ALGEMENE INFORMATIE
AgentscGap Infrastructuur
Afdeling Ƽlektriciteit en MecGanica - Gent (ƼMG)
Algemene o22erteaanvraag voor aanneming van werken Dossiernummer: TPT.004
Besteknummer: 16FF/06K02 Prijs: 23 euro
Vernieuwing en onderhoud van het bestaande tele2onienetwerk voor technische installaties van de Vlaamse overheid
Opening van de o22ertes:
Donderdag 22 maart 2007, om 11.00 uur
Xx0xxxxxxxxxx 00 - 0000 XXXX
ALGEMENE INFORMATIE
Opdrachtgever en autoriteit voor toezicht en leiding over de opdracht: het Vlaams Gewest
Aanbestedende overheid:
De Vlaamse Overheid Agentschap Infrastructuur Elektriciteit en Mechanica - Gent Xxxxxxxxxxxxx 00 - 0000 XXXX
Projectingenieur: xx. Xxxx Xxxxxxxxx – xxxxx.xxxxxxxxx@xxx.xxxxxxxxxx.xx Tel.: 00 000 00 00
Fa;.: 09 244 82 00
Inzage documenten op bovenstaand adres: alle werkdagen van 9 tot 12 uur.
Een rondleiding zal worden georganiseerd op 7 maart 2007 en op 15 maart 2007.
Samenkomst telkens om 9h30 - Xx0xxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx
Het Kantoor voor inzage en verkoop der bestekken en andere documenten betreffende de openbare aanbestedingen (KIVB):
Copernicusgebouw, Xxxxxxxxx 00
0000 XXXXXXX
Tel. : 00 000 00 00 - 61 – 62 – 63 - 64 of 65
Fa; : 02 290 19 64
E-mail : xxx@xxxx.xxxx.xx PCR nr. 000-0000000-00
Prijs voor bestek, opmeting en tekeningen: 23 euro Uitvoeringstermijn: 18 kalendermaanden
Erkenning:
- categorie/ondercategorie: S, S1 of P1
- klasse: 4
Registratie: vereist voor aanneming van werken Gestanddoeningstermijn van de inschrijvingen: 120 kalenderdagen
INHOUDSOPGAVE
I XXXXXXXXXXXXX 0
0 Xxxxxxxx van de opdracht 7
2 Geldigheidstermijn van de opdracht 7
2.1 Leveringen/werken 7
2.2 Onderhoud tijdens de waarborg 7
Onderhoud na de waarborg 7
3 Omvang van de opdracht 7
3.3.1 Preventief en correctief onderhoud 8
3.3.2 Uitzonderlijke prestaties 9
3.3.3 Monitoring 9
4 Toezicht en leiding van de werken 9
5 Kwaliteitsborging 9
5.6.1 Controle-instructies 11
5.6.2 Website 12
6 Bijzondere uitvoeringsmodaliteiten 13
7 Afkortingen 14
8 Veiligheidscoördinatoren 15
II BESCHRIJVING XXX XX XXXXXXXX 00
1 Inleiding 16
2 Deelopdracht A “Leveringen en werken” 16
2.1 Algemeenheden omtrent “Leveringen en werken” 16
2.2 Beschrijving van het bestaand telefonienetwerk 17
2.2.1 Algemeen 17
2.2.2 Locaties telefooncentrales 18
2.2.3 Koppelingen 20
2.2.4 Lokale lijnen - LLC 22
2.2.5 Andere types connecties en koppelingen 22
2.2.6 Toepassingen / Types verbindingen 23
2.2.7 Aantal verbindingen 23
2.3 Het nieuwe telefonieconcept en de nieuwe apparatuur 24
2.3.1 Het nieuwe telefonienetwerkconcept 24
2.3.1.1 Algemeen concept 24
2.3 1.2 Samenvattende omschrijving aangaande connecties, koppelingen en hoofdapparatuur 26
2.3.1.2.1 Te hergebruiken connecties/koppelingen 26
2.3.1.2.2 Te verwijderen en niet meer te hergebruiken connecties/koppelingen 26
2.3.1.2.3 Te verwijderen en niet meer te hergebruiken apparatuur 27
2.3.2 De toekomstige netwerkapparatuur 27
2.3.2.1 Call servers 27
2.3.2.1.1 Definitie 27
2.3.2.1.2 Hardware 27
2.3.2.1.3 Besturingssysteem 27
2.3.2.1.4 Performantie 27
2.3.2.1.5 Betrouwbaarheid 28
2.3.2.1.6 Basissoftware en back-up programmatiegegevens 28
2.3.2.1.7 Beheerbaarheid - Systeem administratie 29
2.3.2.1.8 Beveiliging 29
2.3.2.1.9 Licentiepolitiek 29
2.3.2.1.10 Systeem monitoring en diagnose 29
2.3.2.1.11 Standaarden voor ondersteuning spraak en spraak/data toepassingen 29
2.3.2.1.12 Directory of database 29
2.3.2.1.13 Nummeringsplan 29
2.3.2.1.14 CLIP 30
2.3.2.1.15 Least Cost Routing (LCR) en Alternative Routing 30
2.3.2.1.16 Dienstklassen 31
2.3.2.1.17 Xxxxxxxxxxxxxxx 00
2.3.2.1.18 Automatisch afhaaksysteem 31
2.3.2.1.19 Belcodes (indien het toestel dit ondersteunt) 32
2.3.2.1.20 Oproepovername 32
2.3.2.1.21 Hotline faciliteit 32
2.3.2.1.22 Oproepherhaling 32
2.3.2.1.23 Lijngroepen 32
2.3.2.1.24 Volg mij 33
2.3.2.1.25 Automatisch terugbellen 34
2.3.2.1.26 Conferentie met 3 34
2.3.2.1.27 Call Transfer 34
2.3.2.1.28 Ruggespraak 34
2.3.2.1.29 Call Park/Pickup 34
2.3.2.1.30 Call Waiting 35
2.3.2.1.31 Historiek oproepen (indien toestel dit ondersteunt) 35
2.3.2.2 Remote racks 35
2.3.2.2.1 Algemeen 35
2.3.2.2.2 Interfacekaart voor analoge gebruikers 36
2.3.2.2.3 Interfacekaart voor digitale gebruikers 37
2.3.2.2.4 Trunk Interface ISDN BA 37
2.3.2.2.5 ISDN fractionele PRA trunk interface 37
2.3.2.2.6 Analoge trunk kaart 38
2.3.2.3 Telefoontoestellen en adapters 38
2.3.2.3.1 Algemene eisen voor analoge toestellen 38
2.3.2.3.2 Algemene eisen voor de IP-toestellen 39
2.3.2.3.3 Analoog toestel 40
2.3.2.3.4 Half-dicht muurtelefoontoestel 40
2.3.2.3.5 IP-toestel type 1 40
2.3.2.3.6 IP-toestel type 2 41
2.3.2.3.7 IP-toestel type 3 41
2.3.2.3.8 IP-Toestel voor operator van de wachtdienst 42
2.3.2.3.9 VoIP Adapters 42
2.3.2.3.10 GSM bo; 43
2.3.2.3.11 Power over Ethernet module 44
2.3.2.4 Server met beheersysteem 44
2.3.2.4.1 Algemeen 44
2.3.2.4.2 LDAP directory 44
2.3.2.4.3 Performantie van het voice-over-ip-netwerk 45
2.3.2.4.4 Alarmen 45
2.3.2.4.5 Performantie van het telefonienetwerk en ta;atie 45
2.3.2.4.6 Rapportering 46
2.3.2.4.7 Topologie 46
2.3.3 Configuraties van de verschillende centrales 46
2.3.3.1 Algemeen 46
2.3.3.2 Configuratie voor kleine centrales 47
2.3.3.3 de uitrusting van de T70 47
2.3.3.4 de uitrusting van het PENTAGON 47
2.3.3.5 uitrusting voor XXXXX 00
2.3.3.6 uitrusting voor BEVEREN 48
2.3.3.7 uitrusting voor BRUGGE 48
2.3.3.8 uitrusting voor EVERGEM 48
2.3.3.9 uitrusting voor FEDPOL XXXX 00
2.3.3.10 uitrusting voor XXXXXXXXX 00
2.3.3.11 uitrusting voor XXXXXXXXXX 00
2.3.3.12 uitrusting voor XXXXXX 00
2.3.3.13 uitrusting voor XXXXXXXX 00
2.3.3.14 uitrusting voor XXXXXXXXXX 00
2.3.3.15 uitrusting voor XXXXXXXX 00
2.3.3.16 uitrusting voor ZEEBRUGGE 50
2.3.3.17 uitrusting voor XXXXXXX 00
2.3.3.18 uitrusting voor XXXXXXX XXXXXXXXX 00
2.3.3.19 uitrusting voor XXX XX XXXXXXXXX XXXXXXXXX 00
2.3.3.20 uitrusting voor TIJSMANS XXXXXXXXX 00
2.3.3.21 uitrusting voor RUPPELTUNNEL BOOM 51
2.3.3.22 uitrusting voor DESSEL 51
2.3.3.23 uitrusting voor XXXXXXXXX 00
2.3.3.24 uitrusting voor LEUVEN 51
2.3.3.25 uitrusting voor XXXXXX 00
2.3.3.26 uitrusting voor XXXXXXXXXXXX 00
2.3.3.27 uitrusting voor XXXXXXXX 00
2.3.3.28 uitrusting voor XXXXXXXX 00
2.3.3.29 uitrusting voor XXXXXXXXX 00
2.3.3.30 uitrusting voor ST JOB IN ‘T GOOR 53
2.3.4 Bekabeling 53
2.3.4.1 Algemeen 53
2.3.4.1.1 Contactdozen voor telefonie 53
2.3.4.1.2 Telefoniebekabeling 53
2.3.4.1.3 Uitmeten en certificeren van telefonieaansluitingen 53
2.3.4.1.4 Leidingen 53
2.3.4.1.5 Kabelgoten en kabelladders 54
2.3.4.1.6 Wandkanalen en plintkanalen 54
2.3.4.2 Bekabeling in de centrale sites 54
2.3.4.3 Lokale bekabeling 55
2.3.4.4 Site survey 55
2.3.5 Omtrent het IP netwerk 55
2.3.6 Veiligheid 56
2.3.7 Speciale vereisten voor de Permanente Wachtdiensten van de afdelingen EM 56
2.3.7.1 Inleiding 56
2.3.7.2 Speciale vereisten 57
3 Deelopdracht B “Onderhoud na de waarborgperiode” 58
3.1 Preventief onderhoud 58
3.2 Correctief onderhoud 59
3.3 Update en upgrade van software 62
3.4 Onderscheid tussen ernstige en beperkte problemen 62
4 Bijzondere prestaties 63
5 Monitoring 63
III ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 65
IV TECHNISCHE BEPALINGEN 88
1 Gespreksopnametoestel 88
Bijlage A: conformiteit van aangeboden producten 90
1 Call server 90
2 Remote rack 94
3 Telefoontoestellen 98
4 Beheersysteem 105
I XXXXXXXXXXXXX
0 Xxxxxxxx van de opdracht
Deze opdracht heeft als voorwerp de levering, plaatsing en het onderhouden van apparatuur voor de vernieuwing van het huidig telefonienetwerk van de Vlaamse overheid, met inhoud van de migratie ervan. Bij de vernieuwing van het telefonienetwerk dient de technologie VoIP geïntegreerd te worden en als IP laag zal het bestaande Telematica IP netwerk van de Vlaamse overheid gebruikt worden.
2 Geldigheidstermijn van de opdracht
2.1 Leveringen/werken
De geldigheidstermijn van de opdracht is vastgesteld op 12 maanden.
De posten (en hun prijzen) voor het gedeelte “Leveringen en werken” zullen ook gebruikt kunnen worden voor eventuele bijkomende vernieuwingen, nieuwe realisaties of uitbreidingen die zich voordoen na de voorlopige oplevering van het gedeelte “Leveringen en werken”, dus tijdens de looptijd van het onderhoudscontract.
2.2 Onderhoud tijdens de waarborg
Het onderhoud tijdens de waarborgperiode maakt integraal deel uit van de aanneming. Deze waarborgtermijn bedraagt 2 jaar.
2.3 Onderhoud na de waarborg
De duur van de deelopdracht “Onderhoud na de waarborgperiode” bedraagt 1 jaar, ma;imaal verlengbaar met 2 keer 12 maanden. Deze deelopdracht maakt deel uit van deze aanneming.
3 Omvang van de opdracht
3.1 Algemeen
De overheid levert een dienstbevel af voor de aanvang der werken. Daarna worden afzonderlijke dienstbevelen afgeleverd voor een of meerdere te vernieuwen centrales.
De oplevering gebeurt per site. De waarborgtermijnen en de bepalingen van kracht voor het onderhoud voor elke site beginnen te lopen zodra deze opgeleverd is.
De overheid houdt zich het recht voor om de opdracht slechts gedeeltelijk te bestellen. De overheid verbindt zich er toe om gedurende de looptijd van het contract bestellingen af te leveren voor een minimum bedrag van 400.000 euro (inclusief BTW).
De overheid verbindt er zich wel toe om volledige sites te migreren per keer. Een gedeeltelijke bestelling kan dus betekenen dat een aantal sites niet onmiddellijk gemigreerd wordt, maar zal niet betekenen dat binnen één site het oude en het nieuwe netwerk aanwezig moeten blijven. Zie ook hoofdstuk 6 “Bijzondere uitvoeringsmodaliteiten”.
De omvang van de opdracht bestaat uit de volgende deelopdrachten:
3.2 De deelopdracht “Leveringen en werken”.
Deze deelopdracht betreft de levering en installatie van apparatuur die hoofdzakelijk zal dienen voor telefoniedoeleinden met de bijbehorende technische documentatie en gebruikershandleidingen en met inbegrip van de installatie en de gebruiksklare opstelling van de betrokken producten in de tientallen sites van de overheid verspreid over het ganse Vlaamse en mogelijks ook het Brusselse grondgebied. Hierin is ook de migratie begrepen om het reeds bestaande telefonienetwerk te migreren naar het toekomstige nieuwe telefonienetwerk.
Het onderhoud tijdens de waarborgperiode dient inbegrepen te zijn in de prijs "installatie". Dit onderhoud vangt aan op de datum van de voorlopige oplevering en eindigt op de datum van de definitieve oplevering. In de posten voor installatie dient het onderhoud gedurende de waarborg van één jaar inbegrepen te zijn. Het onderhoud tijdens de waarborgperiode geschiedt overeenkomstig de voorschriften van de deelopdracht “Onderhoud na waarborgperiode”.
3.3 De deelopdracht “Onderhoud na de waarborgperiode”.
Deze opdracht vangt aan op de datum van de definitieve oplevering. Ter bevestiging van deze opdracht wordt een afzonderlijk dienstbevel afgeleverd.
De posten voor onderhoud na de waarborgtermijn kunnen ook gebruikt worden vóór de definitieve oplevering van de eerste installatie, indien de noodzaak zich voordoet. De overheid denkt hierbij vooral aan de posten bij de dienstverleningspakketten.
Deze deelopdracht omvat volgende onderdelen:
3.3.1 Preventief en correctief onderhoud
Dit omvat het preventief en correctief onderhoud van de geleverde hardware en software producten die deel zullen uitmaken van het toekomstig telefonienetwerk. Toestellen en/of installaties die niet dienen vervangen te worden zullen eveneens een onderdeel vormen van dit toekomstig telefonienetwerk en behoren dus ook toe aan deze deelopdracht. Telefoontoestellen vallen niet onder het preventief onderhoud maar worden enkel vervangen bij defect.
3.3.2 Uitzonderlijke prestaties
Deze opdracht zal slechts plaatsvinden na de vernieuwing van het telefonienetwerk en zal bijvoorbeeld het vervangen van analoge of digitale telefoontoestellen door IP telefoontoestellen inhouden.
Eventuele aanpassingen en/of uitbreidingen van de hardware en software die deel zullen uitmaken van het vernieuwde telefonienetwerk behoren tevens tot deze deelopdracht.
Deze opdrachten zullen enkel op vraag van de overheid ten uitvoer worden gebracht of indien de uitbouw van het telefonienetwerk dit vereist en dit met goedkeuring van de overheid.
3.3.3 Monitoring
Dit houdt in dat de core van het vernieuwde telefonienetwerk dient gemonitored te worden tijdens de kantooruren op de werkdagen van de Vlaamse overheid met als doel het telefonienetwerk bedrijfszeker te houden.
De monitoring gebeurt automatisch. Met de deelopdracht "preventief en correctief onderhoud" wordt het gehele managementsysteem up-to-date gehouden.
Deze deelopdracht betreft ook de ondersteuning van de Permanente wachtdienst van de overheid bij de melding, de registratie, de herkenning, de diagnose van defecten en problemen inzake componenten die niet door de aannemer geleverd zijn of overgenomen worden, maar die door het beheersysteem worden gedetecteerd.
4 Toezicht en leiding van de werken
De leveringen en werken worden uitgevoerd onder leiding van de afdelingen Elektriciteit en Mechanica: EMG (Gent) en EMA (Antwerpen). De betalingen geschieden respectievelijk voor rekening van de hogergenoemde instanties.
5 Kwaliteitsborging
5.1 Voorwerp
Het kwaliteitsborgingssysteem is aan de hierna volgende voorschriften onderworpen. Deze voorschriften vullen de voorwaarden en technische bepalingen aan met betrekking tot de controles, inspecties en proeven tijdens werken zoals in het bestek bepaald.
Het kwaliteitsborgingssysteem heeft als voorwerp gedurende het verloop van de uitvoeringsstudies en van de uitvoering en de controle van de werken, de gevraagde kwaliteit van de werken op te volgen door in het bijzonder de gevraagde kwaliteit van de materialen en van hun verwerking te controleren, om alle technische bepalingen van het bestek na te leven.
5.2 A2 te leveren documenten
Tijdens de werken dienen volgende documenten aan de bouwheer te worden overhandigd:
▪ een kwaliteitshandboek;
▪ bewijzen van goede afhandeling van niet-conformiteiten en afwijkingen;
▪ bewijzen van interne kwaliteitsaudits;
▪ bewijzen van goede kwaliteit van aangekochte producten, grondstoffen, te verwerken materialen en materieel;
▪ het “constructiedossier” dat vóór de voorlopige oplevering overhandigd wordt;
▪ bewijs van rapportering over de vooruitgang van het project, het oplossen van conflicten, problemen, niet-conformiteiten, tekortkomingen.
5.3 Kwaliteitshandboek
Het kwaliteitsborgingssysteem wordt beschreven in een handboek door de aannemer opgesteld en bijgewerkt. Dit handboek wordt aan de goedkeuring onderworpen van de aanbestedende overheid en het controleorganisme, als een controleverzekering is opgelegd. Het is een bundeling van algemene procedures en van het specifiek projectgebonden kwaliteitsplan. Het kwaliteitshandboek bestaat uit een kwaliteitsverklaring, een beschrijving van de projectorganisatie en het kwaliteitsplan.
Een ontwerp van handboek maakt substantieel deel uit van de inschrijving.
Het definitieve kwaliteitshandboek moet 30 dagen na de gunning voorgelegd worden. Dezelfde procedure als voor de goedkeuring van plannen en tekeningen is van kracht.
De werken mogen echter niet effectief aangevat worden vooraleer het kwaliteitshandboek door de aanbestedende overheid is goedgekeurd. De vastgelegde uitvoeringstermijn begint echter te lopen, zelfs als het kwaliteitshandboek nog niet is goedgekeurd.
De aanbestedende overheid kan zich voor het nazicht van het kwaliteitshandboek en voor de controle op de uitvoering van het kwaliteitsplan laten bijstaan door een controle-organisme. Zij kan eveneens audits laten uitvoeren bij de aannemer.
Als de aanbestedende overheid oordeelt dat het voorgestelde kwaliteitshandboek niet kan worden goedgekeurd, dat het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem niet behoorlijk wordt uitgevoerd, of dat het team belast met de uitvoering en de controle ervan niet naar behoren functioneert, kan het ambtshalve en op kosten van de aannemer een neutrale en onafhankelijke instelling belasten met de doorlopende controle op de uitvoering van de werken, dit om ervoor te zorgen dat de bepalingen van het bestek strikt worden nageleefd.
Het kwaliteitshandboek dient naast het specifieke kwaliteitsborgingssysteem en de kwaliteitsverklaring ook volgende algemene procedures te beschrijven:
• beheersing van de kwaliteit van leveranciers en onderaannemers: deze procedure beschrijft hoe de aannemer controleert of de verwerkte materialen van de leveranciers van goede kwaliteit zijn, of de onderaannemers eveneens werken volgens de principes van de kwaliteitsborging;
• beheersing van tekortkomingen: deze procedure beschrijft hoe de aannemer de tekortkomingen, die zich tijdens het project kunnen voordoen, zal registreren, evalueren en op een adequate manier zal afhandelen;
• procedure van naspeurbaarheid: deze procedure beschrijft op welke wijze de gebruikte producten, materialen en ingezette middelen op ondubbelzinnige wijze geïdentificeerd kunnen worden. De aannemer moet eveneens op elk ogenblik bewijzen dat zijn ingezet personeel voldoende bekwaam is om de vereiste kwaliteitsnormen te bereiken;
• klachtenprocedure: deze procedure beschrijft de werkwijze waarop de klachten van de aanbestedende overheid door de aannemer behandeld zullen worden;
• conflictprocedure: deze procedure beschrijft de wijze waarop conflictsituaties tussen aanbestedende overheid, projectleider en kwaliteitsverantwoordelijke beheerst en opgelost zullen worden.
5.4 Kwaliteitsverklaring
Het kwaliteitshandboek omvat een kwaliteitsverklaring waarin de aannemer zich verbindt tot het naleven van de kwaliteitseisen, de veiligheidseisen, de milieuwetgeving en de gestelde termijn.
De kwaliteitsverklaring moet ondertekend worden door de gemandateerde van de aannemer, de projectleider en de kwaliteitsverantwoordelijke van het project. Als de aannemer een tijdelijke vereniging is, wordt de kwaliteitsverklaring ondertekend door de gemandateerde van de verschillende partners, de projectleider en de kwaliteitsverantwoordelijke van het project.
5.5 Het kwaliteitsplan
Het kwaliteitsplan is een document dat in chronologische volgorde een overzicht geeft van de verschillende stappen die tijdens de voorbereiding en de realisatie van het project doorlopen worden.
Het kwaliteitsplan kan in deze aanneming vervangen worden door het migratieplan.
5.6 Eisen in verband met de aangewende methodes
5.6.1 Controle-instructies
Bij de gunning zal de aanbestedende overheid op voorstel van de aannemer bepalen voor welke methoden er instructies opgemaakt moeten worden.
Alle aangeduide fabricatie-, constructie- en controlevoorschriften van belang voor de veiligheid, de kwaliteit en de levertermijnen van het project moeten dan schriftelijk vastgelegd worden. Zij worden in het kwaliteitsplan opgenomen.
Controle-instructies moeten worden opgesteld voor alle types controles zoals:
• prekwalificatietesten;
• geschiktheidstesten;
• kwalificatietesten van materialen;
• uitvoeringsmiddelen en uitvoeringsmethoden;
• systematische productietesten;
• uitvoeringstesten en -controles;
• testen en controles op de levering van conformiteit van verwerkte materialen, de verwerking en de constructie;
• controle van de meet- en controleapparatuur.
5.6.2 Website
Voor het verzekeren van de dagelijkse kwaliteit moet project gebonden informatie bijgehouden worden op een website (voorstel van de overheid : geen publieke website maar een onderdeel van intranet telematicanetwerk) die voor bepaalde personen van de overheid toegankelijk is. Deze website mag zich op het managementstation bevinden maar mag ook op een afzonderlijke server staan. De website moet afgeschermd zijn en enkel toegankelijk voor gebruikers met een paswoord en o.a. volgende informatie bevatten :
- alle verslagen van vergaderingen die met het project te maken hebben
- infrastructuur informatie en inventaris
- gegevens over de meetresultaten van de opgeleverde apparatuur
- alle consultancy studies, rapporten, designs,...
- management rapporten, status rapporten
- probleem rapporten
- informatie voor klanten
De inschrijver dient via een standaard webbrowser toegang te verlenen tot de database met probleem rapporten, met weergave van de informatie zoals gevraagd in het bestek (o.a. tijdstip van alarm, tijdstip van inbellen, tijdstip van oplossing, probleemomschrijving, oorzaak, verdere acties,…).
Het status rapport dient maandelijks opgemaakt te worden en omvat een relevant overzicht van de opgetreden alarmen op het beheerstation, een samenvatting daarvan en een aanwijzing naar zaken die een verdere actie noodzakelijk maken.
Het management rapport omvat een samenvatting van de belangrijkste zaken, op één A4, gedurende de laatste maand en een overzicht van de evolutie gedurende de laatste 12 maanden. De precieze inhoud wordt overeengekomen met de overheid, voorbeelden van huidig gebruikte documenten kunnen beschikbaar worden gesteld.
Het dagelijks onderhouden van de website met de boven vermelde informatie wordt aanzien als een taak van de projectbeheerder, die dit eventueel kan delegeren. De uren die hij hiervoor presteert mogen aangerekend worden via de posten van de meetstaat voor gepresteerde uren. De prestaties dienen bewezen te worden.
Voor de opvolging voorziet de overheid in eerste instantie maandelijkse vergaderingen. Xxxx aannemer verwacht de overheid dat de projectbeheerder op de hoogte is van alle relevante aspecten, zowel op gebied van techniek, budget, timing, … De projectbeheerder kan zich op de vergadering laten bijstaan door een aantal personen; deze worden echter niet vergoed. De uren gepresteerd door de projectbeheerder kunnen wel aangerekend worden via de posten van de meetstaat voor gepresteerde uren. De prestaties dienen bewezen te worden.
In het kader van de rapportering van de prestaties maakt de aannemer maandelijks de volgende overzichten op :
- tijdigheid van tussenkomst volgens de termijnen van art. 28 van de administratieve voorwaarden
- tijdigheid van oplossing van het probleem volgens de termijnen van art. 28 van de administratieve voorwaarden
- lijst van installaties met meer dan 2 oproepen per maand
- tijdigheid uitvoering dienstbevelen
- correctheid ramingen van de dienstbevelen
6 Bijzondere uitvoeringsmodaliteiten
Er dient een voorafgaande migratieplanning opgemaakt te worden door de aannemer. Deze migratieplanning wordt besproken met de overheid en mag pas uitgevoerd worden na formele goedkeuring door de overheid. De migratieplanning moet rekening houden met volgende vereisten :
− Er zal een transparante overgang gebeuren van het bestaand netwerk naar een nieuw netwerk of een uitbreiding, dwz. zonder dat de eindgebruiker nadelige invloed ondervindt.
− Onderbrekingen van de bestaande dienstverlening mogen in principe niet gebeuren of slechts gebeuren gedurende een korte tijd indien niet anders mogelijk
− Eventuele onderbrekingen gebeuren in principe buiten de kantooruren; onderbrekingen tijdens de kantooruren mogen slechts gedurende ma;imum 1 dag per te migreren centrale. De kantooruren worden als volgt gedefinieerd: 8u tot 18 voor de gewone werkdagen.
− Tijdens de overgangsperiode moeten de reeds gemigreerde centrales en hun aangesloten apparatuur kunnen communiceren met de oude, nog niet gemigreerde apparatuur.
In geen geval zullen toevoegingen en aansluitingen van producten van derden het eigenlijke gebruiksdoel, de veiligheid of de correcte werking van de configuraties en producten geleverd en onderhouden door de inschrijver mogen aantasten en evenmin zijn contractuele verplichtingen bemoeilijken.
Deze bepalingen gelden mutatis mutandis ook voor producten die door de inschrijver op vraag van de overheid toegevoegd en aangesloten worden aan configuraties geleverd door derden.
Standaarden
Bij de uitvoering van de overeenkomst zal de aannemer zich steeds op de hoogte houden van de vigerende procedures en standaarden die bij de overheid van toepassing zijn inzake systeemarchitecturen, netwerken en domeinen, naamgeving en groepering van systemen en gebruikers, filestructuren, beveiligingsvoorziening, procedures betreffende installatie, backup en restore van software en gegevens, versiebeheer, enz en deze strikt in acht nemen.
Rechten inzake studies
De gedetailleerde analyses die door de aannemer worden opgemaakt voor de overheid, worden de e;clusieve eigendom van de overheid vanaf de oplevering. Op deze studies heeft de overheid alle rechten inzake de reproductie, de aanpassing, het gebruik, en de uitvoering ervan. De aannemer verbindt zich ertoe alle bijhorende documentatie te leveren aan de overheid.
De overheid mag de studies ook laten gebruiken door derden. De afgeleverde producten vallen onder de GPL-licentie.
De aannemer mag hiervan op geen enkele wijze gebruik maken tenzij na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de overheid.
Bijzondere aandacht moet gegeven worden aan de samenwerking tussen het oude en het nieuwe netwerk. In het bijzonder indien niet alle sites vernieuwd worden zal er een langere periode zijn waarin de twee telefonienetwerken moeten samenwerken, waarbij dus telefoonverkeer van het oude naar het nieuwe netwerk en omgekeerd mogelijk moet blijven.
7 A2kortingen
ASCII American Standard Code for Information Interchange BA Basic Access
CAS Channel Associated Signaling CAT Categorie
CCS Common Channel Signaling CD Compact Disc
CE Conformité Européenne
CLIP Calling Line Identity Presentation CLIR Calling Line Identity Restriction
CNIP Calling Name Identification Presentation
CNIR Calling/Connected Name Identification Restriction Codec COder/DECoder
COLP Connected Line Identity Presentation CONP Connected Name Identification Presentation DHCP Dynamic Host Configuration Protocol
DID Direct Inward Dialing diffserv Differentiated Services DOD Direct Outward Dialing DTMF Dual Tone Multi-Frequency DVD Digital Versatile Disc
ETS European Telecommunications Standard
ETSI European Telecommunications Standards Institute FSK Frequency Shift Keying
GSM Global System for Mobile communications GSM-R GSM-Railways
IEEE Institute of Electrical & Electronics Engineers IP Internet Protocol
ISDN Integrated Services Digital Network
ITU-T International Telecommunication Union-Telecommunic LAN Local Area Network
LCR Least Cost Routing MDF Main Distribution Frame Megaco Media Gateway Control
MGCP Media Gateway Control Protocol MIB Management Information Base MOS Mean Opinion Score
MTBF Mean Time Between Failures
NMBS Nationale maatschappij der Belgische Spoorwegen PABX Private branch E;change
PC Personal Computer
PDH Pleisiochronous Digital Hierarchy
PICS Protocol Implementation Conformance Statement PRA Primary Rate Access
QSIG Q-signaling protocol
SDH Synchronous Digital Hierarchy SIP Session Initiation Protocol
TA of
TB Transit A of Transit B
TOS Type of Service
VPN Virtual Private Network
WAN Wide Area Network
8 Veiligheidscoördinatoren
De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op het KB van 25.01.2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (BS van 07.02.2001).
De coördinator-ontwerp en coördinator-verwezenlijking voor onderhavige aanneming zijn aangeduid door de aanbestedende overheid. Deze opdracht werd toegewezen aan de firma ADVIPEX BVBA, Xxxxxxx Xxxxx 00, 0000 Xxxx.
Het veiligheids- en gezondheidsplan, opgemaakt door de coördinator-ontwerp is bij het bestek gevoegd.
De inschrijver wordt erop gewezen dat hij verplicht is te voldoen aan de voorwaarden van dit veiligheids- en gezondheidsplan.
De kosten voor de bijkomende uitrusting en/of werken die geëist worden in het Veiligheids- en gezondheidsplan van de coördinator ontwerp zijn een last van de aanneming. De kostprijsberekening en andere gegevens die gevraagd worden in het Veiligheids- en Gezondheidsplan moeten bij de inschrijving gevoegd worden.
II BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT
1 Inleiding
De afdelingen Elektriciteit en Mechanica beheren een intern telefonienetwerk dat toelaat onderling te telefoneren zonder tussenkomst van een publieke operator. Dit netwerk is opgebouwd uit een 30-tal telefooncentrales, vandaag nog onderling verbonden via voornamelijk tie-line verbindingen gerealiseerd over de glasvezel en SDH transmissie infrastructuur van de Vlaamse Overheid.
Met dit bestek wordt een leverancier gezocht om het telefonienetwerk de komende jaren te vernieuwen en actueel te houden, en alle gebruikers ervan een dienst te blijven garanderen die minstens equivalent is aan de dienst die ze nu reeds genieten, zowel op vlak van functionaliteit als betrouwbaarheid.
De leverancier zal een oplossing aanbieden die gebruik van IP toelaat.
IP telefonie kan niet zonder een IP infrastructuur die daarop berekend is. De realisatie van die IP infrastructuur maakt geen deel uit van dit bestek.
2 Deelopdracht A “Leveringen en werken”
2.1 Algemeenheden omtrent “Leveringen en werken”
In de werken zijn inbegrepen :
− Site survey
− Het opstellen van een studiedossier en een As-Built dossier per site
− Het verzamelen van de programmatieparameters per site
− Het opmaken van een planning aangaande de installatie en migratie werkzaamheden
− Het installeren, aansluiten, configureren en/of in bedrijf stellen van de te leveren apparatuur. De nodige patchkabels, verbindingskabels, voedingskabels zijn te leveren door de aannemer. Voor de installatie van de hardware apparatuur zal de Vlaamse Overheid zorgen voor
benodigde plaats in een 19 inch rack. De hardware dient te worden geconnecteerd met de lokale lijnen via RJ-45 aansluiting die in een bestaande kast voorzien wordt. De afstand tussen de te plaatsen hardware en de RJ-45 aansluiting mag tot 10 meter bedragen zonder e;tra kost voor de overheid, voor langere afstanden kan een supplement gerekend worden. Hetzelfde geldt voor de aansluiting op RJ-45 naar het telematica netwerk voor het ip-gedeelte.
− Labelen waar nodig
− Het migreren en indienstellen van een lokale lijn inclusief testen
− Het maken van een back-up bij de indienstname van de infrastructuur
− Het geven van standaard opleidingsmodule
− Afbraak van de oude centrale
− Afvoer en verwerking van de afbraakmaterialen per site
Verder zijn inbegrepen voor de leidingen, kabelgoten en wandkanalen :
- alle nodige bevestigingsmiddelen en montagetoebehoren
- de nodige wand- en vloerdoorboringen
- het herstellen van de ontstane beschadigingen
- de nodige lasdozen en verbindingsstukken
- merken van contactdozen, connectoren, draden en kabels
- leveren van meetrapporten en attesten
Voor een aantal van bovenstaande werken zijn afzonderlijke posten in de meetstaat voorzien, andere zijn dan weer niet als afzonderlijke post voorzien en dienen door de aannemer verdeeld te worden over de bestaande posten.
2.2 Beschrijving van het bestaand tele2onienetwerk
2.2.1 Algemeen
Het privé-telefoonnet van het Agentschap Infrastructuur van de Vlaamse Overheid bestaat uit een netwerk van eigen transmissiekabels met verdeelcentrales in belangrijke knooppunten en heeft een eigen nummeringsplan met 4 cijfers.
Dit privé telefoonnet omvat momenteel 29 centrales. 14 vallen onder het toezicht van EMG, 15 onder het toezicht van EMA.
Voor een optimaal gebruik is een koppeling voorzien met de gewone binnenhuistelefooncentrales in de belangrijkste gebouwen. Verder zijn een aantal centrales eveneens voorzien van koppelingen naar het publieke telefoonnet.
Hieronder volgt eerst en vooral een beschrijving van het bestaand telefonienetwerk van de Vlaamse Overheid om te komen tot het te verwachten uit te voeren concept van deze deelopdracht.
Afhankelijk van de centrale waarmee een centrale gekoppeld is, zijn de verbindingslijnen tweedraads of vierdraads uitgevoerd. Het geheel van verbindingslijnen tussen 2 centrales wordt een trunk genoemd. Deze verbindinglijnen hebben volgende karakteristieken1:
- d = 1,0 mm
- r ~ 44 Ω/km
- C ~ 38,5 nF/km voor lucht-papier kabels en C ~ 50 nF/km voor polyethyleenkabels
- L ~ 0,5 mH/km
- Vanaf f > 10 Hz geldt dat g ~ kωC met k ~ 5.10-3
Deze grootheden leveren volgende karakteristieke eigenschappen op voor de niet-gepupiniseerde kabel:
Frequentie(H z) | Verzwakking(dB/ km) | Karakteristieke impedantie(Ω) |
800 | 0,50 | 465 |
1600 | 0,67 | 340 |
2400 | 0,78 | 280 |
3200 | 0,86 | 245 |
4000 | 0,94 | 225 |
1 Zie ook het type bestek nr 3/135 van 1961 van de R.T.T. (vroegere Belgacom)
En voor de gepupiniseerde kabel met een pupinspoel van 88 mH1 en pupinisatiestap van 1840 m:
Frequentie(H z) | Verzwakking(dB/ km) | Karakteristieke impedantie(Ω) |
800 | 0,175 | 1130 |
1600 | 0,187 | 1209 |
2400 | 0,215 | 1385 |
3200 | 0,286 | 1847 |
4000 | ∝ | ∝ |
De diaphonie zou normaliter beter moeten zijn dan 73 dB
De isolatieweerstand zou normaliter beter moeten zijn dan 10.000 X.xx De regelmatigheidsdemping2 zou normaliter beter moeten zijn dan 26 dB
Over zulke twee3- of vierdraads4verbindingen verloopt zowel het spraakverkeer als de signalering tussen de centrales.
Het aantal tweewegsverbindingen binnen zulke trunkverbinding variëert van 1 tot 8 al naargelang de capaciteitsbehoefte tussen de centrales.
Deze verbindingslijnen tussen centrales zijn uitgevoerd hetzij als gepupiniseerde lijnen, hetzij als versterkte lijnen.
Routeringen
De meeste centrales hebben een transit-functie, omdat zij het verkeer moeten doorlaten dat naar andere centrales via hen passeert. Deze transit-centrales bevatten routeringstabellen welke eveneens de alternatieve trunks aanduiden over dewelke dit transitverkeer dient te gebeuren voor het geval de prioritaire trunk werd verbroken (in geval van kabelbreuk …).
Abonneelijnen
De meeste abonneelijnen zijn analoog uitgevoerd. Slechts enkele centrales bevatten kaarten voor digitale abonneelijnen. De lengte van de analoge abonneelijnen variëert tussen enkele meter en 30 kilometer.
Sommige abonneelijnen waarin ten gevolge van een te grote lengte de verzwakking en de signaalvervorming te groot wordt zijn over hun traject uitgerust met negistoren.
2.2.2 Locaties telefooncentrales
Het bestaand huidig telefonienetwerk van de Vlaamse Overheid is opgebouwd uit BCN 5400 en A4400 centrales van Alcatel.
Deze centrales zijn verspreid in Vlaanderen over totaal 29 sites.
1 Andere voorkomende pupinisaties zijn 129 mH en 25 mH en overeenkomstige pupinisatiestappen, verzwakkingen en karakteristieke impedanties
2 aanpassingsdemping
3 trunklijn
4 tie-lijn
Hieronder vindt U de alle sites terug met hun respectievelijke telefoniecentrale(s) :
Gemeente | Site adres | BCN 5400 | A4400 |
Aalst | DTN kabine, A10 richting Oostende kmp 16.58 | X | |
Antwerpen | Rijkswacht, d'Herbouivillekaai 9 (wordt verplaatst naar Jan De Vostunnel) | X | |
Antwerpen | Kennedytunnel, d'Herbouivillekaai 13 | X | |
Antwerpen | Craeybeck;tunnel, xxxxxxxxxxxxxxxx 00 (Xxxxxxx) T70 | X | X |
Antwerpen | Tijsmanstunnel, grote ring + R2 | X | |
Beveren | Beveren tunnel, Xxxxxxxxxxxxx 00 | X | |
Brugge | Kruispoort, Xxxxxxxxxxxxxx 0, datalokaal | X | |
Dessel | Nieuwe Dijk sluis 4 | X | |
Evergem | Evergem sluis - RIS - datalokaal | X | |
Gent | Groendreef, Rijkswacht Gent, Datalokaal | X | |
Gent | Pentagon, Tolhuiskaai - datalokaal | X | X |
Herentals | Xxxxxxxxxxxxx 00 | X | |
Leuven | Oude Rondelaan | X | |
Lummen | E313 + E414 verkeerswisselaar | X | |
Maasmechelen | Weg naar Geneuth 1 | X | |
Machelen | Kruising A1 + A0 verkeerswisselaar | X | |
Mechelen | Brusselpoortstraat - Plaisancebrug | X | |
Merelbeke | dtn kabine, oude gaversesteenweg | X | |
Nieuwpoort | St Jorissluis, Brugsevaart 44 | X | |
Oostende | Oostende Werkhuis, Cockerillstraat 10 - datalokaal | X | |
Oudenaarde | Oudenaarde xxxx, Xxxxxx-Xxxxxxxxx 3 | X | |
Puurs | Rupeltunnel, Nijverheidsstraat | X | |
Ruisbroek | Sasplein sluis 9 | X | |
St.Job In T'Goor | Brugstraat sluis 4 | X | |
Vosselaar | Regie der wegen, Xx Xxxxx 0 (verdwijnt) | X | |
Wevelegem | Wevelgem - werkhuis, Xxxxxxxxxxxxxx 000 | X | |
Xxxxxxxxx | Xxxxxx sluis, Xxxxxxxxxxx 00 | X | |
Xxxxxxxxx | Xxxxxxxxx Vandammesluis,MBZ, Isabellalaan, 1 | X | |
Zelzate | Zelzate tunnel - datalokaal | X |
Op de sites “Antwerpen-Craeybeck;tunnel” en “Gent-Pentagon” zijn zowel een BCN 5400 als een A4400 centrale aanwezig. De A4400 centrales zijn recenter en moderner van ontwerp t.o.v. de BCN 5400 centrales.
De A4400 centrale op locatie “Evergem sluis – RIS” doet enerzijds dienst als privé centrale voor het RIS die terplaatse gevestigd is en anderzijds maakt deze centrale deel uit van het eigen telefonienetwerk van de Vlaamse Overheid die hierbij dan het telefonieverkeer afhandelt van het telefonienetwerk van de Vlaamse Overheid. M.a.w. op deze A4400 centrale zijn zowel toestellen van het RIS als toestellen van de Vlaamse Overheid geconnecteerd. Het verder onderhoud van deze A4400 als privé-centrale voor het RIS wordt in een afzonderlijk contract geregeld.
2.2.3 Koppelingen
De centrales zijn onderling met elkaar gekoppeld gebruik makende van volgende protocols en types van signalering bij klassieke telefonie :
• PRA QSIG protocol (2 Mb) gebruikt als digitale koppeling naar privé centrales, dit is toegepast op de A4400 centrales.
• BRA of PRA protocollen : digitale koppelingen naar Belgacom, eveneens enkel toegepast op de A4400 centrales.
• PRA ABC-F protocol (2 Mb) gebruikt als digitale koppeling tussen de A4400 centrales.
• TLC (Tie Line Connections) met E&M signalisatie via glasvezel : analoge koppelingen tussen de BCN 5400 centrales via het PDH netwerk van de Vlaamse Overheid.
• TLC met inband (2280 Hz) signalisatie : daar waar geen glasvezel voorhanden is, zijn de centrales analoog gekoppeld met inband signalering (2280 Hz) via het eigen koperkabelnet van de Vlaamse Overheid.
• TLC met E&M signalisatie rechtstreeks : enkel gebruikt als analoge koppeling tussen de BCN 5400 en de A4400 centrale te Gent (Pentagon) en te Wilrijk (T70).
• TLC via netwerking : gebruikt als digitale 2MB koppeling via modems tussen de tunnelcomple;en via het eigen koperkabelnet van de Vlaamse Overheid. Deze koppelingen hebben tot doel de DTIB (Digital telephony interface board) kaarten van de BCN 5400 centrales met elkaar te verbinden.
Deze digitale koppelingen worden enkel gebruikt als signalisatie overdracht en dus om x.x.xx funtionaliteit “weergave oproeper” die nodig is bij noodtelefonie, toegepast in de tunnelcomple;en, te kunnen verwezenlijken.
De volgende blokschema’s geven de koppelingen terug met hun respectievelijk aantal . Blokschema EMG (provincies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen)
Blokschema EMA (provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant)
Het zijn enkel de A4400 centrales die de digitale koppelingen (PRA, BRA) ondersteunen.
De BCN 5400 centrales maken enkel gebruik van analoge koppelingen (TLC) op de TLC via netwerking (digitaal - 2MB) na die hierbij dan enkel voor de signalisatie gebruikt wordt. De meeste van deze analoge koppelingen zijn wel via het PDH netwerk (ATOS apparatuur) uitgevoerd om de analoge
verzwakking tot een minimum te beperken. De ATOS apparatuur is op zijn beurt geconnecteerd met het SDH netwerk .
Daar waar geen ATOS apparatuur en dus ook geen SDH apparatuur aanwezig is, zijn de BCN 5400 centrales met hun TLC lijnen via het koperkabelnet met elkaar gekoppeld, hierbij is de BCN 5400 centrale wel uitgerust met een versterker langs zendzijde om de analoge verzwakking te compenseren.
2.2.4 Lokale lijnen - LLC
De toestellen (telefoontoestellen, fa;en, modems,…) zijn via de LLC (Local Line Connections) van de centrales aangesloten.
De telefoontoestellen kunnen van het analoge of van het digitale type zijn. De meest gebruikte zijn wel deze van het analoge type.
Deze connecties op de LLC toegangen zijn allen via de gewone symmetrische koperparen aangesloten. In het geval waar het toestel zich in het gebouw bevindt daar waar de centrale is opgesteld, zijn deze verbindingen uitgevoerd via lokale koperparen van het gebouw zelf waarbij de afstand dus beperkt blijft tot enkele meters.
In het geval waar het toestel zich op een andere locatie bevindt dan waar de centrale is opgesteld, zijn de verbindingen uitgevoerd via het koperkabelnet van DE VLAAMSE OVERHEID. Dit geval is het meest voorkomende.
De afstanden van deze lijnen kunnen dan enkele kilometers (ma;. 25km met een gemiddelde van 5 a 10 km) bedragen.
Ziehier voorbeelden van enkele van de langste overbrugde afstanden in regio EMG:
❑ LLC/ 0000 Xxxxxx brug :
Merelbeke DTN – WLE/Deinze brug lengte : 25511 m
❑ LLC/ 8528 Spiere sluis Oudenaarde ampli – WSC/Spiere lengte : 24500 m
❑ LLC/ 0000 Xxxxxxx sluis Oudenaarde ampli – Bossuit sluis lengte : 19680 m
Bij de aanmaak van een verbinding tussen het toestel LLC/ 8528 Spiere sluis en het toestel LLC/ 8523 Bossuit sluis die op dezelfde centrale aangesloten is de totale te overbruggen afstand dus xxxx xx 00 xx wat dus een slechte verstaanbaarheid teweeg brengt omdat het signaal enorm verzwakt aankomt.
Op een aantal druk gebruikte lijnen van dit geval werd er een versterker geplaatst op de lange koperverbindingen om een betere geluidskwaliteit en verstaanbaarheid te verkrijgen.
2.2.5 Andere types connecties en koppelingen
• LLC-TRK (Local Line Connection – Trunk) ook trunk-abonnee verbindingen of netlijnen genoemd.
Dit zijn analoge verbindingen tussen de LLC lijn van een BCN 5400 centrale met de Trunk lijn van een andere centrale. De andere centrale kan een privé centrale of een Belgacom centrale zijn.
Een voorbeeld is de connectie tussen de privé centrale van de Elfjulistraat (EMG) met de BCN
5400 centrale van het Pentagon. Dit biedt dus de mogelijk om via de toestellen aangesloten op de privé centrale van de Elfjulistraat te bellen naar het EM telefonienet.
• De BCN 5400 centrales van Wevelgem en Antwerpen Xxxxxxx zijn voorzien van elk 4 analoge DDI (Direct Dialing Inward) connecties die via PSTN verbindingen met het publieke Belgacom net gekoppeld zijn. Per centrale zijn een serie publieke Belgacom nummers toegekend voor directe
inkomende inkiezing. Deze koppeling maakt het mogelijk een publiek Belgacom nummer toe te wijzen aan een privaat telefoontoestel die aangesloten is op deze BCN 5400 centrale. Aan sommige telefoon -toestellen aangesloten op deze BCN 5400 centrales zijn dus zowel een EM privé nummer als een publiek Belgacom nummer toegekend. Opmerking : Voor elk van deze DDI's werd een tijdelijke oplossing bedacht wegens het niet meer ondersteunen van DDI door Belgacom vanaf 1/9/06.
In het nieuwe concept dienen deze tijdelijke oplossingen vervangen te worden door nieuwe inbelmogelijkheden via BRA connecties.
2.2.6 Toepassingen / Types verbindingen
Hierna volgt een overzicht van de types verbindingen die gebruik maken van het huidig telefonienetwerk en die het nieuwe netwerk ook dient te ondersteunen :
• Klassieke telefonieverbindingen
• Fa;verbindingen
• Modemverbindingen (mo)
Naast het gewone telefonieverkeer wordt het telefonienet ook gebruikt voor een groot aantal
analoge modemverbindingen gebruikt voor gegevensoverdracht van verkeerstellingen, verkeersregelaars, enz .
Hierbij wordt er door een modem op een centrale ingebeld om een vaste verbinding te maken met een andere modem waarna er digitale gegevens worden uitgewisseld.
• Noodverbindingen
Dit zijn klassieke telefonieverbindingen die gebruikt worden voor noodverbindingen en die dus een
hoge bedrijfszekerheid vereisen. Deze noodtoestellen staan opgesteld in tunnels. Bij het opnemen van de hoorn wordt het nummer van de correspondent (in dit geval het nr. van de federale politie te Antwerpen) automatisch gevormd.
• Digitale gegevens overdracht (ta)
Dit wordt enkel toegepast op de 4400 centrale te Wilrijk T70.
Hier worden digitale gegevens verstuurd via digitale modems (ISDN) over de centrale.
2.2.7 Aantal verbindingen
De uitrustingslijst van de huidige centrales en het telefoonboek kunnen opgevraagd worden bij de projectingenieur. Dit zijn ook elektronisch verkrijgbaar en kunnen ook elektronisch (per mail) aangevraagd worden.
2.3 Het nieuwe tele2onieconcept en de nieuwe apparatuur
Het nieuwe uit te voeren concept heeft als startbasis het huidig telefonie netwerk en het IP telematica netwerk van de Vlaamse overheid.
2.3.1 Het nieuwe telefonienetwerkconcept
2.3.1.1 Algemeen concept
In deze paragraaf wordt het algemeen concept samengevat. De details worden verder beschreven in de volgende hoofdstukken en paragrafen.
De vernieuwing van het telefonie netwerk wordt een overgang naar een VoIP (Voice over IP) omgeving in hybride vorm. Het toekomstig telefonienetwerk dient probleemloos zowel VoIP als klassieke telefonie te kunnen verwerken.
Door de overheid zal een VoIP netwerk voor telefonie geïmplementeerd worden op het eigen IP telematica netwerk van de Vlaamse Overheid.
In een eerste stadium dient het grootste aantal van de bestaande LLC lijnen (klassieke telefonie) inclusief toestellen herbruikt te worden. Een kleiner aantal LLC lijnen inclusief toestellen zal niet meer aangesloten worden. Sommige toestellen die deel uitmaken van dit kleiner aantal LLC lijnen dienen vervangen te worden door IP toestellen en aangesloten te worden op het VoIP netwerk, andere LLC lijnen zullen dus volledig verwijderd worden. Dit aantal lijnen en welke wordt door de overheid medegedeeld.
In een later stadium zal door de uitbreiding van het interne IP telematica netwerk van de Vlaamse Overheid de mogelijkheid bestaan om geleidelijk aan steeds meer LLC connecties te verwijderen en de toestellen ervan te vervangen door IP toestellen en deze aan te sluiten op het VoIP netwerk. Deze overschakeling zal door de overheid ten alle tijde doorgegeven kunnen worden.
De meest huidige types interne koppelingen tussen de huidige centrales zullen niet meer van toepassing zijn. Als interne koppeling zal voor IP trunking via VoIP netwerk gekozen worden.
Alle huidige types koppelingen naar e;terne centrales (Belgacom en privé) moeten mogelijk blijven maar zullen herbekeken worden.
Verder voldoet de oplossing aan volgende kenmerken:
- Kwalitatief hoogstaand; de kwaliteit van een gesprek moet minstens evenwaardig zijn met de kwaliteit van een gesprek over een klassieke digitale telefooncentrale.
- Hoge betrouwbaarheid, door enerzijds componenten te voorzien met hoge MTBF, en anderzijds de mogelijkheid tot ontdubbeling van kritische componenten en kritische verbindingen tussen componenten. Een beschikbaarheid van 99,999% voor de totale oplossing moet gegarandeerd worden. Voor de wachtdiensten te Gent en Antwerpen moet zeker een ontdubbelde CPU voorzien worden.
- Interoperabiliteit
o met andere telefonienetwerken, dankzij de QSIG-standaard, waarbij het merendeel van de QSIG supplementary services gerealiseerd worden. Zeker de CLIP nummerdoorgave moet mogelijk zijn.
o Met IP telefonie oplossingen van andere leveranciers (door gebruik van onder andere de SIP standaarden ).
- Behoud van het bestaande nummeringplan.
Alle BCN 5400 centrales en de A4400 centrales op de locaties “Craeybeck;tunnel, xxxxxxxxxxxxxxxx 00 (Xxxxxxx) T70” en “Pentagon, Tolhuiskaai – datalokaal” dienen vervangen te worden door apparatuur waarop de hieronder vermelde connecties onder de titel “te hergebruiken connecties” terug kunnen geconnecteerd en herbruikt worden zonder tenietdoening van hun huidige kwaliteit en funtionaliteiten. Deze apparatuur wordt in de literatuur ook omschreven als gateways maar zal in dit bestek benoemd worden als “REMOTE RACKS”. Deze remote racks zullen allen gekoppeld worden met het VoIP netwerk.
Hierbij dient voornamelijk aandacht besteed te worden aan het groot aantal lange lokale koper ( LLC ) lijnverbindingen waarover het huidige telefonienetwerk van de Vlaamse Overheid beschikt waarop telefoontoestellen, fa;en en modems verbonden zijn !
De Alcatel 4400 centrales op de locaties "Gent Pentagon, Xxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxx" en "Craeybeck;tunnel, T70, Xxxxxxxxxxxxxxxx 00, Xxxxxxx" dienen vervangen te worden door nieuwe centrales die passen in het nieuwe concept.
Voor de centrale Alcatel 4400 te Evergem sluis (RIS) geldt : het gedeelte van de A4400 centrale bestemd voor het RIS met inhoud van al hun LLC connecties inclusief toestellen, de BRA koppeling naar Belgacom en de interne PRA koppeling dient te blijven bestaan; en het gedeelte van LLC connecties dat deel uitmaakt van het telefonienetwerk dient hierbij overgebracht te worden op een nieuw te plaatsen remote rack .
Bij uitval van het VoIP netwerk dient elke remote rack autonoom te kunnen werken m.a.w. deze remote racks dienen dan te fungeren zoals een lokale klassieke tefooncentrale zonder koppelingen en elke Remote Rack zal hierbij dus zelf het lokale telefonieverkeer afhandelen. Een aantal remote racks zullen voorzien worden van BRA aansluitingen waarmee ook e;tern verkeer mogelijk blijft.
De remote racks zullen voor de elektrische voeding overal aangesloten worden op de reeds bestaande UPS systemen van de Vlaamse Overheid.
Het VoIP netwerk dient uitgerust te worden met een redundant uitgevoerde server in dit bestek benoemd als “CALL SERVER”.
Deze call server zal de afhandeling van het IP verkeer via het Voip netwerk mogelijk maken en verzorgt de perfect afhandeling van alle tot stand te brengen verbindingen.
De call server verzorgt dus de verbindingen tussen toestellen (analoge, digitale, modems) aangesloten op de Remote Racks, tussen IP toestellen onderling, tussen toestellen aangesloten op de Remote Racks en IP toestellen,en van alle toestellen die deel zullen uitmaken van dit toekomstig netwerk naar alle e;terne koppelingen die bestaande dienen te blijven.
Deze call server dient tevens alle functionaliteiten van elk toestel (analoge toestellen, digitale toestellen , IP toestellen, …) die deel uitmaken van dit toekomstig telefonie netwerk te kunnen verwerken en bij te houden.
De call server dient zo gedimensioneerd te zijn dat het e;terne VoIP koppelingen (IP trunking via de meest recente versie van het SIP protocol en H.323 protocol) naar andere VoIP netwerken in de toekomst zal kunnen ondersteunen.
De “Call Server” functie dient fysisch redundant opgebouwd te zijn. Er wordt voorgeschreven dat 2 machines (Call Servers) voorzien moeten worden die fysisch volledig gescheiden zijn en op verschillende locaties opgesteld zullen worden met name 1 werkende call server op locatie “Craeybeck;tunnel, xxxxxxxxxxxxxxxx 00 (Xxxxxxx) T70” en 1 standby call server op locatie “Pentagon, Tolhuiskaai – datalokaal”. Bij uitval van de werkende call server dient de standby call server de taak van
de werkende call server onmiddellijk over te nemen. Een continue werking via load-balancing is ook toegelaten, maar in geval van uitval van 1 van de servers moet de andere server alle traffiek kunnen verwerken.
Het VoIP netwerk zal uitgerust worden met een server waarop het “beheersysteem” dient geïmplementeerd te worden. Het beheersysteem zal op zijn minst instaan voor de provisionering, configuratie, monitoring, rapportering en alarmweergave van de telefonie netwerkelementen en van de toestellen die deel zullen uitmaken van dit netwerk.
De overheid zal via de browser functionaliteit en door het aanmelden met behulp van een gebruikersnaam en paswoord toegang verkrijgen tot alle aspecten van dit beheersysteem .
2.3.1.2 Samenvattende omschrijving aangaande connecties, koppelingen en hoo2dapparatuur
2.3.1.2.1 Te hergebruiken connecties/koppelingen :
• De bestaande lokale koper lijnverbindingen dienen in eerste instantie herbruikt te worden inclusief alle hierop geconnecteerde toestellen. Onder de lokale koper lijnverbindingen wordt verstaan de connecties van het type LLC waarop de analoge telefoontoestellen, digitale telefoontoestellen, fa;toestellen, analoge modems, noodtoestellen en de digitale modems (ISDN) die op alle huidige
5400 centrales en de 4400 centrales geconnecteerd zijn.
• De bestaande Trunk-abonnee (LLC-TRK) naar de privé-centrales dienen herbruikt te worden.
• De bestaande PRA QSIG koppeling met AVAYA IP406 centrale te Wilrijk dient herbruikt te worden
• De BRA en PRA koppelingen naar BELGACOM en/of privé centrales zullen herbruikt worden. Opmerking :
De interne PRA koppeling tussen de A4400 centrale te Evergem en de A4400 centrale te Pentagon zal herbruikt worden (naar een nieuwe, te voorziene PRA voor Pentagon)
2.3.1.2.2 Te verwijderen en niet meer te hergebruiken connecties/koppelingen :
• De PRA ABC-F protocol (2 Mb) tussen de 4400 centrales.
• TLC (Tie Line Connections) met E&M signalisatie via glasvezel
• TLC met inband (2280 Hz) signalisatie
• TLC met E&M signalisatie rechtstreeks tussen de 5400 en de 4400 centrale te Gent (Pentagon) en te Wilrijk (T70).
• TLC via netwerking tussen de tunnelcomple;en. Opmerking :
Al deze koppelingen zullen vervangen worden door de koppelingen (IP Trunking) via het VoIP netwerk .
2.3.1.2.3 Te verwijderen en niet meer te hergebruiken apparatuur:
Alle BCN 5400 centrales en de A4400 centrales op de locaties “Craeybeck;tunnel, xxxxxxxxxxxxxxxx 00 (Xxxxxxx) T70” en “Pentagon, Tolhuiskaai – datalokaal” dienen na de migratie verwijderd te worden.
Telefoons die niet meer hergebruikt worden moeten verwijderd worden. Een aantal wordt in stock gehouden voor vervanging van bestaande toestellen die defect gaan. Zowel verwijdering als in stock name moet gebeuren na afspraak met en akkoord van de overheid.
De verwijdering en afvoer van de verouderde apparatuur en de opkuis van de plaatsen waar de apparatuur gestaan heeft maakt integraal deel uit van deze aanneming. Hiervoor is een post voorzien in de meetstaat. De opkuis omhelst verwijdering van alle randapparatuur en kabels en het schoonmaken van de plaatsen, maar niet eventuele ingrepen van esthetische aard zoals herschilderen van muren.
2.3.2 De toekomstige netwerkapparatuur
Het op te bouwen telefonienetwerk bestaat typisch uit een aantal componenten. Deze worden hieronder elk apart beschreven.
• Call servers
• Remote racks
• Eindpunten : telefoontoestellen
• Server voor het beheersysteem
2.3.2.1 Call servers
2.3.2.1.1 Definitie
De call server of call processing eenheid is de telefonie functie die verantwoordelijk is voor de signalisatie horend bij de gesprekken (calls). De call server is eveneens belast met algemene systeem management taken (configuratie, diagnose, enz…).
2.3.2.1.2 Hardware
De call processing software kan lopen op verschillende hardware platformen: Voor deze offerte wordt een redundant systeem voorgesteld dat draait op een afzonderlijke, kwalitatieve server. De hardware dient gemonteerd te worden in een 19” rack.
2.3.2.1.3 Besturingssysteem
Het besturingssysteem is een programma dat eerst geladen wordt op de server. Het beheert en bewaakt de takenvolgorde van alle andere programma’s. De software draait bij voorkeur op een Linu; of een Uni; besturingssysteem.
2.3.2.1.4 Performantie
Een call server moet zijn processing taken uitvoeren in real-time. De performantie van het systeem bepaalt het ma;imum aantal oproepen dat kan opgezet worden. Het telefonienetwerk van de overheid heeft momenteel ongeveer 2000 gebruikers en moet schaalbaar zijn naar 3000 gebruikers; de inschrijver moet rekenen met een gebruik per toestel van 0,1 erlang. Elke call server moet deze trafiek in zijn
eentje kunnen afhandelen. De inschrijver vermeldt ook het in de praktijk aanbevolen ma;imum aantal gebruikers per call server waarmee een onberispelijke telefoniedienst gegarandeerd wordt.
2.3.2.1.5 Betrouwbaarheid
De inschrijver beschrijft hoe de call servers met het IP netwerk verbonden dienen te worden om een hoge beschikbaarheid te garanderen.
Omwille van zijn kritische rol in het telefonienetwerk, moet de call server ontdubbeld kunnen worden. Een tweede server moet de rol van de eerste kunnen overnemen in geval van problemen op de eerste server, en dit onder de volgende voorwaarden:
- bestaande gesprekken moeten blijven voortgaan
- nieuwe gesprekken moeten binnen een termijn van ma;imum 3 minuten opnieuw mogelijk zijn De inschrijver specificeert de tijd nodig voor tot stand brengen van nieuwe gesprekken.
Dit gebeurt volautomatisch (geen manuele interventies zijn nodig voor de overschakeling), een alarm verschijnt in dat geval op het beheersplatform en een remote melding gebeurt naar de onderhoudsfirma.
De 2e server moet op een andere locatie opgesteld worden, zie “algemeen” hierboven. De verbinding tussen de 2 servers kan bijvoorbeeld een IP-verbinding zijn. De inschrijver specificeert het type verbinding, en eventuele specifieke vereisten (zoals ma;. delay over IP netwerk, bandbreedte…).
De 2 servers samen moeten voor de beheerder van het netwerk als 1 geheel gezien worden wat betreft configuratie.
Alle gegevens (inclusief dynamische gegevens zoals trafiek gegevens en gegevens om facturen op te maken) en programma’s moeten steeds tegelijk op beide servers aanwezig zijn.
Toegang tot de call server is afgeschermd van onbevoegden door middel van paswoorden en afzonderlijke VLAN’s.
De server moet beschermd zijn tegen alle types aanvallen (virussen, Trojaanse paarden, denial of service aanvallen, ….) die het correct functioneren ervan kunnen in gevaar brengen, of die de confidentialiteit van de gegevens in de server, of van de gevoerde telefoniegesprekken in gevaar kan brengen. De inschrijver geeft een opsomming van de maatregelen die de server beschermen tegen dergelijke aanvallen, en legt uit welke bijkomende maatregelen genomen dienen te worden bij de installatie van de server om dergelijke aanvallen uit te sluiten. De inschrijver garandeert de veiligheid en betrouwbaarheid van zijn oplossing als deel van de onderhoudsovereenkomst, en brengt zodra de noodzaak zich opdringt de nodige aanpassingen aan.
De call server is een stabiel geheel, en het is niet aanvaardbaar dat herstarten van het systeem van tijd tot tijd nodig zou zijn om het geheel te herstellen in zijn normale werking.
Manuele interventies voor het onderhoud van de server moeten tot een minimum beperkt kunnen worden. De inschrijver specificeert welke types onderhoudsinterventies nodig zijn en met welke regelmaat. Deze interventies moeten mogelijk zijn zonder hinder voor het telefonieverkeer.
Software updates van de servers kunnen zonder onderbreking van de telefoniedienst. De inschrijver beschrijft de procedure, en de impact ervan op de telefoniedienst. Er bestaat een hot swap procedure voor hardware en voor upgrade van software; de inschrijver beschrijft deze.
2.3.2.1.6 Basissoftware en back-up programmatiegegevens
De programmatiegegevens (basissoftware) van het telefonie systeem worden opgeslagen op de harddisk of flash memory van de call processing eenheid. Het systeem moet standaard uitgerust zijn met een back-up mogelijkheid (op een diskette, tape, CD-ROM of via het netwerk). De periodiciteit van de back-ups mag door de inschrijver bepaald worden, aangezien het ook zijn verantwoordelijkheid is om bij problemen het netwerk terug operationeel te krijgen, maar deze is minstens 1 maal per jaar of na invoeren van nieuwe software.
Indien een nieuwe basissoftware versie noodzakelijk blijkt vanwege fouten in de software of omdat er nieuwe mogelijkheden zijn dient er een upload procedure te zijn. Indien er tijdens de upload procedure iets fout loopt moet naar een vorige software release kunnen teruggekeerd worden.
Gedurende de periode dat de wijzigingen worden ingebracht mag de normale werking van het telefonie systeem niet worden onderbroken.
De leverancier moet een pre-check uitvoeren voor de compatibiliteit van een upgrade met de stand-by procedure die bij de overheid in gebruik is. Dit om te garanderen dat de back-up srever zeker operationeel blijft bij het uitvoeren van een upgrade op de andere server.
2.3.2.1.7 Beheerbaarheid - Systeem administratie
De call processing eenheid dient bij voorkeur uitgerust te zijn met een Internet server zodat remote administratie met een standaard web browser mogelijk is. De administratie van de call processing eenheid zal bij voorkeur vanaf elke standaard Web browser mogelijk zijn, maar minstens bij Internet E;plorer. Bij afwijking dient de inschrijver alternatieven voor te stellen en hun kostprijs.
2.3.2.1.8 Beveiliging
Toegang tot de call processing eenheid moet beveiligd zijn.
2.3.2.1.9 Licentiepolitiek
De inschrijver zal heel duidelijk zijn licentiepolitiek uiteenzetten. Er bestaan posten voor licenties voor ip-telefoons en voor analoge telefoons. Alle andere licentiekosten dienen inbegrepen te zijn in de bestaande posten van de meetstaat en worden niet afzonderlijk noch e;tra betaald.
2.3.2.1.10 Systeem monitoring en diagnose
Het IP telefonie systeem zal over lokale en remote diagnose mogelijkheden beschikken.
2.3.2.1.11 Standaarden voor ondersteuning spraak en spraak/data toepassingen
De call processing eenheid moet de nodige industrie en de-facto standaarden ondersteunen zodat dit de ondersteuning van toepassingen vergemakkelijkt.
2.3.2.1.12 Directory of database
Een Call Server beschikt over één of meerdere databases voor het opslaan van gegevens. Zeker de interne gebruikers en de verkorte nummering moet kunnen opgeslaan worden.
2.3.2.1.13 Nummeringsplan
Het bestaande nummeringsplan is duidelijk uit het telefoonboek en wordt overgenomen in de nieuwe infrastructuur. Sommige nummers zijn publiek bereikbaar, de overheid denkt eraan om het aantal publiekelijk bereikbare nummers uit te breiden. In dat geval, ondanks het publieke nummeringformaat, gaat het om een oproep naar een telefoon van de overheid. De oproep moet dus opgezet worden intern in het netwerk zonder naar de publieke operator te gaan. (zie verder ook “Least Cost Routing”). De CLIP die intern gestuurd wordt moet altijd het prefi; van de zone bevatten. Toegang tot het publieke net bekomt men steeds door het vormen van “0”. Uitzondering hierop zijn de hulpdiensten (100,101,…,112), die zowel bereikbaar moeten zijn zonder als met de “0”.
2.3.2.1.14 CLIP
Volgende functionaliteit is voorzien :
de CLIP informatie van alle lijnen dient geafficheerd te worden op het display (indien voorzien) van de opgeroepene, met inbegrip van het netprefi; (0 of 00 naargelang de aard van het oproepend nummer) en het prefi; voor uitbellen dat normaal dient gevormd te worden bij het maken van de oproep (normaal 0). Indien aan het nummer daarenboven een naam kan verbonden worden, dient deze geafficheerd te worden (via de algemene of eigen individuele verkorte nummers, of via integratie met het elektronisch telefoonregister) indien de display (indien voorzien) van het toestel dit toelaat..
De call server zal toelaten geavanceerde manipulaties uit te voeren op de CLIP (“calling line identification presentation”). Onder andere zal het mogelijk zijn gedeelten van de CLIP te wijzigen, prefi;en toe te voegen en te verwijderen, of de volledige CLIP te vervangen door een nieuwe CLIP. Dergelijke CLIP manipulaties kunnen gebeuren afhankelijk van de gekozen bestemming. De CLIP manipulaties moeten gelogd worden.
De oplossing zal 2 CLIP formaten toelaten: een interne CLIP met prefi;, en een CLIP van het publieke type E164. Het type CLIP dat effectief gestuurd wordt hangt af van het gevoerde gesprek. De voorgestelde oplossing zal de interne CLIP (zone prefi; + e;tensie) sturen voor oproepen binnen het netwerk. Voor oproepen naar GSM, of naar elk ander nummer van het publieke net (dus geen onderdeel van het netwerk van de overheid) zal de uitgestuurde CLIP van het formaat publiek ISDN zijn en volgens de standaard E164. De inschrijver legt uit hoe zijn systeem daartoe geprogrammeerd kan worden om een EURO-ISDN verbinding met de publieke operatoren te realiseren (verschil tussen Mobistar en Belgacom).
Voor oproepen die vanaf het publieke net komen zal aan de CLIP een “0” toegevoegd worden, zodat het CLIP nummer direct bruikbaar is om terug te bellen (vb vanaf een lijst van ontvangen oproepen).
2.3.2.1.15 Least Cost Routing (LCR) en Alternative Routing
De PABX dient zodanig uitgerust te zijn dat de kiesinformatie geanalyseerd wordt en dat aan de hand daarvan een bepaalde weg gekozen wordt die de laagste verbindingskosten geeft.
Hiertoe worden, in een specifiek voorziene tabel, de eerste cijfers van een groep roepnummers in een tabel van het systeem ingevuld. Het systeem analyseert voor elke uitgaande oproep de gevormde cijfers en zal, aan de hand van het resultaat van vergelijking met de prefi;en opgenomen in deze LCR-tabel, een bepaalde routering toepassen voor deze oproep.
Deze functie is transparant voor alle gebruikers. Dit betekent dat de gebruiker het telefoonnummer van de correspondent vormt zonder manueel toe te voegen prefi; of suffi;.
Bij aansluiting van alternatieve operatoren en huurlijnen dient steeds de goedkoopste communicatieverbinding tot stand gebracht te worden; de overheid legt er wel de nadruk op dat het hier niet om een snel veranderend gegeven gaat maar eerder om statische gegevens gaat die hoogstens maandelijks moeten herbekeken worden.
De automatische keuze voor alternatieve wegen dient te gebeuren op basis van de verschillende aangesloten telecom providers, het tijdstip, het gevormde nummer en de aanwezige huurlijnen en juncties. Deze alternatieve routering wordt mede gekoppeld aan het LCR-mechanisme zodat steeds de goedkoopste technische oplossing weerhouden wordt.
Een LCR-tabel ondersteunt minimum 2 alternatieve routes welke genomen worden in volgorde van beschikbaarheid ingeval de primaire route onbeschikbaar is.
De LCR-functionaliteit kan uitgebreid worden met correctieve analyse : indien een bepaald door de gebruiker gevormd nummer kan bereikt worden via het interne netwerk van de overheid dient de centrale zelf de aanpassing te voorzien en het gesprek te herrouteren van het publieke netwerk naar het interne netwerk.
Tevens dient rekening gehouden te kunnen worden met het toestel, de dienstklasse van het toestel en een eventuele gebruikerscode.
Het vertalen van een oproep naar een GSM-toestel vanaf een vast telefoontoestel naar een oproep vanaf een virtueel mobiel toestel (GSM-bo; of, indien geïmplementeerd in het netwerk, een GSM- VPN-interface) dient tevens ondersteund te worden door de LCR.
Optioneel bevat de LCR-toepassing kwaliteitsdetecterende mechanismen, welke aan de hand van de cause values van mislukte oproeppogingen besluit een bepaalde route tijdelijk buiten de beschikbare routes te houden. Cause values en location values welke in aanmerking komen voor dergelijke beslissing zijn waarden welke wijzen op onbeschikbaarheid (no route to destination), congestie (congestion), e.d.
2.3.2.1.16 Dienstklassen
In de call server zal elke gebruiker kunnen ondergebracht worden in een bepaalde dienstenklasse, al naargelang de gebruiker toegang mag krijgen tot bepaalde telefoonnummers. De toegang die een gebruiker verleend wordt moet bovendien kunnen afhangen van het uur van de dag: ’s nachts moet de toegang beperkt kunnen worden.
Het zal mogelijk zijn minstens 10 verschillende dienstenklassen te onderscheiden op de call server. De dienstklassen zullen bepaald worden in overleg met de overheid.
Bepaalde e;terne nummers, bijvoorbeeld kiosklijnen, moeten volledig geblokkeerd kunnen worden, ongeacht de dienstklasse van de gebruiker. Daarnaast moet er ook een “white list” mogelijk zijn waarbij bepaalde nummers uit een groot geheel toch mogen gebeld worden.
2.3.2.1.17 Wachttoestanden
Een oproep in wachttoestand geplaatst door de telefoniste of tijdens ruggespraak krijgt automatisch opgenomen muziek met een polyfonisch karakter zolang de wachttoestand duurt.
Ofwel is de centrale uitgerust met een geïntegreerde elektronische muziekbron welke vrij is van auteursrechten (SABAM), ofwel is er een e;terne muziekbron op aangesloten.
Wachtmuziek wordt via multicast verdeeld over het netwerk, zodat de netwerk- en call server belasting voor wachtmuziek minimaal is. De verschillende gebruikers die op een bepaald moment wachtmuziek moeten horen, zijn dan ingeschreven op dezelfde multicast groep die zorgt voor de verdeling ervan.
De wachtmuziek moet bovendien gecombineerd kunnen worden met een wachtboodschap. Het afspelen van de wachtboodschap voor een gebruiker gebeurt gesynchroniseerd, zodat een gebruiker nooit het begin van de boodschap mist. Het systeem laat minstens 20 verschillende wachtboodschappen toe van elk 30s. Wachtmuziek en wachtboodschappen blijven bewaard, ook als de stroomvoorziening van het systeem zou wegvallen. Zowel de wachtmuziek als de wachtboodschappen moeten met een aantal eenvoudige manipulaties aangepast kunnen worden door de overheid.
Wachtmuziek en wachtboodschappen moet kunnen gemanipuleerd worden op een standaard PC (niet mee te leveren) onder de vorm van WAV audio bestanden, en moet eenvoudig naar het wachtmuziek systeem gekopieerd kunnen worden. Indien daarvoor speciale software noodzakelijk is, dan biedt de inschrijver die ook aan.
De wachtboodschap moet kunnen aangepast worden aan het opgebelde toestel, dus niet dezelfde wachtboodschap voor alle toestellen in het netwerk. Indien bijvoorbeeld de permanente wachtdienst van de afdeling Elektriciteit en Mechanica Gent opgeroepen wordt moet de overeenkomstige wachtboodschap afgespeeld worden, die verschillend kan zijn van deze van de permanente wachtdienst van Elektriciteit en Mechanica Antwerpen.
Voor de professionele opname van wachtboodschappen en ontvangstboodschappen zijn de nodige posten in de meetstaat voorzien.
2.3.2.1.18 Automatisch afhaaksysteem
Het moet mogelijk zijn de inkomende oproepen onmiddellijk aan te nemen en een welkomstbericht te geven aan de oproeper. Indien de operatorpost of hoofdtoestel bezet is, krijgt de oproeper deze welkomstboodschap. Op het ogenblik dat de operatorpost terug vrij komt, zal deze oproep automatisch terug aangeboden worden. Bovendien moet “doorschakelen” mogelijk zijn : door een instelbaar menu en
het gebruik van druktoetsen via DTMF moet het mogelijk zijn de oproeper door te schakelen naar een specifiek toestel. Dit kan gebruikt worden om bijvoorbeeld in nachtdienst of tijdens de afwezigheid van één van de consulenten de oproep hetzij om te leiden naar een collega, hetzij naar het GSM-toestel van één van de medewerkers van dienst.
Aantal simultane kanalen van het afhaaksysteem : minimum 2 (= te vermelden in de offerte). Aantal stappen in het keuzemenu met druktoetsen : minimum 2.
De ontvangstboodschap moet kunnen aangepast worden aan het opgebelde toestel, dus niet dezelfde ontvangstboodschap voor alle toestellen in het netwerk. Indien bijvoorbeeld de permanente wachtdienst van de afdeling Elektriciteit en Mechanica Gent opgeroepen wordt moet de overeenkomstige ontvangstboodschap afgespeeld worden, die verschillend kan zijn van deze van de permanente wachtdienst van Elektriciteit en Mechanica Antwerpen.
Voor de professionele opname van wachtboodschappen en ontvangstboodschappen zijn de nodige posten in de meetstaat voorzien.
2.3.2.1.19 Belcodes (indien het toestel dit ondersteunt)
E;terne inkomende oproepen worden met een belritme gesignaleerd dat verschilt van het belsignaal voor interne oproepen (indien het toestel dit ondersteunt).
In functie van het nummer van de oproeper (intern, e;tern) kan een aparte beltoon gegenereerd worden.
In functie van het opgeroepen nummer (direct nummer, privé-nummer) kan een aparte beltoon gegenereerd worden.
2.3.2.1.20 Oproepovername
Oproepovername in groep: de systeembeheerder moet groepen van meerdere interne lijnen kunnen programmeren. Wanneer iemand een nummer uit de groep opbelt, dan rinkelt de telefoon die overeenkomt met dat nummer, maar bovendien krijgen alle gebruikers in de groep een indicatie op hun toestel wanneer de oproep langer dan een instelbare tijd onbeantwoord blijft. Elke gebruiker in de groep kan dan beslissen die oproep aan te nemen, op basis van de CLIP informatie en de naam representatie (oproeper en opgeroepene) die op de display (indien voorzien) verschijnt.
2.3.2.1.21 Hotline faciliteit
Bij het afhaken van het noodtoestel wordt onmiddellijk een verbinding opgezet met een vooraf bepaalde bestemming. Verder is het mogelijk dat de bestemming slechts een gedeeltelijk nummer bevat en de gebruiker zelf het nummer dient te vervolledigen. Deze faciliteit wordt ook aangeduid als directe hotline.
2.3.2.1.22 Oproepherhaling
Het laatst opgeroepen nummer wordt automatisch in het geheugen geplaatst. Via een code kan dit nummer herhaald worden.
2.3.2.1.23 Lijngroepen
Een aantal binnenlijnen, samengebracht in een enkele groep, kan worden bereikt via éénzelfde groepsnummer.
Oproepen naar het gemeenschappelijk groepsnummer worden automatisch afgeleid naar de vrije toestellen in de groepsschakeling, bepaald door het type groep. Ingeval voor bepaalde toestellen de "volg-mij" functie werd geactiveerd wordt ook hiermee rekening gehouden in het groepsmechanisme.
Hiertoe onderscheidt men minstens volgende types groepen :
− parallelgroepen : een oproep naar het groepsnummer wordt simultaan gemeld naar alle toestellen die (actief) lid zijn van deze groep. Het eerste toestel dat afhaakt neemt de oproep aan. Dergelijke groep kan minimaal 5 leden bevatten waartoe ook nachtbellen kunnen horen.
De inschrijver vermeldt de ma;imale capaciteit die van toepassing is, en de mogelijke beperkingen gekoppeld aan toesteltype.
− Huntinggroepen : een oproep naar het groepsnummer wordt gemeld aan een bepaald toestel. Dit toestel wordt geselecteerd door het huntingmechanisme dat minimaal bestaat uit volgende types : sequentieel (steeds hetzelfde toestel als eerste toestel), cyclisch (steeds een ander toestel
als eerste toestel), cyclisch maar met prioritaire toestellen. Indien het eerste toestel uit de groep bezet of niet-actief is wordt de oproep gepresenteerd aan het tweede toestel enz.. Dergelijke groep kan minimaal 5 leden bevatten waartoe ook nachtbellen kunnen horen. De inschrijver vermeldt de ma;imale capaciteit die van toepassing is, en de mogelijke beperkingen gekoppeld aan toesteltype.
Een groepslid kan zichzelf in of uit de groep schakelen door het indrukken van een code. Het laatste toestel van een groep kan zich niet uit de groep verwijderen.
Oproepen naar een onbeheerd toestel in de groep kunnen m.b.v. een code overgenomen worden door een andere e;tensie. Dit is ook bekend als de faciliteit ‘Group call pick-up’.
De lijngroepen kunnen heterogeen zijn samengesteld uit interne en e;terne, vaste of draadloze e;tensies (intern vast toestel, DECT-toestel, e;tern nummer vast toestel , GSM, semafoon, …).
Het dient mogelijk te zijn om het individueel inschakelen in de groepen te beheren en indien nodig te beperken.
2.3.2.1.24 Volg mij
De faciliteit ‘volg-mij’ wordt voorbereid door het intoetsen van een code en wordt geactiveerd door het nummer van de alternatieve bestemming te kiezen. Met geactiveerde ‘volg-mij’ moet het toestel nog altijd oproepen kunnen uitsturen. Een speciale kiestoon brengt de gebruiker ervan op de hoogte dat zijn toestel zich in de ‘volg-mij’ stand bevindt.
‘Volg-mij’ kan minstens geactiveerd worden op volgende manieren:
− Vanop het toestel van de rechthebbende persoon
− Voorbereid vanop het eigen toestel, maar slechts geactiveerd vanop de bestemming
− Vanop de bestemming, voorzover het af te leiden toestel niet beschermd is tegen deze afstandsoperatie
− Door de systeembeheerder
Indien een persoon een ‘volg-mij’ voorbereidt op zijn toestel, kan hij vanop eender welk toestel dat niet
beschermd is, de faciliteit activeren en zodoende de oproepen naar zich toe trekken. Zonder te moeten terugkeren naar zijn eigen toestel kan dezelfde procedure opnieuw uitgevoerd worden (rondlopende volg-mij).
Het systeem neemt de nodige maatregelen in acht om
− het aantal doorschakelingen van een oproep te beperken. Een oproep kan meerdere keren doorgeschakeld worden, en dit met gebruikmaken van de diverse criteria van doorschakeling. De inschrijver vermeldt het ma;imum aantal doorschakelingen in cascade van een oproep.
− geluste doorschakelingen te vermijden. De inschrijver vermeldt of deze protectie geïmplementeerd is en hoe deze functioneert.
Er worden 3 types "volg mij" onderscheiden :
− onmiddellijke volg-mij (ook aangeduid als CFU, Call Forwarding Unconditional): een oproep wordt onmiddellijk doorgestuurd naar de opgegeven bestemming zonder enig belsignaal bij de oorspronkelijke bestemming
− volg-mij bij bezet (ook aangeduid als CFB, Call Forwarding on Busy): de oproep wordt doorgestuurd indien het gebelde toestel bezet is.
− volg mij bij geen antwoord (ook aangeduid als CFNR, Call Forwarding on No Reply): de oproep wordt doorgestuurd indien het gebelde toestel niet antwoordt binnen een nader te specifiëren termijn. De inschrijver geeft aan of deze termijn instelbaar is per toestel of instelbaar is voor het hele systeem.
Deze functionaliteit is ten allen tijde onderworpen aan de dienstklasse van het specifieke toestel.
Een interne abonnee kan een afleiding naar een bestemming aan- of uitschakelen door een code te vormen vanop zijn eigen toestel. De vaste bestemming wordt beheerd door de systeembeheerder (vaste volg-mij).
De faciliteit ‘volg-mij’ moet ook beschikbaar zijn voor het groepsnummer van toestellen geplaatst in een groep, ongeacht het type van het toestel.
Bepaalde toestellen moeten beschermd kunnen worden tegen het omleiden van oproepen naar hun toestel.
2.3.2.1.25 Automatisch terugbellen
Wanneer een gekozen interne aansluiting bezet is, kan het ‘automatisch terugbellen’ geïnitialiseerd worden vanaf het toestel van de oproeper na het bekomen van de bezettoon. De gebruiker legt de hoorn neer en wordt door het systeem opgeroepen binnen een termijn van 5 tot 10 seconden van xxxxx de andere partij vrijkomt. Deze faciliteit kan opgeheven worden door het initiatietoestel. Deze functie blijft actief gedurende minstens 1 uur.
Ook bij een niet beantwoorde oproep kan de oproeper een automatische terugbel-procedure opstarten. De terugbelactie wordt automatisch gestart nadat de opgeroepene bij zijn terugkeer het telefoontoestel gebruikt heeft en zo zijn aanwezigheid gesignaleerd heeft aan de telefooncentrale. Deze functie blijft actief gedurende minstens 1 uur.
2.3.2.1.26 Conferentie met 3
Een dergelijk conferentiegesprek kan opgebouwd worden tussen drie interne aansluitingen, tussen twee interne en één e;terne aansluiting of tussen één interne en twee e;terne aansluitingen. Gedurende de conferentie horen de drie partijen een waarschuwingstoon.
2.3.2.1.27 Call Transfer
Laat een gebruiker A toe een bestaand gesprek (tussen gebruikers A en B) om te zetten in een nieuw gesprek tussen gebruikers B en C. Hierbij moet A niet noodzakelijk te wachten tot C opneemt alvorens A inhaakt (“Blind Transfer”). Hierbij zit er een protectie op via een ma;imum timer.
2.3.2.1.28 Ruggespraak
Een gebruiker A kan een oproep met gebruiker B in afwachting plaatsen, om dan eventueel een gesprek met een andere gebruiker te starten. De gebruiker B hoort wachtmuziek tot de gebruiker A het gesprek met B wenst te hernemen.
2.3.2.1.29 Call Park/Pickup
Een gebruiker A kan een communicatie met een gebruiker B een beperkte tijd laten wachten op een willekeurige parkeerpositie. Terwijl gebruiker B geparkeerd staat hoort hij een wachtmuziek of wachtboodschap. Een gebruiker die daarna het gesprek met B wenst verder te zetten kan dit van eender welk telefoontoestel, via een code.
2.3.2.1.30 Call Waiting
Een gebruiker A die in gesprek is wordt geïnformeerd dat een nieuwe oproep voor hem binnenkomt. A krijgt de keuze het inkomende gesprek te aanvaarden, te weigeren of te negeren. Er moet ook bescherming zijn tegen call waiting om verstoring van oproepen naar bijvoorbeeld fa;en te kunnen voorkomen.
2.3.2.1.31 Historiek oproepen (indien toestel dit ondersteunt)
Bij voorkeur kan een gebruiker op zijn toestel een overzicht krijgen van de 5 laatst ontvangen nummers, de 5 laatst gemiste oproepen, en de 5 recentst gebelde nummers.
2.3.2.2 Remote racks
2.3.2.2.1 Algemeen
De remote racks vormen de interface tussen bestaande analoge en digitale telefonie netwerken en gebruikers en de nieuwe IP telefonie oplossing. Ze zijn modulair opgebouwd, en kunnen verschillende types interfacekaarten bevatten. De inschrijver dient er bij zijn prijsopgave vanuit te gaan dat geen remote rack kaarten kunnen geïntegreerd worden in de IP netwerkapparatuur bij de overheid.
Volgende interfacekaarten moeten beschikbaar zijn:
− interfacekaart voor analoge telefoons
− interfacekaart voor digitale telefoons
− interfacekaart voor Euro ISDN Basic Rate access voor koppeling met publieke operator
− interfacekaart 2Mb CCS (QSig voor koppeling met “klassieke” telefooncentrales/ Euro ISDN PRA voor koppeling met de publieke operator)
− interface kaart voor analoge trunk lijnen naar andere centrales
Deze verschillende types interfacekaarten worden verder in meer detail beschreven. Daarnaast is het
ook noodzakelijk dat de remote rack groep 3 fa;toestellen en modems types V.90, V.34 en V.32 ondersteunt.
De inschrijver geeft duidelijk op hoeveel interfacekaarten/poorten van elk type in de remote rack passen, in welke combinaties ze gebruikt kunnen worden, en welke beperkingen er eventueel zijn (blocking). De inschrijver geeft duidelijke, eenvoudige regels omtrent de ma;imale bezetting van de remote rack.
Alle actieve componenten in de remote rack, met uitzondering van de interfacekaarten moeten bij voorkeur ontdubbeld kunnen worden, zodat de betrouwbaarheid van de remote rack heel hoog kan gemaakt worden.
De inschrijver geeft MTBF-cijfers op voor de verschillende componenten van de remote rack en de interfacekaarten.
De remote rack moet de rol van de call server over kunnen nemen in geval de IP-connectiviteit met die server wegvalt, ofwel moet de remote rack via een alternatieve weg een signalisatiepad met de call server kunnen opzetten, afhankelijk van de door de overheid voorzien configuratie. Op sommige plaatsen is een BRA aansluiting voorzien, dan kan deze weg gebruikt worden voor signalisatie en e;terne gesprekken op deze plaats. Op andere plaatsen is geen BRA aansluiting voorzien, dan moet de remote rack zelfstandig de interne gesprekken kunnen verwerken. De inschrijver beschrijft hoe dit gebeurt, over welk type interface, en welke beperkingen er zijn. Beheer van gebruikers gebeurt enkel ter hoogte van de call server.
De remote rack wordt gevoed op 230 V en kan gemonteerd worden in een 19” rack. Ondersteuning van minstens de G.711 A-law en G.729 codec.
Bij voorkeur bestaat een mechanisme waarbij de remote rack zijn identiteit bewijst ten opzichte van de call server (authenticatie).
Bij voorkeur mogelijkheid tot encryptie van spraak over IP.
De tijdsvertraging geïntroduceerd door de remote rack is minimaal. De inschrijver zal voor elk van de aangeboden interfacekaarten de typische en de ma;imale tijdsvertraging vermelden die ze veroorzaakt. Hij vermeldt ook de e;tra tijdsvertraging bij inschakeling van encryptie.
De inschrijver vermeldt voor elk van de actieve componenten van de remote rack het typische vermogenverbruik.
Het remote rack heeft minstens 1 maar bij voorkeur 2 ethernet 100BaseT interfaces, zodat de remote rack op een redundante manier op het IP netwerk kan aangesloten worden. De inschrijver schetst de configuratie die aanbevolen wordt om de connectiviteit met het IP netwerk met ma;imale bedrijfszekerheid te garanderen.
Configuratie van een remote rack gebeurt vanop afstand. Van zodra het toestel verbonden wordt met het IP-netwerk waar ook de call server op actief is ontvangt het zijn IP adres en configuratie over het netwerk. De call server en de remote rack moeten zich daartoe niet in hetzelfde IP subnetwerk bevinden. De inschrijver legt uit hoe dit gebeurt in zijn offerte.
Configuratie vereist kennis van een administrator paswoord.
Het moet mogelijk zijn vrij interfacekaarten uit te wisselen tussen alle aangekochte remote racks. Kaarten die op overschot zijn in een bepaalde remote rack moeten in een andere remote rack geactiveerd kunnen worden.
Indien de leverancier gedurende de looptijd van het contract verschillende versies remote racks zou leveren, dan verplicht hij zich ertoe het verhuizen van kaarten tussen remote racks in verschillende versies mogelijk te maken door het gratis omruilen van kaarten tussen verschillende versies, en dit binnen een termijn van 2 maand na vraag daartoe van de overheid. Deze dienstverlening garandeert de inschrijver tot 10 jaar na de beëindiging van het contract.
Nieuwe interfacekaarten moeten aan de remote rack toegevoegd kunnen worden, en oude moeten eruit verwijderd kunnen worden zonder dat de remote rack uitgeschakeld dient te worden (hot swappable).
De interfacekaarten die beschikbaar moeten zijn voor de remote rack zijn beschreven in volgende paragrafen.
2.3.2.2.2 Interfacekaart voor analoge gebruikers
Geschikt voor het aansluiten van een analoge telefoon die ook geschikt is voor gebruik op het netwerk van de overheid.
Het type connector op de interfacekaart is RJ-45.
Telefoons moeten over grote afstanden (>5km) met de remote rack verbonden kunnen worden. De inschrijver vermeldt de ma;imale afstand in de veronderstelling dat de bekabeling tussen analoge telefoon en remote rack gebeurt met koperkabel met diameter van 1mm zoals beschreven in het deel over het bestaande netwerk. Eventueel kan de inschrijver een andere variant van de kaart presenteren, die juist toelaat gebruikers over afstanden van meerdere km te verbinden. De inschrijver kan hiervoor de bijlage van de suggesties gebruiken.
Zonder spraakactiviteit worden geen IP pakketten gegenereerd. (“Voice activity detection, silence suppression”)
Er is generatie van ruis aan de ontvangstzijde, zodat een gebruiker een verschil hoort tussen het wegvallen van een verbinding en stilzwijgen aan de andere kant van de lijn ( “Comfort noise generation”).
G.168 Echo onderdrukking is geïmplementeerd.
De inschrijver vermeldt het aantal aansluitingen die mogelijk zijn op de kaart die hij aanbiedt; andere kaarten met meer of minder aansluitingen kunnen best in de suggesties beschreven worden
De nummervorming moet via DTMF kunnen gebeuren.
2.3.2.2.3 Interfacekaart voor digitale gebruikers
Geschikt voor het aansluiten van een telefoon of fa; type Euro ISDN BA.
Telefoons moeten over grote afstanden met de remote rack verbonden kunnen worden. De inschrijver vermeldt de ma;imale afstand in de veronderstelling dat de bekabeling tussen telefoon en remote rack gebeurt met koperkabel met diameter van 1mm zoals beschreven in het deel over het bestaande netwerk.
Zonder spraakactiviteit worden geen IP pakketten gegenereerd. (“Voice activity detection, silence suppression”)
Er is generatie van ruis aan de ontvangstzijde, zodat een gebruiker een verschil hoort tussen het wegvallen van een verbinding en stilzwijgen aan de andere kant van de lijn ( “Comfort noise generation”).
G.168 Echo onderdrukking is geïmplementeerd.
2.3.2.2.4 Trunk Interface ISDN BA
Geeft de mogelijkheid het IP telefonie netwerk te koppelen met oa de Belgische publieke operatoren. De inschrijver zal de programmatie opgeven die gebruikt moeten worden om via deze interfacekaart te koppelen met de publieke operatoren Belgacom en Mobistar.
De ISDN netwerkinterfaces zijn compatibel met de specificaties welke door Belgacom en de andere in België actieve operatoren worden gesteld in het kader van de RTTE-richtlijn welke publicatie van de karakteristieken verplicht stelt. Ingeval er verschil is tussen de kenmerken van meerdere netwerken dienen de specificaties van het Belgacom-netwerk gevolgd te worden.
De ISDN BRA netwerkinterfaces zijn geschikt voor dubbelgericht verkeer, teneinde inkomende en uitgaande gesprekken toe te laten op standaard ISDN BRA interfaces.
Elk individueel circuit op elke ISDN netlijnkaart kan zowel ingesteld worden voor T0 (Trunk) als voor S0 (Subscriber) interface werking. De omschakeling gebeurt hardwarematig of softwarematig.
Het systeem bevat mechanismen voor synchronisatie ten aanzien van het netwerk, zodat elke aparte BRA-interface onafhankelijk kan functioneren van de andere interfaces.
Elke T0-interface kan desgewenst ingesteld worden voor punt-tot-punt werking als voor punt-tot- multipunt werking. Deze instelling op Layer2-niveau gebeurt softwarematig.
De T0-interfaces hebben geen behoefte aan fantoomvoeding teneinde het publieke netwerk te detecteren.
De T0-interfaces zijn invariant ten opzichte van de polariteit van de fantoomvoeding : ingeval de voedingsspanning van de NT1 wordt uitgeschakeld en de polariteit van de fantoomvoeding omkeert wordt de T0-interface niet geaffecteerd noch wordt een eventueel actief gesprek verbroken.
Per circuit is de nodige hardware voorzien teneinde de 100V afsluitweerstanden te activeren of desactiveren (steeds per zend- en ontvangstpaar).
Het is niet nodig om specifieke hardware te installeren om ISDN ta;atie-informatie te ontvangen en te decoderen. Het systeem ondersteunt zowel AOC op basis van Units als op basis van Currency, zelfs simultaan.
2.3.2.2.5 ISDN fractionele PRA trunk interface
Geschikt voor koppeling van het IP telefonie netwerk met Belgische publieke operatoren dankzij werkingsmode volgens de EURO ISDN standaard
De interfacekaart is voldoende performant om simultane bezetting van alle tijdssloten op de aanwezige 2Mb-poorten toe te laten. De inschrijver vermeldt alle eventuele beperkingen/ aanbevelingen op dat vlak.
Het moet mogelijk zijn het gebruikte aantal kanalen op het 2Mb circuit te beperken:
− waarbij enkel de uiterste kanalen gebruikt worden om uitgaande en inkomende oproepen mogelijk te maken (vb kanalen 1 tot 5 oplopend, en 30 tot 26 aflopend)
− waarbij enkel bijvoorbeeld kanalen 1 tot 15 gebruikt worden (circulair).
Op de kaart zijn LEDs aanwezig die minstens toelaten te zien of de kaart actief is en of via elk van de
2Mb poorten een op fysiek niveau correct 2Mb signaal ontvangen wordt. De inschrijver vermeldt het aantal poorten per kaart.
Meerdere poorten van de remote rack kunnen samen gebundeld worden tot trunkgroepen. Een trunkgroep kan zo geconfigureerd worden dat zijn kanalen lineair doorlopen worden of circulair. Bij circulaire programmatie wordt bij elk nieuw gesprek telkens het volgende kanaal gebruikt, zodat na verloop van tijd alle kanalen van de trunkgroep gebruikt zijn.
Xxxxxxxxx met publieke operatoren
De ISDN netwerkinterfaces zijn compatibel met de specificaties welke door Belgacom en de andere in België actieve operatoren worden gesteld in het kader van de RTTE-richtlijn welke publicatie van de karakteristieken verplicht stelt. Ingeval er verschil is tussen de kenmerken van meerdere netwerken dienen de specificaties van het Belgacom-netwerk gevolgd te worden.
De ISDN PRA netwerkinterfaces zijn geschikt voor dubbelgericht verkeer, teneinde inkomende en uitgaande gesprekken toe te laten op standaard ISDN PRA interfaces.
Per PRA-circuit is het mogelijk om de CRC4-detectie te activeren of te desactiveren. Deze instelling geschiedt softwarematig.
Het is niet nodig om specifieke hardware te installeren om ISDN ta;atie-informatie te ontvangen en te decoderen. Het systeem ondersteunt zowel AOC op basis van Units als op basis van Currency, zelfs simultaan.
Optioneel kan elke interface ingesteld worden voor T2 (Trunk) of voor S2 (Subscriber) interface werking. De omschakeling gebeurt hardwarematig of softwarematig.
Het systeem bevat mechanismen voor synchronisatie ten aanzien van het netwerk, zodat elke aparte PRA-interface onafhankelijk kan functioneren van de andere interfaces, zelfs ISDN BRA interfaces. Optioneel kan deze kaart andere protocols verwerken voor koppeling met andere PABXen, zoals DPNSS en QSIG, of andere Q.931 gebaseerde protocols of systeemgebonden protocols.
2.3.2.2.6 Analoge trunk kaart
De analoge trunk kaart dient voor koppeling naar e;terne centrales. De koppeling gebeurt naar analoge lijnen op de andere centrale en dient voor uitgaand verkeer; de omgekeerde richting wordt gedaan op een zelfde manier, dus via een trunk in de andere centrale en analoge koppeling op de centrales van de overheid.
De trunk wordt gekozen via een prefi; waarna op de e;terne centrale elk intern nummer kan bereikt worden. De oproeper moet niet wachten op dial tone op de e;terne centrale, maar mag onmiddellijk het volledige nummer (prefi; + intern nummer) intoetsen. Ook fa;- en modemverkeer moet mogelijk zijn over deze link.
Het aantal poorten bedraagt minstens 4.
2.3.2.3 Tele2oontoestellen en adapters
2.3.2.3.1 Algemene eisen voor analoge toestellen
Wegens het grote aantal analoge toestellen die in eerste instantie behouden zullen blijven dienen er nog analoge toestellen geleverd te worden.
De niet-wandtoestellen zijn uit te rusten met een aansluitsnoer van ma;imaal 6, minimaal 4 meter lengte. Het aansluitsnoer dient inplugbaar te zijn in het telefoontoestel, teneinde het toestel te kunnen voorzien van een ander aansluitsnoer zonder dat het telefoontoestel dient geopend te worden.
De aansluitsnoeren worden voorzien van een RJ45-connector langs de kant waar de toestellen in het telefoonstopcontact dienen geplugd te worden ingeval het toestel wordt aangesloten op gestructureerde bekabeling.
De aansluitsnoeren worden voorzien van een RJ11-connector langs de kant waar de toestellen in het telefoonstopcontact dienen geplugd te worden ingeval het toestel wordt aangesloten op gewone, bestaande bekabeling (typisch Cat 3). Een tetrapolaire opbouwstekker wordt tevens meegeleverd in dergelijke situatie, teneinde aansluiting op de standaard Belgacom stopcontacten toe te laten.
De toetsen zijn voorzien van Nederlandse woorden. De informatie op de display (indien voorzien) kan in Nederlands of Engels gegeven worden, instelbaar per gebruiker.
Op alle nieuwe toestellen dient op een degelijke manier het eigen nummer en het algemeen intern noodnummer vermeld staan.
De mogelijkheid tot het wijzigen van de belmelodie dient op alle toestellen te zijn voorzien.
2.3.2.3.2 Algemene eisen voor de IP-toestellen
De toestellen zijn aansluitbaar op een RJ-45 outlet en worden aangesloten door middel van Categorie 5E of Categorie 6 bekabeling (zie ook hoofdstuk "bekabeling"). Een soepel kabelsnoer met een lengte tot 5 meter is standaard te voorzien bij elk telefoontoestel, langere aansluitsnoeren worden afzonderlijk vergoed.
De toestellen worden hetzij gevoed vanaf een powerhub, die tussen de dataswitch en het IP toestel geschakeld wordt, hetzij op basis van de norm IEEE 000.0.xx .
Er wordt geen gebruik gemaakt van een afzonderlijke voedingsaansluiting op de plaats waar het telefoontoestel staat opgesteld tenzij ingeval van aansluiting van supplementaire modules waarvoor de beschikbare voeding niet volstaat.
Op de display (indien aanwezig) verschijnt een contekstgevoelige helpfunctie die de gebruiker helpt bij het maken van een keuze voor een bepaalde functie, afhankelijk van de toestand waarin de gebruiker zich bevindt. Bij niet gebruik van het toestel dient de tijd op het display (indien voorzien) afgebeeld te worden.
De telefoontoestellen bevatten een interne geïntegreerde 100 Mbps netwerkkaart, die aansluiting op een 100 Mbps switched Ethernet switch mogelijk maakt. Deze netwerkkaart ondersteunt bovendien minstens volgende protocols om de nodige garantie te kunnen leveren voor ‘Quality of Service’, zodat ten allen tijde de spraakcommunicatie verzekerd wordt:
- IEEE 802.1p/Q op laag 2
- IETF DiffServ (IP precedence/Type of Service) op laag 3
Detectie van spraakactiviteit: enkel wanneer het toestel spraak detecteert stuurt het pakketten over het IP netwerk (“Voice activity detection, silence suppression”)
Generatie van ruis aan de ontvangstzijde, zodat een gebruiker een verschil hoort tussen het wegvallen van een verbinding en stilzwijgen aan de andere kant van de lijn ( “Comfort noise generation”).
De tijdsvertraging geïntroduceerd door het toestel is minimaal. De inschrijver zal voor elk van de aangeboden toestellen de typische tijd vermelden die verloopt tussen het ogenblik waarop een akoestisch signaal de microfoon in de hoorn bereikt, en het ogenblik waarop dit akoestische signaal in gedigitaliseerde vorm het toestel verlaat onder de vorm van een IP pakket over de ethernet aansluiting. Hij vermeldt de bijkomende tijdsvertraging veroorzaakt door het inschakelen van encryptie of andere codec.
Eventuele upgrades/aanpassingen van de software van de IP toestellen zullen ook automatisch vanop een centrale plaats kunnen afgehaald, geïnstalleerd en geactiveerd worden op het toestel zelf, zonder tussenkomst van de gebruiker. De inschrijver detailleert dit proces in zijn offerte.
Toestellen met 2 ethernet interfaces (waarbij de 2e interface gebruikt kan worden om een PC aan te sluiten) moeten de telefonietrafiek prioriteit verlenen tov datatrafiek. Bovendien zullen dergelijke toestellen IP telefonie pakketten een andere VLAN tag (802.1q) toekennen dan data pakketten.
In de toestellen is bij voorkeur een SNMP agent met MIBv2 geïntegreerd.
De toestellen ondersteunen bij voorkeur SIP protocol om fabrikant-onafhankelijk te kunnen werken.
2.3.2.3.3 Analoog toestel
Zowel voor tafelopstelling als voor wandophanging.
Het toestel dient minimaal te voldoen aan de volgende eisen:
- modulaire opbouw van minimaal 3 onderdelen, d.w.z.
- toestel (basis met printed circuit, toetsen, …)
- hoorn
- spiraalsnoer
- minimum 3 vrij programmeerbare toetsen
- 10-nummergeheugen met individuele toets per nummer
- symbolen van toetsen volgens internationale standaarden
- herhaling van het laatst opgeroepen nummer d.m.v. een toets
- DTMF-sturing (0…9, * en #) van de gevormde cijfers
- Klavier met weergave van alfabet (2 = ABC, …) volgens internationale standaard
- R-toets (hookflash) volgens Belgische standaard (125ms+/- 30ms) voor activatie van supplementaire diensten
- regeling van het belvolume
De wandtoestellen worden direct op de kabel afgewerkt. De druktoetsen bevinden zich niet in de hoorn.
Het logo van de firma of de leverancier is op niet-wisbare wijze aangebracht.
2.3.2.3.4 Half-dicht muurtelefoontoestel
Voor deze toestellen gelden de beschikkingen van TB.400
2.3.2.3.5 IP-toestel type 1
Dit IP-telefoontoestel is een goedkoop instapmodel, dat toelaat telefoonoproepen te initiëren en ontvangen. Het toestel vereist dus geen geavanceerde functionaliteit. Dit toestel moet compatibel zijn met IP telefooncentrales van andere leveranciers. De compatibiliteit wordt gerealiseerd door het feit dat het toestel SIP moet kunnen spreken met de gateway.
Het toestel type 1 (low end) dient minimaal te voldoen aan volgende eisen:
- Optioneel : LCD-scherm met minimaal 1 regel van 16 alfanumerieke karakters met optioneel weergave van nummer van oproeper
- Herhaling van het laatst gevormde nummer
- Regeling van belvolume en –toon
- Volume regelbaar in minimaal 3 stappen
- Minimaal 3 belmelodieën selecteerbaar
- Luidsprekervolumeregeling
- Mogelijkheid tot sturen van DTMF frequenties in gesprek Dit toestel kan gebruikt worden als tafel- of muurtoestel.
2.3.2.3.6 IP-toestel type 2
Het toestel type 2 (medium end) heeft dezelfde mogelijkheden als het standaard toestel maar heeft bovendien volgende kenmerken :
- LCD-scherm met minimaal 1 regel van minimaal 16 karakters voor aanduiding van datum en tijd, nummer en/of naam van de gesprekspartner
- Aanwezigheid van minimum 3 softkeys met functie afhankelijk van de status van het gesprek of van het toestel
- Minimum 5 programmeerbare toetsen
- Luidspreker- en handsetvolumeregeling
- Handenvrije werking
- Oproep in Wacht indicatie
- Weergave van nummer van oproeper in formaat, aangepast voor terugbellen of opslag in geheugen
- Boodschap in wacht indicatie (voice mail) via LED of vergelijkbaar
- Regeling van belvolume en –toon
- Volume regelbaar in minimaal 3 stappen
- Minimaal 3 belmelodieën selecteerbaar
- Uitschakelbare microfoon (MUTE functie)
- Mogelijkheid tot sturen van DTMF frequenties in gesprek
- Weergave van alfabet op toetsen conform ITU standaard (2 = ABC, …)
- Optioneel : mogelijkheid tot aansluiting van koptelefoon
De compatibiliteit wordt gerealiseerd door het feit dat het toestel SIP moet kunnen spreken met de gateway.
2.3.2.3.7 IP-toestel type 3
Het toestel type 3 (high end) heeft dezelfde mogelijkheden als het middenklasse toestel type 1 maar heeft als e;tra kenmerken :
- Een groot LCD-scherm met minimaal 3 regels van elk 20 karakters voor de aanduiding van boodschappen
- Aanwezigheid van minimum 3 softkeys met functie afhankelijk van de status van het gesprek of het toestel
- Minimum 10 programmeerbare toetsen met LED-indicator voor verkorte nummering en/of functies
- Geheugen voor minstens 30 namen met bijhorende nummer
- Herhaling 5 laatst gevormde nummers
- Automatische registratie van 10 laatste niet-beantwoorde oproepen (weergave van CLI in formaat geschikt voor terugbellen)
- Luidspreker- en handsetvolumeregeling
- Handenvrije werking
- Uitschakelbare microfoon en luidspreker
- Oproep in Wacht indicatie
- Met weergave van nummer van oproeper in formaat geschikt voor terugbellen
- Boodschap in wacht indicatie (voice mail) via LED of vergelijkbaar
- Regeling van belvolume en –toon
- Volume regelbaar in minimaal 3 stappen
- Minimaal 3 belmelodieën selecteerbaar
- Uitschakelbare microfoon (MUTE functie)
- Mogelijkheid tot sturen van DTMF frequenties in gesprek
- Weergave van alfabet op toetsen conform ITU standaard (2 = ABC, …)
- Mogelijkheid tot uitsturen van berichten naar ander toestel via klavier, zowel in gespreksfase als uit gespreksfase
- Optioneel : mogelijkheid tot aansluiting van koptelefoon
- Optioneel : mogelijkheid tot ondersteuning van e;tra functionaliteit door toevoeging van een module (a/b-functionaliteit, ISDN-functionaliteit, V/X-interface support)
- Optioneel : mogelijkheid tot verhoging van het aantal functietoetsen door toevoeging van e;tra modules
2.3.2.3.8 IP-Toestel voor operator van de wachtdienst
Het gaat om een toestel dat gebruikt wordt door de meer veeleisende gebruiker. Het heeft volgende eigenschappen:
- 2 ethernet poorten (één kant netwerk, 1 voor het koppelen van een PC)
- Een groot LCD-scherm met minimaal 3 regels van elk 20 karakters voor de aanduiding van boodschappen
- Gemakkelijke herhaling van de laatste 5 oproepen (“redial”).
- Gemakkelijk doorschakelen van een oproep.
- Gemakkelijk opzetten van conferentiegesprekken met minstens 3 deelnemers.
- Gemakkelijk automatisch terugbellen bij bezet/ afwezig
- Opslaan van minimaal 20 telefoonnummers .
- Minimaal 10 sneltoetsen. De sneltoetsen kunnen gelabeld worden. Labels kunnen gemakkelijk vervangen worden. De sneltoetsen geven toegang tot faciliteiten of telefoonnummers, en zijn programmeerbaar.
- Antwoordapparaat, met indicatie van aanwezigheid van nieuwe berichten.
- Full duple; handenvrije mode.
- Volume regeling van xxxxxxxx en van gesprekssignaal
- Mogelijkheid tot gebruik van headset. Bij voorkeur kunnen ook headsets van andere leveranciers gebruikt worden in combinatie met de telefoon.
- Mogelijkheid tot uitbreiding tot minstens 60 sneltoetsen.
De toetsen zijn voorzien van LEDs die volgende functies kunnen onderscheiden:
- toestel is vrij/in ruststand;
- toestel is in gesprek;
- interne oproep;
- e;terne oproep.
2.3.2.3.9 VoIP Adapters
Soms is het niet mogelijk of te duur het IP netwerk tot bij alle gebruikers van het telefonienetwerk te brengen. In andere gevallen kan de bestaande gebruikersapparatuur niet zonder meer vervangen worden door een IP variant. Voor al die gevallen zal de inschrijver adapters aanbieden die de vertaling maken tussen de huidige gebruikersapparatuur en de nieuwe IP (telefonie) omgeving. Adapters worden gebruikt daar waar slechts een heel beperkt aantal circuits omgevormd moeten worden naar IP, terwijl de gateways gebruikt worden voor grotere sites.
De inschrijver zal verschillende adapters aanbieden, zodat volgende “klassieke” apparatuur compatibel kan gemaakt worden met de IP (telefonie) omgeving:
- analoge telefoon
- digitale telefoon
- fa;
- modem
Eventueel (en bij voorkeur) kunnen verschillende gebruikersapparaten door éénzelfde type adapter ondersteund worden.
Al deze adapters hebben volgende eigenschappen gemeen:
- Ze worden gebruikt wanneer een heel beperkt aantal toestellen gekoppeld moeten worden. De inschrijver zal minstens een e;emplaar aanbieden geschikt voor het koppelen van 1 telefoon, fa; of modem. Indien de inschrijver over modellen beschikt die meer aansluitingen toelaten, dan zal hij dit vermelden in de suggesties, en de prijslijst aanvullen met prijzen voor die toestellen. De inschrijver zal de beperkingen wat betreft het aantal simultane communicaties die door de adapter kunnen afgehandeld worden vermelden.
- De inschrijver zal de ma;imale afstand vermelden tussen telefoontoestel, fa; of modem en VoIP adapter, in de veronderstelling dat de bekabeling ertussen gebeurt met Cat 3 koperkabel met diameter van 1mm. Omdat dikwijls telefoons via koperkabel over grotere afstanden (orde km) verbonden dienen te worden is het belangrijk dat de afstand tussen telefoontoestel en VoIP adapter zo groot mogelijk kan zijn.
- Ze worden gevoed door middel van 230V AC netspanning. Ze worden geleverd met een netsnoer van minimaal 4m.
- Bij voorkeur bestaat ook een versie voor -48V DC gelijkspanning.
- Compatibel met de voorgestelde gateway.
- Communicatie met de gateway is bij voorkeur volledig compatibel met SIP.
- De tijdsvertraging geïntroduceerd door de VoIP adapter is minimaal. De inschrijver zal voor elk van de aangeboden toestellen de typische tijdsvertraging vermelden die het veroorzaakt. Hij vermeldt ook de e;tra tijdsvertraging bij inschakeling van encryptie of codec.
- Werkt in temperatuurbereik 0-40°C, en bij een relatieve luchtvochtigheid van 10 tot 95% (niet condenserend). Hoewel de normale werking verstoord kan worden moet het toestel temperaturen van -10 tot 60°C kunnen doorstaan zonder blijvende schade.
- Configuratie van het toestel vereist kennis van een administrator paswoord.
2.3.2.3.9.1 VoIP adapter voor analoge telefoon
- Geschikt voor het aansluiten van een analoge telefoon
- Aansluiting van telefoon via RJ11-connector.
- Betrouwbare transmissie van DTMF signalering.
- Herkenning van de R-toets (125 msec)
- Detectie van spraakactiviteit. Zonder spraakactiviteit worden geen IP pakketten gegenereerd. (“Voice activity detection, silence suppression”)
- Generatie van ruis aan de ontvangstzijde, zodat een gebruiker een verschil hoort tussen het wegvallen van een verbinding en stilzwijgen aan de andere kant van de lijn ( “Comfort noise generation”).
- G.168 Echo onderdrukking
- Ma;imale ringer load minstens 5 REN
2.3.2.3.9.2 VoIP adapter voor fa;
- Geschikt voor het aansluiten van een fa;toestel groep 2/3
- Conform ITU T.38
2.3.2.3.9.3 VoIP adapter voor modem
- Geschikt voor het aansluiten van V.32, V.34 en V.90 modems op een betrouwbare manier (MoIP).
- Conform ITU V.150.1 – universal modem relay .De inschrijver dient te specificeren hoe de modemcommunicaties via deze adapter verlopen, en welke snelheden ondersteund worden.
2.3.2.3.10 GSM box
De GSM-bo; aangesloten op de telefooncentrale laat de directe verbinding toe naar het GSM-netwerk, in de plaats van een vaste oproep naar een GSM-toestel. Dit biedt de gebruikers steeds een voordelig oproeptarief. Bij bezetting van dit kanaal wordt automatisch overgegaan op de gewone lijnen. De GSM-
bo; wordt aangesloten op een gewone digitale abonnee van de telefooncentrale (BRA). De nodige LCR- programmatie voor oproepen naar mobiele toestellen maken intergraal deel uit van ingediende prijsofferte. De nodige SIM-kaart zal door de overheid ter beschikking worden gesteld.
2.3.2.3.11 Power over Ethernet module
− Voldoet aan IEEE802.3af POE standaard
− Data and Power over Ethernet kabel
− Diagnostic LEDs
− AC input 230 V
− DC output 48 VDC
− Single Port
− Minimum 15W
2.3.2.4 Server met beheersysteem
De overheid hecht een grote waarde aan een performant beheersysteem voor het nieuwe telefonienetwerk. Het beheersysteem moet voldoen aan de volgende eigenschappen.
2.3.2.4.1 Algemeen
Toegang via webbrowser, tot 15 simultane gebruikers in basisversie
Verschillende gebruikersprofielen moeten gedefinieerd worden, met toegang tot verschillende applicaties al naargelang het profiel.
Minimale hardware vereisten : dual 2,4 GHz, 45 GB, RAID 5 met 128 KB cache, RAM 1,5 GB, systeem voor archivering op bijv tape of DVD
De overheid vestigt er de aandacht op dat de configuratie van de server met zijn beheersysteem om te voldoen aan de hieronder gestelde eisen, en om te zorgen voor een goede werking van het telefoniesysteem, is inbegrepen in de post “leveringen”, zoals dit voor elk toestel in deze post inbegrepen is.
2.3.2.4.2 LDAP directory
Een LDAP directory moet opgebouwd worden. Deze moet voorzien zijn van de nodige zoekmogelijkheden om gegevens over gebruikers terug te vinden. Tot 10000 entries met tot 25 eigenschappen per entry moeten mogelijk zijn. De directory moet toegankelijk en ondervraagbaar zijn via een webbrowser. Mogelijke entries zijn :
• Departementen
• Administraties
• afdelingen
• steden
• personen
• lokalen
• groepen
Ze worden gegroepeerd in de boomstructuur van de organisatie.
Er zijn 3 delen in deze directory :
• company directory : de organisatie van het bedrijf
• system directory met de apparatuur en de topologie
• adres boek
2.3.2.4.3 Performantie van het voice-over-ip-netwerk
Performantie van het voice-over-ip-netwerk en dus ook van het ip-netwerk moet gemeten worden. Voice-over-IP volume tracking laat pro-actief management toe van het netwerk.
Het gaat om eigenschappen als
• Kwaliteit en evolutie van de kwaliteit. Informatie wordt gemeten over sent, received en lost packets. Kwaliteit van de transmissie wordt weergegeven door o.a. round-trip delay
• responstijd van het netwerk
• volume en kwaliteit van VoIP traffiek
• Bezetting van de verschillende linken, zowel intern als e;tern
• MOS score statistieken
2.3.2.4.4 Alarmen
Het systeem beschikt over een alarmfunctie met notificatie via e-mail en uitvoeren van een te definiëren e;ecutable die dan bijvoorbeeld een SMS uitstuurt of een fa;. Het systeem geeft ook reeds een eerste diagnose van het alarm. Het systeem genereert ook statistieken in verband met deze alarmen zoals tijd van oplossing, overzichten per maand, jaar, … en dit onder de vorm van grafieken.
De alarmapplicatie centraliseert alle alarmen van alle apparatuur incl deze van het beheersysteem zelf. De alarmen worden voorgesteld a.d.h.v. verschillende kleuren volgens de ernst van het alarm. Alarmen kunnen verwijderd, gecleard en geacknowledged worden. De beschrijving van een alarm bevat minstens een identificatienummer, een gradatie van xxxxx, het object, de tijd, bijkomende informatie en een eerste fout diagnose. Ook events worden weergegeven. Filtering van alarmen of events is mogelijk.
De melding van alarmen naar de onderhoudsaannemer kunnen afhankelijk gemaakt worden van het type, de ernst, van het alarm.
2.3.2.4.5 Performantie van het telefonienetwerk en taxatie
Het moet mogelijk zijn om het telefoonverkeer per telefoon te gaan bekijken. De overheid wil een zicht hebben op het gebruik (I/O) van de verschillende telefoons in het netwerk, per telefoon. Op die manier moet het mogelijk worden om te zien welke telefoons kunnen afgeschaft worden, maar ook per dienst in het netwerk de kosten door te rekenen overeenkomend met het gebruik van de telefoons door deze dienst.
Op aanvraag wordt de gezochte informatie uitgeprint. Per oproep, of deze rechtstreeks gebeurt of wordt aangevraagd via het bedieningstoestel, moeten minimum de volgende gegevens vastgelegd worden:
• toestelnummer,
• datum en uur van het gesprek,
• opgeroepen netnummer,
• oproepend nummer,
• duurtijd van het gesprek,
• kostprijs
• indicatie van specifieke codes, zoals DISA
• optioneel blokkeren van de eerste of laatste digits van het gevormde nr (privacy)
• optioneel indiceren van getransfereerde gesprekken
Het programma voor de analyse van de gesprekken laat minimum volgende selectiecriteria toe:
• datum,
• aantal ta;atiepulsen,
• duurtijd van de gesprekken,
• opgeroepen netnummer
• oproeper (CLI)
• kostenplaatsen, d.i. een groepering van meerdere CLI die behoren tot dezelfde administratieve entiteit
Vooral de mogelijkheid tot het genereren van kostenplaatsen, met bijhorende sub-kostenplaatsen, dient voorzien te worden. Dit kan bijvoorbeeld dienen om de algemene kosten te bepalen in functie van een departement, met aparte opsplitsingen per afdeling of cel.
De kosteninformatie zal toegankelijk zijn voor zowel de administrator als de individuele gebruiker. De gebruikers kunnen de details analyseren van hun persoonlijke oproepen.
Het kostenregistratie systeem moet over de mogelijkheid beschikken om de gegevens te e;porteren naar andere software programma’s (bijv. E;cel, CSV).
Het kostenregistratiesysteem moet beschikken over een aantal vooraf gedefinieerde rapporten zodat het genereren van rapporten zeer eenvoudig en vlug kan verlopen. De mogelijkheid tot het genereren van zelf gemaakte rapporten moet eveneens voorzien zijn.
Het kostenregistratiesysteem moet eveneens toelaten om de rapporten grafisch weer te geven (histogrammen).
De aangeboden oplossing moet toelaten om de gesprekskosten te bepalen. De berekening kan gebeuren op basis van e;terne ta;atiepulsen op binnenkomende of uitgaande lijnen (ISDN of PSTN 16kHz pulsen) of op basis van de tijdsindicaties in de CDR records.
Op ISDN niveau dienen zowel AOC-D en AOC-E ondersteund te worden; AOC-S is optioneel ondersteund.
Wanneer de oplossing gebaseerd is op de CDR informatie moet het aangeboden ta;atie systeem zelf de tijdsduur van het gesprek kunnen berekenen. Hierbij dient het mogelijk te zijn om een ‘nationale tabel’ en een ‘internationale tabel’ te laden in het systeem met koppeling naar datum en tijd (tarief tijdens / buiten werkuren, datum-relatie, ..)
2.3.2.4.6 Rapportering
Rapporten moeten mogelijk zijn van traffiek, volume, gespreksduur. Rapporten kunnen in verschillende formaten gegenereerd worden : t;t, pdf, html, ;ls. Gepersonaliseerde rapporten moeten mogelijk zijn.
2.3.2.4.7 Topologie
Topologie met o.a. grafische representatie van het netwerk en eventuele subnetwerken, de servers, van de racks en van de kaarten en de status ervan (OK/NOK)
2.3.3 Configuraties van de verschillende centrales
2.3.3.1 Algemeen
Remote rack(s) uitgerust met de nodige randapparatuur om deze configuratie te doen werken zoals beschreven, zoals voedingsmodule, lokale intelligentie indien nodig, montage-accessoires,…
De ingenomen ruimte in een 19” kast dient ma;imaal beperkt te worden.
De configuratie van elke centrale voor de huidige (gekende) gebruikers is inbegrepen in de post “leveringen”. De overheid doet de bestellingen bij de operator(en) voor de connecties naar het publieke netwerk; de voorbereidingen dienen echter te gebeuren door de inschrijver (gereedmaken van de bestelbonnen) evenals de afspraken ter voorbereiding van de uitvoering en de coördinatie voor en tijdens de indienststelling van de lijnen naar de publieke operatoren. De kosten hiervoor zijn inbegrepen in de kostprijs van de centrales.
2.3.3.2 Con2iguratie voor kleine centrales
De overheid voorziet op een aantal plaatsen een kleine centrale te zetten daar waar er momenteel nog geen centrale staat. Het gaat om plaatsen waar een aantal (langere) analoge lijnen passeren. Op deze manier kunnen de meeste versterkers, die momenteel in het netwerk staan, verdwijnen. Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
- 12 analoge netlijnen
- licenties voor 5 ip-telefoons
- compressoren voor 5 gelijktijdige gesprekken
- kaart voor netwerkaansluiting
De ingenomen hoogte in een 19" kast mag ma;imum 3U zijn (e;clusief eventuele uitbreidingen).
2.3.3.3 de uitrusting van de T70
Alles wordt omgebouwd naar volgend systeem :
2 Ip- interface voor de verbinding met het netwerk
348 348 analoge lijnen
64 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
64 Software licenties voor Ip toestellen
6 PRA lijnen
4 BRA lijnen
6 Analoge trunk lijnen naar e;terne centrales Deurne luchthaven en afdeling EMA
2.3.3.4 de uitrusting van het PENTAGON
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
2 Ip- interface voor de verbinding met het netwerk
80 80 analoge lijnen
17 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
24 Software licenties voor Ip toestellen
4 PRA lijnen
2 BRA lijnen
2.3.3.5 uitrusting voor AALST
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
48 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
17 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
1 BRA aansluiting
2.3.3.6 uitrusting voor BEVEREN
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
96 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
12 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.7 uitrusting voor BRUGGE
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
72 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
18 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
1 BRA aansluiting
2.3.3.8 uitrusting voor EVERGEM
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
24 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
10 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.9 uitrusting voor FEDPOL GENT
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
24 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
13 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.10 uitrusting voor MERELBEKE
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
80 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
22 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
1 BRA aansluiting
2 Analoge trunk lijnen naar e;terne centrale Werkhuis Sint-Denijs-Westrem
2.3.3.11 uitrusting voor NIEUWPOORT
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
32 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
12 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.12 uitrusting voor OOIGEM
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
24 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
10 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.13 uitrusting voor OOSTENDE
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
80 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
19 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
1 BRA aansluiting
2.3.3.14 uitrusting voor OUDENAARDE
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
32 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
17 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.15 uitrusting voor WEVELGEM
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
96 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
22 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
1 BRA aansluiting
2.3.3.16 uitrusting voor ZEEBRUGGE
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
96 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
19 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
4 Analoge trunk lijnen naar e;terne centrale MBZ
2.3.3.17 uitrusting voor ZELZATE
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
80 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
19 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.18 uitrusting voor KENNEDY ANTWERPEN
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
206 analoge lijnen
2 BRA
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
32 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
2 Analoge trunk lijnen naar e;terne centrale Federale Politie
13 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.19 uitrusting voor JAN DE VOSTUNNEL ANTWERPEN
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
68 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
22 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
10 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.20 uitrusting voor TIJSMANS ANTWERPEN
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
84 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
19 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
2 BRA
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.21 uitrusting voor RUPPELTUNNEL BOOM
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
80 analoge lijnen
2 BRA
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
19 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2 Analoge trunk lijnen naar e;terne centrales
2.3.3.22 uitrusting voor DESSEL
Een remote rack gekoppeld op de telefooncentrale van de Craeybeck;tunnel
55 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
15 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.23 uitrusting voor HERENTALS
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
55 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
15 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.24 uitrusting voor LEUVEN
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
48 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
14 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.25 uitrusting voor LUMMEN
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
71 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
18 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
2 BRA
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.26 uitrusting voor MAASMECHELEN
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
55 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
15 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.27 uitrusting voor MACHELEN
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
48 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
14 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
1 BRA
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.28 uitrusting voor MECHELEN
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
64 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
17 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
1 BRA
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.29 uitrusting voor RUISBROEK
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
70 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
18 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
2 BRA
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.3.30 uitrusting voor ST JOB IN ‘T GOOR
Het gaat om remote rack(s) uitgerust met :
71 analoge lijnen
1 Ip kaart voor de connectie met het netwerk van de klant
18 Compressoren voor het aantal simultane gesprekken met de andere sites
2 BRA
5 Software licenties voor Ip toestellen
2.3.4 Bekabeling
2.3.4.1 Algemeen
2.3.4.1.1 Contactdozen voor telefonie
De contactdozen zijn van het type RJ45 cat 5e en zijn enkelvoudig uitgevoerd. De contactdozen worden voorzien van een label.
2.3.4.1.2 Telefoniebekabeling
De telefoniebekabeling wordt uitgevoerd in UTP-cat 5e kabel 4 paar, met uitzondering van de kabels tussen verdeelblokken van het netwerk van de overheid en de patchpanelen in de centrale sites. De kabels worden in buizen, kabelgoten en wandkanalen aangelegd.
2.3.4.1.3 Uitmeten en certificeren van telefonieaansluitingen
Na montage van alle onderdelen wordt elke aansluiting uitgetest. Uit het testrapport moet blijken dat de aansluitingen conform het EIA/TIA 568B en EN50173 protocol zijn uitgevoerd, tevens wordt de kabellengte en de NVT-waarde vermeld
Elke aansluiting dient Cat 5e gecertificeerd te worden, met hardware garantie van de leverancier.
2.3.4.1.4 Leidingen
Volgende type van leidingen wordt aangewend:
- UTP-kabel, geplaatst onder versterkte PVC-buizen, in kabelgoten en in wandkanalen.
De versterkte PVC-buizen zijn grijs in de massa gekleurd, de vermelding "versterkt" dient op de buizen te zijn gedrukt. Bij in zicht geplaatste buizen worden de vrije uiteinden afgewerkt met grijs in de massa gekleurde eindtullen.
De ingewerkte en aan het plafond bevestigde buisleidingen worden vastgehecht met stalen zadelbeugels. De afstand tussen twee bevestigingspunten bedraagt, ma;imum 60 cm. De ingewerkte leidingen worden na montage beschermd met een laag cementmortel, samengesteld uit drie delen rijnzand en één deel cement 32,5. Het pleisterwerk wordt in perfecte staat hersteld. De in zicht geplaatste buisleidingen worden bevestigd met gesloten doken in tegen roest beschermd metaal of in hoogwaardige kunststof, de afstand tussen twee doken bedraagt ma;imum 60 cm. De doken dienen ter goedkeuring te worden voorgelegd. De leidingen worden evenwijdig met de constructie-elementen van het gebouw aangelegd.
2.3.4.1.5 Kabelgoten en kabelladders
De kabelgoten en kabelladders zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal en voldoen wat samenstelling en montagewijze betreft aan het typebestek 400.B.01 § h.10.1 tot en met § h.10.2.
De goten zijn voorzien van een volle bodem, na plaatsing van de kabels worden ze voorzien van een deksel (zie opmeting).
Sterk- en zwakstroomleidingen worden van elkaar gescheiden d.m.v. tussenschotten.
Buisleidingen worden ingevoerd d.m.v. passende buisingangen, kabels d.m.v. passende pakkingsbussen. Lasdozen worden met steun-montageplaten op de flanken van de goten bevestigd.
2.3.4.1.6 Wandkanalen en plintkanalen
De kanalen zijn vervaardigd uit in de massa gekleurde, niet vlamverspreidende kunststof.
Er wordt een scheidingsschot voorzien tussen de sterkstroom en zwakstroomleidingen. De bedieningstoestellen worden met montagebeugels of in montagedozen uit kunststof geplaatst. De verschillende elementen worden aan elkaar gekoppeld d.m.v. passende koppelstukken, bochten, T- en kruisverbindingen en vervalstukken (overgang plintkanaal naar wandkanaal of driehoekig kanaal). De vrije uiteinden zijn afgedicht met een eindstuk.
Wandkanalen tot een breedte van 60 mm mogen in verstek worden verzaagd.
2.3.4.2 Bekabeling in de centrale sites
Centrale sites zijn deze waar een remote rack komt. De bekabeling dient als volgt uitgevoerd te worden:
1) in een 19" kast aangeduid door de overheid dient door de inschrijver een patchpaneel en een organizer voor de nodige RJ45 aansluitingen voorzien te worden voor de aan te sluiten telefoons, modems, fa;en, …Het aantal RJ45 aansluitingen dat voorzien wordt is gelijk aan het aantal nodige aansluitingen op moment van migratie met een supplementaire reserve. De reserve die voorzien moet worden bedraagt ofwel 10% van de aansluitingen ofwel de reserve volgens de nog aanwezige aansluitingen op de remote rack.
2) de RJ45 patchpanelen moeten worden aangesloten op de bestaande verdeelblokken ("gebruikersblokken") van de overheid. De te gebruiken kabels zijn 20-paar afgeschermde telefoniekabels. De aansluiting op de gebruikersblokken gebeurt parallel op de bestaande telefoons en wordt niet uitgevoerd door de aannemer maar wel door de onderhoudsaannemer van het kabelnet van de overheid. De aannemer legt de kabel klaar met de nodige reservelengte in de kast van de verdeelblokken. De aannemer sluit de kabel aan kant patchpaneel.
3) De overheid gaat uit van de onderstelling dat de remote racks geconnecteerd dienen te worden via RJ-45 connecties. Indien dit niet standaard op de apparatuur voorgesteld door de aannemer het geval is, dient de aannemer de nodige uitbreidingen op de apparatuur te voorzien om dit toch mogelijk te maken. De patching van de RJ45 patchpaneel tot aan de media gateway mag tot 10 meter bedragen zonder supplement, voor langere afstanden kan een supplement gerekend worden.
2.3.4.3 Lokale bekabeling
Het gaat om de bekabeling voor aansluiting van ip-telefoons.
De IP-telefoons dienen aangesloten te worden met RJ-45 bekabeling tussen de telefoon en de switch en/of power injector. Hiertoe zijn in de meetstaat de nodige posten voorzien.
De bekabeling gebeurt als volgt :
- rechtstreeks in de switch, kant switch
- afwerking op een RJ-45 patchaansluiting op de muur of in de kabelgoot, kant telefoon
- met een soepele kabel van de patchaansluiting naar de telefoon
De bekabeling wordt op professionele wijze uitgevoerd, met de nodige kabelgoten, buizen, bevestigingsmiddelen, … De nodige posten zijn hiervoor voorzien in de meetstaat.
2.3.4.4 Site survey
Voor elke centrale site wordt een site survey uitgevoerd en wordt een studiedocument met ontwerpplan gemaakt. In het ontwerpplan moeten de componenten voor telefonie opgenomen worden, met aanduiding van de voorziene plaats van de kabels, type kabels, plaats van de media gateway, van patchpaneel, van verdeelblokken, van telefoons, van elektrische voeding. In de studiedocumenten moeten de gebruikte materialen ook voorgesteld worden. De studie moet door de overheid goedgekeurd worden vooraleer tot bestelling van materiaal en uitvoering over te gaan.
2.3.5 Omtrent het IP netwerk
De IP netwerkinfrastructuur is geschikt voor IP telefonie. De leverancier zal een testprocedure voorschrijven om de geschiktheid van het IP netwerk te evalueren voor elke site waar hij gevraagd wordt zijn IP telefonie apparatuur te installeren. Als de IP netwerkinfrastructuur slaagt voor de voorgeschreven tests, dan garandeert de inschrijver dat zijn IP telefonie oplossing kwalitatief een voortreffelijk resultaat geeft. Hij kan bij eventuele problemen dan de verantwoordelijkheid niet bij het IP netwerk leggen. De tests worden uitgevoerd door de overheid, in aanwezigheid van de inschrijver. De inschrijver biedt in zijn offerte eveneens de vereiste software en/of hardware aan om de tests uit te voeren. In bijlage bij zijn offerte voegt de inschrijver de te volgen testprocedure, en de beoordelingscriteria. Er is geen aparte post voorzien in de meetstaat om deze testen bij te wonen, dit wordt aanzien als een last van de aanneming.
De IP telefonie apparatuur stuurt spraak- en signalisatiepakketten over het netwerk die gemerkt zijn, zowel op laag 2 (volgens IEEE 802.1p/Q) als op laag 3 (IP TOS/diffserv), zodat ze een voorkeursbehandeling kunnen ondergaan in het netwerk.
In het IP netwerk van de overheid kan op de meeste plaatsen voldoende bandbreedte in de WAN voorzien worden. In sommige gevallen zal de bandbreedte toch beperkt zijn. Onder die omstandigheden moet het aantal gelijktijdige telefoongesprekken over de WAN dan ook beperkt kunnen worden om degradatie van de kwaliteit van gesprekken te kunnen voorkomen; ofwel gebeurt een codec change met fa;/modem recognition (geen codec change voor dat soort communicaties). Bij voorkeur is het daarom mogelijk in de call server regels vast te leggen wat betreft het toelaten van nieuwe gesprekken, zodat overbelasting van het IP netwerk vermeden kan worden. Het al dan niet
toelaten van gesprekken gebeurt op basis van informatie over de zone waarin het IP telefoontoestel zich bevindt. De inschrijver beschrijft hoe dit mechanisme werkt.
De inschrijver garandeert dat zijn IP telefonie oplossing, ook in geval van defect, het normale functioneren van het IP datanetwerk niet zal verstoren voor de andere data applicaties.
Wellicht zal de IP telefonie oplossing gebruik maken van DNS en DHCP. De inschrijver vermeldt eventuele speciale eisen wat betreft de DNS en DHCP server architectuur (bv gebruik van DNS SRV records,…).
2.3.6 Veiligheid
De inschrijver zal de verschillende maatregelen beschrijven die getroffen moeten worden ter beveiliging van zijn IP telefonie installatie. De beveiliging zal beschermen tegen aanvallen die afkomstig zijn van de buitenwereld (Internet) of vanaf het interne IP netwerk van de overheid. Beveiligingsaspecten die moeten belicht worden zijn:
− bescherming tegen PBX phreaking (vb misbruik van call forward of mogelijkheden van het antwoordapparaat)
− bescherming tegen afluisteren van gesprekken, of van de signalisatie die vooraf gaat aan een gesprek (man-in-the-middle attacks, sniffing,…)
− authenticatie van telefoons/gebruikers
− aanvallen op integriteit van een gesprek
− bescherming tegen Denial Of Service aanvallen (van DHCP servers, call servers, faciliteiten servers, telefoons)
− bescherming tegen ongeoorloofde toegang tot het IP telefonie netwerk
− bescherming tegen ongeoorloofde modificatie van software op IP telefoons of servers in het netwerk
− bescherming tegen virussen en wormen
De vereiste bescherming kan alleen bereikt worden door beveiligingsmaatregelen zowel in het IP
netwerk als in de IP telefonie installatie op zich. De beveiligingsmaatregelen die getroffen moeten worden in het IP netwerk zal de inschrijver beschrijven. De beveiligingsmaatregelen die geïntegreerd moeten worden in de IP telefonie apparatuur worden door de inschrijver beschreven en bovendien opgenomen in de prijslijst, en in de totaalprijs van het project.
2.3.7 Speciale vereisten voor de Permanente Wachtdiensten van de afdelingen EM
2.3.7.1 Inleiding
De bestaande telefooncentrales van de permanente wachtdiensten EM bestaan momenteel, zoals hierboven reeds vermeld, uit Alcatel 4400 centrales. Deze centrales moeten vervangen worden.
Deze 2 plaatsen hebben echter specifieke telefonie vereisten, die niet noodzakelijk van belang zijn voor de andere centrales of telefoons in het netwerk. Op de beide locaties (Gent en Wilrijk) zitten ook gewone gebruikers die geen speciale vereisten hebben.
De locatie Wilrijk is niet alleen permanente wachtdienst voor de afdeling Elektriciteit en Mechanica Antwerpen maar is ook Verkeerscentrum en centrum van de verkeerspolitie; deze locatie dient dus als meerdere logische centrales beschouwd te worden.
De speciale vereisten worden hieronder beschreven en zijn dus, behalve anders vermeld, niet nodig in de rest van het netwerk. De inschrijver dient wel aan te geven op welke manier bepaalde functies in de rest van het netwerk mogelijk gemaakt kunnen worden (zie bijlage 9 van de inschrijving).
2.3.7.2 Speciale vereisten
De centrale wordt uitgebreid met een digitaal gespreksopnametoestel voor opname op DVD-RAM. Bij inbellen dient de mogelijkheid voorzien te worden dat de oproeper vooraf de melding te krijgen dat zijn gesprek zal worden opgenomen. Minstens 10 lijnen dienen opgenomen te kunnen worden (4 operatoren wachtdienst Antwerpen, 2 operatoren wachtdienst Gent, 4 operatoren Verkeerscentrum).
Verdere specificaties van het opnametoestel zijn te vinden in deel IV. De functie "bericht voor antwoord" dient eveneens voorzien te worden.
De functies "volg mij", "lijngroepen" en "wachttoestanden" zoals hierboven beschreven zijn voor deze wachtdiensten zeer belangrijk.
Verder moeten voor de operatoren van deze wachtdiensten speciale toestellen voorzien worden met uitgebreide functionaliteiten. Deze toestellen staan hierboven beschreven bij de telefoontoestellen.
De centrale wordt voorzien van een EURO-ISDN noodtoestel en de bijhorende elementen (bv. relais) en configuraties waardoor bij uitval van de centrale de wachtdienst nog bereikbaar is via deze ene noodtelefoon (gesprekken inkomend en uitgaand). Dit toestel neemt op dat moment het nummer van de wachtdienst over. Hiervoor is een post voorzien in de meetstaat.
3 Deelopdracht B “Onderhoud na de waarborgperiode”
3.1 Preventie2 onderhoud
Onder preventief onderhoud wordt verstaan elke prestatie en/of levering die tijdens een onderhoudsperiode periodiek moet uitgevoerd worden opdat de hardware- en softwareproducten gedurende de daaropvolgende periode zonder uitval zouden blijven werken.
Indien de aannemer dit noodzakelijk acht zullen, met het oog op hun doelmatige werking en/of de vermindering van defecten en storingen, aan de hardware- en softwareproducten technische wijzigingen kunnen aangebracht worden. Dergelijke wijzigingen zullen geschieden na overleg met de overheid, en uitgevoerd worden tijdens een preventieve onderhoudsbeurt of op een nader af te spreken tijdstip.
Bovendien dient de aannemer aan de overheid alle andere fouten en gebreken te melden waarvan hij op de hoogte werd gebracht en die eveneens voorkomen in de aan de overheid geleverde producten. De nodige verbeteringen dienen zo spoedig mogelijk aangebracht te worden.
De aannemer dient de overheid in kennis te stellen van het preventief onderhoud dat hij nodig acht alsook van de modaliteiten ervan (periodiciteit, diagnostics die ter beschikking moeten zijn, tijd gedurende dewelke de systemen moeten stilgelegd worden, te nemen maatregelen ter beveiliging van de systemen, enz.)
Het onderhoud wordt minstens jaarlijks uitgevoerd door gespecialiseerde technici en omvat voor elke installatie ten minste de volgende werkzaamheden :
Inzake hardware :
− het afstellen en regelen van de hardware;
− het vervangen van versleten of beschadigde onderdelen;
− het preventief vervangen van alle versleten onderdelen of van de onderdelen die de symptomen vertonen van een mogelijk gebrek;
− het ter plaatse aanpassen van de firmware en/of van alle geïntegreerde software en hardware of van alle elementen die een link hebben met het geleverde systeem;
− De algemene controle van de performanties van het systeem
− Het opstellen van een verslag dat alle uitgevoerde handelingen detailleert, de vervangen elementen opsomt, het performantieniveau van de installatie beschrijft en de te nemen maatregelen.
Inzake software:
− de controle van de werking van de software en de analyse van de gebeurtenissen;
− de « schoonmaak » operaties (defragmentatie, verwijderen van nutteloze bestanden, zoals de bestanden die automatisch worden gegenereerd door het systeem, …);
− de afregeling van de software in het kader van de voorziene taken;
− het tijdig vervangen van twijfelachtige onderdelen en de ontwikkeling van patches;
− De algemene controle van de performanties van het systeem
− Het opstellen van een verslag dat alle uitgevoerde handelingen detailleert, de vervangen elementen opsomt, het performantieniveau van de installatie beschrijft en de te nemen maatregelen.
De frequentie van het preventief onderhoud wordt door de aannemer bepaald, maar de periode tussen 2 preventieve interventies bedraagt in ieder geval niet meer dan een jaar.
Voor het preventief onderhoud dient door de aannemer in overleg met de overheid een planning opgemaakt te worden.
Jaarplanning
Binnen de 10 werkdagen na de aanvang van de opdracht en telkens 10 werkdagen vóór de aanvang van elk kalenderjaar, deelt de aannemer aan de projectingenieur de jaarplanning mee van de preventieve onderhoudsbeurten aan de hand van de lijst van de te onderhouden installaties. Deze moet door de projectingenieur goedgekeurd worden vooraleer ze kan toegepast worden.
Controle van de prestaties inzake preventief onderhoud
Bij elke interventie inzake preventief onderhoud dient de aannemer een verslag op te stellen dat op de plaats van de interventie voor akkoord wordt ondertekend door het tussengekomen personeelslid van de aannemer en door een lokale vertegenwoordiger van de overheid (indien aanwezig). In dit verslag dienen de volgende gegevens vermeld te worden :
− plaats van de interventie
− naam van de tussenkomende persoon
− de naam van de firma van deze persoon (aannemer, onderaannemer, leverancier, constructeur)
− datum en uur van begin en einde van de interventie
− identificatie van de configuratie en de producten die het voorwerp waren van de interventie
− omschrijving van het vastgestelde defect of probleem en zijn oorzaak
− beschrijving van de ondernomen acties
− lijst van de vervangen onderdelen of modules
− omschrijving van het bereikte resultaat
In het bijzonder zal het verslag in voorkomend geval op een gemotiveerde wijze melding maken van interventies die niet als normale prestaties kunnen beschouwd worden of uitgesloten zijn uit de overeenkomst. Bij de factuur voor het onderhoud tijdens een bepaalde trimester dient een kopie van de verslagen inzake alle interventies voor onderhoud gevoegd te worden.
De aannemer maakt voor elke plaats een bezoekfiche op. Deze bezoekkaarten worden op stevig papier formaat A4 gedrukt en ter plaatse bijgehouden. Bij elke interventie wordt de bezoekkaart chronologisch ingevuld. Als deze bezoekkaart vol is wordt ze aangevuld met een nieuwe.
3.2 Correctie2 onderhoud
Onder correctief onderhoud dient men te verstaan alle tussenkomsten bij defecte installaties. Dit omvat alle nodige werken, diensten en leveringen om de installaties binnen de termijn vermeld in art. 28 van de Administratieve Voorwaarden opnieuw in perfecte staat van werking te stellen. Het onderhoud is omnium, er zijn posten in de meetstaat voorzien voor het omnium onderhoud per te onderhouden toestel.
De correctieve tussenkomsten gebeuren
− na automatische melding van het beheerstation in functie van prioriteit,
− op aanvraag van de permanente wachtdienst
− of op aanvraag van een lid van de stuurgroep of een afgevaardigde (bv toezichter, controleur).
Afhankelijk van de comple;iteit van een defect of een probleem zal de aannemer de verdere interventies toevertrouwen aan een bevoegde technicus of specialist in zijn Belgische vestiging of aan een hoger ondersteuningniveau in zijn organisatie of bij zijn onderaannemers of leveranciers. Kennis van het Nederlands is hierbij vereist.
Defecten en problemen m.b.t. producten die niet geleverd werden of overgenomen door de aannemer, en die door het netwerkmonitoring systeem werden gedetecteerd, zullen door de centrale helpdesk van de aannemer aan de Permanente wachtdienst van de overheid per telefoon, telefa; of e-mail gemeld worden. Telefonische oproepen zullen steeds per fa; of e-mail door de aannemer bevestigd worden.
De melding aan de centrale helpdesk van de aannemer zal kunnen gebeuren 7 dagen op 7, 24 uur op
24. Deze periode wordt beschouwd als de meldingsperiode voor de gewone prestaties inzake het correctief onderhoud.
De gewone prestaties inzake het correctief onderhoud zullen door de aannemer of zijn onderaannemers eveneens 7 dagen op 7, 24 uur op 24 uitgevoerd worden. Deze periode wordt beschouwd als de interventieperiode voor de gewone prestaties.
Onderhavige opdracht maakt onderscheid tussen twee verschillende types van correctieve tussenkomsten :
Type A :
Correctieve tussenkomsten die vallen onder het “omnium” onderhoud en dus niet afzonderlijk vergoed worden, namelijk alle tussenkomsten voor defecten tengevolge van ondermeer slecht of onvoldoende preventief onderhoud, slijtage van onderdelen, defecte onderdelen en over het algemeen tengevolge van oorzaken inherent aan de installaties.
Type B :
Correctieve tussenkomsten die apart vergoed worden volgens de eenheidsprijzen van de samenvattende opmeting (post "nutteloze oproep"), namelijk alle tussenkomsten voor onder meer defecten tengevolge van averijen, vandalisme, stormschade, bliksemschade, overspanning op de transmissiekabels of netvoeding.
Indien de herstelling niet direct kan uitgevoerd worden en in geval van een averij onderneemt de aannemer volgende acties :
− indien mogelijk wordt de installaties voorlopig hersteld;
− alle resten van de gehavende installatie worden verwijderd;
− alle maatregelen worden getroffen om verdere beschadigingen of storingen aan andere installaties of uitrustingen te voorkomen;
− de nodige foto’s worden genomen, minimum drie, deze laten toe een oordeel te vormen over de omvang en locatie van de beschadigde uitrustingen en als bewijs dat installatie niet direct kan hersteld worden;
− een offerte in 7 e;emplaren, van al de uit te voeren werkzaamheden, wordt samen met de foto’s aan de overheid overgemaakt.
Teneinde het voor de overheid mogelijk te maken ter plaatse de nodige vaststellingen te doen, wordt het beschadigde materiaal pas afgevoerd na mondeling akkoord van de leidende ambtenaar naar een plaats, aangeduid door de projectingenieur of diens afgevaardigde, of afgeleverd in het gebouw van de aannemer. Het beschadigde materiaal blijft bewaard tot 6 maanden na de datum van de averij.
Wanneer de aannemer ter plaatse vaststelt dat één of meerdere aansluitkabels of andere toestellen buiten de installatie beschadigd zijn, dient hij dit onmiddellijk mee te delen aan de permanente wachtdienst.
Indien de schade grote is dan 6250 EURO beslist de projectingenieur of zijn afgevaardigde aan de hand van de offerte of de aangerichte schade wordt hersteld.
Melding en modaliteiten van de interventies
De aannemer zal elke interventie voor de uitvoering van prestaties inzake onderhoud vooraf, aan de lokale systeemverantwoordelijke van de overheid waar de betrokken uitrusting is opgesteld en/of aan de permanente wachtdienst van de overheid, per telefoon, per telefa; of per e-mail aankondigen met vermelding van het doel, van het tijdstip en van de mate en de duur van de eventuele onbeschikbaarheid van de uitrusting, ongeacht of de interventie van op afstand of ter plaatse wordt uitgevoerd.
Na beëindiging van de werkzaamheden wordt de permanente wachtdienst van de overheid, per telefoon of per telefa; verwittigd van het resultaat van de werkzaamheden en wordt aangegeven of de installatie volledig of gedeeltelijk en voorlopig of definitief hersteld is en op welk tijdstip dit gebeurde.
Interventietermijnen
Hiervoor wordt verwezen naar de aanvulling bij art. 28 van de bijlage van het KB van 26.09.96, vermeld in het hoofdstuk over de administratieve voorwaarden.
Controle van de prestaties inzake correctief onderhoud
Terzake gelden dezelfde bepalingen als voor het preventief onderhoud (bezoekkaart, interventieverslag), met dien verstande dat in het interventieverslag benevens de hierboven vermelde gegevens ook dienen aangegeven te worden :
− datum en uur van de oproep tot interventie (eventueel zoals geregistreerd in het monitoring systeem)
− type van de oproep (ernstig probleem, eenvoudig probleem, verkeerd gebruik, )
In geval geen personeelslid van de overheid aanwezig was, wordt (zoveel als mogelijk) met andere middelen aangetoond wanneer de interventie plaats heeft gevonden (vb registratie in het beheersysteem).
Elke aangevraagde interventie voor correctief onderhoud zal gemeld worden aan de permanente wachtdienst van de overheid en door de permanente wachtdienst van de overheid geregistreerd worden in het centraal beheersysteem van de overheid.
Probleemoplossing op afstand
Teneinde bij problemen de tussenkomsten nog te bespoedigen zal de inschrijver bij deze inschrijving een beschrijving bijvoegen voor verbinding tussen de centrale eenheid van de overheid en de inschrijver of zijn onderaannemer (bijlage 10) beschrijving van het onderhoud). Bedoeling is dat deze inlogt in de centrale eenheid van de overheid teneinde rechtstreeks problemen te bekijken en op te lossen (met behulp van het beheersysteem), bepaalde softwareaanpassingen te kunnen doen of bepaalde programma's te laden, of om een eventuele interventie ter plaatse door de inschrijver of door derden gericht te kunnen laten plaatsvinden. De overheid biedt hiervoor een inbelmogelijkheid aan via het internet of via het telefonienetwerk en via paswoorden. De aannemer staat in voor het realiseren en operationeel houden van de netwerkverbinding tussen het netwerk van de overheid en de permanentie van de aannemer. Voor de hierboven beschreven services evenals de kostprijs voor de hardware en software bij de aannemer en voor het verzekeren van de remote toegang tot het systeem en de te bewaken installaties is een post voorzien in de meetstaat.
3.3 Update en upgrade van so2tware
De aannemer zal in het kader van het onderhoud gratis alle verbeterde onderhoudsversies ("updates", "minor releases") van de softwareproducten leveren aan de overheid en deze onderhoudsversies bedrijfsklaar installeren in het beheersysteem opgesteld bij de Permanente wachtdienst van de overheid van waaruit de verdere distributie naar de andere apparatuur van de overheid zal gebeuren in het kader van het omnium onderhoud van de producten.
De aannemer zal ook alle hoofdversies ("upgrades", "major releases") in het algemeen gratis of in uitzonderlijke gevallen tegen zijn beste prijs aan de overheid aanbieden. Bedrijfsklaar installeren gebeurt pas na akkoord van de overheid. Indien deze versies niet gratis zijn zal de aannemer deze omstandigheid motiveren en de leveringsvoorwaarden (bvb. korting op de normale verkoopprijs, volumekortingen, )
overeenkomstig de bepalingen van de aankoopovereenkomsten in detail aan de overheid over maken. Indien deze versies niet gratis zijn, zullen ze door de overheid eventueel aangekocht worden op basis van afzonderlijke bestellingen. De levering en de bedrijfsklare installatie van de opeenvolgende hoofdversies gebeurt op dezelfde manier als hierboven vermeld voor de onderhoudsversies.
Bij de levering van updates en upgrades van softwareproducten worden de bijbehorende technische documentatie en de gebruikershandleidingen geleverd in hetzelfde aantal e;emplaren als bij de levering van de initiële versies ervan. De vorm en de drager kunnen echter verschillend zijn.
Bij de overschakeling naar nieuwe versies van softwareproducten zal rekening gehouden worden met de onderlinge interferenties t.a.v. andere softwareproducten en toepassingen in ontwikkeling of in productie. Rekening houdend met mogelijke negatieve interferenties zal de overheid niet verplicht kunnen worden om voor bepaalde of voor alle systemen op de nieuwe versies van de software over te schakelen. Dit geldt in het bijzonder voor nieuwe hoofdversies. De overheid zal evenwel er over waken slechts oudere versies van softwareproducten in gebruik te houden die nog het voorwerp zijn van onderhoud door de aannemer. De aannemer moet wel rekening houden dat er zeker 3 jaar ondersteuning gevraagd wordt door de overheid.
De overschakeling naar nieuwe versies van softwareproducten zal gebeuren op basis van een planning die in gemeenschappelijk overleg wordt opgesteld. Daarbij zal bijzondere aandacht besteed worden aan de voorafgaandelijke maatregelen inzake beveiliging van de gegevens en van de continuïteit van de toepassingen. De netwerkelementen mogen ma;imaal 15 minuten uitval kennen (per element) tengevolge van de overgang naar een nieuwe softwareversie.
3.4 Onderscheid tussen ernstige en beperkte problemen
Voor deze overeenkomst wordt een onderscheid gemaakt tussen een ernstig probleem en een beperkt probleem.
Er is sprake van een ernstig probleem indien de producten onbruikbaar geworden zijn, indien afbreuk wordt gedaan aan de basisfunctionaliteiten beschreven in deze overeenkomst of indien in belangrijke mate wordt afgeweken van de functionaliteiten beschreven in de technische productspecificaties of de gebruikershandleidingen. Zelfs wanneer de componenten die onbruikbaar geworden zijn, gebackupt zijn door redundante componenten, zal dit als een ernstig probleem aanzien worden. Meer concreet zullen de hierna opgesomde gevallen als een ernstig probleem beschouwd worden:
− die situatie waarbij meer dan 10 % van de netwerkcapaciteit (hetzij intern of naar het publieke netwerk) van een telefooncentrale onbeschikbaar is;
− die systeemstoringen waarbij meer dan 25 eindgebruikers gelijktijdig ernstig gehinderd zijn in het telefoonverkeer of het gebruik van één of meerdere applicaties van de installatie;
− die storingen met impact op de werking van de wachtdiensten van de locaties Gent Tolhuiskaai en Antwerpen T70 Craeybeck;tunnel.
− de signalering van een ‘Major’ systeem alarm;
− een onderbreking van de registratie van data, met totaal verlies ervan, voor opslag in data- of informatiebestanden die hun toepassing vinden in één of meerdere applicaties van de installatie.
Bij een beperkt probleem blijven de producten de basisfunctionaliteiten verder vervullen zoals beschreven in deze overeenkomst, de technische productspecificaties of de gebruikershandleidingen, maar zijn er enkele minder belangrijke functionaliteiten niet meer beschikbaar.
Het oplossen van de gemelde problemen houdt in dat de te onderhouden producten opnieuw werken in overeenstemming met deze overeenkomst, de productspecificaties en de gebruikershandleidingen.
Het zal aannemer toegelaten zijn voorlopige oplossingen uit te werken en aan de overheid mede te delen teneinde de gemelde defecten en storingen te omzeilen waardoor aldus de normale werking van het systeem wordt verzekerd.
4 Bijzondere prestaties
Uitzonderlijke prestaties, w.o. prestaties inzake verplaatsing van uitrusting, inzake revisie van uitrusting of inzake herstelling van defecten en oplossing van problemen als gevolg van schade veroorzaakt door omstandigheden waarvoor de aannemer niet aansprakelijk kan gesteld worden, zullen steeds het voorwerp uitmaken van afzonderlijke bestellingen van de overheid
De overheid mag ten alle tijde (om reden van vb. verouderde uitrusting, verhuis, interne reorganisatie, enz...) opdracht geven tot verplaatsing van configuraties.
De overheid zal de aannemer d.m.v. een bestelling na ramingsstaat op basis van de posten van het bestek kunnen belasten met assistentie bij het afbouwen op de vorige plaats of het vorig systeem en bij de herinstallatie op de nieuwe plaats van opstelling of in het andere systeem. De assistentie bij de verplaatsing en de herinstallatie en de eventuele inspectie van de verplaatste uitrusting, alsook de eventuele herstellingen en wijzigingen nodig als gevolg van transportschade dienen als uitzonderlijke prestaties beschouwd te worden en zullen door de aannemer afzonderlijk in rekening kunnen gebracht worden.
5 Monitoring
De deelopdracht Monitoring behelst het detecteren van de probleemmeldingen en alarmen van de "core" telefonie uitrusting, dus de centrales, remote racks, call servers, beheersysteem. Volgende zaken wenst de overheid minimaal te monitoren :
- Uitval van CPU en in werking treden van een eventueel aanwezige tweede (nood) CPU;
- Uitvallen van de netspanning;
- Uitvallen van de netlijnen naar de operator;
- Uitvallen van remote racks of kaarten in remote racks
- Uitval van specifieke telefoons (noodtelefoons)
Deze monitoring opdracht wordt alle dagen van het jaar, gedurende alle uren van de dag uitgevoerd (7 dagen op 7, 24u op 24).
Van zodra een component operationeel wordt, wordt hij onmiddellijk opgenomen in de lopende netwerkmonitoringopdracht.
De apparatuur (hardware en software) die nodig is voor deze monitoring opdracht wordt in de 2 centrale punten van het netwerk door de inschrijver geïnstalleerd. Het is enkel deze apparatuur die mag gebruikt worden voor de opdracht van de deelopdracht monitoring. De inschrijver zal met deze apparatuur ook geen enkel ander netwerk monitoren dan het telefonienetwerk van de Vlaamse Overheid, tenzij in onderling overleg met de opdrachtgever e;pliciet anders beslist wordt. Bij overtreding wordt de totale opdracht onmiddellijk stopgezet. Aan de inschrijver wordt gevraagd om de invulling en de praktische realisatie van de deelopdracht monitoring in detail te beschrijven in de daarvoor voorziene bijlage 10.
De aannemer kan beschikken over remote toegang tot het systeem van de overheid, voor monitoring opdrachten buiten de werkuren of voor speciale interventies op afstand. Hiervoor is een post voorzien.
Het netwerkmonitoring systeem laat ook toe fouten te detecteren inzake componenten die niet door de aannemer werden geleverd. De aannemer zal in het kader van deze opdracht deze fouten melden aan de Permanente wachtdienst van de overheid. Daarbij biedt de aannemer de nodige ondersteuning voor de registratie, de herkenning, de diagnose van de defecten en problemen. Dit gebeurt op zijn minst telefonisch, per fa; en per e-mail. Meer geautomatiseerde manieren van werken mogen als suggestie voorgesteld worden bij de inschrijving. Per dergelijke melding zal een forfaitaire vergoeding betaald worden aan de aannemer en wordt ook een probleemrapport gemaakt.
Van zodra het netwerkmonitoring systeem een alarm gemeld heeft dat een interventie vereist, gaan de bepalingen van het correctief onderhoud van start. Verdere afhandeling gebeurt in het kader van het correctief onderhoud volgens de daar beschreven bepalingen.
III ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
A. Bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden (AAV) voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor concessies voor openbare werken (bijlage bij het koninklijk besluit van 26.09.1996) waarvan wordt a2geweken
• art. 20 § 4 : Straffen
B. Administratieve voorschri2ten als aanvullingen van het koninklijk besluit van 08.01.1996 betre22ende de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken
De aanvullingen in onderhavig bestek betreffen volgende artikels:
• art. 19 : Kwalitatieve selectie (werken)
• art. 90 : Vermeldingen in inschrijving
• art. 96 §1 : Samenvattende opmetingsstaat
• art.101 : Percelen
• art. 104 : Indienen offertes
• art. 114 en 115 : Rangschikking van de inschrijvingen
C. Koninklijk besluit van 26.09.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en de bijlage bij dit besluit (algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken)
C.1. Administratieve voorschri2ten als aanvullingen van het KB van 26.09.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels (AUR) van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken
De aanvullingen in onderhavig bestek betreffen volgende artikels:
• art. 2 : Contractuele documenten
C.2. Administratieve voorschri2ten als aanvullingen van de bijlage bij het KB van 26.09.1996: algemene aannemingsvoorwaarden (AAV) voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken
De aanvullingen in onderhavig bestek betreffen volgende artikels:
• art. 4 § 2 : Detail- en werktekeningen opgemaakt door aannemer
• art 13 : Modaliteiten voor de prijsherziening
• art. 15 § 1 : Betaling van de werken
• art. 19 § 2 : Waarborgtermijn
• art. 20 § 4 : Straffen
• art. 28 § 1 : Bevel tot uitvoering en leiding van de werken
• art. 42 § 2 : Onvoorziene leveringen en werken
• art. 43 § 2 : Voorlopige oplevering
B ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN ALS AANVULLINGEN VAN HET KB VAN
08.01.96 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMINGEN VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN
Artikel 19: Kwalitatieve selectie
De inschrijver toont zijn technische bekwaamheid aan door:
- Het voorleggen van studie- en beroepskwalificaties van de dienstverlener en/of van het ondernemingskader en, in het bijzonder, van de verantwoordelijke(n) voor de uitvoering van de werken.
- Een verklaring die de gemiddelde jaarlijkse personeelsbezetting van de onderneming en de omvang van het kader weergeeft tijdens de laatste drie jaren.
- Het voorleggen van de lijst van de werken uitgevoerd tijdens de laatste vijf jaar, en gestaafd door getuigschriften van goede uitvoering voor de belangrijkste werken. Deze getuigschriften bevatten het bedrag, het tijdstip en de plaats van de uitvoering en geven duidelijk weer of deze uitgevoerd werden volgens de regels van de kunst en of ze op regelmatige wijze tot een goed einde werden gebracht.
- Een verklaring die de werktuigen, het materieel en de technische uitrusting vermeldt waarover de dienstverlener zal beschikken voor de uitvoering van het werk.
- Een verklaring waarin de technici of de technische diensten vermeld worden die, al dan niet deel uitmakend van de onderneming, ter beschikking zullen staan van de aannemer voor de uitvoering van het werk
Artikel 90: Vermeldingen in de inschrijving Artikel 90 §1
A Erkenning
De aannemer moet voldoen aan de voorwaarden tot erkenning in de categorie S, ondercategorie S1 of ondercategorie P1 en de aanbestedende overheid is van oordeel dat de werken tot de klasse 4 behoren.
B Registratie als aannemer
De aannemer van werken moet geregistreerd zijn.
Artikel 96 §1: Samenvattende opmetingsstaat
ƼenGeidsprijгen inгake de leveringen en werken
De eenheidsprijzen hebben - conform de bestellingen - betrekking op de levering, de opstelling, de bedrijfsklare installatie en de voorlopige oplevering van samenhangende configuraties van componenten, van losse modules als uitbreiding bij bestaande configuraties.
ƼenGeidsprijгen inгake onderGoud
De eenheidsprijzen inzake het onderhoud hebben betrekking op het correctief en preventief onderhoud gedurende een periode van één jaar (eerste aan te rekenen jaar start op de maand volgend op de datum van de voorlopige oplevering).
ƼenGeidsprijгen inгake monitoring
De eenheidsprijzen inzake de monitoring hebben betrekking op het monitoren van de installaties (dus 24h/24h en 7d/7d). Er is ook een post voorzien voor de forfaitaire vergoeding voor elke (met het monitoring systeem gedetecteerde) probleem of defect melding aan de Permanente wachtdienst van de overheid inzake producten/installaties/componenten die niet door de aannemer werden geleverd.
Frijгen van uitгonderlijke prestaties
Zoals hoger vermeld zullen uitzonderlijke prestaties het voorwerp uitmaken van afzonderlijke bestellingen van de overheid die door de aannemer zullen uitgevoerd worden volgens een gemeenschappelijk overeen te komen planning, op basis van vermoedelijke hoeveelheden. Terzake zullen forfaitaire eenheidsprijzen toegepast worden vermeerderd met toeslagen overeenkomstig de meetstaat wanneer die prestaties worden uitgevoerd met bijzondere uitvoeringstermijnen.
In deze prijzen zijn ook kosten van de resultaten van de prestaties, de communicatiekosten en verplaatsingskosten van het personeel van de aannemer begrepen.
Artikel 104: Indienen o22ertes
A Indiening van de inschrijvingen
De inschrijving en de samenvattende opmetingsstaat/inventaris moeten gericht zijn aan de afdeling Elektriciteit en Mechanica Gent, Elfjulistraat 41 te 0000 Xxxx.
De aanbestedende overheid vestigt de aandacht van de inschrijvers op de wijze van inschrijven volgens art. 104 van het KB van 08.01.1996.
B Samenstelling van de inschrijving
Inzake de vorm en de inhoud van de inschrijving gelden de bepalingen van de artikels 89 en 90 van het KB van 08.01.1996 alsook de bijkomende bepalingen van onderhavig bestek.
Een regelmatige inschrijving omvat een inschrijvingsbiljet, een samenvattende opmetingsstaat / inventaris en de gevraagde bijlagen. Eventuele bijkomende bijlagen worden in een afzonderlijk deel van de inschrijving opgenomen en doorlopend genummerd vanaf het nummer 101.
De inschrijving wordt voorzien van een algemene inhoudstafel waarop de nummers van alle bijlagen worden vermeld De inschrijving wordt gebundeld met behulp van “tabbladen” waarop de nummers van de bijlagen worden vermeld. Wanneer een bijlage toch niet zou vervat zijn in de inschrijving, dient deze vervangen te worden door een blad met het volgnummer en de omschrijving van de bijlage en met de vermelding "NIHIL".
Het inschrijvingsbiljet, de samenvattende opmetingsstaat en de bijlagen moeten ingediend worden in 3 e;emplaren.
In geval van meerdere e;emplaren draagt 1 e;emplaar de vermelding "ORIGINEEL", de andere de vermelding "DUPLIKAAT N" (N = 1 of 2 ).
C Onderrichtingen inzake de bijlagen Bijlage 1: Lijst van de te verwerken materialen
Deze bijlage betreft de gegevens inzake de te verwerken materialen die niet van oorsprong uit de lidstaten van de Europese Unie komen (opgave post per post).
Bijlage 2: Bewijs van bevoegdheid
De bijlage betreft het rechtsgeldig bewijs dat de perso(o)n(en)die het inschrijvingsbiljet ondertekende(n) op de datum van de opening van de inschrijvingen gemachtigd is (zijn) om namens de INSCHRIJVER een bindende offerte in te dienen, conform artikel 94 van het KB van 08.01.1996.
Bijlage 3: Gegevens inzake de toestand van niet uitsluiting
De bijlage omvat de bewijsstukken die gevraagd worden in artikel 17 van het KB 08.01.1996, die aantonen dat de aannemer zich niet in een toestand van uitsluiting bevindt.
Bijlage 4: Gegevens inzake de technische bekwaamheid van de aannemer
De bijlage omvat de bewijsstukken die gevraagd worden in artikel 19 van dit bestek als aanvulling aan het KB 08.01.1996, die de technische bekwaamheid van de aannemer aantonen.
Bijlage 5: Plan van aanpak, zoals gevraagd in het Veiligheids- en Gezondheidsplan
De kandidaten voegen bij hun offerte een document dat verwijst naar het veiligheids- en gezondheidsplan en waarin zij beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan.
Bijlage 6: De verbintenis inzake de beschikbaarheid van het personeel
Deze bijlage betreft een ondertekende verklaring van de inschrijver waarmee hij er zich toe verbindt om, in geval de opdracht aan hem wordt toegewezen, het nodige en/of het voorgestelde personeel voor de goede en vlotte uitvoering van bestellingen inzake alle deelopdrachten daadwerkelijk en tijdig ter beschikking te stellen.
Deze verbintenis heeft, afhankelijk van de deelopdracht, betrekking op personeel dat werkzaam is hetzij in zijn eigen firma, hetzij bij zijn onderaannemers, hetzij bij zijn leveranciers en/of bij de constructeurs van de uitrusting, en houdt rekening met de vereiste bekwaamheidsgraden van de titularissen en de reservisten voor de onderscheiden personeelskwalificaties.
Bijlage 7: Eerste beschrijving van de projectorganisatie en het kwaliteitsplan
Deze bijlage omvat een ontwerp van de beschrijving van de projectorganisatie en het kwaliteitsplan zoals omschreven in deel I Algemeenheden – Kwaliteitsborgingssysteem.
Bijlage 8: Het bewijs betre22ende de veiligheid en gezondheid inzake de uitrusting
De bijlage betreft een toelichting met de passende documenten waaruit blijkt dat de producten die door de inschrijver worden aangeboden voldoen aan de vereisten inzake veiligheid en hygiëne.
Bijlage 9: De technische documentatie inzake de meetuitrusting, materialen en producten
De bijlage betreft de technische documentatie inzake de meetuitrustingen die de aannemer zal inzetten bij het uitvoeren van de opdrachten evenals de materialen en producten.
De technische documentatie dient duidelijk en volledig maar ook bondig te zijn en voorzien te worden van het postnummer of de reeks postnummers (van ... tot ) waarop de documentatie betrekking
heeft. De technische documentatie dient in de bijlage gerangschikt te worden volgens stijgend postnummer of reeks van postnummers.
In de meeste gevallen volstaat een productfolder (2 tot 4 pagina’s) waarin de kenmerken in tabelvorm zijn opgenomen. Eventuele wijzigingen die zich m.b.t. de producten hebben voorgedaan sinds de publicatie van de gedrukte productdocumentatie dienen in de inschrijving vermeld te worden in een bijzondere toelichting die bij deze productdocumentatie gevoegd wordt.
Uit de ingediende documenten dienen de gegevens kunnen gehaald worden die van belang zijn voor de bedoordelingscriteria. Ook dient steeds duidelijk te zijn welke producten precies aangeboden worden, bijvoorbeeld indien een folder meerdere verschillende producten behandelt. Indien hierover geen duidelijkheid is gaat de overheid ervan uit dat de minimale configuratie aangeboden wordt met de bijhorende technische kwaliteiten.
In deze bijlage dienen ook de e;tra gegevens vermeld die specifiek in het bestek gevraagd worden. Het gaat om (niet-limitatieve lijst) :
I.v.m. call server
- De inschrijver vermeldt het in de praktijk aanbevolen ma;imum aantal gebruikers per call server waarmee een onberispelijke telefoniedienst gegarandeerd wordt.
- De inschrijver beschrijft hoe de call servers met het IP netwerk verbonden dient te worden om hoge beschikbaarheid te garanderen.
- De inschrijver specificeert de tijd nodig voor tot stand brengen van nieuwe gesprekken.
- De verbinding tussen de 2 servers kan bijvoorbeeld een IP-verbinding zijn. De inschrijver specificeert het type verbinding, en eventuele specifieke vereisten (zoals ma;. delay over IP netwerk, bandbreedte…).
- De server moet beschermd zijn tegen alle types aanvallen (virussen, Trojaanse paarden, denial of service aanvallen, ….) die het correct functioneren ervan kunnen in gevaar brengen, of die de confidentialiteit van de gegevens in de server, of van de gevoerde telefoniegesprekken in gevaar kan brengen. De inschrijver geeft een opsomming van de maatregelen die de server beschermen tegen dergelijke aanvallen, en legt uit welke bijkomende maatregelen genomen dienen te worden bij de installatie van de server om dergelijke aanvallen uit te sluiten.
- Manuele interventies voor het onderhoud van de server moeten tot een minimum beperkt kunnen worden. De inschrijver specificeert welke types onderhoudsinterventies nodig zijn en met welke regelmaat. Deze interventies moeten mogelijk zijn zonder hinder voor het telefonieverkeer.
- Software updates van de servers kunnen met minimale onderbreking van de telefoniedienst. De inschrijver beschrijft de procedure, en de impact ervan op de telefoniedienst.
- Er bestaat een hot swap procedure voor hardware en voor upgrade van software; de inschrijver beschrijft deze
- De administratie van de call processing eenheid zal bij voorkeur vanaf elke standaard Web browser mogelijk zijn, maar minstens bij Internet E;plorer. Bij afwijking dient de inschrijver alternatieven voor te stellen en hun kostprijs.
- De inschrijver zal heel duidelijk zijn licentiepolitiek uiteenzetten,
- Voor oproepen naar GSM, of naar elk ander nummer van het publieke net (dus geen onderdeel van het netwerk van de overheid) zal de uitgestuurde CLIP van het formaat publiek ISDN zijn en volgens de standaard E164. De inschrijver legt uit hoe zijn systeem daartoe geprogrammeerd kan worden om een EURO-ISDN verbinding met de publieke operatoren te realiseren (verschil tussen Mobistar en Belgacom).
- Oproepen naar het gemeenschappelijk groepsnummer worden automatisch afgeleid naar de vrije toestellen in de groepsschakeling, bepaald door het type groep. Ingeval voor bepaalde toestellen de "volg-mij" functie werd geactiveerd wordt ook hiermee rekening gehouden in het groepsmechanisme. Hiertoe onderscheidt men minstens volgende types groepen :
- parallelgroepen : een oproep naar het groepsnummer wordt simultaan gemeld naar alle toestellen die (actief) lid zijn van deze groep. Het eerste toestel dat afhaakt neemt de oproep aan. Dergelijke groep kan minimaal 5 leden bevatten waartoe ook nachtbellen kunnen horen. De inschrijver vermeldt de ma;imale capaciteit die van toepassing is, en de mogelijke beperkingen gekoppeld aan toesteltype.
- Huntinggroepen : een oproep naar het groepsnummer wordt gemeld aan een bepaald toestel. Dit toestel wordt geselecteerd door het huntingmechanisme dat minimaal bestaat uit volgende types : sequentieel (steeds hetzelfde toestel als eerste toestel) en cyclisch (steeds een ander toestel als eerste toestel). Indien het eerste toestel uit de groep bezet of niet-actief is wordt de oproep gepresenteerd aan het tweede toestel enz.. Dergelijke groep kan minimaal 5 leden bevatten waartoe ook nachtbellen kunnen horen. De inschrijver vermeldt de ma;imale capaciteit die van toepassing is, en de mogelijke beperkingen gekoppeld aan toesteltype.
- Het systeem neemt de nodige maatregelen in acht om
- het aantal doorschakelingen van een oproep te beperken. Een oproep kan meerdere keren doorgeschakeld worden, en dit met gebruikmaken van de diverse criteria van doorschakeling. De inschrijver vermeldt het ma;imum aantal doorschakelingen in cascade van een oproep.
- geluste doorschakelingen te vermijden. De inschrijver vermeldt of deze protectie geïmplementeerd is en hoe deze functioneert.
- Er worden 3 types "volg mij" onderscheiden :
- onmiddellijke volg-mij (ook aangeduid als CFU, Call Forwarding Unconditional): een oproep wordt onmiddellijk doorgestuurd naar de opgegeven bestemming zonder enig belsignaal bij de oorspronkelijke bestemming
- volg-mij bij bezet (ook aangeduid als CFB, Call Forwarding on Busy): de oproep wordt doorgestuurd indien het gebelde toestel bezet is.
- volg mij bij geen antwoord (ook aangeduid als CFNR, Call Forwarding on No Reply): de oproep wordt doorgestuurd indien het gebelde toestel niet antwoordt binnen een nader te specifiëren termijn. De inschrijver geeft aan of deze termijn instelbaar is per toestel of instelbaar is voor het hele systeem.
I.v.m. de remote racks en de kaarten
- De inschrijver geeft duidelijk op hoeveel interfacekaarten/poorten van elk type in de remote rack passen, in welke combinaties ze gebruikt kunnen worden, en welke beperkingen er eventueel zijn (blocking). De inschrijver geeft duidelijke, eenvoudige regels omtrent de ma;imale bezetting van de remote rack.
- De inschrijver geeft MTBF-cijfers op voor de verschillende componenten van de remote rack en de interfacekaarten.
- De remote rack moet de rol van de call server over kunnen nemen in geval de IP-connectiviteit met die server wegvalt, ofwel moet de remote rack via een alternatieve weg een signalisatiepad met de
call server kunnen opzetten. De inschrijver beschrijft hoe dit gebeurt, over welk type interface, en welke beperkingen er zijn. Beheer van gebruikers gebeurt enkel ter hoogte van de call server.
- De tijdsvertraging geïntroduceerd door de remote rack is minimaal. De inschrijver zal voor elk van de aangeboden interfacekaarten de typische en de ma;imale tijdsvertraging vermelden die ze veroorzaakt. Hij vermeldt ook de e;tra tijdsvertraging bij inschakeling van encryptie.
- De inschrijver vermeldt voor elk van de actieve componenten van de remote rack het typische vermogenverbruik.
- Het remote rack heeft minstens 1 maar bij voorkeur 2 ethernet 100BaseT interfaces, zodat de remote rack op een redundante manier op het IP netwerk kan aangesloten worden. De inschrijver schetst de configuratie die aanbevolen wordt om de connectiviteit met het IP netwerk met ma;imale bedrijfszekerheid te garanderen.
- Configuratie van een remote rack gebeurt vanop afstand. Van zodra het toestel verbonden wordt met het IP-netwerk waar ook de call server op actief is ontvangt het zijn IP adres en configuratie over het netwerk. De call server en de remote rack moeten zich daartoe niet in hetzelfde IP subnetwerk bevinden. De inschrijver legt uit hoe dit gebeurt in zijn offerte.
- Telefoons moeten over grote afstanden (>5km) met de remote rack verbonden kunnen worden. De inschrijver vermeldt de ma;imale afstand in de veronderstelling dat de bekabeling tussen analoge telefoon en remote rack gebeurt met koperkabel met diameter van 1mm. Eventueel kan de inschrijver een andere variant van de kaart presenteren, die juist toelaat gebruikers over afstanden van meerdere km te verbinden.
- De inschrijver vermeldt het aantal aansluitingen die mogelijk zijn op de kaart die hij aanbiedt; andere kaarten met meer of minder aansluitingen kunnen best in de suggesties beschreven worden
- Trunk interface ISDN BRA : De inschrijver zal de programmatie opgeven die gebruikt moeten worden om via deze interfacekaart te koppelen met de publieke operatoren .
- PRA : De interfacekaart is voldoende performant om simultane bezetting van alle tijdssloten op de aanwezige 2Mb-poorten toe te laten. De inschrijver vermeldt alle eventuele beperkingen/ aanbevelingen op dat vlak.
- De inschrijver vermeldt het aantal poorten per kaart.
I.v.m. de toestellen en de adapters
- Ip-toestellen : De tijdsvertraging geïntroduceerd door het toestel is minimaal. De inschrijver zal voor elk van de aangeboden toestellen de typische tijd vermelden die verloopt tussen het ogenblik waarop een akoestisch signaal de microfoon in de hoorn bereikt, en het ogenblik waarop dit akoestische signaal in gedigitaliseerde vorm het toestel verlaat onder de vorm van een IP pakket over de ethernet aansluiting. Hij vermeldt de bijkomende tijdsvertraging veroorzaakt door het inschakelen van encryptie of andere codecs.
- Eventuele upgrades/aanpassingen van de software van de IP toestellen zullen ook automatisch vanop een centrale plaats kunnen afgehaald, geïnstalleerd en geactiveerd worden op het toestel zelf, zonder tussenkomst van de gebruiker. De inschrijver detailleert dit proces in zijn offerte.
- Adapters : De inschrijver zal de ma;imale afstand vermelden tussen telefoontoestel, fa; of modem en VoIP adapter, in de veronderstelling dat de bekabeling ertussen gebeurt met Cat 3 koperkabel met diameter van 1mm. Omdat dikwijls telefoons via koperkabel over grotere afstanden (orde km) verbonden dienen te worden is het belangrijk dat de afstand tussen telefoontoestel en VoIP adapter zo groot mogelijk kan zijn.
- De tijdsvertraging geïntroduceerd door de VoIP adapter is minimaal. De inschrijver zal voor elk van de aangeboden toestellen de typische tijdsvertraging vermelden die het veroorzaakt. Hij vermeldt ook de e;tra tijdsvertraging bij inschakeling van encryptie.
- VoIP adapter voor modem : universal modem relay .De inschrijver dient te specificeren hoe de modemcommunicaties via deze adapter verlopen, en welke snelheden ondersteund worden.
I..v.m. specifieke functies voor de wachtdiensten
Deze speciale vereisten zijn, behalve anders vermeld, niet nodig in de rest van het netwerk. De inschrijver dient wel aan te geven op welke manier bepaalde functies in de rest van het netwerk mogelijk gemaakt kunnen worden
Bij deze bijlage worden ook de ingevulde tabellen gevoegd vermeld in bijlage A van dit bestek. Bijlage 10 : Eerste beschrijving van het onderhoud
De bijlage betreft een nota van de inschrijver, waarin hij toelicht hoe hij het preventief en correctief onderhoud concreet zal organiseren en uitvoeren conform de bepalingen van het bestek.
In de gevraagde nota dient de interne en e;terne organisatie van de Centrale Helpdesk van de aannemer en van de verdere support door zijn partners (onderaannemers en/of de leveranciers en/of de constructeurs van de uitrusting) alsook de onderlinge relaties tussen de verschillende actoren toegelicht te worden. Aan de inschrijver wordt aangeraden om een attest voor te leggen van de constructeurs van het voorgestelde materiaal, waarin staat dat hij een directe toegang heeft tot de helpdesk van deze leverancier en dat hij ten allen tijde kan terugvallen op de support van deze leverancier.
Deze organisatiewijze zal bij voorkeur onafhankelijk zijn van de betrokken partners en van de betrokken producten. Het is aangewezen de toelichting te illustreren met een stroomdiagram.
De volgende zaken, die specifiek in het bestek wordt gevraagd, dient ook in deze bijlage gespecificeerd te worden :
- Teneinde bij softwareproblemen de tussenkomsten nog te bespoedigen zal de inschrijver bij deze inschrijving een beschrijving bijvoegen voor verbinding tussen de centrale eenheid van de overheid en de inschrijver of zijn onderaannemer.
- Ook de manier waarop de automatische monitoring zal gebeuren dient in deze bijlage beschreven te worden.
- De inschrijver zal de verschillende maatregelen beschrijven die getroffen moeten worden ter beveiliging van zijn IP telefonie installatie.
Bijlage 11: omschakeling van het bestaande netwerk naar het nieuwe netwerk
De inschrijver moet beschrijven hoe hij de omschakeling zal organiseren. De bestaande dienstverlening dient ma;imaal operationeel te blijven of de inschrijver moet aangeven hoelang hij denkt nodig te hebben om de dienstverlening op hetzelfde niveau te krijgen. Er zal aangegeven worden hoe de indienstzetting van het nieuwe systeem zal gebeuren, hoe de migratie tijdens de overgangsperiode zal verlopen, hoe de gebruikers van het telefonienetwerk dit zullen ervaren. De beschrijving dient een aantal aspecten duidelijk aan te tonen :
- ervaring van de aannemer met dergelijke migraties
- kennis van de aannemer van de mogelijkheden van zowel het bestaand netwerk (in mindere mate) als het nieuwe netwerk (in meerdere mate)
- verzekeren van de continuïteit van de werking van het netwerk
Ook de eisen gesteld aan het ip-netwerk van de overheid moeten in deze bijlage beschreven worden (zie II.2.3.5 "Omtrent het ip-netwerk")
Bijlage 12 : de componenten van de call server en de nieuwe centrales en hun detailprijzen Dit betreft de verklaring van de samenstelling van de configuraties welke door de inschrijver worden aangeboden teneinde te voldoen aan de omschrijving in het bestek.
Deze verklaring dient minimaal volgende gegevens te bevatten :
• voor de call server : vermelding van alle software-onderdelen welke aangewend worden om het systeem te doen werken volgens de eisen gesteld in het bestek
• voor de nieuwe centrales : vermelding van alle aparte onderdelen welke aangewend worden om het systeem samen te stellen, d.w.z. basissysteem, voeding, periferie, modulaire kaarten, toestellen
• configuratie van het typesysteem tot een werkend geheel, dat toelaat oproepen te aanvaarden en op te stellen, met basis-configuratie voor gebruikers
• prijs van elk onderdeel, d.w.z. naargelang de omschrijving de installatieprijs bij initiële installatie of bij uitbreiding
• onderhoudsvergoeding van elk onderdeel
De som van de prijs van de aparte onderdelen dient overeen te komen met de som van de totale
installatie, eventueel mits een (te vermelden) korting toegepast op het geheel van de installatie.. De vermelde onderdelen dienen aan de technische vereisten te beantwoorden.
De omschreven verklaring heeft tot doel om een inzicht te krijgen in de prijsvorming van de aanbieder ingeval uitbreidingen plaatsgrijpen na de initiële installatie.
Bijlagen 101 en volgende: Suggesties van de inschrijver
Deze bijlagen moeten slechts voorzien worden ingeval de inschrijver suggesties indient.
Aanvullend aan de producten opgenomen in de meetstaat, mag de inschrijver voorstellen doen voor allerlei producten/componenten die kunnen van belang zijn voor de uitbouw van het telefonienetwerk van de Vlaamse Overheid. Bij de evaluatie van de offertes zal met de voorstellen rekening gehouden worden bij het criterium “Kwaliteit van de voorgestelde producten”.
Voor alle gedeelten kunnen voorstellen gegeven worden met prijzen die niet in rekening zullen worden gebracht voor de beoordeling maar die wel van belang kunnen zijn indien de overheid de bestelling van deze producten wenselijk acht.
Dergelijke voorstellen hebben betrekking op producten die niet in de plaats kunnen gesteld worden van de producten opgenomen in de meetstaat. Ze zullen dus niet beschouwd als vrije varianten zoals bedoeld door het K.B. van 08.01.96.
In geval van dergelijke voorstellen dient de inschrijver het volgende bij zijn inschrijving te voegen :
• een toelichtende nota inzake de voorgestelde producten en/of, in het bijzonder inzake hun impakt op de opdracht (meerwaarde, doelmatigheid), aldanniet in relatie met de posten van de meetstaat.
• de financiële weerslag van deze voorstellen
• een volledige technische documentatie inzake deze voorstellen
Er dient op een analoge manier als voor de basismeetstaat te werk gegaan worden, dus voor elk toestel dat voorgesteld wordt moet een leveringsprijs, installatieprijs en onderhoudsprijs opgegeven worden. De posten inzake voorstellen worden genummerd als volgt :
- Deel 6 – Leveringen en Testen in het werkhuis van de aannemer
- Deel 7 – Installatie op een willekeurige site van de overheid
- Deel 8 – Preventief & Correctief onderhoud op jaarbasis
- Hoofdstuk: op te geven door de inschrijver (logisch geheel van een groep van componenten)
- Artikel nr.: individueel voor elke component een afzonderlijk artikelnummer opgeven.
Alle bepalingen betreffende de bestelling, levering, oplevering, configuratie, integratie, enz... van de producten opgenomen in de basismeetstaat zijn ook van toepassing op de producten vervat in de voorstellen.
Vrije varianten
Vrije varianten zijn niet toegelaten
Artikel 114, 115: Rangschikking van de inschrijving bij o22erteaanvraag
1 Algemeen
Onverminderd art. 115 van het KB van 08.01.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzake de keuzecriteria is de inschrijver verplicht een prijs in te dienen voor de in dit bestek beschreven basisoplossing.
Vrije varianten zijn niet toegelaten.
2 De gunningcriteria
Criterium 1: het rangschikkingsbedrag: (maximum 50 punten)
De inschrijver dient bij het opmaken van zijn eenheidsprijzen rekening te houden met de voorwaarden gesteld in het Veiligheids- en Gezondheidsplan van de veiligheidscoördinator.
De rangschikking van de inschrijvingen gebeurt op basis van een bedrag dat bekomen wordt door volgende bedragen samen te tellen:
♦ het totaal inschrijvingsbedrag van de deelopdracht "Leveringen en werken", e;clusief BTW;
♦ het totaal inschrijvingsbedrag van de deelopdracht "Onderhoud na de waarborgperiode", e;clusief BTW, vermenigvuldigd met de coëfficiënt 3, overeenstemmend met het aantal jaren onderhoud;
♦ het bedrag van de BTW.
Inschrijvings- zowel als rangschikkingsbedrag worden door de inschrijver ingevuld op zijn offerteformulier.
De inschrijvingsbedragen worden berekend door de eenheidsprijzen aangeduid door de inschrijver voor de verschillende posten van de samenvattende opmeting te vermenigvuldigen met de overeenstemmende hoeveelheden bepaald door de aanbestedende overheid en de BTW toe te voegen.
De puntenberekening gebeurt op basis van volgende formule:
M . X min
Xi
waarbij : | M : Xi : | ma;imum aantal punten rangschikkingsbedrag offerte i |
Xmin : | laagste rangschikkingsbedrag |
Criterium 2: de kwaliteit van de voorgestelde producten en meetuitrusting: (maximum 30 punten)
In dit verband wordt rekening gehouden met de specificaties voorkomend in de technische documentatie en met de onderlinge compatibiliteit van de aangeboden producten
Dit moet blijken uit de beschrijving in bijlage 9, uit de suggesties en uit bijlage A (conformiteit van de producten). Het betreft producten die commercieel verkrijgbaar zijn en die reeds ontplooid werden op de dag van de aanbesteding.
Volgende facetten zullen beoordeeld worden:
- de mate waarin de producten voldoen aan de opgelegde standaarden of specificaties (bijlage A bij dit bestek)
- bedrijfszekerheid van de producten (bijvoorbeeld ingebouwd redundantie, algemene kwaliteit, MTBF waarden, ...)
- supplementaire performantie van de aangeboden producten (bijvoorbeeld aantal ondersteunde simultane gebruikers, backplane capaciteit, aantal poorten, ...)
- modulariteit van de voorgestelde producten, uitbreidbaarheid
- bijkomende functionaliteiten die het beheer of de werking verbeteren, vergemakkelijken (deze kunnen in de suggesties komen maar mogen ook in de bijlage 9 vermeld worden)
- bijkomende componenten (voorgesteld in suggesties) die een logische uitbreiding inhouden van de componenten in de meetstaat opgenomen.
- de overheid hecht verder veel belang aan beheersgemak en gebruiksgemak
Criterium 3: de kwaliteit van het projectbeheer, de projectorganisatie en het onderhoud (maximum 10 punten)
Het betreft de organisatie met betrekking tot permanentie, ingezet personeel, beschikbaarheid van de onderhoudsploegen, terugmeldingen en rapporteringen, tekenbureel, boekhouding en werfopvolging.
Dit moet blijken uit de beschrijving in bijlage 10 (projectorganisatie). Het is belangrijk om een goede structuur op te zetten voor dit project:
- projectleiding en organisatie van de verantwoordelijkheden binnen het voorgestelde team,
- organisatie onderhoud om aan termijnen te kunnen voldoen,
- toegang tot de helpdesk en support van de leveranciers van de verschillende producten
Criterium 4: de kwaliteit van de omschakeling van het bestaande netwerk naar het nieuwe netwerk (maximum 10 punten)
Het betreft de organisatie met betrekking tot de omschakeling van het huidige volledig analoge netwerk naar het VoIP netwerk, voornamelijk te halen uit de beschrijving in bijlage 11.
De beoordeling zal volgende zaken vooral in acht nemen :
- ervaring van de aannemer met dergelijke migraties
- kennis van de aannemer van de mogelijkheden van zowel het bestaand netwerk (in mindere mate) als het nieuwe netwerk (in meerdere mate)
- verzekeren van de continuïteit van de werking van het netwerk
3 Toewijzing van de opdracht
De offertes worden gerangschikt naar orde van afnemend puntenaantal.
De opdracht zal toegewezen worden aan de inschrijving met het hoogste puntenaantal.
C ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN ALS AANVULLINGEN VAN HET KB VAN 26.9.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDS-OPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE : ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VAN OPENBARE WERKEN
C.1 Administratieve voorschri2ten als aanvullingen van het KB van 26.09.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels (AUR) van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken
Artikel 2 – Contractuele documenten
1. Standaardbestek 240 van 2004 betreffende de mechanische en elektrische installaties en uitrustingen voor telecommunicatie
deel I - Algemene Administratieve en Contractuele Bepalingen - goedgekeurd op 12.07.2004 – prijs: 5 euro.1.
2. Standaardbestek 240 van 1998 betreffende de mechanische en elektrische installaties en uitrustingen voor telecommunicatie1
deel II – Technische voorschriften, bestaande uit de hierna vermelde afzonderlijke delen:
Hoofdstuk | Betreft | Versie goedgekeurd op of editienummer | Prijs |
1 2 4 6 8 9 10 11 12 14 15 | Algemene bepalingen Mechanica in het algemeen Bescherming tegen corrosie Processturingen Elektrische lichtbronnen Wegverlichting Singaleringssystemen langs de wegen Werkingsprincipes van beweegbare kunstwerken Oleohydraulica Hefwerktuigen Elektrische slagbomen, poorten en deuren | 05.03.2002 240.202.02 25.04.2002 05.03.2002 240.208.02 240.209.02 240.210.02 28.02.2003 240.212.02 25.04.2002 25.04.2002 | 1,00 euro 40,00 euro 3,00 euro 5,00 euro 10,00 euro 40,00 euro 75,00 euro 7,00 euro 10,00 euro 5,00 euro 1,00 euro |
3. Standaardbestek 240 van 1998 betreffende de mechanische en elektrische installaties en uitrustingen voor telecommunicatie2
deel II – Technische voorschriften, bestaande uit de hierna vermelde afzonderlijke delen:
Hoofdstuk | Betreft | Goedgekeurd op | Prijs |
3 Deel 0 Deel 1 5 | Elektrische machines en apparatuur Algemene bepalingen Statische machines Elektrische leidingen | 28.01.1999 09.04.2002 | 2,45 euro 1,00 euro |
1 Ter inzage bij: KIVB en te verkrijgen na door storting op rekeningnummer 000-0000000-00 – MVG – LIN – Ontvangsten personeel – Brussel
2 Te verkrijgen bij de aanbestedende overheid
4. Ontwerp van standaardbestek 240 van 1998 betreffende de mechanische en elektrische installaties en uitrustingen van telecommunicatie2
deel II – Technische voorschriften, bestaande uit de hierna vermelde afzonderlijke delen:
Hoofdstuk | Betreft | Versie | |
3 | Elektrische machines en apparatuur | ||
3.2 | Roterende machines | 26.08.2003 | |
3.3 | Hoogspanningstoestellen | 15.05.2002 | |
3.4 | Laagspanningstoestellen | 23.07.2002 | |
3.5 | Hoogspanningsschakel- en verdeelinrichtingen | 22.01.2001 | |
3.6 | Laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen | 10.06.2002 | |
3.10 | Diverse elektrische apparatuur | 15.05.2002 | |
16 | Elektrische installaties in gebouwen | ||
16.4 | Bedieningstoestellen en contactdozen | 25.06.2003 | |
16.5 | Bliksembeveiligingsinstallaties | 25.06.2003 |
5. Type-bestek 400 van 1954: Algemene technische en contractuele bepalingen, bestaande uit de hierna vermelde delen die afzonderlijk te koop zijn gesteld 1 :
Deel | Betreft | Goedgekeurd op | Prijs |
400.B.01 | Elektriciteit in het algemeen (hoofdstukken g. h, l, en m) | 25.11.1972 | 44,13 euro |
400.D.02 | Verlichting in gebouwen | 16.11.1983 | 19,58 euro |
(uitgezonderd hoofdstuk a, b §4 en 5, c §4 en 5) | |||
400.E.01 | Diverse zwakstroominstallaties in gebouwen | 23.10.1975 | 18,59 euro |
400.J.03 | Teletechniek (hoofdstuk a) | 25.08.1987 | 7,19 euro |
000.X.00 | Xxxxxxxxxx | 29.09.1983 | 31,98 euro |
6. de reglementen van de verdeler van elektrische energie;
7. dienstorder XXX 2003/16 - “Metaalconstructies” van 01.09.2003 4;
8. dienstorder LI 96/47 - “Formuleverven” van 25.10.1996 1;
9. dienstorder LI 94/80 – “Beton voor constructies” van 12.07.1994 5; 10.dienstorder LI 94/86 – “Betonstaal en voorspanstaal” 15.09.1994 5;
11. de technische voorschriften van Probeton en van OCBS 6;
12. de goedkeuringsleidraden Butgb, sector burgerlijke bouwkunde 6;
In geval van tegenstrijdigheid tussen het bestek, de standaard- en typebestekken en de documenten die hierboven aangehaald zijn, heeft het bestek de voorrang.
In geval van tegenstrijdigheid tussen de teksten van het standaardbestek 240 vermeld onder punten 2, 3 en 4 en het typebestek 400 vermeld onder punt 5, heeft de meeste recente tekst van het standaardbestek 240 voorrang.
1 Ter inzage en te koop bij KIVB
2 Te verkrijgen bij de aanbestedende overheid
4 Te verkrijgen na aanvraag bij Xxxxxxxxxxxxxxxx@xxx.xxxxxxxxxx.xx 5 Te verkrijgen na aanvraag bij Xxxxxxxxxxxxxxx@xxx.xxxxxxxxxx.xx 6 Te downloaden op xxxx://xx.xxxx.xxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxx
Verbeterings- en andere berichten
De verbeterings- en andere berichten die betrekking hebben op de opdrachten in het algemeen of enkel op een bepaalde opdracht, maken integrerend deel uit van de contractuele bepalingen. De aannemer is derhalve geacht er kennis van te hebben genomen en ermee rekening te hebben gehouden bij het opmaken van zijn prijsaanbod.
C.2. Administratieve voorschri2ten als aanvullingen van de bijlage bij het KB van 26.09.1996: algemene aannemingsvoorwaarden (AAV) voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken
Artikel 4§2: Detail- en werktekeningen opgemaakt door de aannemer
De voorschriften van het standaardbestek 240 worden aangevuld met de volgende bepalingen:
c. Detail- en werktekeningen vóór de uitvoering en berekeningsnota’s
Tenminste de hieronder opgesomde documenten dienen geleverd. De lijst geldt enkel als leidraad en is niet limitatief.
De ter goedkeuring voorgestelde documenten worden geleverd in twee e;emplaren.
l