PARTNERSCHAPS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
PARTNERSCHAPS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kirgizstan, anderzijds
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK \WEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „lidstaten” te noemen, en
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE,
hierna „de Gemeenschap” te noemen, enerzijds, en
DE REPUBLIEK KIRGI\STAN,
anderzijds,
GELET OP de banden tussen de Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Kirgizstan, en hun gemeenschappelijke waarden,
ERKENNENDE dat de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan deze banden wensen te verstevigen en partnerschap en samenwerking tot stand willen brengen om te komen tot versterking en verbreding van de betrekkingen die in het ver- leden zijn aangeknoopt, inzonderheid bij de op 18 december 1989 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Unie van Socialistische Sovjetrepu- blieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking,
GELET OP de verbintenis van de Gemeenschap en haar lidstaten en van de Republiek Kirgizstan tot versterking van de politieke en economische vrijheden, die de grondslag van het partnerschap vormen,
GELET OP de verbintenis van de partijen tot bevordering van internationale vrede en veiligheid en de vreedzame oplos- sing van geschillen, alsmede tot samenwerking op dit gebied in het kader van de Verenigde Naties en de Conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa,
GELET OP de vaste verbintenis van de Gemeenschap en haar lidstaten en van de Republiek Kirgizstan tot volledige uit- voering van alle beginselen en bepalingen die zijn vervat in de slotakte van de CVSE, de slotdocumenten van de vervolg- vergaderingen van Madrid en Wenen, het CVSE-document van Bonn betreffende economische samenwerking, het Hand- vest van Parijs voor een nieuw Europa en het CVSE-document van Helsinki, 1992, „Uitdagingen van het veranderings- proces”,
BEVESTIGENDE het grote belang dat de Gemeenschap en haar lidstaten en de Republiek Kirgizstan hechten aan het Europees Energiehandvest,
OVERTUIGD VAN het allesoverheersende belang van de beginselen van de rechtsstaat en eerbiediging van de mensen- rechten, inzonderheid de rechten van minderheden, de totstandbrenging van een meerpartijenstelsel met vrije en demo- cratische verkiezingen, en economische liberalisering om een markteconomie tot stand te brengen,
VAN OORDEEL \IJNDE dat de volledige uitvoering van deze partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst zowel zal afhangen van, als zal bijdragen tot de voortzetting en verwezenlijking van hervormingen in de Republiek Kirgizstan op politiek, economisch en juridisch vlak, en de invoering van de factoren die vereist zijn voor samenwerking, met name op grond van de conclusies van de CVSE van Bonn,
VERLANGENDE het proces van regionale samenwerking op de door deze overeenkomst bestreken gebieden met de buurlanden te stimuleren om welvaart en stabiliteit in deze regio te bevorderen,
VERLANGENDE een regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale vraagstukken van wederzijds belang tot stand te brengen en te bevorderen,
REKENING HOUDENDE MET het feit dat de Gemeenschap bereid is zorg te dragen voor passende economische samen- werking en technische bijstand,
\ICH BEWUST \IJNDE VAN de op economisch en sociaal vlak bestaande ongelijkheid tussen de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan en van het feit dat de Republiek Kirgizstan een niet aan zee gelegen land in ontwikkeling is,
ERKENNENDE dat het leveren van een bijdrage aan het wegwerken van deze ongelijkheid door middel van steun van de Gemeenschap voor de ontwikkeling en herstructurering van de economie van de Republiek Kirgizstan één van de belangrijkste doeleinden van deze overeenkomst dient te zijn,
REKENING HOUDENDE MET het nut van de overeenkomst voor het bevorderen van geleidelijke toenadering tussen de Republiek Kirgizstan en een uitgestrekter gebied van samenwerking in Europa en naburige regioIs, en haar geleidelijke integratie in het open internationale systeem,
GELET OP de verbintenis van de partijen tot liberalisering van de handel op grond van de beginselen die zijn vervat in de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT),
\ICH ERVAN BEWUST \IJNDE dat het noodzakelijk is om verbetering te brengen in de voorwaarden voor bedrijfsleven en investeringen en de voorwaarden inzake vestiging van vennootschappen, inzake werknemers, dienstverlening en kapitaalverkeer,
ERVAN OVERTUIGD \IJNDE dat deze overeenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor de economische betrekkin- gen tussen de partijen, en vooral voor de ontwikkeling van handel en investeringen, die onontbeerlijk zijn voor econo- mische herstructurering en technologische modernisering,
VERLANGENDE nauwe samenwerking op het gebied van milieubescherming tot stand te brengen, gezien de onderlinge afhankelijkheid van de partijen op dit terrein,
IN GEDACHTEN HOUDENDE dat de partijen voornemens zijn hun samenwerking op het gebied van ruimteonderzoek te ontwikkelen, gelet op het complementaire karakter van hun activiteiten op dit terrein,
VERLANGENDE culturele samenwerking tot stand te brengen en de doorstroming van informatie te verbeteren,
\YN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel l
Er wordt een partnerschap tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kirgizstan, anderzijds. Dit partnerschap heeft ten doel:
— een passend kader voor de politieke dialoog tussen de partijen tot stand te brengen met het oog op de bevordering van politieke betrekkingen;
— de inspanningen van de Republiek Kirgizstan om haar democratie te consolideren, haar economie te ontwikkelen en de overgang naar een markteconomie te voltooien, te ondersteunen;
— handel en investeringen en harmonische economische betrekkingen tussen de partijen te bevorderen en aldus hun duurzame ontwikkeling te stimuleren;
— de grondslag te leggen voor samenwerking op het gebied van wetgeving en voor economische, sociale, financiële, civiele wetenschappelijke, technologische en culturele samenwerking.
TITEL I
ALGEMENE BEGINSELEN
Artikel 2
Eerbiediging van de democratische beginselen, de beginselen van het volkenrecht en de mensenrechten, inzonderheid als vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties, de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, en de beginselen van de markteconomie, waaronder de begin- selen die zijn opgenomen in de documenten van de CVSE van Bonn, vormen de grondslag van het interne en externe beleid van de partijen en zijn een essentieel onderdeel van het partnerschap en van deze over- eenkomst.
Artikel 3
De partijen zijn van oordeel dat het voor de toekomstige welvaart en stabiliteit van het gebied van de voormalige Sovjetunie noodzakelijk is dat de nieuwe onafhankelijke staten die als gevolg van de ontbin- ding van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken zijn ontstaan (hierna „Onafhankelijke Staten” te noe- men), de onderlinge samenwerking in stand houden en ontwikkelen overeenkomstig de beginselen van de Slotakte van Helsinki en het volkenrecht en in een geest van goede nabuurschap en alles in het werk stel- len om dit proces te stimuleren.
TITEL II
POLITIEKE DIALOOG
Artikel 4
Tussen de partijen wordt een regelmatige politieke dialoog tot stand gebracht, die zij voornemens zijn te ontwikkelen en te intensiveren. Deze dialoog begeleidt en consolideert het proces waarbij de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan nader tot elkaar komen, ondersteunt de politieke en economische veran- deringen die in de Republiek Kirgizstan aan de gang zijn en draagt bij tot de totstandkoming van nieuwe vormen van samenwerking. De politieke dialoog strekt ertoe
— de banden van de Republiek Kirgizstan met de Gemeen- schap en haar lidstaten, en aldus met de gemeenschap van democratische naties als geheel, te versterken; de economi- sche convergentie die door middel van deze overeenkomst wordt bewerkstelligd, zal leiden tot hechtere politieke betrekkingen;
— de standpunten over internationale vraagstukken van wederzijds belang nader tot elkaar te brengen en aldus meer veiligheid en stabiliteit te bewerkstelligen.
Deze dialoog kan op regionaal vlak plaatsvinden.
Artikel J
Op ministerieel niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van de krachtens artikel 75 opgerichte Samenwerkings- raad en bij andere gelegenheden, in onderlinge overeenstem- ming.
Artikel 6
De partijen voorzien in andere procedures en regelingen voor de politieke dialoog, met name in de volgende vormen:
— regelmatige vergaderingen tussen vertegenwoordigers van de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en vertegen- woordigers van de Republiek Kirgizstan, anderzijds, op het niveau van hoge ambtenaren;
— het optimaal gebruik maken van diplomatieke kanalen tus- sen de partijen, met inbegrip van passende contacten op bilateraal en multilateraal vlak, onder meer bij de Verenigde Naties, vergaderingen van de CVSE en elders;
— alle andere middelen, waaronder vergaderingen van des- kundigen, die bijdragen tot het consolideren en ontwikke- len van deze dialoog.
Artikel 7
Op parlementair niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van het krachtens artikel 80 van deze overeenkomst opgerichte Parlementair Samenwerkingscomité.
TITEL III
HANDEL IN GOEDEREN
Artikel 8
1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule toe op alle gebieden die verband houden met:
— de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen,
— de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen,
— de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn,
— de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen,
— de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren op de binnenlandse markt.
2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op:
a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- ane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend;
b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden;
c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigen.
3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangspe- riode die eindigt op de datum waarop de Republiek Kirgizstan
partij wordt bij de GATT of, indien dit vroeger is, op 31 decem- ber 1998, niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voor- delen die door de Republiek Kirgizstan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn ontstaan.
Artikel 9
1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst.
Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over haar grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij.
2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vastge- stelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing.
3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan de tussen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten.
Artikel l0
Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in andere voor haar bindende internationale overeenkomsten op dit gebied en overeenkomstig haar eigen wettelijke bepalingen terzake, vrijstelling van invoerrechten en
-heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de betrokken partij zijn aanvaard.
Artikel ll
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 13, 16 en 17 van deze overeenkomst en in de artikelen 77, 81, 244, 249 en 280 van de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal tot de Europese Gemeenschap worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit de Republiek Kirgizstan in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen toegepast.
2. Bij de invoer in de Republiek Kirgizstan van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap worden geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast.
Artikel l2
Goederen worden tegen marktprijzen tussen de partijen ver- handeld.
Artikel l3
1. Wanneer een product op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelhe- den of onder voorwaarden die schade toebrengen of dreigen toe te brengen aan de binnenlandse producenten van soortge- lijke of rechtstreeks concurrerende producten, dan kan de benadeelde partij, zijnde de Gemeenschap of de Republiek Kir- gizstan, passende maatregelen nemen met inachtneming van de hiernavolgende procedures en voorwaarden.
2. Voordat zij maatregelen nemen, of, in de gevallen waarin artikel 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat zij maat- regelen hebben genomen, verstrekt de Gemeenschap of de Republiek Kirgizstan, al naar gelang van het geval, de Samen- werkingsraad alle relevante informatie teneinde deze in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing als bedoeld in titel IX te zoeken.
3. Indien, na dit overleg, de partijen niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar de Samenwerkingsraad werd verwezen een akkoord bereiken over maatregelen om het probleem op te lossen, dan kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken pro- ducten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen of kan zij andere pas- sende maatregelen nemen.
4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk her- stelbare schade zou veroorzaken, kunnen de partijen maatrege- len nemen voordat, het overleg heeft plaatsgevonden, op voor- waarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan.
5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maaatregelen geven de overeenkomstsluitende partijen de voorkeur aan maatregelen die het bereiken van de doelstel- lingen van deze overeenkomst het minst in de weg staan.
6. Geen enkele bepaling van dit artikel belet de partijen antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen te nemen overeenkomstig artikel VI van de GATT, de overeen- komst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT, de overeenkomst inzake de interpretatie en de toepassing van de artikelen VI, XVI en XXIII van de GATT of daarmee verband houdende interne wetgeving.
Artikel l4
De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstan- digheden en de situatie die door de toetreding van de Repu- bliek Kirgizstan tot de GATT zal ontstaan, de uitbreiding van de bepalingen betreffende de onderlinge handel in goederen in welwillende overweging te nemen. De Samenwerkingsraad kan de partijen omtrent deze uitbreiding aanbevelingen doen die, indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door middel van een overeenkomst tussen de partijen, met inachtneming van hun respectieve procedures.
Artikel lJ
De overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beper- kingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeolo- gisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intellec- tuele, industriële of commerciële eigendom, noch voor voor- schriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beper- kingen mogen echter geen middel tot willekeurige discrimina- tie, noch een verholen beperking van de handel tussen de par- tijen bij de overeenkomst vormen.
Artikel l6
Deze titel is niet van toepassing op de handel in textielproduc- ten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van de gecombi- neerde nomenclatuur. De handel in deze producten is geregeld bij een afzonderlijke overeenkomst die op 15 oktober 1993 werd geparafeerd en die voorlopig van toepassing is sedert 1 januari 1993.
Artikel l7
1. De handel in producten die onder het Verdrag tot oprich- ting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, is geregeld bij de bepalingen van deze titel, met uitzondering van artikel 11 daarvan.
2. Er wordt een contactgroep voor kolen- en staalkwesties ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeen- schap, enerzijds, en vertegenwoordigers van de Republiek Kir- gizstan, anderzijds.
De contactgroep wisselt op gezette tijden informatie uit over alle zaken in verband met kolen- en staalproducten die voor partijen van belang zijn.
Artikel l8
De handel in kernmaterialen zal worden geregeld bij een tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Kirgizstan te sluiten specifieke overeenkomst.
TITEL IV
BEPALINGEN IN2AKE HET HANDELSVERKEER EN DE INVESTERINGEN
HOOFDSTUK I
ARBEIDSVOORWAARDEN
Artikel l9
1. Onverminderd de in elke lidstaat geldende wettelijke regelingen, voorwaarden en procedures dragen de Gemeen- schap en de lidstaten ervoor zorg dat onderdanen van de Republiek Kirgizstan die legaal tewerkgesteld zijn op het grondgebied van een lidstaat, niet op grond van nationaliteit worden gediscrimineerd ten opzichte van onderdanen van de lidstaten, met name wat werkomstandigheden, beloning en ontslag betreft.
2. Onverminderd de in de Republiek Kirgizstan geldende wettelijke regelingen, voorwaarden en procedures draagt de Republiek Kirgizstan ervoor zorg dat de onderdanen van een lidstaat die legaal tewerkgesteld zijn op het grondgebied van de Republiek Kirgizstan, niet op grond van nationaliteit worden gediscrimineerd ten opzichte van zijn eigen onderdanen, met name wat werkomstandigheden, beloning en ontslag betreft.
Artikel 20
De Samenwerkingsraad gaat na welke gemeenschappelijke actie kan worden ondernomen om toezicht te houden op de illegale
immigratie, met inachtneming van het beginsel en de praktijk van wedertoelating.
Artikel 2l
De Samenwerkingsraad gaat na welke verbeteringen kunnen worden aangebracht in de werkomstandigheden van zakenlie- den, rekening houdend met de internationale verbintenissen van de partijen, met inbegrip van die welke in het document van de Conferentie van Bonn van de CVSE zijn opgenomen.
Artikel 22
De Samenwerkingsraad doet aanbevelingen voor de tenuitvoer- legging van de artikelen 19, 20 en 11.
HOOFDSTUK II
BEPALINGEN IN2AKE DE VESTIGING EN DE EXPLOITATIE VAN ONDERNEMINGEN
Artikel 23
1. De Gemeenschap en haar lidstaten kennen voor de vesti- ging van Kirgizische vennootschappen — als omschreven in
artikel 25 — door de oprichting van dochterondernemingen en filialen geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan vennootschappen uit derde landen toekennen en ken- nen de op hun grondgebied gevestigde dochterondernemingen en filialen van Kirgizische vennootschappen, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan dochterondernemingen en filialen van vennoot- schappen uit derde landen toekennen, overeenkomstig hun wetgeving en bepalingen.
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 35 en 84 kent de Republiek Kirgizstan aan vennootschappen uit de Gemeen- schap en filialen daarvan, wat de vestiging en de exploitatie — als bedoeld in artikel 25 — op haar grondgebied overeenkom- stig haar wettelijke bepalingen en voorschriften betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan aan vennootschappen uit de Republiek Kirgizstan en filialen daarvan of aan vennoot- schappen uit derde landen en filialen daarvan.
Artikel 24
Het bepaalde in artikel 23 is niet van toepassing op het vervoer door de lucht, over binnenwateren en over zee.
Artikel 2J
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „vennootschap uit de Gemeenschap” of „Kirgizische ven- nootschap”: een overeenkomstig de wetgeving van respec- tievelijk een lidstaat of de Republiek Kirgizstan opgerichte vennootschap die haar statutaire zetel, centrale administra- tie of belangrijkste handelsactiviteit op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of de Republiek Kirgiz- stan heeft. Een overeenkomstig de wetgeving van respectie- velijk een lidstaat van de Gemeenschap of de Republiek Kirgizstan opgerichte vennootschap wordt als een onderne- ming uit de Gemeenschap of als een Kirgizische vennoot- schap beschouwd indien uit haar transacties een werkelijke en permanente band met de economie van, respectievelijk, een van de lidstaten of de Republiek Kirgizstan naar voren treedt;
b) „dochteronderneming”: een vennootschap waarover een andere vennootschap daadwerkelijk zeggenschap heeft;
c) „filiaal” van een vennootschap: een handelszaak zonder rechtspersoonlijkheid die kennelijk een permanent karakter bezit, zoals een afdeling van een moedermaatschappij, een eigen management heeft en over de nodige materiële voor- zieningen beschikt om zaken te doen met derden, in dier voege dat laatstgenoemden, hoewel zij ervan op de hoogte zijn dat indien nodig er een rechtsverhouding zal bestaan met de moedermaatschappij waarvan het hoofdkantoor
zich in het buitenland bevindt, geen rechtstreeks contact dienen te hebben met deze moedermaatschappij doch hun transacties kunnen afhandelen met de handelszaak die de afdeling vormt:
d) „vestiging”: het recht van vennootschappen uit de Gemeen- schap of Kirgizische vennootschappen als bedoeld onder a), economische activiteiten uit te oefenen door de oprichting van dochtermaatschappijen en filialen in respectievelijk de Republiek Kirgizstan of de Gemeenschap.
e) „exploitatie”: het verrichten van economische activiteiten;
f) „economische activiteiten”: activiteiten met een industrieel of commercieel karakter of activiteiten van personen die een vrij beroep uitoefenen.
Wat het internationale vervoer over zee betreft, met inbegrip van het intermodale vervoer dat ten dele over zee plaatsvindt, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk en van hoofdstuk III eveneens van toepassing op onderdanen van de lidstaten of van de Republiek Kirgizstan die buiten het grondgebied van de Gemeenschap of de Republiek Kirgizstan gevestigd zijn en op buiten de Gemeenschap of de Republiek Kirgizstan gevestigde scheepvaartmaatschappijen waarin onderdanen van een lidstaat of de Republiek Kirgizstan daadwerkelijk zeggenschap hebben, indien de vaartuigen van deze scheepvaartmaatschappijen in die lidstaat of in de Republiek Kirgizstan geregistreerd zijn overeenkomstig de respectieve wettelijke voorschriften van die lidstaat en de Republiek Kirgizstan.
Artikel 26
1. Geen enkele bepaling van de overeenkomst belet de par- tijen maatregelen inzake bedrijfseconomisch toezicht te nemen, onder meer ten behoeve van investeerders, depositogevers, ver- zekeringsnemers of personen aan wie een financiële dienstver- lener een fiduciair recht verschuldigd is of teneinde de integri- teit en de stabiliteit van het financiële systeem te waarborgen. Wanneer dergelijke maatregelen strijdig zijn met de bepalingen van de overeenkomst mogen zij niet worden gebruikt als mid- del om de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen van een partij te ontduiken.
2. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst wordt op een zodanige wijze geïnterpreteerd dat zij een partij ertoe ver- plicht informatie betreffende de zaken en de boekhouding van individuele klanten dan wel vertrouwelijke of gepatenteerde informatie te verstrekken die in het bezit is van overheidsin- stanties.
Artikel 27
De bepalingen van deze overeenkomst vormen voor een partij geen beletsel de maatregelen te nemen die zij noodzakelijk acht om te voorkomen dat de door haar genomen maatregelen in verband met de toegang van derde landen tot haar markten door middel van deze overeenkomst worden ontdoken.
Artikel 28
1. In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk I heeft een vennootschap uit de Gemeenschap of een Kirgizische vennoot- schap die op het grondgebied van, respectievelijk, de Republiek Kirgizstan of de Gemeenschap gevestigd is het recht, met inachtneming van de wetgeving van het gastland van vestiging, op het grondgebied van respectievelijk de Republiek Kirgizstan of de Gemeenschap werknemers die onderdanen zijn van res- pectievelijk de lidstaten van de Gemeenschap en van de Repu- bliek Kirgizstan in dienst te nemen of dezen door een van haar dochterondernemingen of filialen in dienst te laten nemen, mits dergelijke werknemers een sleutelpositie in de zin van lid 2 bekleden en zij uitsluitend door vennootschappen of filia- len tewerkgesteld worden. De geldigheidsduur van de verblijfs- en werkvergunningen van deze werknemers is beperkt tot de periode waarin zij als zodanig werkzaam zijn.
2. Werknemers met een sleutelpositie die in dienst zijn van de vorengenoemde vennootschappen, hierna „organisaties” genoemd, zijn „binnen de vennootschap overgeplaatste perso- nen”, als omschreven onder c), van de hiernavolgende catego- rieën, met dien verstande dat de organisatie een rechtspersoon is en de betrokkenen gedurende ten minste het onmiddellijk aan de overplaatsing voorafgaande jaar in dienst waren van deze organisatie of daarin partners (doch geen aandeelhouders met een meerderheidsparticipatie) waren:
a) leden van het hogere kader van een organisatie die in de eerste plaats leiding geven aan de organisatie, onder het algemene toezicht en volgens instructies van, in hoofdzaak, de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkgestelde personen. Deze personeelsleden
— geven leiding aan de organisatie of een afdeling of onderafdeling daarvan;
— houden toezicht op en controleren de werkzaamheden van andere toezichthoudende, hooggespecialiseerde of leidinggevende werknemers;
— zijn persoonlijk bevoegd werknemers in dienst te nemen en te ontslaan of de indienstneming of het ont- slag van werknemers of andere maatregelen in het kader van het personeelsbeleid aan te bevelen;
b) binnen een organisatie werkzame personen die beschikken over bijzondere kennis die van wezenlijk belang is voor de dienstverlening van het bedrijf, de onderzoeksuitrusting, de technische werkzaamheden of het management. Afgezien van de voor het functioneren van de betrokken vennoot- schap vereiste specifieke kennis, kan deze kennis bestaan in de bekwaamheid bepaalde werkzaamheden uit te voeren of een bepaald beroep uit te oefenen waarvoor specifieke technische vaardigheden vereist zijn, evenals, in voorko- mend geval, het lidmaatschap van een erkende beroeps- groep;
c) een „binnen de vennootschap overgeplaatste persoon” is een natuurlijke persoon die voor een organisatie op het
grondgebied van een partij werkzaam is en die tijdelijk wordt overgeplaatst in het kader van economische activitei- ten op het grondgebied van de andere partij. De belangrijk- ste handelsactiviteit van de betrokken organisatie dient op het grondgebied van een partij plaats te hebben en de over- plaatsing dient te geschieden naar een afdeling (dochteron- derneming of filiaal) van deze organisatie die op het grond- gebied van de andere partij daadwerkelijk soortgelijk eco- nomische activiteiten verricht.
Artikel 29
De partijen erkennen dat het belangrijk is elkaar de nationale behandeling toe te kennen met betrekking tot de vestiging en de exploitatie van elkaars vennootschappen op hun grondge- bied en komen overeen de totstandbrenging van een daartoe strekkende, voor beide partijen aanvaardbare regeling in over- weging te nemen, met inachtneming van alle door de Samen- werkingsraad gedane aanbevelingen.
Artikel 30
1. De partijen vermijden in zoverre dat mogelijk is het nemen van maatregelen of het ontplooien van activiteiten die de voorwaarden voor de vestiging en de exploitatie van ven- nootschappen uit de andere partij restrictiever maken dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval was.
2. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan die van artikel 38: de omstandigheden waarop artikel 38 van toe- passing is, worden uitsluitend geregeld door de bepalingen van dit artikel, met uitsluiting van elk ander artikel.
3. In een geest van partnerschap en samenwerking en in het licht van de bepalingen van artikel 44 zal de regering van de Republiek Kirgizstan de Gemeenschap kennis geven van voor- genomen nieuwe wet- of regelgeving die de voorwaarden voor de vestiging of de exploitatie van dochterondernemingen of filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap in de Repu- bliek Kirgizstan restrictiever maakt dan op de dag vooraf- gaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval is. De Gemeenschap kan van de Republiek Kirgizstan verlangen dat dit land haar deze wetsontwerpen of ontwerp- regelingen doet toekomen en daaromtrent overleg pleegt.
4. Wanneer nieuwe wet- of regelgeving in de Republiek Kir- gizstan de voorwaarden voor de exploitatie van in de Repu- bliek Kirgizstan gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap restrictiever maakt dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval is, dan is een dergelijke wet- of regelgeving gedurende de eerste drie jaren volgende op de datum van inwerkingtreding van het desbetreffende besluit niet van toepassing op de dochterondernemingen en filialen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds in de Republiek Kirgizstan gevestigd waren.
HOOFDSTUK III
GRENSOVERSCHRIJDEND DIENSTENVERKEER TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN DE REPUBLIEK KIRGI2STAN
Artikel 3l
1. De partijen verbinden zich overeenkomstig het bepaalde in dit artikel ertoe de nodige stappen te ondernemen om gelei- delijk het verlenen van diensten mogelijk te maken door ven- nootschappen van de Gemeenschap of vennootschappen van Kirgizstan die zijn gevestigd op het grondgebied van een andere partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht, met inachtneming van de ontwikkeling van de dienstverlenende sectoren op het grondgebied van de par- tijen.
2. De Samenwerkingsraad doet aanbevelingen met betrek- king tot de tenuitvoerlegging van lid 1.
Artikel 32
De partijen werken samen met het oog op de ontwikkeling van een marktgerichte dienstensector in de Republiek Kirgiz- stan.
Artikel 33
1. De partijen verbinden zich tot het daadwerkelijk toepas- sen van het beginsel van onbeperkte toegang tot de internatio- nale maritieme markt en het internationale maritieme vervoer op commerciële basis.
a) Bovenstaande bepaling doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van de Verenigde Naties inzake een gedragscode voor lijnvaartcon- ferences en die voor de ene of de andere van de partijen bij deze overeenkomst van toepassing zijn. De niet bij con- ferences aangesloten lijnvaartmaatschappijen kunnen vrij met een conference concurreren zolang zij zich aan het beginsel van eerlijke concurrentie op commerciële basis houden.
b) De partijen bevestigen dat zij de vrije concurrentie beschouwen als een fundamentele noodzaak voor het han- delsverkeer in droge en vloeibare bulkgoederen.
2. De partijen verbinden zich ertoe bij de toepassing van de beginselen van lid 1:
a) vanaf het in werking treden van deze overeenkomst geen bepalingen inzake vrachtverdeling van bilaterale overeen- komsten tussen om het even welke lidstaat van de Gemeenschap en de voormalige Sovjetunie toe te passen;
b) geen bepalingen inzake vrachtverdeling op te nemen in toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen, tenzij in die uitzonderlijke gevallen waarin de lijnvaart- maatschappijen van de ene of de andere partij bij deze overeenkomst anders geen reële kans zouden krijgen om aan het handelsverkeer van en naar het betrokken derde land deel te nemen;
c) het opnemen van vrachtverdelingsregelingen in toekom- stige bilaterale overeenkomsten betreffende het vervoer van droge en vloeibare bulkladingen niet toe te staan;
d) bij het in werking treden van deze overeenkomst alle unila- terale maatregelen en administratieve technische en andere belemmeringen op te heffen die een beperkende of discri- minerende invloed kunnen hebben op het vrij verrichten van diensten in het internationale maritieme vervoer.
Artikel 34
Met het oog op een gecoördineerde ontwikkeling van het ver- voer tussen de partijen in overeenstemming met hun commer- ciële behoeften, kunnen de voorwaarden voor de wederzijdse toegang tot elkaars markten en het verlenen van diensten met betrekking tot het vervoer over de weg, per spoor en over de binnenwateren, en eventueel het luchtvervoer, worden vastge- legd in bijzondere overeenkomsten, waarover in voorkomend geval tussen de partijen na het in werking treden van deze overeenkomst wordt onderhandeld.
HOOFDSTUK IV
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 3J
1. De bepalingen van deze titel worden toegepast behou- dens beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid.
2. \ij zijn niet van toepassing op de werkzaamheden die op het grondgebied van elke partij verband houden met de uitoe- fening van het openbaar gezag, zelfs indien deze slechts voor een bepaalde gelegenheid geschieden.
Artikel 36
Voor de toepassing van deze titel zal geen enkele bepaling van de overeenkomst de partijen ervan weerhouden hun wetten en voorschriften betreffende toelating en verblijf, het verrichten van werk, arbeidsvoorwaarden, de vestiging van natuurlijke personen en het verrichten van diensten toe te passen, op voorwaarde dat zulks niet op een zodanige wijze geschiedt dat de toepassing de voor een partij uit een specifieke bepaling
van de overeenkomst voortvloeiende voordelen tenietdoet of beperkt. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 35.
Artikel 37
Vennnootschappen welke worden bestuurd door en de exclu- sieve eigendom zijn van Kirgizische vennootschappen en com- munautaire vennootschappen gezamenlijk, komen eveneens in aanmerking voor de bepalingen van de hoofdstukken II, III en IV van deze titel.
Artikel 38
De in het kader van deze overeenkomst door een partij aan de andere toegekende behandeling is met ingang van de termijn van een maand vóór het in werking treden van de daarop betrekking hebbende voorschriften van de Algemene Overeen- komst inzake de handel in diensten (GATS), met betrekking tot de sectoren of maatregelen waarop de GATS betrekking heeft, in geen enkel geval gunstiger dan die welke door bedoelde eerstgenoemde partij in het kader van de GATS en met betrek- king tot om het even welke dienstensector, dienstensubsector en wijze van dienstverlening wordt toegekend.
Artikel 39
Voor de toepassing van de hoofdstukken II, III en IV van deze titel wordt geen rekening gehouden met de behandeling welke door de Gemeenschap, haar lidstaten of de Republiek Kirgiz- stan wordt toegekend op grond van de verbintenissen welke in het kader van overeenkomsten inzake economische integratie overeenkomstig de beginselen van artikel V van de GATS zijn aangegaan.
Artikel 40
1. De overeenkomstig de bepalingen van deze titel toege- kende meestbegunstigingsbehandeling is niet van toepassing op de belastingvoordelen waarin de partijen voorzien of in de toe- komst zullen voorzien in het kader van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere fiscale regelingen.
2. Niets in deze titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor het vaststellen of doen naleven door de partijen van maat- regelen ter voorkoming van belastingvlucht of -ontduiking overeenkomstig de belastingvoorschriften van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing en andere fiscale regelingen, of de nationale fiscale wetgeving.
3. Niets in deze titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor de lidstaten of de Republiek Kirgizstan om bij de toepas- sing van de desbetreffende bepalingen van hun fiscaal recht een onderscheid te maken tussen belastingplichtigen die zich niet in identieke situaties bevinden, vooral met betrekking tot hun woonplaats.
Artikel 4l
Onverminderd de voorwaarden van artikel 28 kan geen enkele bepaling van de hoofdstukken II, III en IV worden geïnterpre- teerd als zou zij het recht verschaffen:
— aan onderdanen van de lidstaten, respectievelijk de Repu- bliek Kirgizstan, zich op het grondgebied van de Republiek Kirgizstan, respectievelijk de Gemeenschap, te begeven of daar te verblijven in ongeacht welke hoedanigheid en met name als aandeelhouder of partner, beheerder of werkne- mer van een vennootschap dan wel als verstrekker of ont- vanger van diensten;
— aan dochterondernemingen of filialen van Kirgizische ven- nootschappen in de Gemeenschap tot het op het grondge- bied van de Gemeenschap in dienst nemen of hebben van onderdanen van de Republiek Kirgizstan;
— aan dochterondernemingen of filialen van communautaire vennootschappen in de Republiek Kirgizstan tot het op het grondgebied van de Republiek Kirgizstan in dienst nemen of hebben van onderdanen van de lidstaten;
— aan Kirgizische vennootschappen dan wel dochteronderne- mingen of filialen van Kirgizische vennootschappen in de Gemeenschap tot het namens of onder het toezicht van andere personen laten optreden van Kirgizische onderda- nen door middel van tijdelijke arbeidsovereenkomsten;
— aan communautaire vennootschappen dan wel dochteron- dernemingen of filialen van communautaire vennootschap- pen in de Republiek Kirgizstan tot het door middel van tij- delijke arbeidsovereenkomsten voorzien in arbeidskrachten welke onderdanen van lidstaten zijn.
HOOFDSTUK V
BETALINGS- EN KAPITAALVERKEER
Artikel 42
1. De partijen verbinden zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betaalverrichtingen op de lopende rekening van de betalingsbalans in vrije convertibele valuta tussen inwoners van de Gemeenschap en van de Republiek Kirgizstan welke betrok- ken zijn bij het verkeer van goederen, diensten of personen in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst.
2. Met betrekking tot de verrichtingen op de kapitaalreke- ning van de betalingsbalans worden vanaf de datum van inwer- kingtreding van de overeenkomst het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in vennootschappen welke in overeenstemming met de wetten van het gastland zijn
opgericht, en investeringen in overeenstemming met hoofdstuk II, alsook de liquidatie of de repatriëring van die investeringen en van alle opbrengsten daarvan gegarandeerd.
3. Onverminderd de leden 2 en 5 worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst geen nieuwe beperkingen gesteld op de valutatransacties in het kader van het kapitaalverkeer en de daarmee verband hou- dende betalingsverrichtingen tussen inwoners van de Gemeen- schap en van de Republiek Kirgizstan, en worden geen meer restrictieve regelingen dan de bestaande vastgesteld.
4. De partijen raadplegen elkaar met het oog op de verge- makkelijking van andere kapitaalverrichtingen dan die bedoeld in lid 2 tussen de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan gericht op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst.
5. In het kader van dit artikel kan de Republiek Kirgizstan, in afwachting van een volledige convertibiliteit van de mun- teenheid van de Republiek Kirgizstan in de zin van artikel VIII van de Articles of Agreement van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), in uitzonderlijke omstandigheden deviezenbeper- kigen in verband met het verlenen of opnemen van financieel krediet op korte en middellange termijn toepassen, voorzover dergelijke beperkingen aan de Republiek Kirgizstan voor het verlenen van zulk krediet worden opgelegd en op grond van de IMF-status van de Republiek Kirgizstan zijn toegestaan. De Republiek Kirgizstan past deze beperkingen op niet-discrimie- rende wijze toe. \ij dienen zodanig te worden toegepast dat zij de uitvoering van deze overeenkomst zo weinig mogelijk ver- storen. De Republiek Kirgizstan doet aan de Samenwerkings- raad onverwijld mededeling van de invoering en van alle wijzi- gingen van dergelijke maatregelen.
6. Onverminderd de leden 1 en 2 kunnen de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan in uitzonderlijke omstandigheden,
wanneer kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en de Repu- bliek Kirgizstan oorzaak is of dreigt te zijn van ernstige moei- lijkheden voor de toepassing van het wisselkoersbeleid of het monetaire beleid in de Gemeenschap of in de Republiek Kirgiz- stan, elk voor zich vrijwaringsmaatregelen nemen met betrek- king tot het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan voor een periode van niet meer dan zes maanden, indien het volstrekt nodig is dergelijke maatregelen te nemen.
HOOFDSTUK VI
BESCHERMING VAN INTELLECTUELE, INDUSTRIËLE EN COMMERCIËLE EIGENDOM
Artikel 43
1. In overeenstemming met de bepalingen van dit artikel en van bijlage II ziet de Republiek Kirgizstan verder toe op de ver- betering van de bescherming van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten, teneinde tegen het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst te kunnen voorzien in een bescherming overeenkomend met die welke bestaat in de Gemeenschap, met inbegrip van doeltref- fende middelen om dergelijke rechten af te dwingen. De Samenwerkingsraad kan in verband met bijzondere omstandig- heden in de Republiek Kirgizstan besluiten deze periode te ver- lengen.
2. Tegen het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtre- ding van de overeenkomst, treedt de Republiek Kirgizstan toe tot de multilaterale overeenkomsten betreffende intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten bedoeld in bijlage II, punt 1, waarbij de lidstaten partij zijn of welke de facto door de lidstaten worden toegepast in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van die overeenkomsten.
TITEL V
HARMONISATIE VAN DE WETGEVING
Artikel 44
1. De partijen erkennen dat een belangrijke voorwaarde voor het versterken van de economische ban- den tussen de Republiek Kirgizstan en de Gemeenschap de harmonisatie van de bestaande en toekomstige wetgeving van de Republiek Kirgizstan met die van de Gemeenschap is. De Republiek Kirgizstan doet het nodige om ervoor te zorgen dat haar wetgeving geleidelijk in overeenstemming met die van de Gemeen- schap wordt gebracht.
2. De harmonisatie van de wetgeving omvat in het bijzonder de volgende terreinen: douane, vennoot- schapsrecht, bankrecht, vennootschapsboekhouding en -belasting, intellectuele eigendom, bescherming van werknemers op de arbeidsplaats, financiële dienstverlening, concurrentieregels, overheidsopdrachten, bescherming van de gezondheid en het leven van mensen, dieren en planten, milieu, consumentenbescher- ming, indirecte belastingen, technische voorschriften en normen, wetgeving en reglementering op nucleair gebied en vervoer.
3. De Gemeenschap verstrekt de Republiek Kirgizstan technische bijstand bij de tenuitvoerlegging van deze maatregelen; die bijstand kan met name omvatten:
— de uitwisseling van deskundigen,
— het verstrekken van tijdige informatie, vooral over relevante wetgeving,
— de organisatie van seminars,
— opleidingsactiviteiten,
— steun bij de vertaling van communautaire wetgeving in de desbetreffende sectoren.
4. De partijen zoeken naar methoden om de toepassing van hun respectieve concurrentievoorschriften, voorzover de onderlinge handel erdoor wordt beïnvloed, te coördineren.
TITEL VI
ECONOMISCHE SAMENWERKING
Artikel 4J
1. De Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan brengen een economische samenwerking tot stand die erop gericht is het economische hervormings- en herstelproces en de duurzame ontwikkeling van de Republiek Kirgizstan te bevorderen. Die samenwerking versterkt de bestaande economische banden ten voordele van beide partijen.
2. De beleidsmaatregelen en andere maatregelen worden ontworpen voor de totstandbrenging van economische en soci- ale hervormingen en van herstructurering van het economische systeem in de Republiek Kirgizstan, en daarbij wordt uitgegaan van de voorwaarden voor het verkrijgen van duurzame resulta- ten en een harmonische sociale ontwikkeling en worden ook de milieuaspecten volledig in de maatregelen geïntegreerd.
3. Met het oog hierop heeft de samenwerking in het bijzon- der betrekking op de economische en sociale ontwikkeling, de ontwikkeling van het menselijk potentieel, steun voor vennoot- schappen (met inbegrip van de privatisering, investeringen en de ontwikkeling van financiële diensten), de landbouw- en de levensmiddelenproductie, de energievoorziening en de civiele nucleaire veiligheid, het vervoer, het toerisme, de milieube- scherming en de regionale samenwerking.
4. Er wordt speciale aandacht besteed aan maatregelen ter bevordering van de samenwerking tussen de Onafhankelijke Staten met het oog op een harmonische ontwikkeling van de regio.
5. In voorkomend geval kunnen de economische samenwer- king en de andere vormen van samenwerking waarin deze overeenkomst voorziet, worden gesteund door technische bij-
stand van de Gemeenschap, met inachtneming van de op de technische bijstand in de Onafhankelijke Staten betrekking heb- bende communautaire Raadsverordening, de in het kader van het indicatieve programma voor de technische bijstand van de Gemeenschap aan de Republiek Kirgizstan overeengekomen prioriteiten, en de vastgestelde coördinatie- en tenuitvoerleg- gingsprocedures.
Artikel 46
Industriële samenwerking
1. Bij de samenwerking wordt in het bijzonder de bevorde- ring nagestreefd van:
— de ontwikkeling van commerciële banden tussen het bedrijfsleven aan beide zijden;
— de deelneming van de Gemeenschap aan het streven van de Republiek Kirgizstan om haar industrie te herstructure- ren;
— de verbetering van de bedrijfsvoering;
— de uitwerking van dergelijke handelsvoorschriften en -prak- tijken;
— de milieubescherming.
2. De bepalingen van dit artikel laten de tenuitvoerlegging van de op vennootschappen toepasselijke concurrentievoor- schriften van de Gemeenschap onverlet.
Artikel 47
Bevordering en bescherming van investeringen
1. Met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en de lidstaten is de samenwerking gericht op het creëren van een gunstig klimaat voor zowel binnenlandse als buitenlandse particuliere investeringen, met name via de totstandbrenging van betere voorwaarden voor de bescherming van investeringen, de overdracht van kapitaal en de uitwisse- ling van informatie over investeringsmogelijkheden.
2. De samenwerking is in het bijzonder gericht op de vol- gende doelstellingen:
— het door de lidstaten en de Republiek Kirgizstan sluiten van de passende overeenkomsten voor de bevordering en bescherming van investeringen;
— het door de lidstaten en Republiek Kirgizstan sluiten van de passende overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing;
— het tot stand brengen van gunstige voorwaarden voor bui- tenlandse investeringen in de Kirgizische economie;
— de vaststelling van degelijke handelswetten en -voorwaar- den, en de uitwisseling van informatie over wettelijke en bestuursrechtelijke handelwijzen op investeringsgebied;
— de uitwisseling van informatie over investeringsmogelijkhe- den in de vorm van onder andere handelsbeurzen, tentoon- stellingen, handelsweken en andere manifestaties.
Artikel 48
Overheidsopdrachten
De partijen werken samen met het oog op de vaststelling van voorwaarden voor de gunning via openbare en op concurren- tie gebaseerde procedures van contracten voor het leveren van goederen en diensten, vooral door middel van aanbestedingen.
Artikel 49
Samenwerking op het gebied van de normen en conformiteitsbeoordeling
1. De samenwerking tussen de partijen is gericht op de aan- passing aan de internationaal overeengekomen criteria, begin- selen en richtsnoeren inzake kwaliteit. De te ondernemen acties dienen bevorderlijk te zijn voor de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling en dienen de ver- betering van de kwaliteit van de Kirgizische producten te ver- gemakkelijken.
2. Daartoe worden via samenwerking in het kader van tech- nischebijstandsprojecten de volgende doelstellingen nagestreefd:
— de bevordering van nuttige samenwerking met de op deze gebieden gespecialiseerde organisaties en instellingen,
— de bevordering van de toepassing van communautaire technische voorschriften en Europese normen en procedu- res voor conformiteitsbeoordeling,
— de mogelijkheid praktische en technische informatie uit te wisselen met betrekking tot de kwaliteitsbeheersing.
Artikel J0
Mijnbouw en grondstoffen
1. De partijen streven naar een uitbreiding van de investe- ringen en van de handel op mijnbouw- en grondstoffengebied.
2. De samenwerking heeft vooral betrekking op:
— de uitwisseling van informatie over de vooruitzichten voor de sectoren mijnbouw en non-ferrometalen;
— de vaststelling van een juridisch kader voor de samenwer- king;
— met de handel verband houdende aangelegenheden;
— de vaststelling en tenuitvoerlegging van milieuwetgeving;
— de opleiding;
— de veiligheid in de mijnindustrie.
Artikel Jl
Samenwerking op het gebied van wetenschappen en technologie
1. De partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van civiel wetenschappelijk onderzoek en technologische ont- wikkeling (O & TO) op basis van het wederzijdse voordeel daarvan en, met inachtneming van de omvang van de beschik- bare middelen, van de nodige toegankelijkheid van hun respec- tieve programmaIs en van de passende regelingen voor een doeltreffende bescherming van de intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten (IER).
2. De samenwerking op het gebied van wetenschappen en technologie heeft betrekking op:
— de uitwisseling van wetenschappelijke en technische infor- matie,
— gezamenlijke O & TO-activiteiten,
— opleidingsactiviteiten en programmaIs ter bevordering van de mobiliteit ten behoeve van aan beide zijden bij O & TO betrokken wetenschappers, onderzoekers en technici.
De activiteiten welke in het kader van de samenwerking betrek- king hebben op onderwijs en/of opleiding, dienen plaats te hebben in overeenstemming met de bepalingen van artikel 52.
De partijen kunnen op basis van wederzijdse instemming kie- zen voor andere vormen van samenwerking op wetenschappe- lijk en technologisch gebied.
Bij de uitvoering van dergelijke samenwerkingsactiviteiten wordt bijzondere aandacht besteed aan de tewerkstelling elders van wetenschappers, ingenieurs, onderzoekers en technici die zich bezig hebben gehouden met onderzoek naar en/of de pro- ductie van massavernietigingswapens.
3. De samenwerking waarop dit artikel betrekking heeft, wordt ten uitvoer gelegd via afzonderlijke akkoorden waarvoor de onderhandelingen en de sluiting verlopen overeenkomstig de door elke partij vastgestelde procedures en waarin onder andere de passende IER-bepalingen worden opgenomen.
Artikel J2
Onderwijs en opleiding
1. De partijen werken samen teneinde het peil van het alge- mene onderwijs en de beroepskwalificaties in de Republiek Kir- gizstan op te trekken, zowel in de openbare als in de particu- liere sector.
2. De samenwerking wordt in het bijzonder gericht op de volgende terreinen:
— de modernisering van het hoger onderwijs en de oplei- dingsstelsels in de Republiek Kirgizstan met inbegrip van de systemen voor de certificatie van instellingen voor hoger onderwijs en diplomaIs in het hoger onderwijs;
— de opleiding van leidinggevend personeel in de openbare en de particuliere sector alsook van hogere ambtenaren op vast te stellen prioritaire terreinen;
— de samenwerking tussen onderwijsinstellingen onderling en tussen onderwijsinstellingen en ondernemingen;
— de mobiliteit van onderwijzend personeel, afgestudeerden, administratief personeel, jonge wetenschappers en onder- zoekers, en jongeren in het algemeen;
— de bevordering van het onderwijs op het gebied van Euro- pese studies in de relevante instellingen;
— het aanleren van communautaire talen;
— de postuniversitaire opleiding van conferentietolken;
— de opleiding van journalisten;
— de opleiding van opleiders.
3. De mogelijke deelneming van een partij aan de respec- tieve programmaIs op onderwijs- en opleidingsgebied van de andere partij zou kunnen worden overwogen in overeenstem- ming met hun respectieve procedures, en er zullen eventueel institutionele kaders en samenwerkingsprojecten worden opge- zet in aansluiting op de deelneming van de Republiek Kirgiz- stan aan het Tempus-programma van de Gemeenschap.
Artikel J3
Landbouw en de agro-industriële sector
De samenwerking op dit terrein is gericht op de landbouwher- vorming, de modernisering, privatisering en herstructurering van de landbouwsector, van de agro-industriële sector en van de dienstensector in de Republiek Kirgizstan, en het vergroten van de binnenlandse en buitenlandse afzet vor Kirgizische pro- ducten, onder voorwaarden welke de bescherming van het milieu waarborgen en met inachtneming van de noodzaak de continuïteit van de voedselvoorziening evenals de ontwikkeling van de landbouwindustrie en de verwerking en distributie van landbouwproducten te verbeteren. De partijen streven eveneens naar een geleidelijke aanpassing van de Kirgizische normen aan de communautaire technische voorschriften betreffende al dan niet industrieel verwerkte voedingsproducten uit de landbouw met inbegrip van de sanitaire en fytosanitaire normen.
Artikel J4
Energie
1. De samenwerking vindt plaats met inachtneming van de beginselen van de markteconomie en het Europese Energie- handvest tegen de achtergrond van de geleidelijke integratie van de energiemarkten in Europa.
2. De samenwerking strekt zich onder meer over de vol- gende terreinen uit:
— het milieueffect van energieproductie, -voorziening en -ver- bruik teneinde milieuschade als gevolg van deze activiteiten te voorkomen of tot een minimum te beperken;
— verbetering van de kwaliteit en de continuïteit van de ener- gievoorziening, inclusief diversificatie van de leveranciers, op een wijze die uit economisch en milieuoogpunt verant- woord is;
— de uitstippeling van het energiebeleid;
— verbetering van het beheer en de regulering van de energie- sector in overeenstemming met de eisen van een markteco- nomie;
— de totstandbrenging van de institutionele, wettelijke, fiscale en andere voorwaarden die nodig zijn om verhoogde han- del en investeringen in energie te stimuleren;
— de bevordering van energiebesparing en een efficiënt ener- giegebruik;
— de modernisering van de energie-infrastructuur;
— verbetering van de technologieën bij de levering en het eindverbruik van de verschillende vormen van energie;
— het beheer en de technische opleiding in de energiesector;
— continuïteit bij de energievoorziening en het energievervoer en de doorvoer van energie en grondstoffen voor de ener- gieproductie.
Artikel JJ
Milieu
1. Met inachtneming van het Europese Energiehandvest ont- wikkelen en versterken partijen hun samenwerking op het gebied van het milieu en de volksgezondheid.
2. De samenwerking beoogt bestrijding van het milieubederf en met name:
— daadwerkelijke controle van de verontreinigingsniveaus en beoordeling van het milieu; informatiesysteem met betrek- king tot de milieutoestand;
— bestrijding van lokale, regionale en grensoverschrijdende lucht- en waterverontreiniging;
— ecologisch herstel;
— duurzame, doeltreffende en uit milieuoogpunt doelmatige energieproductie en -gebruik;
— de veiligheid van industriële installaties;
— de classificatie en veilige behandeling van chemische pro- ducten;
— verbetering van de kwaliteit van het water;
— beperking, recycling en veilige verwijdering van afval; ten- uitvoerlegging van het Verdrag van Bazel;
— onderzoek van de milieueffecten van de landbouw, bo- demerosie en chemische verontreiniging;
— de bescherming van bossen;
— de instandhouding van de biodiversiteit, beschermde gebie- den en duurzaam gebruik en beheer van biologische rijk- dommen;
— planning van het landgebruik, met inbegrip van nieuw- bouwplanning en stadsplanning;
— toepassing van economische en fiscale instrumenten;
— onderzoek van klimaatsveranderingen op wereldniveau;
— milieuopvoeding en -bewustmaking;
— technische bijstand bij de sanering van met radioactiviteit besmette zones en het oplossen van daaronder veroor- zaakte gezondheids- en sociale problemen;
— tenuitvoerlegging van het Verdrag van Espoo inzake mi- lieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband.
3. De samenwerking vindt met name plaats via:
— de opstelling van plannen voor rampen en andere noodsi- tuaties;
— uitwisseling van informatie en deskundigen, onder meer op het gebied van de overdracht van schone technologieën en het veilige en uit milieuoogpunt verantwoorde gebruik van biotechnologieën;
— gezamenlijke onderzoeksactiviteiten;
— aanpassing van wetgeving aan communautaire normen;
— samenwerking in regionaal verband (met inbegrip van samenwerking in het kader van het Europees Milieuagent- schap en op internationaal niveau);
— uitstippeling van strategieën, vooral in verband met wereld- omvattende en klimatologische kwesties en tevens met het oog op de totstandbrenging van duurzame ontwikkeling;
— de overdracht van technologie en knowhow, ook op het terrein van Europese technische normen en certificatiesys- temen;
— milieueffectstudies.
Artikel J6
Vervoer
— de bevorderingen van de ontwikkeling van projecten voor telecommunicatie en post en het aantrekken van investerin- gen;
— verhoging van de efficiëntie en kwaliteit van telecommuni- catie en post, onder meer via de liberalisatie van de activi- teiten in subsectoren;
Partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking op ver- voersgebied.
De samenwerking beoogt onder meer de herstructurering en modernisering van de vervoerssytemen en -netwerken in de Republiek Kirgizstan en de ontwikkeling en verzekering, in voorkomend geval, van de compatibiliteit van de vervoerssyste- men in het kader van de verwezenlijking van een meer geïnte- greerd vervoersstelsel.
De samenwerking omvat onder meer:
— de modernisering van het beheer en de exploitatie van het wegvervoer, de spoorwegen, havens en luchthavens;
— de modernisering en ontwikkeling van de spoorweg-, waterweg-, weg-, haven-, luchthaven- en luchtvaartinfra- structuur, inclusief de modernisering van de belangrijkste verbindingen van gemeenschappelijk belang en de trans- Europese verbindingen voor voornoemde vervoerstakken;
— de bevordering en ontwikkeling van het multimodale ver- voer;
— de bevordering van gezamenlijke onderzoeks- en ontwikke- lingsprogrammaIs;
— de totstandbrenging van het wettelijke en institutionele kader voor beleidsontwikkeling en -uitvoering, inclusief pri- vatisering van de vervoerssector.
Artikel J7
Post en telecommunicatie
Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden verrui- men en versterken partijen hun samenwerking op de volgende terreinen:
— de uitstippeling van strategieën en richtsnoeren voor de ontwikkeling van de sector telecommunicatie en de post;
— de ontwikkeling van de beginselen van een tariefbeleid en marketing op het gebied van telecommunicatie en post;
— de geavanceerde toepassing van telecommunicatie, met name op het gebied van de elektronische overdracht van kapitaal;
— beheer van telecommunicatienetwerken en hun „optimali- sering”;
— een passende regelgevingsbasis voor de verstrekking van telecommunicatie- en postdiensten en voor het gebruik van een radiofrequentiespectrum;
— opleiding op het gebied van telecommunicatie en post met het oog op exploitatie onder marktvoorwaarden.
Artikel J8
Financiële dienstverlening
De samenwerking beoogt met name vergemakkelijking van het betrekken van de Republiek Kirgizstan bij algemeen erkende onderlinge verrekeningssystemen. De technische bijstand is toe- gespitst op:
— de ontwikkeling van het bankwezen en de financiële dienstverlening, de ontwikkeling van een gemeenschappe- lijke markt van kredietmiddelen, het betrekken van de Republiek Kirgizstan bij een algemeen erkend onderling verrekeningssysteem;
— de ontwikkeling van een belastingstelsel en fiscale en finan- ciële overheidsinstellingen in de Republiek Kirgizstan en de uitwisseling van ervaringen en personeelsopleiding op fis- caal en financieel gebied;
— de ontwikkeling van het verzekeringswezen, hetgeen onder meer een gunstig kader zal vormen voor de deelneming van communautaire maatschappijen aan de totstandbren- ging van joint ventures in de verzekeringssector in de Republiek Kirgizstan alsmede de ontwikkeling van de exportkredietverzekering.
Deze samenwerking draagt met name bij tot de bevordering van het aanknopen van betrekkingen tussen de Republiek Kir- gizstan en de lidstaten in de sector financiële dienstverlening.
Artikel J9
Het witwassen van geld
1. Partijen zijn het eens over de noodzaak al het nodige te doen en samen te werken teneinde te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van inkomsten uit criminele activiteiten in het algemeen en drugs- misdrijven in het bijzonder.
2. De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en technische bijstand met het oog op de vaststelling van pas- sende normen ter voorkoming van het witwassen van geld die gelijkwaardig zijn aan de in deze door de Gemeenschap en internationale fora, in het bijzonder de Financial Action Task Force (FATF), gehanteerde.
Artikel 60
Regionale ontwikkeling
1. Partijen versterken hun samenwerking op het gebied van de planning van regionale ontwikkeling en landgebruik.
2. Daartoe stimuleren zij de uitwisseling door de nationale, regionale en plaatselijke overheden van informatie over beleid inzake regionale planning en planning van het landgebruik en over methoden voor het uitstippelen van regionaal beleid met speciale aandacht voor de ontwikkeling van probleemgebieden.
\ij moedigen tevens directe contacten aan tussen de respec- tieve regioIs en openbare organisaties die verantwoordelijk zijn voor de planning van de regionale ontwikkeling teneinde onder meer methoden en wijzen van stimulering van regionale ont- wikkeling uit te wisselen.
Artikel 6l
Sociale samenwerking
1. Partijen ontwikkelen hun samenwerking op het gebied van de gezondheid en veiligheid met het oog op verbetering van het beschermings- en veiligheidsniveau van werknemers.
De samenwerking omvat met name:
— vorming en opleiding op het gebied van gezondheids- en veiligheidszaken waarbij specifieke aandacht wordt besteed aan de sectoren van bedrijvigheid met grote risicoIs;
— de ontwikkeling en bevordering van preventieve maatrege- len ter bestrijding van beroepsziekten en andere met het beroep samenhangende aandoeningen;
— de voorkoming van risicoIs van het zich voordoen van ern- stige ongevallen en het beheer van giftige chemische stof- fen;
— onderzoek ter ontwikkeling van fundamentele kennis omtrent de werkomgeving en de gezondheid en veiligheid van werknemers.
2. Op het gebied van de werkgelegenheid omvat de samen- werking met name technische bijstand met het oog op:
— optimalisering van de arbeidsmarkt;
— modernisering van de arbeidsbemiddelings- en adviserings- diensten;
— planning en beheer van de herstructureringsprogrammaIs;
— stimulering van de ontwikkeling van lokale werkgelegen- heid;
— uitwisseling van informatie over programmaIs inzake soe- pele tewerkstelling, inclusief programmaIs die het oprichten van eigen ondernemingen bevorderen.
3. Partijen besteden bijzondere aandacht aan samenwerking op het gebied van de sociale bescherming die onder meer samenwerking bij het plannen en ten uitvoer leggen van soci- ale hervormingen in de Republiek Kirgizstan omvat.
Deze hervormingen beogen de ontwikkeling in de Republiek Kirgizstan van aan markteconomieën inherente beschermings- methoden en omvatten alle terreinen van de sociale bescher- ming.
Artikel 62
Toerisme
Partijen verhogen en ontwikkelen hun samenwerking die omvat:
— vergemakkelijking van het toerisme;
— verhoging van de informatiestroom;
— overdracht van knowhow;
— bestudering van de mogelijkheden voor gezamenlijke acties;
— samenwerking tussen officiële vreemdelingenverkeersorga- nen;
— opleiding voor de ontwikkeling van het toerisme.
Artikel 63
Midden- en kleinbedrijf
1. Partijen streven ernaar het midden- en kleinbedrijf en hun verenigingen en de samenwerking tussen bedrijven in de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan te ontwikkelen en te versterken.
2. De samenwerking omvat technische bijstand, met name op de volgende terreinen:
— de ontwikkeling van een wettelijk kader voor het midden- en kleinbedrijf;
— de ontwikkeling van een passende infrastructuur (een bureau ter ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf, communicatie, bijstand voor de oprichting van een fonds voor het midden- en kleinbedrijf);
— de ontwikkeling van technologieparken.
Artikel 64
Informatie en communicatie
Partijen steunen de ontwikkeling van moderne methoden van informatiebeheersing, zich mede over de media uitstrekkend, en stimuleren een doeltreffende onderlinge uitwisseling van informatie. Er wordt prioriteit verleend aan programmaIs die het grote publiek basisinformatie over de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan verstrekken, waarbij, waar mogelijk, toe- gang wordt verleend tot databanken met volledige eerbiediging van de intelletuele-eigendomsrechten.
Artikel 6J
Consumentenbescherming
Partijen werken nauw samen met het oog op de verwezenlij- king van verenigbaarheid tussen hun consumentenbescher- mingssystyemen. Deze samenwerking kan bestaan in uitwisse- ling van informatie op wetgevend gebied en institutionele her- vormingen, de totstandbrenging van permanente systemen van wederzijdse informatie over gevaarlijke producten, verbetering van de aan de consument verstrekte informatie, met name over prijzen, kenmerken van producten en geboden diensten, de organisatie van uitwisselingen tussen de vertegenwoordigers van de belangen van consumenten en verhoging van de ver- enigbaarheid van de verschillende vormen van consumentenbe- schermingsbeleid en de organisatie van studiebijeenkomsten en opleidingsperioden.
Artikel 66
Douane
1. Het doel van de samenwerking is ervoor te zorgen dat alle op goedkeuring wachtende bepalingen betreffende de han-
del en eerlijke handel worden nageleefd en dat het douanesys- teem van de Republiek Kirgizstan aan dat van de Gemeenschap wordt aangepast.
2. De samenwerking omvat in het bijzonder de volgende elementen:
— uitwisseling van informatie;
— verbetering van de werkmethoden;
— invoering van een gecombineerde nomenclatuur en het enig administratief document;
— het op elkaar aansluiten van de doorvoersystemen van de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan;
— vereenvoudiging van controles op en formaliteiten bij het goederenvervoer;
— steun bij de invoering van moderne douane-informatiesys- temen;
— de organisatie van studiebijeenkomsten en opleidingsperio- den.
Waar nodig, wordt technische bijstand verstrekt.
3. Onverminderd de verdere in deze overeenkomst en met name in artikel 69 overeengekomen samenwerking vindt de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken van partijen plaats overeenkomstig het bepaalde in het aan deze overeenkomst gehechte protocol.
Artikel 67
Statistische samenwerking
De samenwerking op dit gebied beoogt de ontwikkeling van een efficiënt statistisch systeem dat snel de betrouwbare statis- tieken kan leveren die nodig zijn om het proces van economi- sche hervorming te ondersteunen en te controleren en een bij- drage kan leveren aan de ontwikkeling van het particuliere ondernemerschap in de Republiek Kirgizstan.
Partijen werken met name op de volgende terreinen samen:
— aanpassing van het statistische systeem van de Republiek Kirgizstan aan internationale methoden, normen en classifi- caties;
— uitwisseling van statistische gegevens;
— het leveren van de nodige statistische macro- en micro-eco- nomische gegevens om economische hervormingen uit te voeren en te beheren.
De bijdrage van de Gemeenschap om dit doel te verwezenlij- ken, bestaat in het leveren van technische bijstand aan de Republiek Kirgizstan.
Artikel 68
Economie
Partijen vergemakkelijken het proces van economische hervor- ming en de coördinatie van hun economische beleid door hun samenwerking die gericht is op het verkrijgen van een beter inzicht in de grondslagen van hun respectieve economieën en de uitstippeling en tenuitvoerlegging van economisch beleid in markteconomieën. Daartoe wisselen partijen informatie uit over macro-economische resultaten en vooruitzichten.
De Gemeenschap verstrekt technische bijstand om:
— de Republiek Kirgizstan bij te staan in haar economische hervormingsproces door het verstrekken van deskundige en technische adviezen,
— samenwerking tussen economen aan te moedigen teneinde de overdracht van knowhow voor de uitstippeling van eco- nomisch beleid te bespoedigen en te zorgen voor ruime verspreiding van onderzoek dat voor het beleid van belang kan zijn.
Artikel 69
Verdovende middelen
Partijen werken in het kader van hun respectieve bevoegdhe- den samen aan verhoging van de efficiëntie van het beleid en de maatregelen om de illegale productie en levering van en de handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, inclu- sief voorkoming van het oneigenlijk gebruik van precursoren, tegen te gaan, alsmede aan bevordering van de preventie en terugdringing van de vraag naar verdovende middelen. De samenwerking op dit gebied is gebaseerd op onderling overleg en nauwe coördinatie tussen partijen over de doelstellingen en maatregelen op de verschillende met verdovende middelen ver- band houdende terreinen.
TITEL VII
CULTURELE SAMENWERKING
Artikel 70
Partijen verbinden zich ertoe culturele samenwerking te bevorderen en te vergemakkelijken. In voorko- mend geval kunnen de culturele samenwerkingsprogrammaIs van de Gemeenschap of de programmaIs van een of meer lidstaten het voorwerp van samenwerking vormen en kunnen verdere activiteiten van weder- zijds belang worden ontwikkeld.
TITEL VIII
FINANCIËLE SAMENWERKING IN DE VORM VAN TECHNISCHE BIJSTAND
Artikel 7l
Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst en in overeenstemming met de in artikelen 72, 73 en 74 komt de Republiek Kirgizstan in aanmerking voor tijdelijke financiële steun van de Gemeenschap die de vorm aanneemt van technische bijstand in de vorm van subsidies ten- einde de economische hervorming van de Republiek Kirgizstan te bespoedigen.
Artikel 72
Deze financiële steun wordt geleverd in het kader van Tacis, zoals in de desbetreffende communautaire verordening van de Raad bepaald.
Artikel 73
De doelstellingen en terreinen van de financiële steun van de Gemeenschap worden vastgesteld in een indi- catief programma dat een afspiegeling vormt van de door de twee partijen vast te stellen prioriteiten, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van de Republiek Kirgizstan, haar sectoriële opne- mingscapaciteiten en de met de hervorming geboekte voortgang. Partijen stellen de Samenwerkingsraad van een en ander in kennis.
Artikel 74
Om optimaal profijt te kunnen trekken uit de beschikbare middelen zorgen partijen ervoor dat de techni- sche bijstandsbijdragen van de Gemeenschap worden toegekend in nauwe coördinatie met die uit andere financieringsbronnen, zoals de lidstaten, andere landen en internationale organisaties, zoals de Internatio- nale Bank voor herstel en ontwikkeling en de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling.
TITEL IX
INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 7J
Hierbij wordt een Samenwerkingsraad opgericht, die toezicht houdt op de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Deze Samenwerkingsraad komt eens per jaar op ministersniveau bij- een. Hij behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van de overeenkomst voordoen, en alle andere, bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang om de doelstellingen van deze overeenkomst te bereiken. De Samenwerkingsraad kan tevens doelgerichte aanbevelingen doen in onderlinge overeenstemming tussen beide partijen.
Artikel 76
1. De Samenwerkingsraad bestaat uit leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds en uit leden van de regering van de Republiek Kirgizstan anderzijds.
2. De Samenwerkingsraad stelt zijn eigen procedurevoor- schriften vast.
3. De Samenwerkingsraad wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Gemeenschap en door een lid van de regering van de Republiek Kirgizstan.
Artikel 77
1. De Samenwerkingsraad wordt bij de vervulling van zijn taken bijgestaan door een Samenwerkingscomité, bestaande uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit vertegenwoordigers van de regering van de Republiek Kirgizstan, anderzijds. Gewoonlijk zullen dit hooggeplaatste ambtenaren zijn. Het Samenwerkings- comité wordt beurtelings voorgezeten door de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan.
In zijn procedurevoorschriften zal de Samenwerkingsraad de taken van het Samenwerkingscomité bepalen. Deze omvatten onder meer de voorbereiding van de vergaderingen van de Samenwerkingsraad en de vaststelling van de werkwijze van het Samenwerkingscomité.
2. De Samenwerkingsraad mag ongeacht welke van zijn bevoegdheden aan het Samenwerkingscomité delegeren, dat voor continuïteit zal zorgen tussen de vergaderingen van de Samenwerkingsraad.
Artikel 78
De Samenwerkingsraad mag besluiten ieder ander speciaal comité of lichaam dat hem bij de uitvoering van zijn taken kan helpen, op te richten en bepaalt de samenstelling en taken van dergelijke comités of lichamen en hoe zij zullen functione- ren.
Artikel 79
Bij het onderzoek van ongeacht welke kwestie die zich voor- doet in het kader van de overeenkomst met betrekking tot een bepaling betreffende een artikel van de GATT houdt de Samen- werkingsraad zoveel mogelijk rekening met de algemeen gebruikelijke interpretatie van het artikel van de GATT in kwestie door de overeenkomstsluitende partijen bij de GATT.
Artikel 80
Er wordt een Parlementair Samenwerkingscomité opgericht. Dit zal als forum dienen, waar leden van het parlement van de Republiek Kirgizstan en het Europees Parlement elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Het comité komt met door hem zelf te bepalen tussenpozen bijeen.
Artikel 8l
1. Het Parlementair Samenwerkingscomité bestaat uit leden van het Europees Parlement, enerzijds, en uit leden van het parlement van de Republiek Kirgizstan, anderzijds.
2. Het Parlementair Samenwerkingscomité stelt zijn eigen procedurevoorschriften vast.
3. Het Parlementair Samenwerkingscomité wordt bij toer- beurt door het Europees Parlement en door het parlement van de Republiek Kirgizstan voorgezeten, volgens de in zijn proce- durevoorschriften op te nemen bepalingen.
Artikel 82
Het Parlementair Samenwerkingscomité mag bij de Samenwer- kingsraad terzake doende inlichtingen over de tenuitvoerleg- ging van de overeenkomst inwinnen. De Samenwerkingsraad verstrekt het Samenwerkingscomité de verlangde informatie.
Het Parlementair Samenwerkingscomité wordt ingelicht over de aanbevelingen van de Samenwerkingsraad.
Het Parlementair Samenwerkingscomité mag aanbevelingen doen aan de Samenwerkingsraad.
Artikel 83
1. Binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst beij- vert elk van de partijen zich om ervoor te zorgen dat natuur- lijke personen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de terzake bevoegde gerechtshoven en administra- tieve lichamen van beide partijen, ter bescherming van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigen- dom.
2. Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden zetten beide partijen zich in om:
— arbitrage aan te moedigen bij geschillen die voortkomen uit handels- en samenwerkingstransacties tussen economi- sche subjecten van de Gemeenschap en de Republiek Kir- gizstan;
— overeen te komen dat wanneer een geschil ter arbitrage wordt voorgelegd elke partij bij het geschil, behalve wan- neer de regels van de arbitrage-instantie die door beide par- tijen is gekozen iets anders bepalen, haar eigen arbiter kiest, ongeacht diens nationaliteit en dat de voorzitter de derde arbiter of de enige arbiter een ingezetene van een derde staat mag zijn;
— hun economische subjecten aan te bevelen in onderling overleg de wetgeving te kiezen die van toepassing is op hun contracten;
— aan te moedigen dat een beroep wordt gedaan op de arbi- tragevoorschriften die zijn uitgewerkt door de Commissie van de Verenigde Naties inzake internationaal handelsrecht (Uncitral) en arbitrage door een andere instantie of staat die het verdrag heeft ondertekend over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale uitspraken dat op 10 juni 1958 in New York werd gesloten.
Artikel 84
Niets in de overeenkomst zal een overeenkomstsluitende partij beletten maatregelen te nemen:
a) die zij nodig acht om de onthulling van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist, te beletten;
b) die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ontwikkeling of productie die absoluut vereist zijn voor verdedigingsdoeleinden, mits dergelijke maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor pro- ducten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;
c) die zij van vitaal belang voor haar eigen veiligheid acht, in geval van ernstige binnenlandse beroeringen die de hand- having van recht en orde in gevaar brengen in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oor- logsdreiging inhouden of om verplichtingen na te komen die zij voor de instandhouding van de vrede en de interna- tionale veiligheid is aangegaan;
d) die zij nodig acht om haar internationale verplichtingen en verbintenissen na te komen met betrekking tot de controle op het tweeledig gebruik van industriële goederen en tech- nologieën.
Artikel 8J
1. Op de door de overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalin- gen geldt het volgende:
— de regelingen die de Republiek Kirgizstan ten opzichte van de Gemeenschap toepast, zullen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen de lidstaten, hun onderdanen dan wel hun bedrijven of firmaIs;
— de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van de Republiek Kirgizstan toepast, zullen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen onderdanen van de Republiek Kir- gizstan dan wel bedrijven of firmaIs uit de Republiek Kir- gizstan.
2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de overeenkomstsluitende partijen om de terzake doende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belas- tingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren ten aanzien van hun vaste woonplaats.
Artikel 86
1. Elk van beide partijen mag ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van de overeen- komst aan de Samenwerkingsraad voorleggen.
2. De Samenwerkingsraad kan het geschil bij aanbeveling beslechten.
3. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, mag elk van beide partijen de andere van de benoe- ming van een bemiddelaar in kennis stellen; de andere partij moet dan binnen twee maanden een tweede bemiddelaar benoemen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en haar lidstaten geacht één der beide partijen bij het geschil te zijn.
De Samenwerkingsraad benoemt een derde bemiddelaar.
De aanbevelingen van de bemiddelaars worden met meerder- heid van stemmen genomen. Dergelijke aanbevelingen zijn niet bindend voor de overeenkomstsluitende partijen.
Artikel 87
De partijen komen overeen op verzoek van elk van de partijen onmiddellijk overleg te plegen via passende kanalen om kwes- ties met betrekking tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en andere relevante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken.
De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan en gelden onverminderd de artikelen 13, 86 en 92.
Artikel 88
De behandeling van de Republiek Kirgizstan zal niet gunstiger zijn dan die welke de lidstaten onderling toepassen.
Artikel 89
In de overeenkomst wordt onder de term „partijen” verstaan de Republiek Kirgizstan, enerzijds, en de Gemeenschap, of de lid- staten, of de Gemeenschap en de lidstaten, in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden, anderzijds.
Artikel 90
Het Verdrag inzake het Europees Energiehandvest en de proto- collen daarvan zijn bij de inwerkingtreding van toepassing op zaken die onder deze overeenkomst ressorteren en onder dit verdrag en de protocollen daarvan vallen, maar alleen in de mate waarin een dergelijke toepassing hierin is voorzien.
Artikel 9l
De overeenkomst wordt gesloten voor een aanvankelijke periode van tien jaar waarna de overeenkomst automatisch tel- kens met een jaar wordt verlengd mits één van beide partijen de andere partij zes maanden voordat de overeenkomst ver- strijkt schriftelijk in kennis stelt van opzegging.
Artikel 92
1. De partijen treffen alle algemene of specifieke maatrege- len die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen. \ij zullen erop toezien dat de in de overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.
2. Indien een van beide partijen van mening is dat de andere partij een verplichting krachtens de overeenkomst niet is nagekomen, mag zij passende maatregelen treffen. Alvorens zulks te doen, verstrekt deze partij, behalve in bijzonder drin- gende gevallen, de Samenwerkingsraad alle terzake doende gegevens die nodig zijn voor een grondig onderzoek van de situatie om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Bij de keuze van deze maatregelen moet voorrang worden gegeven aan die welke de goede werking van de overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Samenwerkingsraad gebracht, die daaromtrent overleg moet plegen indien de andere partij zulks verlangt.
Artikel 93
De bijlagen I en II en het protocol maken een wezenlijk onder- deel uit van de overeenkomst.
Artikel 94
Totdat er onder de onderhavige overeenkomst gelijkwaardige rechten zijn verworven voor zowel individuen als onderne- mers, zal de overeenkomst geen afbreuk doen aan rechten die hun worden verzekerd door bestaande overeenkomsten, welke bindend zijn voor één of meer lidstaten, enerzijds, en voor de Republiek Kirgizstan, anderzijds, met uitzondering van gebie- den die tot de bevoegdheid van de Gemeenschap behoren, en zonder afbreuk te doen aan de verplichtingen van de lidstaten
die voortvloeien uit deze overeenkomst op gebieden die tot hun bevoegdheid behoren.
Artikel 9J
De overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeen- schap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van toepassing zijn en onder de in die Verdragen neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van de Republiek Kirgizstan.
Artikel 96
Deze overeenkomst zal worden gedeponeerd bij het Secreta- riaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.
Artikel 97
De overeenkomst is opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Neder- landse, de Portugese, de Spaanse, de \weedse, de Kirgizische en de Russische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, en zal worden gedeponeerd bij de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.
Artikel 98
De overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende par- tijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.
De overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de dag waarop de partijen de secre- taris-generaal van de Raad van de Europese Unie kennisgeving doen van het feit dat de in de eerste alinea bedoelde procedu- res zijn voltooid.
Bij haar inwerkingtreding vervangt deze overeenkomst, wat de betrekkingen tussen de Republiek Kirgizstan en de Gemeen- schap betreft, de Overeenkomst tussen de Europese Economi- sche Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoom- energie en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking, die op 18 december 1989 in Brussel werd ondertekend.
Artikel 99
Indien de bepalingen van bepaalde onderdelen van deze over- eenkomst in afwachting van de voltooiing van de procedures die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding van deze over- eenkomst, in 1994 in werking treden door middel van een interim-overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Republiek Kirgizstan, komen de overeenkomstsluitende partijen overeen dat de term „datum van inwerkingtreding” in dat geval bete- kent de datum van inwerkingtreding van de interim-overeen- komst.
Xxxxx en Bruselas, el nueve de febrero de mil novecientos noventa y cinco. Udfærdiget i Bruxelles, den niende februar nitten hundrede og femoghalvfems. Geschehen zu Brüssel am neunten Februar neunzehnhundertfünfundneunzig. Ěyivs σsiç Bpvn kksç, σsiç svv a Фsßpovapìov vìkia svviamǒσia svsv vsa n vss.
Done at Brussels, on the ninth day of February in the year one thousand nine hundred and ninety-five.
Fait à Bruxelles, le neuf février mil neuf cent quatre-vingt-quinze. Fatto a Bruxelles, addì nove febbraio millenovecentonovantacinque.
Gedaan te Brussel, de negende februari negentienhonderd vijfennegentig.
Feito em Bruxelas, em nove de Fevereiro de mil novecentos e noventa e cinco.
Tehty Brysselissä yhdeksäntenä päivänä helmikuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäviisi. Som skedde i Bryssel den nionde februari nittonhundranittiofem.
Pour le Royaume de Belgique Voor het Koninkrijk België Für das Königreich Belgien
På Kongeriget Danmarks vegne
Für die Bundesrepublik Deutschland
Гia sηv Ekkηvim ∆ηµompasìa
Por el Xxxxx xx Xxxxxx
Pour la République française
Thar cheann Na hÉireann For Ireland
Per la Repubblica italiana
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
Pela República Portuguesa
Suomen tasavallan puolesta
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland
Por las Comunidades Europeas For De Europæiske Fællesskaber
Für die Europäischen Gemeinschaften
Гia siç Evpunarm ç Koivǒsηssç
For the European Communities Pour les Communautés européennes Per le Comunità europee
Voor de Europese Gemeenschappen Pelas Comunidades Europeias Euroopan yhteisöjen puolesta
På Europeiska xxxxxxxxxxxxxx xxxxxx
0XXxX VAN AAN DEZE OVEREENKOMtT GEHECHTE TEKtTEN
Bijlage I Indicatieve lijst van voordelen die de Republiek Kirgizstan overeenkomstig artikel 8, lid 3, aan de Onafhankelijke Staten toekent.
Bijlage II Overeenkomsten inzake intellectuele, industriële en commerciële eigendom als bedoeld in artikel 43 Protocol betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken
BIJ7AGE I
Indicatieve lijst van voordelen die de Republiek Kirgizstan overeenkomstig artikel 8, lid 3, aan de Onafhankelijke Staten toekent
1. Alle Onafhankelijke Staten:
Geen invoerrechten, behalve voor alcoholhoudende dranken en tabaksproducten.
Er worden geen uitvoerrechten geheven van goederen die in het kader van verrekeningsovereenkomsten en over- eenkomsten tussen de staten worden geleverd, tot de hoeveelheden die in deze overeenkomsten zijn vastgesteld.
Bij uitvoer en bij invoer wordt geen BTW geheven. Bij uitvoer worden geen accijnzen geheven. Er worden geen uitvoercontingenten toegepast.
2. Alle Onafhankelijke Staten die geen nationale valuta hebben ingevoerd: Betalingen kunnen in roebels worden gedaan.
Alle Onafhankelijke Staten:
Speciaal systeem van niet-commerciële transacties, met inbegrip van de uit deze transacties voortvloeiende betalin- gen.
3. Alle Onafhankelijke Staten:
Speciaal systeem van lopende rekeningen.
4. Alle Onafhankelijke Staten:
Speciale voorwaarden voor het transitoverkeer.
5. Alle Onafhankelijke Staten:
Bijzondere douaneprocedures.
BIJ7AGE II
OVEREENKOMSTEN IN2AKE INTELLECTUELE, INDUSTRIËLE EN COMMERCIËLE EIGENDOM ALS BEDOELD IN ARTIKEL 43
1. Artikel 43, lid 2, heeft betrekking op de hiernavolgende multilaterale overeenkomsten:
— Berner-conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs, 1971);
— Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome, 1961);
— Protocol bij de schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Madrid, 1989);
— Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (Genève, 1977, geamendeerd in 1979);
— Verdrag van Budapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening (1977, gewijzigd in 1980);
— Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (UPOV) (Akte van Genève, 1991).
2. De Samenwerkingsraad kan aanbevelen dat artikel 43, lid 2, van toepassing is op andere multilaterale overeenkom- sten. Indien zich problemen voordoen op het gebied van de intellectuele, de industriële en de commerciële eigen- dom die gevolgen hebben voor de omstandigheden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, wordt op verzoek van een der partijen ten spoedigste overleg gepleegd teneinde een voor beide partijen bevredigende oplossing te vinden voor het probleem.
3. De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die voortvloeien uit de hiernavolgende mul- tilaterale overeenkomsten:
— Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967, geamendeerd in 1979);
— Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Akte van Stockholm, 1967, geamendeerd in 1979);
— Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (Octrooiensamenwerkingsverdrag) (Washington 1970, geamen- deerd in 1979 en gewijzigd in 1984).
4. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst kent de Republiek Kirgizstan aan vennoot- schappen en onderdanen van de Gemeenschap wat de erkenning en de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom betreft, een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke dit land uit hoofde van bilaterale overeenkomsten aan enig ander derde land toekent.
5. De bepalingen van punt 4 zijn niet van toepassing op de voordelen die de Republiek Kirgizstan op een daadwerke- lijke grondslag van reciprociteit aan enig derde land toekent of op de voordelen die de Republiek Kirgizstan aan een ander land van de voormalige Sovjetunie toekent.
PROTOCOL
betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken
Artikel l
Definities
Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:
a) „douanewetgeving”: de op het grondgebied van partijen geldende voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder een douaneregeling, met inbegrip van de door par- tijen ingestelde verboden, beperkingen en controlemaatre- gelen;
b) „douanerechten”: alle rechten, belastingen, vergoedingen en andere heffingen die ter uitvoering van de douanewetge- ving op het grondgebied van partijen worden toegepast en ingevorderd, met uitzondering van de vergoedingen en hef- fingen waarvan het bedrag bij benadering gelijk is aan de kosten van de verleende diensten;
c) „verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;
d) „aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;
e) „overtreding”: elke inbreuk op de douanewetgeving en elke poging daartoe.
Artikel 2
Werkingssfeer
1. Partijen verlenen elkaar, binnen hun bevoegdheden, bij- stand, op de wijze en onder de voorwaarden vastgesteld in dit protocol, met het oog op de correcte toepassing van de doua- newetgeving, in het bijzonder wat de preventie, de opsporing en het onderzoek van overtredingen van deze wetgeving betreft.
2. De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit protocol. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.
Artikel 3
Bijstand op verzoek
1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle terzake dienende informatie die deze nodig heeft voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met inbegrip van informatie betref- fende vastgestelde of voorgenomen transacties die op deze wet- geving inbreuk maken of zouden maken.
2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aan- gezochte autoriteit haar mee of goederen die uit het grondge- bied van een der partijen zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze in de andere partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voor- komend geval, van de douaneregeling waaronder deze goede- ren zijn geplaatst.
3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit zorgt de aan- gezochte autoriteit ervoor dat toezicht wordt gehouden op:
a) natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien waar- van een gegrond vermoeden bestaat dat zij de douanewet- geving overtreden of overtreden hebben;
b) de plaats waar voorraden goederen op zodanige wijze zijn bijeengebracht dat er redenen zijn om aan te nemen dat zij bestemd zijn voor transacties die in strijd zijn met de wet- geving van de andere partij;
c) goederenbewegingen waarover wordt meegedeeld dat zij aanleiding kunnen geven tot ernstige overtredingen van de douanewetgeving;
d) vervoermiddelen ten aanzien waarvan een gegrond vermoe- den bestaat dat zij voor het plegen van inbreuken op de douanewetgeving werden gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.
Artikel 4
Bijstand op eigen initiatief
Partijen verlenen elkaar, overeenkomstig hun wetten, voor- schriften en andere rechtsinstrumenten, zonder voorafgaand verzoek bijstand indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder bij het verkrijgen van informatie omtrent:
— transacties die een inbreuk vormden, vormen of zouden vormen op deze wetgeving en die van belang kunnen zijn voor andere partijen;
— nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke transacties worden gebruikt;
— goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van een ernstige overtreding van de douanewetgeving.
Artikel J
Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aange- zochte autoriteit, overeenkomstig haar eigen wetgeving, de nodige maatregelen voor:
— de afgifte van alle documenten,
— de kennisgeving van alle besluiten,
waarop het bepaalde in dit protocol van toepassing is, aan een geadresseerde die op haar grondgebied verblijft of gevestigd is. In een dergelijk geval is artikel 6, lid 3, van toepassing.
Artikel 6
Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand
1. Verzoeken in het kader van dit protocol worden schrifte- lijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmid- dellijk schriftelijk worden bevestigd.
2. De overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ingediende ver- zoeken bevatten de hiernavolgende gegevens:
a) de naam van de verzoekende autoriteit;
b) de gevraagde maatregel;
c) het onderwerp en de reden van het verzoek;
d) de relevante wetten, regels en andere rechtsvoorschriften;
e) zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;
f) een overzicht van de relevante feiten, behalve in de in artikel 5 bedoelde gevallen.
3. De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze aanvaardbare taal.
4. Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds conservatoire maatregelen worden genomen.
Artikel 7
Behandeling van verzoeken
1. De aangezochte autoriteit of, indien deze niet tot zelf- standig handelen bevoegd is, de administratieve dienst waaraan het verzoek door deze autoriteit werd gericht, behandelt ver- zoeken om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdhe- den en de haar beschikbare middelen, alsof zij voor eigen reke- ning of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde par- tij handelde, met name door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten.
2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkom- stig de wetten, regels en andere rechtsvoorschriften van de aan- gezochte partij.
3. Gemachtigde ambtenaren van een partij kunnen met instemming van de andere betrokken partij en onder de voor- waarden die laatstgenoemde stelt, van de diensten van de aan- gezochte autoriteit of van een andere autoriteit die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie over inbreuken op de douanewetgeving verkrijgen die de verzoekende autori- teit nodig heeft ter uitvoering van het bepaalde in dit protocol.
4. Ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere betrokken partij, en onder de voorwaarden die laatst- genoemde stelt, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grond- gebied van laatstgenoemde wordt verricht.
Artikel 8
Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt
1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het inge- stelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mee in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke.
2. De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervan- gen door informatie die, in ongeacht welke vorm, met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking voor het- zelfde doel wordt verstrekt.
Artikel 9
Gevallen waarin geen bijstand dient te worden verleend
1. De partijen kunnen de in dit protocol bedoelde bijstand weigeren wanneer het verlenen daarvan:
a) hun soevereiniteit, openbare orde, veiligheid of andere wezenlijke belangen zou kunnen aantasten;
b) de toepassing inhoudt van deviezen- of belastingvoorschrif- ten andere dan voorschriften inzake douanerechten, of
c) de schending zou inhouden van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.
2. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bij- stand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verle- nen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit bepaalt zelf hoe zij op een dergelijke verzoek reageert.
3. Indien bijstand wordt geweigerd, dienen het daartoe strekkende besluit en de redenen ervan onverwijld aan de ver- zoekende autoriteit te worden meegedeeld.
Artikel l0
Geheimhoudingsplicht
1. Alle informatie, in welke vorm dan ook, die ter uitvoe- ring van dit protocol is verstrekt, heeft een vertrouwelijk karak- ter en valt onder de geheimhoudingsplicht. Op deze informatie is de wetgeving van toepassing die op soortgelijke informatie van de ontvangende partij van toepassing is. Tevens zijn de ter- zake geldende bepalingen van toepassing waaraan de commu- nautaire autoriteiten zijn onderworpen.
2. Nominatieve gegevens worden niet verstrekt wanneer er redenen zijn om aan te nemen dat de mededeling of het gebruik ervan strijdig zou zijn met de fundamentele rechtsbe- ginselen van een der partijen en, in het bijzonder, indien de betrokkene hiervan overmatig nadeel zou ondervinden. De par- tij die de gegevens ontvangt, deelt de partij die de gegevens verstrekt desgevraagd mee voor welk doel deze zijn gebruikt en welke resultaten ermee zijn bereikt.
3. Nominatieve gegevens mogen uitsluitend worden meege- deeld aan douaneautoriteiten en, indien vereist ten behoeve van rechtsvervolging, aan het Openbaar Ministerie en de gerechtelijke autoriteiten. Andere personen of autoriteiten kun- nen dergelijke informatie uitsluitend verkrijgen na vooraf- gaande toestemming van de autoriteit die ze verstrekt.
4. De partij die de gegevens verstrekt, controleert de juist- heid daarvan. Wanneer blijkt dat verstrekte gegevens onjuist
zijn of dienen te worden geannuleerd, wordt de ontvangende partij daarvan onverwijld in kennis gesteld. Laatstgenoemde is gehouden de correctie of annulatie uit te voeren.
5. Tenzij dit strijdig is met het algemeen belang, kan de betrokkene, op zijn verzoek, informatie verkrijgen omtrent opgeslagen gegevens en de redenen voor deze opslag.
Artikel ll
Gebruik van informatie
1. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in dit protocol omschreven doeleinden. Een partij mag deze informatie slechts voor andere doeleinden gebruiken na schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt, op de door deze autoriteit vastgestelde voor- waarden.
2. Het bepaalde in lid 1 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve pro- cedures die achteraf worden ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving.
3. De partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden als bewijsmateriaal gebruiken in hun rapporten, getuigenverkla- ringen en in gerechtelijke procedures.
Artikel l2
Deskundigen en getuigen
Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem ver- leende machtiging, in het rechtsgebied van een andere partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of admi- nistratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenhe- den waarop dit protocol van toepassing is en daarbij de voor deze procedures noodzakelijk voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.
Artikel l3
Kosten van de bijstand
De partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitga- ven die ter uitvoering van dit protocol zijn gemaakt, met uit- zondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskun- digen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.
Artikel l4
Tenuitvoerlegging
1. De centrale douaneautoriteiten van de Republiek Kirgiz- stan, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, anderzijds, zijn belast met de uitvoering van dit protocol. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit protocol vast, met inachtneming van de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming. \ij kunnen de bevoegde instanties aanbevelingen doen voor wijzi- gingen die huns inziens in dit protocol dienen te worden aan- gebracht.
2. De partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar vervolgens in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig dit artikel worden genomen.
Artikel lJ
Complementariteit
1. Dit protocol vormt een aanvulling op en geen beletsel voor de toepassing van alle overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen een of meer lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Kirgizstan zijn of kunnen worden gesloten. Het staat een ruimere wederzijdse bijstand waarin dergelijke overeenkomsten mogelijkerwijze voorzien, niet in de weg.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 doen deze over- eenkomsten geen afbreuk aan de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten, van informatie over douanezaken die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.
SLOTAKTE
De gevolmachtigden van:
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK \WEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „de lidstaten” te noemen, en van
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE,
hierna „de Gemeenschap” te noemen, enerzijds, en
de gevolmachtigden van de REPUBLIEK KIRGI\STAN,
anderzijds,
bijeengekomen te Brussel, op 9 februari 1995, voor de ondertekening van de partnerschaps- en samenwer- kingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap- pen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kirgizstan, anderzijds, hierna „de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst” te noemen, hebben de volgende teksten aangenomen:
de overeenkomst, waaronder de bijlagen en het volgende protocol:
Protocol betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de Republiek Kirgizstan hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze slotakte zijn gehecht:
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 23
Gemeenschappelijke verklaring betreffende het begrip „zeggenschap” in artikel 25, onder b), en artikel 37
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 43 Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 92.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de Republiek Kirgizstan hebben voorts kennis genomen van de aan deze slotakte gehechte verklaring van de Franse regering:
Verklaring van de Franse Regering (betreffende haar landen en gebieden overzee).
Xxxxx en Bruselas, el nueve de febrero de mil novecientos noventa y cinco. Udfærdiget i Bruxelles, den niende februar nitten hundrede og femoghalvfems. Geschehen zu Brüssel am neunten Februar neunzehnhundertfünfundneunzig. Ěyivs σsiç Bpvn kksç, σsiç svv a Фsßpovapìov vìkia svviamǒσia svsv vsa n vss.
Done at Brussels, on the ninth day of February in the year one thousand nine hundred and ninety-five.
Fait à Bruxelles, le neuf février mil neuf cent quatre-vingt-quinze. Fatto a Bruxelles, addì nove febbraio millenovecentonovantacinque.
Gedaan te Brussel, de negende februari negentienhonderd vijfennegentig.
Feito em Bruxelas, em nove de Fevereiro de mil novecentos e noventa e cinco.
Tehty Brysselissä yhdeksäntenä päivänä helmikuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäviisi. Som skedde i Bryssel den nionde februari nittonhundranittiofem.
Pour le Royaume de Belgique Voor het Koninkrijk België Für das Königreich Belgien
På Kongeriget Danmarks vegne
Für die Bundesrepublik Deutschland
Гia sηv Ekkηvim ∆ηµompasìa
Por el Xxxxx xx Xxxxxx
Pour la République française
Thar cheann Na hÉireann For Ireland
Per la Repubblica italiana
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
Pela República Portuguesa
Suomen tasavallan puolesta
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland
Por las Comunidades Europeas For De Europæiske Fællesskaber
Für die Europäischen Gemeinschaften
Гia siç Evpunarm ç Koivǒsηssç
For the European Communities Pour les Communautés européennes Per le Comunità europee
Voor de Europese Gemeenschappen Pelas Comunidades Europeias Euroopan yhteisöjen puolesta
På Europeiska gemenskapernas vägnar
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 23
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 38 en 41 komen de partijen overeen dat de woorden „overeen- komstig hun wetgeving en bepalingen” vermeld in artikel 23, lid 1 en lid 2, betekenen dat elke partij voor- schriften voor de vestiging en exploitatie van vennootschappen op haar grondgebied mag vaststellen, op voorwaarde dat deze voorschriften, wat de vestiging en exploitatie van vennootschappen van de andere partij betreft, niet leiden tot nieuwe voorbehouden die uitmonden in een behandeling die minder gunstig is dan die welke wordt toegekend aan hun vennootschap of aan ondernemingen, filialen of dochteronder- nemingen van een derde land.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende het begrip „zeggenschap” in artikel 27, onder b), en artikel 37
1. De partijen bevestigen dat zij onderling zijn overeengekomen dat „zeggenschap” afhangt van de feite- lijke omstandigheden van elk geval.
2. Een vennootschap wordt bijvoorbeeld geacht onder „zeggenschap” van een andere vennootschap te staan, en dus een dochteronderneming van de andere vennootschap te zijn, indien:
— de andere vennootschap rechtstreeks of middellijk beschikt over een meerderheid van de stemrech- ten, of
— de andere vennootschap het recht heeft een meerderheid van het bestuurs-, leidinggevend of toe- zichthoudend orgaan aan te stellen of af te zetten, en terzelfder tijd aandeelhouder of lid van de dochteronderneming is.
3. Beide partijen menen dat de in punt 2 vermelde criteria geen limitatieve opsomming vormen.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 43
De partijen komen overeen dat voor de toepassing van de overeenkomst intellectuele, industriële en com- merciële eigendom inzonderheid het volgende omvat: auteursrechten, met inbegrip van de auteursrechten op computerprogrammaIs, en naburige rechten, de rechten voor octrooien, industriële ontwerpen, geogra- fische aanduidingen, met inbegrip van benamingen van oorsprong, warenmerken en dienstmerken, topo- grafieën van geïntegreerde schakelingen, alsmede bescherming tegen oneerlijke mededinging als bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs voor de bescherming van industriële eigendom en bescherming van niet-openbaargemaakte informatie over knowhow.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 92
De partijen komen met het oog op de juiste uitlegging en toepassing van de overeenkomst overeen dat onder de in artikel 92 van de overeenkomst bedoelde „bijzonder dringende gevallen” wordt verstaan: gevallen van wezenlijke inbreuk op de overeenkomst door één van de partijen. Wezenlijke inbreuk op de overeenkomst houdt in:
a) afwijzing van de overeenkomst die niet in overeenstemming is met de algemene regels van het volken- recht,
of
b) schending van de essentiële onderdelen van de overeenkomst als vermeld in artikel 2.
Verklaring van de Franse regering
De Franse Republiek merkt op dat de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met de Republiek Kirgizstan niet van toepassing is op de landen en gebieden overzee die krachtens het Verdrag tot oprich- ting van de Europese Gemeenschap met de Europese Gemeenschap geassocieerd zijn.