Type document: WIT – Werkinstructie
Type document: WIT – Werkinstructie
Onderwerp: Buitendienststelling van een spoor en/of buitenspanningstelling van de bovenleiding voor werken in aanneming
Domein: De bepalingen van deze werkinstructie zijn van toepassing op lijnen uitgerust met:
- laterale seininrichting (klassieke net);
- stuurpostsignalisatie en laterale seininrichting;
- stuurpostsignalisatie.
Opgesteld door: Xxxx Xxxxxxxx, I-T0.181
Versies | ||
Nummer | Datum | Omschrijving |
1 | 24/09/2021 | Opmaak van het document |
2 | 10/10/2022 | Integratie bijzonderheden voor de overgang van “spoor buiten dienst” naar de veiligheidsmaatregel " sperren van bewegingen " en controle van de staat van het spoor. |
Auteur | Xxxxxxxx | Xxxxxxxxxx | Goedgekeuring | |
Naam: | Xxxx Xxxxxxxx | Xxxxx Xxxxxx | Xxxxxxxx Xxxxxxx | Xxxx Xxxxxxx |
Functie: | Project Leader / Teamlead I-TO.181 | Safety Coordinator I-TO.181 | Manager I-TO.18 | Head Of I-TO.1 |
Datum: | Xxxx Digitally signed | |||
Handtekening: | Ilse Digitally signed by Xxxx Xxxxxxxx Festjens Date: 2022.10.11 14:26:03 +02'00' | Digitally signed Campe by Campet Xxxxx x Xxxxx Date: 2022.10.11 10:11:19 +02'00' | Signature MICHAUX numérique xx XXXXXXX Xxxxxxxx Xxxxxxxx Date : 2022.10.11 08:52:13 +02'00' | by Xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx (Signature) (Signatu Date: re) 2022.10.11 17:55:18 +02'00' |
INHOUDSTAFEL
3
5
5
PRINCIPE VAN HET BUITENDIENST STELLEN VAN HET SPOOR 5
PRINCIPE VAN HET BUITENSPANNING STELLEN VAN DE BOVENLEIDING 5
TRACEERBAARHEID VAN DE UITWISSELINGEN ‘’AANNEMER OF DIENSTVERLENER / AFGEVAARDIGDE INFRABEL’’ 6
ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN 7
9
VOORBEREIDING VAN WERKZAAMHEDEN 9
VOORAFGAAND OVERLEG MET DE AANNEMER OF DIENSTVERLENER / AFGEVAARDIGDE INFRABEL 9
PRE-JOB BRIEFING VAN HET PERSONEEL “AANNEMER” 10
INDIENEN VAN DE AANVRAAG TOT DE TOELATING VAN HET WERK 10
CONTROLE VAN DE AANVRAAG TOT DE TOELATING VAN HET WERK 11
TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSMAATREGELEN 11
BEVESTIGING VAN DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSMAATREGELEN 12
INFORMATIE VAN HET EINDE VAN DE WERKEN DIE EEN BUITENSPANNINGSTELLING VEREISEN 12
INFORMATIE OVER HET EINDE VAN DE WERKEN DIE EEN BUITENDIENSTSTELLING VAN HET SPOOR VEREISEN 13
15
TYPISCH VERLOOP VAN DE OVERGANGSPERIODE 15
5. INFORMATIE EN OPLEIDING VAN HET PERSONEEL VAN DE AANNEMER OF DE DIENSTVERLENER
17
18
Het doel van deze WIT is het bepalen van de voorwaarden en de richtlijnen van toepassing voor het personeel van Infrabel en het personeel1 van de aannemer/dienstverlener, van zijn eventuele onderaannemers of andere aangestelden voor de buitendienststelling van een spoor en/of de buitenspanningstelling van de bovenleiding voor werken in aanneming. | ||
Referentie naar andere reglementaire documenten | Bundel 63 – Veiligheids- en gezondheidsmaatregelen bij het uitvoeren van opdrachten voor werken, leveringen en diensten. | |
Indringing type I | Men verstaat onder een indringing type I een tijdelijke indringing in de gevarenzone van een spoor, ontstaan door personeel en/of door licht en/of middelzwaar materiaal. Deze indringingen kunnen gemakkelijk ongedaan gemaakt worden. Het licht of middelzwaar materiaal kan handmatig en onmiddellijk uit de gevarenzone verwijderd worden. | |
Materiaal | In de rest van de tekst refereert materiaal naar gereedschap en/of materiaal en/of naar de eventuele accessoires. | |
Licht materiaal | Onder licht materiaal wordt verstaan materiaal dat manueel en onmiddellijk uit de gevarenzone kan verwijderd worden, door één persoon. De massa van het betrokken materiaal bedraagt maximum 35 kg. | |
Middelzwaar materiaal | Onder middelzwaar materiaal wordt verstaan materiaal dat manueel en onmiddellijk uit de gevarenzone kan verwijderd worden, door maximum 4 personen. De massa van het betrokken materiaal (uitrusting en accessoires) dat uit de gevarenzone moet verwijderd worden bedraagt maximum 120 kg. Het materiaal moet zijn opgenomen op de specifieke lijst, “Lijst middelzwaar materiaal”. |
Indringing type II | Onder indringing type II wordt verstaan elke tijdelijke of bestendige hinder in de grensomtrek of in de nominale omtrek van het vrijeruimteprofiel van een spoor in dienst: - door een voertuig dat in de nabijheid werkzaam is, zowel wanneer het werktuig zich in de nabijheid van het spoor of op een nevenliggend spoor bevindt; - door materialen of zwaar gereedschap waarvan de handmatige of mechanische behandeling moeilijk is, gezien hun massa of volume; en waarvan de aanwezigheid in het vrijeruimteprofiel van het spoor in dienst een risico inhoudt om een ernstig ongeval te veroorzaken bij een aanrijding door een trein dat rijdt op dit spoor. |
Leider van het werk Infrabel – Verantwoordelijke bediende voor de uitvoering van de Werken (afkorting VBUW) | Veiligheidspersoneel van Infrabel (of van zijn contractant TUC RAIL), die beschikt over de vereiste competenties om toezicht te houden op de uitvoering van werken in het algemeen en aan de spoorweginfrastructuur in het bijzonder alsook voor de toepassing van de veiligheidsmaatregelen. Dit personeel is gecertificeerd voor het uitvoeren van veiligheidskritieke taken C.1 + C.3, gegroepeerd in de rol van Verantwoordelijke bediende voor de uitvoering van werken, gedefinieerd in het ARE 300 van Infrabel. |
Leider van het Werk (aannemer) | Onder "leider van het werk" wordt verstaan, bevoegd personeel van de aannemer/dienstverlener die werkzaamheden of activiteiten uitvoert in de inrichting van Infrabel en op de spoorweginfrastructuur in het bijzonder en die de verantwoordelijkheden van een ploegbaas heeft, ten minste voor wat betreft de risico’s eigen aan Infrabel in het algemeen en aan de spoorweginfrastructuur in het bijzonder en voor wat betreft de toepassing van de veiligheidsmaatregelen. |
Opgeleid personeel | Onder "opgeleid personeel" wordt verstaan het personeel van een aannemer/dienstverlener die werkzaamheden of activiteiten in de inrichting van Infrabel en op de spoorweginfrastructuur in het bijzonder dient uit te voeren. |
1. KADER
Deze werkinstructie beschrijft de voorwaarden en de richtlijnen van toepassing voor het personeel van Infrabel en voor het personeel van de aannemer/dienstverlener, zijn eventuele onderaannemers en andere aangestelden voor de buitendienststelling van een spoor en/of de buitenspanningstelling van de bovenleiding voor werken in aanneming.
Deze werkinstructie is van toepassing:
- bij werkzaamheden in of in de nabijheid van het spoor door een aannemer/dienstverlener;
- en/of bij werken aan de bovenleiding, uitgevoerd door een aannemer/dienstverlener die geen kennis heeft van de sectionering en de configuratie van de bovenleiding op de plaats van de werken".
2. VOORWAARDEN EN RICHTLIJNEN
BEVOEGD PERSONEEL
De buitendienststelling van het spoor behoort uitsluitend tot de bevoegdheid van veiligheidspersoneel van Infrabel en/of zijn hulponderneming (veiligheidsrol: “Verantwoordelijke bediende voor de uitvoering van werken”, ‘’Verdeler tractiestroom’’ en “Bediende van de beweging”.
PRINCIPE VAN HET BUITENDIENST STELLEN VAN HET SPOOR
Het buitendienst stellen van één of meerdere sporen betekent dat het spoor (de sporen) tijdelijk gesloten is (zijn) voor de (commerciële) exploitatie van het spoor (de sporen) en enkel ter beschikking wordt (worden) gesteld aan de technische diensten voor de uitvoering van hun werken. Enkel technische spoorvoertuigen en werktreinen die op de werf moeten rijden zijn nog toegelaten om te rijden (verkeer aan verminderde snelheid).
Het buiten dienststellen van één of meerdere sporen (zone) is de meest veilige maatregel bij werken in of in de nabijheid van de sporen.
Werken, die aanleiding geven tot een wijziging van de veiligheidsvoorwaarden of exploitatiemogelijkheden, moeten steeds, volgens de betrokken technische voorschriften, uitgevoerd worden op het spoor buiten dienst.
PRINCIPE VAN HET BUITENSPANNING STELLEN VAN DE BOVENLEIDING
Het buitenspanning stellen van de bovenleiding impliceert steeds een voorafgaandelijke buitendienststelling van het spoor onder dewelke de spanning zal worden onderbroken (zie § 2.2. hierboven). De buitenspanningstelling bestaat in eerste instantie uit de onderbreking van de spanning van de betrokken bovenleiding op afstand door de VTS en, in tweede instantie, uit de plaatsing van de spoorstaafverbindingen (3kV) of de elektrische bescherming (25 kV).
In deze werkinstructie, kan het plaatsen van de spoorstaafverbinding (3kV) of de elektrische bescherming (25kV) bij werken enkel uitgevoerd worden door toegelaten bediende van Infrabel of TUC RAIL.
Bijzondere bepalingen ‘’werken aan de bovenleiding, uitgevoerd door een aannemer/dienstverlener die kennis heeft van de sectionering en de configuratie van de bovenleiding op de plaats van de werken’’
Voor werken aan de bovenleiding, uitgevoerd door een aannemer/dienstverlener die kennis heeft van de sectionering en de configuratie van de bovenleiding op de plaats van de werken, kan het plaatsen van de spoorstaafverbinding (3kV) of de elektrische bescherming (25kV) uitgevoerd worden door een bediende van aannemer/dienstverlener die aantoonbaar kennis heeft van de sectionering en de configuratie van de bovenleiding op de plaats van de werken. Deze bijzondere bepalingen vallen niet in de scope van deze werkinstructie.
TRACEERBAARHEID VAN DE UITWISSELINGEN ‘’AANNEMER OF DIENSTVERLENER / AFGEVAARDIGDE INFRABEL’’
De melding van de buitendienststelling van een spoor wordt aan de aannemer/dienstverlener (of hun afgevaardigde in hoedanigheid van leider van het werk) gegeven door het formulier I427 (bijlage 1). Dit formulier bestaat uit een geel en een wit blad.
Het formulier I427 is het schriftelijk verslag van de volgende onderlinge mededelingen tussen de aannemer/dienstverlener (of hun afgevaardigde in hoedanigheid van leider van het werk) en de leider van het werk Infrabel VBUW.
Dit document maakt het mogelijk om het volgende vast te leggen:
- de aanvraag voor de werken en de toepassing van de veiligheidsmaatregelen (buitendienststelling van het spoor en de buitenspanningstelling van de bovenleiding);
- de bevestiging van de toepassing van de veiligheidsmaatregelen (de buitendienststelling van het spoor en de buitenspanningstelling van de bovenleiding);
- de bevestiging van de voltooiing van de werkzaamheden door de aannemer.
Bijzonderheden
Voor werken aan de bovenleiding, uitgevoerd door een aannemer/dienstverlener die kennis heeft van de sectionering en de configuratie van de bovenleiding op de plaats van de werken, moeten de meldingen gegeven worden door het formulier I_504. Deze bijzonderheid is niet het onderwerp van deze werkinstructie.
ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
2.5.1. Leider van het werk Infrabel - VBUW
De leider van het werk Infrabel (of TUC RAIL):
- is verantwoordelijk voor het overleg voorafgaand aan de start van de werken met de afgevaardigde van de aannemer (leider van het werk);
- is verantwoordelijk voor de controle van de aanvraag voor de toelating van de werken, ingediend door de afgevaardigde van de aannemer (leider van het werk aannemer);
- is verantwoordelijk voor de correcte toepassing van de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen (buitendienststelling van het spoor/ buitenspanningstelling van de bovenleiding);
- geeft de toelating om te werken aan de afgevaardigde van de aannemer (leider van het werk);
- is verantwoordelijk voor de aflevering van de toelating voor het op het spoor plaatsen van en het verkeer van technische spoorvoertuigen en werktreinen op het spoor buiten dienst;
- verzekert het toezicht op de werken, uitgevoerd door de aannemer en controleert, op basis van de technische reglementaire voorschriften, (punctueel) de kwaliteit van het deze werken;
- is verantwoordelijk voor het terug onder spanningstellen van de bovenleiding;
- is verantwoordelijk voor de terug ter beschikkingstelling van het spoor aan de exploitatie, na controle van de vrijmaking van het spoor, de goede staat van het spoor en de voltooiing van de werkzaamheden.
2.5.2. Leider van het werk Xxxxxxxx
De leider van het werk Aannemer:
- neemt deel aan het overleg voorafgaand aan de start van de werken met de leider van het werk Xxxxxxxx;
- is belast met de briefing van het personeel van de aannemer, dienstverlener of eventuele onderaannemers. Hij communiceert o.a. de van toepassing zijnde veiligheidsmaatregelen, de modaliteiten voor de toegang tot het spoor buiten dienst en de modaliteiten betreffende de communicatie tussen de verschillende diensten aan het werk;
- is verantwoordelijk voor het indienen van de aanvraag van de werken;
- is verantwoordelijk voor de communicatie van de toelating om de werken te starten aan het personeel van de aannemer, dienstverlener en eventuele onderaannemers;
- verzekert de leiding over de werken, uitgevoerd door de aannemer, en waakt over de toepassing van de technische reglementaire voorschriften en de kwaliteit van deze werkzaamheden;
- is verantwoordelijk voor de bevestiging van de voltooiing van de werken die een buitenspanningstelling van de bovenleiding vereisten aan de leider van het werk Infrabel na controle van:
o het effectieve einde van de werken die een buitenspanningstelling van de bovenleiding vereiste;
o de afwezigheid van materiële elementen die in contact zijn met de bovenleiding of de minimale veiligheidsafstand tot de bovenleiding niet respecteren;
o de afwezigheid van schade aan de bovenleiding veroorzaakt tijdens de uitvoering van de werken;
- is verantwoordelijk voor de bevestiging van de voltooiing van de werken aan de leider van het werk Infrabel na controle van:
o de vrijmaking van het spoor door alle ploegen aan het werk;
o de stopzetting van elke activiteit die een indringing kan veroorzaken in het vrijeruimteprofiel van het spoor dat terug ter beschikking werd gesteld aan Infrabel;
o de afwezigheid van elk obstakel (gereedschap, materiaal of materieel) in het spoor of nabij het spoor dat terug ter beschikking werd gesteld aan Infrabel;
o de staat van het spoor op basis van de technische reglementaire voorschriften.
De leider van het werk Xxxxxxxx is verantwoordelijk van de goede coördinatie tussen de verschillende ploegen van de aannemer, dienstverleners of eventuele onderaannemers aan het werk. Die coördinatie moet in het bijzonder verzekerd zijn tijdens:
- de start van de werken (toelating om te werken op het spoor buiten dienst en/of aan de bovenleiding );
- de voltooiing van het werk (vrijmaking van het spoor en verbod om te werken in de gevarenzone / vrijeruimteprofiel van het spoor dat terug ter beschikking werd gesteld en/of van de bovenleiding).
2.5.3. Bedienden aan het werk
Onder bedienden aan het werk wordt verstaan de werknemers van de aannemer, dienstverleners of eventuele onderaannemers die aanwezig zijn op de werf.
De bedienden aan het werk:
- nemen deel aan de briefing van de leider van het werk aannemer;
- respecteren de veiligheidsinstructies, die hun gecommuniceerd worden: toegang tot het spoor buiten dienst, de communicatiewijze van de start en het einde van de activiteit, de van toepassing zijnde veiligheidsmaatregelen;
- kennen de grenzen van de zone van het werk (grenzen van het spoor buiten dienst);
- respecteren het verbod om elke activiteit in de gevarenzone/vrijeruimteprofiel te hervatten in het spoor, dat terug ter beschikking werd gesteld, na ontvangst van de voltooiing van het werk door de leider van het werk Xxxxxxxx.
3. TOEPASSING VAN DE PROCEDURE “BUITENDIENSTSTELLING VAN EEN SPOOR EN/OF BUITENSPANNINGSTELLING VAN DE BOVENLEIDING VOOR WERKEN IN AANNEMING”
VOORBEREIDING VAN WERKZAAMHEDEN
Tijdens de voorbereiding van de werkzaamheden zorgt de afgevaardigde van Infrabel (leidend ambtenaar) van Xxxxxxxx ervoor dat de aannemer/dienstverlener alle voorbereidende documenten (BNX, ILT, schematische plannen, ...) ontvangt die hem in staat stellen de aanvraag tot de toelating van de werken op te stellen.
De aannemer/dienstverlener zorgt ervoor dat zijn personeel over deze voorbereidingsdocumenten beschikt.
VOORAFGAAND OVERLEG MET DE AANNEMER OF DIENSTVERLENER / AFGEVAARDIGDE INFRABEL
Voor de start van de werken, vindt een voorafgaand overleg plaats tussen de afgevaardigde van de aannemer (leider van het werk Xxxxxxxx) en de afgevaardigde van Xxxxxxxx (leider van het werk Xxxxxxxx) op de plaats van de werken.
De voornaamste doelen van dit overleg zijn:
- bevestiging van de bepalingen, overeengekomen tijdens de voorbereiding van de werken (tussen de leidend ambtenaar en de beheerder van de werken van de aannemer): aard van de werken, te gebruiken uitvoeringsmiddelen, de door Infrabel te nemen veiligheidsmaatregelen;
- controle of iedereen beschikt over de laatste versies van de voorbereidingsdocumenten (BNX, TPO, …);
- evaluatie van de impact van eventuele wijzigingen aan deze bepalingen en de eventueel veroorzaakte risico’s (Last Minute Risk Analysis);
- herinnering aan het verloop van de toepassing van de veiligheidsmaatregelen door Infrabel;
- bereiken van overeenstemming over de wijze van overleg tijdens de uitvoering van de werken.
PRE-JOB BRIEFING VAN HET PERSONEEL “AANNEMER”
De aannemer dient zijn personeel en dat van zijn onderaannemers te informeren en stelt de praktische modaliteiten vast.
Infrabel raadt aan dat de leider van het werk van de aannemer een “PRE-JOB BRIEFING” uitvoert voor zijn personeel, waarin minstens de volgende punten aan bod komen:
- aard van de werken, werkmethode en -middelen;
- veiligheidsinstructies: communicatiewijze om de activiteiten te starten en te stoppen, de toegepaste veiligheidsmaatregelen;
- grenzen van de zone van het werk – toegangsmodaliteiten;
- herhaling van de bepalingen betreffende de voltooiing van de werken: respecteren van het verbod om het werk te hervatten in de gevarenzone / vrijeruimteprofiel dat opnieuw ter beschikking werd gesteld.
INDIENEN VAN DE AANVRAAG TOT DE TOELATING VAN HET WERK
De vertegenwoordiger van de aannemer (leider van het werk Xxxxxxxx) dient de aanvraag voor de toelating van het werk in door het invullen van de rubriek A van het formulier I_427. Deze rubriek bevat de grenzen van de gevraagde werkzone (lijn, spoor, afbakeningen, buitenspanningstelling van de bovenleiding).
Geen enkele activiteit en geen enkele indringing in het spoor (personeel en/of materieel) is op dit moment toegelaten.
Opmerkingen:
a) De aannemer of zijn afgevaardigde kan als begrenzing van de werkzone een wissel, een vast sein of een afstandspunt (kilometerpunt) kiezen.
b) Als meerdere sporen buiten dienst moeten worden gesteld, wordt één aanvraag voor toelating van het werk I_427 ingediend per buiten dienst te stellen spoor.
c) Als een geheel van sporen (zone) gelijktijdig buiten dienst en terug ter beschikking wordt gesteld, dan mag één aanvraag voor toelating van het werk voor die zone worden ingediend (met unieke identificatie van de werkzone, zoals is opgenomen in de voorbereidingsdocumenten, gecommuniceerd aan de aannemer). Een schema van de zone van het werk moet verplicht worden toegevoegd aan het formulier I_427.
d) Wanneer meerdere aannemers/dienstverleners, die niet aan elkaar ondergeschikt zijn2, gelijktijdig en/of successief op hetzelfde buitendienstgestelde spoor of zone aanwezig zijn, moet elke aannemer of dienstverlener zijn eigen aanvraag voor toelating voor het werk indienen en krijgen. In geval van gelijktijdige werkzaamheden wordt aanbevolen de werkzones van de verschillende aanwezige aannemers te scheiden.
CONTROLE VAN DE AANVRAAG TOT DE TOELATING VAN HET WERK
De leider van het werk Infrabel controleert dat de informatie op de aanvraag overeenkomt met de informatie in zijn bezit (BNX en werkdocumenten).
Als de aanvraag in overeenstemming is, valideert hij rubriek A door het daartoe bestemde vakje te ondertekenen.
Als de aanvraag niet in overeenstemming is, dan doorstreept hij de rubriek A en vraagt hij het indienen van een nieuwe conforme aanvraag.
TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
De leider van het werk Infrabel (VBUW):
- start de veiligheidsmaatregelen op (buitendienststelling van het (de) spoor (sporen)/ buitenspanningstelling van de bovenleiding) ;
- zal nadat, de veiligheidsmaatregelen zijn toegepast, de rubrieken B (en C) van het formulier I_427 vervolledigen.
2 Onder niet aan elkaar ondergeschikt zijn verstaan we aannemers of dienstverleners die niet in onderaanneming werken van de andere (d.w.z. bedrijven die voor afzonderlijke opdrachten zijn aangesteld en/of onder toezicht staan van afzonderlijke leidend ambtenaren).
De volgende informatie moet ingevuld worden:
- in rubriek B: de grenzen van het spoor buiten dienst alsook de datum en het uur tot wanneer de buitendienststelling is voorzien;
- in rubriek C: de grenzen waartussen de bovenleiding buitenspanning werd gesteld, alsook de datum en het uur tot wanneer de buitenspanningstelling is voorzien.
BEVESTIGING VAN DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
De vertegenwoordiger van de aannemer (leider van het werk Xxxxxxxx) neemt kennis van de uitgevoerde veiligheidsmaatregelen (buitendienststelling van het (de) spoor (sporen)/ buitenspanningstelling van de bovenleiding) door de rubrieken B en /of C van de I_427 te tekenen.
Het is pas na ontvangst van het gele exemplaar van het formulier, met de rubrieken B en/of C naar behoren ingevuld, gedateerd en getekend door beide partijen, dat de aannemer of de dienstverlener (of hun afgevaardigde in hoedanigheid van leider van het werk) het (de) betrokken spoor (sporen) kan beschouwen als buiten dienst en/of de betrokken bovenleiding als buiten spanning.
De aannemer of dienstverlener (of hun afgevaardigde in hoedanigheid van leider van het werk) is verantwoordelijk voor de communicatie (overdracht) van de toelating van het werk door Infrabel aan zijn personeel en het personeel van eventuele onderaannemers.
INFORMATIE VAN HET EINDE VAN DE WERKEN DIE EEN BUITENSPANNINGSTELLING VEREISEN
Vanaf het moment dat de aannemer of de dienstverlener de werken, die een buitenspanningstelling van de bovenleiding vereisen, heeft beëindigd, zal de leider van het werk Aannemer (afgevaardigde van de aannemer of dienstverlener) de leider van het werk Infrabel VBUW hiervan op de hoogte stellen. Hiervoor wordt de rubriek D van de I_427 ingevuld en getekend door beide partijen. Vanaf dit moment, moet de aannemer of de dienstverlener (of hun afgevaardigde in hoedanigheid van leider van het werk) de betrokken bovenleiding(en) beschouwen als onder spanning. De leider van het werk Infrabel VBUW zal, na het tekenen van de rubriek D, de veiligheidsmaatregelen stopzetten.
Met het invullen van rubriek D van het formulier I_427 bevestigt de leider van het werk Xxxxxxxx (afgevaardigde van de aannemer of dienstverlener):
- het effectief beëindigen van de werken die een buitenspanningstelling van de bovenleiding vereisten, uitgevoerd door zijn personeel en/of door zijn eventuele onderaannemers;
- de afwezigheid van schade aan de bovenleiding, veroorzaakt tijdens de uitvoering van de werken;
- de afwezigheid van materiële elementen, in contact met de bovenleiding of die de minimale veiligheidsafstand tot de bovenleiding niet respecteren;
- dat al zijn personeel, en/of dat van zijn eventuele onderaannemers, goed geïnformeerd zijn over de terug onderspanningstelling van de bovenleiding.
De aannemer of de dienstverlener (of hun afgevaardigde in hoedanigheid van de leider van het werk) is verantwoordelijk voor het effectieve beëindigen van de werken die de buitenspanningstelling van de bovenleiding vereisten, uitgevoerd door zijn personeel of door personeel van eventuele onderaannemers.
Opmerking: als er wordt verder gewerkt op het spoor buiten dienst, dan moet de leider van het werk Infrabel extra veiligheidsmaatregelen toepassen om te werken onder een bovenleiding onder spanning (vb. activatie van de hoogtebegrenzer van spoor-wegkranen).
INFORMATIE OVER HET EINDE VAN DE WERKEN DIE EEN BUITENDIENSTSTELLING VAN HET SPOOR VEREISEN
Vanaf dat de aannemer of de dienstverlener de werken, die de buitendienststelling van het spoor vereisen, heeft beëindigd en elke mogelijke indringing in de gevarenzone van dat spoor met betrekking tot zijn werken heeft verwijderd, zal de leider van het werk Aannemer (afgevaardigde van de aannemer of de dienstverlener) de leider van het werk Infrabel hierover inlichten. Daartoe wordt de rubriek E van het formulier I_427 ingevuld en ondertekend door beide partijen. Vanaf dat moment, zal de aannemer of de dienstverlener (of hun afgevaardigde in hoedanigheid van leider van het werk Xxxxxxxx) het betrokken spoor beschouwen als terug in dienst gesteld. De leider van het werk Infrabel zal, nadat hij de rubriek E van het formulier I_427 heeft ondertekend, de veiligheidsmaatregelen stopzetten.
Met het invullen van de rubriek E van het formulier I_427, bevestigt de leider van het werk Xxxxxxxx (afgevaardigde van de aannemer of dienstverlener):
- het effectieve beëindigen van de werken die een buitendienststelling van het spoor vereisten, en de vrijmaking van het spoor door zijn personeel en/of door zijn eventuele onderaannemers;
- de afwezigheid van elk obstakel in het spoor dat terug ter beschikking is gesteld zoals gereedschap, materieel of materiaal, in de nabijheid van of in het spoor;
- dat na de uitgevoerde werken, de staat van het spoor is zoals vastgelegd in de geldende technische, reglementaire voorschriften;
- dat al zijn personeel en/of dat van eventuele onderaannemers goed geïnformeerd zijn over de terug in dienststelling van het spoor en het verbod om de activiteiten te hernemen in de gevarenzone van een spoor in dienst tijdens de afwezigheid van de bevestiging van de effectieve toepassing van een andere veiligheidsmaatregel.
De aannemer of de dienstverlener (of hun afgevaardigde in hoedanigheid van leider van het werk) is verantwoordelijk voor het effectief beëindigen van de werken die de buitendienststelling van het spoor vereisen en de stopzetting van elke mogelijke indringing in de gevarenzone door zijn personeel en/of door zijn eventuele onderaannemers, en/of materieel/ gemanipuleerd materiaal tijdens de uitvoering van werken.
De rubrieken D en E mogen gelijktijdig worden ingevuld.
Opmerking: als de werken voortgezet worden na de terug ter beschikking stelling van het spoor (met toepassing van andere veiligheidsmaatregelen), dan overleggen de leider van het werk Infrabel en de leider van het werk Aannemer over de modaliteiten bij de herneming van het werk.
Voorafgaand het ondertekenen van de rubriek E en het terug in dienst stellen van het spoor, de leider van het werk Infrabel:
- controleert (punctueel) de afwezigheid van elk obstakel3 in het spoor dat terug ter beschikking wordt gesteld, obstakel zoals gereedschapmaterieel of materiaal, in de nabijheid van of in het spoor;
- controleert, volgens de richtlijnen gecommuniceerd door de hiërarchische lijn, dat nadat de werken zijn uitgevoerd, de staat van het spoor4 zoals vastgelegd in de geldende technische, reglementaire voorschriften.
Wanneer een anomalie wordt geobserveerd tijdens een controle, is een grondige en complete controle van de werkzone verplicht.
3 Specifieke aandacht moet gegeven worden aan materieel dat in het spoor wordt gelegd (bijvoorbeeld spoorstaven, gelegd op het ballastbed) of in het tussenspoor.
4 Controles op de kwaliteit van het werk, uitgevoerd door de aannemer, zijn uit te voeren tijdens de uitvoering van de werken. Elke vastgestelde anomalie die de vrijgave van het spoor in gevaar zou kunnen brengen moet gecommuniceerd worden aan de aannemer ter onmiddellijke correctie.
4. SPECIFIEKE SITUATIE: OVERGANG VAN DE VEILIGHEIDSMAATREGEL “SPOOR BUITEN DIENST” NAAR EEN ANDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL
Tijdens de uitvoering van doorlopende werken, gepland tijdens verschillende elkaar opeenvolgende prestaties, is het mogelijk dat tijdens bepaalde tijdspannes werken op het buiten dienst gesteld spoor worden voortgezet met een andere veiligheidsmaatregel (spoor terug ter beschikking gesteld van de exploitatie).
De toe te passen veiligheidsmaatregel is bepaald op basis van een risicoanalyse zoals beschreven in de werkinstructie WIT – 1016: Praktische gids: Bepaling van de minimale veiligheidsmaatregel tijdens werken in of in de nabijheid van een spoor in dienst – Versie aannemer.
De overgang tussen deze 2 situaties vereist bijzondere aandacht. De aannemer/dienstverlener is verantwoordelijk voor de communicatie over de wijziging van de veiligheidsmaatregelen aan zijn personeel en eventueel aan het personeel van zijn onderaannemers.
De instructies van het personeel van Infrabel moeten strikt gevolgd worden. Geen enkele indringing mag uitgevoerd worden in het spoor dat terug in dienst is/ wordt gesteld tussen:
- aan de ene kant, het moment waarop het spoor terug ter beschikking wordt gesteld (rubriek D/E van de I_427) ; en
- aan de andere kant, de uitdrukkelijke toelating van het personeel van Infrabel.
Tussen die 2 momenten kan er zich een zekere tijd bevinden. De aanwezigheid van medewerkers van Infrabel op die plaatsen mag niet worden geïnterpreteerd als toelating om het werk te hernemen.
TYPISCH VERLOOP VAN DE OVERGANGSPERIODE
Tijdens de overgangsperiode zijn de volgende bepalingen van toepassing.
4.1.1. Terug ter beschikking stelling van het spoor door de aannemer (stap 1)
De werken zijn onderbroken:
- elke indringing door personeel en/of materieel in de gevarenzone of vrijeruimteprofiel van het terug in dienst gesteld spoor is verboden;
- elke activiteit dat een indringing kan veroorzaken in de gevarenzone of vrijeruimteprofiel van het terug in dienst gesteld spoor is stopgezet.
Tijdens de afsluiting van de rubriek E van de I_427, de leider van het werk Infrabel en de leider van het werk Aannemer overleggen over:
- de modaliteiten voor het hernemen van de werken (activiteiten, aantal en plaats van de te beveiligen voertuigen en ploegen aan het werk);
- eventuele wijzigingen aan de uitvoeringsplanning en de eventueel veroorzaakte risico’s (Last Minute Risk Analysis).
4.1.2. Opstellen van het veiligheidssysteem (stap 2)
De leider van het werk waakt over het opstellen van het veiligheidssysteem (aanwezigheid van schildwachten of bedienden A, B, C ter hoogte van elke ploeg of voertuig, aangewezen door de leider van het werk Xxxxxxxx).
Vanaf het moment dat de veiligheidsmaatregel operationeel is, informeert de leider van het werk Infrabel, de leider van het werk aannemer. De leider van het werk informeert zijn personeel dat het veiligheidssysteem opgesteld is.
Geen enkele activiteit en geen enkele indringing in het spoor (personeel of materieel) is toegelaten op dit moment. De aanwezigheid van medewerkers van Xxxxxxxx op de posten mag niet geïnterpreteerd worden als een toelating tot het hernemen van het werk.
4.1.3. Toelating tot het hervatten van het werk (stap 3)
Stap 3: Toelating tot het hervatten van het werk
De toelating tot het hernemen van het werk en het indringen in het vrijeruimteprofiel van het beveiligd spoor wordt lokaal en expliciet door elke schildwacht of bediende A, B, C; gepositioneerd ter hoogte van elke te beveiligen ploeg of voertuig, gegeven.
De werken worden voortgezet volgens de modaliteiten eigen aan elke veiligheidssysteem.
5. INFORMATIE EN OPLEIDING VAN HET PERSONEEL VAN DE AANNEMER OF DE DIENSTVERLENER
De aannemer/dienstverlener organiseert een opleidingstraject voor elke categorie personeel voor wat betreft de risico’s van algemene aard op zijn eigen verantwoordelijkheid. Dit opleidingstraject moet voldoen aan de hieronder opgesomde minimale vereisten. Ter ondersteuning worden via xxx.xxxxxxxx.xx opleidingsmodules ter beschikking gesteld die voldoen aan de minimumvereisten.
De aannemer/dienstverlener dient er eveneens voor te zorgen dat het opleidingstraject wordt uitgebreid naar de risico’s die specifiek zijn, aangezien zij verband houden met de lokale bijzonderheden van de genoemde spoorweginfrastructuur. Ook alle risico’s verbonden aan de eigen inrichting en bedrijfsactiviteit van de aannemer/dienstverlener en zijn aangestelden worden in rekening genomen. De aannemer/dienstverlener blijft exclusief verantwoordelijk voor het geven van gepaste opleidingen inzake veiligheid en welzijn op het werk aan alle eigen werknemers, zijn onderaannemers en andere aangestelden en gebeurlijk hun werknemers.
LEIDER VAN HET WERK
Voor deze categorie van personeel, en voor wat betreft de risico’s van algemene aard, dient de aannemer/dienstverlener, op zijn eigen verantwoordelijkheid, een opleidingstraject te organiseren dat a minima volgende reglementaire domeinen omvat:
1. E-learning "Veilig werken bij Infrabel";
2. Eenheid 61 – Veiligheid van het personeel - Risico’s teweeggebracht door spoorvoertuigen in beweging;
3. Eenheid 62 – Veiligheid van het personeel - Bedienden aan het werk / Lid van de ploeg aan het werk in de verschillende beveiligingssystemen.
4. Eenheid 7 – Veiligheid van het personeel / Leider van het werk – versie aannemer – Formulier I427.
5. Eenheid 9 – Veiligheid van het personeel / Leider van het werk – versie aannemer – Formulier I_504.
Voor deze eenheid dient de werkgever te bepalen of de betrokken werknemer tussenkomt in het kader van werken aan de bovenleiding en, meer specifiek, of de werken worden uitgevoerd door een onderneming met kennis van de sectionerings- en de bovenleidingsconfiguratie op de plaats van de werken.
OPGELEID PERSONEEL
Het ander personeel valt onder ‘opgeleid personeel’. Voor deze categorie van personeel, en voor wat betreft de risico’s van algemene aard, dient de aannemer/dienstverlener, op zijn eigen verantwoordelijkheid, een opleidingstraject te organiseren dat a minima volgende reglementaire domeinen omvat:
1. E-learning "Veilig werken bij Infrabel";
2 Eenheid 61 – Veiligheid van het personeel - Risico’s teweeggebracht door spoorvoertuigen in beweging;
3 Eenheid 62 – Veiligheid van het personeel - Bedienden aan het werk / Lid van de ploeg aan het werk in de verschillende beveiligingssystemen.
BIJLAGE 1: BOEKJE I_427
Kaft
Blad bestemd voor de VBUW
Blad bestemd voor de aannemer/dienstverlener (of voor hun afgevaardigde in de hoedanigheid van leider van het werk)