MINISTERIE
MINISTERIE
VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
[C − 2011/31635]
Milieubeleidsovereenkomst betreffende de terugnameplicht voor versleten banden
Gelet op de ordonnantie van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 maart 1991 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen;
Gelet op de ordonnantie van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering;
Gelet op de milieuovereenkomst van 12 december 2002 betreffende de terugnameplicht van versleten banden.
Gelet op het feit dat, overeenkomstig de ordonnantie van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten, het ontwerp van de milieuovereenkomst het voorwerp is geweest van een openbare raadpleging en van een publicatie in het Belgisch Staatsblad van 15 oktober 2010;
Gelet op de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 september 2011, betreffende de goedkeuring van de onderhavige milieuovereenkomst;
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
Overwegende dat het aangewezen is om voor versleten banden die vrijkomen op de Belgische markt een geharmoniseerd intergewestelijk beleid betreffende de terugnameplicht te behouden;
Overwegende dat de producenten, tussenhandelaars en eindverko- pers evenals het beheersorganisme de op hen toepasselijke wetgeving en reglementering, hierin begrepen, doch niet beperkt tot deze inzake milieu, fiscaliteit, sociale zekerheid en mededinging, dienen na te leven bij de uitvoering van deze milieuovereenkomst,
De volgende partijen :
1° het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, zelf vertegenwoordigd door de heer Xxxxxxx Xxxxxx, Minister-President van de Brusselse Hoofdstede- lijke Regering en door Mevr. Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx, Minister van Leefmilieu,
hierna genoemd « het Gewest »; 2° de volgende organisaties :
* de VZW FEDERAUTO, de Belgische Confederatie van de Autohan- del en -reparatie en van de Aanverwante sectoren, gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de heer Xxxxxx Xxx xxx, voorzitter in naam van :
- GDA, Groepering van Autodealers en -Agenten, gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxx Xxxx, voorzitter;
- de Groepering van Handelaars in Tweedehandse Voertuigen, gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, voorzitter;
- REPARAUTO, de Groepering van Autoreparatiebedrijven, geves- tigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxx Xxxxxxxxx, voorzitter;
- Groepering van Bandenspecialisten gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxx Xxxxxx, voorzitter ad interim;
- Groepering van Service-Stations gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxxx Xxxx, voorzitter,
- FEDERMOTO, de Groepering van de Verdelers van motorrijwielen, gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxx Xxxxxxxx, voorzitter;
* de VZW Federatie Automateriaal, aangesloten bij de VZW FEDER- AUTO, gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxx Xxxxxxxx, voorzitter, in naam van :
7
- Groepering van nationale en regionale Distributeurs van Automa- terialen gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoor- digd door de xxxx Xxxx Xxxxxxxx, voorzitter;
* de VZW SIGMA, Federatie van de algemeen vertegenwoordigers van materieel voor openbare en private werken, voor de bouw en voor goederenbehandeling, aangesloten bij de VZW FEDERAUTO, geves- tigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000,0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxx Xxx Xxxx, voorzitter;
* de VZW AGRIMADIS, Groepering van alleenvertegenwoordigers van landbouw-, tuinbouw- en tuinmaterieel, aangesloten bij de VZW FEDERAUTO, gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000,0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxx Xxxxxxx;
* de VZW VEREMABEL, Groepering van verkopers en herstellers van tractoren en landbouwmachines in België, aangesloten bij de VZW FEDERAUTO, gevestigd Xxxxx Xxxxxxxxxx 000,0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxx Xxxxxx;
* de VZW FEBIAC, Belgische Federatie der Auto en Rijwielnijverhe- den, gevestigd Xxxxxxxxx 00, xxx 0, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de heer Xxxxxxx xxx Xxx, voorzitter;
hierna genoemd x de partijen »,
Komen overeen wat volgt :
HOOFDSTUK 1. — Algemene bepalingen
Artikel 1. Xxxxxxxxx xxxxx
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
De onderhavige milieuovereenkomst bepaalt de uitvoeringswijze van de terugnameplicht van versleten banden overeenkomstighoofd- stuk IV van het Besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering.
De onderhavige milieuovereenkomst is verbindend voor de voor- noemde partijen alsook voor de producenten/invoerders, tussenhan- delaars en eindverkopers die onderworpen zijn aan de terugnameplicht inzake versleten banden en die hetzij lid zijn van de ondertekenende organisaties van de onderhavige milieuovereenkomst en hiertoe een mandaat hebben verleend aan deze organisaties, hetzij geen lid zijn van één van deze organisaties, maar een toetredingsovereenkomst hebben gesloten met het beheersorganisme. Een lijst van producenten/invoerders, tussenhandelaars en eindverkopers die ver- bonden zijn door de onderhavige milieuovereenkomst wordt ter beschikking gesteld van het BIM.
Art. 2. Definities en begrippen
@ 1. De begrippen en definities vermeld in de ordonnantie van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 maart 1991 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en het Besluit van de regering van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering of het besluit dat dit besluit vervangt, zijn van toepassing op deze milieuovereenkomst, onverminderd de aanvullende definities in deze milieuovereenkomst omschreven.
@ 2. Voor de toepassing van deze milieuovereenkomst wordt verstaan onder :
1° Beheersplan : een document dat minstens de volgende delen bevat :
- Een preventieplan;
- Een overzicht van de acties voor ondernemingen, tussenpersonen en gebruikers;
- Een overzicht van de acties betreffende de inzameling en verwer- king van versleten banden;
- Een financieel plan;
- De homologatiecriteria van de operatoren;
7
- Een methode van opvolging.
2° Hergebruik : het opnieuw aanwenden van een band voor hetzelfde doel of soortgelijk doel als waarvoor de band oorspronkelijk bestemd was en dit zonder loopvlakvernieuwing of andere fysieke of chemische wijziging.
3° Voorbereiding voor hergebruik : elke controle-, schoonmaak- of reparatiehandeling met het oog op de valorisatie, via dewelke versleten banden die afvalstoffen geworden zijn, voorbereid worden om herge- bruikt te worden zonder andere voorbehandeling.
4° Band : elke volle of lucht rubberband met inbegrip van bandages met uitzondering van de fietsbanden.
5° Herbruikbare band : elke band die voldoet aan de wettelijke normen inzake het aanwenden voor het doel waarvoor de band oorspronkelijk bestemd was, en dit zonder fysieke of chemische wijziging.
6° Versleten band : elke band die, zonder voorbereiding voor hergebruik, niet of niet meer kan gebruikt worden voor het doel waarvoor de band oorspronkelijk bestemd was en waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is of verplicht is zich te ontdoen. Het betreft zowel rechapeerbare als valoriseerbare banden.
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
7° Rechapeerbare band : elke versleten band die na demontage en in de staat waarin hij zich bevindt, niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en waarvan het loopvlak kan vervangen worden zodat hij opnieuw voor het doel waarvoor hij oorspronkelijk bestemd was, kan aangewend worden.
8° Valoriseerbare band : elke versleten band die, in de staat waarin hij zich bevindt, niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en die niet meer kan worden gerechapeerd.
9° Operator : elke natuurlijke of rechtspersoon die over de wettelijke vergunningen en erkenningen beschikt die vereist zijn voor de uitoefening van zijn dienstprestaties, in het cader van de huidige milieuovereenkomst, voor eigen rekening of voor rekening van derden.
10° Gehomologeerde operator : elke operator aan wie het beheersor- ganisme een homologatie of certificatie heeft afgeleverd, gemeld aan het Instituut, en die hem toelaat al dan niet betaalde diensten te leveren, voor eigen rekening of voor rekening van derden, in opdracht van het beheersorganisme in het kader van de uitvoering van de huidige milieuovereenkomst en die de voor zijn activiteit relevante modelover- eenkomst heeft afgesloten met het beheersorganisme.
11° Ophaler : elke gehomologeerde operator waarvan de activiteit bestaat uit het ophalen van versleten banden bij de geregistreerde ophaalpunten in het cader van de huidige milieuovereenkomst.
12° Geregistreerd ophaalpunt : elke verkooppunt dat toetreedt tot het ophalingssysteem dat werd opgezet door het beheersorganisme of een geregistreerde gebruiker of een plaats waar versleten banden kunnen worden gedeponeerd en waarvan de exploitant middels een toetre- dingsovereenkomst is toegetreden tot het ophalingssysteem dat door het beheersorganisme wordt opgezet.
13° Sorteerder : elke gehomologeerde operator waarvan de activiteit bestaat uit het sorteren van versleten banden met het oog op hun hergebruik, loopvlakvernieuwing en recyclage of andere wijzen van nuttige toepassing.
14° Voorbehandelingsbedrijf : elke gehomologeerde en vergunde operator, gemachtigd door de overheid conform de reglementering en waarvan de activiteit bestaat uit het behandelen van valoriseerbare versleten banden met het oog op hun gebruik in een industrieel proces of als vervangingsbrandstof (energetische valorisatie). Elk bedrijf dat granulaat of geshredderde banden produceert, wordt beschouwd als voorbehandelingsbedrijf.
7
15° Verwerkingsbedrijf : elke gehomologeerde of erkende operator door het beheersorganisme en gemachtigd door de overheid conform de reglementering waarvan de activiteit bestaat uit de nuttige toepas- sing van niet-herbruikbare versleten banden, al dan niet na de voorbehandeling, ofwel om het gebruik van dergelijke banden mogelijk te maken in een industrieel proces of als vervangingsbrandstof (energetische valorisatie), of als karkas bestemd voor loopvlakvernieu- wing en die de voor zijn activiteit relevante modelovereenkomst afgesloten heeft.
16° Het Instituut : Het Brussels Instituut voor Milieubeheer of Leefmilieu Brussel.
17° Beheersorganisme : vereniging zonder winstgevend doel, opge- richt door één of meerdere organisaties en/of leden van een organisatie in uitvoering van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002, en met het doel de doelstellingen van onderhavige overeenkomst en die van de met de deelnemende contractanten gesloten overeenkomst te verwezenlijken voor een overeengekomen productenlijst. Het beheersorganisme heeft als enig statutair doel de terugnameplicht toe te passen voor de overeengekomen productenlijst, voor rekening van de leden van ondertekenende federaties en van de aangeslotenen van het collectieve systeem.
Art. 3. Doelstellingen
@ 1. In toepassing van het besluit x Terugnameplicht », zijn de volgende bepalingen van toepassing :
1° alle versleten banden die worden aangeboden, worden ingeza- meld met een maximum van 100 % van de hoeveelheid nieuwe banden die door de producenten die een toetredingsovereenkomst hebben gesloten met het beheersorganisme, op de markt gebracht worden;
2° na inzameling bij het verkoopspunt, zal de eerste handeling een sortering zijn tussen herbruikbare en niet-herbruikbare banden;
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
3° het totale percentage hergebruik, loopvlakvernieuwing en recy- clage van de ingezamelde banden bedraagt minstens 55 %;
4° de andere ingezamelde banden zullen energetisch worden geva- loriseerd;
5° de verwijdering van versleten banden is niet toegelaten.
Niettegenstaande de 100 % vermeld onder het punt 1° hierboven, zal er een minimum inzamelingspercentage van 85 % bereikt moeten worden van de door de producenten/invoerders die tot het beheersor- ganisme zijn toegetreden, op de Belgische markt gebrachte banden. Indien dit percentage niet bereikt wordt, zal het beheersorganisme een rapport opstellen voor de drie Gewesten met de redenen waarvoor deze drempel niet bereikt werd en waarin maatregelen worden voorgesteld om deze doelstelling te kunnen bereiken.
@ 2. Om deze doelstellingen maximaal te bereiken, sluit het beheers- organisme met de gehomologeerde operatoren enerzijds overeenkom- sten af voor de ophaling en het sorteren van de versleten banden en anderzijds overeenkomsten voor de voorbehandeling en de verwerking van de versleten banden. Het is niet uitgesloten dat het beheersorga- nisme met eenzelfde gehomologeerde operator beide overeenkomsten afsluit. Daarbij zal het beheersorganisme gepaste stimuli uitwerken om de doelstellingen te bereiken.
@ 3. Het beheersorganisme zal in overleg met Leefmilieu Brussel - BIM een studie uitvoeren die toelaat de resultaten en het potentieel voor loopvlakvernieuwing correct in te schatten. Het beheersorganisme zet een monitoringsysteem op dat toelaat om de door de niet- gehomologeerde operatoren met het oog op loopvlakvernieuwing, hoeveelheid ingezamelde banden te registreren. De resultaten moeten geëvalueerd kunnen worden.
@ 4. Het beheersorganisme zal in overleg met Leefmilieu Brussel - BIM de milieu-impact van de verwerkingstechnieken laten evalueren met inbegrip van het logistieke aspect.
Art. 4. Toepassingsgebied
7
Deze milieuovereenkomst is van toepassing op alle banden bestemd voor de vervangmarkt en de banden bestemd voor eerste montage met uitzondering van banden die deel uitmaken van een voertuig zoals gedefinieerd in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 betreffende de erkenning van de exploitanten van verwijderingscentra voor afgedankte voertuigen die ertoe gemachtigd zijn een vernietigingsattest af te geven en betreffende de exploitatie- voorwaarden van die centra, en waarvoor de terugnameplicht moet uitgevoerd worden door de voertuigproducent.
HOOFDSTUK 2. — Preventie : veiligheid en milieu
Art. 5. Preventie
Het beheersorganisme en de individuele producenten en invoerders nemen de nodige initiatieven inzake kwalitatieve en kwantitatieve preventie om de milieu-impact te verminderen zonder dat hierbij het veiligheidsaspect in het gedrang komt. Dit zal onder meer gerealiseerd worden via voorlichting van de gebruikers.
Deze initiatieven hebben onder meer als doel bij te dragen tot :
- duurzaam gebruik van banden door de gebruikers;
- levensduurverlenging van banden;
- verlaging van de CO2-uitstoot door het juiste gebruik van de band;
- initiatieven op het vlak van kwalitatieve preventie zoals de samenstelling van de band en slijtvastheid;
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
- informatieverlening over banden waarvan het loopvlak vernieuwd is : rekening houdend met het feit dat loopvlakvernieuwing heel belangrijk is op milieuvlak omdat het de natuurlijke hulpbronnen spaart en energie bespaart die nodig zijn voor de fabricatie, verbinden het beheersorganisme en de individuele producenten zich ertoe maatregelen te nemen om het grote publiek te informeren over de bestaande voordelen en alternatieven bij het kopen van rechapeerde banden
Art. 6. Preventieplan
@ 1. Om tot de in artikel 5 omschreven preventiedoelen bij te dragen, stelt het beheersorganisme een preventieplan op. Dit preventieplan bevat minstens :
- een overzicht van de geplande acties door het beheersorganisme om kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen met het oog op een verbetering van het hergebruik, de loopvlakvernieuwing, de valorisering en recycleerbaarheid van de producten die op de markt worden gebracht;
- een overzicht van de individueel geplande acties door de produ- centen en invoerders aangesloten bij het beheersorganisme om kwan- titatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen en met name het gebruik van materialen die gevaarlijke stoffen bevatten te beperken en gebruik te maken van de voor het leefmilieu minst schadelijke productietechnieken;
- indicatoren waarmee de resultaten van de geplande acties van het beheersorganisme en de producenten en invoerders kunnen worden geëvalueerd.
@ 2. Zes maanden na ondertekening van deze milieuovereenkomst legt het beheersorganisme een preventieplan ter goedkeuring voor aan Leefmilieu Brussel - BIM
@ 3. Het beheersorganisme rapporteert jaarlijks over de uitvoering van het preventieplan. Het preventieplan zal jaarlijks worden geëva- lueerd op basis van de indicatoren en resultaten en, indien nodig, elk jaar in overleg met Leefmilieu Brussel - BIM worden bijgewerkt.
HOOFDSTUK 3. — Selectieve inzameling en sortering
Art. 7. Inzameling van versleten banden bij de producenten en invoerders, tussenhandelaars en eindverkopers
7
@ 1. De tussenhandelaars en eindverkopers engageren zich om alle versleten banden die aangeboden worden door particulieren gratis in ontvangst te nemen, zelfs indien er geen nieuwe band wordt aange- kocht. In dit laatste geval beperkt het engagement zich tot 4 versleten banden per huishouden tijdens de levensduur van de huidige milieu- overeenkomst.
@ 2. De versleten banden die door producenten en invoerders, tussenhandelaars en eindverkopers in uitvoering van de terugname- plicht teruggenomen worden, worden ingezameld op één van de volgende wijzen :
- de eindverkopers kunnen de banden terug mee geven met de tussenhandelaar van nieuwe banden;
- de producenten, tussenhandelaars en eindverkopers kunnen de versleten banden laten inzamelen door een gehomologeerde ophaler. De lijst met gehomologeerde ophalers is consulteerbaar op de website van het beheersorganisme;
- de producenten en invoerders, tussenhandelaars en eindverkopers kunnen de versleten banden naar een vergund verwerkingsbedrijf die door het beheersorganisme erkend of gehomologeerd is, brengen.
@ 3. Het beheersorganisme stelt een ophaalplan op dat de praktische inzameling van versleten banden uitwerkt. Dit plan wordt aan Leefmilieu Brussel - BIM voorgelegd voor goedkeuring.
@ 4. Het beheersorganisme zal een modelovereenkomst voor opha- ling en sortering opstellen die minimaal toelaat om de doelstellingen vooropgesteld in deze milieuovereenkomst te halen.
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
@ 5. De geregistreerde ophaalpunten verbinden zich ertoe om valori- seerbare banden alleen af te leveren aan of te laten ophalen door gehomologeerde operatoren. Die ophaalpunten verbinden zich er overigens toe het beheersorganisme op de hoogte te brengen van de hoeveelheden banden die zouden zijn weggevoerd door niet- gehomologeerde operatoren om te worden gerechapeerd.
Art. 8. Inzameling van versleten banden bij de rechtspersonen van publiek recht
@ 1. Conform artikel 7, @ 1, zorgen de producenten en invoerders, tussenhandelaars en eindverkopers zelf voor een inzamelnetwerk met voldoende geografische spreiding zonder gebruik te maken van de containerparken van de rechtspersonen van publiek recht.
@ 2. Als rechtspersonen van publiek recht wensen dat versleten banden op kosten van het beheersorganisme opgehaald worden, moeten zij hiertoe een overeenkomst afsluiten met het beheersorga- nisme. De lijst met ophalers is consulteerbaar op de website van het beheersorganisme.
@ 3. Het beheersorganisme stelt een modelovereenkomst met de rechtspersonen van publiek recht op en raadpleegt hierbij de overkoe- pelende vereniging van de lokale overheden. Deze regelt onder meer de praktische modaliteiten van de ophaling met het oog op verwerking.
Art. 9. Sortering
Alle versleten banden die worden ingezameld, moeten gesorteerd worden om hergebruik en loopvlakvernieuwing mogelijk te maken. Hiertoe zal het beheersorganisme overeenkomsten afsluiten met ope- ratoren.
HOOFDSTUK 4. — Voorbehandeling en verwerking van versleten banden
Art. 10. Verwerking
De valoriseerbare versleten banden worden verwerkt met het oog op het halen van de doelstellingen zoals vermeld in artikel 3. Hiertoe zal het beheersorganisme overeenkomsten afsluiten met de verwerkings- of voorbehandeling bedrijven. Daarbij zal het beheersorganisme gepaste stimuli uitwerken om de doelstellingen te bereiken.
Art. 11. Modelovereenkomst
7
Het beheersorganisme zal de modelovereenkomsten voor voorbehan- deling en verwerking ter goedkeuring voorleggen aan Leefmilieu Brussel – BIM. Deze modelovereenkomsten moeten minimaal toelaten om de doelstellingen vooropgesteld in deze milieuovereenkomst te halen.
HOOFDSTUK 5. — Sensibilisering
Art. 12. Het beheersorganisme zorgt voor de sensibilisering van de gebruikers in verband met de inzameling en verwerking van versleten banden in uitvoering van deze milieuovereenkomst en conform het preventieplan. Elke algemene voorlichtingscampagne die het beheers- organisme wil voeren, wordt vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan Leefmilieu Brussel - BIM.
Art. 13. De eindverkoper moet op een duidelijk zichtbare plaats in elk van zijn verkooppunten een bericht aanbrengen waarop onder de titel ″TERUGNAMEPLICHT″ is aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van onderhavige milieuovereenkomst en op welke wijze de koper zich kan ontdoen van zijn versleten valband. Ook bij verkoop buiten een verkoopsruimte moet de consument hierover geïnformeerd worden. Het sensibiliseringsmateriaal dat door het beheersorganisme ter beschikking wordt gesteld, is aan het vooraf- gaand advies van Leefmilieu Brussel - BIM onderworpen.
HOOFDSTUK 6. — Financiering
Art. 14. Milieubijdrage
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
@ 1. De producenten die een toetredings-overeenkomst met het beheersorganisme hebben afgesloten, betalen ter financiering van de activiteiten van het beheersorganisme, aan het beheersorganisme een milieubijdrage per band bij het op de Belgische markt brengen van deze band. Deze milieubijdrage kan verschillen per type band.
@ 2. Voor wat de banden van eerste montage betreft die onder het toepassingsgebied van deze milieuovereenkomst vallen, traden de verplichtingen die voortvloeien uit het hoofdstuk IV van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering, in werking op 1 mei 2009.
@ 3. Het bedrag van de milieubijdrage zal bepaald worden door het beheersorganisme, rekening houdend met de vermoedelijke kosten voor ophaling en verwerking en meer in het algemeen haar verplich- tingen in uitvoering van deze milieuovereenkomst. De bedragen van de milieubijdrage moeten voor advies aan Leefmilieu Brussel - BIM worden voorgelegd. De bedragen zijn jaarlijks herzienbaar.
@ 4. De producenten/invoerders, tussen-handelaars en eindverko- pers verbinden zich ertoe geen banden te verkopen op de Belgische markt waarop geen milieubijdrage betaald werd of waarvoor geen sluitend systeem van terugname wordt bewezen. Deze clausule zal deel uitmaken van de toetredingsovereenkomst tot het beheersorganisme.
@ 5. De milieubijdragen met vermelding van de bedragen worden steeds, per band en per type, afzonderlijk op de factuur vermeld.
Art. 15. Financieel plan
@ 1. Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na ondertekening van de milieuovereenkomst een financieel plan voor de looptijd van de milieuovereenkomst ter advies aan Xxxxxxxxxx Brussel - BIM voor. Dit plan bevat de berekening en de verantwoording van de milieubijdrage.
@ 2. Het beheersorganisme legt jaarlijks voor 1 oktober een actualisa- tie van het plan voor het volgende kalenderjaar ter advies voor.
HOOFDSTUK 7. — Rapportering
Art. 16. Rapportagetaken van het beheersorganisme
@ 1. Het beheersorganisme stelt voor 1 juli van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar ter beschikking van Leefmilieu Brussel - BIM.
1° de totale hoeveelheid banden, uitgedrukt in kilogram, soorten en aantallen, die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de markt werd gebracht;
7
2° de totale hoeveelheid versleten banden, inclusief die welke in aanmerking komen voor hergebruik, uitgedrukt in kilogram en soor- ten, die in het kader van de uitoefening van de terugnameplicht werd ingezameld;
3°de inrichtingen waar en de wijze waarop de ingezamelde versleten banden werden verwerkt;
4° de totale hoeveelheid versleten banden uitgedrukt in kilogram, die :
a) werd uitgesorteerd voor hergebruik;
b) een nieuw loopvlak kreeg;
c) werd gebruikt voor materiaalrecyclage;
d) d) energetisch werd gevaloriseerd.
@ 2. Het beheersorganisme rapporteert voor 1 juli van elk jaar ook over :
1° de toelichting bij de resultaten; 2° het preventieplan (cf. artikel 6);
3° de wijze van inzameling en verwerking, inclusief de lijst van ophalers en verwerkingsbedrijven;
4° het financieel beheer;
5° al de andere maatregelen uit het beheersplan.
Art. 17. De tussenhandelaars en de eindverkopers van banden stellen vóór 31 januari van elk jaar gegevens ter beschikking van het beheersorganisme over het aantal en soort ingezamelde banden dat werd afgevoerd voor loopvlakvernieuwing naar niet gehomologeerde operatoren tijdens het voorgaande kalenderjaar.
Art. 18. Financiële rapportering
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
@ 1. Het beheersorganisme en Leefmilieu Brussel – BIM wijzen gezamenlijk een doorlichtingsbedrijf aan dat ermee belast is de rekeningen van het beheersorganisme en de gegevens vermeld in artikel 16, @ 2, 4°, te controleren zodat er kan worden nagegaan dat de financiële stromen worden aangewend overeenkomstig de doelstelling van deze milieuovereenkomst. Het doorlichtingsbedrijf brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan het beheersorganisme en Leefmilieu Brus- sel - BIM.
@ 2. Leefmilieu Brussel – BIM kan elke bijkomende informatie in het kader van de doorlichting vragen die ze nuttig acht om na te gaan of de financiële stromen met de opdrachten van het beheersorganisme overeenstemmen.
Art. 19. Voor de rapportering geldt :
1° de cijfergegevens die in het kader van de terugnameplicht aan Xxxxxxxxxx Brussel – BIM worden verstrekt, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme;
2° de cijfergegevens van overbrengers en verwerkingsbedrijven die in het kader van de terugnameplicht aan het beheersorganisme of de producent/invoerder worden geleverd, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme;
3° de xxxxxxxxxxxxxx die in het kader van de terugnameplicht door de producenten en invoerders aan het beheersorganisme worden ver- strekt, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorga- nisme. Het beheersorganisme of een door haar aangestelde derde kan deze taak overnemen op voorwaarde dat alle leden minstens eenmaal per drie jaar gecontroleerd worden en het beheersorganisme over deze actie en de resultaten jaarlijks rapporteert aan Leefmilieu Brussel - BIM;
Art. 20. Informatie
Het beheersorganisme stelt via zijn website permanent volgende informatie ter beschikking aan Leefmilieu Brussel – BIM :
1° de lijst van de producenten/invoerders die een toetredingsover- eenkomst hebben afgesloten met het beheersorganisme;
2° de lijst van de geregistreerde ophaalpunten;
3° de lijst van de ophalers, sorteerders en voorbehandelingsbedrijven waarmee het beheersorganisme een overeenkomst heeft afgesloten;
4° de lijst van de gehomologeerde of erkende verwerkingsbedrijven en voorbehandelingsbedrijven waarop een beroep wordt gedaan voor de verwerking van de in uitvoering van deze milieuovereenkomst teruggenomen versleten banden.
Art. 21. Confidentialiteit van de gegevens
7
Indien de partijen het nodig achten kan een systeem uitgewerkt worden dat de confidentialiteit van de gegevens garandeert.
HOOFDSTUK 8. — Taken en verantwoordelijkheden van de sector
Art. 22. Taken en verantwoordelijkheden van de organisaties
@ 1. De organisaties richten samen met de producenten en invoerders een beheersorganisme op onder de vorm van een vereniging zonder winstgevend doel, conform de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de vereniging zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend.
@ 2. De organisaties doen samen met de producenten en invoerders aangesloten bij het beheersorganisme het nodige om de werking van het beheersorganisme te garanderen teneinde alle afspraken uit de milieuovereenkomst te kunnen naleven.
Art. 23. Taken en verantwoordelijkheden van de producenten en invoerders
@ 1. De producenten en invoerders richten samen met de organisaties een beheersorganisme op onder de vorm van een vereniging zonder winstgevend doel conform de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de vereniging zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend.
@ 2. De producenten en invoerders sluiten een toetredingsovereen- komst af met het beheersorganisme. Het beheersorganisme stelt hiertoe een modelovereenkomst op.
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
@ 3. De producenten en invoerders aangesloten bij het beheersorga- nisme ondernemen samen met de organisaties het nodige om de werking van het beheersorganisme te garanderen teneinde alle afspra- ken uit de milieuovereenkomst te kunnen naleven.
@ 4. De producenten en invoerders zijn verantwoordelijk voor de financiering van het beheersorganisme.
@ 5. De producenten en invoerders doen inspanningen inzake preventie om de milieu-impact te verminderen zonder dat hierbij het veiligheidsaspect in het gedrang komt en informeren het beheersorga- nisme hierover ter uitvoering van de bepalingen onder het hoofdstuk preventie van deze milieuovereenkomst.
@ 6. De producenten en invoerders betalen het beheersorganisme een milieubijdrage per band bij het op de Belgische markt brengen van deze band. De producenten en invoerders verbinden zich ertoe geen banden onderworpen aan de terugnameplicht, te verkopen op de Belgische markt waarop geen milieubijdrage betaald werd of waarvoor geen sluitend systeem van terugname wordt bewezen.
@ 7. De milieubijdrage wordt afzonderlijk vermeld op de factuur conform het artikel 14, @ 5.
@ 8. Conform artikel 7, @ 5, verbinden de producenten en invoerders zich ertoe om valoriseerbare banden alleen af te leveren aan of te laten ophalen door gehomologeerde operatoren en om de banden afgeleverd voor loopvlakvernieuwing aan niet gehomologeerde operatoren, te rapporteren aan het beheersorganisme.
Art. 24. Taken en verantwoordelijkheden van de eindverkopers
@ 1. De eindverkopers engageren zich om alle versleten banden die aangeboden worden door particulieren gratis in ontvangst te nemen volgens de voorwaarden onder artikel 7, @ 1.
@ 2. De eindverkopers van banden stellen voor 31 januari van elk jaar alle rapportagegegevens conform artikel 17 ter beschikking van het beheersorganisme.
@ 3. De eindverkopers werken mee aan de sensibilisering conform de bepalingen betreffende de sensibilisering (cf. artikelen 12 en 13) van de onderhavige milieuovereenkomst.
@ 4. Overeenkomstig artikel 7, @ 5, verbinden de eindverkopers zich ertoe om valoriseerbare banden alleen af te leveren aan of te laten ophalen door gehomologeerde operatoren en om de banden afgeleverd voor loopvlakvernieuwing aan niet gehomologeerde operatoren, te rapporteren aan het beheersorganisme.
@ 5. De milieubijdrage, zoals bepaald in artikel 14, wordt toegepast bij montage van een nieuwe band, behalve indien de klant het bewijs voorlegt dat deze milieubijdrage reeds werd betaald. De geïnde bijdrage zal aan het beheersorganisme doorgestort worden conform de bepalingen van artikel 14.
7
@ 6. De eindverkopers vermelden de milieubijdrage afzonderlijk op de factuur conform artikel 14, @ 5.
Art. 25. Taken en verantwoordelijkheden van de tussenhandelaars
@ 1. De tussenhandelaars engageren zich om alle versleten banden die aangeboden worden door particulieren, gratis in ontvangst te nemen volgens de voorwaarden onder artikel 7, @ 1.
@ 2. De tussenhandelaars in banden stellen voor 31 januari van elk jaar alle rapportagegegevens conform artikel 17 ter beschikking van het beheersorganisme.
@ 3. De tussenhandelaars werken mee aan de sensibilisering conform de artikelen 12 en 13 van de onderhavige milieuovereenkomst.
@ 4. Overeenkomstig artikel 7, @ 5, verbinden de tussenhandelaars zich ertoe om valoriseerbare banden alleen af te leveren aan of te laten ophalen door gehomologeerde operatoren en om de banden afgeleverd voor loopvlakvernieuwing aan niet gehomologeerde operatoren, te rapporteren aan het beheersorganisme.
@ 5. De milieubijdrage zoals bepaald in artikel 14 wordt toegepast bij montage van een nieuwe band, behalve indien de klant het bewijs voorlegt dat deze milieubijdrage reeds werd betaald. De geïnde bijdrage zal aan het beheersorganisme doorgestort worden conform de bepalingen van artikel 14.
@ 6. De tussenhandelaars vermelden de milieubijdrage afzonderlijk op de factuur conform artikel 14, @ 5.
HOOFDSTUK 9. — Taken van het beheersorganisme
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
Art. 26. Het beheersorganisme zal alle beheerstaken op zich nemen die nodig zijn voor de uitvoering van de milieuovereenkomst, onder meer :
1° de initiatieven inzake preventie;
2° de sensibilisering conform artikel 12;
3° het beheer van de ophaling van versleten banden;
4° het beheer van de verwerking van de versleten banden;
5° het voldoen aan de informatieverplichtingen aan Leefmilieu Brussel - BIM en aan de actoren betrokken bij de uitvoering van deze milieuovereenkomst;
6° het opzetten van een controlesysteem samen met de tussenhande- laars en operatoren in verband met de herkomst van de versleten banden;
7° de monitoring van de resultaten en de uitvoering van de andere bepalingen van deze milieuovereenkomst;
8° de rapportering aan Leefmilieu Brussel - BIM conform de bepalingen uit hoofdstuk 7 van deze milieuovereenkomst;
9° de onderzoeken bedoeld in artikel 3, @ 1, @ 3 en @ 4.
Art. 27. Het beheersorganisme streeft naar een zo groot mogelijke uniformiteit inzake administratieve procedures en logistiek.
Art. 28. Beheersplan
Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na ondertekening van de milieuovereenkomst een beheersplan ter goedkeuring voor aan Leefmilieu Brussel - BIM voor de looptijd van de milieuovereenkomst, waarin het aangeeft hoe het de bepalingen van de milieuovereenkomst zal uitvoeren. Het beheersplan bevat minimaal uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen in artikel 26. Het beheersorganisme legt jaarlijks vóór 1 oktober een actualisatie voor het volgende kalenderjaar ter goedkeuring voor.
Art. 29. Financieel plan
Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na ondertekening van de milieuovereenkomst een financieel plan inclusief de berekening van bijdragen voor de looptijd van de milieuovereenkomst ter advies voor aan Leefmilieu Brussel - BIM. Het beheersorganisme legt jaarlijks voor 1 oktober een actualisatie voor het volgende kalenderjaar ter advies voor aan Leefmilieu Brussel - BIM.
Art. 30. Modelovereenkomsten
7
Het beheersorganisme legt alle modelovereenkomsten die ter uitvoe- ring van deze milieuovereenkomst gebruikt worden ten laatste 6 maan- den na de ondertekening van de milieuovereenkomst ter goedkeuring voor aan Leefmilieu Brussel - BIM. Elke wijziging in modelovereen- komsten moet vooraf door Leefmilieu Brussel - BIM goedgekeurd worden.
Art. 31. Raad van Bestuur
Leefmilieu Brussel – BIM zal namens het Gewest de rol van waarnemer vervullen in de raad van bestuur en de algemene vergade- ring van het beheersorganisme. Daartoe ontvangt Leefmilieu Brussel – BIM tijdig de uitnodigingen en verslagen. In de raad van bestuur van het beheersorganisme zetelt minstens één afgevaardigde van de distributie.
Art. 32. Overleg
Met het oog op de uitvoering van deze milieuovereenkomst zal het beheersorganisme in functie van het thema overleg plegen met de representatieve organisaties die de eindverkopers of de tussenhande- laars of de lokale overheden of de ophalers of de verwerkingsbedrijven vertegenwoordigen. Het beheersorganisme zal ook op vraag van Xxxxxxxxxx Brussel – BIM of de overkoepelende verenigingen van de betrokken actoren overleg organiseren met deze overkoepelende verenigingen van de betrokken actoren.
Art. 33. Toetreding
@ 1. Het beheersorganisme mag de toetreding van geen enkele onderneming weigeren waarop de in deze milieubeleidovereenkomst bedoelde terugnameplicht van toepassing zou kunnen zijn. Het beheersorganisme kan van deze verplichting afwijken indien er ernstige redenen zijn en na goedkeuring van Leefmilieu Brussel – BIM.
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
@ 2 ? Het beheersorganisme legt de toetredingsovereenkomst ter advies voor aan Leefmilieu Brussel - BIM.
HOOFDSTUK 10. — Engagementen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 34. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal overleggen met de andere gewestelijke overheden om in de mate van het mogelijke een geharmoniseerde gewestelijke regelgeving voor het Belgische grondge- bied inzake terugnameplicht van versleten banden te hanteren.
Art. 35. Leefmilieu Brussel - BIM zal er namens het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over waken dat de ordonnantie van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 maart 1991 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering, stringent worden toegepast en overtredingen worden geverbaliseerd.
Art. 36. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verbindt er zich toe het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering te amenderen teneinde de uitvoering van deze milieuovereenkomst mogelijk te maken.
Art. 37. De verplichtingen in deze milieuovereenkomst zullen aan- gepast worden aan de bepalingen van een eventuele Europese regel- geving betreffende versleten banden indien de verplichtingen strijdig zijn met deze Europese regelgeving. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest neemt de nodige initiatieven om op een uniforme wijze te komen tot een Europese regelgeving.
Art. 38. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verbindt er zich toe, na overleg met het beheersorganisme, initiatieven te nemen die kunnen bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van deze milieuover- eenkomst onder andere door :
1° op haar niveau de nodige aanvullende reglementaire bepalingen te treffen;
2° aandacht te besteden aan de bestemming van afvalstoffen bij controles en andere dossierbehandeling;
7
3° een voorbeeldfunctie te vervullen bij de aankoop van diensten, werken en producten door in overheidsopdrachten oog te hebben voor een ethisch en duurzaam aankoopbeheer.
HOOFDSTUK 11. — Versleten banden
die als afdeklaag gebruikt worden bij landbouwers
Art. 39. Buiten het kader van de wetgeving met betrekking tot de terugnameplicht, engageren de producenten, het beheersorganisme en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich om in samenwerking met de landbouwsector, oplossingen te zoeken voor de inzameling en verwer- king van de versleten banden die als afdeklaag gebruikt worden in de landbouwsector. De middelen die hiervoor zouden worden ingezet, mogen de uitvoering van de terugnameplicht niet in het gevaar brengen en moeten in verhouding staan tot de financiële mogelijkheden van het beheersorganisme en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
HOOFDSTUK 12. — Slotbepalingen
Art. 40. Geschillencommissie
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
@ 1. In geval van een geschil over de uitvoering van de milieuover- eenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie wordt ad hoc samengesteld (afhankelijk van de aard van het geschil) en bestaat altijd uit twee vertegenwoordigers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheers- organisme. De voorzitter wordt gekozen uit de vertegenwoordigers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in consensus aangeduid door de 4 vertegenwoordigers.
@ 2. De beslissingen worden bij consensus genomen. Indien geen consensus kan worden bereikt, brengt de geschillencommissie verslag uit bij de bevoegde Minister.
Art. 41. Duur en einde van de milieuovereenkomst
@ 1. De milieuovereenkomst treedt in werking op de tiende dag na de publicatie van de milieuovereenkomst in het Belgisch Staatsblad, con- form het artikel 6 van de ordonnantie van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten.
@ 2. De milieuovereenkomst wordt afgesloten voor de duur van vijf jaar.
@ 3. Met het akkoord van alle partijen kan de onderhavige milieu- overeenkomst gedurende haar geldigheidsperiode geamendeerd wor- den, zoals gestipuleerd in het artikel 10 van de ordonnantie van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten.
@ 4. Deze milieuovereenkomst kan worden opgezegd mits inachtne- ming van een opzeggingstermijn van zes maanden. Indien de opzeg- ging niet uitgaat van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moet zij gebeuren door de andere partijen gezamenlijk.
De kennisgeving van de opzegging gebeurt op straffe van nietigheid, hetzij bij een ter post aangetekende brief, hetzij bij deurwaardersex- ploot. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving.
Art. 42. Bevoegdheidsbeding
7
Elk geschil dat uit deze milieuovereenkomst ontstaat of ermee verband houdt en waarvoor geen oplossing kan worden gevonden in de geschillencommissie zoals bedoeld in artikel 40 van deze milieu- overeenkomst, wordt voorgelegd aan de rechtbanken van het gerech- telijk arrondissement Brussel.
Art. 43. Slotbepaling
De milieuovereenkomst wordt gesloten te Brussel, op 6 februari 2012, en wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen. Elke partij erkent haar exemplaar van de milieuovereenkomst te hebben ontvangen.
Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE
De Minister van Leefmilieu
van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Mevr. X. XXXXXXXXXXX
Voor de organisaties :
Voor de VZW FEDERAUTO, de Belgische Confederatie
van de Autohandel en -reparatie en van de aanverwante Sectoren :
De heer F. XXX XXX
Voor de VZW Federatie Automateriaal : De xxxx X. XXXXXXXX
Voor de VZW SIGMA, Federatie van de Algemeen Vertegenwoordigers van Materieel voor Openbare en Private Werken, voor de Bouw en voor Goederenbehandeling :
De Voorzitter,
De xxxx X. XXX XXXX
Belgisch Staatsblad d.d. 20-02-2012
Voor de VZW AGRIMADIS, Groepering van Alleenvertegen- woordigers van Landbouw-, Tuinbouw- en Tuinmaterieel :
De Voorzitter,
De xxxx X. XXXXXXX
Voor de VZW VEREMABEL, Groepering van de Verkopers- Herstellers van Tractoren en Landbouwmachines in België :
De Voorzitter, De xxxx X. XXXXXX
Voor de VZW FEBIAC, Belgische Federatie der Auto en Rijwielnijverheden :
De Voorzitter,
7
De heer Th. van KAN