NT. 1
Zitting 1970-1971 - 10 931 (R 749 )
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Democratische Republiek Kongo inzake het luchtvervoer
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
NT. 1
's-Gravenhage, 28 september 1970.
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen: 28 september 1970.
De wens, dat deze overeenkomst aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onder- worpen, kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden der Kamer of door de Gevolmach- tigd Minister van Suriname onderscheidenlijk de Neder- landse Antillen te kennen worden gegeven uiterlijk op 28 oktober 1970.
Ter voldoening aan het bepaalde in het tweede lid van artikel 60, en onder verwijzing naar het derde lid van artikel 61 van de Grondwet alsook naar artikel 24, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer U Hoogedelgestrenge hierbij de tekst en de vertaling in het Nederlands over te leggen van de op 20 maart 1970 te Kinshasa tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Democratische Republiek Kongo inzake het luchtvervoer, met Bijlage en bijbehorende notawisseling (Trb. 1970, 86).
Een toelichtende nota bij deze overeenkomst gelieve U hier- nevens aan te treffen.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal deze over- eenkomst voor het gehele Koninkrijk gelden.
Aan de Gouverneurs van Suriname en de Nederlandse Antil- len is verzocht hogergenoemde stukken op 29 september over te leggen aan de Staten van Suriname, onderscheidenlijk van de Nederlandse Antillen.
De Gevolmachtigd Ministers van Suriname en van de Neder- landse Antillen zijn van deze overlegging in kennis gesteld.
De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,
XX XXXX.
Toelichtende Nota
Aan
de Heer Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
In verband met de wenselijkheid te kunnen beschikken over commerciële landingsrechten te Kinshasa, welke de mogelijk- heid zouden openen die plaats in het Nederlandse luchtnet te betrekken, werd contact opgenomen met de Regering van de Democratische Republiek Kongo om te komen tot een bilate- rale luchtvaartovereenkomst. Het daaruit resulterende overleg, dat te Kinshasa werd gevoerd, leidde ten slotte tot overeen- stemming omtrent de onderhavige overeenkomst.
De overeenkomst behelst uitsluitend bepalingen, welke internationaal algemeen gangbaar zijn.
De routes, waarlangs beide partijen geregelde luchtdiensten naar en via hun wederzijdse grondgebieden kunnen onder- houden, zijn vastgelegd in de bij de overeenkomst behorende bijlage.
De punten I en II van de bijlage weerspiegelen het com- promis tussen de luchtvaartpolitieke opvattingen van het Koninkrijk en de neiging van Kongolese zijde de uitoefening van de z.g. vijfde vrijheidsrechten voor de luchtvaartmaat- schappijen van beide landen uit te sluiten.
Punt III van de bijlage laat overigens een grote flexibiliteit in de bepaling van de routes toe.
De overeenkomst geldt ingevolge het gestelde in artikel 2, lid d, voor het gehele Koninkrijk. Hierdoor wordt de moge!ijk- heid opengehouden voor uitbreiding van de bijlage met routes
10 931 (R749) 1
2
van en naar Suriname en/of Nederlandse Antillen. Uitbreiding met een route van en naar de Nederlandse Antillen heeft inmiddels bij briefwisseling van 29 april en 13 mei 1970 plaatsgevonden.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
X. X. XXXXXX.
De Staatsecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. J. DE KOSTER.