OPRICHTING STICHTING
OPRICHTING STICHTING
Op drieëntwintig september tweeduizend vijftien, verschijnt voor mij,
xx. Xxxxxxx Xxxxxxx, notaris te Amsterdam: de xxxx xx. Xxxx Xxxxxx Xxxx Xxxxxxx, werkzaam bij het kantoor Xxxxxxxx Xxxxxx in de vestiging te (1082 MA) Amsterdam, Xxxxxx Xxxxxxxxxxx 00, geboren te Eindhoven op acht april negentienhonderd zesentachtig,
handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:
I. Stichting Nederlandse Publieke Omroep, een stichting, gevestigd te Hilversum en kantoorhoudende te (1217 GP) Hilversum, Xxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 32043579; en
II. Vereniging voor Commerciële Omroepen, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te (1019 DW) Amsterdam, Rietlandpark 333, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40481989
("Oprichters").
De Oprichters verklaren hierbij een stichting op te richten en daarvoor de volgende statuten vast te stellen:
STATUTEN
Artikel 1. Definities
1.1. In deze statuten wordt verstaan onder:
Aangeslotenen: de Omroepen en Vertegenwoordigers waarmee de stichting een aansluitingsovereenkomst is aangegaan teneinde uitvoering te geven aan haar doel omschreven in artikel 3;
Brancheorganisatie(s): NPO, VCO en/of ROOS;
CBO: een collectieve beheersorganisatie die belast is met de inning en de verdeling van vergoedingen verschuldigd op grond van de Auteurswet of op grond van de Wet op de naburige rechten, welke rechtspersoon als zodanig door de Minister van Veiligheid en Justitie op grond van de Auteurswet is aangewezen;
Collectieve Vergoeding: collectieve gelden die door de stichting met toestemming en ten behoeve van de Omroepen zijn geïnd en ontvangen; College van Omroepen: het college van omroepen als bedoeld in artikel 2.12 van de Mediawet 2008;
College van Toezicht: het College van Toezicht als bedoeld in de Wet Toezicht CBO's, dat tot taak heeft toezicht uit te oefenen op de inning en de verdeling van vergoedingen door CBO's;
Keurmerkcriteria: de CBO-Keurmerkcriteria van VOlCE, voor het eerst vastgesteld op drieëntwintig maart tweeduizend elf, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, laatstelijk per een januari tweeduizend veertien;
NPO: Stichting Nededandse Publieke Omroep, een stichting, gevestigd te Hilversum en kantoorhoudende te (1217 GP) Hilversum, Xxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 32043579;
Omroepen: media-instellingen die omroepdiensten verrichten als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008;
Richtlijnen: de Richtlijnen Goed Bestuur en Integriteit CBO's, in werking getreden op vijftien juli tweeduizend elf, zoals van tijd tot tijd gewijzigd; ~ ROOS: Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking, een stichting, gevestigd te Hilversum en kantoorhoudende te (1217 GP) Hilversum, Xxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 41193786;
Schriftelijk: per brief, per fax, per e-mail of langs andere elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, tenzij in de wet
of deze statuten anders is bepaald;
Stichting de Thuiskopie: Stichting de Thuiskopie, een stichting, gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te (2132 NG) Hoofddorp, Kruisweg 793, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 41210264;
Tegenstrijdig Belang: een direct of indirect persoonlijk belang dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting;
Thuiskopievergoeding: de door Stichting de Thuiskopie ten behoeve van de Omroepen geïnde vergoeding op grond van het bepaalde in artikel 16c lid 1 Auteurswet en artikel 10 lid 1 onder e van de Wet op de Naburige Rechten;
VCO: Vereniging voor Commerciële Omroepen, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te (1019 DW) Amsterdam, Rietlandpark 333, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40481989;
Vertegenwoordiger: organisatie die een of meerdere Omroepen rechtsgeldig vertegenwoordigt ter zake van de ten behoeve van deze Omroep(en) door de stichting geïnde Collectieve Vergoedingen;
Wet Toezicht CBO's: de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten, in werking getreden op zes maart tweeduizend drie en van tijd tot tijd gewijzigd, laatstelijk op een juli tweeduizend dertien.
Artikel 2. Naam en zetel
2.1. De stichting draagt de naam: Stichting Collectieve Gelden Omroepen.
2.2. De verkorte naam van de stichting is: SCGO.
2.3. De stichting heeft haar zetel in Aerdenhout.
Artikel 3. Doel
3.1. De stichting heeft ten doel het op doelmatige wijze behartigen en bevorderen van de belangen van de Omroepen, in de ruimste zin van het woord, waaronder maar niet beperkt tot het innen en uitkeren van Collectieve Vergoedingen, meer in het bijzonder Thuiskopievergoedingen.
3.2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
instandhouding van een organisatie die zich bezighoudt met inning, beheer- en repartitie van Collectieve Vergoedingen;
het samenwerken en het voeren van overleg met derden en waar nodig andere CBO's teneinde te streven naar een optimale verdeling van de geïncasseerde Collectieve Vergoedingen;
3.3. De stichting beoogt niet het maken van winst.
Artikel 4. Aangeslotenen
4.1. De stichting kent Aangeslotenen. Aangesloten bij de stichting kunnen slechts zijn de Omroepen of Vertegenwoordigers die een schriftelijke aansluitingsovereenkomst zijn aangegaan met de stichting. Het bestuur houdt het register van Aangeslotenen bij.
4.2. De Stichting zal ten minste eenmaal per jaar een formele bijeenkomst voor haar Aangeslotenen organiseren ter gelegenheid waarvan op adequate en toegankelijke wijze verantwoording wordt afgelegd over het bestuur bij de stichting en het toezicht op het bestuur door het College van Toezicht, waarbij door het bestuur wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke deelname aan deze bijeenkomst.
4.3. De stichting zal aan de Aangeslotenen inzicht verschaffen in haar algemene en financiële beleid, in ieder geval door:
het jaarlijks openbaar maken van nevenfuncties van bestuurders en van degene(n) die met de dagelijkse leiding van de stichting is of zijn belast; openbaarmaking van de statuten, de geschillenregeling, het repartitiereglement, de mate van representativiteit en de mate van legitimiteit;
openbaarmaking van de beheerskosten in het jaarverslag;
in het jaarverslag en de jaarrekening de nader in de Keurmerkcriteria genoemde informatie, de wijze van beheer en de verdeling van gelden toe te lichten, waarbij ten minste wordt vermeld in welk jaar de verdeelde gelden waren geïnd en voor welk deel van de gelden geen rechthebbenden zijn gevonden in de drie kalenderjaren volgend op het kalenderjaar van inning.
Artikel 5. Bestuur en governance
5.1. Het bestuur van de stichting bestaat uit drie leden. Slechts natuurlijke personen kunnen benoemd worden tot bestuurslid.
5.2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Eén bestuurslid kan meerdere functies vervullen.
5.3. Bestuursleden worden als volgt benoemd door de Brancheorganisaties:
a. één bestuurder wordt benoemd door NPO en ROOS gezamenlijk; en
b. twee bestuurders worden benoemd door VCO,
ieder voor een termijn van vier jaar, met een mogelijkheid om eenmaal te worden herbenoemd.
Wanneer ten aanzien van een bestuurslid niet voor het einde van zijn eerste bestuurstermijn besloten is een ander in zijn plaats te benoemen, wordt dit bestuurslid geacht te zijn herbenoemd.
5.4. Bij het ontstaan van een vacature in het bestuur zal (zullen) de Brancheorganisatie(s) die de desbetreffende ontvallen bestuurder(s) heeft (hebben) benoemd binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature daarin voorzien door de benoeming van een of meer opvolgers.
Indien na het ontstaan van een vacature niet binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature in de benoeming van een opvolger is voorzien, kan de rechtbank op verzoek van iedere belanghebbende in de vervulling van de vacature voorzien. De rechtbank neemt daarbij zoveel mogelijk deze statuten in acht.
5.5. In geval van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het overblijvende bestuurslid, een bevoegd bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 6.16.
5.6. Het bestuur is verantwoordelijk voor het toezichthoudend proces binnen de stichting en de onafhankelijke collectieve belangenbehartiging van alle Aangeslotenen. Het toezichthoudend proces binnen de stichting krijgt gestalte door de onderlinge afstemming tussen de bestuursleden. Het bestuur is hiervoor collectief verantwoordelijk. Het bestuur is zo samengesteld dat de leden onafhankelijk van elkaar en van deelbelangen kunnen functioneren als goede bestuurders.
5.7. Het bestuur kan besluiten tot het instellen en benoeming van leden van een evaluatiecommissie, die het functioneren van het bestuur als zodanig kan beoordelen. Nadere voorschriften en criteria voor de benoeming en werkwijze van deze evaluatiecommissie en haar beoordeling kunnen worden uitgewerkt in een reglement.
5.8. Bestuursleden, evenals zij die krachtens arbeidsovereenkomst werkzaam zijn bij de stichting, vervullen geen nevenfuncties die strijdig zijn met het belang van de stichting. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. De leden van het bestuur hebben recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
Artikel 6. Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten
6.1. De bestuursvergaderingen worden gehouden in een gemeente in Nederland als bij de oproeping bepaald.
6.2. leder jaar worden ten minste twee vergaderingen gehouden. Ten minste eenmaal per jaar overlegt en besluit het bestuur over de strategie, het algemene beleid en de financiële stand van zaken. Hiertoe behoren de begroting, de jaarrekening en de binnen de stichting gehanteerde systemen van administratieve organisatie en interne controle. Het bestuur draagt zorg voor een jaarlijkse (zelf)evaluatie van zijn eigen functioneren.
6.3. Het bestuur verleent jaarlijks de opdracht aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek teneinde een onderzoek uit te voeren als bedoeld in lid 3 van voornoemd artikel.
6.4. Het bestuur overlegt ten minste eenmaal per jaar met de externe accountant. Er wordt in elk geval gesproken over de jaarrekening en over de kwaliteit van de administratieve organisatie. Alle bestuursleden ontvangen een afschrift van alle rapportages van de externe accountant aan het bestuur.
6.5. Vergaderingen zullen voorts worden gehouden wanneer de voorzitter dit wenselijk acht, of indien één van de andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt.
Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft zodanig, dat de vergadering wordt gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
6.6. De oproeping tot de vergadering geschiedt schriftelijk - behoudens het in het vorige lid bepaalde - door de voorzitter, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
6.7. De oproeping vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
6.8. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
6.9. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
6.10. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter van de vergadering daartoe aangezocht.
De notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd, dan wel vastgesteld door het bestuur in een volgende vergadering. —
6.11. Een bestuurslid dat bij een voorgenomen besluit een Tegenstrijdig Belang heeft, meldt dit terstond aan het bestuur. Een bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging of besluitvorming indien hij een Tegenstrijdig Belang heeft. Slechts indien alle bestuursleden een Tegenstrijdig Belang hebben, kan het desbetreffende besluit niettemin door het bestuur worden genomen, ongeacht het Tegenstrijdige Belang.
6.12. Tenzij een bestuurslid een Tegenstrijdig Belang heeft bij een voorgenomen bestuursbesluit, kan een bestuurslid zich ter vergadering door een medebestuurslid zonder Tegenstrijdig Belang laten vertegenwoordigen onder overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Deze volmacht moet betrekking hebben op een
voor de bestuurder-volmachtgever concrete en overzienbare situatie.
Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één ander bestuurslid als gevolmachtigde optreden.
6.13. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden, met uitzondering van de leden die een Tegenstrijdig Belang hebben, zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard.
6.14. leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
6.15. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
6.16. De volgende bestuursbesluiten worden slechts genomen in een voltallig bestuur en met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn:
a. ontbinding van de stichting;
b. wijziging van de statuten van de stichting; en
c. vaststelling, wijziging en opheffing van de in artikel 11.1 bedoelde reglementen;
d. het doen van investeringen, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in de onder artikel 6.17.a bedoelde begroting.
6.17. De volgende bestuursbesluiten worden slechts genomen met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn:
a. vaststelling van de begroting van de stichting; en
b. vaststelling van de jaarrekeningen van de stichting.
6.18. Blijkt ter vergadering het op grond van het in artikel 6.16 of artikel 6.17 vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig te zijn, dan wordt uiterlijk vier weken nadien een nieuwe vergadering bijeengeroepen waarin het besluit genomen kan worden met algemene stemmen, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden. Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van het aantal aanwezige bestuursleden.
6.19. Besluiten zoals hiervoor bedoeld in artikel 6.16.a en 6.16.b, alsmede een besluit tot vaststelling of wijziging van reglementen of modelovereenkomsten betreffende de uitoefening en handhaving van auteursrechten of naburige rechten, worden slechts genomen na voorafgaande schriftelijke instemming van het College van Toezicht, het College van Omroepen en VCO.
Het bestuur van de stichting zal bovendien in alle gevallen waarin dit op grond van de Mediawet 2008 is vereist het College van Omroepen in de gelegenheid stellen advies uit te brengen, zulks overeenkomstig het daaromtrent het in de Mediawet 2008 bepaalde.
6.20. De stichting is gehouden het College van Toezicht vooraf schriftelijk te informeren over te nemen besluiten die van wezenlijke invloed zijn op de uitoefening door de stichting van haar taken, waaronder:
a. investeringen die een door het College van Toezicht bij reglement vast te stellen bedrag te boven gaan;
b. het oprichten of mede-oprichten van een privaatrechtelijke rechtspersoon of het deelnemen in een vennootschap.
6.21. Alle stemmingen op de vergadering geschieden mondeling, tenzij een bestuurslid vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangt.
6.22. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
Artikel 7. Bestuursbevoegdheid
7.1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting, een en ander met inachtneming van het bepaalde in de Wet Toezicht CBO's, de Richtlijnen, de Keurmerkcriteria en het bepaalde in de artikelen
4.1 en 4.2 van het bestuursreglement van SCGO en de artikelen 4.1 en 4.2 van het directiereglement van SCGO.
7.2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
7.3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Artikel 8. Vertegenwoordiging
8.1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt uitsluitend toe aan:
het bestuur; of één op grond van artikel 5.X.x benoemde bestuurder en één op grond van artikel 5.3.b benoemde bestuurder gezamenlijk handelend.
8.2. Het bestuur is bevoegd volmacht te verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
8.3. Het bestuur is bevoegd een directeur aan te stellen, welke directeur de bevoegdheden zal hebben als bij zijn aanstelling omschreven en zoals vastgelegd bij reglement.
Deze directeur zal door het bestuur worden ingeschreven bij het handelsregister van de Kamers van Koophandel, onder opgaaf van zijn bevoegdheden.
Artikel 9. Einde bestuurslidmaatschap; schorsing
9.1. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
a. door overlijden;
b. bij faillissement van- of verlening van surséance van betaling aan een bestuurslid of wanneer een bestuurslid het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
c. door schriftelijke ontslagneming (bedanken);
x. door ontslag hem verleend op grond van een besluit van de benoemende Brancheorganisatie(s); of
e. door verloop van de benoemingstermijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.3;
f. door ontslag door de rechtbank in de gevallen als in de wet bepaald.
9.2. Het bestuur stelt een gefaseerd rooster van aftreden vast. Leden van het bestuur treden tussentijds af wanneer dit geboden is, zoals bij onvoldoende functioneren, structurele onenigheid van inzichten, onverenigbaarheid van belangen of anderszins.
9.3. Een bestuurslid kan worden geschorst door de benoemende Brancheorganisatie(s). Een schorsing kan niet langer duren dan drie maanden.
Artikel 10. Boekjaar en administratie
10.1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
10.2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
10.3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken en op papier vast te stellen, door middel van het opstellen van een jaarverslag en een jaarrekening overeenkomstig Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.17. De jaarrekening verschaft inzicht in de geldstromen uit hoofde van inning en verdeling.
onder andere aan de hand van een kasstroomoverzichten aan de hand van de rechtenopbrengsten, een en ander overeenkomstig het bepaalde in de Keurmerkcriteria.
10.4. Het bestuur kan besluiten dat de in leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde boeken en stukken worden onderzocht door een door het bestuur aan te wijzen deskundige voordat deze worden vastgesteld.
10.5. Het bestuur is verplicht de in leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
Artikel 11. Reglement
11.1. Het bestuur zal één of meerdere reglementen vaststellen, waarin in ieder geval een regeling wordt opgenomen ten aanzien van:
de taken en bevoegdheden van het bestuur en, voor zover aangesteld, van de directeur, de werkwijze van het bestuur alsmede het schema voor
het houden van bestuursvergaderingen; repartitievoorwaarden;
geschillen;
toelaatbaarheid van nevenfuncties, beleggingen en onverenigbare persoonlijke betrekkingen voor bestuursleden van de stichting en zij die krachtens arbeidsovereenkomst werkzaam zijn bij de stichting zoals vermeld in de Richtlijn;
de voorwaarden voor het zijn van Aangeslotene;
informatievoorziening door de bestuursleden, binnen het bestuur en aan de Aangeslotenen, over de aan hen toebedeelde taken en verantwoordelijkheden die nodig is voor een goede taakvervulling van het bestuur, —-alsmede die onderwerpen, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
11.2. De reglementen mogen niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
11.3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd de reglementen te wijzigen.
11.4. Besluiten tot de vaststelling, wijziging en opheffing van de reglementen worden genomen met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.16 en artikel 6.19.
Artikel 12. Statutenwijziging
12.1. Het bestuur is bevoegd te besluiten de statuten te wijzigen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.16 en artikel 6.19.
12.2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen, leder bestuurslid afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te doen verlijden.
12.3. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen bij het handelsregister.
Artikel 13. Ontbinding en vereffening
13.1. Het bestuur is bevoegd te besluiten de stichting te ontbinden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.16 en artikel 6.19.
13.2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
13.3. De vereffening geschiedt door het bestuur, tenzij het bestuur (een) andere vereffenaar(s) aanwijst.
13.4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
13.5. Het overschot na vereffening wordt door de vereffenaar(s) zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting.
13.6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de door het bestuur aan te wijzen perso(o)n(en).
13.7. Op de ontbinding en de vereffening van de stichting is het bepaalde in de wet van toepassing.
Artikel 14. Slotbepaling
14.1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur, met inachtneming van het bepaalde in de Wet Toezicht CBO's, de Richtlijnen, zoals de Nadere uitwerking Beleidskader toezicht van het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten (CvTA) van 26 april 2017, de Keurmerkcriteria en de reglementen.
Artikel 15. Overgangsbepaling
15.1. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december tweeduizend vijftien. Dit artikel vervalt na afloop van het eerste boekjaar van de
stichting.
SLOTVERKLARINGEN
Ten slotte verklaart de comparant, handelend als gemeld:
A. Benoeming eerste bestuursleden
In afwijking van het bepaalde in artikel 5.3 worden voor de eerste maal tot bestuursleden van de stichting benoemd:
• Xxxx Xxxxxx, geboren te Warder op elf november negentienhonderd vierenzestig;
• Xxxxxx Xxxxxx Xxxxx, geboren te Amsterdam op drie april negentienhonderd achtenvijftig; en
• Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx xxx xxx Xxxxxx, geboren te Hilversum op elf oktober negentienhonderd drieënzestig.
B. Volmacht
Van voormelde volmacht blijkt uit een onderhandse akte die aan deze akte wordt gehecht.
SLOT
De bij deze akte betrokken comparant is mij, notaris, bekend.
WAARVAN AKTE
wordt verleden te Amsterdam op de datum als in het hoofd van deze akte is vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en het geven van een toelichting daarop aan de comparant, heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en met beperkte voorlezing in te stemmen.
Na beperkte voorlezing overeenkomstig de wet is deze akte door de comparant en door mij, notaris, ondertekend.