CONVENANT GEBIEDSGERICHT BEHEER HET GOOI
CONVENANT GEBIEDSGERICHT BEHEER HET GOOI
2021 - 2030
PARTIJEN:
1. HET COLLEGE VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE NOORD- HOLLAND,
handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de provincie Noord- Holland, waarvan de zetel is gevestigd te Haarlem, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx, gedeputeerde, hierna te noemen: "de Provincie";
2. HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BLARICUM,
handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente Blaricum, waarvan de zetel is gevestigd te Blaricum, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxxxxx-Xx Xxxx, wethouder, hierna te noemen: "de gemeente Blaricum";
3. HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GOOISE MEREN,
handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente Gooise Meren waarvan de zetel is gevestigd te Bussum, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxxxxxxxxx, wethouder, hierna te noemen: "de gemeente Gooise Meren”;
4. HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HILVERSUM,
handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente Hilversum, waarvan de zetel is gevestigd te Hilversum, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx, wethouder, hierna te noemen: "de gemeente Hilversum";
5. HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HUIZEN,
handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente Huizen, waarvan de zetel is gevestigd te Huizen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer B. Xxxxx, wethouder, hierna te noemen: "de gemeente Huizen";
6. HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE LAREN,
handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente Laren, waarvan de zetel is gevestigd te Laren, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxx, wethouder, hierna te noemen: "de gemeente Laren";
7. HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE WIJDEMEREN,
handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente Wijdemeren, waarvan de zetel is gevestigd te Loosdrecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer X.X. xx Xxxxx, wethouder, hierna te noemen: "de gemeente Wijdemeren";
8. HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, waarvan de zetel is gevestigd te Amsterdam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd
door de xxxx Xxxxx Xxxx, lid van het dagelijks bestuur, hierna te noemen “het Waterschap”;
9. de naamloze vennootschap N.V. PWN WATERLEIDINGBEDRIJF NOORD- HOLLAND,
gevestigd te Velserbroek, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx
X. Xxxxxx, hierna te noemen: "PWN";
10. de naamloze vennootschap VITENS N.V, gevestigd te Zwolle, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. J.J. Xxxxxxx, voorzitter directie Vitens, hierna te noemen: "Vitens";
de Partijen sub 2 tot en met 7 gezamenlijk te noemen: "de Gemeenten”; de Partijen sub 9 en 10 gezamenlijk te noemen: "de Drinkwaterbedrijven;
OVERWEGENDE:
(1) dat vanaf 1997 is gewerkt aan het tot stand brengen van een op maat gesneden, gebiedsgerichte en kosteneffectieve aanpak van de diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi, welke aanpak milieu hygiënisch verantwoord is en maatschappelijk gedragen wordt;
(2) dat deze aanpak alsmede het proces om tot een dergelijke aanpak te komen, is beschreven in het aan dit Convenant voorafgaande convenant uit januari 2011, zoals geactualiseerd per maart 2014;
(3) dat het in overweging (2) bedoelde convenant uit 2011/2014 heeft geleid tot de huidige gebiedsgerichte aanpak van diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi, welke gebiedsgerichte aanpak Partijen na 1 januari 2021, wanneer het convenant uit 2011/2014 ten einde komt, wensen voor te zetten;
(4) dat de gebiedsgerichte aanpak van diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi plaatsvindt op basis van het door de Provincie bij (onherroepelijk) besluit van 18 augustus 2015 (registratienummer 622268/622277) vastgestelde Gebiedsbeheerplan Grondwaterverontreinigingen het Gooi van Arcadis van 27 mei 2015, hierna te noemen: het Gebiedsbeheerplan het Gooi;
(5) dat in het Gebiedsbeheerplan het Gooi vorm wordt gegeven aan de gebiedsgerichte aanpak van “verontreinigingen in het diepere grondwater”, zoals bedoeld in paragraaf 3b van de Wet bodembescherming;
(6) dat de gebiedsgerichte aanpak, zoals de provincie die uitvoert conform het Gebiedsbeheerplan het Gooi, wordt onderschreven door de Gemeenten, het Waterschap en de Drinkwaterbedrijven;
(7) dat de gebiedsgerichte aanpak van de diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi inhoudt dat de grondwaterverontreinigingen binnen het aangewezen gebied zich mogen verspreiden zolang kwetsbare objecten, zoals een drinkwaterwinning of Natura2000 gebied, niet worden bedreigd, hetgeen wordt gewaarborgd door het op strategische plaatsen monitoren van de aard en concentraties van diepe grondwaterverontreinigingen en het zo nodig ingrijpen indien bepaalde concentraties van verontreinigde stoffen worden overschreden;
(8) dat een onderdeel van een de gebiedsgerichte aanpak tevens is dat kansen om de verontreinigingen in het Gooi aan te pakken, die zich vanuit het toekomstige gebruik van de bodem binnen het Gooi voordoen, zo optimaal mogelijk worden benut;
(9) dat de huidige gebiedsgerichte aanpak in de praktijk tot een aanzienlijke kostenbesparing leidt;
(10) dat de Provincie na afstemming met de convenantpartners een afkoopstrategie op 3 maart 2015 (kenmerk 266925/528547) heeft vastgesteld om uitvoering te kunnen geven aan het Gebiedsgericht beheer het Gooi;
(11) dat Partijen op basis van het in overweging (2) bedoelde convenant uit 2011/2014 de financiële middelen ondergebracht hebben bij de Provincie bestaande uit enerzijds bijdragen van Partijen vanuit het convenant GBG 2011 zelf en anderzijds de afkoopsommen van belanghebbenden die met de Provincie afkoopovereenkomsten zijn aangegaan op basis van de afkoopstrategie, strekkende tot overdracht van hun verantwoordelijkheid voor diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi aan de Provincie als gebiedsbeheerder onder gelijktijdige verlening door de Provincie van publiekrechtelijke (en soms ook privaatrechtelijke) vrijwaring van (mogelijk toekomstige) op deze belanghebbenden rustende saneringsverplichtingen ter zake van deze grondwaterverontreinigingen;
(12) dat Partijen met de bij de Provincie ondergebrachte financiële middelen de beheerstaken voortkomend uit het Gebiedsbeheerplan het Gooi bekostigen;
(13) dat Partijen met instemming kennisgenomen hebben van het feit dat de Provincie voor de langdurige uitvoering van de beheerstaken een overeenkomst zal sluiten met Afvalzorg Bodemzorg B.V.
(14) dat Partijen in dit Convenant hun intenties ten aanzien van hun verdere samenwerking bij de gebiedsgerichte aanpak van de diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi na 1 januari 2021wensen vast te leggen;
(15) dat Partijen belang hebben bij voortzetting van de tussen hen geldende afspraken, omdat de diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi ook na 1 januari 2021 gebiedsgericht moeten worden beheerd en op elk van Partijen in dit verband wettelijke taken en bevoegdheden ten aanzien van het grondwater in het Gooi blijven rusten;
(16) dat het grondwaterkwaliteitsbeheer immers ook onder de Omgevingswet, zoals deze naar verwachting met ingang van 1 januari 2022 in werking zal treden, een zaak is van alle betrokken bestuursorganen, waarbij bovendien geldt dat deze, conform de bedoeling van de Omgevingswet, de uitvoering van hun samenlopende taken en bevoegdheden goed op elkaar moeten afstemmen;
(17) dat dientengevolge samenwerking tussen de verschillende bestuurslagen onontbeerlijk is en blijft, waarbij er voor grondwater gelet op artikel 2.18, eerste lid onder a, Omgevingswet een belangrijke regisserende en coördinerende rol is toebedacht aan de provincies;
(18) dat op grond van het overgangsrecht, zoals verwoord in artikel 3.2 achter f van de naar verwachting eveneens per 1 januari 2022 in werking tredende Aanvullingswet bodem, het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet vooralsnog van toepassing zal blijven op een voor dat tijdstip op grond van de Wet bodembescherming vastgesteld en goedgekeurd plan, waarin een gebiedsgerichte aanpak is vastgelegd, zoals het Gebiedsbeheerplan het Gooi, maar dat op grond van het overgangsrecht tevens geldt dat een dergelijk plan vier jaren na de inwerkingtreding van de Aanvullingswet bodem van rechtswege zal gelden als een (onverplicht) programma als bedoeld in artikel 3.4 van de Omgevingswet;
(19) dat voor de Provincie de mogelijkheid bestaat om het Gebiedsbeheerplan het Gooi reeds vóór het verstrijken van de in de vorige overweging genoemde termijn van vier jaren als een programma vast te stellen;
(20) dat de inhoud van een dergelijk programma, vergelijkbaar aan het huidige Gebiedsbeheerplan het Gooi, in beginsel alleen de Provincie bindt;
(21) dat de Provincie een regionaal waterplan heeft opgesteld (nu op basis van de Waterwet, straks op basis van de Omgevingswet, een regionaal waterprogramma) voor de bescherming en benutting van het grondwater;
(22) dat het gebiedsgericht beheer het Gooi thans in het regionaal waterplan is opgenomen (en onder de Omgevingswet in het regionaal waterprogramma) en door de Provincie wordt beschouwd als één van de maatregelen die nodig zijn om de doelen van de Kaderrichtlijn Water en de Grondwaterrichtlijn te realiseren;
(23) dat Partijen in dit convenant hun afspraken xxxxxx vast te leggen voor een periode van 10 jaar en daarbij rekening moeten houden met een tussentijdse wijziging van de juridische status van de gebiedsgerichte aanpak;
(24) dat Partijen in hun hiernavolgende afspraken zijn uitgegaan van inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Aanvullingswet bodem per 1 januari 2022, en zich realiseren dat aanpassing van (een deel van) hun afspraken nodig kan zijn indien deze wetten onverhoopt op een later moment, al dan niet in gewijzigde vorm, in werking zullen treden;
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
ALGEMEEN
Artikel 1: Definities
De begrippen en afkortingen die in dit convenant worden gebruikt, worden in bijlage 1 bij dit Convenant omschreven.
Artikel 2: Doel Gebiedsgericht beheer het Gooi
1. De belangrijkste doelstelling van het Gebiedsgericht beheer het Gooi overeenkomstig het Gebiedsbeheerplan het Gooi is om diepe grondwaterverontreinigingen (pluimen) in het Gooi te monitoren, te beheren en bij bedreiging van kwetsbare objecten, bijvoorbeeld een drinkwaterwinning of Natura2000gebied, te beheersen door het treffen van maatregelen.
2. Partijen zullen de diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi gebiedsgericht beheren op de wijze zoals beschreven in het Gebiedsbeheerplan het Gooi. Het Gebiedsgericht beheer het Gooi is primair gericht op het monitoren van de diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi. Indien kwetsbare objecten bedreigd worden zullen actieve sanerings- of beheersmaatregelen in beginsel eerst worden getroffen indien op bepaalde (nog nader te bepalen) plaatsen in het Gooi bepaalde (nog nader te bepalen) concentraties (dreigen te) worden overschreden.
3. Partijen zullen er alles aan doen dat binnen hun vermogen ligt om te bewerkstelligen dat het Gebiedsgericht beheer het Gooi zo kosteneffectief mogelijk wordt uitgevoerd.
4. Artikellid 2.2 laat onverlet dat onder omstandigheden, ook om andere dan de in dat artikellid genoemde redenen, maatregelen aan het grondwater kunnen of moeten worden getroffen. De Partij die zulks wenselijk of noodzakelijk acht kan een voorstel daartoe inbrengen in de Ambtelijke projectgroep. Na behandeling van het voorstel in de Ambtelijke
projectgroep, kan het voorstel ter besluitvorming worden ingebracht in de Stuurgroep. In en door de Stuurgroep kunnen dergelijke voorstellen ook worden ingebracht zonder dat dit voorafgaand in de ambtelijke projectgroep is besproken. De voorgestelde sanerende maatregelen kunnen slechts worden getroffen indien zulks de voorafgaande instemming van de Stuurgroep heeft. De Stuurgroep zal bij haar besluit tot het al dan niet verlenen van instemming rekening houden met de doelstellingen van het Gebiedsgericht beheer het Gooi, de kosten en kosteneffectiviteit van de voorgestelde sanerende maatregelen,
5. Partijen zullen bij de opstelling en uitvoering van hun beleid en dagelijkse werkzaamheden rekening houden met het Gebiedsbeheerplan het Gooi voor zover dit voor het grondwater gevolgen heeft of kan hebben.
6. Partijen zullen hun beleid en de door hen te treffen activiteiten ten aanzien van Gebiedsgericht beheer het Gooi afstemmen op de verplichtingen die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn water en de Grondwaterrichtlijn.
Artikel 3. De Stuurgroep
1. Elk van Partijen wijst een afgevaardigde aan op bestuurlijk niveau, die zitting heeft in een gezamenlijke Stuurgroep. De Stuurgroep voert de regie over de uitvoering van dit Convenant. Als voorzitter van de Stuurgroep treedt op de afgevaardigde van de Provincie.
2. De werkwijze van de Stuurgroep is beschreven in het huishoudelijk reglement “Stuurgroep”, dat door de Stuurgroep zelf is vastgesteld en kan worden gewijzigd indien hiertoe aanleiding is (bijlage 2).
Artikel 4. De Ambtelijke projectgroep
1. Elk van Partijen, wijst een afgevaardigde aan op ambtelijk niveau, die zitting heeft in de Ambtelijke projectgroep en daarin daadwerkelijk participeert. Als voorzitter van de Ambtelijke projectgroep treedt op de procesmanager. Als er geen procesmanager wordt aangesteld dan xxxxxx als voorzitter van de Ambtelijke projectgroep op de secretaris van de Stuurgroep.
2. De werkwijze van de Ambtelijke projectgroep is beschreven in het huishoudelijk reglement “Ambtelijke projectgroep”, dat door de Stuurgroep is vastgesteld en kan worden gewijzigd indien hiertoe aanleiding is (bijlage 3).
Artikel 5. De Uitvoeringsorganisatie
1. De verantwoordelijkheid voor de operationele uitvoering van dit Convenant ligt bij de Uitvoeringsorganisatie, die juridisch onderdeel uitmaakt van de Provincie. De Uitvoeringsorganisatie behoort tot de interne hiërarchie en eindverantwoordelijkheid van de Provincie. De Uitvoeringsorganisatie voert de besluiten van de Stuurgroep uit en legt jaarlijks (schriftelijk en mondeling) verantwoording af aan de Stuurgroep. Aan het hoofd van de Uitvoeringsorganisatie staat de projectleider van de Provincie, die zowel zitting heeft in de Stuurgroep als in de Ambtelijke projectgroep.
2. De werkwijze van de Uitvoeringsorganisatie is beschreven in het huishoudelijk reglement “Uitvoeringsorganisatie” dat door de Stuurgroep is vastgesteld en kan worden gewijzigd indien hiertoe aanleiding is (bijlage 4).
3. De Provincie brengt de kosten van de Uitvoeringsorganisatie ten laste van de financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi.
Artikel 6. De Procesmanager
1. De Stuurgroep stelt op advies van de ambtelijke projectgroep een procesmanager aan.
2. De procesmanager is voorzitter van de Ambtelijke projectgroep en zorgt ervoor dat de Ambtelijke projectgroep de besluitvorming door de Stuurgroep voorbereidt.
3. De procesmanager vertegenwoordigt de Ambtelijke projectgroep in de Stuurgroep.
4. De procesmanager is verantwoordelijk voor het secretariaat van de Ambtelijke projectgroep en de Stuurgroep.
5. De Provincie brengt de kosten van de procesmanager ten laste van de financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi.
6. Indien geen procesmanager wordt aangesteld is de secretaris van de Stuurgroep de voorzitter van de ambtelijke projectgroep. Lid 2 tot en met 5 zijn in dat geval dienovereenkomstig van toepassing op de secretaris van de Stuurgroep.
Artikel 7: Verwijzing Gebiedsgericht beheer het Gooi in toekomstig provinciaal, waterschaps- en gemeentelijk beleid
1. De Provincie verwijst naar het Gebiedsgericht beheer het Gooi in de (onder de Omgevingswet op te stellen) omgevingsverordening en het regionaal waterprogramma in verband met de bescherming van kwetsbare drinkwater-, natuur- en zwemwatergebieden in
het kader van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water en Grondwaterrichtlijn. In het regionaal waterprogramma wordt het Gebiedsgericht beheer het Gooi expliciet als Kaderrichtlijn Water en Grondwaterrichtlijn -maatregel voor het Gooi opgenomen.
2. Het Waterschap verwijst naar, en houdt gelet op de doorwerking van het (onder de Omgevingswet op te stellen) regionaal waterprogramma rekening met, het Gebiedsgericht beheer het Gooi in het waterbeheerprogramma en de waterschapsverordening,
3. De Gemeenten verwijzen in hun (onder de Omgevingswet op te stellen) omgevingsvisie en omgevingsplan naar het Gebiedsgericht beheer het Gooi.
Artikel 8: Bronaanpak ter voorkoming van inbreng en nalevering grondwater
1. De Gemeenten geven de Provincie een indicatie van het verwachte moment van sanering van de bronlocaties die zij op grond van een Afkoopovereenkomst met de Provincie moeten saneren.
2. De Gemeenten leggen, ter concretisering van artikel 22.130 van het Aanvullingsbesluit bodem, in beleid in het algemeen vast van wie en in welke situaties kan worden verlangd dat deze in het belang van de bescherming van het grondwater in het Gooi maatregelen treft om locaties met een (potentieel aan het grondwater naleverende) bronzone ongedaan te maken. Aangezien het grondwaterkwaliteitsbeleid en de uitvoering hiervan onder de Omgevingswet bij meerdere overheden is belegd stemt elke Gemeente haar beleid vooraf met Provincie en het Waterschap af.
Artikel 9 Opname van grondwaterverontreinigingen in Gebiedsbeheerplan het Gooi
1. De Provincie blijft gedurende de gehele looptijd van dit convenant bereid om (diepe) grondwaterverontreinigingen, bijvoorbeeld de zogenoemde Toevalsvondsten, in het Gooi op te nemen in het Gebiedsbeheerplan het Gooi mits dit past binnen de vastgestelde kaders van het gebiedsgericht beheer het Gooi en de daarbij behorende afkoopstrategie. Indien er geen opname plaatsvindt dan zal er afstemming plaatsvinden tussen provincie en betreffende gemeente.
2. Vanaf het moment dat het Gebiedsbeheerplan het Gooi als een onverplicht programma in de zin van de Omgevingswet geldt - en daarom niet langer sprake is van publiekrechtelijke vrijwaring van rechtswege op grond van artikel 55g Wet bodembescherming – zal de Provincie, steeds indien zij overweegt een grondwaterverontreiniging in het Gebiedsgericht beheer het Gooi op te nemen, bezien of er aanleiding bestaat om een Belanghebbende publiekrechtelijke en/of privaatrechtelijke vrijwaring te verlenen.
3. Over het al dan niet verlenen van publiekrechtelijke vrijwaring zoals bedoeld in artikel 9.2 zal overleg plaatsvinden tussen Provincie en Gemeente over de wijze waarop deze zal worden verleend.
4. Voor het al dan niet verlenen van privaatrechtelijke vrijwaring hanteert de Provincie de werkwijze zoals zij deze ook ten tijde van de inwerkingtreding van dit Convenant hanteert. Deze werkwijze is opgenomen in de afkoopstrategie die op 3 maart 2015 (kenmerk 266925/528547) door GS is vastgesteld.
5. Bestaande afkoopovereenkomsten met bijbehorende publiekrechtelijke en – voor zover overeengekomen - privaatrechtelijke vrijwaring met bijbehorende afspraken blijven gehandhaafd.
Artikel 10. Nieuwe (gebieds)ontwikkelingen en wateronttrekkingsactiviteiten
1. Partijen spannen zich in om bij nieuwe ontwikkelingen, waaronder wateronttrekkingsactiviteiten in het Gooi de gevolgen voor de verspreiding van de diepe grondwaterverontreinigingen vooraf in kaart te brengen om te voorkomen dat dit een ongewenst effect heeft. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het grondwatermodel het Gooi.
2. Indien er nieuwe kwetsbare te beschermen objecten worden aangewezen die volgens de Kaderrichtlijn Water en de Grondwaterrichtlijn beschermd dienen te worden zal de Provincie nagaan wat dit voor effect heeft op het Gebiedsgericht beheer het Gooi. De eventuele effecten voor het Gebiedsbeheerplan het Gooi ter voorkoming van ongewenste verspreiding worden voorgelegd aan de Stuurgroep en zonodig worden financiële afspraken gemaakt over monitoring en maatregelen.
3. De Provincie toetst wateronttrekkingsactiviteiten met een debiet groter dan 150.000 m3 per jaar op de effecten ter voorkoming van eventuele ongewenste verspreiding in het gebied van Gebiedsgericht beheer het Gooi. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het grondwatermodel het Gooi.
4. Het Waterschap toetst wateronttrekkingsactiviteiten met een debiet kleiner dan 150.000 m3 per jaar op de effecten ter voorkoming van eventuele ongewenste verspreiding in het gebied van Gebiedsgericht beheer Het Gooi. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het grondwatermodel het Gooi.
5. De Gemeenten toetsen ruimtelijke ontwikkelingen en activiteiten op de effecten ter voorkoming van eventuele ongewenste verspreiding in het gebied van Gebiedsgericht beheer het Gooi. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het grondwatermodel het Gooi.
Artikel 11. Financiën
1. Partijen hebben in de afgelopen Convenant perioden een financiële bijdrage betaald. Het Waterschap en de Drinkwaterbedrijven hebben hun bijdrage in natura geleverd. De Provincie beheert de financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi. In de bijlage 5 is de status quo per ultimo eind 2020 opgenomen.
2. Eveneens als financiële bijdragen aan het Gebiedsgericht beheer het Gooi worden aangemerkt: de Afkoopsommen die Belanghebbenden op grond van gesloten of nog te sluiten Afkoopovereenkomsten aan de Provincie hebben of zullen voldoen.
3. Voor de uitvoering van de risicomaatregelen in het Gebiedsgericht beheer is bij de Provincie 5 miljoen euro van het totale budget aan financiële middelen beschikbaar voor sanerende maatregelen, inclusief benodigde onderzoeken en voorbereiding hiervoor. Dit risicobedrag van 5 miljoen is opgenomen in bijlage 5. De Stuurgroep ziet erop toe dat dit bedrag op een juiste wijze wordt aangesproken.
4. Teneinde de financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi zo efficiënt mogelijk in te zetten om zolang als noodzakelijk het Gebiedsgericht beheer het Gooi uit te voeren, sluit de Provincie in haar rol als uitvoeringsorganisatie een overeenkomst over langdurige uitvoering van haar beheer en monitoringtaken op basis van het gebiedsbeheerplan het Gooi met Afvalzorg Bodemservice B.V. De overeenkomst is afgestemd op de afspraken in dit Convenant en met instemming besloten (datum opnemen) in de Stuurgroep. Op basis van de overeenkomst wordt de langdurige uitvoering voor een bedrag van 6,3 miljoen euro afgekocht. In dit bedrag is een stelpost opgenomen van 0,5 miljoen euro voor uitvoeringskosten die niet zijn afgekocht in de langdurige uitvoering.
5. Het aanwezige surplus bedrag dat overblijft in het totaal van de financiële middelen Gebiedsgericht grondwaterbeheer het Gooi na de in lid 4 gesloten overeenkomst en het in lid 3 gereserveerde bedrag voor sanerende maatregelen, kan worden aangewend voor meerdere doeleinden zoals langdurig beheer en uitvoering, sanerende maatregelen en/of nieuwe ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld opkomende stoffen (bijvoorbeeld PFAS). In bijlage 5 is een financieel overzicht opgenomen.
6. Indien gedurende de looptijd van dit Convenant duidelijk wordt dat de financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi niet toereikend zijn om de kosten van het Gebiedsgericht beheer het Gooi te kunnen voldoen, dan meldt de Ambtelijke projectgroep dit tijdig met een nadere onderbouwing aan de Stuurgroep. Als de Stuurgroep op basis van die onderbouwing besluit dat aanvullende financiële middelen noodzakelijk zijn, zullen Partijen op basis van de overeengekomen uitgangspunten ten
behoeve van de verdeelsleutel (bijlage 6) afspraken maken over de aanvullende financiële middelen.
7. Indien aan het eind van looptijd van dit Convenant geen voortzetting van het gezamenlijk Gebiedsgericht beheer het Gooi in een nieuw Convenant plaatsvindt en sprake blijkt van een overschot van de financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi, besluit de Stuurgroep wat er met dit overschot gebeurt. Het overschot zal in elk geval als eerste worden aangewend om te voldoen aan de contractuele verplichtingen, die een van de Partijen overeenkomstig het onderhavige Convenant voor 1 januari 2031 is aangegaan. Daarnaast zal het overschot worden gebruikt door de Provincie (als gebiedsbeheerder) voor de noodzakelijke monitoring en beheermaatregelen en eventuele saneringsmaatregelen op grond van het Gebiedsbeheerplan het Gooi zolang als nodig is.
8. De Provincie zal namens de Partijen een verzoek doen om een bijdrage vanuit het ‘calamiteitenfonds’ of nazorg gelden van het Rijk, indien er een tekort dreigt te ontstaan op de voorziening zoals genoemd in lid 6 van dit artikel. Dit verzoek zal de Provincie tijdig bij het Rijk aankondigen.
Artikel 12. Financieel beheer
1. Voor de gehele looptijd van dit Convenant beheert de Provincie de financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi. De Provincie in haar rol als Uitvoeringsorganisatie wendt financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi aan ter financiering van de kosten, die verband houden met Gebiedsgericht beheer het Gooi, zulks in de ruimste zin des woords.
2. De Ambtelijke projectgroep biedt jaarlijks voor het eind van het betreffende jaar aan de Stuurgroep een ontwerp aan voor een begroting met toelichting voor de uitvoering van dit Convenant en een meerjarenraming met toelichting voor ten minste drie op het begrotingsjaar volgende jaren. Het begrotingsjaar is het kalenderjaar.
3. De Stuurgroep stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient. De Stuurgroep kan te allen tijde besluiten tot wijziging van de begroting, behoudens voor zover de desbetreffende uitgaven reeds zijn verricht of daarvoor reeds onherroepelijke verplichtingen zijn aangegaan.
4. De Stuurgroep ziet erop toe dat de begroting de beschikbare financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi niet overschrijdt. Een besluit tot vaststelling van een begroting die daartoe zou leiden, wordt geacht niet te zijn genomen.
5. De vastgestelde begroting machtigt de Provincie in haar rol als Uitvoeringsorganisatie tot de daarin opgenomen bedragen verplichtingen aan te gaan en betalingen te verrichten ten
laste van de beheerde financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi. Is niet tijdig een begroting vastgesteld, dan onthoudt de Provincie zich van betalingen ten laste van de beheerde financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi.
6. In afwijking van het vorige lid kan de Provincie in haar rol als Uitvoeringsorganisatie betalingen verrichten ten laste van de beheerde financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi indien zij daartoe jegens derden verplicht is en die verplichting voortvloeit uit een besluit van de Stuurgroep. Indien de begroting niet in een dergelijke betaling voorziet, wordt de Stuurgroep terstond bijeengeroepen om een gewijzigde begroting vast te stellen die daarin wel voorziet.
7. De Provincie in haar rol als Uitvoeringsorganisatie legt over elk begrotingsjaar aan de Stuurgroep verantwoording af over het gevoerde beheer van de financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi, en wel uiterlijk in de maand juni.
8. De Stuurgroep kan desgewenst een externe registeraccountant aanwijzen die over het beheer rapporteert. De Provincie verleent daaraan haar volledige medewerking.
Artikel 13. Afkoopovereenkomsten
1. De Provincie verplicht zich ieder van de verontreinigingen in het diepe grondwater, waarvoor zij op grond van een in het kader van het Gebiedsgericht beheer het Gooi gesloten Afkoopovereenkomst een Afkoopsom heeft ontvangen of nog zal ontvangen, overeenkomstig de in dat verband in de Afkoopovereenkomst gemaakte afspraken op te nemen in het Gebiedsbeheerplan het Gooi.
2. Partijen zullen zich tot het uiterste inspannen om te bereiken dat - zoveel mogelijk - Belanghebbenden deelnemen aan het Gebiedsgericht beheer het Gooi.
3. De Provincie stelt ieder van de Belanghebbenden in de gelegenheid om aan het Gebiedsgericht beheer het Gooi deel te nemen, in welk verband de Provincie ieder van de Belanghebbenden de mogelijkheid biedt met haar een Afkoopovereenkomst aan te gaan mits dit past binnen de vastgestelde kaders van het gebiedsgericht beheer het Gooi en de daarbij behorende afkoopstrategie.
Artikel 14. Datamanagementsysteem
1. De Provincie is verantwoordelijk voor het beheren en actualiseren van het bestaande Grondwatermodel het Gooi, zodat deze een hoog betrouwbaarheidsgehalte behoudt, draagvlak heeft onder de betrokken adviesbureaus en toegepast kan worden voor het Gebiedsgericht beheer het Gooi, waaronder de inrichting van de PoC's. Dit houdt in dat zij
zorgt voor de invoer van ten tijde van het aangaan van dit Convenant reeds bestaande bodeminformatie, waaronder die met betrekking tot de kwaliteit van het grondwater, en voor de invoer van nieuwe bodeminformatie. Partijen zullen gezamenlijk reeds beschikbare kennis en meetgegevens delen en voorts nieuwe kennis, meetgegevens en (geo)informatie vergaren en ontsluiten om inzicht te krijgen in de kansen die de bodem van het Gooi voor de samenleving biedt. Ook informatie ten aanzien van de kwaliteit van het grondwater, de aanwezige en nog aan te leggen peilbuizen worden door Partijen opgenomen in het bodeminformatiesysteem.
2. De Provincie is bereid om het in lid 1 bedoelde Grondwatermodel het Gooi ter beschikking te stellen aan een Belanghebbende ten behoeve van uit te voeren onderzoek naar diepe grondwaterverontreinigingen die aanwezig zijn binnen de grenzen van het Gebiedsbeheerplan het Gooi, indien en voor zover de Provincie instemt met het doel van het desbetreffende onderzoek, alsmede onder de voorwaarde dat deze Belanghebbende de resultaten van zijn onderzoek naar diepe grondwaterverontreinigingen in het Gooi binnen 14 dagen nadat deze resultaten bekend zijn, aan de Provincie ter beschikking stelt.
3. Partijen verklaren zich bereid om gedurende de looptijd van dit Convenant:
a) hun kennis en expertise op alle voor de uitvoering van dit Convenant relevante terreinen (o.a. monitoring, geohydrologie, chemie) in te brengen en
b) aanbevelingen en adviezen te geven, bijvoorbeeld over de te analyseren waterkwaliteitsparameters in peilbuizen.
4. Partijen verklaren zich vanuit het oogpunt van hun bedrijfsvoering bereid om gedurende de looptijd van dit Convenant, indien en voor zover zij ten tijde van het aangaan van dit Convenant of in de toekomst over meetnetten en/of meetgegevens beschikken of zullen gaan beschikken:
a) hun historische meetgegevens ten behoeve van het Gebiedsgericht beheer het Gooi ter beschikking te stellen;
b) hun meetnetten voor de doelstellingen van het Gebiedsgericht beheer het Gooi ter beschikking te stellen en te gebruiken voor de monitoring;
c) hun meetpunten te monitoren en de resultaten daarvan ter beschikking te stellen ten behoeve van het Gebiedsgericht beheer het Gooi.
Artikel 15. Nieuwe ontwikkelingen en warmte-koude opslag
1. Partijen zijn zich ervan bewust, dat er allerlei nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen gaande zijn die een relatie met de bodem en of grondwater kunnen hebben en die ook relevantie hebben voor het gebiedsgericht beheer Het Gooi. Het kan dan gaan om nieuwe – opkomende – stoffen in de bodem en/of grondwater die mogelijk tot verontreiniging kunnen leiden. Het kan gaan om maatregelen in relatie tot de energietransitie en de ondergrond of om
klimaat adaptieve maatregelen in relatie tot de bodem en/of het grondwater. Partijen hebben de intentie om met de samenwerking in het Gooi indachtig wel kennis en informatie beschikbaar te stellen over het bodem-watersysteem vanuit het gebiedsgericht beheer het Gooi die bijdragen aan oplossingsgerichte maatregelen voor genoemde ontwikkelingen.
Indien noodzakelijk worden daartoe aanvullende afspraken over gemaakt in de Stuurgroep en wordt de Uitvoeringsorganisatie hierop voorbereid.
2. Partijen zullen bij grote bouwprojecten in het Gooi (zowel nieuwbouw als vervanging), bij de afweging hoe een zo groot mogelijke energie-efficiëntie kan worden bereikt, (grootschalige) warmte-koude opslag betrekken en deze zoveel mogelijk toepassen als technisch en maatschappelijk wenselijk wordt geacht. Bij de vergunningverlening kan dan ook de afweging worden betrokken of er de mogelijkheid is om met warmte koude opslagsystemen de diepe grondwaterverontreinigingen te beheersen of te saneren. Bij het toepassen van warmte koude opslagsystemen zullen de convenantspartijen onderling afstemmen op basis van het geldende beleid en vanuit de bevoegd gezag rol die Provincie en Gemeenten hierin hebben. In drinkwaterbeschermingsgebieden die door de Provincie in de Provinciale milieuverordening of in de toekomstige Provinciale omgevingsverordening zijn of worden aangewezen, zal warmte-koude opslag in geen geval kunnen plaatsvinden indien ten gevolge hiervan nadelige effecten op de kwaliteit van het grondwater zullen optreden.
Artikel 16. Nieuwe Partijen/gebieden in Gebiedsgericht beheer het Gooi
1. Het is mogelijk dat Partijen gebieden die thans niet onder het Gebiedsgericht beheer het Gooi vallen alsnog inbrengen in het Gebiedsgericht beheer het Gooi. Partijen maken over het inbrengen van nieuwe gebieden tot het Gebiedsgericht beheer het Gooi afspraken over een eventuele bijdrage aan het Gebiedsgericht beheer het Gooi en het gebiedsgericht beheerplan Het Gooi wordt hierop aangepast.
2. Eenzelfde mogelijkheid, als bedoeld in lid 1, geldt ook voor organisaties die thans nog geen Partij zijn bij het Gebiedsgericht beheer het Gooi. Ook met deze organisatie(s) wordt (/worden) afspraken gemaakt over een eventuele bijdrage aan het Gebiedsgericht beheer het Gooi, toetreding tot dit Convenant, en indien van toepassing wordt het gebiedsgericht beheerplan het Gooi hierop aangepast.
3. Afspraken over opname van nieuw op te nemen gebieden zoals genoemd in lid 1 en het toetreden van een nieuwe organisatie zoals genoemd in lid 2 zal niet plaatsvinden zonder toestemming van de Stuurgroep.
Artikel 17. Evaluatie Convenant
1. Partijen zullen de uitvoering en de doelrealisatie van het Convenant tussentijds evalueren. Deze evaluatie zal in 2025 of eerder indien de Stuurgroep zulks wenselijk acht, plaatsvinden.
2. De evaluatie zal worden verricht en een verslag daarvan zal worden opgemaakt door of in opdracht van de Ambtelijke projectgroep. De Ambtelijke projectgroep bepaalt de uitvoering van de evaluatie.
3. Het resultaat van de evaluatie zal aan de Stuurgroep worden aangeboden.
4. De kosten van de evaluatie komen ten laste van de financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi.
Artikel 18. Looptijd Convenant
1. Dit Convenant treedt in werking op 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2030.
2. Partijen zullen tijdig en minimaal 1 jaar voor 31 december 2030 in overleg treden over eventuele voortzetting van dit Convenant op basis van een daarvoor door de Ambtelijke projectgroep uitgevoerde toekomstverkenning.
3. Partijen zullen bij besluitvorming over voortzetting van dit Convenant na 31 december 2030 in ogenschouw nemen, dat de uitvoering van het Gebiedsgericht beheer het Gooi na 31 december 2030 naar verwachting nog minimaal 20 jaar doorloopt.
Artikel 19. Strijd met wet- en/of regelgeving
1. Partijen zijn van oordeel dat de bepalingen van dit Convenant in overeenstemming zijn met de (inter)nationale wet- en regelgeving. In het geval een of meer bepalingen van dit Convenant desalniettemin ten gevolge van enige bepaling van (inter)nationale wet- en/of regelgeving geheel of gedeeltelijk ongeldig blijk(t)(en) en/of niet zonder inbreuk op een dergelijke bepaling kan worden nagekomen, geldt dat dit feit in beginsel geen invloed heeft op (de uitvoering van) de andere bepalingen van dit Convenant, terwijl in dit verband voorts heeft te gelden dat Partijen in een zodanig geval zo spoedig mogelijk met elkaar in overleg zullen treden teneinde tot een oplossing te komen die past in de geest van dit Convenant en die zoveel mogelijk aansluit bij het bepaalde in de betrokken bepaling(en).
Artikel 20. Onvoorziene omstandigheden
1. Onvoorziene omstandigheden die met zich brengen dat ongewijzigde uitvoering van dit Convenant en/of instandhouding van dit Convenant tot 1 januari 2031 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet (meer) kan worden vereist, kunnen leiden tot (gedeeltelijke) wijziging, (gedeeltelijke) ontbinding of tussentijdse opzegging van dit Convenant, mits deze omstandigheden niet voor rekening komen van de Partij, die zich daarop beroept.
2. De Partij bij dit Convenant aan wiens zijde een omstandigheid, zoals bedoeld in artikellid
20.1 opkomt, is gehouden de andere Partijen bij dit Convenant daarvan uiterlijk binnen zes weken schriftelijk in kennis te stellen. Deze Partij is gehouden om voorafgaand aan een eventuele (gedeeltelijke) wijziging, (gedeeltelijke) ontbinding of tussentijdse opzegging van dit Convenant met de andere Partijen bij dit Convenant in overleg te treden teneinde de ontstane situatie en de consequenties te bespreken en zo mogelijk in onderling overleg op te lossen.
3. (Gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) ontbinding geschiedt overeenkomstig de in het Burgerlijk Wetboek neergelegde regels.
Artikel 21 wijziging en beëindiging deelname aan het Convenant Gebiedsgericht beheer het Gooi
1. Dit Convenant kan alleen worden gewijzigd in en na overleg met Partijen.
2. Een Partij zie zijn deelname wenst te beëindigen deelt dit mee via een aangetekende brief gericht aan alle overige Partijen bij dit Convenant, met daarin opgenomen een deugdelijke opgave van redenen.
3. Een Partij kan zijn deelname aan dit Convenant uitsluitend beëindigen nadat hier overeenstemming is tussen alle Partijen en nadat is afgesproken of de uittredende Partij nog een bedrag verschuldigd is alsmede over het tijdstip waarop dit bedrag betaald moet zijn aan de gebiedsbeheerder in verband met een eventueel tekort. Bij het bepalen van de omvang van een eventueel tekort en de hoogte van dit bedrag wordt rekening gehouden met toekomstige tekorten waarmee rekening moet worden gehouden en de in bijlage 6 opgenomen criteria. De reeds gedane bijdragen worden in geen geval terugbetaald.
4. Het tijdstip van het beëindigen van de deelname van de uittredende Partij wordt in overleg bepaald.
Artikel 22. Bevoegde rechter en toepasselijk recht
1. Eventuele geschillen welke uit of naar aanleiding van dit Convenant of eventueel daarop voortbouwende overeenkomsten of Convenanten mochten ontstaan, zullen in eerste instantie worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Haarlem.
2. Een geschil is aanwezig indien een der Partijen zulks schriftelijk en gemotiveerd aan de andere Partijen bij dit Convenant meldt. Partijen zullen binnen vier weken na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing voor het geschil kan worden gevonden.
3. Op dit Convenant en de eventueel daaruit voortvloeiende geschillen is Nederlands recht van toepassing.
Artikel 23. Slotbepalingen
1. Partijen kunnen in overleg en na unaniem besluit het Convenant schriftelijk wijzigen of aanvullen.
2. De bij dit Convenant behorende bijlagen maken integraal deel uit van dit Convenant. In geval van strijdigheid tussen het gestelde in de bijlagen en de bepalingen van dit Convenant prevaleren de bepalingen van dit Convenant.
Overzicht van bijlagen:
1. Definities;
2. Huishoudelijke reglement Stuurgroep;
3. Huishoudelijke reglement Ambtelijke projectgroep;
4. Huishoudelijke reglement Uitvoeringsorganisatie;
5. Financieel overzicht voorziening Gebiedsgericht beheer het Gooi, ultimo eind 2020;
6. Financiële verdeelsleutel aanvullende financiering;
Bijlage 1 Definities
In dit Convenant wordt gebruik gemaakt van de volgende definities en afkortingen:
Afkoopovereenkomst: een overeenkomst tussen de Provincie en een Belanghebbende, waarbij de Belanghebbende tegen betaling van een Afkoopsom zijn verantwoordelijkheid voor (diepere) grondwaterverontreinigingen in het Gooi aan de Provincie als gebiedsbeheerder overdraagt, en waarbij de Belanghebbende publiekrechtelijk wordt gevrijwaard van (mogelijk toekomstige) op deze Belanghebbende rustende saneringsverplichtingen ter zake van deze grondwaterverontreinigingen (of wel van rechtswege ofwel doordat de Provincie dit expliciet met de Belanghebbende overeenkomt) en waarbij de Provincie soms ook privaatrechtelijke vrijwaring ter zake van deze grondwaterverontreinigingen verleent;
Afkoopsom, meervoud: Afkoopsommen: het bedrag dat een Belanghebbende met wie door de Provincie een Afkoopovereenkomst wordt gesloten aan de Provincie voldoet, als tegenprestatie waarvoor de Provincie van de Belanghebbende de verplichting overneemt om over te gaan tot het Gebiedsgericht beheer van de verontreiniging van het diepere grondwater ter plaatse van zijn perceel.
Ambtelijke projectgroep: het overlegorgaan bedoeld in artikel 4 van het Convenant gebiedsgericht beheer het Gooi 2021-2030.
Belanghebbende, meervoud: Belanghebbenden: degene die belang heeft bij onderzoek en sanering van een of meerdere grondwaterverontreinigingen in het Gooi, zoals de veroorzaker van een 'verontreiniging van het diepere grondwater', de eigenaar van een grondgebied waaronder zich een 'verontreiniging van het diepere grondwater' bevindt, een Gemeente, een Drinkwaterbedrijf en een projectontwikkelaar die ter plaatse een project wil realiseren;
Convenant 2011/2014: het Convenant Gebiedsgericht beheer het Gooi dat in 2011 is ondertekend door alle betrokken partijen inclusief het Rijk als opvolging van het Samenwerkingsconvenant uit 2005, welk Convenant in 2014 is geactualiseerd door middel van het Convenant ter actualisering van het Convenant gebiedsgericht beheer het Gooi.
Convenant Gebiedsgericht beheer het Gooi 2021 -2030: Convenant volgend op het Convenant Gebiedsgericht beheer het Gooi 2014 en dat door alle betrokken partijen is ondertekend.
Diepe grondwater: het grondwater dat onder de bronzone zit, veelal vanaf een diepte van 5 meter beneden maaiveld. De term ‘grondwater’ moet niet al te beperkt worden opgevat. Het gaat om het bodemvolume waarin dat grondwater zich bevindt. De ‘pluim’ (verontreiniging) bevindt zich in dit diepere grondwater.
Drinkwaterbeschermingsgebieden: gebieden bestaande uit een Waterwingebied en een Grondwaterbeschermingsgebied
Waterwingebied: een gebied waar grondwater wordt opgepompt ten behoeve van de productie van drinkwater. In de Provinciale Milieuverordeningen zijn regels gesteld om de kwaliteit van het grondwater in het waterwingebied te beschermen. Het gebied wordt als zodanig aangeduid met borden, waarop het opschrift “Waterwingebied” staat.
Grondwaterbeschermingsgebied: een gebied dat doorgaans rondom een waterwingebied gelegen is. In de Provinciale Milieuverordeningen zijn regels gesteld om de kwaliteit van het grondwater in het grondwaterbeschermingsgebied te beschermen. Het gebied wordt als zodanig aangeduid met borden, waarop het opschrift “Grondwater beschermingsgebied” staat.
Financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi: De bijdragen die tot nu toe zijn opgehaald voor Gebiedsgericht beheer het Gooi die bedoeld zijn voor de uitvoering, het beheer en de eventuele sanerende maatregelen.
Gebiedsbeheerplan het Gooi: het plan in de zin van artikel 55d lid 1 van de Wet bodembescherming, bestaande uit een raam-gebiedsbeheerplan en verschillende daaraan gerelateerde deel-gebiedsbeheerplannen waarin, al dan niet in hoofdlijnen, de gebiedsgerichte aanpak ter plaatse van het Gooi wordt vormgegeven, te weten:
- het Gebiedsbeheerplan Grondwaterverontreinigingen Het Gooi, Raamplan, Arcadis, 27 mei 2015;
- het Gebiedsbeheerplan Grondwaterverontreinigingen Het Gooi, Deelplan Bebouwd Gebied Hilversum, Arcadis, 27 mei 2015;
- het Gebiedsbeheerplan Grondwaterverontreinigingen Het Gooi, Deelplan Bebouwd Gebied Huizen en Naarden, Arcadis, 27 mei 2015;
- het Gebiedsbeheerplan Grondwaterverontreinigingen Het Gooi, Deelplan Drinkwaterwinning Loosdrecht, Arcadis, 27 mei 2015;
- het Gebiedsbeheerplan Grondwaterverontreinigingen Het Gooi, Deelplan Drinkwaterwinning Laren, Arcadis, 27 mei 2015;
- het Gebiedsbeheerplan Grondwaterverontreinigingen Het Gooi, Deelplan Drinkwaterwinningen Laarderhoogt en Huizen, Arcadis, 27 mei 2015;
- het Gebiedsbeheerplan Grondwaterverontreinigingen Het Gooi, Deelplan losstaande gevallen, Arcadis, 27 mei 2015,
dat overeenkomstig artikel 55e van de Wet bodembescherming is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van de Provincie bij (onherroepelijk) besluit van 18 augustus 2015 (registratienummer 622268/622277);
Gebiedsgerichte aanpak: De gebiedsgerichte aanpak richt zich op de sanering van meerdere verontreinigingen van het diepere grondwater in een daartoe aangewezen gebied.
Grondwatermodel het Gooi: een het model dat inzicht geeft in de grondwaterstroming in het Gooi, zoals ontwikkeld en beheerd in opdracht van de Provincie.
Grondwaterrichtlijn (GWR): richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand, zoals in werking getreden op 16 januari 2007 (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L372/19).
Historische verontreiniging: verontreinigingen die voor 1 januari 1987 respectievelijk 1 juli 1993 (asbest) zijn ontstaan.
Kaderrichtlijn Water (KRW): richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, zoals in werking getreden op 22 december 2000 (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L327/1).
Kwetsbaar object (= beschermde gebieden in KRW/GWR):
De Natura2000-gebieden;
De oppervlaktewaterlichamen zoals aangewezen in het kader van de KRW; - Kwetsbare objecten gerelateerd aan menselijke consumptie. Tot deze kwetsbare objecten worden gerekend: • openbare drinkwatervoorziening zoals grondwaterbeschermingsgebieden en waterwingebieden; de industriële onttrekkingen voor menselijke consumptie; en de eigen waterwinningen (bijv. campings en particulieren onttrekkingen).
Omgevingswet:
Deze wet is, met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, gericht op het in onderlinge samenhang:
a) bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en
b) doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.
PoC: plane of compliance, zijnde een fictieve grens in het grondwatersysteem om evaluatie en/of monitoring van de verspreiding van verontreiniging te kunnen uitvoeren en om tevens maxima aan de concentraties te kunnen opleggen.
Programma: een flexibel instrument (beleidsdocument) dat niet rechtstreeks bindend is voor burgers en bedrijven.
Vrijwillig programma: een programma dat op eigen initiatief en behoefte inzetbaar is.
Spoedlocaties bodemverontreiniging: locaties die bij huidig of voorgenomen gebruik onaanvaardbare risico's kunnen vormen voor de mens (humane spoedlocaties), locaties waarbij verontreinigingen zich onaanvaardbaar verspreiden via het grondwater (spoedlocaties verspreiding) en locaties waarbij sprake is van onaanvaardbare risico’s voor het ecosysteem (spoedlocaties ecologie).
Stuurgroep: het overlegorgaan bedoeld in artikel 3 van het Convenant gebiedsgericht beheer het Gooi 2021-2030.
Toevalsvondst: locatie die wordt ontdekt waar nog sprake kan zijn van onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid als er geen maatregelen worden genomen. Het wegnemen van de risico’s vindt onder de Omgevingswet plaats door de regeling van de toevalsvondst voor bodem met onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid; bij gelegenheid van een concrete (bouw)activiteit kan de verontreiniging verder worden aangepakt. Dit is uitgewerkt in artikel 19.9a Aanvullingswet bodem, Omgevingswet.
Uitvoeringsorganisatie: het in artikel 5 van het Convenant gebiedsgericht beheer het Gooi 2021-203 bedoelde operationele onderdeel binnen de Provincie.
- // -
Bijlage 2
Huishoudelijk reglement Stuurgroep
(Artikel 3 Convenant Gebiedsgericht beheer Het Gooi)
Paragraaf 1: Begripsbepaling
Artikel 1
Ambtelijke projectgroep:
Het overlegorgaan dat bestaat uit de partijen die het Convenant hebben ondertekenden die op ambtelijk niveau uitvoering geven aan het convenant.
Convenant:
Convenant Gebiedsgericht beheer Het Gooi 2021 -2030 ondertekend in december 2020, en treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
Communicatiemiddelen: alle middelen (onder anderen internet, computers, -mobiele- telefoons en mogelijke andere toekomstige -digitale- middelen) die nodig kunnen zijn om uitnodigingen, kennisgevingen, vergaderstukken enz. te versturen.
Financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi:
De voor de uitvoering gezamenlijke opgebrachte en aan te houden financiële middelen binnen de algemene middelen van de provincie. Voor besteding en verantwoording zal Provincie een aparte begroting en het jaarverslag voorleggen aan stuurgroep.
Huishoudelijk reglement:
Het onderhavige stuk waarin de stuurgroepleden zijn werkwijze beschrijft.
Procesmanager:
De persoon die belast is met het voorzitterschap van de ambtelijke projectgroep en die tevens secretaris is van de Stuurgroep en van de Ambtelijke projectgroep.
Partijen:
Alle organisaties die het Convenant hebben ondertekend.
Stuurgroep:
Een overlegorgaan dat bestaat uit alle partijen die het Convenant Gebiedsgericht beheer Het Gooi hebben ondertekend, en die op bestuurlijk niveau uitvoering geven aan dit Convenant.
Stuurgroepleden:
Een afgevaardigde van een partij op bestuurlijk niveau die zitting heeft in de Stuurgroep.
Stuurgroep Secretaris:
Degene die de Stuurgroep ondersteunt bij zijn werkzaamheden en voorzitter is van de Ambtelijke projectgroep.
Schriftelijke kennisgeving:
Uitnodigingen en dergelijke die zowel per post als via andere communicatiemiddelen worden verzonden.
Voorzitter Stuurgroep:
De bestuurlijk afgevaardigde van de Provincie Noord-Holland treedt op als voorzitter van de Stuurgroep.
Paragraaf 2: Taken en Bevoegdheden Stuurgroep Artikel 2
De stuurgroep is belast met de uitvoering van het Convenant.
Artikel 3
1. Aan de uitdrukkelijke bevoegdheid van de Stuurgroep zijn daarbij voorbehouden:
a. Het goedkeuren van de begroting en jaarverslag;
b. Het wijzigen van de begroting;
c. Het desgewenst aanwijzen van een registeraccountant die over financieel beheer rapporteert;
d. Het goedkeuren en vaststellen van het huishoudelijk reglement ten behoeve van de stuurgroep;
e. Het goedkeuren van voorstellen van de Ambtelijk projectgroep;
f. Het goedkeuren en vaststellen van de huishoudelijke reglementen ten behoeve van de Ambtelijke projectgroep en de Uitvoeringsorganisatie;
g. Het op geld waarderen van de bijdragen van één of meerdere partijen;
h. Het toezien en besluiten op verdere financiering indien blijkt dat de bestaande risicoreservering niet toereikend is voor de uitvoering van het moeten nemen van een actieve beheersmaatregelen binnen het Convenant waarvoor een verdeelsleutel is opgesteld voor extra bijdragen van alle partijen conform bijlage 6 van het Convenant;
i. Het in overleg met de Xxxxxxxxx besluiten over mogelijke overschotten bij de beëindiging van het Convenant;
j. Het al dan niet besluiten tot het aanstellen van een procesmanager;
k. Het aanwijzen van een stuurgroepsecretaris.
2. In de Huishoudelijke reglementen van de Ambtelijke projectgroep en de Uitvoeringsorganisatie zijn de taken en bevoegdheden opgenomen die door de Stuurgroep aan zowel de Ambtelijke projectgroep als aan de Uitvoeringsorganisatie zijn gemandateerd.
Artikel 4
De individuele stuurgroepleden zijn bevoegd om binnen de kaders van het Convenant besluiten te nemen en te laten uitvoeren.
Paragraaf 3: Functies Stuurgroep Artikel 5
1. Als voorzitter van de Stuurgroep treedt op de afgevaardigde van de Provincie. De voorzitter draagt zorg voor de naleving van het Convenant en het huishoudelijk reglement.
2. De Stuurgroep kan uit zijn midden een vice-voorzitter kiezen. Bij afwezigheid van de voorzitter neemt de vice-voorzitter, voor de duur van de vervanging, de taken en bevoegdheden van de voorzitter over. De voorzitter kan zijn voorzitterschap in mandaat neerleggen bij de procesmanager die namens hem als voorzitter optreedt bij afwezigheid.
Artikel 6
1. De Stuurgroep wordt bijgestaan door een secretaris.
2. De secretaris draagt zorg voor de secretariaatsvoering (o.a. verslaglegging van de Stuurgroepvergaderingen, verzenden van de vergaderstukken, verzorgt de correspondentie).
3. Het verslag van de stuurgroep wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld. Het verslag wordt na vastlegging ter kennis gebracht aan de ambtelijke projectgroep en de uitvoeringsorganisatie.
4. De secretaris zorgt dat van elke vergadering van de Stuurgroep een verslag wordt gemaakt.
5. Provincie draagt in opdracht van Stuurgroep zorg voor het bemensen van de rol van secretaris.
6. Indien een procesmanager is aangesteld dan vervult de procesmanager de rol van secretaris.
Paragraaf 4: Vergaderingen Stuurgroep Artikel 7
1. De Stuurgroep komt volgens een jaarlijks door de Stuurgroep vast te stellen vergaderrooster minimaal één keer per jaar dan wel zo vaak als zij dat nodig achten bijeen. Er vindt in ieder geval een vergadering plaats in oktober ivm het vaststellen van het jaarverslag en de begroting. De Stuurgroep komt voorts bijeen wanneer de voorzitter dit nodig acht en binnen twee weken nadat tenminste twee leden van de Stuurgroep een schriftelijk en gemotiveerd verzoek hiertoe hebben ingediend bij de secretaris.
2. De secretaris roept de Stuurgroep bijeen door middel van een (schriftelijke) kennisgeving aan de leden. Deze moet, behalve in spoedeisende gevallen, tenminste een week voor de vergaderdatum worden verzonden, samen met de agenda en eventuele andere vergaderstukken.
Artikel 8
1. De agenda voor een vergadering van de Stuurgroep wordt opgesteld door de secretaris in overleg met de voorzitter.
2. De leden van de Stuurgroep hebben ieder het recht onderwerpen te agenderen.
3. De leden van de Stuurgroep die verhinderd zijn een vergadering bij te wonen kunnen een vervanger aanwijzen of op voorhand schriftelijk dan wel per emailbericht hun stem uitbrengen.
Artikel 9
De Stuurgroep kan deskundigen of belanghebbenden uitnodigen een vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen.
Artikel 10
1. De Stuurgroep besluit bij eenstemmigheid. Zijn niet alle leden van de Stuurgroep op een vergadering aanwezig en hebben zij zich evenmin laten vervangen of hebben geen schriftelijke instemming of stemonthouding afgegeven, dan kunnen de andere aanwezige leden van de Stuurgroep besluiten nemen omdat er vanuit gegaan mag worden dat zij instemmen met de in de vergadering ingebrachte voorstellen.
2. Indien meerderheid van de leden van de Stuurgroep duidelijk hebben gemaakt een voorstel te steunen, dan brengt een lid van de Stuurgroep slechts een tegenstem uit als een zwaarwegend, door hem behartigd belang zich tegen het voorstel verzet.
Artikel 11
1. De Stuurgroep houdt haar vergadering(en) in het Gooi.
2. In bijzondere omstandigheden kan er worden vergaderd via andere communicatiemiddelen of buiten het Gooi.
Artikel 12
Verslagen en alle bijbehorende stukken dienen te worden bewaard/opgeslagen voor een periode van tenminste 10 jaren, op een wijze die voor eenieder toegankelijk is, zo mogelijk via een website waarbij de Uitvoeringsorganisatie voor het beheer en onderhoud van deze website zal zorgdragen.
Paragraaf 5: Vertegenwoordiging Stuurgroep Artikel 13
De voorzitter is bevoegd de Stuurgroep in rechte te vertegenwoordigen.
Slotbepalingen
De Stuurgroep is te allen tijde bevoegd het huishoudelijk reglement te wijzigen en/of aan te vullen. In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Stuurgroep met inachtneming van de bepalingen uit het convenant.
Vastgesteld door de Stuurgroep, december 2020 Voorzitter Secretaris
Bijlage 3
Huishoudelijk reglement Ambtelijke projectgroep (artikel 4 Convenant Gebiedsgericht beheer Het Gooi)
Paragraaf 1: Begripsbepaling
Artikel 1
Ambtelijke projectgroep:
Het overlegorgaan dat bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen die het Convenant hebben ondertekend, met uitzondering van de Staat, en die op ambtelijk niveau uitvoering geven aan het Convenant.
Convenant:
Het Convenant gebiedsgericht beheer Het Gooi 2021 - 2030, ondertekend in december 2020, en in werking getreden met ingang van 1 januari 2021.
Financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi:
De voor de uitvoering gezamenlijke opgebrachte en aan te houden financiële middelen binnen de algemene middelen van de provincie Voor besteding en verantwoording zal provincie een aparte begroting en het jaarverslag voorleggen aan Stuurgroep.
Huishoudelijk reglement:
Het onderhavige stuk waarin de projectgroepleden hun werkwijze beschrijven.
Procesmanager:
De persoon die belast is met het voorzitterschap van de Ambtelijke projectgroep en die tevens secretaris is van de Stuurgroep en de Ambtelijke projectgroep.
Partijen:
Alle organisaties die het Convenant hebben ondertekend.
Secretaris Ambtelijke projectgroep
Degene die de Ambtelijke projectgroep ondersteunt bij zijn werkzaamheden en voorzitter is van de Ambtelijke projectgroep.
Stuurgroep:
Een overlegorgaan dat bestaat uit afgevaardigden op bestuurlijk niveau van alle partijen die het Convenant hebben ondertekend, en die op bestuurlijk niveau uitvoering geven aan dit Convenant.
Stuurgroep Secretaris:
Degene die de Stuurgroep ondersteunt bij zijn werkzaamheden en voorzitter is van de Ambtelijke projectgroep.
Uitvoeringsorganisatie:
De organisatie die verantwoordelijk is voor de operationele uitvoering van dit Convenant. Deze organisatie maakt juridisch onderdeel uit van de Provincie Noord-Holland.
Voorzitter Ambtelijke projectgroep:
De persoon die belast is met het voorzitterschap van de Ambtelijke projectgroep en die tevens de secretaris is van de Stuurgroep en de Ambtelijke projectgroep.
Paragraaf 2: Taken en bevoegdheden Ambtelijke projectgroep Artikel 2
De Ambtelijke projectgroep is belast met de uitvoering van het Convenant op ambtelijk niveau.
De Ambtelijke projectgroep is ten behoeve van de uitvoering verantwoordelijk voor de doorgeleiding van de besluiten van de Stuurgroep aan de Uitvoeringsorganisatie.
De Ambtelijke projectgroep verricht ten behoeve van de Stuurgroep de volgende werkzaamheden:
- Het vaststellen van een jaarlijkse lijst op basis van het Convenant met onderwerpen waarvan zij denkt, dat deze onderwerpen het komende jaar zullen worden behandeld;
- Het doen van voorstellen over de uitvoering van het Convenant;
- Het verzorgen van een concept-begroting inclusief toelichting voor het 15 oktober van het kalenderjaar;
- Het verzorgen van een concept-meerjarenraming inclusief toelichting voor minimaal de komende 3 jaren;
- Het opstellen van een gezamenlijk communicatieplan;
- Het zorg te dragen dat er een procesmanager komt;
- Het voordragen van een Stuurgroep secretaris bij besluit tot geen procesmanager.
De Ambtelijke projectgroep legt de in de vorige zinsnede genoemde documenten aan de Stuurgroep voor, waarna de Stuurgroep deze documenten, al dan niet na wijziging, goedkeurt.
Paragraaf 3: Functies Ambtelijke projectgroep Artikel 3
De procesmanager treedt op als voorzitter van de Ambtelijke projectgroep.
De voorzitter vertegenwoordigt de Ambtelijke projectgroep in de Stuurgroep. De voorzitter treedt in de Stuurgroep en Ambtelijke projectgroep op als secretaris.
Bij besluit tot geen procesmanager dan treedt de Stuurgroep secretaris op als voorzitter en secretaris van de Ambtelijke projectgroep.
De Ambtelijke projectgroep kiest uit zijn midden een vice-voorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter neemt de vice-voorzitter, voor de duur van de vervanging, de taken en bevoegdheden van de voorzitter over.
Bij langdurige afwezigheid van de voorzitter, zullen de leden van de Ambtelijke projectgroep een voorstel aan de Stuurgroep doen voor het benoemen van een nieuwe Stuurgroep secretaris en voorzitter.
De voorzitter is verantwoordelijk voor het secretariaat van de Ambtelijke projectgroep en de Stuurgroep.
De leden van de Ambtelijke projectgroep worden afgevaardigd door de partijen die het Convenant hebben ondertekend. Het hoofd van de Uitvoeringsorganisatie vertegenwoordigt de Provincie in de Ambtelijke projectgroep.
Paragraaf 4: Vergaderingen Ambtelijke projectgroep Artikel 4
De Ambtelijke projectgroep komt minimaal één keer per jaar dan wel zo vaak als zij dat nodig acht bijeen. De Ambtelijke projectgroep komt voorts bijeen wanneer de voorzitter dit nodig acht en binnen twee weken nadat tenminste twee leden van de Ambtelijke projectgroep een schriftelijk en gemotiveerd verzoek hiertoe hebben ingediend bij de voorzitter.
De voorzitter roept de Ambtelijke projectgroep bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de leden. Deze moet, behalve in spoedeisende gevallen, tenminste een week voor de vergaderdatum worden verzonden, samen met de agenda en eventuele andere vergaderstukken.
Artikel 5
De agenda voor een vergadering van de Ambtelijke projectgroep wordt opgesteld door de voorzitter.
De leden van de Ambtelijke projectgroep hebben ieder het recht onderwerpen te agenderen. De leden van de Ambtelijke projectgroep die verhinderd zijn een vergadering bij te wonen kunnen een vervanger aanwijzen of indien nodig op voorhand schriftelijk dan wel per emailbericht hun standpunt of reactie kenbaar maken.
Artikel 6
De Ambtelijke projectgroep dan wel Ambtelijk projectgroepleden kunnen gemotiveerd deskundigen of belanghebbenden uitnodigen een vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen om bijvoorbeeld presentaties dan wel toelichtingen te geven.
De Ambtelijk projectgroepleden kunnen indien noodzakelijk een deskundige meenemen ter vergadering ter ondersteuning of ter toelichting. Het is niet toegestaan om iedere vergadering een of meer deskundigen mee te nemen.
Artikel 7
De Ambtelijke projectgroep houdt haar vergaderingen in het Gooi.
In bijzondere omstandigheden kan er worden vergaderd buiten het Gooi.
Artikel 8
De voorzitter zorgt dat van elke vergadering van de Ambtelijke projectgroep een verslag wordt gemaakt. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld. Het verslag wordt na vastlegging ter kennis gebracht aan de uitvoeringsorganisatie.
Na iedere vergadering van de Ambtelijke projectgroep bespreekt de voorzitter de actiepunten met het hoofd van de Uitvoeringsorganisatie.
Artikel 9
Verslagen en andere daarbij behorende stukken worden tenminste 10 jaren digitaal bewaard.
Bijlage 4
Huishoudelijk reglement Uitvoeringsorganisatie
(artikel 5 Convenant Gebiedsgericht beheer Het Gooi 2021-2030)
Paragraaf 1: Begripsbepaling
Artikel 1
Ambtelijke projectgroep:
Het overlegorgaan dat bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen die het Convenant hebben ondertekend, en die op ambtelijk niveau uitvoering geven aan het Convenant.
Convenant:
Het Convenant gebiedsgericht beheer Het Gooi 2021-2030, ondertekend in december 2020, en in werking getreden met ingang van 1 januari 2021.
Financiële middelen Gebiedsgericht beheer het Gooi:
De voor de uitvoering gezamenlijke opgebrachte en aan te houden financiële middelen binnen de algemene middelen van de Provincie Voor besteding en verantwoording zal Provincie een aparte begroting en het jaarverslag voorleggen aan Stuurgroep.
Hoofd Uitvoeringsorganisatie:
De persoon die belast is met het zorgdragen van de taken van de Uitvoeringsorganisatie en die tevens aanwezig voor toelichting en het vernemen van de besluiten van de Stuurgroep.
Huishoudelijk reglement:
Het onderhavige stuk waarin de werkwijze van de Uitvoeringsorganisatie wordt beschreven.
Procesmanager:
De persoon die belast is met het voorzitterschap van de Ambtelijke projectgroep en die tevens secretaris is van de Stuurgroep.
Partijen:
Alle organisaties die het Convenant hebben ondertekend.
Stuurgroep:
Een overlegorgaan dat bestaat uit afgevaardigden op bestuurlijk niveau van alle partijen die het Convenant hebben ondertekend, en die op bestuurlijk niveau uitvoering geven aan dit Convenant.
Stuurgroep Secretaris:
Degene die de Stuurgroep ondersteunt bij zijn werkzaamheden en voorzitter is van de Ambtelijke projectgroep.
Uitvoeringsorganisatie:
De organisatie die verantwoordelijk is voor de operationele uitvoering van dit Convenant. Deze organisatie maakt juridisch onderdeel uit van de Provincie Noord-Holland.
Paragraaf 2: Taken en bevoegdheden Uitvoeringsorganisatie Artikel 2
De Uitvoeringsorganisatie is belast met de operationele uitvoering van het Convenant. Zij voert de besluiten van de Stuurgroep uit. Voor de uitvoeringstaken is een langdurige overeenkomst gesloten tussen Bodemzorg en de Provincie waarin de uitvoeringstaken zijn vastgelegd.
De Uitvoeringsorganisatie geeft gevraagd en ongevraagd adviezen aan de Ambtelijke projectgroep.
De Uitvoeringsorganisatie rapporteert over haar werkzaamheden en tijdsbesteding jaarlijks via de Ambtelijke projectgroep aan de Stuurgroep door middel van een jaarverslag waarin het resultaat en de voortgang van het gebiedsgericht beheer het Gooi is opgenomen. Eventuele onvoorziene gebeurtenissen legt de uitvoeringsorganisatie voor aan de Stuurgroep.
De Uitvoeringsorganisatie legt een begroting voor haar werkzaamheden en tijdsbesteding jaarlijks via de Ambtelijke projectgroep aan de Stuurgroep door middel van een begroting waarin de werkzaamheden van aankomende jaar zijn opgenomen.
De Uitvoeringsorganisatie beschikt over een projectbureau waarin afhankelijk van het onderwerp partijen roulerend kunnen deelnemen.
Uitvoeringsorganisatie is aanwezig in Stuurgroep voor toelichting op ingediende stukken van Ambtelijke projectgroep en het beantwoorden van vragen en vernemen van besluiten van Stuurgroep.
Artikel 3
De Uitvoeringsorganisatie maakt juridisch onderdeel uit van de Provincie Noord-Holland en behoort tot de interne hiërarchie en eindverantwoordelijkheid van de Provincie. De Uitvoeringsorganisatie vormt wel een zelfstandig operationeel onderdeel binnen de Provincie en is als zodanig ook zelfstandig herkenbaar met een eigen identiteit.
Paragraaf 3: Bemensing Uitvoeringsorganisatie Artikel 4
De Provincie stelt het hoofd van de Uitvoeringsorganisatie aan en bepaalt de samenstelling van de uitvoeringsorganisatie Provincie.
Het hoofd van de Uitvoeringsorganisatie rapporteert aan de Ambtelijke projectgroep. Het hoofd van de Uitvoeringsorganisatie draagt ervoor zorg dat steeds duidelijk is in welke hoedanigheid hij/zij spreekt.
Artikel 5
Alle projectdossiers en daarbij behorende verslagen dienen te worden bewaard/opgeslagen op een wijze die voor eenieder toegankelijk is, zo mogelijk via een website waarbij de Uitvoeringsorganisatie voor het beheer en onderhoud van deze website zal zorgdragen.
Slotbepalingen
De Uitvoeringsorganisatie kan de Stuurgroep voorstellen om het huishoudelijk reglement te wijzigen en/of aan te vullen. Het huishoudelijk reglement geldt eerst als gewijzigd en/of aangevuld nadat de Stuurgroep de voorgestelde wijziging en/of aanvulling heeft goedgekeurd. In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de projectleider van de Uitvoeringsorganisatie met inachtneming van de bepalingen uit het Convenant.
Aldus vastgesteld door de Stuurgroep, in december 2020
Voorzitter Secretaris
Bijlage 5: Financieel overzicht GBG
Met verwijzing naar artikel 11 (financiën) lid 1, 3, 4 en 5 is in deze bijlage het overzicht financiële middelen GBG opgenomen.
De volgende opmerkingen worden gemaakt:
Alle bestaande afkopen namens gemeenten en overige partijen zijn opgenomen in de baten.
In de afkoop langdurige uitvoering GBG zijn o.a. alle monitoringsinspanningen voor de komende 30 jaar opgenomen.
Het saldo 1-1-2021 betreft het bedrag dat zeer waarschijnlijk op 1-1-2021 beschikbaar is. Hier zit een kleine onzekerheid in aangezien het jaar 2020 op het moment van het bepalen van dit saldo nog niet geheel afgerond is. Met de jaarrekening GBG over 2021 zal het definitieve bedrag door de stuurgroep vastgesteld worden.
Post | Bedragen |
Saldo 1-1-2021 | € 11.907.792,85 |
Gereserveerd risicobedrag maatregelen conform art 11 lid 3 | € 5.000.000,00 |
Afkoop langdurige uitvoering GBG bij Bodemzorg conform art 11 lid 4 | € 6.366.000,00 |
‘Surplus’ bedrag conform art 11 lid 5 | € 541.792,85 |
Bijlage 6: Financiële verdeelsleutel aanvullende financiering
Met verwijzing naar artikel 11 lid 6 waar is vermeld dat in geval er een tekort dreigt te ontstaan op de financiële middelen GBG er een financiële verdeelsleutel is bepaald waarvan in deze bijlage de uitgangspunten zijn opgenomen. De uitgangspunten en voorwaarden luiden als volgt:
- De kosten voor het beheer van GBG worden gezien als een gezamenlijk publiekrechtelijk belang en daarmee draagt iedere partij daar naar rato van taak, belang en problematiek in bij;
- Voor de bijdrage van de kosten voor het beheer en de maatregelen zijn in voorgaande convenanten GBG afspraken gemaakt. Voor de kostenverdeling bij een dreigend tekort wordt zoveel mogelijk aangesloten bij deze eerder gemaakte kostenverdeling met de volgende overwegingen:
o Er wordt vooralsnog niet gerekend op een bijdrage van het Rijk. Partijen zullen wel bij dreigende overschrijding van het budget een beroep doen op het Rijk in het kader van onvoorziene bodem en grondwaterrisico’s mogelijk ook op nieuwe problematiek zoals PFAS en in kader van de KRW. In geval er een bijdrage komt van het Rijk dan zal dit bedrag worden afgetrokken van het totale tekort en wordt het resterende tekort verdeeld op grond van de gemaakte kostenverdeling.
o Voor gemeenten is destijds een verdeelsleutel gemaakt op grond van oppervlakte, inwoneraantal en aantal verontreinigde locaties. De verhoudingen en bijgedragen percentages dienen hierbij als uitgangspunt en blijven gelijk. Immers is hier destijds al een bestuurlijk besluit over genomen. Eventuele toekomstige wijzigingen in inwoneraantal worden niet als substantieel gezien en leidt niet tot dusdanige wijzigingen.
o AGV levert een bijdrage van in ieder geval 5% en niet meer dan 20% bij een dreigend tekort , die qua hoogte wordt gebaseerd op de taken van het waterschap die het in 2022 heeft op het gebied van grondwater. De opzet volgens de Omgevingswet van een gezamenlijk programma biedt een grondslag voor een financiële bijdrage aan maatregelen indien en voor zover de maatregelen een raakvlak hebben met de taakopdracht en bevoegdheden van het waterschap. De precieze taakstelling van het waterschap onder de Omgevingswet is nog niet helemaal duidelijk en wordt in de landelijke projectgroep grondwater (Unie van Waterschappen in overleg met Rijk, Inter Provinciaal Overleg en Vereniging Nederlandse Gemeenten) nader uitgezocht. AGV zal zich inspannen om uiterlijk 2 jaar na inwerkingtreding van het convenant duidelijkheid te geven over zijn bijdrage aan een aanvulling naar aanleiding van de bevindingen van de projectgroepen de betekenis daarvan voor het GBG. Indien de procentuele bijdrage van AGV lager vastgesteld wordt dan 20,2% zal het resterende verschil dat aanvult tot 100% worden verdeeld over de resterende partijen op grond van de verdeelsleutel.
o PWN en Vitens dragen een vergelijkbaar percentage bij op grond van hun belang ter bescherming van de drinkwaterwinning. Opgemerkt wordt dat Xxxxxx in de afgelopen jaren al op basis van dit percentage fors heeft bijdragen in natura via een bestaande interceptiemaatregel, monitoring en analyses en dit ook de komende jaren zal blijven doen. De stuurgroep is bereid om, bij een dreigend tekort van de financiële middelen, rekening te houden met de reeds gedane bijdrage van Xxxxxx in de nieuwe convenantsperiode.
o De provinciale bijdrage blijft naar verhouding gelijk ten opzichte van het vorige convenantsbijdrage en is substantieel vanwege haar regierol in het grondwater en als gebiedsbeheerder voor het GBG.
o Voor alle partijen geldt dat afspraken uit bestaande afkopen en bijdragen gestand blijven, waarbij de afspraken uit de afkoopovereenkomsten prevaleren boven het convenant.
Randvoorwaarden besluitvorming over de kostenverdeling en een dreigend tekort:
- De uitvoeringsorganisatie van GBG zal de risico’s en het optreden van een dreigend tekort ruim van tevoren aangeven en rapporteren aan de Stuurgroep zodat partijen zich hierop kunnen voorbereiden en verantwoorden naar hun eigen bestuur en raden;
- De voorgestelde kostenverdeling met bijbehorende percentages zijn het uitgangspunt tot een oplopend tekort van maximaal € 1,5 miljoen. Bij een dreigend tekort boven de € 1,5 miljoen wordt door de Stuurgroep opnieuw een besluit genomen op welke wijze dit tekort onder de geldende omstandigheden wordt aangevuld door de partijen.
- Over de definitieve percentages en bijdrage wordt pas bij het optreden van een tekort in de Stuurgroep een besluit genomen met de opgenomen uitgangspunten en kostenverdeling in deze memo als uitgangspunt. Dit besluit is pas definitief als bestuur en raden van partijen akkoord zijn.
- Partijen moet de mogelijkheid geboden worden om de bijdragen over meerdere jaren te kunnen voldoen;
Kostenverdelingspercentages over de partijen met:
- Kolom A: Kostenverdeling bij overschrijding budget
- Kolom B t/m D: voorgerekende bijdragen op basis van de percentages en genoemde absolute tekorten
Partner | Kolom A | Kolom B | Kolom C | Kolom D |
% bijdrage bij tekort | Tekort: € 500.000 | Tekort: € 1.000.000 | Tekort: € 1.500.000 | |
Rijk | - | - | - | - |
PNH | 39,76 | € 198.781 | € 397.562 | € 596.343 |
Hilversum | 14,26 | € 71.296 | € 142.592 | € 213.888 |
Laren | 2,15 | € 10.734 | € 21.468 | € 32.203 |
Gooise Meren | 4,82 | € 24.119 | € 48.238 | € 72.356 |
Wijdemeren | 2,56 | € 12.788 | € 25.576 | € 38.365 |
Blaricum | 0,32 | € 1.590 | € 3.180 | € 4.771 |
Huizen | 1,93 | € 9.674 | € 19.348 | € 29.022 |
AGV | 5 - 20,20* | € 25.250 - € 101.000 | € 50.500 - € 202.000 | € 75.750 - € 303.000 |
Vitens | 7,00 | € 35.000 | € 70.000 | € 105.000 |
PWN | 7,00 | € 35.000 | € 70.000 | € 105.000 |
som | 100,00 | € 500.000 | € 1.000.000 | € 1.500.000 |
*Een definitief percentage wordt uiterlijk 2 jaar na de start van dit convenant vastgesteld. Daarop worden de overige percentages naar rato vastgesteld in een nader besluit van de Stuurgroep,