Algemene bruikleenvoorwaarden

Algemene bruikleenvoorwaarden

0. Aanvraag

0.1. De bruikleenaanvraag dient schriftelijk te gebeuren, minimaal vijf maanden voor het ingaan van de bruikleenperiode. Indien geen tentoonstellingscatalogus wordt uitgegeven, wordt de minimale aanvraagtermijn verminderd tot drie maanden.

0.2. De aanvraag bevat een gedetailleerde omschrijving van het doel van de bruikleen. Uitsluitend bruikleenaanvragen voor tentoonstellingen en andere publieksgerichte doeleinden of voor onderzoek worden in overweging genomen.

0.3. Immobiele en te kwetsbare objecten komen niet voor bruikleen in aanmerking. Objecten uit de publieksopstelling van het Gallo-Romeins Museum kunnen eveneens worden geweigerd. Het Gallo-Romeins Museum kan ook een bruikleenaanvraag voor een excessief aantal objecten gedeeltelijk weigeren.

0.4. De aanvrager vult een faciliteitenrapport van het Gallo-Romeins Museum in of bezorgt een gelijkwaardig eigen faciliteitenrapport. Het Gallo-Romeins Museum bepaalt of de faciliteiten van de aanvrager voldoen aan de veiligheids- en klimaateisen van de in bruikleen gevraagde voorwerpen. Indien de aanvraag wordt goedgekeurd, wordt het faciliteitenrapport bij het bruikleencontract gevoegd.

0.5. De maximale bruikleenperiode bedraagt één jaar. Een bruikleen kan echter onbeperkt hernieuwd worden, zoals bepaald onder §5.

1. Verpakking en transport

1.1. Voor het vertrek van de in bruikleen gegeven voorwerpen stelt het Gallo-Romeins Museum een conditierapport op, met een beschrijving van de materiële toestand van elk voorwerp, inclusief bestaande beschadigingen, zwakheden en restauraties. Het conditierapport bevat één of meerdere foto’s van elk object. Als van de voorwerpen geen actuele foto's bestaan, kan het Gallo-Romeins Museum deze laten maken op kosten van de bruikleennemer. De foto’s blijven echter eigendom van het Gallo-Romeins Museum en kunnen niet door de bruikleennemer gebruikt worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

1.2. Bij het overhandigen van de voorwerpen wordt het conditierapport telkens door beide partijen nagekeken en ondertekend. Eventuele veranderingen in de materiële toestand van de voorwerpen worden aan het rapport toegevoegd. Het conditierapport maakt deel uit van het bruikleencontract.

1.3. Voor het heentransport worden de voorwerpen verpakt door het Gallo-Romeins Museum, dat ook de aard van de verpakking bepaalt. Indien bijzondere verpakkingen moeten worden vervaardigd, gebeurt dit op kosten van de bruikleennemer.

1.4. De bruikleennemer dient de verpakkingen in goede staat te bewaren. Ze worden immers herbruikt bij het terugtransport en blijven eigendom van het Gallo-Romeins Museum.

1.5. Het Gallo-Romeins Museum bepaalt de transportwijze en -middelen van de voorwerpen. Alle transportonkosten zijn ten laste van de bruikleennemer. In geen geval worden de voorwerpen tijdens het transport uit de verpakking genomen.

1.6. Een koerier van het Gallo-Romeins Museum begeleidt de voorwerpen tijdens het heen- en terugtransport en verzorgt het uit- en inpakken en de installatie en deïnstallatie van de objecten. De bruikleennemer dient strikt de instructies van de koerier op te volgen. Alle vervoers- en verblijfsonkosten van de koerier worden vergoed door de bruikleennemer.

1.7. De bruikleennemer draagt alle onkosten verbonden aan het vervullen van eventuele douaneformaliteiten. De bruikleennemer stelt alles in het werk opdat de in- en uitklaring kan plaatsvinden bij de bruikleennemer of bruikleengever.

2. Beveiliging

2.1. De bruikleennemer neemt alle voorzorgen om de voorwerpen in bruikleen in een ongewijzigde staat te bewaren en brand, diefstal of beschadiging te voorkomen. Als minimumeis geldt de situatie beschreven in het faciliteitenrapport in bijlage.

2.2. Alle voorwerpen dienen afgeschermd te worden van het publiek, tenzij anders bepaald in de bijzondere bruikleenvoorwaarden onder §7.

2.3. Alle voorwerpen dienen bewaard te worden in de volgende klimatologische omstandigheden, tenzij anders bepaald in de bijzondere bruikleenvoorwaarden onder §7:

- Luchtvochtigheid:

- metaal 15-30 % RV

- organisch materiaal 50-55 % RV

- overige materialen 45-55 % RV

- Temperatuur: 16-22° C

2.4. In geen geval mag er in de ruimten waarin de voorwerpen worden bewaard gerookt, gegeten of gedronken worden.

2.5. Elk tentoongesteld voorwerp wordt vergezeld van de vermelding “Gallo-Romeins Museum, Tongeren”.

2.6. Voorwerpen in bruikleen gegeven voor publieksdoeleinden mogen niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Elke verplaatsing of manipulatie, ook voor studiedoeleinden, is aan de voorafgaandelijke goedkeuring van het Gallo-Romeins Museum onderworpen. Als de bruikleennemer één of meerdere objecten niet meer kan tentoonstellen, dient hij dit zonder uitstel aan de bruikleengever te melden en verdere instructies op te volgen.

2.7. Elke vorm van destructief onderzoek is slechts toegelaten mits het Gallo-Romeins Museum daarvoor expliciet toestemming verleent in de bijzondere bruikleenvoorwaarden onder §7. Eventuele na de studie resterende monsters blijven eigendom van de bruikleengever, tenzij anders bepaald in de bijzondere bruikleenvoorwaarden.

2.8. Het Gallo-Romeins Museum behoudt steeds het recht de in bruikleen gegeven voorwerpen te inspecteren en indien nodig onmiddellijk over te gaan tot een conservatie- en/of restauratiebehandeling.

2.9. De bruikleennemer dient elke beschadiging of verlies van de in bruikleen gegeven voorwerpen, van welke aard of omvang ook, onmiddellijk na de vaststelling te melden aan het Gallo-Romeins Museum en verdere instructies op te volgen. Het is de bruikleennemer ten strengste verboden de voorwerpen zelf aan enige behandeling te onderwerpen zonder voorafgaandelijke toestemming van het Gallo-Romeins Museum.

2.10. In geval van diefstal of verlies dient onmiddellijk na de vaststelling aangifte te worden gedaan bij de politie.

3. Publicaties en fotografie

3.1. De publicatie of reproductie van foto’s van in bruikleen gegeven voorwerpen is uitsluitend toegestaan na voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van het Gallo-Romeins Museum, onder de aldaar vermelde voorwaarden.

3.2. De bruikleennemer bezorgt, in het geval van een bruikleen voor publieksdoeleinden, aan het Gallo-Romeins Museum kosteloos vier uitnodigingen voor de opening en in digitale vorm de affiches en/of folder.

3.3. Indien de bruikleennemer een tentoonstellingscatalogus uitgeeft, duidt het Gallo-Romeins Museum de auteurs aan voor de catalogusnotities van de eigen voorwerpen. Onmiddellijk na de publicatie bezorgt de bruikleennemer kosteloos drie exemplaren aan het Gallo-Romeins Museum.

4. Verzekering

4.1. De bruikleennemer laat de in bruikleen gegeven voorwerpen verzekeren voor de volledige duur van de bruikleenperiode en dit voor de waarde en in de valuta zoals vastgelegd in de bruikleenlijst bij het bruikleencontract. Als het Gallo-Romeins Museum een taxatie door derden nodig acht, vindt deze plaats op kosten van de bruikleennemer.

4.2. De verzekeraar wordt in onderling akkoord tussen de bruikleengever en de bruikleennemer gekozen.

4.3. De bruikleennemer laat de voorwerpen, vrij van franchise of enige andere beperking van de verantwoordelijkheid van de verzekeraar, verzekeren van “van nagel tot nagel” tegen alle risico’s, inclusief schade of verlies te wijten aan:

- natuurkrachten, zoals storm, overstromingen, aardbevingen of vulkaanuitbarstingen

- brand of ontploffingen

- verkeersongevallen of vliegtuigrampen

- problemen met de verwarming, klimaatregeling of verlichting

- diefstal of vandalisme

- inbeslagname door de douane of door de overheid

4.4. In geval van de vernietiging of het verlies van één of meerdere in bruikleen gegeven voorwerpen, dient aan de bruikleengever de totale verzekeringswaarde van de betrokken voorwerpen, zoals vastgelegd in de bruikleenlijst bij het bruikleencontract, te worden uitbetaald.

4.5. In geval van een te herstellen beschadiging van één of meerdere in bruikleen gegeven voorwerpen, dienen alle onkosten van de restauratie van deze voorwerpen vergoed te worden. De keuze van de restaurator en de wijze van restaureren worden bepaald door het Gallo-Romeins Museum. De voorwerpen blijven steeds eigendom van de bruikleengever.

4.6. In geval van een niet te herstellen beschadiging van één of meerdere in bruikleen gegeven voorwerpen, is aan de bruikleengever een vergoeding voor waardevermindering verschuldigd. Ter bepaling van deze vergoeding zal een commissie van experten samengesteld worden, bestaande uit afgevaardigden van de bruikleengever, één afgevaardigde van de bruikleennemer en één afgevaardigde van de verzekeraar.

4.7. In geval van diefstal, inbeslagname of verdwijning van één of meerdere in bruikleen gegeven voorwerpen, dient aan de bruikleengever de totale verzekeringswaarde van de betrokken voorwerpen, zoals vastgelegd in de bruikleenlijst bij het bruikleencontract, te worden uitbetaald. Indien de betrokken voorwerpen nadien onbeschadigd worden gerecupereerd, zal de vergoeding door de bruikleengever integraal worden terugbetaald, zonder interesten of enige andere bijkomende schadeloosstelling. De bruikleengever heeft het recht eventuele restauratiekosten en/of vergoedingen voor waardevermindering in mindering te brengen van de terug te betalen vergoeding.

4.8. De bruikleennemer en zijn verzekeraar nemen de volle verantwoordelijkheid op voor de gestelde vergoedingen en zien af van elk verhaal op inpakkers, vervoerders, koeriers of om het even welk persoon die de voorwerpen ambtshalve heeft gemanipuleerd. De bruikleennemer staat ervoor in dat elke vergoeding binnen de dertig dagen na de definitieve goedkeuring van het schadebedrag wordt uitbetaald door de verzekeraar, ongeacht het eventueel verhaal van de verzekeraar op derden.

4.9. In geval de munt waarin de verzekering van het voorwerp werd overeengekomen zou devalueren, heeft de bruikleengever het recht de schatting, zoals vastgelegd in de bruikleenlijst bij het bruikleencontract, te herzien en aan te passen aan de nieuwe koers van bedoelde munt. Deze aanpassing gebeurt van rechtswege gedurende de termijn lopende van het moment van de vaststelling van enige schade of verlies, tot aan het moment van de uitbetaling ervan.

4.10. Een verzekeringsbewijs dient ten laatste acht dagen voor het heentransport van de voorwerpen aan de bruikleengever bezorgd te worden.

5. Verlenging

5.1. De maximale bruikleenperiode bedraagt één jaar. Een bruikleen kan echter onbeperkt hernieuwd worden.

5.2. De aanvraag tot verlenging van het bruikleencontract dient schriftelijk gemotiveerd te worden, ten laatste vijfenveertig dagen voor het einde van de oorspronkelijke bruikleenperiode.

5.3. Indien de verlenging wordt goedgekeurd, wordt een nieuw bruikleencontract afgesloten voor de periode van de verlenging. De bruikleengever is niet verplicht een eventuele weigering tot verlenging te motiveren.

5.4. Een verzekeringsbewijs dient ten laatste acht dagen voor het ingaan van de nieuwe bruikleenperiode aan de bruikleengever bezorgd te worden.

6. Diverse bepalingen

6.1. De goederen mogen uitsluitend worden aangewend voor het bovenvermelde doel. De bruikleennemer mag deze bestemming niet wijzigen, noch zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten op de goederen geheel of gedeeltelijk overdragen of afstaan, tenzij met voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de bruikleengever.

6.2. De bruikleennemer ontslaat de bruikleengever van elke verantwoordelijkheid inzake ongevallen die kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in bruikleen gegeven goederen.

6.3. In afwijking van artikel 1888 van het Burgerlijk Wetboek kan de bruikleengever bij niet naleving van de bepalingen van onderhavig contract door de bruikleennemer, of wanneer het algemeen belang dit vereist, zonder de minste vergoeding te zijn verschuldigd, onmiddellijk een einde stellen aan deze overeenkomst, onverminderd het recht van de bruikleengever op schadevergoeding. In dat geval worden de in bruikleen gegeven voorwerpen zonder uitstel terug overgedragen aan de bruikleengever, volgens de normale procedure zoals beschreven onder §1. Alle onkosten zijn voor rekening van de bruikleennemer.

6.4. De vereffening of ontbinding van de bruikleennemer of de stopzetting van de activiteiten door de bruikleennemer heeft in ieder geval van rechtswege het einde van deze overeenkomst tot gevolg.

6.5. In geval van fusie of overname of opslorping van de bruikleennemer heeft de bruikleengever het recht om deze overeenkomst, zonder de minste vergoeding te zijn verschuldigd, met onmiddellijke ingang te beëindigen.

6.6. Indien een partij nalaat de naleving van een krachtens deze overeenkomst verleend recht af te dwingen, dan zal dit niet beschouwd worden als een afstand van dat recht of van de rechtsmiddelen hiertoe, noch zal hierdoor de geldigheid van de overeenkomst in gedrang komen.

6.7. Indien enige bepaling niet rechtsgeldig mocht blijken, blijven de overige bepalingen gelden. De partijen verbinden zich ertoe om de ongeldige bepaling te vervangen door een geldige bepaling die de oorspronkelijke bedoeling zo veel mogelijk benadert.

6.8. Deze overeenkomst is uitsluitend onderworpen aan het Belgische recht. In geval van een geschil zullen de partijen in de eerste plaats trachten om dat geschil in der minne te regelen. Elke rechtsvordering aangaande deze overeenkomst wordt ingesteld bij de bevoegde rechtbank van het gerechtelijk arrondissement Limburg, afdeling Tongeren.

7. Bijzondere bruikleenvoorwaarden

[Eventuele bijkomende bruikleenvoorwaarden]