ARBITRAGEOVEREENKOMST

ARBITRAGEOVEREENKOMST

Tussen ondergetekenden:

1. …

met kantoor te …

advocaat bij de Balie te Limburg, eerste ondergetekende,

en 2. …

wonende te/met zetel gevestigd te …

(KBO nr. … )

tweede ondergetekende,

wordt uiteengezet en overeengekomen hetgeen volgt:

Tweede ondergetekende heeft de eerste ondergetekende gelast met de ver- dediging van zijn belangen.

Voor zijn prestaties vraagt eerste ondergetekende aan tweede ondergetekende betaling van kosten en erelonen die hij heeft vastgesteld op

… EUR.

Het nog verschuldigde saldo bedraagt … EUR, bedrag te ver- hogen met de moratoire intresten aan de wettelijke intrestvoet

vanaf … en de gerechtelijke intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf datum van aanhangigmaking van huidig arbitrage- geschil, zijnde … , tot de dag van algehele betaling.

Beide ondergetekenden vragen dat het scheidsgerecht de afrekening tussen partijen zou vaststellen, indien over de afrekening betwisting blijft bestaan.

Zij verzoeken tevens dat het scheidsgerecht de arbitragekosten vaststelt en beslist wie van de partijen de kosten draagt of in welke verhouding de kosten tussen partijen gedeeld worden.

1. Ondergetekenden onderwerpen hun geschil aan de arbitrage van een scheidsgerecht van de Orde van Advocaten van de Balie te Limburg, be- staande uit één of drie arbiters die worden aangeduid door de Stafhouder van de Balie te Limburg of door zijn afgevaardigde, na de ondertekening van deze overeenkomst.

Ingeval drie arbiters worden aangeduid, kiezen zij onder mekaar de voorzitter.

Het scheidsgerecht zal zetelen in de lokalen van de Balie te Limburg te 0000 Xxxxxxx, Xxxxxxxx 00/0, of op een nader te bepalen plaats waarvan de partijen tijdig en officieel in kennis worden gesteld.

2. De opdracht van het scheidsgerecht eindigt met de sluiting van de arbitrage- procedure, de mededeling van de uitspraak en de eventuele neerlegging er- van, onder voorbehoud van de artikelen 1715 en 1717, § 6 van het Gerechte- lijk Wetboek.

3. De aangetekende oproepingsbrieven zullen geldig ondertekend worden door de arbiter of door één van de leden van het scheidsgerecht indien drie arbi- ters werden aangeduid.

4. Indien een regelmatig opgeroepen partij op de vastgestelde zitting niet ver- schijnt of niet vertegenwoordigd is, zal het scheidsgerecht de zaak bij verstek behandelen en een beslissing nemen, tenzij de aanwezige partij om uitstel zou verzoeken.

In voorkomend geval bepaalt het scheidsgerecht de plaats, dag en uur voor een nieuwe hoorzitting en wordt de afwezige partij van deze nieuwe zitting verwittigd.

5. Het scheidsgerecht doet uitspraak in laatste aanleg. Tegen deze arbitrale uit- spraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Een vordering tot vernietiging van de arbitrale uitspraak is enkel ontvankelijk wanneer de uitspraak niet meer voor de arbiters kan worden aangevochten.

De arbitrale uitspraak kan slechts worden bestreden voor de rechtbank van eerste aanleg zetelend op de plaats van het hof van beroep, na dagvaar- ding, en zij kan slechts worden vernietigd in de gevallen opgesomd in art. 1717,

§ 3 van het Gerechtelijk Wetboek.

6. Nadat de arbitrale uitspraak gedaan is, wordt een exemplaar daarvan aan iedere partij meegedeeld door de enkele arbiter of door de voorzitter van het scheidsgerecht overeenkomstig art. 1678, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek, die ervoor zorgt dat elke partij tevens een origineel van de uitspraak ontvangt indien de wijze van mededeling overeenkomstig art. 1678, § 1 van het van het Gerechtelijk Wetboek niet heeft geleid tot de afgifte van een origineel (art. 1713, § 8 van het Gerechtelijk Wetboek).

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de arbiter of de voorzitter van het scheidsgerecht ontslagen is om het origineel van de arbitrale uitspraak neer te leggen ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg overeenkomstig art. 1713, § 8 van het Gerechtelijk Wetboek.

Indien zij dat wenst, kan één der partijen de heer stafhouder wel verzoeken dat het origineel van de arbitrale uitspraak wordt neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg. In dat geval zijn partijen akkoord dat deze neer- legging zal gelden als de neerlegging zoals voorzien in art. 1713, § 8 van het Gerechtelijk Wetboek.

Aan het verzoek tot neerlegging ter griffie zal slechts gevolg worden gegeven na consignatie in handen van de Stafhouder van de Balie te Limburg van de eventuele kosten van zodanige neerlegging ter griffie.

7. De advocaat betaalt vooraf aan de balie de advies- en arbitragekosten waarvan het bedrag jaarlijks door de Raad van de Orde van de Balie te Lim- burg wordt bepaald. Deze bedragen zijn verhaalbaar volgens beslissing van het scheidsgerecht in verhouding tot de gevorderde en uiteindelijk toegeken- de bedragen.

De tarieven zijn door de Raad van de Orde van de Balie te Limburg goedge- keurd als volgt en dit met ingang van 08/11/2022 voor een betwistbaar be- drag:

- tot € 2.500,00	€ 100 + 180,00	= € 280,00
- van € 2.500,01 tot € 5.000,00	€ 100 + 330,00	= € 430,00
- van € 5.000,01 tot € 10.000,00	€ 100 + 495,00	= € 595,00
- van € 10.000,01 tot € 20.000,00	€ 100 + 660,00	= € 760,00
- van € 20.000,01 tot € 40.000,00	€ 100 + 1.290,00	= € 1.390,00
- van € 40.000,01 tot € 60.000,00	€ 100 + 2.610,00	= € 2.710,00
- van € 60.000,01 tot € 100.000,00	€ 100 + 3.900,00	= € 4.000,00
- boven de € 100.000,01	€ 100 + 5.100,00	= € 5.200,00

8. Voor alles wat niet uitdrukkelijk anders overeengekomen is, verwijzen partijen naar de artikelen 1676 t.e.m. 1722 van het Gerechtelijk Wetboek.

Aldus opgemaakt in een exemplaar dat zal toevertrouwd worden aan het scheidsgerecht, door de Stafhouder van de Orde van Advocaten te Limburg. Partijen wordt desgewenst een eenvoudig afschrift van de overeenkomst over- gemaakt.

Aldus opgesteld en ondertekend te … op …

Eerste ondergetekende, Tweede ondergetekende,