TILBURG LAW SCHOOL
TILBURG LAW SCHOOL
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE EENJARIGE MASTEROPLEIDINGEN VAN TILBURG LAW SCHOOL
COLLEGEJAAR 2013-2014
INHOUD
PARAGRAAF 1: ALGEMENE BEPALINGEN
6
Artikel 1.1 – Toepasselijkheid van de regeling 6
Artikel 1.2 – Begripsbepalingen 6
Artikel 1.3 – Doel van de opleiding 6
Artikel 1.4 – Academische vorming 6
PARAGRAAF 2: INRICHTING XXX XX XXXXXXXXXXX
0
Artikel 2.1 – Vorm van de opleidingen 7
Artikel 2.2 – Duur van het programma 7
Artikel 2.3 – Studiebelasting 7
Artikel 2.5 – Afsluiting van de opleiding 8
Artikel 2.6 – Nadere regels voor de organisatie van het onderwijs 8
PARAGRAAF 3: TOELATING TOT DE MASTEROPLEIDINGEN
8
Artikel 3.1 – Bewijs van Toelating 8
Artikel 3.1 a – Late inschrijvingen 8
Artikel 3.2 – Toelatingsonderzoek 8
Artikel 3.3 – Ongeconditioneerde toegang tot de opleidingen 8
Artikel 3.4 – Conditionele toegang tot de opleidingen 9
Artikel 3.5 – Categorieën gegadigden 9
Artikel 3.6 – Verwante opleiding 9
Artikel 3.12 – Toelating (geldt met ingang van van 1 september 2013 in plaats van de artikelen 3.7 tot en met 3.11) 9
PARAGRAAF 4: TENTAMENS EN EXAMENS
10
Artikel 4.1 – Frequentie tentamens 10
Artikel 4.2 – Schriftelijke tentamens 10
Artikel 4.3 – Mondelinge tentamens 10
Artikel 4.6 – Vervangend vak 11
Artikel 4.7 – Verzoek om vrijstelling, verzoek om toestemming onderdeel te vervangen 11
Artikel 4.8 – Toelating tot het tentamen 11
Artikel 4.10 – Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 11
Artikel 4.11 – Inzagerecht en nabespreking 12
Artikel 4.12 – Fixatie datum bekendmaking tentamenuitslag 12
Artikel 4.13 – Geldigheidsduur 12
Artikel 4.14 – Masterscriptie 12
Artikel 4.15 – Laatste kans 12
Artikel 4.16 - Masterexamen 13
Artikel 4.18 – Hardheidsclausule 13
13
PARAGRAAF 6: STUDIEBEGELEIDING
14
Artikel 6.1 – Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 6.2 – Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
XXXXXXXXX 0X: SAMENSTELLING VAN HET VRIJ ONDERWIJSPROGRAMMA
14
Artikel 6A.1 - Samenstelling van het vrij onderwijsprogramma 14
PARAGRAAF 7: DE OPLEIDING RECHTSGELEERDHEID (voorheen Nederlands recht)
14
Artikel 7.1 – Vorm van de opleiding 14
Artikel 7.2 – Startmomenten 14
Artikel 7.3 – Toegang; schakel- en toelatingprogramma’s 15
Artikel 7.4 b – Accentprogramma’s 15
Artikel 7.4 c- Accentprogramma privaatrecht 15
Artikel 7.4 e- vervallen Accentprogramma Rechtsgeschiedenis en rechtstheorie 16
Artikel 7.4 f- Accentprogramma Xxxxxxxxxxxx 00
Artikel 7.4 g- Accentprogramma Staats- en bestuursrecht 17
Artikel 7.4 h - Accentprogramma Strafrecht 18
Artikel 7.4 i - Accentprogramma Recht en Duurzaamheid 19
PARAGRAAF 8: DE OPLEIDING FISCAAL RECHT
20
Artikel 8.1 – Vorm van de opleiding 20
Artikel 8.2 – Startmomenten 20
Artikel 8.3 – Toegang; schakel- en toelatingprogramma’s 20
Artikel 8.4 – Programma (NB: zie ook de bijlage bij deze OER) 20
Artikel 8.5 – Programma voor studenten Fiscale economie 21
PARAGRAAF 9: DE OPLEIDING ONDERNEMINGSRECHT
22
Artikel 9.1 – Vorm van de opleiding 22
Artikel 9.2 – Startmomenten 22
Artikel 9.3 – Toegang; schakel- en toelatingprogramma’s 22
Artikel 9.4 – Programma Ondernemingsrecht 22
PARAGRAAF 10: DE OPLEIDING INTERNATIONAL AND EUROPEAN PUBLIC LAW (vanaf het collegejaar 2014-
2015 International and European Law)
24
Artikel 10.1 – Vorm van de opleiding 24
Artikel 10.2 – Startmomenten 24
Artikel 10.3 – Toegang; schakelprogramma 24
PARAGRAAF 11: DE OPLEIDING INTERNATIONAL BUSINESS LAW
26
Artikel 11.1 – Vorm van de opleiding 26
Artikel 11.2 – Startmomenten 26
Artikel 11.3 – Toegang; schakelprogramma 26
PARAGRAAF 12: XXXXXXXXX XX XXXXXXXXX XXXXXXXXXXX
00
XXXXXXXXX 00: DE OPLEIDING SOCIAAL RECHT EN SOCIALE POLITIEK
27
Artikel 13.1 – Vorm van de opleiding 27
Artikel 13.2 – Startmomenten 27
Artikel 13.3 – Toegang; schakelprogramma 27
Artikel 13.4 – Programma (NB: zie ook de bijlage bij deze OER) 27
28
PARAGRAAF 15: DE OPLEIDING LAW AND TECHNOLOGY
28
Artikel 15.1 – Vorm van de opleiding 28
Artikel 15.2 – Startmomenten 28
Artikel 15.3 – Toegang; schakelprogramma 28
PARAGRAAF 16: DE OPLEIDING BESTUURSKUNDE
29
Artikel 16.1 – Vorm van de opleiding 29
Artikel 16.2 – Startmomenten 29
PARAGRAAF 17: DE OPLEIDING VICTIMOLOGY AND CRIMINAL JUSTICE
32
Artikel 17.1 – Vorm van de opleiding 32
Artikel 17.2 – Startmomenten 32
Artikel 17.3 – Toegang; schakelprogramma 32
PARAGRAAF 18: DE OPLEIDING INTERNATIONAL BUSINESS TAXATION – TAX LAW PROGRAMME
33
Artikel 18.1 – Vorm van de opleiding 33
Artikel 18.2 – Startmomenten 33
Artikel 18.3 – Toegang; schakel- en toelatingprogramma’s 33
34
Keuzevakken in de masteropleidingen
34
ALGEMEEN DEEL: BEPALINGEN DIE GELDEN VOOR ALLE MASTEROPLEIDINGEN
PARAGRAAF 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 – Toepasselijkheid van de regeling
Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleidingen Rechtsgeleerdheid, Fiscaal recht, Sociaal recht en sociale politiek, Milieurecht, International and European Public Law, International Business Law, Ondernemingsrecht, Bestuurskunde, Law and Technology en Victimology en Criminal Justice, – verder te noemen: de opleidingen – die worden verzorgd binnen Tilburg Law School.
Artikel 1.2 – Begripsbepalingen
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
a. de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW 2002);
b. student: xxxxxx die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van een opleiding;
c. onderdeel: een onderwijseenheid van een opleiding, in de zin van de wet;
d. examen: het masterexamen van een opleiding;
e. examinator: het door de Examining Board aangewezen lid van het personeel dat met het verzorgen van het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid is belast dan wel een door de Examining Board aangewezen deskundige van buiten de instelling;
f. vervallen
g. ECTS: European Credits conform het European Credit Transfer System;
h. opleidingen: de masteropleidingen van Tilburg Law School;
i. tentamen: een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student op het gebied van een onderdeel, alsmede de beoordeling van de resultaten van dat onderzoek;
j. toets: een deelonderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden op het gebied van een onderdeel, alsmede de beoordeling van de resultaten van het deelonderzoek;
k. semester: deel van het studiejaar, beginnend op of omstreeks 1 september en eindigend op of omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op of omstreeks 1 februari en eindigend op of omstreeks 31 augustus;
l. studiejaar: twee opeenvolgende semesters;
m. het Education Forum: de opleidingsbesturen in de zin van de wet;
n. pre-mastertraject: een onderwijstraject dat bestaat uit maximaal 66 studiepunten en dat een student voorbereidt op het desbetreffende masterprogramma.
2. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet eraan toekent.
Artikel 1.3 – Doel van de opleiding
Met de opleiding wordt beoogd:
a. verwerving van kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de opleiding, zoals per opleiding nader uitgewerkt in het bijzonder deel van deze regeling;
b. academische vorming.
Artikel 1.4 – Academische vorming
1. Een opleiding dient voldoende elementen te bevatten ten dienste van de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot het zelfstandig wetenschappelijk denken, handelen en communiceren.
2. De Examining Board stelt een kader vast om het bovenstaande te kunnen toetsen.
PARAGRAAF 2: INRICHTING VAN DE OPLEIDINGEN
Artikel 2.1 – Vorm van de opleidingen
De opleidingen worden in beginsel voltijds verzorgd. Indien een opleiding in een andere vorm wordt verzorgd wordt dit bij de bijzondere bepalingen van de betreffende opleiding vermeld.
Artikel 2.2 – Duur van het programma
De duur van het programma van de voltijdopleidingen bedraagt één jaar en van de deeltijdopleidingen twee jaar.
Artikel 2.3 – Studiebelasting
1. De studiebelasting van een onderdeel wordt uitgedrukt in ECTS (European Credits). Eén ECTS staat voor 28 uur studiebelasting.
2. De studiebelasting van de éénjarige masteropleidingen bedraagt 60 ECTS;
3. De studiebelasting van de onderdelen bedraagt in beginsel 6 ECTS. Onderdelen met een afwijkende studiebelasting hebben een studiebelasting van een veelvoud van 3 ECTS.
4. De examinator geeft de studenten inzicht in de wijze waarop de studiebelasting van elk onderdeel is berekend.
5. Bij de berekening van de studiebelasting worden de volgende regels in acht genomen:
a. 4% van de studiebelasting wordt niet vervuld in verband met overhead;
b. de student wordt geacht één uur te besteden aan de bestudering van 8 blz. literatuur;
c. de student wordt geacht één uur te besteden aan de bestudering van een gerechtelijke uitspraak;
d. naast de belasting bedoeld in b. en c. wordt de student geacht een uur te besteden aan de voorbereiding van één uur hoorcollege en twee uren aan de voorbereiding van één uur werkcollege;
Artikel 2.3a – Stages
Voor zover een stage niet reeds als onderdeel van een opleiding in deze regeling is opgenomen kan zij slechts als extracurriculair onderdeel op de cijferlijst worden vermeld. Vermelding van de studiebelasting van de stage vindt in die laatste situatie alleen plaats bij buitenlandse stages.
Artikel 2.4 – Eindtermen
Na voltooiing van de opleiding beschikt de student ten minste over:
a. kennis en inzicht in:
− specifieke onderdelen van de opleiding;
− actuele vraagstukken op het gebied van de opleiding;
− geïntegreerde kennis van juridische disciplines;
− relatie met aanpalende wetenschapsgebieden op het gebied van de specialisatie;
b. vaardigheid tot:
− het analyseren van – uit verschillende rechtsgebieden stammende en onderling verweven juridische problemen (onderscheiden van hoofd en bijzaken);
− het scherp stellen van problemen;
− het voorkomen c.q. oplossen van conflicten (deëscalatie);
− het schiften, selecteren en op bruikbaarheid beoordelen van informatie;
− het beoordelen van de nut/noodzaak van het inroepen van kennis uit andere disciplines;
− het genereren van nieuwe kennis (bijdragen aan de rechtsvorming);
− het omgaan met pluraliteit van mogelijke oplossingen;
− het samenwerken, onder meer met professionals uit andere disciplines;
− het uitleggen van juridisch complexe problemen in een voor leken begrijpelijke taal; en
c. een houding die kritisch, onafhankelijk, onderzoekend, objectief en integer is. Hij heeft oog voor rechtvaardigheid en voor de rol van het recht in de samenleving. Daarnaast is hij bereid verantwoordelijkheid te nemen en is hij creatief in het vinden van juridische oplossingen die in hun maatschappelijke context adequaat zijn.
Artikel 2.5 – Afsluiting van de opleiding
De opleiding wordt afgesloten met een masterexamen.
Artikel 2.6 – Nadere regels voor de organisatie van het onderwijs
Onder toezicht van de Examining Board mag een examinator nadere regels stellen voor de organisatie van het onderwijs in en de tentaminering van een onderdeel. Deze regels moeten voordat het onderwijs in het desbetreffende onderdeel begint bekend worden gemaakt via Blackboard dan wel de syllabus.
PARAGRAAF 3: TOELATING TOT DE MASTEROPLEIDINGEN
Artikel 3.1 – Bewijs van Toelating
1. Voor de toelating tot een masteropleiding is een Bewijs van Toelating nodig.
2. Het Bewijs van Toelating is geldig gedurende het studiejaar dat volgt op het studiejaar waarin de aanvraag is ingediend.
3. Een Bewijs van Toelating wordt verstrekt door de Examining Board. Indien nodig laat zij zich
– voor zij het Bewijs van Toelating verleent – adviseren door de coördinator van de betreffende opleiding.
Artikel 3.1 a – Late inschrijvingen
Conform de Regeling Inschrijving en collegegeld, art 2.4, moeten studenten die zich een of meerdere maanden later willen inschrijven dan de start van het collegejaar of de te volgen opleiding, hiervoor toestemming hebben van het College van Bestuur. Als onderdeel van de besluitvorming vraagt het College van Bestuur aan Tilburg Law School, i.c. de Examining Board, schriftelijk te verklaren dat er op onderwijskudige gronden geen bezwaren zijn. Indien Tilburg Law School, i.c. de Examining Board, vindt dat de student niet meer inpasbaar is in het lopende onderwijsprogramma, dan dient dat schriftelijk gemotiveerd te worden. Tegen een afwijzende beslissing kan bezwaar en beroep worden ingesteld.
Artikel 3.2 – Toelatingsonderzoek
1. Een verzoek om te worden toegelaten tot de opleiding kan gedurende het studiejaar worden ingediend bij de Examining Board.
2. Op een verzoek tot toelating beslist de Examining Board binnen zes weken na indiening van het verzoek.
3. Met het oog op de toelating stelt de Examining Board een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit.
4. Op de schriftelijke verklaring omtrent de toelating wordt de kandidaat gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens.
Artikel 3.3 – Ongeconditioneerde toegang tot de opleidingen
Elk bachelordiploma dat aan Tilburg Law School is gehaald geeft recht op ongeconditioneerde toegang tot ten minste één door Tilburg Law School verzorgde aansluitende masteropleiding.
Het bachelordiploma Rechtsgeleerdheid geeft recht op ongeconditioneerde toegang tot de master Rechtsgeleerdheid en Law and Technology;
het bachelordiploma Fiscaal recht geeft recht op ongeconditioneerde toegang tot de master Fiscaal recht, International Business Law en Law and Technology;
het bachelordiploma Internationaal en Europees recht geeft recht op ongeconditioneerde toegang tot de master International Business Law, International and European Public Law en Law and Technology;
het bachelordiploma Ondernemingsrecht geeft recht op ongeconditioneerde toegang tot de master Ondernemingsrecht, International Business Law, Sociaal recht en Sociale Politiek en Law and Technology;
het bachelordiploma Bestuurskunde geeft recht op ongeconditioneerde toegang tot de master Bestuurskunde.
Artikel 3.4 – Conditionele toegang tot de opleidingen
1. Aan de toegang tot een opleiding die niet op de in artikel 3.3 aangegeven wijze aansluit op een bacheloropleiding en aan de toelating van gegadigden die geen bachelordiploma aan Tilburg Law School hebben behaald, kunnen voorwaarden worden gesteld. De Examining Board kan aanvullende eisen stellen alvorens de student wordt toegelaten tot de masteropleiding.
2. De voorwaarden die specifiek zijn voor de toelating tot een bepaalde master zijn opgenomen in het bijzondere deel van deze regeling. Er bestaat de mogelijkheid dat de voorwaarde bestaat uit het met succes volgen van een pre-mastertraject.
3. De voorwaarden hebben tot doel te verzekeren dat de student bij toelating voldoende kennis, inzicht en vaardigheden heeft verworven om de opleiding waartoe hij toegelaten wenst te worden binnen een jaar met succes te kunnen afronden. De voorwaarden zijn ontleend aan de eindtermen van de bacheloropleiding waarop de betreffende opleiding aansluit. De omvang van een pre-mastertraject is afhankelijk van de vooropleiding en ervaring van de student.
Artikel 3.5 – Categorieën gegadigden
Er zijn verschillende categorieën gegadigden die toelating kunnen verzoeken tot de opleidingen:
- Gegadigden die een bacheloropleiding van Tilburg Law School volgen of hebben afgerond;
- Gegadigden met een bachelordiploma van een juridische opleiding van een andere Nederlandse universiteit;
- Gegadigden met een bachelordiploma van een verwante Hbo-opleiding;
- Andere gegadigden met een diploma van een verwante universitaire opleiding onder wie:
* Xxxxxxxxxx met een buitenlands bachelordiploma;
* Xxxxxxxxxx met een masterdiploma of een doctoraaldiploma;
* Xxxxxxxxxx met een bachelordiploma van een andere universitaire opleiding.
Artikel 3.6 – Verwante opleiding
Er is sprake van een verwante opleiding als de afgeronde bacheloropleiding ten minste 90 ECTS aan vakken bevatte die vergelijkbaar zijn met vakken van de bacheloropleiding van Tilburg Law School waarop de opleiding waarvoor de bachelor zich wenst in te schrijven aansluit.
Artikel 3.7 – vervallen Artikel 3.8 - vervallen Artikel 3.9 – vervallen Artikel 3.10 – vervallen Artikel 3.11 – vervallen
Artikel 3.12 – Toelating (geldt met ingang van van 1 september 2013 in plaats van de artikelen 3.7 tot en met 3.11)
1. Toelaatbaar tot de masteropleidingen van Tilburg Law School is degene die:
a. in het bezit is van een diploma van een aansluitende bacheloropleiding aan Tilburg Law School zoals vastgesteld in artikel 3.3 van deze regeling of,
b. een bachelordiploma van een andere universiteit kan overleggen dat vergelijkbaar is met een bachelordiploma als genoemd onder a, of
c. een standaard of individueel pre-masterprogramma dat is vastgesteld met als doel om te verzekeren dat de student de specifieke opleiding binnen een jaar met succes kan doorlopen, volledig heeft afgerond. De standaard premasterprogramma’s zijn opgenomen in artikel 56 van de Onderwijs-en examenregeling van de bacheloropleiding.
2. Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals gedefinieerd in lid 3, kan van het bepaalde in het vorige lid worden afgeweken dan wel kan de student in de gelegenheid worden gesteld alsnog aan de vereisten voor toelating tot de masteropleiding te voldoen, indien en voor zover deze omstandigheden ertoe hebben
geleid dat er studievertraging is opgetreden en de student ten hoogste 12 ECTS van de aansluitende bacheloropleiding aan Tilburg Law School of van het vastgestelde premasterprogramma nog niet heeft behaald en aan andere doorstroomeisen, zoals geregeld in de Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen is
voldaan.
3. Onder bijzondere omstandigheden zoals genoemd in het vorige lid worden uitsluitend de volgende omstandigheden begrepen:
a. Ziekte;
b. Een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiebeperking;
c. Zwangerschap en bevalling;
d. Bijzondere familieomstandigheden;
e. Een topsportstatus erkend door het College van Bestuur;
f. Lidmaatschap of voorzitterschap van de Universiteitsraad, de Faculteitsraad of de Opleidingscommissie1;
g. Een andere bestuursfunctie of combinatie van bestuursfuncties dan de hiervoor genoemde, waarbij geldt dat de student hiervoor een bestuursbeurs van
minimaal vier maanden dient te hebben ontvangen23.
4. Genoemde bijzondere omstandigheden onder a t/m d worden uitsluitend in aanmerking genomen indien deze binnen twee maanden na het ontstaan daarvan door de student zelf of namens hem aan de studentendecaan zijn gemeld en omstandigheden als genoemd onder e t/m g indien deze zo tijdig mogelijk door de student zelf of namens
hem aan de studentendecaan zijn gemeld. Het bestaan van bijzondere omstandigheden dient door de student of namens hem (schriftelijk) te worden aangetoond.
1
PARAGRAAF 4: TENTAMENS EN EXAMENS
Artikel 4.1 – Frequentie tentamens
1. Het tentamen wordt afgenomen aan het eind van het semester waarin het onderwijs in het betreffende onderdeel is verzorgd.
2. Uiterlijk in de vijfde week na de datum waarop het tentamen is afgenomen is er een tweede gelegenheid voor deelname aan het tentamen.
Artikel 4.2 – Schriftelijke tentamens
1. Onder een schriftelijk tentamen wordt mede verstaan een tentamen dat door middel van het schrijven van één of meer opdrachten of het schrijven van een werkstuk of verslag wordt afgelegd, alsmede een tentamen bestaande uit zowel schriftelijke als mondelinge bestanddelen.
2. Een groepswerkstuk kan als schriftelijk tentamen gelden indien en voor zover de prestatie van de individuele student beoordeeld kan worden.
3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examining Board wint zonodig deskundig advies in alvorens te besluiten.
Artikel 4.3 – Mondelinge tentamens
1. Bij een mondeling tentamen wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examining Board anders heeft bepaald.
2. Het afnemen van een mondeling tentamen is openbaar, tenzij de Examining Board of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt.
1 Het studiejaar waarin dit lidmaatschap of voorzitterschap plaatsvindt is niet van invloed op het al dan niet in aanmerking komen voor de uitzonderingsregel.
2 Het studiejaar waarin deze bestuursfunctie plaatsvindt is niet van invloed op het al dan niet in aanmerking komen voor de
uitzonderingsregel.
3 Het is hierbij toegestaan meerdere kleine bestuursbeurzen bij elkaar op te tellen.
Artikel 4.4 – Vrijstelling
1. De Examining Board kan, na advies van de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen van een onderdeel, indien de student voldoet aan een van de hierna te noemen voorwaarden met betrekking tot het desbetreffende onderdeel:
a. de student heeft een tentamen behaald van een qua inhoud en studiebelasting overeenkomstig onderdeel van een andere universitaire opleiding of van een opleiding in Nederland die vergelijkbaar is met een universitaire opleiding;
b. de student toont aan door werk- of beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken.
2. De vrijstellingen kunnen worden verleend tot een maximum van 12 ECTS per student.
3. Wanneer een student meer opleidingen aan Tilburg Law School of de opleiding Fiscale economie volgt of zich na afronding van een of meer van deze masteropleidingen inschrijft voor een andere opleiding van Tilburg Law School, zal hij vrijstelling kunnen verzoeken tot een maximum van 12 ECTS voor elke opleiding die hij volgt. Deze vrijstelling kan worden verleend op basis van de onderdelen die hij in de andere opleiding heeft behaald, mits hij één masteropleiding aanwijst waarvan hij het programma volledig afrondt of heeft afgerond.
Artikel 4.5 – vervallen
Artikel 4.6 – Vervangend vak
Op verzoek van de student kan de Examining Board toestemming verlenen, gehoord de desbetreffende examinator, om een onderdeel van het betreffende programma te vervangen door een onderdeel van een programma van een andere faculteit of van een andere universiteit, mits het vervangende onderdeel qua inhoud, studiebelasting en niveau vergelijkbaar is met het oorspronkelijke onderdeel van het programma.
Artikel 4.7 – Verzoek om vrijstelling, verzoek om toestemming onderdeel te vervangen
1. Een verzoek om vrijstelling van het afleggen van een examen of tentamen of een verzoek om een onderdeel van het programma te mogen vervangen door een onderdeel van het programma van een andere universiteit wordt schriftelijk met redenen omkleed ingediend bij de Examining Board.
2. De Examining Board beschikt binnen een maand na ontvangst van het verzoek.
3. De Examining Board kan voorwaarden stellen aan een vrijstelling of de toestemming tot vervanging.
4. Een beschikking, waarbij het verzoek geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen, wordt gemoti- veerd.
5. Aan de verzoeker wordt binnen één week nadat de Examining Board op het verzoek heeft beschikt, de beschikking schriftelijk meegedeeld.
Artikel 4.8 – Toelating tot het tentamen
De examinator kan aan de toelating tot het tentamen nadere voorwaarden stellen, mits deze aan het begin van de cursus schriftelijk bekend zijn gemaakt.
Artikel 4.9 – Tentamendata
1. De data waarop de schriftelijke tentamens worden afgenomen, worden uiterlijk bij de aanvang van de cursus door de examinator bekendgemaakt.
2. Mondelinge tentamens worden op een door de desbetreffende examinator, zo mogelijk na overleg met de examinandus, te bepalen datum afgenomen.
3. Wijziging van de in de voorgaande leden bedoelde data vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht.
Artikel 4.10 – Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag
1. De examinator stelt xxxxxxxx na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student dienaangaande een schriftelijke verklaring uit.
2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen vijftien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd of waarop het uiterlijk ingeleverd moet worden, en verschaft de
Centrale Studenten Administratie tegelijkertijd de nodige gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag.
3. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examinator tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen.
4. Indien een tentamen in toetsen wordt afgenomen gelden dezelfde termijnen als genoemd in de voorgaande leden.
5. Het Education Forum kan een aangesloten periode van ten hoogste drie weken in de maanden juli/augustus aanwijzen waarvan de dagen niet als werkdagen worden aangemerkt.
Artikel 4.11 – Inzagerecht en nabespreking
1. Uiterlijk op de zestiende werkdag nadat het tentamen is afgenomen en in ieder geval vóór de volgende tentamengelegenheid, wordt de student in de gelegenheid gesteld zijn tentamen in te zien. De inzage vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. De examinator kondigt plaats en tijd van de inzage aan op het tentamen of maakt met de desbetreffende studenten een afspraak voor de inzage. Bij de inzage kan de student kennisnemen van de vragen en opdrachten van het betreffende tentamen en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van zijn werk, tenzij het een toetsvorm met gesloten vragen betreft.
2. Als tijdens de inzage blijkt dat een student een nadere toelichting van de examinator behoeft, kan de student ter plekke een afspraak maken voor een individuele nabespreking. De individuele nabespreking vindt in elk geval plaats voor de volgende tentamengelegenheid.
3. De Examining Board kan nadere regels stellen voor de inzage en de nabespreking.
Artikel 4.12 – Fixatie datum bekendmaking tentamenuitslag
Met het oog op de in deze paragraaf genoemde termijnen heeft als datum van bekendmaking van de tentamenuitslag te gelden de datum waarop de officiële uitslag elektronisch beschikbaar is gesteld, of in voorkomende gevallen schriftelijk is uitgereikt dan wel verzonden.
Artikel 4.13 – Geldigheidsduur
1. Behaalde onderdelen zijn in beginsel onbeperkt geldig, behoudens de bevoegdheid van de Examining Board om in geval een tentamen langer dan vijf jaar geleden is behaald en er sprake is van substantiële verandering van de inhoud van het onderdeel nadere aanvullende eisen te stellen alvorens het masterexamen kan worden afgelegd.
2. Voor studenten die voor 1 september 2011 met een masteropleiding aan Tilburg Law School zijn begonnen is de in lid 1 bedoelde termijn acht jaar.
3. Voor de geldigheidsduur van een vrijstelling voor een onderdeel zijn lid 1 en 2 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4.14 – Masterscriptie
De eisen die gesteld worden aan de masterscriptie en de wijze waarop begeleiding en beoordeling plaatsvinden worden geregeld in een scriptiereglement.
Artikel 4.15 – Laatste kans
De student die op één na alle tentamens van het examen met goed gevolg heeft afgelegd dan wel van het afleggen daarvan is vrijgesteld, die twee keer aan het ontbrekende tentamen heeft deelgenomen en van wie de masterscriptie is goedgekeurd, heeft eenmalig recht op een – naar keuze van de examinator mondelinge of schriftelijke – extra tentamengelegenheid in het desbetreffende onderdeel. Een student heeft geen recht op een extra tentamengelegenheid in de periode van twee maanden voorafgaand aan tot een maand na afloop van het reguliere tentamen.
Artikel 4.16 - Masterexamen
1. Zodra de masterscriptie is goedgekeurd en de student voldoende bewijzen overlegt van door hem behaalde tentamens kan hij het masterexamen afleggen.
2. Het masterexamen bestaat uit een zogenaamd ‘lekenpraatje’ waarin de student aan een lekenpubliek uitlegt wat de resultaten zijn van het onderzoek dat hij ten behoeve van zijn masterscriptie heeft uitgevoerd en uit een onderzoek dat door de examinator(en) wordt ingesteld naar de kennis van de student met betrekking tot zijn masterscriptie of een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding.
3. De uitslag van het examen kan in geval de toelating tot de opleiding niet is gebaseerd op een behaald bachelorexamen, maar op grond van artikel 3.8 slechts worden vastgesteld wanneer de student inmiddels het desbetreffende bachelorexamen met goed gevolg heeft afgelegd.
4. In alle andere gevallen waarin toelating tot de opleiding niet is gebaseerd op een behaald bachelorexamen kan de uitslag van het examen slechts worden vastgesteld wanneer de student het door de Examining Board verstrekte bewijs van toelating tot de betreffende masteropleiding overlegt.
5. De uitslag van het examen kan in geval van toelating tot de opleiding op grond van artikel 7.3 lid 1 sub c (toelating masteropleiding Rechtsgeleerdheid met bacheloropleiding Globlal Law), artikel 9.3 lid 1 sub c of d (toelating masteropleiding Ondernemingsrecht met bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid dan wel Fiscaal recht) of artikel 10.3 lid 1 sub b (toelating International and European Public Law met bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid) slechts worden vastgesteld wanneer de student de in die artikelen genoemde bachelorvakken met voldoende resultaat heeft afgelegd.
Artikel 4.17 – Graad
1. Aan degene die het examen in de opleiding Bestuurskunde met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of Science (X.Xx.) verleend. De betrokkene is tevens gerechtigd de titel drs. te voeren.
2. Degene die vóór 1 september 2013 stond ingeschreven in de master Bestuurskunde én na 1 september 2013 het afsluitend examen in deze opleiding met goed gevolg aflegt, wordt ook de graad Master of Science (X.Xx.) verleend. De student kan echter de Examining Board verzoeken de graad Master of Arts (M.A.) te verlenen. Dit verzoek moet uiterljik worden gedaan bij het aanvragen van het afstuderen bij de Student Desk.
3. Aan degene die het examen in de opleiding Victimology and Criminal Justice met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of Science (X.Xx.) verleend. De betrokkene is tevens gerechtigd de titel drs. te voeren.
4. Aan degene die het examen in een van de andere opleidingen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of Laws (LL.M) verleend. De betrokkene is tevens gerechtigd de titel meester in de rechten (mr.) te voeren.
5. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend.
Artikel 4.18 – Hardheidsclausule
Indien de tentamen- en examenregeling uit paragraaf 4 in een individueel geval tot onredelijke studievertraging leidt, kan de Examining Board een regeling treffen.
Artikel 5.1 – Beroep
Tegen een beslissing van de Examining Board of van een examinator en tegen beslissingen betreffende:
– de toelating tot een pre-masterprogramma;
– de toelating tot de opleiding
– de vaststelling van het aantal behaalde ECTS;
− de verlening en de omvang van een vrijstelling;
− de toelating tot het examen;
− de uitslag van een tentamen;
− overige in artikel 7.61 van de wet omschreven beslissingen
kan de desbetreffende student binnen zes weken na bekendmaking van de beslissing beroep instellen bij het college van beroep voor de examens van de universiteit.
PARAGRAAF 6: STUDIEBEGELEIDING
Artikel 6.1 – Studievoortgangsadministratie
1. De Student Administration registreert de individuele studieresultaten van de studenten.
2. De Centrale Studentenadministratie regisseert de bereikbaarheid van de studievoortgang- gegevens op het internet alsmede de voorlichting hierover.
Artikel 6.2 – Studiebegeleiding
1. In het kader van de toelatingsprocedure maakt Tilburg Law School een afspraak met de student over de individuele inrichting van de door hem te volgen programma.
2. Tilburg Law School draagt zorg voor – in het licht van de eindtermen van de opleiding – adequate begeleiding van de student tijdens zijn opleiding.
XXXXXXXXX 0X: SAMENSTELLING VAN HET VRIJ ONDERWIJSPROGRAMMA
Artikel 6A.1 - Samenstelling van het vrij onderwijsprogramma
1. De Examining Board verleent de student die daartoe schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven, toegang tot het afleggen van een vrij masterexamen in één van de door Tilburg Law School aangeboden opleidingen.
2. De onderdelen van het vrij masterexamen, te kiezen door de student, behoeven goedkeuring van de Examining Board.
3. Met het oog op de kwaliteit en het niveau van het vrij masterexamen gelden in ieder geval de volgende criteria voor de door de Examining Board te verlenen goedkeuring als bedoeld in het tweede lid:
a. het programma mag niet te versnipperd zijn, moet voldoende samenhang vertonen en dient logisch van opbouw te zijn;
b. de volgende onderdelen dienen in elk geval deel uit te maken van het programma:
i. burgerlijk procesrecht en geschiloplossing (6 ECTS)
ii. masterthesis (18 ECTS) inclusief het leeronderzoek (3 ECTS)
c. voor het overige dient ten minste 36 ECTS van het vrije master programma te worden ingevuld met door Tilburg Law School verzorgde vakken.
4. De student kan voor maximaal 12 ECTS van het vrij masterexamen worden vrijgesteld.
BIJZONDER DEEL: BEPALINGEN DIE SPECIFIEK GELDEN VOOR BEPAALDE MASTEROPLEIDINGEN
PARAGRAAF 7: DE OPLEIDING RECHTSGELEERDHEID (voorheen Nederlands recht)
Artikel 7.1 – Vorm van de opleiding
De opleiding Rechtsgeleerdheid wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd. Na 1 september 2011 is het niet meer mogelijk zich in te schrijven voor de deeltijdopleiding.
Artikel 7.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Nederlands. Er kunnen echter één of meerdere cursussen die onderdeel uitmaken van de opleiding in het Engels worden verzorgd.
Artikel 7.2 – Startmomenten
De opleiding Rechtsgeleerdheid kent startmomenten per 1 september en per 1 februari van ieder studiejaar.
Artikel 7.3 – Toegang; schakel- en toelatingprogramma’s
De algemene voorwaarden voor de toelating tot de masteropleidingen zijn opgenomen in paragraaf 3 van deze regeling. Hiernaast gelden voor de toelating tot de master Rechtsgeleerdheid de volgende specifieke eisen:
1. Toelaatbaar tot de opleiding Rechtsgeleerdheid is de gegadigde die met goed gevolg aan Tilburg Law School een van de volgende examens heeft behaald:
a. bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid;
b. bacheloropleiding Internationaal en Europees recht, mits het schakelprogramma is afgerond.Het schakelprogramma bestaat uit de bachelorvakken verbintenissenrecht B, Europese rechtsgeschiedenis B en strafprocesrecht.
c. bacheloropleiding Global Law (track Global Law), mits het schakelprogramma is afgerond. Het schakelprogramma bestaat uit de bachelorvakken Contractenrecht (6 ects), Goederenrecht (6 ects), Burgerlijk procesrecht en geschiloplossing (6 ects), Integratievak Staats-en Bestuursrecht (6 ects), Rechtsbescherming tegen de overheid (6 ects), Strafrechtelijke aansprakelijkheid (6 ects), Strafprocesrecht (6 ects) en Aansprakelijkheidsrecht (6 ects). Studenten die alle onderdelen van de bacheloropleiding Global Law hebben behaald en daarnaast minimaal 30 ects van het bovengenoemde schakelprogramma, zullen op hun verzoek door de Examining Board worden toegelaten tot de masteropleiding Rechtsgeleerdheid.
d. bacheloropleiding Global Law (track Internationaal en Europees recht), mits het schakelprogramma is afgerond. Het schakelprogramma bestaat uit Aansprakelijkheidsrecht.
2. Onder dezelfde voorwaarden is toelaatbaar tot de opleiding Rechtsgeleerdheid de gegadigde die met goed gevolg een examen heeft behaald in een vergelijkbare opleiding als bedoeld in het voorgaande lid.
3. Zie voor het premasterprogramma voor HBO-rechtstudenten artikel 43a van de Onderwijs-en examenregeling Bacheloropleidingen 2013-2014.
Artikel 7.4 – Programma
1. De opleiding Rechtsgeleerdheid kent accentprogramma’s.
2. Het accentprogramma wordt aangetekend op de masterbul.
Artikel 7.4 a – vervalt
Artikel 7.4 b – Accentprogramma’s
De opleiding Rechtsgeleerdheid kent de volgende accenten:
- Privaatrecht;
- Arbeidsrecht;
- Staats-en bestuursrecht
- Strafrecht
- Recht en duurzaamheid
Artikel 7.4 c- Accentprogramma privaatrecht
1. Het accentprogramma privaatrecht omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
a. Burgerlijk procesrecht en geschiloplossing (6 ECTS);
b. masterscriptie Rechtsgeleerdheid op het terrein van het accent (18 ECTS); c.
Vakken binnen het accent Privaatrecht |
1. Capita selecta contracten- en aansprakelijkheidsrecht (6 ECTS) 2. één accentvak (6 ECTS), te kiezen uit: ▪ Bouwrecht (6 ECTS) ▪ Capita selecta burgerlijk procesrecht (6 ECTS) ▪ Huwelijksvermogens-en erfrecht (6 ECTS) ▪ Internationaal privaatrecht (6 ECTS) |
▪ Insolventierecht (6 ECTS)
▪ Intellectuele eigendomsrecht (6 ECTS)
▪ Personen- en familierecht (I of II; elk 6 ECTS)
▪ Transnational Commercial and Insolvency Law (6 ECTS)
▪ Verdiepend aansprakelijkheidsrecht (6 ECTS)
3. twee accentvakken, voor zover niet reeds gekozen onder 2, te kiezen uit:
• Bouwrecht (6 ECTS)
• Capita selecta burgerlijk procesrecht (6 ECTS)
• Gezondheidsrecht (6 ECTS)
• Huwelijksvermogens-en erfrecht (6 ECTS)
• Internationaal privaatrecht (6 ECTS)
• Insolventierecht (6 ECTS)
• Intellectuele eigendomsrecht (6 ECTS)
• Jeugdrecht, jeugdbescherming en jeugdbeleid II (6 ECTS)
• Negotiation, Mediation en Dispute Resolution
• Personen-en familierecht I of II (elk 6 ECTS)
• Transnational Commercial and Insolvency Law (6 ECTS)
• Verdiepend aansprakelijkheidsrecht (6 ECTS)
d. één vak over recht in context (6 ECTS), te kiezen uit:
- Arbeidsrecht in sociaal-economische context (6 ECTS)
- Methodologie van het privaatrecht (6 ECTS)
- Psychiatrie voor juristen (6 ECTS)
- Rechtsgeschiedenis (6 ECTS)
- Retorica voor juristen (6 ECTS)
- Wetgeving en regulering (6 ECTS)
e. één masterkeuzevak te kiezen uit de lijst van masterkeuzevakken Rechtsgeleerdheid die is opgenomen in de bijlage van deze Regeling voorzover niet reeds gekozen onder c of d. In het geval dat men keuzevakken wil volgen aan een andere juridische faculteit dient de keuze ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de Examining Board.
2. De masterscriptie Rechtsgeleerdheid bestaat uit de volgende onderdelen:
- leeronderzoek (3 ECTS);
- het schriftelijke verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het accent (15 ECTS). De masterscriptie wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider
Artikel 7.4 e- vervallen Accentprogramma Rechtsgeschiedenis en rechtstheorie Artikel 7.4 f- Accentprogramma Arbeidsrecht
1. Het accentprogramma Arbeidsrecht omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
a. burgerlijk procesrecht en geschiloplossing (6 ECTS);
b. masterscriptie Rechtsgeleerdheid op het terrein van het accent (18 ECTS); c.
Vakken binnen het accent Arbeidsrecht |
1. Individueel arbeidsrecht 2. Collectief arbeidsrecht 3. Twee accentvakken (totaal 12 ECTS), te kiezen uit: |
• Ambtenarenrecht (6 ECTS)
• Comparative Labour Law (6 ECTS)
• European Labour Law and Social Policy (6 ECTS)
• European Social Security Law (6 ECTS)
• International Labour Law and Globalisation (6 ECTS)
• Nederlands socialezekerheidsrecht (6 ECTS)
d. één vak over recht in context (6 ECTS), te kiezen uit:
- Arbeidsrecht in sociaal-economische context (6 ECTS)
- Methodologie van het privaatrecht (6 ECTS)
- Psychiatrie voor juristen (6 ECTS)
- Rechtsgeschiedenis (6 ECTS)
- Retorica voor juristen (6 ECTS)
- Wetgeving en regulering (6 ECTS)
e. één masterkeuzevak te kiezen uit de lijst van masterkeuzevakken Rechtsgeleerdheid die is opgenomen in de bijlage van deze Regeling voorzover niet reeds gekozen onder c of d. In het geval dat men keuzevakken wil volgen aan een andere juridische faculteit dient de keuze ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de Examining Board.
2. De masterscriptie Rechtsgeleerdheid bestaat uit de volgende onderdelen:
- leeronderzoek (3 ECTS)
- het schriftelijke verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het accent (15 ects). De masterscriptie wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider .
-
Artikel 7.4 g- Accentprogramma Staats- en bestuursrecht
1. Het accentprogramma Staats- en bestuursrecht omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
a. burgerlijk procesrecht en geschiloplossing (6 ECTS);
b. masterscriptie Rechtsgeleerdheid op het terrein van het accent (18 ECTS); c.
Vakken binnen het accent Staats- en bestuursrecht |
1. Verdiepend staats- en bestuursrecht (6 ECTS) 2. Bestuursprocesrecht (6 ECTS) 3. Twee accentvakken (totaal 12 ECTS), te kiezen uit: • Comparative Constitutional Law (6 ECTS) • Europeanisering van wetgeving en bestuur (6 ECTS) • Provincie- en gemeenterecht (6 ECTS) • Ruimtelijk bestuursrecht (6 ECTS) • Toezicht en sancties (6 ECTS) |
d. één vak over recht in context (6 ECTS), te kiezen uit:
- Arbeidsrecht in sociaal-economische context (6 ECTS)
- methodologie van het privaatrecht (6 ECTS)
- Psychiatrie voor juristen (6 ECTS)
- Rechtsgeschiedenis (6 ECTS)
- Retorica voor juristen (6 ECTS)
- Wetgeving en regulering (6 ECTS)
e. één masterkeuzevak te kiezen uit de lijst van masterkeuzevakken Rechtsgeleerdheid die is opgenomen in de bijlage van deze Regeling voorzover niet reeds gekozen onder c of d. In het geval dat men keuzevakken wil volgen aan een andere juridische faculteit dient de keuze ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de Examining Board.
2. De masterscriptie Rechtsgeleerdheid bestaat uit de volgende onderdelen:
- leeronderzoek (3 ECTS);
het schriftelijke verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het accent (15 ECTS). De masterscriptie wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider.
Artikel 7.4 h - Accentprogramma Strafrecht
1. Het accentprogramma Strafrecht omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
a. burgerlijk procesrecht en geschiloplossing (6 ECTS);
b. masterscriptie Rechtsgeleerdheid op het terrein van het accent (18 ECTS); c.
Vakken binnen het accent Strafrecht |
1. Strafrechtsvergelijking (6 ECTS) 2. Uitgangspunten van het strafrecht (6 ECTS) 3. Twee accentvakken (totaal 12 ECTS) te kiezen uit: • Beginselen van internationaal strafrecht (6 ECTS) • International Criminal Prosecution of Genocide, War Crimes and Crimes against Humanity (6 ECTS) • Strafrechtelijk sanctierecht (6 ECTS) • Strafrecht en mensenrechten (6 ECTS) • Strafprocessuele rechtsmiddelen (6 ECTS) |
d. één vak over recht in context (6 ECTS), te kiezen uit:
- Arbeidsrecht in sociaal-economische context (6 ECTS)
- Methodologie van het privaatrecht (6 ECTS)
- Psychiatrie voor juristen (6 ECTS)
- Rechtsgeschiedenis (6 ECTS)
- Retorica voor juristen (6 ECTS)
- Wetgeving en regulering (6 ECTS)
e. één masterkeuzevak te kiezen uit de lijst van masterkeuzevakken Rechtsgeleerdheid die is opgenomen in de bijlage van deze Regeling voorzover niet reeds gekozen onder c of d. In het geval dat men keuzevakken wil volgen aan een andere juridische faculteit dient de keuze ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de Examining Board.
2. De masterscriptie Rechtsgeleerdheid bestaat uit de volgende onderdelen:
- leeronderzoek (3 ECTS);
het schriftelijke verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het accent (15 ECTS). De masterscriptie wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider
Artikel 7.4 i - Accentprogramma Recht en Duurzaamheid
1. Het accentprogramma Recht en Duurzaamheid omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
a. burgerlijk procesrecht en geschiloplossing (6 ECTS);
b. masterscriptie Rechtsgeleerdheid op het terrein van het accent (18 ECTS); c.
Vakken binnen het accent Recht en Duurzaamheid |
1. Milieu-en natuurbeschermingsrecht (6 ECTS) 2. International and European Environmental Law (6 ECTS) 3. Twee accentvakken (totaal 12 ECTS), te kiezen uit: • Climate Law (6 ECTS) • Protection of Minorities and Indigenous Peoples (6 ECTS) • Ruimtelijk bestuursrecht (6 ECTS) • Toezicht en sancties (6 ECTS) |
d. één vak over recht in context (6 ECTS), te kiezen uit:
- Arbeidsrecht in sociaal-economische context (6 ECTS)
- Methodologie van het privaatrecht (6 ECTS)
- Psychiatrie voor juristen (6 ECTS)
- Rechtsgeschiedenis (6 ECTS)
- Retorica voor juristen (6 ECTS)
- Wetgeving en regulering (6 ECTS)
e. één masterkeuzevak te kiezen uit de lijst van masterkeuzevakken Rechtsgeleerdheid die is opgenomen in de bijlage van deze Regeling voorzover niet reeds gekozen onder c of d. In het geval dat men keuzevakken wil volgen aan een andere juridische faculteit dient de keuze ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de Examining Board.
2. De masterscriptie Rechtsgeleerdheid bestaat uit de volgende onderdelen:
- leeronderzoek (3 ECTS)
- het schriftelijk verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het accent (15 ECTS). De masterscriptie wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider.
PARAGRAAF 8: DE OPLEIDING FISCAAL RECHT
Artikel 8.1 – Vorm van de opleiding
De opleiding Fiscaal recht wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd. Na 1 september 2011 is het niet meer mogelijk in te schrijven voor de deeltijdopleiding.
Artikel 8.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Nederlands. Er kunnen echter één of meerdere cursussen die onderdeel uitmaken van de opleiding in het Engels worden verzorgd.
Artikel 8.2 – Startmomenten
De opleiding Fiscaal recht kent startmomenten per 1 september en per 1 februari van ieder studiejaar.
Artikel 8.3 – Toegang; schakel- en toelatingprogramma’s
De algemene voorwaarden voor de toelating tot de masteropleidingen zijn opgenomen in paragraaf 3 van deze regeling. Hiernaast gelden voor de toelating tot de master Fiscaal recht de volgende specifieke eisen:
1. Toelaatbaar tot de opleiding Fiscaal recht is de gegadigde die met goed gevolg aan Tilburg Law School een examen heeft behaald in de
a. bacheloropleiding Fiscaal recht.
b. bacheloropleiding ondernemingsrecht mits het schakelprogramma is afgerond. Het schakelprogramma bestaat uit de bachelorvakken Grondslagen inkomstenbelasting (6 ECTS), Grondslagen belastingheffing ondernemingen (6 ECTS) en Europees en Internationaal Belastingrecht A (6 ECTS).
2. Onder dezelfde voorwaarden is toelaatbaar tot de opleiding Fiscaal recht de gegadigde die met goed gevolg een examen heeft behaald in een vergelijkbare opleiding als bedoeld in het voorgaande lid.
3. Zie voor de premasterprogramma’s artikel 43a van de Onderwijs-en examenregeling Bacheloropleidingen 2013-2014.
Artikel 8.4 – Programma (NB: zie ook de bijlage bij deze OER)
1. De reguliere opleiding Fiscaal recht omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studiebelasting:
a. Capita selecta belastingheffing particulieren (6 ECTS);
b. belastingheffing ondernemingen B (12 ECTS);
c. Europees en internationaal belastingrecht B (9 ECTS);
d. methodologie van het belastingrecht (6 ECTS);
e. fiscaal keuzevak (6 ECTS);
f. keuzevak (6 ECTS), te kiezen uit de mastervakken van een juridische of economische faculteit.
g. masterscriptie Fiscaal recht (15 ECTS).
2. In plaats van bovenstaand programma kan de student kiezen voor het accent indirecte belastingen. De opleiding Fiscaal recht met accent indirecte belastingen
omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studiebelasting:
a. belastingheffing ondernemingen B (12 ECTS);
b. capita selecta omzetbelasting (6 ECTS);
c. Europees en internationaal belastingrecht B (9 ECTS);
d. methodologie van het belastingrecht (6 ECTS);
e. European Value Added Tax (Universiteit Maastricht, 6 ECTS);
f. indirecte belastingen en internationale handel (Vrije Universiteit Amsterdam, 6 ECTS);
g. masterscriptie Fiscaal recht (15 ECTS).
3. De masterscriptie Fiscaal recht bestaat uit het schriftelijke verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de opleiding. De masterscriptie wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider.
Artikel 8.5 – Programma voor studenten Fiscale economie
1. Voor studenten die aan Tilburg School of Economics and Management de masteropleiding Fiscale economie volgen dan wel hebben voltooid of die in het bezit zijn van een doctoraalexamen Fiscale economie en aan Tilburg Law School de bacheloropleiding Fiscaal recht hebben afgerond, bestaat de masteropleiding Fiscaal recht uit de volgende onderdelen:
a vier fiscale keuzevakken (elk 6 ECTS);
b twee juridische keuzevakken (elk 6 ECTS) c masterscriptie Fiscaal recht (15 ECTS);
d voor het overige (9 ECTS) wordt de student vrijgesteld.
2. De student dient het programma vooraf ter goedkeuring aan de Examining Board voor te leggen.
3. vervallen
4. vervallen
PARAGRAAF 9: DE OPLEIDING ONDERNEMINGSRECHT
Artikel 9.1 – Vorm van de opleiding
De opleiding Ondernemingsrecht wordt in voltijd verzorgd.
Artikel 9.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Nederlands. Er kunnen echter één of meerdere cursussen die onderdeel uitmaken van de opleiding in het Engels worden verzorgd.
Artikel 9.2 – Startmomenten
De opleiding Ondernemingsrecht kent startmomenten per 1 september en per 1 februari van ieder studiejaar.
Artikel 9.3 – Toegang; schakel- en toelatingprogramma’s
De algemene voorwaarden voor de toelating tot de masteropleidingen zijn opgenomen in paragraaf 3 van deze regeling. Hiernaast gelden voor de toelating tot de master Ondernemingsrecht de volgende specifieke eisen:
1. Toelaatbaar tot de opleiding Ondernemingsrecht is de gegadigde die met goed gevolg aan Tilburg Law School een examen heeft behaald in de
a. bacheloropleiding Ondernemingsrecht.
b. bacheloropleiding Fiscaal recht.,Voor studenten met een behaald bachelorexamen Fiscaal recht geldt wel dat zij naast het programma zoals opgenomen in artikel 9.4 de (bachelor) vakken Economie voor Ondernemingsrechtjuristen en Organisatieleer-en Strategie (6 ECTS) moeten hebben behaald alvorens zij het masterexamen kunnen afleggen.
c. bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid. Voor studenten met een behaald bachelorexamen Rechtsgeleerdheid geldt dat zij naast het programma zoals opgenomen in artikel 9.4 de (bachelor) vakken Economie voor Ondernemingsrechtjuristen en Organisatieleer-en Strategie (6 ECTS) moeten hebben behaald alvorens zij het masterexamen kunnen afleggen.
d. bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid (track IER) of Global Law (track IER), mits het schakelprogramma is afgerond. Het schakelprogramma bestaat uit het vak Business Law. Daarnaast moeten studenten met een behaald bachelordiploma Rechtsgeleerdheid (track IER) of Global Law (track IER) naast het programma zoals opgenomen in artikel 9.4 de (bachelor) vakken Economie voor Ondernemingsrechtjuristen en Organisatieleer-en Strategie (6 ECTS) hebben behaald alvorens zij het masterexamen kunnen afleggen.
2. Onder dezelfde voorwaarden is toelaatbaar tot de opleiding Ondernemingsrecht de gegadigde die met goed gevolg een examen heeft behaald in een vergelijkbare opleiding als bedoeld in het voorgaande lid.
3. Zie voor het premasterprogramma na HBO-recht artikel 43a van de Onderwijs-en examenregeling Bacheloropleidingen 2013-2014.
Artikel 9.4 – Programma Ondernemingsrecht
1. De opleiding Ondernemingsrecht omvat de volgende onderdelen met de daarbij vemelde studiebelasting:
a. Ondernemingsrecht en risicomanagement (6 ECTS)
b. Ondernemingsrechtelijke contractanalyse (6 ECTS)
c. capita selecta ondernemingsrecht (6 ECTS)
d. kapitaalmarktrecht (6 ECTS)
2. Drie keuzevakken te kiezen uit onderstaande vakken (totaal 18 ECTS):
− verzekeringsrecht (6 ECTS)
− ondernemingsrechtelijke geschiloplossing (6 ECTS)
− comparative corporate governance (6 ECTS)
− not-for-profit –organizations (6 ECTS)
− insolventierecht (6 ECTS) of Transnational Commercial and Insolvency Law (6 ECTS)
− individueel arbeidsrecht (6 ECTS) of collectief arbeidsrecht (6 ECTS)
− burgerlijk procesrecht en geschiloplossing (6 ECTS)
3. De mastersciptie Ondernemingsrecht bestaat uit een verplichte stage en het schriftelijk verslag van een wetenschappelijk onderzoek aansluitend op de opleiding. De masterscriptie wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider
PARAGRAAF 10: DE OPLEIDING INTERNATIONAL AND EUROPEAN PUBLIC LAW (vanaf het
collegejaar 2014-2015 International and European Law)
Artikel 10.1 – Vorm van de opleiding
De opleiding International and European Public Law wordt in voltijd verzorgd.
Artikel 10.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Engels en (afhankelijk van keuzevakken) Nederlands.
Artikel 10.2 – Startmomenten
De opleiding International and European Public Law kent startmomenten per 1 september en per 1 februari van ieder studiejaar.
Artikel 10.3 – Toegang; schakelprogramma
De algemene voorwaarden voor de toelating tot de masteropleidingen zijn opgenomen in paragraaf 3 van deze regeling. Hiernaast gelden voor de toelating tot de master International and European Public Law de volgende specifieke eisen:
1. Toelaatbaar tot de opleiding International and European Public Law is de gegadigde die met goed gevolg aan Tilburg Law School een examen heeft behaald in de
a. bacheloropleiding Global Law (track Internationaal en Europees recht);
b. bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid. Voor het International Law and Human Rights Programme moeten de studenten tijdens hun masteropleiding het vak International Law: an introduction volgen.
2.Onder dezelfde voorwaarden is toelaatbaar tot de opleiding International and European Public Law de gegadigde die met goed gevolg een examen heeft behaald in vergelijkbare opleidingen als bedoeld in het voorgaande lid.
3. Zie voor het premasterprogramma artikel 43a van de Onderwijs-en examenregeling Bacheloropleidingen 2013-2014.
Artikel 10.4 – Programma
1. Het International and Human Rights Law Programme van de opleiding International and European Public Law omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studiebelasting:
- Drie verplichte onderdelen:
o History and Theory of International Law (6 ECTS)
o International Law in context (6 ECTS)
o Human Rights Law (6 ECTS)
- Vier van de volgende onderdelen, naar keuze van de student met de daarbij vermelde studiebelasting (totaal 24 ECTS):
o Climate Law (6 ECTS)
o Governance of International Organisations: Transparency and Democratic Legitimacy (6 ECTS)
o Human Rights: Current Issues (6 ECTS)
o International Criminal Prosecution of Genocide, War Crimes and Crimes against Humanity (6 ECTS)
o
o International Law Research Seminars (3 ECTS per seminar students chose 2)
o International Labour Law and Globalisation (6 ECTS)
o International Relations in Historical Perspective (6 ECTS)
o Protection of Minorities and Indigenous Peoples (6 ECTS)
o European Migration Law (6 ECTS)
o Law and Development (6 ECTS, new course per 01-09-2014)
- De masterscriptie (18 ECTS).
2. De masterscriptie van het International and Human Rights Law Programme bestaat uit het Engelstalige schriftelijk verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de opleiding (18 ECTS).
3. Het European Union Law Programme van de opleiding International and European Public Law omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studiebelasting:
- Drie verplichte onderdelen:
o Constitutionalisation of the EU (6 ECTS)
o Governance in the European Union (6 ECTS)
o Internal Market Law (6 ECTS)
o European Competion Law (6 ECTS)
- Drie van de volgende onderdelen, naar keuze van de student met de daarbij vermelde studiebelasting:
Track: The EU in a Global Legal Context
o Climate Law (6 ECTS)
o European Labour Law and Social Policy (6 ECTS)
o European Migration Law (6 ECTS)
o International and European Environmental Law (6 ECTS)
o International and European Regulation of Biotechnology (6 ECTS)
o Trade and WTO Law (6 ECTS)
o EU External Relations (6 ECTS)
o EU Law and Human Rights (6 ECTS)
Track: EU Economic and Competition Law
o State Aid and Public Procurement (6 ECTS)
o European Intellectual Property Law and Technology (6 ECTS)
o International and European Regulation of Biotechnology (6 ECTS)
o Trade and WTO Law (6 ECTS)
o EU External Relations (6 ECTS)
o Advanced Competition Law (6 ECTS)
o Economic and Financial Governance in the EU (new course per 01-09-2014)
- Master Thesis (18 ECTS).
4. De Master Thesis van het European Union Law Programme bestaat uit Het Engelstalige schriftelijk verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de opleiding (18 ECTS).
PARAGRAAF 11: DE OPLEIDING INTERNATIONAL BUSINESS LAW
Artikel 11.1 – Vorm van de opleiding
De opleiding International Business Law wordt in voltijd verzorgd.
Artikel 11.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Engels.
Artikel 11.2 – Startmomenten
De opleiding International Business Law start per 1 september van ieder studiejaar.
Artikel 11.3 – Toegang; schakelprogramma
De algemene voorwaarden voor de toelating tot de masteropleidingen zijn opgenomen in paragraaf 3 van deze regeling. Hiernaast gelden voor de toelating tot de master International Business Law de volgende specifieke eisen:
1. Toelaatbaar tot de opleiding International Business Law is de gegadigde die met goed gevolg aan Tilburg Law School een examen heeft behaald in de
a. bacheloropleiding Internationaal en Europees recht;
b. bacheloropleiding Ondernemingsrecht;
c. bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid;
d. bacheloropleiding Fiscaal recht.
2. Onder dezelfde voorwaarden is toelaatbaar tot de opleiding International Business Law de gegadigde die met goed gevolg een examen heeft behaald in vergelijkbare opleidingen als bedoeld in het voorgaande lid.
Artikel 11.4 – Programma
1. De opleiding International Business Law omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studiebelasting:
a. Banking and Securities Regulation (6 ECTS);
b. Competition Law (6 ECTS);
c. International Business Law I (6 ECTS);
d. International Business Law II (6 ECTS);
e. International Company Law (6 ECTS)
f. Legal Negotiations (6 ECTS)
g. Primer on International Business Law (6 ECTS)
h. Master’s thesis International Business Law (12 ECTS).
2. De opleiding International Business Law omvat bovendien minimaal één vak (6 ECTS) te kiezen uit de onderstaande vakken dan wel een ander masterkeuzevak (6 ECTS) van Tilburg Law School na goedkeuring van de examencommissie:
- Comparative Corporate Governance (6 ECTS);
- Advanced Competition Law and Economic Regulation (6 ECTS);
- European Law and Industrial Property Rights
- Law, Entrepreneurship and Finance (6 ECTS)
- International Commercial Law (6 ECTS)
- State Aid and Public Procurement (6 ECTS);
- Trade and WTO Law (6 ECTS)
3. De masterscriptie International Business Law bestaat uit de volgende onderdelen:
- Legal Negotiation Workshop (6 ECTS);
- Engelstalige schriftelijk verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de opleiding (12 ECTS).
PARAGRAAF 12: VERVALLEN DE OPLEIDING MILIEURECHT PARAGRAAF 13: DE OPLEIDING SOCIAAL RECHT EN SOCIALE POLITIEK
Artikel 13.1 – Vorm van de opleiding
vervallen.
Artikel 13.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Nederlands. Er kunnen echter één of meerdere cursussen die onderdeel uitmaken van de opleiding in het Engels worden verzorgd.
Artikel 13.2 – Startmomenten
Met ingang van 1 september 2012 is het niet meer mogelijk te starten met de opleiding Sociaal recht en sociale politiek.
Artikel 13.3 – Toegang; schakelprogramma
vervallen
Artikel 13.4 – Programma (NB: zie ook de bijlage bij deze OER)
1. De opleiding Sociaal recht en sociale politiek omvat de volgende verplichte onderdelen met de daarbij vermelde studiebelasting:
a. European Labour Law and Social Policy (6 ECTS)
b. European Social Security Law (6 ECTS)
2. De opleiding Sociaal recht en sociale politiek laat vervolgens aan de student de keuze tussen een nationaal en een internationaal traject dat de volgende onderdelen bevatten, met de daarbij vermelde studiebelasting:
2.1. Verplichte onderdelen
Nationaal traject:
a. Individueel arbeidsrecht (6 ECTS)
b. Collectief arbeidsrecht (6 ECTS)
c. Nederlands socialezekerheidsrecht (6 ECTS)
Internationaal traject:
a. International Labour Law and Globalisation (6 ECTS)
b. Comparative Labour Law (6 ECTS)
2.2. Keuze-onderdelen
Nationaal Traject (12 ECTS)
Twee vakken te kiezen uit keuzevakkensectie 1 (zie ook de bijlage bij deze regeling).
Internationaal traject (18 ECTS)
Twee vakken, vrij te kiezen uit de lijst van vakken zoals vermeld in sectie 2 en één vak te kiezen uit sectie 3, voor zover het niet gaat om een onderdeel dat reeds tot het verplichte vakkenpakket van de desbetreffende student behoort.
Voor wat betreft het internationaal traject kan de Examining Board, onverminderd het bepaalde in deze regeling, op gemotiveerd verzoek van de desbetreffende student, toestemming verlenen tot het volgen van een ander door de universiteit aangeboden keuzevak.
3. De masterscriptie Sociaal recht en sociale politiek (18 ECTS) bestaat uit het schriftelijke verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de opleiding. De masterscriptie Sociaal recht en sociale politiek binnen het nationaal traject wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider. De masterscriptie Sociaal recht en sociale politiek binnen het internationale traject wordt geschreven in het Engels.
PARAGRAAF 15: DE OPLEIDING LAW AND TECHNOLOGY
Artikel 15.1 – Vorm van de opleiding
De opleiding Law and Technology wordt in voltijd verzorgd.
Artikel 15.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Engels en (afhankelijk van keuzevakken) Nederlands.
Artikel 15.2 – Startmomenten
De opleiding Law and Technology start per 1 september en per 1 februari van ieder studiejaar.
Artikel 15.3 – Toegang; schakelprogramma
De algemene voorwaarden voor de toelating tot de masteropleidingen zijn opgenomen in paragraaf 3 van deze regeling. Hiernaast gelden voor de toelating tot de master Law and Technology de volgende specifieke eisen:
1. Toelaatbaar tot de opleiding Law and Technology is de gegadigde die met goed gevolg een bachelordiploma van een juridische opleiding van een Nederlandse universiteit heeft behaald.
2. Onder dezelfde voorwaarden is toelaatbaar tot de opleiding Law and Technology de gegadigde die met goed gevolg een examen heeft behaald in vergelijkbare opleidingen als bedoeld in het voorgaande lid, zoals gegadigden met een buitenlands juridisch bachelordiploma en gegadigden met een juridisch doctoraaldiploma of masterdiploma.
3. Voor gegadigden met een bachelordiploma van een andere universitaire opleiding zal de coördinator van de masteropleiding Law and Technology advies uitbrengen aan de Examining Board of, en zo ja onder welke voorwaarden, de gegadigde toelaatbaar is tot de masteropleiding Law and Technology. De Examining Board zal vervolgens per individueel geval bepalen of het bewijs van toelating kan worden verstrekt.
4. Zie voor het premasterprogramma artikel 43a van de Onderwijs-en examenregeling Bacheloropleidingen 2013-2014.
Artikel 15.4 – Programma
1. De opleiding Law and Technology omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
a. Regulation: Ethics, Acceptence, Legitimacy (6 ECTS)
b. European Intellectual Property Law and Technology (6 ECTS)
c. Naar keuze van de student vijf vakken uit de onderstaande lijst:
- Climate Law (6 ECTS)
- Contracts and ICT (6 ECTS)
- Cybercrime (6 ECTS)
- Electronic Commerce: European Legal Aspects (6 ECTS)
- International and European Regulation of Biotechnology (6 ECTS)
- Liability and the Internet (6 ECTS)
- Privacy and Data Protection (6 ECTS)
- Technology and Intellectual Property Rights Management (6 ECTS)
- Burgerlijk Procesrecht en geschiloplossing (6 ECTS, verplicht voor wie civiel effect wil);
d. Scriptie Law and technology (18 ECTS).
2. De masterscriptie Law and Technology bestaat uit verplichte deelname aan het vak Master’s Thesis Law and Technology, een Engelstalig schriftelijk verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de opleiding en een openbare verdediging van de thesis. Een deel van de tijd voor het voorbereiden van de scriptie kan worden besteed aan een (onderzoeks-) stage binnen of buiten TILT.
PARAGRAAF 16: DE OPLEIDING BESTUURSKUNDE
Artikel 16.1 – Vorm van de opleiding
De opleiding Bestuurskunde wordt in voltijd verzorgd.
Artikel 16.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Nederlands. Er kunnen echter één of meerdere cursussen die onderdeel uitmaken van de opleiding in het Engels worden verzorgd.
Artikel 16.2 – Startmomenten
De opleiding Bestuurskunde start per 1 september en per 1 februari van ieder studiejaar.
Artikel 16.3 – Toegang
De algemene voorwaarden voor de toelating tot de masteropleidingen zijn opgenomen in paragraaf 3 van deze regeling. Zie voor het premasterprogramma artikel 43a van de Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleidingen 2013-2014. Hiernaast gelden voor de toelating tot de master Bestuurskunde de volgende specifieke eisen:
1. Toelaatbaar tot de opleiding Bestuurskunde is de gegadigde die met goed gevolg aan Tilburg Law School een examen heeft behaald in de bacheloropleiding Bestuurskunde;
2. Onder dezelfde voorwaarden is toelaatbaar tot de opleiding Bestuurskunde de gegadigde die met goed gevolg een examen heeft behaald in vergelijkbare opleidingen als bedoeld in het voorgaande lid.
3. Zie voor het premasterprogramma artikel 43a van de Onderwijs-en examenregeling Bacheloropleidingen 2013-2014.
Artikel 16.4 – Programma
1. De masteropleiding Bestuurskunde kent drie specialisaties:
- Specialisatie Bestuur en Recht
- Specialisatie Bestuur en Maatschappij (was Maatschappelijk Besturen)
- Specialisatie Bestuur en Politiek (was Democratisch Besturen)
2. De specialisatie Bestuur en Recht van de opleiding Bestuurskunde omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
a. Kernvak Bestuur en Recht (6 ECTS)
b. Comparative Multi-level Governance (6 ECTS)1
c. Good Governance (6 ECTS)2
d. Masteratelier Bestuur en Recht (6 ECTS)
e.. naar keuze van de student één vak (6 ECTS):
- Bestuur en Politiek (6 ECTS)
- Bestuur en Maatschappij (6 ECTS)
f. naar keuzevan de student twee vakken (totaal 12 ECTS) uit onderstaande lijst (zie ook lid 5):
- Regulation: Ethics, Acceptance, Legitimacy (6 ECTS)
- EU externe relaties (6 ECTS)
- Wetgeving en Regulering (6 ECTS)
- Milieu-en natuurbeschermingsrecht (6 ECTS)
- Nederlandse Socialezekerheidsrecht (6 ECTS)3
- Europeanisering van wetgeving en bestuur (6 ECTS)
- Comparative Constitutional Law (6 ECTS)
- Governance in the European Union (6 ECTS)
- Vergelijkende Rechtsgeschiedenis (6 ECTS)
- Provincie-en gemeenterecht (6 ECTS)
- Toezicht en Sancties (6 ECTS)
1 Was Local Governance
2 Was Hedendaags Besturen
3 Voor sommige keuzevakken gelden ingangseisen. Zie hiervoor de Studiegids. Studenten moeten zelf nagaan of zij daaraan
voldoen.
- Ambtenarenrecht (6 ECTS)
- Ruimtelijk bestuursrecht (6 ECTS)
g. Masterthesis (18 ECTS). In de studiebelasting van de scriptie is ook het Leeronderzoek Bestuur en Recht (6 ECTS) begrepen. De thesis wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider.
3. De specialisatie Bestuur en Maatschappij omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
a. Kernvak Bestuur en Maatschappij (6 ECTS)
b. Comparative Multi-level Governance (6 ECTS)1
c. Good Governance (6 ECTS)2
d. Masteratelier Bestuur en Maatschappij (6 ECTS) e.. naar keuze van de student één vak (6 ECTS):
- Bestuur en Politiek (6 ECTS)
- Bestuur en Recht (6 ECTS)
f. naar keuze van de student twee vakken (totaal 12 ECTS) uit onderstaande lijst (zie ook lid 5):
- Civic Religion and Civic Ritual (6 ECTS_
- Solidarity and Social Policy (6 ECTS)
- Zorgbeleid en Zorgethiek (6 ECTS)
- Societal Developments and Institutions (6 ECTS)
- Markt, moraliteit en samenleving (6 ECTS)
- Kwaliteit in de zorg (6 ECTS)
- Not-for profit organization (6 ECTS)
- Language Policy (6 ECTS)
g. Masterthesis (18 ECTS). In de studiebelasting van de scriptie is ook het Leeronderzoek Bestuur en Maatschappij (6 ECTS) begrepen. De thesis wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider.
4. De specialisatie Bestuur en Politiek omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
a. Kernvak Bestuur en Politiek (6 ECTS)
b. Comparative Multi-level Governance (6 ECTS)1
c. Good Governance (6 ECTS)2
d. Masteratelier Bestuur en Politiek (6 ECTS)
e.. naar keuze van de student één vak (6 ECTS):
- Bestuur en Recht (6 ECTS)
- Bestuur en Maatschappij (6 ECTS)
f. naar keuze van de student twee vakken (totaal 12 ECTS) uit onderstaande lijst (zie ook lid 5):
- International Relations in Historical Perspective (6 ECTS)
- Leadership and Organization (6 ECTS)
- Strategy Process & Decision Making (6 ECTS)
- EU externe relaties (6 ECTS)
- Governance of International Organisations: Transparancy and Democratic Legitimacy
- Governance and Institutions of the European Union (6 ECTS)
- Comparative Constitutional Law (6 ECTS)
- Invloed van digitalisering (6 ECTS)
g. Masterthesis (18 ECTS). In de studiebelasting van de scriptie is ook het Leeronderzoek Bestuur en Politiek (6 ECTS) begrepen. De thesis wordt geschreven in het Nederlands. In overleg met de scriptiebegeleider kan een taal
1 Was Local Governance
2 Was Hedendaags Besturen
worden gekozen die past bij het onderwerp en het doel van de scriptie en die ligt binnen de competentie van de scriptiebegeleider.
5. Onder goedkeuring van de Examining Board kan de student ervoor kiezen om in plaats van de beide keuzevakken zoals genoemd in lid 2 sub f, lid 3 sub f of lid 4 sub f een stage te volgen. Deze stage zal betrekking moeten hebben op het onderwerp van de scriptie.
PARAGRAAF 17: DE OPLEIDING VICTIMOLOGY AND CRIMINAL JUSTICE
Artikel 17.1 – Vorm van de opleiding
De opleiding Victimology and Criminal Justice wordt in voltijd verzorgd.
Artikel 17.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Engels.
Artikel 17.2 – Startmomenten
De opleiding Victimology and Criminal Justice start per 1 september van ieder studiejaar.
Artikel 17.3 – Toegang; schakelprogramma
De algemene voorwaarden voor de toelating tot de masteropleidingen zijn opgenomen in paragraaf 3 van deze regeling. Hiernaast gelden voor de toelating tot de master Victimology and Criminal Justice de volgende specifieke eisen:
1. Toelaatbaar tot de opleiding is de gegadigde die met goed gevolg een bachelordiploma van een juridische opleiding van een Nederlandse universiteit heeft behaald. Voor aanvang van de colleges dienen zij de Preperatory course Introduction to Research Methodologies in Social Sciences te volgen.
2. Onder dezelfde voorwaarden is toelaatbaar de gegadigde die met goed gevolg een examen heeft behaald in vergelijkbare opleidingen als bedoeld in het voorgaande lid, zoals gegadigden met een buitenlands juridisch bachelordiploma en gegadigden met een juridisch doctoraaldiploma of masterdiploma dan wel een aan Tilburg University behaald bachelordiploma van de opleiding Liberal Arts and Sciences (major Law in Europe).
3. Ook zijn toelaatbaar de gegadigden die in het bezit zijn van een bachelordiploma behaald aan een Nederlands universiteit van één van de volgende opleidingen: psychologie, sociologie, criminologie of Liberal Arts and Sciences. Voor aanvang van de colleges dienen zij de Preperatory course Introduction to Law te volgen.
3. Voor gegadigden met een bachelordiploma van een andere universitaire opleiding zal de coördinator van de masteropleiding Victimology and Criminal Justice advies uitbrengen aan de Examining Board of, en zo ja onder welke voorwaarden, de gegadigde toelaatbaar is tot de masteropleiding Victimology and Criminal Justice. De Examining Board zal vervolgens per individueel geval bepalen of het bewijs van toelating kan worden verstrekt.
Artikel 17.4 – Programma
1. De opleiding Victimology and Criminal Justice omvat de volgende onderdelen met de daarbij behorende studiebelasting:
- Theories and Perspectives on Victimization (6 ECTS)
- Theoretical and Empirical Perspectives on Notions of Justice (6 ECTS)
- Victims in National and International Criminal Justice (6 ECTS)
- Victimization of Vulnerable Groups (6 ECTS)
- Disasters, Calamities and Victimization (3 ECTS)
- Research Methods in Victimology (6 ECTS)
- Psychology and Law (3 ECTS)
- Current Issues in Victimology I (3 ECTS)
- Current Issues in Victimology II (3 ECTS)
- Master's Thesis (18 ECTS)
PARAGRAAF 18: DE OPLEIDING INTERNATIONAL BUSINESS TAXATION – TAX LAW PROGRAMME
Artikel 18.1 – Vorm van de opleiding
De opleiding International Business Taxation (Tax Law programme) wordt in voltijd verzorgd.
Artikel 18.1.1 – Voertaal
De voertaal binnen de opleiding is Engels.
Artikel 18.2 – Startmomenten
De opleiding International Business Taxation (Tax Law Programme) start per 1 september van ieder studiejaar.
Artikel 18.3 – Toegang; schakel- en toelatingprogramma’s
0.Xx algemene voorwaarden voor de toelating tot de masteropleidingen zijn opgenomen in paragraaf 3 van deze regeling. Hiernaast gelden voor de toelating tot de master International Business Taxation de volgende specifieke eisen:
2.Toelaatbaar tot de opleiding International Business Taxation, Tax Law Programme is de gegadigde die met goed gevolg aan Tilburg Law School een examen heeft behaald in de
a. Bacheloropleiding Fiscaal recht.
b. Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid (alle tracks)
c. Bacheloropleiding Internationaal en Europees recht
d. Bacheloropleiding Ondernemingsrecht
e. Bacheloropleiding Global Law
3.Onder dezelfde voorwaarden is toelaatbaar tot de opleiding International Business Taxation, Tax Law Programme, de gegadigde die met goed gevolg een examen heeft behaald in een vergelijkbare opleiding als bedoeld in het voorgaande lid.
4. Zie voor de premasterprogramma’s artikel 43a van de Onderwijs-en examenregeling Bacheloropleidingen 2013-2014.
Artikel 18.4 – Programma
1. De opleiding International Business Taxation, Taks Law Programme omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studiebelasting:
Sub track “Business Organizations and Strategies
- Corporate Tax Structures (6 ECTS)
- Business Taxation (6 ECTS)
- Value Added Tax in Cross-Border Situations (6 ECTS)
- Integrating Tax in Business Decision Making Processes (IBTL version) (6 ECTS)
- International and European Taxation (6 ECTS)
- International Business Law I (6 ECTS)
- International Company Law (6 ECTS)
- Master’s Thesis (18 ects)
Sub track “Globalizatioin”
- Corporate Tax Structures (6 ECTS)
- Business Taxation (6 ECTS)
- Value Added Tax in Cross-Border Situations (6 ECTS)
- Integrating Tax in Business Decision Making Processes (IBTL version) (6 ECTS)
- International and European Taxation (6 ECTS)
- Trade and WTO Law (6 ECTS)
- State Aid and Public Procurement (6 ECTS)
- Master’s Thesis (18 ECTS)
2. De masterscriptie bestaat uit het schriftelijke verslag van een wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de opleiding.
Keuzevakken in de masteropleidingen
LIJST VAN MASTERKEUZEVAKKEN RECHTSGELEERDHEID
Advanced Competition Law and Economic Regulation Advanced European Criminal Law
Ambtenarenrecht
Arbeidsrecht in sociaal-economische context
Banking and Securities Regulation Beginselen van internationaal strafrecht Bestuursprocesrecht
Bouwrecht
Capita selecta burgerlijk procesrecht
Capita selecta contracten- en aansprakelijkheidsrecht Capita selecta Europees en internationaal belastingrecht
Capita selecta omzetbelasting Capita selecta ondernemingsrecht Capita selecta recht en samenleving
Capita selecta rechtsgeschiedenis zie Rechtsgeschiedenis Climate Law
Collectief arbeidsrecht Comparative Constitutional Law
Comparative Corporate Governance Comparative Labour Law
Contracts and ICTCybercrime
Electronic Commerce: European Legal Aspects European Competition Law
EU and ILO Labour Standards
European Intellectual Property Law and Technology European Labour Law and Social Policy
European Law and Industrial Property Rights European Migration Law
European Social Security Law Europeanisering van wetgeving en bestuur
Fiscaal strafrecht
Fiscale aspecten van vererving
Fiscale en civielrechtelijke aspecten van toekomstvoorzieningen Forensische psychiatrie (zie Psychiatrie voor juristen)
Geschiedenis van het belastingrecht Gezondheidsrecht
Governance and Institutions of the European Union
History and Theory of International Law Human Rights Law Huwelijksvermogens-en erfrecht
Individueel arbeidsrecht
Innovative Technologies, Risks, and Regulation Insolventierecht
Intellectueel eigendomsrecht Internationaal privaatrecht
International and European Environmental Law International and European Regulation of Biotechnology International and European Sports Law
International and European Tax Law
International and National Protection of Minorities (zie Protection of Minorities and Indigenous Peoples)
International Company Law
International Criminal Prosecution of Genocide, War Crimes and Crimes against Humanity
International Insolvency Law zie Transnational Commercial and Insolvency Law
International Labour Law and Globalisation International Law: Guest Seminars International Law: Current Issues
Jeugdrecht, jeugdbescherming en jeugdbeleid I (Jeugdstrafrecht) Jeugdrecht, jeugdbescherming en jeugdbeleid II (Civiel jeugdrecht)
Kapitaalmarktrecht Liability and the Internet
Methodologie van het privaatrecht Milieu-en natuurbeschermingsrecht
Nederlands sociale zekerheidsrecht Not-for-profit-organizations
Onderhandeling en mediation Onderwijsrecht
Oud vaderlands recht
Pensioenrecht, zie Arbeidsrecht in sociaal-economische context Personen- en familierecht I: Afstammingsrecht
Personen- en familierecht II: Relatierecht Protection of Minorities and Indigenous Peoples Privacy & Data Protection
Provincie- en gemeenterecht Psychiatrie voor juristen
Rechtsgeschiedenis Retorica voor juristen Roman Law
Ruimtelijk bestuursrecht
State Aid and Public Procurement Strafprocessuele rechtsmiddelen Strafrecht en mensenrechten Strafrechtelijk sanctierecht Strafrechtsvergelijking
Technology and Intellectual Property Rights Management Toezicht en sancties
Trade and WTO Law
Transnational Commercial and Insolvency Law Uitgangspunten van het strafrecht
Verdiepend aansprakelijkheidsrecht Verdiepend staats- en bestuursrecht Vergelijkende rechtsgeschiedenis Verzekeringsrecht Vreemdelingenrecht
Wetgeving en regulering
Fiscaal recht
FISCALE KEUZEVAKKEN |
• Capita selecta Europees en internationaal belastingrecht (6 ECTS) • Capita selecta omzetbelasting (6 ECTS) • Fiscaal strafrecht (6 ECTS) • Fiscale aspecten van vererving (6 ECTS) • Fiscale en civielrechtelijke aspecten van toekomstvoorzieningen (6 ECTS) • Geschiedenis van het belastingrecht (6 ECTS) • Tax Assurance 1 (6 ECTS) • Tax Assurance 2 (6 ECTS) |
Sociaal recht en sociale politiek
KEUZEVAKKEN sectie 1
• Arbeidsrecht in sociaal-economische context
• Ambtenarenrecht (6 ECTS)
• Burgerlijk procesrecht en geschiloplossing (6 ECTS)
• Capita selecta loonbelasting en sociale verzekeringen (6 ECTS)
• Comparative Labour Law (6 ECTS)
• EU and ILO Labour Standards (6 ECTS)
• International and European Sports Law (6 ECTS)
• International Labour Law and Globalisation (6 ECTS)
KEUZEVAKKEN sectie 2
• EU and ILO Labour Standards (6 ECTS)
• International and European Sports Law (6 ECTS)
KEUZEVAKKEN sectie 3
Business Profile optional courses:
• Comparative Corporate Governance (6 ECTS)
• European Competition Law (6 ECTS)
• International and European Tax Law (6 ECTS)
• International Business Law II (6 ECTS)
• Onderhandeling en Mediation (6 ECTS)
Governance Profile optional courses:
• Comparative Constitutional Law (6 ECTS)
• European Migration Law (6 ECTS)
• Governance and Institutions of the European Union (6 ECTS)
• Governance of International Organisations: Transparency and Democratic Legitimacy (6 ECTS)
• Human Rights Law (6 ECTS)
• International Law: Current Issues (6 ECTS)
BESTUURSKUNDE
• Ambtenarenrecht (6 ECTS)
• Governance and Institutions of the European Union (620074, 6 ECTS)
• Governance of International Organisations: Transparancy and Democratic Legitimacy (600257, 6 ECTS)
• History and Theory of International Law (620039, 6 ECTS)
• Internal Market Law (620064, 6 ECTS)
• International Relations in Historical Perspective (600278, 6 ECTS)
• Invloed van digitalisering (880205, 6 ECTS)
• Labour Market, Inequality and Income Dynamics (400807, 6 ECTS)
• Markets, Morality and Society (700187, 6 ECTS)
• Moslims en de Westerse cultuur (990212, 6 ECTS)
• Praktijk van bestuurskundig onderzoek (630024, 6 ECTS)
• Provincie- en gemeenterecht (600274, 6 ECTS)
• Societal Developments and Institutions (440800, 6 ECTS)
• Solidarity and Social Policy (400801, 6 ECTS)