INHOUD
Specifieke Bepalingen Inline-skaten 2014
INHOUD
Reglement Bestuur en Organisatie van de Sectie Inline-skaten 3
Artikel 801 Doel en werkingsgebied van de Sectie Inline-skaten 3
Artikel 802 Het Sectiebestuur Inline-skaten 3
Artikel 803 De onderlinge verdeling van taken en verantwoordelijkheden 4
Artikel 805 De Regionale Technische Commissie Inline-skaten 5
Artikel 810 Onderwerp van dit reglement 7
Artikel 811 Kleding en uitrusting 8
Artikel 812 Soorten wedstrijden 9
Artikel 813 Wedstrijdaccommodaties 14
Artikel 815 Deelname en inschrijving 18
Artikel 816 Promotie, degradatie, dispensatie 21
Artikel 819 Aankomst en uitslag 24
Artikel 820 Premiesprint en puntentelling 26
Artikel 821 Maatregelen en sancties 28
Artikel 822 Nederlandse Kampioenschappen 32
Artikel 830 Algemene bepalingen 37
Artikel 831 Aanstellen jury 37
Artikel 832 Aantal benodigde gelicentieerde juryleden 37
Artikel 833 Opleiding en diplomering 38
Artikel 837 Disciplinaire maatregelen 39
Artikel 838 Beroepsprocedure 39
Artikel 839 Lijst van inzetbare juryleden 40
Artikel 841 Taken en bevoegdheden van de hoofdscheidsrechter (chief referee) 40
Artikel 842 Taken en bevoegdheden van de Jurysecretaris (jury secretary) 41
Artikel 843 Taken en bevoegdheden van de Starter (starting judge) 41
Artikel 844 Taken en bevoegdheden van het Parcoursjurylid (courses judge) 41
Artikel 845 Taken en bevoegdheden van de Aankomstrechter (finish judge) 42
Artikel 846 Taken en bevoegdheden van de Rondenteller (lap scorer judge) 42
Artikel 847 Taken en bevoegdheden van de Hulpstarter 42
Artikel 848 Taken en bevoegdheden van de Tijdwaarnemers 42
Reglement Bestuur en Organisatie van de Sectie Inline-skaten
Artikel 801
Doel en werkingsgebied van de Sectie Inline-skaten
1. Overeenkomstig de statuten van de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Xxxx, hierna te noemen KNSB of Bond, is het sectiebestuur Inline-skaten, hierna te noemen Sectiebestuur, een orgaan van de KNSB.
2. De Sectie heeft overeenkomstig de statuten de volgende taken:
a. Het jaarlijks opstellen van een activiteitenplan met bijbehorende begroting, zulks met inachtneming van de meerjarenraming en het meerjarenbeleidsplan van de bond en het uiterlijk op 1 november voorleggen daarvan aan het Algemeen Bestuur van de bond;
b. Het opstellen van de wedstrijdkalender voor regionale wedstrijden geschiedt door het sectiebestuur in afstemming met de GTC’s en het bondsbureau op basis van de nationale kalender.
c. Het opstellen van de wedstrijdkalender voor nationale wedstrijden inclusief NK’s geschiedt door het bondsbureau in afstemming met de sectie Inline-skaten en de commissie Topsport;
d. Het benoemen op voordracht van de jurycommissie van scheidsrechters, assistent - scheidsrechters, aankomstrechter, speaker en systeembeheerder bij nationale wedstrijden.
d. Het aanwijzen van deelnemers aan nationale kampioenschappen volgens een door het Sectiebestuur op te stellen selectieprocedure in afstemming met het bondsbureau en de commissie Topsport.
e. Het verrichten van al hetgeen redelijkerwijs in het belang van de sectie kan worden geacht.
3. Tot de organen van de Sectie behoren:
a. het Sectiebestuur
b. Technische Commissie Baan/Weg
c. Technische Commissie Marathon
d. Jurycommissie
4. In bijzondere gevallen kan het sectiebestuur besluiten af te wijken van dit reglement; in de gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het sectiebestuur.
Artikel 802
Het Sectiebestuur Inline-skaten
1. Het Sectiebestuur Inline-skaten bestaat uit een oneven aantal van tenminste 5 en maximaal 7 leden. De leden van het sectiebestuur worden gekozen door de GTC’s en door het Algemeen Bestuur benoemd voor een periode van drie jaar en zijn daarna slechts tweemaal direct herbenoembaar. De Voorzitter wordt in functie benoemd.
2. Het sectiebestuur zal er voor waken dat zelfs niet de schijn van ongewenste vermenging van belangen van een bestuurder of official kan ontstaan.
3. Jaarlijks treedt een aantal bestuursleden af volgens een door het sectiebestuur opgemaakt rooster. Wie in een vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger.
4. Het Sectiebestuur vergadert tenminste 4 maal per jaar en voorts telkens wanneer de voorzitter dan wel twee leden van het Sectiebestuur zulks wenselijk achten. Indien de voorzitter in gebreke blijft bij het indienen van het verzoek als hiervoor bedoeld, een vergadering te beleggen, hebben de verzoekers zelf het recht een vergadering te beleggen, welke bij afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter zelf in haar leiding kan voorzien.
5. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering wordt door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon, een verslag gemaakt dat door de daarop volgende bestuursvergadering wordt vastgesteld en goedgekeurd en ten bewijze daarvan ondertekend door de voorzitter en secretaris.
6. De leden van het Sectiebestuur zijn niet bevoegd zich door een gevolmachtigde ter vergadering te doen vertegenwoordigen.
7. De besluiten van het sectiebestuur worden genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen, beslist de voorzitter.
Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen, indien ten minste de helft van het aantal stemhebbende leden aan de stemming heeft deelgenomen. Het Sectiebestuur is echter bevoegd, ongeacht het aantal aanwezige leden een besluit te nemen, indien dat besluit niet ter vorige vergadering kon worden genomen omdat niet minimaal de helft van de zitting hebbende leden aanwezig was.
8. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt zo nodig het te nemen besluit, indien mogelijk tijdens de vergadering of anders in de eerstvolgende vergadering, schriftelijk voorgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
9. Besluiten kunnen ook buiten vergadering worden genomen, mits alle leden zich schriftelijk - waaronder begrepen per e-mail - omtrent het voorstel hebben geuit en het besluit met algemene stemmen wordt aangenomen.
Artikel 803
De onderlinge verdeling van taken en verantwoordelijkheden door het Sectiebestuur
1. Het Sectiebestuur is als geheel verantwoordelijk voor de uitvoering van alle aan het sectiebestuur toevertrouwde taken en is als geheel verantwoordelijk voor de door het sectiebestuur genomen besluiten.
2. De leden van het sectiebestuur verdelen onderling, met inachtneming van het verder in dit artikel gestelde, de eerste verantwoordelijkheid voor een bepaalde taak en de terreinen van specifieke aandacht.
De voorzitter is als eerste verantwoordelijk voor de leiding en de structuur van de Sectie Inline-skaten; hij geeft leiding aan alle vergaderingen van het Sectiebestuur en vertegenwoordigt het sectiebestuur naar buiten.
3. De secretaris is bij afwezigheid van de voorzitter de eerst aangewezene om de taken en verantwoordelijkheden van de voorzitter over te nemen.
4. De secretaris is als eerste verantwoordelijk voor de vastlegging en ordening van de beleidsdocumenten en voor het vastleggen van de genomen besluiten, de gemaakte afspraken, het samenstellen van de agenda voor de vergaderingen, het samenstellen van het jaarverslag, het ondertekenen van de correspondentie namens het sectiebestuur.
5. Tot de eerste verantwoordelijkheid van de budgetbewaker behoort het opstellen van de jaarlijkse begroting aan de hand van het gezamenlijk vastgestelde beleid, het beoordelen van declaraties en nota's welke ten laste komen van het budget van de sectie alsmede het bewaken van het budget en het opstellen van de jaarrekening van de sectie.
6. Naast voorzitter, secretaris en budgetbewaker, zal er ook een coördinator baan/weg, een coördinator marathon en een coördinator jury benoemd worden binnen het sectiebestuur.
Artikel 804
Dit artikel is vervallen
Artikel 805
De Technische Commissies Inline-skaten
1. Op verzoek van het Sectiebestuur wordt per gewest een GTC Inline-skaten benoemd, die in het bijzonder de relatie onderhouden met de landelijke coördinatoren van het sectiebestuur t.a.v. de toewijzing en organisatie van regionale wedstrijden baan/weg en marathon.
2. Het sectiebestuur informeert tenminste tweemaal per seizoen de GTC vertegenwoordigers middels een voor- en najaarsvergadering, onder leiding van de voorzitter van het sectiebestuur. Deze vinden plaats vóór de aanvang van het nieuwe seizoen en na afloop van de competitie.
Vaste onderwerpen die tijdens de voorjaarsvergadering aan de orde komen zijn:
a. het beleidsplan, waaronder begrepen de begroting, het voorgenomen beleid en het prijzenschema voor het komende seizoen;
b. de nationale wedstrijdkalender voor het komende seizoen;
c. de regels van promotie en degradatie die zullen worden toegepast na afloop van het seizoen voor zover deze afwijken van het gestelde in het wedstrijdreglement.
In de najaarsvergadering evalueert het sectiebestuur met de GTC’s over het gevoerde beleid, activiteiten, wedstrijdreglement van het afgelopen seizoen en schetst door middel van een conceptbeleidsplan een beeld van het te voeren beleid en activiteiten voor het volgende seizoen.
Artikel 806
Jurycommissie
1. In de voorjaarsvergadering van het Sectiebestuur met de Juryleden wordt op voordracht van het Sectiebestuur een Jurycommissie van minstens drie personen benoemd, met een sectiebestuurslid als voorzitter.
2. Tot de taken van de jurycommissie behoren:
a. het adviseren van het Sectiebestuur en het Bondsbureau over:
i. wijzigingen van het Wedstrijdreglement;
ii. het rooster van aanstelling van de benodigde juryleden voor alle regionale, nationale en internationale wedstrijden die onder auspiciën van de KNSB vallen;
iii. de kwaliteit van het jurywerk borgen, inclusief de inzet van apparatuur;
iv. opleidingsbehoefte vaststellen van juryleden, deze bewaken en afstemmen met de afdeling opleidingen van het bondsbureau;
v. de continuïteit en toekomst van het jurycorps borgen en het nemen van acties hiervoor;
b. het ontvangen en beoordelen van juryrapporten van de wedstrijden en waar nodig contact opnemen met de eventcoördinator Inline-skaten, die de juryrapporten altijd ontvangt.
c. het verstrekken van uitleg aan juryleden van wedstrijdreglementen en wedstrijdformules.
d. het beoordelen van juryleden
e. het evalueren met alle individuele juryleden in een jaargesprek
f. het begeleiden van het Sectiebestuur Inline-skaten bij de tuchtcommissie.
g. het coördineren van systeembeheer, transponders en verwerking van gegevens van de nationale wedstrijden.
h. het toezicht houden op het naleven van de gedragscode.
i. tot verantwoordelijkheid van de jurycommissie behoort het gevraagd en ongevraagd adviseren van het sectiebestuur over ontwikkelingen op vorenstaand gebied zoals
bijvoorbeeld wijzigingen in het wedstrijdreglement en de begrippenlijst op de uitvoerbaarheid.
De navolgende bepalingen gelden als aanvulling op de Algemene Bepalingen voor wedstrijden in het hardrijden, kunstrijden en schoonrijden en inline-skaten van de KNSB, en hebben betrekking op nationale wedstrijden, gewestelijke wedstrijden, regionale wedstrijden, en clubwedstrijden.
Artikel 810
Onderwerp van dit reglement
a. Dit reglement behandelt de wedstrijdtechnische zaken van het Sectiebestuur Inline- skaten, alsmede de regels geldend voor alle Inline-skatewedstrijden in Nederland die onder auspiciën van de KNSB door een lid van de KNSB worden georganiseerd.
b. Naast deze Specifieke Bepalingen kunnen aanvullende regels en voorwaarden van kracht zijn. Gedurende het seizoen kunnen in dringende gevallen aanvullingen of wijzigingen op dit reglement plaatsvinden. Deze zullen worden gepubliceerd op de officiële site en dienen op de eerstvolgende Ledenraad ter goedkeuring te worden voorgelegd.
c. Het reglement omtrent bestuur en organisatie van het Sectiebestuur Inline-skaten is hiervoor ondergebracht in artikel 801 t/m 806.
d. Onder Inline-skatewedstrijden worden in dit reglement verstaan:
Inline-skatewedstrijd: Onder een (Inline-skate)wedstrijd wordt één bepaalde wedstrijd verstaan over een vaste afstand of tijd voor één of meer categorieën. Eventueel kunnen meerdere wedstrijden samen tegelijkertijd op hetzelfde parcours plaatsvinden, zowel met een gezamenlijke start als met enig tijdsverschil.
Inline-skate-evenement: Onder een (Inline-skate)evenement wordt een samenhangend geheel van een of meer wedstrijden op één of meer parcoursen verstaan, die binnen een bepaald tijdvak worden verreden. Een evenement wordt georganiseerd door een (evenement- of wedstrijd-) organisatie.
Inline-skatecompetitie: Een bepaald aantal wedstrijden (meestal over een langere periode) kan worden samengevoegd tot een competitie. De coördinatie van landelijke competities ligt bij het bondsbureau. De coördinatie en organisatie van regionale competities wordt bij Gewestelijke Technische Commissies GTC’s ondergebracht.
e. Definities:
Parcours: de af te leggen weg bij een Inline-skatewedstrijd; hier zijn de wedstrijdtechnische regels van toepassing en heeft de hoofdscheidsrechter zeggenschap.
Wedstrijdaccommodatie: omvat alle faciliteiten die nodig zijn voor het organiseren van een Inline-skatewedstrijd op een bepaalde locatie. Zeggenschap ligt bij het organisatiecomité, zijnde de eigenaar of huurder van de accommodatie
f. De regels zoals die in dit reglement zijn beschreven, gelden voor de organisatie van alle Inline-skatewedstrijden. Voor landelijke baancompetities en/of marathoncompetities worden aanvullende bepalingen opgesteld onder andere over prijzengeldverdeling,. Daarnaast bestaat er voor regionale competities de mogelijkheid om op bepaalde aspecten af te wijken. De punten waarop afgeweken kan worden zijn beschreven in bijlage 1 Aanvullende sporttechnische bepalingen voor regionale/gewestelijke wedstrijden Inline-skaten.
g. De bepaling en vaststelling van de wedstrijdformule voor alle wedstrijden, competities en meerdaagse wedstrijden behoren tot de bevoegdheid van de Directeur Sport en het Sectiebestuur Inline-skaten. De wedstrijdformule zal worden vermeld in de officiële wedstrijdkalender en de Inline- skaten Info van de KNSB.
h. Aan een Inline-skatewedstrijd, -evenement of competitie kan de naam van een sponsor worden verbonden in afstemming met de sectie Inline-skaten en de directeur Sport.
i. In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist in wedstrijdtechnische aangelegenheden de hoofdscheidsrechter waar mogelijk op basis van het Europese reglement en in alle andere gevallen de Directeur Sport in samenspraak met het Sectiebestuur Inline-skaten.
j. Waar in dit reglement wordt gesproken over de officiële site wordt xxxxxxxxx.xx of xxxx.xx bedoeld.
Artikel 811
Kleding en uitrusting
1. Kleding
a. Deelnemers aan Inline-skatewedstrijden dienen passende en fatsoenlijke sportkleding te dragen, bij voorkeur een Inline-skatepak. Teksten en sponsoruitingen mogen de gangbare fatsoensnormen niet overschrijden en niet provocerend zijn. Fluorescerende kleding, teksten of afbeeldingen zijn niet toegestaan.
b. Kleuren en vormgeving van kampioenspakken (NK, EK en WK) zijn strikt voorbehouden aan de huidige kampioenen. De kleuren en vormgeving van het nationale tenue zijn voorbehouden aan de leden van de nationale selecties, die dit alleen op aangeven van de KNSB mogen en moeten dragen.
c. Op de kleding mogen een of meerdere reclame- of sponsoruitingen worden aangebracht.
d. Indien van toepassing ontvangt de leider van een klassement een leiderspak. Hij/zij dient dit tijdens de betreffende wedstrijd te dragen. Reclame-uitingen die de betreffende rijder normaal op zijn/haar pak draagt, mogen ook op het leiderspak worden aangebracht, maar op kosten van de sponsor(en) en niet op de plaats van de rug- en beennummers.
2. Uitrusting
a. Het dragen van een deugdelijke met keurmerk (EN-1078) (fietshelm, skatehelm; geen skihelm) en goedbevestigde helm is verplicht ten tijde dat een rijder zich met Inline- skates op het wedstrijdparcours bevindt. Het is niet toegestaan met de helm in de hand of met de helm niet vastgeklikt/gegespt op het hoofd zich op het parcours te begeven.
b. In een individuele tijdrit is het toegestaan om met een goedgekeurde tijdrithelm te rijden.
c. Het wordt geadviseerd tijdens de wedstrijd voldoende beschermende materialen te dragen elleboogbeschermers, kniebeschermers en een (ook voor anderen) veilige en goedbevestigde bril.
d. Het is de deelnemers uitdrukkelijk niet toegestaan voorwerpen te dragen, waarbij van tevoren ingeschat kan worden dat daardoor bij een ongeval een verhoogd risico op schade of letsel ontstaat. Denk hierbij aan zeer grote horloges, wenkbrauwpiercings, grote oorbellen, ‘buitenboord beugel’ en harde pols- en/of elleboogbeschermers.
e. Het is rijders tijdens de KNSB-Inline-skatewedstrijden verboden gebruik te maken van elektronische, elektrische hulp-, controle- of communicatiemiddelen.
f. Een Inline-skate mag maximaal 6 wielen bevatten.
g. De maximale wieldoorsnede is voor:
Masters, Senioren, Junioren A en Junioren B 110 mm Kadetten en Pupillen 1 100 mm
Pupillen 2,3 en 4 90 mm.
h. De maximale lengte van een Inline-skate (inclusief wielen) mag 50 cm bedragen. Een rem is niet toegestaan. Zogenaamde klapskates en Inline-skates met hydraulische demping zijn wel toegestaan.
2. Nummers en transponder
a. In alle nationale c.q. landelijke en regionale (competitie) wedstrijden wordt ter identificatie gebruik gemaakt van de drie vaste KNSB-nummers en de persoonlijke AMB-transponder.
Nummers
b. De deelnemers dienen ter identificatie van nationale, landelijke en regionale (competitie)wedstrijden drie vaste nummers te dragen en wel:
1. op de rug (midden van de rug; onder de schouderbladen/mouwaanzet; zie bijlage 2 voor toelichting)
2. aan de buitenzijde van het linker bovenbeen
3. aan de buitenzijde van het rechter bovenbeen
c. De afmeting zijn vastgesteld op: rugnummer senioren: 25 x 25 cm rugnummer jeugd: 20 x 20 cm beennummer: 12,5 x 12,5 cm
d. De nummers worden beschikbaar gesteld door de KNSB of mogen zelf rechtstreeks worden aangebracht op het wedstrijdpak conform KNSB richtlijnen. Op de nummers kunnen door de KNSB een of meerdere sponsoruitingen zijn aangebracht.
e. Wijken de nummers af van de vereiste afmeting of is één van de nummers niet zichtbaar naar waarneming van de jury, dan volgt een gele kaart en bij iedere volgende wedstrijd een startverbod.
f. Vervangende nummers kunnen aangevraagd worden bij het bondsbureau.
g. Deelnemers die hun eigen nummerset vergeten zijn kunnen tegen betaling een nummerset huren bij de KNSB inschrijfpost.
Transponder
h. Elke licentiehouders is in het bezit te zijn van een goedwerkende op zijn/haar naam geregistreerde AMB-ProChip- transponder.
i. De transponderplicht geldt niet voor Pupillen 2, 3 en 4 in regionale wedstrijden.
j. De transponder dient rond een van de enkels te zijn bevestigd middels de daarvoor beschikbare enkelband.
k. Na aanschaf van een transponder moet het transpondernummer worden doorgegeven aan het bondsbureau, de ledenadministratie, zodat deze correct wordt opgenomen in de (wedstrijd)database. De database van de wedstrijddeelnemers is het referentiekader voor de registratie in de wedstrijd.
l. Bij elke wedstrijdaanmelding wordt het geregistreerde transpondernummer getoond. Op elke tekenlijst staat automatisch het geregistreerde transpondernummer bij de naam van de rijder.
m. Volgend uit f, per seizoen mag er slechts van 1 transponder gebruik worden gemaakt.
n. Deelname met een transponder van een andere KNSB-licentiehouder is niet toegestaan en leidt tot diskwalificatie van de rijder die niet zijn eigen geregistreerde transponder heeft gebruikt.
o. Deelnemers die de transponder vergeten zijn kunnen tegen betaling een transponder huren bij de KNSB inschrijfpost.
Artikel 812
Soorten wedstrijden
Alle soorten wedstrijden kunnen zowel op de baan als op de weg worden verreden, in competitieverband ook in combinaties van baan- en wegwedstrijden.
a. Tijdrit
Het gaat hier om wedstrijden tegen de klok, waarbij een onbeperkt aantal rijders individueel of als ploeg een afstand afleggen die van te voren is vastgelegd.
De beste acht, gaan door naar de finale, waarin gestart wordt in omgekeerde kwalificatievolgorde.
Het klassement zal worden opgesteld op basis van de tijd die door iedere rijder of ploeg is gezet.
b. Sprint: 500m
Deze wedstrijden worden op tijd gereden over een korte afstand (hoogstens 500 meter) en met een beperkt aantal deelnemers per serie (afhankelijk van de breedte van de baan).
Maximaal 5 deelnemers op een piste/baan; maximaal 6 deelnemers op een wegparcours. Afhankelijk van het aantal deelnemers en de breedte van de baan, bepaalt de hoofdscheidsrechter het aantal series en het kwalificatiesysteem.
De deelnemers worden één voor één naar de start geroepen en kunnen zelf hun startpositie kiezen.
Voor de kwart-, halve en finale kwalificeren zich de eerste twee van die serie/finale. Deze deelnemers worden in de kwartfinales indien nodig, aangevuld met de tijdsnelsten, tot een maximum van 16 deelnemers.
Bij de baanwedstrijden bestaat de wedstrijd uit vier onderdelen: series, kwart finales, halve finales en finale. Er gaan maximaal 16 deelnemers door naar de kwartfinales.
De finale wordt als een rit in lijn gereden met vier deelnemers.
Serie-indeling
De kwartfinales worden samengesteld op basis van het resultaat in de voorgaande ronde volgens het slangenmodel.
Eerste: Winnaar van de Serie van Serie 1 tot Serie 8 WS1 tot WS8 Vervolgens: 2e van de Serie1 tot serie 8 TS1 tot TS8
Volgende bij oproep start | Kwartfinale 1 | Kwartfinale 2 | Kwartfinale 3 | Kwartfinale 4 |
1e opgeroepen | Winnaar serie 1 | WS2 | WS3 | WS4 |
2e opgeroepen | XX0 | XX0 | WS6 | WS5 |
3e opgeroepen | 2e Serie 1 | TS2 | TS3 | TS4 |
4e opgeroepen | XX0 | XX0 | XX0 | XX0 |
c. Sprint: 1000m
Een sprintwedstrijd met maximaal drie rondes. Alleen de winnaars van de kwartfinale plaatsen zich direct voor de halve finale. De anders skaters worden gekwalificeerd op basis van de snelste tijd in de kwartfinale. In de finale, samengesteld met de winnaar van elke halve finale en aangevuld met de tijdsnelste verliezer(s), tot een totaal van 8 finalisten.
1. Samenstelling eerste ronde (kwartfinale) en kwalificatie-overzicht
Kwartfinales | Halve Finales | Finale | ||||||
Deelnemend | Series | Plaats | Tijd | Gekwalificeerden | Series | Plaats | Tijd | Gekwalificeerden |
8 skaters | 8 | |||||||
9 - 16 | 2 x 4-8 | 1 | 6 | |||||
17 - 24 | 3 x 5-8 | 1 | 5 | |||||
25 - 32 | 4 x 6-8 | 1 | 12 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 | |
33 -40 | 5 x 6-8 | 1 | 11 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 | |
41 - 48 | 6 x 6-8 | 1 | 10 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 | |
49 - 56 | 7 x 7-8 | 1 | 9 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 | |
57 - 64 | 8 x 7-8 | 1 | 8 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 | |
65 - 72 | 9 x 7-8 | 1 | 15 | 24 | 3 x 8 | 1 | 5 | |
73 - 80 | 10 x 7-8 | 1 | 14 | 24 | 3 x 8 | 1 | 5 |
81 - 88 | 11 x 7-8 | 1 | 13 | 24 | 3 x 8 | 1 | 5 | |
89 - 96 | 12 x 7-8 | 1 | 12 | 24 | 3 x 8 | 1 | 5 | |
97 - 104 | 13 x 7-8 | 1 | 11 | 24 | 3 x 8 | 1 | 5 | |
105 - 122 | 14 x 7-8 | 1 | 10 | 24 | 3 x 8 | 1 | 5 |
2. Serie-indeling
Series worden ingedeeld op basis van het resultaat van de vorige ronde en volgens het slangensysteem.
- Eerste: klassering volgens het systeem van de beste tijd winnaar (Winnaar Tijd): WT1, WT2,…
- Vervolgens: klassering volgens de tijd: Qualified Time: XX0, XX0, … Voorbeeld bij 25 tot 32 deelnemers.
Volgende bij oproep start | Halve finale 1 | Halve finale 2 |
1e opgeroepen | Winnaar tijd 1 | WT2 |
2e opgeroepen | WT4 | WT3 |
3e opgeroepen | Qualified Time 1 | QT2 |
4e opgeroepen | QT4 | QT3 |
5e opgeroepen | QT5 | QT6 |
6e opgeroepen | QT8 | QT7 |
7e opgeroepen | QT9 | QT10 |
8e opgeroepen | QT12 | QT11 |
d. Massastart
Het gaat hier om wedstrijden waaraan meerdere rijders tegelijkertijd kunnen deelnemen. Wanneer het aantal deelnemers te groot is met betrekking tot de afmeting van het parcours, kunnen er series/voorrondes worden vastgesteld, gevolgd door een finale.
e. Afvalkoers
Deze wedstrijd wordt gehouden door het afvallen van één of meer rijders die de doorkomst op de finishlijn of een ander bepaald punt van het parcours als laatste(n) passeert/passeren.
• De hoofdscheidsrechter maakt de wijze van afvallen en de afstand van de afvalkoers voor aanvang van de wedstrijd bekend. De afvalronden worden afhankelijk van de lengte van de ronde en het aantal deelnemers vastgesteld en begint niet eerder dan bij de tweede ronde. Op een circuit korter dan 250m geldt dat er (minimaal) elke twee ronden één deelnemer afvalt. Op een circuit langer dan 250m geldt dat er (minimaal) elke ronde één deelnemer afvalt.
• Een ronde voor elke sprint, bij het passeren van de finishlijn, zal de bel geluid worden.
• Bepalend voor wie er afvalt is de achterste punt van de tweede doorkomende skate (al dan niet op het asfalt).
• Als een skater de afvalkoers wedstrijd verlaat, door een val of door vermoeidheid, dan telt hij als een afvaller.
• Als een skater tijdens een afvalsprint een overtreding begaat, dan kan de hoofdscheidsrechter deze skater laten afvallen ten gunste van de deelnemer die als laatste over de finishlijn kwam.
• Vind er een grote valpartij plaats, waardoor veel skaters de wedstrijd moeten verlaten, dan vervalt het afvallen een aantal ronden. De speaker zal in opdracht van de hoofdscheidsrechter bekend maken bij welke ronde het afvallen weer opgepakt wordt.
• De deelnemer die afvalt wordt door de speaker bekend gemaakt. De speaker roept het nummer en de naam van de deelnemer.
• Als een deelnemer de wedstrijd niet wil verlaten, ook niet als er drie keer is omgeroepen dat de deelnemer de wedstrijd moet verlaten, dan wordt hij gediskwalificeerd.
• Er blijven minimaal 5 deelnemers over voor de finale.
f. Puntenkoers
Bij deze wedstrijd haalt iedere deelnemer of ieder team bij doorkomst, op een van te voren vastgestelde plaats op het parcours, een vastgesteld aantal punten. De deelnemer of het team met het hoogste aantal punten heeft gewonnen.
• Een ronde voor elke sprint, als de leider in de wedstrijd in de buurt van de finishlijn is, zal de bel worden geluid.
• In de tussensprints krijgt de eerst doorkomende 2 punten en de tweede 1 punt.
• Bij de finish worden er 3, 2 en 1 punt toegekend aan respectievelijk de nummers 1, 2 en 3.
• Als de scheidsrechter van mening is dat er een overtreding is begaan in de sprint om de punten, dan kan hij die uitslag wijzigen en de toekenning van de punten.
• De speaker geeft eerst onofficieel door wie de punten heeft behaald. De officiële uitslag van elke puntensprint wordt bepaald aan de hand van de fotofinish of de video.
• Een rijder die een ronde ingehaald wordt door het peloton (de grootste groep) of de wedstrijd niet verlaat, verliest de punten die hij/zij met tussensprints gekregen heeft.
• Hebben deelnemers een gelijk aantal of geen punten dan is de finishvolgorde bepalend.
g. Punten/afvalkoers
Punten- en afvalkoers kunnen worden gecombineerd tot een punten/afvalkoers.
• Op een nader te bepalen wijze worden dan binnen 1 wedstrijd 1 of meer punten gegeven voor de eerst doorkomenden en vallen tevens één of meer deelnemers af.
• Voor het begin van de wedstrijd maakt de scheidsrechter de wijze van afvallen en de afstand bekend.
• Als een rijder afvalt vervallen zijn eventueel behaalde punten.
• Punten en afvallen vinden om en om plaats, dus niet in dezelfde ronde.
• Bij rondenbord op 5 de (laatste) bel voor afvallen en punten.
• Maximaal 10 rijders in de finale (3 ronden).
h. Aflossing
• Aflossingswedstrijden worden verreden door ploegen van twee of drie deelnemers (gekozen uit een vooraf opgegeven aantal van maximaal vier) over een vooraf vastgestelde afstand.
• Rijders van een aflossingsteam dragen hetzelfde wedstrijdtenue en dezelfde helmcaps.
• Als een van de rijders een sporttechnische overtreding maakt, dan wordt het gehele team gediskwalificeerd.
• Een team is vrij om zelf te kiezen na hoeveel ronden zij aflossen. Het team kan er voor kiezen een aflossing over te slaan, waardoor dezelfde rijder 2 ronden of meer rijdt. Er dient minimaal één aflossing plaats te vinden.
• Afhankelijk van het aantal deelnemende teams en het parcours kunnen er halve finales gehouden worden, waarbij de teamopstelling per wedstrijd kan wisselen.
• Bij de aflossing moet de deelnemer zijn/haar ploegmaat aanraken met twee handen op de rug van de vertrekkende teamgenoot.
• Trekken en duwen is niet toegestaan en leidt tot diskwalificatie.
• De laatste wissel vindt plaats voor het begin van de laatste ronde (voor de bel).
• De afgeloste rijder dient zijn/haar lijn te houden.
• Rijders, die wachten op de aflossing en langs de kant staan, mogen water aannemen van hun trainer, natuurlijk op eigen risico.
• Alleen deelnemers en juryleden mogen op het parcours aanwezig zijn.
• De wissel moet plaatsvinden in een vastgestelde zone (aflossingszone). Deze aflossingszone ligt op het rechte eind en bevat ook een wachtzone.
• Op een baan start de aflossingszone in het midden van de bocht en eindigt aan het eind van het rechte eind. De lijnen die de aflossingszone markeren zijn wit en 2 cm breed.
• De aflossing moet starten en afgerond worden in de aflossingszone.
• Heeft een rijder zich in de aflossingszone begeven om een rijder af te lossen, dan dient de aflossing ook daadwerkelijk plaats te vinden. Lukt dit niet, dan volgt diskwalificatie. Dit betekent: de overige teamleden kunnen de verzamelplaats voor de aflossingszone pas verlaten nadat alle teams in koers gefinisht zijn.
• Een skater is in de aflossingszone zodra het laatste puntje van zijn tweede skate de beginlijn van de aflossingszone is gepasseerd.
• Een skater is uit de aflossingszone zodra het voorste puntje van zijn eerste skate de lijn die het einde van de aflossingszone aangeeft voorbij is.
i. Criterium / marathon
Criteriums en marathons zijn een bijzondere vorm van een lange wedstrijd in lijn met een groot aantal deelnemers en zonder series/voorrondes. Er kunnen bij de doorkomsten tussensprints plaatsvinden (premie- of klassementsprints). Ook kan er binnen de wedstrijd een puntenkoers worden gereden, meestal ten behoeve van de leidersprijs (elke doorkomst 1 punt). Uitslagen van sprints en behaalde punten tellen niet mee voor de einduitslag of klassement maar altijd slechts voor extra prijzen.
Een wedstrijd kan gaan over een vaste afstand (een marathon in het bijzonder over 42,195 km) of over een vaste tijd met mogelijk een aantal extra rondes. Voor afstanden langer dan 42,195 km is expliciet toestemming van de sectie Inline-skaten nodig, voor zover deze wedstrijd (of competitie waaronder deze gaat vallen) al niet is opgenomen in het jaarplan en voldoet aan de daarin beschreven voorwaarden.
j. Achtervolgingswedstrijd
Twee deelnemers of twee teams starten aan verschillende kanten van het parcours, op gelijke afstand van elkaar, en rijden een vooraf vastgestelde afstand.
• Teams bestaan uit twee of drie rijders. De tijd van de tweede rijder telt.
• In de series worden de tijden vastgesteld. De snelste 8 of snelste 4 rijders of teams gaan door naar de volgende ronde. Dit betekent dat elk team dient te finishen, ook wanneer zij ingehaald zijn.
• Vervolgens rijden in een directe wedstrijd de snelste tegen de langzaamste gekwalificeerde, de een na snelste tegen de een na langzaamste, enzovoorts. De winnaar(s) gaat door naar de (halve) finale.
• Uitgeschakelde rijders/teams worden op basis van de tijd geklasseerd.
k. Competities en klassementen
a. Wedstrijden kunnen worden samengevoegd tot een competitie. De resultaten van de tot de competitie behorende wedstrijden worden dan bij elkaar opgeteld, waardoor een klassement wordt verkregen.
b. De organisatie kan een ploegenklassement verbinden aan wedstrijden die van te voren daarvoor worden aangemerkt. Een ploegenklassement wordt op tijd van de eerste drie per ploeg opgemaakt en indien nodig met klasseringspunten aangevuld.
c. De puntentelling is afhankelijk van de soort wedstrijden en/of competitie, en wordt in ieder geval vooraf vastgesteld en bekendgemaakt.
d. Alleen rijders met een wedstrijdlicentie (geldigheid 1 jaar) krijgen bij landelijke wedstrijden klassementspunten. Overige rijders worden voor wat betreft de puntentelling geacht niet aan de betreffende wedstrijd te hebben deelgenomen. Wanneer de winnaar een deelnemer op daglicentie is (30,1 punt), dan krijgt de eerste licentiehouder 30 punten, daar de 0,1 voorbehouden blijft aan de winnaar. Deze regel geldt niet voor regionale competities.
e. Bij inline-skatemarathonwedstrijden kan men extra punten verdienen:
• aan het sprintklassement kunnen klassementspunten worden toegekend;
• aan het 3-rondenklassement kunnen klassementspunten worden toegekend. Behaalde klassementpunten van tussensprints blijven behouden ook als de wedstrijd niet wordt uitgereden.
f. Bij een gelijk aantal klassementspunten is de hoogst behaalde klassering in een wedstrijd van die competitie bepalend. Indien dit gelijk is dan is het aantal malen dat deze hoogste klassering is behaald bepalend. Is ook dit gelijk dan is de op 1 na hoogste klassering bepalend, etc. Indien dit nog steeds een ex aequo oplevert dan is de klassering op de laatste afstand bepalend.
Artikel 813
Wedstrijdaccommodaties
1. Algemeen
a. Het wedstrijdparcours kan een ‘baan’, een ‘weg’ of een marathonparcours zijn. Een weg- of marathonparcours kan zowel ‘open’ als ‘gesloten’ zijn.
b. De lengte van het parcours is de lengte van het door het parcours gevormde gesloten circuit of, indien het parcours geen gesloten circuit vormt, de afstand van start tot finish. Op een baan en wegparcours wordt de wedstrijdbaan gemeten langs de binnenkant van de baan.
Op een wegparkoers met bochten naar links en rechts wordt de lengte bepaald door uit te gaan van een denkbeeldige ideale lijn van het ene uiteinde van de bocht naar de ander.
c. De feitelijke wedstrijdbaan moet duidelijk afgebakend en aangegeven zijn (natuurlijk of door een lijn of tekens). Bij een wegparcours behoort het trottoir niet tot het parcours, tenzij anders aangegeven.
d. De start- en finishlijn is een 5 centimeter brede witte lijn. De startlijn mag zich niet in een bocht bevinden behalve wanneer dit onoverkomelijk is. Bevindt de startlijn zich in een bocht, dan moet de startlijn zo aangegeven worden dat in het eerste deel van de race de binnen- en de buitenbaan dezelfde lengte hebben. De finishlijn bevindt zich op een recht stuk minimaal 60m na een bocht. Op een baan zijn er speciale regels voor de positie van de finishlijn (zie baanparcours). Start- en finishlijn kunnen samenvallen.
e. Voor de 200m en 300m tijdrit, is er een extra onderbroken streep 60 cm voor de startlijn getrokken.
f. Voor de 500m wordt de startlijn in 6 gelijke startplaatsen verdeeld van 1m op een baan van 6 meter breed.
g. Er wordt altijd een veiligheidszone van 2 meter vanaf de binnenkant van het parcours aangehouden. Deze veiligheidszone is vrij van obstakels die mogelijk een gevaar op kunnen leveren voor de rijders.
h. Op een baan of gesloten wegparcours rijden de skaters tegen de klok in. De skaters worden zodanig geplaatst dat hun linkerhand aan de binnenkant van het parcours is.
2. Baanparcours
a. Een parcours is een baan als deze twee rechte stukken heeft van de dezelfde lengte en symmetrische bochten heeft, waarvan de doorsnede (diameter) hetzelfde is.
b. De totale lengte van een baan is bij voorkeur 200m (minstens 200 meter en maximaal 400m) met een breedte van minstens 6 meter.
c. De gehele oppervlakte van de baan mag van elk willekeurig materiaal zijn, maar zal wel volkomen effen moeten zijn en moet voldoende grip hebben.
d. Een baan kan volkomen vlak zijn of kan zijn voorzien van naar buiten toe oplopende bochten. De rechte stukken mogen bij de bochten ook naar buiten toe oplopend zijn om de bocht in en uit te leiden. 33% van het totale rechte stuk moet echter volledig vlak zijn.
e. Een piste is bij voorkeur een baan van 200 meter met naar buiten toe oplopende bochten. De bochten zijn lineair oplopend -geleidelijk en gelijkmatig stijgend vanaf de binnenkant naar de buitenkant van de bocht- of parabolisch –komvormig, dit geldt alleen voor bestaande pistes. De piste moet aan de buitenzijde voorzien zijn van een dichte bij voorkeur doorzichtige boarding.
f. De finishlijn ligt minimaal 8 meter voor het begin van de bocht en is een witte lijn van 5 cm breed.
3. Wegparcours
a. Een ‘gesloten wegparcours’ mag niet korter dan 400 m zijn, maar niet langer dan 600m.
b. Een ‘gesloten wegparcours’ is een asymmetrisch gesloten parcours dat door de deelnemers diverse malen afgelegd kan worden afhankelijk van de afstand. Het oppervlak moet vlak zijn zonder gaten en barsten. Een stijging of een daling in het parcours mag niet meer dan 5% bedragen.
c. De start- en finishlijn vallen niet samen en worden aangegeven met een 5cm brede lijn. De startlijn ligt bij voorkeur niet in een bocht. De finishlijn ligt minimaal 50m na de laatste bocht.
d. Een wegparcours moet minimaal 8 m breed zijn. Afwijkingen alleen in overleg met de sectie Inline-skaten. Deze toestemming kan verleend worden na een dispensatie- aanvraag met betrekking tot het betreffende wegparcours van de betreffende organisator.
4. Marathonparcours
a. Indien een parcours niet voldoet aan de kwalificaties van een baan of een wegparcours is dit een marathonparcours.
b. De breedte van minstens 80% van het gehele beschikbare parcours (bv ook een gedeelte van de weg) moet minimaal 4 meter bedragen.
c. Het gehele parcours moet voldoende vlak zijn, zonder barsten, gaten of zwakke plekken. Minimaal 80% van het parcours moet bestaan uit asfalt of beton.
d. Voor alle gevaarlijke gedeeltes in het parcours (zoals scherpe bochten, hellingen, slecht wegdek, wegversmallingen) en obstakels dienen de rijders duidelijk en tijdig gewaarschuwd te worden. In de bijlage van de algemene voorwaarden van het organiseren van een marathonwedstrijd wordt specifiek op de veiligheideisen ingegaan.
e. De stijging/daling van (een gedeelte van) het parcours mag nooit meer bedragen dan 5%.
f. Een parcours korter dan 5 km dient volledig afgesloten te zijn voor al het openbare verkeer. Op overige parcoursen mag het openbare verkeer geen wedstrijdrijders inhalen en dient tegemoetkomend of zijwaarts naderend verkeer zoveel mogelijk rechts te stoppen en te wachten totdat de wedstrijdrijder(s) gepasseerd is/zijn.
g. De rijrichting op een parcours korter dan 5 km is altijd linksom (dwz. tegen de wijzers van de klok in).
h. Op een marathonparcours wordt boven de witte finishlijn van 5 cm breed een finishdoek opgehangen over de gehele breedte van de weg. Verder wordt in ieder geval de laatste 500m aangekondigd via een bord. Er is een finishstraat opgebouwd in de laatste 150m
voor de finish en 100m na de finish met behulp van dranghekken of boarding aan beide zijde van het parcours en 300m tot 150m voor de finish wordt minimaal beide zijden van het parcours afgezet met gekleurd lint.
i. Bij een parcours langer dan 1000 meter is er minimaal 1 motor of auto, die circa 100 meter voor de eerste rijders uit rijdt en in geen geval rijders hindert, bevoordeelt of in gevaar brengt. Tevens kan de jury dan gebruik maken van volgauto’s (ter beoordeling aan de jury).
j. Bij parcoursen langer dan 10 km dienen voldoende volgauto’s (met EHBO) beschikbaar te zijn (aantal afhankelijk van lengte parcours en aantal deelnemers) voor gewonden of uitvallers.
k. Bij parcoursen langer dan 10 km dient minstens na elke 10 km een verzorgingspost aanwezig te zijn (met voedsel/drank/EHBO/telefoon).
l. Op marathonparcoursen wordt bij de verzorgingspost ook een materiaal vak ingericht. Alleen in dit vak kan de rijder gereedschap of materiaal aangereikt krijgen om vervolgens zelf zijn materiaal te repareren of te vervangen. Pakt een rijder buiten dit vak materiaal aan dan volgt diskwalificatie (art. 817.i).
m. De sectie Inline-skaten kan dispensatie verlenen aan het gestelde in lid b en lid h.
Artikel 814
Organisatie
1. Kandidaatstelling en toekenning
a. Een vereniging/ gewest/organisatie die
i. een Nationaal Kampioenschap
ii. een Europacupwedstrijd
iii. Europees of Wereldkampioenschap
wil organiseren binnen de door de bond en sectie gestelde eisen stelt zich kandidaat bij de KNSB en levert een bid aan. Een bidbook is een schriftelijk overzicht van wat men te bieden heeft. Het beschrijft hoe de vereniging het evenement denkt te organiseren en op welke manier men kan voldoen aan de voorwaarden die de KNSB, CEC of CIC oplegt/
b. Een vereniging die een landelijke competitiewedstrijd wil organiseren, kandideert zich voor 1 oktober het daaropvolgende Inline-skateseizoen, via het aanmeldformulier, bij het bondsbureau van de KNSB t.a.v. de sectie Inline-skaten. De sectie Inline-skaten verwerkt de aanvragen en kent deze waar mogelijk toe. Er wordt zo mogelijk rekening gehouden met de aangevraagde voorkeursdatum. Na aanvraag, toekenning en plaatsing op de voorlopige kalender ontvangen organisatoren de organisatievoorwaarden van de betreffende competitie, wedstrijd en/of evenement. In februari wordt de definitieve kalender vastgesteld en wordt de organisatoren verzocht de organisatievoorwaarden door te nemen en te ondertekenen.
c. Een vereniging die een regionale Inline-skatecompetitiewedstrijd wil organiseren
• dient contact op te nemen met de betreffende Gewestelijke Technische Commissie Inline-skaten.
• Een regionale wedstrijd Inline-skaten maakt onderdeel uit van een regionale competitie.
• Binnen een wedstrijdseizoen worden vanuit de sectie wedstrijddata aangewezen waarop regionale wedstrijden kunnen worden georganiseerd.
• De GTC meldt alle regionale competitiewedstrijden aan bij de sectie Inline-skaten voor 1 december voor het daaropvolgende Inline-skateseizoen.
• Voor eenzelfde wedstrijdcategorie kan er niet op dezelfde dag een regionale wedstrijd en een landelijke wedstrijd worden georganiseerd. In uitzonderlijke gevallen kan de sectie Inline-skaten hiervoor dispensatie verlenen.
2. Vergunning
Er dienen aan de organisatie van overheidswege de benodigde vergunningen te zijn gegeven voor het houden van het betreffende evenement op het betreffende parcours in het betreffende tijdvak. Ook dient zo nodig nader overleg met de lokale overheid te hebben plaatsgevonden over inzet van politie c.q. verkeersregelaars.
3. Keuring
a. Een nieuw of gedeeltelijk nieuw parcours (als ook de gehele accommodatie, inclusief ruimtes voor rijders, jury en eventueel pers) dient zo spoedig mogelijk na aanvraag van het evenement te worden gekeurd door een hiervoor gediplomeerd en gecertificeerd parcourskeurder van de KNSB.
b. Om de drie jaar moet een herkeuring plaatsvinden. Tevens wordt door deze de lengte van het parcours (na)gemeten.
c. Aanwijzingen voor verbetering en beveiliging van parcours en accommodatie dienen op de dag van het evenement te zijn gerealiseerd.
d. De bevindingen van de parcourskeuring worden vastgelegd in een parcourskeuringsformulier. Een afschrift van dit formulier wordt voor aanvang van de wedstrijd door de organisatie overhandigd aan de hoofdscheidsrechter ter beoordeling van het parcours.
e. Op elke dag van een evenement wordt het parcours (incl. beveiliging) voor aanvang van de wedstrijden gekeurd door de hoofdscheidsrechter m.b.v. het parcourskeuringsformulier.
f. De parcourskeurder en/of jury kan een uitzondering op de in dit reglement gestelde regels maken voor regionale wedstrijden als naar zijn/haar oordeel een normaal wedstrijdverloop mogelijk blijft en de veiligheid van de rijders hierdoor niet in gevaar komt.
g. De hoofdscheidsrechter is op de dag van het evenement geheel verantwoordelijk voor de conditie en veiligheid van het parcours. Als de parcoursconditie een normaal verloop van een wedstrijd belemmert (bv door het weer) kan de hoofdscheidsrechter de wedstrijd voor een bepaalde tijd uitstellen, onderbreken, neutraliseren, inkorten of helemaal afgelasten. Het besluit tot afgelasten van de wedstrijd wordt uiterlijk 4 uur voor aanvang van de wedstrijd genomen door de hoofdscheidsrechter. Hij informeert direct de wedstrijdcoördinator die zorg draagt voor publicatie op xxxxxxxxx.xx als nieuwsitem en bij de wedstrijdinformatie 4 uur voor aanvang van de wedstrijd.
h. Wanneer series/voorrondes worden verreden, moeten de condities bij alle gelijkwaardige series/voorrondes zoveel mogelijk overeenkomen. Zo nodig kan de jury de al verreden series/voorrondes ongeldig verklaren en opnieuw laten verrijden.
4. Algemene organisatievoorwaarden
a. Het parcours moet zo goed mogelijk afgesloten zijn voor het publiek (zo nodig met dranghekken en/of kussens). Dit geldt in ieder geval vanaf 150 meter voor tot 100 meter na de start en finish.
b. Alle obstakels op of dicht langs het parcours die gevaar op kunnen leveren voor de rijders dienen duidelijk zichtbaar gemaakt te worden voor de rijders en dienen zo goed mogelijk met zacht materiaal afgeschermd te zijn. Binnen 2 meter van de binnenzijde van een baan of gesloten wegparcours bevinden zich geen obstakels voor de rijders.
c. Het parcours moet vlak voor aanvang van het evenement zo goed mogelijk zijn schoongemaakt/ geveegd.
d. Ter hoogte van de finish dient een verhoogde, overdekte juryruimte te zijn, waar de jury haar werk naar behoren kan verrichten.
e. Kleedgelegenheid voor zowel dames, heren en juryleden.
f. Bij alle inline-skatewedstrijden moet er afhankelijk van het aantal deelnemers en type parcours voldoende kundig en gediplomeerd EHBO-personeel aanwezig zijn. Bij grotere evenementen is er ook een arts en een ambulance standby. Een en ander afhankelijk
van de wedstrijd- en vergunningsvoorwaarden en in samenspraak met de wedstrijdcoördinator en hoofdscheidsrechter.
Het minimaal aantal aanwezige EHBO-ers wordt bepaald door het aantal deelnemers: 1- 50 deelnemers minimaal 2 EHBO-ers
51-150 deelnemers minimaal 4 EHBO-ers
151- 250 deelnemers minimaal 6 EHBO-ers
Meer dan 250 deelnemers minimaal 6 EHBO-ers + ambulance
g. De aanwezige EHBO wordt geïnstrueerd door de hoofdscheidsrechter, qua positie –bij voorkeur in het midden van de baan/parcours – en afspraken dienen gemaakt te worden over het betreden of het oversteken van het parcours bij een valpartij.
Er vind geen hervatting van een wedstrijd plaats als er geen EHBO-ers beschikbaar zijn.
5. Materialen
a. Het parcours moet tijdens de duur van een evenement vanaf zonsondergang over de gehele lengte voldoende verlicht zijn. Is een evenement op een onvoldoende verlicht parcours door onvoorziene omstandigheden niet beëindigd voor zonsondergang dan beslist de jury over de voortgang ervan.
b. Bij de finish hangen lampen op 2,5 – 3,0 m hoogte. Op 1 m hoogte geven de lampen 2200 lux. De minimaal vereiste gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is voor regionale wedstrijden en trainingen minimaal 200 lux en voor landelijke wedstrijden bij voorkeur 500 lux. Voor een goede fotofinish is minimaal verlichting met een waarde van 1500 lux noodzakelijk.
c. Benodigde finishapparatuur voor landelijke wedstrijden: videocamera of fotofinish en een elektronische startlijn. Voor marathonwedstrijden wordt dit aangevuld met een finishboog en een finishstraat, waar de laatste 500m wordt aangegeven.
d. De fotocellen op de start- en finishlijn staan op 40cm hoogte aan het parcours.
e. Er dient een geluidsinstallatie aanwezig te zijn waardoor de microfonist op een afstand van tenminste 200 meter voor en na de finish verstaanbaar is voor publiek en rijders.
Artikel 815
Deelname en inschrijving
Om deel te nemen aan een Inline-skatewedstrijd heeft elke rijder een wedstrijdlicentie nodig of een wedstrijddaglicentie. De wedstrijdlicentie geeft het recht om deel te nemen aan de wedstrijd. Afhankelijk van leeftijd en prestatie (senioren) is de rijder ingedeeld in een wedstrijdcategorie. Elke rijder dient zich voor elke wedstrijd online in te schrijven en op de dag zelf ter plaatse te melden (tekenlijst).
1. Wedstrijdcategorieën
a. De sectie Inline-skaten hanteert de volgende wedstrijdcategorieën.
Heren senioren (niveau-afhankelijk)
A
B(elofte) C1
C2
Dames senioren (niveau-afhankelijk)
D1 D2
Masters (leeftijdsafhankelijk)
Master 40+
Master 50+
Master 60+
Jeugd (leeftijdsafhankelijk)
Junioren A Junioren B Kadetten Pupillen 1
Pupillen 2
Pupillen 3
Pupillen 4
Zie voor de bijbehorende geboortejaren de officiële website.
a. De wedstrijdcategorie heren senioren C2 of Dames senioren D2 is voor beginners die alleen regionale wedstrijden rijden. Op basis van resultaten of op verzoek promoveert hij/zij naar C1 dan wel Dames 1, daarna mag hij/zij deelnemen aan landelijke wedstrijden.
b. Junioren A gaan na het laatste jaar over naar de categorie heren senioren C1 respectievelijk dames D1.
c. Heren senioren die in het afgelopen seizoen 39 jaar zijn geworden, worden in het nieuwe seizoen automatisch overgeschreven naar de categorie Masters 40+.
d. De organisatie heeft het recht bij aanmelding van een Inline-skate evenement, mits geaccordeerd door de sectie Inline-skaten, om per competitie of losse wedstrijd wedstrijdcategorieën samen te voegen en gezamenlijk of apart te klasseren.
e. Overige licenties:
Jurylicentie voor personen die kunnen en mogen (assisteren bij het) jureren (incl. microfonisten, secretariaatsfuncties, systeembeheerders en parcourskeurders).
Ploegleiderslicentie voor personen die door de KNSB worden erkend als ploegleider van een of meer rijders en daarmee ook hun belangen mogen behartigen en als vertegenwoordiger van die rijders mogen optreden (min. 18 jaar).
Trainerslicentie voor personen die door de KNSB erkend worden als gediplomeerd trainer Inline-skaten (meerdere niveaus - Opleidingen).
Organisatielicentie voor organisaties voor het mogen organiseren van een evenement onder auspiciën van de KNSB.
f. Alle licentiehouders zijn onderworpen aan de regels en voorwaarden van de KNSB en worden geacht deze te kennen.
2. Deelname aan wedstrijden
a. Deelname van een licentiehouder aan een wedstrijd die niet onder auspiciën van het Sectiebestuur Inline-skaten van de KNSB is uitgeschreven is niet toegestaan, tenzij hiervoor schriftelijk toestemming gegeven is vanuit het Sectiebestuur, bij overtreden van dit artikel kunnen door het Sectiebestuur sancties worden opgelegd.
b. Een deelnemer aan een wedstrijd kan de organisatie niet verantwoordelijk stellen voor schade opgelopen tijdens, voor of na de wedstrijd georganiseerd onder auspiciën van de KNSB.
c. De hoofdscheidsrechter heeft tot op de laatste minuut de bevoegdheid om rijders toe te voegen en deel te laten nemen aan de wedstrijd of uit te sluiten, mits de rijder behoort tot de deelnemende wedstrijdcategorieën en voldoet aan de basisvoorwaarden (zie artikel
816.a dragen correcte helm, rugnummers en transponder).
d. Junioren B jongens zijn gerechtigd te starten in een marathonwedstrijd in de senior B- categorie en junioren B meisjes in de senior D1-categorie, mits er op die dag geen
Landelijke Jeugdwedstrijd (inclusief Nationale Kampioenschappen) is geprogrammeerd. Opgave voor deelname via de reguliere inschrijving.
e. Landelijke jeugdwedstrijden zijn niet opengesteld voor junioren A jongens en junioren A meisjes.
3. Deelname aan competitie
a. De sectie Inline-skaten organiseert diverse landelijke en regionale competities. Deze competities en de bijbehorende wedstrijden worden gecommuniceerd via de officiële website.
b. Deelnemers aan een competitie zijn niet verplicht aan alle tot de competitie behorende wedstrijden deel te nemen. Een wedstrijdcommissie kan hiervoor echter aanvullende en/of afwijkende regels opstellen (bv 70% startplicht).
c. Voor de deelname aan Inline-skatewedstrijden kan inschrijfgeld gevraagd worden, dat is geaccordeerd door de sectie Inline-skaten in afstemming met de directeur Sport en gecommuniceerd in de aanvullende bepalingen en in de skate-info.
4. Deelname aan wedstrijden in het buitenland
Licentiehouders die willen deelnemen aan een wedstrijd in het buitenland, moeten dit tijdig vooraf melden bij het bondsbureau met naam, lidnummer, welke wedstrijd aan deelgenomen wordt en op welke datum. Niet melden leidt tot een sanctie.
Wanneer er gelijktijdig met deze buitenlandse wedstrijd een nationale competitiewedstrijd of NK plaatsvindt, zal het sectiebestuur Inline-skaten eerst toestemming moeten verlenen voor deelname.
5. Inschrijving met jaarlicentie
a. De gegevens van alle evenementen, wedstrijden en competities onder auspiciën van de KNSB worden in een zo vroeg mogelijk stadium door de KNSB bekendgemaakt via de evenementen- en/of wedstrijdkalender(s) met vermelding van de wedstrijden en categorieën.
b. Om aan een landelijke en/of regionale wedstrijd deel te kunnen nemen dient een rijder met een jaarlicentie tussen de openstelling van de wedstrijd en de uiterste inschrijfdatum zich in te schrijven via de officiële site met behulp van zijn Inline-skate lidnummer.
c. Om in te kunnen schrijven heeft elke rijder (met uitzondering van de categorieën Pupil 2, 3 en 4) ook zijn eigen transpondernummer nodig.
d. Iedere rijder is naast de digitale inschrijving (zie lid 12) verplicht minimaal een half uur voor aanvang van elke wedstrijd waaraan hij deelneemt de presentielijst te tekenen of te laten tekenen door zijn door de KNSB erkende ploegleider. Hierbij moet op verzoek de geldige KNSB-Inline-skatelicentie en AMB-transponder getoond kunnen worden. Tekenlijsten dienen een half uur voor aanvang van de wedstrijdcategorie getekend te worden. Bij verschuivingen in het programma stelt de scheidsrechter een nieuwe starttijd en nieuwe eindtijd voor het tekenen van de deelnemerslijst (half uur voor starttijd) vast die gecommuniceerd wordt aan deelnemers en coaches in ieder geval via een schriftelijke mededeling aan de jurybus en/of het publicatiebord.
e. Indien niet voldaan aan lid 5.b, dan is bijschrijven tegen betaling ter plaatse als wedstrijddeelnemer mogelijk, mits het maximale aantal deelnemers per wedstrijdcategorie niet bereikt is. De kosten van de bijschrijving bestaan uit de wedstrijdbijdrage, administratieve kosten en eventueel huur transponder, nummers en helm.
f. Indien rijders na inschrijving niet deel kunnen/willen nemen aan de betreffende wedstrijd dienen zij zich zo mogelijk weer voor de inschrijfdatum af te melden. Tot 36 uur voor de wedstrijd kan dit via de inschrijfmodule zonder bijkomende kosten. Binnen 36 uur voor de wedstrijd is het mogelijk om per mail af te melden ook zonder bijkomende kosten. Meldt een aangemelde deelnemer zich niet af dan wordt de administratieve boete toegepast (zie artikel 821.3).
6. Inschrijving met daglicentie
a. Niet-leden of rijders die niet in het bezit zijn van een wedstrijdlicentie kunnen, indien de ruimte dit toelaat, maximaal 3 wedstrijden deelnemen op een daglicentie. Hierna dienen ze in het bezit te zijn van een reguliere wedstrijdlicentie. De kosten van een wedstrijddaglicentie zijn exclusief het eventuele inschrijfgeld en transponderhuur.
b. Rijders die op wedstrijddaglicentie willen deelnemen dienen zich 36 uur voor aanvang van de wedstrijd digitaal in te schrijven en zich uiterlijk een half uur voor aanvang van de wedstrijd te melden bij het wedstrijdsecretariaat. De Sectie Inline-skaten houdt zich daarnaast het recht voor in bijzondere gevallen rijders op uitnodiging via een daglicentie te laten deelnemen aan wedstrijden.
c. Indien niet voldaan aan lid 6.b, dan is bijschrijven tegen betaling ter plaatse als wedstrijddeelnemer mogelijk. De kosten bestaan uit de wedstrijdbijdrage, kosten wedstrijddaglicentie, huur transponder, nummers, eventueel helm en administratieve kosten.
d. Rijders die op een wedstrijddaglicentie willen deelnemen, worden in overleg toegevoegd aan een categorie. Met name voor hen is ook van belang dat ze in de categorieën senior A, senior B, senior C1, senior D1 en Masters de wedstrijd onmiddellijk moeten beëindigen wanneer ze meer dan een ronde achterstand hebben opgelopen.
e. Rijders die op een wedstrijddaglicentie deelnemen aan een landelijke wedstrijd worden in de uitslag opgenomen en komen in aanmerking voor de dagprijzen, zij komen niet in aanmerking voor klassementspunten.
f. Rijders die op een wedstrijddaglicentie deelnemen aan een regionale wedstrijd worden opgenomen in de uitslag, komen in aanmerking voor de dagprijzen en krijgen punten voor het regionale klassement. Dit als stimulans om na kennismaking met de wedstrijdsport volwaardig aan de competitie deel te nemen.
6. Inschrijving ploegen voor de marathoncompetitie
Ploegen mogen per categorie bestaan uit maximaal 6 vaste rijders, die als zodanig uniek herkenbaar moeten zijn en waarvan een door de KNSB erkend ploegleider (d.w.z. met licentie) de belangen mag behartigen. Er mogen maximaal vijf rijders van één ploeg per wedstrijd aan de start staan. De namen mogen eventueel worden afgewisseld, als een ploeg zes rijders onder contract heeft. Als er meer rijders onder contract staan moet er een tweede ploeg worden ingesteld.
Artikel 816
Promotie, degradatie, dispensatie
Het sectiebestuur Inline-skaten besluit over promotie en degradatie en heeft de bevoegdheid om af te wijken van de in dit artikel opgenomen regeling, dit ter optimalisering van het aantal deelnemers.
1. Promoveren
De winnaars van de regionale klassementen bij de heren senior C2 en dames senior D2 promoveren automatisch naar de respectievelijk heren senior C1 en dames senior D1- categorieen.
2. Degraderen
Heren senior A, heren senior B en dames senior D1 die het gehele jaar geen wedstrijd hebben gereden worden een categorie gedegradeerd.
3. Dispensatie
Dispensatie is een ontheffing om op een hoger of lager wedstrijdniveau uit te komen. Dispensatie moet ieder jaar opnieuw worden aangevraagd en is ook geldig bij het NK.
De verleende dispensatie is conform volgens de Algemene Bepalingen en het nationaal wedstrijdreglement Inline-skaten van de KNSB en is daarom van toepassing op wedstrijden
onder auspiciën van de KNSB. Hiertoe behoren o.a. nationale selectiewedstrijden, de landelijke en regionale competities en Nederlands Kampioenschappen.
Voor internationale wedstrijden, gehouden binnen of buiten Nederland, is de dispensatie niet van toepassing. Voor internationale wedstrijden is het reglement van de CEC of CIC van toepassing en in dit reglement wordt nagenoeg alles aangaande de deelname aan internationale wedstrijden en de indeling in verschillende categorieën geregeld van de betreffende wedstrijd. Deelname is dan alleen mogelijk in de betreffende leeftijdscategorie.
4. Dispensatie: termijn, kosten, aanvraagwijze
a. Een verzoek tot dispensatie i.v.m. bijzondere omstandigheden dient voor 1 december van het nieuwe Inline-skateseizoen ingediend te worden bij de sectie Inline-skaten.
b. De behandelingskosten van het dispensatieverzoek staan vermeld in de skate-info en op de officiële site.
c. De rijder dient de dispensatieaanvraag in bij de sectie Inline-skaten. De aanvraag moet vergezeld gaan van: de persoonlijke gegevens van de rijder, een duidelijke motivering om welke reden dispensatie aangevraagd wordt, relevante wedstrijduitslagen en alle overige informatie die van belang kan zijn bij de beoordeling van de aanvraag. De aanvraag moet ondertekend worden door de rijder en een van zijn/haar ouders indien de rijder jonger is dan 18 jaar.
5. Dispensatie: promotieverzoeken
a. Junioren A heren en junioren B jongens/meisjes kunnen een verzoek indienen om als heren senior B of dames senior D1 te mogen deelnemen.
b. Junioren A heren die opgenomen worden in een ploeg kunnen een verzoek indienen om als heren senior A te mogen deelnemen.
c. Heren senior C2- of dames senior D2 die landelijke wedstrijden willen gaan rijden, kunnen een verzoek indienen tot promotie naar heren senioren C1 respectievelijk dames senioren D1.
d. Masters 50+ of 60+ die in een lagere leeftijdscategorie willen blijven deelnemen, kunnen een verzoek indienen tot promotie naar Masters 40+ respectievelijk Masters 50+.
x. Xxxxxxx 40+ die willen blijven deelnemen bij de heren senioren C1, C2, B of A kunnen een verzoek indienen.
f. Junioren, Kadetten en Pupillen kunnen een verzoek indien om in een oudere leeftijdscategorie uit te komen conform Algemene Bepalingen, artikel 9. De sectie Inline- skaten zal dit verzoek zorgvuldig beoordelen.
Dispensatie: degradatieverzoeken
Heren senioren en dames senioren kunnen een verzoek indienen om in een lagere categorie uit te komen.
Artikel 817
Fair play
a. Alle deelnemers dienen zich bij de wedstrijden jegens iedereen sportief en fatsoenlijk te gedragen. Diegenen die zich negatief of onsportief gedragen kunnen door de scheidsrechter uitgesloten worden van deelname.
b. Verbale agressie en obscene gebaren van rijders naar andere rijders, juryleden en/of publiek leiden tot diskwalificatie en melding aan het Sectiebestuur Inline-skaten voor eventuele verdere maatregelen.
c. De deelnemers moeten de eindstreep bereiken langs de kortste denkbeeldige lijn, zonder onnodige bewegingen die andere deelnemers hinderen of in gevaar brengen.
d. Deelnemers mogen, indien ze worden ingehaald, niet van hun lijn afwijken om dit te verhinderen.
e. Het is niet toegestaan voor de deelnemers om hulp van derden te accepteren van welke aard dan ook.
f. De deelnemer mag niet met zijn Inline-skate buiten de wedstrijdbaan komen, behalve als dit gebeurt door een onvoorziene omstandigheid of door een andere rijder wordt veroorzaakt.
g. Een rijder mag zijn verworven plek in het peloton niet beschermen met zijn handen. Hij kan die plek enkel en alleen beschermen door dicht achter zijn voorstander te blijven. Omgekeerd geldt dat wanneer 2 rijders dicht op elkaar rijden, een andere rijder zich daar niet tussen mag dringen.
h. In geen geval mag een deelnemer een mededeelnemer opzij duwen of hem afsnijden. Het is verder niet toegestaan om zich te laten trekken of duwen, anderen te hinderen of via lichamelijk contact te helpen of te laten helpen.
i. Een rijder mag zijn kapotte skate/skeeler, zonder hulp van anderen, repareren gedurende de wedstrijd, maar mag hierbij de wedstrijd niet hinderen.
j. Na een val, mag een deelnemer de wedstrijd vervolgen, maar alleen wanneer hij/zij zelf opgestaan is. Wanneer de deelnemer hierbij hulp krijgt van een ander, dan wordt hij/zij uitgesloten van die wedstrijd.
k. Verzorging door derden (voedsel en drinken) is alleen toegestaan als dit expliciet vooraf is aangegeven op de dan toegestane plaats(en).
l. Deelnemers mogen niet ongeoorloofd of met gevaar voor een ander een voorwerp wegwerpen.
m. Deelnemers dienen te allen tijde de instructies van jury en organisatie op te volgen.
n. Het gebruik van doping is uiteraard in het geheel niet toegestaan. De KNSB heeft een eigen dopingreglement dat hiervoor van toepassing is.
Artikel 818
Start
a. Voorafgaand aan de start controleert de jury op het dragen van een deugdelijke helm, correct materiaal (wieldiameter, remblokje) en de correcte rug- en beennummers. De jury kan controleren op het dragen van de (juiste) transponder. Indien één of meer onderdelen niet in orde zijn, dan wordt de bijbehorende sanctie zoals beschreven in dit reglement toegepast.
b. Bij alle wedstrijden is een start vanuit stilstand van achter de startlijn voorgeschreven.
c. Het startsignaal wordt door een startschot of door een ander akoestisch signaal gegeven (behalve bij een tijdrit waarbij de start vrij is).
d. Het startsignaal wordt gegeven binnen 10 seconden, nadat de deelnemers achter de startlijn en 50cm van elkaar staan.
e. Wanneer een rijder(ster) na 2 oproepen met een minuut tussentijd niet aan de start verschijnt volgt uitsluiting van dat onderdeel. Hij wordt dan geregistreerd als ‘niet gestart’ (= DNS) en als ongeklasseerde rijder onderaan de uitslag opgenomen.
f. Met de start van meerdere categorieën in de wedstrijd kan een onderling tijdsverschil worden aangehouden bij de start. Worden eerder gestarte deelnemers ingehaald dan mogen de ingehaalde deelnemers niet aansluiten maar dienen tenminste 50 meter afstand te houden en de juryaanwijzingen op te volgen. Bij een gezamenlijke start van alle categorieën geldt deze regel niet.
Ongeldige start
g. Een start kan door de starter ongeldig worden verklaard:
a. wanneer een van de rijders te vroeg of onreglementair start of een andere rijder bewust dan wel onbewust hindert bij of vlak na de start
b. wanneer een deelnemer een mechanisch defect heeft bij een wedstrijd op tijd of iets anders waar hij niets aan kan doen.
c. Wanneer de finishfoto, AMB/systeem of video niet werkt.
d. Wanneer er bij een massastart binnen 130 meter vanaf de startlijn meer dan één deelnemer ten val komen, kan er een herstart plaatsvinden. Dit wordt
aangegeven met een (fluit)signaal door de starter. Deze afstand moet duidelijk aangegeven zijn en zichtbaar voor de jury.
h. Bij een ongeldige start roept de starter alle rijders terug achter de startlijn, door nogmaals te schieten of 2x te blazen op een fluitje. De rijders nemen hun positie weer in en de start wordt herhaald. Degene die te vroeg start krijgt een valse start = waarschuwing.
i. Na twee (2) valse starts van dezelfde rijder volgt diskwalificatie.
j. Eerder gemaakte valse starts worden niet meegenomen naar het vervolg van het evenement.
k. De hoofdscheidsrechter kan een besluit van een starter te niet doen, wanneer de hoofdscheidsrechter van mening is dat er sprake is van een ongeldige start of een ernstige overtreding die het resultaat van de wedstrijd kan beïnvloeden, terwijl de starter een geldige start geeft.
Start tijdrit
l. Bij een tijdrit is er een startlijn en een tweede lijn, 60 cm achter de startlijn. De deelnemer plaatst minstens één skate/skeeler tussen de startlijn en de tweede lijn. De deelnemer kan zelf bepalen wanneer hij start. Eén skate/skeeler dient door het elektronisch oog te gaan om de tijd te activeren.
m. Bij een tijdrit wordt gestart in volgorde van langzaamste tijd behaald in eerder nader te bepalen wedstrijdresultaten.
Start 500 en 1000m
n. Bij een 500m en een 1000m worden de deelnemers één voor één naar de 2e startlijn geroepen door de starter. De deelnemer kiest een vrije plaats op de 2e startlijn. De gemaakte keuze is definitief.
o. Wanneer alle deelnemers zijn opgeroepen, dan geeft de starter het teken ‘in positie’ of in het engels ‘in position’ waarmee de deelnemers een stap voorwaarts maken tot de 1e startlijn. Als iedereen stilstaat volgt het startschot.
p. Heeft een van de deelnemers een probleem bij de start, dan is er de mogelijkheid om na het teken ‘in positie’ dit met het opsteken van de hand duidelijk te maken aan de starter. Elke deelnemer heeft een keer deze mogelijkheid. Steekt een deelnemer zijn hand op, dan stopt de starter de start en vraagt alle deelnemers om het startgebied te verlaten. Hij hervat vervolgens de startprocedure.
Massastart
q. Het startsignaal wordt gegeven wanneer alle deelnemers aan de startlijn staan 50 cm uit elkaar. Zijn er meerdere rijen deelnemers, dan staat elke rij ongeveer 50cm achter elkaar.
r. Bij massastarts geeft de starter twee signalen. Eerst roept de starter ‘attentie’ en dan schiet hij de deelnemers weg.
s. Bij een val van meerdere deelnemers tegelijk in de eerste 200m of de 1e ronde op een baan, kan de scheidsrechter de wedstrijd stoppen en een herstart toepassen.
Artikel 819
Aankomst en uitslag
1. Het finishen
a. Rijders die de wedstrijd op eigen initiatief voortijdig (moeten) beëindigen dienen dit terstond te melden bij de jury. Zij worden niet in de uitslag opgenomen (DNF) en ontvangen indien van toepassing geen klassementspunten.
b. Tijdens de finishprocedure mogen reeds gefinishte deelnemers zich niet bevinden op het laatste stuk vóór de finishlijn.
c. Het moment van finishen (of doorkomen) wordt in principe bepaald door het moment waarop het voorste stuk van de voorste skate het denkbeeldige vlak boven de finishlijn doorsnijdt, op de voorwaarde dat een deel van de skate het oppervlak van het parcours
raakt. Is dit niet het geval dan wordt het moment van finishen bepaald, als het voorste deel van de tweede skate het vlak boven de finishlijn doorsnijdt, ongeacht of deze het oppervlak raakt.
d. De wedstrijd is afgelopen wanneer de voorste rijder de finishlijn is gepasseerd. De gedubbelde rijders, voor zover zij zich op de baan bevinden, beëindigen de wedstrijd bij het bereiken van de finishlijn.
2. Afsprintprocedure criterium/marathon
a. De jury laat de deelnemers op achterstand de wedstrijd uitrijden of kan vanuit veiligheids- overwegingen het deelnemersveld opschonen door de achterblijvers eerder te laten finishen en te klasseren.
b. Voor de categorieën senior A, B, C, D en Masters geldt voor elke wedstrijd dat deelnemers met meer dan een ronde achterstand op het peloton onmiddellijk de wedstrijd dienen te verlaten, tenzij de jury anders beslist.
c. Rijders die (bijna) een ronde ingehaald worden en een gevaar kunnen vormen voor de andere rijders, dan wel het sportieve verloop van de wedstrijd kunnen beïnvloeden, moeten op aangeven van de jury voldoende ruimte geven aan de overige rijders en/of de wedstrijd beëindigen bij de eerstvolgende doorkomst van start/finish.
d. In de finale van de criteriumwedstrijden rijden de koploper(s) de finale en worden de overige deelnemers uit de wedstrijd genomen, dit om een goed overzicht te houden en wedstrijdbeïnvloeding van andere deelnemers te voorkomen.
3. Aankomst tijdritten
a. Bij tijdritten is de snelste tijd bepalend. Bij een exact gelijke tijd wordt door de betreffende rijders een extra rit verreden, voor zover het de klasseringen 1, 2 en/of 3 betreft. Voor overige posities worden rijders met dezelfde tijd ex-aequo geklasseerd.
b. Bij tijdritten wordt gebruik gemaakt van elektronische tijdwaarneming.
4. Vaststelling uitslagen
a. De aankomstrechter is verantwoordelijk voor het vaststellen van de uitslagen.
b. Bij gebruik van het AMB-systeem worden doorkomsten en finish bepaald door de tijdsregistraties via de transponders. Voor de bepaling van de finishuitslag wordt - behalve bij tijdritten - door de jury ook altijd een video-opname gemaakt in het verlengde van de finishlijn (dwars op de finish).
c. De jury heeft hulpmiddelen opgesteld voor de vaststelling van de einduitslag, bij uitval van de hulpmiddelen zijn de handopnames bepalend voor de uitslag.
d. De eerste vijf aankomenden worden altijd per video gecheckt ten behoeve van het bepalen van de podiumplaatsen. De eerste vijf van de tussensprints worden indien nodig geacht door de aankomstrechter gecheckt op de video voor het bepalen van de premie/punten. De aankomstrechter bepaalt de uitslag. De transponderregistratie is bepalend voor de overige klasseringen.
e. De (hoofd)scheidsrechter keurt de definitieve uitslagen goed en bekrachtigt deze met zijn handtekening.
5. Protest
a. Een eventueel protest tegen de uitslag dient binnen 15 minuten na eerste mededeling bij de scheidsrechter te worden ingediend door de betreffende rijder of zijn/haar als zodanig door de KNSB erkende ploegleider.
b. De hoofdscheidsrechter beslist onder andere op basis van de aard van het protest en de betekenis daarvan of dit protest ter plaatse in behandeling wordt genomen.
c. Wanneer het protest betrekking heeft op de uitslag, dan kan er een verzoek worden ingediend om de fotofinish of de video te mogen bekijken door de indiener/ ploegleider. Zo’n verzoek wordt ook ingediend binnen 15 minuten. De hoogte van het bedrag voor het indienen van dit mondelinge protest wordt jaarlijks door de sectie vastgesteld en vervolgens vermeld op de officiële website en in de Inline-skate info van de KNSB.
d. Wordt een protest afgewezen, niet in behandeling genomen of is er ter plaatse geen protest ingediend, dan kan de rijder binnen 48 uur na de wedstrijd alsnog schriftelijk protest indienen. Hij dient dit protest te doen toekomen aan het bondsbureau met vermelding van de betreffende wedstrijd. De hoogte van het bedrag voor het indienen van dit schriftelijke protest wordt jaarlijks door de sectie vastgesteld en vervolgens vermeld op de officiële website en in de Inline-skate info van de KNSB. De tuchtcommissie, na overleg met de jurycommissie, dient vervolgens binnen 1 week na ontvangst via het bondsbureau de rijder over de afwijzing/toekenning van het protest te informeren.
e. Wordt de rijder in het gelijk gesteld, dan wordt de uitslag gecorrigeerd en vervalt de betaling van het bedrag genoemd in lid d.
f. Afgezien van protesten is het door de jury nog mogelijk de uitslag binnen 1 week na de wedstrijd te corrigeren exclusief uitkomsten van tuchtzaken die van invloed kunnen zijn op de uitslag.
6. Publicatie uitslagen
a. Aan het einde van iedere wedstrijd deelt de speaker zo spoedig mogelijk de volgorde van aankomst mee (voor een criterium/marathon de eerste 20 aankomenden).
b. Tevens wordt deze volgorde van aankomst opgehangen/beschikbaar gesteld bij een (vooraf) aangegeven punt bij de accommodatie en/of juryruimte/-bus.
c. De volledige uitslagen en eventuele klassementen worden zo spoedig mogelijk op de officiële website gepubliceerd en bij correcties daar terstond aangepast.
d. De uitslag van de wedstrijden is 30 minuten na de officieuze bekendmaking, officieel en kunnen de prijzen worden afgehaald. De KNSB zal geen energie steken in opmerkingen
c.q. mails over de officiële uitslag, behalve hetgeen vermeld is in lid 5.d.
e. De tussenstanden van de klassementen zullen bij het wedstrijdsecretariaat ter inzage liggen voor de deelnemers.
7. Huldiging
a. De huldiging is onderdeel van de wedstrijd.
b. De eerste drie van de uitslag en eventueel de eerste drie van het nieuwe klassement dienen zich zo spoedig mogelijk na de wedstrijd beschikbaar te houden voor de huldiging. Op het niet (tijdig) verschijnen staat een sanctie.
c. Xxxxxxx komen aanrijden en verlaten het podium met xxxx vast geklikt op hun hoofd. De rijders verschijnen in de wedstrijduitrusting van hun vereniging, team of nationale selectie, maar op het podium zijn zij blootshoofds en zonder koersbril, tot zij het officiële huldigingspodium hebben verlaten.
d. De hoofdscheidsrechter kan gemotiveerd afwijken van regels in lid c. van dit artikel en de rijders in sportkleding het podium laten betreden.
Artikel 820
Premiesprint en puntentelling
1. Premiesprints
a. Een premiesprint wordt door het luiden van de bel en door de speaker via de geluidsinstallatie aangekondigd. Een premiesprint wordt verreden over één ronde. De speaker vermeldt het aantal te klasseren deelnemers.
b. Premiesprints mogen aan groepen worden toegekend, mits daardoor het wedstrijdverloop niet nadelig wordt beïnvloed. Deelnemers met één of meer volle ronden voorsprong, dingen mee op basis van gelijkheid met het peloton.
c. Aan premiesprints zijn prijzen verbonden.
2. Puntentelling
a. Puntentoekenning is alleen van toepassing als de wedstrijd reglementair wordt uitgereden. Alle rijders die gefinisht zijn of door de jury uit de wedstrijd zijn genomen,
worden opgenomen in de daguitslag en krijgen punten toegekend. Rijders worden geklasseerd naar gelang van het aantal gereden ronden en daarbinnen naar snelste tijd.
b. Rijders kunnen ex-aequo worden geklasseerd indien op generlei wijze onderlinge verschillen kunnen worden vastgesteld. Indien van toepassing krijgen zij ieder hetzelfde aantal punten als de eerste in deze groep.
c. Bij een 3-ronden klassement is er bij elke sprint 3 punten voor de winnaar van elke sprint, 2 punten voor degene die als tweede over de streep komt en 1 punt voor de derde. De punten worden per rijder opgeteld. De rijder met de meeste punten wint het 3-ronden klassement. Bij een gelijk aantal punten is de volgorde van de laatste klassering beslissend. Deze punten tellen mee in het competitieklassement.
d. Bij de leidersprijs wordt er elke ronde aan die rijder die als eerste over de streep komt 1 punt toegekend. De punten worden per rijder opgeteld. De rijder met de meeste punten aan het eind van de wedstrijd wint de leidersprijs. Bij een gelijk aantal punten is de volgorde van de laatste klassering beslissend.
e. Bij het ploegenklassement worden van ieder A-team per wedstrijd de punten van de drie hoogst geklasseerde ploegleden bij elkaar opgeteld. Dit totaal wordt toegevoegd aan het ploegen-klassement, waar dat van toepassing is.
f. Bij het sprintklassement zijn er vijf sprints. Bij elke sprint zijn er 5 punten voor de winnaar van de tussensprint, 4 , 3 , 2 en 1 punt voor de volgende rijders (zie hieronder). De punten worden per rijder opgeteld. De rijder met de meeste punten wint het sprintklassement. Bij een gelijk aantal punten is de volgorde van de laatste klassering beslissend. Deze punten tellen mee in het competitieklassement.
Puntensprints (alleen bij KPN Inline-Cup A- rijders- en Dameswedstrijd) | |
plaats | punten |
1 | 5 |
2 | 4 |
3 | 3 |
4 | 2 |
5 | 1 |
g. Voor rijders die deelnemen aan landelijke competities is de puntenwaardering bij het bereiken van de finish in volgorde van klassering:
Winnaar van de wedstrijd | |
plaats | punten |
1 | 30.1 |
2 | 27 |
3 | 25 |
4 | 23 |
5 | 21 |
6 | 19 |
7 | 17 |
8 | 15 |
9 | 13 |
10 | 11 |
11 | 10 |
12 | 9 |
13 | 8 |
14 | 7 |
15 | 6 |
16 | 5 |
17 | 4 |
18 | 3 |
19 | 2 |
20 | 1 |
Artikel 821
Sancties en disciplinaire straffen
Onregelmatigheden voor, tijdens of na een wedstrijd door juryleden geconstateerd, dienen te worden gerapporteerd aan de scheidsrechter. Deze neemt na overleg met de andere scheidsrechter(s) een beslissing.
1. Sancties voor sporttechnische fouten
a. Wanneer tijdens de wedstrijd skaters de juryinstructies niet opvolgen of geen fair play uitoefenen, dan heeft de hoofdscheidsrechter de volgende sanctiemogelijkheden:
1. waarschuwing (W) (W1, W2)
2. declassering (DC (of Reduction in Rank (RR)
3. diskwalificatie (DQ of DSQ). De deelnemer wordt niet geklasseerd en wordt als laatste opgenomen in de uitslag. Deze deelnemer ontvangt geen klassementspunten.
Deze sancties worden door de hoofdscheidsrechter bevestigd en gelijk gecommuniceerd aan deelnemer en publiek: getoond onderweg aan de deelnemer, meedelen per microfoon namens de scheidsrechter, dan wel vermelden in de uitslag.
b. Tegen een sanctie als gevolg van een sporttechnische fout kan een protest worden ingediend bij de hoofdscheidsrechter door de rijder of de officiële begeleider (ploegleider of de verenigingsvertegenwoordiger). Zie verder 819.5 protest.
c. De jurybevindingen worden vermeld in het wedstrijdrapport dat vastgesteld wordt door de scheidsrechter. Het wedstrijdrapport mag niet meer worden gewijzigd. Het deel daarvan dat betrekking heeft op de organisatie van de wedstrijd, wordt beschikbaar gesteld aan die organisatie.
Waarschuwingen (W)
d. Lichte sporttechnische overtredingen worden bestraft met een waarschuwing.
e. Rijders kunnen voor sporttechnische overtredingen rond een wedstrijd alleen reglementair worden bestraft na eigen waarneming door de jury.
f. Voor waarschuwingen geldt dat deze na afloop van de gehele wedstrijd vervallen.
g. Waarschuwingen worden echter wel meegenomen naar de volgende serie, kwart-, halve en finale. Bij een 3e waarschuwing tijdens een wedstrijd volgt diskwalificatie.
h. Een waarschuwing wordt gegeven voor overtredingen gedurende de wedstrijd, bij
- het van zijn lijn afwijken en daarmee andere deelnemers hinderen;
- een valse start;
- een ongeoorloofde wijze van rijden, onder andere duwen en trekken, afsnijden, waardoor gevaar of hinder ontstaat voor andere deelnemers;
- het hinderen van een deelnemer die inhaalt;
- het hinderen van een ingehaalde deelnemer;
- op ongeoorloofde wijze een positie bemachtigen;
- op ongeoorloofde wijze van beschermen van de eigen positie met behulp van de handen;
- het niet respecteren/opvolgen van de instructies van een jurylid, hoofdscheidsrechter of de speaker.
Vind een van bovenstaande overtredingen in de laatste 200m plaats, dan is er geen sprake van een waarschuwing, maar een ernstiger sanctie: declassering of diskwalificatie.
Declasseren (DS of RR)
g. Wanneer in een wedstrijd een skater een overtreding begaat tegen een of meerder tegenstanders, dan kan deze skater teruggeplaatst worden in de uitslag naar de laatste plaats van de groep waarin de deelnemer zich bevond voordat de overtreding plaatsvond.
Overtredingen zoals het hinderen van andere deelnemers door:
• duwen en trekken;
• het van de lijn afwijken;
• te vallen bij een finish als gevolg van het (teveel) naar voren bewegen van de skate met als doel eerder te finishen.
h. Dit is mogelijk bij alle type wedstrijden en bij elke sprint gedurende de wedstrijd (puntenkoers, afvalkoers, tussensprint).
Diskwalificatie (DQ)
i. Diskwalificeren is het uit de wedstrijd en uitslag verwijderen van de deelnemer, en vindt plaats bij:
• Drie (3) waarschuwingen in een wedstrijd (series, kwart-, halve en finale telt als één wedstrijd);
• Twee (2) valse starts;
• Een sporttechnische fout plegen die als opzettelijk of gevaarlijk wordt beoordeeld;
• het accepteren van hulp van een derde;
• sporttechnische fout tijdens de aflossing (duwen, trekken, aflossing buiten de aflossingszone, in de aflossingszone zijn zonder af te lossen) waardoor het gehele team wordt gediskwalificeerd.
• het buiten de wedstrijdbaan komen met de skate door eigen toedoen;
• een ongeoorloofde verzorging (op verkeerde wijze, plaats of tijdstip);
• het ongeoorloofd of gevaarlijk wegwerpen van een voorwerp;
• het geven of ontvangen van hulp aan of van een mededeelnemer bij het voorwaarts bewegen in de vorm van opduwen, trekken, et cetera;
• na een val met hulp van een derde opstaan en daarna de wedstrijd vervolgen;
• het opzij duwen of afsnijden van een mededeelnemer;
• het niet opvolgen van instructies van de jury;
• het rug- en/of beennummers niet in orde hebben;
• het niet dragen van de juiste transponder;
• het niet voldoen aan de veiligheidsvoorschriften inzake beschermingsmiddelen (dragen van een vastgeklikte helm)
• het ongeoorloofd gebruik van te grootte wielen of frameafmeting;
• het ongeoorloofd gebruik van een rem;
• het ongeoorloofd gebruik van telecommunicatieve hulpmiddelen.
2. Disciplinaire straffen
a. Wanneer er sprake is van agressie, oneerlijke competitie of misdraging dan kan de hoofdscheidsrechter de volgende disciplinaire straffen toepassen:
1. Gele kaart => Schorsing
2. Rode kaart => Uitsluiting
Schorsing / Gele kaart
b. Een gele kaart wordt gegeven aan rijder, ploegleider of verzorger bij:
• incorrect gedrag in woord en/of gebaar tegen de jury of organisatie;
• het niet opvolgen van een instructie van de jury;
• het niet (tijdig) bij de huldiging verschijnen (geldt alleen voor rijder).
Uitsluiting / rode kaart
c. Een rode kaart wordt gegeven aan rijder, ploegleider of verzorger bij:
• ernstig incorrect gedrag in woord en/of gebaar tegen de jury of organisatie;
• het niet opvolgen van een instructie van de jury;
• opzettelijk lichamelijk contact met andere deelnemers, zoals iemand ten val brengen, slaan, schoppen, et cetera;
d. Xxxxxx, ploegleider of verzorger (hierna genoemd deelnemer) aan wie in een wedstrijd een gele kaart of rode kaart is gegeven, worden vermeld in het proces-verbaal van waarneming dat door de scheidsrechter wordt opgemaakt. Op dit proces-verbaal kan de deelnemer zijn opmerkingen plaatsen. Het wordt hierna ondertekend door de deelnemer en de scheidsrechter. De deelnemer krijgt een kopie van het getekende proces-verbaal. Als de deelnemer niet bij de scheidsrechter verschijnt of het proces-verbaal niet wil tekenen, wordt de deelnemer geacht de overtreding te hebben gepleegd. In dat geval wordt een kopie van het proces-verbaal per aangetekende post naar de deelnemer verzonden.
e. Deelnemers aan wie in dezelfde wedstrijd twee keer een gele kaart is gegeven, krijgen automatisch een rode kaart. Deelnemers aan wie in een wedstrijd een rode kaart is gegeven of twee gele kaarten, worden terstond uit de wedstrijd gehaald en door het Sectiebestuur Inline-skaten aangeklaagd bij de Tuchtcommissie op grond van artikel 10 van het Reglement op de Bondsrechtspraak.
Deelnemers aan wie binnen een jaar in twee afzonderlijke wedstrijden, ongeacht in welke wedstrijdcategorie, een gele kaart is gegeven, worden eveneens bij de Tuchtcommissie aangeklaagd.
De Tuchtcommissie zal een aanhangig gemaakte zaak op haar eerstvolgende zittingsdag behandelen en vervolgens zo spoedig mogelijk uitspraak doen. Zolang de Tuchtcommissie de zaak nog niet ter zitting heeft behandeld, kan het Sectiebestuur
Inline-skaten aan de deelnemer een schikkingsvoorstel doen voor een op te leggen maatregel. Wanneer de deelnemer zich daarmee vervolgens, vóór de zitting van de Tuchtcommissie, akkoord verklaart, krijgt de voorgestelde maatregel rechtskracht en hoeft de zitting geen doorgang te vinden. Tegen een gele kaart kan geen bezwaar worden aangetekend.
Indien de deelnemer achteraf door de Tuchtcommissie in het gelijk wordt gesteld, maar de desbetreffende wedstrijd wel of niet heeft uitgereden, kan achteraf de uitslag niet meer worden aangepast, noch de deelnemer alsnog in de uitslag worden opgenomen. Evenmin ontvangt hij enige compensatie in punten voor klassementen.
Opgelegde maatregelen, die aan het einde van het seizoen nog niet tot uitvoering zijn gebracht, worden opgeschort tot het volgende seizoen. Dit geldt ook voor deelnemers die promoveren of degraderen naar een andere divisie.
f. Na 1 jaar vervalt de eerst gegeven gele kaart.
3. Administratieve overtredingen/boetes
Voor elke administratieve overtreding wordt een boete opgelegd (te laat inschrijven, niet of te laat afmelden, niet tekenen, etc.). De hoogte van het bedrag wordt jaarlijks door de sectie vastgesteld. Een boete wordt binnen 48 uur na de wedstrijd digitaal aan de betreffende licentiehouder medegedeeld.
4. Overzicht sancties
Betrokkene | Overtreding | Sanctie |
Organisatie | Niet voldaan hebben aan de veiligheidsvereisten (art. 814) | Afgelasting van de wedstrijd |
Ploegleider | Incorrect gedrag (art. 821.2b) | gele of rode kaart |
Ploegleider | Xxxx opvolgen van instructies van de jury (art. 821.2b) | Idem |
Rijder | Starten in buitenlandse wedstrijd zonder toestemming (art. 815.4) | Startverbod 2 wedstrijden |
Rijder | Starten in buitenlandse wedstrijd zonder toestemming tijdens een NK (art. 815.4) | Startverbod 2 wedstrijden |
Xxxxxx | Xxxx uiterlijk 30 minuten voor aanvang van de wedstrijd getekend te (laten) hebben deelnemer (art. 815.5d) | Startverbod |
Rijder | Niet tijdig inschrijven en ter plekke bijschrijven (art. 815.5e) | Boete |
Rijder | Niet of niet tijdig afmelden (art. 815.5f) | Boete |
Rijder | Niet of niet tijdig op de huldiging verschijnen (art. 819.7b-d ) | Gele kaart |
Rijder | Niet voldoen aan de veiligheidsvoorschriften inzake beschermingsmiddelen (art. 811.2a-d) | Startverbod dan wel diskwalificatie |
Rijder/ Ploegleider | Het gebruik van telecommunicatieve hulpmiddelen bij wedstrijden. (art. 811.2e) | Diskwalificatie |
Rijder | Niet voldoen aan de voorschriften inzake frameafmeting en wieldiameter (art. 811.2f-h) | Startverbod dan wel diskwalificatie |
Rijder | Niet voldoen aan de voorschriften inzake het gebruik van een rem (art. 811.2h) | Startverbod dan wel diskwalificatie |
Rijder | Wedstrijdnummer niet conform de voorschriften aangebracht (art. 811.3e) | 1e keer: gele kaart; volgende keer: startverbod of (diskwalificatie) |
Rijder | Niet dragen van de transponders (art.811.3a) | Startverbod dan wel diskwalificatie |
Rijder | Gebruikmaken van andere transponder(s) dan de eigen geregistreerde transponder (art.811.3n) | Startverbod dan wel diskwalificatie |
Rijder | Valse start maken (art. 818.h) | waarschuwing |
Xxxxxx | 2 valse starts maken in dezelfde wedstrijd (art. 818.i) | diskwalificatie |
Rijder | Onsportief en onfatsoenlijk gedrag jegens een andere rijder (art. 817.a) | diskwalificatie => rode kaart |
Rijder | Verbale agressie of obscene gebaren jegens een andere rijder (art. 817.b) | Diskwalificatie => rode kaart |
Rijder | Afwijken van de lijn (art. 817.c en 817.d) | waarschuwing => diskwalificatie |
Xxxxxx | Het geven van hulp aan of ontvangen van hulp van een mededeelnemer in welke vorm dan ook (art. 817.e) | Diskwalificatie |
Rijder | Het ongeoorloofd door eigen toe doen met de skate buiten de wedstrijdbaan komen (art. 817.f) | Diskwalificatie |
Rijder | Een ongeoorloofde wijze van beschermen van de eigen positie met behulp van de handen (art. 817.g) | Waarschuwing |
Rijder | Een ongeoorloofde wijze een positie bemachtigen | Waarschuwing |
(art. 817.g) | ||
Rijder | Het (art. 817.h): - (zich laten) duwen en trekken - afsnijden - hinderen van een inhalende deelnemer - hinderen van een ingehaalde deelnemer - opduwen of trekken - afwijken van de rechte lijn | Waarschuwing |
Rijder | Een overtreding begaan binnen de laatste 200m op een parcours/baan die de deelnemer nog moet afleggen alvorens te finishen (art. 821.h) of in een sprint | Declassering |
Rijder | Hulp tijdens de wedstrijd bij het repareren van materiaal (art. 817.i) m.u.v. het materiaalvak bij een marathonwedstrijd | Diskwalificatie |
Rijder | Ongeoorloofd de wedstrijd vervolgen na een val (art. 817.j) | Diskwalificatie |
Rijder | Ongeoorloofde wijze, plaats of tijdstip van verzorging (art. 817.k) | waarschuwing -> diskwalificatie |
Rijder | Het op ongeoorloofde wijze wegwerpen van een voorwerp (art. 817.k) | waarschuwing -> diskwalificatie |
Xxxxxx | Xxxx opvolgen van de instructies van de jury en organisatie (art. 817.m) | Diskwalificatie |
Rijder | Incorrect gedrag in woord en/of gebaar tegen jury en/of organisatie (art. 821.2b) | gele of rode kaart |
Artikel 822
Nederlandse Kampioenschappen
1. Algemeen
a. Jaarlijks kunnen er vier officiële NK’s worden verreden: NK Baan, NK Weg, NK Marathon en Open NK.
b. De deelnemers aan deze wedstrijden worden jaarlijks door de sectie Inline-skaten in afstemming met de directeur Sport aangewezen aan de hand van vooraf opgestelde deelname- en selectiecriteria en met in achtneming van de bepalingen onder ‘deelname’.
c. Elke wedstrijdafstand per wedstrijdcategorie wordt als een officieel Nederlands Kampioenschap aangemerkt, wanneer een half uur voor de start van deze wedstrijdafstand, het minimale aantal vereiste deelnemers aanwezig is. Wordt het vereiste aantal niet behaald, dan wordt deze wedstrijdcategorie samengevoegd met een andere wedstrijdcategorie. De te verrijden wedstrijdafstand voor deze wedstrijdcategorie wordt aangemerkt als een officieus kampioenschap
2. Deelname
a. Aan nationale kampioenschappen, kan uitsluitend worden deelgenomen door individuele licentiehouders behorend tot de categorie waarvoor het kampioenschap wordt georganiseerd, en die:
• de Nederlandse nationaliteit bezitten;
• daartoe door het sectiebestuur zijn uitgenodigd;
b. Deelnemers en reserves worden minimaal veertien dagen voor het NK baan, weg of marathon per afstand uitgenodigd. Deze digitale uitnodiging dient door elke rijder digitaal bevestigd te worden per afstand 7 dagen voor het NK via de in de uitnodigingsbrief vermeldde procedure. Xxxxx een uitgenodigde deelnemer of reserve zich niet af, dan wordt de betreffende rijder geschorst voor de eerstvolgende twee wedstrijden en wordt
de reguliere administratieve boete toegepast (zie artikel 821.3). Niet deelnemen aan het NK in verband met deelname aan een buitenlandse wedstrijd is mogelijk na toestemming van het sectiebestuur Inline-skaten.
c. Uitzondering op lid b, is de aflossing. Tot 7 dagen voor de wedstrijd kan een team met maximaal vier deelnemers zich inschrijven. Het NK wordt alleen verreden wanneer er minimaal vijf teams hebben ingeschreven en een half uur voor de wedstrijd zich melden.
d. Leden van de Nationale Selectie en leden van Jong Oranje zijn altijd startgerechtigd aan de nationale kampioenschappen, mits zij de betreffende afstanden regulier rijden en hun uitnodiging bevestigd hebben.
e. Het maximale aantal deelnemers per categorie is:
afstand | 300m | 500m | 1.000m | aflossing |
baan/piste | 20 | 20 | 21 | 7 teams |
weg | 20 | 20 | 21 | 9 teams |
afstand | ≤ 3.000m | > 3.000m en ≤ 5.000m | > 5.000m en ≤ 10.000m | > 10.000m |
baan/piste | 19 | 27 | 35 | 43 |
afstand | ≤ 3.000m | > 3.000m en ≤ 5.000m | > 5.000m en ≤ 20.000m | > 20.000m |
weg | 25 | 35 | 45 | geen max. |
f. Licentiehouders mogen ook op de dag(en) waarop voor hun categorie een nationaal kampioenschap wordt verreden slechts met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het Sectiebestuur Inline-skaten aan een wedstrijd buiten Nederland deelnemen.
g. De voor een nationaal kampioenschap geselecteerde deelnemers mogen op de dag(en) waarop dat kampioenschap wordt verreden niet aan een andere wedstrijd deelnemen. Sanctie op het niet naleven van deze regel is een schorsing voor de twee eerstvolgende landelijke wedstrijden waarvoor de deelnemer zich inschrijft.
3. Afstanden en categorieën
a. Mogelijke officiële afzonderlijke wedstrijden NK Baan
300m tijdrit, 500m sprint, 1000m in line, puntenkoers afvalkoers
afval/puntenkoers, aflossing.
Deelnemende categorieën zijn (dames, heren): masters 40+ (D) masters 40+( H)
masters 50+ (D) masters 50+ (H)
masters 60+ (D) masters 60+ (H)
senioren (D) senioren (H)
junioren A (D) junioren A (H)
junioren B (D) junioren B ( H)
kadetten (D) kadetten (H)
pupillen 1 (D) pupillen 1 (H)
b. Mogelijke officiële afzonderlijke wedstrijden NK Weg
200m tijdrit, 500m sprint, puntenkoers, afvalkoers, afval/puntenkoers
aflossing.
Deelnemende categorieën zijn (dames, heren):
masters 40+ (D) masters 40+( H)
masters 50+ (D) masters 50+ (H)
masters 60+ (D) masters 60+ (H)
senioren (D) senioren (H)
junioren A (D) junioren A (H)
junioren B (D) junioren B ( H)
kadetten (D) kadetten (H)
c. Officiële afstand NK Marathon: 42,195 km. Deelnemende categorieën zijn (dames, heren):
masters 40+ (D) masters 40+( H)
masters 50+ (D) masters 50+ (H)
masters 60+ (D) masters 60+ (H)
senioren (D) senioren A-licentie (H) senioren B-licentie (H) senioren C-licentie (H)
junioren A (D) junioren A (H)
junioren B (D) junioren B ( H)
kadetten (D) kadetten (H)
d. Officiële afstand Open NK Marathon: senioren heren A: 100 km
senioren heren B: 60 km
senioren dames: 60 km
masters 60 km
Aan het ONK mogen meedoen alle Nederlandse deelnemers met een KNSB-Inline- skatelicentie en buitenlandse deelnemers die kunnen aantonen lid en in het bezit van een licentie te zijn van hun nationale bond. Bijschrijving is niet mogelijk.
4. Huldiging Nationale Kampioenschappen
a. De huldiging is onderdeel van de wedstrijd.
b. Voor elke titel van Nationaal kampioen wordt een officiële huldiging gehouden.
c. Binnen 5 minuten na afloop van elke categorie (tenzij anders bepaald en gecommuniceerd), moeten de Nationaal kampioen en de als tweede en derde geplaatsten gereed zijn voor de officiële huldiging die zal worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de hoofdscheidsrechter.
d. Voor de drie eerst geklasseerden per categorie is een medaille beschikbaar.
e. Aan de winna(a)r(es) van het NK marathon senior A heren en dames wordt een kampioenspak uitgereikt.
f. Xxxxxxx komen aanrijden en verlaten het podium met xxxx vastgeklikt op hun hoofd. De rijders verschijnen in de wedstrijduitrusting van hun vereniging, team of nationale selectie, maar op het podium zijn zij blootshoofds en zonder koersbril, tot zij het officiële huldigingspodium hebben verlaten. De hoofdscheidsrechter kan gemotiveerd afwijken van deze regels en de rijders in sportkleding het podium laten betreden.
g. De huldiging wordt exclusief begeleid door de hoofdscheidsrechter, een lid van het Algemeen Bestuur of een aangewezen vertegenwoordiger van het Algemeen Bestuur die de gouden, zilveren en bronzen medailles uitreikt. De rondemiss(en) en/of vertegenwoordiger(s) van de organisatie reiken de medailles aan en de bloemen uit.
h. De nationale vlag zal worden gehesen aan de eremast en het nationale volkslied zal worden gespeeld.
i. Een kampioen die een kampioenstrui of – pak heeft ontvangen waarop de voorgeschreven reclame van zijn hoofdsponsor is aangebracht mag het pak/de trui niet eerder dragen dan op de dag volgend op die waarop hij die trui/pak ontvangen heeft.
j. Van de prijswinnende teams bij de aflossing ontvangen alleen de teamleden die daadwerkelijk aan de aflossing (halve finale, finale) hebben deelgenomen, een medaille.
Artikel 823
Records
1. Record
a. Onder record wordt verstaan de kortste tijd, waarin een bepaalde afstand gereden is, of de grootste afstand, welke in een bepaalde tijd is afgelegd. Records kunnen door de recordcommissie worden erkend als Nederlands record indien ze door niet geschorste licentiehouders zijn gemaakt overeenkomstig de reglementaire bepalingen.
b. Als records worden erkend de absolute (algemene) records bij:
• Heren baanwedstrijden
• Dames baanwedstrijden;
• Heren wegwedstrijden (incl. marathon en open NK marathon);
• Dames wegwedstrijden (incl. marathon en open NK marathon)
• Uurrecord heren, uurrecord dames
c. Als Nederlandse records worden door de recordcommissie alleen die tijden erkend, welke door Nederlandse rijders in nationale kampioenschappen en internationale wedstrijden ( EK, WK, Europa Cup en World Games) zijn gemaakt. Bij uurrecords wordt de afstand in meters gemeten.
Erkenning van een Nederlands record kan uitsluitend als dat door de rijders of rijdsters is gereden in het bezit van de Nederlandse nationaliteit en een geldige Inline-skatelicentie van de KNSB.
De door de C.E.C en C.I.C erkende Europese- en Wereld records kunnen ook als Nederlandse records erkend worden mits voldaan is aan lid 1.b.
2. Registratie
a. De recordcommissie registreert absolute Nederlandse records in duizendsten van een seconde op alle afstanden in genoemde nationale kampioenschappen en internationale wedstrijden
b. De volgende afstanden zullen in kampioenschappen geregistreerd worden:
Baan : 300m tijdrit, 500m , 1000m sprint en 3000m aflossing.
Weg : 200m tijdrit , 500m sprint en 5000m aflossing.
In afwijking van het Europese reglement worden bij puntenkoersen en afvalkoersen geen Nederlandse records erkend.
Marathon : 42 km.195 m.
Open NK marathon : dames 60km en heren 100km.
c. De officiële wedstrijdaankondiging moet bekend worden gemaakt op de officiële website.
d. Te rijden wedstrijd(en) moet(en) overeenstemmen met de wedstrijdaankondiging. Het protocol van de wedstrijd alsmede het programma van de wedstrijd, moet bij de aanvraag ingezonden worden aan de recordcommissie vóór 1 november van ieder jaar. Het dient op schrift te zijn gesteld of in digitale vorm.
Verdere bijzonderheden voor erkenning van een Nederlands record zijn:
• alle wedstrijdregels dienen te zijn nageleefd.
• Baan- en wegparcoursen moeten van tevoren door een bevoegd landmeter worden opgemeten met de juiste posities van alle vaste start- en finishlijnen. De parcoursen moeten aan alle gestelde eisen voldoen om voor een record in aanmerking te komen. Een protocol van de opmeting, getekend door de landmeter, moet voor het begin van de wedstrijd door de organisatie aan de scheidsrechter worden overhandigd.
• Records op een wegparcours worden alleen erkend wanneer het gehele parcours door de jury te overzien is.
• Keuringsrapport parcours, wedstrijdrapport en uitslaglijst van deze wedstrijd is ingeleverd met de handtekening van de scheidsrechter, de aankomstrechters en
juryleden tijdregistratie. Wanneer het record gevestigd is op een baan of op een gesloten parcours dan bevat de uitslaglijst de totaaltijd en alle doorkomsttijden, de datum en tijdstip van de wedstrijd, en naam van de rijder die het nieuwe record heeft gevestigd.
• Via de handtekening bevestigen alle gekwalificeerde juryleden dat alle wedstrijdregels zijn nageleefd en dat er met de tijdregistratie geen fouten zijn gemaakt.
e. Als het betreffende Nederlands record is verbeterd door meer dan één rijder in dezelfde wedstrijd zal slechts de beste tijd als Nederlands record worden erkend.
Wedstrijden gereden in series (heats) met als slot de finale wordt als één wedstrijd gezien.
3. Vaststelling uurrecord
a. Een record op de baan kan slechts worden gevestigd in het bijzijn en onder waarneming van tenminste twee door de KNSB aangewezen gelicentieerde tijdwaarnemers, alsmede van twee door de KNSB aangewezen parcoursjuryleden.
b. De tijdwaarnemers doen hun waarnemingen ter plaatse van het begin- en eindpunt, terwijl de KNSB-parcoursjuryleden de rijder in de bochten dienen te controleren. Uurrecords worden in meters vastgesteld.
c. Bij gebruikmaking van elektronische tijdmeetapparatuur dient de tijd tevens te worden opgenomen met de hand door twee onafhankelijk van elkaar werkende officiële tijdwaarnemers.
d. De start dient te allen tijde op eigen kracht te geschieden en de rijder mag derhalve niet worden afgeduwd of gelanceerd vertrekken.
e. De afstand wordt steeds gemeten langs de binnenzijde van de baan of het parcours.
4. Publicatie en certificaat
a. Van iedere deelnemer die een Nederlands record behaalt of evenaart, zal de naam op de recordlijst vermeld worden.
b. Elke rijder, die een Nederlands record behaalt of evenaart, ontvangt een certificaat van de Bond.
Artikel 824
Slotbepalingen
Aanpassingen van bedragen en selectiecriteria NK worden jaarlijks bekendgemaakt.
In die gevallen waarin dit reglement niet voorziet, wordt er teruggevallen op het Europees Reglement van de CERS.
Artikel 830
Algemene bepalingen
a. Alle wedstrijden worden geleid door KNSB gecertificeerde en gelicentieerde juryleden.
b. De hoofdscheidsrechter is de voorzitter van de jury tijdens de wedstrijd en is verantwoordelijk voor een correct verloop van de wedstrijd. De hoofdscheidsrechter is rechtstreeks verantwoordelijk voor zijn optreden bij de sectie Inline-skaten.
c. Per competitie wordt er een scheidsrechter aangewezen uit de groep van scheidsrechters, als hoofdscheidsrechter van de betreffende competitie.
d. Onderdeel van de sectie is de jurycommissie. Haar taken staan beschreven in het sectiereglement artikel 806.
Artikel 831
Aanstellen jury
a. Namens het sectiebestuur stelt, de jurycommissie onderdeel van de sectie Inline-skaten, bij wedstrijden op landelijk niveau de jury per wedstrijd aan, vanuit de geactualiseerde lijst gelicentieerde juryleden.
b. Namens het sectiebestuur stelt, de jurycommissie onderdeel van de sectie Inline-skaten, bij wedstrijden op regionaal niveau de hoofdscheidsrechter en de jurysecretaris per wedstrijd aan, vanuit de geactualiseerde lijst juryleden.
Artikel 832
Aantal benodigde gelicentieerde juryleden
a. Voor Nationale kampioenschappen Baan/Weg bestaat de gelicentieerde jury maximaal uit:
a. 1 hoofdscheidsrechter
b. 1 scheidsrechter
c. 4 parkoersjuryleden
d. 1 rondenteller
e. 2 jurysecretarissen / uitslagenverwerking / inschrijving
f. 3 officiële tijdwaarnemers; waarvan minimaal 2 tijdwaarnemers met applicatie technische opleiding (AMB, video, tijd)
g. 1 aankomstrechter
h. 1 starter
i. 1 hulpstarter
b. Voor de nationale kampioenschappen Marathon en de nationale competitiewedstrijd Marathon bestaat de gelicentieerde jury maximaal uit:
a. 1 hoofdscheidsrechter
b. 1 assistent scheidsrechter
c. 3 – 5 parkoersjuryleden (waarvan 2 op de motor bij een parcours >600m)
d. 1 rondenteller
e. 1 jurysecretaris / uitslagenverwerking/
f. 1 tijdwaarnemer met applicatie technische opleiding (AMB + video)
g. 1 aankomstrechter
h. 1 medewerker inschrijving, uitreiking prijzengeld, bijschrijvingen
c. Voor nationale competitiewedstrijd baan/weg bestaat de gelicentieerde jury maximaal uit:
a. 1 hoofdscheidsrechter
b. 1 assistent scheidsrechter
c. 4 parkoersjuryleden
d. 1 rondenteller
e. 1 jurysecretaris / uitslagenverwerking
f. 1 aankomstrechter afhankelijk van de soort wedstrijd
g. 1 tijdwaarnemer met applicatie technische opleiding (AMB + video)
h. 1 starter
i. 1 medewerker inschrijving
d. Voor de regionale competitiewedstrijd Marathon bestaat de gelicentieerde jury maximaal uit:
a. 1 hoofdscheidsrechter
b. 3 parkoersjuryleden
c. 1 rondenteller
d. 1 jurysecretaris / uitslagenverwerking/ tijdwaarnemer met applicatie technische opleiding (AMB + video)
e. 1 aankomstrechter
e. Voor regionale competitiewedstrijd baan/weg bestaat de gelicentieerde jury maximaal uit:
a. 1 hoofdscheidsrechter
b. 1 assistent scheidsrechter
c. 1 rondenteller
d. 1 jurysecretaris / uitslagenverwerking
e. 1 aankomstrechter afhankelijk van de soort wedstrijd
f. 1 tijdwaarnemer met applicatie technische opleiding (AMB + video)
g. 1 starter
Naast deze gediplomeerde en gelicentieerde juryleden zal er ook altijd minimaal 1 speaker (NK 2 speakers) aanwezig zijn.
Artikel 833
Opleiding en diplomering
x. Xx xxxx coördineert de organisatorische opleidingen voor juryleden.
b. De opleidingen voldoen aan de eisen gesteld in het Masterplan Arbitrage, eisen vanuit de KNSB en vanuit de sectie (en dan specifiek de jurycommissie).
c. De opleidingen en diplomering kennen een zekere gelaagdheid: regionaal en nationaal niveau.
d. Minimum voorwaarden voor de verschillende functies:
• Basisjurylid: vanaf 16 jaar kan de opleiding worden gevolgd; tenminste 18 jaar om op nationaal niveau te jureren.
• Scheidsrechter regionaal: tenminste 18 jaar zijn; in bezit zijn van diploma basis jury Inline- skaten; begeleid te worden door een scheidsrechter van minimaal regionaal niveau.
• Scheidsrechter nationaal: tenminste 21 jaar zijn; in bezit zijn van certificaat scheidsrechter regionaal Inline-skaten; minimaal 3 jaar ervaring als regionaal scheidsrechter; begeleid te worden door een scheidsrechter van nationaal of Europees niveau.
• Scheidsrechter internationaal en Europees (International Type /Class B):
- minimaal drie (3) jaar op nationaal niveau frequent gejureerd als hoofdscheidsrechter en starter,
- aanbevelingen van twee nationale juryleden,
- middelbare school opleiding afgerond,
- vloeiend Engels sprekend,
- jonger dan 50 jaar op 1 januari van het jaar van aanvraag.
Het is mogelijk dat de jurycommissie de sectie Inline-skaten en het Algemeen Bestuur verzoekt om dispensatie te verlenen op basis van het functioneren van de kandidaat.
• Speaker: in bezit zijn van diploma basis jury Inline-skaten en de specialisatie ‘speaker’
• Technische functies (AMB, tijdsregistratie, video): in bezit zijn van diploma basis jury Inline- skaten en de specialisatie ‘technische functies’
• Starter: in bezit zijn van diploma basis jury Inline-skaten en de specialisatie ‘starter’
Artikel 834
Licentie
a. Elk gediplomeerd jurylid kan een organisatorisch kaderlicentie (met specificatie) aanvragen.
b. Een kaderlicentie wordt alleen verstrekt wanneer er aan alle voorwaarden zijn voldaan.
c. De voorwaarden voor het verstrekken van een licentie zijn:
• in het bezit van een ‘jurydiploma’ Inline-skaten
• jaarlijks volgen van minimaal 1 bijscholing / applicatiebijeenkomst en de daarbij behorende verplichtingen
• geen berisping of schorsing voor (on)bepaalde tijd hebben
• lidmaatschaps- en licentiekosten aan de bond voldaan.
Artikel 835
Voorwaarden
Juryleden moeten zoveel mogelijk uitgesloten worden van (autonome) jurytaken (scheidsrechter, aankomstrechter) op dat moment dat één of meer familieleden deelnemen aan een bepaalde wedstrijd in een bepaalde categorie. Het is ook mede de taak van het betreffende jurylid om dit tijdig aan te geven bij de hoofdscheidsrechter.
Artikel 836
Verplichtingen
a. Alle juryleden hebben voordat zij een functie aanvaarden de ‘Gedragscode trainers en begeleiders’ ondertekend. Niet naleven van de gedragscode leidt tot disciplinaire maatregelen.
b. Juryleden respecteren en leven alle reglementen en andere regels na zonder aanzien van hun eigen vereniging, team, familielid, enzovoorts.
Artikel 837
Disciplinaire maatregelen
De bond kan via de sectie Inline-skaten en op advies van de jurycommissie Inline-skaten een jurylid straffen voor het overtreden van het huidige reglement of van enig ander van toepassing zijnde bondsreglement. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van een waarschuwing, een schorsing voor één seizoen of een uitsluiting voor onbepaalde tijd met intrekking van licentie.
Artikel 838
Beroepsprocedure
Een jurylid dat een waarschuwing, schorsing of uitsluiting krijgt opgelegd kan in beroep gaan tegen dit besluit bij de tuchtcommissie van de KNSB.
Artikel 839
Lijst van inzetbare juryleden
Elk jaar zal vanuit de jurycommissie van de sectie Inline-skaten een lijst worden bekend gemaakt met daarop de inzetbare gelicentieerde juryleden, scheidsrechters en starters.
Artikel 840
Kleding
a. Voor de nationale kampioenschappen en alle landelijke en regionale baancompetities bestaat de kleding van de juryleden uit:
• de door de KNSB verstrekte kleding is verplicht en verder wordt bij voorkeur een lange witte of blauwe pantalon en witte schoenen gedragen.
• het insigne/logo van de KNSB moet gedragen worden op de linkerkant van de trui.
b. Voor de nationale kampioenschappen en alle landelijke en regionale marathoncompetities bestaat de kleding van de juryleden uit:
• de door de KNSB verstrekte kleding is verplicht en verder wordt bij voorkeur een lange witte of blauwe pantalon en witte schoenen gedragen.
• het insigne/logo van de KNSB moet gedragen worden op de linkerkant van de trui.
c. Voor Europese en internationale juryleden geldt dat zij de CERS of FIRS-kleding dragen en zich aan de hiervoor geldende voorschriften houden.
d. Juryleden niet in functie, maar wel aanwezig bij een wedstrijd, worden geacht niet in jurykleding te verschijnen.
e. Juryleden die hun licentie niet verlengen of geschorst zijn, dienen de aan hen verstrekte jurykleding direct in te leveren bij het bondsbureau of de jurycommissie.
Artikel 841
Taken en bevoegdheden van de hoofdscheidsrechter (chief referee)
a. De hoofdscheidsrechter is verantwoordelijk voor het gehele technische en disciplinaire verloop van de wedstrijd. Hij dient:
a. te garanderen dat alle deelnemers zich houden aan de regels en dient beslissingen te nemen over alle technische problemen die ontstaan tijdens de competitie, ook als de reglementen geen uitsluitsel geven.
b. aan de leden van de jury de respectievelijke taken te geven.
c. het werk van de juryleden te leiden, coördineren, controleren en beslist bij problemen. Bovendien moet hij een rapport opstellen over het werk van de jury en dit overhandigen aan de jurycommissie Inline-skaten (onderdeel van de sectie), per adres bondsbureau.
d. de disciplinaire bevoegdheid uit te oefenen jegens de deelnemers, trainers en bestuurders van de geledingen en verenigingen van de KNSB, indien hun gedrag tijdens de wedstrijd het noodzakelijk maakt over te gaan tot disciplinaire maatregelen. (Zie ook art. 27 van de Algemene bepalingen van de Nationale wedstrijdreglementen).
e. (het) opnieuw te laten starten ( van wedstrijden) , indien ( deze) de wedstrijd naar zijn mening niet correct gestart of verlopen is (zijn). Dit geldt ook voor tijdritten, indien men een mechanisch defect heeft (gebroken skate) of in alle andere gevallen, die in dit reglement genoemd worden.
f. de formulieren van de wedstrijd die door de secretaris zijn opgesteld te tekenen en stuurt ze samen met alle overige van belang zijnde formulieren, waaronder de
daglicenties per omgaande toe aan de jurycommissie Inline-skaten (onderdeel van de sectie), per adres bondsbureau.
g. te controleren of de juryleden op hun plaats staan en of de tijdwaarnemers klaar zijn alvorens de starter het sein te geven dat er gestart kan worden.
h. in geval van onmiddellijke diskwalificatie, te controleren of deze is doorgegeven door de speaker en of de rijder die gediskwalificeerd is onmiddellijk de wedstrijd verlaat.
i. rijders die een waarschuwing van de scheidsrechters en/of juryleden niet opvolgen onmiddellijk te diskwalificeren.
x. xxxxxxx, die voor een kleine overtreding een waarschuwing gehad hebben, van deze waarschuwing op de hoogte stellen.
k. Juryleden die naar zijn mening hun taak niet naar behoren vervullen, te verwijderen of te vervangen.
b. Hij dient in eerste instantie te beslissen over protesten van vereniging, rijders of ploegen die deelnemen aan de wedstrijd.
Artikel 842
Taken en bevoegdheden van de Jurysecretaris (jury secretary)
a. De jurysecretaris werkt samen met de hoofdscheidsrechter, in het bijzonder met betrekking tot het samenstellen van de series, bij de samenstelling van de individuele- en landenranglijsten en bij het samenstellen van de uitslagen. De secretaris ondertekent deze en legt ze dan voor aan de hoofdscheidsrechter.
b. De jurysecretaris is verantwoordelijk voor de plaatsing van de uitslagen op de officiële website.
Artikel 843
Taken en bevoegdheden van de Starter (starting judge)
De starter heeft de volgende taken:
a. vóór iedere wedstrijd roept hij de deelnemende rijders bij elkaar, geeft hen de laatste instructies, controleert hun kleding en rugnummers. De rijders die zich niet op de startlijn bevinden op het moment van het startschot of – signaal worden uitgesloten van de wedstrijd.
b. controleren of alle skates van de rijders zich achter de startlijn bevinden.
c. hij geeft het xxxxxxxxxx, als de hoofdscheidsrechter daarvoor toestemming heeft gegeven.
d. hij roept het woord ”attentie” (attention), xxxxxxxx even en geeft daarna het startschot of een fluitsignaal.
e. bij een valse start lost hij een tweede schot om de rijders terug te laten keren en geeft een waarschuwing aan hen die de valse start veroorzaakt hebben.
Artikel 844
Taken en bevoegdheden van het Parcoursjurylid (courses judge)
a. De parcoursjuryleden hebben de volgende taken:
• het verloop van de wedstrijd controleren langs de zône die hen is toebedeeld.
• onmiddellijk doorgeven aan de hoofdscheidsrechter van onregelmatigheden die zich voordoen tijdens de wedstrijd.
• opletten op ingehaalde en opgehouden rijders en hiervan de hoofdscheidsrechter in kennis stellen.
b. Afhankelijk van de positie en de lengte van het parcours kennen we de volgende parcoursjuryleden:
• rechtelijn-jurylid (straight judges)
• bochtenjurylid (corner judges)
• wisseljurylid (bij estafettewedstrijden) (relay judges)
• reservejuryleden (auxiliary judges)
Artikel 845
Taken en bevoegdheden van de Aankomstrechter (finish judge)
a. het is de taak van de aankomstrechter, om de exacte volgorde van aankomst van de skaters vast te stellen.
b. bij de wedstrijden met pelotonsstart wordt iedere aankomstrechter naar noodzaak ingezet. De hoofdscheidsrechter geeft ieder zijn taak.
c. de aankomstrechters moeten minstens met z’n drieën zijn, het aantal mag groter zijn, naar gelang het aantal deelnemende skaters, maar moet altijd oneven zijn. In geval van verschil van mening besluit de meerderheid. Indien er een finishfoto is gemaakt of een video-opname, dan is deze bindend.
Artikel 846
Taken en bevoegdheden van de Rondenteller (lap scorer judge)
a. De rondenteller heeft de volgende taken:
• het aantal afgelegde ronden noteren.
• het aantal nog te rijden ronden aangeven met het rondenbord.
• vaststellen wie aan de leiding gaat.
• als de leider in de wedstrijd is gepasseerd het rondenbord met 1 ronde verlagen
• het ingaan van de laatste, punten- of premieronde met een bel aan te geven.
b. In geval van een wedstrijd van lange duur zal de organisatie met de rondenteller moeten afspreken hoe dit wordt aangegeven.
c. De rondenteller zal zich op minstens 3 meter afstand voor de finishlijn moeten opstellen, zo mogelijk aan de binnenkant van de piste.
Artikel 847
Taken en bevoegdheden van de Hulpstarter
Deze persoon (geen gelicentieerd jurylid, met uitzondering van het NK Baan en NK Weg) heeft de volgende taken:
• voor het begin van iedere wedstrijd controleren of iedere rijder de juiste nummers, op de voorgeschreven plaats, draagt.
• aangeven wanneer de deelnemers naar de start mogen oprijden en erop toezien dat pas na het sein van de hoofdscheidsrechter dit plaatsvindt.
• er voor zorgen dat de deelnemers die hun wedstrijd gereden hebben, niet meer terugkeren op het parcours. De deelnemers moeten op de plaats blijven die hen is toegewezen.
Artikel 848
Taken en bevoegdheden van de Tijdwaarnemers
a. In het geval er geen elektronische fotofinish, video-opname of transponderssysteem is, is het de taak van de tijdwaarnemers om de tijden, die door de deelnemers zijn gemaakt, bij elke wedstrijd vast te stellen en vast te leggen in het juryrapport. De voor de
tijdwaarneming verantwoordelijke scheidsrechter zal dit rapport aan de hoofdscheidsrechter overdragen.
b. Om een juiste tijdopname te garanderen, dient dit op de volgende wijze te geschieden:
• de tijden dienen door 3 officiële tijdwaarnemers, die gelicentieerd zijn door de KNSB, geklokt te worden.
• de chronometers moeten van het specifieke type zijn, dat is goedgekeurd voor de wedstrijden en zij moeten voorzien zijn van een certificaat dat een recente controle en ijking bevat.
• wanneer twee van de drie chronometers op dezelfde tijd zijn gestopt, geldt de tijd van die twee chronometers.
• wanneer de drie chronometers op verschillende tijden zijn gestopt geldt het gemiddelde van deze drie tijden.
• in het geval waarin de tijd door slechts twee chronometers is opgenomen, geldt de slechtste tijd.
c. De tijdwaarnemers moeten bij de startlijn staan, met de rug naar de starter. Bij wedstrijden waarbij de startlijn ver van de finish afligt, moeten de tijdwaarnemers de chronometers in werking stellen, op het moment waarop zij vuur uit het startpistool c.q. een lichtflits uit het startapparaat zien komen.
d. Alle tijdwaarnemers geven de tijd op z’n minst in tienden en op verzoek van de hoofdscheidsrechter in honderdsten of duizendsten van seconden. Bij de wedstrijden op de weg moeten de organisatoren zorgen voor transport, om de tijdwaarnemers van de start naar de finish te brengen.
e. Voor de Nederlandse kampioenschappen en landelijke competities geldt voor alle wedstrijden dat de finishfoto (Links), de foto-elektrische cel, AMB, de video (in kleur) en de elektronische tijdwaarneming verplicht zijn. Voor de regionale wedstrijden geldt dat AMB, video en elektronische tijdwaarneming verplicht zijn.
f. Wanneer gedurende een marathonwedstrijd de tijdsregistratieapparatuur uitvalt, dan zullen de eerste vijf aankomende op waarneming van de aankomstrechters geregistreerd worden en de overige deelnemers zullen ex equo geklasseerd worden.
Artikel 849
Sancties
De volgende disciplinaire maatregelen kunnen worden genomen gedurende het verloop van de wedstrijd, tegen de deelnemers die verantwoordelijk zijn voor sporttechnische overtredingen of onsportieve daden:
a. Waarschuwing
Waarschuwingen kunnen bij lichte overtredingen, waarin het reglement voorziet, gegeven worden. Over het algemeen gaat een waarschuwing vooraf aan een declassering of diskwalificatie behalve bij ernstige overtredingen. Indien drie waarschuwingen gegeven worden aan een rijder (ook al zijn het lichte overtredingen) dient hij door de hoofdscheidsrechter gediskwalificeerd worden.
Waarschuwingen kunnen door ieder jurylid die de wedstrijd jureert gegeven worden. De hoofdscheidsrechter wordt hier direct over ingelicht en deze kan, indien noodzakelijk, verdere maatregelen nemen.
Waarschuwing na overtredingen worden wel meegenomen naar de volgende serie of finale.
b. Declassering
Een deelnemer die zich, tijdens het verloop van een wedstrijd en in het bijzonder in de finale, schuldig maakt aan een overtreding ten opzichte van een of meer tegenstanders, kan door de hoofdscheidsrechter in de volgorde van aankomst teruggezet worden. Wanneer de schade in het voordeel van iemand werkt, dan moet degene verantwoordelijk voor de overtreding
gedeclasseerd worden achter de rijder die schade ondervond. Wanneer het een overtreding betreft die meer rijders benadeelt, dan zal de rijder die de overtreding maakte gedeclasseerd worden achter de laatste rijder die benadeeld is en hij kan gediskwalificeerd worden.
c. Diskwalificatie
Een diskwalificatie wordt uitgesproken:
a. bij meerdere waarschuwingen (3) gedurende dezelfde afstand.
b. bij een ernstige overtreding.
c. in geval van een zeer ernstige overtreding kan de deelnemer gediskwalificeerd worden door de xxxx voor alle wedstrijden onder auspiciën van de bond. Met name wanneer een rijder een overtreding begaat zodat zijn/haar teamgenoot kan winnen tijdens de wedstrijd, dan wordt de rijder gediskwalificeerd en ontvangt hij/zij tevens een boete van maximaal 300 euro. De hoofdscheidsrechter is verplicht om aan de sectie Inline-skaten (in casu de directeur Sport) deze ernstige overtredingen te rapporteren, zodat de bond disciplinaire maatregelen kan treffen.
d. De sectie, in casu de directeur Sport kan ook zelfstandig diskwalificatie uitspreken, zelfs voor een onbepaalde periode.
e. indien een deelnemer doping gebruikt heeft.
De onder a en b genoemde maatregelen worden door de hoofdscheidsrechter uitgesproken en bekendgemaakt. De onder c, d en e genoemde maatregel valt over de overtreding en de bijbehorende communicatie onder de verantwoordelijkheid van directeur Sport.
d. Disciplinaire maatregelen tegen een rijder of derde
Onverschillig welk lid van de jury die voor, gedurende of na de wedstrijd is beledigd of bedreiging heeft ondervonden van een deelnemer of van een ander persoon (gerelateerd aan) moet dit feit onmiddellijk doorgeven aan de hoofdscheidsrechter, die de noodzakelijke maatregelen zal treffen en de sectie Inline-skaten en de directeur Sport hierover zal inlichten conform artikel 27 van de algemene wedstrijdbepalingen.
In het geval van een niet-gerelateerde persoon, kan de hoofdscheidsrechter zich richten tot het organisatiecomité (bestuurslid van de vereniging) en bij ernstige bedreigingen tot de politie.
e. Maatregelen tegen de ploegleiders en officieel afgevaardigden van de vereniging De ploegleiders en afgevaardigden van de vereniging, die officieel zijn aangewezen door de deelnemende teams en rijders, dienen zich sportief te gedragen en de ‘Gedragscode trainers en begeleiders’ na te leven en dienen alle relevante reglementen te respecteren. Al naar gelang de xxxxx van een overtreding, die een ploegleider of afgevaardigde van de vereniging gemaakt heeft, wordt hij gewaarschuwd, weggestuurd van het parcours of ontvangt een gele/rode kaart.
De sectie Inline-skaten en de directeur Sport worden schriftelijk geïnformeerd over de overtreding en de opgelegde sanctie.
Tegen de sancties die door de sectie Inline-skaten zijn opgelegd aan een officiële ploegleider is beroep mogelijk bij de tuchtcommissie.
Slotartikel
In die gevallen waarin dit reglement niet voorziet, wordt teruggevallen op de Algemene Bepalingen en het Algemeen Reglement of zal het bestuur van de sectie Inline-skaten in samenspraak met de directeur Sport beslissen.
Bijlage 1: Aanvullende sporttechnische richtlijnen voor regionale/gewestelijke organisatoren 2014
Voor het organiseren van regionale en gewestelijke competities en wedstrijden gelden de Specifieke Bepalingen Inline-skaten zowel op het vlak van de sporttechnische (artikel 811
– 822) als de jurytechnische regelgeving (artikel 830-849).
Hieronder worden alle sporttechnische artikelen doorgenomen. Een artikel wordt toegelicht wanneer er een zekere vrijheid is voor de regionale/gewestelijke competitie-/ wedstrijd- organisator voor een eigen invulling. Of het artikel wordt toegelicht om de geldende afspraak extra onder de aandacht te brengen.
810 Onderwerp van dit reglement
Alle regels zijn van toepassing.
811 Kleding en uitrusting Alle regels zijn van toepassing. Extra aandacht voor:
811.3. Rug- en beennummers worden verstrekt via de bond
Logo van de sponsor van de bond dient correct gebruikt te worden conform KNSB- richtlijnen
De nummers dienen op tijdens de race zichtbare posities bevestigd te zijn.
812 Soorten wedstrijden
Alle regels zijn van toepassing.
812 Het staat regionale of gewestelijke competities/wedstrijden vrij om andersoortige wedstrijden te organiseren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan slalom en teamsprint.
812 In de specifieke bepaling over soorten wedstrijden wordt er niet gesproken over afstanden. Het staat regionale of gewestelijke competities/wedstrijden dan ook vrij om de afstand zelf vast te stellen.
812.k Competities en klassementen
812.k.d. Bij regionale/gewestelijke competities is het mogelijk om zowel licentiehouders als wedstrijddaglicentiehouders klassementspunten toe te kennen. Dit kan wedstrijddaglicentiehouders stimuleren om aan meerdere wedstrijden deel te nemen.
814 Organisatie
1. Kandidaatstelling en toekenning
814.1.c. Aanvraag van een vereniging voor het organiseren van een regionale/gewestelijke wedstrijd wordt ingediend bij de GTC. Een regionale wedstrijd Inline-skaten maakt onderdeel uit van een regionale competitie. Binnen een wedstrijdseizoen worden vanuit het sectiebestuur wedstrijddata aangewezen waarop regionale/gewestelijke wedstrijden kunnen worden georganiseerd. De GTC meldt alle regionale competitiewedstrijden aan bij de het sectiebestuur Inline-skaten en ontvangt een goedkeuring.
815 Deelname en inschrijving Alle regels zijn van toepassing. Extra aandacht voor:
1. Wedstrijdcategorieën
815.1.d. De organisatie heeft het recht bij aanmelding van een Inline-skate evenement, mits geaccordeerd door de sectie Inline-skaten, om per competitie of losse wedstrijd wedstrijdcategorieën samen te voegen en gezamenlijk of apart te klasseren.
2. Deelname aan wedstrijden
815.2.e. De mogelijkheid is aanwezig om regionale/gewestelijke wedstrijd open te stellen voor junioren A, dit in tegenstelling tot landelijke jeugdwedstrijden.
3. Deelname aan competitie
815.3.b. De regionale/gewestelijke commissie bepaalt zelf aan hoeveel wedstrijden van de competitie (eventueel inclusief de finale) de deelnemers verplicht moeten deelnemen en aan hoeveel wedstrijden er deelgenomen moet worden om in het eindklassement opgenomen te worden.
815.3.c De regionale/gewestelijk commissie kan een advies uitbrengen over de hoogte van het eventuele inschrijfgeld. De sectie Inline-skaten stelt in afstemming met de directeur Sport de hoogte van het inschrijfgeld voor de regionale/gewestelijke competitie en eventuele losse wedstrijden vast.
5. Inschrijving met jaarlicentie
814.5.a. Alle wedstrijdaankondigingen en -informatie zijn te vinden op xxxxxxxxx.xx
814.5.b. Deelnemersinschrijving via xxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx
814.5.f. Een licentiehouder dient zich af te melden als na inschrijving blijkt dat hij niet in staat of in de gelegenheid is om deel te nemen. Niet deelnemen en niets van je laten horen wordt bestraft ongeacht leeftijd of competitie.
6. Inschrijving met een daglicentie
814.6.f. Rijders die op een daglicentie deelnemen aan een regionale wedstrijd worden opgenomen in de uitslag, komen in aanmerking voor de dagprijzen en krijgen punten voor het regionale klassement. Dit als stimulans om na kennismaking met de wedstrijdsport volwaardig aan de competitie deel te nemen.
816 Promotie, degradatie, dispensatie
Alle regels zijn ook van toepassing voor regionale/gewestelijke wedstrijden en deelnemers.
817 Fair play
Alle regels zijn ook van toepassing voor regionale/gewestelijke wedstrijden en deelnemers.
818 Start
Alle regels zijn van toepassing.
819 Aankomst en uitslag
Alle regels zijn van toepassing. Speciale aandacht voor:
819.6.c. Uitslagen en klassementen worden zo spoedig mogelijk op xxxxxxxxx.xx geplaatst.
820 Premiesprint en puntentelling
Alle regels zijn van toepassing. Extra aandacht voor:
2. Puntentelling
820.2.g. Regionale of gewestelijke competities/wedstrijden hebben de vrijheid om bij weinig competitiedeelnemers een andere puntentelling te hanteren. Dit om competitie-
deelname te stimuleren en voor de deelnemers interessant genoeg te houden. De gewijzigde puntentelling wordt minimaal 2 maanden voor aanvang van het seizoen kenbaar gemaakt aan het sectiebestuur Inline-skaten.
821 Maatregelen en sancties
Alle regels zijn van toepassing.
822 Kampioenschappen
Gewestelijke kampioenschappen
Gewestelijke of regionale kampioenschappen zijn niet opgenomen in de Specifieke Bepalingen Inline-skaten.
Aanmelding:
Ook voor gewestelijke en regionale kampioenschappen geldt artikel 814.1.c. – melding bij regionale/gewestelijke commissie en binnen de kaders die het sectiebestuur aangeeft voor regionale wedstrijddata.
Deelnemers:
Gezien de omvang van de sport, de spreiding van de licentiehouders over verenigingen en de beleving dat je altijd mag deelnemen – mits de wedstrijd is opgesteld voor de betreffende wedstrijdcategorie – is het advies om alle regionale en gewestelijke kampioenschappen te organiseren als open kampioenschappen.
Jurytechnische reglement artikelen 830-849
Alle artikelen zijn van toepassing.
Bijlage 2: Positie rugnummer
Plaats het rugnummer onder de mouwaanzet of lager, zodat het nummer ook met een ronde rug zichtbaar is.