Contract
1 Op 14 maart 2009,
2 verschenen voor ons, Meester Xxxxxx XXXXXXXXXXX, notaris te Brussel en Meester
3 Xxx XXXXXXXXX, geassocieerd notaris te Oostende:
4 enerzijds:
5 1) de xxxx Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxx XXXXX (rijksregisternummer 58.11.15-173.97)
6 handelaar, geboren te Elsene op 15 november 1958, echtgescheiden en niet hertrouwd,
7 zonder gekende afstammelingen, Belg, gedomicilieerd en verblijvende te Xxxxxxx,
0 Xxxxx Xxxxx, 00.
9 Die uitdrukkelijk instemt met de vermelding van zijn rijksregisternummer.
10 AANSTAANDE ECHTGENOOT
11 2) de heer XXXXXX Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx (rijksregisternummer 91.03.15-150.17)
12 geboren te Charleroi op 17 maart 1991, ongehuwd, zonder gekende afstammelingen,
13 gedomicilieerd en wonende te Bergen, Ongerustheidweg, 22.
14 AANSTAANDE ECHTGENOOT
15 die met het oog op hun voorgenomen huwelijk als volgt hun huwelijksvoorwaarden
16 zijn overeengekomen:
17 ARTIKEL 1.
18 de aanstaande echtgenoten nemen het stelsel van scheiding van goederen met
19 vennootschap van aanwinsten aan.
20 De artikelen 1432 tot 1434 van het Burgerlijk Wetboek zijn niet van toepassing op dit
21 contract.
22 Het hoofdstelsel is dit van scheiding van goederen overeenkomstig artikel 1470 tot
23 1474 van het Burgerlijk Wetboek, iedere echtgenoot behoudt de goederen die hij thans
24 bezit en die hij later tijdens het huwelijk verwerft, persoonlijk of in onverdeeldheid
25 met de andere echtgenoot, uitgezonderd de goederen die verworven worden voor
26 rekening van de hierna bepaalde vennootschap van aanwinsten. Iedere echtgenoot zal
27 alleen zijn inkomsten ontvangen en ze bij voorkeur besteden als bijdrage tot de lasten
28 van het huwelijk.
29 ARTIKEL 2. TOEVOEGING VAN EEN VENNOOTSCHAP VAN AANWINSTEN
30 De aanstaande echtgenoten vormen onder elkaar een vennootschap van aanwinsten die
31 uitsluitend zal bestaan uit het navolgend onroerend goed en het eraan verbonden
32 passief.
33 INBRENG IN DE VENNOOTSCHAP VAN AANWINSTEN:
34 de heer XXXXX Xxxxx doet inbreng in de vennootschap van aanwinsten, voor vrij,
35 zuiver en onbelast van hypotheken, voorrechten of welke inschrijvingen ook, onder
36 uitzondering van hetgeen volgt: een woonhuis met alle aanhorigheden op en met
37 grond, gelegen te BRUGGE, Xxxxx Xxxxxx, 0, op het kadaster gekend, Brugge, eerste
38 afdeling, nummer 342/Z/4, met een oppervlakte volgens meting van negenennegentig
39 vierkante meter, zoals afgebeeld op het metingplan opgemaakt door landmeter Xxxxxxx
40 Poiret, te Jabbeke op 13 maart 2006.
41 Hierna ook genoemd ‘het goed’.
42 OORSPRONG VAN EIGENDOM:
43 Voormeld goed hoort de inbrengende aanstaande echtgenoot toe om het te hebben
44 verkregen blijkens een akte van schenking onder levenden, bij vooruitgift en buiten
45 aandeel, als voorschot op de nalatenschap en met vrijstelling van inkorting in natura
46 van zijn vader, de heer Xxxxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx, niet hertrouwde weduwnaar van
47 mevrouw Xxx Xxxxx, te Elsene, verleden voor notaris Xxx Xxxxxxx te Veurne op 20
48 januari 1997.
49 Partijen stellen zich met deze eigendomsoorsprong tevreden en kunnen geen andere
50 titel vorderen dan een uitgifte van deze akte.
51 VOORWAARDEN VAN DE INBRENG:
52 1. de inbreng in de vennootschap van aanwinsten is gedaan zonder waarborg over de
53 staat van het ingebrachte goed, noch over de uitgedrukte oppervlakte en met alle lasten
54 en erfdienstbaarheden die erop zouden rusten.
55 2. Het ingebrachte goed is bezwaard met een door de heer Xxxxx Xxxxx bij de Fortexia
56 Bank te Brussel, Bergstraat, 30, aangegane hypothecaire schuld, zoals blijkt uit een
57 akte verleden voor notaris Xxxxxxx te Veurne, voornoemd, op 20 januari 1997,
58 waarvoor inschrijving werd genomen op het hypotheekkantoor te Brugge, 1, op 6
59 februari daarna, boek 4934, nummer 10.
60 De schuld werd aangegaan voor een initieel bedrag van honderdduizend euro in
61 hoofdsom en tienduizend euro voor toebehoren, voor een duur van twintig jaar en het
62 nog verschuldigd saldo van de hoofdsom bedraagt op 2 maart 2009 de som van
63 zestigduizend euro.
64 De andere aanstaande echtgenoot erkent ingelicht te zijn over alle bedingen en
65 voorwaarden vermeld in de aankoopakte en van de leningsakte.
66 3. Partijen nemen samen en solidair de terugbetaling van het saldo van de lening in
67 hoofdsom en intresten en toebehoren voor hun rekening en zullen samen alle lasten
68 aan het goed verbonden dragen en betalen vanaf de datum van het huwelijk.
69 4. De inbrengende aanstaande echtgenoot verzaakt aan de toepassing van artikel 1455
70 Burgerlijk Wetboek en aan elke mogelijkheid van voorafname naar aanleiding van een
71 latere verdeling.
72 ARTIKEL 3: BIJDRAGEN TOT DE LASTEN VAN HET HUWELIJK
73 De echtgenoten dragen bij tot de lasten van het huwelijk zowel als tot de financiële
74 noden van de vennootschap van aanwinsten naar gelang hun intenties. Ze worden
75 geacht hun bijdrage dag aan dag te hebben geleverd zonder aan enige rekening
76 tegenover elkaar noch aan enige kwijting onderworpen te zijn.
77 ARTIKEL 4: BEWIJS VAN EIGENDOM
78 Overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek betreffende de
79 bewijsvoering bij stelsel van scheiding van goederen, kan het bewijs van eigendom
80 van tijdens het huwelijk verkregen goederen met alle middelen van recht geleverd
81 worden.
82 ARTIKEL 5: HET PERSOONLIJK VERMOGEN VAN DE ECHTGENOTEN
83 De notaris heeft partijen gewezen op het belang van de opgave van hun persoonlijke
84 bezittingen. De aanstaande echtgenoten verklaren te dien einde geen lijst van hun
85 persoonlijke bezittingen en van de goederen bestemd tot de uitoefening van hun beroep
86 aan deze akte te willen toevoegen.
87 ARTIKEL 6: VERMOEDENS
88 Zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid het tegendeel te bewijzen overeenkomstig
89 de bepalingen van alinea 2 en 3 van artikel 1399 Burgerlijk Wetboek, is
90 overeengekomen dat:
91 1. kleding, linnen, juwelen en alle andere voorwerpen tot persoonlijk gebruik van een
92 van de echtgenoten, met inbegrip van deze bestemd voor de uitoefening van een
93 beroep, worden steeds vermoed te behoren aan de echtgenoot tot wiens gebruik ze zijn
94 bestemd of die het gebruik aanwijst.
95 2. meubelen en voorwerpen bestemd tot het gezamenlijk gebruik van de echtgenoten
96 en die zich in hun gezamenlijke woonplaats bevinden, zullen, evenals de waarden aan
97 toonder en de contanten die zich in hun gezamenlijke woonplaats of zich in een van
98 hun verblijfplaatsen bevinden, geacht worden in onverdeeldheid aan de echtgenoten
99 toe te behoren, ieder voor de helft.
100 3. Waarden op naam, depots, schuldvorderingen en andere rekeningen worden geacht
101 toe te behoren aan die echtgenoot die er titularis van is. Dezelfde waarden, depots,
102 vorderingen en rekeningen ingeschreven op naam van beide echtgenoten worden
103 geacht toe te behoren aan de vennootschap van aanwinsten.
104 4. Roerende goederen en waarden die zich in een gehuurde brandkast bevinden,
105 worden geacht toe te behoren aan de echtgenoot huurder van de brandkast.
106 5. Roerende goederen en waarden waarvan het exclusief eigendom in hoofde van een
107 van de echtgenoten niet wordt aangetoond, worden geacht toe te behoren aan beide
108 echtgenoten in onverdeeldheid, ieder voor de helft.
109 6. Behoudens geschreven en door beide echtgenoten ondertekende overeenkomst
110 zullen alle betalingen, in kapitaal of intrest, door een van de echtgenoten gedaan voor
111 de verwerving, de verbetering en het onderhoud van het onroerend goed behorende tot
112 de vennootschap van aanwinsten, geacht worden gedaan te zijn als bijdrage in de
113 lasten van het huwelijk.
114 ARTTIKEL 7: Rekening tussen echtgenoten
115 De echtgenoten kunnen onder elkaar alle rekeningen maken en contracten sluiten
116 behoudens de wettelijke beperkingen. Bij gebrek aan schriftelijk rekeningen tussen
117 echtgenoten worden de echtgenoten geacht dag na dag hun onderlinge rekeningen
118 zowel als de rekeningen tussen hen en de vennootschap van aanwinsten te hebben
119 gemaakt.
120 De vaststelling van de rechten van iedere echtgenoot in een verwerving voor rekening
121 van de vennootschap van aanwinsten wordt geacht gedaan te zijn ter gelegenheid van
122 de rekening tussen echtgenoten over hun bijdrage tot de lasten van het huwelijk.
123 ARTIKEL 8: SCHULDEN
124 De echtgenoten zullen niet gehouden zijn tot elkaars schulden, noch de een door
125 schulden die de ander heeft aangegaan ten behoeve van het huishouden, uitgezonderd
126 de niet overdreven schulden aangegaan voor de opvoeding van kinderen, zoals bepaald
127 in artikel 222 van het Burgerlijk Wetboek.
128 Betaling van een schuld aangegaan door een van de echtgenoten kan slechts vervolgd
129 worden op zijn vermogen en zijn inkomsten.
130 Een vordering tot betaling kan derhalve slechts tot beloop van de helft van het actief
131 gesteld worden tegen de vennootschap van aanwinsten.
132 Schulden door beide echtgenoten samen aangegaan worden geacht gezamenlijke
133 schulden te zijn en ze zullen er elk voor de helft toe gehouden zijn.
134 De vennootschap van aanwinsten zal maar instaan voor de geheelheid van
135 verbintenissen die door de beide echtgenoten zijn aangegaan.
136 ARTIKEL 9: Bestuur van de goederen:
137 Iedere echtgenoot bestuurt zijn goederen alleen en kan er vrij over beschikken, onder
138 voorbehoud van de dwingende bepalingen van artikel 215 (de bescherming van de
139 gezinswoning en de huisraad), artikel 220 (onmogelijkheid zijn wil te kennen te
140 geven), artikel 221 (gebrek aan bijdrage tot de lasten van het huwelijk), artikel 223
141 (dringende voorlopige maatregelen in geval van grovelijk plichtverzuim door een van
142 de echtgenoten) en artikel 224 (handelingen door een der echtgenoten die de belangen
143 van het gezin in gevaar brengen).
144 De vennootschap van aanwinsten zal door de beide echtgenoten samen worden
145 bestuurd. Iedere echtgenoot kan nochtans alleen daden van bewaring en van voorlopig
146 bestuur stellen.
147 ARTIKEL 10: Ontbinding van de vennootschap van aanwinsten:
148 De vennootschap van aanwinsten maakt geïntegreerd deel uit van het stelsel van
149 scheiding van goederen. Derhalve kan de vennootschap enkel door overlijden van een
150 van de echtgenoten, door echtscheiding en door feitelijke scheiding, door de
151 gerechtelijke scheiding van goederen overeenkomstig de artikel 1470 tot 1474 van het
152 Burgerlijk Wetboek of door een conventionele wijziging van het huwelijksvermogens-
153 stelsel ontbonden worden.
154 Voor de ontbinding van het stelsel kan zij in geen geval het voorwerp uitmaken van
155 een vraag tot verdeling op grond van artikel 1469 Burgerlijk Wetboek.
156 ARTIKEL 11: Vereffening en verdeling van de vennootschap van
157 AANWINSTEN:
158 De vereffening en verdeling van de vennootschap van aanwinsten zal, zoals het
159 gemeenschappelijk vermogen bij het wettelijk stelsel, overeenkomstig artikelen 1445
160 tot 1450 van het Burgerlijk Wetboek – betreffende de verdeling bij helften, de
161 toewijzing bij voorrang en de vorderingen tussen echtgenoten – en 1457 tot 1465 van
162 het Burgerlijk Wetboek - houdende de afwijkingen op de gelijke verdeling- gebeuren.
163 Zoals wettelijk bepaald zijn de regels van vergoeding van toepassing op de
164 vennootschap van aanwinsten.
165 ARTIKEL 12: Toewijzing van de vennootschap van aanwinsten aan de
166 LANGSTLEVENDE:
167 De aanstaande echtgenoten komen overeen dat bij ontbinding van het stelsel door
168 overlijden van een van hen en op voorwaarde dat op het ogenblik van overlijden geen
169 vordering tot het bekomen van een gescheiden verblijf werd ingeleid, de goederen van
170 de vennootschap van aanwinsten aan de langstlevende echtgenoot zullen toekomen,
171 ongeacht of er al dan niet afstammelingen uit het huwelijk zijn.
172 ARTIKEL 13: toepassing van het Belgisch Recht
173 Zonder afbreuk te doen aan de regels van dwingend recht verklaren de aanstaande
174 echtgenoten hun huwelijksvermogensstelsel te onderwerpen aan Belgisch Recht.
175 Zij sluiten nochtans de toepassing van de artikel 215 tot 224 van het Burgerlijk
176 Wetboek uit.
177 Ze erkennen van de notaris de tekst van deze artikelen uit het Wetboek alsook van de
178 andere in deze akte vermelde artikelen uit de Wet te hebben ontvangen en dat hen werd
179 gewezen op de toepassing van deze artikelen op het door hen aangenomen stelsel.
180 De aanstaande echtgenoten erkennen erop gewezen te zijn dat bij verplaatsing van hun
181 verblijfplaats naar het buitenland het aangewezen is de bepalingen van hun
182 huwelijkscontract te laten toetsen aan de wetgeving van het land van hun nieuwe
183 verblijfplaats.
184 ARTIKEL 14: DIVERSE BEPALINGEN
185 mededeling aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand:
186 De notaris overhandigt aan de aanstaande echtgenoten een attest waarin het bestaan
187 van dit contract en het aangenomen stelsel wordt meegedeeld. Na voltrekking van het
188 huwelijk dienen de aanstaande echtgenoten dit attest aan de bevoegde ambtenaar te
189 overhandigen.
190 VERKLARINGEN:
191 De aanstaande echtgenoten verklaren tussen hen geen andere huwelijkscontracten voor
192 deze te hebben gesloten.
193 Ze verklaren geen handelsactiviteiten uit te oefenen en noch de een, noch de ander
194 houder te zijn van een handelsregisternummer.
195 Bewijs van identiteit
196 Ondergetekende notaris bevestigt de identiteit van de partijen, hem bekend, aan de
197 hand van, voor de comparant sub 1. zijn rijbewijs, voor de comparant sub 2. zijn
198 identiteitskaart.
199 Bewijs van Burgerlijke Stand
200 Ondergetekende notaris bevestigt de juistheid van de gegevens van de burgerlijke
201 stand aan de hand van de door de wet voorgeschreven stukken, hem vertoond.
202 Xxxxx xxx xxxxxx
203 Voor uitvoering van deze akte doen partijen keuze van woonst in hun respectieve
204 woonplaats.
205 WAARVAN AKTE
206 werd opgemaakt en verleden, op datum als voormeld.
207 Na voorlezing en toelichting hebben de partijen met ons, notarissen, getekend.