Algemene bepalingen zakelijk
Algemene bepalingen zakelijk
Inleiding
Deze Algemene bepalingen zakelijk gelden voor alle leningen die door het Nationaal Warmtefonds worden verstrekt aan Verenigingen van Eigenaars.
Begripsbepalingen
ARTIKEL 1
In deze Algemene bepalingen zakelijk wordt verstaan onder:
Lening
Xxxx xxxxxx die op grond van de Leningdocumentatie door het Nationaal Warmtefonds aan een Schuldenaar is verstrekt.
Leningdocumentatie
Alle schriftelijke stukken waarin afspraken staan over een Lening: de aanvaarde offerte en de overeenkomst van lening, de in deze stukken van toepassing verklaarde voorwaarden en bepalingen, waaronder deze Algemene bepalingen zakelijk, alsmede elk stuk waarin aanvullingen en/of wijzigingen en/of uitwerkingen op of in de hiervoor genoemde stukken worden aangebracht voor zover daarmee uitdrukkelijk of stilzwijgend door de Schuldenaar is ingestemd.
Rentevastperiode
Bij het aangaan van de Lening wordt het rentepercentage voor een bepaalde periode afgesproken en vastgezet: de rentevastperiode. Na afloop van deze periode zal de rente worden aangepast (herzien) aan de dan geldende rentestand en voor een nieuwe rentevastperiode worden vastgezet.
Renteherzieningsdatum
De eerste van de maand volgend op de maand waarin de Rentevastperiode afloopt.
Schuld
De schuld bestaat uit:
• de hoofdsom van de Xxxxxx met rente en kosten, boete en vergoedingen waartoe de Lening aanleiding mocht geven;
• de door Nationaal Warmtefonds voor de Schuldenaar gedane betalingen;
• al hetgeen Nationaal Warmtefonds van de Schuldenaar uit hoofde van de Lening te vorderen heeft of op enig moment te vorderen zal hebben.
Schuldenaar
Degene die van het Nationaal Warmtefonds een Lening heeft ontvangen, diens medeschuldenaar, alsmede – voor zover de Algemene bepalingen zakelijk op hem van toepassing kunnen zijn –de borg en de rechtsopvolgers van alle hier genoemden.
Nationaal Warmtefonds
Stichting Nationaal Warmtefonds, statutair gevestigd te ’s-Gravenhage en kantoorhoudende te Amersfoort.
Hoofdelijke aansprakelijkheid ARTIKEL 2
1. Naast de Vereniging van Eigenaars zijn diens leden ieder voor zich tegenover het Nationaal Warmtefonds steeds hoofdelijk aansprakelijk voor hun aandeel in de gehele Schuld, welk aandeel gelijk is aan hun breukdeel in de Vereniging van Eigenaars.
2. De Schuldenaar kan geen beroep doen op de
rechten die hij te zijner bevrijding zou kunnen ontlenen aan artikel 6:9 BW of enige andere wettelijke bepaling, zodat bijvoorbeeld ingeval van kwijtschelding of een bij overeenkomst te verlenen ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid aan een Schuldenaar de hoofdelijke medeschuldenaar voor de gehele Schuld aansprakelijk blijft. Mededelingen van het Nationaal Warmtefonds aan de in de overeenkomst van lening eerstgenoemde Schuldenaar zullen gelden als mededelingen aan álle hoofdelijk verbonden Schuldenaren, tenzij anders aangegeven.
De looptijd en aflossing van de Lening ARTIKEL 3
De looptijd van de Lening en de wijze van aflossing is in de Leningdocumentatie vermeld. Aan het einde van de looptijd van de Lening moet de Schuld door de Schuldenaar geheel aan het Nationaal Warmtefonds zijn voldaan. Indien in de Leningdocumentatie geen looptijd is overeengekomen, bedraagt de looptijd van de Lening 15 jaar. De looptijd begint op de dag volgend op de dag dat de Schuldenaar de Leningdocumentatie heeft ondertekend.
Rente
ARTIKEL 4
1. De rente over de eerste maand wordt vanaf de ingangsdatum van de Lening naar het in de Leningdocumentatie overeengekomen percentage berekend over de Schuld. Gedurende de looptijd wordt aan het eind van elke maand de dan nog openstaande Schuld vastgesteld. Voor de daaropvolgende maand wordt de rente naar het overeengekomen percentage berekend over deze Schuld. Voor de berekening van de rente wordt de maand op 30 dagen en het jaar op 360 dagen gesteld.
2. Het voor de Lening geldende rentepercentage wordt na afloop van een Rentevastperiode opnieuw door het Nationaal Warmtefonds voor eenzelfde periode vastgesteld aan de hand van de dan bij het Nationaal Warmtefonds geldende rente voor nieuwe soortgelijke Leningen met dezelfde Rentevastperiode. Een renteherziening gaat in op de Renteherzieningsdatum.
3. Als op een Renteherzieningsdatum de resterende looptijd van de Lening korter is dan de voor de Lening geldende Rentevastperiode, geldt voor de resterende looptijd van de Lening de dan geldende rente voor door het Nationaal Warmtefonds te verstrekken nieuwe soortgelijke leningen met een, ten opzichte van de resterende looptijd, eerstvolgende (langere) Rentevastperiode, tenzij de dan van toepassing zijnde rente hoger is dan bij handhaving van de huidige Rentevastperiode.
4. Indien het bericht over de renteherziening na de Renteherzieningsdatum wordt verzonden, geldt een verhoging van het rentepercentage vanaf de datum van aankondiging en voor de resterende tijd van de nieuwe periode. Een verlaging van het rentepercentage wordt in zo’n geval geacht te zijn ingegaan op de Renteherzieningsdatum. Ook indien het rentepercentage voor een volgende periode niet wordt gewijzigd, zal het Nationaal Warmtefonds dat schriftelijk aan de Schuldenaar berichten.
Bouwdepot
ARTIKEL 5
1. Indien de Lening beschikbaar gesteld wordt door middel van storting van het bedrag in een bouwdepot, gaat het bouwdepot in op de ingangsdatum van de Lening. Het bouwdepot loopt standaard 9 maanden en kan op verzoek van de Schuldenaar éénmalig met maximaal 15 maanden worden verlengd tot in totaal
maximaal 24 maanden. Het bouwdepot wordt beëindigd zodra de Lening volledig is opgenomen of zodra mocht blijken dat de verbouwing aan het Onderpand gereed is. Na uiterlijk 24 maanden wordt het bouwdepot afgesloten. Is er bij afsluiting nog een tegoed in het bouwdepot aanwezig, dan wordt dit gebruikt als extra aflossing op de Lening.
2. Het Nationaal Warmtefonds behoudt zich het recht voor om, indien er gedurende 6 maanden geen transacties op het bouwdepot plaatsvinden, het bouwdepot te sluiten en het resterende tegoed extra op de Lening af te lossen.
3. Over het tegoed in het bouwdepot ontvangt de Schuldenaar gedurende maximaal 9 maanden een in de Leningdocumentatie vermelde creditrente. De creditrente wordt verrekend met het periodiek verschuldigde bedrag.
4. Een tekort in het bouwdepot is niet toegestaan.
5. Voor het declareren van bedragen, die ten laste van het bouwdepot komen, dient de Schuldenaar gebruik te maken van de hiertoe beschikbaar gestelde declaratieformulieren. De gemaakte kosten worden door het Nationaal Warmtefonds rechtstreeks uitbetaald aan de bedrijven die de werkzaamheden hebben uitgevoerd.
6. Wanneer de Schuldenaar een factuur heeft voorgeschoten dan dient hij hiervan een betaalbewijs te overleggen. Na akkoord betaalt het Nationaal Warmtefonds de gemaakte kosten uit aan de Schuldenaar. Eventuele bancaire kosten voor het betalingsverkeer (bijvoorbeeld buitenlandse of spoedbetalingen) worden aan de Schuldenaar doorberekend.
7. De Schuldenaar kan nota’s declareren zolang er voldoende saldo is in het bouwdepot. Indien het resterende saldo in het bouwdepot onvoldoende is om de factuur volledig te voldoen, betaalt het Nationaal Warmtefonds het resterende saldo uit aan het bedrijf dat de werkzaamheden heeft uitgevoerd. De Schuldenaar dient het resterende verschuldigde bedrag dan uit eigen middelen te betalen.
8. De Schuldenaar kan geen eigen geld in het bouwdepot storten.
Betaling van rente, aflossing, kosten en
andere bedragen
ARTIKEL 6
Wanneer in de Leningdocumentatie is overeengekomen dat de Schuldenaar verplicht is periodiek een bedrag aan het Nationaal
Warmtefonds te betalen, geldt het volgende:
1. het periodiek verschuldigde bedrag moet worden voldaan in de overeengekomen termijnen. Het bedrag moet steeds op tijd worden voldaan, dat betekent op de eerste dag van de periode volgend op de periode waarop de betaling betrekking heeft (de vervaldag) en moet dan bij het Nationaal Warmtefonds zijn ontvangen. Het Nationaal Warmtefonds berekent en stelt periodiek het verschuldigde bedrag vast;
2. het door de Schuldenaar periodiek te betalen bedrag wordt herzien:
a. bij wijziging van het rentepercentage;
b. na een extra aflossing op de Lening;
c. indien periodieke aflossing is overeengekomen en tijdens de looptijd van de Lening blijkt dat de Schuld niet binnen de daarvoor overeengekomen looptijd kan worden afgelost.
3. de periodiek te betalen bedragen zijn op de vervaldag opeisbaar. Alle door de Schuldenaar te verrichten betalingen moeten zonder korting of verrekening worden voldaan in euro op de door het Nationaal Warmtefonds aangegeven wijze en zonder kosten voor het Nationaal Warmtefonds. Alle betalingen, waaronder die per (automatische) incasso, worden geacht te zijn voldaan indien zij door het Nationaal Warmtefonds zijn ontvangen;
4. indien het Nationaal Warmtefonds enige betaling voor rekening van de Schuldenaar verricht, is de Schuldenaar verplicht het door het Nationaal Warmtefonds betaalde bedrag terug te betalen per de datum waarop het bedrag door het Nationaal Warmtefonds is overgemaakt. Deze datum wordt als vervaldag aangemerkt in de zin van artikel 6:83 BW;
5. kosten als bedoeld in artikel 9, die door het Nationaal Warmtefonds zijn betaald maar voor rekening van de Schuldenaar zijn, alsmede alle andere niet periodiek verschuldigde bedragen kunnen afzonderlijk in rekening worden gebracht en zijn verschuldigd. Een en ander doet niets af aan het bepaalde in artikel 11;
6. alle op basis van het vorige lid verschuldigde bedragen zijn opeisbaar per de in lid 4 genoemde datum;
7. het Nationaal Warmtefonds rekent in onderstaande volgorde alle door de Schuldenaar betaalde bedragen in verband met de Lening toe:
a. terugbetaling van door Nationaal Warmtefonds voor de Schuldenaar betaalde bedragen of gemaakte kosten;
b. vergoedingen of andere op grond van de Leningdocumentatie verschuldigde bedragen;
c. rente;
d. aflossing.
8. het Nationaal Warmtefonds zal over hetgeen dat op basis van de Lening wordt ontvangen nooit rente verschuldigd zijn.
Te late betaling
ARTIKEL 7
1. Indien en zodra aan een verplichting tot betaling aan Nationaal Warmtefonds niet of niet volledig binnen de daarvoor geldende termijn of tegen de overeengekomen vervaldag is voldaan, is de Schuldenaar in verzuim zonder dat daar een ingebrekestelling voor is vereist.
2. Als een opeisbaar bedrag niet of niet volledig binnen de daarvoor geldende termijn of tegen de vervaldag is voldaan, is de Schuldenaar een vergoeding verschuldigd. Voor zover nodig in afwijking van het bepaalde in artikel 6:92 BW doet deze vergoeding geen afbreuk aan de bevoegdheid van het Nationaal Warmtefonds om nakoming en/of schadevergoeding te vorderen.
3. De vergoeding is gelijk aan de wettelijke rente over het opeisbare bedrag. Tevens kunnen administratie en/of incassokosten in rekening worden gebracht bij te late betaling.
4. De vergoeding is, zonder nadere ingebrekestelling, verschuldigd vanaf de vervaldag van het opeisbare bedrag tot de datum van betaling daarvan. De vergoeding is onmiddellijk opeisbaar, ook in gedeelten, met dien verstande dat geen vergoeding over de vergoeding zal worden berekend. Nationaal Warmtefonds is bevoegd vervallen vergoedingsbedragen en/of administratiekosten en/of incassokosten telkens per het einde van een maand aan het saldo van de Lening toe te voegen.
5. Voor de berekening van de vergoeding wordt een maand gesteld op 30 dagen en een jaar op 360 dagen.
Verrekening
ARTIKEL 8
Het Nationaal Warmtefonds is te allen tijde bevoegd om vorderingen van een Schuldenaar op het Nationaal Warmtefonds te verrekenen met de Schuld. Het Nationaal Warmtefonds mag ook
verrekenen als de vordering van de Schuldenaar en/of de Schuld niet opeisbaar is.
Kosten voor rekening van de Schuldenaar
ARTIKEL 9
1. Naast hetgeen verder in de Leningdocumentatie is bepaald, komen voor rekening van de Schuldenaar alle kosten van incasso, opeising, ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid en omzetten leningvorm.
2. Als de Schuldenaar de kosten zoals in dit artikel bedoeld niet (volledig) betaalt, is het Nationaal Warmtefonds bevoegd het verschuldigde namens en voor rekening van de Schuldenaar te voldoen en het betaalde met de eventueel door hem gemaakte kosten op een door hem te bepalen wijze terug te vorderen.
Kennisgeven en toezending van bescheiden ARTIKEL 10
1. De Schuldenaar is verplicht wijzigingen in zijn contactgegevens (adres, telefoonnummer of e-mailadres) direct schriftelijk aan het Nationaal Warmtefonds door te geven.
2. Door het opgeven van een e-mailadres geeft de Schuldenaar het Nationaal Warmtefonds toestemming om correspondentie over de Lening per e-mail aan het opgegeven e- mailadres te sturen.
3. De Schuldenaar is verplicht direct aan het Nationaal Warmtefonds toe te zenden: alle bescheiden, stukken, gegevens,
(overheids-)beschikkingen en vergunningen betreffende de Schuldenaar die in het kader van de Lening van belang kunnen zijn. Deze verplichting betreft in elk geval de bescheiden, stukken of gegevens die betrekking hebben op situaties of omstandigheden die overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van deze Algemene Bepalingen zakelijk tot opeisbaarheid van de Schuld kunnen leiden.
4. De Schuldenaar zal het Nationaal Warmtefonds onmiddellijk in kennis stellen van wijzigingen in zijn structuur, daaronder begrepen wijzigingen in de persoon of de personen van de bestuurder(s) en beheerder(s) van de Vereniging.
5. De Schuldenaar zal het Nationaal Warmtefonds zowel op eerste verzoek als ongevraagd alle inlichtingen verschaffen over zijn financiële positie en ontwikkelingen in zijn bedrijfsvoering die daarop een belangrijke invloed kunnen hebben.
6. In afwijking van artikel 6:48 BW is het Nationaal Warmtefonds bij voldoening van een
Schuld niet verplicht tot afgifte van het aan die Schuld ten grondslag liggende bewijsstuk.
7. Iedere Schuldenaar heeft aan iedere andere Schuldenaar de bevoegdheid verleend om namens hem alle mededelingen en aanzeggingen die Nationaal Warmtefonds met betrekking tot de Lening doet, te ontvangen en daarvan kennis te nemen. Ieder Schuldenaar is bevoegd om namens iedere andere Schuldenaar Nationaal Warmtefonds mededelingen te doen.
Opeisbaarheid
ARTIKEL 11
1. De Schuld is onmiddellijk opeisbaar, zonder voorafgaande mededeling van het Nationaal Warmtefonds aan de Schuldenaar, in de volgende gevallen:
a. bij het einde van de looptijd van de Lening;
b. indien de Schuldenaar surseance van betaling aanvraagt, een verzoek tot faillietverklaring doet, in staat van faillissement wordt verklaard, een akkoord buiten faillissement aanbiedt, boedelafstand doet of een schuldsaneringsregeling aanvraagt;
2. De Schuld is onmiddellijk opeisbaar, ná voorafgaande schriftelijke mededeling van het Nationaal Warmtefonds aan de Schuldenaar, indien de Schuldenaar, of anderszins aansprakelijke voor de Schulden naar het oordeel van het Nationaal Warmtefonds:
a. overlijdt;
b. onder curatele wordt gesteld;
c. zijn woon- of vestigingsland verlaat of besluit tot verplaatsing van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf naar een ander land;
d. ophoudt zijn huidige statutaire doel na te streven of zijn rechtspersoonlijkheid verliest;
e. zijn verplichtingen tegenover het Nationaal Warmtefonds niet nakomt, daaronder begrepen het verrichten van met deze Algemene bepalingen zakelijk strijdige handelingen zonder voorafgaande toestemming van het Nationaal Warmtefonds;
f. (van rechtswege) het beheer, de beschikking of het bestuur over zijn vermogen verliest, afwezig is zonder orde op zaken te hebben gesteld;
g. bij de aanvraag van de Lening onvoldoende of onjuiste gegevens heeft verstrekt, zodanig dat het Nationaal Warmtefonds bij kennis daarvan
de Xxxxxx niet of niet op de overeengekomen voorwaarden zou hebben verstrekt;
h. handelt in strijd met of niet voldoet aan de verplichtingen voortvloeiende uit de wet of de overeenkomst van lening.
3. De Schuld is onmiddellijk opeisbaar, ná voorafgaande schriftelijke mededeling van het Nationaal Warmtefonds aan de Schuldenaar, indien, naar het oordeel van het Nationaal Warmtefonds:
a. de Lening niet wordt aangewend voor het doel waartoe zij is verstrekt of indien vaststaat dat het doel waarvoor de Lening is verstrekt niet is of zal worden gerealiseerd dan wel in belangrijke mate niet is of zal worden gerealiseerd;
b. wetgeving of de interpretatie daarvan is gewijzigd, dan wel indien een overheidsmaatregel is genomen, die betrekking of invloed heeft of kan hebben op de offerte, en de Schuldenaar en het Nationaal Warmtefonds binnen een redelijke door het Nationaal Warmtefonds te stellen termijn geen schriftelijke overeenstemming hebben bereikt over de aanpassing van de desbetreffende bepalingen, waarbij als uitgangspunt dient dat de positie van het Nationaal Warmtefonds niet in negatieve zin verandert;
c. het Nationaal Warmtefonds het voortzetten van de relatie met de Schuldenaar en/of de borg uit maatschappelijk oogpunt als schadelijk voor het Nationaal Warmtefonds ervaart of naar zijn oordeel reputatieschade kan ontstaan;
d. enig onderdeel van de Leningdocumentatie nietig, vernietigbaar of ontbonden wordt;
e. er anderszins omstandigheden optreden, waardoor redelijkerwijs van het Nationaal Warmtefonds niet kan worden verlangd dat de Lening op de overeengekomen voorwaarden wordt gecontinueerd.
4. De Lening is onmiddellijk opeisbaar, naar het oordeel van het Nationaal Warmtefonds:
a. indien de Schuldenaar enigerlei verplichting uit hoofde van enige andere lenings- of financieringsovereenkomst, dan wel uit hoofde van enige garantie tegenover derden niet tijdig of niet behoorlijk nakomt;
b. bij opeising of verval van een andere aan de Schuldenaar door het Nationaal Warmtefonds verstrekte lening.
Vervroegd aflossen
ARTIKEL 12
1. De Schuldenaar is altijd bevoegd de Schuld geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen met een minimum van € 250,00. Wanneer in
een kalenderjaar meer wordt afgelost dan 20% van de oorspronkelijke hoofdsom, is de Schuldenaar hierover een vergoeding verschuldigd.
2. De in lid 1. genoemde vergoeding wordt bepaald op basis van de kosten die Nationaal Warmtefonds maakt om de Lening of aflossing af te wikkelen, inclusief alle kosten, waaronder de afwikkeling van eigen contracten. Deze vergoeding wordt berekend door de gemiste contractuele rentebetalingen door middel van de NCW-methode te verdisconteren naar het moment van vervroegde terugbetaling op basis van de vergelijkingsrente. De vergelijkingsrente is het rentetarief van de dichtstbijzijnde
(naastlagere) marktrente die wordt gerekend op basis van de restant looptijd van de Lening. Eventuele toekomstige creditrente over het bouwdepot wordt in mindering gebracht op vergoeding.
Zorgplicht Nationaal Warmtefonds en
Schuldenaar
ARTIKEL 13
1. Het Nationaal Warmtefonds neemt bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de Schuldenaar. Geen van deze Algemene bepalingen zakelijk, noch andere op de Lening van toepassing verklaarde voorwaarden kan aan dit principe afbreuk doen.
2. De Schuldenaar neemt jegens het Nationaal Warmtefonds de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van het Nationaal Warmtefonds. De Schuldenaar stelt het Nationaal Warmtefonds in staat haar wettelijk en contractuele verplichtingen na te kunnen komen en haar dienstverlening correct te kunnen uitvoeren. De Schuldenaar mag van de diensten en/of producten van het Nationaal Warmtefonds geen oneigenlijk of onrechtmatig gebruik (laten) maken, waaronder mede begrepen gebruik dat strijdig is met wet- en regelgeving, dienstbaar is aan strafbare feiten of schadelijk is voor het Nationaal Warmtefonds of haar reputatie of voor de integriteit van het financiële stelsel.
Vorderingen uit hoofde van regres of
subrogatie
ARTIKEL 14
1. Elke vordering uit hoofde van regres van een Schuldenaar op een (andere) Schuldenaar of waarin door een Schuldenaar wordt gesubrogeerd ("Regres- en Subrogatievorderingen") is te allen tijde achtergesteld, zoals bedoeld in artikel 3:277 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, bij elke Schuld.
2. Daarnaast geldt dat, zolang er volgens het Nationaal Warmtefonds een Schuld bestaat of kan ontstaan:
• de Regres- en Subrogatievorderingen niet opeisbaar zijn
• de Regres- en Subrogatievorderingen op geen enkele wijze zullen of mogen worden voldaan
3. Xxxx Xxxxxxxxxxx doet afstand van de zekerheidsrechten die zijn verbonden aan Regres- en Subrogatievorderingen of zegt deze op.
Contractsovername ARTIKEL 15
De Schuldenaar stemt bij voorbaat in met een (gedeeltelijke) overdracht door het Nationaal Warmtefonds van haar rechten en verplichtingen voortvloeiend uit de Leningdocumentatie aan een derde. Het Nationaal Warmtefonds zal een dergelijke overdracht mededelen aan de Schuldenaar.
Saldo-opgave en renseignering
ARTIKEL 16
1. Het Nationaal Warmtefonds zendt de Schuldenaar jaarlijks een saldo-opgave van de Lening per 31 december van het voorafgaande jaar. Bij de saldobepaling van de Schuld zullen eventueel verschuldigde maar niet betaalde rente, kosten en andere bedragen bij de Schuld worden geteld. De jaarlijkse opgave omvat tevens een verantwoording van de in het desbetreffende jaar verschuldigde en ontvangen bedragen.
2. De saldo-opgave dient als bewijs van de Schuld gedurende de gehele looptijd van de Lening, behoudens tegenbewijs. Indien de Schuldenaar binnen 13 maanden na verzending van de opgave hiertegen geen bezwaar aantekent bij het Nationaal Warmtefonds, stemt de Schuldenaar in met de opgave.
Warmtefonds_2.2.2_2020
3. Het Nationaal Warmtefonds informeert de Belastingdienst elk jaar over het saldo van de Lening, de door de Schuldenaar verschuldigde
rente en de gegevens van een eventueel bouwdepot.
Bijzondere overheidsvoorschriften ARTIKEL 17
In de Leningdocumentatie wordt aangegeven of en in hoeverre rekening is of zal worden gehouden met bijzondere overheidsvoorschriften.
Eenzijdig wijzigen
ARTIKEL 18
Het Nationaal Warmtefonds heeft het recht de Algemene bepalingen zakelijk en/of de Leningdocumentatie eenzijdig te wijzigen. Het Nationaal Warmtefonds zal deze wijzigingen tenminste 30 dagen voor de datum van inwerkingtreding aan de Schuldenaar meedelen, tenzij er een wettelijke of dringende reden is om de wijziging eerder in te doen gaan. Als de Schuldenaar het niet eens is met een wijziging dient hij dit voor de ingangsdatum van de wijziging aan het Nationaal Warmtefonds te laten weten.
Wanneer de Schuldenaar voor de ingangsdatum van de wijziging niet reageert, heeft hij de wijziging aanvaard.
Gevolgen nietigheid
ARTIKEL 19
Indien één of meerdere van de Algemene bepalingen zakelijk nietig zijn of vernietigd mochten worden, blijven de overige bepalingen van de Algemene bepalingen zakelijk volledig van toepassing. Het Nationaal Warmtefonds en de Schuldenaar zullen dan in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige
c.q. vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij het doel en de strekking van de oorspronkelijke bepaling in acht worden genomen.
Toepasselijk recht ARTIKEL 20
1. Op hetgeen in deze Algemene Bepalingen zakelijk en de overige Leningdocumentatie is bepaald, is Nederlands recht van toepassing.
2. Geschillen tussen de Schuldenaar en Nationaal Warmtefonds over de Lening of de Algemene Bepalingen zakelijk worden uitsluitend voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter, uitgezonderd dwingend recht.