Contract
Toelichting bij de regelgevende bepalingen die van toepassing zijn op de verhouding tussen de huurder en de verhuurder
Typehuurovereenkomst onbepaalde duur
Algemeen
U krijgt deze toelichting omdat u een huurovereenkomst heeft gesloten met een sociale verhuurder. Dat betekent dat u een sociale woning huurt.
Belangrijk om te onthouden is dat de Vlaamse overheid de regels van de sociale huur kan wijzigen of aanvullen. Dat kan gebeuren als zij dat noodzakelijk vindt voor het algemeen belang. Die wijzigingen en aanvullingen kunnen ook gevolgen hebben voor uw huurovereenkomst. In dat geval zal uw verhuurder u verwittigen en er voor zorgen dat u ervan op de hoogte bent (bijvoorbeeld via de website van uw verhuurder, huurdersinfo, …).
V.U. Wonen-Vlaanderen, Xxxxxxxxx 00 xxx 00, 0000 Xxxxxxx
Als u bij deze toelichting vragen heeft, kan u zich steeds richten tot uw verhuurder.
Inhoudsopgave
Hoe is deze toelichting opgebouwd? 3
Verklarende woordenlijst 4
Wie is huurder? 6
Wat met de huurprijs? 9
Verloop 14
Start van de huurovereenkomst 15
Duur van de huurovereenkomst 15
Brandverzekering 15
Waarborgregeling 16
Plaatsbeschrijving 17
Tijdens de huurovereenkomst 18
Huurovereenkomst overdragen of onderverhuren 18
Verkoop en renovatie van de woning 18
Einde van de huurovereenkomst 20
Opzegging van de huurovereenkomst 20
Automatische beëindiging 23
Waarborgregeling 25
Huurdersbescherming 26
Verplichtingen en lasten of kosten 29
Huurder 29
Verhuurder 31
Bijlage: lijst met kleine herstellingen 32
Hoe is deze toelichting opgebouwd?
Inschrijving
Wie is huurder? Hoe maken we het onderscheid?
Wat met de huurprijs? Hoe berekenen we de huurprijs?
Verloop
Start
Start van de huurovereenkomst
Onbepaalde duur
Tijdens
Einde
Duur van de huurovereenkomst
Brandverzekering Waarborgregeling Plaatsbeschrijving
Tijdens de huurovereenkomst
Huurovereenkomst over- dragen of onderverhuren
Renovatie en verkoop
Einde van de huurovereenkomst
Verplichtingen en kosten of lasten
Huurder Verhuurder
Huurdersbescherming
Opzegging van de huurovereenkomst
Automatische beëindiging
Waarborgregeling
>> Verklarende woordenlijst
>> Rationele bezetting
Dit is de passende bezetting van een woning waarbij men rekening houdt met het aantal personen en de fysieke toestand van deze personen. De verhuurder geeft een invulling aan de rationale bezetting en neemt dat op in het intern huurreglement. Een overschrijding van de rationele bezetting is niet hetzelfde als een overbezetting.
>> Overbezetting
Een woning is overbezet als er meer personen in de woning wonen dan toegelaten is volgens de regels van de Vlaamse Wooncode. De bezetting van een woning wordt berekend op basis van het aantal woonlokalen en de totale netto- vloeroppervlakte van de woning. Dit is niet hetzelfde als de rationele bezettingsnorm, bepaald door de verhuurder.
>> Onderbezetting
U woont in een onderbezette woning wanneer het aantal slaapkamers min het aantal huurders en duurzame bijwoners groter is dan één.
Bijvoorbeeld: een 3-slaapkamerwoning is onderbezet voor een alleenstaande (3 slaapkamers min 1 huurder is 2). Dezelfde woning is niet onderbezet voor een koppel (3 slaapkamers min 2 huurders is 1).
Als u in een onderbezette woning woont, dan moet u een gepast woningaanbod aanvaarden. Zo worden grote woningen vrijgemaakt voor grote gezinnen op de wachtlijst.
Het aanbod van de woning is passend als het voldoet aan drie voorwaarden:
1. de woning mag niet opnieuw onderbezet zijn.
2. de woning moet liggen in een straal van 5 km van de huidige woning.
3. de huurprijs en de huurlasten zijn samen niet hoger dan die van de huidige woning.
U dient een onderbezettingsvergoeding te betalen als u tweemaal een passend aanbod weigert.
Let wel op! Er moeten minstens drie maanden liggen tussen twee aanbiedingen.
Bijvoorbeeld: de verhuurder doet u een passend aanbod, maar u weigert. Dat is de eerste weigering. De verhuurder doet u vervolgens één maand later een tweede passend aanbod. Dat is minder dan drie maanden. U kan dat tweede aanbod weigeren. Dat wordt niet beschouwd als tweede weigering.
Als de verhuurder geen passend aanbod heeft, dan kan hij een ander aanbod doen. De woning ligt dan misschien verder dan 5 km van uw huidige woning of is duurder dan uw huidige woning. In dat geval kan u het aanbod weigeren zonder dat er gevolgen zijn. De verhuurder moet dat dan in de aanbiedingsbrief vermelden.
>> Xxxxxxxx afstand van verhaal en uitbreiding van verhaal van derden ten voordele van de huurder
De verhuurder neemt deze clausule op in zijn eigen brandverzekering. De verhuurder of derden zien daarmee af van het recht de huurder aan te spreken als die verantwoordelijk is voor een brand. In dat geval is de huurder automatisch gedekt door de brandverzekering van de verhuurder. Opgelet: deze clausule dekt niet de inboedel van de huurder.
>> Onroerende inkomsten
Onroerende inkomsten zijn inkomsten die voortkomen uit onroerende goederen (woningen, appartementen, gronden, ...).
>> Roerende inkomsten
Roerende inkomsten zijn inkomsten afkomstig uit bankrekeningen, leningen, obligaties, aandelen, aandelen van instellingen voor collectieve beleggingen of bepaalde levensverzekeringen. Dat kunnen interesten, dividenden, royalty’s, lijfrente of tijdelijke renten en inkomsten uit auteursrechten, naburige rechten en licenties zijn.
>> Energiecorrectie
Een toeslag op de huurprijs als de woning energiezuinig is door een extra- goede beglazing, isolatie en verwarming.
>> Patrimoniumkorting
Een korting op de huurprijs afhankelijk van de marktwaarde van de woning.
>> Gezinskorting
Een korting op de huurprijs afhankelijk van de gezinssituatie.
>> Toezichthouder
Maakt deel uit van afdeling Toezicht van het agentschap Wonen-Vlaanderen en oefent toezicht uit op de kernactiviteiten en het financieel en administratief beheer van sociale woonactoren.
Wie?
Xxxxxxx, bijwoner of logé?
Hoe maken we het onderscheid?
Logés of tijdelijke bijwoners
Niet iedereen die in de sociale huurwoning verblijft, is huurder van de woning. We onderscheiden huurders, bijwoners en logés. Dat verschil is belangrijk. Voor elke groep kunnen de rechten en plichten, maar ook de verhouding ten aanzien van de verhuurder, verschillend zijn.
- Persoonlijk woonrecht
- Woonzekerheid
- Moeten voldoen aan de toelatings- voorwaarden
- Geen persoonlijk woonrecht
- Minder
woonzekerheid
- Moeten niet voldoen aan de toelatings- voorwaarden
- Geen persoonlijk woonrecht
- Xxxx xxxx- zekerheid, verblijven slechts tijdelijk
- Moeten niet voldoen aan de toelatings- voorwaarden
Huurder
Alleen huurders hebben een persoonlijk woonrecht in de sociale huurwoning. Ze hebben dan ook de meeste rechten en plichten. Om in de sociale huurwoning te kunnen blijven wonen, mogen huurders geen onroerend bezit verwerven.
- Het inkomen wordt meegerekend voor de huurprijs- berekening
- Worden in rekening gebracht bij de rationele bezetting van de woning en bij controle van onderbezetting
- Het inkomen van de meerder- jarige duurzame bijwoners wordt
meegerekend voor de huurprijs- berekening behalvehet inkomen van de personen waarvoor men nog kinder- bijslag ontvangt
- Worden in rekening gebracht bij de rationele bezetting van de woning en bij controle van onderbezetting
- Het inkomen wordt meegerekend voor de huurprijs- berekening
- Worden niet in rekening gebracht bij de rationele bezetting van de woning en bij controle van onderbezetting
Wie is huurder?
Inschrijving
Start
Tijdens
Referentiehuurder
De persoon die zich bij de inschrijving voor een sociale huurwoning heeft opgegeven als toekomstig referentiehuurder.
Xxxxxxxxxx, wettelijke samenwoner, feitelijke partner
De echtgenoot, de wettelijke samenwoner of de feitelijke partner van de referentiehuurder. Deze persoon woont in de sociale huurwoning van bij de start van de huurovereenkomst.
Xxxxxxxxxx, wettelijke samenwoner
De echtgenoot of de wettelijke samenwoner van de referentiehuurder. Deze persoon is na de start van de huurovereenkomst komen bijwonen. Hij/zij moet samen met de referentiehuurder voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. Het samenwonen mag ook niet leiden tot een overbezette woning. De woning moet ook aangepast zijn aan de fysieke toestand van de echtgenoot of de wettelijke samenwoner.
Wat doen? De referentiehuurder meldt aan de verhuurder dat zijn/haar echtgeno(o)t(e) van plan is om te komen bijwonen of dat hij/zij van plan is om met een persoon wettelijk te gaan samenwonen in de sociale huurwoning. Dat is nodig omdat de verhuurder moet kunnen controleren of de voorwaarden voor het samenwonen in de sociale huurwoning vervuld zijn. Als de toelatingsvoorwaarden vervuld zijn, wordt zijn/haar echtgeno(o)te of de persoon met wie hij/zij wettelijk wil samenwonen automatisch huurder. Hij/zij hoeft de huurovereenkomst niet te ondertekenen. Als de toelatingsvoorwaarden niet vervuld zijn, zal hij/zij niet kunnen bijwonen.
Feitelijke partner
De feitelijke partner van de referentiehuurder. Deze persoon is na de start van de huurovereenkomst in de sociale huurwoning komen bijwonen en woont intussen minstens een jaar samen met de referentiehuurder. Hij/zij moet voldoen aan een aantal voorwaarden.
Hij/zij bewijst met een verklaring op erewoord bij het begin van het samenwonen aan de verhuurder dat hij/zij de feitelijke partner van de referentiehuurder is. De referentiehuurder moet dat bevestigen. Er kan maar één feitelijke partner zijn.
Als de feitelijke partner een jaar met de huurder heeft samengewoond, kan hij/zij alleen maar in de woning blijven wonen als zij samen voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. Als de toelatingsvoorwaarden vervuld zijn, wordt hij/zij automatisch huurder. Hij/zij hoeft de huurovereenkomst niet te ondertekenen. Als de toelatingsvoorwaarden niet vervuld zijn, zal hij/zij de woning moeten verlaten.
De feitelijke partner kan dus een jaar wonen in de sociale huurwoning zonder dat de toelatingsvoorwaarden worden gecontroleerd. Hij/zij is in die periode geen huurder maar een bijwoner.
Wie is bijwoner?
Bijwoners zijn alle andere personen die samen met de referentiehuurder in de sociale woning wonen. Zij hebben geen persoonlijk woonrecht. Dat wil zeggen dat de bijwoners de woning moeten verlaten als de huurovereenkomst eindigt. Dat kan gebeuren omdat de laatste huurder overlijdt, de huurovereenkomst opzegt of niet meer in de woning woont.
>> We onderscheiden twee groepen van bijwoners:
Bijwoners hebben dus minder woonzekerheid dan huurders.
De bijwoners ondertekenen de huurovereenkomst niet. Ze hoeven niet te voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. De huurder moet wel altijd aan de verhuurder melden dat er iemand komt bijwonen.
>> Let wel op! De bijwoonst is niet toegelaten als de sociale huurwoning daardoor overbezet is of niet aangepast is aan de fysieke toestand van de bijwoners.
Deze personen hebben hun hoofdverblijfplaats in de sociale huurwoning (ze zijn er gedomicilieerd of verblijven er voor langere tijd) en vallen niet onder de categorie ‘tijdelijke bijwoners’.
Binnen deze categorie onderscheiden we twee subcategorieën:
- Personen die slechts heel tijdelijk in de woning verblijven (bv. een kind van de huurder dat tijdelijk terug thuis komt wonen door een relatiebreuk of een mantelzorger die tijdelijk zorg komt verlenen aan de huurder en zijn eigen woning behoudt).
- Personen die nog geen definitieve uitspraak hebben over hun verblijfsstatuut (bv. asielzoekers).
Wie is logé?
Logés zijn de personen die in de sociale huurwoning niet bijwonen maar er enkel logeren (bv. een kleinkind bij de grootouders). Dat moet uiteraard niet gemeld worden aan de verhuurder.
Wat
met de huurprijs?
Hoe wordt deze berekend?
Huurprijsberekening Maximale huurprijs Minimale huurprijs
U betaalt normaal een maandelijkse huurprijs die gelijk is aan 1/55ste van uw jaarinkomen. Deze prijs verlaagt als u personen ten laste hebt. Dat heet de ‘gezinskorting’. Ook door de kwaliteit van de woning kan de huurprijs dalen. Dat heet de ‘patrimoniumkorting’ (zie verder). De huurprijs stijgt dan weer als de woning energiezuinig is. Dat heet de ‘energiecorrectie’ (zie verder). Ook voor zonnepanelen betaalt u een extra vergoeding, die is opgenomen in de huurlasten.
U betaalt nooit meer dan een maximale huurprijs (basishuurprijs) en nooit minder dan een minimale huurprijs, verhoogd met de energiecorrectie.
Daardoor is de huurprijs voor elk huishouden verschillend. Twee gezinnen met hetzelfde inkomen maar met een verschillende woning betalen dus een verschillende huurprijs. En twee gezinnen in een vergelijkbare woning maar met een verschillend inkomen dus ook.
Iedere woning heeft een maximale huurprijs. Dat noemen we de basishuurprijs. Die basishuurprijs is gelijk aan de marktwaarde van de woning. Dat betekent: de huurprijs zoals die zou is de woning op de private huurmarkt wordt verhuurd. Die marktwaarde, bepaald door de sociale huurschatter, is de maximale huurprijs.
Een indexatie van de basishuurprijs gebeurt elk jaar. Negen jaar na de start van de huurovereenkomst wordt de basishuurprijs vervangen door de marktwaarde die op dat ogenblik geldt. Daarbijberekentmen ook opnieuw de patrimoniumkorting (zie verder) en de minimale huurprijs (zie verder).
Tijdens de periode van negen jaar kan de verhuurder de basishuurprijs alleen maar wijzigen bij een grondige renovatie van de woning of als de marktwaarde is gedaald.
Iedere woning heeft ook een minimale huurprijs. Die hangt ook af van de marktwaarde. Hoe hoger de marktwaarde is, hoe hoger de minimale huurprijs.
De minimale huurprijs wordt ieder jaar geïndexeerd en opnieuw berekend bij wijziging van de basishuurprijs. De minimale huurprijs ligt in 2020 tussen 126 en 252 euro.
Met wat wordt er rekening gehouden?
Inkomen
Het inkomen is de som van:
1. Het gezamenlijk belastbare inkomen
a. Beroepsinkomsten (bv. lonen, winsten, vervangingsinkomsten)
b. Onroerendeinkomsten (huurinkomsten ofgeïndexeerdkadastraal inkomen)
c. Roerende inkomsten (bv. dividenden en intresten)
d. Diverse inkomsten (bv. onderhoudsuitkeringen)
Inkomen = 1+2+3+4+5
Huurprijs = 1/55 v/h inkomen
Huurprijs = 1/55 v/h inkomen > uitzondering!
2. De afzonderlijk belastbare inkomsten
a. Roerende inkomsten (bv. intresten uit staatsbons)
b. Meeste diverse inkomsten (bv. inkomsten uit het verlenen van het recht om reclameborden te plaatsen)
c. Bepaalde niet-periodieke beroepsinskomsten (bv. opzeggingsvergoedingen, kapitalen vereffend bij het vervallen van een groepsverzekeringscontract, een levensverzekeringscontract of een pensioenplan)
3. Het leefloon
4. De inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap
5. De beroepsinkomsten uit het buitenland of verworven bij een Europese of internationale instelling, die van belasting worden vrijgesteld
Voor de huurprijsberekening gelden de inkomsten uit het jaar van het laatste beschikbare aanslagbiljet. Dat mag maximaal drie jaar geleden zijn.
De huurprijsberekening vertrekt normaal van 1/55ste van het jaarinkomen. Maar als u samen met de meerderjarige duurzame bijwoners, met uitzondering van de kinderen waarvoor men kinderbijslag ontvangt, een hoger inkomen hebt dan de inkomensgrens van sociale huur, dan geldt de volgende regeling:
1. is het inkomen hoger dan de inkomensgrens, maar lager dan 125% van de inkomensgrens? Xxx is de bovengrens 1/54ste van het jaarinkomen.
2. is het inkomen gelijk aan of hoger dan 125% van de inkomensgrens? Xxx is de bovengrens 1/53ste van het jaarinkomen.
3. is het inkomen gelijk aan of hoger dan 150% van de inkomensgrens? Dan is de bovengrens 1/52ste van het jaarinkomen.
Onderbezettingsvergoeding
Als u in een woning woont die onderbezet is, moet u een onderbezettingsvergoeding betalen. U betaalt deze vergoeding als u tweemaal een passend aanbod weigert. De vergoeding bedraagt in 2020 31 euro per slaapkamer volgens de definitie van onderbezette woning die het aantal slaapkamers overschrijdt.
Bijvoorbeeld:
Een alleenstaande bewoont een vierslaapkamerwoning. De berekening gaat als volgt:
4 slaapkamers min 1 huurder is 3. Er mag slechts 1 slaapkamer op overschot zijn. Dus zal de alleenstaande huurder voor die twee extra slaapkamers betalen.
De bewoner in dit voorbeeld betaalt dus 62 euro (twee keer 31 euro).
Toeslagen
Energiecorrectie
Voor sommige woningen is een energiecorrectie mogelijk. Dat is een toeslag op de huurprijs, als de woning energiezuinig is door een extra-goede beglazing, isolatie en verwarming. Daarmee kunt u de energiekosten beperken, en betaalt u waarschijnlijk een lagere energie- factuur dan de huurder in een woning met een slechte energie- prestatie.
De energiecorrectie wordt jaarlijks op 1 januari geactualiseerd aan het sociaal tarief.
Kortingen
Personen ten laste (gezinskorting)
U krijgt een gezinskorting voor personen ten laste. Voor 2020 is die korting
19 euro per persoon ten laste. Personen ten laste zijn:
1. Minderjarige kinderen die in de sociale huurwoning zijn gedomicilieerd.
2. Kinderen die in de sociale huurwoning zijn gedomicilieerd en waarvoor u kinderbijslag krijgt.
3. Kinderen die in de sociale huurwoning zijn gedomicilieerd en die een wezentoelage ontvangen.
4. Kinderen in co-ouderschap die niet in de sociale huurwoning zijn gedomicilieerd, maar er wel regelmatig verblijven.
5. Personen die in de sociale huurwoning hun hoofdverblijfplaats hebben en erkend zijn als ernstig gehandicapt.
Voor kinderen in co-ouderschap (categorie 4) wordt maar de helft van de korting toegekend. De beide ouders moeten in dat geval een verklaring van co- ouderschap ondertekenen. Voor een kind (categorie 1 tot 4) met een ernstige handicap (categorie 5) wordt de korting verdubbeld.
De gezinskorting wordt jaarlijks geïndexeerd.
Kortingen
Patrimoniumkorting Verrekening van de vermindering van de onroerende
voorheffing in de huurprijs
Bij sommige woningen is een extra korting op de huurprijs mogelijk. Die korting hangt af van de marktwaarde van de woning.
Voor woningen met een lagere marktwaarde, door bijvoorbeeld een mindere kwaliteit of minder goede ligging, krijgt u een grotere patrimoniumkorting.
Voor woningen met een hogere marktwaarde, met een betere kwaliteit of ligging, krijgt de huurder een kleinere patrimoniumkorting.
Als de marktwaarde hoger is dan een bepaald bedrag, krijgt de huurder geen patrimoniumkorting.
De patrimoniumkorting wordt ieder jaar geïndexeerd en opnieuw berekend bij wijziging van de basishuurprijs. De patrimonium- korting bedraagt in 2020 maximaal 144 euro.
Verhuurders kunnen een vermin- dering van de onroerende voorheffing krijgen.
Dat is mogelijk als:
1. u of uw kinderen een handicap hebben.
2. u minstens twee kinderen hebt die recht hebben op kinderbijslag.
3. een erkende oorlogsinvalide in de sociale huurwoning woont.
De vermindering wordt afgetrokken van de huurprijs. Als u ook recht hebt op een gezinskorting voor een ernstige handicap of personen ten laste, zult u de hoogste van beide kortingen krijgen.
Er zijn twee mogelijkheden:
1. De verhuurder kan de vermin- dering op de onroerende voorheffing schatten.
Die trekt hij dan maandelijks af van de huurprijs. Als de verhuurder zelf de vermindering ontvangt, gaat hij na of er nog een saldo moet doorgestort worden.
2. De verhuurder kan ook wachten tot hij zelf de vermindering ontvangt om na te gaan of de vermindering hoger was dan de gezinskorting, want alleen dan moet hij het verschil aan u doorstorten.
Aanpassingen van de huurprijs
Elk jaar op 1 januari wordt de huurprijs aangepast. Soms kan dat ook in de loop van het jaar gebeuren. Dat kan in volgende gevallen:
• Xxxxxxxx, overlijden of schrapping uit de huur- overeenkomst
Een gezinslid kan met pensioen gaan, verhuizen of overlijden, waardoor het gezinsinkomen daalt. U kunt dan aan de verhuurder vragen om de huurprijs opnieuw te berekenen. De huurprijs wordt dan aangepast vanaf de maand na de maand waarin u dat aan de verhuurder hebt gevraagd. U moet wel met de nodige bewijsstukken aantonen dat het gezinsinkomen daalt.
• Als de basishuurprijs verandert
Als de verhuurder de basishuurprijs wijzigt tijdens de periode van negen jaar, wordt de huurprijs aangepast. Dat kan gebeuren door een grondige renovatie van de woning of door een dalende marktwaarde van de woning.
• Daling van het inkomen
Het kan ook gebeuren dat het gezinsinkomen plots daalt omdat bijvoorbeeld een gezinslid langdurig ziek wordt of zijn job verliest. U kunt dan aan de verhuurder vragen om de huurprijs opnieuw te berekenen. Daarvoor zal de verhuurder het gemiddelde inkomen berekenen over drie opeenvolgende maanden. Dat gemiddelde inkomen moet met minstens 20% zijn gedaald tegenover het inkomen waarop de huurprijsberekening was gebaseerd. De huurprijs wordt dan aangepast vanaf de maand na de maand waarin u dat, met de nodige bewijsstukken, aan de verhuurder hebt gevraagd.
• Personen die komen bijwonen tijdens de loop van de huur- overeenkomst
Als een persoon komt bijwonen in de sociale woning, wordt de huurprijs opnieuw berekend. Dat gebeurt alleen als het inkomen van die personen meetelt voor de huurprijsberekening (dus bij huurders en meerderjarige duurzame bijwoners met uitzondering van de kinderen waarvoor men kinderbijslag ontvangt). De huurprijs wordt dan aangepast vanaf de maand na de maand waarin de persoon erbij kwam wonen.
Start
Onbepaalde duur
Tijdens
Einde
Verloop
Bij de start van de huurovereenkomst
>> Duur van de huurovereenkomst
>> Waarborgregeling
>> Plaatsbeschrijving
>> Brandverzekering
Tijdens de huurovereenkomst
>> Overdragen of onderverhuren
>> Herstelling van de woning, renovatie en verkoop
Einde van de huurovereenkomst
>> Opzegging door verhuurder
>> Opzegging door huurder
>> Automatische beëindiging
Inhoud van de huurovereenkomst
Over de gehele duurtijd
>> Verplichtingen en kosten of lasten
Huurder Verhuurder
>> Huurders- bescherming
Start van de huur- overeenkomst
>> Duur van de huurovereenkomst
De huurovereenkomst is van onbepaalde duur. Als u verhuist naar een ander sociale woning van uw verhuurder, zal de nieuwe huur- overeenkomst van onbepaalde duur zijn. Het kan gebeuren dat u niet langer in uw woning kan blijven wonen, omdat ze gerenoveerd, aangepast, gesloopt of verkocht wordt. Als u dan een huur- overeenkomst sluit met een andere sociale verhuurder, dan is die huur- overeenkomst ook van onbepaalde duur.
>> De brandverzekering
Verzekering huurdersaansprakelijkheid
De verhuurder sluit een brandverzekering met een clausule van ‘afstand van verhaal en uitbreiding van verhaal van derden ten voordele van de huurder’. Dat betekent dat u een deel van de premie aan de verhuurder moet betalen, waardoor u mee verzekerd bent voor brandschade aan de woning en aan de woning van de buren.
Verzekering inboedel
U bent niet verplicht om een verzekering voor uw inboedel te nemen, maar dat is wel aan te raden.
>> Waarborgregeling
Bij het begin van de huurovereenkomst moet u een waarborg stellen. Deze geeft de verhuurder een garantie dat hij niet met lege handen achterblijft als u uw verplichtingen niet nakomt.
U betaalt die waarborg ofwel in één keer, ofwel in verschillende schijven.
Als u de waarborgsom in één keer betaalt, kan dat op twee manieren:
1
U plaatst de waarborg op een geïndividualiseerde bankrekening op uw naam. De intresten op dat bedrag zijn voor u. De waarborg bedraagt maximaal drie keer de basishuurprijs.
De verhuurder kan beslissen dat u
2 de waarborg op rekening van de verhuurder moet plaatsen. De
verhuurder geeft u jaarlijks een overzicht van de waarborg en de intresten. De waarborg bedraagt maximaal twee keer de basis- huurprijs, maar kan nooit hoger zijn dan 1001 euro. Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Het maximum van 1001 euro geldt voor het jaar 2020.
Als u de waarborgsom niet in één keer betaalt, zijn er vijf mogelijkheden:
Een schriftelijke
garantie van het OCMW. Het OCMW
betaalt de waarborg aan de verhuurder, en u betaalt het bedrag in schijven af aan het OCMW. De waarborg bedraagt maximaal drie keer de basishuurprijs.
Een schriftelijke
borgstelling van het OCMW of van een andere persoon voor maximaal drie keer de basishuurprijs. In dat geval moet u zelf geen waarborg betalen.
De verhuurder zal bij het einde van de huur voor schade of
huurachterstallen aan- kloppen bij het OCMW of de andere persoon. U moet daarna de betaalde som terug- betalen.
U betaalt de waarborg in
maandelijkse betalingen aan de verhuurder. Als het bedrag van de waarborg volledig is betaald, wordt dat op een bankrekening op uw naam of op de rekening van de verhuurder geplaatst. De voorwaarden en de afbetalingsregeling komen in een bijlage bij de huurovereenkomst.
De verhuurder zal voor die dienstverlening een vergoeding aanrekenen. De waarborg bedraagt maximaal twee keer de basishuurprijs.
U stelt een
zakelijke zekerheid bij een financiële instelling. Dat is bijvoorbeeld een kapitali- satiebon of een obligatie. De waarborg bedraagt maximaal drie keer de basis- huurprijs.
Het OCMW
stelt voor u een bank- waarborg bij een financiële instelling. De waarborg bedraagt maximaal drie keer de basis- huurprijs.
Start van de huur- overeenkomst?
Inschrijving
Start
Onbepaalde duur
Tijdens
Einde
>> De plaatsbeschrijving
Wat is een plaatsbeschrijving?
In de plaatsbeschrijving wordt schriftelijk vastgesteld in welke staat de woning zich bevindt. Dat gebeurt bij het begin en het einde van de huurperiode. De verhuurder moet de plaatsbeschrijving samen met u opmaken. De verhuurder kan een deskundige aanstellen om dat te doen.
Wat zijn de vormvereisten?
De verhuurder en u ondertekenen en dateren de plaatsbeschrijving, die als bijlage bij de huurovereenkomst hoort.
Hoeveel kost dat?
Als er kosten zijn voor deze plaatsbeschrijving, dan zijn die te delen met de verhuurder. U betaalt maximaal de helft van de kosten en nooit meer dan een vastgesteld bedrag. Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd en bedraagt in 2020 34 euro. Als u en de verhuurder het niet eens zijn, stelt de vrederechter een deskundige aan. Die zal dan de plaatsbeschrijving opmaken. De vrede- rechter zal dan ook de verdeling van de kosten bepalen.
Waarom is het nodig?
Bij het einde van de huurovereenkomst moet de woning in dezelfde staat zijn als beschreven in de plaatsbeschrijving. Als er schade is die niet in de plaats- beschrijving staat, dan moet u die vergoeden of herstellen.
U moet geen schade vergoeden of herstellen als:
1. de schade een gevolg is van normale slijtage door ouderdom of overmacht.
2. als u kunt aantonen dat de verhuurder de schade moet herstellen.
Tijdens de huurovereenkomst?
Inschrijving
Start
Onbepaalde duur
Tijdens
Einde
>> Overdragen of onderverhuren
U mag de huurovereenkomst niet overdragen. U mag de woning of een deel ervan niet onderverhuren.
>> Verkoop van de woning
Xxx weet u of de verhuurder uw woning wilt verkopen?
Als de verhuurder uw woning wil verkopen, moet hij de woning eerst aan u aanbieden om ze te kopen. De woning moet dan wel voldoen aan bepaalde woningkwaliteitsvereisten.
Wat als u de woning niet wilt kopen?
Als u de woning niet koopt of als de woning niet voldoet aan bepaalde woningkwaliteitsvereisten, zal u moeten verhuizen naar een andere woning. U kunt dan het type, de ligging en de maximale huurprijs van de woning aangeven waar u wilt naar verhuizen. U kunt slechts eenmaal een woning weigeren zonder gegronde reden. Als u dat een tweede maal doet, dan kan de verhuurder het huurcontract opzeggen. Als u een woning aanvaardt, zal u een nieuwe huurovereenkomst krijgen. De verhuurder rekent de waarborg van de huurovereenkomst af en u moet een nieuwe waarborg stellen voor de andere woning.
>> Renovatie van de woning
Als de verhuurder beslist dat uw woning moet worden gerenoveerd, zal u moeten verhuizen.
Wat zijn de mogelijkheden?
1. U verhuist tijdelijk naar een andere sociale huurwoning van dezelfde of een andere verhuurder.
2. U verhuist definitief naar een andere woning van dezelfde of een andere verhuurder.
3. U huurt tijdelijk een private huurwoning.
4. U woont tijdelijk bij familie of vrienden.
Het is de verhuurder die beslist of hij u tijdelijk of definitief wil laten verhuizen.
Inschrijving
Start
Onbepaalde duur
Tijdens
Einde
> U verhuist tijdelijk naar een andere woning
Als de verhuurder beslist om u tijdelijk te laten verhuizen tijdens de renovatiewerken kunt u dat niet ongegrond weigeren. Als u dat toch doet, kan de verhuurder uw huurovereenkomst opzeggen.
Bij uw huurovereenkomst wordt een bijlage gevoegd, met daarin:
- het adres van de tijdelijkewoning,
- de geplande duur van de renovatiewerken,
- een plaatsbeschrijving van de tijdelijke woning,
- de waarborgregeling.
Wat met de huurprijs?
De huurprijs voor de tijdelijke woning mag niet hoger zijn dan de huurprijs die u betaalde voor uw woning die wordt gerenoveerd. De kosten en lasten worden wel opnieuw berekend.
Wanneer kunt u terugkeren?
Na de renovatiewerken moet u terugkeren naar uw gerenoveerde woning, behalve als die te groot of te klein is voor uw gezin.
Dan zijn er twee mogelijkheden:
1. u komt overeen met de verhuurder dat u in de tijdelijke woning blijft wonen,
2. u verhuist naar een andere woning van de verhuurder.
Wat als u voor optie 2 kiest?
Als u verhuist naar een andere woning van de verhuurder kunt u het type, de ligging en de maximale huurprijs van de woning aangeven waar u wil naar verhuizen. U mag slechts eenmaal een woning weigeren zonder gegronde re- den. Als u dat een tweede maal doet, kan de verhuurder uw huurovereenkomst opzeggen.
> U verhuist definitief naar een andere woning
Als de verhuurder u definitief wil laten verhuizen naar een andere woning kunt u het type, de ligging en de maximale huurprijs van de woning aangeven waar u wil naar verhuizen. U mag slechts eenmaal een woning weigeren zonder gegronde reden. Als u dat een tweede maal doet, kan de verhuurder uw huurovereenkomst opzeggen. Als u een woning aanvaardt, zal u een nieuwe huurovereenkomst krijgen. Na afrekening van de waarborg zal u een nieuwe waarborg stellen voor de anderewoning.
Einde van de huur- overeenkomst?
Onbepaalde duur
Inschrijving Start
Tijdens
Einde
>> Opzegging van de huurovereenkomst
Wie kan de huurovereenkomst opzeggen?
U of de verhuurder kan de huurovereenkomst opzeggen. Dat moet altijd gebeuren met een aangetekende brief. De opzegtermijn begint op de eerste dag van de maand na de opzegging.
Bijvoorbeeld: als u op 14 mei een aangetekende opzeggingsbrief verstuurt, dan begint de opzegtermijn te lopen op 1 juni.
Wat wordt er van u verwacht tijdens de opzegtermijn?
Tijdens de opzegtermijn moet u toestaan dat kandidaat-huurders of kandidaat-kopers de woning bezoeken. U moet tweemaal in de week gedurende drie opeenvolgende uren bezoeken aan de woning toestaan. U kunt met uw verhuurder afspreken op welke dagen en uren dat gebeurt. U moet ook toelaten dat er plakbrieven zichtbaar worden aangebracht.
>> Opzeg door de verhuurder
>> Als u niet langer vol- doet aan de onroerende bezitsvoorwaarde
>> Als u blijvend of ernstig tekortkomt aan uw huurdersverplichtingen
>> Als u foute of onvolledige informatie hebt gegeven en daardoor:
- bepaalde voordelen hebt gekregen waarop u eigenlijk geen recht had.
- toegelaten bent tot de sociale huurwoning terwijl u daar geen recht op had.
>> Als u niet langer voldoet aan de onroerende bezitsvoorwaarde
Onbepaalde duur
Inschrijving Start
Tijdens
Einde
1. U hebt in België of in het buitenland een woning of bouwgrond:
- volledig of gedeeltelijk in volle eigendom, vruchtgebruik, erfpacht of opstal.
- die volledig of gedeeltelijk door u zelf in vruchtgebruik is gegeven.
- die door uzelf of een andere persoon volledig of gedeeltelijk in erfpacht of opstal is gegeven.
2. U bent zaakvoerder, bestuurder of aandeelhouder van een vennootschap waarin u een zakelijk recht (volle eigendom, vruchtgebruik, erfpacht, opstal) op een woning of bouwgrond hebt ingebracht.
U kunt in volgende gevallen uitstel krijgen om aan die onroerende bezits- voorwaarde te voldoen:
1. U verwerft via erfenis of schenking:
- een woning volledig of gedeeltelijk in volle eigendom.
- een woning, volledig of gedeeltelijk, waarop een recht van erfpacht of opstal is gegeven.
- een volledig of gedeeltelijk recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik op een woning.
- een bouwgrond, volledig of gedeeltelijk, waarop een recht van erfpacht of opstal is gegeven.
2. U verwerft via erfenis, schenking of aankoop:
- een bouwgrond volledig of gedeeltelijk in volle eigendom.
- een volledig of gedeeltelijk recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik op een bouwgrond.
In het eerste geval moet u een jaar na de verwerving aan de onroerende bezitsvoorwaarde voldoen. U kunt de verhuurder vragen om die termijn te verlengen. Daarvoor moet u gegronde redenen hebben. Als u na een jaar of na de verlengde termijn niet voldoet aan de onroerende bezitsvoorwaarde, dan wordt de huurovereenkomst alsnog opgezegd met een opzegtermijn van zes maanden.
In het tweede geval moet u na vijf jaar opnieuw aan de onroerende bezits- voorwaarde voldoen. Als u na vijf jaar niet voldoet aan de onroerende bezits- voorwaarde, wordt de huurovereenkomst alsnog opgezegd met een opzeg- termijn van zes maanden.
Let op! Een woning in een ruimtelijke bestemmingszone in België waar permanent wonen verboden is, wordt wel toegelaten.
Onbepaalde duur
Inschrijving Start
Tijdens
Einde
>> Opzeg door de huurder
>> Als u blijvend of ernstig tekortkomt aan uw huurdersverplichtingen
Als u uw huurdersverplichtingen niet nakomt, kan de verhuurder uw huurovereenkomst opzeggen met een opzegtermijn van drie maanden. Dat moet hij vooraf melden aan het OCMW, dat u zal helpen zo goed als het kan.
>> Als u foute of onvolledige informatie hebt ge- geven
De verhuurder kan de huurovereenkomst opzeggen als u foute of onvolledige informatie hebt gegeven en daardoor:
1. bepaalde voordelen hebt genoten waarop u eigenlijk geen recht had.
2. toegelaten bent tot de sociale huurwoning terwijl u daar geen recht op had.
De opzegtermijn daarbij is drie maanden.
U kunt de huurovereenkomst op ieder moment opzeggen met een aangetekende brief, met een opzegtermijn van drie maanden.
* Als er nog een andere huurder in de woning blijft wonen, is er geen opzeg- termijn.
** In deze gevallen is de opzegtermijn één maand:
1. u verhuist naar een woonzorgcentrum.
2. u verhuist naar een voorziening voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap.
Geen opzegtermijn *
opzegtermijn 1 maand **
opzegtermijn 3 maanden
Einde huurovereenkomst
>> Automatische beëindiging van de huurovereenkomst
>> Wanneer de laatste huurder overlijdt
>> Wanneer een huurder de woning heeft verlaten zonder opzegging
>> Wanneer de huurder verhuist naar een andere sociale huurwoning van dezelfde verhuurder
Onbepaalde duur
Inschrijving Start
Tijdens
Einde
>> Wanneer de laatste huurder overlijdt
Als de laatste huurder overlijdt, eindigt de huurovereenkomst automatisch op het einde van de tweede maand na het overlijden van die laatste huurder.
Als er nog overblijvende bijwoners zijn, dan mogen ze de woning nog blijven bewonen tot de laatste dag van de zesde maand na de datum waarop de ver- huurder het overlijden van de laatste huurder heeft vernomen.
Bijvoorbeeld: de laatste huurder overlijdt op 10 januari 2020. De overblijvende bijwoners melden het overlijden aan de verhuurder op 17 januari 2020. Tot 31 juli 2020 kunnen zij in de woning blijven wonen. Op die manier hebben ze nog de tijd om een andere woning te zoeken.
In bepaalde gevallen kan de verhuurder die termijn van zes maanden verlengen tot maximaal vijf jaar. In die periode mogen er geen extra personen in de sociale huurwoning komen wonen. De verhuurder sluit dan een overeenkomst met de bewoner. Die bepaalt de vergoeding voor het bewonen, de indexatie, de waarborgregeling, de plaatsbeschrijving, het onderhoud en de herstellingen, de kosten en lasten, en de verzekeringen en aansprakelijkheden. De vergoeding voor het bewonen gebeurt op dezelfde manier als de berekening van de huurprijs.
Onbepaalde duur
Inschrijving Start
Tijdens
Einde
>> Wanneer een huurder de woning heeft verlaten zonder opzegging
De overblijvende huurder meldt aan de verhuurder dat de andere huurder de woning heeft verlaten. Op de eerste dag van de tweede maand na de maand van de melding eindigt de huurovereenkomst automatisch voor de huurder die de woning heeft verlaten. De huurovereenkomst blijft wel bestaan voor de overblijvende huurder.
Bijvoorbeeld: een huurder verlaat op 15 februari 2020 de woning. De overblijvende huurder brengt de verhuurder daarvan op de hoogte op 20 februari 2020. De huurovereenkomst van de huurder die de woning heeft verlaten, eindigt op 1 april 2020.
Als het nieuwe adres van de vertrokken huurder bekend is, zal de verhuurder hem contacteren, zodat hij kan laten weten dat hij toch nog in de woning wil blijven wonen. Dat moet gebeuren binnen de termijn die de verhuurder vastlegt.
>> Wanneer de huurder verhuist naar een andere sociale huurwoning van dezelfde verhuurder
De huurovereenkomst eindigt automatisch als u verhuist naar een andere sociale huurwoning van dezelfde verhuurder. Dat gebeurt op het moment dat de nieuwe huurovereenkomst ingaat.
>> Waarborg bij einde huurovereenkomst
Onbepaalde duur
Inschrijving Start
Tijdens
Einde
Let op!
Als er schade of huurachterstallen zijn, kan de verhuurder een deel van de waarborg bijhouden om die kosten te dekken.
Let op!
Als het langer duurt om de huur- schade te berekenen, dan kan de ver- rekening ook later zijn.
Als er geen schade of schulden zijn, krijgt u bij het einde van de huur- overeenkomst de waarborg met de intresten terug
Wat bij persoonlijke borgstelling?
Als de huurwaarborg in de vorm van een persoonlijke borgstelling is gesteld, loopt die borgstelling af.
Wat bij geïndividualiseerde rekening?
Als de waarborg op een geïndividualiseerde bankrekening op uw naam staat, mag de bank de waarborg pas terugbetalen als een van de volgende documenten worden bezorgd:
1. een schriftelijk akkoord tussen u en de verhuurder dat is opgemaakt na het einde van de huurovereenkomst. Dat kan een brief zijn of een speciaal formulier (te verkrijgen bij de bank) dat door beide partijen is ondertekend.
2. een kopie van een rechterlijke beslissing die bepaalt aan wie de waarborg toekomt.
Wat bij waarborg op rekening van verhuurder?
Als de waarborg op rekening van de verhuurder is geplaatst, wordt die meestal terugbetaald binnen drie maanden na het einde van de huur.
De verrekening kan ook gebeuren op basis van een forfaitaire inschatting. Dat kan wanneer de verrekening van de huurlasten die via voorschotten zijn betaald, niet kan worden gemaakt binnen de termijn van drie maanden. Nadien zal er dan geen verrekening meer gebeuren. De verhuurder kan de verrekening ook uitstellen tot wanneer hij de algemene jaarlijkse afrekening van de voorschotten heeft gemaakt. In dat geval kan de verhuurder een deel van de waarborg in reserve houden. Hij betaalt dan binnen een maand na de jaarlijkse afrekening het te veel betaalde bedrag aan u terug.
De verhuurder bezorgt u een gedetailleerd overzicht van de afgehouden bedragen. Daarbij horen ook de nodige bewijsstukken.
>> Huurders- bescherming
Mogelijkheden omuw rechten of belangen te beschermen tegenover de verhuurder
>> Algemeen
Als u een klacht hebt over de verhuurder, dan moet u dat eerst melden aan de verhuurder zelf. De huurdersbond kan u daarbij helpen. De verhuurder moet zelf eerst de kans krijgen om de klacht op te lossen. Als u niet tevreden bent met de reactie van de verhuurder kunt u uw klacht bezorgen aan de Vlaamse Ombudsdienst. Op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx vindt u alle nodige informatie. Die dienst zal de klacht onderzoeken en bemiddelen tussen u en de verhuurder. Als ook dat geen oplossing biedt, kunt u nog kiezen voor een procedure voor de vrederechter.
>> U kunt ook onmiddellijk naar de vrederechter gaan. Daarbij zijn er twee mogelijkheden:
>> Deverzoenings- procedure
>> De gerechtelijke procedure
U kunt de verhuurder laten oproepen in verzoening. Dat gebeurt voor het opstarten van een gerechtelijke procedure voor de vrederechter. De verzoenings- procedure is gratis. Er zijn geen gerechtskosten en u hebt niet meteen een advocaat nodig.
Als u meteen wilt starten met een ge- rechtelijke procedure voor de vrede- rechter, dan zal die altijd eerst pro- beren om de partijen te verzoenen. Pas als dat niet lukt, zal hij zelf een uitspraak doen.
>> Hoe start u een verzoeningsprocedure?
Daarvoor moet u (schriftelijk of mondeling) een verzoek richten tot de griffie van het vredegerecht dat bevoegd is voor uw woonplaats. De griffie zal dan de partijen oproepen om voor de vrederechter te verschijnen.
Er zijn drie mogelijkheden:
1. De verzoening lukt: het akkoord van de partijen wordt dan in het proces- verbaal opgenomen. Dat akkoord heeft dezelfde waarde als een vonnis.
2. Eén van de partijen verschijnt niet: dan is een gerechtelijke procedure de enige mogelijkheid.
3. Er is geen akkoord: ook dan is alleen nog een gerechtelijke procedure mogelijk.
>> Hoe start u een gerechtelijke procedure?
Een gezamenlijk verzoekschrift (vrijwillige verschijning)
Het gezamenlijke verzoekschrift is een handige en goedkope manier om uw conflict met de verhuurder aan de vrederechter voor te leggen. Het wordt gebruikt als partijen een conflict hebben waar ze zelf niet uit- raken, maar wel akkoord zijn om de rechter erover te laten beslissen.
U stelt dan met de verhuurder een gezamenlijk verzoekschrift op, om het conflict aan de rechter uit te leggen. Iedere partij licht zijn standpunt toe en ondertekent en dateert het verzoekschrift.
Dat is dan te bezorgen aan de griffie van de rechtbank, ofwel door het ter plaatse af te geven, ofwel per aange- tekende brief.
De griffier geeft dan een datum waarop de partijen voor de rechter moeten komen.
Het gezamenlijke verzoekschrift is veel goedkoper dan een dagvaarding, omdat u de kosten van de gerechts- deurwaarder niet moet betalen. Op het einde van de procedure beslist de rechter wie de gerechtskosten (bv. rolrechten) moet betalen. U kunt ook met de tegenpartij afspreken om die elk voor de helft te betalen.
Een verzoekschrift
U bezorgt het verzoekschrift op de griffie van het vredegerecht.
Dat verzoekschrift moet het volgen- de vermelden:
1. de datum (dag, maand en jaar).
2. uw naam, voornaam, geboortedatum en woonplaats.
3. de gegevens van de verhuurder die in uw huurovereenkomst staan.
4. het onderwerp en de korte samen-
vatting van de middelen van de vordering (de bepalingen van de huur- overeenkomst en een omschrijving van het geschil).
5. uw handtekening of die van uw advocaat.
6. een attest van de gezinssamen- stelling, opgemaakt door het gemeentebestuur.
Let op: als één of meer van die elementen ontbreken, is uw verzoek- schrift niet geldig.
Als het verzoekschrift volledig is, zal de griffier de partijen met een ge- rechtsbrief oproepen om voor de vrederechter te verschijnen. Bij de gerechtsbrief hoort een kopie van het verzoekschrift.
Die procedure voor huur- betwistingen is aan te raden als een gezamenlijk verzoekschrift door de partijen onmogelijk blijkt. Zo vermijdt u de kosten van een dagvaarding. Op het einde van de procedure beslist de rechter wie de gerechtskosten (bv. rolrechten) moet betalen.
Een dagvaarding
U kunt ook de tegenpartij laten dagvaarden door een gerechts- deurwaarder. De kosten van een dagvaarding moet u vooraf aan de gerechtsdeurwaarder betalen. De vrederechter kan daarna wel beslissen dat de partij die ongelijk kreeg, de kosten moet terugbetalen.
U kunt altijd terecht bij de huurders- bond, de wetswinkel of bij een advocaat voor uitleg bij de gerechtelijke procedure. Dat is ook aan te raden als u met een ingewikkeld juridisch probleem zit.
De procedure in kort geding
Voor dringende geschillen kunt u een behandeling in kort geding vragen. Dat kan voor geschillen waarvoor de gewone procedure voor de vrederechter te traag zou gaan. De vrederechter zal beoordelen hoe dringend de zaak is.
>> Verplichtingen en kosten of lasten
Huurder
Verplichtingen van de huurder
1. Als huurder moet u in de sociale huurwoning uw hoofdverblijfplaats hebben en er gedomicilieerd zijn.
2. Als uw echtgenoot of de persoon met wie u wettelijk wilt samenwonen na de start van de huurovereenkomst in de sociale huurwoning komt bij- wonen, dan moet u samen voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. Zo niet is samenwonen niet toegestaan in uw sociale woning.
3. U mag niet toestaan dat uw feitelijke partner na een jaar blijft bijwonen als u samen niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor een sociale huurwoning.
4. U mag niet toestaan dat personen in de sociale huurwoning hun hoofdverblijfplaats vestigen als de woning daardoor overbezet is of als ze onaangepast is aan de fysieke toestand van de bewoners.
5. U moet iedere bijwoonst melden aan de verhuurder.
6. U moet de huurprijs betalen, en u moet de verhuurder alle informatie geven waar hij om vraagt om de huurprijs te kunnen bepalen.
7. U moet de onderhouds- en her- stellingsklusjes waarvoor u verant- woordelijk bent uitvoeren en de sociale huurwoning onderhouden als een goede huisvader.
8. Nadat u een jaar de woning huurt, moet u een basiskennis van het Nederlands hebben.
9. U mag geen overmatige hinder ver- oorzaken voor de buren en de naaste omgeving en u mag de leefbaarheid niet verstoren.
10. Als u een begeleidings- overeenkomst met een welzijns- of gezondheidsorganisatie hebt onder- tekend, moet u de afspraken uit die overeenkomst naleven.
11. U moet instemmen met een ver- huizing naar een andere sociale huurwoning in de volgende gevallen:
a. Als er renovatie-, aanpassings- of sloopwerken aan de woning nodig zijn, waardoor u niet in de woning kunt blijven wonen.
b. Als u in een overbezette woning woont, of in een woning die niet is aangepast aan de fysieke mogelijk- heden van de bewoners.
c. Als de woning wordt verkocht.
d. Als de sociale huurwoning is aan- gepast aan de fysieke noden van een persoon met een handicap die niet langer in de woning woont. De ver- huurder kan daarop wel een afwijking toestaan.
e. Als de sociale huurwoning een sociale assistentiewoning is en niet langer wordt bewoond door een persoon die minstens 65 jaar oud is. Ook hier kan de verhuurder wel een afwijking toestaan.
12. Als u in een sociale assistentie- woning woont, en uw behandelende arts, in overleg met u, uw familie en uw verzorgers, besluit dat u moet worden opgenomen in een meer passende zorgvoorziening. U moet dan verhuizen naar zo’n passende voorziening. De beheersinstantie moet in overleg met u en uw familie of mantelzorgers, dat passend ver- blijf voorzien.
13. Als u in een sociale assistentie- woning of een ADL-woning woont, moet u de afspraken uit de zorg- en dienstverleningsovereenkomst naleven.
14. U moet toestaan dat de verhuurder op afgesproken tijd- stippen de woning bezoekt om te kijken of u uw verplichtingen nakomt en te controleren of er herstellingen nodig zijn.
Let op!
Voor de bijwoners gelden de huurdersverplichtingen niet. Maar u bent verantwoordelijk voor hen. Als zij bijvoorbeeld overlast veroorzaken of niet bijdragen in de huurprijs waardoor er huurachterstallen ontstaan, kan dat ertoe leiden dat de verhuurder de huurovereenkomst opzegt.
Kosten, lasten, herstellingen en onderhoud voor rekening van de huurder
>> De volgende kosten en lasten voor het gebruik van de woning, zijn voor u
1. De kosten voor het individuele verbruik van water, gas, stookolie, elektriciteit en andere energie. Hierbij horen ook de kosten voor de huur, het onderhoud en de opname van de individuele tellers of meettoestellen.
2. De kosten voor het verbruik van water, gas, stookolie, elektriciteit en andere energie in de gemeen- schappelijke delen en het gebruik van de liften.
3. De kosten voor:
a. Het normaal onderhoud en het schoonmaken van de gemeen- schappelijke delen en de groen- ruimten. Hierbij zijn ook de werkingskosten van de verhuurder voor de organisatie ervan en de kost van kuismateriaal inbegrepen.
b. Het ophalen en verwerken van huisvuil en het reinigen van vuilnis- lokalen en containers.
c. Het reinigen en ontstoppen van septische putten, controleputten, af- voerleidingen en rioleringen.
d. Ongediertebestrijding en het ont- smetten van lokalen.
e. Het normaal onderhoud en de controle van liften en centrale verwarmingsinstallaties.
f. Het reinigen van schouwen, ventilatiesystemen, regenwater- installaties, drukopvoerinstallaties, geautomatiseerde systemen van
toegang, warmwatertoestellen, zonne-energiesystemen en branddetectie-, brandbestrijdings- en beveiligingssystemen.
4. De bezoldiging en sociale bijdragen aan de conciërge of huisbewaarder. Hierbij horen ook de voordelen van alle aard. De bezoldiging wordt door de verhuurder betaald. Vervolgens wordt ze in rekening gebracht bij u.
5. De premiekost van de clausule ‘af- stand van verhaal op de huurder’ en het uitbreiden van het ‘verhaal van derden ten voordele van de huurders’ in de omnium brandverzekering die door de verhuurder werd afgesloten. Daarbij horen ook de werkingskosten van de verhuurder voor het behandelen van schadedossiers.
6. De kosten voor de huur, de aan- sluiting en het gewone onderhoud van de collectieve schotel-, televisie- of radioantenne.
7. De belastingen, heffingen en retributies voor het genot of het gebruik van de woning, zoals de milieuheffing op waterverbruik, de bijdrage voor groene stroom en de huisvuilbelasting.
8. Elke andere kost en last voor het gebruik en genot van de woning die het gevolg is van nieuwe techno- logische ontwikkelingen.
9. De werkingskosten van de ver- huurder voor het behandelen van verhuisaanvragen van de huurder. Dat is het geval wanneer u vrijwillig wil verhuizen zonder dat u een beroep kan doen op een voorrang.
10. Een maandelijkse vergoeding, als er zonnepanelen zijn geplaatst.
>> Hoe worden de kosten en lasten berekend?
De verhuurder geeft u elk jaar een overzicht van alle kosten en lasten. Dat overzicht omvat minimaal voor elke uitgavenpost:
1. De totale kostprijs die aan de huurders wordt aangerekend voor het afgelopen jaar. Die kostprijs wordt onderverdeeld volgens de belang- rijkste onderdelen.
2. Uw aandeel in die totale kostprijs.
>> Er zijn twee mogelijkheden om te betalen
Betalen met voorschotten Betalen met afbetalingen
3. De al betaalde voorafbetaling en het nog te betalen saldo.
4. De voorafbetaling of afbetaling voor het komende jaar.
>> De verhuurder moet u ook zeggen hoe hij die kostprijs berekent.
De meest recente jaarlijkse afrekening is de basis voor de maandelijkse voorschotten of afbetaling. De verhuurder kan de voorschotten wijzigen. Dat kan hij doen als hij verwacht dat de kosten of lasten zullen dalen of stijgen.
U betaalt maandelijks een vast bedrag: een ‘voorschot’. Op het einde van het jaar berekent de verhuurder de precieze kosten precies voor dat jaar. Op de afrekening staan de verschillende kosten vermeld. Het kan zijn dat u nog moet bijbetalen of dat u geld terug krijgt.
De verhuurder kan ook kiezen om voor een deel van de kosten en lasten te werken met afbetalingen. De kosten en lasten van het vorige jaar zijn dan maandelijks af te betalen. Dat kan wel alleen voor vaste kosten. Dat zijn bijvoorbeeld de vergoeding voor een conciërge of het onderhoud van de tuin of de liften. De verbruikskosten voor water of energie komen daarvoor niet in aanmerking. Die moet u ofwel rechtstreeks aan de leverancier betalen ofwel met voorschotten en een afrekening op het einde van het jaar.
>> Onderhoud en herstellingen
>> U zorgt voor het onderhoud en reiniging van de woning.
Deze huurherstellingen zijn voor u:
1. Kleine herstellingen die staan opgesomd in de lijst als bijlage.
Let wel: de lijst geeft geen volledig overzicht van alle mogelijke gevallen.
2. Herstellingen die nodig zijn door verkeerd gebruik of slecht onderhoud.
3. Herstellingen die nodig zijn doordat u een defect of schade niet op tijd aan de verhuurder hebt gemeld (tenzij u kunt aantonen dat de verhuurder toch op de hoogte was van de nodige herstellingen).
>> Wat bij dringende herstellingen?
Normaal kan de verhuurder geen herstellingen uitvoeren aan uw woning zonder uw toestemming. Maar als de woning dringende herstellingen nodig heeft die niet kunnen wachten tot na het einde van de huur, moet u die toestaan. Ook als ze voor ongemakken zorgen en zelfs als daardoor tijdens de werken een deel van de woning onbruikbaar is. Als de herstellingen meer dan veertig dagen duren, zal de huurprijs verminderd worden evenredig met de duur en de grootte van het ongemak.
>> Verplichtingen en kosten of lasten?
Verhuurder
Verplichtingen van de verhuurder:
1. De verhuurder zorgt dat de woning voldoet aan de kwaliteitsnormen van de Vlaamse Wooncode.
Kosten, lasten, herstellingen en onderhoud voor rekening van de verhuurder.
>> De kosten en lasten die verbonden zijn aan de eigen- dom van de woning zijn voor de verhuurder
2. Voor het begin van de huurovereen- komst deelt de verhuurder u de huurprijs de (geraamde) bijkomende kosten mee.
3. Hij zorgt voor de onderhouds- en herstellingswerken waarvoor hij verantwoordelijk is.
4. Hij zorgt voor begeleiding en ondersteuning van de huurders.
5. Hij sluit een brandverzekering voor de sociale huurwoning met een clausule afstand van verhaal en de uit- breiding van het verhaal van derden ten voordele van de huurders.
6. Als hij de huurovereenkomst wil opzeggen omdat u uw plichten niet nakomt, meldt hij dat aan het OCMW.
1. De kosten voor het berekenen en opvolgen van de maandelijkse voor- afbetalingen en de jaarlijkse afrekeningen van de kosten en lasten.
2. De kosten voor:
- de aanleg van groenruimten.
- grote onderhoudswerken in de ge- meenschappelijke delen en groen- ruimten (zoals het volledig (her)schil- deren van de gemeenschappelijke delen en traphallen).
- de aankoop, installatie, herstellingen
en groot onderhoud van liften, centrale verwarmingsinstallaties, ventilatiesystemen, regenwater- installaties, warmwatertoestellen, zonne-energiesystemen, zonneweer- systemen en branddetectie-, brand- bestrijdings- en beveiligingssystemen.
3. De belastingen, heffingen en retributies voor het bezit van de woning (zoals de onroerende voorheffing).
>> In principe zijn alle herstellingen voor de verhuurder, behalve
1. Kleine herstellingen die staan op- gesomd in de lijst als bijlage.
2. Herstellingen die nodig zijn door verkeerd gebruik of slecht onder- houd.
3. Herstellingen die nodig zijn door- dat u een defect of schade niet op tijd aan de verhuurder hebt gemeld (tenzij u kunt aantonen dat de verhuurder toch op de hoogte was van de nodige herstellingen).
>> Bijlage: lijst met kleine herstellingen
1. Algemene opmerkingen:
- herstellingen die nodig zijn door ouderdom of overmacht zijn altijd voor rekening van de verhuurder. Dat is zo bepaald in artikel 26, eerste lid van het Vlaams Woninghuurdecreet.
- herstellingen die nodig zijn door foutief gebruik door de huurder zijn altijd voor rekening van de huurder. Dat is zo bepaald in artikel 26, eerste lid van het Vlaams Woninghuurdecreet.
- onderhoud en reinigen is altijd voor rekening van de huurder.
- technische installaties die een specifiek onderhoud vragen, zoals domotica, zonneboilers, warmtepompen,… moeten worden onderhouden volgens de instructies van de fabrikant. De instructies worden aan de huurder gegeven door de verhuurder.
- de huurder is verplicht om de verhuurder op de hoogte te brengen van de herstellingen die nodig zijn en door de verhuurder moeten worden uitgevoerd. Als de huurder dat niet doet, is de schade die daaruit voortvloeit voor zijn rekening. Dat is zo bepaald in artikel 28, § 2 van het Vlaams Woninghuurdecreet.
- herstellingen door de huurder moeten altijd vakkundigworden uitgevoerd. Als de huurder onvakkundige herstellingen uitvoert, is de schade die daaruit voortvloeit voor zijn rekening.
- de herstellingsplicht voor de huurder is beperkt tot plaatsen die bereikbaar zijn (gebruik van een ladder van een redelijke afmeting, maar niet van een steiger).
- de onderstaande lijst is niet-limitatief. Dat betekent dat niet alle mogelijke herstellingen in de lijst zijn opgenomen. Herstellingen die niet op de lijst staan, zijn voor rekening van de huurder of de verhuurder. Het algemene ver- delingsprincipe van artikel 26 van het Vlaams Woninghuurdecreet bepaalt wie verantwoordelijk is voor de herstelling.
- van de onderstaande lijst kan altijd afgeweken worden in het voordeel van de huurder.
2. Buitenzijde van de woning
2.1. Afsluiting
2.1.1. Loskomende elementen vastzetten en oliën vansloten
2.2. (Voor)tuin
2.2.1. Bomen en struiken snoeien volgens de regels van de kunst
2.2.2. Grasperk maaien en verticuteren
2.2.3. Voorkomen dat buitenkranen, waterbekkens, fonteinen,… bevriezen
2.3. Balkon/terras
2.3.1. Voorkomen dat de afvoerverstopt
2.4. Brievenbus
2.4.1. Hengsels en sloten oliën
2.4.2. Sleutels vervangen bij verlies
2.5.1. Glas
2.5.1.1. Gebroken glas vervangen
2.5.1.2. Ontbrekende stopverf en silicone vervangen
2.5.2. Raamkader
2.5.2.1. Afvoerkanaal voor condensatie vrijhouden
2.5.2.2. Verluchtingsroosters of -systemen vrijhouden
2.5.2.3. Hengsels en sloten oliën
2.5.2.4. Scharnieren vastschroeven als ze loskomen enoliën
2.5.2.5. Schrammen bijwerken
2.5.3. Rolluiken
2.5.3.1. Zorgen voor de goede werking door ze geregeld te gebruiken
2.5.3.2. Rolluiklint vervangen indien nodig
2.5.3.3. Smeren
2.5. Ramen
2.6. Deuren
2.6.1. Scharnieren vastschroeven als ze loskomen enoliën
2.6.2. Sleutels vervangen bij verlies
2.6.3. Batterijen van de bel, parlofoon, videofoon of beveiligingssysteemvervangen
2.7. Garagepoort
2.7.1. Zorgen voor de goede werking door ze geregeld te gebruiken
2.7.2. Gleuven oliën
2.7.3. Batterijen van de afstandsbedieningvervangen
2.7.4. Sleutels of afstandsbediening vervangen bij verlies
2.8. Dak
2.8.1. Dakgoot en afvoerpijp
2.8.1.1. Dode bladeren verwijderen om te voorkomen dat zeverstoppen
2.8.2. Schouwen
2.8.2.1. Periodiek vegen van de schoorsteen (zie ook ‘verwarming/warmwater’)
2.8.3. Extensieve groendaken
Extensieve groendaken zijn groendaken bestaande uit mossen, vetplanten en grassen. Zij hebben een minimaal onderhoud nodig. Het is niet de bedoeling dat een extensief groendak betreden wordt, behalve voor het onderhoud.
2.8.3.1. Periodiek onderhoud (spontaan gegroeide planten verwijderen, bijmesten,…)
2.8.4. Lichtkoepels
2.8.4.1. Hengsels en sloten oliën
2.8.4.2. Scharnieren vastschroeven als ze loskomen enoliën
2.9. Regenwaterput en septische put
2.9.1. Ruimen indien nodig
3. Binnenzijde van de woning
3.1. Lokalen
3.1.1. Muren/plafonds
3.1.1.1. Nagels, krammen en vijzen verwijderen en deschade herstellen
3.1.1.2. Schade door onvoldoende verluchting herstellen (als er voldoende verluchtingsmogelijkheden voorhanden zijn)
3.1.1.3. Het schilderwerk in goede staat onderhouden (vegen, vuil, vetplekken, tekeningen,…
verwijderen en schade aan de muur (putten, gaten,…) herstellen).
De huurder is niet verantwoordelijk voor kleurverschil door meubels of kaders.
De huurder moet herschilderen als hij moeilijk overschilderbare kleuren heeft gekozen.
3.1.1.4. Het behangpapier in goede staat onderhouden (vegen, vuil, vetplekken, tekeningen,… verwijderen). De huurder is niet verantwoordelijk voor kleurverschil door meubels of kaders. De huurder moet opnieuw behangen als hij onredelijke kleuren heeftgekozen.
3.1.2. Binnendeuren
3.1.2.1. Scharnieren vastschroeven als ze loskomen enoliën
3.1.2.2. Sleutels vervangen bij verlies
3.1.3. Parketvloer
3.1.3.1. Plastificeren mag niet zonder de toestemming van deverhuurder
3.1.3.2. De huurder is niet verantwoordelijk voor kleurverschil door meubels of kaders.
3.1.4. Verluchting(srooster)
3.1.4.1. Niet afdekken
3.2. Trap
3.2.1. Loskomende leuning of balustrade vastzetten, tenzij de leuning of balustrade moet vervangen worden.
3.3. Technische installaties
3.3.1. Elektriciteit
3.3.1.1. Zekeringkast: defecte zekeringen vervangen
3.3.1.2. Stopcontacten: niet behoorlijk werkende stopcontacten vervangen
3.3.1.3. Verlichting: niet behoorlijk werkende schakelaars vervangen
3.3.1.4. Verlichting: elektriciteitsdraden van het lichtpunt afschermen met klemmen als ze niet gebruikt worden
3.3.1.5. Verlichting: wachtdraden niet inkorten
3.3.1.6. Zonneboiler/warmtepomp: periodiek laten nakijken
3.3.1.7. Zonneboiler/warmtepomp: specifieke onderdelen reinigen en werkingsvloeistof bijvullen of vervangen
3.3.2. Verwarming/warm water/airco-installatie
3.3.2.1. (centrale) Verwarmingsketel/waterverwarmer: periodiek laten reinigen volgens de relevante regelgeving (zie de relevante bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater, BS 27 april 2007)
3.3.2.2. (centrale) Verwarmingsketel/waterverwarmer: ontkalken en gasmonden en kranenreinigen
3.3.2.3. Radiatoren/convectoren: radiatorkranen regelmatig gebruiken
3.3.2.4. Radiatoren/convectoren: ontluchten
3.3.2.5. Airco-installatie/ventilatiesystemen: periodiek laten nakijken
3.3.2.6. Airco-installatie/ventilatiesystemen: filter reinigen en koelvloeistof bijvullen ofvervangen
3.3.3. Rookmelders/branddetectiesysteem/beveiligingssysteem
3.3.3.1. Batterijen rookmelders vervangen
3.3.3.2. Brandblusapparaten periodiek laten nakijken
3.3.3.3. Beveiligingssysteem periodiek laten nakijken
3.3.4. Leidingen
3.3.4.1. Waterleidingen: voorkomen dat waterleidingen bevriezen
3.3.4.2. Riolering, afvoerbuizen en sifons (waterslot): voorkomen dat ze verstoppen
3.4. Sanitair
3.4.1. Bad/douche/lavabo(meubel)
3.4.1.1. Kalkaanslag verwijderen, geen bijtende productengebruiken
3.4.1.2. Lekkende kranen herstellen, tenzij de kraan volledig vervangen moetworden
3.4.1.3. Ontbrekende silicone tussen bad/douche/lavabo en de muurvervangen
3.4.2. Toilet
3.4.2.1. Bij lekkend toilet: vlotter vervangen, tenzij die niet toegankelijkis
3.4.2.2. Trekkoord en hendel vervangen
3.4.2.3. Scharnieren en vijzen van toiletbril en dekselvastschroeven
3.4.2.4. Ontbrekende silicone tussen toilet en muur of vloervervangen
3.4.2.5. Voorkomen dat het toilet verstopt
3.5. Keuken
3.5.1. Gootsteen
3.5.1.1. Kalkaanslag verwijderen, geen bijtende productengebruiken
3.5.1.2. Voorkomen dat gootsteen verstopt
3.5.1.3. Lekkende kranen herstellen, tenzij de kraan volledig vervangen moetworden
3.5.1.4. Ontbrekende silicone tussen gootsteen en de muur vervangen
3.5.2. Fornuis
3.5.2.1. Gasdarm van het fornuis vervangen bij vervaldatum als het fornuis geplaatst is door de huurder
3.5.3. Dampkap
3.5.3.1. Filter en lampen vervangen
3.6. Ongedierte
3.6.1. Ongedierte bestrijden, tenzij het al aanwezig was bij de aanvang van de huur