Algemene voorwaarden Eneco 2011
Artikel 22 Bijzondere bepalingen
1. De Levering ingevolge de overeenkomst, als bedoeld in artikel 2 van deze Leveringsvoor- waarden, eindigt in ieder geval, indien en voor zover een aan het Bedrijf verleende conces- sie en/of vergunning wordt ingetrokken of vervallen verklaard.
2. De Leveringsovereenkomst, als bedoeld in artikel 2 van deze Leveringsvoorwaarden blijft van kracht indien de rechtsvorm van het Bedrijf wordt omgezet in een andere of indien het Bedrijf zijn onderneming overdraagt aan een andere rechtspersoon.
Algemene voorwaarden Eneco 2011
voor de levering van CO2 aan glastuinbouwbedrijven
3. De Afnemer kan zonder toestemming van het Bedrijf zijn rechten en plichten voortvloei- ende uit de Leveringsovereenkomst als bedoeld in artikel 2 van deze Leveringsvoorwaar- den niet overdragen aan een derde.
Artikel 23 Tussentijdse ontbinding van de Leveringsovereenkomst
1. Het Bedrijf is gerechtigd de Leveringsovereenkomst zonder nadere ingebrekestelling en zonder gerechtelijke tussenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden indien de Afnemer:
a. in staat van faillissement wordt verklaard of indien hem surseance van betaling wordt verleend;
b. zijn betalingsverplichtingen niet nakomt;
c. andere verplichtingen, voortvloeiend uit de in artikel 2 van deze Leveringsvoorwaarden bedoelde Leveringsovereenkomst en deze Leveringsvoorwaarden zelf, dan wel van nadere overeenkomsten, die daarvan het gevolg mochten zijn, niet nakomt;
d. in liquidatie komt te verkeren;
e. geen Levering meer ontvangt omdat OCAP niet meer kan leveren;
f. fraudeert met de Meetinrichting.
2. In de gevallen als bedoeld in lid 1 van dit artikel is het Bedrijf bevoegd de Levering onver- wijld te staken. De bedragen die de Afnemer op het moment van ontbinding van de Leve- ringsovereenkomst reeds aan het Bedrijf verschuldigd was, zijn op dat moment onmiddel- lijk opeisbaar.
3. De Afnemer is gerechtigd de Leveringsovereenkomst zonder gerechtelijke tussenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden indien het Bedrijf:
a. de in artikel 2 van deze Leveringsvoorwaarden bedoelde overeenkomst en deze Leveringsvoorwaarden zodanig wijzigt, dat het geheel van de voorwaarden volgens welke CO2 wordt geleverd onaanvaardbaar wordt voor de Afnemer.
b. zijn verplichtingen voortvloeiend uit de in artikel 2 van deze Leveringsvoorwaarden bedoelde Leveringsovereenkomst en deze Leveringsvoorwaarden, dan wel van nadere overeenkomsten, die daarvan het gevolg mochten zijn, niet nakomt.
4. In de gevallen als bedoeld in het voorgaande lid maakt de Afnemer slechts van deze bevoegdheid gebruik, nadat het Bedrijf schriftelijk is aangemaand zich alsnog aan de oorspronkelijke voorwaarden te houden c.q. alsnog binnen drie maanden aan zijn verplichtingen te voldoen en het Bedrijf desondanks in gebreke is gebleven.
5. Indien partijen gebruik maken van het recht om de Leveringsovereenkomst als bedoeld in artikel 2 van deze Leveringsvoorwaarden te ontbinden zullen zij dit per aangetekend schrij- ven aan de wederpartij meedelen.
Artikel 24 Geschillen
1. Alle geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van deze Leveringsvoorwaarden en de daarbij behorende Leveringsovereenkomst, dan wel van nadere overeenkomsten, die daarvan het gevolg mochten zijn, zullen worden beslecht door de gewone rechter te Rotterdam.
2. In afwijking van het vorenstaande kunnen partijen echter overeenkomen dit geschil te beslechten overeenkomstig het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut.
3. Het scheidsgerecht zal dan bestaan uit drie arbiters.
4. De plaats van arbitrage zal dan zijn gelegen in Rotterdam.
5. Samenvoeging van het arbitraal geding met een ander arbitraal geding is uitgesloten.
6. Een geschil wordt geacht aanwezig te zijn, zodra een der partijen dit schriftelijk jegens de ander verklaart.
Artikel 25 Slotbepalingen
1. Deze Leveringsvoorwaarden kunnen worden aangehaald als ‘Algemene voorwaarden Eneco 2011 voor de levering van CO2 aan glastuinbouwbedrijven’.
2. Deze Leveringsvoorwaarden treden in werking op 1 november 2011, onder de opschor- tende voorwaarde dat de Leveringsovereenkomst geëffectueerd wordt.
3. Deze Leveringsvoorwaarden liggen bij het Bedrijf ter inzage en zijn aldaar op aanvraag kosteloos verkrijgbaar. Met de inwerkingtreding vervallen de tot dan geldende Aansluit- voorwaarden die betrekking hebben op de Aansluitingen op de door het Bedrijf geëxploi- teerde/beheerde en te exploiteren/te beheren CO2-netten ten behoeve van de levering van CO2-houdend gas, bekend onder de naam “Algemene Leveringsvoorwaarden CO2-houdend gas, geldend voor de grootschalige levering van CO2-houdend gas aan de glastuinbouw, kenmerk ALV-CO2-OBP-05” en de daaraan voorafgaande Algemene Leveringsvoorwaar- den.
Deze algemene voorwaarden Eneco 2011 voor de levering van CO2 aan glastuinbouwbedrijven behoort bij de Leveringsovereenkomst voor CO2.
Inhoudsopgave
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2 Overeenkomst tot Levering en toepasselijkheid van de Algemene en Aansluitvoor- waarden
Artikel 3 Aanvraag voor het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van een Aansluiting Artikel 4 Aanbrengen, onderhouden, controleren, vervangen, uitbreiden, wijzigen en
wegnemen van een Aansluiting Artikel 5 Het CO2-afleverstation
Artikel 6 Rechten met betrekking tot het Perceel
Artikel 7 Beperkingen of onderbreking van de Levering in bijzondere omstandigheden Artikel 8 Onderbreking van de Levering wegens niet-nakoming
Artikel 9 Bepaling van de aard en de omvang van de Levering Artikel 10 De Meetinrichting
Artikel 11 Onderzoek van de Meetinrichting Artikel 12 Gevolgen van onjuiste meting
Artikel 13 CO2-tarief Artikel 14 Betaling
Artikel 15 Borgstelling, vooruitbetaling en waarborgsom Artikel 16 Wanbetaling
Artikel 17 Verbodsbepalingen Artikel 18 Andere verplichtingen Artikel 19 Aansprakelijkheid
Artikel 20 Afwijkingen van deze Leveringsvoorwaarden
Artikel 21 Wijzigen van contracten en van deze Leveringsvoorwaarden Artikel 22 Bijzondere bepalingen
Artikel 23 Tussentijdse ontbinding der Leveringsovereenkomst Artikel 24 Geschillen
Artikel 25 Slotbepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Aansluiting de leiding van het Bedrijf die de CO2-installatie met de Hoofdleiding verbindt, met inbegrip van de Meetinrichting en alle andere door of vanwege het Bedrijf in of aan die leiding aangebrachte apparatuur, zoals aansluitkasten, beveiligingsinrichtingen, hoofdkranen. Hiertoe behoren ook de beveiligingsinrichtingen welke zijn aangebracht in de CO2-installatie van de afnemer;
Aansluitleiding de leiding, inclusief eventuele bovengrondse bijbehoren, van het Bedrijf, bestemd voor het leveren van CO2, die het CO2-afleverstation met de Hoofdleiding verbindt;
Aansluitvoorwaarden de bij de Leveringsvoorwaarden behorende besluiten van het Bedrijf waarin de technische voorwaarden van het Bedrijf voor koppeling van de CO2 -installatie op het CO2-net zijn geregeld;
Afnemer degene die CO2 van het Bedrijf betrekt en/of de beschikking heeft over een Aanslui- ting en/of degene die een aanvraag voor de totstandbrenging, de uitbreiding of wijziging van een Aansluiting bij het Bedrijf heeft ingediend;
Bedrijf Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V.;
CO2 het door het Bedrijf van OCAP betrokken reukloze gas, waarvan de samenstelling is gespecificeerd in de Leveringsovereenkomst met de afnemer;
CO2-afleverstation (CAS) een afgesloten ruimte met een installatie van het Bedrijf voor overdracht van CO2 aan de Afnemer, bevattende apparatuur voor drukregeling en Meet- en regelinrichting, aan te sluiten of aangesloten op de CO2-installatie van de Afnemer;
CO2-installatie de in het Perceel aanwezige binnenleidingen en de daarmee verbonden toe- stellen, bestemd voor het betrekken van CO2, met inbegrip van meet- en regelinstrumenten en andere voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de goede werking, te rekenen vanaf de Aansluitingen aan de afnemerszijde van de in het Perceel door of vanwege het Bedrijf geplaatste CO2-afleverstation, dan wel vanaf een andere nader overeen te komen plaats;
Hoofdleiding de leiding van het Bedrijf waarop Aansluitingen tot stand kunnen worden gebracht;
Levering de leverantie respectievelijk ter beschikkingstelling van CO2;
Leveringsgrens de plaats van overgang tussen het CO2-afleverstation en de CO2-installatie van de Afnemer;
Leveringsovereenkomst de afspraken tussen het Bedrijf en de Afnemer betreffende de Levering;
Leveringsvoorwaarden de onderhavige Algemene voorwaarden Eneco 2011 voor de levering van CO2 aan glastuinbouwbedrijven;
EBE.EWK.FOR.LGB.09.11
Meetinrichting de apparatuur van het Bedrijf bestemd voor het vaststellen van de omvang van de Levering, van de voor de afrekening door het Bedrijf nodig geachte gegevens en voor de controle van het verbruik;
OCAP OCAP CO2 v.o.f., die aan het Bedrijf de CO2 levert, welke door het Bedrijf geleverd wordt aan de Afnemer;
Perceel elke roerende of onroerende zaak, gedeelte of samenstel daarvan, toebehorend aan of in gebruik bij de Afnemer, ten behoeve waarvan een Aansluiting tot stand is gekomen of zal komen, dan wel Levering geschiedt of zal geschieden, een en ander ter beoordeling van het Bedrijf;
Prijssysteem CO2 de bij de Leveringsvoorwaarden behorende besluiten waarin vastgestelde tarieven voor levering van CO2 en overige in rekening te brengen bedragen of kosten zijn opge- nomen;
Stookruimte aparte ruimte (ketelhuis) bestemd voor het opstellen van één of meer verbran- dingstoestellen met een totaal nominaal vermogen groter dan 130 kW, die moet voldoen aan de Wet Milieubeheer 8.40 AMvB’s.
Artikel 2 Overeenkomst tot Levering en toepasselijkheid van de Algemene en Aansluitvoorwaarden
1. De Levering geschiedt uit hoofde van een Leveringsovereenkomst tussen het Bedrijf en de Afnemer.
2. De in lid 1 bedoelde Leveringsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan. Indien de feite- lijke Levering voor de ingangsdatum van de Leveringsovereenkomst is aangevangen wordt ook de Levering tot die datum geacht te zijn geschied overeenkomstig de bepalingen van de Leveringsovereenkomst.
3. Deze Leveringsvoorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten, aanvragen en aanbiedingen daartoe. Uiterlijk bij het vastleggen van de overeenkomst zal een exemplaar van deze Algemene voorwaarden worden verstrekt.
4. Op de Leveringsovereenkomst zijn mede de Aansluitvoorwaarden van toepassing. Uiterlijk bij het vastleggen van de Leveringsovereenkomst zal een exemplaar van deze Aansluit- voorwaarden worden verstrekt.
Artikel 3 Aanvraag voor het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van een Aansluiting
1. Een aanvraag voor het tot stand brengen van een Aansluiting of tot uitbreiding of wijziging van een bestaande Aansluiting geschiedt door het indienen van een daartoe door het Bedrijf verstrekt formulier, of op een andere door het Bedrijf toegestane wijze.
2. Een Aansluiting wordt uitsluitend door of vanwege het Bedrijf tot stand gebracht, uitge- breid of gewijzigd. De wijze van uitvoering, de plaats van de Aansluiting en de plaats van het CO2-afleverstation alsmede het aantal Aansluitingen en CO2-afleverstations worden door het Bedrijf in overleg met de Afnemer vastgesteld.
3. Het Bedrijf is bevoegd een Aansluiting niet tot stand te brengen, uit te breiden en/of te wijzigen, dan wel hiervoor bijzondere voorwaarden te stellen, zo nodig door het in
rekening brengen van een nader te bepalen bijdrage in de aansluitkosten, om te voorkomen dat de belangen van het Bedrijf en/of die van een of meer Afnemers worden geschaad.
Een dergelijk geval kan zich onder andere voordoen, indien:
a. de Leveringscapaciteit van het Bedrijf ter plaatse onvoldoende is;
b. het bij de Afnemer te plaatsen CO2-afleverstation naar het oordeel van het Bedrijf te ver van de dichtstbijzijnde Hoofdleiding is verwijderd;
c. de voor het tot stand brengen van de Aansluiting benodigde vergunningen en toestem- mingen niet, of alleen op voor het Bedrijf te bezwaarlijke voorwaarden, kunnen
worden verkregen;
d. de Afnemer in gebreke is een vordering die het Bedrijf op hem heeft, ter zake van de levering van energie dan wel een andere, daarmee verband houdende vordering, te voldoen;
e. het glastuinbouwbedrijf is gelegen in een gebied waar het Bedrijf geen CO2 levert, dan wel niet voornemens is in de nabije toekomst CO2 te gaan leveren.
f. de Stookruimte niet voldoet aan de gestelde veiligheidsnormen.
4. Voorts is het Bedrijf bevoegd een Aansluiting niet tot stand te brengen, uit te breiden of te wijzigen dan wel geheel of gedeeltelijk weg te nemen, indien een of meer van de in of krachtens deze Leveringsvoorwaarden gestelde bepalingen of voorschriften door de Afnemer niet zijn of worden nagekomen.
Artikel 4 Aanbrengen, onderhouden, controleren, vervangen, uitbreiden, wijzigen en wegnemen van een Aansluiting
1. Een Aansluiting met het (de) daarbij behorende CO2-afleverstation(s) wordt, met inachtne- ming van het gestelde in lid 3 van artikel 3 en in lid 2 van dit artikel, uitsluitend door en voor rekening van het Bedrijf aangebracht, onderhouden, gecontroleerd, vervangen, verplaatst, uitgebreid, gewijzigd en weggenomen, een en ander zoveel mogelijk in overleg met de Afnemer.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van deze Leveringsvoorwaarden zijn het vervan- gen, verplaatsen, wijzigen van de Aansluiting voor rekening van de Afnemer, indien:
a. dit geschiedt op zijn verzoek;
b. dit het gevolg is van zijn handelen of nalaten, tenzij hij aannemelijk maakt dat dit handelen of nalaten het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs niet zijn toe te rekenen;
c. het Bedrijf op grond van wet- en regelgeving de Aansluiting niet mag handhaven in de grond onder een (al dan niet met toestemming van het Bedrijf geplaatst) bouwwerk van de Afnemer, dat is geplaatst boven de reeds bestaande Aansluiting.
Artikel 5 Het CO2-afleverstation
1. De Afnemer zal kosteloos een aparte ruimte van voldoende omvang ter beschikking van het Bedrijf stellen en houden ten behoeve van het door het Bedrijf op te stellen CO2- afleverstation met toebehoren.
Deze ruimte, waarvan de plaats in overleg met de Afnemer door het Bedrijf wordt vast- gesteld, moet goed toegankelijk zijn, zodat alle nodige werkzaamheden te allen tijde kunnen worden verricht.
2. Het onderhoud van de Stookruimte geschiedt door en voor rekening van de Afnemer.
3. De Afnemer verleent de nodige medewerking tot het uitvoeren van werkzaamheden door of vanwege het Bedrijf.
4. De door het Bedrijf ten behoeve van de Levering aangebrachte apparatuur is en blijft eigen- dom van het Bedrijf. Het Bedrijf zal de desbetreffende apparatuur als zijn eigendom kenmer- ken. In geval het Bedrijf naar zijn oordeel een of meer meervoudige Aansluitleidingen op het terrein of in de grond van de Afnemer dient te leggen, is de Afnemer verplicht de nodige maatregelen te nemen, respectievelijk zijn medewerking te verlenen om het eigendomsrecht van het Bedrijf te waarborgen. Onder omstandigheden kan het Bedrijf verlangen dat een zakelijk recht te zijnen gunste wordt gevestigd ter zake van apparatuur en Aansluitleidingen. De Afnemer vrijwaart het Bedrijf ter zake van eventuele aanspraken van derden op de door het Bedrijf aangebrachte apparatuur en de door het Bedrijf gelegde leidingen met xxxxxxx- xxx.
Onder meervoudige Aansluitleidingen wordt in dit verband verstaan een leiding die is aange- sloten op de Hoofdleiding en die dient ter voorziening in de Aansluiting ten behoeve van de Percelen van meerdere Afnemers.
5. Indien de Levering beëindigd wordt zal het Bedrijf de Stookruimte nog tot ten hoogste twee maanden na de datum van de beëindiging van de Levering kosteloos mogen gebrui- ken voor zijn bedrijfsvoering en voor het verrichten van werkzaamheden, het verwijderen van de door het Bedrijf aangebrachte apparatuur daaronder begrepen.
Indien in een dergelijke situatie de Afnemer wenst dat het Bedrijf de in de Stookruimte aangebrachte apparatuur verwijdert, brengt hij het Bedrijf binnen acht dagen na het afslui- ten van de Aansluiting daarvan per aangetekend schrijven in kennis. Indien de Afnemer een dergelijk verzoek niet tot het Bedrijf richt, heeft het Bedrijf – onverminderd het bepaalde in artikel 7 leden 4 en 5 – het recht de apparatuur ter plaatse te laten en daaraan preventief onderhoud te plegen. De Afnemer waarborgt onder alle omstandigheden het ongestoorde gebruik van de Stookruimte zolang zich daar aan het Bedrijf toebehorende apparatuur bevindt.
6. Indien in verband met de in de Stookruimte opgestelde en aan het Bedrijf toebehorende apparatuur tussen het Bedrijf en de Afnemer een zakelijk recht is gevestigd, zullen de rechten en verplichtingen van beide partijen worden beheerst door de bepalingen van de zakelijk rechtovereenkomst, zo nodig in afwijking van deze Leveringsvoorwaarden.
Artikel 6 Rechten met betrekking tot het Perceel
1. De Afnemer zal toestaan dat zowel voor hemzelf als ten behoeve van derden door of vanwege het Bedrijf in, aan, op, onder of boven het Perceel leidingen worden gelegd, Aansluitingen tot stand worden gebracht, aftakkingen op reeds bestaande Aansluitleidin- gen worden gemaakt, dan wel deze leidingen, Aansluitingen, of vertakkingen worden onderhouden, uitgebreid, gewijzigd of opgenomen. Aan het Perceel toegebrachte schade als noodzakelijk gevolg van deze werkzaamheden, zal door of vanwege het Bedrijf worden hersteld, dan wel, indien zulks niet mogelijk is, worden vergoed. Indien echter sprake is van schade aan een boven een reeds bestaande Aansluiting gebouwde onroe- rende zaak, wordt schade aan de betreffende onroerende zaak hersteld tot een maximum van € 50.000,00 (vijftigduizend euro).
2. Indien het Bedrijf voor de realisatie van de in lid 1 genoemde werkzaamheden gebruik moet maken van grond, toebehorend aan of in gebruik bij de Afnemer, staat deze ervoor in, dat het Bedrijf dit gebruik om niet verkrijgt c.q. behoudt. Het tracé van de leidingen op de grond van de Afnemer zal in onderling overleg worden vastgesteld.
3. De Afnemer zal, voor zover dat in zijn vermogen ligt, ervoor zorg dragen dat iedere handeling achterwege blijft, waardoor de levering van CO2 door het Bedrijf kan worden belet of belemmerd dan wel de veilige ligging of het herstel van leidingen, Aansluitingen of vertakkingen in gevaar kan worden gebracht of gevaar voor personen of goederen kan ontstaan, een en ander ter beoordeling van het Bedrijf.
4. Leidingen, Aansluitingen, vertakkingen, CO2-afleverstation(s) en Meetinrichtingen(en) zijn en blijven eigendom van het Bedrijf. Het Bedrijf is deswege gerechtigd deze ook na beëindiging van de Leveringsovereenkomst tot zich te nemen. Indien de grond, waarin of waarop de leidingen, Aansluiting, vertakkingen, CO2-afleverstation(s) en Meetinrichting(en) van het Bedrijf zich bevindt(en), met het recht van hypotheek is of wordt bezwaard, verplicht de Afnemer zich ervoor zorg te dragen, dat deze van het hypothecaire verband worden uitgesloten, althans zeker te stellen dat deze bij een eventuele executie buiten de verkoop zal blijven.
5. Indien de grond van de Afnemer, bedoeld in lid 2, wordt vervreemd, belast met enig zake- lijk recht dan wel het (gebruiks)recht van de Afnemer op de grond wordt beëindigd, zomede indien de grond in een ruilverkaveling- of onteigeningsprocedure wordt betrok- ken geeft de Afnemer hiervan tijdig tevoren kennis aan het Bedrijf. Voorts zal de Afnemer in deze gevallen, zo het Bedrijf dit verlangt, terstond een zakelijk recht aan het Bedrijf verlenen tot instandhouding en het gebruik van de leidingen, Aansluitingen en vertakkin- gen zulks volgens de voorwaarden en vergoedingsregelen welke het Bedrijf pleegt te hanteren, evenwel zonder een regeling voor de zogenaamde ‘toekomstschade’. Ook bij beëindiging van de Leveringsovereenkomst is het Bedrijf, voor zover het daarbij dan nog belang heeft, gerechtigd de vestiging van een zakelijk recht jegens de Afnemer te verlan- gen met dien verstande dat daarin de normale voorziening voor toekomstschade wordt opgenomen.
6. Indien in verband met de leidingen, Aansluitingen of vertakkingen tussen het Bedrijf en de Afnemer een zakelijk rechtovereenkomst is gesloten, zullen de rechten en verplichtin- gen van beide partijen worden beheerst door de bepalingen van de zakelijk rechtovereen- komst, zonodig in afwijking van deze Leveringsvoorwaarden.
7. Indien de leidingen, Aansluitingen, vertakkingen, CO2-afleverstation(s) en Meetinrich- ting(en) door toedoen van de Afnemer in een situatie is/zijn geraakt dat verplaatsing of aanpassing naar de maatstaven welke het Bedrijf aanlegt voor een veilige ligging, nood- zakelijk wordt geacht, komen de kosten daarvan voor rekening van de Afnemer.
Artikel 7 Beperkingen of onderbreking van de Levering in bijzondere omstandigheden
1. In principe vindt de Levering van zonsopgang tot zonsondergang plaats. Het Bedrijf staat echter niet in voor de continuïteit van de Levering. Indien zich omstandigheden voordoen, waardoor de Levering wordt of moet worden onderbroken, zal het Bedrijf al het redelijker- wijs mogelijke doen om op de kortst mogelijke termijn de Levering te hervatten.
2. Het Bedrijf heeft het recht de levering van de CO2 te onderbreken of tijdelijk te verminde- ren indien, zolang en voor zover dit noodzakelijk is in verband met het verrichten van werk- zaamheden aan het CO2-afleverstation, de Aansluitleiding, de Hoofdleiding, et cetera.
3. Het Bedrijf zal van het recht om de Levering te onderbreken ook gebruik kunnen maken bij overmachtsituaties, waaronder worden begrepen brand, oorlogs(dreiging), blokkades, rellen of andere ordeverstoringen, brandstofgebrek, energiegebrek, vervoersbeperkingen, bedrijfsongeval, natuurrampen waaronder overstroming, aardbeving, epidemieën, quaran- tainemaatregelen, beperkingen bij het verlenen van vergunningen, niet of onvoldoende Levering aan het Bedrijf door OCAP, alsmede storingen, defecten aan machines en/of pijp- leidingen, werkstaking, gebrek aan het nodige personeel als gevolg van niet door het Bedrijf te beïnvloeden omstandigheden, levering van CO2 door OCAP die niet aan specifica- ties voldoet, en andere dergelijke gevallen, zowel optredend bij het Bedrijf als bij OCAP.
4. De Afnemer heeft immer de mogelijkheid, ook zonder het Bedrijf daaromtrent te informe- ren, geen CO2 af te nemen.
5. De Afnemer kan na afsluiting van de Aansluiting weer om een Aansluiting verzoeken. Het bedrijf zal de werkzaamheden van het afsluiten en, onverminderd het bepaalde in artikel 3, het wederom aansluiten tegen kostprijs aan de Afnemer in rekening brengen.
Artikel 8 Onderbreking van de Levering wegens niet-nakoming
1. Het Bedrijf is bevoegd na voorafgaande waarschuwing – en/of overleg met de Afnemer en/of een namens de Afnemer optredende instantie of persoon – tenzij zulks een waar- schuwing of overleg om redenen van veiligheid niet van het Bedrijf verlangd kan worden – de Levering te onderbreken, indien en zo lang in enig opzicht deze Leveringsvoorwaarden of de op grond van deze voorwaarden van toepassing zijnde voorschriften niet zijn of worden nagekomen.
Een dergelijk geval kan zich onder andere voordoen indien:
a. een of meer van de in artikel 17 van deze Leveringsvoorwaarden genoemde verbods- bepalingen is, respectievelijk zijn overtreden;
b. de Afnemer overeenkomstig het bepaalde in artikel 16, lid 1, van deze Leveringsvoor- waarden in gebreke is een vordering terzake van de Levering dan wel een daarmee verband houdende vordering die het Bedrijf op hem heeft, te voldoen.
2. De in het vorige lid van dit artikel bedoelde onderbreking van de Levering wordt eerst ongedaan gemaakt, nadat de reden daarvoor is weggenomen en de kosten van onder- breking en hervatting van de Levering, alsmede van eventueel door het Bedrijf in verband hiermede geleden schade, geheel zijn voldaan. Aan de hervatting van de Levering kan het Bedrijf nadere redelijke voorwaarden verbinden.
Artikel 9 Bepaling van de aard en de omvang van de Levering
1. De door de Afnemer af te nemen CO2 zal door het Bedrijf worden geleverd op de Leverings- grens. Overgang van het eigendom en het risico van de CO2 van het Bedrijf naar de Afnemer vindt plaats op het moment dat de CO2 de Leveringsgrens passeert.
2. Het Bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de Levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een Meetinrichting, dan zijn de daarmee verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 11 en 12 van deze Leveringsvoorwaarden.
3. Eenmaal per maand wordt de stand van de Meetinrichting door of vanwege het Bedrijf opgenomen op een door het Bedrijf te bepalen wijze en tijdstip. Indien het Bedrijf mocht besluiten deze meteropname telemetrisch (dat wil zeggen op afstand) uit te voeren zal de Afnemer in kennis worden gesteld van de data en de tijdstippen waarop dit zal plaatsvin- den.
4. Indien het Bedrijf door omstandigheden buiten zijn schuld niet in staat is de stand van de Meetinrichting op te nemen, mag het Bedrijf de omvang van de Levering bepalen overeen- komstig het gestelde in artikel 12, lid 2 van deze Leveringsvoorwaarden onverminderd het recht van het Bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand van de Meetinrichting en dat in rekening te brengen.
Artikel 10 De Meetinrichting
1. De Meetinrichting wordt vanwege het Bedrijf en op zijn kosten geplaatst en onderhouden. Vervanging, omwisseling, verplaatsing of wegneming mag alleen door of vanwege het Bedrijf geschieden. De daaraan verbonden kosten komen eveneens voor rekening van het Bedrijf. Vervanging of verplaatsing is echter voor rekening van de Afnemer indien de
vervanging of verplaatsing geschiedt op zijn verzoek of het gevolg is van zijn handelen of nalaten, behalve in het geval dat hij aannemelijk maakt dat dit handelen of nalaten het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs niet zijn toe te rekenen. Artikel 11, lid 4 is onverminderd van toepassing.
2. De Afnemer draagt er zorg voor dat de Meetinrichting steeds goed bereikbaar is en goed kan worden afgelezen. Voorts dient hij de Meetinrichting te beschermen tegen beschadi- gingen, tegen verbreking van de verzegeling en te behoeden tegen vorstschade.
3. Het Bedrijf draagt zorg voor het periodiek onderhoud van de Meetinrichting in overeen- stemming met wettelijke eisen en/of voorschriften en de door de fabrikant van de Meetin- richting gedane aanbevelingen. Het Bedrijf zal zo veel als redelijkerwijze kan worden verlangd mede rekening houden met in voorbereiding zijnde toekomstige ontwikkelingen in de regelgeving die van invloed kunnen zijn op het onderhoud van de Meetinrichting.
Artikel 11 Onderzoek van de Meetinrichting
1. Bij twijfel over de juistheid van de meting kunnen zowel de Afnemer als het Bedrijf verlan- gen dat de Meetinrichting wordt onderzocht. Het Bedrijf deelt de Afnemer, zo mogelijk vooraf, mede wanneer de Meetinrichting voor onderzoek zal worden weggenomen.
2. Het onderzoek wordt door of vanwege het Bedrijf verricht, tenzij de Afnemer een onder- zoek door een onafhankelijke organisatie verlangt.
3. Een meting wordt geacht juist te zijn indien wordt voldaan aan de desbetreffende vigerende regelingen, zoals deze regelingen thans luiden, respectievelijk te eniger tijd zullen luiden.
4. De kosten van het onderzoek en de omwisseling van de Meetinrichting zijn voor rekening van degene op wiens verzoek het onderzoek wordt verricht. Indien echter volgens het onderzoek de afwijking groter is dan is toegestaan, komen de kosten ten laste van het Bedrijf.
Artikel 12 Gevolgen van onjuiste meting
1. Indien uit het onderzoek, als genoemd in artikel 11, blijkt dat de afwijking groter is dan is toegestaan, stelt het Bedrijf de omvang van de Levering vast aan de hand van de uitkom- sten van het onderzoek. In geval van miswijzing vindt aan de hand van de resultaten van het onderzoek, als genoemd in artikel 11, een herberekening plaats:
- vanaf het tijdstip waarop de Afnemer of het Bedrijf onderzoek van de Meetinrichting verlangde, tenzij een andere datum voor het begin van de miswijzing aannemelijk is, evenwel nimmer meer dan twee maanden voor de dag waarop onderzoek van de Meetinrichting werd verlangd
- tot aan het moment van het opheffen van de ondeugdelijkheid van de meting.
2. Indien het onderzoek geen hanteerbare maatstaf oplevert voor het vaststellen van de omvang van de Levering, is het Bedrijf bevoegd, na overleg met de Afnemer, de omvang van de Levering in het betreffende tijdvak te schatten naar de beste ter beschikking van het Bedrijf staande gegevens hieromtrent, waarbij als maatstaf kan dienen:
- de omvang van de Levering in het overeenkomstige tijdvak van het voorafgaande jaar, of
- de gemiddelde omvang van de Levering in een eraan voorafgaand en een erop volgend tijdvak; of
- een andere billijke maatstaf.
3. Indien uit onderzoek zoals bedoeld in artikel 11 blijkt dat de afwijking groter is dan toege- staan en dat de Afnemer gehandeld heeft met opzet of grove nalatigheid, is het Bedrijf gerechtigd in afwijking van lid 1 van dit artikel de lengte van de periode waarin de meting ondeugdelijk was in redelijkheid te schatten en zal verrekening over die periode plaatsvin- den. Het Bedrijf is tevens gerechtigd de levering van CO2 (tijdelijk) te staken. De Afnemer die ervan wordt beschuldigd gehandeld te hebben met opzet of grove nalatigheid, heeft het recht op tegenexpertise.
Artikel 13 CO2-tarief
1. Voor de door het Bedrijf geleverde CO2 is de Afnemer een vergoeding verschuldigd, die becijferd wordt als genoemd in het Prijssysteem CO2.
2. De door de Afnemer te betalen bedragen als beschreven in het Prijssysteem CO2 zijn exclusief BTW.
3. Het Bedrijf is gerechtigd voorafgaand aan een nieuw kalenderjaar mutaties door te voeren aan het Prijssysteem CO2.
4. De door de Afnemer verschuldigde vergoeding, als bedoeld in lid 1 van dit artikel kan worden verhoogd met de belastingen en de heffingen, die het Bedrijf krachtens een besluit van de overheid en/of een publiek- c.q. privaatrechtelijke instelling verplicht respectievelijk bevoegd is in rekening te brengen.
Artikel 14 Betaling
1. Alle bedragen die de Afnemer ingevolge de CO2-levering verschuldigd is, worden aan de Afnemer door middel van een nota in rekening gebracht.
2. Een nota dient te worden voldaan binnen twee weken na factuurdatum, met dien verstande dat het Bedrijf de vrije beschikking heeft over de gelden door overmaking op een door het Bedrijf aan te geven bankrekening. Het Bedrijf geeft aan op welke wijze de nota kan worden voldaan.
3. De verplichting tot betaling wordt niet opgeheven of opgeschort op grond van bezwaren tegen de nota.
4. De Afnemer is niet gerechtigd de in rekening gebrachte bedragen te compenseren met enig bedrag dat het Bedrijf aan de Afnemer schuldig is.
Artikel 15 Borgstelling, vooruitbetaling en waarborgsom
1. Het Bedrijf kan van de Afnemer een borgstelling of bankgarantie verlangen tot zekerheid van de betalingen van de op grond van de Leveringsovereenkomst en deze Leveringsvoor- waarden verschuldigde bedragen.
2. Tot zekerheid van de betaling van de ter zake van de Levering verschuldigde bedragen kan het Bedrijf van de Afnemer de storting van een waarborgsom eisen, die niet hoger zal zijn dan het bedrag dat de Afnemer naar het oordeel van het Bedrijf vermoedelijk gemiddeld voor Levering over een periode van zes maanden zal moeten betalen. De waarborgsom wordt terugbetaald, zodra de noodzaak tot zekerheidstelling niet meer aanwezig is en in ieder geval zo spoedig mogelijk na beëindiging van de Leveringsovereenkomst, onder
aftrek van het bedrag dat eventueel nog betaald moet worden.
3. Over de door het Bedrijf ontvangen waarborgsom wordt jaarlijks een rente vergoed waarvan het percentage gelijk is aan dat van de wettelijke rente per 1 januari van het betreffende kalenderjaar. Uitbetaling van de rente geschiedt uiterlijk bij de terugbetaling van de waarborgsom.
4. Het Bedrijf is slechts bevoegd de borgstelling of de bankgarantie als vermeld in lid 1 van dit artikel, dan wel de betaling van een waarborgsom als vermeld in lid 2 van dit artikel, te verlangen indien omstandigheden te zijner kennis zijn gekomen, die goede grond geven te vrezen dat de Afnemer zijn betalingsverplichtingen niet zal nakomen.
Artikel 16 Wanbetaling
1. Indien de Afnemer tekortschiet in de nakoming van zijn betalingsverplichting is hij vanaf het moment van overschrijding van de betalingstermijn van rechtswege in gebreke.
2. Indien en zodra de Afnemer in gebreke is, is hij administratiekosten verschuldigd alsmede rente wegens te late betaling. Voor elke dag waarmee de gestelde betalingstermijn wordt overschreden, wordt aan de Afnemer de wettelijke handelsrente in rekening gebracht. Het Bedrijf behoudt het recht op volledige schadevergoeding. Artikel 8 blijft onverminderd van toepassing. De in dit lid bedoelde bedragen zijn onmiddellijk opeisbaar.
Artikel 17 Verbodsbepalingen
1. Het is de Afnemer verboden:
a. door of vanwege het Bedrijf aangebrachte verzegelingen te verbreken of te doen verbreken;
b. handelingen te verrichten of te doen verrichten, waardoor de omvang van de Levering niet of niet juist kan worden vastgesteld, dan wel een situatie te scheppen, waardoor het normaal functioneren van de Meetinrichting of andere apparatuur van het Bedrijf wordt verhinderd of de vergoedingsregeling van het Bedrijf niet of niet juist kan worden
toegepast;
c. de Aansluiting van het Bedrijf te gebruiken voor aardingen van elektrische installaties, toestellen, bliksemafleiders en dergelijke.
2. Het is de Afnemer verboden zonder schriftelijke toestemming van het Bedrijf de geleverde CO2 anders dan ten behoeve van de op het eigen Perceel aanwezige glasopstanden te gebruiken. Het Bedrijf kan aan een dergelijke toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 18 Andere verplichtingen
1. Het Bedrijf zal bij de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze Leveringsvoorwaar- den die zorg betrachten, die van een zorgvuldig handelend Bedrijf mag worden verwacht. In het bijzonder zal het Bedrijf zoveel mogelijk trachten te voorkomen dat de Afnemer bij de uitvoering van de werkzaamheden hinder of schade ondervindt.
2. De Afnemer is verplicht alle instructies van het Bedrijf zoals genoemd in de Aansluitvoor- waarden op te volgen en ter zake zorgvuldig te handelen overeenkomstig daarin verstrekte instructies. De Afnemer is aansprakelijk voor alle schade, ontstaan doordat Xxxxxxx in strijd handelt met hiervoor bedoelde schriftelijk verstrekte instructies.
3. De Afnemer is verplicht aan het Bedrijf de nodige medewerking te verlenen bij de toepas- sing en de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze Leveringsvoorwaarden en de controle op de naleving daarvan, en wel in het bijzonder door:
a. het Bedrijf zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van door hem waargenomen of vermoede schade, gebreken of onregelmatigheden aan het in het Perceel aanwezige gedeelte van de Aansluiting, inclusief de Meetinrichting, daaronder begrepen verbreking van de verzegeling;
b. aan personen, die van een door of vanwege het Bedrijf uitgegeven legitimatiebewijs of machtiging zijn voorzien, toegang te verlenen tot het Perceel, mede ten behoeve van de uitvoering van een van overheidswege op het Bedrijf rustende verplichting;
c. het Bedrijf tijdig op de hoogte te stellen van adreswijzigingen.
4. De Afnemer is verplicht het redelijkerwijs mogelijke te doen om schade, waaronder vorst- schade, aan het in het Perceel aanwezige gedeelte van de Aansluiting te voorkomen.
5. Indien de Afnemer geen eigenaar is van het Perceel, staat hij er voor in dat de eigenaar akkoord gaat met het verrichten van alle handelingen, die door het Bedrijf voor het tot stand brengen, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van een Aansluiting of voor de Levering noodzakelijk worden geacht, zowel ten behoeve van hemzelf als ingevolge artikel 6, lid 1, van deze Leveringsvoorwaarden ten behoeve van derden. Het Bedrijf verlangt dat de Afnemer een schriftelijke akkoordverklaring van de eigenaar overlegt.
6. Afnemer is verplicht vanuit zijn elektrische installatie een zekeringgroep van voldoende capaciteit aan het Bedrijf beschikbaar te stellen ten behoeve van de elektriciteitsvoorzie- ning van de Meet- en regelinrichting van het CO2-afleverstation. De via deze zekeringgroep afgenomen elektrische energie is voor rekening van de Afnemer.
Artikel 19 Aansprakelijkheid
1. Het Bedrijf is aansprakelijk tegenover de Afnemer voor letsel of directe materiële schade door of in verband met de Aansluiting indien er sprake is van een toerekenbare tekortko- ming. Het gaat hierbij uitsluitend om door het Bedrijf niet of niet goed verrichte werkzaam- heden aan de Aansluiting.
2. Indien de Afnemer het Bedrijf aansprakelijk stelt voor gebreken in de samenstelling van de geleverde CO2 stelt het Bedrijf haar relevante analyses van het CO2- gas ter beschikking.
3. Het Bedrijf is echter niet gehouden tot schadevergoeding indien letsel of schade is ontstaan door:
a. een gebrek in de Aansluiting;
b. een gebrek in de levering van CO2;
c. onderbreking of beperking van de levering van CO2;
d. vertraging bij de bouw, onderhoud, reparaties of eventuele modificaties van de installa- ties, nodig voor transport van CO2, zowel bij eerste Levering als daarna;
e. handelen of nalaten door het Bedrijf, zijn werknemers of met hen gelijk te stellen personen, anders dan genoemd in lid 1;
f. als gevolg van het uitblijven of vervallen van een voor de uitvoering van de Leverings- overeenkomst vereiste vergunning.
4. Het Bedrijf is aansprakelijk indien de Afnemer aannemelijk maakt dat de desbetreffende schade of letsel te wijten is aan opzet of grove schuld van het Bedrijf.
5. Het Bedrijf is nimmer aansprakelijk voor letsel en/of schade door of in verband met de CO2 installatie van de Afnemer.
6. Indien en voor zover het Bedrijf jegens de Afnemer in het kader van de Leveringsovereen- komst tot schadevergoeding verplicht is, komt schade slechts voor vergoeding in aanmer- king tot een bedrag van te hoogste de contractssom van het lopende kalenderjaar per kalenderjaar.
7. Schade dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 7 dagen na het ontstaan aan het Bedrijf te zijn gemeld. Schade die niet binnen die termijn ter kennis van het Bedrijf is gebracht komt niet voor vergoeding in aanmerking, tenzij de Afnemer aannemelijk maakt dat hij de schade niet eerder heeft kunnen melden.
8. De Afnemer is gehouden tot vergoeding van alle schade aan enige door het Bedrijf ten behoeve van de Levering in, aan, op, onder of boven het Perceel aangebrachte voorzienin- gen, tenzij hij aantoont dat de schade hem dan wel de personen voor wie hij aansprakelijk is, niet valt toe te rekenen.
Artikel 20 Afwijkingen van deze Leveringsvoorwaarden
1. Afwijkingen van deze Leveringsvoorwaarden zijn slechts geldig indien uit deze Leverings- voorwaarden blijkt dat afwijkingen zijn toegestaan en deze uitdrukkelijk schriftelijk zijn overeengekomen.
2. In alle gevallen, waarin deze Leveringsvoorwaarden en de op grond daarvan van toepas- sing zijnde voorschriften en regelingen niet voorzien, beslist het Bedrijf in overleg met de Afnemer. Dergelijke afwijkingen zullen zoveel als mogelijk schriftelijk worden vastgelegd.
Artikel 21 Wijzigen van contracten en van deze Leveringsvoorwaarden
1. Deze Leveringsvoorwaarden en de op grond daarvan van toepassing zijnde voorschriften en regelingen kunnen door het Bedrijf worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking dertig dagen na de dag waarop zij aan de Afnemer zijn medegedeeld.
2. Wijzigingen gelden ook ten aanzien van reeds bestaande overeenkomsten. Indien een Afnemer een wijziging niet wenst te accepteren, kan hij de Leveringsovereenkomst opzeg- gen overeenkomstig het bepaalde in artikel 23, lid 3, sub a van deze Leveringsvoorwaarden.