Versie 9 juli 2024
Aanvullende Werkafspraken inzake de COA-opvanglocatie AZC Midden Delfland
Versie 9 juli 2024
Aanvullende Werkafspraken
behorende bij de Bestuursovereenkomst 27 november 2023 tussen het COA en de gemeente Midden Delfland inzake de opvanglocatie aan Harnaschdreef in Den Hoorn.
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) hierbij vertegenwoordigd door de regiomanager Opvang & Begeleiding Midden-Zuid, xxxxxxx Xxxxx xxx xxx Xxxx (Regulier) en de xxxx X. Xxxxxx (AMV)
en
De gemeente Midden-Delfland, gevestigd te Schipluiden en kantoorhoudend aan het adres Xxxx xxx Xxxxxxxxxxxxxx 00 xx (0000 XX) Xxxxxxxxxxx, te dezer zake ingevolge artikel 171, eerste lid, van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door burgemeester mevrouw
F.I. Noordermeer – van Slageren, handelende ter uitvoering van de besluiten van de gemeenteraad de dato 9 juli 2024.
hebben ter uitwerking van artikel 6 van bovengenoemde Bestuursovereenkomst de volgende afspraken gemaakt.
Toelichting
I – Doel Aanvullende Werkafspraken
In artikel 6 van de Bestuursovereenkomst is opgenomen dat de gemeente en het COA nadere werkafspraken kunnen maken over de vestiging van een opvanglocatie en deze vastleggen in een separaat document ‘Aanvullende Werkafspraken’.
Indien na de ondertekening van de ‘Aanvullende Werkafspraken’ er later nog andere onderwerpen zijn die voor de gemeente belangrijk zijn om vast te leggen, dan kan dit in overleg met de regiomanager Opvang & Begeleiding.
Het betreft hier eventuele aanvullingen en/of uitwerkingen op de in de Toelichting Bestuursovereenkomst genoemde informatie. Dit kunnen afspraken zijn op het terrein van de organisatie van en diensten op de opvanglocatie. Dit gebeurt onder erkenning van elkaars bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
II – Aanvullende Werkafspraken AZC Midden Delfland
Algemeen
De opvanglocatie in bovenstaande gemeente betreft een AZC waarbij volwassenen en gezinnen (Regulier) worden gehuisvest en tevens kinderen zonder ouders (Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen, verder AMV). Er is onderscheid in de wijze waarop deze doelgroepen worden gehuisvest en begeleid. Daar waar nodig zal dit onderscheid in deze werkafspraken terugkomen. Indien dit onderscheid niet specifiek genoemd wordt, gelden de afspraken voor beide eenheden
1. Wettelijke taak COA
Het COA zorgt voor een adequate aanpassing, inrichting en instandhouding van de opvanglocatie in overeenstemming met de ter zake geldende wettelijke en gemeentelijke regelgeving. Hiervoor dient het COA voor de opvanglocatie in het bezit te zijn van de benodigde vergunningen.
2. Overleg tussen COA en de gemeente
a) Na de ingebruikname van de opvanglocatie zal in het eerste jaar op ambtelijk niveau ten minste één keer per maand overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente. In het tweede jaar wordt kan deze frequentie worden teruggebracht naar één keer per kwartaal, indien beide partijen het daar over eens zijn.
b) Op bestuurlijk niveau zal in het eerste jaar na de ingebruikname van de nieuwe noodopvang ten minste één keer per half jaar overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente. In het tweede jaar wordt kan dit worden teruggebracht naar één keer per jaar, indien beide partijen het daar over eens zijn.
3. Communicatie en participatie
a) Tot de datum van ingebruikname van de opvanglocatie is de gemeente verantwoordelijk voor participatie, communicatie en informatievoorziening over de opvanglocatie naar de inwoners van de gemeente en andere betrokkenen. De gemeente stelt hiervoor een Participatie- en communicatieplan op. Het COA zal de gemeente hierin ondersteunen, wanneer de gemeente dit vraagt.
b) Uitzondering op lid a is de participatie die betrekking heeft op de aanvraag omgevingsvergunning. Voor deze participatie is het COA verantwoordelijk. De gemeente zal het COA hierin ondersteunen, wanneer het COA dit vraagt.
c) Vanaf de datum van ingebruikname van de opvanglocatie draagt het COA, in overleg met de gemeente, zorg voor de informatie aan de inwoners van de gemeente over de opvanglocatie, de ontwikkelingen en over de te volgen procedures.
d) Voorafgaand en na ingebruikname van de opvanglocatie spant het COA zich in om omwonenden van de opvanglocatie kennis te laten maken met de opvanglocatie.
Het COA en de gemeente verstrekken elkaar informatie die van belang is voor de uitvoering van de taken van de gemeente of het COA en verband houden met de aanwezigheid van de opvanglocatie in de gemeente
4. Instellen klankbordgroep
a) Het COA en de gemeente stellen gezamenlijk een klankbordgroep in ter bevordering van de relatie tussen de bewoners van de opvanglocatie en de omwonenden. Het COA organiseert en faciliteert de vergaderingen van de overlegcommissie.
b) Nadere afspraken worden in ieder geval gemaakt over samenstelling van de klankbordgroep en de vergaderlocatie.
5. Klachtenafhandeling
a) De opvanglocatie is vanaf ingebruikname 24 uur per dag bereikbaar voor vragen, meldingen en klachten uit de omgeving en stelt daartoe een vast lokaal aanspreekpunt aan. Door het COA wordt een telefoonnummer en e-mailadres opengesteld voor meldingen en klachten.
b) Alle klachten worden zorgvuldig opgepakt en afgehandeld, in eerste instantie onder verantwoordelijkheid van de locatiemanager van het COA.
c) Ontvangen meldingen en klachten worden besproken in het periodiek ambtelijk overleg tussen gemeente en COA. Indien beide partijen dit nodig achten worden de meldingen en klachten ook besproken in het periodieke bestuurlijke overleg.
6. Begeleiding
Begeleiding regulier
a) Het COA spant zich in om zoveel mogelijk dagbestedingsactiviteiten binnen de opvanglocatie aan te bieden, zoals bijvoorbeeld recreatieve activiteiten en (basale) Nederlandse taalles door vrijwilligers. Het COA werkt hierin samen met lokale organisaties.
b) Voor statushouders die in de opvanglocatie verblijven, organiseert het COA een programma Voorbereiding op inburgering, waaronder lessen NT2, KNM-training, intro MAP, individuele begeleiding en persoonlijk dossier en het opbouwen van een digitaal klantendossier.
c) De gemeente en het COA vinden de voorbereiding van asielzoekers op de arbeidsmarkt en de toeleiding naar werk belangrijk voor de integratie in de (lokale) samenleving en
trekken daar gezamenlijk in op. Het doel is het ontwikkelen van een effectieve aansluiting op de lokale en regionale arbeidsmarkt.
Begeleiding AMV
d) Er is 24/7 begeleiding aanwezig op de opvanglocatie. In de nacht zijn er twee begeleiders aanwezig (waakdienst).
e) Er vindt twee keer per dag in-huis-registratie plaats. In de avond en in de ochtend.
f) Het COA spant zich in om voor de jongeren aanvullende activiteiten te organiseren Denk aan sport en recreatie. Er vindt zoveel als mogelijk samenwerking plaats met lokale verenigingen.
g) De begeleiding van AMV is beschreven in de AMV-methodiek en valt onder het toezicht van de Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd.
7. Vrijwilligers
Het COA werft en begeleidt vrijwilligers die actief willen zijn op de opvanglocatie en sluit met deze personen een vrijwilligerscontract. Het COA werkt hierin samen met de gemeente en lokale organisaties.
8. Onderwijs
a) De gemeente neemt maatregelen die voorzien in basisonderwijs aan de leerplichtige kinderen die in de opvanglocatie verblijven. Hiervoor is basisschool De Ark in Schipluiden, dan wel basisschool Het Talent in Den Hoorn in beeld. Nadere afspraken tussen basisonderwijs en gemeente volgen.
b) Leerplichtige en/of kwalificatieplichtige jeugdigen vanaf ongeveer 12 jaar die in de opvanglocatie verblijven, gaan naar het ISK op een VO-school of naar regulier middelbaar/MBO-onderwijs. Gemeente en COA spannen zich in om ISK onderwijs te organiseren voorafgaand voor de opening. Indien nodig in samenwerking met het ministerie van OCW.
c) Gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving van leerplicht,. Indien nodig vindt overleg plaats met ouders, en/of COA en/of NIDOS.
d) Indien het ISK onderwijs nog niet kan starten bij de opening van de locatie is het noodzakelijk dat er een vervangend programma wordt aangeboden voor een termijn van maximaal 6 weken. Het COA neemt als het om AMV gaat hierin het initiatief. Waar nodig, relevant en mogelijk kunnen andere jeugdigen uit de opvanglocatie hierbij ook aansluiten.
e) Afhankelijk van het aantal peuters op het AZC zet het COA zich in om met behulp van vrijwilligers een activiteitenprogramma op locatie voor meerdere ochtenden per week aan te bieden voor peuters die in de opvanglocatie verblijven.
9. Gezondheidszorg en Jeugdzorg
a) Net als voor alle andere inwoners van Nederland is de GGD verantwoordelijk voor de uitvoering van de publieke gezondheidszorg. Deze zorg omvat onder meer infectieziektepreventie en -bestrijding (conform de richtlijnen van RIVM), gezondheidsvoorlichting en jeugdgezondheidszorg (JGZ). Voor de publieke gezondheidszorg asielzoekers (PGA) heeft het COA een contract afgesloten met GGD GHOR Nederland. De regionale GGD’en voeren de PGA-taken uit in de COA- opvanglocaties in hun regio. Dit laat onverlet de verantwoordelijkheid van de gemeente krachtens de Wet Publieke gezondheid in deze.
b) Het COA heeft de eerste lijns-zorg belegd bij GZA.
Het COA organiseert binnen het asielzoekerscentrum een gezondheidscentrum waar de asielzoeker terecht kan voor een afspraak met een zorgprofessional zoals de doktersassistent, verpleegkundige, POH-GGZ of huisarts. Er is ook een telefoonnummer en infolijn voor eerstelijns contact.
Alle zorgkosten (ook tweedelijns zorg) worden vergoed vanuit de Regeling Medische Zorg asielzoekers (RMA).
c) De GGD doet onderzoek op hygiëne op locatie en rapporteert de uitkomst aan het COA. Het is aan het COA om eventuele verbetermaatregelen door te voeren, al dan niet in afstemming met de verhuurder van de locatie.
d) Het COA is verantwoordelijk voor het organiseren van een multidisciplinair overleg (mdo) tussen (zorg)ketenpartners om afstemming te bereiken over de begeleiding en zorg voor problematische bewoners, indien nodig. Hierin vindt afstemming plaats tussen het gemeentelijk wijkteam, GZA en (voor AMV) Nidos.
e) De verantwoordelijkheid voor het onderkennen en bestrijden van besmettelijke ziekten in het Opvangcentrum en de overige preventieve gezondheidszorgtaken ten behoeve van de bewoners, heeft het COA contractueel belegd bij GGD-GHOR Nederland. Dit laat de verantwoordelijkheid van de gemeente krachtens de Wet Publieke gezondheid te dien aanzien onverlet.
f) Wanneer de (zorg)vraag de hiervoor genoemde eerste en tweedelijns mogelijkheden overstijgt, dan valt het onder jeugdzorgplicht van de gemeente. Dit is alleen voor minderjarige kinderen. Normaliter gaat dit om enkele casussen per jaar. Indien dit er meer blijken te zijn en dit een (te) hoge druk legt op de gemeentelijke voorzieningen, dan kan dit in gezamenlijkheid besproken worden, in het op te richten multidisciplinair overleg (mdo).
10. Veiligheid
a) Om de opvanglocatie veilig en leefbaar te houden stelt het COA huisregels op. Worden de huisregel overtreden, dan worden door het COA maatregelen getroffen.
b) Bij de start van het AZC zal een Veiligheidsoverleg worden opgezet waar de veiligheid wordt belegd, zodat partijen dit gezamenlijk kunnen monitoren. De samenstelling is minimaal gemeente, politie en COA. Voor AMV mogelijk aangevuld met NIDOS.
Het overleg vindt in principe één keer per maand plaats. Deze frequentie kan op termijn wordt opgevoerd of afgeschaald, indien alle betrokkenen het daarover eens zijn.
De gemeente stelt een Veiligheidsplan op, dat betrekking heeft op de opvanglocatie en de mogelijke impact op de omgeving.
c) Doel van het Veiligheidsplan is om weer te geven welke maatregelen er getroffen worden en welke afspraken in dit stadium van planvorming te maken zijn m.b.t. veiligheid in en rond het azc.
d) Bij een niet-reguliere beëindiging van de opvangvoorziening voor een asielzoeker wordt door het COA – conform de werkwijze en procedure beschreven in de Leidraad Terugkeer & Vertrek - de burgemeester vooraf op de hoogte gebracht.
11. Bedrijfsvoering
a) Voor zover (Europese) aanbestedingsregels dit toestaan, spant het COA zich in, diensten en producten die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden, zoveel mogelijk vanuit de gemeente en de regio aan te trekken.
b) Werving van personeel door het COA geschiedt of rechtstreeks door het COA of door een aanbestede uitzendorganisatie. Bij de werving van personeel wordt, voor zover (Europese) aanbestedingsregels dit toestaan en binnen het personeelsbeleid van het COA passend, zoveel mogelijk personeel uit de gemeente of de regio aangetrokken.
c) Het COA spant zich in zoveel mogelijk maatschappelijke stageplaatsen, werkervarings- en afstudeerplaatsen op de opvanglocatie aan te bieden.
12. Slotbepalingen
a) Voor situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet, vindt er overleg plaats tussen de gemeente en het COA.
b) Het COA is bereid om in afstemming tussen beide partijen en alvorens de kosten worden gemaakt, incidenteel redelijke extra kosten van de gemeente te vergoeden die feitelijk zijn
gemaakt voor de inzet van lokale aanbieders en die buiten de reguliere taken van de gemeente vallen.
Ondertekening:
Schipluiden, datum Den Haag, datum
gemeente Midden-Delfland Centraal Orgaan Asielzoekers
Mevrouw F.I. Noordermeer – van Slageren Xxxxxxx Xxxxx xxx xxx Xxxx, burgemeester regiomanager Opvang &
Begeleiding (Regulier)
en
De xxxx X. Xxxxxx, regiomanager Opvang & Begeleiding (AMV)