Contract
De hoofdstukken 1 tot 4 zijn van toepassing voor zover deze verzekeringstakken of gevaren in de Bijzondere Voorwaarden van het contract als “gedekt” vermeld worden. De toepassing ervan is onderworpen aan al de definities en gemeenschappelijke voorwaarden zoals bepaald in de hoofdstukken 5 en 6.
Hoofdstuk 1 Materiële schade
Alternatief 1: Alle risico’s behalve
1.1 Alle risico’s behalve
Alternatief 2: Genoemde gevaren (hierna 1.2 t/m 1.12)
1.2 Brand, bliksem, ontploffing en aanraking met lucht-of ruimtevaartuigen
1.3 Storm en hagel, sneeuw- en ijsdruk
1.4 Waterschade, incl. binnendringen van atmosferische neerslag als gevolg van een defecte waterdichtheid van de dakbedekking
1.5 Arbeidsconflicten, oproer en volksbeweging, daden van vandalisme en kwaadwilligheid
1.6 Rook en roet
1.7 Aanraking door voertuigen
1.8 Elektriciteitsrisico
1.9 Glasbreuk
1.10 Ontijdig in werking treden van automatische blusinstallaties of accidenteel lekke van blusinstallaties (Sprinkler leakage)
1.11 Temperatuurschommeling
1.12 Roerende en onroerende schade ingevolge diefstal of poging tot diefstal
Alternatief 3: Brand, bliksem, ontploffing en aanraking met lucht- of ruimtevaartuigen (enkel 1.2 hiervoor)
Facultatieve gevaren: (1.13 t/m 1.18 hierna, naargelang de keuzes aangegeven in de Bijzondere Voorwaarden)
1.13 Aardbeving
1.14 Overstroming en Vloedgolf
1.15 Machinebreuk
1.16 Alle risico’s Elektronica
1.17 Diefstal
1.18 Vervoer en verblijf van waarden
Gemeenschappelijke uitsluitingen
1.19 Gemeenschappelijke uitsluitingen
1.20 Gemeenschappelijke bepalingen
HDI Global SE, Bijkantoor voor België | |||
Xxxxxxxxxx | Xxxxxxx | IBAN: XX00 0000 0000 0000 – BIC: XXXXXXXX | |
Xxxxxxxxxxxx 000 / 1 Tel: x00 0 0000-000 | Britselei 15 / 4 | Tel: x00 0 0000-000 | RPR Brussel – 0542.602.657 |
X-0000 Xxxxxxx Fax: x00 0 0000-000 | X-0000 Xxxxxxxxx | Fax: x00 0 0000-000 |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder NBB-nr. 2877 om alle takken “niet-leven” te beoefenen, behalve “arbeidsongevallen” (tak 1b)
Maatschappelijke zetel: XXX-Xxxxx 0, 00000 Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx / HR Xxxxxxxx X 00000 / XxXxx-xx. 5096
Hoofdstuk 2 Bedrijfsschade
Hoofdstuk 3 Builders Risk (Bouw- en montagerisico van investeringen)
Hoofdstuk 4 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid en Rechtsbijstand
4.1 Burgerrechtelijke bedrijfsaansprakelijkheid, burgerrechtelijke producten- en werkenaan- sprakelijkheid
4.2 Rechtsbijstand
Hoofdstuk 5 Gemeenschappelijke definities
Hoofdstuk 6 Administratieve bepalingen gemeenschappelijk aan alle waarborgen
De woorden gevolgd door een * zijn gedefinieerd in Hoofdstuk 5.
Voorwerp van de verzekering
Voor zover dit vermeld is in de Bijzondere Voorwaarden door de aanduiding "gedekt", zijn volgende waarborgen door deze polis verzekerd:
Hoofdstuk 1 – Materiële Schade
Wat betreft de verzekering tegen materiële schade zijn er 3 alternatieven mogelijk, naargelang hetgeen vermeld is door de aanduiding “gedekt” in de Bijzondere Voorwaarden (hierna 1.1 t/m 1.12).
Eveneens naargelang hetgeen vermeld is door de aanduiding “gedekt” in de Bijzondere Voorwaarden kunnen deze alternatieven uitgebreid worden met één of meerdere van de hierna beschreven facultatieve gevaren (hierna 1.13 t/m 1.18).
Alternatief 1: Alle risico’s behalve
1.1 Alle risico’s behalve
Artikel 1.1.1 – Voorwerp van de verzekering
Op grond van zowel de Algemene als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de verze- kerde* te vergoeden voor:
A. alle materiële schade aan de verzekerde goederen* of de verdwijning van deze verzekerde goederen*, te wij- ten aan een plotselinge, onvoorzienbare of onafwendbare gebeurtenis als gevolg van een niet uitgesloten ge- vaar of schade. Een gebeurtenis wordt als voorzienbaar beschouwd wanneer er zich voor die gebeurtenis een feit of een gegeven voordoet dat het redelijkerwijze mogelijk maakt om de gebeurtenis te voorzien. De gebeurtenis wordt als onafwendbaar beschouwd wanneer de verzekerde* geen maatregelen kan treffen om ze te vermijden.
B. één of meer bijkomende waarborgen*, die bestemd zijn om de gevolgen van een gedekt schadegeval te ver- goeden zoals voorzien in Art. 1.20.13.
Artikel 1.1.2 – Niet-verzekerde goederen
Tenzij anders bepaald, zijn van de verzekering uitgesloten:
1. dieren, micro-organismen;
2. planten en gewassen die zich buiten de gebouwen* bevinden;
3. waarden*;
4. elektronische uitrusting voor administratieve en boekhoudkundige gegevensverwerking en telefooncentrales;
5. informatiedragers van elektronische apparatuur alsook de programma’s en de erop opgeslagen informatie;
6. landvoertuigen, vliegtuigen, rivier-, meer-, zee- en ruimtevaartuigen en aanhangwagens, behalve indien ze voor de verzekerde* koopwaar* vormen. De schade veroorzaakt aan voertuigen of materieel* voor behande- ling, hijsen, trekken en slepen die uitsluitend gebruikt worden binnen een vestiging* of binnen een straal van 100 meter, blijft echter gewaarborgd;
7. bodem, water, wegen, kanalen, dijken, pieren, bruggen, tunnels;
8. offshore installaties;
9. installaties voor het transport van vloeistof, stoom, gas, elektriciteit buiten de verzekerde vestigingen*;
10. uitgravingen, ondergrondse installaties, mijnen;
11. dekzeilen, tenten en opblaasbare structuren alsook hun inhoud;
12. goederen die eigendom zijn van een verzekerde* en die met name in een ander verzekeringscontract aangeduid worden, ongeacht de datum waarop dat contract gesloten werd, wanneer de schade te wijten is aan een gevaar dat door dat andere contract gedekt wordt;
13. goederen die vervoerd worden;
14. goederen die niet opgeleverd zijn en/of die niet volgens de geldende regels van de kunst met succes getest zijn geweest.
Artikel 1.1.3 – Uitgesloten schade en gevaren
A. Behoudens anders in de Bijzondere Voorwaarden vermeld, zijn uitgesloten, het verlies, de schade of verzwaring van schade, rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt door of enig verband hebbende met:
1. oorlog of gelijkaardige feiten, burgeroorlog, daad van terrorisme* of van sabotage*, muiterij, opstand, rebellie, revolutie, krijgswet of staat van beleg;
2. opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de omschreven goederen* door een mi- litaire macht of een politiemacht of door al dan niet geregelde strijdkrachten;
3. een rechterlijke of administratieve beslissing, een beslissing van elk wettelijk of feitelijk gezag, tenzij het gaat om maatregelen die genomen worden om de verzekerde goederen* bij een gedekt schadegeval te beschermen en te vrijwaren;
4. wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door structuurwijziging van de atoomkern;
5. elke nucleaire brandstof, elk radioactief product of elke radioactieve afvalstof of elke andere bron van io- niserende straling;
6. ontploffing* van springstoffen* in de verzekerde vestiging*;
7. wind, regen, storm en hagel*, sneeuw, zand of stof aan roerende goederen in open lucht of aan gebou- wen* en de inhoud ervan indien ze niet verankerd zijn aan de grond of niet volledig gesloten en bedekt zijn;
8. hoge waterstand, overstroming*, vloedgolf, grondverzakking of -verschuiving, aardbeving* of enig ande- re natuurramp (behalve storm en hagel*), voor zover deze gevaren niet onderschreven zijn in de faculta- tieve gevaren;
9. misbruik van vertrouwen, verduistering, bedrog en chantage;
10. opzettelijke feiten begaan door de verzekerde* of met zijn medeplichtigheid, of, indien het om een rechtspersoon gaat, met de medeplichtigheid van de algemene directie of de vennoten;
11. elke vrijwillige daad waardoor een goed is beschadigd, vernield of verontreinigd door gebruik van spring- stof* of van biologische, chemische, nucleaire of radioactieve middelen;
12. de aanwezigheid of verspreiding van asbest, asbestvezels of producten die asbest bevatten.
13. de Verzekeraar* zal niet tussenkomen voor schade of gevolgschade die rechtstreeks of onrechtstreeks wordt veroorzaakt door, bestaat uit of voortvloeit uit:
- om het even welke werking of slechte werking van het internet of vergelijkbare voorziening of van om het even welk intranet of privé netwerk of vergelijkbare voorziening;
- het veranderen, vernietigen, vervormen, wissen of iedere andere vorm van verlies of schade aan ge- gevens, software, programmering of instructies;
- geheel of gedeeltelijk verlies van gebruik of functionaliteit van gegevens, codering, programma, software, van om het even welke computer of computersysteem of ander toestel dat afhangt van een microchip of ingebouwde logica, en ieder eruit voortvloeiend onvermogen of falen van de verzeker- de* om zaken te doen.
Deze clausule sluit geen indirecte schade of gevolgschade uit, die niet anderzijds is uitgesloten, die zelf het gevolg is van een genoemd gevaar. Onder genoemd gevaar wordt verstaan: brand, bliksem, ontploffing*, val van vliegtuigen, waterschade, aardbeving*, overstroming*, rook, aanrijdingsschade en storm en hagel*. De schade of gevolgschade zoals hierboven beschreven is uitgesloten ongeacht iedere andere oorzaak die er gelijktijdig of op welk ander ogenblik ook toe heeft bijgedragen.
B. Uitgesloten zijn:
1. waardeverminderingen van esthetische aard;
2. schade aan de inhoud van heteluchtdrogers, ovens, installaties om te branden, te steriliseren, te vriesdro- gen of gelijkaardige toestellen, indien de oorsprong van het schadegeval binnen die installaties of toestel- len ligt;
3. andere dan door brand of ontploffing* veroorzaakte schade aan koopwaar* tijdens hun verwerking, waarvan de oorsprong of de omvang het gevolg is van de gebruikte procedures en/of de volgende oorza- ken:
- gebrekkige producten of materialen;
- menselijke fouten (nalatigheid, onhandigheid, verkeerde bewegingen, gebruiksfouten);
- functiestoornis van materialen en toestellen of van hun regel-, controle- en beveiligingsapparaten.
4. de geldelijke gevolgen van elke aansprakelijkheid van de verzekerde* die niet door het contract is gedekt;
5. elke immateriële schade*;
6. onverklaarbare verdwijning van goederen, verschillen of tekort vastgesteld naar aanleiding van een inven- taris, kasverschillen;
7. elke verlies of wijziging van elektronische gegevens of van programma’s.
C. Behoudens anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden is uitgesloten de schade die rechtstreeks of onrecht- streeks het gevolg is van:
1. pollutie*, tenzij de schade het gevolg is van een gebeurtenis die nergens anders uitgesloten is en die zich voordeed in de verzekerde vestiging* met inbegrip van de schades die voortspruiten uit de verspreiding van bacteriën, virussen, van elk toxisch organisme of verrotting (inclusief schimmelvorming);
2. werkzaamheden zoals verbouwen, behandelen, monteren, testen, bouwen, herstellen, oprichten of afbreken. De eruit voortvloeiende schade door brand of ontploffing* is echter wel gedekt.
D. Behoudens anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden is uitgesloten, schade veroorzaakt door:
1. gisting;
2. breuk, defect of panne van machines en elektronische apparatuur; deze uitsluiting is niet van toepassing op de door het contract gedekte gevolgschade aan andere verzekerde goederen*, tenzij het om breuk, defect of panne van machines en elektronische apparatuur gaat;
3. ontbinding, verandering van smaak, kleur, textuur of appretuur;
4. ontwerp- en fabricagefouten en -gebreken, gebruik van gebrekkige materialen, eigen gebrek;
5. diefstal, afpersing en gelijkaardige misdrijven;
6. storing in de levering van buiten uit van alle soorten van energie, water en industriële vloeistoffen. De schade ten gevolge van brand/ontploffing* blijft gewaarborgd.
E. Tenzij ze het gevolg is van een gebeurtenis die nergens anders uitgesloten is, is niet gedekt de schade veroor- zaakt door:
1. geleidelijke beschadiging, trage oxidatie, slijtage*, niet toxische verrotting en schimmelvorming,
2. mist, vochtigheid of droogte van de atmosfeer,
3. ongedierte, insecten, knaagdieren en andere dieren,
4. het verzakken, scheuren, krimpen of uitzetten van bestratingen, tegelvloeren, bedekkingen en gelijksoortige materialen.
De rechtstreekse gevolgschade die nergens anders uitgesloten is, blijft echter wel gedekt.
Alternatief 2: Genoemde gevaren (hierna 1.2 t/m 1.12)
1.2 Brand, bliksem, ontploffing en aanraking met lucht- en ruimtevaartuigen
Artikel 1.2.1 – Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de Algemene zowel als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de ver- zekerde* te vergoeden voor de schade die aan de verzekerde goederen* veroorzaakt wordt door de volgende gevaren:
1. brand met uitsluiting van:
- gehele of gedeeltelijke vernieling van, in of op een vuurhaard gevallen, geworpen of gelegde voor- werpen;
- brandvlekken, met name op linnen en kledingstukken;
- bovenmatige hitte, nabijheid van of aanraking met een licht- of warmtebron, uitwasemingen, weg- springen van brandstoffen, zelfontbranding en gisting, die schade veroorzaken zonder dat er ont- vlamming is ontstaan;
2. ontploffing*, met inbegrip van de schade veroorzaakt aan de verzekerde goederen* door schokken, meestal geluidsgolven, van vliegende voorwerpen, maar met uitsluiting van:
- hydraulische slagen, zowel van water als van andere vloeistoffen;
- barsten of scheuren veroorzaakt aan toestellen of ketels door slijtage* of oververhitting, breuken te wijten aan de door warmte of vorst veroorzaakte uitzetting van het water of aan de middelpuntvlie- dende kracht of aan andere uitwerkingen van mechanische krachten;
3. ontploffing* van springstoffen* onder voorbehoud van de uitsluiting voorzien onder Art. 1.19.1 A 8);
4. inwerking van de bliksem op goederen, andere dan elektrische toestellen en installaties, elektronische componenten* en elektronische toestellen*;
5. elektrocutie van dieren;
6. aanraking:
- met door de bliksem getroffen voorwerpen;
- met lucht- of ruimtevaartuigen of met delen daarvan, met voorwerpen die eraf of eruit vallen alsook met andere goederen die bij die gelegenheid weggeslingerd of omvergeworpen worden dit alles voor zover de verzekerde* noch eigenaar, noch bewaker is van de genoemde lucht- of ruimtevaartuigen;
B. Ook wanneer het schadegeval zich buiten de verzekerde goederen* voordoet, strekt de verzekeringsdekking zich uit tot de schade die aan deze goederen is veroorzaakt door:
1. verlening van hulp of enig dienstig middel tot het blussen, het behoud of de redding;
2. afbraak of vernietiging bevolen om verdere uitbreiding van de schade te voorkomen;
3. instorting als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een schadegeval;
4. gisting of zelfontbranding gevolgd door brand of ontploffing*;
5. hitte, rook, bijtende dampen en iedere verspreiding van giftige, bijtende of bederf veroorzakende elemen- ten, stoffen of agentia die rechtstreeks en uitsluitend uit een schadegeval voortkomen.
C. Deze waarborgen worden aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
1.3 Storm en hagel*, sneeuw en ijsdruk
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.3.1 – Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de Algemene zowel als Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de verze- kerde* te vergoeden voor de schade die aan de verzekerde goederen* veroorzaakt wordt:
1. door de rechtstreekse werking van een stormwind: dit is een wind die voorkomt tijdens een storm, een onweer, een orkaan of een hoos, indien die wind:
- in de omgeving van het omschreven gebouw* de beschadiging teweegbrengt, hetzij van tegen storm- wind verzekerbare constructies volgens de bepalingen van de voorwaarden van deze dekking, hetzij van andere goederen die een gelijkwaardige weerstand tegen de wind bieden of
- op het dichtstbijzijnde station van het Koninklijk Meteorologisch Instituut minstens een topsnelheid van 80 km/uur bereikt;
2. door hagelneerslag;
3. door de schok van tijdens die gebeurtenissen weggeslingerde of omvergeworpen voorwerpen;
4. door atmosferische neerslag (regen, sneeuw of hagel) die het omschreven gebouw* binnendringt als ge- volg van het feit dat dit gebouw* door storm en/of hagel* is beschadigd, op voorwaarde dat de verzeker- de*, zodra dit mogelijk was, de beveiligingsmaatregelen genomen heeft om het binnendringen van die neerslag te voorkomen, onverminderd de sancties waarin Art. 1.20.8 D. voorziet;
5. door sneeuw- of ijsdruk, d.w.z. de schade veroorzaakt door druk, ophoping, vallen, glijden of verplaatsing van een compacte hoeveelheid sneeuw of ijs.
B. De dekking strekt zich uit tot de schade die aan de verzekerde goederen* veroorzaakt is door:
1. de verleende hulp en de gepaste beschermings- of reddingsmiddelen;
2. de bevolen sloop- en afbraakwerkzaamheden om de ontwikkeling van een schadegeval stop te zetten;
3. de instortingen die rechtstreeks en uitsluitend uit een schadegeval voortvloeien.
C. Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.3.2 – Uitsluitingen
A. Tenzij anders bedongen werd in de Bijzondere Voorwaarden, is uitgesloten uit de verzekering de schade ver- oorzaakt aan de volgende goederen en aan de eventuele inhoud ervan:
1. constructie waarvan de buitenmuren samengesteld zijn uit metaalplaten waarvan het eigen gewicht per m² lager is dan 5kg, cement-, asbest- gegolfde platen of uit lichte materialen (onder meer hout, leem, plastic, spaanplaten en dergelijke) indien deze materialen meer dan 50% van de totale oppervlakte van die muren uitmaken;
2. constructie waarvan de dakbedekking samengesteld is uit hout, uit spaanplaten of dergelijke, uit asfaltpa- pier, uit plastic of uit andere lichte materialen (kunstleien, kunstdakpannen, riet, ‘roofing’ niet inbegrepen) indien deze materialen meer dan 20% van de totale oppervlakte van die dakbedekking uitmaakt.
B. Is van de verzekering uitgesloten, behoudens anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden, de schade veroor- zaakt:
1. aan ieder voorwerp:
a. dat zich buiten een constructie bevindt,
b. dat van buiten aan een constructie is vastgemaakt, zelfs indien het als onroerend door bestemming wordt beschouwd (onder meer buitenbekleding van muren bestaande uit op latten vastgemaakt materi- aal, buis, antenne, mast, vlaggenstok, paal, pijler, verlichtingsinstallatie en -toestel, reclamebord, uit- hangbord, zonneblind, luik, windscherm, tent, zeil en metalen schoorsteen).
Deze uitsluiting geldt niet voor de schade veroorzaakt aan:
- kroonlijsten en de eventuele bekleding ervan;
- dakgoten en aan de afvoerleidingen ervan;
- rolluiken;
2. aan alle ruiten (met inbegrip van spiegelglas en doorschijnend onroerend plastic materiaal) en aan spiegels. Deze uitsluiting geldt niet voor de schade veroorzaakt aan niet-doorschijnend onroerend plastic materiaal;
3. aan iedere afsluiting;
4. aan de volgende goederen en aan de eventuele inhoud ervan:
a. afdak uit glas of plastic (met inbegrip van wintertuin en veranda),
b. toren, klokkentoren, uitkijktoren, watertoren, windmolen, windmotor, openluchttribune, reservoir in open lucht,
c. constructie:
- in opbouw, herstelling, verbouwing, tenzij ze gesloten en afgedekt is (met afgewerkte en definitief ge- plaatste deuren en vensters),
- voorlopig bedekt of niet volledig bedekt;
- gemakkelijk te verplaatsen en uit elkaar te nemen,
- in bouwvallige toestand, namelijk indien de slijtage* van het geteisterde gedeelte meer dan 40% be- draagt, of in afbraak,
- geheel of gedeeltelijk open;
5. aan de inhoud die zich bevindt in een constructie die niet vooraf door storm en/of hagel* beschadigd is;
6. door water dat terug- of overloopt, door een lek in leidingen of riolering.
Artikel 1.3.3 – Vergoedingslimiet
In alle gevallen is de schadevergoeding met inbegrip van de bijkomende waarborgen* per schadegeval en per jaar voor alle vestigingen* beperkt tot het bedrag voorzien in Artikel 1.20.14.
Vormen een enkel schadegeval alle beschadigingen veroorzaakt door een zelfde oorzaak binnen eenzelfde perio- de van tweeënzeventig uur.
1.4 Waterschade, inclusief binnendringen van atmosferische neerslag als gevolg van een defecte waterdichtheid van de dakbedekking
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.4.1 – Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de Algemene zowel als Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de verze- kerde* te vergoeden voor de schade die aan de verzekerde goederen* veroorzaakt wordt:
1. door het wegvloeien van het water van de zich binnen het omschreven gebouw* en de naburige gebou- wen* bevindende hydraulische installaties, als gevolg van een breuk, het overlopen of een defecte water- dichtheid van die installaties;
2. door het binnendringen in het gebouw* van water dat afkomstig is van atmosferische neerslag als gevolg van een breuk, het overlopen of een defecte waterdichtheid van de afvoerbuizen van het omschreven ge- bouw* of de naburige gebouwen*;
3. door het accidenteel wegvloeien van vloeistoffen uit de verwarmingsinstallatie, hun leidingen of hun op- slagplaatsen door een breuk, een barst of het overlopen van die installaties van het verzekerde gebouw* of van een naburig gebouw*, dit op voorwaarde dat de tank is voorzien van een dubbele wand of van een in- kuiping;
4. door het binnendringen in het gebouw* van atmosferische neerslag als gevolg van een defecte waterdicht- heid van de dakbedekking van het omschreven gebouw*.
B. Ten belope van 8.237,38 EUR (ABEX-index 695) wordt ook gewaarborgd, de vergoeding van de door de verze- kerde* bedachtzaam gemaakte kosten voor het openmaken en herstellen van de muren, vloeren en zolderin- gen om er, in geval van schade, defecte leidingen in op te sporen en te herstellen.
C. Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.4.2 – Uitsluitingen
Behoudens anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden, wordt van de verzekering uitgesloten, de schade:
1. veroorzaakt door overstroming*, alsook door terugstromend of niet afgevoerd water van riolen, putten en tanks of door het doorsijpelen van grondwater;
2. als gevolg van:
- slijtage*;
- corrosie die gekenmerkt wordt door het grote aantal perforaties;
- gebrek aan bescherming tegen bevriezing van het omschreven gebouw*;
3. aan koopwaar* die op minder dan 10 cm boven de vloer geplaatst is, alsook de schade die zich vanaf die koopwaar* verspreid zou hebben;
4. veroorzaakt onder het laagste punt van het gebouw* vanwaar het water door de zwaartekracht naar buiten kan vloeien of door een automatische pompinstallatie afgevoerd kan worden;
5. aan hydraulische installaties en aan afvoerbuizen;
6. die al verzekerd kan worden door de artikelen 1.2 en 1.3;
7. aan de omschreven gebouwen* wanneer die in opbouw zijn of wanneer er herstellings- dan wel verbouwings- werkzaamheden aan worden uitgevoerd alsook aan hun inhoud tenzij de verzekerde* bewijst dat er geen oor- zakelijke band bestaat tussen de schade en deze werken.
1.5 Arbeidsconflicten, oproer en volksbeweging, daden van vandalisme en kwaadwilligheid
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.5.1 – Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de Algemene zowel als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de ver- zekerde* te vergoeden:
1. voor de schade die rechtstreeks aan de verzekerde goederen* veroorzaakt wordt:
- door personen die, zelfs als ze er niet rechtstreeks bij betrokken zijn, aan arbeidsconflicten* deelnemen;
- door oproer*, door volksbeweging*;
- door daden van vandalisme* of van kwaadwilligheid*, in zoverre de vergoeding van die schade al niet krachtens andere bepalingen van deze polis verzekerbaar is;
- die zou voortvloeien uit maatregelen die in de voornoemde gevallen door een wettelijk gevormd gezag genomen zijn om de verzekerde goederen* te beveiligen en te beschermen.
2. voor de verzwaring van de krachtens andere bepalingen van het contract reeds verzekerde schade wanneer die verzwaring uit een van de voornoemde omstandigheden voortvloeit.
B. Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
C. De Verzekeraar* behoudt zich de mogelijkheid voor, mits toelating van de minister van economische zaken bij wijze van algemene maatregel in een met reden omkleed besluit voor de dekking van schade als rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg van een arbeidsconflict*, een oproer* of een volksbeweging* deze dekking te schor- sen met inachtneming van een termijn van 7 dagen, die ingaat op de dag volgend op de afgifte van de aange- tekende brief, of de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de da- tum van het ontvangstbewijs.
Artikel 1.5.2 – Uitsluitingen
Van de verzekering zijn uitgesloten:
1. de schade van esthetische aard, met name door graffiti of wild aanplakken;
2. het verlies of de schade die veroorzaakt wordt door of bij diefstal, poging tot diefstal, plundering;
3. het verlies van vloeistoffen of gassen waarvan de verzekerde vestiging* door middel van leidingen voorzien wordt;
4. de andere dan door brand of ontploffing* veroorzaakte schade:
- die te wijten is aan de niet-naleving van de normale procedures van onderbreking van de exploitatie van de onderneming in geval van stopzetting van het werk;
- aan doorschijnende plastic panelen en aan beglazing;
- in en aan gebouwen* in opbouw, verbouwing of vernieuwing;
- in en aan gebouwen* die in onbruik geraakt zijn of in dewelke de normale regelmatige economische activi- teit gestopt is;
- indien de verzekerde* verhuurder (of eigenaar) is, door daden die gepleegd worden door of met de mede- plichtigheid van zijn huurder, zijn gebruiker of personen die bij deze laatsten inwonen.
1.6 Rook en roet
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.6.1 – Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de Algemene zowel als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de ver- zekerde* te vergoeden voor de schade die aan de verzekerde goederen* veroorzaakt wordt door rook en roet als gevolg van een plotseling en abnormaal gebrekkig functioneren van enig verwarmings- of keukentoestel, voor zover het toestel in kwestie en de schoorsteen waarop het moet worden aangesloten in goede staat van onderhoud zijn en deel uitmaken van de verzekerde goederen*.
B. Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.6.2 – Uitsluitingen
Van de verzekering is uitgesloten, de schade voortkomend uit open haarden of uit industriële toestellen andere dan de verwarming- of keukentoestellen.
1.7 Aanraking door voertuigen
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.7.1 – Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de Algemene zowel als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de ver- zekerde* te vergoeden voor de schade die aan de verzekerde goederen* veroorzaakt wordt door:
- voertuigen;
- vallende bomen, kranen en andere hijstoestellen of delen ervan tegen het verzekerde gebouw*;
- dieren.
Deze voorwerpen mogen noch het eigendom zijn, noch onder bewaking staan van de verzekerde*, van een eigenaar, huurder of gebruiker van het omschreven gebouw*, noch van personen die bij hen inwonen of in hun dienst zijn.
B. Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.7.2 – Verplichtingen van de verzekeringnemer* bij schadegeval
In geval van schade moet de verzekeringnemer* samen met de verantwoordelijke derde* het Europese schade- formulier invullen en doorsturen naar de Verzekeraar*.
Bij vluchtmisdrijf moet de verzekeringnemer* klacht indienen bij de politie.
Artikel 1.7.3 – Uitsluitingen
Behoudens anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden wordt de schade aan voertuigen van de verzekering uitgesloten.
1.8 Elektriciteitsrisico
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.8.1 – Voorwerp van de verzekering
Op grond van de Algemene zowel als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de verze- kerde* te vergoeden voor de veroorzaakte schade aan elektrische apparaten, machines en motoren en aan hun toebehoren die gebruikt worden voor de productie of de exploitatie (met uitsluiting van alle koopwaar*), alsook aan de elektrische installaties die deel uitmaken van het gebouw*:
A. Door de inwerking van de elektriciteit (onder andere kortsluiting, overstroom, overspanning, toevallige overbe- lasting) of van de bliksem, met inbegrip van de atmosferische elektriciteit;
B. Door brand of ontploffing* die in de beschadigde apparatuur ontstaan is, voor zover:
1. die apparaten, machines, motoren en leidingen deel uitmaken van de verzekerde goederen*;
2. hun werkingsregime het door de constructeur vermelde nominale regime niet overtreft;
3. de voor de exploitatie geldende wettelijke voorschriften worden nageleefd.
C. Deze waarborg wordt aangevuld door de in de Bijzondere Voorwaarden voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.8.2 – Uitsluitingen
Tenzij in de Bijzondere Voorwaarden anders is bedongen, is van de verzekering uitgesloten, de schade:
1. aan elektronische uitrusting voor administratieve en boekhoudkundige gegevensverwerking en telefoon- centrales;
2. aan inductieovens en elektrolyse-installaties;
3. aan zekeringen, relais, verwarmingsweerstanden, lampen van allerlei aard, elektronenbuizen, delen in glas en aan elektronische componenten* wanneer alleen die componenten beschadigd zijn;
4. aan ondergrondse leidingen die enkel bereikbaar zijn door grondwerken;
5. veroorzaakt door slijtage*, een eigen gebrek of enige mechanische functiestoornis;
6. veroorzaakt door het binnendringen van vloeistoffen, gassen of vaste stoffen in de toestellen.
1.9 Glasbreuk
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.9.1 – Voorwerp van de verzekering
Op grond van de Algemene zowel als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de verzekeringsonderneming zich er- toe de verzekerde* te vergoeden voor de schade die aan de verzekerde goederen* veroorzaakt wordt door glas- breuk of door een verzekerd gevaar die er rechtstreeks uit voortvloeien. Zijn verzekerd:
- het breken van ruiten, spiegelglas, spiegels, doorzichtige of doorschijnende plastieken panelen die als onroe- rend worden beschouwd. Worden met beglazing gelijkgesteld: spiegelglas, spiegels, doorschijnende of door- zichtige panelen in plastiekstof alsook de uithangborden en de bedaking in glas of plastiek van veranda’s, win- tertuinen of binnenplaatsen;
- de schade door dit breken veroorzaakt aan lijsten, drempels en steunen van de hiervoor vermelde voorwerpen evenals, in de lokalen waar een industriële of handelsactiviteit wordt uitgeoefend, aan het materieel* en de koopwaar* die er zich bevinden, voor zover dit materieel* en deze koopwaar* door dit contract zijn verzekerd tegen brand;
- tot beloop van 5.000,00 EUR de schade aan de omlijsting, de onderbouw en de steunen van de verzekerde be- glazing alsook de kosten van vernieuwing van de opschriften, beschilderingen of versiering;
- tot beloop van 5.000,00 EUR de kosten van voorlopige afscherming of afdichting en van bewaking;
- tot beloop van 5.000,00 EUR de kosten waartoe noodzaak voor de vervanging van de beschadigde beglazing;
- kunstglas en loodglas tot beloop van 2.000,00 EUR;
- lichtreclames en uithangborden tot beloop van 2.000,00 EUR.
Indien de verzekeringnemer* huurder of gebruiker is van de in het contract aangeduide goederen, waarborgt de Verzekeraar* de aansprakelijkheid die krachtens de artikels 1732, 1735 en 1302 van het Burgerlijk Wetboek op hem in deze hoedanigheid zou kunnen rusten i.v.m. de schade en kosten waarvan hiervoor sprake. Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.9.2 – Uitsluitingen
Er wordt geen dekking verleend voor de schade:
1. xxx xxxxxxx en afschilferingen;
2. die zich voordoet tijdens opbouw-, afbraak-, vergrotings- of verbouwingswerken aan het gebouw* of ingevol- ge werken (behoudens reiniging) aan ruiten of omlijstingen;
3. aan luifels en daken volledig samengesteld uit glas en/of plastiek en aan serres en broeikasten;
4. aan de ruiten van meer dan 10 m²;
5. aan de nog niet geplaatste ruiten, wanneer ze neergezet worden of zijn of men ze verplaatst.
1.10 Ontijdig in werking treden van automatische blusinstallaties of accidenteel lekken van blusinstallaties (Sprinkler leakage)
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.10.1 – Voorwerp van de verzekering
Op grond van de Algemene zowel als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de verze- kerde* te vergoeden voor de schade aan de verzekerde goederen* door:
- het ontijdig in werking treden van de automatische brandblusinstallatie;
- het accidenteel lekken van het water of van elke andere stof welke zich in de automatische brandblusinstallatie bevindt;
- het accidenteel wegvloeien van het water van de vaste installatie van niet automatische brandblustoestellen (hydranten, muurhaspels met axiale voeding, bovengrondse hydranten) welke ter aanvulling van een automati- sche brandblusinstallatie komt.
Deze dekkingsuitbreiding is enkel geldig indien de brandblusinstallatie conform is aan de voorschriften van de Verzekeraars*.
Verzekerde* mag in geen geval afstand doen van verhaal tegenover de installateur van de blusinstallaties zonder voorafgaandelijk akkoord van de Verzekeraar*.
Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.10.2 – Uitsluitingen
Buiten de elders in dit contract vermelde uitsluitingen, zijn van deze verzekeringsuitbreiding uitgesloten:
1. de schade overkomen:
- tijdens de montage, de herstelling, de uitbreiding, de verwijdering of elke verandering van de brandblusin- stallatie;
- tijdens de bouw, de herstelling, de uitbreiding, de afbraak of elke verandering van de lokalen;
2. de schade aan de brandblusinstallatie;
3. de schade voortkomend uit een door de verzekerde* gekende constructiefout van de gebouwen* of van de installatie, uit roest alsook uit veralgemeende corrosie die onder meer door menigvuldige gaatjes tot uiting komt;
4. de schade voortkomend uit de vorst indien de lokalen niet gebruikt of niet verwarmd worden behoudens wanneer de verwarming accidenteel onderbroken werd en de verzekerde* alle middelen waarover hij be- schikt aangewend heeft om het schadegeval te voorkomen of te beperken;
5. de schade voorkomend uit slijtage* of gebrek aan onderhoud;
6. de kosten voor waterverbruik;
7. de kosten van verwijdering, vervanging of vernieuwing van het blusmiddel dat zich in de automatische brandblusinstallatie bevindt.
1.11 Temperatuurschommeling
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.11.1 – Voorwerp van de verzekering
De schade aan koopwaar* door temperatuursverandering voortspruitend uit een stilstand of een storing in de koudeproductie (of warmteproductie) is verzekerd, indien die stilstand of die storing veroorzaakt is door een ge- dekt schadegeval. Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.11.2 – Vergoedingslimiet
In alle gevallen is de schadevergoeding met inbegrip van de bijkomende waarborgen* beperkt tot 50.000,00 EUR (ABEX-index 695) per schadegeval.
1.12 Roerende en onroerende schade ingevolge diefstal of poging tot diefstal
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.12.1 – Voorwerp van de dekking
De Verzekeraar* waarborgt de roerende en onroerende beschadiging ingevolge diefstal of poging tot diefstal, voor zover de beschadigde goederen verzekerd zijn door huidige polis. Deze waarborg wordt verleend tot beloop van 2.500,00 EUR. Indien de waarborg diefstal (Artikel 1.17) is onderschreven blijft de vergoedingslimiet zoals vermeld onder artikel 1.20.14 van toepassing.
Alternatief 3: Brand, bliksem, ontploffing en aanraking met lucht- of ruimtevaartuigen (enkel 1.2 hiervoor)
Facultatieve gevaren: (1.13 t/m 1.18 hierna, naargelang de keuzes aangegeven in de Bijzondere voorwaarden)
In uitbreiding van de waarborgen die worden toegekend in het kader van de Alternatieven 1 t/m 3 en onvermin- derd de uitsluitingen bedoeld onder de artikelen 1.1.2 en 1.1.3, verzekert de Verzekeraar* de vergoeding van de schade veroorzaakt aan de verzekerde goederen* tegen een van de facultatieve gevaren voor zover zij in de Bij- zondere Voorwaarden vermeld staan als “gedekt”.
1.13 Aardbeving
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.13.1 – Voorwerp van de verzekering
Op grond van de Algemene zowel als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de verze- kerde* te vergoeden voor de schade die aan de verzekerde goederen* veroorzaakt wordt door aardbeving*.
A. Onder aardbeving*, in de zin van de huidige waarborguitbreiding, wordt verstaan een aardschok met een mi- nimumsterkte van 4 graden op de schaal van Richter en waarvan de vervorming van de aardkorst de uitsluiten- de oorzaak is.
B. Wordt hiermee gelijkgesteld de schade die het directe gevolg is van een aardbeving* in de zin van de huidige waarborguitbreiding en die veroorzaakt is door:
- weggeslingerde of omvergeworpen voorwerpen;
- brand of ontploffing* en de hiermede gelijkgestelde schade vermeld onder Art. 1.2 van de Algemene Voorwaarden;
- breuk, barst of defecte waterdichtheid van hydraulische installaties die zich in het verzekerde gebouw* of in aanpalende gebouwen* bevinden;
- overstroming* die het gevolg is van een aardbeving* of van een vulkaanuitbarsting;
- de atmosferische neerslag (regen, sneeuw of hagel) die een gebouw* binnendringt, en dit op voorwaarde dat de verzekerde* het bewijs aanvoert dat hij, zodra het mogelijk was, al de vereiste voorzorgmaatregelen getroffen had om het binnendringen van die neerslag te voorkomen, onverminderd de sancties waarin arti- kel 1.20.8 D. voorziet;
- de bedachtzaam verleende hulp en alle bedachtzaam gebruikte beschermings- of reddingsmiddelen, de verplichte afbraak bevolen door een wettelijk gezag.
C. Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.13.2 – Uitsluitingen
A. Behoudens anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden, blijven uitgesloten de, volgens de bepalingen van Art. 1.19.1 van de Algemene Voorwaarden, niet gedekte schades die niet uitdrukkelijk in huidige dekking op- genomen zijn en onder meer:
- grondverschuivingen of grondverzakkingen die niet veroorzaakt zijn door een aardbeving*;
- grondverschuivingen of grondverzakkingen die het gevolg zijn van de instorting van ondergrondse holtes, niet veroorzaakt door een aardbeving*;
- vulkaanuitbarstingen;
- de schade veroorzaakt aan gebouwen* waarvan de verzekerde* niet de eigenaar is.
B. Is eveneens uitgesloten, behoudens anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden, de schade rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt of verergert door elk risico verbonden met kernenergie (reactie, straling, besmet- ting…).
C. Is eveneens uitgesloten, behoudens anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden, de schade veroorzaakt aan gebouwen* in opbouw, verbouwing of herstelling voor zover die werken de structuur, de stabiliteit of het dak van het gebouw* aantasten.
Artikel 1.13.3 – Schadegevallen
A. Alle schade die zich voordoet binnen de 72 uur te rekenen vanaf het begin van de aardbeving* maakt één en- kel schadegeval uit.
B. In geval van schade, verbindt de verzekerde* zich, binnen de kortste tijd, alle stappen te ondernemen bij de bevoegde instanties met het oog op de vergoeding van de schade aan de verzekerde goederen*. De Verzeke- raar* komt tussen van zodra de verzekerde* het bewijs heeft voorgelegd dat hij al deze nodige stappen heeft ondernomen. De verzekerde* verbindt er zich toe de hem door de overheid toegekende schadevergoeding aan de Verzekeraar* door te storten voor zover deze schadevergoeding dubbel gebruik uitmaakt met deze hem door de Verzekeraar* betaald volgens de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst.
Artikel 1.13.4 – Vergoedingslimiet
In alle gevallen is de schadevergoeding met inbegrip van de bijkomende waarborgen* per schadegeval en per jaar voor alle vestigingen* beperkt tot het bedrag voorzien in Artikel 1.20.14.
1.14 Overstroming en Vloedgolf
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.14.1– Voorwerp van de verzekering
De Verzekeraar* verzekert de schade veroorzaakt aan de verzekerde goederen* door overstroming*.
A. Onder overstroming*, in de zin van de huidige waarborguitbreiding, wordt verstaan een voorlopige situatie tijdens de welke grondgebieden, die in normale omstandigheden droog staan, volledig of gedeeltelijk onder water of onder modder of slib komen te staan ten gevolge van:
- buiten zijn oevers treden van binnenwater, van een rivier, een kanaal, enz.;
- vloed of vloedgolf;
- golven of zeewater;
- overloop of breuk van lichamen omringd door stuwdammen en/of dijken die water en/of modder of slib in- houden;
- modderverplaatsing, rivier of stroom van vloeibare modder veroorzaakt door een overstroming* zoals hier- boven bepaald;
- opeenhoping van ondergrondse watermassa’s inbegrepen het overlopen van riolen.
B. Wordt hiermee gelijkgesteld de schade indien ze het directe gevolg is van een overstroming en veroorzaakt door:
- de bedachtzaam verleende hulp en alle bedachtzaam gebruikte beschermings- of reddingsmiddelen, de ver- plichte afbraak bevolen door een wettelijk gezag;
- brand of ontploffing*.
C. Deze waarborg wordt aangevuld met de in Artikel 1.20.13 voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 1.14.2 – Uitsluitingen
Behoudens anders bepaald in de Bijzondere Voorwaarden of uitdrukkelijk gewaarborgd volgens dekkingsuitbrei- ding, blijft de schade volgens de bepalingen van Art. 1.19 van de Algemene Voorwaarden uitgesloten, en onder- meer:
- de overstroming* die het gevolg is van een aardbeving* of van een vulkaanuitbarsting;
- de schade veroorzaakt aan gebouwen* waarvan de verzekerde* niet de eigenaar is;
- de overstroming* veroorzaakt door breuk van een stuwdam of van een dijk waarvan het onderhoud onder controle is van de verzekerde*.
Artikel 1.14.3 – Schadegevallen
A. Wordt als één schadegeval beschouwd, alle schade veroorzaakt door overstromingen*:
- die voorvallen gedurende een ononderbroken periode van wassen of buiten de oevers treden van iedere ri- vier, waterloop of gelijkaardige watermassa, tot het terug binnen de oevers treden ervan;
- die voorvloeien uit een gedekte vloedgolf of uit één zelfde natuurstoring.
B. In geval van schade, verbindt de verzekerde* zich, binnen de kortste tijd, alle stappen te ondernemen bij de bevoegde instanties met het oog op de vergoeding van de schade aan de verzekerde goederen*. De Verzeke- raar* komt tussen van zodra de verzekerde* het bewijs heeft voorgelegd dat hij al deze nodige stappen heeft ondernomen. De verzekerde* verbindt er zich toe de hem door de overheid toegekende schadevergoeding aan de Verzekeraar* door te storten voor zover deze schadevergoeding dubbel gebruik uitmaakt met deze hem door de Verzekeraar* betaald volgens de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst.
Artikel 1.14.4 – Vergoedingslimiet
In alle gevallen is de schadevergoeding met inbegrip van de bijkomende waarborgen* per schadegeval en per jaar voor alle vestigingen* beperkt tot het bedrag voorzien in Artikel 1.20.14.
Vormen een enkel schadegeval alle beschadigingen veroorzaakt door een zelfde oorzaak binnen eenzelfde perio- de van tweeënzeventig uur.
1.15 Machinebreuk
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.15.1 - Basisdekkingen
De Verzekeraar* verzekert tot beloop van het voor machines in de Bijzondere Voorwaarden vermelde bedrag de schade veroorzaakt door “machinebreuk” voor zover die zich op de vermelde plaats bevinden:
- terwijl ze in werking zijn of stilstaan;
- tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren die noodzakelijk zijn voor het onderhoud de controle, de revisie of de herstelling ervan.
Onder "machinebreuk" verstaat men alle onvoorziene en plotselinge schade aan de verzekerde goederen*, die te wijten is aan één van de volgende oorzaken:
A. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme* of kwaadwilligheid* van personeelsleden van de verzekerde* of van derden*;
B. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde substantie;
C. materiaal-, constructie- of montagefouten of -gebreken;
D. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialen doorslaan of te grote snelheid, middelpuntvliedende kracht;
E. falen van een aangekoppelde machine, van een beveiligings- of regeltoestel;
F. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering;
G. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten behalve als er een ontploffing* op volgt met om het even welke grondoorzaak.
Een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnendringen van gassen, dampen of vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen wordt in de zin van het contract eveneens als een ontploffing* beschouwd. De hierboven bepaalde uitingen die ge- beuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing* beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige vervorming of breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het binnen- dringen van gassen, dampen of vloeistoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat.
H. terugslag of waterstoot in een zuigermachine of hydraulische installatie;
I. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of spanningsval, te grote stroomsterkte, kortsluiting, boogvorming, invloed van atmosferische elektriciteit;
Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan;
Ontploffing* van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis gedekt; de dek- king is beperkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing* zich heeft voorgedaan;
X. xxxx, xxxxx, vorst, kruien van ijs.
Artikel 1.15.2 - Aanvullende dekkingen
A. niet te voorziene en plotselinge schade aan ketels en andere stoomapparaten of recipiënten onder druk te wij- ten aan een ontploffing* ingevolge hun eigen gebrek;
B. voor zover ze het gevolg zijn van een vergoedbare "machinebreuk":
⮚ andere schade dan deze door brand en ontploffing* veroorzaakt:
▪ aan voetstukken en funderingen van de verzekerde voorwerpen;
▪ aan andere in de polis beschreven voorwerpen of goederen dan de verzekerde voorwerpen.
Artikel 1.15.3 - Uitsluitingen
A. Ongeacht de grondoorzaak wordt niet beschouwd als "machinebreuk":
1. iedere schade die te wijten is aan:
a. brand, aan ontploffingen* van welke aard ook en aan de gevolgen van deze gebeurtenissen, behalve wat onder artikel 1.15.1.I verzekerd is en wat onder de Bijzondere Voorwaarden verzekerd zou zijn bij toepassing van artikel 1.15.2 A.;
b. de rechtstreekse inslag van de bliksem op de verzekerde goederen* of op de gebouwen* die de verze- kerde goederen* bevatten;
x. xxxxxxxxx met lucht- of ruimtevaartuigen of met delen ervan, met voorwerpen die eraf of eruit vallen evenals met andere goederen welke bij die gelegenheid weggeslingerd of omvergeworpen worden;
d. uitvloeiing van water alsook aan het ontijdig in werking treden van of de toevallige wegvloeiing van water uit een automatische blusinstallatie;
e. diefstal of poging tot diefstal;
f. het volledig of gedeeltelijk instorten van gebouwen* die de verzekerde goederen* bevatten;
2. die in rechtstreeks of onrechtstreeks verband staat met één van de volgende gevallen:
a. oorlog of gelijkaardige feiten en burgeroorlog;
b. arbeidsconflict* en iedere collectief (politiek, sociaal. economisch of ideologisch) geïnspireerde daad van geweld, al dan niet gepaard gaand met rebellie tegen autoriteiten, met inbegrip van aanslagen* alsook vandalisme* of kwaadwilligheid*;
c. opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de plaatsen waar de verzekerde goe- deren* zich bevinden door een leger- of politiemacht, of door geregelde of ongeregelde strijders;
d. instorting, verzakking of verschuiving van grond, afval- of slakkenberg, inkalving of lawines val van ste- nen of rotsen overstroming*, wassen van waterlopen of van ondergronds water, ontoereikende water- afvoer langs de riolen, aardbeving* en in het algemeen iedere natuurramp.
3. die veroorzaakt wordt door (of de verzwaring van schade die veroorzaakt wordt door):
a. tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door wijziging van de atoomkernstructuur;
b. iedere nucleaire brandstof, ieder radioactief product of iedere radioactieve afvalstof of iedere bron van ioniserende straling;
4. die te wijten is aan gebreken of fouten die al bestonden bij het sluiten van de verzekering en die de verze- kerde* bekend waren of hadden moeten zijn;
5. die het gevolg is van experimenten of proeven. De controle van de goede werking wordt niet als een proef beschouwd;
6. waarvoor een leverancier, een hersteller of een monteur wettelijk of krachtens een contract aansprakelijk is;
7. die voorkomt door het in werking houden of het weer in werking stellen van een beschadigd voorwerp voor de definitieve herstelling of voor de regelmatige werking hersteld is;
8. veroorzaakt aan:
a. verwisselbare werktuigen, zoals boren, messen, slijpstenen, zaagbladen.
b. vormen, matrijzen, letters, clichés en gelijkaardige voorwerpen.
c. delen die door hun aard sneller verslijten en veelvuldig vervangen moeten worden, bij voorbeeld: kabels, kettingen, riemen, pakkingen, dichtgingen, buigzame leidingen, lucht en andere rubberbanden, trans- portbanden, pantser- en slijtplaten, graaf- en grijptanden, zeven, lampen, accumulatorenbatterijen.
d. brandstoffen, fluïda, smeermiddelen, harsen katalysators en in het algemeen, alle verbruiksstoffen; deze uitsluiting is niet van toepassing op vloeibare diëlektrica.
e. vuurvaste bekleding en alle delen in glas of materialen van gelijkaardig gebruik.
B. Ongeacht de grondoorzaak, zijn altijd uitgesloten:
1. slijtage*;
2. andere geleidelijke of aanhoudende beschadiging die voortvloeit uit de chemische, thermische of mechani- sche uitwerking van om het even welke vernielende factoren;
3. foutieve herstelling;
4. kosten voor het verwijderen, weer inbrengen of het verlies van stoffen in bewerking of elk ander product in de machines of vergaarbakken;
5. onrechtstreekse schade, zoals stillegging, gebruiksderving, productie- of rendementsverlies;
6. schade zoals schilfers, krassen deuken, alsook elke schade van esthetische aard.
Artikel 1.15.4 – Extra kosten
Voor zover ze gemaakt werden in overleg met de expert van de Verzekeraar* worden de hiernavernoemde “extra kosten” vergoed ten belope van maximaal 5.000,00 EUR (ABEX-index 695) per schadegeval voor alle kosten samen.
Deze kosten zijn als volgt gedefinieerd en individueel beperkt:
a. de kosten voor werkzaamheden buiten de normale werktijden, voor een bedrag van maximaal 50% van de normale kosten, dit zijn de kosten binnen de normale werktijden;
b. de kosten voor werkzaamheden waarvoor een beroep wordt gedaan op technici uit het buitenland;
c. de kosten voor versneld vervoer, voor een bedrag van maximaal 50% van de kosten voor het vervoer op de goedkoopste wijze;
d. afbraakkosten die noodzakelijk zijn om de herstelling of vervanging van de verzekerde goederen* mogelijk te maken, alsook de kosten voor wederopbouw;
e. kosten om de verzekerde voorwerpen uit het water te halen of vrij te maken.
Artikel 1.15.5 – Aangegeven waarde – onderverzekering – Vrijstelling
A. De aangegeven waarde wordt onder de verantwoordelijkheid van de verzekerde* vastgesteld. Bij het opne- men in het contract moet deze waarde voor elk voorwerp gelijk zijn aan de nieuwvervangingswaarde, dat wil zeggen aan de prijs, zonder korting, van een in alle opzichten identiek en afzonderlijk gekocht nieuw voor- werp, verhoogd met de kosten voor verpakking, vervoer en montage, alsook de eventuele taksen en rechten, met uitzondering van de belasting op de toegevoegde waarde in zoverre die door de verzekerde* gerecupe- reerd kan worden.
B. Er is onderverzekering wanneer de aangegeven waarde van een voorwerp lager is dan de nieuwvervangings- waarde bij de opneming ervan in het contract (zie art. 1.15.7 A. 6).
C. De verzekerde* blijft zijn eigen verzekeraar voor het in de Bijzondere voorwaarden bepaalde bedrag van de vrijstelling.
Artikel 1.15.6 – Raming van de schade
A. Het schadebedrag, de nieuwvervangingswaarde en de werkelijke waarde* van de beschadigde voorwerpen worden in der minne of door twee deskundigen geraamd, van wie de ene door de verzekerde* en de andere door de Verzekeraar* wordt benoemd. Indien de deskundigen het niet eens zijn, dan voegen zij zich een derde deskundige toe, met wie zij moeten samenwerken en zich bij meerderheid van stemmen uitspreken. De des- kundigen dienen eveneens hun mening te geven over de oorzaken van het schadegeval.
B. Benoemt één van de partijen haar deskundige niet, of zijn beide deskundigen het niet eens omtrent de keuze van de derde deskundige, dan gebeurt de benoeming door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de verblijfplaats van de verzekerde* op verzoek van de meest gerede partij. Indien één van de deskundi- gen zijn opdracht niet vervult, wordt hij volgens dezelfde procedure vervangen zonder inbreuk op de rechten van de partijen.
C. Het deskundig onderzoek, of iedere andere verrichting die met het oog op de vaststelling van de schade ge- daan wordt, doet in niets afbreuk aan de rechten en excepties waarop de Verzekeraar* zich zou kunnen be- roepen.
Artikel 1.15.7 – Berekening van de vergoeding
A. De vergoeding wordt bepaald:
a. door het samentellen van de "loonkosten" en "kosten voor materialen en vervangingsstukken" (cfr. B. en C. infra) die gemaakt worden om het beschadigde voorwerp opnieuw in de werkingstoestand van voor het schadegeval te brengen;
b. door van de onder 1) in aanmerking genomen kosten de eventueel in het contract bepaalde afschrijvingen voor veroudering af te trekken;
c. door het onder 2) verkregen bedrag te beperken tot de werkelijke waarde van het voorwerp onmiddellijk voor de schade, dat wil zeggen de nieuwvervangingswaarde op de dag van de schade na aftrek van de ver- oudering en de technische waardevermindering;
d. door van het onder 3) verkregen bedrag de waarde van de brokstukken en van de op een of andere manier nog bruikbare stukken af te trekken;
e. door van het onder 4) verkregen bedrag en bij het contract bepaalde vrijstelling af te trekken. Indien ver- schillende voorwerpen door eenzelfde schadegeval getroffen zijn, wordt alleen de hoogste vrijstelling in aanmerking genomen;
f. door, in geval van onderverzekering, op het onder 5) verkregen bedrag de verhouding toe te passen die bestaat tussen de waarde die voor het beschadigde voorwerp is opgegeven en de nieuwvervangingswaarde ervan bij de opneming in het contract (evenredigheidsregel).
In geen geval mag de vergoeding voor elk beschadigd voorwerp groter zijn dan het bedrag van de opgegeven waarde, vermenigvuldigd met de verhouding tussen de "ABEX-index" dat op het ogenblik van het schadegeval van kracht was en de bij de Bijzondere voorwaarden van het contract bepaalde ABEX-index.
De Verzekeraar* draagt de reddingskosten* (cfr D. infra) wanneer die met de zorg van een goede huisvader zijn gemaakt, ook al zijn de aangewende pogingen vruchteloos geweest. Die kosten zijn beperkt tot de verze- kerde waarde met een maximum van 18.592.014,35 EUR.
B. De "loonkosten" worden berekend:
1. door het in aanmerking nemen van:
x. xx xxxx- en reiskosten m.b.t. het demonteren, herstellen en weer monteren, rekening houdend met de in België gebruikelijke lonen en reiskosten voor werkzaamheden tijdens de normale werkuren,
b. na uitdrukkelijke overeenkomst, de extra kosten voor werkzaamheden buiten de normale werktijden, tot beloop van 50% van het bedrag van de onder a) in aanmerking genomen kosten,
c. na uitdrukkelijke overeenkomst, wanneer voor de werkzaamheden een beroep wordt gedaan op techni- ci uit het buitenland, het loongedeelte dat hoger is dan de onder a) hierboven vermelde lonen, de reis- en verblijfkosten en in het algemeen alle extra kosten die voortvloeien uit de inschakeling van deze technici. De hoogte van deze vergoeding wordt bepaald in het contract;
2. door aan het bedrag van de onder 1) verkregen kosten de desbetreffende taksen toe te voegen, met uit- zondering van de belasting op de toegevoegde waarde in zoverre die door de verzekerde* gerecupereerd kan worden.
C. De "kosten voor materialen en vervangingsstukken" wordt berekend:
1. door het in aanmerking nemen van:
a. de kosten van de gebruikte materialen en vervangingsstukken, alsook de kosten voor het vervoer, op de goedkoopste wijze, van die materialen en stukken;
b. na uitdrukkelijke overeenkomst, de extra kosten voor versneld vervoer, tot beloop van 50% van het be- drag van de onder a) in aanmerking genomen vervoerkosten;
2. door aan het bedrag van de onder 1) verkregen kosten de desbetreffende rechten en taksen toe te voegen, met uitzondering van de belasting op de toegevoegde waarde in zoverre die door de verzekerde* gerecu- pereerd kan worden.
D. De "reddingskosten"* zijn de kosten, zelfs boven de verzekerde som en zelfs indien de aangewende pogingen vruchteloos zijn geweest, die voortvloeien uit:
- de door de Verzekeraar* gevraagde maatregelen om de gevolgen van een gewaarborgde schade te voor- komen of te beperken;
- de maatregelen die redelijkerwijs en als goede huisvader door de verzekerde* uit eigen beweging genomen worden overeenkomstig de regels van de zaakwaarneming, om een gewaarborgd schadegeval te voorko- men of om de gevolgen ervan te voorkomen of te verminderen, voor zover deze maatregelen dringen zijn,
d.w.z. dat:
• de verzekerde* ze onverwijld moet nemen en niet de mogelijkheid heeft eerst de Verzekeraar* te ver- wittigen en haar akkoord te vragen, zonder haar belangen te schaden;
• als het gaat om maatregelen ter voorkoming van een gewaarborgd schadegeval, er bovendien onmid- dellijk dreigend gevaar moet zijn, d.w.z. dat als de maatregelen niet worden genomen, er zich onmid- dellijk en zeker een schadegeval zal voordoen.
Worden niet als reddingskosten* beschouwd: de kosten voortvloeiend uit preventiemaatregelen laattijdig geno- men door de verzekerde* terwijl hij deze maatregelen had moeten nemen op het ogenblik dat ze nog niet drin- gend waren, en vooraleer er nakend gevaar was.
E. Worden niet in aanmerking genomen als "loonkosten" en "kosten voor materialen en vervangingsstukken" en blijven dus ten laste van de verzekerde*:
1. de kosten voor het opnieuw maken van tekeningen, modellen, vormen en matrijzen van de constructeur die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van een herstelling, de kosten voor het opsporen van de oorzaak en de gevolgen van een gebrek, de kosten voor het reproduceren van de informatie die op om het even welke in- formatiedrager (kaarten, schijven, banden, enz.) is opgeslagen;
2. de extra kosten die bij een herstelling gemaakt worden voor revisie, wijzigingen of verbeteringen;
3. de kosten betreffende noodherstellingen of voorlopige herstellingen.
F. Zodra een beschadigd voorwerp opnieuw wordt gebruikt, wordt het beschouwd als hersteld in zijn werkings- toestand van voor het schadegeval. Op dat ogenblik houden de verplichtingen van de Verzekeraar* voor dat schadegeval op.
G. De verzekerde* heeft in geen geval het recht het beschadigde voorwerp aan de Verzekeraar* over te laten.
1.16 Alle risico’s Elektronica
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.16.1 - Verzekerde voorwerpen
Elektronisch en zwakstroommateriaal, ofwel in het bijzonder:
• vaste apparatuur:
o informaticamaterieel (CPU’s, Pc’s, terminals, beeldschermen, toetsenborden, printers, plotters, scanners, mo- dems, DVD-lezers, writers en bijhorigheden) met inbegrip van - elektronisch bureelmaterieel (audiovisuele ap- paratuur, fotokopieertoestellen, faxen, telefooncentrales, bewakings- en beveiligingsinstallaties (inclusief ca- mera’s die zich buiten het gebouw bevinden), personenoproepsystemen, tijdregistratiesystemen, postbehande- lingsapparatuur;
o externe informatiedragers (o.a. servers);
o niet-standaardsoftware onder licentie op vast apparatuur;
o medische elektronische apparatuur en radiologie apparatuur met inbegrip van standaardsoftware.
• draagbare en verplaatsbare apparatuur:
o draagbare pc’s, notebooks met een minimale schermafmeting van 7inch, met inbegrip van gecommercialiseer- de standaardsoftware;
o ander materieel zoals beamers, foto- en filmapparatuur, videoapparatuur, communicatieapparatuur, tablets en
soortgelijke toestellen, uitgezonderd GSM’s en smartphones;
o niet standaard software onder licentie op laptops;
o medische apparatuur.
Artikel 1.16.2 - Verzekerde risico’s
De Verzekeraar* dekt de verzekerde voorwerpen, voor zover deze zich bevinden op de plaatsen, aangeduid in de Bijzondere Voorwaarden van de polis tegen elk verlies en elke niet te voorziene en plotselinge schade, die te wij- ten is aan om het even welke oorzaak, met uitsluiting van de oorzaken vermeld in art 1.16.3.
Is eveneens gedekt:
- draagbaar materiaal is wereldwijd verzekerd en tot beloop van 5.000 EUR. In geval van luchttransport kunnen de voorwerpen enkel verzekerd worden voor zover ze als handbagage meegenomen worden in de cabine;
- de verzekerde goederen*, tijdens hun herstelling buiten de “aangeduide plaatsen”. Deze waarborg blijft enkel
verworven tijdens de periode die normaal nodig is voor herstelling, transport inbegrepen;
- het gelijkaardig materieel* dat door de verzekeringnemer* wordt gebruikt of gehuurd en ten belope van de werkelijke waarde* van het door het schadegeval onbruikbaar geworden materiaal. Deze uitbreiding van de waarborg geldt slechts voor de periode die normaal nodig is voor de herstelling of de vervanging van het ge- troffen materieel*, transport (heen en terug) inbegrepen;
- de van nature niet-draagbare verzekerde voorwerpen gedurende occasionele transporten, overal in België en Luxemburg, uitgevoerd door de verzekerde* in het kader van zijn normale professionele activiteiten* blijven gedekt ten belope van 6.250,00 EUR per schade.
Indien de verzekerde voorwerpen achtergelaten worden in een motorvoertuig is er enkel dekking indien:
• het voorwerp zich in een afgesloten opbergcompartiment van het voertuig bevindt (bv. kofferruimte of an- dere opbergruimte) zodat het niet zichtbaar is van buitenaf;
• het voertuig slotvast is en de eventuele diefstalbeveiliging ingeschakeld werd op het ogenblik van de diefstal;
• er sprake is van braak aan het motorvoertuig, met inbegrip van bewezen elektronische braak.
Zonder afbreuk te doen aan voorgaande verplichtingen is de dekking enkel verworven tussen 22u00 en 06u00 wanneer het voertuig zich bevindt:
• in een voor het publiek toegankelijke parking met operationele bewaking ofwel,
• in een op slot zijnde privé garage en er sprake is van braak aan die garage.
Ongeacht de aanwezige beveiligingen zijn de verzekerde voorwerpen nooit gedekt wanneer zij in werfketen en/of bouwbarakken worden achter gelaten wanneer er niet gewerkt wordt.
Artikel 1.16.3 - Verplichtingen van de verzekerde
In geval van diefstal of van beschadigingen, voortvloeiend uit diefstal of poging tot diefstal
is de verzekerde* verplicht binnen de 24 uur, na de vaststelling ervan, onmiddellijk aangifte te doen bij de Verze- keraar* en bij de bevoegde overheid met opgave van de gestolen of beschadigde voorwerpen en alle inlichtingen te verstrekken die kunnen leiden tot het opsporen van de dieven.
De Verzekeraar* kan er zich echter niet op beroepen dat de in de overeenkomst gestelde termijn om de in het eerste lid bedoelde melding te doen niet in acht is genomen indien die melding zo spoedig als redelijkerwijze mo- gelijk is geschied.
Artikel 1.16.4 - Uitsluitingen
1. de kosten voortvloeiend uit een slechte programmering of door uitwissing te wijten aan een verkeerde hande- ling;
2. schade te wijten aan de werking van een elektronisch virus of aan een daad van elektronische piraterij;
3. schade te wijten aan een gebruik waarvoor de voorwerpen niet bestemd zijn, aan experimenten of proeven, het nazien van de goede werking wordt niet als proef beschouwd;
4. schade te wijten aan barsten, krassen, deuken en elke schade van esthetische aard;
5. de normale slijtage*;
6. schade van elektrische of mechanische aard ten gevolge van een gebrek of van een fout in de materialen, in de constructie of in de montage;
7. schade vallend onder de wettelijke of contractuele bepalingen waarop de verzekerde* zich kan beroepen te- genover constructeurs, verkopers, monteurs, herstellers, of onderhoudsfirma’s en voornamelijk die gewaar- borgd door de verkoop- of onderhoudscontracten van de verzekerde goederen*;
8. schade te wijten aan het in bedrijf houden of het opnieuw in gebruik nemen van een beschadigd voorwerp voor de normale werking ervan is hersteld;
9. schade te wijten aan gebreken of fouten die al bestonden bij het sluiten van de verzekering en die door de verzekerde* gekend waren of het moesten zijn;
10. opzettelijke feiten begaan door de verzekerde* of met zijn medeplichtigheid, of, indien het om een rechtsper- soon gaat, met de medeplichtigheid van de algemene directie of de vennoten;
11. verduistering/ontvreemding door leden van het personeel aan wie materieel* of elektronische gegevens wer- den toevertrouwd tenzij de werkgever een klacht neergelegd heeft en de fout van het personeelslid bewezen werd;
12. diefstal zonder inbraak, het gewoon “verdwijnen” en diefstallen die niet aangegeven zijn aan de politie;
13. verlies van de van nature draagbare voorwerpen ten gevolge van niet-gekarakteriseerde diefstal of poging tot diefstal, dit wil zeggen de verdwijning of ontvreemding zonder materiële bewijzen van inbraak of zonder sporen van geweldpleging en/of bedreiging;
14. ontbrekende objecten, ontdekt bij het opmaken van een inventaris of bij een controle;
15. ongeacht de oorzaak is uitgesloten, de geleidelijke of voortdurende beschadiging door chemische, thermische, atmosferische of mechanische inwerking van gelijk welke vernielingskracht, zoals corrosie, waterdamp en stof, behalve wanneer de schade een accidentele oorzaak heeft;
16. schade aan elektromagnetische stralingsbronnen zoals kathodebuizen, lasercellen en gelijkaardige bronnen;
17. schade aan airconditioning-, en blusinstallaties met inbegrip van alle blusstoffen;
18. de normale uitbatingskosten, het verlies van winst of inkomsten door een daling van het omzetcijfer (bedrijfs- schade).
Artikel 1.16.5. Aangegeven waarde - onderverzekering
1. De aangegeven waarde wordt door de verzekerde* onder zijn verantwoordelijkheid vastgesteld. Zij moet ten allen tijde gelijk zijn aan de totale nieuwvervangingswaarde van alle verzekerde voorwerpen verzekerd door dit contract of aan de nieuwvervangingswaarde van gelijkaardig materieel* met dezelfde mogelijkheden.
2. De nieuwvervangingswaarde is de prijs vastgesteld door de leverancier en/of constructeur op basis van de cata- logusprijzen.
3. Er is onderverzekering als de totale nieuwvervangingswaarde van de verzekerde voorwerpen hoger is dan 10% van de aangegeven waarde.
Artikel 1.16.6 - Vergoeding van de materiële schade
De vergoeding wordt bepaald:
1. Door het samenstellen van alle door de verzekerde* bewezen kosten door middel van facturen of alle andere documenten en die gemaakt worden om:
- het beschadigde voorwerp opnieuw in de werkingstoestand van voor het schadegeval te brengen;
- het beschadigde voorwerp te vervangen.
2. Door alle hierna vernoemde extra kosten voor zover ze gemaakt werden in overleg met de expert van de Verzekeraar*:
- werkzaamheden uitgevoerd buiten de normale werktijden;
- het inschakelen van technici uit het buitenland;
- versneld vervoer;
beperkt tot maximaal 5.000,00 EUR (ABEX - index 695) per schadegeval voor alle kosten samen.
3. Door van in onder 1. in aanmerking genomen kosten de sleet of de waarde van het schroot bepaald door de expert af te trekken.
4. Door het in onder 3. verkregen bedrag te beperken tot:
De nieuwvervangingswaarde van het beschadigde voorwerp of indien het niet meer beschikbaar is, de nieuw- vervangingswaarde van gelijkaardig materieel* met dezelfde mogelijkheden. Indien het verzekerde voorwerp niet herstelbaar of vervangbaar is, te wijten aan zijn technische veroudering, blijft de vergoeding beperkt tot de werkelijke waarde* van het beschadigde gedeelte en/of van de werkelijke waarde* van het voorwerp op de dag van het schadegeval.
5. Door van het in onder 4. verkregen bedrag de in de Bijzondere Voorwaarden bepaalde vrijstelling af te trek- ken.
6. Bij onderverzekering zal de evenredigheidsregel worden toegepast op het in 5. bekomen bedrag.
7. De vergoeding is voor elk beschadigd voorwerp beperkt tot de aangegeven waarde ervan. Indien deze aange- geven waarde geïndexeerd is, zal rekening gehouden worden met de verhouding tussen de onderschrijvingsin- dex en de index op het ogenblik van het schadegeval.
Artikel 1.16.7 - Verzekering van de bijkomende kosten
Voor zover ze het gevolg zijn van een in onder Artikel 1.16.2. vergoedbaar schadegeval, verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de verzekerde* te vergoeden voor de bijkomende kosten ten belope van 10% van het verzekerd kapi- taal voor elektronisch materiaal met een maximum van 12.500,00 EUR die hij binnen een termijn van twaalf maanden, beginnend op datum van het schadegeval, heeft gemaakt met als enkel doel:
1. De gegevens die, op het ogenblik van het schadegeval, op de in onder Artikel 1.16.1. verzekerde informatie- dragers stonden, eventueel weder samen te stellen;
2. De vermindering van de werking van het beschadigde voorwerp te vermijden of te beperken;
3. Het werk dat normaal met het beschadigde voorwerp werd uitgevoerd in zo gelijkend mogelijke omstandighe- den te laten plaatsvinden, d.w.z. dezelfde die zouden hebben bestaan als er geen schadegeval was geweest;
4. Niettegenstaande de voorziene uitsluitingen en voor zover deze kosten niet gedekt zijn door een ander con- tract dat voorrang heeft, blijft de waarborg verworven voor:
- de bijkomende kosten ten gevolge van schade van elektrische of mechanische aard, een gebrek of een fout in de materialen, de constructie of de montage, zolang er een “onderhoudscontract” loopt voor de verze- kerde voorwerpen;
- de bijkomende kosten die voortvloeien uit schade te wijten aan brand, bliksem en ontploffing* van gebou- wen* die de verzekerde voorwerpen zoals vermeld in Artikel 1.16.1, waardoor hun gebruik volledig of ge- deeltelijk onmogelijk is.
5. Herinstallatie van de besturings- en/of applicatiesoftware, beperkt tot maximum 2.500,00 EUR per schadegeval.
Artikel 1.16.8 - Uitsluitingen eigen aan Artikel 1.16.7
Zijn uit de dekking uitgesloten:
1. de kosten die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met dezelfde oorzaken uitgesloten in artikel 1.16.3;
2. de kosten voortvloeiend uit een slechte programmering of door uitwissing te wijten aan een verkeerde handeling;
3. het verlies van informatie door invloed van magnetische velden;
4. de kosten van veranderingen of verbeteringen van de systemen of werkmethodes, het opslaan of verwerken, alsook de kosten om de informaticaverwerkingsmethode uit te breiden tot toepassingen die op het ogenblik van het schadegeval nog niet werden uitgevoerd;
5. de wedersamenstellingskosten indien de verzekerde* niet minstens één keer per week een ‘back-up’ (dubbel) heeft gemaakt. De back-ups mogen niet in hetzelfde gebouw* als de verzekerde voorwerpen bewaard worden;
6. de normale uitbatingkosten;
7. het verlies van winst of inkomsten door een daling van het omzetcijfer, de kosten gemaakt voor het aankopen, samenstellen, herstellen of vervangen van de verzekerde goederen* tenzij deze kosten werden gemaakt om de uitgaven voor de verzekerde* “bijkomende kosten” te verminderen. In welk geval ze zullen worden vergoed ten belope van de verwezenlijkte besparing, zonder het verzekerde bedrag voor “bijkomende kosten” te over- schrijden;
8. de bijkomende kosten die buiten de periode van schadeloosstelling werden gemaakt. Is niet in de periode van schadeloosstelling begrepen, elke vertraging te wijten aan oorzaken zoals financieringsmoeilijkheden van de verzekerde*, geschillen met leveranciers, conflicten in de verzekerde onderneming, structuurwijzigingen of wijzigingen in de organisatie van het werk.
Artikel 1.16.9 - Berekening van de vergoeding
A. De vergoeding wordt bepaald door:
1. de kosten gemaakt tijdens de periode van schadeloosstelling op te tellen;
2. van de onder 1. in aanmerking genomen kosten, de kosten af te trekken die verhaald of verhaalbaar zijn na de herstelling of de vervanging van het getroffen voorwerp; dit verhaal wordt echter maar binnen de gren- zen van de periode van schadeloosstelling in aanmerking genomen;
3. van de onder 2. in aanmerking genomen kosten en voor zover de onderbreking of de vermindering van de werking van de verzekerde voorwerpen de wachttijd* overschrijdt, de vrijstelling vermeld in de Bijzondere Voorwaarden af te trekken. Indien de Bijzondere Voorwaarden geen wachttijd* vermelden, zal enkel de voorziene vrijstelling van toepassing zijn.
B. Bij meningsverschillen aangaande herstellingen of vervangingen, zal de Verzekeraar* alleen gehouden zijn tot betaling van de gewaarborgde kosten over de kortste periode nodig om het getroffen voorwerp te herstellen of te vervangen.
C. In geen geval zal de vergoeding voor elke verzekerde waarborg, groter mogen zijn dan het bedrag van de ver- zekerde som vermeld in de Bijzondere Voorwaarden. Indien deze aangegeven waarde geïndexeerd is, zal reke- ning gehouden worden met de verhouding tussen de onderschrijvingsindex en de index op het ogenblik van het schadegeval.
Artikel 1.16.10. – Vrijstelling
De in de Bijzondere Voorwaarden voorziene vrijstelling is van toepassing per schadegeval.
1.17 Diefstal
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 1.17.1 - Voorwerp van de verzekering
De Verzekeraar* waarborgt de verzekerde* tegen diefstal, roerende en onroerende beschadigingen die voort- vloeien uit diefstal of poging tot diefstal van goederen waarvan sprake in de Bijzondere Voorwaarden, en tot be- loop van de erin vermelde vergoedingslimieten, wanneer deze zich voordoen binnen de aangeduide lokalen en het duidelijk vast staat dat ze begaan werden in één van de volgende omstandigheden:
- door inbraak, inklimming, met gebruik van valse of van gestolen of van verloren sleutels;
- door een persoon die heimelijk in de lokalen is binnengedrongen of er zich heeft laten insluiten;
- door middel van geweldpleging op of onder bedreiging van een verzekerde*. De Verzekeraar* waarborgt bovendien:
- diefstal gepleegd met geweld op of onder bedreiging van de verzekerde* of de bij hem inwonende personen, wereldwijd, ten belope van 1.250,00 EUR;
- diefstal van ‘geldelijke waarden’ onder andere: geldspeciën, staven, edelmetaal, postzegels, cheques, accredi- tieven, cognossementen, handelseffecten, titels, obligaties, aandelen, coupons, post- en telegrafische manda- ten en alle andere geldelijke waarden, in de verzekerde gebouwen ten belope van maximaal 2.500,00 EUR en voor zover deze geldelijke waarden zich achter slot bevinden;
- de vervanging van sloten van deuren die rechtstreeks toegang geven tot de verzekerde lokalen, ten gevolge van diefstal, poging tot diefstal en verlies van de sleutels, ten belope van maximaal 1.250,00 EUR.
Artikel 1.17.2 – Uitbreidingen
Voor zover de privé-inhoud verzekerd is, waarborgt de Verzekeraar* volgende uitbreidingen:
A. diefstal gepleegd door middel van inbraak tijdens tijdelijke en gedeeltelijke verplaatsing van de privé-inhoud, in een gebouw* of een gedeelte van een gebouw* voor zover deze lokalen niet aan de verzekerde* toebeho- ren of die hij niet meer dan 90 dagen per jaar huurt of bewoont, ten belope van maximaal 5.000,00 EUR;
B. diefstal van bont, juwelen, zilverwerk, kunstvoorwerpen of voorwerpen behorend aan een verzameling, en meer algemeen alle zeldzame of kostbare voorwerpen; antieke meubels en tapijten, ten belope van maximaal 15% van het verzekerd kapitaal privé-inhoud met een maximum van 2.500,00 EUR per object;
- Indien het object deel uitmaakt van een paar, een serie of een geheel wordt de limiet op 5.000,00 EUR ge- bracht voor de totaliteit van het paar, de serie of het geheel.
C. diefstal van privé-inhoud in een vrijstaand bijgebouw* als gevolg van diefstal met braak of bij de poging daar- toe met een maximum van 2.500,00 EUR (voor alle bijgebouwen* samen):
- Blijven evenwel uitgesloten: goederen in een carport, geldelijke waarden*, bont, juwelen zilverwerk, kunst- voorwerpen of voorwerpen behorend aan een verzameling, en meer algemeen alle zeldzame of kostbare voorwerpen, antieke meubelen en tapijten wanneer zij zich in een vrijstaand bijgebouw* bevinden.
Artikel 1.17.3 – Uitsluitingen
A. De waarborg wordt niet verleend voor diefstal, en beschadigingen die voortvloeien uit poging tot diefstal:
1. van zaken, goederen of waarden* vermeld in de uitbreidingen van artikel 1.17.2 indien de privé-inhoud niet werd opgenomen in de Bijzondere Voorwaarden;
2. waarvan de daders of medeplichtigen verzekerden*, lasthebbers of vennoten zijn;
3. gepleegd buiten de werkuren door een persoon in dienst van de verzekerden* op een andere wijze ge- pleegd dan door inbraak of geweldpleging;
4. overkomen tijdens een niet-fysieke aanwezigheid in de lokalen van meer dan 30 opeenvolgende dagen;
5. xxx xxxxxxxxx* en koopwaar* voor beroepsdoeleinden die zich in de niet-aanpalende bijgebouwen* of aanhorigheden bevinden;
6. van goederen die zich in de gemeenschappelijke delen van het gebouw* bevinden wanneer dit niet uitslui- tend door de verzekerde* gebruikt wordt;
7. gepleegd tijdens arbeidsconflicten* of aanslagen, of ter gelegenheid van een schadegeval, veroorzaakt door een ander verzekerd gevaar;
8. in gevolge de niet-naleving van de door de Verzekeraar* opgelegde preventiemaatregelen door de verze- keringnemer*, tenzij er geen oorzakelijk verband is tussen de niet uitvoering van de preventiemaatregelen en het ontstaan van de schade en/of de uitbreiding van de schade.
B. De waarborg wordt evenmin verleend voor:
9. bedrijfsschade, genotsverlies of het verlies van winst en/of intresten;
10. tekorten vastgesteld bij een inventaris en elke onverklaarbare of mysterieuze verdwijning.
Artikel 1.17.4 – Verplichtingen van de verzekerde
A. Bij afwezigheid:
- dient de verzekerde* alle bestaande of overeengekomen diefstalbeveiligingen te gebruiken;
- dient de verzekerde* alle deuren op slot te doen;
- dient de verzekerde* alle vensters te sluiten;
B. In geval van diefstal of van beschadigingen, voortvloeiend uit diefstal of poging tot diefstal is de verzekerde* verplicht binnen de 24 uur, na de vaststelling ervan, onmiddellijk aangifte te doen bij de Verzekeraar*en bij de bevoegde overheid met opgave van de gestolen of beschadigde voorwerpen en alle inlichtingen te verstrekken die kunnen leiden tot het opsporen van de dieven.
De Verzekeraar* kan er zich echter niet op beroepen dat de in de overeenkomst gestelde termijn om de in het eerste lid bedoelde melding te doen niet acht is genomen indien die melding zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
C. Sancties
- De Verzekeraar* weigert haar dekking, indien de verzekerde* de middelen tot beveiliging van de verzekerde goederen* en de maatregelen tot voorkoming van schadegevallen waarvan sprake in paragraaf A hiervóór of vermeld in de Bijzondere voorwaarden niet heeft genomen of gehandhaafd, op voorwaarde dat het aangewreven verzuim oorzakelijk verband houdt met het zich voordoen van het schadegeval.
- Indien de verzekerde* één van in paragraaf B vernoemde verplichtingen niet nakomt, vermindert de Verzekeraar* haar prestatie ten belope van het door haar geleden nadeel.
Artikel 1.17.5 – Teruggevonden goederen
In geval de gestolen goederen teruggevonden worden is de verzekerde* verplicht de Verzekeraar* hier onmiddel- lijk van op de hoogte te brengen.
Indien er reeds een vergoeding aan de verzekerde* was uitgekeerd, kan hij ofwel de goederen aan de Verzeke- raar*overdragen en de vergoeding behouden, ofwel de goederen houden en de Verzekeraar* de vergoeding te- rugbetalen. In dit laatste geval komt de Verzekeraar* evenwel tussen in de eventuele schade die aan de goederen werd toegebracht, zonder dat dit bedrag de toegekende schadevergoeding kan overschrijden.
Als de goederen teruggevonden worden en de vergoeding nog niet betaald werd, neemt de Verzekeraar* de eventuele herstellingskosten ten laste.
1.18 Vervoer en verblijf van waarden
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 1.19 en 1.20 alsmede van de Hoofdstukken 5 en 6.
De Verzekeraar* waarborgt de verzekerde* voor vervoer en verblijf van waarden* die voorvloeien uit diefstal van goederen waarvan sprake in de Bijzondere Voorwaarden, en tot beloop van de erin vermelde vergoedingslimieten. Deze dekking is onderschreven in eerste risico, d.w.z. zonder toepassing van de evenredigheidsregel.
Artikel 1.18.1 - Begripsomschrijving
1.18.1.1 Verzekerde waarden
Geldspeciën, staven edelmetaal, postzegels, cheques, accreditieven, cognossementen, handelseffecten, titels, obligaties, aandelen, coupons, post- en telegrafische mandaten, en alle andere geldelijke waarden.
Deze waarden zijn verzekerd zowel voor rekening van de verzekeringnemer* als voor rekening van wie het aanbe- langt.
De verzekering is niet van toepassing voor de verzekerde waarden die toebehoren aan een aangestelde van de verzekeringnemer*.
1.18.1.2 Brandkast
Onder brandkast wordt verstaan een brand- en inbraakwerende kast die voldoet aan de EN 1143-1 norm* of gelijkwaardig.
Op straffe van verval dienen brandkasten tot 1000 kg altijd degelijk verankerd zijn. Indien de verzekerde* ver- zuimt te voldoen aan deze verplichting en de schade een gevolg is van dit verzuim, is de Verzekeraar* niet gehou- den tot prestatie.
Artikel 1.18.2 Waarborgen
1.18.2.1 Transport van de verzekerde geldelijke waarden
Ieder verlies, te wijten aan om het even welke oorzaak, van de verzekerde geldelijke waarden en/of alle schade hen overkomend.
Deze waarborg wordt toegekend wanneer de verzekerde geldelijke waarden vervoerd worden in België door de verzekerden*, inbegrepen binnen de omheining der inrichtingen van de verzekeringnemer* in België en hun bij- huizen.
De verzekering neemt een aanvang op het ogenblik waarop de leiders en/of aangestelden de verzekerde geldelij- ke waarden ontvangen en eindigt op het ogenblik waarop zij ze op de plaats der bestemming neer leggen, op voorwaarde dat zij er niet meer verantwoordelijk voor zijn.
Er wordt nader bepaald dat, behoudens uitdrukkelijke vermelding, deze waarborg zich niet uitstrekt tot het ver- voer van geldelijke waarden gedaan door het personeel van de verzekeringnemer* dat belast is met het ophalen van gelden (zoals vertegenwoordigers, bestellers, incasseerders, autobestuurders, begeleiders, enz...) wanneer zij werken als geldophalers.
Er wordt bepaald dat indien het transport, om een ongewone reden, onderbroken wordt de waarborg van de polis van kracht blijft, waar ook de verzekerde geldelijke waarden zich mogen bevinden.
De personen belast met het vervoer moeten minstens 21 jaar oud zijn en maximum 65 jaar.
Indien de vervoerde som 12.500,00 EUR per vervoer overschrijdt, zal dit gedaan worden door twee personen, de waarborg beperkt blijvende tot het bedrag voorzien in de polis.
Indien de vervoerde som 25.000,00 EUR per vervoer overschrijdt, zal dit gedaan worden door drie personen, de waarborg beperkt blijvende tot het bedrag voorzien in de polis.
1.18.2.2 Verblijf van de verzekerde geldelijke waarden:
A. Gedurende de sluitingsuren, en behoudens de verhandelingen, moeten de geldelijke waarden verplichtend worden opgeborgen:
- achter slot: de verzekerde geldelijke waarden ten belope van maximum 2.500,00 EUR;
- in een brandkoffer volgens de Europese normering EN 1143-1* voor het overschrijdend gedeelte van de hier- boven vermelde som van 2.500,00 EUR.
B. Gedurende de openingsuren, en behoudens de verhandelingen, moeten de geldelijke waarden:
- zich bevinden in een kassa, ten belope van maximum 2.500,00 EUR per kassa;
- in een brandkoffer volgens de norm EN 1143-1* voor het overschrijdend gedeelte.
Indien de sleutel van een brandkast zou worden verloren of gestolen, verbindt de verzekeringnemer* zich on- middellijk het slot te laten veranderen.
Het voorleggen van boekhoudingsdocumenten volstaat om het bezit van de verzekerde geldelijke waarden op het ogenblik van het schadegeval te bewijzen.
Artikel 1.18.3 - Uitsluitingen
Worden uitgesloten:
A. De verduistering met vervalsing of valsheid in geschriften;
B. Het eenvoudig gemis, de rekenfout, de schadegevallen voortkomend van strafbare daden, door de vennoten of beheerders gesteld, de waarden* die zich bevinden in een motorvoertuig, indien bewezen dat dit motorvoer- tuig achtergelaten werd.
Artikel 1.18.4 verplichtingen van de verzekerde*:
In geval van schade is de verzekerde* verplicht, onmiddellijk aangifte te doen bij de Verzekeraar* en bij de be- voegde overheid met opgave van de gestolen of beschadigde waarden* en alle inlichtingen te verstrekken die kunnen leiden tot het opsporen van de daders.
Gemeenschappelijke uitsluitingen en bepalingen
1.19 Gemeenschappelijke uitsluitingen uitsluitingen aan alle gevaren voorzien in de Alternatieven 2 en 3, de Facul- tatieve gevaren en de Bedrijfsschade.
Artikel 1.19.1 – Gemeenschappelijke uitsluitingen
A. Van de verzekering is de volgende schade alsook de daaruit voortvloeiende bedrijfsschade uitgesloten:
1. schade aan de inhoud van heteluchtdrogers, ovens, rookinstallaties, koffiebrandmachines en broedmachi- nes, indien de oorsprong van het schadegeval binnen die installaties of toestellen ligt;
2. schade aan een toestel of recipiënt (met inbegrip van het toestel waarvan dit laatste deel uitmaakt) door ontploffing* te wijten aan slijtage* of eigen gebrek van dat toestel of dat recipiënt;
3. bijkomende schade zoals verlies of diefstal van voorwerpen alsook de sedert het schadegeval ontstane verzwaring van verliezen;
4. schade of verzwaring van schade die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met één van de volgende gevallen:
- oorlog of gelijkaardige feiten, burgeroorlog, daad van terrorisme* of van sabotage*;
- muiterij, oproer*, rebellie, krijgswet of staat van beleg;
- hoge waterstand, overstroming*, vloedgolf, grondverzakking of -verschuiving, aardbeving* of enige an- dere natuurramp, voor zover deze gevaren niet onderschreven zijn in de facultatieve gevaren.
5. schade of verzwaring van schade rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt door of enig verband hebben- de met:
- wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door structuurwijziging van de atoomkern;
- iedere nucleaire brandstof, ieder radioactief product of iedere radioactieve afvalstof of door iedere bron van ioniserende straling andere dan deze waarvan sprake is onder B hierna.
6. schade of verzwaring van schade die het gevolg is van een rechterlijke of administratieve beslissing of een beslissing van elk wettelijk of feitelijk gezag, tenzij
- het gaat om maatregelen die genomen worden om de verzekerde goederen* bij schadegeval te be- schermen en te bewaren;
- het gaat om maatregelen die tot bodemsanering verplichten voor de herstelling van tuinen en binnen- pleinen in de limieten van de dekking van Art. 1.20.14.4.
7. schade aan alle roerende goederen die eigendom zijn van een verzekerde* en die door een ander verzeke- ringscontract gedekt zijn, wanneer de schade te wijten is aan een door dit ander contract verzekerd gevaar. Ingeval de verzekerde* krachtens de wet op de landverzekeringsovereenkomst niettemin een vergoeding uit hoofde van dit contract zou verkrijgen, subrogeert hij de Verzekeraar* contractueel in zijn rechten en vorderingen tegen de verzekeraar* van dit ander contract;
8. welke schade ook die veroorzaakt, verzwaard of beïnvloed wordt door ontploffing* van springstoffen* in de verzekerde vestiging*;
Deze uitsluiting is niet van toepassing op stoffen waarvan het gebruik inherent is aan de aangegeven activi- teit van de verzekerde* indien de verzekerde* het gebruik van deze stoffen aan de Verzekeraar* meege- deeld heeft.
9. elk verlies of wijziging van elektronische gegevens of van programma’s (voor zover niet gedekt door de fa-
cultatieve waarborg “Alle risico’s elektronica”);
10. de schade veroorzaakt door een opzettelijke daad die een goed beschadigt of vernielt door het gebruik van springstof*, biologische-, chemische-, nucleaire- of radioactieve middelen;
11. de schade voortvloeiende uit de aanwezigheid of verspreiding van asbest, asbestvezels of producten die as- best bevatten.
12. De Verzekeraar* zal niet tussenkomen voor schade of gevolgschade die rechtstreeks of onrechtstreeks wordt veroorzaakt door, bestaat uit of voortvloeit uit:
- om het even welke werking of slechte werking van het internet of vergelijkbare voorziening of van om het even welk intranet of privé netwerk of vergelijkbare voorziening;
- het veranderen, vernietigen, vervormen, wissen of iedere andere vorm van verlies of schade aan gege- vens, software, programmering of instructies;
- geheel of gedeeltelijk verlies van gebruik of functionaliteit van gegevens, codering, programma, soft- ware, van om het even welke computer of computersysteem of ander toestel dat afhangt van een micro- chip of ingebouwde logica, en ieder eruit voortvloeiend onvermogen of falen van de verzekerde* om zaken te doen.
Deze clausule sluit geen indirecte schade of gevolgschade uit, die niet anderzijds is uitgesloten, die zelf het gevolg is van een genoemd gevaar. Onder genoemd gevaar wordt verstaan: brand, bliksem, ontploffing*, val van vliegtuigen, waterschade, aardbeving*, overstroming*, rook, aanrijdingsschade en storm en hagel*.
De schade of gevolgschade zoals hierboven beschreven is uitgesloten ongeacht iedere andere oorzaak die er gelijktijdig of op welk ander ogenblik ook toe heeft bijgedragen.
B. Is eveneens uitgesloten de schade of verzwaring van schade, veroorzaakt door eender welke bron van ionise- rende straling (in het bijzonder iedere radio-isotoop) die gebruikt mag worden buiten een nucleaire installatie en waarvoor de wettelijke vergunningen verkregen werden, alsook de daaruit voortvloeiende bedrijfsschade.
C. Is eveneens niet verzekerd, verzwaring van schade of bedrijfsschade die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de omschreven goederen* door een militaire macht of een politiemacht of door al dan niet geregelde strijdkrachten.
1.20 Gemeenschappelijke bepalingen
Voor zover niet anders vermeld in specifieke artikels zijn de in deze artikelen opgenomen bepalingen van toepas- sing op de gehele polis.
Artikel 1.20.1 – Hoedanigheid van de verzekerde*
Indien uit de Bijzondere Voorwaarden blijkt dat de verzekerde* handelt in de hoedanigheid van huurder of ge- bruiker van de in het contract omschreven goederen*, verzekert de Verzekeraar* zijn huurderaansprakelijkheid* of zijn aansprakelijkheid als gebruiker* voor de bedragen en waarborgen die in de Bijzondere Voorwaarden ver- meld zijn.
Artikel 1.20.2 – Verzekerde bedragen
A. De verzekerde bedragen worden onder de verantwoordelijkheid van de verzekeringnemer* vastgesteld. Be- houdens anders in de Bijzondere Voorwaarden bepaald, moeten om de toepassing van de evenredigheidsregel van de bedragen te voorkomen, de verzekerde bedragen, die alle belastingen omvatten in zoverre deze niet kunnen worden afgetrokken, op ieder ogenblik gelijk zijn aan de waarde van verzekerde goederen*, geschat met inachtneming van de volgende bepalingen, ongeacht enige boekwaarde:
1. het gebouw*: op zijn nieuwwaarde* of, als de Bijzondere Voorwaarden het vermelden, volgens zijn werke- lijke waarde*;
2. de inboedel*: volgens zijn nieuwwaarde*. Niettemin:
- worden linnengoed en kleding geschat op hun werkelijke waarde*;
- worden stijlmeubelen, kunstvoorwerpen en verzamelobjecten, juwelen en in het algemeen alle zeldza- me of kostbare voorwerpen volgens hun verkoopwaarde* geschat;
- worden fietsen, bromfietsen en motorfietsen, elektrische toestellen met inbegrip van elektronische toe- stellen*, geschat volgens hun werkelijke waarde* behoudens wanneer ze verzekerd zijn door de faculta- tieve waarborg “Alle risico’s elektronica” zonder dat deze hoger mag zijn dan de vervangingsprijs van nieuwe goederen met vergelijkbare prestaties.
3. het materieel*: volgens zijn nieuwwaarde*. Niettemin:
- mag het materieel* niet geschat worden volgens een waarde die hoger is dan de vervangingsprijs van nieuw materieel* met vergelijkbare prestaties;
- worden originelen en kopieën van archieven, documenten, handelsboeken, plannen, modellen en in- formatiedragers geschat volgens hun materiële wedersamenstellingswaarde, met uitsluiting van de kos- ten voor onderzoek en studie;
- worden motorrijtuigen en hun aanhangwagens volgens hun verkoopwaarde* geschat;
- worden de onderdelen die blootstaan aan snelle slijtage* en herhaalde vervangingen zoals bij voorbeeld kabels, kettingen, riemen, pakkingen, dichtingen, buigzame leidingen, luchtbanden en andere rubber- banden, pantser- en slijtplaten, graaf- en grijptanden, zeven, lampen, accumulatorbatterijen, volgens hun werkelijke waarde* geschat.
4. koopwaar*:
- bevoorradingen, grondstoffen, levensmiddelen, verpakkingen, afval: volgens de dagwaarde*;
- producten in fabricatie of afgewerkte maar niet verkochte producten: door bij de prijs van de grondstof- fen volgens de dagwaarde* de rechtstreekse en onrechtstreekse kosten te voegen die gemaakt zijn om hun fabricatiegraad te bereiken;
- afgewerkte en verkochte, maar niet geleverde producten: volgens de verkoopprijs, verminderd met de niet gemaakte kosten;
- goederen die aan de cliënteel toebehoren en bij de verzekerde* zijn opgeslagen: op basis van de werke- lijke waarde* tenzij het motorrijtuigen of hun aanhangwagens betreft. In dat geval gebeurt de schatting volgens de verkoopwaarde*.
5. dieren: volgens hun dagwaarde*, zonder rekening te houden met hun tentoonstelling- of wedstrijdwaarde;
6. de huurdersaansprakelijkheid* of de aansprakelijkheid als gebruiker*:
- indien de verzekerde* huurder of gebruiker is van het hele gebouw*: volgens de werkelijke waarde* van dat gebouw*;
- indien de verzekerde* huurder of gebruiker is van een gedeelte van het gebouw*: volgens de werkelijke waarde*, zowel van dit deel van het gebouw* als van de andere delen in zoverre de verzekerde* er con- tractueel aansprakelijk voor kan worden gesteld.
B. Tijdens de duur van het contract kan de verzekeringnemer* te allen tijde verzoeken de verzekerde bedragen te wijzigen om ze in overeenstemming te brengen met de waarden van de omschreven goederen* waarop ze be- trekking hebben.
Artikel 1.20.3 – Plaats van de verzekerde goederen*
De verzekerde goederen* zijn gedekt op de in de Bijzondere Voorwaarden aangegeven plaats en als ze roerend zijn, zowel in de gebouwen* als op de binnenplaatsen en aangrenzende terreinen.
Artikel 1.20.3.1 - Beurzen en tentoonstellingen
De waarborg met inbegrip van de onderschreven facultatieve gevaren, is uitgebreid tot de koopwaar* en het ma- teriaal wanneer de verzekerde* deelneemt aan beurzen en tentoonstellingen die plaatsvinden in eender welke constructie in de EU en Zwitserland en dit tot beloop van 12.500,00 EUR. Indien de waarborg diefstal onderschre- ven is wordt de limiet voor deze waarborg met inbegrip van de roerende beschadiging beperkt tot 5.000,00 EUR.
Artikel 1.20.4 – Eenvoudige risico’s*
Eenvoudige risico’s* zijn die risico’s die beantwoorden aan de definitie van artikel 5 van het Koninklijk besluit van 24 december 1992 betreffende de verzekering tegen brand en andere gevaren wat de eenvoudige risico’s betreft. Indien deze polis ook goederen, beschouwd als eenvoudige risico’s*, in België verzekert, zijn bijzondere regels van toepassing op die risico’s onder meer voor wat betreft de volgende gevaren:
1. Terrorisme*
De schade veroorzaakt door terrorisme* is gedekt:
- voor de verzekeringsondernemingen die lid zijn van TRIP*, binnen het kader en de perken en tijdslimieten vastgesteld door de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terro- risme* en door de Koninklijke Uitvoeringsbesluiten van die wet;
- voor de verzekeringsondernemingen die geen lid zijn van TRIP*, volgens de wettelijke verplichte dekkings- voorwaarden.
De schadevergoeding is, per ligging, begrensd tot 100% van het verzekerd bedrag zonder dat dit bedrag hoger kan zijn dan 743.681,00 EUR, geïndexeerd overeenkomstig bijlage §3,3,b van het Koninklijk besluit Eenvoudige risico’s* of tot elk ander bedrag dat in de toekomst zou vastgesteld worden door iedere nieuwe wettelijke re- gelgeving, van toepassing op de huidige dekking.
2. Natuurrampen
De waarborg omvat de dekking van de natuurrampen die aan artikels 123 t/m 132 van de wet van 4 april 2014 betreffende de Verzekeringen beantwoorden. In afwijking van al de voorwaarden van deze polis is de waar- borg verleend op basis van de “Algemene voorwaarden van het Tariferingsbureau 2006” gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (Ed. 2) van 6 maart 2006.
3. Storm, hagel, ijs- en sneeuwdruk
De waarborg omvat de dekking van storm, hagel, ijs- en sneeuwdruk in overeenstemming met het Koninklijk besluit van 16 januari 1995 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 24 december 1992 betreffende de ver- zekering tegen brand en andere gevaren wat de eenvoudige risico’s* betreft.
Zelfs indien de Bijzondere Voorwaarden voorzien in een schadevergoedingslimiet, is deze dekking verworven tot beloop van het verzekerde bedrag per risico.
4. Artikel 1.20.16 “Scheidsgerecht” is niet van toepassing op de eenvoudige risico’s. Op de eenvoudige risico’s is het Belgisch recht van toepassing, behoudens tegenstrijdige bepaling en zijn de Belgische rechtbanken be- voegd voor geschillen met betrekking tot een contract op eenvoudige risico’s.
Artikel 1.20.5 – Nieuwe verwervingen en investeringen op de genoemde vestigingen*
Deze polis dekt eveneens tegen de in de Bijzondere Voorwaarden aangeduide gevaren nieuwe gebouwen*, nieuw verworven of geleasde materialen of installaties, bestemd voor uitbating of gebruik door de verzekerde*, die na de begindatum van deze polis gebouwd, verworven of geleased werden, en dit op gelijk welke vestiging* binnen België. Hieronder zijn ook begrepen de persoonlijke goederen, die aan de verzekerde* zijn toevertrouwd of gelijk welke vestiging* binnen België. Voor ieder van voormelde gebouwen* of materialen of installaties dient de verzekerde* een verzekerbaar belang te hebben op het ogenblik van de schade.
Deze dekkingsuitbreiding:
- vangt aan op het ogenblik dat de verzekerde* een verzekerbaar belang heeft verworven en de nieuwe verwer- ving niet langer in constructie of opbouw is, of wordt getest, of vanaf het ogenblik dat de nieuwe verwerving door middel van een formele oplevering aan de verzekerde* werd overgedragen.
- eindigt 90 dagen na de dag van verwerving, of na de dag van aanmelding bij en aanvaarding door de Xxxxxxx- xxxx*, of op de vervaldatum van de polis, welke ook eerst zal voorvallen.
Deze dekkingsuitbreiding geldt niet voor:
- goederen in transport of tijdens onderhoud;
- goederen/gebouwen* op een opgegeven vestiging*, of elders in deze polis verzekerd;
- schade, veroorzaakt door aardbeving* (ook grondverzakking of –verschuiving), overstroming*, storm, machi- nebreuk en (poging tot) diefstal en dit ongeacht de gevaren die in de Bijzondere Voorwaarden als “Gedekt” worden vermeld.
Deze dekkingsuitbreiding is beperkt tot beloop van een sublimiet van 500.000,00 EUR.
Artikel 1.20.6 – Overdracht van de verzekerde goederen*
In geval van overdracht van een verzekerd goed neemt de verzekering van rechtswege een einde:
1. indien het om een onroerend goed gaat: drie maanden na de datum van het verlijden van de authentieke akte. Tot het verstrijken van deze termijn gaat de aan de overdrager verleende dekking over op de overnemer, tenzij deze laatste dekking geniet uit hoofde van een ander contract. Bij ontstentenis van een dergelijke dekking doet de Verzekeraar* afstand van verhaal op de overdrager, behoudens in geval van kwaadwilligheid*;
2. indien het om een roerend goed gaat: zodra de verzekerde* het niet meer in bezit heeft.
3. In geval van overgang van het verzekerde belang ten gevolge van het overlijden van de verzekeringnemer* gaan de rechten en verplichtingen uit het verzekeringscontract over op de nieuwe houder van dat belang.
4. In geval van onverdeeldheid blijven de mede-eigenaars hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot de uitvoering van het contract. Na uit onverdeeldheid te zijn getreden en op voorwaarde dat de Verzekeraar* daarvan ken- nis is gegeven, blijft alleen de erfgenaam die de enige houder van het verzekeringsbelang is geworden, ge- houden tot de uitvoering van het contract.
5. De nieuwe houders van het verzekerde belang en de Verzekeraar* kunnen evenwel kennis geven van de op- zegging van het contract, de eersten binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden, de tweede bin- nen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het overlijden.
Artikel 1.20.7 – Automatische aanpassing
A. Indien de Bijzondere Voorwaarden voorzien in de automatische aanpassing en in een onderschrijvingsindex:
1. worden de verzekerde bedragen, de in absolute cijfers uitgedrukte vergoedingsgrenzen en de premie op de jaarlijkse premievervaldag automatisch aangepast volgens de verhouding die bestaat tussen:
- de meest recente ABEX-index die ten minste twee maanden voor de eerste dag van de maand van die aanpassing vastgesteld is, en
- de ABEX-onderschrijvingsindex of index 695 indien dit getal vermeld is in verband met een vergoedings- grens.
2. worden de verzekerde bedragen en de in absolute cijfers uitgedrukte vergoedingsgrenzen op de dag van het schadegeval bepaald op grond van de meest recente ABEX-index, indien deze hoger ligt dan de index die op de laatste jaarlijkse vervaldag van toepassing was zonder dat hij deze laatste met meer dan tien procent mag overschrijden.
B. Ongeacht of de Bijzondere Voorwaarden al dan niet in de automatische aanpassing voorzien, zijn de in absolu- te cijfers uitgedrukte vrijstellingen aan de ontwikkeling van de ABEX-index gekoppeld en worden ze aangepast volgens de verhouding die bestaat tussen de meest recente index die op de dag van het schadegeval van toe- passing is en index 695.
Artikel 1.20.8 – Verplichtingen van de verzekerde*
A. De verzekerde* moet te allen tijde alle nuttige maatregelen treffen en met name alle gebruikelijke voorzorgs- maatregelen om schadegevallen te voorkomen, en ervoor zorgen dat zijn personeel en alle andere personen die zich in zijn vestiging* bevinden, de in het contract bepaalde voorzorgsmaatregelen in acht nemen.
B. Bij een schadegeval moet de verzekerde*:
1. alle redelijke maatregelen nemen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen en te beperken. De Verzekeraar* vergoedt, zelfs boven de verzekerde bedragen, de reddingskosten*, mits die met de zorg van een goede huisvader zijn gemaakt, ook wanneer de aangewende pogingen vruchteloos zijn geweest. Nochtans, voor het geheel van de schade aan de goederen en van de bedrijfsschade zijn die kosten verze- kerd ten belope van een bedrag dat gelijk is aan de verzekerde bedragen voor deze goederen met een maximum van 18.592.014,35 EUR.
Voor de aansprakelijkheidsverzekeringen worden die kosten integraal door de verzekeraar* gedragen voor zover het geheel van de schadeloosstelling en van de reddingskosten* per verzekeringnemer* en per scha- degeval het voor die aansprakelijkheid verzekerde bedrag niet overschrijdt. Boven het voor die aansprake- lijkheid verzekerde bedrag worden die kosten beperkt tot:
- 495.787,05 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.478.935,25 EUR;
- 495.787,05 EUR plus 20% van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt;
- 2.478.935,25 EUR plus 10% van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.394.676,24 EUR;
- een maximum van 9.915.741 EUR.
Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van het Belgische indexcijfer der consumptieprijzen met als basisindexcijfer dat van november 1992, namelijk 113,77 (basis 1988 = 100);
2. uiterlijk binnen acht dagen nadat het schadegeval zich heeft voorgedaan, bij de Verzekeraar* aangifte doen van het schadegeval, de omstandigheden en de bekende of vermoedelijke oorzaken ervan, van de ondernomen reddingsmaatregelen, alsook van iedere andere verzekering met hetzelfde voorwerp en be- treffende dezelfde vestigingen*. Die termijn wordt evenwel beperkt tot 24 uur in geval van schade aan dieren. De Verzekeraar* kan er zich niet op beroepen dat de voornoemde termijnen voor de aangifte van het schadegeval niet nageleefd zijn indien die aangifte zo snel als redelijkerwijs mogelijk werd gedaan;
3. de Verzekeraar* binnen vijfenveertig dagen na de aangifte een door hem voor echt en onvervalst verklaar- de omstandige staat met begroting van de schade en van de waarde van de verzekerde goederen* bezor- gen, met opgave van de identiteit van de rechthebbenden;
4. de Verzekeraar* alle gegevens tot staving van die staat en betreffende de oorzaken van het schadegeval bezorgen en haar machtigen zich deze te verschaffen.
Daartoe geeft de verzekerde* de Verzekeraar* toestemming om, zodra het schadegeval plaatsgehad heeft, alle, inzonderheid boekhoudkundige, gegevens te verzamelen die zij nuttig acht, zowel bij de zetel van de onderneming als bij die van haar eventuele dochterondernemingen, zusterondernemingen of holdings;
5. de afwezigheid van een hypothecaire of bevoorrechte schuldvordering aantonen of anders de Verzekeraar* een door de ingeschreven schuldeisers gegeven machtiging tot ontvangen van de
vergoeding bezorgen, tenzij de beschadigde verzekerde goederen* intussen volledig wederopgebouwd of wedersamengesteld zijn; een gegeven machtiging tot ontvangen van de vergoeding bezorgen vanwege de schuldeisers die een regelmatig beslag zouden gelegd hebben op de vergoeding;
6. zich onthouden van iedere afstand van verhaal;
7. wanneer de schade te wijten is aan een door een van de verzekeringen “arbeidsconflicten* – oproer* en volksbeweging*” (Alternatieven 1 en 2) gedekte gebeurtenis, zo spoedig mogelijk bij de bevoegde autori- teiten alle stappen doen om vergoeding voor die schade te verkrijgen en de hem door die autoriteiten be- taalde schadevergoeding doorbetalen aan de Verzekeraar*, in zoverre die vergoeding samenvalt met enige vergoeding die hem ter uitvoering van dit contract voor dezelfde schade is toegekend.
C. Bij een schadegeval waarbij een van de door dit contract gedekte aansprakelijkheden betrokken is, moet de verzekerde* bovendien:
1. de Verzekeraar* iedere gerechtelijke of buitengerechtelijke akte bezorgen, onmiddellijk na de kennisge- ving, de betekening of de terhandstelling ervan aan de verzekerde*, voor de rechtbanken verschijnen, zich aan de door de rechtbank bevolen onderzoeksmaatregelen onderwerpen en alle door de Verzekeraar* ge- vraagde procedures vervullen;
2. zich, op straffe van verval van rechten, onthouden van iedere erkenning van aansprakelijkheid, van iedere dading, van iedere vaststelling van schade en van iedere betaling of belofte van schadevergoeding. De er- kenning van een louter materieel* feit of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde* kunnen voor de Verzekeraar* geen grond opleveren om haar dekking te weigeren.
D. Sancties:
1. indien de verzekerde* één van de in de paragrafen B. en C. hierboven vermelde verplichtingen niet nakomt, mag de Verzekeraar* haar prestatie verminderen ten belope van het door haar geleden nadeel. Ze kan haar dekking evenwel volledig weigeren indien deze tekortkoming met bedrieglijk opzet is gebeurd;
2. bovendien kan de Verzekeraar* haar dekking volledig weigeren wegens de niet-uitvoering van een bij het contract opgelegde bepaalde verplichting, op voorwaarde dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de tekortkoming en het voorvallen van het schadegeval.
Artikel 1.20.9 – Schatting van de schade
A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in Art. 1.20.2 A.
Niettemin:
1. Voor de verzekerde goederen*, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen*, wordt:
- indien de slijtage* op de dag van de schade 30% van de nieuwwaarde* van het gebouw* of van de nieuwwaarde* van het materieel* overschrijdt, niet de totale slijtage* van ieder beschadigde goed of deel ervan afgetrokken, doch slechts het gedeelte van de slijtage* dat het vermelde percentage over- treft.
- de totale slijtage* afgetrokken in geval van aansprakelijkheidsverzekering.
2. Gebeurt, voor elektrische en/of elektronische toestellen*, de schatting als volgt:
- in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde* van even- waardig elektrisch materiaal, verminderd met de slijtage*.
Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde*, wordt de slijtage* alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt.
Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormig- heid met de “Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties” bestaat, afgegeven door een erkende instelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in de onderstaande tabel.
Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was;
- in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstel- ling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel.
Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde*, wordt de slijtage* alleen toegepast, volgens boven- staande berekening, wanneer ze 30 % bereikt.
Tabel van conventionele slijtage* voor de elektrische en elektronische toestellen*:
AARD VAN DE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN EN INSTALLATIES | JAARLIJKSE SLIJTAGE* COËFFICIËNT (per begonnen jaar) | MAXIMUM SLIJTAGE* voor de toestellen en installa- ties waarvoor een attest van gelijkvormigheid met de Re- glementering van de verzeke- raars is uitgereikt. |
1) Elektronische toestellen*, toestellen die ionise- rende stralen voortbrengen, kantoormachines | 10% | 80% |
2) Draaiende machines | 7,5% | 50% |
3) Statische vermogenstransformatoren, onderge- dompelde condensatoren, onderbrekingsapparaten, niet elders geklasseerde elektrische toestellen (scha- kelborden, bedieningskasten, meet- en controletoe- stellen, enz.) | 5% | 50% |
4) Elektrische leidingen | 2,5% | 40% |
B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen* wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde ge- deelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoop- waarde* voor de roerende goederen.
C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de Bijzondere Voorwaarden bepa- len dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*.
D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de weder- opbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met:
1. in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze lokalen,
2. in de andere gevallen: de huurwaarde ervan.
Artikel 1.20.10 – Vaststelling van de schadevergoeding
A. Algemene vrijstelling voor materiële schade*
De schadevergoeding, vastgesteld op grond van het bedrag van de schade zoals dat volgens Art. 1.20.9 geschat is, wordt verminderd met een bedrag per schadegeval zoals vermeld in de Bijzondere Voorwaarden. Deze vrij- stelling geldt voor alle gedekte gevaren en wordt niet samengevoegd met andere vrijstellingen waarin de Al- gemene of Bijzondere Voorwaarden gedefinieerd onder Hoofdstuk 1 (1.1 tot en met 1.18) zouden voorzien.
Voor die verzekeringen “arbeidsconflicten*, oproer* en volksbeweging*” en voor de verzekering “storm, ha- gel, sneeuw- en ijsdruk” wordt voor de toepassing van deze vrijstelling onder schadegeval verstaan iedere door één en dezelfde oorzaak teweeggebrachte schade binnen een zelfde periode van tweeënzeventig uur.
B. Overdraagbaarheid
Indien op de dag van het schadegeval blijkt dat sommige verzekerde bedragen hoger zijn dan die welke voort- vloeien uit de in Art. 1.20.2 bepaalde schattingsregels, wordt het overschot verdeeld tussen de bedragen be- treffende de onvoldoende verzekerde goederen*, al dan niet beschadigd, naar rata van de ontoereikendheid van de bedragen en evenredig met de toegepaste premievoeten. Die overdraagbaarheid wordt slechts toege- staan voor goederen die tot dezelfde vestiging* behoren.
C. Evenredigheidsregel
1. Indien op de dag van het schadegeval, niettegenstaande de eventuele toepassing van de in paragraaf B. bedoelde overdraagbaarheid, het verzekerde bedrag voor de rubriek* waartoe het beschadigde verzekerde goed behoort, lager is dan het bedrag dat overeenkomstig Art. 1.20.2 verzekerd had moeten zijn, is de Ver- zekeraar* slechts gehouden tot het betalen van een schadevergoeding ten belope van de verhouding tussen het werkelijk verzekerde bedrag en het bedrag dat verzekerd had moeten zijn.
2. De in Art. 6.2 bedoelde evenredigheidsregel op de premies wordt, in voorkomend geval, samen met de on- der 1. hierboven bedoelde evenredigheidsregel op de bedragen toegepast.
3. De evenredigheidsregel op de bedragen wordt evenwel niet toegepast:
a. op de bijkomende waarborgen*;
b. op de verzekering tegen de aansprakelijkheid van de huurder of de gebruiker van een gedeelte van een gebouw* indien het verzekerde bedrag:
- ofwel de werkelijke waarde* van het gedeelte van het gebouw* bedraagt dat de verzekerde* huurt of gebruikt,
- ofwel ten minste gelijk is aan twintig maal:
• de jaarlijkse huurprijs verhoogd met de lasten in het geval van de huurder; de bedoelde lasten dienen niet de verbruikslasten te omvatten voor verwarming, water, gas of elektriciteit. Indien deze forfaitair in de huurprijs zijn inbegrepen, mogen ze ervan afgetrokken worden;
• de jaarlijkse huurwaarde van de gebruikte gedeelten in het geval van de gebruiker. Indien de voornoemde aansprakelijkheid voor een lager bedrag is verzekerd, wordt de evenredigheidsregel toegepast in de verhouding tussen:
- het werkelijk verzekerde bedrag en
- een bedrag dat overeenstemt met twintig maal de jaarlijkse huurprijs, verhoogd met de lasten, of, bij gebrek aan verhuring, twintig maal de jaarlijkse huurwaarde van de gebruikte gedeel- ten zonder dat het op die wijze verkregen bedrag de werkelijke waarde* van het gedeelte dat de verzekerde* in het omschreven gebouw* huurt of gebruikt, mag overschrijden.
c. Indien het verschil tussen de werkelijk verzekerde bedragen en de bedragen die verzekerd hadden moe- ten worden overeenkomstig Artikel 1.20.2 niet groter is dan 10%.
D. Verzekering voor rekening van een derde*
Wanneer dit contract goederen dekt en gesloten is voor rekening of in het voordeel van een andere persoon dan de verzekeringnemer*, geldt deze verzekering maar in zoverre die goederen niet gedekt worden door een verzekering die gesloten is door die persoon zelf, die buiten de schatting van de schade blijft. Voor de door de- ze laatste verzekering gedekte schade wordt de met dit contract gesloten verzekering een verzekering van de aansprakelijkheid die de verzekeringnemer* zou kunnen oplopen voor de aan die goederen veroorzaakte schade.
Artikel 1.20.11 – Betaling van de schadevergoeding
A. Onverminderd de bepalingen van de paragrafen B. en C.:
1. is de schadevergoeding betaalbaar op de zetel van de Verzekeraar* binnen dertig dagen na de datum van het afsluiten van de expertise of, bij ontstentenis daarvan, de datum waarop het bedrag van de schade is bepaald, op voorwaarde dat de verzekerde* op die datum alle door het contract bepaalde verplichtingen heeft vervuld. Zoniet gaat de voornoemde termijn in op de dag volgend op die waarop de verzekerde* aan al zijn contractuele verplichtingen heeft voldaan;
2. indien er echter een vermoeden bestaat dat het schadegeval opzettelijk veroorzaakt kan zijn door de verze- kerde* of de begunstigde van de verzekering, behoudt de Verzekeraar* zich het recht voor voorafgaande- lijk een kopie van het strafdossier te lichten; het verzoek om toestemming om er kennis van te nemen moet uiterlijk dertig dagen na de afsluiting van de expertise of, bij ontstentenis daarvan, de dag waarop het be- drag van de schade is bepaald, geformuleerd worden en de eventuele betaling moet plaatshebben binnen dertig dagen nadat de Verzekeraar* van de conclusies van het genoemde dossier kennis genomen heeft, voor zover de verzekerde* of de begunstigde niet strafrechtelijk vervolgd wordt.
B. Wat de andere dan de aansprakelijkheidsverzekeringen betreft:
1. moet de gehele vergoeding besteedt worden aan de wederopbouw en aan de wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen*. De vergoeding mag eveneens worden aangewend voor de wedersa- menstelling in gelijkaardige activiteiten* binnen de Europese Unie. Ze wordt slechts betaald naargelang de wederopbouw en de wedersamenstelling. De wedersamenstelling van roerende goederen die volgens de aangenomen waarde* verzekerd zijn, is echter niet vereist.
Indien de Bijzondere Voorwaarden voorzien in de automatische aanpassing en in een onderschrijvingsindex, wordt de vergoeding voor het gebouw*, berekend op de dag van het schadegeval, tijdens de normale we- deropbouwperiode verhoogd volgens de op het ogenblik van
iedere betaling meest recente index, zonder dat de aldus verhoogde totale vergoeding meer mag bedragen dan 110% van de oorspronkelijk vastgestelde schadevergoeding, noch de werkelijke totale kostprijs van de wederopbouw mag overschrijden;
2. wordt bij gebrek aan wederopbouw en wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen* de vastgestelde schadevergoeding betaald naar rata van 80% van de werkelijke waarde* zowel voor gebou- wen* als voor materieel*. De koopwaar* wordt in dit geval vergoed op basis van de verkoopwaarde*;
3. het gebrek aan wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen* om een reden die buiten de wil van de verzekerde* ligt, heeft evenwel geen gevolgen voor de berekening
van de schadevergoeding, behalve dat de nieuwwaarde* voor gebouw*, materieel* en inboedel* vervan- gen wordt door de werkelijke waarde*;
4. in geval van gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen* wordt de schadevergoeding betaald:
- wat het wederopgebouwde of wedersamengestelde gedeelte van de goederen betreft, volgens de be- palingen van paragraaf B.1. hierboven;
- wat het niet wederopgebouwde of wedersamengestelde gedeelte van de goederen betreft, volgens de bepalingen van paragrafen B. 2. en B. 3. hierboven;
5. wat de beslissing van de verzekerde* over de wederopbouw en de wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen* ook is, de Verzekeraar* verbindt zich ertoe de verzekerde*, eventueel bij wijze van voorschot, het krachtens 2. hierboven bepaalde bedrag te betalen binnen de termijn en op de voorwaarden die in paragraaf A. bepaald zijn;
6. de verzekerde* mag in geen geval afstand doen van de verzekerde goederen*, zelfs niet gedeeltelijk. De Verzekeraar* mag de door het schadegeval getroffen verzekerde goederen* overnemen, herstellen of ver- vangen;
7. de schadevergoeding die wordt toegekend krachtens een verzekering voor rekening of in het voordeel van een andere persoon dan de verzekeringnemer*, wordt uitgekeerd aan de verzekeringnemer*, die dan de betaling ervan doet aan die persoon op zijn eigen verantwoordelijkheid en zonder dat er enig verhaal van deze laatste op de Verzekeraar* mogelijk is.
De Verzekeraar* heeft evenwel het recht hetzij deze schadevergoeding uit te keren aan de voornoemde persoon, hetzij aan de verzekeringnemer* te vragen haar vooraf de machtiging tot ontvangst, afgegeven door de voornoemde persoon, of het bewijs van betaling aan deze persoon, te bezorgen. Elke nietigheid, uitzondering, vermindering, schorsing of vervallenverklaring die inroepbaar is tegen de verzekeringnemer*, is ook inroepbaar tegen elke andere persoon.
8. alle belastingen van welke aard ook (met inbegrip van de belasting op de toegevoegde waarde) worden door de Verzekeraar* maar vergoed in zoverre de betaling ervan aangetoond is.
C. Wat de aansprakelijkheidsverzekeringen betreft:
1. geschiedt de schadeloosstelling ongeacht de wederopbouw of de wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen*;
2. indien de vaststelling van de schadevergoeding of de verzekerde aansprakelijkheden betwist worden, moet de betaling van de eventuele hieraan verbonden schadevergoeding plaatshebben binnen dertig dagen na het einde van de genoemde betwistingen.
Artikel 1.20.12 – Procedure voor de schatting van de schade
A. Voor de verzekering tegen materiële schade worden de schade, de waarde voor het schadegeval van de om- schreven goederen* en slijtage*percentage minnelijk geschat of door twee experts, de ene aangewezen door de verzekeringnemer*, de andere door de Verzekeraar*.
Voor de bedrijfsschadeverzekering worden de schade en het aan te geven bedrag eveneens minnelijk geschat door twee experts, de ene aangewezen door de verzekeringnemer*, de andere door de Verzekeraar*. Deze experts kunnen andere experts zijn dan degenen die voor de expertise van de materiële schade zijn aangewezen.
In geval van onenigheid over het bedrag van de door één van beide verzekeringen gedekte schade, wijzen de betrokken experts een derde expert aan, met wie ze een college vormen dat bij meerderheid van stemmen be- slist. Bij gebrek aan een meerderheid is de mening van de derde expert doorslaggevend. De schattingen zijn soeverein en onherroepelijk.
B. Indien een van de partijen haar expert niet aanwijst, gebeurt deze aanwijzing op verzoek van de meest gerede partij door de voorzitter van rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van de verzekeringnemer*. Het- zelfde geldt indien beide experts het niet eens zijn over de keuze van de derde expert of indien een van hen zijn opdracht niet vervult.
C. Iedere partij draagt de kosten en honoraria van haar expert. De kosten en honoraria van de derde expert, als- ook de kosten van zijn aanstelling door de rechtbank worden door de Verzekeraar* en de verzekeringnemer* elk voor de helft gedragen.
D. De expertise of iedere verrichting om het schadebedrag vast te stellen doet geenszins afbreuk aan de rechten en uitzonderingen die de Verzekeraar* kan aanvoeren. Zij verplicht de Verzekeraar* dus niet tot vergoeding. Hetzelfde geldt voor de maatregelen die worden genomen voor de redding van de geredde goederen en de bewaring van de beschadigde verzekerde goederen*.
Artikel 1.20.13 – Bijkomende waarborgen*
De bijkomende waarborgen* omvatten de waarborgen:
- onbruikbaarheid van onroerende goederen*,
- behouds- en opruimingskosten*,
- verhaal van huurders en gebruikers*,
- verhaal van xxxxxx*,
en zijn verzekerd tot beloop van 20% van de verzekerde bedragen voor gebouwen* (incl. huurdersaansprakelijk- heid*), inboedel*, materieel*, en koopwaar*. Ze worden verleend in de door de verzekeringnemer* gekozen volgorde, met dien verstande dat de aansprakelijkheidsvergoedingen op de laatste plaats komen.
Artikel 1.20.14 – Vergoedingslimieten
Behalve anders vermeld gelden per schadegeval volgende vergoedingslimieten (automatisch aangepast volgens Art. 1.20.7 hiervoor):
1. voor materiële schade en bedrijfsschade gecombineerd:
Aardbeving*: per schade en per jaar voor alle verzekerde vestigin- gen*: | 1.000.000,00 EUR |
Overstroming* en vloedgolf: per schade en per jaar voor alle verze- kerde vestigingen*: | 1.000.000,00 EUR |
Storm, hagel, sneeuw- en ijsdruk per schade en per jaar voor alle verzekerde vestigingen*: | 1.000.000,00 EUR |
Temperatuurschommeling: | 50.000,00 EUR |
Expertisekosten: | Assuralia Barema Art. 1.20.15 hierna |
2. voor materiële schade :
Automatische dekking voor nieuwe verwervingen en investeringen op verzekerde vestigingen*: | 500.000,00 EUR |
Bouwvoorschriften*: | 50.000,00 EUR |
Elektronisch draagbaar materieel*: | 5.000,00 EUR |
Diefstal, inbegrepen roerende en onroerende beschadigingen ten gevolge van diefstal of poging tot diefstal: | 25.000,00 EUR |
Voertuigen toebehorend aan de verzekerde* en of derden*: | 25.000,00 EUR |
Inboedel* toebehorend aan de verzekerde* en/of derden*: | 25.000,00 EUR |
Bijkomende waarborgen*: | 20% |
3. Voor de verzekeringen tegen “arbeidsconflicten*, oproer* en volksbeweging*”, daden van vandalisme* en kwaadwilligheid* (zie Artikel 1.5.) wordt het totaal van de krachtens deze waarborg betaalbare schade- vergoedingen, per vestiging* en per verzekeringsjaar, beperkt tot 25 % van de verzekerde bedragen, onverminderd de vergoeding van de Verzekeraar* voor de reddingskosten* tenzij anders bedongen is in de Bijzondere Voorwaarden.
4. De bodemsaneringskosten in geval van herstelling in de oorspronkelijke staat van tuinen en binnenpleinen na een gedekt schadegeval zijn beperkt tot 2,5 % van de bijkomende waarborgen* en zijn er in inbegrepen.
Artikel 1.20.15 – Expertisekosten
V E R G O E D I N G
B A R E M A
De Verzekeraar* waarborgt de verzekerde* de terugbetaling van de honoraria (alle eventuele taksen inbegrepen) die hij in geval van schade werkelijk betaald heeft aan zijn expert aangesteld zoals bepaald in de Algemene Voor- waarden voor de schatting van zijn verzekerde goederen* (aansprakelijkheidsverzekeringen uitgesloten), zonder dat die kosten het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van het volgende barema mag overschrijden:
tot | 3.445,71 EUR | 5,50% | |||||
van | 3.445,77 EUR | tot | 6.891,44 EUR | 189,52 EUR + | 4,50% | op het deel boven | 3.445,71 EUR |
van | 6.891,48 EUR | tot | 17.228,59 EUR | 344,58 EUR + | 4,00% | " | 6.891,44 EUR |
van | 17.228,65 EUR | tot | 34.457,21 EUR | 758,07 EUR + | 3,60% | " | 17.228,59 EUR |
van | 34.457,25 EUR | tot | 68.914,39 EUR | 1.417,66 EUR + | 3,00% | " | 34.457,21 EUR |
van | 68.914,45 EUR | tot | 172.285,99 EUR | 2.412,01 EUR + | 2,50% | " | 68.914,39 EUR |
van | 172.286,05 EUR | tot | 344.572,00 EUR | 4.996,30 EUR + | 1,60% | " | 172.285,99 EUR |
van | 344.572,04 EUR | tot | 689.143,99 EUR | 7.752,86 EUR + | 1,25% | " | 344.572,00 EUR |
van | 689.144,05 EUR | tot | 1.722.860,00 EUR | 12.060,02 EUR + | 0,90% | " | 689.143,99 EUR |
van | 1.722.860,04 EUR | tot | 3.445.719,99 EUR | 21.363,47 EUR + | 0,51% | " | 1.722.860,00 EUR |
van | 3.445.720,05 EUR | tot | 6.891.440,00 EUR | 30.150,05 EUR + | 0,33% | " | 3.445.719,99 EUR |
van | 6.891.440,03 EUR | tot | 17.228.599,98 EUR | 41.348,65 EUR + | 0,23% | " | 6.891.440,00 EUR |
van | 17.228.600,02 EUR | tot | 34.457.199,94 EUR | 64.607,26 EUR + | 0,13% | " | 17.228.599,98 EUR |
van | 34.457.199,99 EUR | tot | 68.914.399,89 EUR | 86.143,01 EUR + | 0,10% | " | 34.457.199,94 EUR |
boven | 68.914.399,89 EUR | 120.600,19 EUR + | 0,08% | " | 68.914.399,89 EUR |
De in het barema vermelde vergoedingen en bedragen, uitgedrukt in EUR, stemmen overeen met het ABEX-index 695, ze worden auto- matisch aangepast volgens Art. 1.20.7 hiervoor.
Artikel 1.20.16 – Scheidsgerecht
A. Alle andere geschillen tussen partijen dan die betreffende de invordering van de premies, belastingen en kos- ten, worden aan drie scheidsrechters voorgelegd, de eerste gekozen door de verzekeringnemer*, de tweede door de Verzekeraar* en de derde door de twee scheidsrechters.
B. De scheidsrechters oordelen samen volgens de rechtsvoorschriften en zij mogen, op straffe van nietigheid, niet van de bepalingen van dit contract afwijken. Zij zijn van de gerechtelijke formaliteiten ontslagen.
C. Verzuimt één van de partijen haar scheidsrechter aan te wijzen of worden de scheidsrechters het niet eens over de keuze van de derde scheidsrechter, dan wordt die op verzoek van de meest gerede partij aangewezen door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van de verzekeringnemer*, tenzij anders is overeengekomen na het ontstaan van het aan het scheidsgerecht onderworpen geschil. Er wordt vervolgens gehandeld zoals gezegd in paragraaf B. hierboven.
D. De kosten van het scheidsgerecht worden door de verzekeringnemer* en de Verzekeraar* ieder voor de helft gedragen. De zetel van de procedure is Brussel. De taal van de arbitrage is het Nederlands. De toepasselijke rechtsregels zijn het Belgische recht.
Hoofdstuk 2 - Bedrijfsschade
Onafgezien van hetgeen in dit hoofdstuk is voorzien, is de toepassing van deze dekking eveneens onderworpen aan alle definities, uitsluitingen en bepalingen voorzien in de Art. 1.1, 1.19 en 1.20, alsmede in de hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 2.1 – Voorwerp van de verzekering
A. Indien de waarborg bedrijfsschade in de Bijzondere Voorwaarden vermeld wordt als “gedekt”, verbindt de Verzekeraar* zich ertoe, op grond van de Algemene zowel als de Bijzondere Voorwaarden, tot beloop van maximaal de vergoedingslimiet voorzien in de Bijzondere Voorwaarden vergoedingen uit te betalen aan de verzekerde* om het bedrijfsresultaat* van de verzekerde onderneming tijdens de vergoedingsperiode* te be- houden wanneer de activiteiten* die bijdragen tot het behalen van haar omzet*, geheel of gedeeltelijk onder- broken of verminderd zijn als gevolg van een door deze polis gedekt materieel schadegeval* dat zich heeft voorgedaan in een van de door deze polis gedekte vestigingen*.
B. Bovendien verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de verzekerde* op grond van de voorwaarden te vergoeden voor de volgende dekkingsuitbreidingen tot beloop van de voorziene vergoedingslimieten in deze Algemene Voorwaarden:
Administratieve maatregelen
Indien, ten gevolge van een gedekt schadegeval, de duur van de onderbrekingsperiode of de herleiding van de activiteit verlengd wordt door administratieve maatregelen of vertragingen (bijvoorbeeld verzegeling voor gerech- telijk onderzoek, verkrijgen van de uitbatingsvergunning, milieuvergunning, milieurisico’s, risico’s op ongevallen en dergelijke zal de waarborg bedrijfsschade rekening houden met deze periode, maar zonder de contractuele periode te overschrijden.
Onderlinge afhankelijkheid
De waarborg bedrijfsschade is uitgebreid tot elke schade, opgelopen door een verzekerde vestiging* ten gevolge van een gedekt schadegeval materiële schade in een andere vestiging* verzekerd onder huidige polis. Deze uit- breiding is beperkt tot beloop van 250.000,00 EUR per schadegeval.
Verbod van toegang
Deze polis is uitgebreid tot de schade die de verzekerde* oploopt ten gevolge van een beslissing van een admini- stratieve of rechterlijke overheid om toegang tot zijn vestiging* te verbieden wegens een gedekt schadegeval dat zich in de nabijheid daarvan voordoet. Deze uitbreiding is beperkt tot beloop van 50.000,00 EUR.
In gebreke blijven leveranciers
Deze polis is uitgebreid tot de schade die de verzekerde* oploopt ten gevolge van de volledige of gedeeltelijke onderbreking van zijn activiteit die te wijten is aan een gedekt schadegeval overkomen in een vestiging* van een leverancier of toeleverancier. (inclusief leveranciers en toeleveranciers van alle soorten energie, water en industri- ele vloeistoffen). Deze uitbreiding is beperkt tot beloop van 50.000,00 EUR.
In gebreke blijven klanten
Deze polis is uitgebreid tot de schade die de verzekerde* oploopt ten gevolge van de volledige of gedeeltelijke onderbreking van zijn activiteit die te wijten is aan een gedekt schadegeval overkomen in een vestiging* van een klant. Deze uitbreiding is beperkt tot beloop van 50.000,00 EUR.
Bijkomende extra kosten
Deze polis is uitgebreid tot de bijkomende extra kosten, d.w.z. de kosten die met toestemming van de Verzeke- raar* zijn gemaakt ten gevolge van een schadegeval om het bedrijfsresultaat* van de verzekerde onderneming tijdens de vergoedingsperiode* te handhaven, boven deze vermeld in Art. 2.4 A 1) c). Deze uitbreiding is beperkt tot beloop van 5.000,00 EUR.
Penaliteiten en boeten
Deze polis verleent dekking voor de vóór de schade contractueel vastgelegde boeten, intresten of conventionele of gebruikelijke bedragen die de verzekerde* verschuldigd is wegens vertraging of uitblijven van leveringen, bestel- lingen of dienstverlening te wijten aan het schadegeval. Deze uitbreiding is beperkt tot beloop van 10.000,00 EUR.
Overzicht van de vergoedingslimieten voor de waarborg bedrijfsschade
Behalve anders vermeld gelden per schadegeval volgende vergoedingslimieten (automatisch aangepast volgens Art. 1.20.7 hiervoor):
1. voor materiële schade en bedrijfsschade gecombineerd:
Aardbeving*: per schade en per jaar voor alle verzekerde vestigingen*: | 1.000.000,00 EUR |
Overstroming* en vloedgolf: per schade en per jaar voor alle verzekerde vestigingen*: | 1.000.000,00 EUR |
Storm, hagel, sneeuw- en ijsdruk: per schade en per jaar voor alle verze- kerde vestigingen*: | 1.000.000,00 EUR |
Temperatuurschommeling: | 50.000,00 EUR |
Expertisekosten: | Assuralia Barema Art. 1.20.15 |
2. voor bedrijfsschade:
Onderlinge afhankelijkheid: | 250.000,00 EUR |
Verbod van toegang: | 50.000,00 EUR |
In gebreke blijven van leveranciers: | 50.000,00 EUR |
In gebreke blijven van klanten: | 50.000,00 EUR |
Bijkomende extra kosten: | 5.000,00 EUR |
Penaliteiten en boeten: | 10.000,00 EUR |
Artikel 2.2 – Uitsluitingen
Van de verzekering is uitgesloten, de bedrijfsschade als gevolg van:
1. niet-verzekering of onderverzekering van de omschreven goederen*;
2. schade aan andere goederen dan de omschreven goederen*, zelfs indien ze het rechtstreekse of onrecht- streekse gevolg is van de beschadiging van de omschreven goederen*;
3. wijzigingen, verbeteringen of aanpassingen van - al dan niet beschadigde - omschreven goederen* bij her- stelling of vervanging ervan na een materieel schadegeval*;
4. schade aan verzekerde goederen* veroorzaakt bij de herbouwing of wedersamenstelling van een ander verzekerd goed dat een materieel schadegeval* geleden heeft. Indien die schade evenwel door het contract gedekt is, vormt de eruit voortvloeiende bedrijfsschade een nieuw schadegeval uit;
5. schade aan gebouwen* in opbouw, alsook aan uitrustingen en materialen die geïnstalleerd worden of nog niet in productie zijn gebracht ook al is de materiële schade gedekt onder het luik Builders risk;
6. diefstal of poging tot diefstal;
7. een schadegeval materiële schade in het kader van de dekking “alle risico’s elektronica” en/of machine- breuk hetzij door de Bijzondere Voorwaarden anders vermeldt en als dusdanig meeverzekerd;
8. een goederentransportschade.
Artikel 2.3 – Vaststelling van het aangegeven bedrag en van de vergoedingsperiode*
A. De aangegeven omzet* die als basis dient voor de vaststelling van de maximale vergoedingslimiet zoals ver- meld in de Bijzondere Voorwaarden, alsook de duur van de vergoedingsperiode* worden op eigen verant- woordelijkheid door de verzekeringnemer* vastgesteld.
B. Indien de aangegeven omzet* die als basis dient voor de vaststelling van de maximale vergoedingslimiet zoals vermeld in de Bijzondere Voorwaarden meer dan 20% lager is dan de omzet* van het laatste afgesloten boek- jaar is de evenredigheidregel van toepassing zoals voorzien in Art. 2.4 A.3. hierna.
C. De maximale vergoedingslimiet en de vergoedingsperiode* vormen de grens van de verbintenissen van de Ver- zekeraar*, onder voorbehoud van hetgeen voorzien in Art. 2.3 B. hierboven.
Artikel 2.4 – Vaststelling van de schadevergoeding
A. De schadevergoeding wordt vastgesteld:
1. door de bedrijfsschade als volgt te berekenen:
a. de daling van de bedrijfsopbrengsten* tijdens de vergoedingsperiode* die uitsluitend aan een materieel schadegeval* te wijten is, vaststellen door het verschil te maken tussen:
- de voor die periode verwachte bedrijfsopbrengsten* indien het materieel schadegeval* zich niet had voorgedaan, door alle omstandigheden in aanmerking te nemen die op deze opbrengsten een invloed hebben, en
- de bedrijfsopbrengsten* die tijdens dezelfde periode door de onderneming zelf of voor haar reke- ning gerealiseerd worden, in de omschreven vestigingen* of elders;
b. het onder a. verkregen resultaat verminderen met de waarde van:
- de tijdens de vergoedingsperiode* n.a.v. een materieel schadegeval* gerealiseerde besparingen op:
• de handelsgoederen, grond en hulpstoffen (aankopen gecorrigeerd door voorraadwijzigingen);
• alle andere veranderlijke bedrijfskosten*;
• andere kosten;
- de tijdens de vergoedingsperiode* n.a.v. het materieel schadegeval* gerealiseerde financiële opbrengsten;
c. het onder b. verkregen resultaat vermeerderen met de eventuele extra kosten die met toestemming van de Verzekeraar* gemaakt zijn om het bedrijfsresultaat* tijdens de vergoedingsperiode* te behouden. Het bedrag van de vergoeding mag echter niet hoger zijn dan dat wat toegekend zou zijn indien die kosten niet waren gemaakt;
d. het onder b. verkregen resultaat vermeerderen met de schadebedragen ten gevolge van de dekkingsuit- breidingen voorzien in Art. 2.1 B. in alle gevallen beperkt tot de voorziene sublimieten.
2. door van het onder 1. verkregen bedrag de vrijstelling af te trekken die vermeld is in de Bijzondere Voor- waarden.
3. door het onder 2. verkregen bedrag evenredig te verminderen wanneer de aangegeven omzet* meer dan 20% lager is dan de omzet* van het laatste afgesloten boekjaar.
4. in alle gevallen wordt de schadevergoeding beperkt tot de maximale vergoedingslimiet aangegeven in de Bijzondere Voorwaarden.
B. Niet-hervatting van de activiteiten*
1. Er is geen vergoeding verschuldigd indien de verzekerde* de activiteiten* opgegeven in de Bijzondere Voorwaarden niet hervat, binnen een termijn die de experts voor de hervatting van die activiteiten* nor- maal achten.
2. Indien het niet hervatten van de activiteit te wijten is aan overmacht, heeft de verzekerde* recht op een vergoeding berekend op basis van de niet veranderlijke bedrijfskosten* die hij werkelijk zou gedragen heb- ben gedurende een periode die overeenkomt met de vergoedingsperiode* indien de activiteiten* hervat waren geweest, met uitsluiting van de afschrijvingen en de aan het personeel betaalde vergoedingen we- gens sluiting van de onderneming. De schadevergoeding wordt eventueel beperkt om te voorkomen dat het bedrijfsresultaat* hoger zou zijn dan het niveau dat hij in de voornoemde periode bereikt zou hebben indien een materieel schadegeval* zich niet zou hebben voorgedaan. Het aldus verkregen resultaat kan verminderd worden door toepassing van andere contractuele bepalingen, met name de Art. 1.20.8 en 6.2.
C. Alle fiscale lasten die op de schadevergoeding betrekking hebben, worden door de begunstigde gedragen.
Artikel 2.5 – Betaling van de schadevergoeding
De schadevergoeding is betaalbaar volgens de bepalingen van Art. 1.20.11 A.1. en 2.
Hoofdstuk 3 – Builders Risk (Bouw- en montagerisico van investeringen)
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de Hoofdstukken 5 en 6.
Artikel 3.1 - Voorwerp van de verzekering
Op grond van zowel de Algemene als de Bijzondere Voorwaarden verbindt de Verzekeraar* zich ertoe de verzeke- ringnemer* te vergoeden voor materiële schade aan investeringen op gebied van gebouwen* en machines op de in de Bijzondere Voorwaarden opgegeven vestiging(en)*, voor zoverre deze investeringen bestemd zijn voor een gelijkaardige bestemming als de bestaande en verzekerde goederen*.
Tijdens de bouw-, montage- en proeftermijn van deze investeringen verbindt de Verzekeraar* er zich toe de ver- zekeringnemer* te vergoeden voor iedere beschadiging en ieder verlies van de verzekerde goederen* bedoeld in artikel 3.2.
Artikel 3.2 – Verzekerde goederen
De goederen, op te richten ten definitieve titel, die het voorwerp uitmaken van de investering, d.w.z.:
- de bouwwerken, met inbegrip van de erin te verwerken bouwmaterialen en–elementen, en de technische installaties;
- productiemachines.
Artikel 3.3 – Verzekeringstermijn
De goederen beschreven in artikel 3.2 zijn verzekerd tijdens de bouw, -montage en testtermijn, welke maximaal zes maanden (waarvan maximaal 4 weken testtermijn) kan bedragen per investering.
De termijn begint op de aanvangsdatum van de werken en neemt een einde op:
- hetzij de voorlopige oplevering;
- hetzij de ingebruikname;
- hetzij de indienststelling.
Artikel 3.4 - Verplichtingen van de verzekerde
• De verzekeringnemer* is ertoe gehouden tijdens het contract de wijzigingen in omstandigheden aan te geven die van die aard zijn dat ze een aanzienlijke en blijvende verzwaring bewerkstelligen van de omvang van de schade of van het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen, vooral iedere essentiële wijziging van de inlichtingen die hij bij het sluiten van het contract verstrekt heeft.
• De verzekeringnemer* moet de Verzekeraar en haar afgevaardigden op ieder moment toegang tot de bouwplaats verlenen.
Artikel 3.5 – Uitsluitingen
A. Uitgesloten van de verzekering zijn de verliezen of schades:
1. door herhaling, wanneer zij normaal te voorzien of onvermijdelijk wordt door de houding van een verze- kerde* die een eerste schade heeft vastgesteld;
2. die het resultaat zijn van het gedeeltelijk of totaal achterlaten van de werken;
3. te wijten aan het niet naleven van:
- de regels van de kunst,
- de wettelijke, administratieve of contractuele bepalingen,
- de veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de activiteit van de verzekerde ondernemingen,
- de milieubeschermingsvoorschriften, voor zover de inbreuken erop getolereerd werden of waarvan iede- re verzekerde* of iedere persoon die met leidinggevende bevoegdheid voor de verzekerde werken, niet onwetend mocht zijn.
4. te wijten aan een fout, een gebrek of een leemte in het ontwerp, in de berekeningen of in de plannen als- ook aan het eigen gebrek van de materialen.
Deze uitsluiting is echter beperkt tot het deel van de goederen aangetast door deze fout, gebrek, leemte of eigen gebrek.
De accidentele materiële gevolgschade aan andere verzekerde goederen* of delen van de verzekerde wer- ken blijft verzekerd.
5. aan of van:
- documenten of om het even welke waarden;
- voortbewegingsmiddelen (te land, in de lucht of te water), drijvende toestellen en materieel*;
- turbines, motoren op biobrandstof, windmolens of windmolenparken, wet works (dit zijn werken in of op rivieren, zeeën, meren, kanalen en vijvers of in de onmiddellijke omgeving ervan);
6. veroorzaakt door het in gebruik houden of weer in gebruik nemen van een beschadigd goed voordat het definitief hersteld is of voordat de normale werking ervan hersteld is;
7. aan vuurvaste of gelijkaardige bekledingen die rechtstreeks door de proeven veroorzaakt zijn;
8. te wijten aan niet-accidentele pollutie*.
9. te wijten aan de schadelijke effecten van asbest.
B. Zijn eveneens uitgesloten:
1. het defect, de breuk, de mechanische storing;
2. de slijtage*, de vermoeidheid, de progressieve beschadiging of aantasting, het onvoldoende gebruik en de veroudering.
C. Zijn eveneens uit de verzekering gesloten, de verliezen en de schade die rechtstreeks of onrechtstreeks in ver- band staan met één van de hiernavolgende gevallen:
1. oorlog of gelijkaardig feit en burgeroorlog;
2. arbeidsconflicten* en ieder collectief (politiek, sociaal, economisch of ideologisch) geïnspireerde daad van geweld, al dan niet gepaard gaande met rebellie tegen de autoriteiten met inbegrip van aanslagen alsook collectief geïnspireerde daden van vandalisme* en kwaadwilligheid*;
oproer*; volksbeweging*;
3. opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de plaatsen waar de verzekerde goe- deren* zich bevinden door een leger- of politiemacht, of door geregelde of ongeregelde strijders;
4. een gerechtelijke of administratieve beslissing of een beslissing van enige rechterlijke of feitelijke overheid;
5. elk feit of opeenvolging van feiten van dezelfde oorsprong die schade berokkenden voor zover dat feit of die feiten of een deel van de berokkende schade ontstaan is uit of het gevolg is van radioactieve producten of afvalstoffen, evenals enige ioniserende stralingsbron. Deze uitsluiting geldt niet voor meet- en controle- apparaten die op de bouwplaats worden gebruikt.
D. Er wordt verduidelijkt dat deze verzekering geen waarborg verleent voor verlies of schade zoals gebruiksder- ving, vaste algemene kosten, winstderving, genotsderving, esthetische of technische waardevermindering, on- voldoende prestaties, verlies van klanten, contractuele boeten, strafsommen voor laattijdige voltooiing van het verzekerde werk en alle niet-materiële schade van om het even welke aard.
Artikel 3.6 - Bepaling van de schadevergoeding
A. De schadevergoeding wordt bepaald door:
1. de normale kosten in aanmerking te nemen om het verloren goed te vervangen of om het beschadigde goed in zijn toestand van vóór de schade te brengen;
2. het in 1. verkregen bedrag voor elk goed te beperken tot de werkelijke waarde* van onmiddellijk vóór het schadegeval, d.w.z. de nieuwvervangingswaarde op de dag van het schadegeval na aftrek van de waarde- vermindering door veroudering en technische waardevermindering;
3. door van het in 2. verkregen bedrag af te trekken, de waarde van het schroot en de nog bruikbare stukken op de dag en de plaats van het schadegeval;
4. door van het in 3. verkregen bedrag de vrijstelling af te trekken zoals vermeld in Artikel 3.8, met dien ver- stande dat indien verschillende goederen door eenzelfde schadegeval getroffen zijn, alleen de hoogste vrij- stelling in aanmerking genomen zal worden.
B. Worden niet als normale kosten beschouwd en blijven ten laste van de verzekeringnemer*:
1. de kosten van revisies of correcties of voor het aanbrengen van wijzigingen of verbeteringen van welke aard ook;
2. de kosten om het werk sneller uit te voeren, zoals versneld vervoer, overuren en nachtwerk, tenzij met uit- drukkelijk akkoord van de schade-experts;
3. de kosten voor het verwijderen en het terugplaatsen van stoffen in bewerking of van enig ander product dat zich in de machines, leidingen of tanks bevindt;
4. de kosten om de verzekerde goederen* in overeenstemming te brengen met de contractuele specifieke be- palingen of met de eisen van een eventuele controle-instelling.
Artikel 3.7 – Vergoedingslimiet
In alle gevallen wordt de schadevergoeding beperkt tot een maximale vergoedingslimiet per schadegeval van 20% van de verzekerde bedragen voor gebouwen* en machines op de betrokken vestiging* vermeld in de Bijzondere Voorwaarden en tot 500.000,00 EUR per jaar.
Artikel 3.8 – Vrijstelling
De schadevergoeding, vastgesteld op grond van het bedrag van de schade zoals dat volgens Art. 3.6 geschat is, wordt verminderd met een bedrag per schadegeval van 1.250,00 EUR (ABEX-index 695). Deze vrijstelling wordt verhoogd tot 2.500,00 EUR (ABEX-index 695) tijdens het testen. Deze vrijstelling zal aangepast worden aan de op de dag van de schade van kracht zijnde ABEX-index overeenkomstig de bepalingen van Art.1.20.7.
Hoofdstuk 4 – Burgerrechtelijke aansprakelijkheid en Rechtsbijstand
De verzekerde* wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de Hoofdstukken 5 en 6.
4.1 Burgerrechtelijke bedrijfsaansprakelijkheid, burgerrechtelijke producten- en werkenaansprakelijkheid Titel I – Definities
Voor dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
A. Verzekeringnemer:
De natuurlijke of rechtspersoon die het contract heeft onderschreven, handelend voor eigen rekening en/of voor rekening van zijn Belgische dochterondernemingen voor zover de omzet* van deze dochterondernemingen inbe- grepen is in de opgegeven omzet*.
B. Verzekerde:
1. de verzekeringnemer* in zijn bedrijvigheid zoals omschreven in de Bijzondere Voorwaarden;
2. de aangestelden met inbegrip van tijdelijk personeel, stagiairs, bestuurders, commissarissen, mandatarissen, zaakvoerders, directieleden en vertegenwoordigers van de verzekeringnemer* tijdens het uitvoeren van de verzekerde bedrijvigheid;
3. de familieleden en gezinsleden van de verzekeringnemer* voor zover zij werkzaamheden verrichten binnen het raam van de verzekerde onderneming.
C. Schade:
1. onder lichamelijke schade wordt verstaan: letsel aan of aantasting van de fysische integriteit (al dan niet met de dood tot gevolg) en de financiële en morele gevolgen ervan;
2. onder materiële schade wordt verstaan: beschadiging, vernietiging of verlies van goederen, inbegrepen die- ren;
3. onder immateriële schade* wordt verstaan: andere schade dan de hiervóór omschreven schade die zou kun- nen voortvloeien uit de gebruiksderving van een goed of een recht zoals bijvoorbeeld genotsderving, werk- loosheid, productiestilstand, winstderving en ander financieel nadeel.
Men onderscheidt:
- de immateriële schade* die geen gevolgschade is (of de zuiver immateriële schade): de immateriële schade* die niet het gevolg is van lichamelijke schade of materiële schade;
- de immateriële schade* gevolgschade: de immateriële schade* die het gevolg is van de door deze polis gedekte lichamelijke of materiële schade;
- de immateriële schade* niet-gevolgschade: de immateriële schade die het gevolg is van de door deze po- lis niet-gedekte of uitgesloten lichamelijke of materiële schade.
D. Schadegeval en datum van het schadegeval:
Onder schadegeval wordt verstaan: het zich voordoen van de schade, dit is het eerste ogenblik waarop de schade zich objectief en rechtstreeks aan verzekerde* of aan de derde schadelijder manifesteert.
Het ogenblik waarop de schade zich objectief manifesteert aan verzekerde* of aan de derde schadelijder geldt als datum van het schadegeval.
E. Derde:
Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met uitzondering van de verzekerde*. De verzekerde* aangestelden zijn derden onderling voor de materiële schade.
F. Levering:
De materiële overdracht of het in omloop brengen van producten die het voorwerp zijn van de bedrijvigheid van de Verzekeringnemer*. De levering wordt geacht plaats te hebben vanaf het ogenblik dat de Verzekerde* of de- gene die in zijn naam optreedt de praktische mogelijkheden verliest om rechtstreeks materieel toezicht of controle uit te oefenen op de voorwaarden van het gebruik of het verbruik van het product of om deze voorwaarden te wijzigen.
G. Oplevering van de werken:
Het eerst gebeurende van de volgende feiten: oplevering, inbezitneming of inbedrijfstelling van werken. De ople- vering kan voorlopig of definitief zijn, gedeeltelijk of totaal, stilzwijgend of uitdrukkelijk.
H. Bezoldigingen:
Het totaal van lonen en wedden, met inbegrip van diensten en voordelen uitbetaald door de Verzekeringnemer* als vergoeding voor prestaties ongeacht het al dan niet bestaan van een schriftelijk arbeidscontract.
I. Omzet:
Het globale bedrag der facturen opgesteld door de Verzekeringnemer* tijdens de verzekeringsperiode i.v.m. de verzekerde bedrijvigheid.
J. Vrijstelling:
Gedeelte, zowel van de schadevergoeding en interest uitgekeerd aan derden* als van de gerechtskosten, dat ten laste blijft van de verzekerde*, met uitsluiting van elk aandeel in alle overige kosten, gemaakt door de Verzeke- raar*. De verdediging van de belangen van de verzekerden* wordt niet ten laste genomen ingeval het bedrag van de schade kleiner is dan de vrijstelling. De vrijstelling komt niet in mindering van de verzekerde bedragen.
De vrijstelling wordt vastgelegd in de Bijzondere Voorwaarden.
K. Verdedigingskosten:
De kosten met betrekking tot burgerrechtelijke vorderingen evenals de honoraria van advocaten en de expertise- kosten, maar alleen wanneer deze kosten gedaan werden door de Verzekeraar* of met haar akkoord, of bij een belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde*, voor zover deze kosten redelijkerwijs aangegaan wer- den. De kosten van een strafrechtelijke vervolging zijn gedekt zolang de burgerrechtelijke belangen niet geregeld zijn.
Titel II – Voorwaarden voor de verzekering van de burgerrechtelijke bedrijfsaansprakelijkheid
Artikel 4.1.1 – Voorwerp van de dekking
Onderhavige verzekering dekt de buitencontractuele burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerde* voor schade die hij aan derden* berokkent tijdens de uitbating van de onderneming in het kader van de in de Bijzonde- re Voorwaarden omschreven activiteiten*.
De contractuele aansprakelijkheid is enkel gedekt indien zij voortvloeit uit een feit dat op zichzelf aanleiding kan geven tot buitencontractuele aansprakelijkheid. In dit geval wordt de dekking beperkt tot het bedrag van de ver- goeding die verschuldigd zou zijn indien de vordering was gebaseerd op buitencontractuele aansprakelijkheid. De schade veroorzaakt door de producten na hun levering of door werken na hun oplevering wordt niet gedekt onder Titel II.
Artikel 4.1.2 – Uitbreidingen
a. Motorrijtuigen
In afwijking van Art. 4.1.5.6 en 4.1.11.13 is, binnen de waarborgsommen van deze polis, de dekking verworven in België, desgevallend op basis van de wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrij- tuigen voor:
1. de voertuigen die niet ingeschreven zijn, maar dan slechts wanneer het gaat om:
- toestellen of voertuigen die binnen de omheining van het bedrijf gebruikt worden;
- machines voor grondwerken, voor werven of hijstoestellen terwijl ze op de werven verblijven;
Dekking is eveneens verworven indien deze toestellen of machines buiten het bedrijf of buiten de werf gebruikt worden, tot op een afstand van maximaal 50 meter van een toegangspoort.
2. de werktuigdragers wanneer zij uitsluitend dienst doen als werktuig onder uitsluiting van elk rijrisico.
b. Parking
De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer* voor schade aan voertuigen van personeel en/of bezoekers is meeverzekerd voor zover deze voertuigen op de daartoe bestemde plaats geparkeerd zijn.
Indien een verzekerde* een voertuig dat hem niet toebehoort dient te verplaatsen voor de werking van het bedrijf, dan blijft de eventuele schade hierdoor veroorzaakt aan dit voertuig gedekt, ook indien dit voertuig aan een andere verzekerde* toebehoort.
c. Tijdelijk gebruik van ruimten
In afwijking van het bepaalde in Art. 4.1.11.6, en zonder af te wijken van Art. 4.1.11.13, wordt de schade meever- zekerd die ontstaat door brand of ontploffing* aan de ruimten die door verzekerde* tijdelijk in gebruik worden genomen voor de organisatie van commerciële, sociale of culturele manifestaties, inbegrepen de huisvesting van het personeel op verplaatsing. Deze uitbreiding is enkel van toepassing indien de totale duurtijd van de tijdelijke ingebruikname de 30 dagen niet overschrijdt.
d. Onderaannemers
Wanneer de Verzekeringnemer* een beroep doet op onderaannemers is de aansprakelijkheid die hieruit voor hem kan voortvloeien meeverzekerd.
Blijft uitgesloten:
- de persoonlijke aansprakelijkheid van deze onderaannemers;
- de schade die uitgesloten zou zijn indien de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde* had.
e. Milieuaantasting
Is verzekerd, de schade door milieuaantasting die voortkomt uit een plotse, onvoorziene en onvrijwillige gebeur- tenis in hoofde van de verzekeringnemer* of van zijn leidinggevend personeel (inbegrepen de milieucoördinator) en die het gevolg is van:
• de vervuiling van de lucht, het water of de grond;
• lawaai, stank, rook, trillingen, golven, stralingen of temperatuurwijzigingen;
• het voortbrengen, storten, uitstoten of opslaan van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen.
Er is geen dekking voor schade die te wijten is aan inbreuken op de veiligheidsnormen en veiligheids- en milieu- wetgeving, voor zover deze inbreuken geduld worden door de verzekeringnemer*, zijn organen of zijn leidingge- vend personeel (inbegrepen de milieucoördinator).
Er is geen dekking voor de immateriële schade* die geen gevolg is van een door deze polis gedekte lichamelijke of materiële schade.
f. Burenhinder
Is meeverzekerd, de schade die voortkomt uit een plotse, onvoorziene en onvrijwillige gebeurtenis in hoofde van de verzekeringnemer* of van zijn leidinggevend personeel en die onder de toepassing valt van Art. 544 van het Burgerlijk Wetboek.
Er is geen dekking voor de immateriële schade* die geen gevolg is van een door deze polis gedekte lichamelijke of materiële schade.
Wanneer de aansprakelijkheid van de verzekerde* voor burenhinder uitsluitend voorkomt uit een door hem aan- gegane verbintenis, is dekking verworven met een maximum verzekerde som van 125.000,00 EUR per schadegeval mits toepassing van de vrijstelling voor bedrijfsaansprakelijkheid vermeld in de Bijzondere Voorwaarden met een minimum van 2.500,00 EUR per schadegeval.
Indien de schade door milieuaantasting is veroorzaakt, zijn de bepalingen van Art. 4.1.2 e) van toepassing.
g. Geleend personeel
De Verzekeraar* waarborgt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden* voor schade veroorzaakt aan derden* door geleend of gehuurd personeel tijdens de activiteiten* van de verzekerde onderneming voor zo- ver dit personeel onder hun gezag, leiding en toezicht werkt.
Bij een arbeidsongeval waarvan het geleende of gehuurde personeel slachtoffer is, wordt de waarborg uitgebreid tot het verhaal dat dit slachtoffer, zijn eventuele rechthebbende en/of de Verzekeraar* “Arbeidsongevallen" van de uitlener/verhuurder tegen de verzekerde* zou kunnen uitoefenen.
h. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid opdrachtgever
De Verzekeraar* verleent dekking voor de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerde* in zijn hoeda- nigheid van opdrachtgever krachtens Art. 1384 van het Burgerlijk Wetboek ingevolge een ongeval veroorzaakt door één van zijn aangestelden die zijn persoonlijk voertuig of elk ander voertuig dat niet aan de verzekerde* toebehoort, gebruikt terwijl hij op verplaatsing is voor rekening van de onderneming. Deze waarborg wordt verleend binnen de voorwaarden van deze polis en ten belope van de verzekerde som vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
De persoonlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de bestuurder, de eigenaar, de houder of gebruiker van het voertuig is niet gedekt.
Deze waarborg is van toepassing, zowel op het verhaal van het slachtoffer zelf of van zijn rechthebbenden, als op het verhaal dat desgevallend ingesteld zou worden door de Verzekeraar* die het gebruikte voertuig dekt, of door het Gemeenschappelijke Motorwaarborgfonds op basis van de beschikkingen van gemeen recht en/of van de wet- geving inzake de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen.
De Verzekeraar* treedt in alle rechten en vorderingen van de verzekerde* t.o.v. alle verantwoordelijke personen, bestuurders of gebruikers van de voertuigen inbegrepen.
i. Commerciële, sociale en culturele manifestaties
De Verzekeraar* waarborgt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van verzekerden* voor schade veroorzaakt aan derden* door:
- commerciële, culturele, sportieve en sociale manifestaties voor zover deze plaatsvinden binnen de Europese Unie;
- deelname aan beurzen, markten en tentoonstellingen voor zover deze plaatsvinden binnen de Europese Unie.
j. Interne Milieucoördinator
De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de door verzekerde* aangestelde interne milieucoördinator is gedekt overeenkomstig de Decreten van de Vlaamse Raad van 5 april en 19 april 1995.
k. Toevertrouwd goed
Indien dit uitdrukkelijk wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden, wordt in afwijking van Art. 4.1.11.6 van de Algemene Voorwaarden de materiële schade alsook de immateriële schade die gevolgschade is, door de verzeke- ringnemer* veroorzaakt aan goederen van derden* die hem werden toevertrouwd om aan te werken of om te onderhouden of te herstellen of om ermee te werken, meeverzekerd in onderhavig contract.
De verzekerde som voor deze uitbreiding wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden en maakt deel uit van de verzekerde som voorzien voor de waarborg bedrijfsaansprakelijkheid.
Zijn echter steeds uitgesloten:
- De prestaties van de verzekeringnemer* om gezegde werken en herstellingen uit te voeren;
- De schade aan het materiaal of het materieel* van de verzekeringnemer* dat hij gebruikt om gezegde werken of herstellingen uit te voeren;
- Verduistering, diefstal, verdwijning of verlies van de toevertrouwde goederen en hun toebehoren;
- De schade ten gevolge van brand, vuur, water, rook of een explosie die ontstaan is in de gebouwen* van de verzekerde onderneming;
- Schade aan goederen bestemd om door de verzekeringnemer* verkocht te worden;
- Schade die wordt gedekt door een polis "eigen schade” van de toevertrouwde goederen;
- Schade aan goederen om mee te werken die door de verzekeringnemer* gehuurd, geleaset of ontleend wer- den of die hem ter beschikking worden gesteld voor een periode van meer dan 30 dagen.
Artikel 4.1.3 – Verzekeringsgebied
De verzekering geldt over heel de wereld voor zover de schade toe te schrijven is aan de bedrijvigheid van de verzekerde* zoals beschreven in de Bijzondere Voorwaarden.
Artikel 4.1.4 – Dekkingstermijn
Het schadegeval dat zich voordoet tijdens de geldigheidsduur van het contract is gedekt.
Alle schadegevallen voortkomend uit dezelfde oorzaak en/of gebeurtenis, zullen aanzien worden als één en hetzelfde schadegeval waarvan de schadedatum deze is waarop het eerste schadegeval van de reeks zich voordeed.
Artikel 4.1.5 – Uitsluitingen
In aanvulling op de algemene uitsluitingen van Art. 4.1.11, zijn eveneens uitgesloten:
4.1.5.1 – Materiële schade door brand, rook, ontploffing*, water
De materiële schade veroorzaakt aan derden* door brand, rook, ontploffing*, water die haar oorsprong vindt in het bedrijf van de verzekerde* en die doorgaans verzekerd is in het raam van een waarborg "Verhaal van der- den*" van een brandverzekering.
Er wordt evenwel dekking verleend voor materiële schade veroorzaakt aan derden* na uitputting van de waar-
xxxx “verhaal van derden*” van de brandverzekering.
De immateriële schade* tengevolge van dergelijke schade blijft steeds verzekerd.
4.1.5.2 – De immateriële schade* die niet het gevolg is van een lichamelijke of materiële schade
Dekking blijft verworven op voorwaarde dat deze immateriële schade* die niet het gevolg is van een lichamelijke of materiële schade het gevolg is van de bedrijvigheid van de verzekerde* zoals deze in de Bijzondere Voorwaar- den omschreven wordt. De dekking is verworven voorzover deze schade veroorzaakt wordt door een plotse en abnormale gebeurtenis, die voor de verzekerde*, zijn organen of leidinggevende aangestelden onopzettelijk en onvoorzienbaar is.
Deze waarborg wordt toegekend tot beloop van de helft van de verzekerde som "lichamelijke en materiële schade samen" en is hierin begrepen. Is de materiële schade in een afzonderlijke verzekerde som gedekt dan is de imma- teriële schade* tot beloop ervan hierin meeverzekerd.
4.1.5.3 – De immateriële schade* die het gevolg is van een niet-gedekte of uitgesloten lichamelijke of materiële schade.
De immateriële schade* die het gevolg is van een niet-gedekte of uitgesloten lichamelijke of materiële schade, met uitzondering van hetgeen gedekt is in Art. 4.1.5.1.
4.1.5.4 – Toenemende inwerking
Schade te wijten aan een toenemende inwerking van water, vloeistoffen, vochtigheid, stoom, rook, roet, geuren, van gas, van de temperatuur, van trillingen of golven.
4.1.5.5 – Grondverzakkingen en -verschuivingen, enz.
De schade te wijten aan grondverzakkingen en -verschuivingen, overstromingen* voor zover de werkzaamheden van de verzekerde bouw- of grondwerken omvatten.
4.1.5.6 – Motorrijtuigen, vaartuigen en vliegtuigen
- De schade tengevolge van het houden, het gebruik of het besturen van autovoertuigen, met uitzondering van hetgeen gedekt is in Art. 4.1.2 a);
- De schade tengevolge van het houden, het gebruik of het besturen van boten of luchtvaartuigen. De burger- rechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden* voor de schade veroorzaakt als passagier van luchtvaartui- gen blijft nochtans gedekt;
- De schade ten gevolge van het bezit of gebruik van een luchthaven of vliegveld.
Titel III – Voorwaarden voor de verzekering burgerrechtelijke producten- en werkenaansprakelijkheid
Artikel 4.1.6 – Voorwerp van de dekking
De Verzekeraar* dekt de contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid van de verzekerde* voor schade berokkend aan derden* door producten na hun levering of door werken na hun oplevering in het kader van de in de Bijzondere Voorwaarden omschreven activiteiten*.
Is gedekt de schade veroorzaakt door:
- gebreken of fouten van de geleverde producten evenals door vergissingen, fouten of nalatigheden in de conceptie, de fabricage, de conditionering, de etikettering, de verpakking, de verkoop, in aanbevelingen, in gebruiksaanwijzingen, de levering en de verzending;
- vergissingen, gebreken, fouten bij de uitvoering van werken of diensten verricht door de verzekerde* en die na de oplevering aan het licht komen.
Artikel 4.1.7 – Facultatieve uitbreidingen
Indien dit uitdrukkelijk wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden zijn, in afwijking van artikel 4.1.10.1 van de Algemene Voorwaarden de kosten vermeld onder dit artikel 4.1.7 meeverzekerd. De verzekerde sommen voor deze uitbreidingen gelden per schadegeval en per verzekeringsjaar en worden vermeld in de Bijzondere Voorwaarden. Zij maken deel uit van de verzekerde som voorzien in de Bijzondere Voorwaarden voor de waarborg producten- en werkenaansprakelijkheid.
4.1.7.1 – Kosten voor de terugtrekking van een product uit de markt
Zijn gedekt tot beloop van de verzekerde som voorzien in de Bijzondere Voorwaarden, de kosten opgelopen door de verzekerde* of door derden* om een geleverd gebrekkig product terug te trekken uit de markt ("recall"):
a. vanaf het moment dat dit product lichamelijke schade veroorzaakt heeft; en/of
b. wanneer het geleverd product gebreken vertoont die lichamelijke schade dreigt te veroorzaken; dit onder voorbehoud dat de Verzekeraar* betrokken wordt bij de beslissing om een het product uit de markt terug te trekken.
Onder kosten voor terugtrekking uit de markt dient verstaan te worden:
- de uitgaven voor mededeling, berichtgeving, verwittiging van de houders van de producten;
- de uitgaven voor opsporing en lokalisering van de producten;
- de uitgaven voor transport, afzondering of vernietiging van de producten;
- de uitgaven voor het huren van personeel dat ingezet wordt bij de terugtrekking uit de markt van het geleverd gebrekkig product;
- de vergoedingen aan het eigen personeel voor de bijkomende prestaties in het kader van de terugtrekking uit de markt van het geleverde gebrekkige product.
Naast de uitsluitingen vermeld in de algemene- en Bijzondere voorwaarden zijn eveneens uitgesloten:
- de uitgaven voor aanpassing, wijziging of herstelling van het gebrekkig product geleverd door de verzekerde*;
- de uitgaven gemaakt voor het terugwinnen van het vertrouwen van het publiek, het cliënteel of het distributienet;
- de uitgaven opgelopen omwille van een voorzienbare geleidelijke verslechtering van het geleverd product of omdat het vervallen is;
- de immateriële schade met uitzondering van de immateriële schade die het gevolg is van een door deze verzekering gedekte lichamelijke of materiële schade;
- kosten voor het verwijderen van een gebrekkig product en opnieuw monteren van een product dat vrij is van gebreken;
- de schade aan het geleverd product, evenals de kostprijs van terugbetaling, herstelling en/of vervanging;
- de schade van louter esthetische aard;
- kosten voor de terugtrekking van een product uit de markt uitgevoerd in de Verenigde Staten van Amerika en/of Canada.
Deze dekking is slechts verworven indien een Recall plan is geïmplementeerd.
4.1.7.2 – Kosten voor het verwijderen en opnieuw monteren
Zijn gedekt, tot beloop van de verzekerde som voorzien in de Bijzondere Voorwaarden, de kosten voor het verwij- deren van een gebrekkig product dat werd vervaardigd en/of geleverd door verzekerde* en voor het opnieuw monteren van een product dat vrij is van gebreken, indien het gebrek in het door verzekerde vervaardigd en/of geleverd product voortvloeit uit een materiële fout in de productie of in de levering en niet uit een fout in de plaatsing en/of de montage.
Bij het vervangen van het gebrekkig product dat werd vervaardigd en/of geleverd door de verzekerde* is de waar- borg beperkt tot de kosten voor het opnieuw monteren van een product dat gelijkaardig is aan hetgene dat het voorwerp uitmaakt van het schadegeval.
Indien de verzekerde* zijn gebrekkig product zelf verwijdert en/of een niet-gebrekkig product opnieuw monteert voor rekening van een derde*, is de waarborg beperkt tot de reële kostprijs van het arbeidsloon met uitsluiting van enige marge.
Naast de reeds vermelde uitsluitingen, zijn eveneens uitgesloten:
- de kostprijs van het door de verzekerde* vervaardigde en/of geleverde gebrekkige product en van het vervan- gingsproduct;
- de transport- en de leveringskosten van het vervangingsproduct;
- de schade van louter esthetische aard;
- de kosten nodig voor het verwijderen van het gebrek in het product dat werd vervaardigd en/of geleverd door verzekerde* alsook de kosten voor het opzoeken, herstellen, verbeteren, testen, controleren of onderzoeken van het gebrekkige product dat werd vervaardigd en/of geleverd door verzekerde*;
- de schadegevallen die zich voordoen in de Verenigde Staten van Amerika en/of Canada;
Artikel 4.1.8 – Verzekeringsgebied
De verzekering van de burgerrechtelijke producten- en werkenaansprakelijkheid geldt over heel de wereld voor schade veroorzaakt door producten en/of werken afkomstig van de verzekerde onderneming met uitsluiting - be- houdens uitdrukkelijk overeengekomen in de Bijzondere Voorwaarden - van verkopen of leveringen aan of wer- ken uitgevoerd in de Verenigde Staten van Amerika en/of Canada voor zover de verzekerde* op de hoogte is of op de hoogte had moeten zijn.
Indien dit uitdrukkelijk overeengekomen is in de Bijzondere Voorwaarden zijn de producten die uitgevoerd wor- den naar de Verenigde Staten van Amerika en/of Canada meeverzekerd in het kader van deze polis.
Artikel 4.1.9 – Dekkingstermijn
Het schadegeval dat zich voordoet tijdens de geldigheidsduur van het contract is gedekt.
Alle schadegevallen voortkomend uit dezelfde oorzaak en/of gebeurtenis, zullen aanzien worden als één en hetzelfde schadegeval waarvan de schadedatum deze is waarop het eerste schadegeval van de reeks zich voordeed.
Artikel 4.1.10 – Uitsluitingen
Xxx xxxxxxx zijn uitgesloten:
4.1.10.1 de schade aan de producten, werken of diensten zelf, alsook de kosten met betrekking tot:
- preventieve controle van producten of werken die een schade veroorzaakt hebben of kunnen veroorzaken;
- terugtrekking van een product uit de markt door verzekerde* en/of door derden*, behalve indien deze uitbreiding vermeld is in de Bijzondere Voorwaarden;
- onderzoek, vernietiging, neutralisatie of preventie, vervanging, herstel of terugbetaling van producten die een schade veroorzaakt hebben of kunnen veroorzaken;
4.1.10.2 andere immateriële schade* dan deze die het gevolg is van een door deze polis gedekte lichamelijke of materiële schade;
4.1.10.3 schade die enkel voortvloeit uit een gebrekkige doelmatigheid van de producten, werken of diensten of die te wijten is aan het feit dat die producten, werken of diensten niet de functie vervullen of niet in de behoefte voorzien waarvoor die producten, werken of diensten bestemd waren, inbegrepen een gebrek aan efficiëntie, duurzaamheid, kwaliteit of rendement;
4.1.10.4 schade die onder de tienjarige burgerrechtelijke aansprakelijkheid valt of onder elke andere gelijkaardi- ge wetgeving in het buitenland (onder andere “Loi Spinetta”);
4.1.10.5 schade die hieruit voortvloeit dat de producten of werken niet aan de gebruikelijke controles werden onderworpen terwijl dit gebrek aan controle of deze gebrekkige controle geduld werd door de verze- kerde* of de personen die hij gelast heeft met het dagelijkse bestuur van zijn bedrijf;
4.1.10.6 schade veroorzaakt door de schadelijke gevolgen van productie-afval en afvalstoffen;
4.1.10.7 schade veroorzaakt door de producten of werken die bestemd zijn voor de lucht- of ruimtevaartindu- strie;
4.1.10.8 de schade veroorzaakt door milieuaantasting en/of burenhinder met betrekking tot de schadegevallen die voorkomen in de Verenigde Staten van Amerika en/of Canada en/of de vorderingen die voor de rechtbanken in deze landen ingesteld worden.
Titel IV – Gemeenschappelijke voorwaarden voor de verzekering van de burgerrechtelijke bedrijfsaansprakelijkheid en de burgerrechtelijke producten- en werkenaansprakelijkheid
Artikel 4.1.11 – Uitsluitingen
In aanvulling van Art. 4.1.5 en 4.1.10 van de Algemene Voorwaarden zijn de volgende uitsluitingen van toepas- sing:
4.1.11.1 – Opzettelijke schade
De schade veroorzaakt door opzet van een verzekerde*. Indien deze schade opzettelijk wordt veroorzaakt buiten het weten en tegen de wil van de verzekerde*, een orgaan of leidinggevende aangestelde, blijft de waarborg verworven voor de andere verzekerden*. De Verzekeraar* behoudt zich het recht voor om verhaal uit te oefenen tegen de verzekerde* die de schade opzettelijk heeft veroorzaakt.
4.1.11.2 – Herhaalde foute handelingen
De schade veroorzaakt door herhaalde foute handelingen terwijl noch de verzekeringnemer*, noch zijn algemene directie noch zijn leidinggevend personeel, redelijke maatregelen heeft genomen om het voorkomen van een nieuwe schade te verhinderen.
4.1.11.3 – Niet-naleving van wetten en reglementen; kennelijke onbekwaamheid
De schade die volgens het oordeel van elke terzake bevoegde persoon het voorzienbare gevolg is van:
- hetzij de moedwillige niet-naleving van wetten, reglementen en gebruiken van toepassing op de werkzaam- heden van de verzekerde*;
- hetzij de veronachtzaming van de elementaire voorzichtigheids- of veiligheidsnormen;
- hetzij de kennelijke onbekwaamheid van verzekerde* of van de personen belast met het dagelijkse beleid van de onderneming.
4.1.11.4 – Dronkenschap en gelijkaardige toestanden
De schade berokkend als gevolg van dronkenschap, alcoholintoxicatie of in een gelijkaardige toestand veroorzaakt door het gebruik van genots- en verdovende middelen.
4.1.11.5 – Contractuele aansprakelijkheid
De schadevergoeding die voortvloeit uit onderhandse overeenkomsten of beloften, in de mate waarin verzekerde* hierdoor gehouden is tot een ruimere vergoeding dan deze verschuldigd op basis van de wetgeving van toepassing bij ontstentenis van elke contractuele verbintenis.
4.1.11.6 – Toevertrouwde en bestaande goederen
De schade toegebracht aan roerende of onroerende goederen waarvan de verzekerde* huurder, houder, bewaar- nemer is. Is eveneens uitgesloten de schade aan de goederen die zich bij de verzekeringnemer* bevinden om er aan te werken.
Bij uitvoering van werken bij derden* wordt evenwel slechts het gedeelte dat effectief bewerkt wordt als uitgeslo- ten aanzien.
4.1.11.7 – Schade ten gevolge van oneerlijke concurrentie en aantasting van intellectuele rechten (zoals patenten, octrooien, en dergelijke), schade ten gevolge van laster en eerroof, misbruik van vertrouwen, verduistering, ont- vreemding en financiële transacties.
4.1.11.8 – Schade ten gevolge van de (al dan niet gedeeltelijke) niet-uitvoering of laattijdige uitvoering van con- tractuele verbintenissen, alsook de schade ten gevolge van vertraging.
4.1.11.9 – Afstand van verhaal
De schade waarvoor verzekerde* afstand gedaan heeft van zijn recht op uitoefening van verhaal tegen een ver- antwoordelijke derde*, tenzij deze afstand van verhaal opgelegd wordt door een officiële instelling of door een openbare leverancier van energie of water. Iedere door de Verzekeraar* betaalde schadevergoeding kan in de mate van het geleden nadeel worden teruggevorderd van de Verzekerde*.
4.1.11.10 – Oorlog, stakingen, enz.
De schade als rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg van een al dan niet verklaarde oorlog, een gewapende inter- nationale actie, een burgeroorlog, opstand, rellen, een militair decreet, een revolutie, van stakingen*, lock-out*, terrorisme* of sabotage*.
4.1.11.11 – Atoomrisico
De schade als gevolg van thermische, mechanische, radioactieve en andere uitwerkingen die voortkomen van om het even welke wijziging van de atoombouw van een stof evenals van stralingen afkomstig van radio-isotopen, behalve voor deze laatste bij gebruikelijke industriële toepassingen.
4.1.11.12 – Boeten
De boeten met inbegrip van deze die gelijkgesteld zouden worden aan burgerlijke vergoedingen of aan admini- stratieve, fiscale of economische boeten, evenals de "punitive damages" en "exemplary damages".
4.1.11.13 – Verplichte verzekeringen
Schade die onder de toepassing valt van een verzekering waarvan de onderschrijving opgelegd werd door de wet.
4.1.11.14 – Arbeidsongevallen en Beroepsziekten
Schade als gevolg van:
- arbeidsongevallen, met uitzondering van hetgeen wordt gewaarborgd onder Art. 4.1.2 g);
- beroepsziekten ("occupational diseases").
4.1.11.15 – Objectieve Aansprakelijkheid / Aansprakelijkheid zonder fout
De aansprakelijkheid zonder fout of objectieve aansprakelijkheid met uitzondering van:
- De aansprakelijkheid voor gebrekkige producten zoals omschreven in de Richtlijn n° 85/374/EEG van 25 juli 1985 en de wet van 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor producten met gebreken;
- de aansprakelijkheid vermeld in Art. 4.1.2 a) en Art. 4.1.2 f) van deze Algemene Voorwaarden.
4.1.11.16 – Asbest
Schade die een rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg is van de aanwezigheid of de verspreiding van asbest, asbest- vezels of producten die asbest bevatten.
4.1.11.17 – Sociale lasthebbers
De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de sociale lasthebbers van de verzekerde onderneming krachtens de wetgeving op de handelsvennootschappen of analoge wetgevingen met betrekking tot de beheersfouten begaan in hun hoedanigheid van bestuurder of zaakvoerder.
4.1.11.18 – Beroepsaansprakelijkheid
De aansprakelijkheid die voortvloeit uit intellectuele prestaties geleverd op basis van honoraria.
4.1.11.19 – Tewerkstellingsaangelegenheden en discriminatie
De schade als gevolg van discriminatie (van welke aard ook), vernedering of pesterijen, alsook elke schade met betrekking tot tewerkstellingsaangelegenheden, zoals het (niet) afsluiten of beëindigen van een arbeidsovereen- komst, evaluaties, promoties en disciplinaire maatregelen.
4.1.11.20 – Schadelijke producten en grondstoffen
Xxxxxx die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit de schadelijke kenmerken van:
• tabak en tabaksproducten, lood, silica en silica stof;
• Persistent Organic Pollutants zoals bepaald door het Verdrag van Stockholm waaronder Xxxxxxx, Xxxxxxxx, DDT, Dieldrin, Dioxine, Xxxxxx, Furane, Heptachlor, Hexachlorbenzol, Mirecx, PCB, Toxaphen en andere producten;
• vlamvertragers (waaronder MBTE).
of producten die voornoemde stoffen bevatten.
4.1.11.21 – Schade in verband met (urea) formaldehyde, diëthylstilbestrol (DES), vaccins, oxychinoline, contracepti- va, alsook schade in verband met hepatitis, AIDS of AIDS gerelateerde infecties, siliconen en siliconenimplantaten.
4.1.11.22 – Schade die voortvloeit uit een feit of gebeurtenis waarvan verzekerde* bij aanvang van de polis op de hoogte was of had moeten zijn.
4.1.11.23 – Schade in verband met het ontginnen van mijnen onder water of onder de grond en schade die voort- vloeit uit het bezit of gebruik van springstoffen*, munitie of oorlogstuigen.
4.1.11.24 – Schade veroorzaakt door genetisch gewijzigde organismen en prionziekten (o.a. BSE, TSE, Creutzfeld
Xxxxx,…).
4.1.11.25 – Schade door elektromagnetische velden en stralingen.
4.1.11.26 – Schade ten gevolge van giftige schimmels (toxic mold/fungus).
4.1.11.27 – Schade ten gevolge van de insolvabiliteit van een verzekerde*.
4.1.11.28 – Schade ten gevolge van het uitbaten van olieplatformen (off-shore).
Artikel 4.1.12 – Reddingskosten, kosten en interesten (Art. 106 en 146 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de Verzekeringen)
Het contract dekt - tot beloop van de waarborgsom voorzien in de Bijzondere Voorwaarden - de vergoeding van de schadegevallen en de terugbetaling van de betreffende reddingskosten, verdedigingskosten en interesten, zelfs indien de aangewende pogingen vruchteloos zijn geweest.
Wanneer de waarborgsom uitgeput is, zijn de reddingskosten enerzijds en de verdedigingskosten en interesten anderzijds, gedekt boven de waarborgsom tot respectievelijk een maximumbedrag van:
• 495.787,05 EUR wanneer de waarborgsom lager is dan of gelijk is aan 2.478.935,25 EUR;
• 495.787,05 EUR plus 20% van het gedeelte van de waarborgsom dat tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt, indien het waarborgsom van de polis lager is dan of gelijk aan 12.394.676,24 EUR;
• 2.478.935,25 EUR plus 10% van de waarborgsom boven 12.394.676,24 EUR, met een maximumbedrag van 9.915.740,99 EUR, indien de waarborgsom van de polis hoger is dan 12.394.676,24 EUR.
Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basis- indexcijfer dat van november 1992, namelijk 113,77 (basis 1988 = 100).
Voor schadegevallen die zich voordoen in de Verenigde Staten van Amerika en/of Canada en/of de vorderingen die voor de rechtbanken in deze landen worden ingesteld, zijn de verdedigingskosten, reddingskosten* en interesten begrepen in de waarborgsom voorzien in de Bijzondere Voorwaarden. De vrijstelling is eveneens van toepassing op deze uitgaven.
Titel V – Administratieve bepalingen
Artikel 4.1.13 – Beschrijving en wijziging van het risico
Bij het sluiten van het contract is de verzekeringnemer* verplicht alle hem bekende omstandigheden i.v.m. het risico nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de Verzekeraar*.
Gedurende de loop van de verzekeringsovereenkomst geeft de verzekeringnemer* de omstandigheden of toestanden aan die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico mee te brengen of het integendeel te verminderen.
Naargelang van het geval kunnen nieuwe verzekeringsvoorwaarden vastgesteld worden, de verzekeringsprestaties verminderd of geweigerd worden, of kan de overeenkomst door de Verzekeraar* worden opgezegd.
Artikel 4.1.14 – Koersschommelingen
De premies voor onderhavige polis zijn betaalbaar in Euro. Indien de premies tijdens de verzekeringsperiode in een andere munteenheid dan de Euro uitgedrukt worden, zal de officiële wisselkoers van de Europese Centrale Bank toegepast worden die van toepassing is op de eerste werkdag van de verzekeringsperiode van deze polis.
De schadevergoedingen voortvloeiend uit schadegevallen gedekt in deze polis zijn betaalbaar in Euro. In geval van een vonnis of een schikking of indien bepaalde elementen van het schadegeval zijn vastgelegd in een andere munteenheid dan de Euro, zal de betaling uitgevoerd worden in deze munteenheid aan de wisselkoers respectie- velijk van de dag waarop de onherroepelijke beslissing gevallen is, het bedrag van de transactie goedgekeurd is of het bepaalde element van het schadegeval vastgelegd is.
Wanneer voor de berekening of afrekening van de premie, de omzet* meegedeeld dient te worden aan de Verze- keraar* door een verzekerde* gevestigd in een land dat niet deel uitmaakt van de Eurozone, is de wisselkoers van toepassing die geldt op de eerste werkdag van de verzekeringsperiode waarop deze afrekening of berekening betrekking heeft.
Artikel 4.1.15 – Aangifte van een schadegeval
De Verzekerde* verbindt zich ertoe elk Schadegeval zo vlug mogelijk schriftelijk bij de Verzekeraar* aan te geven en dit uiterlijk 8 dagen nadat hij er kennis van nam; hij zal onmiddellijk na hun betekening aan de Verzekeraar* alle documenten en akten bezorgen. Alleen de Verzekeraar is bevoegd om met de slachtoffers te onderhandelen; hij leidt de procedure.
Indien de Verzekerde* deze verplichting niet nakomt en er daardoor een nadeel ontstaat voor de Verzekeraar*, kan deze aanspraak maken op een vermindering van zijn prestatie tot beloop van het door hem geleden nadeel.
De Verzekeraar* kan zijn dekking weigeren, indien de Verzekerde* deze verplichting met bedrieglijk opzet niet is nagekomen.
Artikel 4.1.16 – Afwikkeling van een schadegeval
4.1.16.1 – De verzekerde* moet elke redelijke maatregel treffen om de gevolgen van een schadegeval te voorko- men of te beperken. Hij verbindt zich ertoe de Verzekeraar* onmiddellijk op de hoogte te brengen van de maat- regelen die hij genomen heeft.
4.1.16.2 – Alle inlichtingen, documentatie en elke redelijke hulp zullen aan de Verzekeraar* verstrekt worden op- dat deze de onderhandelingen met slachtoffers van een schade of hun rechthebbenden zou kunnen voeren.
4.1.16.3 – De verzekerde* zal op de rechtszittingen verschijnen en zal de aanwijzingen volgen die hem door de Verzekeraar* gegeven worden.
Indien een Verzekerde* één van de bovenvermelde verplichtingen niet nakomt en indien de Verzekeraar* hier- door benadeeld wordt, dan heeft de Verzekeraar* het recht een vermindering van zijn prestatie te eisen tot be- loop van de geleden Schade* of een schadevergoeding te vorderen.
4.1.16.4 – Indien een strafgeding ten gevolge van een verzekerd schadegeval tegen een verzekerde* aanhangig is gemaakt, dan zorgt de Verzekeraar*, op haar kosten, voor de verdediging van de betichte door een door de Ver- zekeraar* gekozen advocaat en dit tot zolang de burgerrechtelijke belangen niet geregeld zijn. De verzekerde* kan zich op eigen kosten door een advocaat van zijn keuze laten bijstaan.
4.1.16.5 – Geen enkele erkenning van aansprakelijkheid of minnelijke regeling kan tegengeworpen worden aan de Verzekeraar* zonder haar voorafgaandelijk akkoord.
De erkenning van een materieel feit of het bieden van hulp aan een slachtoffer, voorzover dat deze hulp beant- woordt aan een morele of wettelijke verplichting, zal niet beschouwd worden als een erkenning van aansprake- lijkheid.
Artikel 4.1.17 – Verhaal van de Verzekeraar* tegen de verzekerde*
De Verzekeraar* behoudt zich het recht van verhaal op de Verzekerde* voor, voor alle gevallen van nietigheid, uitsluiting, exceptie of verval.
Bij gedeeltelijk verval is het verhaal beperkt tot het verschil tussen de door de Verzekeraar* betaalde sommen en het bedrag van de dekking dat de Verzekeraar* de Verzekeringnemer* verschuldigd is krachtens de overeenkomst.
Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoeding, intresten en gerechtskosten inbegrepen.
Op straffe van verlies van het recht op verhaal, maakt de Verzekeraar* dit voornemen onmiddellijk aan Verzeker- de* bekend zodra hij kennis heeft van de feiten die zijn beslissing rechtvaardigen.
4.2 Rechtsbijstand Titel VI - Rechtsbijstand
Dit hoofdstuk waarborgt de Rechtsbijstand van verzekerde*.
Art. 4.2.1 - Voorwerp van de verzekering
Deze verzekering dekt de noodzakelijke kosten:
a. om de strafrechtelijke verdediging van de verzekerde* waar te nemen voor een onder TITEL II – Voorwaarden voor de verzekering van de Burgerrechtelijke Bedrijfsaansprakelijkheid - van dit contract gedekt schadegeval terwijl de burgerlijke belangen geregeld zijn;
b. teneinde tegen een derde* een extracontractuele vordering in te stellen, hetzij minnelijk hetzij gerechtelijk, tot vergoeding van de schade:
- die voortvloeit uit de aan een verzekerde* toegebracht letsel tijdens de uitoefening van de activiteiten* omschreven in de Bijzondere Voorwaarden;
- die voortvloeit uit materiële schade* veroorzaakt aan goederen die voor de uitbating bestemd zijn, alsmede uit immateriële schade* die er het gevolg van is.
De Verzekeraar* zal echter deze kosten alleen ten laste nemen op voorwaarde dat het schadegeval dat het voorwerp uitmaakt van de vordering van de verzekerde* het gevolg is van een daad van een derde* en de verzekerde* overkomen is in het kader van de verzekerde beroepsactiviteiten tijdens de bedrijfsuitbating, overeenkomstig Titel II der Algemene Voorwaarden “Voorwaarden voor de verzekering van de Burgerrechtelijke Bedrijfsaansprakelijkheid”.
Onder noodzakelijke kosten worden verstaan:
1. de rechtshulp aan verzekerde* om een minnelijke schikking over een schadegeval te bereiken;
2. in geval zulk een schikking niet kan verwezenlijkt worden, dan neemt de Verzekeraar* de kosten en honoraria van advocaten, experten en