Inhoudsopgave bij de Zakelijke brand verzekeringsvoorwaarden
Inhoudsopgave bij de Zakelijke brand verzekeringsvoorwaarden
HDI Global Specialty SE
Deel 1 Algemene voorwaarden - ALG.AV.2.S
Deel 2 Bijzondere voorwaarden voor de verzekering van Gebouwen, Inventaris, Goederen en Bedrijfsschade. BR.V.02.S
Deel 3 CLAUSULEBLAD BRANDVERZEKERINGEN BEHORENDE BIJ:
- VERZEKERING TEGEN GEBOUWEN, BEDRIJFSUITRUSTING/ INVENTARIS, GOEDEREN EN BEDRIJFSSCHADE
- ALGEMENE VOORWAARDEN (ALG.AV.2.S)
- BIJZONDERE VOORWAARDEN (BR.V.02.HGS)
Van de termen die cursief zijn weergegeven is een definitie opgeno- men.
I ALGEMEEN
1 GRONDSLAG
Deze verzekering is gebaseerd op het door verzekeringnemer en/of verzekerde volledig ingevulde, gedagtekende en ondertekende vra- genformulier en/of de daarbij verstrekte gegevens alsmede de tijdens de contracttermijn door verzekeringnemer en/of verzekerde verstrekte gegevens.
2 ONZEKERHEIDSVEREISTE
Deze verzekering beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid zoals be- doeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzekeraars respectievelijk een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten
van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde respectievelijk de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan.
3 DEFINITIES
3.1 Atoomkernreacties
Iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplij- ting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
3.2 Bereddingskosten
De kosten van maatregelen die door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor
– indien gevallen – (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verze- kering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
3.3 Contractjaar
Elke periode van 12 maanden te rekenen vanaf de ingangsdatum van
de verzekering en elke afzonderlijke daarop aansluitende verlenging voor een periode van 12 maanden. Indien een periode te rekenen vanaf de ingangsdatum tot de verlengingsdatum of vanaf een verlen- gingsdatum tot de datum van beëindiging van de verzekering korter is dan 12 maanden, dan wordt een dergelijke periode ook als één con- tractjaar beschouwd. Bij een contracttermijn korter dan 12 maanden
II. Omschrijving van de dekking
5. Wijziging van premie en voorwaarden
VI. Duur en einde van de verzekering
6. Duur en einde van de verzekering
VII. (Informatie)verplichtingen van verzekeringnemer en/of verzekerde 2
12. Inbreuk op handels- en/of economische sancties 3
wordt het contractjaar beschouwd gelijk te zijn aan de contracttermijn.
3.4 Contracttermijn
De periode aanvangende op de ingangsdatum van de verzekering tot de contractvervaldatum.
3.5 Contractvervaldatum
De datum waarop de verzekering eindigt.
3.6 Eigen risico
Het op het polisblad vermelde bedrag dat in geval van schade voor rekening van verzekerde blijft.
3.7 Franchise
Het op het polisblad vermelde bedrag waaronder schade niet wordt vergoed.
3.8 Milieuaantasting
Uitstoot, lozing, doorsijpeling, het loslaten of de ontsnapping van eni- ge vloeibare, vaste of gasvormige stof voor zover die een prikkelende werking en/of besmettende en/of bederf veroorzakende en/of veront- reinigende werking heeft in of op de bodem, lucht, het oppervlakte- water of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang).
3.9 Molest
Gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Deze begrippen zijn gedefinieerd in de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 bij de Griffie van de Rechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd onder nummer 136/1981.
3.10 Verzekeraars
De maatschappijen die gezamenlijk het verzekerde risico dragen, ieder voor het door of namens haar geaccepteerde aandeel.
3.11 Verzekerde
Degene die als zodanig op het polisblad en/of in de bijzondere voor- waarden is vermeld.
3.12 Verzekeringnemer
Degene die als zodanig op het polisblad is vermeld en met wie verze- keraars deze verzekering zijn aangegaan.
II OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
De dekking is omschreven op het polisblad en/of in Hoofdstuk II van de bijzondere voorwaarden.
III UITSLUITINGEN
De uitsluitingen zijn omschreven op het polisblad en/of in Hoofdstuk III van de bijzondere voorwaarden.
IV SCHADE
Schade is omschreven op het polisblad en/of in Hoofdstuk IV van de bijzondere voorwaarden.
V PREMIE EN VOORWAARDEN
4 PREMIEBETALING
4.1 Aanvangspremie
De aanvangspremie, kosten en assurantiebelasting zijn per de ingangs- datum dan wel per de wijzigingsdatum van de verzekering verschul- digd. Verzekeringnemer is verplicht de volledige aanvangs-premie, kosten en assurantiebelasting uiterlijk binnen 30 dagen na dagteke- ning van de premienota te voldoen. Indien verzekeringnemer deze verplichting niet nakomt wordt, zonder dat een nadere ingebreke-stel- ling door verzekeraars is vereist, de dekking de 31e dag na dagteke- ning van de premienota geschorst. Verzekeringnemer blijft verplicht de volledige premie, kosten en assurantiebelasting aan verzekeraars te voldoen.
4.1.1 Weigering tot betalen
Indien verzekeringnemer de aanvangspremie, kosten en assuran- tiebelasting weigert te betalen, wordt de dekking direct ingaande geschorst.
4.2 Vervolgpremie
De vervolgpremie, kosten en assurantiebelasting zijn, tenzij anders overeengekomen, per de op het polisblad genoemde premie-vervalda- tum, dan wel per de datum die op de premienota is vermeld, ver- schuldigd. Verzekeringnemer is verplicht de volledige vervolgpremie, kosten en assurantiebelasting op de premie-vervaldatum dan wel per de datum die op de premienota is vermeld te hebben voldaan. Indien verzekeringnemer ook na aanmaning deze verplichting niet nakomt, wordt de dekking geschorst met inachtneming van een termijn van 14 dagen aanvangende de dag na aanmaning. Verzekeringnemer blijft verplicht de volledige premie, kosten en assurantiebelasting aan verze- keraars te voldoen.
4.2.1 Weigering tot betalen
Indien verzekeringnemer de vervolgpremie, kosten en assurantiebelas- ting weigert te betalen, wordt de dekking zonder dat een nadere inge- brekestelling door verzekeraars is vereist, direct ingaande geschorst.
4.3 De consequenties van de in artikel 4.1 en 4.2 bedoelde schorsing van dekking wordt omschreven in de bijzondere voorwaarden.
4.4 De dekking zal worden hersteld de dag na de dag waarop verzekeraars het verschuldigde bedrag voor het geheel hebben ontvangen zoals omschreven in de bijzondere voorwaarden. In geval van overeengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaalde en verschuldigde termijnen zijn voldaan.
4.5 Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de premie die verzekeringnemer in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd is.
4.6 Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging van de verzekering verschuldigd is, alsmede de premie die verzekeringnemer in geval van naverrekening als suppletiepremie verschuldigd is.
4.7 Ingeval van wanbetaling van de premie, kosten en assurantiebelasting komen alle gemaakte incassokosten en wettelijke rente, zowel in als buiten rechte, ten laste van de verzekeringnemer.
5 WIJZIGING VAN PREMIE EN VOORWAARDEN
5.1 Verzekeraars hebben het recht de premie en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen te wijzigen. Behoort deze verzekering tot die groep, dan zijn verzekeraars gerechtigd de premie en/of voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijziging aan te passen en wel op een door hen te bepalen datum. Verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd tenzij hij binnen één maand
na ontvangst van de kennisgeving schriftelijk heeft opgezegd. In dit laatste geval eindigt de verzekering op de datum die in de mededeling door verzekeraars is genoemd.
5.2 De mogelijkheid van opzegging van de verzekering door
verzekeringnemer geldt niet indien:
x. xx xxxxxxxxx van de premie en/of voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
x. xx xxxxxxxxx een verlaging van de premie bij gelijkblijvende dekking inhoudt;
c. de wijziging een uitbreiding van de dekking zonder premieverhoging inhoudt;
x. xx xxxxxxxxx verband houdt met voor verzekeraars bindende (gedrags)regels die in de verzekeringsbranche in het kader van zelfregulering tot stand zijn gekomen.
VI DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
6 DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
6.1 De verzekering is aangegaan voor de op het polisblad vermelde
contracttermijn en vangt aan om 00.00 uur en eindigt om 00.00 uur op de betreffende ingangsdatum en contractvervaldatum, tenzij in de bijzondere voorwaarden anders is vermeld.
6.2 De verzekering wordt per de contractvervaldatum verlengd voor de op het polisblad genoemde periode dan wel de door verzekeringnemer en verzekeraars overeengekomen periode, indien en voor zover dit nadrukkelijk is overeengekomen, tenzij de verzekering twee maanden voor die datum door verzekeraars en/of verzekeringnemer schriftelijk is opgezegd.
6.3 Indien de verzekering, na afloop van de geldende contracttermijn, stilzwijgend wordt verlengd, dan wordt deze steeds verlengd voor een periode van maximaal 12 maanden.
6.4 Indien verzekeringnemer in gebreke is de volledige premie, kosten en assurantiebelasting te betalen, hebben verzekeraars het recht de verzekering tussentijds op te zeggen, met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden.
6.5 De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door verzekeraars binnen twee maanden na de ontdekking dat verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij
heeft gehandeld met het opzet verzekeraars te misleiden dan wel verzekeraars de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zouden hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
VII (INFORMATIE)VERPLICHTINGEN VAN VERZEKE- RINGNEMER EN/OF VERZEKERDE
De (informatie)verplichtingen van verzekeringnemer en/of verzekerde
zijn omschreven op het polisblad en/of in Hoofdstuk VII van de bijzon- dere voorwaarden.
VIII OVERIGE BEPALINGEN
7 GESCHILLEN
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen die uit deze overeenkomst en de uitvoering daarvan mochten voort- vloeien, worden ter beslechting voorgelegd aan de bevoegde sector van de Rechtbank te Rotterdam, die in eerste instantie bij uitsluiting bevoegd is over dergelijke geschillen te oordelen.
8 KLACHTENBEHANDELING
Klachten en geschillen die betrekking hebben op de totstandkoming en uitvoering van deze verzekering kunnen worden ingediend bij:
HDI Global Specialty SE, the Netherlands
t.a.v. de Klachtencoördinator Postbus 925
3000 AX Rotterdam
Website: xxx.xxx-xxxxxxxxx.xxx
Indien verzekeringnemer een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (of een rechtspersoon, waar- van de doelstelling is gericht op het particuliere belang van bestuur- ders en/of deelnemers c.q. leden) dan kan zij zich - wanneer zij het oordeel van verzekeraars niet bevredigend vindt - wenden tot de:
Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) Postbus 93257
2509 AG Den Haag Tel: 070 - 000 0 000
De Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening beslist over de ontvankelijkheid en de wijze van afhandeling van de klacht.
Wanneer verzekeringnemer geen gebruik wil of kan maken van deze klachtenbehandelingsmogelijkheden kan verzekeringnemer het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter.
9 MEDEDELINGEN
Alle mededelingen van verzekeraars en verzekeringnemer onderling kunnen geschieden via de op het polisblad genoemde bemiddelaar in verzekeringen. Mededelingen van verzekeraars rechtstreeks aan verzekeringnemer geschieden rechtsgeldig aan het laatste door ver-
zekeringnemer, al dan niet via de bemiddelaar in verzekeringen, aan
verzekeraars opgegeven adres.
10 PERSOONSGEGEVENS
HDI verwerkt persoonsgegevens. HDI heeft deze gegevens nodig in het kader van het tot stand komen van de verzekeringsovereenkomst en in het kader van de verdere uitvoering die HDI geeft aan de verzekerings- overeenkomst (zoals: risico-inspectie, premie-incasso en schadebehan- deling) Daarnaast vindt de verwerking plaats om te voldoen aan wet- en regelgeving en om gerechtvaardigde belangen van HDI en derden (zoals: marketingdoeleinden, bestrijding van verzekeringsfraude en andere vormen van verzekeringscriminaliteit, strategische analyses) te kunnen behartigen. HDI kan ook bijzondere categorieën van persoons- gegevens en persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroorde- lingen en strafbare feiten verwerken.
Persoonsgegevens die HDI van u verkrijgt kunnen in het kader van de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst en/of ten behoeve van onze dienstverlening worden verstrekt aan derden (zoals: experts, schadeherstel- en bergingsbedrijven, arbo-artsen, onderzoeksbureaus, dienstverleners, toezichthouders, politie en justitie).
Voorts kan HDI in verband met een verantwoord acceptatiebeleid uw persoonsgegevens doorgeven aan en raadplegen bij de Stichting CIS te Den Haag. Doelstelling hiervan is risico’s te beheersen en verzekerings- fraude en andere vormen van verzekeringscriminaliteit tegen te gaan. Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing. Zie ook xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. Op de verwerking van uw persoonsgegevens is de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Verzekeraars van toepas- sing. Een brochure van deze gedragscode kunt u opvragen bij HDI. De volledige tekst van de gedragscode kunt u raadplegen via de website van het Verbond van Verzekeraars xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. U kunt de gedragscode ook opvragen bij het Verbond van Verzekeraars (Postbus 93450, 2509 AL Den Haag.)
U heeft het recht om geïnformeerd te worden over de persoons-ge- gevens die HDI van u heeft verwerkt. Onder bepaalde voorwaarden kunt u HDI verzoeken om uw persoonsgegevens te corrigeren, te laten aanvullen of te laten verwijderen. Daarnaast heeft u het recht om in bepaalde gevallen de verwerking te beperken. De door u aan HDI ver- strekte persoonsgegevens kunt u in bepaalde gevallen in een gestruc- tureerde, gangbare en machineleesbare vorm verkrijgen.
Verdere informatie over de persoonsgegevens die HDI verwerkt, de doelstellingen en juridische grondslag voor de gegevensverwerking, de categorieën van ontvangers van uw persoonsgegevens, uw rechten onder AVG, de wijze waarop u deze kunt uitoefenen en bij wie u een
klacht kunt indienen, kunt u nalezen in ons privacy statement. Dit kunt u raadplegen via de website van HDI op xxx.xxx-xxxxxxxxx.xxx of opvragen bij HDI.
Ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens treedt HDI (voluit HDI Global Specialty SE, the Netherlands, kantoorhoudend aan de Xxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx) op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de AVG.
Toezichthouder op de verwerking van persoonsgegevens door HDI Global Specialty SE is die Landesbeauftragte für den Datenschutz Nie- dersachsen, Hannover, Duitsland (xxx.xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx).
Toezichthouder op de verwerking van persoonsgegevens door HDI in Nederland zonder grensoverschrijdend karakter is de Autoriteit Persoonsgegevens, Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag. Klachten over
de verwerking van uw persoonsgegevens kunt u indienen bij HDI. Bent u het niet eens met de wijze waarop uw klacht is afgehandeld, dan kunt u een klacht indienen bij Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (“Kifid”), Postbus 93257, 2509 AG Den Haag of bij de toezichthouder.
11 VOORRANGSREGEL
Deze algemene voorwaarden zijn op iedere gesloten verzekering van toepassing en vormen een geheel met de bijzondere, per verzekering geldende voorwaarden. De voorrangsregel is op deze verzekering van toepassing, hetgeen betekent dat de clausules voorgaan op de bijzon- dere voorwaarden en dat de bijzondere voorwaarden voorgaan op de algemene voorwaarden.
12 INBREUK OP HANDELS- EN/OF ECONOMISCHE SANCTIES
Verzekeraars zijn niet gehouden om dekking of schadeloosstelling te bieden krachtens deze verzekering, indien dit een inbreuk zou vormen op sanctiewet- en regelgeving uit hoofde waarvan het verzekeraars verboden is om krachtens deze verzekering dekking te bieden of een schadeloosstelling uit te keren. De bijzondere voorwaarden kunnen aanvullende dan wel branche specifieke sanctiebepalingen bevatten.
13 TERRORISMEDEKKING
bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismescha- den N.V. (NHT)
Voor schade als gevolg van terrorisme, kwaadwillige besmetting en/of preventieve maatregelen en handelingen of gedragingen ter voorbe- reiding daarvan, hierna zowel gezamenlijk als afzonderlijk te noemen het “terrorismerisico”, is de schadevergoeding/dekking beperkt tot de uitkering zoals omschreven in artikel 13.1, 13.2 en 13.3.
Artikel 13.1 Begripsomschrijvingen
In artikel 13 wordt - voor zover niet anders blijkt - verstaan onder:
13.1.1 Terrorisme:
Gewelddadige handelingen en/of gedragingen - begaan buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aan- slagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ontstaat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oog- merk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
13.1.2 Kwaadwillige besmetting:
Het - buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)
directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden
- al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitge- voerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
13.1.3 Preventieve maatregelen:
Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/ of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.
13.1.4 Nederlandse Herverzekeringmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT):
Een door het Verbond van Verzekeraars opgerichte herverzekerings- maatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzeke- ringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de
in artikel 13.1.1, 13.1.2 en 13.1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
13.1.5 Verzekeringsovereenkomsten:
a. Overeenkomsten van schadeverzekering voor zover zij overeenkomstig het bepaalde in artikel 1:1 onder “staat waar het risico is gelegen” van de Wet op het financieel toezicht betrekking hebben op in Nederland gelegen risico’s.
b. Overeenkomsten van levensverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
c. Overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met een gewone
verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
13.1.6 In Nederland toegelaten verzekeraars:
Levens-, natura-uitvaart- en schadeverzekeraars die op grond van de Wet op het financieel toezicht bevoegd zijn om in Nederland het ver- zekeringsbedrijf uit te oefenen.
Artikel 13.2 Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico
13.2.1 Indien en voor zover, met inachtneming van de in artikel 13.1.1,
13.1.2 en 13.1.3 gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met:
a. terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen;
b. handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen;
hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar xxxxxxx van iedere bij haar ingediende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar terzake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken ver- zekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzekerin- gen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw gesteld op de krachtens de Wet op het financieel toezicht aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering.
13.2.2 De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervoor genoemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Vorengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen.
13.2.3 In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op:
a. xxxxxx aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan;
b. gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in artikel 1 tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen.
Voor de toepassing van dit artikellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/ of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50
meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er tenminste een op het risicoadres is gelegen.
Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en ven- nootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen te- zamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door
welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
Artikel 13.3 Uitkeringsprotocol NHT
13.3.1 Op de herverzekering van de verzekeraar bij de NHT is van toepassing het Protocol afwikkeling claims (hierna te noemen het Protocol). Op grond van de in dit Protocol vastgestelde bepalingen is de NHT onder meer gerechtigd de uitkering van de schadevergoeding of het verzekerde bedrag uit te stellen tot het moment waarop zij kan bepalen of en in hoeverre zij over voldoende financiële middelen beschikt om alle vorderingen waarvoor zij als herverzekeraar dekking biedt, voor het geheel te voldoen. Voor zover de NHT niet over voldoende financiële middelen blijkt te beschikken, is zij gerechtigd overeenkomstig bedoelde bepalingen een gedeeltelijke uitkering aan de verzekeraar te doen.
13.3.2 De NHT is, met in achtneming van het gestelde in bepaling 7 van het Protocol afwikkeling claims, bevoegd om te beslissen of
een gebeurtenis in verband waarmee aanspraak op uitkering wordt gedaan, als een gevolg van de verwezenlijking van het terrorismerisico moet worden aangemerkt. Een daartoe strekkend en overeenkomstig voornoemde bepaling genomen besluit van de NHT, is bindend
jegens verzekeraar, verzekeringnemer, verzekerden en tot uitkering gerechtigden.
13.3.3 Eerst nadat de NHT aan de verzekeraar heeft medegedeeld welk bedrag, al dan niet bij wijze van voorschot, terzake van een vordering tot uitkering aan haar zal worden uitgekeerd, kan de verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de in artikel 13.3.1 bedoelde uitkering terzake tegenover de verzekeraar aanspraak maken.
13.3.4 De herverzekeringsdekking bij de NHT is ingevolge bepaling 16 van het Protocol slechts van kracht voor aanspraken op schadevergoeding en/of uitkering die worden gemeld binnen twee jaar nadat de NHT van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid heeft vastgesteld dat deze als een verwezenlijking van het terrorismerisico in de zin van artikel 13 wordt beschouwd.
Artikel 13.4 Uitsluiting
Van deze verzekering is uitgesloten alle overige schade veroorzaakt door, als gevolg van en/of verband houdende met het terrorismerisico.
Bijzondere voorwaarden voor de verzekering van Gebouwen, Inventaris, Goederen en Bedrijfsschade. BR.V.02.S
Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Inhoudsopgave
I
II III IV V VI VII VIII IX X XI XII XIII XIV XV
Definities
Omvang van de dekking Gedekte gebeurtenissen Uitsluitingen
Verplichtingen in geval van schade Schadevaststelling
Vergoeding van schade en kosten Aanvulling op algemene voorwaarden Bekendheid en risicowijziging
Algemene verplichtingen van verzekerde Andere verzekeringen
Overgang van het zakelijk belang Overige bepalingen Productvoorwaarden zaakschade Productvoorwaarden bedrijfsschade
Van de termen die cursief zijn weergegeven is een definitie opgenomen.
I DEFINITIES
1.1 Bedrijfsschade
De vermindering van de brutowinst onder aftrek van besparingen, welke is opgetreden gedurende de uitkeringstermijn, als gevolg van schade aan of verlies van de gevaarsobjecten, ontstaan tijdens de duur van deze verzekering. Deze schade moet zijn veroorzaakt door de in hoofdstuk III genoemde gebeurtenissen, ongeacht of deze zijn veroorzaakt door de aard of een gebrek van het gevaarsobjecten. Niet verzekerd is bedrijfsschade door zaakschade aan gevaarsobjecten als gevolg van een in hoofdstuk IV genoemde uitsluiting.
1.2 Bedrijfsuitrusting/inventaris
Alle roerende zaken, met uitzondering van goederen, huishoudelijke inboedel, dieren, geld, geldswaardig papier, onbewerkte edele metalen en ongezette edelstenen.
Motorvoertuigen, aanhangwagens, caravans en vaartuigen, alles met inbegrip van losse onderdelen, accessoires en toebehoren, zijn alleen meeverzekerd indien dit op het polisblad is vermeld.
1.3 Brutowinst
De omzet verminderd met de variabele kosten. Dit is gelijk aan de vaste kosten vermeerderd met de nettowinst of verminderd met het nettoverlies.
1.4 Effectief bedrag
De brutowinst over een periode welke gelijk is aan de overeengekomen uitkeringstermijn. (Of er sprake is van een effectief bedrag moet blijken uit het polisblad)
1.5 Eigenaarsbelang
De kosten door verzekerde in de hoedanigheid van individuele appartementsrechteigenaar gemaakt voor aan- en verbouwingen aan het gebouw, welke eigendom is van de Vereniging Van Eigenaren, waartoe verzekerde behoort.
1.6 Europa
De landen van de Europese Unie, Andorra, (Turks) Cyprus, IJsland, Kanaaleilanden, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Xxxxxx, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.
1.7 Extra kosten
De kosten die worden gemaakt om de
bedrijfsschade te beperken.
1.8 Gebouw
De op het polisblad omschreven onroerende zaak met alles wat daarvan deel uitmaakt. Voor zover niet voor afzonderlijke bedragen verzekerd, zijn in de omschrijving alle bouwsels begrepen die bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven (met inbegrip van hekwerken en terreinafscheidingen). De funderingen zijn alleen meeverzekerd indien dit op het polisblad is vermeld.
1.9 Gevaarsobjecten
De gebouwen, het eigenaarsbelang, het huurdersbelang, de bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen, welke aanwezig zijn op het in het polisblad genoemde adres.
1.10 Goederen
Grondstoffen, hulpstoffen, halffabricaten, eindproducten, goederen in bewerking en emballage.
1.11 Herbouwwaarde
Het bedrag dat benodigd is voor herbouw van het verzekerde gebouw onmiddellijk na de gebeurtenis met dezelfde constructie en indeling en op dezelfde locatie.
1.12 Herinvestering
Het aanwenden van de schadevergoeding voor herstel (her)bouw en/of aanschaf van verzekerde zaken ter voortzetting van het bedrijf voor zover dit valt binnen de omschrijving op het polisblad.
1.13 Huurdersbelang
De kosten door verzekerde in de hoedanigheid van huurder gemaakt voor aan- en verbouwingen aan het gehuurde gebouw of ruimten.
1.14 Indexering
Automatische en ononderbroken aanpassing van het verzekerde bedrag aan de overeengekomen index.
1.15 Jaarbedrag
De brutowinst over de periode van 1 jaar. (of er sprake is van een jaarbedrag moet blijken uit het polisblad)
1.16 Kostprijs
Het bedrag dat benodigd is voor de aanschaf van goederen, vermeerderd met de eventuele toegevoegde waarde.
1.17 Neerslag
Regen, hagel, ijzel, sneeuw en smeltwater.
1.18 Nettowinst
De omzet van het bedrijf verminderd met alle kosten om deze inkomsten te genereren.
1.19 Nieuwwaarde
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
1.20 Opruimingskosten
De kosten voor het afbreken, wegruimen, kosten van onderzoek, afvoeren, storten en vernietigen van de verzekerde gevaarsobjecten, voor zover deze kosten niet zijn meegenomen in de schadevaststelling. Deze dekking geldt uitsluitend voor de kosten welke gemaakt worden op het in het polisblad genoemde risicoadres en tot 50 meter daarbuiten, gerekend vanaf de kadastrale erfafscheiding. De kosten dienen het noodzakelijk gevolg te zijn van een onder deze verzekering gedekte schade. Kosten die verband houden met verontreiniging in de grond of water valt niet onder de dekking.
1.21 Reconstructiekosten
De gemaakte kosten om administratieve en financiële gegevens, tekeningen etc., die voor de voortgang van het bedrijf noodzakelijk zijn te reconstrueren, reproduceren en opnieuw in de administratie van verzekerde op te nemen. (of reconstructiekosten zijn meeverzekerd moet blijken uit het polisblad)
1.22 Schade
Schade is het nadelige gevolg van een gebeurtenis.
1.23 Sloopwaarde
Het bedrag dat zou kunnen worden verkregen voor de nog bruikbare of waardevolle onderdelen van het gebouw, verminderd met de opruimingskosten.
1.24 Uitkeringstermijn
Deze vangt aan op de dag dat de bedrijfsschade ontstaat en eindigt wanneer de bedrijfsactiviteiten niet meer worden beïnvloed door de schadeveroorzakende gebeurtenis. De maximumtermijn is vermeld op het polisblad.
1.25 Variabele kosten
De kosten die afhankelijk van het niveau van de bedrijfsactiviteiten toe- of afnemen.
1.26 Vaste kosten
De kosten die ongeacht het niveau van de bedrijfsactiviteiten doorlopen.
1.27 Verkoopwaarde
Het bedrag dat bij verkoop in het normale verkeer en uitgaande van dezelfde bestemming van het gebouw (met uitzondering van de grond) verkregen zou kunnen worden.
1.28 Vervangingswaarde
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken. Indien er geen vervangingsmarkt bestaat dan wordt de hoogste uitkomst aangehouden van:
- de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor technische veroudering;
- de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor economische veroudering.
Hierbij wordt rekening gehouden met de staat van onderhoud van de zaak.
1.29 Verzekeraars
De maatschappijen, zoals vermeld op het polisblad, die gezamenlijk het verzekerde risico dragen, ieder voor het door of namens haar geaccepteerde aandeel.
1.30 Verzekerde
In aanvulling op artikel 3.11 van de Algemene Voorwaarden wordt de verzekerde geacht ook de verzekeringnemer te zijn, tenzij op het polisblad anders is vermeld.
1.31 Verzekerde zaken
De op het polisblad omschreven verzekerde
gevaarsobjecten.
1.32 Zakelijk belang
Het belang van verzekerde bij het behoud van de verzekerde zaken uit hoofde van eigendom of een ander zakelijk recht of het dragen van het risico voor het behoud daarvan.
1.33 Zonnestroominstallatie
Het systeem wat is gemonteerd op het dak van het gebouw of aard- en nagelvast in- en op de grond op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, bestaande uit zonnepanelen, een omvormer en alle aan- en toebehoren welke dient om zonnelicht om te zetten in elektrische energie.
II OMVANG VAN DE DEKKING
2.1 Dekking
Verzekerd wordt het zakelijk belang tegen zaakschade en bedrijfsschade als vermeld in artikel
2.2 en 2.3 indien en voor zover de schade het gevolg is van een gebeurtenis zoals genoemd in hoofdstuk III, waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat
daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel nog zou ontstaan.
2.2 Zaakschade
Schade aan of verlies van de op het polisblad genoemde verzekerde zaken op het in het polisblad verzekerde risico-adres, die is veroorzaakt door de in artikel III genoemde gebeurtenissen, ongeacht of deze zijn veroorzaakt door de aard of een gebrek van de verzekerde zaken. Niet verzekerd is schade aan de verzekerde zaken als gevolg van een in hoofdstuk 4 genoemde uitsluiting.
2.3 Bedrijfsschade
De op het polisblad genoemde bedrijfsschade als gevolg van schade aan of verlies van de verzekerde zaken is gedekt als de oorzaak hiervan het directe gevolg is van een in hoofdstuk III genoemde gedekte gebeurtenis. Niet verzekerd is bedrijfsschade als gevolg van een in hoofdstuk IV genoemde uitsluiting.
III GEDEKTE GEBEURTENISSEN
Indien de dekking op het polisblad nader is omschreven, dan worden onderstaande gedekte gebeurtenissen beperkt tot de gebeurtenissen zoals vermeld op het polisblad.
3.1 Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten: Derhalve is onder andere geen brand:
- Zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- Doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- Oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
3.2 Ontploffing
Onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, met inachtneming van het volgende. Voor de vaststelling of sprake is van een ontploffing dient het volgende onderscheid te worden gemaakt:
- Binnen een vat:
Binnen een, al dan niet gesloten, vat dient een opening in de wand van het vat te zijn ontstaan door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen en door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling gelijk aan elkaar zijn geworden. Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn is niet relevant.
- Buiten een vat:
Buiten een vat moet die krachtsuiting het onmiddellijk gevolg zijn van een scheikundige reactie.
Onder ontploffing wordt niet verstaan implosie.
3.3. Lucht- en ruimtevaartuigen
Het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp.
3.4 Blikseminslag
Als de blikseminslag aantoonbaar is ingeslagen op één of meerdere van de verzekerde zaken ook als dit geen brand tot gevolg heeft gehad.
3.5 Overspanning/inductie
Als gevolg van bliksemontlading anders dan begrepen onder artikel 3.4.
3.6 Storm
Een windsnelheid van minstens 14 meter per seconde (windkracht 7).
3.7 Luchtdruk
Als gevolg van startende en/of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen of het doorbreken van de geluidsbarrière.
3.8 Water, stoom, blusmiddel
Water, stoom of blusmiddel gestroomd of overgelopen uit binnen of buiten het gebouw gelegen leidingen of daarop aangesloten toestellen respectievelijk installaties van waterleiding, centrale verwarming en sprinklers e.d. als gevolg van het springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect.
Tevens worden vergoed de kosten van:
- Het opsporen van de breuk of defect aan de leiding en het daarmee verband houdende herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw;
- Het herstel van de beschadigde leidingen, installaties en toestellen bij springen door vorst, mits deze kosten voor rekening van verzekerde komen;
- Herstel van aquaria en de inrichting daarvan ingeval er sprake is van breuk of defect.
3.9 Neerslag
Mits onvoorzien het gebouw binnengekomen. Tevens is hagelschade die schade aanbrengt aan het gebouw verzekerd en onvoorziene schade aan het gebouw door het gewicht van neerslag dat drukt op (een deel van) het gebouw.
Uitgesloten is schade:
- Welke is binnengekomen als gevolg van openstaande ramen, deuren, luiken of andere openingen;
- Bestaande uit reparatiekosten van daken, dakgoten en regenwaterafvoerpijpen, tenzij dit het gevolg is van het gewicht van de neerslag en geen andere uitsluiting van toepassing is;
- Als gevolg van vochtdoorlating van muren;
- Als gevolg van constructiefouten;
- Als gevolg van achterstallig onderhoud;
- Aan goederen en bedrijfsuitrusting/inventaris in kelders en souterrains indien niet geplaatst op vlonders, pallets of rekken op tenminste 15cm boven de vloer.
3.10 Diefstal
Van tot het verzekerde gebouw behorende materialen, alsmede de beschadiging van dat gebouw als gevolg daarvan.
3.11 Inbraak
Inbraak, diefstal of poging daartoe, waarbij de dader het gebouw, waarin zich de verzekerde zaken bevinden, is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen, door middel van braak van buitenaf of een daarmee binnenshuis gemeenschap hebbend gebouw.
Indien in het gebouw meerdere bedrijven of instellingen zijn gevestigd dan is aan het hierboven gestelde voldaan als de dader het bij verzekerde in gebruik zijnde perceelsgedeelte door middel van braak is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen.
Onder braak van buitenaf wordt niet verstaan het verbreken van terreinafscheidingen en hekwerken.
3.12 Vandalisme
Mits de dader het gebouw door middel van inbraak is binnengedrongen.
Deze dekking geldt niet voor gebouwen of gedeelten die buiten gebruik zijn gesteld of geheel of gedeeltelijk gekraakt zijn, alsmede voor terreinafscheidingen en hekwerken.
3.13 Xxxxxxxx en overval
Mits vergezeld van fysiek geweld of bedreiging.
3.14 Glasbreuk
De gevolgen van het breken van het glas van ruiten, vitrines, spiegels en wandversieringen. Het glas zelf, met uitzondering van spiegels en wandversieringen, is uitgesloten.
3.15 Aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading Niet gedekt is schade aan of het verlies van het
voertuig of vaartuig respectievelijk de lading die de
schade veroorzaakt.
3.16 Olie en andere vloeistoffen Gestroomd of gelekt uit vast opgestelde verwarmings- of kookinstallaties of de daarbij
behorende leidingen en tanks als gevolg van een plotseling optredend defect.
3.17 Rook en roet
Plotseling uitgestoten door een op een afvoerkanaal aangesloten verwarmings- of kookinstallatie.
3.18 Storing in koelkasten en diepvriezers Deze dekking geldt alleen voor verzekerde inhoud van koelkasten en diepvriezers. De maximale
vergoeding na aftrek van een eventueel eigen risico bedraagt € 5.000,00.
3.19 Het omvallen van kranen, hoogwerkers, heistellingen, windmolens, antennes, bomen, vlaggen, licht- en zendmasten, en/of het losraken van delen daarvan
Schade aan deze zaken is zelf niet gedekt, tenzij de schade is veroorzaakt door een andere verzekerde gebeurtenis.
3.20 Het kappen- en/of snoeien van bomen
3.21 Bijtende stoffen
Voor zover niet ontstaan als gevolg van reiniging, reparatie, vernieuwing of productiefouten.
3.22 Relletjes of opstootjes
Incidentele collectieve geweldsmanifestaties
3.23 Meteorieten
3.24 Aardverschuiving
Niet gedekt is schade door verzakking. Indien de aardverschuiving is veroorzaakt door een aardbeving of een andere uitgesloten gebeurtenis is er ook geen dekking. Daarnaast dient de gebeurtenis plotseling te zijn.
3.25 Onbereikbaarheid
Bedrijfsschade is verzekerd indien veroorzaakt door het onbereikbaar zijn van de verzekerde zaken als gevolg van schade aan of verlies van naburige zaken door een verzekerde gebeurtenis.
IV UITSLUITINGEN
Van de verzekering is uitgesloten schade die verband houdt met en/of voortvloeit uit:
4.1 Molest
Gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Deze begrippen zijn gedefinieerd in de tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 bij de Griffie van de Rechtbank in Den Haag is gedeponeerd onder nr.
136/1981.
4.2 Atoomkernreacties
Iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit. De uitsluiting geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële landbouwkundige medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat de benodigde vergunning(en) voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen door de overheid moet(en) zijn afgegeven. Voor zover krachtens de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht.
4.3 Aardbeving, vulkanische uitbarsting
Bij schaden die ontstaan tijdens of binnen 24 uur na een aardbeving of vulkanische uitbarsting nabij de verzekerde zaken, dient verzekerde te bewijzen dat de schade hier niet aan toe te schrijven was.
4.4 Overstroming
Ten gevolge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen ongeacht of de overstroming werd veroorzaakt door storm. Brand of ontploffing als gevolg van een overstroming valt niet onder deze uitsluiting.
4.5 Onbewerkte edele metalen, ongezette edelstenen, geld en geldswaardig papier Behoudens het bepaalde in artikel 3.13 en artikel 14.7.
4.6 Eigen schuld
Opzet en roekeloosheid van verzekerde of in opdracht of met goedvinden van verzekerde.
4.7 Illegale activiteiten
Ongeacht of verzekerde van de activiteiten op de hoogte was. Enkele voorbeelden van illegale activiteiten zijn: teelt, fabricage of handel in producten die onder de Opiumwet vallen, het produceren of bezitten van illegaal vuurwerk en het illegaal bezitten van wapens en/of munitie.
4.8 Bedrijfsschade zonder relatie met de gebeurtenis
Als bedrijfsschade is ontstaan die ook zou zijn ontstaan als de schade niet zou hebben plaatsgevonden.
4.9 Boetes
Ten gevolge van contractbreuk, vertraagde uitvoering van opdrachten of het niet uitvoeren van opdrachten.
4.10 Afschrijving van debiteuren
4.11 Bedrijfsschade als gevolg van gedekte gebeurtenissen bij toeleveranciers en afnemers Tenzij anders vermeld op het polisblad.
V VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN SCHADE
5.1 Schademeldingsplicht
Verzekerde is verplicht verzekeraars zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is kennis te geven van iedere gebeurtenis waaruit voor verzekeraars een verplichting tot schadevergoeding kan ontstaan. Bij vermoeden van een strafbaar feit dient verzekerde ook aangifte te doen bij de politie.
5.2 Schade-informatieplicht
Verzekerde is verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeraars alle inlichtingen te verschaffen die voor verzekeraars nodig zijn om hun uitkeringsplicht te beoordelen.
5.3 Medewerkingsplicht
Verzekerde is verplicht volle medewerking te verlenen, de aanwijzingen van verzekeraars of de door hen benoemde expert op te volgen en alles
na te laten wat de belangen van verzekeraars zou kunnen schaden. Daarnaast is verzekerde verplicht al het mogelijke te doen om verdere schade te voorkomen of te beperken.
5.4 Het niet nakomen van verplichtingen Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekerde een of meer van de in dit hoofdstuk genoemde verplichtingen niet is nagekomen en voor zover verzekeraars daardoor in hun belangen zijn geschaad.
5.5 Opzettelijke misleiding
Ieder recht op uitkering vervalt indien de verzekerde een of meer van de in dit hoofdstuk genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet om verzekeraars te misleiden. Indien hier sprake van is hebben verzekeraars het recht de polis met onmiddellijke ingang te beëindigen.
VI SCHADEVASTSTELLING
6.1 Onderling overleg
De schade wordt geregeld in onderling overleg tussen verzekerde en verzekeraars. Als de schade wordt geregeld door de benoeming van experts gelden de volgende artikelen:
6.2. Benoeming experts
6.2.1 Als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade geldt een taxatie die is gemaakt door een gezamenlijk te benoemen expert of door 2 experts, waarvan verzekerde en verzekeraars er ieder één benoemen. In het laatste geval benoemen beide experts vóór aanvang van hun werkzaamheden samen een derde expert. Bij gebrek aan overeenstemming stelt deze, na beide experts gehoord (of behoorlijk opgeroepen) te hebben) de omvang van de schade vast overeenkomstig de polis, de voorwaarden en clausules en binnen de grenzen van de schadetaxaties van beide experts. De experts hebben het recht zich door deskundigen te laten bijstaan. Iedere partij kan voor gebouwen (of appartementsgerechtigdenbelang of huurdersbelang), bedrijfsuitrusting/inventaris, goederen en bedrijfsschade de benoeming van een afzonderlijke expert verlangen.
6.2.2 Benoeming van expert(s) en aanvaarding van de opdracht moeten blijken uit een door verzekerde en expert(s) te ondertekenen akte, waarvan het model door de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs B.A. is gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam.
6.2.3 Indien enige benoeming door nalatigheid of door gebrek aan overeenstemming niet tot stand komt, zal een benoeming door de Voorzitter van de Kamer van Koophandel in Amsterdam of Rotterdam worden gedaan en voor beide partijen
bindend zijn. De partij van wie dit verzoek is uitgegaan geeft hiervan kennis aan de wederpartij.
6.2.4 Medewerking aan de omschreven gang van zaken houdt voor verzekeraars geen erkenning van de vergoedingsplicht in.
6.2.5 Verzekerde en verzekeraars zijn verplicht de expert(s) alle medewerking te geven die deze noodzakelijk achten voor een juiste taakvervulling.
6.2.6 Honoraria en kosten van de expert(s) en deskundigen zijn geheel voor rekening van verzekeraars. Overtreft het totaal van declaraties van de door verzekerde benoemde expert(s) echter het overeenkomstige totaal van de kant van verzekeraars, dan is het meerdere voor eigen rekening van verzekerde.
6.2.7 Betaling van schade
De schadevergoeding zal door verzekeraars worden voldaan binnen 4 weken na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens om de oorzaak, toedracht en omvang te beoordelen.
6.2.8 Bijverzekering na schade
Na een schade blijft de verzekering voor het volle bedrag van kracht zonder dat over het uitgekeerde bedrag van schade een aanvullende premie verschuldigd zal zijn. Deze automatische bijverzekering na schade geldt niet als verzekeraars na de schade schriftelijk bevestigt de bijverzekering niet te accepteren. Verzekeraars kunnen van dit recht gebruik maken tot 4 weken na ontvangst van alle gegevens ter beoordeling van oorzaak, toedracht en omvang van de schade.
6.2.9 Wijziging van de verzekering na schade Verzekeraars hebben het recht na schade de premie en/of voorwaarden gedurende de verzekeringstermijn te wijzigen, mits dit gebeurt binnen 30 dagen na het doen van een betaling of na schriftelijke afwijzing van de schade. Verzekerde heeft het recht de wijziging van de overeenkomst schriftelijk te weigeren binnen 30 dagen nadat de mededeling is gedaan. De verzekering wordt dan beëindigd op de datum waarop verzekeraars deze kennisgeving hebben ontvangen.
6.2.10 Afwijzing van een schade-uitkering
Als een schade wordt afgewezen vervalt de rechtsvordering 1 jaar na de dagtekening van de afwijzing.
6.2.11 Verjaring
Een rechtsvordering tegen verzekeraars tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van 3 jaar nadat verzekerde van een gebeurtenis heeft kennisgenomen.
VII VERGOEDING VAN SCHADE EN KOSTEN
De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van schade aan verzekerde zaken en kosten
bestaat met inachtneming van polisblad, algemene en bijzondere voorwaarden en clausules uit:
7.1. ZAAKSCHADE
Naar keuze van verzekeraars, het verschil tussen de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor en onmiddellijk na de gebeurtenis of de herstelkosten onmiddellijk na de gebeurtenis van de verzekerde zaken, die naar het oordeel van de expert voor herstel vatbaar zijn. Bij verzekering op basis van nieuwwaarde wordt tevens vergoed de waardevermindering die door het herstel niet wordt opgeheven.
7.1.1 Vaststelling schade aan gebouwen
- Het bedrag van de taxatie indien van toepassing (zie artikel 14.2)
- De herbouwwaarde indien:
- verzekerde binnen 12 maanden na de schadedatum aan verzekeraars mee deelt dat tot herstel of herbouw wordt overgegaan;
- deze lager is dan de verkoopwaarde.
- De verkoopwaarde indien:
- verzekerde niet binnen 12 maanden na de schadedatum aan verzekeraars mee deelt dat tot herstel of herbouw wordt overgegaan;
- herstel of herbouw niet binnen 24 maanden is aangevangen;
- verzekerde voor de schade al het voornemen had het gebouw te verkopen;
- het gebouw reeds voor de schade door de bevoegde autoriteiten onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard;
- indien het gebouw direct voorafgaand aan de schade langer dan 9 maanden leeg stond of buiten gebruik was;
- indien het gebouw direct voorafgaand aan de schade langer dan 3 maanden is gekraakt.
- De sloopwaarde indien:
- verzekerde al voor de schade het voornemen had om het gebouw af te breken;
- het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening.
7.1.2 Vaststelling schade aan bedrijfsuitrusting/inventaris
- Het bedrag van de taxatie indien van toepassing (zie artikel 14.2)
- De nieuwwaarde indien:
- verzekerde binnen 12 maanden na de schadedatum aan verzekeraars mee deelt dat tot herstel of herinvestering wordt overgegaan.
- De vervangingswaarde indien:
- verzekerde niet binnen 12 maanden na de schadedatum aan verzekeraars mee deelt dat tot herstel of herinvestering wordt overgegaan;
- herstel of herinvestering niet binnen 24 maanden is aangevangen;
- verzekerde voor de schade al het voornemen had het bedrijf te beëindigen;
- voor zaken waarvan de vervangingswaarde minder bedraagt dan 40 % van de nieuwwaarde;
- voor zaken die voorafgaande aan de schade onttrokken waren aan het gebruik waarvoor zij zijn bestemd;
- voor kunstvoorwerpen, antiek en zeldzame zaken;
- voor motorvoertuigen, aanhangwagens, caravans en vaartuigen, alles met inbegrip van losse onderdelen, accessoires en toebehoren en alleen indien deze zaken op het polisblad zijn vermeld.
7.1.3 Vaststelling schade aan goederen
- de kostprijs of de vervangingswaarde
als deze lager is;
- de verkoopprijs in geval van verkochte doch nog niet geleverde goederen en voor zover ze nog voor rekening en risico van verzekerde zijn.
7.1.4 Vaststelling schade aan huurdersbelang/eigenaarsbelang
Indien hiervoor geen afzonderlijk bedrag is verzekerd op het polisblad wordt het huurdersbelang/eigenaarsbelang geacht te zijn meeverzekerd onder het verzekerd bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris.
7.1.5 Vergoedingen boven het verzekerd bedrag
Conform artikel 14.7.
7.1.6 Indexering
Bij verzekering op basis van indexering wordt met inwerking van de index op het verzekerde bedrag onmiddellijk voor de gebeurtenis rekening gehouden tot een maximum van 25%. Hiertoe zullen de experts een raming geven van het indexcijfer op het moment van schade.
7.1.7 Verbrugging
Overschotten van te hoog verzekerde zaken worden aangewend voor te laag verzekerde zaken. Indien verzekerde zaken, al dan niet met taxatie verzekerd (met uitzondering van op declaratiebasis verzekerde goederen) niet meer aanwezig zijn, worden de vrijvallende bedragen aangewend voor vervangende verzekerde zaken. Bij geen of gedeeltelijke vervanging worden de vrijvallende
bedragen in de in dit artikel bedoelde herberekening betrokken. De werkwijze is als volgt:
- De premie wordt per onderdeel herberekend op basis van de waarden onmiddellijk voor de gebeurtenis;
- Indien na deze herberekening blijkt dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen gelijk is aan of groter is dan het totaal van de herberekende premiebedragen wordt de evenredigheidsregel van artikel 7.1.7 niet toegepast en vindt schadevergoeding plaats op basis van de onmiddellijk voor de gebeurtenis vastgestelde waarde;
- Indien na deze herberekening blijkt dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen kleiner is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, worden verzekerde bedragen herleid in de verhouding waarin de tekorten aan verschuldigde premie staan tot het totale overschot aan premie, zodanig dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen gelijk is aan het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen, waarna schadevergoeding plaatsvindt volgens de evenredigheidsregel van artikel 7.1.7.
7.1.8 Onderverzekering/oververzekering
In geval van schade door een gedekte gebeurtenis is vergoeding van schade en kosten slechts naar evenredigheid verschuldigd indien het verzekerd bedrag lager is dan de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis.
Vergoedingen boven het verzekerd bedrag als genoemd in artikel 14.7 worden volledig verleend tot de daarvoor geldende maxima. Bij een te hoog verzekerd bedrag zal slechts de werkelijk geleden schade voor vergoeding in aanmerking komen.
7.1.9 Premier risque
Ten aanzien van de onder deze verzekering verleende dekkingen op basis van “premier risque” geldt dat de onder 7.1.7 omschreven evenredigheidsbepaling niet van toepassing is.
7.2 BEDRIJFSSCHADE
7.2.1 Bedrijfsschade
De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van bedrijfsschade en kosten, met inachtneming van polisblad, algemene en bijzondere voorwaarden en clausules, bestaat uit:
- Bedrijfsschade gedurende de uitkeringstermijn
(verminderd met de eventuele besparingen);
- De bedrijfsschade is verzekerd tot 130% van het verzekerd bedrag voor bedrijfsschade, tenzij anders overeengekomen;
- Extra kosten worden vergoed, maar uitsluitend voor zover ze de te vergoeden
bedrijfsschade binnen de uitkeringstermijn beperken;
- Extra kosten die met vooraf verkregen schriftelijke instemming van verzekeraars zijn gemaakt, worden volledig vergoed, zo nodig boven het verzekerd bedrag.
7.2.2 Uitkeringstermijn
- In geval van liquidatie of indien geen pogingen tot herstel van de bedrijfsvoering zijn ondernomen binnen 4 weken na de gebeurtenis, zal de termijn van schadevergoeding worden beperkt tot maximaal 13 weken;
- Indien na een schade sprake is van overgang van het bedrijfsschadebelang in verband met verkoop, geldt dat de uitkering van schade direct eindigt op het moment van overgang van het belang;
- Ten aanzien van lonen en salarissen die verzekerde op grond van een wettelijke of contractuele verplichting dient door te betalen, wordt de termijn van schadevergoeding bij liquidatie gebracht op het aantal weken waarvoor de verplichting tot doorbetaling bestaat met een maximumtermijn van 26 weken. Indien de gekozen uitkeringstermijn korter is dan geldt die kortere termijn.
7.2.3 Definitieve vaststelling
- Aan het einde van een gehele of gedeeltelijke bedrijfsstilstand, maar uiterlijk aan het einde van de uitkeringstermijn zal worden vastgesteld hoeveel de brutowinst is achtergebleven bij die in de overeenkomstige periode van het aan de gedekte gebeurtenis voorafgegane jaar;
- Bij de vaststelling van het te vergoeden bedrag zullen experts rekening houden met elke vermindering of vermeerdering van de omzet of productie welke had kunnen worden verwacht als de gedekte gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden;
- Indien verzekerde onderdeel uitmaakt van een bedrijf of concern, dan zullen de met de gedekte gebeurtenis verband houdende besparingen en brutowinst die elders binnen het bedrijf of concern behaald worden in mindering worden gebracht op de te vergoeden bedrijfsschade;
- Bij de vaststelling van het te vergoeden bedrag op verzekerde zaken zullen de experts naar billijkheid rekening houden met de afschrijvingen welke verzekerde heeft gedaan in de 3 aan de gedekte gebeurtenis voorafgaande jaren, alsmede met de afschrijvingen welke als algemeen
aangenomen kunnen worden in een soortgelijk bedrijf.
7.2.4 Onderverzekering
In geval van bedrijfsschade door een gedekte gebeurtenis is vergoeding van schade slechts naar evenredigheid verschuldigd indien het verzekerd bedrag met inachtneming van de overdekking in artikel 7.2.1, lager is dan de brutowinst die behaald zou zijn als de gedekte gebeurtenis zich niet had voorgedaan. Bij een te hoog verzekerd bedrag zal slechts de werkelijk geleden schade voor vergoeding in aanmerking komen.
VIII AANVULLING OP ALGEMENE VOORWAARDEN
8.1 Premiebetaling
Indien de dekking conform de artikelen 4.1 en 4.2 van de algemene voorwaarden is geschorst zal er geen dekking worden verleend voor gebeurtenissen die plaatsvinden in de schorsingsperiode. Een dag na de dag waarop verzekeraars het verschuldigde bedrag geheel hebben ontvangen eindigt de schorsingsperiode en vanaf dat moment wordt de dekking hersteld.
8.2 Duur en einde van de verzekering
In afwijking van artikel 6.1 van de algemene voorwaarden vangt de verzekering aan om 12.00 uur (’s middags) op de ingangsdatum en eindigt deze om 12.00 uur (’s middags) op de contractvervaldatum. Indien de verzekerde zaken zich in het buitenland bevinden, dan geldt voor uitsluitend deze zaken de lokale tijd van het land waarin de verzekerde zaken zich bevinden. De dekking zal 12 uren eerder aanvangen (om 00.00 uur) als verzekerde onverzekerd zou zijn, omdat een andere verzekering geen dekking zou verlenen gedurende deze 12 uren. De verzekering zal eindigen om 12.00 uur op de contractvervaldatum.
IX BEKENDHEID EN RISICOWIJZIGING
9.1 De omschrijving van de verzekerde zaken respectievelijk van het op het polisblad vermelde bedrijf wordt aangemerkt als afkomstig van verzekerde.
9.2 Verzekeraars zijn bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en gebruik van het bedrijf van verzekerde bij het begin van de overeenkomst, alsmede met de belendingen.
9.3 Verzekerde heeft met betrekking tot de verzekerde zaken de vrijheid tot aanbouw, verbouwing, vervanging, uitbreiding, afbraak, interne verplaatsing en andere wijzigingen over te gaan, alles binnen de grenzen van de omschrijving op het polisblad.
9.4 Indien:
- de bestemming wijzigt, of
- de verzekerde zaken voor langer dan3maanden buiten gebruik (zullen) zijn, of
- de bouwaard of dakbedekking wijzigt, of
- het gebouw voor langer dan 3 maanden leeg staat (zal leegstaan), of
- het gebouw door krakers wordt gebruikt, moet verzekerde daarvan zo spoedig mogelijk mededeling doen aan verzekeraars, maar uiterlijk binnen 2 maanden nadat hij van de bedoelde wijziging op de hoogte is, (of op de hoogte had kunnen of moeten zijn).
9.5 Nadat verzekeraars van de wijziging van het risico op de hoogte zijn gesteld zullen zij schriftelijk meedelen of alsnog per de wijzigingsdatum de dekking wordt beperkt en/of de premie wordt aangepast. Afhankelijk van de wijziging kan ook besloten worden de hele verzekering niet voort te zetten. Verzekeraars hebben een maand om gewijzigde premie of voorwaarden aan verzekerde mee te delen. In het geval van definitief niet voortzetten van de verzekering zullen zij een opzegtermijn van 2maanden in acht nemen.
9.6 Verzekeringnemer heeft het recht om de verzekering binnen 1 maand nadat de herziene premie en/of voorwaarden werden aangekondigd door verzekeraars deze verzekering op te zeggen. De verzekering eindigt dan met in gang van de datum waarop verzekeringnemer dit meedeelt.
9.7 Indien verzekeringnemer en/of verzekerde verzuimt om de wijziging van het risico mee te delen aan verzekeraars, dan eindigt de dekking 2 maanden na de datum van de wijziging, tenzij de verzekering ook na de wijziging zou zijn verlengd. Schadevergoeding vindt dan als volgt plaats:
- Indien de verzekering niet zou worden voortgezet, vervalt alle recht op schadevergoeding.
- Indien de verzekering zou zijn voortgezet tegen een gewijzigde premie en/of voorwaarden, wordt een schade vergoed in de verhouding van de oude premie ten opzichte van de verhoogde premie.
9.8 Als er sprake is van daadwerkelijke leegstand, buiten gebruikstelling of gekraakt zijn van het gebouw, wordt de dekking vanaf de wijzigingsdatum beperkt tot de risico’s van brand, ontploffing, blikseminslag, lucht- en ruimtevaartuigen en storm.
9.9 Indien verzekeraars zelf een wijziging van het risico ontdekken, bijvoorbeeld na een inspectie, dan hebben zij het recht de verzekering tussentijds op te zeggen, met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden.
X ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE
Verzekerde is verplicht:
10.1 Voorzorgsmaatregelen
Alle voorzorgsmaatregelen te nemen om de verzekerde zaken in goede bedrijfsvaardige toestand te houden en om schade te voorkomen.
10.2 Wettelijke bepalingen en voorschriften Er voor zorg te dragen dat de wettelijke bepalingen en de voorschriften van de bevoegde autoriteiten, wat de beveiliging van verzekerde zaken betreft, in acht worden genomen.
10.3 Inspectie
Verzekeraars medewerking te verlenen bij de inspectie van de verzekerde zaken.
10.4 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen Indien verzekerde de voorschriften of verplichtingen zoals vermeld in dit artikel niet is nagekomen, verliest verzekerde zijn recht op schadevergoeding, tenzij verzekerde kan aantonen dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
XI ANDERE VERZEKERINGEN
11.1 Verzekerde is ingeval van schade verplicht verzekeraars opgave te doen van alle hem bekende overige verzekeringen die tijdens een gebeurtenis dekking boden tegen schade.
11.2 Aan deze verzekering kan geen recht op schadevergoeding worden ontleend wanneer de schade gedekt is op een andere verzekering al dan niet van een oudere datum, of op een andere verzekering gedekt zou zijn als de onderhavige verzekering niet bestond.
XII OVERGANG VAN HET ZAKELIJK BELANG
12.1 Ten aanzien van de verzekerde zaken geldt dat de verzekering het zakelijk belang volgt indien en voor zover het op een ander overgaat. Deze bepaling geldt niet voor goederen.
12.2 Na overgang van het zakelijk belang door overlijden kunnen zowel de nieuwe verzekerde als verzekeraars binnen 3 maanden nadat zij van die overgang kennis hebben gekregen, de overeenkomst met inachtneming van 2 maanden opzeggen.
12.3 Na overgang van het zakelijk belang anders dan door overlijden vervalt de overeenkomst na 30 dagen, tenzij de nieuwe verzekerde binnen die termijn aan verzekeraars heeft verklaard dat hij de verzekering overneemt. In dat geval mogen verzekeraars binnen 30 dagen na ontvangst van deze verklaring de overeenkomst met een termijn van tenminste 8 dagen opzeggen.
12.4 Het in dit artikel bepaalde kan niet leiden tot verlenging van de overeenkomst of tot beperking van het recht tot opzegging uit anderen hoofde.
12.5 Wijziging van handelsnaam of rechtsvorm, het deelnemen aan, het treden uit of het overdragen van aandelen in een vennootschap of een gemeenschappelijk eigendom wordt niet beschouwd als overgang van het zakelijk belang.
XIII OVERIGE BEPALINGEN
13.1 Inbreuk op handels- en/of economische sancties
Van deze verzekering is uitgesloten schade die verband houdt met en/of voortvloeit uit schade aan of verlies van zaken waarin op grond van nationale of internationale regelgeving niet mag worden gehandeld. Uitgesloten zijn de (financiële) belangen van personen, ondernemingen, overheden en andere entiteiten ten aanzien waarvan het de verzekeraars ingevolge (inter)nationale regelgeving niet is toegestaan die belangen te verzekeren.
13.2 Verpanding/cessie
Indien verzekeringnemer en/of verzekerde de verzekerde zaken waarop deze verzekering betrekking heeft en/of de hen uit deze verzekering bijkomende rechten hebben verpand en/of gecedeerd blijven verzekeringnemer en/of verzekerde verplicht de verplichtingen uit deze verzekering na te komen. Alle polisvoorwaarden, clausules en overige condities blijven onverminderd van kracht. In geval van schade zullen verzekeraars alleen in overleg treden met verzekeringnemer en/of verzekerde.
XIV PRODUCTVOORWAARDEN ZAAKSCHADE
De bepalingen in dit artikel hebben betrekking op gebouwen, eigenaarsbelang, huurdersbelang, bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen, indien verzekering hiervan blijkt uit het polisblad.
14.1 Indexering
Indien uit het polisblad blijkt dat indexering van kracht is, geldt het volgende:
Het verzekerd bedrag van de verzekerde zaken zal jaarlijks per hoofdpremievervaldatum worden aangepast overeenkomstig het laatste indexcijfer. De premie wordt vervolgens over het nieuw vastgestelde bedrag berekend.
14.2 Taxatie
Indien uit het polisblad blijkt dat de verzekerde zaken vooraf door een deskundige zijn getaxeerd dan is deze taxatie gedurende 3 jaren geldig, te
rekenen vanaf de dagtekening van het taxatierapport. Het taxatierapport, indien aangetekend op het polisblad, maakt deel uit van de overeenkomst. Indien verzekeraars kunnen bewijzen dat er sprake is van bedrog, verliest de deskundigentaxatie haar geldigheid. Indien de indexclausule op de gebouwen van toepassing is, dan is de taxatie gedurende 6 jaar geldig. Indien na verloop van tijd geen nieuw taxatierapport is uitgebracht dan blijft de taxatie nog een jaar geldig, maar hebben de verzekeraars het recht om aan te tonen dat het verzekerd bedrag bovenmatig was. Daarna wordt het verzekerd bedrag beschouwd als een opgave van verzekerde zelf.
De voortaxatie door deskundigen verliest tevens haar geldigheid in de volgende situaties:
- Overgang van het zakelijke belang en de nieuwe verzekerde gaat de getaxeerde zaak voor andere doeleinden gebruiken.
- De getaxeerde zaak is of zal voor langer dan 12 maanden buiten gebruik zijn.
- Het gebouw (of een als zelfstandig aan te merken deel) staat of zal voor langer dan 3 maanden leeg staan
- Het gebouw wordt door krakers gebruikt
- Er wordt niet overgegaan tot herinvestering
na schade.
- Verzekerde heeft het gebouw ter verkoop aangeboden, het voornemen het gebouw af te breken en/of te slopen, of het gebouw was bestemd voor afbraak of onteigening.
- Indien ten aanzien van de bedrijfsuitrusting/inventaris vóór de schade besloten is tot definitieve buitengebruikstelling.
14.3 Roerende zaken van derden
Indien het verzekerd bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen daarvoor ruimte biedt, zijn roerende zaken van derden meeverzekerd, althans als die zaken niet of niet voldoende elders zijn meeverzekerd, zich op het in het polisblad genoemde risico-adres bevinden en verzekerde daarvoor verantwoordelijk of aansprakelijk is.
14.4 Dekking roerende zaken buiten het gebouw
Deze verzekering dekt tevens zaakschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen voor zover deze zaken zich bevinden buiten de gebouwen op het verzekerde risico-adres, maar op het terrein van verzekerde.
- Onder afdaken, overkappingen of op het terrein: met uitzondering van schade door storm, water, neerslag, diefstal, inbraak en vandalisme.
- In eilandvitrines of automaten: met uitzondering van schade door diefstal, inbraak en vandalisme, relletjes en/of opstootjes.
- In portakabins en/of containers: met uitzondering van schade door water, neerslag, diefstal, inbraak en vandalisme.
- Lichtreclame, zonneschermen, parkeerinstallaties, parkeerautomaten en/of camera’s: met uitzondering van schade door diefstal, Inbraak, vandalisme, relletjes en/of opstootjes.
14.5 Dekking roerende zaken elders binnen Europa
Indien het verzekerd bedrag van de bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen daarvoor ruimte biedt, dekt deze verzekering tevens zaakschade (tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag, maar niet meer dan
€ 50.000,00 per gebeurtenis) veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis voor zover deze verzekerde zaken zich bevinden:
- In gebouwen, mits niet op het polisblad genoemd;
- Buiten gebouwen, mits niet op het polisblad genoemd, met uitzondering van schade door storm, water, neerslag, diefstal, inbraak, vandalisme, aanrijding en aanvaring en als gevolg daarvan uitgestroomde of afgevallen lading, relletjes en/of opstootjes;
- In Portakabins en/of containers van verzekerde, mits niet op het polisblad genoemd, met uitzondering van schade door water, neerslag, diefstal, inbraak, vandalisme, aanrijding en aanvaring en als gevolg daarvan uitgestroomde of afgevallen lading, relletjes en/of opstootjes.
14.6 Niet verzekerde roerende zaken elders binnen Europa
- Zaakschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris
en/of goederen van derden;
- Zaakschade tijdens transport ontstaan, inclusief het laden en lossen en het verblijf in het transportmiddel;
- Zaakschade die op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt.
14.7 Vergoedingen boven het verzekerd bedrag
Indien niet of niet voldoende elders verzekerd geeft deze verzekering bij een schade door een gedekte gebeurtenis en boven het verzekerd bedrag recht op de volgende vergoedingen per gebeurtenis:
- Bereddingskosten, tot een maximum van 50% van het verzekerd bedrag van de verzekerde zaken;
- Opruimingskosten tot een maximum van 10% (met een maximum van € 1.000.000,00) van
het verzekerd bedrag van de verzekerde zaken;
- Kosten op last van de overheid tot een maximum van € 25.000,00. Dit zijn kosten die verzekerde op last van de overheid heeft moeten maken na een schade. Het moet gaan om dwingende maatregelen en mag geen betrekking hebben op preventiemaatregelen welke opgelegd worden na een schade;
- Schade aan tuinaanleg, tot een maximum van
€ 25.000,00. Schade door storm, diefstal, vandalisme, water en neerslag is uitgesloten;
- Huurderving, indien verzekerde eigenaar is van de gebouwen en de gebouwen op deze polis zijn verzekerd, gedurende maximaal 52 weken, voor zover dit geen onderdeel is van de bedrijfsschade. Het maximum is 13 weken als niet tot herstel of herbouw wordt overgegaan. Beide termijnen kennen een maximum van 10 % van het verzekerd bedrag op gebouwen. Indien verzekerde recht heeft op een uitkering voor huurderving wordt dit recht als besparing op de vergoeding van bedrijfsschade aangemerkt;
- Kosten van vervoer en opslag, tot een maximum van 10 % van het verzekerd bedrag op bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen, als gevolg van het tijdelijk niet beschikbaar zijn van het gebouw;
- Schade aan door verzekerde gehuurde gebouwen, tot een maximum van € 2.500,00, in geval van inbraak of vandalisme, maar uitsluitend als deze schade ten laste van verzekerde komt en er een huurovereenkomst is waaruit blijkt dat dit voor risico van verzekerde is;
- Geld en geldswaardig papier, tot een verzekerd bedrag van € 2.500,00, voor zover eigendom van verzekerde en zich bevindende in de gebouwen op het in het polisblad genoemde adres. Buiten de gebouwen is de dekking beperkt tot uitsluitend beroving en/of overval, mits dit vergezeld gaat met fysiek geweld of onmiddellijke bedreiging ten opzichte van verzekerde of werknemers;
- Kosten in verband met diefstal van sleutels, tot een maximum van € 2.500,00, voor het inregelen van sloten, computerkaarten of verdere afsluitmiddelen en uitsluitend indien de vervanging het noodzakelijke gevolg is van diefstal na inbraak op het in het polisblad genoemde adres of bij directieleden en bevoegde werknemers thuis of van beroving en/of overval, mits dit gepaard gaat met fysiek geweld of onmiddellijke bedreiging ten opzichte van de sleutelhouder. De kosten worden tevens uitsluitend vergoed als
verzekerde zelf gebruiker is van het gebouw en inbraak, vandalisme en beroving en/of overval zijn meeverzekerd.
14.8 Zonnestroominstallaties
Indien het verzekerd bedrag van het gebouw (of huurdersbelang/eigenaarsbelang) daarvoor ruimte biedt, dekt deze verzekering tevens zaakschade door een gedekte gebeurtenis aan zonnestroominstallaties welke voor rekening en risico van verzekerde zijn, maar uitsluitend onder de volgende voorwaarden:
- Installatie moet hebben plaatsgevonden door een gekwalificeerd en erkend elektrotechnisch installateur;
- Grondinstallaties zijn niet verzekerd tegen de gevolgen van diefstal, vandalisme, relletjes en opstootjes;
- Verzekerde is verplicht de dakconstructie te laten doorrekenen door een constructeur/architect alvorens de installatie te laten plaatsen.
XV PRODUCTVOORWAARDEN BEDRIJFSSCHADE
De bepalingen in dit artikel hebben betrekking op de bedrijfsschade, indien verzekering hiervan blijkt uit het polisblad
15.1 Straatafzetting
Het onbereikbaar zijn van de gevaarsobjecten door straatafzetting of afzetting van de toevoerweg over water in verband met materiële schade aan een naburig gebouw als gevolg van een gedekte gebeurtenis. De uitkeringstermijn wordt in dit geval beperkt tot maximaal de periode dat het gebouw van verzekerde dat het gebouw hierdoor niet toegankelijk is, maar nooit langer dan de verzekerde uitkeringstermijn welke op het polisblad is vermeld.
15.2 Een storing in de levering van water, elektriciteit of gas
Als gevolg van een stagnatie door een verzekerde gebeurtenis van minimaal 6 aaneengesloten uren door materiële schade aan of verlies van:
- Het waterleidingbedrijf, waaronder begrepen pompstations en tussenstations;
- Het elektriciteitsproductie- of distributiebedrijf, waaronder begrepen onderstations, schakelstations en transformatorhuizen;
- Het gasproductie- of distributiebedrijf, waaronder begrepen voedings-, compressor-, meet-, regel-, meng-, afgifte-, of reduceerstations en respectievelijk aan de leidingen, afsluiters en reduceerkasten tussen
de hiervoor genoemde stations en het bedrijf van verzekerde.
- Uitgesloten is bedrijfsschade welke verzekerde lijdt door het wegvallen van de watervoorziening en/of elektrische stroomlevering indien de storing het gevolg is van schade aan of verlies van pijpen, leidingen, hoogspanningsmasten en kabels met alle aan- en toebehoren die zich bevinden tussen het leverende nutsbedrijf en het bedrijf van verzekerde.
15.3 Dekking buiten het gebouw
- De bedrijfsschade, die ontstaat als gevolg van zaakschade aan verzekerde bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen (zie artikel 14.4) welke aanwezig is buiten het gebouw, is verzekerd.
- De bedrijfsschade die ontstaat als gevolg van gedekte zaakschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen (zie 14.5) welke aanwezig is elders binnen Europa is verzekerd tot 10% van het verzekerd bedrag voor bedrijfsschade, maar niet meer dan € 50.000,00 per gebeurtenis.
15.4 Verrekening premie
De jaarlijks aan het begin van het jaar te betalen premie is een voorschotpremie op het definitieve premiebedrag. Het definitieve bedrag wordt vastgesteld binnen 6 maanden na afloop van het contractjaar door een verklaring te verstrekken waaruit de brutowinst van het jaar over het voorafgaande contractjaar blijkt. De definitieve premie wordt aan de hand hiervan vastgesteld en vervolgens vindt verrekening plaats met de voorschotpremie.
De definitief door verzekerde te betalen extra premie bedraagt maximaal 30% van de voorschotpremie en de definitief door verzekeraars terug te betalen premie bedraagt ook maximaal 30% van de voorschotpremie, afhankelijk van de verhouding werkelijke brutowinst/verzekerde brutowinst.
Indien op het polisblad een ander of geen percentage is vermeld dan de in artikel 7.2.1 genoemde 130% dan wordt daar in de premieverrekening rekening mee gehouden.
CLAUSULEBLAD BRANDVERZEKERINGEN BEHORENDE BIJ:
- VERZEKERING TEGEN GEBOUWEN, BEDRIJFSUITRUSTING/ INVENTARIS, GOEDEREN EN BEDRIJFSSCHADE
- ALGEMENE VOORWAARDEN (ALG.AV.2.S)
- BIJZONDERE VOORWAARDEN (BR.V.02.HGS)
INHOUD:
1. BRANDGEVAARLIJKE WERKZAAMHEDEN (tot € 1.000.000 verzekerd bedrag)
2. BRANDGEVAARLIJKE WERKZAAMHEDEN (vanaf € 1.000.000 verzekerd bedrag)
3. ELEKTRISCHE INSTALLATIE (tot € 1.000.000 verzekerd bedrag)
4. ELEKTRISCHE INSTALLATIE (vanaf € 1.000.000 verzekerd bedrag)
5. BUITENOPSLAG (tot € 1.000.000 verzekerd bedrag)
6. BUITENOPSLAG (vanaf € 1.000.000 verzekerd bedrag)
7. EIGEN RISICO
8. APPARTEMENTEN
9. VERPANDING
10. KOELHUISSCHADE
11. HORECACLAUSULE (geen dekking)
12. HORECACLAUSULE (verhoogd eigen risico)
13. BRANDMELDINSTALLATIE (geen dekking)
14. BRANDMELDINSTALLATIE (verhoogd eigen risico)
15. INBRAAKALARMINSTALLATIE (geen dekking)
16. INBRAAKALARMINSTALLATIE (verhoogd eigen risico)
17. SPRINKLERINSTALLATIE
18. SPUITEN
19. SPUITCABINE
20. DECLARATIE GOEDEREN
21. ROLLUIKEN EN HEKKEN
22. LEEGSTAND
23. INDEXERING GEBOUWEN
24. ZONNEPANELEN
De volgende clausules in dit clausuleblad zijn van toepassing op alle afgesloten verzekeringen.
1. BRANDGEVAARLIJKE WERKZAAMHEDEN (bij verzekerd bedrag tot € 1.000.000)
Deze clausule geldt indien verzekerde aan derden opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden aan gebouwen of bedrijfsuitrusting/inventaris waarbij gebruik wordt gemaakt van open vuur, (onder andere lassen, solderen, verf afbranden, dak bedekken etc.) of als andere activiteiten worden verricht waarbij vonken kunnen ontstaan.
Verzekerde is verplicht het Formulier Brandgevaarlijke Werkzaamheden in te vullen. Dit formulier is opgenomen in de bijlage. Verzekerde dient te handelen overeenkomstig de instructies.
Indien in geval van schade blijkt dat in de onmiddellijke omgeving van de plaats waar de brand vermoedelijk is uitgebroken brandgevaarlijke werkzaamheden zijn uitgevoerd,
dan dient verzekerde aan te tonen dat genoemde voorzorgsmaatregelen zijn getroffen.
Indien niet aan het bovenstaande is voldaan geldt er een eigen risico van 10 % van de schade met een minimum van € 25.000,00 en een maximum van
€ 50.000,00, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
Indien verzekerde aan de uitvoerder van de werkzaamheden vóór aanvang van de werkzaamheden het door beide partijen getekende formulier Brandgevaarlijke Werkzaamheden heeft afgegeven, dan dienen verzekeraars te bewijzen dat verzekerde de bovengenoemde voorzorgsmaatregelen niet heeft getroffen en dat de schade hierdoor is veroorzaakt of vergroot.
2. BRANDGEVAARLIJKE WERKZAAMHEDEN (bij verzekerd bedrag vanaf € 1.000.000)
Deze clausule geldt indien verzekerde aan derden opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden aan gebouwen of
bedrijfsuitrusting/inventaris waarbij gebruik wordt gemaakt van open vuur, (onder andere lassen, solderen, verf afbranden, dak bedekken etc.) of als andere activiteiten worden verricht waarbij vonken kunnen ontstaan.
Verzekerde is verplicht het Formulier Brandgevaarlijke Werkzaamheden in te vullen. Dit formulier is opgenomen in de bijlage.
Verzekerde dient te handelen overeenkomstig de instructies.
Indien in geval van schade blijkt dat in de onmiddellijke omgeving van de plaats waar de brand vermoedelijk is uitgebroken brandgevaarlijke werkzaamheden zijn uitgevoerd, dan dient verzekerde aan te tonen dat genoemde voorzorgsmaatregelen zijn getroffen.
Indien niet aan het bovenstaande is voldaan geldt er een eigen risico van 10 % van de schade met een minimum van € 25.000,00 en een maximum van € 100.000,00, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
Indien verzekerde aan de uitvoerder van de werkzaamheden vóór aanvang van de werkzaamheden het door beide partijen getekende formulier Brandgevaarlijke Werkzaamheden heeft afgegeven, dan dienen verzekeraars te bewijzen dat verzekerde de bovengenoemde voorzorgsmaatregelen niet heeft getroffen en dat de schade hierdoor is veroorzaakt of vergroot.
3. ELEKTRISCHE INSTALLATIE (bij verzekerd bedrag tot € 1.000.000)
Verzekerde garandeert dat de elektrische installatie, voor zover hij daarvoor verantwoordelijk kan worden gesteld, voldoet aan de voor die installatie geldende NEN of NEN-EN normering, uiterlijk binnen 3 maanden na aanvang van de verzekering.
De installatie zal voorts met een frequentie zoals die voortvloeit uit die normering worden beheerd en gecontroleerd door een bevoegd installatiebedrijf of inspectiebureau en eventueel geconstateerde gebreken zullen zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 2 maanden worden verholpen.
Indien niet aan het bovenstaande is voldaan geldt er een eigen risico van 10 % van de schade met een minimum van € 25.000,00 en een maximum van
€ 50.000,00, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
4. ELEKTRISCHE INSTALLATIE (bij verzekerd bedrag vanaf € 1.000.000)
Verzekerde garandeert dat de elektrische installatie, voor zover hij daarvoor verantwoordelijk kan worden gesteld, voldoet aan de voor die installatie geldende NEN of NEN-EN normering, uiterlijk binnen 3 maanden na aanvang van de verzekering.
De installatie zal voorts met een frequentie zoals die voortvloeit uit die normering worden beheerd en gecontroleerd door een bevoegd installatiebedrijf of inspectiebureau en eventueel geconstateerde gebreken zullen zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 2 maanden worden verholpen.
Indien niet aan het bovenstaande is voldaan geldt er een eigen risico van 10 % van de schade met een minimum van € 25.000,00 en een maximum van
€ 100.000,00, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
5. BUITENOPSLAG (bij verzekerd bedrag tot € 1.000.000)
Deze verzekering geschiedt op de uitdrukkelijke voorwaarde dat opslag van brandbare zaken alsmede afvalcontainers tenminste 10 meter buiten de gevel en/of afdak (zowel aangebouwde als losstaande) plaatsvindt.
Als afvalcontainers van staal zijn en voorzien zijn van een met slot af te sluiten deksel en na werktijd worden afgesloten geldt deze eis niet.
Indien niet aan het bovenstaande is voldaan geldt er een eigen risico van 10 % van de schade met een minimum van € 25.000,00 en een maximum van
€ 50.000,00, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
6. BUITENOPSLAG (bij verzekerd bedrag vanaf € 1.000.000)
Deze verzekering geschiedt op de uitdrukkelijke voorwaarde dat opslag van brandbare zaken alsmede afvalcontainers tenminste 10 meter buiten de gevel en/of afdak (zowel aangebouwde als losstaande) plaatsvindt.
Als afvalcontainers van staal zijn en voorzien zijn van een met slot af te sluiten deksel en na werktijd worden afgesloten geldt deze eis niet.
Indien niet aan het bovenstaande is voldaan geldt er een eigen risico van 10 % van de schade met een minimum van € 25.000,00 en een maximum van
€ 100.000,00, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
7. EIGEN RISICO
Op elke verschuldigde schadevergoeding (materiële schade) is een eigen risico van toepassing, zoals vermeld op het polisblad. Indien op de polis zowel gebouwen en/of huurdersbelang en/of bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen zijn verzekerd en er door één gedekte gebeurtenis schade is ontstaan aan meerdere verzekerde rubrieken, zal dit eigen risico slechts één keer in mindering worden gebracht op de schadevergoeding.
De volgende clausules in dit clausuleblad zijn uitsluitend van toepassing indien dit is aangegeven op het polisblad.
8. APPARTEMENTEN
Het is verzekeraars bekend dat de eigendom van het verzekerde gebouw is gesplitst in appartementsrechten. Indien de verzekering op naam staat van de gezamenlijke eigenaren is de appartementenclausule hieronder van toepassing.
a. Appartementenclausule
- Opzet of nalatigheid van één eigenaar waardoor verzekeraars krachtens de wet of de verzekeringsvoorwaarden niet gehouden zijn de schade te vergoeden, laat de uit deze polis voortvloeiende rechten onverlet.
- Verzekeraars kunnen in dit geval het deel van de schadevergoeding dat overeenkomt met het aandeel van de betreffende eigenaar in de gemeenschap van hem terugvorderen, mits verzekeraars dit voor de schade-uitkering hebben meegedeeld.
- Indien het schadebedrag aan de Vereniging van Eigenaren (VVE)is uitgekeerd en er is sprake van een situatie als bedoeld in artikel 5:136 lid 4 BW zal de uitkering van het aandeel van deze eigenaar aan verzekeraars geschieden.
- Indien de schadevergoeding groter is dan
€ 11.500,00 dient de VVE te bepalen op welke wijze de uitkering moet plaatsvinden en dit aan verzekeraars te melden. Dit moet blijken uit een door de voorzitter van de vergadering van de VVE
gewaarmerkt afschrift van de xxxxxxx xxxxxxx.
- Door de schade-uitkering zijn verzekeraars tegenover alle belanghebbenden volledig gekweten.
9. VERPANDING
De bij deze polis verzekerde zaken zijn in pandrecht gegeven aan de op het polisblad genoemde instelling. In geval van schade zullen de hieruit voortvloeiende schadepenningen aan die instelling worden uitgekeerd, tenzij die instelling verzekeraars schriftelijk machtigt tot rechtstreekse betaling aan verzekerde.
10. KOELHUISSCHADE (goederen)
In aanvulling op artikel 2 van de bijzondere voorwaarden is tevens gedekt schade aan of verlies van verzekerde goederen, veroorzaakt door een geheel of gedeeltelijk falen van de koelinstallatie, als rechtstreeks gevolg van:
- Een plotselinge en onvoorziene materiele beschadiging onverschillig door welke oorzaak ontstaan aan de koelapparatuur, waaronder begrepen daartoe behorende reservoirs, leidingen en andere onderdelen;
- Een storing in de elektriciteitslevering door brand en/of ontploffing als omschreven in artikel 3.1 en 3.2 van de bijzondere voorwaarden, één en ander optredende in het elektriciteit productie- en of distributiebedrijf met de daarbij behorende onder- en schakelstations en kabels.
Naast de uitsluitingen als omschreven in artikel 4 van de bijzondere voorwaarden is van deze koelschadedekking voorts uitgesloten schade veroorzaakt door:
- Een gebrek aan brandstof of werkkracht;
- Het niet of niet naar behoren functioneren van afleesapparatuur.
11. HORECACLAUSULE (geen dekking)
De verzekering is aangegaan onder voorwaarde dat verzekeringnemer zich heeft verplicht onderstaande voorzieningen te treffen en in stand te houden, en de preventievoorschriften na te leven. Indien de voorzieningen nog niet zijn getroffen, heeft verzekeringnemer tot uiterlijk twee maanden na de ingangsdatum van de verzekering de gelegenheid deze maatregelen alsnog te nemen. Gedurende deze periode biedt
de verzekering dekking tegen alle gedekte gebeurtenissen. Indien bij schade na deze periode van twee maanden blijkt dat verzekerde niet aan alle verplichtingen heeft voldaan, biedt de verzekering geen dekking, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze verplichtingen.
a. Blusmiddelen
- Per 150m2 vloeroppervlakte is ten minste één blusapparaat met een inhoud van minimaal 6 kg/6 I aanwezig op een goed bereikbare en zichtbare plaats. Per etage is ten minste één blusapparaat van minimaal 6 kg/6 I aanwezig op een goed bereikbare en zichtbare plaats, ook indien de vloeroppervlakte minder dan 150m2 is.
- Bij bak- en frituurtoestellen is permanent ten minste één koolzuursneeuwblusser (002), of een speciaal blusapparaat met betere specificaties, binnen handbereik. Bij een vloeroppervlakte per etage van meer dan 250m 2 is ten minste één brandslanghaspel aanwezig op een goed bereikbare en zichtbare plaats, en zodanig opgehangen dat ieder punt van de vloer kan worden bereikt.
- Alle voorgeschreven blusmiddelen worden jaarlijks gecontroleerd door een erkend servicebedrijf.
b. Afvalbakken
Voor het verzamelen van afval wordt uitsluitend gebruik gemaakt van afvalemmers, afvalbakken en peukenverzamelaars die alle van metaal zijn vervaardigd en die alle zijn voorzien van goed sluitende metalen (vIamdovende) deksels. Het gebruik van kunststof afvalbakken is uitsluitend in de keuken toegestaan voor het verzamelen van etensresten.
c. Gasinstallatie en daarop aangesloten toestellen
De gasinstallatie en de daarop aangesloten toestellen voldoen aan de bepalingen van NEN 1078. De installatie en de toestellen worden onderhouden door een erkend installateur.
Eventuele tekortkomingen en/of gebreken worden zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen twee maanden na constatering daarvan, verholpen.
d. Frituurinrichting
De frituurinrichting is voorzien van een functionerende maximaalthermostaat. Bijbehorende metalen deksels zijn permanent binnen handbereik. De kanalen en vetvangers van de afzuiginstallatie van de frituurinrichting worden ten minste eenmaal per jaar gecontroleerd en zo nodig gereinigd door een hierin gespecialiseerd bedrijf. De vetfilters worden periodiek en regelmatig gereinigd: bij dagelijks gebruik van de frituurinrichting ten minste eenmaal per week, in andere gevallen ten minste eenmaal per maand.
e. Vergunningen
Verzekerde dient te beschikken over alle noodzakelijke vergunningen. Indien een vergunning er niet blijkt te zijn of is ingetrokken, hebben verzekeraars het recht de verzekering tussentijds op te zeggen met inachtneming van een termijn van 2 maanden of de premie en/of voorwaarden tussentijds te wijzigen.
12. HORECACLAUSULE (verhoogd eigen risico)
De verzekering is aangegaan onder voorwaarde dat verzekeringnemer zich heeft verplicht onderstaande voorzieningen te treffen en in stand te houden, en de preventievoorschriften na te leven. Indien de voorzieningen nog niet zijn getroffen, heeft verzekeringnemer tot uiterlijk twee maanden na de ingangsdatum van de verzekering de gelegenheid deze maatregelen alsnog te nemen. Gedurende deze periode biedt de verzekering dekking tegen alle gedekte gebeurtenissen. Indien bij schade na deze periode van twee maanden blijkt dat verzekerde niet aan alle verplichtingen heeft voldaan, is er een eigen risico van toepassing van 10% van de schade met een minimum van € 25.000 en een maximum van € 100.000, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet is ontstaan of vergroot door het niet nakomen van deze verplichtingen.
a. Blusmiddelen
- Per 150m2 vloeroppervlakte is ten minste één blusapparaat met een inhoud van minimaal 6 kg/6 I aanwezig op een goed bereikbare en zichtbare plaats. Per etage is ten minste één blusapparaat van minimaal 6 kg/6 I aanwezig op een goed bereikbare en zichtbare plaats, ook indien de vloeroppervlakte minder dan 150m2 is.
- Bij bak- en frituurtoestellen is permanent ten minste één koolzuursneeuwblusser (002), of een speciaal blusapparaat met betere specificaties, binnen handbereik.
Bij een vloeroppervlakte per etage van meer dan 250m 2 is ten minste één brandslanghaspel aanwezig op een goed bereikbare en zichtbare plaats, en zodanig opgehangen dat ieder punt van de vloer kan worden bereikt.
- Alle voorgeschreven blusmiddelen worden jaarlijks gecontroleerd door een erkend servicebedrijf.
b. Afvalbakken
Voor het verzamelen van afval wordt uitsluitend gebruik gemaakt van afvalemmers, afvalbakken en peukenverzamelaars die alle van metaal zijn vervaardigd en die alle zijn voorzien van goed sluitende metalen (vIamdovende) deksels. Het gebruik van kunststof afvalbakken is uitsluitend in de keuken toegestaan voor het verzamelen van etensresten.
c. Gasinstallatie en daarop aangesloten toestellen
De gasinstallatie en de daarop aangesloten toestellen voldoen aan de bepalingen van NEN 1078. De installatie en de toestellen worden onderhouden door een erkend installateur.
Eventuele tekortkomingen en/of gebreken worden zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen twee maanden na constatering daarvan, verholpen.
d. Frituurinrichting
De frituurinrichting is voorzien van een functionerende maximaalthermostaat. Bijbehorende metalen deksels zijn permanent binnen handbereik. De kanalen en vetvangers van de afzuiginstallatie van de frituurinrichting worden ten minste eenmaal per jaar gecontroleerd en zo nodig gereinigd door een hierin gespecialiseerd bedrijf. De vetfilters worden periodiek en regelmatig gereinigd: bij dagelijks gebruik van de frituurinrichting ten minste eenmaal per week, in andere gevallen ten minste eenmaal per maand.
e. Vergunningen
Verzekerde dient te beschikken over alle noodzakelijke vergunningen. Indien een vergunning er niet blijkt te zijn of is ingetrokken, hebben verzekeraars het recht de verzekering tussentijds op te zeggen met inachtneming van een termijn van 2 maanden of de premie en/of voorwaarden tussentijds te wijzigen.
13. BRANDMELDINSTALLATIE (geen dekking) Schade (brand) is gedekt onder de voorwaarde dat het gebouw respectievelijk de daarin bij verzekerde in gebruik zijnde ruimte(n) is/zijn voorzien van een brandmeldinstallatie. De installatie dient te zijn aangelegd door een erkend installatiebedrijf en te voldoen aan de norm NEN 2535 met automatische doormelding naar de brandweer dan wel naar een particuliere alarmcentrale.
Verzekerde is verplicht:
- Een onderhoudscontract af te sluiten met een erkend installatiebedrijf, alsmede periodiek een inspectierapport met certificaat van deugdelijkheid te verstrekken. Dit onderhoudscontract dient in te gaan op de datum van afgifte van het certificaat en van kracht te blijven gedurende de looptijd van de verzekering.
- De installatie in een werkvaardige toestand te houden en als zodanig te gebruiken.
- indien de installatie zich om welke reden dan ook niet in een werkvaardige toestand bevindt dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 24 uur, mede te delen aan het installatiebedrijf
- Zo spoedig mogelijk verzekeraars in te lichten indien de installatie niet binnen 72 uur gerepareerd kan worden en de voorschriften van verzekeraars op te volgen;
- Gedurende de tijd dat de installatie zich niet in een werkvaardige toestand bevindt, die maatregelen te treffen welke redelijkerwijs verwacht mogen worden om schade te voorkomen
- Vooraf overleg te plegen met het installatiebedrijf en verzekeraars als er een geringere graad van beveiliging optreedt na of tijdens een verbouwing of herinrichting.
Indien niet aan één of meerdere van bovenstaande verplichtingen is voldaan zijn verzekeraars niet tot schadevergoeding verplicht, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
14. BRANDMELDINSTALLATIE (verhoogd eigen risico)
Schade (brand) is gedekt onder de voorwaarde dat het gebouw respectievelijk de daarin bij verzekerde in gebruik zijnde ruimte(n) is/zijn voorzien van een brandmeldinstallatie. De
installatie dient te zijn aangelegd door een erkend installatiebedrijf en te voldoen aan de norm NEN 2535 met automatische doormelding naar de brandweer dan wel naar een particuliere alarmcentrale.
Verzekerde is verplicht:
- Een onderhoudscontract af te sluiten met een erkend installatiebedrijf, alsmede periodiek een inspectierapport met certificaat van deugdelijkheid te verstrekken. Dit onderhoudscontract dient in te gaan op de datum van afgifte van het certificaat en van kracht te blijven gedurende de looptijd van de verzekering.
- De installatie in een werkvaardige toestand te houden en als zodanig te gebruiken.
- indien de installatie zich om welke reden dan ook niet in een werkvaardige toestand bevindt dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 24 uur, mede te delen aan het installatiebedrijf
- Zo spoedig mogelijk verzekeraars in te lichten indien de installatie niet binnen 72 uur gerepareerd kan worden en de voorschriften van verzekeraars op te volgen;
- Gedurende de tijd dat de installatie zich niet in een werkvaardige toestand bevindt, die maatregelen te treffen welke redelijkerwijs verwacht mogen worden om schade te voorkomen
- Vooraf overleg te plegen met het installatiebedrijf en verzekeraars als er een geringere graad van beveiliging optreedt na of tijdens een verbouwing of herinrichting.
Wanneer blijkt dat niet aan deze garantie(s) voldaan is, zal verzekerde een eigen risico dragen van 10% van de schade met een minimum van € 10.000,00 en een maximum van € 50.000,00 per gebeurtenis, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet daardoor (mede) veroorzaakt of vergroot is.
15. Inbraakalarminstallatie (geen dekking) Deze verzekering is aangegaan onder de voorwaarde dat het risico is beveiligd volgens de richtlijnen van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). De mate van beveiliging wordt vastgesteld door een gecertificeerd beveiligingsbedrijf die een
licentieovereenkomst heeft met het CCV. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van de ‘beveiligingsmatrix
bedrijven’ als onderdeel van de ‘Verbeterde Risicoklasse-indeling (VRKI), zie ook het xxx.xxxxxx.xx. Op basis van de waarde en de attractiviteit van de goederen en inventaris wordt de mate van beveiliging bepaald in een klasse.
De beveiliging is een combinatie van:
- organisatorische maatregelen;
- bouwkundige maatregelen;
- compartimentering/meeneem beperkende maatregelen
- elektronische maatregelen
- alarmering
- reactie (alarmopvolging)
De verzekerde is verplicht:
a. beveiliging in een werkvaardige toestand te houden en te gebruiken;
b. de indien de beveiliging zich om welke reden dan ook niet in werkvaardige toestand bevindt dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op de eerstvolgende werkdag, mede te delen aan het beveiligingsbedrijf;
c. indien de beveiliging niet binnen 3 x 24 uur gerepareerd kan worden verzekeraar hierover zo spoedig mogelijk na het bekend worden hiervan in te lichten en de voorschriften van verzekeraar op te volgen;
d. gedurende de tijd dat het beveiligingsniveau zich niet in werkvaardige toestand bevindt die maatregelen te treffen, welke redelijkerwijs verwacht mogen worden om schade ten gevolge van diefstal te voorkomen;
e. vooraf overleg te plegen met het beveiligingsbedrijf en eventueel verzekeraar indien, al dan niet tijdelijk, een geringere graad van beveiliging optreedt;
f. een onderhoudscontract af te sluiten en van kracht te houden voor het elektronische gedeelte van de installatie;
g. aan het einde van de geldigheidsduur van het certificaat een nieuw certificaat op te vragen bij het beveiligingsbedrijf.
In geval van schade zal verzekerde moeten aantonen dat de beveiliging voldoet aan de richtlijnen van het CVV en aan de overige in deze clausule gestelde voorwaarden. Dit kan aangetoond worden door middel van een certificaat en/of de opleveringsbewijzen van het bouwkundige en/of elektronische gedeelte.
Indien niet aan één of meerdere van bovenstaande verplichtingen is voldaan zijn verzekeraars niet tot schadevergoeding verplicht, tenzij verzekerde
bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
16. Inbraakalarminstallatie (verhoogd eigen risico)
Deze verzekering is aangegaan onder de voorwaarde dat het risico is beveiligd volgens de richtlijnen van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). De mate van beveiliging wordt vastgesteld door een gecertificeerd beveiligingsbedrijf die een licentieovereenkomst heeft met het CCV. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van de ‘beveiligingsmatrix bedrijven’ als onderdeel van de ‘Verbeterde Risicoklasse-indeling (VRKI), zie ook het xxx.xxxxxx.xx. Op basis van de waarde en de attractiviteit van de goederen en inventaris wordt de mate van beveiliging bepaald in een klasse.
De beveiliging is een combinatie van:
- organisatorische maatregelen;
- bouwkundige maatregelen;
- compartimentering/meeneem beperkende maatregelen
- elektronische maatregelen
- alarmering
- reactie (alarmopvolging)
De verzekerde is verplicht:
a. beveiliging in een werkvaardige toestand te houden en te gebruiken;
b. de indien de beveiliging zich om welke reden dan ook niet in werkvaardige toestand bevindt dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op de eerstvolgende werkdag, mede te delen aan het beveiligingsbedrijf;
c. indien de beveiliging niet binnen 3 x 24 uur gerepareerd kan worden verzekeraar hierover zo spoedig mogelijk na het bekend worden hiervan in te lichten en de voorschriften van verzekeraar op te volgen;
d. gedurende de tijd dat het beveiligingsniveau zich niet in werkvaardige toestand bevindt die maatregelen te treffen, welke redelijkerwijs verwacht mogen worden om schade ten gevolge van diefstal te voorkomen;
e. vooraf overleg te plegen met het beveiligingsbedrijf en eventueel verzekeraar indien, al dan niet tijdelijk, een geringere graad van beveiliging optreedt;
f. een onderhoudscontract af te sluiten en van kracht te houden voor het elektronische gedeelte van de installatie;
g. aan het einde van de geldigheidsduur van het certificaat een nieuw certificaat op te vragen bij het beveiligingsbedrijf.
In geval van schade zal verzekerde moeten aantonen dat de beveiliging voldoet aan de richtlijnen van het CVV en aan de overige in deze clausule gestelde voorwaarden. Dit kan aangetoond worden door middel van een certificaat en/of de opleveringsbewijzen van het bouwkundige en/of elektronische gedeelte.
Wanneer blijkt dat niet aan deze garantie(s) voldaan is, zal verzekerde een eigen risico dragen van 10% van de schade met een minimum van
€ 25.000,00 en een maximum van
€ 100.000,00 per gebeurtenis, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet daardoor (mede) veroorzaakt of vergroot is.
17. Sprinklerinstallatie
Schade is gedekt onder de voorwaarde dat het gebouw respectievelijk de daarin bij verzekerde in gebruik zijnde ruimte(n) is voorzien van een sprinklerinstallatie.
De sprinklerinstallatie dient te zijn aangelegd door een erkend installatiebedrijf en te voldoen aan de geldende voorschriften.
Verzekerde is verplicht:
- een onderhoudscontract af te sluiten met een erkend installatiebedrijf, alsmede elk half jaar een inspectierapport met certificaat van deugdelijkheid te verstrekken. Dit onderhoudscontract dient in te gaan op de datum van afgifte van het certificaat en van kracht te blijven gedurende de looptijd van de verzekering.
- De installatie in een werkvaardige toestand te houden en als zodanig te gebruiken.
- indien de installatie zich om welke reden dan ook niet in een werkvaardige toestand bevindt dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 24 uur, mede te delen aan het installatiebedrijf.
- Zo spoedig mogelijk verzekeraars in te lichten indien de installatie niet binnen 72 uur gerepareerd kan worden en de voorschriften van verzekeraars op te volgen;
- Gedurende de tijd dat de installatie zich niet in een werkvaardige toestand bevindt, die maatregelen te treffen welke redelijkerwijs verwacht mogen worden om schade te voorkomen
- Vooraf overleg te plegen met het beveiligingsbedrijf en verzekeraars als er een geringere graad van beveiliging optreedt na of tijdens een verbouwing of herinrichting.
Indien niet aan één of meerdere van bovenstaande verplichtingen is voldaan zijn verzekeraars niet tot schadevergoeding verplicht, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
Indien het certificaat is ingetrokken of de sprinklerinstallatie buiten gebruik wordt gesteld hebben verzekeraars het recht de verzekering te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Daarnaast zal vanaf het moment van intrekking of buitengebruikstelling de verleende premiereductie komen te vervallen.
18. Spuiten
Spuiten met verf, vernis of lak, waarbij het ontvlammingspunt van de vloeistof waarmee wordt gespoten 55 gr. C of lager is, mag niet plaatsvinden in het gebouw. Indien niet aan deze verplichting is voldaan zijn verzekeraars niet tot schadevergoeding verplicht, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
19. Spuitcabine
Deze verzekering is aangegaan onder de voorwaarde dat spuiten/overgieten met verf, vernis, lak, lijm, oplos- en impregneermiddelen en dergelijke uitsluitend mag plaatsvinden in een goedgekeurde ruimte of cabine, die voldoet aan de eisen, overeenkomstig onderstaande omschrijving.
- Van een goedgekeurde ruimte/cabine is sprake, als gespoten/overgegoten wordt in een ruimte, welke niet voor andere doeleinden wordt gebruikt en van de overige ruimten van het bedrijf is afgescheiden door muren of wanden van onbrandbaar materiaal. Eventueel aanwezige houten deuren moeten aan de binnenzijde van de spuitruimte/cabine geheel met onbrandbaar materiaal zijn beschermd. Onder 'onbrandbaar materiaal' is niet begrepen 'glas', tenzij het 'gewapend glas in ijzeren raamwerk' betreft.
- De wanden moeten reiken van vloer tot plafond.
- Het plafond moet geconstrueerd zijn van of aan de binnenzijde bedekt zijn met onbrandbaar materiaal (uitgezonderd ongewapend glas).
- De vloer moet van onbrandbaar materiaal zijn.
- De verlichting, lampen en dergelijke in gesloten armatuur, terwijl de schakelaars en contactdozen buiten de spuitruimte/cabine moeten zijn aangebracht.
- Verwarming mag uitsluitend geschieden door middel van gesloten elektrische elementen of hete lucht van buiten de spuitruimte/cabine opgestelde luchtverhitter met luchtverwarming op indirecte wijze (d.w.z. geen direct contact van de te verwarmen lucht met een open brandersysteem); eventuele hete lucht kanalen moeten van onbrandbaar materiaal zijn.
- De dampafzuiging moet direct naar de buitenlucht of via afvoerkanalen van onbrandbaar materiaal geschieden.
- De motoren (voor compressor en exhauster) moeten buiten de spuitruimte/ cabine zijn opgesteld, tenzij van gesloten type, doch dan moet de lucht voor de compressor toch van buiten de spuitruimte worden aangezogen.
- Van de voorraad verf en dergelijke, mag niet meer dan een dagvoorraad in de spuitruimte/cabine aanwezig zijn. De overige voorraad moet in een aparte daarvoor ingerichte brandvrije ruimte worden opgeborgen.
- Blusmiddelen: buiten de spuitruimte moet bij de deur een goedgekeurd blusapparaat vanaf 6kg. in werkvaardige toestand voorhanden zijn.
Er is in geval van schade een verhoogd eigen risico van 10% van de schade met een minimum van
€ 50.000 en een maximum van € 250.000, als verzekeringnemer deze maatregelen niet heeft getroffen, tenzij hij aannemelijk maakt, dat de schade niet is ontstaan en niet is verergerd door het niet voldoen aan deze voorwaarde en vereisten.
20. Declaratie goederen
De goederen zijn in dit geval als een variabel bedrag verzekerd. Over dit variabele deel betaalt verzekerde een voorschotpremie van 2/3e van de normale premie.
Binnen 14 dagen na het verstrijken van een maand dient verzekerde een opgave te doen van de totale
waarde van de goederen die op de laatste dag van de vorige maand aanwezig waren. Op basis van deze opgaven wordt de gemiddelde waarde van de goederen na afloop van ieder verzekeringsjaar berekend. Vervolgens wordt het definitief te betalen premiebedrag over het afgelopen verzekeringsjaar berekend. Daarna wordt het verschil tussen de voorschotpremie en de definitieve premie verrekend.
De minimumpremie bedraagt altijd 50 % van de jaarpremie. Indien er op de polis ook een vast bedrag aan goederen zijn verzekerd, wordt dit bedrag afgetrokken van de opgaven van verzekerde.
21. Rolluiken en hekken
Schade door inbraak en vandalisme is uitsluitend gedekt indien de rolluiken en -hekken buiten de openingstijden van het omschreven bedrijf zijn gesloten en vergrendeld, tenzij verzekerde of zijn/haar personeel nog in de bedrijfsruimte(n) aanwezig is/zijn. Bij niet nakoming van de verplichting(en) vervalt ieder recht op schadevergoeding, tenzij door verzekerde wordt aangetoond dat de schade ook zou zijn ontstaan en niet geringer zou zijn geweest dan bij het wel nakomen van de verplichting(en)
22. Leegstand
Bij leegstand wordt de dekking automatisch omgezet naar brand/vliegtuig/stormschade. Indien de leegstand langer duurt dan 6 maanden zal de waarde grondslag worden teruggebracht tot sloopwaarde, tenzij leegstand wordt beheerst door een voor dit doel gespecialiseerde organisatie die bewoning regelt (anti-kraakwacht) c.q. toezicht houdt.
23. Indexering van gebouwen
Daar waar dit op het polisblad is aangegeven wordt het voor gebouwen opgenomen verzekerde bedrag jaarlijks per premievervaldatum herzien op basis van het laatst door het Centraal Bureau van de Statistiek gepubliceerde indexcijfer. De premie wordt vervolgens over het aldus vastgestelde verzekerd bedrag verrekend.
In geval van schade zullen experts het indexcijfer op het moment van de schade ramen en het laatst
vastgestelde verzekerde bedrag aan de hand daarvan aanpassen. Blijkt het aldus vastgestelde verzekerd bedrag desondanks lager te zijn dan de werkelijke herbouwwaarde voor de schade dan wordt het verzekerd bedrag verhoogd tot de werkelijke herbouwwaarde, doch niet meer dan 125% van het laatst overeengekomen verzekerd bedrag.
24. Zonnepanelen
Verzekerde garandeert, voor zover aanwezig en voor zover hij hier voor verantwoordelijk kan worden gehouden, dat zonnepaneleninstallaties met een groter vermogen dan 5k-VA, te allen tijde zijn geïnspecteerd conform SCIOS Scope 12 en voldoen aan de meest recente versies van de NEN 1010 en NEN-EN-IEC 62446. Deze garantie geldt ook wanneer verzekerde het dak heeft verhuurd aan derden om zonnepanelen te installeren- of in het geval derden belang hebben bij de zonnepaneleninstallatie. Bij schade door brand overlegt verzekerde aan de verzekeraar een geldig keuringsrapport, dat op het moment van schade niet ouder mag zijn dan 3 jaar. De bij de keuring geconstateerde gebreken moeten binnen 4 maanden na de datum van de keuring zijn hersteld. Bij schade door brand overlegt verzekerde aan de verzekeraar de door de uitvoerende keuringsinstantie ondertekende herstelverklaring. Uit de verklaring blijkt dat de bij de keuring geconstateerde gebreken zijn hersteld.
Verzekerde overlegt bij schade, eveneens, een verklaring van een constructeur waaruit blijkt dat geen bezwaar bestaat tegen installatie van de zonnepanelen. Uit deze verklaring blijkt ook dat het dak, rekening houdend met alle onderdelen van het dak en aan het dak bevestigde zaken, de zonnepaneleninstallatie inclusief alle aan- en toebehoren (inclusief ballast) kan dragen.
Indien verzekerde niet aan deze garanties heeft voldaan, zal verzekerde een eigen risico dragen van 10% van het door verzekeraars te vergoeden schadebedrag, met een minimum van €50.000,00 en een maximum van € 250.000,00 per gebeurtenis, tenzij verzekerde aannemelijk maakt dat de schade hierdoor niet is veroorzaakt en ook niet is vergroot.