Zorgeloze en betrouwbare reizen aanbieden
Zorgeloze en betrouwbare reizen aanbieden
4
Tel.
1) GECOÖRDINEERDE STATUTEN dd. 26/06/2024
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: VORM, NAAM, DUUR EN ZETEL
§1: De Vereniging is een onderlinge verzekeringsvereniging.
§2: De Vereniging heet in het Nederlands "Garantiefonds Reizen", afgekort "GF"; en in het Frans "Fonds de Garantie Voyages", afgekort "FG"; of ook nog “GFG”. Deze benamingen of afkortingen kunnen samen of apart gebruikt worden.
§3: De Vereniging is opgericht voor onbepaalde duur.
§4: De zetel van de Vereniging is gevestigd in het Vlaamse Gewest. Hij kan, bij eenvoudige dan wel, indien wettelijk vereist, met een volgens de regels inzake statutenwijziging genomen beslissing van het bevoegde orgaan, verplaatst worden naar elke andere plaats in Xxxxxx.Xx Raad van Bestuur kan beslissen, naast administratieve zetels of bijhuizen, eveneens agentschappen en kantoren te vestigen, zowel in België als in het buitenland.
Artikel 2: DOEL
De Vereniging heeft tot doel het onderling verzekeren van risico's van haar Onderling Verzekerden.
De Vereniging kan zich aansluiten bij of associëren met andere binnen- of buitenlandse verenigingen die hetzelfde doel nastreven.
De Vereniging kan alle activiteiten uitoefenen, die rechtstreeks betrekking hebben op haar maatschappelijk doel en die tot de verwezenlijking ervan kunnen bijdragen. De Vereniging kan contracten van mede- en/of herverzekering onderschrijven die steeds en strikt beperkt dienen te blijven tot mede- en/of herverzekering van de door haar verzekerde risico's.
Artikel 3: SAMENSTELLING EN ORGANISATIE
§1. De Vereniging bestaat uit twee categorieën van leden: de Onderling Verzekerden en de Deelgenoten.
1. de "Onderling Verzekerden” of “Verzekeringnemers" zijn de professionelen conform de toepasselijke reiswetgeving die hun risico's onderling laten verzekeren door een of meer verzekeringscontracten bij de Vereniging aan te gaan. Desgevallend kunnen ook zij die ook of enkel contracten afsluiten die niet onder de toepasselijke reiswetgeving vallen en toch één of meer reisdiensten betreffen, als professionelen beschouwd worden en hun desbetreffende risico’s onderling verzekeren. De Onderling Verzekerden zijn toegetreden leden zoals bedoeld in de toepasselijke wetgeving op vennootschappen en verenigingen. Hun rechten en plichten volgen uit de statuten en het verzekeringscontract. Het aantal Onderling Verzekerden is onbeperkt en minimaal tien.
2. de "Deelgenoten" zijn de als dusdanig door de Raad van Bestuur aanvaarde natuurlijke of rechtspersonen die als Onderling Verzekerde één of meer deelbewijzen in het maatschappelijk Fonds hebben onderschreven en volstort en waarvan de Vereniging de lijst op gelijk welke wijze en op elk moment bekend kan maken.
Alleen de Deelgenoten zijn partij bij het verenigingscontract en oefenen de maatschappelijke rechten uit. Het aantal Deelgenoten bedraagt minimaal tien en maximaal tweehonderdvijftig.
§2. Bij de organisatie van de Vereniging zijn verder betrokken:
1. de "Beroepsverenigingen van de Reisindustrie", hierna genoemd de "Beroepsverenigingen": de Algemene Vergadering beslist soeverein, overeenkomstig het aanwezigheids- en meerderheidsquorum, bepaald bij artikel 27 §2 en §3, 1° van de statuten, of een Beroepsvereniging als zodanig zal worden erkend binnen het kader van de werking van de Vereniging en deze erkenning desgevallend op te heffen middels toepassing van dezelfde procedure;
2. de “Toezichthoudende Autoriteit”: elke overheid waaraan de Vereniging als verzekerings- onderneming verantwoording verschuldigd is.
HOOFDSTUK II: ALGEMENE VERGADERING
Artikel 4: SAMENSTELLING
§1: De Algemene Vergadering bestaat uit de Deelgenoten. Iedere Deelgenoot heeft zoveel stemmen als hij deelbewijzen in het maatschappelijk Fonds bezit.
§2: Iedere Deelgenoot kan zich op een Algemene Vergadering laten vertegenwoordigen door een andere Deelgenoot of een afgevaardigde van één van de Beroepsverenigingen. Een volmachtdrager mag een onbeperkt aantal volmachten dragen. Het verplicht model van de volmachten zal door de Raad van Bestuur worden vastgelegd.
§3: De hoedanigheid van Deelgenoot wordt verworven op één van de volgende wijzen:
- door het onderschrijven door de eerste onderschrijvers van het maatschappelijk Fonds van één of méér deelbewijzen, zoals geacteerd in het register van de deelbewijzen;
- door het onderschrijven door de onderschrijvers op een verhoging van het maatschappelijk Fonds, zoals geacteerd in het register van de deelbewijzen. Op een verhoging van het maatschappelijk Fonds kan enkel worden ingetekend door de bestaande Deelgenoten of door Onderling Verzekerden die hiertoe worden gemachtigd door de Raad van Bestuur;
- door de overschrijving van de toegelaten overdracht in het register van de deelbewijzen van een of meer deelbewijzen aan een daartoe door de Raad van Bestuur erkende Onderling Verzekerde.
§4: Deze hoedanigheid wordt verloren door:
- de overdracht door een Deelgenoot van zijn deelbewijs in het maatschappelijk Fonds aan een andere Deelgenoot of aan een door de Raad van Bestuur daartoe erkende Onderling Verzekerde;
- bij het ontslag of de uitsluiting door de Raad van Bestuur van een Deelgenoot.
§5: De Directeur of, bij diens afwezigheid, de Secretaris, is gelast met het bijhouden van het register van de deelbewijzen in het algemeen en met het registreren van de overdrachten van deelbewijzen in het bijzonder. Alle leden kunnen het register raadplegen op de zetel van de Vereniging.
Elke vermelding in het register van de deelbewijzen die de handtekening draagt van een lid van het Comité van de Effectieve Leiding of de Voorzitter van de Raad van Bestuur geldt als titel en is als zodanig tegenstelbaar aan zowel Deelgenoten als derden.
Artikel 5: BEVOEGDHEDEN
§1: De Algemene Vergadering heeft de meest uitgebreide bevoegdheden om de handelingen, die de Vereniging aangaan, te verrichten of te bekrachtigen.
§2: De Algemene Vergadering is bij uitsluiting bevoegd inzake:
- de wijziging van de statuten;
- de benoeming, afzetting, het verlenen van kwijting en het bepalen van de (eventuele) bezoldiging van de bestuurders en de erkende commissaris;
- de goedkeuring van de jaarrekening en de begroting;
- de erkenning en de intrekking van de erkenning van de Beroepsverenigingen;
- de ontbinding van de Vereniging;
- de omzetting, de fusie en de splitsing van de Vereniging;
- alle andere gevallen waarin de wet of de statuten dat vereisen.
Artikel 6: WERKING
§1: De Algemene Vergadering wordt ten minste éénmaal per jaar bijeengeroepen door de Raad van Bestuur om te vergaderen in de loop van de eerste zes maanden met het oog op de goedkeuring van de jaarrekening en de begroting, en de kwijting aan de bestuurders en de erkende commissaris.
De Raad van Bestuur moet de Algemene Vergadering bijeenroepen op aanvraag van Deelgenoten, die samen één vijfde van het totaal aantal stemmen vertegenwoordigen. De oproepingen dienen verzonden binnen de vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag.
§2: De oproepingen voor elke Algemene Vergadering bevatten de agenda en het aantal stemmen per Deelgenoot en worden ten minste vijftien dagen vóór de vergadering per gewone brief of elektronisch aan de Deelgenoten verstuurd.
§3: De Algemene Vergadering wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad van Bestuur of, in zijn afwezigheid, door een Ondervoorzitter, of bij diens ontstentenis, door de oudste bestuurder.
De Voorzitter duidt de secretaris aan en de Algemene Vergadering duidt de stemopnemers aan. De secretaris en de stemopnemers dienen geen Deelgenoten te zijn.
§4: Behoudens andersluidende wettelijke of statutaire bepalingen, beraadslaagt de Algemene Vergadering ongeacht het aantal aanwezige of geldig vertegenwoordigde Deelgenoten en worden alle beslissingen genomen met eenvoudige meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
De Directeur is gelast met het opmaken en het bijhouden van de notulen in een register waarvan de uittreksels door hemzelf en een bestuurder ondertekend worden. Indien er geen Directeur is, neemt de Secretaris deze taak waar.
De notulen worden per gewone brief of elektronisch bezorgd aan alle Deelgenoten.
HOOFDSTUK III: RAAD VAN BESTUUR
Artikel 7: SAMENSTELLING
§1: Het bestuursorgaan van de Vereniging is de Raad van Bestuur die is samengesteld uit ten minste vijf bestuurders.
De Raad van Bestuur beraadslaagt geldig bij aanwezigheid of geldige vertegenwoordiging van de meerderheid van de leden.
Behoudens andersluidende wettelijke of statutaire bepalingen, wordt elke beslissing van de Raad genomen met de meerderheid van de aanwezige of geldig vertegenwoordigde stemmen. In geval van staking is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.
§2: 1° De bestuurders worden verkozen door de Algemene Vergadering voor drie jaar, op voordracht van de Beroepsverenigingen en na goedkeuring door de bevoegde Toezichthoudende Autoriteit.
Het mandaat van de bestuurders loopt af bij de jaarlijkse Algemene Vergadering. De bestuurders zijn herkiesbaar.
2° Behoudens in geval van overmacht, zoals overlijden, en behoudens hetgeen bepaald is in punt 3° van deze paragraaf, en behoudens de Beroepsvereniging waarvan de leden globaal de hoogste bijdragen betalen aan de Vereniging, moet iedere Beroepsvereniging hetzelfde aantal vertegenwoordigers in de Raad hebben als iedere andere Beroepsvereniging.
De Beroepsvereniging wiens leden globaal de hoogste bijdragen betalen aan de Vereniging, heeft recht op een bijkomend mandaat. In geval de hoogste betaalde bijdragen gelijk zijn, hebben de betrokken Beroepsverenigingen elk recht op een bijkomend mandaat.
De Beroepsvereniging dient het lidmaatschap via officiële ledenlijsten te bewijzen om van voorgaande regeling te kunnen genieten. Bij meervoudig lidmaatschap worden de bijdragen aan elke betrokken Beroepsvereniging in aanmerking genomen, tenzij de betrokken Onderling Verzekerde duidelijk kenbaar maakt dat enkel zijn bijdrage aan één bepaalde Beroepsvereniging in aanmerking mag genomen worden.
3° Bestuurders die ontslag nemen in de loop van hun mandaat blijven in functie tot in hun vervanging is voorzien.
Komt een mandaat vroegtijdig ten einde, dan coöpteert de Raad een nieuwe bestuurder om dit mandaat te voleindigen. De Beroepsvereniging die aldus een mandaat beëindigd ziet, stelt aan de Raad kandidaten voor binnen de vijftien dagen na het openvallen van het mandaat. Bij ontstentenis hiervan, zal de Raad vrij een bestuurder ter vervanging coöpteren bij drie vierde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
De eerstvolgende Algemene Vergadering moet het mandaat van de gecoöpteerde bestuurder bevestigen; bij bevestiging volbrengt de gecoöpteerde bestuurder het mandaat van zijn voorganger, tenzij de Algemene Vergadering er anders over beslist.
§3: De Raad van Bestuur verkiest onder zijn leden een Voorzitter, na goedkeuring door de bevoegde Toezichthoudende Autoriteit. Hij verkiest tevens één of meer Ondervoorzitters, een Penningmeester en een Secretaris. Deze functies mogen niet gecumuleerd worden.
De Raad kan de persoon die ten minste drie jaar Voorzitter van de Raad is geweest, de titel van Erevoorzitter van de Vereniging verlenen.
§4: De leden van het Comité van de Effectieve Leiding en van het Kerncomité wonen de zittingen van de Raad van Bestuur bij zonder stemrecht. De Voorzitter, hierin bevestigd door de Raad, mag ook andere personen uitnodigen om zijn vergaderingen bij te wonen, zonder stemrecht.
§5: Het mandaat van bestuurder is onbezoldigd, tenzij de Algemene Vergadering er anders over beslist.
Artikel 8: BEVOEGDHEDEN
§1: De Raad bepaalt enerzijds het algemeen beleid van de verzekeringsonderneming en oefent anderzijds een daadwerkelijk toezicht uit op haar beheer en haar bedrijfspositie. Behoudens de bevoegdheden die expliciet door de wet, de statuten of de algemene rechtsbeginselen zijn voorbehouden aan de Algemene Vergadering en behoudens de bevoegdheden die worden overgedragen aan de leden van het Comité van de Effectieve Leiding, is de Raad van Bestuur bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de Vereniging.
§2: De Raad aanvaardt soeverein de Deelgenoten en stelt van rechtswege de uitsluiting vast, indien ze de hoedanigheid van Onderling Verzekerde niet (meer) hebben. De Raad van Bestuur sluit de Deelgenoten uit indien ze de affectio societatis van de Vereniging niet langer bezitten of indien ze de belangen van de Vereniging op ernstige wijze hebben geschaad.Benevens andere gegronde en zwaarwichtige redenen, al dan niet als zodanig voorzien in de statuten, kunnen de volgende feiten aanleiding geven tot de uitsluiting van Deelgenoten:
- het stellen van daden strijdig met de doelstellingen, richtlijnen of belangen van de Vereniging;
- het stellen van daden strijdig met de eerlijke handelspraktijken;
- de inbreuk op deze statuten of elke andere reglementaire tekst uitgevaardigd door het bevoegde orgaan.Behoudens de van rechtswege uitsluiting in geval van verlies van de hoedanigheid van Onderling Verzekerde, is voor de uitsluiting steeds een meerderheid van drie vierde van de geldig uitgebrachte stemmen vereist en de betrokken Deelgenoot zal zijn verdediging kunnen laten gelden ter vergadering van de Raad van Bestuur. Hij mag zich hiertoe laten xxxxxxxx.Xx betrokkenen zullen ten minste zeven kalenderdagen voor deze vergadering per aangetekende zending worden opgeroepen. De beraadslaging over de uitsluiting verloopt in afwezigheid van de betrokken Deelgenoot. De beslissing zal worden medegedeeld na de beraadslaging en in aanwezigheid van de betrokkenen. Een afschrift van de beslissing zal hen bij aangetekend schrijven worden meegedeeld.Tegen de beslissing van de Raad van Bestuur staat hoger beroep open bij de Algemene Vergadering. Het hoger beroep dient ingesteld binnen een termijn van veertien dagen na datum van verzending van de aanzegging van de aangevochten beslissing. De Algemene Vergadering, zetelend als beroepsorgaan, zal worden bijeengeroepen en gehouden conform de bepalingen van artikel 6.
§3: De Raad beslist met een meerderheid van drie vierde van de geldig uitgebrachte stemmen, op voorstel van het Kerncomité, over:
- het garantiereglement, dat onder meer de basisverzekeringsvoorwaarden vaststelt;
- de algemene en bijzondere voorwaarden van de garantieverzekering, die de draagwijdte van de dekking en de modaliteiten inzake tussenkomst van de Vereniging bepalen;
- de tarificatie die zal toegepast worden ten laste van de (kandidaat-) Onderling Verzekerden;
- het ristornoreglement.
§4: Op voorstel van het Comité van de Effectieve Leiding stelt de Raad de begroting en de jaarrekening op en legt deze ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Artikel 9: WERKING
§1: De Raad komt zo dikwijls bijeen als voor de goede werking van de Vereniging noodzakelijk is, maar ten minste vier keer per jaar en telkens ten minste drie van zijn leden hierom vragen.
§2: Wanneer de Raad beraadslaagt over een punt dat rechtstreeks betrekking heeft op een lid van het Comité van de Effectieve Leiding of van het Kerncomité of van de Raad, dan wel de onderneming, de organisatie of de (Beroeps)vereniging waarvan hij deel uitmaakt, verlaat deze persoon spontaan de vergadering of dient hij de vergadering te verlaten indien twee derde van de aanwezige of geldig vertegenwoordigde leden hierom verzoeken en zal hij niet mogen deelnemen aan de beraadslaging. Diens verklaring en uitleg over de aard van dit tegenstrijdig belang moeten worden opgenomen in de notulen van de betreffende vergadering.
§3: De schriftelijke of elektronische oproepingen voor de vergaderingen van de Raad gebeuren ten minste vijf werkdagen voor de datum vastgesteld voor de vergadering door de Voorzitter of indien hij verhinderd is, door een Ondervoorzitter. Ze vermelden de plaats, tijdstip en de agenda.
§4: Een bestuurder kan zich door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen. De vertegenwoordiger mag over een onbeperkt aantal volmachten beschikken.
§5: De Directeur is gelast met het opmaken en het bijhouden van de notulen in een register waarvan de uittreksels door twee bestuurders ondertekend worden. Indien er geen Directeur is, neemt de Secretaris deze taak waar.
HOOFDSTUK IV: COMITE VAN DE EFFECTIEVE LEIDING
Artikel 10: SAMENSTELLING
§1: Het Comité van de Effectieve Leiding, afgekort de Effectieve Leiding, bestaat uit ten minste twee leden, waaronder de Directeur.
Elk lid of toekomstig lid wordt met een tweederdemeerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen door de Raad van Bestuur benoemd, herbenoemd en ontslagen op voorstel van het Kerncomité, zelf voor die gelegenheid samengesteld uit de niet-betrokken leden.
Zij mogen tijdens hun mandaat niet werkzaam zijn in de reissector, of er financiële belangen in hebben.
Zij kunnen door de Algemene Vergadering tot bestuurder worden benoemd. De Raad van Bestuur stelt hun vergoeding vast.
§2: Hun mandaat komt ten einde:
- na zes jaar;
- bij vrijwillige ontslagname;
- bij het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar;
- bij ontslag door de Raad van Bestuur;
- bij niet-voldoen door het lid van de hierboven gestelde voorwaarden.
Bij ontslagname of bereiken van de leeftijdsgrens en indien het Comité van de Effectieve Leiding op dat moment slechts twee leden telt, blijven zij in functie tot in hun vervanging is voorzien.
Artikel 11: WERKING
§1: Het Comité van de Effectieve Leiding vormt een college maar verdeelt in zijn schoot de bevoegdheden en de taken. De Voorzitter wordt benoemd door de Raad van Bestuur op voorstel van het Kerncomité.
§2: Het Comité van de Effectieve Leiding vergadert telkens wanneer het belang van de Vereniging het vereist of op vraag van één van zijn leden.
§3: Het Comité van de Effectieve Leiding kan slechts geldig beraadslagen en beslissen, indien ten minste twee leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Elk lid heeft één stem.
Indien het Comité van de Effectieve Leiding uit méér dan twee leden bestaat, mag een afwezig lid zich door een ander laten vertegenwoordigen en is de stem van de Voorzitter doorslaggevend bij staking van stemmen.
Mocht het Comité van de Effectieve Leiding door onvoorziene omstandigheden slechts één lid meer tellen, dan neemt de Voorzitter van het Kerncomité automatisch gedurende ten hoogste drie maanden de functies van het tweede lid waar, in afwachting van diens vervanging.
§4: Het Comité van de Effectieve Leiding houdt een geschreven rapport bij van zijn beslissingen en brengt regelmatig verslag uit over zijn werkzaamheden aan de Raad van Bestuur.
Artikel 12: BEVOEGDHEDEN
§1: Het dagelijks bestuur wordt uitgeoefend door het Comité van de Effectieve Leiding.
§2: De effectieve leiding van de verzekeringsonderneming valt onder de uitsluitende bevoegdheid van het Comité van de Effectieve Leiding, zonder enige inmenging van buitenaf, in het kader van het door de Raad van Bestuur uitgestippelde algemene beleid. Behoudens de vaststelling van dit laatste en de door de wet en deze statuten aan de Algemene Vergadering of de Raad van Bestuur voorbehouden handelingen, worden alle bestuurs- en beheersbevoegdheden van de Raad van Bestuur overgedragen aan de leden van het Comité van de Effectieve Leiding.
Daartoe zal elk lid van het Comité van de Effectieve Leiding steeds toegang hebben tot alle documenten en dossiers; deze zal steeds afzonderlijk verslag kunnen uitbrengen aan de Raad van Bestuur, de Algemene Vergadering of aan elk orgaan dat de bevoegdheid heeft over de aangebrachte onderwerpen.
§3: Het Comité van de Effectieve Leiding benoemt en ontslaat alle medewerkers, bedienden en loontrekkenden van de Vereniging, behoudens de leden van het Comité zelf en van het Kerncomité, desgevallend na goedkeuring door de Raad van Bestuur indien zulks wettelijk voorgeschreven is.
§4: Het Comité van de Effectieve Leiding kan beslissen een vordering in rechte in te stellen vanwege de Vereniging, alsmede de verdediging in rechte vanwege de Vereniging te voeren.
§5: Het Comité van de Effectieve Leiding beheert de financiën van de Vereniging, waaronder het aanvragen van kredietlijnen en de keuze van bankinstelling.
HOOFDSTUK V: KERNCOMITE
Artikel 13: SAMENSTELLING
§1: Het Kerncomité bestaat uit ten minste drie leden, waaronder alle leden van het Comité van de Effectieve Leiding maar ook ten minste één niet-lid van het Comité van de Effectieve Leiding.
§2: Voor de leden die geen lid zijn van het Comité van de Effectieve Leiding, geldt het volgende. Elk lid of toekomstig lid wordt met een tweederdemeerderheid van de uitgebrachte stemmen door de Raad van Bestuur benoemd en ontslagen op voorstel van het Kerncomité, voor die gelegenheid samengesteld uit de niet bij de beslissing betrokken leden.
Zij kunnen door de Algemene Vergadering tot bestuurder worden benoemd. De Raad van Bestuur stelt hun vergoeding vast.
Zij zijn voor drie jaar benoemd en herbenoembaar. Zij mogen de dag van hun eerste benoeming de leeftijd van zeventig jaar niet bereikt hebben.
Zij mogen tijdens hun mandaat niet werkzaam zijn in de reissector, of er financiële belangen in hebben.
Hun mandaat komt ten einde:
- bij vrijwillig ontslag;
- bij het bereiken van de leeftijd van vijfenzeventig jaar;
- na drie jaar en niet-hernieuwing van het mandaat;
- bij ontslag door de Raad van Bestuur;
- bij niet-voldoen door het lid van de hierboven gestelde voorwaarden.
Bij ontslagname of bereiken van de leeftijdsgrens blijven zij in functie tot in hun vervanging is voorzien, tenzij het Kerncomité zonder hen nog geldig is samengesteld.
Artikel 14: WERKING
§1: Het Kerncomité vormt een college maar verdeelt in zijn schoot de bevoegdheden en de taken.
De Voorzitter wordt benoemd door de Raad van Bestuur op voorstel van het Kerncomité. Hij mag geen lid zijn van het Comité van de Effectieve Leiding.
§2: Het Kerncomité vergadert telkens wanneer het belang van de Vereniging het vereist of op vraag van één van zijn leden.
§3: Het Kerncomité kan slechts geldig beraadslagen en beslissen, indien ten minste twee leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, waaronder een niet-lid van het Comité van de Effectieve Leiding.
Een afwezig lid mag zich door een ander laten vertegenwoordigen.
Elk lid van het Kerncomité heeft één stem. Bij staking is de stem van de degene die voorzit, doorslaggevend.
Mocht het Kerncomité door onvoorziene omstandigheden geen niet-lid van het Comité van de Effectieve Leiding meer tellen, dan neemt de Voorzitter van het Comité van de Effectieve Leiding automatisch gedurende ten hoogste zes maanden de functies van het ontbrekende lid waar, in afwachting van diens vervanging.
§4: Elk intern document vanwege het Kerncomité dat de waarborg van de Vereniging verleent, moet door ten minste twee leden, waaronder een niet-lid van het Comité van de Effectieve Leiding, ondertekend worden.
§5: Het Kerncomité houdt een geschreven rapport bij van zijn beslissingen en brengt regelmatig over zijn werkzaamheden verslag uit aan de Raad van Bestuur.
Artikel 15: BEVOEGDHEDEN
§1: Het Kerncomité legt in het bijzonder ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur voor:
- het garantiereglement;
- de algemene en bijzondere voorwaarden;
- de tarificatie;
- het ristornoreglement;
- de door de Vereniging te onderschrijven contracten van mede- en herverzekering, die steeds en strikt dienen beperkt te blijven tot mede- en herverzekering van de risico's van haar Onderling Verzekerden.
§2: Op basis van onder meer financiële, bekwaamheids- en eerbaarheidscriteria en, rekening houdend met de uitgeoefende activiteiten, beslist het Kerncomité over de aanvaarding van de potentiële Onderling Verzekerden die één of meer verzekeringscontracten bij de Vereniging zullen onderschrijven.
Op basis van zijn risicoappreciatie beslist het Kerncomité de aanvaarding van de Onderling Verzekerde op te heffen, of bijkomende voorwaarden te stellen.
§3: Het Kerncomité stelt het financieel onvermogen van een Onderling Verzekerde vast, of elk ander feit dat of toestand die de verzekeringsprestaties mogelijk maakt.
§4: Het Kerncomité kan op vraag van de Raad van Bestuur, van het Comité van de Effectieve Leiding of op eigen initiatief adviseren over alles wat riskmanagement, corporate governance, interne controle en audit en aanverwante onderwerpen betreft.
HOOFDSTUK VI: DIRECTEUR
Artikel 16: DIRECTEUR
§1: De Directeur leidt de uitvoerende diensten van de Vereniging.
§2: Hij wordt benoemd en ontslagen door de Raad van Bestuur met een tweederdemeerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. De Voorzitters van de Raad van Bestuur en van het Kerncomité stellen zijn vergoeding vast.
§3: De Directeur kan in zijn taak worden bijgestaan door één of meer personen die ook lid zijn van het Comité van de Effectieve Leiding en op wie §2 van dit artikel ook van toepassing is.
HOOFDSTUK VII: HANDTEKENINGSBEVOEGDHEID
Artikel 17: HANDTEKENINGSBEVOEGDHEID
§1: De Vereniging wordt bij alle rechtshandelingen geldig verbonden door de gezamenlijke handtekening van:
- ten minste twee van de volgende personen: Voorzitter, Ondervoorzitter, Penningmeester of Secretaris van de Raad van Bestuur;
- ten minste twee leden van het Comité van de Effectieve Leiding;
- ten minste één persoon uit elk van beide voormelde categorieën;
zonder dat hier telkens een voorafgaande beslissing van het bevoegde orgaan moet voorgelegd worden.
§2: De volgende uitzonderingen zijn van toepassing:
- elk lid van het Comité van de Effectieve Leiding kan tot en met vijfentwintigduizend (25.000) euro afzonderlijk handelen en tekenen;
- voor bedragen boven de tweehonderdvijftigduizend (250.000) euro dient hun enkele handtekening vergezeld te zijn door die van de Voorzitter, of Ondervoorzitter, of Penningmeester of Secretaris van de Raad van Bestuur, of van de Voorzitter van het Kerncomité;
- de verzekeringscontracten, aangeboden door de Vereniging, en de documenten en akten die ermee verband houden, waaronder schorsingen en opzeggingen, worden namens het Kerncomité geldig ondertekend door één lid ervan;
- de Directeur, of, bij diens afwezigheid, een ander lid van het Comité van de Effectieve Leiding in naam ervan, kan alleen handelen en tekenen wat betreft de bevoegdheden van dagelijks bestuur zonder een voorafgaande beslissing van de Vereniging te moeten voorleggen.
HOOFDSTUK VIII: GEHEIMHOUDING
Artikel 18: GEHEIMHOUDINGSPLICHT & SANCTIES
§1: De leden van de Raad van Bestuur, en van het Comité van de Effectieve Leiding of van het Kerncomité, alsook het personeel van de Vereniging zijn tegenover derden verplicht tot geheimhouding van alle gegevens, inzonderheid van de financiële informaties, waarvan zij in de uitoefening van hun functie kennisnemen.
§2: De plicht tot geheimhouding geldt niet voor:
- gegevens die op grond van wettelijke of reglementaire bepalingen medegedeeld moeten worden, voor zover de mededeling ervan conform die bepalingen geschiedt;
- de doelmatige mededeling van gegevens aan banken en/of (her) verzekeringsondernemingen met het oog op het onderzoek en het op punt stellen van de garantie- of verzekeringsovereenkomsten;
- algemene gegevens die de Raad van Bestuur beslist vrij te geven en die niet op individuele dossiers betrekking hebben.
§3: Naast de wettelijke sancties en deze omschreven in artikel 8, §2 van deze statuten kan de Raad van Bestuur met drievierdemeerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen een sanctiereglement vaststellen voor het geval van inbreuken op deze statuten.
HOOFDSTUK IX: CONTROLE
Artikel 19: ERKENDE COMMISSARIS
§1: Op voorstel van de Raad van Bestuur benoemt de Algemene Vergadering, na instemming van de bevoegde Toezichthoudende Autoriteit, een bedrijfsrevisor tot erkende Commissaris van de Vereniging, voor een periode van drie jaar, en bepaalt diens emolumenten. Het mandaat kan worden verlengd voor nieuwe periodes van drie jaar, binnen de perken van de reglementering ter zake.
§2: Voor de erkende Commissaris in persoon gelden dezelfde onverenigbaarheden als voor de leden van het Comité van de Effectieve Leiding. Bovendien mag hij geen commissaris, bedrijfsrevisor, accountant of boekhouder zijn van één van de Onderling Verzekerden, Deelgenoten of Beroepsverenigingen.
HOOFDSTUK X: ONDERLING VERZEKERDEN
Artikel 20: TOELATING - UITSLUITING
§1: De hoedanigheid van Onderling Verzekerde wordt verworven na de aanvaarding door het Kerncomité en vanaf de dag dat de dekking van de verzekering loopt.
De ondertekening van het verzekeringscontract houdt namens de Onderling Verzekerde de aanvaarding zonder voorbehoud van de statuten in.
§2: De dossierkosten en bijdragen ter dekking van de risico’s worden berekend op basis van de tarificatie vastgesteld door de Raad van Bestuur op voorstel van het Kerncomité. De maximale jaarlijkse bijdrage bedraagt één miljoen euro.
§3: Indien de solvabiliteitsmarge van de Vereniging ontoereikend blijkt, dient de Raad van Bestuur aan elke Onderling Verzekerde een bijkomende bijdrage ten laste te leggen, waarvan het bedrag dat van de over het lopende jaar te ontvangen bijdrage niet mag overschrijden.
In dit geval zal de Raad de modaliteiten bepalen tot recuperatie van deze suppletiebijdragen door de Onderling Verzekerden.
§4: De hoedanigheid van Onderling Verzekerde gaat verloren bij de beëindiging van het door de Onderling Verzekerde onderschreven verzekeringscontract.
§5: Behoudens de bepalingen in artikel 28 §3, hebben de Onderling Verzekerden geen enkel recht op het maatschappelijk Fonds, het overgedragen resultaat, de reserves en de voorzieningen van de Vereniging. Bij niet gehele vervulling van zijn contractuele verplichtingen, verliest de betrokkene elk recht op ristorno's of andere vorderingsrechten op de Vereniging.
§6: De Vereniging kan de lijst van de Onderling Verzekerden op gelijk welke wijze en op elk moment bekendmaken.
HOOFDSTUK XI: FINANCIËLE ORGANISATIE
Artikel 21: BOEKJAAR
Het boekjaar van de Vereniging begint op één januari en eindigt op eenendertig december.
Artikel 22: JAARREKENING
Jaarlijks maakt de Raad van Bestuur de jaarrekening en de begroting op.
De Raad van Bestuur maakt daarbij ook een verslag op, waarbij hij rekenschap aflegt van zijn beheer. Dit verslag houdt onder andere bemerkingen op de jaarrekening in, met het oog op de getrouwe weergave van de evolutie van de activiteiten en van de toestand van de Vereniging. Dit verslag wordt samen met de jaarrekening en de begroting aan de Algemene Vergadering voorgelegd.
Artikel 23: GEGEVENSOVERDRACHT AAN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT
De Vereniging maakt alle vereiste financiële en andere rapporteringen op de door de wet vereiste wijze en binnen de door de wet gestelde termijn over aan de bevoegde Toezichthoudende Autoriteit.
Artikel 24: MAATSCHAPPELIJK FONDS
§1: Het maatschappelijk Fonds bedraagt vijftigduizend (50.000) euro, en wordt vertegenwoordigd door tweehonderdvijftig maatschappelijke deelbewijzen op naam, met een nominale waarde van tweehonderd (200) euro elk, onverminderd de bepalingen van §3 van dit artikel.
Geen enkele Deelgenoot of groep Deelgenoten onder dezelfde controle mag rechtstreeks of onrechtstreeks houder zijn van meer dan tien procent van de deelbewijzen in het maatschappelijk Fonds.
§2: De Algemene Vergadering mag, overeenkomstig artikel 27 van de statuten, beslissen het maatschappelijk Fonds te verhogen door de uitgifte van nieuwe deelbewijzen, waarvan zij de inschrijvings- en volstortingsvoorwaarden vaststelt, of, desgevallend, door de incorporatie van reserves.
§3: Een ontslagnemend of uitgesloten lid (al dan niet Deelgenoot) heeft geen aanspraak op het bezit van de Vereniging. De Vereniging betaalt wel binnen de maand na de vaststelling ervan aan de voormalige Deelgenoot de nominale waarde van de deelbewijzen (of het enkele deelbewijs) terug, desgevallend na verrekening van nog uitstaande schulden van de Deelgenoot
- zij het als Deelgenoot of als Onderling Verzekerde - ten aanzien van de Vereniging. Daarna worden zij uit het register van deelbewijzen geschrapt.
De Raad van Bestuur kan, ter vervanging van deze terugbetaalde deelbewijzen, deze nieuwe deelbewijzen toewijzen aan belangstellende Deelgenoten of Onderling Verzekerden die hij als Deelgenoot aanvaardt. Vervolgens worden deze eigenaar van de deelbewijzen na betaling van hun nominale waarde.
Indien de terugbetaalde deelbewijzen niet vervangen worden door nieuwe deelbewijzen, wordt het maatschappelijk Fonds verlaagd ten belope van de vroegere nominale waarde van de terugbetaalde deelbewijzen.
Artikel 25: RESERVES, PROVISIES EN VERDELING
§1: De dekkingswaarden die de technische voorzieningen en schulden vertegenwoordigen, moeten vastgesteld zijn naar de wettelijke en reglementaire normen ter zake.
§2: Voor het afsluiten van de jaarrekening, zal de Raad van Bestuur overgaan tot de door hem noodzakelijk geachte afschrijvingen en waardeverminderingen.
Hij zal eveneens provisies en technische voorzieningen aanleggen die de Vereniging zullen toelaten al haar verbintenissen na te komen, en meer in het bijzonder deze met betrekking tot haar verzekeringsovereenkomsten.
Een bijzondere technische voorziening, egalisatievoorziening geheten, heeft als doel, hetzij het niet-terugkerend technisch verlies te compenseren, hetzij de schommeling van de schadequota te nivelleren, hetzij de bijzondere risico's in de komende jaren te dekken.
§3: Op voorstel van de Raad van Bestuur, kan de Algemene Vergadering de technisch-financiële winst geheel of ten dele verdelen ten bate van de Onderling Verzekerden.
Overeenkomstig de toepasselijke wetgeving op verzekeringsondernemingen en op verzekeringen, mogen geen betalingen van de rekeningen zoals ristorno’s verricht worden, indien dit onverenigbaar is met de kapitaalvereisten bepaald in diezelfde wetgeving, of, na ontbinding, indien alle andere schulden zijn voldaan.
Overeenkomstig diezelfde wetgeving, moet de Toezichthoudende Autoriteit tenminste één maand van tevoren kennis krijgen van elke betaling vanaf de rekeningen (zoals ristorno’s) aan de Onderling Verzekerden (al dan niet Deelgenoten) voor andere doeleinden dan de individuele opzegging van het lidmaatschap. Gedurende deze termijn kan de Toezichthoudende Autoriteit beslissen de betaling te verbieden.
§4: Op voorstel van de Raad van Bestuur kan de Algemene Vergadering het resultaat van het boekjaar toewijzen aan vrije reserves voor Onderling Verzekerden en/of Deelgenoten, die desgevallend kunnen aangewend worden om overgedragen verliezen aan te zuiveren.
§5: De voorstellen van de Raad van Bestuur wat betreft de jaarrekening, zoals onder meer vermeld in dit artikel, kunnen slechts verworpen worden door de Algemene Vergadering met een meerderheid van twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
Artikel 26: DEFICIT
§1: De Deelgenoten zijn slechts gehouden tot hun deel in het maatschappelijk Fonds, onverminderd de bepalingen van artikel 20 §3. De Deelgenoten en de Onderling Verzekerden zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor de verbintenissen van de Vereniging.
§2: Indien na toepassing van artikel 20 §3 het minimumwaarborgfonds en/of enig ander fonds, hoe ook genaamd, dat krachtens de controlewetgeving op verzekeringsondernemingen of enige andere latere toepasselijke wetgeving, dient aangelegd te worden, onder het wettelijk of reglementair niveau daalt, zal de Algemene Vergadering bijeengeroepen worden om overeenkomstig artikel 27 §2 en §3, 1° van de statuten te beslissen, hetzij de Vereniging vervroegd te ontbinden, hetzij het minimumwaarborgfonds of enig ander verplicht samen te stellen fonds terug te brengen op het wettelijk of reglementair vereiste minimum.
HOOFDSTUK XII: WIJZIGINGEN VAN DE STATUTEN, ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 27: WIJZIGINGEN VAN DE STATUTEN
§1: De Raad van Bestuur mag een Buitengewone Algemene Vergadering samenroepen en voorstellen de statuten van de Vereniging te wijzigen, indien drie vierde van de leden van de Raad het ontwerp goedkeuren.
§2: De Buitengewone Algemene Vergadering kan slechts geldig beslissen over een statutenwijziging indien ten minste twee derde van de Deelgenoten aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien het aanwezigheidsquorum tijdens een eerste Algemene Vergadering niet bereikt werd, mag een tweede Algemene Vergadering bijeengeroepen worden en beslissen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Deelgenoten. Deze mag niet binnen 15 dagen volgend op de eerste Vergadering worden gehouden.
§3: 1° Een voorstel tot wijziging van de statuten wordt door de Algemene Vergadering aangenomen met de goedkeuring van twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
2° Een wijziging betreffende het maatschappelijk doel van de Vereniging zal de goedkeuring moeten bekomen van vier vijfde van de geldig uitgebrachte stemmen.
§4: Elke wijziging van de statuten dient volgens de geldende wetgeving of gelijkwaardige reglementering te worden voorgelegd aan de bevoegde Toezichthoudende Autoriteit en volgens dezelfde wijze te worden bekendgemaakt.
Artikel 28: ONTBINDING EN VEREFFENING
§1: De ontbinding van de Vereniging mag door de Buitengewone Algemene Vergadering besloten worden, in overeenstemming met artikel 27 §2 en §3, 1° van de statuten en de toepasselijke wetgeving op verzekeringsondernemingen en op verzekeringen.
§2: De Algemene Vergadering bepaalt de machten en de verplichtingen van de vereffenaars.
§3: Na afzondering van het bijzonder vermogen dat is voorbehouden ter nakoming van de verbintenissen tegenover de Onderling Verzekerden of begunstigden en na aanzuivering van alle vereffeningsschulden, -lasten en -kosten, worden de deelbewijzen terugbetaald aan de Deelgenoten en wordt het netto overblijvend actief overgedragen aan een onderlinge verzekeringsvereniging of een vereniging zonder winstbejag met een gelijkaardig doel.
HOOFDSTUK XIII: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 29: XXXXX XXX XXXXXX
Voor de uitvoering van de statuten, doet elke Deelgenoot, Onderling Verzekerde, bestuurder, lid van het Comité van de Effectieve Leiding of van het Kerncomité, vereffenaar, in zoverre deze personen in het buitenland gedomicilieerd zijn, keuze van woonst op de zetel van de Vereniging waar alle mededelingen, aanmaningen, dagvaardingen of betekeningen hem geldig kunnen worden gedaan.
Artikel 30: RECHTSBEVOEGDHEID
Alle geschillen waarvoor er geen dwingende territoriale bevoegdheidsregels gelden, vallen onder de bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel of Namen, naar keuze van de eiser.
Het Belgisch recht is van toepassing.
Artikel 31: SLOTBEPALINGEN
§1: Deze statuten kunnen geen afbreuk doen aan de dwingende bepalingen van de controlewetgeving op verzekeringsondernemingen. Alle bepalingen van deze wetgeving, waarbij van deze wetgeving niet geldig afgeweken wordt, worden bijgevolg verondersteld in deze statuten ingeschreven te zijn. De bepalingen die tegenstrijdig zijn met de dwingende bepalingen van de wetgeving, worden als niet geschreven beschouwd.
§2: In alle organen van de Vereniging geldt als regel dat de onthoudingen (of blanco stembriefjes) en de nietige of foutieve stemmen (of stembriefjes) als ongeldig uitgebrachte stemmen dienen beschouwd te worden, die dan ook niet in aanmerking genomen worden bij de berekening van de noodzakelijke meerderheden.
§3: Op het einde van elk boekjaar kan de Raad van Bestuur beslissen de bedragen vermeld in de statuten te indexeren, zulks uiteraard met uitsluiting van het bedrag van het maatschappelijk Fonds.
§4: De verwijzing naar enige wettelijke bepaling, geldt eveneens voor elke latere wetgeving die haar aanpast, wijzigt of vervangt.
2) ALGEMENE VOORWAARDEN (GF/AV25)
I. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Deze omschrijvingen gelden voor alle voorwaarden van het verzekeringscontract.
* REISWET: Wet van 21 november 2017 betreffende de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten (of enige latere vervangende of aanvullende wetgeving ter zake). De begrippen in deze voorwaarden dienen in de eerste plaats conform deze wet begrepen te worden.
* VERZEKERAAR of VERENIGING: de onderlinge verzekeringsvereniging "Garantiefonds Reizen" met maatschappelijke zetel in 0000 Xxxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxx 0 b0202.
* ONDERLING VERZEKERDE of VERZEKERINGNEMER: de natuurlijke of rechtspersoon die het verzekeringscontract sluit met de verzekeraar.
* BEGUNSTIGDE: de reiziger die over een reiscontract, zoals hierna bepaald, met een Onderling Verzekerde beschikt en in wiens voordeel de verzekeringsprestaties bedongen zijn.
* REISCONTRACT: elk contract dat de Onderling Verzekerde afsluit met de reiziger, en één of meer reisdiensten omvat.
* TOEPASSINGSGEBIED: binnen de perken van deze Algemene Voorwaarden betreffen de verzekerde reisdiensten:
(1) in ieder geval de pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten, zoals bepaald in de Reiswet;
(2) de reisdiensten die op basis van een algemene overeenkomst voor het regelen van zakenreizen worden verkocht;
(3) de reisdiensten of een combinatie ervan die niet onder de toepassing van de Reiswet vallen. Xxxxxxx pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen die een periode van minder dan 24 uur zonder overnachting beslaan, alsook pakketreizen die worden aangeboden en gekoppelde reisarrangementen die worden gefaciliteerd, incidenteel en zonder winstoogmerk en uitsluitend aan een beperkte groep reizigers, vallen niet onder de verzekerde diensten en dus buiten de toepassing van onderhavig verzekeringscontract, tenzij de Vereniging dit expliciet aanvaardt en de Onderling Verzekerde haar hiervoor de bijdrage betaalt.
* OMZETCIJFER (of verkoopvolume): alle sommen, inclusief commissies, belastingen, taksen... die de ganse onderneming in haar boekjaar van de reizigers ontvangen heeft, aan te geven en uit te splitsen op en zoals bepaald in het verzekeringsvoorstel of het (elektronische) aangifteformulier (en eventuele bijlagen).
* Wordt niet beschouwd als een reisdienst en valt dus buiten de toepassing van onderhavig verzekeringscontract: onder meer de verplaatsing en/of verblijf hoger dan twintig kilometer van het aardoppervlak.
II. BIJSTANDSVERZEKERING
Artikel 1. Wat waarborgt deze verzekering?
Wanneer een Onderling Verzekerde financieel onvermogend wordt verklaard tijdens de reis, waarborgt de Vereniging de verderzetting van de reis of de terugbetaling van alle reeds door of namens Begunstigden aan de Onderling Verzekerde betaalde bedragen voor zover de desbetreffende dienst(en) als gevolg van diens financieel onvermogen niet worden verricht. Indien passagiersvervoer in de pakketreisovereenkomst is inbegrepen, waarborgt de Vereniging de repatriëring van de Begunstigde. Binnen de perken van deze Algemene Voorwaarden, wordt de waarborg verleend in directe of analoge toepassing van artikels 54 tot en met 60, 65 tot en met 68, en 72 tot en met 74 van de Reiswet voor alle diensten waarvoor de Onderling Verzekerde zelf een eigen verplichting tot uitvoering van de dienst(en) had. De analoge toepassing van de Reiswet geldt voor alle diensten die de Vereniging dekt maar die niet onder de toepassing van de Reiswet vallen.
Artikel 2. Wat is de omvang van de verzekering?
De Vereniging heeft het recht om, in het belang van de Begunstigde, één van de volgende mogelijkheden aan de Begunstigde op te leggen:
(1) ofwel de verderzetting van de geboekte reis; in dit geval beperkt de rol van de Vereniging zich louter tot het betalen van de leveranciers en kan er geen enkel ander recht voor de Begunstigde jegens de Vereniging ontstaan.
(2) ofwel de repatriëring, desgevallend aangevuld met de terugbetaling van de niet-uitgevoerde reisdienst(en), en/of een verlengd verblijf in een gelijkwaardige accommodatie als de geboekte, wanneer de onmiddellijke repatriëring onmogelijk is.
Het transportmiddel evenals de accommodatie worden door de Vereniging bepaald.
De Vereniging neemt de redelijke communicatiekosten ten laste, die de Begunstigde in het buitenland heeft gemaakt om de Vereniging te bereiken, wanneer de oproep van de Begunstigde gevolgd wordt door een bijstandverlening gewaarborgd door dit hoofdstuk.
Artikel 3. Wat zijn de verzekerde bedragen?
§1. De Vereniging betaalt alle kosten die voortvloeien uit de organisatie van de mogelijkheden, zoals vermeld in artikel 2.
§2. Haar prestaties mogen in geen geval financieel winstgevend zijn voor de Begunstigde.
§3. De Vereniging kan de kosten terugvorderen van niet-contractuele prestaties uitgevoerd in het belang van de Begunstigde.
Artikel 4. Waarborg in de tijd
De waarborg geldt voor alle reiscontracten die de Onderling Verzekerde afsluit, terwijl de dekking van het verzekeringscontract van kracht is.
Artikel 5. Verplichtingen van de Begunstigde bij schadegeval
§1. De Begunstigde moet zijn aanvraag tot repatriëring en de in artikel 11 van deze Voorwaarden vermelde documenten zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen de 30 dagen na de datum van zijn terugreis aan de Vereniging bezorgen.
§2. De Begunstigde moet alle redelijke maatregelen nemen ter voorkoming en beperking van zijn schade. Zo zal hij onder meer aan leveranciers van de financieel onvermogende Onderling Verzekerde geen betalingen verrichten zonder daartoe de voorafgaande goedkeuring van de Vereniging te hebben verkregen.
§3. Indien de Begunstigde zijn verplichtingen niet nakomt, heeft de Vereniging het recht:
(1) bij verzuim met bedrieglijk opzet, de dekking te weigeren;
(2) de dekking te weigeren bij gebrek aan bewijs van schade en/of omdat niet is voldaan aan de dekkingsvoorwaarden;
(3) in de andere gevallen, de vergoeding of gemaakte kosten te verminderen of terug te vorderen ten belope van het door de Vereniging geleden nadeel.
§4. Het bewijs van vervulling van de dekkingsvoorwaarden komt de Begunstigde toe en dat van uitsluitingsgronden de Vereniging.
§5. De Vereniging is gesubrogeerd in de rechten van de Begunstigde door de betaling, zelfs gedeeltelijk, van de schadevergoeding aan de Begunstigde en dit ten belope van de door de Vereniging verrichte betaling.
III. ANNULATIEVERZEKERING
Artikel 6. Wat waarborgt deze verzekering?
Wanneer een Onderling Verzekerde financieel onvermogend wordt verklaard voordat de reis een aanvang heeft genomen, waarborgt de Vereniging de terugbetaling van alle reeds door of namens Begunstigde aan de Onderling Verzekerde betaalde bedragen voor zover de desbetreffende dienst(en) als gevolg van diens financieel onvermogen niet worden verricht. Binnen de perken van deze Algemene Voorwaarden wordt de waarborg verleend in directe of analoge toepassing van artikels 54 tot en met 60, 65 tot en met 68, en 72 tot en met 74 van de Reiswet voor alle diensten waarvoor de Onderling Verzekerde zelf een eigen verplichting tot terugbetaling bij niet-uitvoering van de dienst(en) had. De analoge toepassing van de Reiswet geldt voor alle diensten die de Vereniging dekt maar die niet onder de toepassing van de Reiswet vallen.
Artikel 7. Wat is de omvang van de verzekering?
§1. De Vereniging waarborgt de terugbetaling aan de Begunstigde van de reeds door hem aan de Onderling Verzekerde betaalde bedragen, wanneer de Onderling Verzekerde ten gevolge van zijn financieel onvermogen zijn verplichtingen jegens de Begunstigde niet meer kan nakomen voor de uitvoering van het reiscontract.
§2. De door de Begunstigde voor de aanvang van de reis gemaakte onkosten, zoals visumkosten, inentingen, reserverings- of wijzigingskosten, dossierkosten, premies voor niet in de reissom begrepen annulatie- en/of bijstandsverzekeringen en onderschreven door de begunstigde zijn geen reisdiensten en worden niet door de Vereniging terugbetaald. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor alle in afwijking van het reiscontract vooruitbetaalde bedragen.
§3. Ongeacht hun vorm of benaming beantwoorden waardebonnen niet aan de definitie van een reisdienst en worden zij conform de Reiswet niet gedekt door de Vereniging.
Artikel 8. Vervangende reis
De Vereniging heeft het recht om aan de Begunstigde volgende keuze te laten:
(1) ofwel de terugbetaling van de reeds door de Begunstigde aan de Onderling Verzekerde betaalde bedragen;
(2) ofwel de uitvoering van het reiscontract of van een vervangende reis, eventueel mits teruggave of opleg indien de vervangende reis respectievelijk minder duur of duurder is dan de uitkering waarop de Begunstigde recht heeft. In deze gevallen beperkt de rol van de Vereniging zich louter tot het betalen van de leveranciers en kan er geen enkel ander recht voor de Begunstigde jegens de Vereniging ontstaan.
Artikel 9. Wat zijn de verzekerde bedragen?
De Vereniging betaalt maximum het totaal van de door de Begunstigde aan de Onderling Verzekerde betaalde reissom terug.
Artikel 10. Waarborg in de tijd
De waarborg geldt voor alle reiscontracten die de Onderling Verzekerde afsluit, terwijl de dekking van het verzekeringscontract van kracht is.
Artikel 11. Verplichtingen van de Begunstigde bij schadegeval
§1. De Begunstigde moet zijn aanvraag tot terugbetaling aan de Vereniging richten per aangetekend schrijven of via haar website en dit binnen de 30 dagen vanaf de voorziene vertrekdatum op reis van de Begunstigde.
§2. Voor het bewijs van zowel de schade als de vervulling van de dekkingsvoorwaarden dient de aanvraag tot terugbetaling vergezeld te zijn van:
(1) de bestelbon en/of het reiscontract en/of de bevestiging en/of de factuur;
(2) de betalingsbewijzen;
(3) de eventueel reeds afgeleverde reisdocumenten, zoals vervoerbiljetten, tickets, vouchers...
§3. Voor het bewijs van zowel zijn schade als de vervulling van de dekkingsvoorwaarden dient de Begunstigde alle vragen, die de Vereniging hem stelt betreffende zijn aanvraag, volledig en naar waarheid te beantwoorden, en desgevallend bijkomende informatie te bezorgen.
§4. De Begunstigde moet alle redelijke maatregelen nemen ter voorkoming en beperking van zijn schade. De Begunstigde mag geen betalingen meer verrichten aan de Onderling Verzekerde, nadat hij kennis kreeg van het financieel onvermogen van de Onderling Verzekerde.
§5. De Vereniging is gesubrogeerd in de rechten van de Begunstigde door de betaling, zelfs gedeeltelijk, van de schadevergoeding aan de Begunstigde en dit ten belope van de door de Vereniging verrichte betaling.
§6. Indien de Begunstigde zijn verplichtingen niet nakomt, heeft de Vereniging het recht:
(1) bij verzuim met bedrieglijk opzet, de dekking te weigeren;
(2) de dekking te weigeren bij gebrek aan bewijs van schade en/of omdat niet is voldaan aan de dekkingsvoorwaarden;
(3) in de andere gevallen, de vergoeding of gemaakte kosten te verminderen of terug te vorderen ten belope van het door de Vereniging geleden nadeel.
§7. Het bewijs van vervulling van de dekkingsvoorwaarden komt de Begunstigde toe en dat van uitsluitingsgronden de Vereniging.
III BIS. ONTVANGST- EN TERUGBETALINGSVERZEKERING
Artikel 11 bis. De garantie
§1. Ter voorkoming en/of beperking van de schade in hoofde van de Begunstigde houdt deze verzekering voor de Onderling Verzekerde reisorganisator, naar gelang het geval, een ontvangstgarantie (omschreven in §2) dan wel een terugbetalingsgarantie (omschreven in §3) in. Vereist is daartoe dat:
- hij de levering bewijst van de contractueel bepaalde reisdiensten en:
- dat op de datum van het reiscontract de daarbij als doorverkoper of leverancier betrokken Onderling Verzekerde nog steeds gedekt was door het verzekeringscontract.
§2. Bij financieel onvermogen van de Onderling Verzekerde doorverkoper waarborgt de Vereniging aan de Onderling Verzekerde reisorganisator de ontvangst van de betalingen die de Begunstigde voor de betrokken reis heeft verricht, onder aftrek van:
- de reeds aan de Onderling Verzekerde reisorganisator betaalde bedragen;
- de hierna in §4 vermelde bedragen; en
- rekening houdend met het eventueel nog op diens eigen verantwoordelijkheid bij de Begunstigde te innen saldo, zonder verhaal op de Vereniging.
§3. De terugbetalingsgarantie geldt voor het geval dat de Onderling Verzekerde reisorganisator geconfronteerd wordt met het financieel onvermogen van een Onderling Verzekerde leverancier die één of meer reisdiensten diende te leveren inbegrepen in de pakketreis die Onderling Verzekerde reisorganisator heeft samengesteld. De Vereniging garandeert aan laatstgenoemde de betalingen die de genoemde leverancier van de betrokken Begunstigde ontvangen heeft maar niet aan de verlener(s) van de betrokken reisdienst(en) heeft overgemaakt, en binnen de perken bepaald in §4.
§4. De voorwaarden van artikel 7 §1 zijn van toepassing op deze titel III bis. Niet gedekt door de garantie van deze titel zijn:
- de premies en kosten bedoeld in artikel 7 §2;
- de commissies tussen de Onderling Verzekerden;
- de kredieten verstrekt door de Onderling Verzekerden.
Artikel 11 ter. De vergoedingsregeling
§1. Vanaf de vaststellingsdatum van het financieel onvermogen door de Vereniging beschikt de Onderling Verzekerde reisorganisator over een vervaltermijn tot en met 31 december van hetzelfde jaar om zijn schadevergoedingsaanvraag met minstens de volgende informatie via de website van de Vereniging in te dienen:
(1) de bestelbon en/of het door de Begunstigde ondertekende reiscontract;
(2) de daarin kaderende facturatie van de Onderling Verzekerde reisorganisator aan de financieel onvermogend verklaarde Onderling Verzekerde (art 11 bis §2) of omgekeerd (art 11 bis §3) met opgave van het erop toegepaste commissiepercentage en/of -bedrag;
(3) de bewijzen van:
- alle ter uitvoering van het betrokken reiscontract verrichte en ontvangen betalingen door zowel de Begunstigde als de betrokken Onderlinge Verzekerden (rekeninguittreksel, kredietkaartuitgavenstaat of kasboek);
- uitvoering van het betrokken reiscontract; dan wel:
O de onvoorwaardelijke verbinten is daartoe zonder enig later verhaal op de Vereniging;
O aangifte van schuldvordering conform de op het financieel onvermogen toepasselijke procedurevoorschriften;
- uitputting van alle overige waarborgen (bankgarantie, kredietverzekering, enz.) dan wel verklaring op eer dat er geen waarborgen zijn;
(4) een kopie van alle door de financieel onvermogend verklaarde Onderlinge Verzekerde aan de Begunstigde uitgereikte reisdocumenten (vervoerbewijzen, tickets, vouchers,…).
§2. De publicatie van financieel onvermogen van een Onderling Verzekerde op de website van de Vereniging geldt als algemene kennisgeving en onweerlegbaar vermoeden van kennis daarvan.
§3. De Onderlinge Verzekerde reisorganisator moet alle redelijke maatregelen nemen ter voorkoming en beperking van zijn schade. Alle na de in §2 bedoelde kennisgeving aan de financieel onvermogend verklaarde Onderling Verzekerde verrichte betalingen zijn van schadevergoeding uitgesloten.
§4. Ten belope van de door haar betaalde vergoedingen treedt de Vereniging in de rechten van de Onderling Verzekerde reisorganisator tegenover de financieel onvermogend verklaarde Onderling Verzekerde.
§5. Onverminderd alle andere wettelijke en/of contractuele grondslagen geldt het recht op schadevergoeding niet en zal de Vereniging de schadevergoedingsaanvraag weigeren:
(1) in geval van nalatigheid met bedrieglijk opzet;
(2) wanneer de Onderling Verzekerde reisorganisator niet bewijst dat hij de schade van de Begunstigde vergoed of voorkomen heeft en/of dat aan de schadevergoedingsvoorwaarden voldaan is;
(3) indien de schadevergoedingsaanvraag onvolledig is (§1);
(4) bij gebrek aan volledig en waarheidsgetrouw gevolg aan enige vraag om informatie vanwege de Vereniging;
(5) voor bedragen hoger dan de door de Begunstigde voor de vaststelling van het financieel onvermogen verrichte betalingen, verminderd conform artikel 11 bis §2 of 4;
(6) in de mate dat de Onderling Verzekerde reisorganisator het betrokken reiscontract volgens andere dan de gebruikelijke algemene reis- en/of marktvoorwaarden gesloten heeft.
Artikel 11 quater. Schadevergoedingsprocedure
§1. (1) De Vereniging bevestigt de ontvangst van de schadevergoedingsaanvraag zo spoedig mogelijk.
(2) De Vereniging onderzoekt de schadevergoedingsaanvraag en desgevallend verzoekt zij de Onderling Verzekerde reisorganisator om de ontbrekende documenten.
(3) Binnen de drie maanden nadat zij alle vereiste documenten ontvangen heeft, deelt de Vereniging mee dat:
(a) zij de schadevergoedingsaanvraag aanvaardt; of
(b) om welke reden(en) zij deze afwijst.
§2. Bij aanvaarding van de schadevergoedingsaanvraag bepaalt de Vereniging het bedrag waarop de Onderling Verzekerde reisorganisator recht heeft. Het maximumbedrag van de schadevergoeding komt overeen met de totale prijs van de reis betaald door de Begunstigde, verminderd met de niet door de Vereniging gedekte en in artikel 11 bis opgesomde elementen. Indien de Onderling Verzekerde reisorganisator zijn verplichtingen niet nakomt, heeft de Vereniging het recht om de vergoeding of de gemaakte kosten te verminderen of terugbetaling te eisen in overeenstemming met de door de Vereniging geleden schade.
§3. Eens het jaar van de verklaring van het financieel onvermogen verstreken is, verzamelt de Vereniging alle aanvaarde schadevergoedingsaanvragen voor dat jaar en betaalt ze binnen drie maanden na 31 december van het jaar van de verklaring van het financieel onvermogen door gebruik te maken van de voorziening aangelegd voor de Ontvangst- en Terugbetalingsverzekering.
Deze voorziening wordt aangelegd met de bijdragen van de Ontvangst- en Terugbetalingsgarantie, verminderd met de werkingskosten die de Raad van Bestuur elk jaar forfaitair bepaalt voor deze activiteit, en van alle andere op deze activiteit betrokken herverzekeringspremies, kosten, lasten en belastingen. Eventuele financiële opbrengsten van deze voorziening worden eraan toegevoegd, en eventuele verliezen ervan afgetrokken.
In afwijking van het eerste lid van deze paragraaf, kan de Vereniging de terugbetaling wel in het betrokken jaar verrichten, indien de door de financieel onvermogend verklaarde Onderling Verzekerde verstrekte garanties nagenoeg zeker alle schadevergoedingsaanvragen inzake zijn financieel onvermogen kunnen dekken, ook deze in het kader van Hoofdstukken II en III van deze voorwaarden.
§4. Indien de voorziening niet volstaat om alle in een bepaald kalenderjaar aanvaarde schadevergoedingsaanvragen uit te betalen, worden deze elk proportioneel aan de voorhanden zijnde voorziening uitbetaald. De voorziening kan nooit negatief xxxxxx.Xx aldus niet betaalde maar aanvaarde schadevergoedingsaanvragen kunnen wel uit de hiervoor vermelde voorziening van de vijf volgende jaren betaald worden, voor zover eerst de schadevergoedingsaanvragen van een bepaald kalenderjaar uitbetaald worden met de in dat jaar aangelegde voorziening. Indien dergelijke vorderingen op méér dan één voorgaand jaar betrekking hebben, worden die per betrokken kalenderjaar terugbetaald, beginnende bij het oudste kalenderjaar, desgevallend ook opnieuw proportioneel.
Zij vervallen definitief en volledig op 1 januari van het zesde kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin ze aanvaard waren.
§5. De Raad van Bestuur van de Vereniging kan niettemin ook beslissen een bijkomende jaarbijdrage te vragen als de voorziening niet toereikend blijkt.
IV. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
ALGEMENE VERPLICHTINGEN
Artikel 12. Mededelingsplicht van de Onderling Verzekerde
§1. Bij het tot stand komen van de verzekering dient de Onderling Verzekerde aan de Vereniging alle inlichtingen te verstrekken waarvan hij redelijkerwijs kan veronderstellen dat ze van belang zijn voor de beoordeling van het risico. Het verzekeringscontract wordt opgemaakt op basis van deze verklaringen.
§2. Als de Onderling Verzekerde onopzettelijk gegevens zou verzwijgen of verkeerd zou voorstellen, stelt de Vereniging hem een aanpassing van het verzekeringscontract voor. Het staat hem dan vrij dit voorstel al dan niet te aanvaarden.
Als de Vereniging evenwel aantoont dat zij een dergelijk risico nooit verzekerd zou hebben, kan zij het verzekeringscontract opzeggen.
§3. Als de Onderling Verzekerde opzettelijk gegevens zou verzwijgen of verkeerd zou voorstellen, is het verzekeringscontract nietig en komen de vervallen bijdragen aan de Vereniging toe.
Artikel 13. Beoordeling en wijziging van het risico
§1. In de loop van het verzekeringscontract dient de Onderling Verzekerde aan de Vereniging alle wijzigingen en nieuwe omstandigheden mee te delen die een aanzienlijke en blijvende invloed hebben op het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet.
§2. Bij verzwaring van het risico zal op gelijkaardige wijze als bepaald in artikel 12 §2 gehandeld worden. Bij vermindering van het risico stelt de Vereniging aan de Onderling Verzekerde een overeenkomstige bijdragevermindering voor zonder dat de betaalde bijdrage minder mag bedragen dan de toepasselijke minimumjaarbijdragen (zie Garantiereglement). Als hierover geen akkoord kan bereikt worden, kan de Onderling Verzekerde het verzekeringscontract opzeggen.
§3. Indien zich een schadegeval voordoet voordat de aanpassing of de opzegging van het verzekeringscontract van kracht wordt, dan zal de Vereniging de overeengekomen prestaties verlenen als de Onderling Verzekerde niet kan verweten worden dat hij zijn mededelingsplicht niet is nagekomen.
§4. Kan hem dit wel verweten worden, dan past de Vereniging de verhouding toe tussen de betaalde bijdrage en de bijdrage die de Onderling Verzekerde had moeten betalen indien hij het risico naar behoren had meegedeeld. Als de Vereniging echter aantoont dat zij het werkelijke risico nooit zou verzekerd hebben, dan mag zij haar prestatie beperken tot het terugbetalen van alle betaalde bijdragen.
Artikel 14. Controle van de Onderling Verzekerde
De Onderling Verzekerde heeft de verplichting een administratie en boekhouding te voeren die voldoet aan de wetgeving ter zake en aan de eisen van de Vereniging en dient de richtlijnen van de Vereniging met betrekking tot de bewaking van onder meer de solvabiliteit en de liquiditeit op te volgen. De Vereniging heeft het recht een onderzoek te laten instellen naar onder meer de solvabiliteit en de liquiditeit van de Onderling Verzekerde. Daartoe moet de Onderling Verzekerde de Vereniging evenals haar gemandateerden op hun eerste verzoek toelaten in alle kantoren en kantoorruimten en hen inzage verlenen van alle boeken en documenten.
Artikel 15. Diverse verplichtingen van de Onderling Verzekerde
§1. Elke Onderling Verzekerde verbindt er zich toe om niet samen te werken met andere professionelen die niet voldoen aan de ter zake geldende wetgeving, inzonderheid inzake organisatie en verkoop van reizen, en vestiging.
§2. De Onderling Verzekerde die optreedt als doorverkoper, verbindt er zich expliciet toe om de naam én het adres van de reisorganisator te vermelden alsmede zijn eigen optreden als pure doorverkoper.
§3. De reisorganisator-Onderling Verzekerde en de doorverkoper-Onderling Verzekerde zijn verplicht de Begunstigde over de verplichtingen van deze laatsten ten aanzien de Vereniging te informeren.
§4. De Onderling Verzekerde verbindt er zich toe alle aangetekende brieven en correspondentie of dergelijke die hem toegezonden worden door de Vereniging of haar gerechtigde afvaardigden te aanvaarden; hij zal verantwoordelijk zijn voor elke inbreuk op deze verplichting. In geval van weigering van deze brieven en correspondentie en/of niet opgehaald, zullen zij worden beschouwd als door hem ontvangen.
Er wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat de aangetekende brief waarvan sprake is in de verschillende artikels van de Algemene Voorwaarden, een voldoende aanmaning vormt en dat de verzending ervan definitief bewezen is door het afgiftebewijs van de post en de inhoud ervan door kopies of het dossier bij de Vereniging.
§5. De Onderling Verzekerde verbindt zich om in geval van financieel onvermogen, de kopieën van alle gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken betreffende het financieel onvermogen, gerechtelijke reorganisatie of faillissement onmiddellijk aan de Vereniging over te maken. In het bijzonder dient hij de Vereniging in het bezit te stellen van kopieën van alle lopende reiscontracten alsmede een namen- en adressenlijst van alle Begunstigden. Bij verzuim kan de vereniging de geleden schade verhalen bij de Onderling Verzekerde.
DE BIJDRAGE
Artikel 16. Wanneer en hoe betalen?
De Onderling Verzekerde moet zijn bijdrage vooruit betalen, ten laatste op de vervaldag zoals bepaald in het betreffende vervaldagbericht.
Artikel 17. Voorlopige bijdrage
Bij de aanvang van het verzekeringscontract en op elke jaarlijkse vervaldag, zoals bepaald in de Bijzondere Voorwaarden, is de Onderling Verzekerde aan de Vereniging een voorlopige bijdrage verschuldigd, berekend op basis van de laatste correcte aangifte van het werkelijke of geschatte Omzetcijfer (en zijn uitsplitsing).
Artikel 18. Berekening van de definitieve bijdrage
§1. Binnen zes maanden na het afsluiten van het boekjaar bezorgt de Onderling Verzekerde het werkelijk gerealiseerde omzetcijfer (en zijn uitsplitsing) van het betrokken jaar aan de Vereniging aan de hand van het door haar ter beschikking gestelde aangifteformulier dat door een externe accountant, externe gecertificeerde accountant of revisor is goedgekeurd. Op basis van deze aangifte berekent de Vereniging de definitieve bijdrage en stelt zij een afrekening op onder aftrek van de reeds ontvangen voorlopige bijdrage.
§2. In geval van opzegging of schorsing van het verzekeringscontract worden de hierboven vermelde termijn verkort tot één maand.
Artikel 19. Niet-aangifte van het omzetcijfer
§1. Wanneer de Onderling Verzekerde het omzetcijfer niet tijdig of foutief aangeeft, of nog niet heeft laten goedkeuren, dan kan de Vereniging het laatst aangegeven of gekende omzetcijfer verhogen met 20%, en op basis daarvan de verschuldigde bijdrage berekenen, zonder dat de verhoging van de bijdrage minder is dan 750,00 euro.
§2. Deze afrekening van de bijdrage die definitief door de Vereniging verworven blijft, ontslaat de Onderling Verzekerde niet van zijn verplichtingen om de gegevens nodig voor de bijdrageberekening aan de Vereniging te verstrekken.
§3. Van zodra de Vereniging deze bekomt, berekent zij de definitieve bijdrage en kan zij deze forfaitair vermeerderen met 10%, met een minimum van 250,00 euro, als schadeloosstelling voor de laattijdigheid.
Artikel 20. Controle op de aangifte van het omzetcijfer
§1. De Vereniging kan aan de Onderling Verzekerde altijd toelichting vragen bij de aangifte van het omzetcijfer. Indien de Onderling Verzekerde nalaat de gevraagde toelichting binnen de door de Vereniging opgelegde termijn over te maken, zal dit gezien worden als een foutieve aangifte overeenkomstig artikel 19.
§2. De Vereniging kan alle kantoren en kantoorruimten van de Onderling Verzekerde inspecteren en de door de Onderling Verzekerde gedane aangiften controleren. De Vereniging evenals haar gemandateerden kunnen daartoe over alle documenten beschikken die voor de sociale of fiscale controle moeten worden voorgelegd. De Vereniging behoudt dit recht tot drie jaar na het einde van het verzekeringscontract.
Artikel 21. Wat bij niet-betaling?
§1. Bij niet-betaling van de bijdrage op de vervaldag of bij niet-betaling van een afrekening kan de Vereniging de dekking van het verzekeringscontract schorsen of het verzekeringscontract opzeggen, indien de Onderling Verzekerde in gebreke werd gesteld per aangetekende brief of bij deurwaardersexploot. Bovendien is de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties van toepassing.
§2. De schorsing of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de afgifte ter post van de ingebrekestelling.
§3. De schorsing van de dekking neemt een einde, wanneer de Onderling Verzekerde de achterstallige bijdragen betaalt.
§4. Wanneer de Vereniging haar verplichting tot het verlenen van dekking heeft geschorst, kan zij het verzekeringscontract nog opzeggen indien zij dit recht heeft voorbehouden in de ingebrekestelling, zoals bedoeld in de eerste paragraaf van dit artikel. In dit geval gaat de opzegging ten vroegste in na vijftien dagen, te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing.
§5. Indien de Vereniging zich in de ingebrekestelling de mogelijkheid om het verzekeringscontract op te zeggen niet heeft voorbehouden, gebeurt de opzegging door het versturen van een nieuwe aanmaning overeenkomstig de eerste en tweede paragraaf van huidig artikel.
§6. De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de Vereniging de later nog te vervallen bijdragen te eisen, op voorwaarde dat de Onderling Verzekerde in gebreke werd gesteld overeenkomstig de eerste paragraaf van dit artikel. Haar recht wordt evenwel beperkt tot twee opeenvolgende jaarbijdragen.
Artikel 22. Wat bij wijziging van de voorwaarden en/ of het tarief?
Indien de Vereniging haar voorwaarden (inzonderheid haar tarief) wijzigt, past zij dit verzekeringscontract aan op de eerstvolgende vervaldag waarop dit wettelijk mogelijk is.
De Onderling Verzekerde kan het verzekeringscontract opzeggen binnen dertig dagen na de kennisgeving van de aanpassing van de voorwaarden. De Onderling Verzekerde wordt ten minste vier maanden voor de jaarlijkse vervaldag van zijn verzekeringscontract in kennis gesteld van de aanpassingen zonder afbreuk aan zijn recht het verzekeringscontract op te zeggen, tenzij hem bij een latere kennisgeving van de aanpassingen het recht wordt toegekend zijn overeenkomst alsnog op te zeggen binnen een termijn van ten minste drie maanden te rekenen vanaf de dag van die kennisgeving.
De aanvaarding van de aanpassingen door de Onderling Verzekerde kan gebeuren door betaling van een volgende bijdrage, indien dit op voorhand door de Vereniging aldus was aangekondigd. Dit artikel doet geen afbreuk aan de bepalingen van artikel 24.
DUUR VAN HET CONTRACT - BEGIN EN EINDE
Artikel 23. Wanneer gaat de dekking in?
De dekking gaat in op de datum aangegeven in de Bijzondere Voorwaarden, nadat de Vereniging beschikt over een getekend exemplaar van de Bijzondere Voorwaarden, na de realisatie van de eventueel voorziene opschortende voorwaarden en na betaling van de bijdrage.
Artikel 24. Hoe lang duurt het contract?
Het verzekeringscontract duurt één verzekeringsjaar en wordt stilzwijgend verlengd met opeenvolgende periodes van één kalenderjaar tenzij de Onderling Verzekerde zich daar ten minste drie maanden voor de jaarlijkse vervaldatum tegen verzet. Met eerste verzekeringsjaar wordt bedoeld de periode die loopt vanaf het begin van het verzekeringscontract tot 31 december van datzelfde jaar. De volgende verzekeringsjaren lopen steeds vanaf 1 januari tot 31 december. Het verzekeringsjaar kan verkort worden bij beëindiging van het verzekeringscontract overeenkomstig onderhavige Algemene Voorwaarden.
Artikel 25. Wanneer eindigt het contract?
(1) Het verzekeringscontract eindigt van rechtswege en zonder ingebrekestelling:
1° op de datum van de vaststelling van het financieel onvermogen van de Onderling Verzekerde door het Kerncomité;
2° op de datum van de stopzetting van de activiteiten van de Onderling Verzekerde, inzonderheid in geval van overdracht van de verzekerde activiteiten aan een derde (contract intuitu personae).
(2) De Vereniging kan het verzekeringscontract opzeggen:
1° tegen het einde van elke verzekeringsperiode voor zover ten minste drie maanden voor de jaarlijkse vervaldag van het verzekeringscontract de beslissing aan de Onderling Verzekerde wordt meegedeeld;
2° bij niet-betaling van de bijdrage of een deel ervan;
3° in geval van verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van het verzekeringscontract overeenkomstig de toepasselijke wetgeving op verzekeringsondernemingen en op verzekeringen;
4° in geval de Onderling Verzekerde een uit het verzekeringscontract voortvloeiende verplichting niet nakomt, inzonderheid de artikelen 12 tot en met 15, en 20 van de Algemene Voorwaarden; 5° in geval van overlijden van de Onderling Verzekerde, doch uiterlijk binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag dat de Vereniging van het overlijden in kennis werd gesteld;
6° in geval van schade;
7° bij elk verkeerd gebruik of misbruik van het logo of de naam van het Garantiefonds Reizen; 8° wanneer de Onderling Verzekerde niet langer aan alle verzekeringsvoorwaarden, zoals vermeld in het Garantiereglement of gesteld door het Kerncomité, voldoet.
(3) De Onderling Verzekerde kan het verzekeringscontract opzeggen:
1° tegen het einde van elke verzekeringsperiode voor zover ten minste drie maanden voor de jaarlijkse vervaldag van het verzekeringscontract de beslissing aan de Vereniging wordt meegedeeld;
2° in geval van risicovermindering overeenkomstig artikel 13 §2;
3° in geval van wijziging van de voorwaarden en/of het tarief overeenkomstig artikel 22;
4° in geval van overlijden van de Onderling Verzekerde, mogen de nieuwe houders van het verzekerde belang het verzekeringscontract opzeggen uiterlijk drie maanden en veertig dagen na het overlijden van de Onderling Verzekerde;
5° in geval van schade.
(4) Modaliteiten van de opzegging:
De opzegging gebeurt bij deurwaardersexploot, door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs of per aangetekende brief.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikels 21, 22 en 25 2, 1°, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand (drie maand voor punt (2) 6°), te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of op de datum van het ontvangstbewijs of op de afgifte ter post.
(5) Wanneer het verzekeringscontract eindigt of wordt opgezegd, zal het bijdragegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging en/ of van het einde van het verzekeringscontract, door de Vereniging worden terugbetaald, zonder dat de betaalde bijdrage minder mag bedragen dan de toepasselijke minimumjaarbijdragen.
VERHAAL UITGEOEFEND DOOR DE VERENIGING
Artikel 26. Wat is de draagwijdte van het verhaalsrecht?
Wanneer de Vereniging tussenkomst moet verlenen aan de begunstigden in de gevallen vermeld in artikel 27, heeft zij een recht op verhaal. Het verhaal heeft betrekking op de vergoedingen in hoofdsom die de Vereniging diende te betalen en op de intresten.
Artikel 27. Wanneer is er een verhaalsrecht?
De Vereniging heeft een verhaalsrecht op de Onderling Verzekerde:
(1) indien de dekking van het verzekeringscontract geschorst is wegens niet-betaling van de bijdrage;
(2) in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van het verzekeringscontract;
(3) in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van het verzekeringscontract;
Wanneer dit kan verweten worden aan de Onderling Verzekerde kan de Vereniging verhaal uitoefenen naar de verhouding tussen de ontoereikendheid van de bijdrage en de totale bijdrage die de Onderling Verzekerde had moeten betalen, indien hij het risico naar behoren had meegedeeld.
Wanneer de Vereniging kan aantonen dat ze het eigenlijke risico nooit zou verzekerd hebben, kan ze verhaal uitoefenen na aftrek van alle betaalde bijdragen.
(4) in geval de Onderling Verzekerde een contract afsluit met een andere reisonderneming die niet voldoet aan de ter zake geldende wetgeving, inzonderheid inzake organisatie en verkoop van reizen, en vestiging.
BELASTINGEN EN KOSTEN
Artikel 28.
Alle kosten, belastingen en parafiscale bijdragen, die uit hoofde van dit verzekeringscontract verschuldigd zijn, worden door de Onderling Verzekerde gedragen.
WOONPLAATS
Artikel 29.
De voor de Vereniging bestemde mededelingen moeten, om geldig te zijn, aan haar zetel gedaan worden; diegene die voor de Onderling Verzekerde bestemd zijn, worden geldig gedaan aan het laatste door de Vereniging gekende adres.
RECHTSBEVOEGDHEID
Artikel 30.
Alle geschillen waarvoor er geen dwingende territoriale bevoegdheidsregels gelden, vallen onder de bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel of Namen, naar keuze van de eiser.
Het Belgisch recht is van toepassing.
3) GARANTIEREGLEMENT (GF/GR25)
I. KANDIDATUUR
Artikel 1. Procedure
§1. De kandidaat-Onderling Verzekerde vult op de website van de Vereniging een verzekeringsvoorstel in dat van haar uitgaat en voegt daar de gevraagde stukken bij.
§2. Binnen de dertig dagen na ontvangst van het verzekeringsvoorstel deelt de Vereniging aan de kandidaat-Onderling Verzekerde een verzekeringsaanbod mee of laat zij weten dat zij dit van een onderzoek afhankelijk maakt.
§3. De Vereniging onderzoekt of het verzekeringsvoorstel compleet is om aan het Kerncomité te worden voorgelegd. De kandidaat-Onderling Verzekerde dient op de eventuele bijkomende vragen vanwege de Vereniging te antwoorden.
§4. Het Kerncomité beslist of de basisverzekeringsvoorwaarden vervuld zijn en beoordeelt soeverein de verzekerbaarheid van het risico en de noodzaak aan bijkomende garanties en/of andere voorwaarden die het kan vragen.
§5. Indien het Kerncomité de kandidaat-Onderling Verzekerde aanvaardt, zal dit meegedeeld worden door het opsturen van het verzekeringscontract.
§6. In het negatieve geval zal het Kerncomité zijn beslissing meedelen aan de kandidaat- Onderling Verzekerde.
§7. De Onderling Verzekerde heeft de mogelijkheid het verzekeringscontract op te zeggen, met onmiddellijk gevolg op het ogenblik van de kennisgeving, binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst door de Vereniging van het vooraf getekende verzekeringscontract of aanvraag. De Vereniging mag van haar kant het verzekeringscontract opzeggen binnen dertig dagen na ontvangst van het vooraf getekende verzekeringscontract of van de aanvraag, met inwerkingtreding van de opzegging acht dagen na de kennisgeving ervan.
§8. De Onderling Verzekerde geeft de Vereniging expliciet de toestemming om bekend te maken dat zijn onderneming verzekeringnemer is bij de Vereniging, alsook dat zijn verzekeringscontract beëindigd, geschorst of opgezegd is. Hij heeft geen recht van verhaal tegen de Vereniging voor enige vorm van schade die uit deze bekendmaking zou voortvloeien.
Artikel 2. Expertisekosten
Ten einde de kosten van het onderzoek van de Vereniging naar de verzekerbaarheid te dekken, betaalt elke kandidaat-Onderling Verzekerde expertisekosten, die 150,00 euro bedragen indien het omzetcijfer van de onderneming 2.500.000,00 euro niet overtreft. Indien dit wel het geval is, bedragen de expertisekosten 300,00 euro. Deze expertisekosten worden terugbetaald, van zodra het verzekeringscontract in voege treedt.
Artikel 3. Kennisgeving aan de reiziger
§1. De Onderling Verzekerde dient ten minste onderstaande tekst in zijn reiscontracten, brochures, programma's, website en op zijn bestelbons op te nemen:
“Verzekerd tegen financieel onvermogen bij het Garantiefonds Reizen®/ GFG
Kalkoven 5 b0202 B-1820 Steenokkerzeel xxx.xxx.xx”
§2. Niettemin wordt de volgende tekst aanbevolen (vergezeld van het logo van de Vereniging): "Bij financieel onvermogen van de reisonderneming met wie u een reiscontract afsloot, kan u beroep doen op het
Garantiefonds Reizen®/ GFG Kalkoven 5 b0202
B-1820 Steenokkerzeel xxx.xxx.xx”
Vraag de garantievoorwaarden aan uw reisonderneming. Daarin vindt u terug onder welke voorwaarden u, bij financieel onvermogen, terugbetaling kan vragen van de betaalde reissommen, of de verderzetting van de reis, of de repatriëring. Voor meer informatie kan u ook op de website terecht.”
§3. Ter aanduiding van de garantie kan de Vereniging aan de Onderling Verzekerde jaarlijks een (h)erkenningsteken voor het uitstalraam en/of de balie en/of sociale media ter beschikking stellen. De Onderling Verzekerde zal de nodige zorg besteden aan dit materiaal.
§4. De Onderling Verzekerde zal eveneens het hem eventueel door de Vereniging verstrekte documentatiemateriaal op een voor het publiek zichtbare en gemakkelijk toegankelijke plaats ter beschikking stellen.
Bij beëindiging van het verzekeringscontract zal de Onderling Verzekerde alle resterende herkennings- en documentatiemateriaal in zijn bezit aan de Vereniging terugbezorgen en/of verwijderen. In casu is het de gewezen Onderling Verzekerde verboden nog gebruik te maken van dit materiaal. De Onderling Verzekerde dient zijn klanten te informeren over de schorsing, opzegging of gelijk welk einde van het verzekeringscontract.
II. BIJDRAGE
Artikel 4. Tarief
§1. (1) De basisbijdragevoet toe te passen op de Bijstands- en de Annulatieverzekeringen, exclusief bepaalde diensten vermeld in §2 van dit artikel, wordt forfaitair volgens anciënniteit bepaald: 23/10.000 in de eerste negen kalenderjaren waarin de dekking van het verzekeringscontract in voege is, daarna 15/10.000.
(2) De berekening van het aantal jaren anciënniteit start in het kalenderjaar waarin de dekking van het verzekeringscontract is ingegaan. Het eerste jaar geldt als een volledig kalenderjaar ook als de dekking na 1 januari van dat jaar is ingegaan.
Het aantal jaren anciënniteit kan in bepaalde gevallen verlengd of verkort worden:
1° het aantal jaren anciënniteit wordt verkort met het aantal kalenderjaren waarin de dekking van het verzekeringscontract ten minste één dag geschorst of opgezegd was;
2° het Kerncomité kan ook soeverein beslissen het aantal jaren anciënniteit te verlengen in geval van de verderzetting van dezelfde activiteiten van de ene door de andere onderneming, waarbij de laatste de eventuele hogere anciënniteit van de eerste overneemt, of voor ondernemingen binnen eenzelfde groep bedrijven onder dezelfde controle, waarbij de meest recent verzekerde onderneming de eventuele hogere anciënniteit van de oudst verzekerde overneemt.
§2. Voor zover de Onderling Verzekerde geen eigen verplichtingen conform de artikels 1 en 6 van de Algemene Voorwaarden heeft, wordt de gereduceerde bijdragevoet forfaitair als volgt berekend: 1/10.000 op de volgende diensten, verzekerd ten gunste van de reiziger:
(1) alle lijndiensten waarvan een internationaal orgaan de uitwisselbaarheid van de tickets en/of een afrekening organiseert. Enkele voorbeelden: IATA-airlines, nationale spoorwegmaatschappijen, internationale autocarlijndiensten.
Op deze lijndiensten die de reiziger met een kredietkaart rechtstreeks aan de leverancier van de Onderling Verzekerde betaalt, is evenwel geen bijdrage verschuldigd.
(2) de doorverkoop van pakketreizen van Belgische reisorganisatoren, of van buitenlandse reisorganisatoren die aan de Vereniging formeel bevestigen dat zij de reiscontracten onvoorwaardelijk zullen uitvoeren in geval van financieel onvermogen van de doorverkoper van hun diensten (= leveringsplicht).
§3. De jaarbijdrage voor de Bijstands- en de Annulatieverzekeringen is samengesteld uit de bijdragen berekend op de diensten bedoeld in paragrafen 1 en 2 van dit artikel. In ieder geval dient elke Onderling Verzekerde voor dit onderdeel een forfaitaire, minimumbijdrage per jaar te betalen, ongeacht de effectieve duur van het verzekeringsjaar. Elk kalenderjaar wordt deze minimumbijdrage op basis van de gezondheidsindex B-2013 aangepast. Zij bedraagt in 2025 1.100,00 euro. Elke volgende aanpassing gebeurt op 1 januari van elk kalenderjaar op basis van het procentuele verschil tussen de index van de maand september van het jaar voordien en de index van de maand september van twee jaar voordien. Elke verhoging of verlaging gebeurt in stappen van vijftig euro, afgerond tot het resp. hoogste en laagste getal volledig deelbaar door vijftig. Elk volgend kalenderjaar wordt de aldus geïndexeerde minimumbijdrage ook toegepast op de nieuwe verzekeringscontracten. De minimumjaarbijdrage die het Kerncomité op individuele basis bepaalt afhankelijk van het risico, volgt bovenstaand indexatiesysteem.
§4. Ontvangst- en Terugbetalingsverzekering:
(1) Doorverkoop: elke Onderling Verzekerde dient voor dit onderdeel een bijdrage te betalen op de diensten, vermeld in §2 (2) van dit artikel, met toepassing van een basisbijdragevoet die
forfaitair als volgt wordt berekend: 2,5/10.000 op de genoemde diensten.
Voor zover de doorverkoop en de organisatie binnen een groep bedrijven onder dezelfde controle gebeurt, kan het Kerncomité, op vraag van de betrokken Onderling Verzekerden, soeverein beslissen dat die doorverkoop van het voornoemde omzetcijfer wordt afgetrokken.
(2) Organisatie: elke Onderling Verzekerde dient voor dit onderdeel ook een bijdrage te betalen op de diensten, vermeld in §1 (1) van dit artikel, met toepassing van een basisbijdragevoet die forfaitair als volgt wordt berekend: 2,5/10.000 op de genoemde diensten.
(3) De jaarbijdrage voor de Ontvangst- en Terugbetalingsverzekering is samengesteld uit de bijdragen berekend zoals bedoeld in punten (1) en (2) van deze paragraaf.
(4) In ieder geval dient elke Onderling Verzekerde voor deze dekking een forfaitaire, minimumbijdrage van 150,00 euro per jaar te betalen, ongeacht de effectieve duur van het verzekeringsjaar.
§5. De samentelling van de jaarbijdragen in paragrafen 3 en 4 van dit artikel vormen de totale verschuldigde en ondeelbare jaarbijdrage.
§6. Bijzondere risico’s
Voor elke Onderling Verzekerde wiens risico de dekkingscapaciteit van de Vereniging overschrijdt (hetgeen soeverein beslist wordt door het Kerncomité), legt het Kerncomité soeverein, geval per geval, een afdoende financieel-juridische structuur vast die diens verzekerde risico (maximum possible loss) totaal afdekt. Onverminderd de toepassing van de andere bijdragevoeten en de maatregelen om de basisverzekeringsvoorwaarden te vervullen, zal de basisbijdragevoet getarifeerd worden volgens redelijke grondslagen, die in verhouding zijn tot deze aangewend voor de verzekerde risico's.
§7. Aanpassingen
De voorgaande bijdragen en bijdragevoeten kunnen steeds verhoogd worden door het Kerncomité in functie van het risico dat het soeverein beoordeelt.
Het Kerncomité kan de voorgaande bijdragen en bijdragevoeten op elk moment terug verlagen, zonder onder de minimumtarieven te kunnen zakken, behalve wat betreft het eerste en het laatste verzekeringsjaar.
Het Kerncomité kan wel een tarificatie onder de minimumtarieven voorstellen aan niet- commerciële verenigingen die totaal of voor het grootste deel gesubsidieerd worden door een overheid en door haar erkend zijn, rekening houdende met de grootte van hun omzet, en desgevallend, met de waarborg die de betrokken overheid aan de Vereniging voor elk van die verenigingen stelt ter vervanging van een bankgarantie. Op deze jaarbijdragen zullen evenwel geen ristorno’s worden toegekend.
Artikel 5. Betaling
§1. Principes
(1) De Vereniging bepaalt voor een verzekeringsjaar de voorlopige jaarbijdrage op basis van het gekende, aangegeven of berekende omzetcijfer van het jaar voordien.
(2) In het jaar volgend op het verzekeringsjaar wordt de definitieve jaarbijdrage berekend op basis van de werkelijk gerealiseerde omzet van het verzekeringsjaar.
(3) De Vereniging kan het verschil tussen de voorlopige en de definitieve jaarbijdrage verrekenen.
(4) De bijdragen bevatten de verzekeringstaks (ter info: in 2025 9,25% in België).
§2. Modaliteiten
Principieel is de totale verschuldigde jaarbijdrage vooraf te betalen per domiciliëring. Indien deze echter ten minste 5.000,00 euro bedraagt, kan de Onderling Verzekerde opteren om deze in maandelijkse schijven per domiciliëring te betalen. De vervaldag van de betaling wordt dan maandelijks.
III. BASISVERZEKERINGSVOORWAARDEN
Artikel 6. Principes
§1. De Onderling Verzekerden dienen ten minste en ten alle tijde aan de volgende basisverzekeringsvoorwaarden te voldoen. Het Kerncomité behoudt evenwel het soevereine recht om op elk moment hogere en/of andere voorwaarden te stellen in functie van de verzekerbaarheid van het risico.
§2. Méér nog dan inzake andere te respecteren voorwaarden, dient de Onderling Verzekerde de Vereniging onverwijld op de hoogte te stellen, indien één van de basisverzekeringsvoorwaarden, zelfs het minste onderdeel ervan, niet of niet meer vervuld is. Zij zijn zo belangrijk dat het verzekeringscontract nooit zou afgesloten worden, indien ze niet vervuld zijn.
Artikel 7. Schulden t.a.v. overheidsinstanties
De BTW, de RSZ-bijdragen, de bedrijfsvoorheffing en alle andere taksen of heffingen moeten binnen de wettelijke termijnen betaald zijn, m.a.w. er mogen geen achterstallen of afbetalingsplannen genoteerd zijn. Het Kerncomité kan soeverein afzien van deze voorwaarde.
Artikel 8. Naleven van alle wetgeving
Het naleven van alle wettelijke en reglementaire vereisten is een absolute voorwaarde, inzonderheid de vestigingswetgeving, indien van toepassing.
Artikel 9. Verzekering beroepsaansprakelijkheid en uitbating
De Onderling Verzekerde dient te allen tijde over een geldige en voldoende verzekering te beschikken voor de uitbating van zijn beroepsactiviteit en tegen al zijn beroepsaansprakelijkheden, inzonderheid als reisorganisator, facilitator, reisdienstverlener en doorverkoper.
Artikel 10. Belangrijke financiële ratio's (niet-exhaustief)
§1. Solvabiliteit
(1) Principe
Inzake solvabiliteit moeten de netto eigen middelen van de Onderling Verzekerde 15% bedragen van het balanstotaal, zonder evenwel lager te mogen liggen dan 25.000,00 euro.
Met netto eigen middelen worden bedoeld: de eigen middelen, verminderd met de activa die het Kerncomité soeverein moeilijk realiseerbaar acht. Hiervoor komen onder meer de oprichtingskosten, de immateriële activa, de vorderingen op vennoten of statutaire of feitelijke bestuurders of de dubieuze vorderingen in aanmerking.
De netto eigen middelen kunnen naar soevereine appreciatie van het Kerncomité ook achtergestelde leningen bevatten.
(2) Bankwaarborg
Wanneer de netto eigen middelen toch lager liggen dan de hierboven bepaalde grenzen, kan het Kerncomité soeverein een bankwaarborg eisen. De netto eigen middelen mogen evenwel nooit minder dan 25.000,00 euro bedragen.
§2. Liquiditeit
(1) Positief bedrijfskapitaal
Inzake liquiditeit dient het bedrijfskapitaal van de Onderling Verzekerde steeds positief te zijn. Het Kerncomité vult deze ratio soeverein in per Onderling Verzekerde. In principe gaat het om het verschil tussen enerzijds de vorderingen op korte termijn, de liquide middelen, de beleggingen en de overlopende rekening op het actief en anderzijds de schulden op korte termijn en de overlopende rekening op het passief.
(2) Vaste kosten één maand
De liquide middelen dienen in principe de vaste kosten over één maand te dekken.
(3) De liquiditeitsratio's kunnen steeds geëvalueerd worden rekening houdend met de solvabiliteit en andere criteria. Desgevallend kan het Kerncomité ter zake soeverein een bank- of andere waarborg eisen.
§3. Rentabiliteit
Zeker indien de Onderling Verzekerde twee opeenvolgende jaren verlies maakt, kan het Kerncomité soeverein bijkomende voorwaarden opleggen, zoals een bankwaarborg.
Artikel 11. Mededeling van de financiële gegevens
§1. De analyse van de financiële ratio’s gebeurt op basis van de balansen en de resultatenrekeningen, bij voorkeur van de laatste drie jaren.
§2. Uiterlijk zes maanden na het sluiten van het boekjaar of binnen de drie werkdagen na de goedkeuring door de Algemene Vergadering of voor natuurlijke personen binnen de zes maanden volgend op het inkomensjaar, deelt de Onderling Verzekerde de jaarrekening, respectievelijk de winst-verliesrekening aan de Vereniging mee, geverifieerd en desgevallend gecorrigeerd door de revisor of een externe, gecertificeerde accountant.
De jaarrekening dient neergelegd te worden bij de Nationale Bank binnen de voorgeschreven termijnen.
§3. Het Kerncomité kan evenwel steeds een tussentijdse balans en resultatenrekening of een voorlopige jaarrekening, of een tussentijdse of voorlopige winst-verlies-rekening vragen, alsook eventueel jaarrekeningen van verbonden maatschappijen (moeder-, dochter-, zustervennootschap, franchise, enz...), dit alles ook bij wijziging van het boekjaar of bij uitstel van de Algemene Vergadering, en/of desgevallend alle geverifieerd.
§4. Nieuw opgerichte ondernemingen die nog niet over de jaarrekening beschikken, leggen hun ondernemingsplan voor, inclusief financieel plan, desgevallend vergezeld van een tussentijdse balans en resultatenrekening.
§5. Onderling verzekerden-natuurlijke personen dienen tevens een kopie van hun meest recente belastingaangifte en aanslagbiljet te bezorgen, van zodra beschikbaar.
§6. Het Kerncomité kan Onderling Verzekerden die wettelijk geen jaarrekeningen dienen neer te leggen, mits bijzondere voorwaarden die het soeverein bepaalt, van het voorleggen van een jaarrekening en/of de vervulling van de financiële ratio's ontheffen.
§7. Het Kerncomité kan Onderling Verzekerden wiens Omzetcijfer niet méér dan 20.000.000 euro bedraagt en de te verzekeren omzet vermeld in artikel 4 §1, niet méér dan 10.000.000 euro, toelaten de verificatie en desgevallend correctie van de jaarrekening door een revisor of een accountant, te vervangen door de verklaring vanwege een revisor of een externe, al dan niet gecertificeerde accountant, volgens een model door het Kerncomité bepaald.
4/ RISTORNOREGLEMENT (GF/RR25)
Artikel 1. Ristornovoorzieningen
(1) De Vereniging kan twee van elkaar onderscheiden ristornovoorzieningen aanleggen: één gevormd met de bijdragen voor de Bijstands- en de Annulatieverzekeringen, en/of één gevormd met de bijdragen voor de Terugbetalings- en Ontvangstverzekering.
De bepalingen in artikels 2 en 3 van het Ristornoreglement, worden afzonderlijk op elk van beide voorzieningen toegepast.
(2) Enkel van toepassing op de ristornovoorziening gevormd met de bijdragen voor de Bijstands- en de Annulatieverzekeringen, is de volgende bepaling: vanaf het boekjaar waarin de som van de eigen middelen en de egalisatievoorziening, gevormd met de bijdragen voor de verzekeringen in kwestie, van de Vereniging twintig miljoen euro overschrijdt, kan de Algemene Vergadering op voorstel van de Raad van Bestuur maximum de helft van het deel van het exploitatieresultaat dat vijfhonderdduizend euro overschrijdt, toewijzen aan deze voorziening voor ristorno’s, voor zover de bovenvermelde twintig miljoen euro hierbij ten minste behouden blijft.
Onder exploitatieresultaat wordt verstaan: de opbrengsten van de technische en de niet- technische rekeningen van de resultatenrekening van de Vereniging verminderd met de kosten van beide rekeningen, maar voor de toewijzing aan de voorzieningen voor egalisatie en voor ristorno’s.
Artikel 2. Modaliteiten
§1. Op voorstel van de Raad van Bestuur beslist de Jaarlijkse Algemene Vergadering in het jaar x+1 over het globaal bedrag van de toewijzing aan elke voorziening voor ristorno's voor het jaar x op de gefactureerde bijdragen voor jaar x.
§2. Elke Onderling Verzekerde heeft recht op ristorno's, behalve:
(1) zij wiens verzekeringscontract in voege is gegaan in jaar x en geen volledig jaar anciënniteit hebben op 31 december van het jaar x;
(2) zij die hun definitieve aangifte van omzetcijfer en uitsplitsing niet overeenkomstig de Algemene Voorwaarden en uiterlijk op eenendertig augustus van jaar x+1, aan de Vereniging hebben overgemaakt;
(3) zij die niet al hun statutaire en contractuele verplichtingen op eenendertig augustus van het jaar x en bij de uitkering van de ristorno's voldaan hebben (waaronder betaling van alle gefactureerde bijdragen en afrekeningen) tenzij het Kerncomité hiervan afwijkt.
(4) zij die onder toepassing vallen van artikel 4 §7 in fine van het Garantiereglement.
§3. De ristorno's worden uiterlijk op 31 december van jaar x+1 uitbetaald aan de rechthebbende Onderling Verzekerden. Eens de ristorno's over een bepaald jaar per rechthebbende Onderling Verzekerde definitief zijn toegewezen, kunnen er over het betrokken jaar geen andere ristorno's meer uitgekeerd worden.
§4. De betaling van het ristorno kan gecompenseerd worden met de vorderingen van de Vereniging op de rechthebbende Onderling Verzekerde.
§5. De niet-gekweten ristorno's verjaren drie jaar na de toewijzing ervan, alsook alle vorderingen op basis van het Ristornoreglement.
Artikel 3. Berekening
Het ristorno voor het jaar x wordt per rechthebbende Onderling Verzekerde toegekend door de Vereniging op basis van diens definitieve bijdrage voor jaar x en overeenkomstig de volgende berekeningswijze:
teller 1 maal teller 2 xxxxxx
De noemer omvat het totaal van de gefactureerde bijdragen en afrekeningen van het jaar x, desgevallend verminderd met de creditnota's op de bijdragen, van alle rechthebbende Onderling Verzekerden.
De teller 1 omvat de voorziening voor ristorno's die de Jaarlijkse Algemene Vergadering bepaald heeft voor jaar x.
De teller 2 omvat het bedrag van de totale bijdrage van het jaar x toegepast op de door de Vereniging goedgekeurde definitieve aangifte en uitsplitsing van de omzet van de rechthebbende Onderling Verzekerde.