MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 9197
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 01-03-1999, nr. 41
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE BOEKHANDEL EN KANTOORVAKHANDEL
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van de Novaka Organisatie Kantoorvakhandel mede namens de Nederlandse Boekverkopersbond als partijen te ener zijde mede namens FNV Bondgenoten en de Dienstenbond CNV als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Boek- handel en Kantoorvakhandel, strekkende tot algemeen verbindendver- klaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Besluit:
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 maart 2000 de navol- gende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Boek-
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1999 CAO919799
CAO1435 1
handel en Kantoorvakhandel, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald:
Artikel 1
Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a. Werkgever:
1. iedere (rechts)persoon, wiens onderneming een detailhandels- bedrijf is.
Het detailhandelsbedrijf is de distribuant die produkten, meestal in kleinverpakking, aan de finale afnemer (eindgebruiker en eind- verbruiker) levert en de laatste schakel in het distributiekanaal is, veelal leverend aan de consument.
De omzet in het detailhandelsbedrijf wordt in hoofdzaak (voor 50% of meer) gerealiseerd door de verkoop/exploitatie van boe- ken en/of tijdschriften en/of de non-folioprodukten cd-i en cd- rom en/of kantoorbenodigdheden en/of kantoorinrichting en/of kantoormeubelen en/of kantoormachines en/of automatise- ringsprodukten (exclusief hardware- en softwareservices) en/of school-, schrijf- en tekenbehoeften en/of kunst schildersartikelen en/of papierwaren en/of papeterieartikelen;
2. iedere (rechts)persoon, in wiens onderneming de omzet nagenoeg uitsluitend gerealiseerd wordt door de verkoop/exploitatie van produkten uit groep a in combinatie met produkten uit groep b aan/ten behoeve van de bedrijfsmatige eindgebruiker;
groep a.: kantoorbenodigdheden en/of kantoorinrichting en/of kantoormeubelen en/of kantoormachines en/of automa- tiseringsprodukten (exclusief hardware- en software- services).
groep b.: school-, schrijf- en tekenbehoeften en/of kunstschilders- artikelen en/of papierwaren en/of papeterieartikelen.
c. Werknemer: de man of vrouw in dienstverband.
d. Full-timer: de werknemer, wiens overeengekomen normale weke- lijkse arbeidstijd gemiddeld 38 uren bedraagt.
e. Part-timer: de werknemer, wiens overeengekomen normale weke- lijkse arbeidstijd minder dan gemiddeld 38 uren bedraagt.
f. Afroepkracht: de werknemer die een dienstverband is aangegaan voor een, per afroep, telkens door de werkgever nader te bepalen aantal uren.
g. Maand: een kalendermaand.
h. Week: een periode van 7 opeenvolgende etmalen, waarvan het eer- ste aanvangt op maandagochtend 0.00 uur.
i. Vakantiedag: een vakantiedag is gelijk aan 7,6 uren.
j. Feestdag: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en de beide Kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van X.X. xx Xxxxxxxx wordt gevierd.
2
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
k. Normale wekelijkse arbeidstijd: het aantal arbeidsuren per week voor full-timers.
l. Normale dagelijkse arbeidstijd: de tijdstippen waarop de werknemer zijn werkzaamheden dagelijks normaliter aanvangt en beëindigt, vol- gens de voor hem geldende werktijdregeling.
m. Wekelijkse koopavond: één vaste wekelijkse avond gedurende welke de winkel regulier voor het publiek is geopend.
n. Schaalsalaris: het salaris als geregeld in bijlage I a c.q. II a.
o. Salaris: het maandsalaris, vastgesteld overeenkomstig artikel 11A
c.q. 11B.
p. Uurloon: het uurloon is gelijk aan 12 maal het maandsalaris, gedeeld door 1976 (52 x 38).
q. Functie: het geheel van werkzaamheden op grond waarvan de werk- nemer in een bepaalde salarisgroep is ingedeeld.
r. Ondernemingsraad: een ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden.
s. Vaste Commissie: de commissie als bedoeld in artikel 31 van deze CAO.
Artikel 2
Werkingssfeer
Deze overeenkomst is van toepassing op alle werkgevers en werkne- mers, met uitzondering van:
a. Werkgevers/werknemers op wie de XXX xxx Xxxxx of Bruna of de Groep van Wetenschappelijke en zelf-importerende Boekverkopers of Xxx Xxxxx Boekhuis b.v. van toepassing is;
b. Werknemers zijnde:
– (statutair) directeur;
– hulpkracht, waaronder wordt verstaan: een ieder die een dienst- verband is aangegaan voor het nagenoeg uitsluitend verrichten van werkzaamheden op zaterdag en/of de wekelijkse koopavond.
– vakantiekracht, waaronder wordt verstaan: een ieder die, onge- acht het aantal wekelijkse arbeidsuren, zich verbindt tot het ver- richten van niet-beroepsmatige arbeid in de onderneming bij arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur, welke de duur van twee maanden niet te boven mag gaan;
3
– bedrijfsleider, doch slechts voor wat betreft artikel 11A resp.
11B, alsmede bijlage I resp.II1) en stagiaires.
Artikel 3
Algemene verplichtingen van de werkgever
3. De werkgever zal met iedere werknemer schriftelijk een individuele arbeidsovereenkomst aangaan.
Artikel 5
Verplichtingen van de werknemer
2. De werknemer is gehouden alle hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden, voor zover deze redelijkerwijze kunnen worden verlangd, zo goed mogelijk uit te voeren en daarbij alle ver- strekte aanwijzingen en voorschriften, ook ten aanzien van tijd en plaats waarop de werkzaamheden moeten worden verricht, in acht te nemen.
3. De werknemer is gehouden om – indien de werkgever dit nodig acht
– tijdelijk ook andere dan zijn gewone dagelijkse werkzaamheden te verrichten, voor zover dit redelijkerwijze van hem verlangd kan wor- den, doch maximaal zes weken aaneengesloten.
4. Indien de werkgever het noodzakelijk oordeelt, is de werknemer xxx- xxx dan 60 jaar gehouden ook buiten de normaal voor hem geldende werktijden arbeid te verrichten, voor zover de werkgever de desbe- treffende wettelijke voorschriften en de bepalingen van deze CAO in acht neemt. De werkgever is gehouden een en ander tijdig mede te delen.
5. De werknemer dient vooraf aan de werkgever schriftelijk medede- ling te doen van de door hem te verrichten betaalde arbeid voor der- den, het zaken voor eigen rekening doen of het als agent voor derden optreden. Tegen nevenfuncties als hier bedoeld, zal de werkgever geen bezwaar maken zolang zij naar het oordeel van de werkgever niet door omvang en/of aard een beletsel dreigen te vormen voor het naar behoren (kunnen blijven) vervullen van de eigen functie. Het is de werknemer, indien de werkgever binnen 14 dagen na ontvangst van de schriftelijke mededeling van de werknemer schriftelijk be- zwaar heeft gemaakt, niet toegestaan bovenbedoelde arbeid te ver-
1) Noot van CAO-partijen:
Uitdrukkelijk zij vermeld dat slechts de salarisbepalingen niet van toepassing zijn, doch de overige bepalingen van de CAO wel.
4
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
richten. Het is de werkgever toegestaan de toestemming aan be- paalde voorwaarden te verbinden.
6. De werknemer die arbeidsongeschikt wordt als gevolg van arbeid als in het vorige lid bedoeld, terwijl deze arbeid niet door de werkgever was toegestaan, ofwel niet aan de werkgever was medegedeeld, ver- liest, onverminderd de verplichtingen van de werkgever krachtens de wet ter zake, elke aanspraak op de in artikel 18 geregelde aanvulling op de wettelijke vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid.
7. De werknemer is gehouden tot geheimhouding van al hetgeen hem omtrent of in verband met de onderneming van de werkgever bekend is geworden en waaromtrent hem geheimhouding is opgelegd en/of hij het vertrouwelijk karakter redelijkerwijze kon vermoeden, xxxxx tevens na beëindiging van het dienstverband.
Artikel 6A
Arbeidstijd
1. Voor werknemers in dienst van werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.1, bedraagt de normale arbeidstijd:
a. gemiddeld ten hoogste 38 uren per week, berekend per periode van vier aaneensluitende weken, waarbij deze perioden elkaar niet mogen overlappen;
b. ten hoogste 9 uren per dag. (Dit geldt ook voor de dag waarop de wekelijkse koopavond wordt gehouden). Onder de normale arbeidstijd vallen niet de uren waarmee in enige week een arbeidstijd van 48 uren wordt overschreden.
2. Tot de normale arbeidstijd worden niet gerekend:
a. de uren, liggende voor 7.00 uur en na 18.00 uur op maandag tot en met zaterdag, respectievelijk na 21.00 uur op de dag waarop de wekelijkse koopavond wordt gehouden;
b. de uren op zondagen en feestdagen, als bedoeld in artikel 1 sub j;
3. De gewerkte uren op de wekelijkse koopavond na 18.00 uur, alsmede de gewerkte uren op zaterdag tussen 14.00 uur en 18.00 uur, worden aangemerkt als bijzondere uren en vergoed conform de vergoedings- regeling als hierna omschreven in artikel 9.
5
Artikel 6B
1. Voor werknemers in dienst van werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.2, bedraagt de normale arbeidstijd:
a. gemiddeld ten hoogste 38 uren per week, berekend per periode van vier aaneensluitende weken, waarbij deze perioden elkaar niet mogen overlappen;
b. ten hoogste 9 uren per dag.
Onder de normale arbeidstijd vallen niet de uren waarmee in enige week een arbeidstijd van 48 uren wordt overschreden.
2. Tot de normale arbeidstijd worden niet gerekend:
a. de uren, liggende voor 7.00 uur en na 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag;
b. de uren op zaterdagen, alsmede op zondagen en feestdagen, als bedoeld in artikel 1 sub j.
Artikel 7
Arbeidsduurverkorting
1. Per 1 januari 1999 is de roostervrije tijd verdisconteerd in de omvang van de werkweek.1) Dientengevolge is de gemiddelde arbeidsduur voor full-timers en part-timers per die datum1) verkort met 5%.
2. Werkgever kan, indien de werknemer daarmee instemt, besluiten tot handhaving van de overeengekomen gemiddelde arbeidsduur, zoals die gold voor 1 januari 1999.
3. Werkgever en werknemer kunnen in overleg besluiten de wekelijkse uren arbeidsduurverkorting te sparen, teneinde werknemer in staat te stellen deze zoveel mogelijk te genieten in de vorm van halve of hele dagen.
Artikel 8
Vijfdaagse werkweek
1. Ter verwezenlijking van een vijfdaagse werkweek, wordt door de werknemer op 52 dagen per vakantiejaar geen arbeid verricht, los van de overige vrije dagen als bedoeld in de artikelen 1 sub j, 9, 10, 15, 15a en 16.
2. De werkgever stelt de in het voorgaande lid genoemde 52 vrije dagen vast, waarbij hij rekening houdt met de wensen van de werknemer. De vrije dagen worden in ieder geval zodanig vastgesteld dat deze
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
6
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
zoveel mogelijk als hele dagen en over het jaar verspreid kunnen worden genoten.
3. De werknemer, die gedurende het gehele vakantiejaar wekelijks een vaste vrije (halve) dag heeft, wordt geacht zijn vrije (halve) dag genoten te hebben indien deze (halve) dag samen valt met een feest- dag als bedoeld in artikel 1 sub j.
Artikel 9
Compensatie zaterdagmiddag en de wekelijkse koopavond
1. De werknemer die arbeid verricht op zaterdagmiddag tussen 14:00– 18:00 uur, en/of op de wekelijkse koopavond van 18:00–21.00 uur, heeft voor elk gewerkt uur recht op het uurloon vermeerderd met een toeslag van 20 minuten vrije tijd of een vervangende vergoeding van 33.3% in geld.
2. De toeslag wordt door de werkgever uitgekeerd in vrije tijd, tenzij werkgever en werknemer vergoeding in geld overeenkomen. De opgebouwde extra vrije tijd zal in principe binnen uiterlijk 6 maan- den na het ontstaan van de aanspraak daarop dienen te worden gege- ven, bij gebreke waarvan vervangende vergoeding in geld dient plaats te hebben.
3. De werkgever stelt de vrije tijd vast in de vorm van hele of halve dagen. De extra vrije tijd kan eventueel in combinatie met aan de werknemer uit anderen hoofde toekomende vrije tijd worden gege- ven.
4. De werkgever houdt bij het vaststellen van de (halve) vrije rekening met de wensen van de werknemer.
5. Indien de toeslag in geld wordt verstrekt, dan dient dit specifiek uit de loonspecificatie opgemaakt te kunnen worden.
6. Het in dit artikel bepaalde is niet van toepassing op werknemers in dienst van werkgevers bedoeld in artikel 1.a.2 van deze CAO.
7
Artikel 10
Vakantie
1. Het vakantiejaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei.
2. De full-timer heeft over elk heel vakantiejaar aanspraak op 24 vakan- tiedagen. Vakantiedagen worden in vakantie-uren omgerekend. De werkgever is verplicht een zodanige registratie van vakantie-uren te voeren, dat daaruit te allen tijde blijkt over welk saldo aan vakantie- uren de werknemer beschikt.
3. Indien een werknemer tenminste 25 jaar, dan wel 40 jaar bij dezelfde onderneming werkzaam is geweest, heeft hij recht op twee, onder- scheidenlijk vier extra vakantiedagen per vakantiejaar.
4. Indien een werknemer de leeftijd van 50, 55, dan wel 60 jaar heeft bereikt, heeft hij recht op één, twee, onderscheidenlijk drie extra vakantiedagen per vakantiejaar.
5. Xxxxxxx van samenloop van aanspraken krachtens het derde en vierde lid, heeft de werknemer uitsluitend aanspraak op extra vakantieda- gen krachtens het lid dat hem het meest verstrekkende recht toekent.
6. De aanspraak op vakantiedagen van de part-timer wordt naar even- redigheid van de omvang van het dienstverband verminderd.
7. De aanspraak op vakantiedagen van de werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst is (geweest), wordt naar evenre- digheid verminderd.
8. Indien de berekening van het aantal vakantiedagen resulteert in een gedeelte van een vakantiedag, wordt dit gedeelte voor zover het:
a. tenminste een kwart doch minder dan driekwart dag bedraagt, afgerond op een halve dag;
b. tenminste driekwart dag bedraagt, afgerond op een hele dag;
c. minder dan een kwart bedraagt, verwaarloosd.
9. De werkgever stelt de tijdvakken van de vakantie tijdig en zoveel mogelijk rekening houdende met de wensen van de werknemer vast, doch in ieder geval zodanig dat:
a. de werknemer, wiens aanspraken daartoe toereikend zijn, gedu- rende twee opeenvolgende weken geen arbeid behoeft te verrich- ten;
b. deze aaneengesloten vakantie ligt in de periode van 30 april tot 1 oktober en, zolang de betrokken werknemer nog partieel leer- plichtig is, bovendien samenvalt met diens schoolvakantie, één
8
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
en ander tenzij de werkgever op verzoek van de werknemer anders bepaalt.
10. Indien voor een onderneming een vakantiesluitingsregeling geldt, kan de werkgever de aaneengesloten vakantie geheel of gedeeltelijk met de in deze regeling vastgestelde periode laten samenvallen.
11. De werkgever kan maximaal 3 vakantiedagen als verplichte snipper- dag aanwijzen.
12. Een vakantiedag waarop de werknemer arbeidsongeschikt is, geldt niet als een vakantiedag.
13. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer, tenzij de arbeidsongeschiktheid door zijn opzet is veroorzaakt, aanspraak op vakantie over het tijdvak van de laatste 6 maanden van arbeidsonge- schiktheid, met dien verstande dat perioden van arbeidsongeschikt- heid worden samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen, onverminderd het overige in arti- kel 7:635 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde.
Artikel 11A
Salarisbepalingen
1. Dit artikel is van toepassing op werknemers in dienst van werkge- vers als bedoeld in artikel 1.a.1 van deze CAO.
2. De werknemers worden, naar de aard van de door hen in hoofdzaak te verrichten werkzaamheden, ingedeeld in een salarisgroep, met inachtneming van de functiegroepenomschrijvingen zoals vermeld in bijlage I b van deze overeenkomst.
3. Bij de salarisgroepen A tot en met F behoren de salarisschalen als bedoeld in Bijlage I a, die, tot en met het 23-ste levensjaar van de werknemer, gebaseerd zijn op de leeftijd van de werknemer. Vanaf het moment dat de werknemer de 23-jarige leeftijd bereikt heeft, wordt de hoogte van het salaris bepaald door het aantal aan de werk- nemer toegekende schaaltreden in de voor hem geldende salaris- groep.
4. Iedere werknemer ontvangt in de regel bij aanstelling, doch in elk geval uiterlijk binnen 3 maanden na zijn aanstelling schriftelijk
9
mededeling van de salarisgroep waarin zijn functie is ingedeeld, van zijn schaalsalaris en eventueel van het aantal schaaltreden waarop zijn salaris is gebaseerd.
5. Van een wijziging van zijn groepsindeling ontvangt de werknemer van de werkgever schriftelijk mededeling, onder vermelding van zijn nieuwe salarisgroep en zijn nieuwe salaris.
6. Een werknemer die werkzaamheden verricht welke onder verschil- lende groepen vallen, wordt, met in achtneming van het in het eerste lid bepaalde, naar billijkheid ingedeeld. Daarbij worden zowel kwan- titatieve als kwalitatieve aspecten in ogenschouw genomen.
7. Aan de werknemer kunnen zowel op grond van opleiding als op grond van elders opgedane en voor de functie bruikbare ervaring, in zijn salarisgroep schaaltreden worden toegekend.
8. a. De werknemer die bij aanstelling in een leeftijdsschaal is inge- deeld, heeft, uiterlijk op de eerste dag van de maand waarin hij jarig is, recht op het salaris dat krachtens de geldende salaris- groep met zijn leeftijd overeenstemt, onverminderd hetgeen hier- omtrent in de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag is en wordt bepaald.
b. Aan de werknemer die de 23-jarige leeftijd heeft bereikt en voor wie (een) schaaltrede(n) is/zijn vastgesteld, zal/zullen een of meer schaaltrede(n) worden toegekend, indien dit naar het oor- deel van de werkgever op grond van normaal goed functioneren gerechtvaardigd is, met dien verstande dat toekenning slechts mogelijk is voor zover hem het maximum aantal schaaltreden in de voor hem geldende salarisgroep nog niet is toegekend. Voor zoveel mogelijk zal de werknemer voor het einde van het kalen- derjaar schriftelijk worden meegedeeld hoeveel schaaltreden hem zijn toegekend.
Indien hem één of meerdere schaaltrede(n) is/zijn toegekend, dan zal zijn salaris met ingang van de eerste dag van het nieuwe kalenderjaar worden verhoogd met de hem toegekende schaalt- rede(n). De werknemer aan wie geen schaaltrede wordt toege- kend, wordt hiervan tijdig voor het einde van het kalenderjaar of indien sub c van dit artikellid van toepassing is, voor 1 juli en onder vermelding van redenen schriftelijk op de hoogte gesteld.
c. In afwijking van het onder sub b gestelde, zal aan de werknemer die in de periode van de zevende tot en met de twaalfde maand van enig kalenderjaar in dienst treedt, een eventuele schaaltrede verhoging eerst worden toegekend per 1 juli opvolgend.
9. In salarisgroep A gelden steeds de wettelijke minimumlonen tot en met de 23-jarige leeftijd.
10
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
10. Van part-timers wordt het (schaal)salaris naar evenredigheid van de omvang van het dienstverband vastgesteld.
Artikel 11B
1. Dit artikel is van toepassing op werknemers in dienst van werkge- vers als bedoeld in artikel 1.a.2 van deze CAO.
2. De functies van werknemers zijn ingedeeld in functiegroepen. De indeling is vermeld in bijlage II b.
3. Bij elke functiegroep behoort een salarisschaal welke een gedeelte omvat dat gebaseerd is op de leeftijd van de werknemer en een gedeelte, dat gebaseerd is op functiejaren. De schalen zijn opgeno- men in bijlage II a.
Artikel 12
Plaatsing in een hoger ingedeelde functie
1. Tijdelijke waarneming:
a. Werknemers die tijdelijk een functie volledig waarnemen welke hoger ingedeeld is dan hun eigen functie, blijven ingedeeld in de salarisgroep en de salarisschaal die met hun eigen functie over- eenkomen.
b. Indien de tijdelijke waarneming tenminste zes weken aaneenge- sloten heeft geduurd, ontvangt de werknemer met ingang van de zevende week voor deze waarneming een toeslag. Deze toeslag bedraagt 50% van het verschil tussen het schaalsalaris behorende bij de hogere salarisgroep en het feitelijke schaalsalaris van de waarnemer. Hierbij wordt uitgegaan van een voor de waarnemer gelijk aantal schaaltreden.
c. Indien de waarneming twaalf weken aaneengesloten heeft ge- duurd, ontvangt de werknemer met ingang van de dertiende week een toeslag van 100% van het in sub b bedoelde verschil.
d. Aan de werknemer die in een kalenderjaar eenzelfde hoger inge- deelde functie reeds twee maal heeft waargenomen, telkens voor een periode van tenminste zes weken aaneengesloten, zal voor de duur van de volgende waarneming van deze functie in dat jaar een toeslag worden toegekend van 100% van het in sub b be- doelde verschil.
e. Een toeslag wordt niet toegekend aan de werknemer voor wie bij
11
de indeling van zijn functie met het eventueel waarnemen van een hogere functie rekening is gehouden.
2. Promotie:
a. Werknemers die definitief in een hoger ingedeelde functie wor- den aangesteld, worden, tenzij in deze overeenkomst anderszins is bepaald, in de regel in de overeenkomende hogere salarisgroep ingedeeld met ingang van de betalingsperiode volgend op die waarin de promotie heeft plaatsgevonden.
b. Indien een werknemer promoveert van een lagere naar een ho- gere salarisgroep, dan wordt hem eerst een schaaltrede toegekend van de oorspronkelijke salarisgroep, of, indien het maximum in deze groep reeds bereikt is, een theoretische schaaltrede gelijk aan de laatste schaaltrede, waarna de werknemer wordt xxxx- xxxxxxx op het naasthogere salaris van de hogere salarisgroep.
Artikel 13
Plaatsing in een lager ingedeelde functie
1. De werknemer die met zijn instemming op voorstel van de werkge- ver wordt geplaatst in een lagere salarisgroep ingedeelde functie, wordt, met in gang van de betaalperiode volgend op die waarin de plaatsing in delagere functie is geschied, ingedeeld in de met de functie overeenkomende lagere salarisschaal.
2. Het salaris zal aan de lagere indeling worden aangepast door één schaaltrede in de oorspronkelijke salarisgroep terug te gaan, gevolgd door inschaling op het naastlagere schaalsalaris van de lagere salaris- groep. Het verschil tussen het oorspronkelijke salaris en het nieuwe salaris zal worden toegekend in de vorm van een persoonlijke toe- slag. Deze persoonlijke toeslag zal worden afgebouwd in een periode van ten hoogste vier jaren, doch met tenminste 2% van het oorspron- kelijke schaalsalaris per jaar.
Artikel 14
Overwerk
1. Onder overwerk wordt verstaan:
a. arbeid verricht in opdracht van de werkgever, na overleg tussen de werkgever en de werknemer, mits daardoor de normale arbeidstijd als bedoeld in artikel 6A lid 1 sub a respectievelijk 6B lid 1 sub a wordt overschreden, met dien verstande dat eerst sprake is van overwerk indien een gemiddelde arbeidstijd van 40 uren wordt overschreden;
b. arbeid verricht in opdracht van de werkgever, na overleg tussen de werkgever en de werknemer, mits daardoor de normale
12
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
arbeidstijd als bedoeld in artikel 6A lid 1 sub b respectievelijk 6B lid 1 sub b wordt overschreden;
c. arbeid verricht buiten de normale arbeidstijd als bedoeld in arti- kel 6A lid 2 respectievelijk artikel 6B lid 2;
2. Overwerk zal zo min mogelijk worden opgedragen. Onder overwerk wordt niet verstaan:
a. de arbeid verricht gedurende niet langer dan een kwartier per dag aansluitend op de normale dagelijkse arbeidstijd wegens drukke werkzaamheden of voor het afmaken van een bepaalde taak;
b. de arbeid verricht door een werknemer die een zodanig loon geniet, dat hij op grond daarvan niet valt onder de bepalingen van de Ziekenfondswet;
c. de arbeid verricht door in- en verkooppersoneel in de buiten- dienst;
d. de arbeid verricht door schoonmaakpersoneel.
4. De werknemer kan niet tot het verrichten van arbeid op zondag wor- den verplicht.
Artikel 14A
Woon-werkverkeer/reistijd
Xxxx/werkverkeer, alsmede reistijd van minder dan één uur voor en één uur na de normale dagelijkse arbeidstijd wordt niet vergoed.
Artikel 15
Overwerkvergoeding
De vergoeding voor elk uur overwerk als bedoeld in artikel 14 lid 1 sub c, bedraagt het uurloon vermeerderd met de volgende toeslagen:
Xxx | Xxxx | vergoeding in vrije tijd (minuten) | vergoeding ter vervanging van vrije tijd in % van het uurloon. |
ma t/m vr | 18:00–21:00* | 20 | 33,3% |
ma t/m vr | 21:00–07:00 | 30 | 50% |
zaterdag | 00:00–07:00 | 30 | 50% |
zaterdag | 18:00–24:00 | 60 | 100% |
13
Xxx Xxxx vergoeding in vrije tijd (minuten)
vergoeding ter vervanging van vrije tijd in % van het uurloon.
zon/feestdag** | 00:00–19:00 | 60 | 100% |
zon/feestdag** | 19:00–21:00 | 75 | 125% |
zon/feestdag** | 21:00–24:00 | 90 | 150% |
zaterdag*** | 07:00–18:00 | 15 | 25% |
* M.u.v. de wekelijkse koopavond voor werknemers in dienst van werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.1. van deze CAO.
** zie artikel 1 sub j.
*** geldt alleen voor werknemers in dienst van werkgevers als bedoeld in arti- kel 1.a.2. van deze CAO.
2. De vergoeding voor overwerk als bedoeld in artikel 14 lid 1 sub a en b bedraagt:
a. voor de eerste twee uur overwerk: het uurloon vermeerderd met een toeslag van 15 minuten vrije tijd of 25% ter vervanging in geld;
b. voor het derde en volgende uren: het uurloon vermeerderd met een toeslag van 30 minuten vrije tijd of 50% ter vervanging in geld.
3. Indien op grond van het bepaalde in de artikelen 14 lid 1 juncto 15 lid 1 en/of 2 recht op meerdere toeslagen bestaat, kan uitsluitend aan- spraak worden gemaakt op één toeslag, te weten de hoogste.
4. De toeslag voor overwerk wordt door de werkgever uitgekeerd in vrije tijd, tenzij werkgever en werknemer vergoeding in geld over- eenkomen. De opgebouwde extra vrije tijd zal in principe binnen uiterlijk 6 maanden na het ontstaan van de aanspraak daarop dienen te worden gegeven, bij gebreke waarvan vervangende vergoeding in geld dient plaats te hebben.
5. De werkgever stelt de vrije tijd vast in de vorm van hele of halve dagen. De extra vrije tijd kan eventueel in combinatie met aan de werknemer uit anderen hoofde toekomende vrije tijd worden gege- ven.
6. De werkgever houdt bij het vaststellen van de vrije (halve) dagen rekening met de wensen van de werknemer.
7. Indien de toeslag in geld wordt verstrekt, dan dient dit specifiek uit de loonspecificatie opgemaakt te kunnen worden.
14
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 15A
Werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.2 van deze CAO kunnen, wanneer de bedrijfsomstandigheden dat toelaten, in gezamenlijk overleg met de werknemer(s) besluiten de overuren te compenseren door vrije uren op basis van tijd voor tijd.
Artikel 16
Buitengewoon verlof
1. Een werknemer heeft in de volgende gevallen recht op buitengewoon verlof met behoud van loon gedurende de daarbij aangegeven tijd, mits hij zo mogelijk tenminste één dag tevoren en onder overlegging van bewijsstukken aan de werkgever van het verzuim kennis geeft en de gebeurtenis of de plechtigheid in het desbetreffende geval daadwerkelijk bijwoont:
a. bij zijn/haar ondertrouw: halve dag;
b. bij zijn/haar huwelijk: twee dagen;
c. bij zijn/haar 25-, 40- en 50-jarig huwelijksfeest, dan wel dienst- jubileum: één dag;
d. bij de bevalling van zijn echtgenote: één dag;
e. voor het bijwonen van een huwelijk van een van zijn/haar kin- deren, broers of zusters: één dag;
f. bij het overlijden van zijn/haar echtgenote/echtgenoot: de sterf- dag en voorts tot en met de dag van de begrafenis/crematie;
g. bij het overlijden van (één van) zijn/haar ouders, schoonouders, eigen of aangehuwde kinderen: één dag, alsmede voor het bijwo- nen van de dag van de begrafenis/crematie: één dag; voor het bij- wonen van de begrafenis/crematie van (één van) zijn/haar groot- ouders, kleinkinderen, broers, zusters, zwagers of schoonzusters: één dag.
2. Bovendien wordt aan de werknemer buitengewoon verlof met be- houd van loon verleend:
a. voor het bijwonen van vergaderingen van werknemersorganisa- ties als kaderlid of afgevaardigde: gedurende ten hoogste in totaal drie dagen per jaar;
b. voor het afleggen van een examen ter verkrijging van een krach- tens enige wettelijke vestigingsregeling aangewezen diploma: gedurende de daarvoor noodzakelijke tijd;
c. na opzegging van de dienstbetrekking door de werkgever voor
15
het solliciteren of voor het op uitnodiging mondeling toelichten van een sollicitatie: de daarvoor benodigde tijd;
d. voor het éénmaal in de periode van 3 jaar voor zijn pensionering deelnemen aan een cursus ter voorbereiding op de pensionering: gedurende ten hoogste vijf dagen.
3. Onder ouders, kinderen, broers en zusters, bedoeld in het eerste lid, worden mede begrepen stiefouders, stiefkinderen en stiefzusters, als- mede pleegouders, pleegkinderen, pleegbroers en pleegzusters.
5. In het kader van het in dit artikel geregelde buitengewoon verlof met behoud van loon worden met echtgenoten of gehuwden gelijk ge- steld, ongehuwden die zich blijvend hebben gevestigd in een woon- situatie, welke vergelijkbaar is met die van gehuwden, dit aan de werkgever kenbaar hebben gemaakt en bedoelde situatie tenminste zes maanden heeft geduurd én op het moment van het zich beroepen op het in dit artikel bepaalde nog steeds voortduurt.
Artikel 17
Vakantiebijslag
De vakantiebijslag bedraagt 8% over het daadwerkelijk verdiende sala- ris over de periode van de laatst verschenen eerste juni tot en met 31 mei daaropvolgend. De vakantiebijslag wordt uiterlijk voldaan op 1 juni.
Artikel 17A
Voor full-time werknemers van 23 jaar en ouder in dienst van werkge- vers als bedoeld in artikel 1.a.2 van deze CAO bedraagt de vakantie- bijslag tenminste f 2500,– (bruto) voor een volledig vakantiejaar.
Artikel 18
Arbeidsongeschiktheid
1. Bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte behoudt de werknemer zijn aanspraak op doorbetaling van het volle loon over een tijdvak van 52 weken, evenwel met aftrek van ten hoogste één wachtdag.
2. Het loon, bedoeld in lid 1, wordt verminderd met:
a. het bedrag van enige geldelijke uitkering die de werknemer toe- komt krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de deelne- ming is bedongen bij of voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst.
b. het bedrag van de inkomsten, door de werknemer in of buitendienstbetrekking genoten voor werkzaamheden die hij heeft
16
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
verricht gedurende de tijd dat hij, zo hij daartoe niet verhinderd was geweest, de bedongen arbeid had kunnen verrichten.
c. De inhoudingen krachtens de bepalingen van de Stichting Be- drijfspensioenfonds voor de Detailhandel, de inhoudingen krach- tens de bepalingen van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalnijverheid, de inhoudingen krachtens de CAO Vrijwil- lig Vervroegd Uittreden Boekhandel en Kantoorvakhandel, de inhoudingen in het kader van de in artikel 19 a geregelde arbeids- ongeschikheidspensioenregeling, alsmede andere overeengeko- men of reguliere in houdingen.
3. Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het eer- ste lid, worden ziekteperioden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
4. De werknemer heeft het in het eerste lid bedoelde recht niet, althans voor zover de wet zulks toelaat:
a. indien de ziekte of het ongeval door opzet van de werknemer is veroorzaakt of het gevolg is van een gebrek of ziekte, waar- omtrent de werknemer bij het indienst treden de werkgever des- gevraagd geen of onjuiste inlichtingen heeft verstrekt;
b. voor de tijd, gedurende welke door toedoen van de werknemer de genezing wordt belemmerd of vertraagd;
c. voor de tijd, gedurende welke de werknemer hoewel daartoe in staat, zonder deugdelijke grond, passende arbeid voor de werk- gever of voor een door de werkgever met toestemming van de bedrijfsvereniging waarbij deze is aangesloten aangewezen derde, waartoe de werkgever de werknemer in de gelegenheid stelt, niet verricht.
d. indien op grond van omstandigheden, welke door opzet of schuld van de werknemer zijn ontstaan, de in het tweede lid onder a bedoelde geldelijke uitkering ingevolge enig wettelijk voorge- schreven verzekering of enige verzekering of uit enig fonds geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd;
e. indien en voor zover de werknemer xxxxxxx van zijn ziekte, dan wel uit hoofde van een hem overkomen ongeval jegens derden een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving kan doen gelden.
In dat geval zal de werkgever niettemin de in dit artikel voor- ziene betalingen aan de werknemer doen, doch alleen bij wijze van voorschot op deze schadevergoeding.
De werknemer wordt geacht zijn recht op schadevergoeding ten belope van het bedrag van het gehele voorschot aan de werkge-
17
ver te hebben gecedeerd en is desverlangd verplicht een hierop betrekking hebbende akte van cessie te tekenen en iedere mede- werking te verlenen voor de totstandkoming van een rechtsgel- dige cessie. De werkgever zal het voorschot met de uit te keren schadevergoeding verrekenen;
Artikel 18A
Werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.2 van deze CAO zijn verplicht aan de werknemer een aanvulling te verstrekken vanaf 70% van het voor de betrokken werknemer geldende WAO-dagloon op basis van een volle- dige arbeidsongeschiktheid tot het voor de werknemer geldende netto inkomen over de dagen dat de werknemer terzake van arbeidsonge- schiktheid een uitkering ontvangt krachtens de Wet op de Arbeidsonge- schiktheidsverzekering/ Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, doch ten hoogste 12 maanden.
Artikel 19A
Arbeidsongeschiktheidspensioenregeling
Voor wat betreft de afdichting van een eventueel ,,WAO-gat’’ van werk- nemers in dienst van werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.1 van deze CAO, is de tussen werkgevers- en werknemersorganisaties in 1993 in het Centraal Overleg Detailhandel overeengekomen regeling van toepas- sing. Deze door het Bedrijfspensioenfonds voor de Detailhandel uitge- voerde regeling houdt introductie van een verplicht arbeidsonge- schiktheidspensioen in.
Artikel 20
Uitkering bij overlijden1)
1. De werkgever is verplicht aan de nagelaten betrekkingen van de werknemer over de periode vanaf de dag na overlijden tot en met de laatste dag van de tweede maand na die, waarin het overlijden plaats- vond, een uitkering te verlenen ten bedrage van het loon dat de werk- nemer laatstelijk rechtens toekwam.
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder nagelaten betrekkin- gen verstaan de langstlevende der echtgenoten van wie de werkne- mer niet duurzaam gescheiden leefde, dan wel de daarmee op grond van een wettelijk voorgeschreven ziekte- of arbeidsongeschiktheids- verzekering terzake de uitkering bij overlijden gelijkgestelde per- soon, of bij ontstentenis van deze de minderjarige wettige of natuur- lijke kinderen.
1) Artikel 7:674 van het Burgerlijk Wetboek is onverkort van toepassing.
18
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. De overlijdensuitkering als bedoeld in het eerste lid, kan worden ver- minderd met het bedrag van de uitkering dat aan de nagelaten betrek- kingen xxxxxxx het overlijden van de werknemer toekomt krachtens een wettelijk voorgeschreven ziekte- of arbeidsongeschiktheidsver- zekering.
4. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet, indien ten gevolge van het toedoen/nalaten van de werknemer geen aanspraak bestaat op een uitkering krachtens een wettelijk voorgeschreven ziekteof arbeidson- geschiktheidsverzekering.
Artikel 21
Beëindiging dienstbetrekking 65-jarige
De dienstbetrekking tussen de werkgever en de werknemer eindigt van rechtswege uiterlijk op de eerste dag van de maand, waarin door de werknemer de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.
Artikel 24
Proeftijd
De eerste twee maanden van de dienstbetrekking zullen, tenzij schrifte- lijk anders wordt overeengekomen, als proeftijd gelden. Dit geldt ook voor overeenkomsten voor bepaalde duur voor korter dan twee jaren en voor overeenkomsten voor bepaalde duur waarvan het einde niet op een kalenderdatum is gesteld.
Artikel 25
Contracten voor bepaalde tijd
1. Vanaf het moment dat tussen dezelfde partijen:
a. voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar heb- ben opgevolgd in een periode langer dan 36 maanden met tus- senpozen van niet meer dan drie maanden.
b. meer dan drie voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkom- sten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan drie maanden, geldt de laatste arbeidsovereenkomst als aange- gaan voor onbepaalde tijd.
2. Lid 1 is van overeenkomstige toepassing op elkaar opvolgende
19
arbeidsovereenkomsten tussen een werknemer en verschillende werk- gevers, die ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn.
3. Lid 1, onderdeel a en de laatste zinsnede, is niet van toepassing op een arbeidsovereenkomst aangegaan voor niet meer dan drie maan- den die onmiddellijk volgt op een tussen dezelfde partijen aangegane arbeidsovereenkomst voor 36 maanden of langer.
4. De termijn van opzegging wordt berekend vanaf het tijdstip van tot- standkoming van de eerste arbeidsovereenkomst als bedoeld onder a of b van lid 1.
Artikel 26
Opzegtermijn
1. Opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te hebben.
2. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging:
a. korter dan 5 jaar heeft geduurd: 1 maand;
b. 5 jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maan- den;
c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maan- den;
d. 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden.
3. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt 1 maand.
4. Werknemer en werkgever kunnen schriftelijk van het in het vorige lid bepaalde afwijken, met dien verstande dat de termijn van opzeg- ging voor de werknemer niet langer mag zijn dan drie maanden en niet langer dan die voor de werkgever geldt.
5. Indien wordt overeengekomen dat de termijn van opzegging voor de werknemer meer dan 1 maand zal bedragen, zal de werkgever een- zelfde opzegtermijn in acht dienen te nemen als werknemer in acht dient te nemen. Mocht de werkgever op grond van het in het tweede lid bepaalde evenwel een langere termijn van opzegging dienen te hanteren dan is overeengekomen, dan dient de werkgever de in het tweede lid genoemde langere termijn in acht te nemen.
6. Indien de toestemming als bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (ontslagvergunning) is verleend, wordt de termijn van opzegging bedoeld in het tweede lid verkort
20
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
met 1 maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste 1 maand zal bedragen.
Artikel 27
Minimum oproep
Afroepkrachten zullen minimaal worden opgeroepen voor drie aaneen- gesloten uren per oproep.
Artikel 29
Dispensatie
Partijen kunnen in gemeenschappelijk overleg aan een werkgever op diens verzoek vergunning verlenen om geheel of gedeeltelijk af te wij- ken van de bepalingen van deze overeenkomst of van haar bijlagen. Een verleende vergunning kan te allen tijde worden ingetrokken of gewij- zigd.
Een verzoek tot vergunning moet worden ingediend bij de ,,Vaste Com- missie’’ als bedoeld in artikel 31 van deze CAO.
Artikel 31
Vaste Commissie
1. Partijen stellen een commissie van goede diensten in, nader te noe- men ,,Vaste Commissie’’, waarvan de samenstelling, taken, bevoegd- heden en de werkwijze zijn geregeld in bijlage III.
Artikel 34
Maaltijdvergoeding
De werknemer heeft recht op een maaltijdvergoeding ter grootte van f 15,00 bruto, indien de werkzaamheden vóór of op 13.00 uur aanvan- gen en voortduren tot 21.00 uur of later, een en ander tenzij de werkge- ver zelf een maaltijd verstrekt.
21
BIJLAGE I
Salarisschalen voor werknemers in dienst bij werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.1. van deze CAO per 1 oktober 19981)
A | B | C | D | E | F | |
16 | 809,10 | |||||
17 | 926,40 | |||||
18 | 1067,10 | 1115,45 | ||||
19 | 1231,20 | 1272,29 | ||||
20 | 1442,30 | 1499,72 | 1527,87 | |||
21 | 1700,30 | 1763,86 | 1792,02 | |||
22 | 1993,40 | 2064,15 | 2092,30 | 2120,44 | 2148,59 | |
23 | 2345,20 | 2413,64 | 2486,05 | 2560,63 | 2637,46 | 2716,57 |
1 | 2401,92 | 2473,97 | 2548,21 | 2624,65 | 2703,39 | 2784,49 |
2 | 2461,98 | 2535,84 | 2611,90 | 2690,27 | 2770,97 | 2854,10 |
3 | 2599,23 | 2677,20 | 2757,53 | 2840,26 | 2925,46 | |
4 | 2664,21 | 2744,13 | 2826,45 | 2911,25 | 2998,60 | |
5 | 2897,11 | 2984,04 | 3073,55 | |||
6 | 2969,55 | 3058,64 | 3150,39 | |||
7 | 3043,77 | 3135,10 | 3229,15 | |||
8 | 3213,47 | 3309,88 | ||||
9 | 3392,64 |
De salarissen c.q. salarisschalen zijn met 3% verhoog per 1 oktober 19981), m.d.v. dat in salarisgoep A tot en met de 23-jarige leeftijd het wettelijk minimumloon zal gelden. De verhoging van 3% is reeds in de tabel verwerkt. De in groep A (16 t/m 23 jaar) weergegeven bedragen zijn die van het Minimumloon per 1 januari 1999.
Salarissen boven de groepsmaxima dienen ook met 3% per 1 oktober 19981) te worden verhoogd.
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
22
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
A | B | C | D | E | F | |
16 | 34,5% | |||||
17 | 39,5% | |||||
18 | 45,5% | 1148,91 | ||||
19 | 52,5% | 1310,45 | ||||
20 | 61,5% | 1544,71 | 1573,71 | |||
21 | 72,5% | 1816,78 | 1845,78 | |||
22 23 | 85% 100% | 2126,07 2486,05 | 2155,07 2560,63 | 2184,06 2637,45 | 2213,05 2716,58 2798,07 |
Salarisschalen voor werknemers in dienst bij werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.1. van deze CAO per 1 juli 1999
1 | 2473,98 | 2548,19 | 2624,65 | 2703,38 | 2784,49 | 2868,02 |
2 | 2535,84 | 2611,92 | 2690,26 | 2770,98 | 2854,10 | 2939,72 |
3 | 2677,20 | 2757,52 | 2840,25 | 2925,46 | 3013,23 | |
4 | 2744,14 | 2826,45 | 2911,25 | 2998,58 | 3088,56 | |
5 | 2984,03 | 3073,56 | 3165,75 | |||
6 | 3058,64 | 3150,40 | 3244,90 | |||
7 | 3135,09 | 3229,15 | 3326,03 | |||
8 | 3309,87 | 3409,18 | ||||
9 | 3494,42 | |||||
Het % van het per 1 juli 1999 geldende Minimum (jeugd)loon. |
De salarissen c.q. salarisschalen zijn met 3% verhoog per 1 juli 1999,
m.d.v. dat in salarisgoep A tot en met de 23-jarige leeftijd het wettelijk minimumloon zal gelden. De verhoging van 3% is reeds in de tabel ver- werkt. De in groep A bedoelde percentages corresponderen met het Minimumloon per 1 juli 1999.
Salarissen boven de groepsmaxima dienen ook met 3% per 1 juli 1999 te worden verhoogd.
B. Omschrijving van functiegroepen voor werknemers in dienst van werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.1
Groep A
Salarisgroep A heeft betrekking op eenvoudige, uitvoerende werkzaam- heden, die gekenmerkt worden door een sterk herhalend karakter. Van de betrokkene wordt enige bedrijfskennis en praktijkervaring vereist. De werkzaamheden worden onder directe leiding en volgens gedetailleerde werkinstructies verricht.
23
Groep B
Salarisgroep B heeft betrekking op uitvoerende, meer gevarieerde werk- zaamheden. Enige vakkennis en praktijkervaring zijn vereist. Een be- perkte mate van eigen initiatief is noodzakelijk bij de uitvoering van het werk. Er wordt aan de hand van vaste voorschriften gewerkt.
Groep C
Salarisgroep C heeft betrekking op uitvoerende, meer gevarieerde werk- zaamheden, waarbij men eventueel wordt bijgestaan door een assistent of hulpkracht. Een bepaalde vakkennis en praktijkervaring zijn vereist. Een zekere mate van eigen initiatief is nodig bij de uitvoering van het werk, een en ander binnen de dagelijkse controle.
Groep D
Salarisgroep D heeft betrekking op uitvoerende werkzaamheden van een wisselend karakter of werkzaamheden terzake de indeling van en de controle op het werk van anderen. Xxxxx vakkennis en praktijkervaring zijn vereist, alsmede eigen initiatief bij het oplossen van eenvoudige pro- blemen. De controle is niet meer dagelijks maar achteraf, hoewel nog met een duidelijk regelmatig karakter.
Groep E
Salarisgroep E heeft betrekking op meer gecompliceerde werkzaamhe- den of werkzaamheden van leidinggevende aard, gericht op kleinere groepen personeel die belast zijn met de werkzaamheden welke qua doelstelling en inhoud eenduidig zijn. Betrokkene dient de dagelijkse problemen binnen het eigen vakgebied op te lossen. Een gericht theore- tische kennis en/of een brede algemene kennis, alsmede een ruime prak- tijkervaring zijn vereist. De werkzaamheden worden volgens bepaalde richtlijnen met een ruime mate van zelfstandigheid verricht.
Groep F
Salarisgroep F heeft betrekking op werkzaamheden van gespecialiseerde aard of werkzaamheden van leidinggevende aard, gericht op grotere groepen personeel. Een specialistische theoretische kennis en een brede algemene kennis met ruime praktijkervaring zijn een vereiste. De voor- komende problemen binnen het vakgebied dienen onderkend, geanaly- seerd en opgelost te kunnen worden. De werkzaamheden worden vol- gens bepaalde richtlijnen in ruime mate van zelfstandigheid verricht.
C. Lijst van voorbeeldfuncties voor werknemers in dienst van werk- gevers als bedoeld in artikel 1.a.1
Groep A: kassahulp; magazijnhulp; algemeen verkoop-assistent; aanko- mend verkoper.
Groep B: medewerker expeditie/chauffeur; assistent-medewerker xxxx- xxxxxxxxx; verkoper.
24
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Groep C: medewerker administratie; medewerker bestelafdeling; ervaren verkoper.
Groep D: eerste verkoper; assistent-afdelingschef. Groep E: afdelingschef; boekhouder.
Groep F: winkelchef.
D. Omschrijvingen van voorbeeldfuncties voor werknemers in dienst van werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.1
Salarisgroep A.
functiebenaming: kassahulp
functietypering: verrichten van alle voorkomende werkzaamheden met betrekking tot het afrekenen van in de winkel aangekochte artikelen. omschrijving: in hoofdzaak zullen de werkzaamheden in het verrichten van handelingen met betrekking tot de betaling van artikelen, daaronder begrepen het inpakken van de aangekochte artikelen en al wat met één en ander samenhangt.
functiebenaming: magazijn-hulp
functietypering: verrichten van alle voorkomende werkzaamheden met betrekking tot de ontvangst, opslag en ordening van in voorraad gehou- den artikelen.
omschrijving: neemt inkomende goederen in ontvangst, pakt deze uit, controleert deze op aantal en eventuele beschadigingen en plaatst deze op de voorgeschreven wijze in de daartoe bestemde stellingen/vakken. Hij brengt prijzen op artikelen aan, draagt er mede zorg voor dat het magazijn in goede orde in stand wordt gehouden en houdt zonodig een summiere en eenvoudige administratie bij.
functiebenaming: algemeen verkoop-assistent
functietypering: het verlenen van assistentie aan het verkopend en ander personeel, één en ander in de ruimste zin van het woord.
omschrijving: verrichten van alle voorkomende werkzaamheden, als- mede het verlenen van assistentie met betrekking tot de verkoop van alle artikelen uit het assortiment.
functiebenaming: aankomend verkoper
functietypering: het uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van de verkoop van artikelen uit (een deel van) het assortiment.
omschrijving: verkoopt artikelen aan klanten, beantwoordt voor zover mogelijk vragen van klanten, is behulpzaam bij het opzoeken van de gewenste artikelen. Hij raadpleegt zonodig ter beschikking staande
25
informatiebronnen, waaronder de directe leiding, en wikkelt de verkoop af. Hij houdt (de afdeling van) het bedrijf mede opgeruimd.
Salarisgroep B.
functiebenaming: medewerker expeditie/chauffeur.
functietypering: uitvoering geven aan de afhandeling van binnenko- mende en te verzenden goederen en/of vervoer daarvan. omschrijving: uitvoering geven aan werkzaamheden in de expeditie. Controleert inko- mende partijen op eventuele beschadigingen, volledigheid en juistheid aan de hand van begeleidende documenten. Draagt zorg voor het verzendgereed maken en voor het uitleveren/vervoeren van bestellingen. Verricht in voorkomende gevallen kleine montage- en onderhoudswerk- zaamheden.
functiebenaming: assistent-medewerker administratie
functietypering: registreren van betalingen en facturen, alsmede het onder begeleiding aanmanen van debiteuren.
omschrijving: registreert en archiveert facturen aan debiteuren. Verwerkt mutaties in bank-, giro- en kasboeken. Maant debiteuren aan volgens gegeven instructies en procedures. Vervaardigt periodiek rekening- overzichten voor klanten en verstuurt deze. Verleent haar/zijn bijdrage aan het samenstellen van periodieke overzichten van debiteuren en beta- lingen.
Journaliseert financiële gegevens en assisteert bij het vervaardigen van omzetoverzichten. De werkzaamheden worden veelal verricht door ge- bruikmaking van geautomatiseerde systemen.
functiebenaming: verkoper
functietypering: informatie verstrekken over en verkoop van ter verkoop aangeboden artikelen.
omschrijving: verkoopt artikelen uit (een deel van) het assortiment en tracht daartoe vragen van klanten zo uitgebreid mogelijk te beantwoor- den op basis van globale kennis en ervaring en zonodig door raadple- ging van bestanden en andere informatiebronnen. Wikkelt verkopen af, neemt in voorkomende gevallen klantenbestellingen op en geeft deze door aan de bestelafdeling of voert deze in de daartoe bestemde syste- men in. Verzorgt een correcte presentatie van artikelen uit (een deel van) het assortiment en houdt daarvan de voorraad bij. Rapporteert aan de eerste verkoper of de (afdelings)chef omtrent o.a. de omzetsnelheid van artikelen uit (een deel van) het assortiment.
Salarisgroep C.
functiebenaming: medewerker administratie
functietypering: uitvoeren van de deeladministratie van de onderneming. omschrijving: geeft uitvoering aan een deel van de administratie van de onderneming. Houdt in dit verband bijvoorbeeld de administratie bij van
26
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
de winkelkas, inhoudende controle op de juistheid van kassastroken, kasregistratie en dergelijke. Gaat eventuele verschillen na en past zono- dig correcties toe. Verwerkt en controleert debiteurenbetalingen per kas, bank, giro, bankcheques, girobetaalkaarten en Boekenbonnen. Verricht de recapitulatie van de inventarisatie (voorraadherwaardering). Verwerkt salarismutaties. Journaliseert één en ander ten behoeve van de maande- lijkse verwerking in het grootboek. Stelt in overleg periodiek de beno- digde overzichten mede samen. Geeft -na overlegdubieuze debiteuren door aan een extern incassobureau.
functiebenaming: medewerker bestelafdeling
functietypering: afhandelen van bestellingen en orders, alsmede de hier- uit voortvloeiende klachten, reclames en dergelijke.
omschrijving: controleert inkomende bestellingen op volledigheid en completeert zonodig niet-volledig ingevulde bestelformulieren, even- tueel door raadpleging van documentatie, geautomatiseerde bestanden of derden. Sorteert bestellingen of orders en bepaalt, rekening houdend met de gegeven richtlijnen/instructies, waar de order wordt geplaatst. Voert bestelgegevens in en archiveert bestelbescheiden. Controleert ontvangen facturen op juistheid en neemt zonodig maatregelen ter correctie. Stuurt berichten aan klanten bij ontvangst van bestelde artikelen en draagt zorg voor de facturering. Verwerkt annuleringen en mutaties. Handelt even- tuele klachten van klanten af en gaat daartoe bestel-, verzend- en betaal- procedures na.
Verstrekt informatie aan klanten ten aanzien van levertijd, prijs en der- gelijke en concipiëert brieven in het kader van de werkzaamheden.
functiebenaming: ervaren verkoper
functietypering: het uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van de verkoop van artikelen uit (een deel van) het assortiment.
omschrijving: verkoopt artikelen uit (een deel van) het assortiment en beantwoordt op basis van zekere opgedane kennis en ervaring vragen van klanten zo uitvoerig mogelijk, eventueel door raadpleging van be- standen en/of derden en/of andere informatiebronnen. Wikkelt verkopen af, neemt in voorkomende gevallen klantenbestellingen op en geeft deze door aan de bestelafdeling of voert deze in de daartoe bestemde syste- men in. Verzorgt een correcte presentatie van artikelen uit (een deel van) het assortiment en houdt daarvan de voorraad bij. Rapporteert aan de eerste verkoper of de (afdelings)chef omtrent o.a. de omloopsnelheid van artikelen uit (een deel van) het assortiment, één en ander met dien verstande dat, gezien de periode dat de verkoper in deze functie werk- zaam is, kennis en ervaring van de betrokken verkoper rechtvaardigen
27
dat deze in salarisgroep C wordt ingedeeld. Verzorgt in bepaalde geval- len – na overleg – de inkoop.
Salarisgroep D.
functiebenaming: eerste verkoper
functietypering: het uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van de verkoop van artikelen uit (een deel van) het assortiment, aangevuld met een controletaak, het verkoopbeleid en promotie-activiteiten. omschrijving: de eerste verkoper heeft eenzelfde taakomschrijving als een ervaren verkoper, met dien verstande dat deze tevens is belast met:
– de controle op het werk van het verkoop personeel;
– de analyse en interpretatie van ontwikkelingen in de verkoop en ont- wikkelingen in de plaatselijke en/of regionale markt en het op grond daarvan (mede) bepalen van het verkoopbeleid;
– het formuleren van voorstellen voor eventuele promotie-activiteiten;
– het onderhandelen over eventuele korting- en en de afhandeling van de hieruit voortvloeiende correspondentie;
– lost waar nodig problemen van verkopers met betrekking tot de ver- koop op;
– verzorgt zonodig de inkoop.
functiebenaming: assistent-afdelingschef
functietypering: geeft naast zijn/haar gewoonlijke werkzaamheden als bijvoorbeeld eerste verkoper op basis van instructies leiding aan het per- soneel en vervangt de afdelingschef bij afwezigheid.
Salarisgroep E.
functiebenaming: afdelingschef
functietypering: leiding geven en deelnemen aan werkzaamheden met betrekking tot de winkelverkoop en inkoop van de desbetreffende afde- ling.
omschrijving: geeft leiding en neemt deel aan werkzaamheden met betrekking tot de winkelverkoop en inkoop van de desbetreffende afde- ling binnen het bedrijf. Xxxxx de werkzaamheden in en ziet toe op de uit- voering. Stelt in overleg richtlijnen op inzake de verkoop- en inkoop- afhandeling. Is verantwoordelijk voor een juiste kasregistratie en draagt zorg voor een correcte overdracht van de kassa-inhoud van de afdeling. Analyseert en signaleert markt- en omzetontwikkelingen in de regio en formuleert voorstellen om hierop adequaat in te spelen. Draagt zorg voor een actuele en attractieve presentatie van de artikelen op de afdeling. Zorgt er voor voortdurend op de hoogte te zijn van ontwikkelingen op het gebied waarop de afdeling betrekking heeft.
functiebenaming: boekhouder
functietypering: verwerkt en administreert de boekhoudkundige gege- vens, eventueel met behulp van een geautomatiseerd systeem.
28
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
omschrijving: verwerkt financiële mutaties op grond van ontvangen kas-, bank-, en giromutaties en archiveert deze. Stelt – volgens richtlijnen – betalingen uitvoerbaar. Vervaardigt aan de hand van inkomende en door hem/haar gestructureerde informatie overzichten van maandelijkse om- zet, saldi en liquide middelen. Stelt jaarlijks de balans en winst- en verliesrekening op en geeft een verklaring over de gepresenteerde cij- fers. Stelt tevens de concept-begroting op. Handelt in komende en uit- gaande correspondentie af met betrekking tot de boekhouding. Voert de administratie van het bedrijf, waaronder de kasadministratie, de debiteurenadministratie, de crediteuren administratie en de salaris- administratie.
Salarisgroep F.
functiebenaming: winkelchef
functietypering: leiding geven en deelnemen aan de werkzaamheden met betrekking tot de winkelverkoop en de inkoop van de gehele winkel. omschrijving: geeft leiding en neemt deel aan werkzaamheden met betrekking tot de gehele winkelverkoop. Xxxxx de werkzaamheden in en ziet in kwalitatieve en kwantitatieve zin toe op de uitvoering. Stelt richt- lijnen op inzake de verkoopafhandeling en bestelprocedures, één en ander na overleg met de bedrijfsleiding. Is verantwoordelijk voor een juiste kasregistratie en draagt zorg voor een correcte overdracht van de kassa-inhoud van de gehele winkel. Analyseert en signaleert markt- en omzetontwikkelingen in de regio en formuleert voorstellen om hierop adequaat te reageren. Draagt zorg voor een actuele en attractieve presen- tatie van de producten in de winkel. Overlegt periodiek met de bedrijfs- leiding ten aanzien van het te voeren beleid. Zorgt er voor voortdurend op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen in het vakgebied.
N.B.: Wellicht ten overvloede zij vermeld dat werknemers, conform het in artikel 11A, lid 2 bepaalde, worden ingedeeld in een bepaalde salaris- groep naar de aard van de door hen in hoofdzaak te verrichten werk- zaamheden.
29
BIJLAGE II
Salarisschalen voor werknemers in dienst van werkgevers als be- doeld in artikel 1.a.2. per 1 oktober 19981)
A | B | C | D | E | |
16 | 809,10 | 1322,48 | |||
17 | 926,40 | 1529,18 | |||
18 | 1067,10 | 1738,05 | 1755,37 | ||
19 | 1231,20 | 1944,76 | 1966,40 | ||
20 | 1442,30 | 2153,63 | 2176,35 | 2196,92 | |
21 | 1700,30 | 2359,25 | 2387,39 | 2412,28 | |
22 | 1993,40 | 2571,36 | 2596,26 | 2621,14 | 2717,47 |
23 | 2345,20 | 2779,15 | 2807,29 | 2836,51 | 2939,32 |
1 | 2826,77 | 2866,81 | 2984,78 | ||
2 | 2848,41 | 2898,19 | 3030,23 | ||
3 | 2870,06 | 2927,41 | 3076,76 | ||
4 | 2960,96 | 3121,14 | |||
5 | 2991,26 | 3169,84 | |||
6 | 3024,81 | 3214,21 | |||
7 | 3287,80 | ||||
8 | 3305,12 | ||||
9 | 3353,81 | ||||
10 | 3400,35 |
De salarissen c.q. salarisschalen zijn met 3% verhoogd per 1 oktober 19981), met dien verstande dat in salarisgroep A tot en met de 23-jarige leeftijd het wettelijk minimum(jeugd)loon zal gelden. De verhoging van 3% is reeds in de tabel verwerkt. Salarissen boven de groepsmaxima die- nen ook met dit percentage te worden verhoogd per genoemde datum1). Genoemde verhoging wordt toegepast over salarissen tot de loongrens van de verplichte Ziekenfondswet.
Het in Groep A weergegeven Minimumloon is dat van 1 januari 1999.
Salarisschalen voor werknemers in dienst van werkgevers als be- doeld in artikel 1.a.2. per 1 juli 1999
A B C D E
34,5%
39,5%
45,5%
52,5%
16 1362,15
17 1575,06
18 1790,19 1808,03
19 2003,10 2025,39
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
30
A | B | C | D | E | |
20 | 61,5% | 2218,23 | 2241,64 | 2262,83 | |
21 | 72,5% | 2430,03 | 2459,01 | 2484,65 | |
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
22 | 85% | 2648,51 | 2674,14 | 2699,78 | 2798,99 |
23 | 100% | 2862,53 | 2891,51 | 2921,60 | 3027,50 |
1 | 2911,57 | 2952,81 | 3074,32 | ||
2 | 2933,87 | 2985,14 | 3121,14 | ||
3 | 2956,16 | 3015,24 | 3169,07 | ||
4 | 3049,79 | 3214,77 | |||
5 | 3081,00 | 3264,93 | |||
6 | 3115,56 | 3310,63 | |||
7 | 3386,44 | ||||
8 | 3404,27 | ||||
9 | 3454,43 | ||||
10 | 3502,36 | ||||
% van het op 1 juli 1999 geldende minimum loon. |
De salarissen c.q. salarisschalen zijn met 3% verhoogd per 1 juli 1999, met dien verstande dat in salarisgroep A tot en met de 23-jarige leeftijd het wettelijk minimum(jeugd)loon zal gelden. De verhoging van 3% is reeds in de tabel verwerkt. Salarissen boven de groepsmaxima dienen ook met dit percentage te worden verhoogd per genoemde datum. Genoemde verhoging wordt toegepast over salarissen tot de loongrens van de verplichte Ziekenfondswet.
Dienstjarentoeslag
De werknemer in dienst een werkgever als bedoeld in artikel 1.a.2. ont- vangt een bruto-dienstjaren toeslag op basis van:
f 16 per maand voor iemand die 5–10 jaar in dienst is; f 22 per maand voor iemand die 10–15 jaar in dienst is; f 33 per maand voor iemand die 15–20 jaar in dienst is; f 44 per maand voor iemand die 20–25 jaar in dienst is; f 54 per maand voor iemand die 25–30 jaar in dienst is; f 64 per maand voor iemand die 30–35 jaar in dienst is; f 74 per maand voor iemand die 35–40 jaar in dienst is;
31
Omschrijvingen van functiegroepen voor werknemers in dienst van werkgevers als bedoeld in artikel 1.a.2
Groep A (minimumloon)
Werknemers die een functie vervullen waarin uitsluitend zeer eenvou- dige, steeds weerkerende werkzaamheden van hetzelfde karakter worden verricht en waarvoor zeer weinig kennis en/of ervaring is vereist.
Groep B
Het werk dat moet worden uitgevoerd bestaat uit eenvoudige werkzaam- heden die zich in de regel steeds herhalen, die enige lagere scholing en daarbij behorende ervaring vereisen en die al dan niet onder leiding wor- den verricht.
Groep C
Het werk dat moet worden uitgevoerd bestaat uit vrij eenvoudige tot minder eenvoudige werkzaamheden die zich in de regel deels herhalen en deels niet herhalen, die lagere tot uitgebreid lagere scholing en erva- ring vereisen.
Groep D
Het werk dat moet worden uitgevoerd bestaat uit vrij moeilijke werk- zaamheden die zich weinig volgens hetzelfde werkpatroon herhalen, die middelbare scholing en daarbij behorende ervaring vereisen en die zelf- standig worden verricht.
Groep E
Het werk dat moet worden uitgevoerd bestaat uit hoogwaardige werk- zaamheden, die zich praktisch niet volgens hetzelfde werkpatroon her- halen.
Werknemers, die voor wat betreft de vooropleiding voldoen aan de eisen in de desbetreffende groep, maar nog geen twee jaar daarin zijn werk- zaam geweest, mogen een loon genieten dat in het eerste jaar van de dienstbetrekking maximaal 5% lager ligt dan het overeenkomstig hun leeftijd vermelde salaris. In geval van verschil van inzicht over de inde- ling zal artikel 29 lid 2 van toepassing zijn.
Het bepaalde onder artikel 11 B en bijlage II is niet van toepassing voor werkgevers die een eigen systeem ban functie-indeling en salarissen hebben Het werkelijke salaris zal evenwel nimmer lager zijn dan het bepaalde in bedoelde bijlagen.
32
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE III
REGLEMENT VAN DE VASTE COMMISSIE
Artikel 1
Samenstelling
1. De commissie bestaat uit evenveel werknemersleden als er vakvere- nigingen partij zijn bij deze overeenkomst en een gelijk aantal werkgeversleden. Voor elk lid van de commissie wijst de desbetref- fende partij een plaatsvervanger aan.
2. De commissie wordt ingesteld voor de duur van de overeenkomst.
3. De werknemersleden en hun plaatsvervangers worden benoemd door de vakverenigingen. De werkgeversleden en hun plaatsvervangers worden benoemd door de Nederlandse Boekverkopersbond en No- vaka, Organisatie Kantoorvakhandel. De leden en hun plaatsvervan- gers hebben zitting voor de duur van de CAO.
Indien er een vacature ontstaat, dient hierin binnen 4 weken te wor- den voorzien door de partij welke het lid of de plaatsvervanger, wiens plaats is opengevallen, heeft benoemd.
4. De commissie benoemt uit de werkgeversleden een voorzitter en uit de werknemersleden een vice-voorzitter voor de lopende zittings- duur. De commissie kiest uit haar midden twee secretarissen, één aangewezen door de werkgeversleden en één aangewezen door de werknemersleden. Deze secretarissen vormen het secretariaat en zijn belast met alle secretariaats-werkzaamheden die uit het werk van de commissie voortvloeien. Het secretariaat is gevestigd aan de De Lai- xxxxxxxxxxx 000, 0000 XX, xx Xxxxxxxxx.
5. De commissieleden en hun plaatsvervangers ontvangen geen vergoe- ding voor hun werkzaamheden. Reis- en verblijfkosten van leden en plaatsvervangers worden door ieder der partijen afzonderlijk gedra- gen.
33
Artikel 2
Taken en bevoegdheden
1. De commissie heeft tot taak:
a. het op verzoek interpreteren van bepalingen van deze overeen- komst;
b. het op verzoek vaststellen van de indeling van een functie in de salarisgroepen ingeval over deze indeling geen overeenstemming is bereikt tussen werkgever en werknemer;
c. het behandelen van verzoeken tot dispensatie als bedoeld in arti- kel 29 en het afgeven van vergunningen daaromtrent, namens partijen bij deze overeenkomst.
Artikel 3
Het indienen van verzoeken
1. Verzoeken worden schriftelijk ingediend bij of voorgelegd aan het secretariaat van de commissie. Zij dienen met redenen omkleed te zijn en een duidelijke omschrijving te bevatten van de beslissing die de indiener(s) wenst/wensen.
Artikel 4
De behandeling van verzoeken
1. De commissie zal bij de behandeling van ingediende verzoeken het volgende in acht nemen:
a. De commissie zal geen beslissing nemen dan nadat partijen die zijn betrokken bij het verzoek of het geschil in de gelegenheid zijn gesteld te worden gehoord door hetzij de commissie, hetzij de secretarissen gezamenlijk. Partijen kunnen zich daarbij laten bijstaan door een deskundige;
b. Een lid van de commissie dat rechtstreeks bij een verzoek is betrokken, mag niet deelnemen aan de behandeling;
c. De commissie mag alleen een beslissing nemen in een vergade- ring waarbij alle commissieleden of hun plaatsvervangers aanwe- zig zijn. Is aan dit quorum niet voldaan, dan wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand een nieuwe vergade- ring gehouden. Tijdens deze vergadering dient de commissie, onverminderd het in lid 2 gestelde, een beslissing te nemen.
d. Alle beslissingen worden met gewone meerderheid van stemmen genomen.
2. Indien de commissie met betrekking tot een geschil wegens staking der stemmen niet tot een beslissing kan komen, houdt zij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 14 dagen, een tweede vergadering.
34
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Indien de stemmen opnieuw staken, zal de commissie geen uitspraak kunnen doen en partijen hiervan in kennis stellen.
3. Voor het overige regelt de commissie voor zover nodig zelf de wijze van de behandeling en beslissing van aan haar oordeel onderworpen verzoeken.
Artikel 5
Bijzondere bepaling
De werkgever is verplicht de werknemer, die als partij, getuige of des- kundige door de Vaste Commissie wordt opgeroepen, in de gelegenheid te stellen om met behoud van salaris aan deze oproeping te voldoen.
35
BIJLAGE IV
AANBEVELINGEN INZAKE DEELTIJDARBEID, STUDIEFACILITEITEN
Deeltijdarbeid
Een verzoek van de werknemer om zijn of haar arbeidsduur aan te pas- sen zal door de werkgever serieus in overweging worden genomen, onder gelijktijdige erkenning dat zwaarwegende redenen van bedrijfs- belang zich tegen het honoreren daarvan kunnen verzetten.
Studiefaciliteiten
Partijen bevelen aan, dat werknemers zich door middel van scholing/ opleiding kunnen ontplooien. In elke onderneming is een studie- faciliteitenregeling van toepassing, die zal worden vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad.
In deze studiefaciliteitenregeling zal tenminste worden opgenomen dat
– de vergoedingen voor scholing/opleidingen een duidelijke relatie hebben met de huidige of toekomstige functie;
– nadat de werkgever toestemming heeft verleend voor de te volgen scholing/opleiding, de kosten daarvan geheel of gedeeltelijk zullen worden vergoed door de werkgever.
36
Boekhandel en Kantoorvakhandel 1999/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
II. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgeno- men bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een onthef- fing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd.
III. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeids- voorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, pre- valeren deze regelen.
IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant.
V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.
’s-Gravenhage, 25 februari 1999
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Arbeidsinspectie,
C. J. Meerhof.
37