b Merken en types
1.c Brandstof
2. Eigen bijdrage Pag. 5
2.a Privégebruik
2.b Norm overschrijding
3. Opties en accessoires Pag. 7
4. Schade Pag. 8
5. Overige kosten Pag. 8
6. Berijdersovereenkomst en autoregeling Pag. 8
7. Voorbeeld van een berijdersovereenkomst Pag. 9
8. Voorbeeld van een autoregeling Pag. 10
1. De autokeuze
X0.xX UKostenU
De keuze van een auto zal in het algemeen worden bepaald door de volgende factoren:
- catalogusprijs,
- leasekosten.
Aangezien de leaseprijs de werkelijke kosten voor de werkgever weergeeft is het aan te bevelen de keuze hierop te baseren. Voor de werknemer zal de catalogusprijs belangrijk blijven ten gevolge van de te verwachten bijtelling.
Per functieniveau kan een maximaal leasebedrag worden vastgesteld. Tussen deze “normen” kunnen alle auto’s worden opgesomd per functieniveau waaruit de werknemer kan kiezen.
Om de vergelijking zuiver te houden is het noodzakelijk om de calculaties binnen één functieniveau te baseren op gelijke looptijd en jaarkilometrage.
U1.bU UMerken en typesU
Een bedrijf kan er toe overgaan om de keuzevrijheid van auto’s te beperken, bijvoorbeeld omdat er rekening gehouden dient te worden met de uitstraling van het bedrijf of minimale functionele eisen (laadruimte etc.). Bepaalde auto’s kunnen op deze wijze buiten de regeling vallen zoals cabriolets, terreinwagens, spacewagons, coupés en stationwagens.
Begrijpelijk is dat een beperking van keuze de HR factor ongunstig en de kostenfactor gunstig kan beïnvloeden. Verplichte keuze uit één of enkele merken kan interessant zijn voor het verkrijgen van extra korting. Om de opbouw van de regeling naar functieniveau te handhaven is het dan noodzakelijk merken uit te kiezen die voldoende modellen keuze beiden in de opvolgende segmenten.
X0.xX UBrandstofU
De keuze voor een bepaalde brandstofsoort wordt bepaald door het aantal te rijden kilometers per jaar. Als er binnen het bedrijf en binnen hetzelfde functieniveau meerdere soorten brandstof wordt gebruikt dan dient hiermee rekening te worden gehouden bij het vaststellen van de norm.
Aangezien een dieselversie van een bepaald type auto een hogere leaseprijs kan hebben dan een vergelijkbaar benzinemodel is het van belang om in de keuzelijst voor een bepaald functieniveau die benzinemodellen op te nemen waarvan het dieselequivalent ook binnen de regeling valt. Bij sommige merken/type auto’s kan de dieseluitvoering dusdanig duurder zijn dat het benzinemodel uitgesloten dient te worden (bijv. BMW 3 serie, Mercedes C klasse).
2. Eigen bijdrage
X0.xX UPrivé gebruikU
Overwogen kan worden om voor het privé gebruik van de auto een eigen bijdrage te vragen. Een eigen bijdrage zal de HR factor ongunstig en de kostenfactor gunstig beïnvloeden. De kostenfactor kan in sommige gevallen nog enigszins nadelig worden beïnvloed i.v.m. eigen administratiekosten. Er zijn meerdere mogelijkheden denkaar:
- UGeen eigen bijdrageU voor de privé kilometers.
- Een Uvaste eigen bijdrageU voor privé gebruik, deze kan per functieniveau verschillend zijn. Het nadeel van een dergelijke regeling is dat de ene bestuurder meer privé zal rijden dan de andere hetgeen een oneerlijke verdeling met zich mee kan brengen.
- UDe brandstofkosten voor privé gebruik als eigen bijdragen.U De controle hierop is moeilijk en dus is een dergelijke regeling fraudegevoelig. De vele
declaraties zullen er voor zorgen dat er veel extra administratieve handelingen verricht dienen te worden. Buitenlandse privé kilometers zijn makkelijker te controleren.
- UEigen bijdrage vanaf een bepaald aantal verreden privé kilometers.U De kilometerprijs wordt van tevoren vastgesteld en is afhankelijk van het type auto. Binnen één functie niveau wordt deze kilometerprijs gebaseerd op de gelijke looptijd en jaarkilometrage. Ook hier is het grote nadeel dat deze regeling veel administratieve handelingen vereist.
- UEigen bijdrage vanaf het moment dat de norm wordt overschreden.U De bestuurders mogen privé kilometers op kosten van de zaak rijden zolang het totaal aan maandkosten (brandstof + leaseprijs) de norm van het desbetreffende functieniveau niet overschrijdt. Daarboven wordt er dan een bijdrage gevraagd.
Nadeel: administratiekosten.
U2.bU UNorm overschrijdingU
De keuzevrijheid kan worden vergroot door de werknemer de mogelijkheid te geven de norm van zijn/haar functieniveau te overschrijden. Het bedrag van de overschrijding kan per maand als eigen bijdrage op het salaris worden ingehouden. Deze uitbreiding van de autoregeling zal een positieve invloed hebben op de HR factor terwijl de kostenfactor niet negatief wordt beïnvloedt.
Om nu te voorkomen dat medewerkers uit een bepaald functieniveau een auto kunnen kiezen die ook in een hoger functieniveau wordt gereden kan deze norm-overschrijding aan een maximum worden gebonden.
Met de bestuurder kan worden overeengekomen dat bij beëindiging van het dienstverband de resterende eigen bijdrage (tot aan het einde van de looptijd) in één keer wordt afbetaald. Dit om te voorkomen dat een volgende bestuurder met een niet zelf gekozen eigen bijdrage wordt geconfronteerd.
N.B.: Bedragen betaald als regelmatige eigen bijdrage voor het (privé) gebruik van de auto van de zaak, kunnen op de bijtelling (voor belasting) in mindering worden gebracht.
3. Opties en accessoires
Het mogen uitzoeken van extra opties en accessoires maakt een auto persoonlijk (HR factor positief). Door een gemaximeerd bedrag of percentage kunnen de kosten in de hand worden gehouden. Opties en accessoires kunnen eventueel voor kosten van de werknemer en mogelijk tegen directe betaling in de auto worden aangebracht (HR factor negatief). De volgende mogelijkheden zijn denkbaar:
- UKeuze opties en accessoires geheel vrij.U De werknemer kan een in basis goedkope auto geheel aankleden met opties. Uiteraard zal dit de HR factor positief
beïnvloeden. De kostenfactor wordt bij een eventuele vervroegde inlevering nadelig beïnvloedt. Een dergelijke auto is moeilijk door te schuiven naar een volgende werknemer.
- UEnkele opties en accessoires verplicht.U Hierbij valt te denken aan ABS, alarm etc. Voor verplichte opties kan geen eigen bijdrage worden gevraagd hetgeen de kostenfactor nadelig zal beïnvloeden. De bestedingsruimte voor de werknemer zal dan ook worden beperkt (de norm wordt eerder bereikt): HR factor ongunstig.
- UEnkele opties en accessoires toegestaan.U De auto zal nu makkelijker door te schuiven zijn naar een volgende werknemer (kostenfactor positief).
- UOpties en accessoires toegestaan tot een bepaald maximum.U Zie bovenstaande opmerkingen.
4. Schade
Door het doorberekenen van het eigen risico bij niet verhaalbare schade aan de bestuurder kan de kostenfactor positief worden beïnvloedt. Het spreekt voor zich dat hiermee de HR factor tegelijkertijd worden beïnvloedt. Een tussenoplossing is ook mogelijk: het eigen risico bij niet verhaalbare schade wordt slechts één of een aantal malen per jaar door de werkgever betaalt. Elk volgend eigen risico is voor rekening van de werknemer (schadestatistieken duiden aan dat één niet verhaalbare schadegebeurtenis per jaar als gemiddelde gebruikt kan worden).
Natuurlijk is het aan de werkgever om een dergelijke regel met enige soepelheid toe te passen. Een mogelijke uitzondering waarbij de bestuurder het eigen risico altijd voor zijn/haar rekening neemt kan zijn: diefstal van audio-apparatuur uitgerust met een anti-diefstal voorziening (slede of afneembaar front).
5. Overige kosten
Bij verkeersovertredingen is het gebruikelijk dat de werknemer de kosten zelf betaalt.
De werkgever is verplicht 12% belasting te betalen over het fortaire bijtellingsbedrag dat de werknemer opgeeft. Het is gebruikelijk dat de werkgever deze 12% geheel voor haar rekening neemt.
De werknemer dient op de hoogte te zijn van de fiscale gevolgen van het hebben van een auto van de zaak. Deze bijtelling komt voor rekening van de werknemer. In verband hiermee valt het dan ook sterk te overwegen om de werknemer een bepaalde keuzevrijheid te verlenen.
6. Berijdersovereenkomst en autoregeling
Door het opstellen van een autoregeling met een daarbij behorende berijdersovereenkomst waarin de bestuurder zich akkoord en bekend verklaart met de autoregeling wordt zoveel mogelijk discussie vermeden.
7. Berijdersovereenkomst
Ondergetekenden:
(werkgever) gevestigd te , hierna te noemen werkgever
en ......................
thans wonende ,
hierna te noemen weknemer, verklaren hierbij aan te gaan een gebruiksovereenkomst op de hiernavolgende voorwaarden.
UA. Omschrijving lease-autoU
Werkgever stelt met ingang van de navolgende auto ter beschikking:
1. Merk :
2. Type :
3. Kenteken :
4. Catalogus waarde : € (incl. BTW/BPM)
5. Opties : t.w.v. € (incl. BTW)
: t.w.v. € (incl. BTW)
6. Accessoires : t.w.v. € (incl. BTW)
: t.w.v. € (incl. BTW)
7. Looptijd : maanden
8. Jaarkilometrage :
9. Lease tarief : €
UB. Eigen bijdrageU Functieniveau :
Norm per maand : €
Verschil : € (Indien dit bedrag positief is, wordt de eigen
bijdrage op € 0, = gesteld.)
============
Eigen bijdrage per maand: ƒ
UC. Auto reglement:
Gebruiker verklaard akkoord te gaan met het autoreglement d.d. en dien overeen- komstig te handelen.
Aldus overeengekomen te , datum
8. Autoregeling
UArtikel 1.U UDeelnemers autoregeling.U
Voor deze autoregeling komen medewerker van [werkgever] in aanmerking die één van de volgende functies hebben:
- (b.v.) leden van het management team,
- (b.v.) medewerkers verkoopbuitendienst,
UArtikel 2.U UDeelname aan de autoregeling.U
Alle medewerkers beschreven in art.1. die een arbeidsovereenkomst hebben voor onbepaalde tijd komen in aanmerking voor deze autoregeling. Uitgesloten zijn die medewerkers die te kennen hebben gegeven hun dienstverband bij [werkgever] te willen beëindigen c.q. waarbij de directie aangegeven heeft de arbeidsovereenkomst te willen gaan beëindigen.
UArtikel 3.U UAuto-keuzemogelijkheden.
3.1 Indien een medewerker recht heeft op het bestellen van een auto zal [werkgever] een lijst verstrekken met die auto’s waaruit de betreffende medewerker een keuze kan maken. Per functie niveau is er een maximaal leasetarief (norm) bepaald waardoor deze lijst tot stand komt.
3.2 De lijst vermeldt per lease-auto een maandelijks leasetarief. Indien het leasetarief onder de norm ligt is de werknemer gerechtigd de auto van opties/accessoires te voorzien tot de norm bereikt is.
3.3 Indien de werknemer van functieniveau verandert komt hij/zij pas in aanmerking voor een ander auto als de contractuele looptijd van de huidige auto bereikt is.
De contractuele looptijd is afhankelijk van het jaarkilometrage t.w.:
Jaarkilometrage Looptijd
UArtikel 4.U UFunctieniveaus.U
De werkgever gebruikt (aantal) functieniveaus die bepalend zijn voor de keuze van de auto en de norm.
→ niveau 1. (b.v. leden van het management team);
→ niveau 2. (b.v. medewerkers. die minimaal 3 jaar ervaring
hebben in dezen of direct vergelijkbare functie);
→ niveau 3 (b.v. medewerkers. met meer dan 3 jaar ervaring in
deze functie)
UArtikel 5.U UMaximale leasetarief (norm).U
De norm geldt op basis van de door werkgever gebruikte calculatie criteria. Zowel de norm als de calculatie criteria zijn afhankelijk van het functieniveau. De werkelijke looptijd en/of kilometrage hoeft niet in alle gevallen overeen te komen met de calculatie criteria die bepalend zijn voor de norm.
→ niveau 1.
norm : € per maand
calculatie criteria : looptijd: .. maanden
kilometrage: km. per jaar
brandstofsoort, benzine
→ niveau 2.
norm : € per maand
calculatie criteria : looptijd: .. maanden
kilometrage: km. per jaar
brandstofsoort, diesel, benzine of LPG (LPG installatie inclusief)
→ niveau 3.
norm : € per maand
calculatie criteria : looptijd: .. maanden
kilometrage: km. per jaar
brandstofsoort, diesel, benzine of LPG (LPG installatie inclusief)
UArtikel 6.U UEigen bijdrage.U
Indien de lease-auto onder de norm blijft hoeft de werknemer geen eigen bijdrage aan werkgever te betalen. Blijft het leasetarief onder de norm dan zal dit bedrag niet aan de werknemer uitgekeerd worden.
Indien de werknemer de auto van opties wil voorzien waardoor de norm overschreden wordt, zal de werknemer het verschil tussen het werkelijke leasetarief en de norm aan werkgever moeten betalen. Deze betaling zal maandelijks op het salaris van de werknemer worden ingehouden. De eigen bijdrage kan niet (ook) gebruikt worden om een auto te kiezen die niet op de lijst van het betreffende functieniveau voorkomt. De eigen bijdrage is per functieniveau gemaximeerd.
→ niveau 1. € ... per maand
→ niveau 2. € ... per maand
→ niveau 3. € ... per maand
UArtikel 7.U UBeëindiging van de overeenkomst.U
7.1 Indien en zodra één der onderstaande gevallen zich voordoet, zulks ter beoordeling van werkgever, is deze bevoegd deze gebruikersovereenkomst met onmiddellijke ingang door opzegging te beëindigen, waarop werknemer verplicht is de door de werkgever verstrekte instructies met betrekking tot de teruggave van de auto onverwijld op te volgen:
a. Bij niet-nakoming van enige verplichting uit hoofde van deze overeenkomst dan wel overtreding van enige gebruiksbeperking door werknemer;
b. Bij op non-actiefstelling van werknemer door werkgever;
c. Bij arbeidsongeschiktheid van werknemer indien deze langer dan maanden
heeft voortgeduurd;
d. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
e. Bij ondercuratelestelling, overlijden of pensionering van de werknemer;
f. Bij ontzegging van de rijbevoegdheid aan werknemer;
g. Bij functiewijziging van werknemer, waardoor deze niet langer in aanmerking komt voor een leaseauto;
7.2 Indien de medewerker op eigen verzoek het dienstverband met werkgever beëindigt, dient hij/zij de auto (inclusief de opties vermeldt in de berijdersovereenkomst) uiterlijk op de laatste dag van het dienstverband aan werkgever te retourneren.
Indien de werknemer een eigen bijdrage betaald dient hij/zij de resterende termijnen (zijnde de resterende looptijden maanden maal de maandelijkse eigen bijdrage) in één maal aan [werkgever] te voldoen. [werkgever] is gerechtigd dit van de werk- nemer te vorderen c.q. dit via het laatste salaris van de werknemer te verrekenen.
UArtikel 8.U UGebruik.U
De auto wordt aan de werknemer ter beschikking gesteld voor het uitoefenen van zijn/haar functie, alsmede voor privé gebruik en voor het woon-werkverkeer. De werknemer is hiervoor geen (een) vergoeding verschuldigd aan de werkgever. Het is de werknemer toegestaan de auto te laten berijden door gezinsleden boven de achttien jaar die in het bezit zijn van een geldig rijbewijs.
UArtikel 9.U UBrandstof.U
De werkgever stelt een brandstofpas aan de werknemer beschikbaar. De werknemer is verplicht, indien de lease-auto is toegerust voor LPG, deze brandstof te tanken. De werknemer is verplicht bij iedere tankbeurt de juiste kilometerstand in te voeren. (Brandstof getankt in het buitenland tijdens vakantie/verlof is voor rekening van de werknemer)
UArtikel 10.U UZorgplicht.U
10.1 De werknemer verklaart als een “goed huisvader” voor de auto te zorgen, deze in goede staat te (doen) houden en zo nodig te laten herstellen, het periodiek onderhoud tijdig te doen verrichten volgens de richtlijnen van het instructieboekje van het desbetreffende automerk bij een erkende dealer van het desbetreffende automerk alsmede deze te gebruiken voor het doel waarvoor hij bestemd en uitgerust.
UArtikel 11.U UGebruiksbeperking.U
11.1 De werknemer zal de auto nimmer gebruiken voor;
→ snelheidsproeven,
→ prestatieritten,
→ het rijden buiten de openbare weg, zoals circuits,
→ het geven van rij-onderricht,
→ het vervoer van gevaarlijke en/of explosieve stoffen,
→ voor wederverhuur
11.2 Het is de werknemer slechts toegestaan om accessoires aan te brengen die niet in het leasetarief zijn inbegrepen die bij het einde van deze overeenkomst zonder zichtbare schade kunnen worden verwijderd.
11.3 Het is de werknemer niet toegestaan de auto te gebruiken indien hij/zij onder invloed is van alcohol, narcotica of medicijnen die de rijvaardigheid beïnvloeden. Kosten die voortvloeien uit een gebruik in strijd met het artikel 11.1, 11.2, 11.3 zijn voor
rekening van de werknemer.
UArtikel 12.U UKostenU
12.1 Kosten voortvloeiend uit overtredingen van wettelijke bepalingen, zoals verkeersovertredingen, parkeerboetes etc., zijn voor rekening van de werknemer.
12.2 Kosten van wassen, poetsen en stalling zijn voor rekening van de werknemer.
12.3 De overige exploitatiekosten zijn voor rekening van werkgever. Een lager leasebedrag dan toegestaan geeft geen recht op restitutie.
UArtikel 13.U UVerzekering en schadeU
13.1 De leasewagen is all-risk verzekerd. (Op de lease-auto is ongevallen-
/inzittendenverzekering van toepassing).
13.2 Alle schadegevallen dienen telefonisch aan (werkgever of leasemaatschappij) gemeld te worden alsmede binnen 24 uur na het ontstaan van de schade schriftelijk aan (werkgever of leasemaatschappij) gemeld te worden door een door de werknemer volledig ingevuld schadeformulier.
13.3 Voor elke niet-verhaalbare cascoschade geldt een eigen risico van € 225,-- (naar keuze);
→ Het eigen risico is tot een maximum van €... per kalenderjaar voor rekening van werkgever. Daarboven komt elk bedrag voor rekening van de gebruiker.
→ Het eigen risico komt voor rekening van de werkgever.
UArtikel 14.U UInformatieplichtU
14.1 Werknemer is verplicht werkgever onmiddellijk in te lichten over:
A. Schade die door eigen schuld of schuld van derden aan de auto is toegebracht;
B. Diefstal van de auto;
C. Inbeslagneming van de auto.
UArtikel 15.U UAansprakelijkheid en vrijwaring
Werknemer is jegens werkgever aansprakelijk voor en verklaart deze voor zover nodig te vrijwaren van:
x. xx xxxxxx waarvoor werkgever op grond van de desbetreffende lease overeenkomst aansprakelijk mocht zijn inclusief herstelkosten van de niet door de verzekeraar gedekte schade aan de lease-auto;
b. alle schade waarvoor werkgever ingevolge artikel 185 van Wegenverkeerswet aansprakelijk mocht zijn.
UArtikel 16U UWijzigingenU
De werkgever behoudt zich het recht voor de autoregeling c.q. het autoregelement te wijzigen. Deze wijzigingen zullen voor de werknemer van kracht zijn bij het ingaan van een nieuw contract.
Met ingang van deze autoregeling vervallen de voorgaande autoregelingen.
UArtikel 17U UGeldigheidU
De werknemer kan uitsluitend aan deze autoregeling deelnemen indien hij/zij akkoord gaat met alle artikelen in dit reglement. De werknemer gaat akkoord met dit reglement indien hij/zij de berijdersovereenkomst ondertekend heeft.
UArtikel 18U UForfaitaire bijtellingU
De werknemer dient voor het privé gebruik van de auto forfaitair bedrag, thans zijnde 20- 24% over de catalogusprijs inclusief opties bij zijn/haar inkomen op te tellen. Alle hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de werknemer. Wijzigingen van de forfaitaire bepalingen zullen nimmer verhaalbaar zijn op de werkgever.