HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Pensioenreglement
NN Basispensioenregeling, per 1 oktober 2022
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Definities, begrippen en afkortingen
Als voor een begrip geen definitie is opgenomen, zijn de definities uit artikel 1 van de Statuten van Stichting NN CDC Pensioenfonds van toepassing, tenzij anders is bepaald. In dit
Pensioenreglement bedoelt het Pensioenfonds met:
Afkoopgrens
Dit is het bedrag dat wij hanteren bij de afkoop van kleine Pensioenaanspraken en
Pensioenrechten. De Afkoopgrens is de wettelijke Afkoopgrens als bedoeld in artikel 66 van de PW (2022: € 520,35).
Arbeidsongeschiktheid
Voor dit Pensioenreglement ben je volledig of gedeeltelijk Arbeidsongeschikt als je dat ook voor de WIA bent. Wij gaan daarbij uit van de mate van Arbeidsongeschiktheid die het UWV vaststelt.
AOW-leeftijd
De pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid AOW.
Beleidsdekkingsgraad
De Beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de Dekkingsgraad van de laatste 12 maanden. De Beleidsdekkingsgraad wordt per het einde van de maand berekend volgens de voorschriften van de PW en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.
Consumentenprijsindex
De procentuele toename van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindex alle huishoudens, afgeleid, over de laatst verstreken periode van oktober tot oktober.
Deelnemer
Je bent Deelnemer als je Werknemer of gewezen Werknemer bent en op grond van de Pensioenovereenkomst Pensioen bij het Pensioenfonds verwerft.
Deeltijdpensioen
Als je je ouderdomspensioen gedeeltelijk voor je Pensioen richtleeftijd laat ingaan, ben je met Deeltijdpensioen.
Dekkingsgraad
De verhouding tussen het pensioenvermogen van het Pensioenfonds en de technische
voorziening voor de Pensioenaanspraken en Pensioenrechten bij het Pensioenfonds. Onder technische voorzieningen vers taan wij de contante waarde van de toekomstige verplichtingen van het Pensioenfonds op basis van de actuariële grondslagen van het Pensioenfonds. De
Dekkingsgraad wordt per het einde van de maand berekend volgens de voorschriften van de PW en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.
Eerste Ziektedag
De eerste dag waarop je wegens ziekte niet hebt gewerkt of het werken tijdens de werktijd hebt gestaakt. Dit is de eerste dag van de wachttijd voor de WIA.
Ex-Deelnemer
Je bent Ex-Deelnemer als je geen Pensioenaanspraken meer bij het Pensioenfonds verwerft en bij beëindiging van het deelnemerschap Pensioenaanspraken bij het Pensioenfonds hebt
behouden.
Ex-Partner
De man of vrouw waarmee:
a. je huwelijk is geëindigd door echtscheiding of door ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed;
b. je geregistreerd partnerschap is geëindigd;
c. je duurzame gemeenschappelijke huishouding is geëindigd.
Trouw je, of ga je een geregistreerd partnerschap aan of een gemeenschappelijke huishouding voeren met een Partner met wie je direct daaraan voorafgaand al getrouwd was, een
geregistreerd partnerschap had of een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerde, dan blijf t het partnerschap ongewijzigd v oortduren.
Franchise
De Franchise is dat deel van het Pensioensalaris waarover je geen Pensioenaanspraak verwerft. Hierover is meer opgenomen in artikel 7.
Gepensioneerde
Je bent Gepensioneerde als je ouderdomspensioen op grond van de Pensioenregeling is ingegaan.
Jouw Werkgever
De rechtspersoon waarmee jij een arbeidsovereenkomst hebt en die een Werkgever is als bedoeld in de Statuten van het Pensioenfonds.
Kind
Een Kind is:
a. Jouw Kind dat jonger is dan 18 jaar.
b. Jouw Kind dat tussen de 18 en 27 jaar is, als de voor werkzaamheden beschikbare tijd in beslag wordt genomen door:
- dagonderwijs of een dagopleiding voor een beroep;
- het verzorgen van het ouderlijk huishouden. Het Pensioenfonds beoordeelt of dit het geval is.
Stief- of pleegkinderen die je onderhoudt en opvoedt zien we als jouw Kind. Een pleegkind
moet wel eerst zijn aangemeld bij het Pensioenfonds en als pleegkind door het Pensioenfonds zijn geaccepteerd.
Nabestaande
Je Partner, je Kind en eventuele Ex-Partner op de dag van je overlijden.
NN basispensioenregeling
De in dit Pensioenreglement vastgelegde pensioenregeling. Tot 1 juli 2019 heette deze pensioenregeling de Basispensioenregeling 67.
Notariële Samenlevingsovereenkomst
Een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst of een door de notaris gewaarmerkt uittreksel van de notarieel verleden samenlevingsovereenkomst waaruit blijkt dat jij en je Partner een onderhoudsverplichting ten opzichte van elkaar hebben.
Partner
De man of vrouw met wie je vóór je Pensioendatum:
x. xxxxxx bent; of
b. een geregistreerd partnerschap bent aangegaan; of
c. een gezamenlijke huishouding voert, als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- jij en je Partner zijn niet gehuwd en zijn geen geregistreerd partnerschap aangegaan met een derde; en
- je Partner is geen bloed- of aanverwant van je in de rechte lijn; en
- de gezamenlijke huishouding ten minste zes maanden onafgebroken heeft geduurd; en
- de gezamenlijke huishouding is bevestigd in een notariële samenlevingsovereenkomst of, als de gezamenlijke huishouding onafgebroken vijf jaar of langer heeft geduurd, in een verklaring van jou en je Partner waaruit een gezamenlijke onderhoudsverplichting blijkt ; en
- je hebt je Partner als Partner aangemeld bij het Pensioenfonds, volgens de door het
Pensioenfonds vastgestelde voorwaarden en procedure. Meer daarover kun je lezen in artikel 16.
Jij en je Partner kunnen maar één persoon tegelijkertijd als partner xxx xxx. Een huwelijk of geregistreerd partnerschap gaat dan voor op een gezamenlijke huishouding.
Partnerpensioen op opbouwbasis
Het partnerpensioen op opbouwbasis is gelijk aan (1) je tot 1 juli 2019 opgebouwde
partnerpensioen, xxxxxxxxxxx met extra partnerpensioen dat je daarover hebt gekregen door waardeoverdracht en toeslagen en (2) het partnerpensioen dat je hebt gekregen door uitruil van ouderdomspensioen voor par tnerpensioen vermeerderd met extra partnerpensioen dat je daarover hebt gekregen door toeslagen. Het partnerpensioen op opbouwbasis komt tot
uitkering als je overlijdt.
Partnerpensioen op risicobasis
Het partnerpensioen op risicobasis, is het partnerpensioen waar je voor perioden van deelneming vanaf 1 juli 2019 aanspraak op maakt en komt tot uitkering als je overlijdt tijdens je deelname aan deze pensioenregeling en vervalt bij beëindiging van je deelname aan deze pensioenregeling.
Pensioen
Ouderdomspensioen, partnerpensioen, bijzonder partnerpensioen of wezenpensioen op grond van dit Pensioenreglement.
Pensioenaanspraak
De aanspraak op een Pensioen dat nog niet is ingegaan. Hieronder vallen niet de voorwaardelijke toeslagen die worden genoemd in artikel 25.
Pensioendatum
De dag waarop je ouderdomspensioen ingaat .
Pensioenfonds
Stichting NN CDC Pensioenfonds.
Pensioengerechtigde
Je bent Pensioengerechtigde als je Pensioen is ingegaan.
Pensioengrondslag
Het Pensioensalaris verminderd met de Franchise. Hierover is meer opgenomen in de artikelen 7 en 8.
Pensioenrecht
Het recht op een Pensioen dat is ingegaan. Hieronder vallen niet de voorwaardelijke toeslagen die worden genoemd in artikel 25.
Pensioenrichtleeftijd
De dag waarop je 68 jaar wordt.
Pensioensalaris
De salarisbestanddelen die worden gebruikt voor de vaststelling van je Pensioengrondslag. Hierover is meer opgenomen in artikel 6.
Tabellenboek
De factoren en rekenregels die het Pensioenfonds vaststelt voor onder andere aanpassing en
afkoop van een Pensioenrecht en/of een Pensioenaanspraak. Het Tabellenboek wordt periodiek herzien.
Vaste Premie
De Vaste Premie voor de beoogde verwerving van Pensioen. De Vaste Premie staat in de Pensioen- en Uitvoeringsovereenkomst.
Voormalige DL-deelnemer
Je bent een Voormalige DL-deelnemer als je (1) direct voorafgaand aan de juridische fusie per 1 oktober 2019 tussen de NN Personeel B.V. en Delta Lloyd Services B.V., werknemer was van Delta Lloyd Services B.V., (2) je dienstverband met NN Personeel B.V. niet is beëindigd in de periode vanaf 1 oktober 2019 tot en met 1 januari 2020, (3) de Pensioenovereenkomst op jou van toepassing is en (4) je Deelname aan de NN basispensioenregeling op grond van de Pensioenovereenkomst na aanvang per 1 januari 2020 niet is beëindigd.
Werkgever
De Werkgever als bedoeld in de Statuten van het Pensioenfonds.
Werknemer
Je bent Werknemer als je een arbeidsovereenkomst hebt met de Werkgever en onder de Pensioenovereenkomst valt.
Wezenpensioen op opbouwbasis
Het wezenpensioen op opbouwbasis is gelijk aan (1) je tot 1 juli 2019 opgebouwde wezenpensioen dat tot uitkering komt als je overlijdt, vermeerderd met extra wezenpensioen dat je daarover hebt gekregen door waardeoverdracht en toeslagen en (2) het wezenpensioen dat je hebt gekregen door uitruil van ouderdomspensioen voor wezenpensioen dat tot uitkering komt als je overlijdt voor de Pensioendatum , vermeerderd met extra wezenpensioen dat je daarover hebt gekregen door toeslagen.
Wezenpensioen op risicobasis
Het wezenpensioen op risicobasis, is het wezenpensioen waar je voor perioden van deelneming vanaf 1 juli 2019 aanspraak op maakt als je overlijdt tijdens je deelname aan deze pensioenregeling en vervalt bij beëindiging van je deelname aan deze pensioenregeling .
Gebruikte afkortingen
AFM: Stichting Autoriteit Financiële Markten
AOW: de Algemene Ouderdomswet
CAO: de bij de Werkgever geldende collectieve arbeidsovereenkomst CDC: Collectief Defined Contribution (beschikbare premieregeling) DNB: De Nederlandsche Bank N.V.
PW: de Pensioenwet
UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen WIA: de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
WW: Werkloosheidswet
We spreken je in dit Pensioenreglement zoveel mogelijk persoonlijk aan met “ je” en “ jou ” . Als wij in deze regeling ‘hij’ of ‘zijn’ schrijven, dan bedoelen we ook ‘zij’ of ‘haar’. Waar “ ons” of
“ wij ” in de tekst staat bedoelen we het Pensioenfonds.
Artikel 3 Je deelname aan de Pensioenregeling
1. Je deelname aan de NN basispensioenregeling begint:
- op 1 januari 2014 als je op dat moment Werknemer bent bij de Werkgever;
- op 1 januari 2020 als je een Voormalige DL-deelnemer bent;
Je deelnemersperiode wordt in dagen nauwkeurig vastgesteld.
2. Je deelname aan de NN basispensioenregeling eindigt:
- bij je overlijden;
- op je Pensioendatum of je Pensioenrichtleeftijd;
- als je uit dienst treedt van de Werkgever, tenzij je, omdat je geheel of gedeeltelijk Arbeidsongeschikt bent, Pensioen blijf t verwerven . Over Arbeidsongeschiktheid is meer opgenomen in Hoofdstuk IV ;
- als de Pensioenovereenkomst niet meer op je van toepassing is;
- als de Uitvoeringsovereenkomst tussen Jouw Werkgever en het Pensioenfonds eindigt , tenzij je omdat je geheel of gedeeltelijk Arbeidsongeschikt bent, Pensioen blijf t
verwerven. Over Arbeidsongeschiktheid is meer opgenomen in Hoofdstuk IV. .
Artikel 4 Je Pensioenaanspraken
In de NN basispensioenregeling verwerf je de volgende Pensioenaan spraken:
a. ouderdomspensioen;
b. partnerpensioen op risicobasis voor je Partner;
c. wezenpensioen op risicobasis voor je Kind(eren).
Daarnaast heb je aanspraak op voortzetting van je pensioenverwerving bij Arbeidsongeschiktheid.
Artikel 5 Pensioenregeling
1. De NN basispensioenregeling is een CDC-pensioenregeling (collectieve premieregeling). Kern van de regeling is dat de Werkgever jaarlijks een Vaste Premie beschikbaar stelt, waarbij
door het Pensioenfonds met deze Vaste Premie wordt gestreefd naar pensioenverwerving op basis van het middelloonstelsel. Daarnaast betaalt de Werkgever een bijdrage voor de
uitvoeringskosten. De Werkgever geeft voor de pensioenverwerving geen garanties en heeft conform de Uitvoeringsovereenkomst geen verplichting om méér te betalen .
2. Omdat de NN basispensioenregeling gebaseerd is op een vooraf vastgestelde Xxxxx Xxxxxx is deze Pensioenovereenkomst volgens de internationale boekhoudkundige regels een premieovereenkomst. Omdat er nadrukkelijk word t gestreefd naar pensioenopbouw op
1 Als je deelneemt of hebt deelgenomen aan de NN basispensioenregeling op basis van een andere Pensioenovereenkomst dan de Pensioenovereenkomst uit hoofde van de (voormalige) CAO, dan wordt in artikel 3, lid 1 in plaats van de aanvang van je dienstverband, hoe ook genoemd, uitgegaan van de aanvang van je Deelname aan de NN basispensioenregeling. Dit geldt ook als je nu wel deelneemt op basis van de Pensioenovereenkomst uit hoofde van de (voormalige) CAO.
basis van het middelloonstelsel is deze Pensioenregeling in de zin van de Pensioenwet een uitkeringsovereenkomst.
3. De Vaste Premie is vastgelegd in de Pensioenovereenkomst en de tussen Werkgever en het Pensioenfonds gesloten Uitvoeringsovereenkomst .
Belangrijkste punten daaruit zijn:
• De Vaste Premie die betaald wordt, is alleen bedoeld voor de verwerving van het beoogde Pensioen in dat jaar (het jaar van premiebetaling). De Vaste Premie is
nadrukkelijk niet bestemd om vermindering van verworven Pensioen te voorkomen en/of om vermindering uit het verleden te compenseren.
• Wanneer er door het Pensioenfonds voorafgaand aan het jaar wordt vastgesteld dat de
vooraf afgesproken Xxxxx Xxxxxx niet voldoende is voor de beoogde pensioenverwerving in dat jaar, dan wordt er in dat jaar navenant minder
ouderdomspensioen opgebouwd. De Vaste Premie wordt nadrukkelijk niet verhoogd.
• Met het betalen van de Vaste Premie en de bijdrage voor de uitvoeringskosten, heeft de Werkgever aan zijn financiële verplichtingen voldaan. Er bestaat nadrukkelijk geen
bijstortingsverplichting voor de Werkgever. Een eventueel overschot in de Vaste Premie vloeit in de algemene middelen van het Pensioenfonds.
• Als het Pensioenfonds in een situatie van dekkings- of reservetekort komt en niet
zelfstandig binnen de wettelijke termijnen de Dekkingsgraad weet te herstellen, worden de verworven Pensioenaanspraken en ingegane Pensioenrechten verminderd. Evenmin wordt bijgestort als de verleende of te verlenen toeslagen lager zijn dan het
streefniveau.
• Wanneer de Beleidsdekkingsgraad van het Pensioenfonds volgens de wettelijke normen een premiekorting of een premierestitutie toestaat, wordt deze niet verleend. In plaats daarvan kan het Bestuur van het Pensioenfonds besluiten extra toeslagen te verlenen als bedoeld in artikel 25, lid 5.
HOOFDSTUK II: UITGANGSPUNTEN PENSIOENBEREKENING
Artikel 6 Pensioensalaris
1. Voor de verwerving van je Xxxxxxxx tellen de volgende salarisbestanddelen mee:
- je maandsalaris;
- je Persoonlijke Toeslag Behoud Salaris;
- je Persoonlijke Toeslag Geïndexeerd;
- je vakantietoeslag;
- je 13e maand.
Elke maand worden de pensioendragende salarisbestanddelen van die maand bij elkaar opgeteld. Dit noemen we jouw Pensioensalaris.
2. Jouw Pensioensalaris in een maand is maximaal gelijk aan 1/12 e deel van het maximale fiscale pensioengevend loon op jaarbasis uit artikel 18ga van de Wet op de Loonbelasting 1964 (2022: € 114.866). Als je in Deeltijd werkt wordt het maximum vermenigvuldigd met je
deeltijdfactor volgens artikel 9.
3. Het maximum uit lid 2 geldt vanaf het moment dat jouw Pensioensalaris boven de in lid 2 genoemde grens uitkomt.
De Franchise is dat deel van je Pensioensalaris waarover je geen Pensioenaanspraak verwerft. De Franchise is vanaf 1 januari 2015 de minimale fiscale franchise op jaarbasis uit artikel 18a van de Wet op de loonbelasting 1964 (2022: € 14.802). Dit franchisebedrag geldt bij een volledige arbeidsduur van 36 uur of meer per week. Bij een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week, wordt de Franchise naar rato verlaagd.
Je verwerft elke maand Pensioen over je Pensioengrondslag. Je Pensioengrondslag is gelijk aan je Pensioensalaris in die maand verminderd met 1/12e deel van de Franchise. Als je
Pensioengrondslag gelijk is aan of kleiner is dan nul, dan is je Pensioengrondslag nul en verwerf je in die maand dus geen Pensioen.
1. Als je in deeltijd werkt (minder dan 36 uur), dan wordt daarmee bij de berekening van j e Pensioenaanspraken rekening gehouden. Daarvoor is een deeltijd factor nodig. De
deeltijd factor wordt vastgesteld door de overeengekomen wekelijkse arbeidsduur te delen door 36. De deeltijd factor bedraagt maximaal 1.
2. Bij de pensioenverwerving wordt op de volgende wijze rekening gehouden met de deeltijd factor:
a. Eerst wordt het op te bouwen ouderdomspensioen, partnerpensioen op risicobasis en wezenpensioen op risicobasis berekend waarop je recht zou hebben als je 36 uur per week werkt; voor de vaststelling van deze pensioenaanspraken wordt je pensioensalaris herrekend naar een voltijds pensioensalaris door jouw pensioensalaris te delen door je deeltijdfactor.
b. Vervolgens worden de pensioenaanspraken vermenigvuldigd met je deeltijd factor.
3. Bij de bepaling van het partner- en wezenpensioen op risicobasis en de premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid, is een deeltijd factor nodig voor toekomstige diensttijd of periode van deelneming. Dat wordt gedaan door ervan uit te gaan dat de deeltijdfactor direct voorafgaand aan je overlijden of de Eerste Ziektedag van kracht blijft tot de
Pensioenrichtleeftijd.
Artikel 10 Arbeidsduurvermindering
Als je met gebruikmaking van het in artikel 9 van de Pensioenovereenkomst beschreven overgangsbeleid voor medewerkers geboren voor 1955 minder bent of gaat werken, dan worden je pensioenverwerving en deelnemersbijdrage op basis van j e oorspronkelijke arbeidsduur voortgezet .
Artikel 11 Pensioenverwerving tijdens onbetaald verlof
Als je onbetaald verlof opneemt als bedoeld in artikel 3.1.17 van de Pensioenovereenkomst, dan wordt daar als volgt rekening mee gehouden:
a. Je pensioenopbouw blijf t hetzelfde totdat je 13 keer je persoonlijke arbeidsduur per week aan verlof hebt opgenomen als je tijdens deze periode de in artikel 27 bedoelde deelnemersbijdrage betaalt . Daarna stopt de pensioenopbouw.
b. Het partner- en wezenpensioen op risicobasis en de dekking voor het recht op premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid lopen door, maar stoppen als het onbetaald verlof langer dan 18 maanden heeft geduurd.
1. Algemeen
Wij kunnen meewerken aan waardeoverdrachten als bedoeld in de PW. Aan die waardeoverdrachten kunnen wij nadere voorwaarden verbinden. Daarbij houden we rekening met de geldende wet- en regelgeving. Op deze waardeoverdrachten zijn de voorwaarden van de PW van toepassing.
2. Waardeoverdracht vanuit een andere pensioenuitvoerder (inkomende waardeoverdracht)
a. Als je Deelnemer bent, kun je ons vragen om de waarde van je opgebouwde Pensioenaanspraken bij een pensioenuitvoerder van je vorige werkgever naar ons over te laten dragen. Voor de overdracht van partnerpensioen is de instemming van je Partner vereist.
b. Wij zetten de overgedragen waarde om in ouderdomspensioen en er wordt daarnaast extra partner- en wezenpensioen op risicobasis toegekend in de verhouding 100 : 70 : 14. Op deze extra Pensioenaanspraken is deze Pensioenregeling van toepassing.
c. Op de waardeoverdracht zijn de voorwaarden van de PW van toepassing. Soms is een waardeoverdracht (tijdelijk) niet toegestaan of is er geen recht op waardeoverdracht. Als er op grond van de PW voor jou geen recht op waardeoverdracht is, maar dit wel is toegestaan, kunnen wij meewerken aan een waardeoverdracht.
3. Waardeoverdracht kleine pensioenen vanuit een andere pensioenuitvoerder (inkomende waardeoverdracht kleine pensioenen)
a. De pensioenuitvoerders van je oude werkgevers kunnen je premievrije aanspraken op ouderdomspensioen aan ons overdragen, als het ouderdomspensioen lager is dan de Afkoopgrens. Je aanspraken op partner - en wezenpensioen worden dan ook aan ons overgedragen.
b. Wij zetten de overgedragen waarde om in ouderdomspensioen en er wordt daarnaast extra partner- en wezenpensioen op risicobasis toegekend in de verhouding 100 : 70 : 14 . Op deze extra Pensioenaanspraken is deze Pensioenregeling van toepassing.
c. Op de waardeoverdracht zijn de voorwaarden van de PW van toepassing.
4. Waardeoverdracht naar andere pensioenuitvoerder (uitgaande waardeoverdracht)
a. Als je uit dienst treedt van de Werkgever, tenzij en voor zolang je, omdat je geheel of gedeeltelijk Arbeidsongeschikt bent, Pensioen blijf t verwerven, en lid 5 niet van toepassing is, kun je zelf beslissen de waarde van de bij ons opgebouwde Pensioenaanspraken te laten overdragen naar een andere pensioenuitvoerder. Voor de overdracht van partnerpensioen op opbouwbasis is de instemming van je Partner vereist.
b. Wij dragen je aanspraken op Pensioen alleen over als bij de andere pensioenuitvoerder aanspraken op pensioen worden ingekocht met de waarde die door ons is overgedragen.
c. Op de waardeoverdracht zijn de voorwaarden van de PW van toepassing. Soms is een waardeoverdracht (tijdelijk) niet toegestaan. Als er op grond van de PW geen recht op waardeoverdracht is, werken wij soms mee aan een waardeoverdracht.
5. Waardeoverdracht kleine pensioenen naar andere pensioenuitvoerder (uitgaande waardeoverdracht kleine pensioenen)
a. Als je Ex-Deelnemer bent en je ouderdomspensioen is lager dan de Afkoopgrens, dan kunnen wij je aanspraken op ouderdoms pensioen en partner- en wezenpensioen op opbouwbasis overdragen naar de pensioenuitvoerder van je (nieuwe) werkgever.
b. De pensioenuitvoerder van je (nieuwe) werkgever koopt met de overgedragen waarde nieuwe aanspraken op pensioen in.
c. Op de waardeoverdracht zijn de voorwaarden van de PW van toepassing.
HOOFDSTUK III: JE PENSIOENAANSPRAKEN
De NN basispensioenregeling is een CDC-pensioenregeling waarin wordt gestreefd naar pensioenen op middelloonbasis. De Vaste Premie die betaald wordt, is alleen bedoeld voor de verwerving van Pensioen in het jaar van premiebetaling. De Vaste Premie is nadrukkelijk niet bestemd om vermindering van al opgebouwd Pensioen te voorkomen en/of om verminderingen uit het verleden te compenseren. Wanneer de Vaste Premie bij aanvang van het jaar
ontoereikend blijkt te zijn voor de beoogde pensioenverwerving voor dat jaar, dan wordt er navenant minder ouderdomspensioen in dat jaar opgebouwd. De Vaste Premie wordt niet verhoogd. Wanneer de Beleidsd ekkingsgraad van het Pensioenfonds volgens de wettelijke normen een premiekorting of een premierestitutie zou toestaan wordt deze niet verleend. In plaats daarvan kan het Bestuur van het Pensioenfonds besluiten extra toeslagen te verlenen.
1. Per maand bouw je 1,875% ouderdomspensioen op over je Pensioengrondslag.
2. Als blijkt dat de Vaste Premie in enig jaar onvoldoende is voor de beoogde pensioenopbouw , dan zal een vermindering van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen als bedoeld in lid 1 plaatsvinden. Zie hiervoor artikel 5. A ls de Beleidsdekkingsgraad van het Pensioen fonds daartoe aanleiding geeft, kan een vermindering van het al verworven
ouderdomspensioen en/of het ingegane ouderdomspensioen plaatsvinden. Zie hiervoor artikel 26.
3. Het opgebouwde, premievrije en ingegane ouderdomspensioen kan jaarlijks met een toeslag worden verhoogd. Zie hiervoor artikel 2 5.
4. Je totale ouderdomspensioen is gelijk aan de som van de opgebouwde aanspraken op
ouderdomspensioen, de eventuele extra aanspraken op ouderdomspensioen die je uit een waardeoverdracht hebt verkregen en de al verleende toeslagen.
5. Als je de ingangsdatum van je ouderdomspensioen niet vervroegt, gaat het
ouderdomspensioen in op de Pensioenrichtleeftijd. Het ouderdomspensioen wordt uitbetaald tot de laatste dag van de maand waarin je overlijdt.
Artikel 14 Pensioenverevening bij scheiding
Bij scheiding van tafel en bed, echtscheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap is de Wet verevening Pensioenrechten bij scheiding van toepassing.
Op basis van deze wet kan je gewezen partner recht krijgen op uitbetaling van een deel van je ouderdomspensioen.
Je kunt de toepassing van deze wet uitsluiten of van die wet afwijken door:
a. huwelijkse voorwaarden dan wel door voorwaarden bij wettelijk geregistreerd partnerschap, en/of
b. een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding dan wel de ontbinding van het wettelijk geregistreerd partnerschap.
Artikel 15 Partnerpensioen
1. Als je overlijdt tijdens je deelname aan deze pensioenregeling, dan heeft je Partner recht op een partnerpensioen op risicobasis. Het partnerpensioen op risicobasis is:
a. voor perioden van deelname vanaf 1 juli 2019 tot 1 januari 2020 gelijk aan 1,2166% per maand van je pensioengrondslag in de desbetreffende maanden , vermeerderd met;
b. 1,3125% per maand van je pensioengrondslag in de desbetreffende maanden in de periode vanaf 1 januari 2020 tot aan je overlijden, xxxxxxxxxxx met;
c. 1,3125% van je pensioengrondslag in de maand direct voorafgaand aan je overlijden vermenigvuldigd met het aantal maanden vanaf het moment van overlijden tot aan je Pensioenrichtleeftijd, waarbij rekening wordt gehouden met je deeltijdfactor in de maand waarin je bent overleden, vermeerderd met;
d. als je een voormalige DL-deelnemer bent, (1) het partnerpensioen op risicobasis dat in de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019 voor je verzekerd was bij het
Delta Lloyd Pensioenfonds en (2) de toeslag hierover per 1 januari 2020 waarop je aanspraak zou hebben gemaakt, als je op dat moment nog zou deelnemen aan de
pensioenregeling van Delta Lloyd Pensioenfonds. Bij de vaststelling van de hoogte van dit partnerpensioen op risicobasis wordt alleen rekening gehouden met je deelnemerstijd in de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019.
2. Naast het partnerpensioen op risicobasis heb je mogelijk ook aanspraak op (1) partnerpensioen op opbouwbasis voor deelnemersjaren voor 1 juli 2019 en (2) partnerpensioen op opbouwbasis door uitruil van ouderdomspensioen.
3. Als de Beleidsdekkingsgraad van het Pensioenfonds daartoe aanleiding geeft, kan een vermindering van het partnerpensioen op opbouwbasis en/of het ingegane partnerpensioen plaatsvinden. Zie hiervoor artikel 26.
4. Het in lid 1 bedoelde partnerpensioen op risicobasis, het in lid 2 bedoelde partnerpensioen op opbouwbasis en de ingegane partnerpensioenen, kunnen jaarlijks worden verhoogd volgens artikel 25, waarbij het in lid 1, onder d bedoelde partnerpensioen op risicobasis voor het eerst in 2021 kan worden verhoogd.
5. Het partnerpensioen op opbouwbasis en het par tnerpensioen op risicobasis gaan in op de eerste dag van de maand volgend op je overlijden en worden uitbetaald tot en met de laatste dag van de maand waarin je Partner overlijdt.
6. Als je op het moment van je overlijden Ex-Deelnemer of Gepensioneerde bent, dan heeft je Partner alleen aanspraak op het partnerpensioen op opbouwbasis.
7. Als er een bijzonder partnerpensioen aan je Ex-Partner is toegekend, dan wordt het partnerpensioen op opbouwbasis verminderd met dit bijzonder partnerpensioen.
8. Als je na je Pensioendatum huwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of een duurzame gezamenlijke huishouding gaat voeren, dan krijg je voor deze p artner geen aanspraak op partnerpensioen op opbouwbasis.
Artikel 16 Voorwaarden Partnerpensioen bij samenwonen zonder geregistreerd partnerschap Als je ongehuwd bent en geen geregistreerd partnerschap bent aangegaan, maar wel met een ander een duurzame huishouding voert en je wilt degene met wie je samenwoont als je Partner aanwijzen, dan moet je dit doen volgens de door ons vastgestelde voorwaarden en procedure. Daarbij gelden in elk geval de volgende voorwaarden:
a. Je moet een kopie van een Notarieel Samenlevingsovereenkomst aan ons toesturen; uit deze kopie moet blijken dat jij en je Partner een onderhoudsverplichting voor elkaar hebben; en
b. Je moet aantonen dat je gezamenlijke huishouding ten minste zes maanden onafgebroken heeft geduurd. Hiervoor moet je onder meer een recent uittreksel uit de Basisregistratie Personen aan ons geven.
c. Als jij en je Partner kunnen aantonen dat je duurzame geza menlijke huishouding ten minste vijf jaar onafgebroken heeft geduurd en uit deze verklaring een gezamenlijke onderhoudsverplichting blijkt, dan hoef je geen N otariële Samenlevingsovereenkomst aan
ons te sturen.
d. Als deze duurzame gezamenlijke huishouding eindigt, dan moet jij en/of je Ex -Partner dit en de datum waarop de gezamenlijke huishouding is beëindigd, aan ons doorgeven. Voor de vaststelling van de aanspraak op bijzonder partnerpensioen van je Ex -Partner gaan wij dan uit van de opgegeven datum, tenzij uit de Basisregistratie Personen een eerdere datum van beëindiging blijkt.
Artikel 17 Bijzonder partnerpensioen
1. Als je relatie tijdens je deelname aan de pensioenregeling eindigt door:
a. echtscheiding of door ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed; of
b. beëindiging van geregistreerd partnerschap; of
c. beëindiging van de duurzame gemeenschappelijke huishouding;
dan krijgt je Ex-Partner daarvoor geen zelfstandige aanspraak of recht op partnerpensioen. Dit tenzij je voor 1 juli 2019 partnerpensioen op opbouwbasis bij het Pensioenfonds hebt
verworven. Xxx krijgt je Ex-Partner een zelfstandige aanspraak op het dan aanwezige partnerpensioen op opbouwbasis. Dit heet bijzonder partnerpensioen.
2. Als je relatie na je deelname aan de pensioenregeling of na je Pensioendatum eindigt door:
a. echtscheiding of door ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed; of
b. beëindiging van geregistreerd partnerschap; of
c. beëindiging van de duurzame gemeenschappelijke huishouding;
en (1) je ouderdomspensioen is uitgeruild voor partnerpensioen op opbouwbasis en/of (2) je hebt voor 1 juli 2019 partnerpensioen op opbouwbasis verworven, dan krijgt je Ex-Partner een zelfstandige aanspraak op het dan aanwezige partnerpensioen op opbouwbasis . Dit heet bijzonder partnerpensioen.
3. Het bijzonder partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op je overlijden en wordt uitbetaald tot en met de laatste dag van de maand van overlijden van je Ex-Partner.
4. Het bijzonder partnerpensioen wordt verhoogd met de in artikel 2 5 genoemde voorwaardelijke toeslagen.
5. Er wordt geen bijzonder partnerpensioen aan je Ex-Partner toegekend of het bijzonder partnerpensioen wordt op andere wijze vastgesteld dan op grond van het derde lid, als jij en je Ex-Partner een andere regeling overeenkomen:
a. bij huwelijkse voorwaarden;
b. bij registratievoorwaarden;
c. in een schriftelijke overeenkomst in verband met de scheiding, de beëindiging van het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding.
De huwelijkse voorwaarden, registratievoorwaarden of de schriftelijke overeenkomst zijn slechts geldig indien daaraan een verklaring van ons is gehecht, waarin wij aangeven dat wij bereid zijn om het afwijkende pensioenrisico te accepteren. Wij bepalen zelf of we die verklaring afgeven.
6. Je Ex-Partner kan na je overlijden zijn of haar bijzonder partnerpensioen overdragen aan een andere Ex-Partner van jou, als:
a. de overdracht onherroepelijk is; en
b. dit wordt overeengekomen bij notarieel verleden akte; en
x. xxx schriftelijk hebben verklaard bereid te zijn het afwijkende pensioenrisico te dekken. Deze verklaring moet aan de overeenkomst gehecht zijn.
Wij kunnen daarbij om een medische verklaring vragen.
Omdat er een nieuwe uitkeringsgerechtigde is, wordt het bijzonder partnerpensioen opnieuw berekend. Hiervoor zijn rekenregels in het Tabellenboek opgenomen.
7. Als je Ex-Partner overlijdt vóór je Pensioendatum, vervalt het bijzonder partnerpensioen en wordt je aanspraak op partnerpensioen op opbouwbasis verhoogd met het vervallen
bijzonder partnerpensioen.
1. Als je overlijdt tijdens je deelname aan deze pensioenregeling , dan heeft je Kind recht op een wezenpensioen op risicobasis. Het wezenpensioen op risicobasis is
a. voor perioden van deelname vanaf 1 juli 2019 tot 1 januari 2020 gelijk aan 0,2433% per maand van je pensioengrondslag in de desbetreffende maanden, vermeerderd met ;
b. 0,2625% per maand van je pensioengrondslag in de des betreffende maanden in de periode vanaf 1 januari 2020 tot aan je overlijden, vermeerderd met;
c. 0,2625% van je pensioengrondslag in de maand direct voorafgaand aan je overlijden vermenigvuldigd met het aantal maanden vanaf het moment van overlijden tot aan je Pensioenrichtleeftijd, waarbij rekening wordt gehouden met je deeltijdfactor in de maand waarin je bent overleden, vermeerderd met;
d. als je een voormalige DL-deelnemer bent, (1) het wezenpensioen op risicobasis dat in de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019 voor je verzekerd was bij het Delta Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx en (2) de toeslag hierover per 1 januari 2020 waarop je aanspraak zou hebben gemaakt, als je op dat moment nog zou deelnemen aan de pensioenregeling van Delta Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx. Bij de vaststelling van de hoogte van
dit wezenpensioen op risicobasis wordt alleen rekening geho uden met je deelnemerstijd in de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019.
2. Naast het wezenpensioen op risicobasis heb je mogelijk ook aanspraak op
(1) wezenpensioen op opbouwbasis voor deelnemersjaren voor 1 juli 2019 dat tot uitkering komt als je overlijdt en (2) wezen pensioen op opbouwbasis door uitruil van
ouderdomspensioen dat tot uitkering komt als je overlijdt voor de Pensioendatum.
3. Als de Beleidsdekkingsgraad van het Pensioenfonds daartoe aanleiding geeft, kan een vermindering van het wezenpensioen op opbouwbasis en/of het ingegane wezen pensioen plaatsvinden. Zie hiervoor artikel 26.
4. Het in lid 1 bedoelde wezenpensioen op risicobasis, het in lid 2 bedoelde wezenpensioen op opbouwbasis en de ingegane wezenpensioenen, kunnen jaarlijks worden verhoogd volgens artikel 25, waarbij het in lid 1, onder d bedoelde wezenpensioen op risicobasis voor het eerst in 2021 kan worden verhoogd.
5. Het wezenpensioen op opbouwbasis en op risicobasis gaa n in op de eerste dag van de maand volgend op je overlijden. Het wezenpensioen eindigt:
a. Op de laatste dag van de maand waarin je Kind 18 jaar wordt.
b. Op de laatste dag van de maand waarin je Kind 27 jaar wordt, als het Kind aan het Pensioenfonds kan aantonen dat de tijd voor werken grotendeels in beslag wordt genomen door:
- het volgen van dagonderwijs of een dagopleiding voor een beroep; en / of
- door het verzorgen van het ouderlijk huishouden.
Als je Kind overlijdt, eindigt het wezenpensioen op de laatste dag van de maand van overlijden.
6. Het totale wezenpensioen van alle Kinderen samen is maximaal 70% van het
ouderdoms pensioen. Dit wezenpensioen wordt in gelijke delen verdeeld over alle Kinderen.
7. Het wezenpensioen wordt verdubbeld in de maand volgend op de maand waarin het Kind volle wees wordt. Een volle wees is een (erkend) Kind dat ouderloos is .
Als jij en je Partner niet meer leven, dan is het wezenpensioen van alle Kinderen in totaal maximaal 140% van het ouderdomspensioen. Dit wezenpensioen wordt in gelijke delen verdeeld over alle Kinderen.
HOOFDSTUK IV: ARBEIDSONGESCHIKTHEID
Artikel 19 Premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid
1. Als je tijdens je deelname aan de NN basispensioenregeling Arbeidsongeschikt wordt , heb je recht op premievrije voortzetting van je pensioenverwerving. We noemen dit premievrijstelling. Deze premievrijstelling gaat in op de dag dat de WIA -uitkering ingaat en eindigt op de dag dat je WIA-uitkering eindigt , maar uiterlijk op de dag waarop je 68-jaar
wordt.
2. Voorwaarde voor het krijgen van de premievrijstelling is dat je Eerste Ziektedag op of na de aanvang van je dienstverband met de Werkgever ligt 2. Daarbij geldt wel het volgende:
a) Werknemer vóór 1 december 2013
Als je:
• op 1 januari 2014 Xxxxxxxxx bent geworden en onafgebroken bent gebleven; en
• vóór 1 december 2013 bij de Werkgever in dienst bent getreden en daarna niet meer uit dienst bent gegaan;
dan heb je alleen recht op premievrijstelling als de Eerste Ziektedag op of na 1 december 2013 lag.
b) Werknemer vanaf 1 december 2013
Als je:
• op of na 1 december 2013 bij de Werkgever in dienst bent getreden en daarna niet meer uit dienst bent gegaan; en
• je bent op of na 1 januari 2014 Deelnemer geworden; en
• bij aanvang van je dienstverband was je al geheel of gedeeltelijk Arbeidsongeschikt 3; dan heb je alleen recht op premievrijstelling voor de toename van de mate van Arbeidsongeschiktheid die na aanvang van je d ienstverband is opgetreden. Deze beperking geldt niet als je WIA-uitkering wordt ingetrokken omdat je minder dan 35% arbeidsongeschikt bent en de WIA-uitkering niet binnen vier weken herleeft.
c) Voormalige DL-deelnemers
Als je een Voormalig DL-deelnemer bent en:
• je Eerste Ziektedag ligt voor 1 januari 2020 en je hebt op 1 januari 2020 geen premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid bij Delta Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx, dan heb je alleen recht op premievrijstelling voor de toename van de mate van
Arbeidsongeschiktheid die is opgetreden na de eerste toekenning van de WIA -uitkering. Deze beperking geldt niet als je bent hersteld;
• je op 1 januari 2020 premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid hebt bij Delta Lloyd
Pensioenfonds, dan heb je alleen recht op premievrijstelling voor de toename van de mate van Arbeidsongeschiktheid die op of na 1 januari 2020 is opgetreden. Deze beperking geldt niet als je bent hersteld.
Onder herstellen verstaan wij voor de toepassing van deze bepaling (artikel 19, lid 2, onder c) dat je je werk gedurende ten minste vier weken zonder onderbreking volledig hebt hervat.
Daarnaast heb je als je premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid kr ijgt of hebt, daar alleen recht op voor zover je voor de toename van de mate van Arbeidsongeschiktheid geen recht hebt op premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid bij Delta Lloyd Pensioenfonds dan wel een pensioenuitvoerder waar Xxxxx Xxxxx Pensioenfonds zijn verplichtingen heeft
ondergebracht.
3. Als je:
• op 1 januari 2014 Xxxxxxxxx bent geworden; en
• vóór 1 december 2013 bij de Werkgever in dienst bent getreden en daarna niet meer uit dienst bent gegaan; en
• je Eerste Ziektedag lag vóór 1 december 2013;
2 Als je deelneemt of hebt deelgenomen aan de NN basispensioenregeling op basis van een andere Pensioenovereenkomst dan de Pensioenovereenkomst uit hoofde van de (voormalige) CAO, dan wordt in artikel 19, lid 2 in plaats van de aanvang van je dienstverband, hoe ook genoemd, uitgegaan van de aanvang van je Deelname aan de NN basispensioenregeling.
3 Als bij aanvang van je dienstverband de wachttijd voor de WIA nog niet is verstreken, wordt uitgegaan van de mate van Arbeidsongeschiktheid zoals die geldt bij de eerste toekenning van de WIA-uitkering.
dan heb je geen recht op premievrijstelling, ook niet voor de toename van de mate van Arbeidsongeschiktheid die op of na 1 december 2013 is opgetreden. Deze beperkingen gelden niet als je daarna ten minste 4 weken onafgebroken volledig je eigen werk hebt gedaan. Mogelijk kun je wel aanspraak maken op premievrijstelling op grond van de overgangsregeling die als bijlage bij dit Pensioenreglement zit.
4. Je voortgezette pensioenverwerving wordt gebaseerd op:
- Het Pensioenreglement dat van toepassing is op het moment waarop de
pensioenverwerving daadwerkelijk plaatsvindt (dit betekent bijvoorbeeld dat de op dat moment actuele Franchise en het actuele opbouwpercentage voor het
ouderdomspensioen , rekening houdend met een eventuele verlaging van het
opbouwpercentage op grond van artikel 13, lid 2, van toepassing zijn, ook als die lager of hoger zijn dan toen je voortgezette pensioenverwerving begon).
- Je gemiddelde Pensioensalaris in de laatste 12 maanden direct voorafgaande aan je Eerste Ziektedag 4.
- Je vastgestelde gemiddelde Pensioensalaris wordt op 1 januari van enig jaar verhoogd. De verhoging is gelijk aan de verhoging van de Franchise per 1 januari van dat jaar.
- Als je minder dan 12 maanden voor de Werkgever hebt gewerkt, wordt uitgegaan van je gemiddelde Pensioensalaris gedurende het aantal maanden dat je daadwerkelijk voor de Werkgever hebt gewerkt; en
- Je deeltijdfactor direct voorafgaand aan je Eerste Ziektedag.
5. De hoogte van de premievrijstelling hangt af van je mate van Arbeidsongeschiktheid. Daarbij hanteren we de volgende tabel.
Mate van Arbeidsongeschiktheid | Percentage premievrije voortgezette pensioenverwerving |
Minder dan 35% | 0% |
35 tot 45% | 40% |
45 tot 55% | 50% |
55 tot 65% | 60% |
65 tot 80% | 80% |
80 tot 100% | 100% |
4 Als de periode van 12 maanden (gedeeltelijk) voor 1 januari 2015 ligt, dan wordt voor die periode je Pensioensalaris vastgesteld rekening houdend met het actuele in artikel 6 genoemde maximum.
5a. Als je gedeeltelijk arbeidsgeschikt bent en je hebt premievrijstelling op grond van dit artikel, dan verwerf je over het arbeidsdeel dat je nog arbeidsgeschikt bent als volgt pensioen:
Mate van Arbeidsongeschiktheid | Percentage actieve pensioenverwerving |
Minder dan 35% | 100% |
35 tot 45% | 60% |
45 tot 55% | 50% |
55 tot 65% | 40% |
65 tot 80% | 20% |
80 tot 100% | 0% |
Voor de berekening van je actieve pensioenverwerving wordt uitgegaan van het Pensioensalaris en de deeltijdfactor die op jou van toepassing zouden zijn als je niet gedeeltelijk arbeidsongeschikt zou zijn.
6. Als de mate van je Arbeidsongeschiktheid wijzigt, wordt de hoogte van je premievrijstelling aangepast.
Als je dienstverband bij de Werkgever eindigt, houd je recht op premievrijstelling. B ij
wijziging van je mate van Arbeidsongeschiktheid wordt de hoogte van je premievrijstelling dan aangepast, maar tot maximaal de mate van Arbeidsongeschiktheid zoals die gold bij het einde van je dienstverband. Als bij het einde van je dienstverband de wachttijd voor de WIA nog niet is verstreken, wordt de maximale premievrijstelling gebaseerd op de mate van Arbeidsongeschiktheid zoals die geldt bij de eerste toekenning van de WIA-uitkering. Voor de toepassing van dit lid, artikel 19, lid 6, wordt als de Uitvoeringsovereenkomst tussen Jouw Werkgever en het Pensioenfonds eerder eindigt dan het dienstverband met Jouw Werkgever, van deze eerdere datum uitgegaan.
7. Als je WIA-uitkering wordt ingetrokken omdat je minder dan 35% arbeidsongeschikt bent verklaard, dan vervalt je recht op premievrijstelling. Wordt je WIA -uitkering weer binnen 4 weken nadat die uitkering was ingetrokken toegekend, omdat je meer dan 35% arbeidsongeschikt bent geworden dan krijg je vanaf het moment dat je weer WIA-uitkering krijgt weer recht op premievrijstelling tot maximaal de mate van Arbeidsongeschiktheid zoals die gold bij het einde van je dienstverband dan wel de eerdere beëindiging van de
Uitvoeringsovereenkomst tussen Jouw Werkgever en het Pensioenfonds .
8. Als het Pensioenreglement wordt gewijzigd, zijn die wijzigingen eveneens van toepassing op de premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid.
HOOFDSTUK V: KEUZEMOGELIJKHEDEN
Artikel 20 Keuzemogelijkheden
Je hebt als Deelnemer of Ex-Deelnemer een aantal keuzemogelijkheden, binnen de grenzen die de wet- en regelgeving en de belastingdienst stellen. Die keuzemogelijkheden zijn:
1. Pensioenvervroeging
Je kunt er voor kiezen om je ouderdomspensioen eerder te laten ingaan dan de
Pensioenrichtleeftijd. De eerst mogelijke vervroegde Pensioendatum is de dag waarop je 60 jaar wordt. Als je vervroegde Pensioendatum eerder dan vijf jaar voor je AOW-leeftijd ligt, dan mag je je Pensioenrichtleeftijd alleen vervroegen als je je inkomensge nererende activiteiten volledig beëindigt. Dit moet je aantonen op een door het Pensioenfonds aan te geven wijze. Deze keuzemogelijkheid heb je niet voor zover je recht hebt op premievrijstelling bij
Arbeidsongeschiktheid.
2. Deeltijdpensioen
Je kunt er voor kiezen om in deeltijd met ouderdomspensioen te gaan (Deeltijdpensioen). Je Deeltijdpensioen mag niet eerder ingaan dan op de dag waarop je 60 jaar wordt. Daarbij kun je er voor kiezen om je ouderdomspensioen voor 25%, 50% of 75% in te laten gaan. De datum waarop je vervolgens je ouderdomspensioen volledig laat ingaan, kan je zelf kiezen. Als je eerder dan vijf jaar voor je AOW-leeftijd je Deeltijdpensioen of je volledige Pensioe n laat ingaan, mag dat alleen voor zover je je inkomensgenererende activiteiten beëindigt. Dit moet je
aantonen op een door het Pensioenfonds aan te geven wijze. De laatste datum waarop je je ouderdomspensioen volledig kan laten ingaan, is de Pensioenrichtleeftijd. Deze keuzemogelijkheid heb je niet voor zover je recht hebt op premievrijstelling bij
Arbeidsongeschiktheid.
3.Uitruil tussen Ouderdomspensioen en Partnerpensioen op opbouwbasis
3.1 Pensioneer je aansluitend aan je deelname aan deze pensioenregeling , dan vervalt het partnerpensioen op risicobasis en wordt als je een Partner hebt je vanaf 1 juli 2019
opgebouwde ouderdomspensioen automatisch uitgeruild voor een ouderdoms pensioen en een partnerpensioen op opbouwbasis in de verhouding 100:70.
Dit gebeurt niet of alleen gedeeltelijk als je dat aangeeft en je Partner hiermee akkoord gaat of als je geen Partner hebt.
3.2 Pensioneer je en heb je er bij eerdere beëindiging van je deelname voor gekozen om je vanaf 1 juli 2019 opgebouwde ouderdomspensioen niet voor partnerpensioen op
opbouwbasis uit te ruilen, dan kun je dit ouderdomspensioen alsnog geheel of gedeeltelijk voor partnerpensioen op opbouwbasis uitruilen, waarbij het partnerpensioen op
opbouwbasis na uitruil niet hoger mag zijn dan 70% van het ouderdomspensioen na uitruil.
3.3 Pensioneer je en heb je voor 1 juli 2019 ouderdomspensioen opgebouwd, dan kun je dit geheel of gedeeltelijk voor partnerpensioen op opbouwbasis uitruilen, waarbij het
partnerpensioen op opbouwbasis na uitruil niet hoger mag zijn dan 70% van het ouderdomspensioen na uitruil .
3.4 Pensioneer je en heb je een voor 1 j uli 2019 opgebouwd partnerpensioen op opbouwbasis of heb je bij een eerder einde van je deelname aan deze pensioenregeling vanaf 1 juli 2019 een partnerpensioen op opbouwbasis gekregen, dan kan je dat p artnerpensioen op
opbouwbasis geheel of gedeeltelijk uitruilen voor ouderdomspensioen. Als je een Partner hebt, moet die daar mee akkoord gaan.
3.5 Bijzonder partnerpensioen kun je niet uitruilen omdat dit een Pensioenaan spraak van je Ex-Partner is. Als je Ex-Partner door verevening bij scheiding recht heeft op uitbetaling van een deel van je ouderdomspensioen, dan kan dat deel van het ouderdomspensioen niet
worden uitgeruild voor een ( hoger) partnerpensioen op opbouwbasis .
4. Variëren in hoogte van het Ouderdomspensioen
Je kunt er voor kiezen om je ouderdomspensioen vanaf je Pensioendatum in hoogte te laten variëren. Als je met Deeltijdpensioen gaat, kun je ook op dat moment het ouderdomspensioen dat dan ingaat in hoogte laten variëren.
a. Als je ouderdomsp ensioen eerder dan de AOW ingaat, kan je er voor kiezen om tot de AOW-ingangsdatum een hoger ouderdomspensioen te ontvangen. Daarbij bestaat keuze uit verhoging van het totale ouderdomspensioen met:
1e. de AOW voor ongehuwden inclusief vakantietoeslag;
2e. eenmaal de AOW voor gehuwden inclusief vakantietoeslag;
3e. tweemaal de AOW voor gehuwden, inclusief vakantietoeslag.
b. Je kunt er voor kiezen om de hoogte van het ouderdomspensioen te laten variëren. Daarvoor geldt wel dat het ouderdomspensioen binnen de bandbreedte van 100:75 moet blijven. Daarbij kun je kiezen uit:
1e. een verhoogd of een verlaagd ouderdomspensioen tot je AOW -ingangsdatum geldend op de (Deeltijd) Pensioendatum en daarna het omgekeerde;
2e. een verhoogd of een verlaagd ouderdomspensioen tot je 70ste verjaardag en daarna het omgekeerde;
3e. eerst gedurende drie of vijf jaar een verhoogd of verlaagd ouderdomspensioen en daarna het omgekeerde.
De variatie in de hoogte van de uitkering van ouderdomspensioen heeft geen gevolgen voor de hoogte van het partner- en wezenpensioen.
5. Volgorde keuzemogelijkheden
Voor de keuzemogelijkheden geldt een volgorde. Je moet eerst kiezen of je je
ouderdomspensioen wilt vervroegen en/of je met Deeltijdpensioen wilt gaan (leden 1 en 2), daarna of je partner- en ouderdomspensioen wilt uitruilen (lid 3) en als laatste of je de hoogte van je ouderdomspensioen wilt laten variëren (lid 4).
6. Ex-Partner
Als je Ex-Partner door verevening bij scheiding recht heeft op uitbetaling van een deel van je ouderdomspensioen en je besluit tot pensioenvervroeging, D eeltijdpensioen of variatie in de
hoogte van je ouderdomspensioen, dan gebeurt hetzelfde met dit recht op uitbetaling van je Ex- Partner.
7. Rekenregels
Op de in dit artikel genoemde keuzemogelijkheden zijn de rekenregels en voorwaarden van het Tabellenboek van toepassing. De rekenregels zijn vastgesteld op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid.
8. Aanvragen keuzemogelijkheden
Je moet je keuzes, waaronder de eventuele nodige instemming van je Partner, maken op een
door het Pensioenfonds aan te geven wijze en minstens zes maanden voor de ingangsdatum van je keuze.
HOOFDSTUK VI: BEËINDIGING VAN JE DEELNAME AAN DE PENSIOENREGELING
De NN basispensioenregeling is een CDC-pensioenregeling waarin wordt gestreefd naar pensioenen op middelloonbasis. De Vaste Premie die betaald wordt, is alleen bedoeld voor de verwerving van Pensioen in het jaar van premiebetaling. De Vaste Premie is nadrukkelijk niet bestemd om vermindering van al opgebouwd Pensioen te voorkomen en/of om verminderingen uit het verleden te compenseren. Wanneer de Vaste Premie bij aanvang van het jaar
ontoereikend blijkt te zijn voor de beoogde pensioenverwerving voor dat jaar, dan wordt er navenant minder ouderdomspensioen in dat jaar opgebouwd. De Vaste Premie wordt niet verhoogd. Wanneer de Beleidsd ekkingsgraad van het Pensioenfonds volgens de wettelijke normen een premiekorting of een premierestitutie zou toestaan wordt deze niet verleend. In plaats daarvan kan het Bestuur van het Pensioenfonds besluiten extra toeslagen te verlenen.
Artikel 21 Beëindiging van je deelname aan de Pensioenregeling vóór de Pensioenrichtleeftijd
1. Als je deelname aan de NN basispensioenregeling voor de Pensioendatum of Pensioenrichtleeftijd eindigt:
x. xxxxx je een premievrije aanspraak op ouderdomspensioen; en
b. vervalt het partner- en wezenpensioen op risicobasis en de premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid; en
c. wordt het ouderdomspensioen dat je vanaf 1 juli 2019 hebt opgebouwd automatisch uitgeruild voor ouderdomspensioen, partnerpensioen op opbouwbasis en wezenpensioen op opbouwbasis in de verhouding 100:70:14.
De automatische uitruil gebeurt niet als je laat weten dat je dit niet wilt en je eventuele Partner hiermee akkoord gaat. Dit moet je doen op een door het Pensioenfonds aan te geven wijzen en binnen een door het Pensioenfonds aan te geven termijn .
2. Op de automatische uitruil zijn de op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid
vastgestelde rekenregels en de voorwaarden van het Tabellenboek van toepassing. Als je Ex-
Partner door verevening bij scheiding recht heeft op uitbetaling van een deel van je
ouderdomspensioen, dan wordt dat deel van het ouderdomspensioen niet automatisch uitgeruild voor partnerpensioen op opbouwbasis en wezenpensioen op opbouwbasis.
3. Je krijgt geen premievrije aanspraak op ouderdomspensioen, als je tot de beëindig ing van je deelname aan de NN basispensioenregeling opgebouwde ouderdomspensioen kleiner is dan
€2.
4. Als je aansluitend op de beëindiging van je deelname recht hebt op een WW -uitkering, dan blijf t het bij beëindig van deelneming bestaande partnerpensioen op risicobasis als bedoeld in artikel 15, lid 1 , onderdelen a en b en d en het wezenpensioen op risicobasis als bedoeld in artikel 18, lid 1 , onderdelen a en b en d in stand. Van dit partnerpensioen op risicobasis en wezenpensioen op risicobasis wordt het in lid 1, onder c van dit artikel bedoelde
partnerpensioen op opbouwbasis respectievelijk wezenpensioen op opbouwbasis
afgetrokken. De aanspraken op partnerpensioen op risicobasis en wezenpensioen op risicobasis vervallen als je WW-uitkering eindigt.
Artikel 22 Algemeen verbod op afkoop
De Pensioenaanspraken en Pensioenrechten kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven en kunnen niet formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de PW. Afkoop is bijvoorbeeld wel mogelijk voor kleine pensioenen (zie artikel 23).
Artikel 23 Afkoop kleine pensioenen
1. Afkoop klein ouderdomspensioen
a. Na beëindiging van je deelname of bij ingang van het ouderdomspensioen, kunnen wij je aanspraak op ouderdomspensioen afkopen als het lager is dan de Afkoopgrens en wij, als je nog niet gepensioneerd bent, je pensioenaanspraken niet hebben kunnen overdragen naar de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever. Wij hebben voor afkoop wel je instemming
nodig. Afkoop betekent dat je in éé n keer een bedrag ontvangt en dat je geen ouderdomspensioen meer van ons krijgt.
b. Als je aanspraak op ouderdomspensioen wordt afgekocht, dan worden de aanspraken op eventueel (bijzonder) partner- en wezenpensioen op opbouwbasis ook afgekocht.
c. Het afkoopbedrag voor de aanspraken op ouderdomspensioen en je eventuele aanspraken op partner- en wezenpensioen op opbouwbasis wordt aan je uitgekeerd. Je Ex-Partner
ontvangt het afkoopbedrag voor het eventuele bijzonder partnerpensioen.
d. Op de afkoop van pensioenen zijn de regels van de PW van toepassing.
2. Afkoop klein partner- en wezenpensioen op de ingangsdatum .
Wij kunnen een wezen- en partnerpensioen dat op de ingangsdatum lager is dan de
Afkoopgrens afkopen. Afkoop betekent dat je Partner of Kind in één keer een bedrag ontvangt en geen partner- of wezenpensioen meer krijgt. Als we gebruik maken van de mogelijkheid tot afkoop, dan wordt je Partner of je Kind binnen zes maanden na de ingangsdatum geïnformeerd. Binnen deze termijn wordt het afkoopbedrag aan je Partner en/of Kind uitgekeerd.
3. Afkoop klein bijzonder Partnerpensioen bij scheiding
Wij kunnen het bijzonder partnerpensioen dat je Ex-Partner eventueel bij beëindiging van je relatie heeft gekregen, afkopen als dit bijzonder partnerpensioen op de ingangsdatum lager is dan de Afkoopgrens. Afkoop betekent dat je Ex-Partner in één keer een bedrag ontvangt en geen partnerpensioen krijgt.
Als we gebruik maken van de mogelijkheid tot afkoop, dan wordt je Ex-Partner binnen zes maanden na de melding van beëindiging van je relatie geïnformeerd. Binnen deze termijn wordt het afkoopbedrag aan je Ex-Partner uitgekeerd.
4. Rekenregels
De afkoopwaarde voor de in dit artikel bedoelde kleine pensioenen wordt bepaald op basis van de in het Tabellenboek opgenomen rekenregels, die gelden op het moment van afkoop.
HOOFDSTUK VII: UITBETALING VAN PENSIOENEN
Artikel 24 Uitbetaling van Pensioenen
1. Het Pensioen wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald. Op de uitkering worden
belastingen en premies ingehouden volgens de op het moment van uitbetaling geldende wet- en regelgeving.
2. De uitbetaling vindt plaats in euro’s op een bankrekening in Nederland.
3. Uitbetaling van het Pensioen op een bankrekening in het buitenland kan alleen als dat tijdig bij ons is aangevraagd en er voor ons geen belemmeringen zijn om het op de voorgestelde rekening over te maken. De kosten van betaling in het buitenland kunnen bij jou in rekening worden gebracht.
4. We kunnen de uitbetaling van Pensioen uitstellen of blokkeren als:
a. gegevens of documenten waar het Pensioenfonds om heeft gevraagd niet op tijd zijn verstrekt; of
b. deze gegevens of documenten onvolledig zijn; of
c. het adres van de Pensioengerechtigde onbekend is; of
d. de Pensioengerechtigde die in het buitenland of zonder geldige verblijfplaats in Nederland woont het jaarlijkse, schriftelijke bewijs van in leven zijn, niet op tijd aan ons verstrekt of er juridische belemmeringen zijn die uitbetaling verhinderen.
Pas nadat wij de volledige en juiste gegevens of docu menten hebben ontvangen, kan het Pensioen, eventueel aangepast op basis van de verkregen informatie, alsnog worden
uitbetaald.
5. Als je gelijktijdig met je Xxxxxxxx nog pensioen krijgt van een andere pensioenuitvoerder of een wettelijke uitkering ontvangt , bijvoorbeeld vanwege Arbeidsongeschiktheid , of een met pensioen vergelijkbare uitkering ontvangt, dan kunnen wij die uitkering of dat pensioen geheel of gedeeltelijk in mindering brengen op jouw Pensioen , als doel en strekking van de Pensioenregeling of als de fiscale wet- en regelgeving zich tegen samenloop verzet. Dit geldt ook als je Partner, Ex-Partner of je Kind gelijktijdig met het Pensioen een wettelijke uitkering ontvangt of nog p ensioen krijgt van een andere pensioenuitvoerder of een met pensioen vergelijkbare uitkering ontvangt .
HOOFDSTUK VIII FINANCIËLE ASPECTEN
Artikel 25 Voorwaardelijke toeslagverlening
1. Voorwaardelijkheidsverklaring
Je Pensioenfonds probeert ieder jaar de Pensioenrechten en Pensioenaanspraken te verhogen via het verlenen van toeslagen. Of en zo ja in welke mate een toeslag kan worden verleend, is
afhankelijk van het voor toeslagverlening beschikbare vermogen boven de Beleidsdekkingsgraad van 110%. Daarbij wordt rekening gehouden met de wettelijke regels over voorwaardelijke
toeslagverlening en eventuele aanwijzingen van DNB. Er is geen reserve voor toeslagverlening. De toeslag kan niet hoger zijn dan de Toeslagmaatstaf.
2. Toeslagmaatstaf
De Toeslagmaatstaf is de Consumentenprijsindex.
3. Hoogte toeslagverlening
a. Het Pensioenfonds stelt de hoogte van een eventuele toeslag bij bestuursbesluit vast.
b. Een eventuele toeslag is een percentage van de Toeslagmaatstaf. Dit percentage heet Toeslaggraadmeter:
- De Toeslaggraadmeter is de in een percentage uitgedrukte mate waarin het Pensioenfonds naar verwachting in de toekomst toeslagen op basis van de Toeslagmaatstaf kan verlenen.
- De Toeslaggraadmeter wordt door het Bestuur vastgesteld op basis van de rekenregels van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.
c. Toeslagen zijn voorwaardelijk. De stand van de Toeslaggraadmeter is afhankelijk van de Beleidsdekkingsgraad en kan dus van jaar op jaar fluctueren. Als gevolg hiervan kan de maximaal te verlenen toeslag elk jaar fluctueren.
4. Datum toeslagverlening
Een eventuele toeslag wordt verleend per 1 januari van een jaar. Het Bestuur van het Pensioenfonds besluit in het vierde kw artaal van elk jaar of de Pensioenrechten en Pensioenaanspraken vanaf 1 januari daaropvolgend kunnen worden verhoogd en met welk percentage van de Toeslagmaatstaf. Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft het recht om uiterlijk 15 januari alsnog te besluiten per 1 januari geen toeslag of een lagere toeslag toe te
kennen als in de periode tussen het moment van besluitvorming over de toeslagverlening en de ingangsdatum van de toeslag een zodanige wijziging in de financiële si tuatie of vooruitzichten van het Pensioenfonds is opgetreden, dat op basis daarvan geen of een lagere toeslag zou zijn verleend.
5. Extra toeslagen
a. Het Pensioenfonds kan besluiten om een extra toeslag te verlenen ter compensatie van een in het verleden niet of niet volledig toegekende toeslag of een in het verleden
doorgevoerde vermindering van de opbouwpercentages voor de Pensioenaanspraken of van de reeds opgebouwde Pensioenaanspraken en Pensioenrechten. Deze extra toeslagen
kunnen alleen worden verleend als het Pensioenfonds over voldoende middelen beschikt om deze extra aanvullende toeslagen te kunnen verlenen volgens de regels voor de
toekomstbestendige toeslagverlening op grond van de PW. Daarbij wordt rekening gehouden met de eventuele beperkingen die voortvloeien uit de PW en de fiscale wet- en regelgeving.
b. Het Pensioenfonds administreert jaarlijks per (Ex-) Deelnemer en Pensioengerechtigde het verschil tussen de verworven Pensioenaanspraken en Pensioenrechten en wat de Pensioenaanspraken en Pensioenrechten geweest zouden zijn bij toeslagen op basis van de volledige Toeslagmaatstaf en zonder eventuele verminderingen van opbouwpercentages voor Pensioenaanspraken of van de reeds opgebouwde Pensioenaanspraken en
Pensioenrechten.
Artikel 26 Vermindering van Pensioenrechten en Pensioenaanspraken
Als de Beleidsdekkingsgraad van het Pensioenfonds dit noodzakelijk maakt als bedoeld in artikel 134 van de PW, dan kunnen al verworven Pensioenaanspraken en –rechten overeenkomstig dat artikel worden verminderd.
HOOFDSTUK IX: FINANCIERING
Artikel 27 Financiering en deelnemersbijdrage
1. Vaste Premie
De Vaste Premie en de bijdrage voor de uitvoeringskosten zijn vastgelegd in de Pensioen - en de Uitvoeringsovereenkomst. Met het betalen van die Vaste Premie heeft de Werkgever aan zijn
financiële verplichtingen voldaan als nader uitgewerkt in artikel 5.
2. Deelnemersbijdrage
Als Deelnemer moet je een eigen bijdrage voor de NN basispensioenregeling betalen. De hoogte van je bijdrage is in de Pensioenovereenkomst vastgelegd.
Artikel 28 Betalingsvoorbehoud van de Werkgever
1. Jouw Werkgever heeft het recht om de betaling van de Vaste Premie en de bijdrage voor de uitvoeringskosten, voor zover deze geen betrekking hebben op de Deelnemersbijdrage,
tussentijds te verminderen of te stoppen bij een ingrijpende wijziging va n omstandigheden. Een ingrijpende wijziging van omstandigheden betekent onder meer:
a. Een ingrijpende uitbreiding van bestaande Pensioenaanspraken en Pensioenrechten als gevolg van wettelijke regelingen over pensioen - of overige uitkeringen voor
ouderdom, arbeidsongeschiktheid of overlijden.
b. Een si tuatie waarin de Deelnemers wettelijk worden verplicht om aan een andere pensioenregeling deel te nemen.
c. Een si tuatie waarin de financiële positie van Jouw Werkgever en haar
groepsmaatschappijen naar het oordeel van Xxxx Werkgever de betaling van deze bijdragen niet langer rechtvaardigt.
2. Als Jouw Werkgever minder of helemaal geen premies of bijdragen betaalt, kan het Pensioenfonds jouw pensioenverwerving verminderen. Daarbij wordt eerst de
pensioenopbouw verminderd en, voor zover dit niet volstaat, de dekking gedurende het deelnemerschap voor het partner- en wezenpensioen dat je vanaf je overlijden tot aan de Pensioendatum had kunnen opbouwen en de premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid .
3. Zodra Jouw Werkgever van dit voorbehoud gebruik maakt, zal het Pensioenfonds de Deelnemers, de Ex-Deelnemers, de Pensioengerechtigden, de Raad van Toezicht, het Verantwoordingsorgaan, de COR, dan wel een daarvoor in de plaats getreden ondernemingsraad van de Werkgever en de bij de collectieve arbeidsovereenkomst van NN Personeel B.V. betrokken vakorganisaties, hierover informeren.
4. Jouw Werkgever kan besluiten de premiebetaling en bijdragen weer helemaal of gedeeltelijk te betalen. Hierd oor kan Xxxx Werkgever de verminderde aangroei van de
Pensioenaanspraken en Pensioenrechten, die is ontstaan omdat Jouw Werkgever minder of geen premies of bijdragen heeft betaald, helemaal of gedeeltelijk en eventueel met
terugwerkende kracht ongedaan maken.
HOOFDSTUK X: INFORMATIEVOORZIENING
Artikel 29 Je verplichting om informatie te verstrekken
1. Als er iets verandert in je persoonlijke situatie moet je dat binnen vier weken aan ons melden. Dat geldt in ieder geval in de volgende si tuaties:
a. Je sluit een notarieel samenlevingscontract af.
b. Je beëindigt je duurzame ge zamenlijke huishouding.
c. Als je ongehuwd bent, geen geregistreerd partnerschap bent aangegaan, maar een duurzame huishouding voert en je wilt degene met wie je samenwoont als je Partner aanwijzen.
d. Je krijgt een WIA-uitkering. Het gaat dan om alle beschikkingen van het UWV over de toekenning, de wijziging of beëindiging van deze uitkering .
e. Bij iedere omstandigheid die mogelijk van invloed is op je Pensioenaanspraken of Pensioenrechten.
2. Verder moet je, als wij daarom vragen, alle informatie en papieren sturen die wij voor de uitvoering van de NN basispensioenregeling denken nodig te hebben. Door tijdig de
informatie te verstrekken voorkom je dat je Pensioenaanspraken of Pensioenrechten foutief worden vastgesteld of het Pensioen verkeerd wordt uitbetaald.
3. Als je gepensioneerd bent en in het buitenland woont of zonder geldige verblijfplaats in Nederland woont, moet je jaarlijks een schriftelijk bewijs van in leven zijn aan ons sturen. Wij kunnen tussentijds om zo’n bewijs vragen.
4. Als je vindt dat de opgaven of brieven van ons onjuist of onvolledig zijn, dan moet je dit zo snel mogelijk aan ons laten weten.
5. Je Ex-Partner en je Kind die na je overlijden Pensioenaan spraken hebben moeten ons binnen vier weken veranderingen in hun persoonlijke situatie melden.
6. De meldingen aan ons kunnen schriftelijk of digitaal worden gedaan. Je krijgt hierover informatie van ons na aanvang van je deelname.
7. De verplichtingen genoemd i n lid 1 onder e, lid 2, lid 3, lid 4 en lid 6 van dit artikel gelden ook voor de Partner, Ex-Partner en het Kind indien zij Pensioengerechtigde zijn.
Artikel 30 Uitsluiting van aansprakelijkheid bij niet nakomen informatieverplichting
Wij zijn niet aansprakelijk voor de gevolgen van het niet, niet juist, niet tijdig of niet volledig nakomen van informatieverplichtingen door de Deelnemer, Ex-Deelnemer, Partner, Ex-Partner,
Kind of Pensioengerechtigde. Indien een van de gevolgen is dat wij teveel Pensioen hebben uitgekeerd, dan hebben wij het recht om dit Xxxxxxxx terug te vorderen met een vergoeding voor wettelijke rente over de periode dat er teveel Pensioen is uitgekeerd en een vergoeding voor de door ons gemaakte kosten. Indien een van de gevolgen is dat wij te weinig Pensioen hebben uitgekeerd, dan hebben wij het recht om het te weinig uitgekeerde Pensioen niet of slechts gedeeltelijk alsnog uit te keren of daarop een vergoeding voor de door ons gemaakte kosten in mindering te brengen.
Artikel 31 Informatie van de gemeente en Jouw Werkgever
1. In sommige situaties krijg en wij automatisch bericht van de Basisregistratie personen. Je hoeft ons dan niet zelf te informeren. Het gaat om de volgende si tuaties:
a. Je gaat trouwen, of sluit een geregistreerd partnerschap af.
b. Je huwelijk is ontbonden, je bent gescheiden, of je beëindigt je geregistreerd partnerschap.
c. Je Partner of je Ex-Partner overlijdt .
d. Adreswijzigingen.
2. Jouw Werkgever geeft ons alle benodigde informatie over je dienstverband die van belang is voor de uitvoering van de Pensioenregeling .
Artikel 32 Vervallen
HOOFDSTUK XI SLOTBEPALINGEN
Artikel 33 Wijziging Pensioenreglement
1. Dit Pensioenreglement is vastgesteld in overeenstemming met de Pensioen- en de Uitvoeringsovereenkomst.
2. Wij zijn onder meer bevoegd dit Pensioenreglement aan te passen op basis van:
- Uitvoeringstechnische aspecten.
- De PW en de fiscale wet- en regelgeving.
- Invoering of wijziging van andere wet - en regelgeving die van invloed is op Pensioenaanspraken en Pensioenrechten.
- Een aanwijzing van DNB of AFM.
Deze aanpassing kan plaatsvinden met terugwerkende kracht. Een wijziging van dit Pensioenreglement geldt voor Deelnemers, Ex-Deelnemers, Pensioengerechtigden en ieder ander die aan dit Pensioenreglement rechten kan ontlenen. Dit is alleen anders als dat
uitdrukkelijk uit de tekst van dit Pensioenreglement en de aanpassingen blijkt.
3. Als wijzigingen in dit Pensioenreglement leiden tot aanpassing van de inhoud van de Pensioenovereenkomst, dan treden wij met de sociale partners tijdig in overleg over de te volgen procedure.
4. Een wijziging van dit Pensioenreglement kan nooit tot een verhoging van de Vaste Premie leiden.
5. Een wijziging van dit Pensioenreglement treedt in werking op de door ons vastgestelde datum. Door een wijziging van dit Pensioenreglement worden de tot dat t ijdstip
opgebouwde Pensioenaanspraken en Pensioenrechten niet gewijzigd, tenzij de PW dit toestaat en wij hiertoe hebben besloten.
6. Wij mogen nadere regels stellen ter uitvoering van dit Pensioenreglement.
Artikel 34 Gevolgen wijziging Pensioenovereenkomst
1. Jouw Werkgever kan de Pensioenovereenkomst zonder instemming van de Werknemers
wijzigen indien er sprake is van een zodanig zwaarwichtig belang van Jouw Werkgever dat het belang van de Werknemers dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moe t wijken. Als de Pensioenovereenkomst
wijzigt, wijzigen de Pensioenaan spraken en/of Pensioenrechten die tot dat moment zijn opgebouwd niet, behalve:
- als de opgebouwde Pensioenaanspraken en/of Pensioenrechten worden overgedragen naar een nieuwe pensioenregeling;
- als alle Pensioenaanspraken en/of Pensioenrechten collectief overgaan (collectieve waardeoverdracht) naar de pensioenregeling van een nieuwe werkgever;
- als de Pensioenaanspraken en/of Pensioenrechten worden verlaagd, zoals bedoeld in artikel 134 van de PW.
2. Wij passen dit Pensioenreglement aan, in overeenstemming met de gewijzigde Pensioenovereenkomst.
3. Een wijziging van dit Pensioenreglement in verband met een wijziging van de Pensioenovereenkomst treedt in werking op de door het Pensioenfonds vastgestelde datum.
Artikel 35 Uitgesloten risico’s
1. Als je overlijdt door opzet of grove schuld van een Partner, dan vervalt het partnerpensioen van je Partner en wordt in plaats daarvan een partnerpensioen uitgekeerd dat kan worden verkregen met de premievrije waarde van het opgebouwde partnerpensioen op de dag voorafgaand aan je overlijden.
2. Als je overlijdt door opzet of grove schuld van je Xxxx, dan vervalt het gehele wezenpensioen voor da t Kind.
3. Wij baseren ons oordeel daarover op een strafrechtelijk vonnis.
Artikel 36 Klachten- en Geschillenregeling
Wij hebben een klachten- en geschillenregeling. Deze kun je bij ons opvragen of op de website downloaden.
Artikel 36a Overgangsbepalingen
Per 1 januari 2020 is de Pensioenrichtleeftijd van alle op 31 december 2019 bij het Pensioenfonds ondergebrachte aanspraken op ouderdomspensioen van ( Ex-)deelnemers collectief actuarieel neutraal omgezet van de dag waarop je 67-jaar wordt naar de dag waarop je 68-jaar wordt. Het bij het omgezette ouderdomspensioe n behorende partnerpensioen op opbouwbasis en wezenpensioen op opbouwbasis , blijven ongewijzigd.
1. Indien er naar het oordeel van de Klachten- en Geschillencommissie sprake is van een bijzonder geval of bijzondere situatie, kan de Klachten- en Geschillencommissie, indien de redelijkheid en de billijkheid dit naar het oordeel van de Klachten - en Geschillencommissie vergt, afwijken van dit Pensioenreglement.
2. In gevallen waarin dit Pensioenreglement niet voorziet beslist de Klachten- en Geschillencommissie.
3. De besluiten op basis van leden 1 en 2 zullen te allen tijde voldoen aan de fiscale wet - en regelgeving.
Artikel 38 Inwerkingtreding
1. Dit Pensioenreglement is op 25 november 2013 bij bestuursbesluit vastgesteld, op 1 januari 2014 in werking getreden en voor het laatst bij bestuursbesluit van 21 september 2022 gewijzigd.
2. Artikelen 1, 3, 12, 13, 19, 20, 25, 28, 31, 32, 34 en 38 zijn met ingang van 1 oktober 2022 gewijzigd.
3. De in lid 2 bedoelde wijzigingen zijn van toepassing op Deelnemers die Pensioen op basis van artikel 19 verwerven.
Artikel 1 – Definities
Op dit addendum zijn de definities van het pensioenreglement NN Basispensioenregeling van toepassing, tenzij hierna anders is bepaald.
Arbeidsongeschikt
Arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO dan wel de WIA.
Eerste Ziektedag
De eerste dag waarop je wegens ziekte niet hebt gewerkt of het werken tijdens de werktijd hebt gestaakt.
Het Pensioenreglement:
Het Pensioenreglement voor de NN Basispensioenregeling.
Artikel 2 Werking
Als je Eerste Ziektedag voor 1 december 2013 lag, is dit addendum op je van toepassing als je aan de volgende voorwaarden voldoet:
a. je bent op 1 januari 2014 Deelnemer geworden; en
b. je bent vóór 1 december 2013 bij een Werkgever als bedoeld in de Statuten in dienst getreden en daarna in dienst gebleven van een Werkgever als bedoeld in de
Statuten; en
c. je hebt na je Eerste Ziektedag niet gedurende ten minste 4 weken onafgebroken volledig je eigen werk gedaan; en
d. je bent en was geen Deelnemer als bedoeld in het IEA- en DGM-addendum of het RvB-addendum bij het Pensioenreglement.
Artikel 3 WAO-regime bij volledige en gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid
1. Als je recht hebt op een WAO-uitkering wegens gehele of gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid en je dienstverband met de Werkgever wordt beëindigd wegens arbeidsongeschiktheid, dan is dit artikel op jou van toepassing.
2. Je pensioenverwerving op basis van het Pensioenreglement wordt als volgt voortgezet dan wel hervat:
Mate van Arbeidsongeschiktheid volgens de WAO | Percentage premievrije voortgezette pensioenverwerving |
Minder dan 15% | 0% |
15 tot 25% | 20% |
25 tot 35% | 30% |
35% tot 45% | 40% |
45 tot 55% | 50% |
55 tot 65% | 60% |
65 tot 80% | 75% |
80 tot 100% | 100% |
4. Als je mate van arbeidsongeschiktheid onder de 15% daalt, dan wordt je pensioenverwerving beëindigd en kan die niet meer herleven.
5. Je hebt alleen recht op premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid:
a. voor zover je geen aanspraak hebt op premievrijstelling bij Stichting Pensioenfonds ING; en
b. voor zover de Arbeidsongeschiktheid of de toename daarvan na aanvang van je dienstverband met de Werkgever of zijn rechtsvoorgangers is opgetreden.
6. Je voortgezette pensioenverwerving wordt gebaseerd op:
a. Het Pensioenreglement dat van toepassing is op het moment waarop de pensioenverwerving daadwerkelijk plaatsvindt (dit betekent bijvoorbeeld dat de op dat moment actuele franchise en opbouwpercentages voor ouderdoms-,
partner- en wezenpensioen van toepassing zijn, ook als die lager zijn dan de opbouwpercentages toen je voortgezette pensioenverwerving begon).
b. Je gemiddelde Pensioensalaris en overeengekomen wekelijkse arbeidsduur in de periode van twaalf maanden direct voorafgaand aan de beëindiging van je dienstverband met de Werkgever1. Je vastgestelde gemiddelde Pensioensalaris wordt op 1 januari van enig jaar verhoogd. De verhoging is gelijk aan de verhoging van de Franchise per 1 januari van dat jaar.
Artikel 4 WIA-regime
1. Als je recht hebt op een WIA-uitkering wegens een duurzame
Arbeidsongeschiktheid van 80% of meer en je dienstverband met de Werkgever wordt beëindigd wegens arbeidsongeschiktheid, dan is dit artikel op jou van
toepassing.
2. Je pensioenverwerving op basis van het Pensioenreglement wordt voortgezet dan wel hervat zolang je recht hebt op een WIA-uitkering wegens een duurzame Arbeidsongeschiktheid van 80% of meer. Als dat niet meer het geval is, dan wordt je pensioenverwerving beëindigd en kan die niet meer herleven.
3. Je hebt alleen recht op premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid:
a. voor zover je geen aanspraak hebt op premievrijstelling bij Stichting Pensioenfonds ING; en
b. voor zover de Arbeidsongeschiktheid of de toename daarvan na aanvang van je dienstverband met de Werkgever of zijn rechtsvoorgangers is opgetreden.
4. Je voortgezette pensioenverwerving wordt gebaseerd op:
a. Het Pensioenreglement dat van toepassing is op het moment waarop de pensioenverwerving daadwerkelijk plaatsvindt (dit betekent bijvoorbeeld dat de op dat moment actuele franchise en opbouwpercentages voor ouderdoms-,
b. Je gemiddelde Pensioensalaris en overeengekomen wekelijkse arbeidsduur in de periode van twaalf maanden direct voorafgaand aan de beëindiging van je dienstverband met de Werkgever2. Je vastgestelde gemiddelde Pensioensalaris wordt op 1 januari van enig jaar verhoogd. De verhoging is gelijk aan de verhoging van de Franchise per 1 januari van dat jaar.
Artikel 5 Inwerkingtreding
1. Dit addendum is op 26 november 2014 vastgesteld en op 1 januari 2014 in werking getreden en voor het laatst bij bestuursbesluit van 21 september 2022 gewijzigd.
2. De artikelen 2, 3, 4 en 5 zijn met ingang van 1 oktober 2022 gewijzigd.
3. De in lid 2 genoemde wijzigingen en eventuele eerdere wijzigingen zijn ook van
toepassing op Deelnemers die op het moment van wijziging al Pensioen op basis van dit addendum verwerven.