AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING INZAKE MOTORRIJTUIGEN
Tariferingsbureau
Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid motorrijtuig
Algemene voorwaarden
VERPLICHTE BURGERRECHTELIJKE
AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING INZAKE MOTORRIJTUIGEN
OVERZICHT VAN DE ARTIKELEN
DEEL I: BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE VOLLEDIGE OVEREENKOMST HOOFDSTUK I: BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 2
Afdeling 1: Door de verzekeringnemer verplicht mee te delen gegevens bij
het sluiten van de overeenkomst
2
ARTIKEL 2. MEE TE DELEN GEGEVENS 2
ARTIKEL 3. OPZETTELIJK VERZWIJGEN OF OPZETTELIJK ONJUIST MEEDELEN 2
ARTIKEL 4. ONOPZETTELIJK VERZWIJGEN OF ONOPZETTELIJK ONJUIST MEEDELEN 3
Afdeling 2: Door de verzekeringnemer verplicht mee te delen gegevens
in de loop van de overeenkomst
3
ARTIKEL 5. INFORMATIEVERPLICHTING VAN DE VERZEKERINGNEMER 3
ARTIKEL 6. AANMERKELIJKE EN BLIJVENDE VERZWARING VAN HET RISICO 4
ARTIKEL 7. AANZIENLIJKE EN BLIJVENDE VERMINDERING VAN HET RISICO 4
ARTIKEL 8. ONBEKENDE OMSTANDIGHEDEN BIJ HET SLUITEN VAN DE OVEREENKOMST 5
ARTIKEL 9. VERBLIJF IN EEN ANDERE LIDSTAAT VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE 5
Afdeling 3: Wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig
5
ARTIKEL 10. OVERDRACHT VAN DE EIGENDOM 5
ARTIKEL 11. DIEFSTAL OF VERDUISTERING 6
ARTIKEL 12. ANDERE SITUATIES VAN VERDWIJNING VAN RISICO 7
ARTIKEL 13. HUUROVEREENKOMST 7
ARTIKEL 14. OPVORDERING DOOR DE OVERHEID 8
Afdeling 4: Duur – premie – wijzigingen van verzekeringsvoorwaarden en premie
8
ARTIKEL 15. DUUR XXX XX XXXXXXXXXXXX 0
ARTIKEL 16. DE BETALING VAN DE PREMIE 8
ARTIKEL 17. HET VERZEKERINGSBEWIJS 8
ARTIKEL 18. NIET-BETALING VAN DE PREMIE 8
ARTIKEL 19. WIJZIGING VAN DE PREMIE 9
ARTIKEL 20. WIJZIGING XXX XX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX 0
ARTIKEL 21. FAILLISSEMENT VAN DE VERZEKERINGNEMER 10
ARTIKEL 22. OVERLIJDEN VAN DE VERZEKERINGNEMER 10
Afdeling 5: Schorsing van de overeenkomst
10
ARTIKEL 23. TEGENSTELBAARHEID XXX XX XXXXXXXXX 00
ARTIKEL 24. WEDERINVERKEERSTELLING VAN HET OMSCHREVEN MOTORRIJTUIG 10
ARTIKEL 25. IN VERKEERSTELLING VAN ENIG ANDER MOTORRIJTUIG 10
Afdeling 6: Einde van de overeenkomst
11
ARTIKEL 26. OPZEGGINGSMODALITEITEN 11
ARTIKEL 27. OPZEGGINGSMOGELIJKHEDEN VOOR DE VERZEKERINGNEMER 11
ARTIKEL 28. OPZEGGING DOOR DE CURATOR 12
ARTIKEL 29. OPZEGGING DOOR DE ERFGENAMEN OF LEGATARIS 12
ARTIKEL 30. OPZEGGINGSMOGELIJKHEDEN VOOR DE VERZEKERAAR 13
ARTIKEL 31. EINDE VAN DE OVEREENKOMST NA SCHORSING 14
ARTIKEL 32. AANGIFTE VAN EEN SCHADEGEVAL 15
ARTIKEL 33. ERKENNING VAN AANSPRAKELIJKHEID DOOR DE VERZEKERDE 15
ARTIKEL 34. PRESTATIE VAN DE VERZEKERAAR BIJ SCHADE 15
ARTIKEL 35. STRAFRECHTELIJKE VERVOLGING 16
HOOFDSTUK IV: VERKLARING OVER DE SCHADEGEVALLEN DIE ZICH HEBBEN VOORGEDAAN
ARTIKEL 36. VERPLICHTING VAN DE VERZEKERAAR 17
ARTIKEL 37. BESTEMMELING XXX XX XXXXXXXXXXXX 00
DEEL II: BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE WAARBORG WETTELIJKE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
ARTIKEL 38. VOORWERP XXX XX XXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 39. TERRITORIALE DEKKING 17
ARTIKEL 40. SCHADEGEVAL IN HET BUITENLAND 17
ARTIKEL 41. VERZEKERDE PERSONEN 18
ARTIKEL 42. UITGESLOTEN PERSONEN 18
ARTIKEL 43. VAN VERGOEDING UITGESLOTEN SCHADE 18
HOOFDSTUK II: HET RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
ARTIKEL 44. BEPALING VAN DE BEDRAGEN DIE KUNNEN VERHAALD WORDEN 18
ARTIKEL 45. VERHAAL OP DE VERZEKERINGNEMER 19
ARTIKEL 46. VERHAAL OP DE VERZEKERDE 19
ARTIKEL 47. VERHAAL OP DE VERZEKERINGNEMER EN DE VERZEKERDE 19
ARTIKEL 48. VERHAAL OP DE DADER OF DE BURGERRECHTELIJK AANSPRAKELIJKE 20
ARTIKEL 49. TOEPASSING VAN EEN VRIJSTELLING 20
HOOFDSTUK I: DE VERGOEDINGSPLICHT
20
ARTIKEL 50. VERGOEDING VAN XXXXXX WEGGEBRUIKERS 20
ARTIKEL 51. VERGOEDING VAN ONSCHULDIGE SLACHTOFFERS 21
ARTIKEL 52. TERRITORIALE AFBAKENING VAN DE VERGOEDINGSPLICHT VAN
ARTIKEL 53. TERRITORIALE AFBAKENING VAN DE VERGOEDINGSPLICHT VAN ONSCHULDIGE SLACHTOFFERS 21
ARTIKEL 54. VAN VERGOEDING UITGESLOTEN SCHADE 21
HOOFDSTUK II: HET RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
ARTIKEL 55. VERHAAL OP DE VERZEKERINGNEMER EN DE VERZEKERDE 21
DEEL IV: BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE BIJKOMENDE WAARBORGEN HOOFDSTUK I: DE WAARBORGEN
ARTIKEL 56. TIJDELIJK VERVANGINGSMOTORRIJTUIG 22
ARTIKEL 57. SLEPEN VAN EEN MOTORRIJTUIG 23
ARTIKEL 58. REINIGEN EN HERSTELLEN VAN DE BINNENBEKLEDING
VAN HET VERZEKERDE MOTORRIJTUIG 23
ARTIKEL 60. TERRITORIALE DEKKING 23
ARTIKEL 61. SCHADEGEVAL IN HET BUITENLAND 23
HOOFDSTUK II: HET RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
ARTIKEL 63. VERHAAL EN VRIJSTELLING 24
ARTIKEL 64. TIJDELIJK VERVANGINGSMOTORRIJTUIG 24
DEEL V: A PORTERIORI PERSONALISATIESTELSEL (BONUS-MALUS)
ARTIKEL 65. OP WIE EN HOE IS HET BONUS-MALUSSYSTEEM VAN TOEPASSING? 24
DEEL VI: DIVERSE BEPALINGEN DIVERSE BEPALINGEN
ARTIKEL 66. WAT IS ONS VERHAALRECHT BIJ EEN SCHADEGEVAL VEROORZAAKT
DOOR EEN BESTUURDER VAN MINDER DAN 23 JAAR? 29
ARTIKEL 67. WAT ZIJN DE BETALINGSMODALITEITEN INDIEN DE PREMIE GESPLITST IS? 29
DEEL I: BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE VOLLEDIGE OVEREENKOMST
HOOFDSTUK I:
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1) DE VERZEKERAAR: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt;
2) DE VERZEKERINGNEMER: de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit;
3) DE VERZEKERDE: iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is;
4) DE BENADEELDE: de persoon die schade heeft geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook zijn rechthebbenden;
5) EEN MOTORRIJTUIG: rijtuig, bestemd om zich over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kan worden gedreven zonder aan spoorstaven te zijn gebonden, ongeacht het type van aandrijvingskracht of de maximale snelheid;
6) DE AANHANGWAGEN: elk rijtuig dat uitgerust en bestemd is om door een ander rijtuig te worden voortbewogen;
7) HET OMSCHREVEN MOTORRIJTUIG:
a) het motorrijtuig dat in de overeenkomst omschreven is; al wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
b) de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de overeenkomst omschreven is;
8) HET VERZEKERDE MOTORRIJTUIG:
a) het omschreven motorrijtuig;
b) volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen:
• het tijdelijke vervangingsmotorrijtuig;
• het omschreven motorrijtuig dat in eigendom werd overgedragen en het motorrijtuig dat in vervanging komt van dit motorrijtuig.
Al wat aan voornoemde motorrijtuigen gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
9) HET SCHADEGEVAL: ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst;
10) HET VERZEKERINGSBEWIJS: het document dat de verzekeraar, overeenkomstig de geldende wetgeving, aan de verzekeringnemer geeft als bewijs van verzekering.
11) REGLEMENTSBEPALINGEN : Het koninklijk besluit van 16 april 2018 tot vaststelling van de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de verplichte aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen en het koninklijk besluit van 5 februari 2019 tot vervanging van de bijlage bij het koninklijk besluit van
16 april 2018.
Hoofdstuk II:
DE OVEREENKOMST
Afdeling 1: Door de verzekeringnemer verplicht mee te delen gegevens bij het sluiten van de overeenkomst
ARTIKEL 2. MEE TE DELEN GEGEVENS
De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar. Hij moet de verzekeraar echter geen omstandigheden meedelen die deze laatste reeds kende of redelijkerwijs had moeten kennen. Indien op sommige schriftelijke vragen van de verzekeraar niet is geantwoord, en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, kan de verzekeraar zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen.
ARTIKEL 3. OPZETTELIJK VERZWIJGEN OF OPZETTELIJK ONJUIST MEEDELEN
§1. Nietigheid van de overeenkomst
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, kan de verzekeraar de nietigheid van de overeenkomst vragen.
§2. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2°, 55 en 63.
ARTIKEL 4. ONOPZETTELIJK VERZWIJGEN OF ONOPZETTELIJK ONJUIST MEEDELEN
§1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, is de overeenkomst niet nietig.
De verzekeraar stelt, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop hij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
§2. Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
§3. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen, de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch eenwijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op feiten die hem bekend waren.
§4. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
Afdeling 2: Door de verzekeringnemer verplicht mee te delen gegevens in de loop van de overeenkomst
ARTIKEL 5. INFORMATIEVERPLICHTING VAN DE VERZEKERINGNEMER
De verzekeringnemer is verplicht aan de verzekeraar mede te delen:
1) de overdracht van eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig;
2) de kenmerken van het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig, behoudens deze van het tijdelijk vervangingsmotorrijtuig bedoeld in artikel 56;
3) de inschrijving van het omschreven motorrijtuig in een ander land;
4) het in het verkeer brengen van het omschreven of enig ander motorrijtuig tijdens de schorsing van de overeenkomst;
5) iedere wijziging van adres;
6) de gegevens bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8.
ARTIKEL 6. AANMERKELIJKE EN BLIJVENDE VERZWARING VAN HET RISICO
§1. Mee te delen gegevens
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 2 de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
§2. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet dermate verzwaard is dat de verzekeraar, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet hij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
§3. Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
§4. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die, binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen, de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op de verzwaring van het risico.
§5. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico heeft hij een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2° en 63.
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
ARTIKEL 7. AANZIENLIJKE EN BLIJVENDE VERMINDERING VAN HET RISICO
§1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de verzekeraar, indien die vermindering bij het sluiten van de
overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat hij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop hij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
§2. Opzegging van de overeenkomst
Indien beide partijen het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 7.
ARTIKEL 8. ONBEKENDE OMSTANDIGHEDEN BIJ HET SLUITEN VAN DE OVEREENKOMST
Wanneer gedurende de loop van de verzekering een omstandigheid bekend wordt die beide partijen op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst onbekend was, worden de artikelen 6 en 7 toegepast, voor zover die omstandigheid een vermindering of een verzwaring van het verzekerde risico tot gevolg heeft.
ARTIKEL 9. VERBLIJF IN EEN ANDERE LIDSTAAT VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
Geen enkel verblijf van het omschreven motorrijtuig in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte gedurende de duur van de overeenkomst kan worden aanzien als een verzwaring of een vermindering van risico bedoeld in de artikelen 6 en 7 en geeft geen aanleiding tot wijziging van de overeenkomst.
Van zodra het omschreven motorrijtuig ingeschreven is in een andere staat dan België is de overeenkomst van rechtswege beëindigd.
Afdeling 3: Wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig
ARTIKEL 10. OVERDRACHT VAN DE EIGENDOM
§1. Overdracht van de eigendom onder levenden zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig niet vervangen wordt binnen een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht of binnen die termijn de vervanging niet wordt gemeld, is de overeenkomst geschorst vanaf de dag volgend op het verstrijken van voornoemde termijn en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom aan hem ter kennis wordt gebracht.
Indien het overgedragen motorrijtuig aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg, zelfs op ongeoorloofde wijze, blijft de dekking voor dit motorrijtuig verworven gedurende voornoemde termijn van zestien dagen, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt.
De verzekeraar kan evenwel verhaal uitoefenen overeenkomstig artikelen 44 en 48 indien de schade berokkend wordt door een verzekerde andere dan:
1) de verzekeringnemer;
2) alle personen die bij de verzekeringnemer inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven.
Indien het om een rechtspersoon gaat, is de verzekeringnemer, bedoeld in vorig lid, de gemachtigde bestuurder.
§2. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Bij vervanging van het overgedragen motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig gelden voor het overgedragen motorrijtuig de bepalingen van paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt, biedt de overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
§3. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de
verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het
Dezelfde dekking van zestien dagen is eveneens aan alle verzekerden verworven voor het motorrijtuig dat in vervanging komt en dat deelneemt aan het verkeer onder de kentekenplaat van het overgedragen motorrijtuig, zelfs op ongeoorloofde wijze.
Deze dekkingen zijn verworven zonder enige mededeling.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig binnen voornoemde termijn van zestien dagen blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
Indien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
§4. Overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringnemer
In geval van overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig artikel 22.
ARTIKEL 11. DIEFSTAL OF VERDUISTERING
§1. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig zonder vervanging
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en niet vervangen wordt, kan de verzekeringnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in vanaf de datum van aanvraag maar ten vroegste na het verstrijken van een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de diefstal of verduistering en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van de schorsing. Indien de schorsing niet gevraagd wordt, blijft de dekking verworven ten aanzien van het gestolen of verduisterde motorrijtuig behalve voor de schade veroorzaakt door personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft.
§2. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer
Bij vervanging van het gestolen of verduisterde motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig geldt paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
§3. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het gestolen of verduisterde motorrijtuig, behalve voor de schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft. In geval van opzegging van de overeenkomst vervalt deze dekking op het ogenblik dat de opzegging van de overeenkomst ingaat. Bij
mededeling van de vervanging van het motorrijtuig blijft de overeenkomst bestaan voor het motorrijtuig dat in
Indien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
ARTIKEL 12. ANDERE SITUATIES VAN VERDWIJNING VAN RISICO
§1. Verdwijning van het risico zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien het risico niet meer bestaat en het omschreven motorrijtuig niet vervangen wordt, kan de verzekeringnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in op datum van de mededeling en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast, behoudens in de gevallen van overdracht van eigendom, diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11.
§2. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
§3. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van
de overeenkomst, gaat de dekking slechts over op het motorrijtuig dat in vervanging komt op het door de verzekeringnemer gewenste ogenblik.
Op hetzelfde ogenblik eindigt de dekking ten aanzien van het omschreven motorrijtuig. Met betrekking tot het motorrijtuig dat in vervanging komt, blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de
verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van dit nieuwe risico.
Indien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
ARTIKEL 13. HUUROVEREENKOMST
De bepalingen van artikel 10 zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven motorrijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst.
ARTIKEL 14. OPVORDERING DOOR DE OVERHEID
Wanneer het omschreven motorrijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het motorrijtuig in bezit neemt.
Beide partijen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 8 of 30, § 8.
Afdeling 4: Duur – premie – wijzigingen van verzekeringsvoorwaarden en premie
ARTIKEL 15. DUUR VAN DE OVEREENKOMST
§1. Maximumduur
De duur van de overeenkomst mag niet langer zijn dan één jaar.
§2. Stilzwijgende verlenging
Behalve wanneer één van de partijen zich er ten minste drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst tegen verzet, overeenkomstig de artikelen 26, 27, § 2 en 30, § 2, wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
§3. Korte termijn
Overeenkomsten waarvan de duur korter is dan één jaar, worden niet stilzwijgend verlengd tenzij anders is overeengekomen.
ARTIKEL 16. DE BETALING VAN DE PREMIE
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet ten laatste op de premievervaldag betaald worden op verzoek van de verzekeraar.
Wanneer de premie niet rechtstreeks aan de verzekeraar wordt betaald, is de premiebetaling aan een derde bevrijdend indien deze de betaling vordert en hij voor de inning van de premie klaarblijkelijk als lasthebber van de verzekeraar optreedt.
ARTIKEL 17. HET VERZEKERINGSBEWIJS
Zodra de verzekeringsdekking aan de verzekeringnemer verleend wordt, geeft de verzekeraar hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
Het verzekeringsbewijs is niet geldig bij de nietigverklaring van de overeenkomst en houdt op geldig te zijn vanaf de beëindiging van de overeenkomst of vanaf het ogenblik van de opzegging of schorsing van de overeenkomst.
ARTIKEL 18. NIET-BETALING VAN DE PREMIE
§1. Ingebrekestelling
De verzekeraar kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de verzekeringnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende zending.
§2. Schorsing van de dekking
De schorsing van de dekking gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling maar die niet korter mag zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
Als de dekking geschorst werd, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, zoals nader bepaald in de laatste ingebrekestelling of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeraar de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig paragraaf 1 en de ingebrekestelling herinnert aan de schorsing van de dekking. Het recht van de verzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
§3. Verhaal van de verzekeraar
In geval van schorsing van de dekking wegens niet-betaling van de premie heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 44, 45, 1°, 55° en 63.
§4. Opzegging van de overeenkomst
In geval van niet-betaling van de premie kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 3.
ARTIKEL 19. WIJZIGING VAN DE PREMIE
Indien de verzekeraar de premie verhoogt, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, §3.
De mededeling van de premiewijziging gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
Indien de premie wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringnemer niet over een opzeggingsrecht. Deze bepaling doet geen afbreuk aan het opzeggingsrecht vermeld in artikel 27, §§ 7 en 9.
ARTIKEL 20. WIJZIGING VAN DE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
§1. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden ten gunste van de verzekeringnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is
De verzekeraar kan de verzekeringsvoorwaarden volledig ten gunste van de verzekeringnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is, wijzigen.
Wanneer de premie verhoogt, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, §3.
§2. Wijziging van bepalingen die een invloed kunnen hebben op de premie of de vrijstelling
Indien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden met betrekking tot de wijziging van de premie in functie van de schadegevallen die zich hebben voorgedaan, of tot de vrijstelling wijzigt en die wijziging niet volledig ten gunste van de verzekeringnemer of de verzekerde is, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, §3.
Indien de vrijstelling wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringnemer niet over een opzeggingsrecht.
§3. Wijziging ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid
Indien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden wijzigt ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid, licht de verzekeraar de verzekeringnemer hierover duidelijk in.
Wanneer de wijziging een premieverhoging tot gevolg heeft, of indien de wijziging niet uniform is voor alle verzekeraars, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, §3.
Bij gebreke aan duidelijke informatie is de hoogst mogelijke uit de wetgeving voortvloeiende waarborg van toepassing en kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, §3.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, §7 indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit het nieuwe wettelijke kader, in geen geval zou verzekerd hebben.
§4. Andere wijzigingen
Indien de verzekeraar andere wijzigingen voorstelt dan deze bedoeld in de §§ 1 tot 3, licht hij de verzekeringnemer hierover op duidelijke wijze in.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, §3.
§5. Wijze van meedelen
De mededeling van de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
ARTIKEL 21. FAILLISSEMENT VAN DE VERZEKERINGNEMER
§1. Behoud van de overeenkomst
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
§2. Opzegging van de overeenkomst
De curator van het faillissement en de verzekeraar hebben het recht om de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26, 28 en 30, § 9.
ARTIKEL 22. OVERLIJDEN VAN DE VERZEKERINGNEMER
§1. Behoud van de overeenkomst
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen.
Indien het omschreven motorrijtuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel.
§2. Opzegging van de overeenkomst
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, eerste lid.
De erfgenaam of legataris, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom verkregen heeft, kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, tweede lid.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 10.
Afdeling 5: Schorsing van de overeenkomst
ARTIKEL 23. TEGENSTELBAARHEID VAN DE SCHORSING
De schorsing van de overeenkomst is tegenstelbaar aan de benadeelde persoon.
ARTIKEL 24. WEDERINVERKEERSTELLING VAN HET OMSCHREVEN MOTORRIJTUIG
Bij mededeling van de wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte verrekend.
Indien de verzekeringsvoorwaarden gewijzigd zijn of de premie verhoogd is, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
ARTIKEL 25. IN VERKEERSTELLING VAN ENIG ANDER MOTORRIJTUIG
Bij mededeling van het in het verkeer brengen van enig ander motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het vorig omschreven motorrijtuig, wordt de overeenkomst opnieuw
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte verrekend. Indien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de aanvraag van de wederinwerkingstelling van de overeenkomst, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Afdeling 6: Einde van de overeenkomst
ARTIKEL 26. OPZEGGINGSMODALITEITEN
§1. Opzeggingswijze
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende zending of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
De opzegging wegens niet-betaling van de premie kan niet gebeuren door middel van afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
§2. Uitwerking van de opzegging
Tenzij anders vermeld in de artikelen 27 en 30, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot, of in het geval van een aangetekende zending te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte, of vanaf de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs.
§3. Premiekrediet
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de verzekeraar terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de inwerkingtreding van de opzegging.
ARTIKEL 27. OPZEGGINGSMOGELIJKHEDEN VOOR DE VERZEKERINGNEMER
§1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
§2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeringnemer kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
§3. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen indien de premie, de verzekeringsvoorwaarden of de vrijstelling wijzigen, zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst eveneens opzeggen indien hij van de verzekeraar geen duidelijke informative ontvangen heeft over de wijziging, zoals bedoeld in artikel 20.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen overeenkomstig artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding. De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
§5. Wijziging van verzekeraar
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van overdracht door de verzekeraar van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst.
De opzegging dient te gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de Nationale Bank van België tot goedkeuring van de overdracht.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte of op de jaarlijkse premievervaldag indien deze vóór het verstrijken van de voornoemde termijn van een maand valt.
Deze opzegmogelijkheid is niet van toepassing op fusies en splitsingen van verzekeringsondernemingen, noch op overdrachten uitgevoerd in het kader van een inbreng van de algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid, noch op andere overdrachten tussen verzekeraars die deel uitmaken van eenzelfde geconsolideerd geheel.
§6. Stopzetting van de activiteiten van de verzekeraar
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie of intrekking van de toelating van de verzekeraar.
§7. Vermindering van risico
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen indien er bij vermindering van het risico geen akkoord is over het bedrag van de nieuwe premie binnen de maand na de aanvraag tot vermindering van de premie.
§8. Opvordering door de overheid
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
§9. Vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de verzekeringnemer bij een vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van de kennisgeving ervan.
§10.Combinatiepolis
Wanneer de verzekeraar één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59 opzegt, kan de verzekeringnemer de gehele overeenkomst opzeggen.
ARTIKEL 28. OPZEGGING DOOR DE CURATOR
De curator kan de overeenkomst opzeggen binnen de drie maanden die volgen op de faillietverklaring.
ARTIKEL 29. OPZEGGING DOOR DE ERFGENAMEN OF LEGATARIS
De erfgenamen van de verzekeringnemer kunnen de overeenkomst opzeggen binnen de drie maanden en 40 dagen na het overlijden van de verzekeringnemer.
ARTIKEL 30. OPZEGGINGSMOGELIJKHEDEN VOOR DE VERZEKERAAR
§1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
§2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeraar kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag. De opzegging gaat in op die vervaldag. De verzekeraar verbindt er zich toe dat de leeftijd van de bestuurder nooit, op zich, het motief zal zijn van een door de maatschappij genomen saneringsmaatregel.
§3. In geval van niet-betaling van de premie
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van niet-betaling van de premie, zelfs zonder voorafgaande schorsing van de dekking, indien de verzekeringnemer in gebreke gesteld is.
De opzegging gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
De verzekeraar kan zijn verplichting tot het verlenen van dekking schorsen en de overeenkomst opzeggen indien hij dit heeft bepaald in dezelfde ingebrekestelling In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn door de verzekeraar bepaald, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing van de dekking.
Wanneer de verzekeraar zijn verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft en de overeenkomst niet is opgezegd in dezelfde ingebrekestelling kan de opzegging enkel geschieden mits een nieuwe ingebrekestelling.
In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
§4. Na schadegeval
1) De verzekeraar kan de overeenkomst slechts opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen ingevolge artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
De opzegging na schadegeval van één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59, geeft de verzekeraar geen recht om deze waarborgen op te zeggen.
Onverminderd art. 30 §4, 2°, ziet de verzekeraar af van dit opzegrecht na schadegeval.
Strafwetboek. Indien de verzekeraar afstand doet van zijn vordering of indien de strafvordering uitmondt in een buitenvervolgingstelling of een vrijspraak, moet de verzekeraar de schade als gevolg van die opzegging vergoeden.
3) De opzegging gaat in ten vroegste een maand te rekenen van de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende zending vanaf de dag die volgt op zijn afgifte.
§5. Verzwijging, onjuiste mededeling en verzwaring van het risico
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van:
1) onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens over het risico bij het sluiten van de overeenkomst bedoeld in artikel 4;
2) aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico in de loop van de overeenkomst bedoeld in artikel 6.
§6. Technische eisen van het motorrijtuig
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer:
1) het motorrijtuig niet beantwoordt aan de reglementering op de technische eisen van de motorrijtuigen;
2) het motorrijtuig, onderworpen aan de technische controle, niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs.
§7. Nieuwe wettelijke bepalingen
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden door een beslissing van de overheid bedoeld in artikel 20 in geen geval zou verzekerd hebben.
§8. Opvordering door de overheid
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overhead in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
§9. Faillissement van de verzekeringnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement van de verzekeringnemer ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring.
§10.Overlijden van de verzekeringnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen na het overlijden van de verzekeringnemer binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de verzekeraar kennis kreeg van het overlijden.
§11. Vervanging van motorrijtuig of weder-inwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging of wederinwerkingstelling, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop hij kennis heeft gekregen van de kenmerken van het nieuwe risico.
ARTIKEL 31. EINDE VAN DE OVEREENKOMST NA SCHORSING
Indien de geschorste overeenkomst vóór haar vervaldag niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op die vervaldag. Indien de overeenkomst geschorst wordt binnen de drie maanden voor die vervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de eindvervaldag.
SCHADEGEVAL
ARTIKEL 32. AANGIFTE VAN EEN SCHADEGEVAL
§1. Termijn van aangifte
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen acht dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de verzekeraar of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon. De verzekeraar kan er zich echter niet op beroepen dat deze termijn niet in acht is genomen, indien die mededeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
Deze verplichting rust op alle verzekerden.
§2. Inhoud van de aangifte
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval vermelden, evenals de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden. Voor zover mogelijk wordt hiervoor gebruik gemaakt van het formulier dat de verzekeraar ter beschikking stelt van de verzekeringnemer.
§3. Bijkomende meldingen
De verzekeringnemer en de overige verzekerden verschaffen de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon, zonder verwijl alle door hem gevraagde nuttige inlichtingen en documenten.
Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon overgemaakt worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
ARTIKEL 33. ERKENNING VAN AANSPRAKELIJKHEID DOOR DE VERZEKERDE
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de verzekeraar, is hem niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de verzekeraar geen grond opleveren om zijn dekking te weigeren.
ARTIKEL 34. PRESTATIE VAN DE VERZEKERAAR BIJ SCHADE
§1. Schadevergoeding
De verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst.
De verzekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De
kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.
§2. Vergoedingsgrenzen
Er is geen vergoedingsgrens voor schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels.
De vergoedingsgrens voor stoffelijke schade bedraagt 100 miljoen euro per schadegeval. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 3 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Vanaf het ogenblik dat de verzekeraar tot tussenkomst is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is hij verplicht zich achter de verzekerde te stellen volgens de bepalingen van de overeenkomst. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de verzekeraar en van de verzekerde samenvallen, heeft de verzekeraar het recht om, in de plaats van de verzekerde de vordering van de benadeelde te bestrijden. De verzekeraar kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
§4. Vrijwaring van de rechten van de verzekerde
De tussenkomsten van de verzekeraar houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
§5. Mededeling van de schadeafhandeling
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de verzekeringnemer meegedeeld.
§6. Indeplaatsstelling
De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de verzekerde tegen de aansprakelijke derden.
De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft overeenkomstig artikel 50, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de benadeelde tegen de aansprakelijke derden.
ARTIKEL 35. STRAFRECHTELIJKE VERVOLGING
§1. Verdedigingsmiddelen
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
De verzekeraar moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 34 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
§2. Rechtsmiddelen na veroordeling
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de verzekeraar er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag hij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
De verzekeraar heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen indien daartoe grond bestaat.
Wanneer de verzekeraar vrijwillig is tussengekomen, moet hij de verzekerde tijdig op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat de verzekeraar tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de verzekeraar ingestelde rechtsmiddel volgt.
§3. Boetes, minnelijke schikkingen en kosten
De geldboetes, de minnelijke schikkingen in strafzaken en de gerechtskosten in strafzaken, onverminderd artikel 34, §1 tweede lid zijn niet ten laste van de verzekeraar.
VERKLARING OVER DE SCHADEGEVALLEN DIE ZICH HEBBEN VOORGEDAAN
ARTIKEL 36. VERPLICHTING VAN DE VERZEKERAAR
De verzekeraar maakt binnen vijftien dagen die volgen op iedere vraag van de verzekeringnemer en op het einde van de overeenkomst, aan deze laatste een verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan over met vermelding van de gegevens waarin de reglementering voorziet.
HOOFDSTUK V:
MEDEDELINGEN
ARTIKEL 37. BESTEMMELING VAN DE MEDEDELINGEN
§1. De verzekeraar
De voor de verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan zijn adres, zijn elektronisch adres of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon.
§2. De verzekeringnemer
De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de verzekeraar gekende adres. Deze mededelingen en kennisgevingen kunnen met de instemming van de verzekeringnemer eveneens gebeuren via elektronische post op het laatste door hem aangegeven adres.
DEEL II: BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE WAARBORG WETTELIJKE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
HOOFDSTUK I:
DE WAARBORG
ARTIKEL 38. VOORWERP VAN DE VERZEKERING
Met deze overeenkomst dekt de verzekeraar overeenkomstig voornoemde wet van 21 november 1989 of in voorkomend geval de toepasselijke buitenlandse wetgeving en volgens de bepalingen van deze overeenkomst, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het verzekerde motorrijtuig veroorzaakt schadegeval.
ARTIKEL 39. TERRITORIALE DEKKING
De dekking wordt verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs.
Deze dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privéterreinen.
ARTIKEL 40. SCHADEGEVAL IN HET BUITENLAND
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de verzekeraar verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan.
De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
ARTIKEL 41. VERZEKERDE PERSONEN
Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
1) van de verzekeringnemer;
2) van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven motorrijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd;
3) van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder en van iedere persoon vervoerd door een verzekerd motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11 volgens de daarin bepaalde voorwaarden;
4) van de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de voornoemde personen.
ARTIKEL 42. UITGESLOTEN PERSONEN
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
1) de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
2) de persoon die en in zoverre hij krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling van aansprakelijkheid is ontheven.
Voor de toepassing van dit artikel blijft het recht op schadevergoeding evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde.
ARTIKEL 43. VAN VERGOEDING UITGESLOTEN SCHADE
§1. Het verzekerde motorrijtuig
De schade aan het verzekerde motorrijtuig is uitgesloten.
§2. De vervoerde goederen
De schade aan goederen die door het verzekerde motorrijtuig beroepsmatig en onder bezwarende titel vervoerd worden, is uitgesloten, behoudens de kleding en bagage die persoonlijk toebehoren aan de vervoerde personen.
§3. Schade door vervoerde goederen
De schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het verzekerde motorrijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer is uitgesloten.
§4. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of –wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
§5. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie is uitgesloten.
§6. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerd motorrijtuig hebben verschaft, is uitgesloten.
HOOFDSTUK II:
HET RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
ARTIKEL 44. BEPALING VAN DE BEDRAGEN DIE KUNNEN VERHAALD WORDEN
Wanneer de verzekeraar gehouden is ten aanzien van de benadeelden heeft hij een recht van verhaal dat betrekking heeft op de netto-uitgaven van de verzekeraar, zijnde de schadevergoedingen in hoofdsom, de gerechtskosten en intresten, verminderd met de eventuele vrijstellingen en de bedragen die hij heeft kunnen recupereren.
Dit verhaal wordt als volgt bepaald behoudens anders vermeld in de artikelen 45 tot en met 47:
1) indien de netto-uitgaven niet hoger zijn dan 11.000 euro is het bedrag van het verhaal integraal;
2) indien de netto-uitgaven hoger zijn dan 11.000 euro wordt dit laatste bedrag verhoogd met de helft van het gedeelte dat het bedrag van 11.000 euro overschrijdt. Dit verhaal bedraagt maximum 31.000 euro.
ARTIKEL 45. VERHAAL OP DE VERZEKERINGNEMER
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer:
1) in geval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 18;
2) voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven, bedoeld in artikel 44, tweede lid, in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten, overeenkomstig artikel 3, of in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6;
3) voor een bedrag van de netto-uitgaven zoals bepaald in artikel 44, tweede lid, met een maximum van 250 euro in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten, overeenkomstig artikel 4, als in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6.
ARTIKEL 46. VERHAAL OP DE VERZEKERDE
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekerde:
1) wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt, voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven bedoeld in artikel 44, tweede lid;
2) wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft in één van de volgende gevallen van xxxxx schuld en voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat met het schadegeval:
a) rijden in staat van dronkenschap;
b) rijden onder invloed van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, waardoor de verzekerde niet meer beschikt over de controle van zijn daden;
3) wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft en dader of medeplichtige is van het misdrijf van misbruik van vertrouwen, oplichting of verduistering met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig;
4) in de mate waarin de verzekeraar bewijst dat hij schade geleden heeft wanneer de verzekerde een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk verricht heeft.
ARTIKEL 47. VERHAAL OP DE VERZEKERINGNEMER EN DE VERZEKERDE
§1. Verhaal met oorzakelijk verband
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is:
1) wanneer op het ogenblik van het schadegeval het omschreven motorrijtuig, dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, niet voldoet aan deze reglementering en in het verkeer gebracht wordt buiten het toegelaten traject. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het motorrijtuig en het schadegeval;
2) wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, waartoe van overheidswege geen toestemming is verleend. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de deelname aan een dergelijke rit of wedstrijd en het schadegeval;
3) wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal passagiers overschreden is. Dit verhaal is beperkt tot de uitgaven die betrekking hebben op de passagiers en dit evenredig aan de verhouding van het aantal overtallige passagiers tot het aantal werkelijk
4) wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl de vervoerde personen plaatsen innemen in strijd met de reglementaire of contractuele bepalingen, met uitzondering van het overschrijden van het maximumaantal toegelaten passagiers, wordt het verhaal uitgeoefend voor het totaal van de uitgaven die betrekking hebben op deze vervoerde personen, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het innemen van een niet-conforme plaats in het motorrijtuig en het schadegeval.
§2. Verhaal zonder oorzakelijk verband
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, wanneer hij bewijst dat, op het ogenblik van het schadegeval, het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt:
a) door een persoon die niet voldoet aan de Belgische wettelijke vereiste minimumleeftijd om dat motorrijtuig te besturen;
b) door een persoon die niet beschikt over een geldig rijbewijs om dat motorrijtuig te besturen;
c) door een persoon die specifieke beperkingen inzake het besturen van het motorrijtuig vermeld op zijn rijbewijs niet naleeft;
d) door een persoon die in België een rijverbod heeft zelfs indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland.
Er is geen recht van verhaal voor de punten a), b) en c) wanneer de persoon, die in het buitenland het motorrijtuig bestuurt, aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het motorrijtuig te besturen.
Er is geen recht van verhaal voor de punten b), c) en d) indien de verzekerde aantoont dat deze situatie te wijten is aan het niet naleven van een louter administratieve formaliteit.
§3. Aanvechten van het verhaal
De verzekeraar kan echter voor alle situaties vermeld in dit artikel geen verhaal uitoefenen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
ARTIKEL 48. VERHAAL OP DE DADER OF DE BURGERRECHTELIJK AANSPRAKELIJKE
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in het geval van overdracht van de eigendom voor zover hij bewijst dat deze verzekerde een andere persoon is dan deze bedoeld in artikel 10, §1, vierde lid.
ARTIKEL 49. TOEPASSING VAN EEN VRIJSTELLING
De verzekeringnemer betaalt aan de verzekeraar het bedrag van de toepasselijke vrijstellingen voorzien in de overeenkomst. Deze betaling overschrijdt nooit de uitgaven van de verzekeraar. De toepassing van de vrijstellingen dient te worden uitgevoerd vóór de toepassing van een eventueel verhaal.
DEEL III: BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE VERGOEDING VAN BEPAALDE SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN
HOOFDSTUK I:
DE VERGOEDINGSPLICHT
Afdeling 1. Wettelijke basis
ARTIKEL 50. VERGOEDING VAN XXXXXX WEGGEBRUIKERS
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29bis van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in vermeld artikel.
ARTIKEL 51. VERGOEDING VAN ONSCHULDIGE SLACHTOFFERS
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29ter van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in vermeld artikel.
Afdeling 2. Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht
ARTIKEL 52. TERRITORIALE AFBAKENING VAN DE VERGOEDINGSPLICHT VAN ZWAKKE WEGGEBRUIKERS
Deze vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 50, is van toepassing voor het verzekerde motorrijtuig van zodra het Belgisch recht van toepassing is, met uitsluiting van de ongevallen die zijn voorgevallen in een land dat niet vermeld staat op het verzekeringsbewijs.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
ARTIKEL 53. TERRITORIALE AFBAKENING VAN DE VERGOEDINGSPLICHT VAN ONSCHULDIGE SLACHTOFFERS
Deze vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 51, is enkel van toepassing voor ongevallen die zijn gebeurd op het Belgisch grondgebied.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
ARTIKEL 54. VAN VERGOEDING UITGESLOTEN SCHADE
§1. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of –wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
§2. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie, is uitgesloten.
§3. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.
HOOFDSTUK II:
HET RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
ARTIKEL 55. VERHAAL OP DE VERZEKERINGNEMER EN DE VERZEKERDE
De verzekeraar heeft geen recht van verhaal op de verzekeringnemer, of op de verzekerde, tenzij de verzekeringnemer geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval.
In dat geval kan de verzekeraar verhaal uitoefenen overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49.
DEEL IV: BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE BIJKOMENDE WAARBORGEN
HOOFDSTUK I:
DE WAARBORGEN
ARTIKEL 56. TIJDELIJK VERVANGINGSMOTORRIJTUIG
§1. Toepassingsgebied
De dekking strekt zich uit onder de voorwaarden in dit artikel, tot het gebruik van een aan een derde toebehorend motorrijtuig ander dan het omschreven motorrijtuig, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is aan de verzekeraar.
Zijn geen derden, bedoeld in het eerste lid:
• de verzekeringnemer of, wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, elke bestuurder van het omschreven motorrijtuig waarvan de naam aan de verzekeraar is meegedeeld,
• de personen die bij voornoemde personen inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven,
• de eigenaar of de gebruikelijke houder van het omschreven motorrijtuig.
Deze dekking geldt voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig en tot hetzelfde gebruik bestemd is wanneer het omschreven motorrijtuig definitief of tijdelijk onbruikbaar is, wegens onderhoud, aanpassingen, herstellingen, technische keuring of technisch totaal verlies.
Wanneer het omschreven motorrijtuig een twee- of driewieler is, kan de dekking in geen geval slaan op een motorrijtuig op vier of meer wielen.
§2. Verzekerde personen
In hun hoedanigheid van bestuurder, houder of passagier van het vervangingsmotorrijtuig, of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagier wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van:
• de eigenaar van het omschreven motorrijtuig;
• de verzekeringnemer en wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, van de gemachtigde bestuurder van het omschreven motorrijtuig;
• alle personen die bij voornoemde verzekerden inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer of de eigenaar verblijven;
• iedere persoon waarvan de naam in de overeenkomst vermeld is.
§3. Inwerkingtreding en duur van de dekking
Deze dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschreven motorrijtuig niet meer kan worden gebruikt en eindigt wanneer het vervangingsmotorrijtuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon is terugbezorgd.
Het motorrijtuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijke termijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven motorrijtuig ter beschikking is. De dekking geldt nooit meer dan dertig dagen.
§4. Dekkingsuitbreiding bij verhaal
Bij het gebruik van een motorrijtuig onder de voorwaarden bedoeld in dit artikel is de dekking eveneens verworven in het geval dat de verzekerde verplicht wordt om de vergoedingen, die aan de benadeelden betaald werden in uitvoering van een andere verzekeringsovereenkomst, terug te betalen ingevolge en overeenkomstig de toepassing van het verhaalsrecht bedoeld in de artikelen 44, 47, § 1, 1°, en 48.
ARTIKEL 57. SLEPEN VAN EEN MOTORRIJTUIG
Wanneer het verzekerde motorrijtuig occasioneel om het even welk motorrijtuig met pech sleept wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van de persoon die de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen, heeft geleverd. In dit geval is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van die persoon eveneens gedekt voor de schade veroorzaakt aan het gesleepte motorrijtuig.
Indien het verzekerde motorrijtuig occasioneel een ander motorrijtuig, dat geen aanhangwagen is, met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het trekkende motorrijtuig aan het gesleepte motorrijtuig gedekt.
Indien een ander motorrijtuig het verzekerde motorrijtuig occasioneel met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het gesleepte motorrijtuig aan het trekkende motorrijtuig gedekt.
Voor de waarborg in het tweede en derde lid wordt de burgerlijke aansprakelijkheid van de personen bedoeld in artikel 41 gedekt.
ARTIKEL 58. REINIGEN EN HERSTELLEN VAN DE BINNENBEKLEDING VAN HET VERZEKERDE MOTORRIJTUIG
De verzekeraar vergoedt de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloze vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
ARTIKEL 59. BORGSTELLING
§1. Eis van een buitenlandse overheid
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven motorrijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de verzekeraar de geëiste borgsom voor of stelt hij zijn persoonlijke borg tot ten hoogste 62.000 euro voor het omschreven motorrijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de verzekeraar.
§2. Borgsom betaald door de verzekerde
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de verzekeraar zijn persoonlijke borg in de plaats of betaalt hij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
§3. Einde van de borgstelling
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de verzekeraar op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de verzekeraar alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing van de borgstelling.
§4. Verbeurdverklaring
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de verzekeraar geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de verzekeraar, op zijn eenvoudig verzoek, terug te betalen.
ARTIKEL 60. TERRITORIALE DEKKING
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 39.
ARTIKEL 61. SCHADEGEVAL IN HET BUITENLAND
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 40.
ARTIKEL 62. UITSLUITINGEN
Voor deze bijkomende waarborgen zijn de uitsluitingen bepaald in de artikelen 42 en 43 van toepassing.
HET RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
ARTIKEL 63. VERHAAL EN VRIJSTELLING
Het recht van verhaal van de verzekeraar bedoeld in de artikelen 44 tot en met 48 en de toepassing van de vrijstelling bedoeld in artikel 49 zijn van toepassing op de artikelen 56 en 57.
HOOFDSTUK III:
BEPALING VAN TOEPASSING OP DE VERGOEDING VAN BEPAALDE SLACHTOFFERS VAN VERKEERSON- GEVALLEN
ARTIKEL 64. TIJDELIJK VERVANGINGSMOTORRIJTUIG
Bij gebruik van een motorrijtuig volgens de voorwaarden van artikel 56 zijn de artikelen 50 tot en met 55 van toepassing.
DEEL V: A PORTERIORI PERSONALISATIESTELSEL (BONUS-MALUS)
ARTIKEL 65. OP WIE EN HOE IS HET BONUS-MALUSSYSTEEM VAN TOEPASSING?
1. Toepassingsgebied
De volgende bepalingen zijn van toepassing op de premies voor motorrijtuigen voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik en motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van zaken waarvan de maximaal toegelaten massa (M.T.M.) 3,5 T niet overschrijdt.
2. Definities
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
a) Bestuurder
De gebruikelijke bestuurder die op tariferingsaanvraag vermeld wordt. Indien verschillende gebruikelijke bestuurders vermeld worden, diegene die aanleiding geeft tot de hoogste tarifering.
b. Jaren van de geldigheid van het rijbewijs (A)
Het aantal gehele jaren dat de datum van het rijbewijs van de bestuurder scheidt van de datum van de tariferingsaanvraag.
c. Schadegeval (S)
Iedere schade:
- vermeld op de attesten van schadeverleden die overgemaakt werden door de vorige verzekeraar(s),
- voor dewelke de verzekeraar die het risico dekte ten tijde van het schadegeval vergoedingen betaald heeft of zal betalen ten voordele van de benadeelde personen,
- met uitzondering van de schadegevallen voor dewelke deze verzekeraar is tussengekomen of zal tussenkomen zonder enige verantwoordelijkheid van de verzekerde, uitsluitend op grond van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 (schadeloosstelling van de zwakke weggebruikers).
d. Attest van schadeverleden
Het attest overgemaakt door een verzekeraar krachtens artikel 7 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
e. Privé- en op weg naar het werk gebruik van het voertuig
Het gebruik van het voertuig
- voor privédoeleinden,
- op weg naar het werk namelijk de verplaatsingen tussen de woonplaats of de verblijfplaats en de arbeidsplaats met uitzondering van de verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen,
- voor beroepsdoeleinden maar uitsluitend:
• door personen die voltijds een loon- of weddetrekkend beroep uitoefenen en die geen deel uitmaken van de buitendiensten van de onderneming of van de instelling die hen tewerkstelt (worden aangezien als deel uitmakend van de buitendiensten de personen waarvan de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt);
• door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uitoefenen;
• door de bedienaars van een door de wet erkende eredienst en door de vertegenwoordigers van de georganiseerde laïciteit;
• door de landbouwers en de groentekwekers die regelmatig deelnemen aan de handenarbeid van de onderneming.
f. Beroepsgebruik van het voertuig
Ieder gebruik van het voertuig dat verschilt van dit bedoeld in het hierboven vermelde punt e.
3. Bepaling van de bonus-malus graad van de nieuwe overeenkomsten
3.1. Desbetreffende bestuurders
De hieronder vermelde regels bepalen de bonus-malus graad van de bestuurders die nooit gedekt geweest zijn door een door het Tariferingsbureau getarifeerde overeenkomst gedurende de vijf jaar voor de tariferingsaanvraag voor zover dat het een in punt 1 bedoeld voertuig betreft.
3.2. Voertuigen met privé- of op weg naar het werk gebruik
a) De bonus-malus graad wordt bepaald naargelang de jaren van de geldigheid van het rijbewijs en van de schadegevallen volgens de volgende formule:
BM = 11 – A + ( 5 x S )
waar:
A = jaren van de geldigheid van het rijbewijs, beperkt tot 11
S = aantal schadegevallen vermeld op het of de attesten van schadeverleden
Indien het resultaat van de bovenvermelde formule hoger ligt dan 22, dan wordt de bonus-malus graad vastgesteld op 22.
b) De onderstaande tabel brengt de bonus-malus graad in beeld in functie van, enerzijds, de jaren van geldigheid (van 0 tot 11 jaar en meer) en, anderzijds, het aantal schadegevallen (van 0 tot 5 en meer).
Jaren van geldigheid van rijbewijs | Aantal schadegevallen | |||||
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 en meer | |
Xxxxxx dan een jaar | 11 | 16 | 21 | 22 | 22 | 22 |
1 jaar | 10 | 15 | 20 | 22 | 22 | 22 |
2 jaar | 9 | 14 | 19 | 22 | 22 | 22 |
3 jaar | 8 | 13 | 18 | 22 | 22 | 22 |
4 jaar | 7 | 12 | 17 | 22 | 22 | 22 |
5 jaar | 6 | 11 | 16 | 21 | 22 | 22 |
6 jaar | 5 | 10 | 15 | 20 | 22 | 22 |
7 jaar | 4 | 9 | 14 | 19 | 22 | 22 |
8 jaar | 3 | 8 | 13 | 18 | 22 | 22 |
9 jaar | 2 | 7 | 12 | 17 | 22 | 22 |
10 jaar | 1 | 6 | 11 | 16 | 21 | 22 |
11 jaar en meer | 0 | 5 | 10 | 15 | 20 | 22 |
Tabel 1 – Bonus-malus graad : voertuigen met privé- of op weg naar het werk gebruik
c) De bestuurders die in het bezit zijn gedurende 12 jaar of meer van een geldig rijbewijs genieten bovendien van een daling van een graad voor ieder volledig jaar dat ze schadevrij zijn tussen de datum van de aanvraag ingediend bij het Tariferingsbureau en de datum van het laatste ongeval vermeld op het attest van schadeverleden.
d) Deze daling wordt beperkt naargelang van de jaren van de geldigheid van het rijbewijs en dit volgens onderstaande tabel:
Jaren van geldigheid van rijbewijs | Xxxxxxxx xxxxxx |
12 jaar | 1 graad |
13 jaar | 2 graden |
14 jaar | 3 graden |
15 jaar en meer | 4 graden |
Tabel 2 – Maximale daling: voertuigen met privé- of op weg naar het werk gebruik
In geen ieder geval mag de bonus-malus graad lager dan 0 liggen.
3.3. Voertuigen bestemd voor beroepsgebruik
a) De bonus-malus graad wordt bepaald naargelang de jaren van geldigheid van het rijbewijs en van de schadegevallen volgens de volgende formule:
BM = 14 – A + ( 5 x S )
waar:
A = jaren van de geldigheid van het rijbewijs, beperkt tot 14
S = aantal schadegevallen vermeld op het of de attesten van schadeverleden
Indien het resultaat van de bovenvermelde formule hoger ligt dan 22, dan wordt de bonus-malus graad vastgesteld op 22.
b) De onderstaande tabel brengt de bonus-malus graad in beeld voor de jaren van geldigheid van het rijbewijs van 0 tot 14 jaar en meer en voor een aantal schadegevallen van 0 tot 5 en meer.
Jaren van geldigheid van rijbewijs | Aantal ongevallen | |||||
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 en meer | |
Xxxxxx dan een jaar | 14 | 19 | 22 | 22 | 22 | 22 |
1 jaar | 13 | 18 | 22 | 22 | 22 | 22 |
2 jaar | 12 | 17 | 22 | 22 | 22 | 22 |
3 jaar | 11 | 16 | 21 | 22 | 22 | 22 |
4 jaar | 10 | 15 | 20 | 22 | 22 | 22 |
5 jaar | 9 | 14 | 19 | 22 | 22 | 22 |
6 jaar | 8 | 13 | 18 | 22 | 22 | 22 |
7 jaar | 7 | 12 | 17 | 22 | 22 | 22 |
8 jaar | 6 | 11 | 16 | 21 | 22 | 22 |
9 jaar | 5 | 10 | 15 | 20 | 22 | 22 |
10 jaar | 4 | 9 | 14 | 19 | 22 | 22 |
11 jaar | 3 | 8 | 13 | 18 | 22 | 22 |
12 jaar | 2 | 7 | 12 | 17 | 22 | 22 |
13 jaar | 1 | 6 | 11 | 16 | 21 | 22 |
14 jaar en meer | 0 | 5 | 10 | 15 | 20 | 22 |
Tabel 3 – Bonus-malus graad: voertuigen bestemd voor beroepsgebruik
c) De bestuurders die in het bezit zijn gedurende 15 jaar of meer van een rijbewijs genieten bovendien van een daling van een graad voor ieder volledig jaar dat ze schadevrij zijn tussen de datum van de aanvraag ingediend bij het Tariferingsbureau en de datum van het laatste ongeval vermeld op het attest schadeverleden.
d) Deze daling wordt beperkt naargelang van de jaren van de geldigheid van het rijbewijs en dit volgens onderstaande tabel:
Jaren van geldigheid van rijbewijs | Xxxxxxxx xxxxxx |
15 jaar | 1 graad |
16 jaar | 2 graden |
17 jaar | 3 graden |
18 jaar en meer | 4 graden |
Tabel 4 – Maximale daling: voertuigen bestemd voor beroepsgebruik
In geen ieder geval mag de bonus-malus graad lager dan 0 liggen.
4. Bonus-malus graad van de hernieuwde overeenkomsten
4.1. Desbetreffende bestuurders
De regels die volgen bepalen de bonus-malus graad van de bestuurders die, in de loop van de vijf jaar die de tariferingsaanvraag voorafgaan, reeds verzekerd zijn geweest door een door het Tariferingsbureau getarifeerde overeenkomst en voor een in punt 1 bedoeld voertuig.
Indien de bestuurder gedekt geweest is aan een door het Tariferingsbureau getarifeerde overeenkomst meer dan vijf jaar voor de indiening van de tariferingsaanvraag of hij gedekt geweest is aan een door het Tariferingsbureau getarifeerde overeenkomst in de loop van de vijf jaar die de tariferingaanvraag voorafgaan maar voor een ander dan in punt 1 bedoelde voertuigen, dan moeten de regels van punt 3 toegepast worden.
4.2. Bepaling van de bonus-malus graad
a) De bonus-malus graad wordt bepaald vanuit de bereikte graad in de laatste overeenkomst getarifeerd door het Tariferingsbureau en de ongevallen die niet door het Tariferingsbureau in aanmerking zijn gekomen tussen de vaststelling van deze graad en de datum van de tariferingsaanvraag.
b) De graad wordt volgens de volgende formule berekend:
BM = D – N + ( 5 x S )
waar:
D = laatste graad vastgesteld in een overeenkomst getarifeerd aan de voorwaarden van het Tariferingsbureau
N = aantal jaren warbij de bestuurder verzekerd werd voor een in punt 1 bedoeld voertuig tussen de datum van de tariferingaanvraag en de datum van de vaststelling van de laatste bonus- malus graad door het Tariferingsbureau (een periode van meer dan negen maand wordt als een volledig jaar gerekend),
S = aantal ongevallen vermeld op het of de attesten van schadeverleden.
c) Indien het resultaat van de bovenvermelde formule lager ligt dan 0, dan wordt de bonus-malus graad vastgesteld op 0. Indien het resultaat van de bovenvermelde formule hoger ligt dan 22, dan wordt de bonus-malus graad vastgesteld op 22.
d) De verzekerde die vier opeenvolgende jaren zonder schadegeval telt en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat, wordt automatisch op de graad 14 teruggebracht.
5. Omschakeling van de graden in premiepercentage
Met iedere graad van de schaal komt een percentage van de premie overeen, zoals aangeduid in onderstaande tabel.
Graden | Premiepercentages ten opzichte van het basisniveau 100 |
22 | 200 |
21 | 160 |
20 | 140 |
19 | 130 |
18 | 123 |
17 | 117 |
16 | 111 |
15 | 105 |
14 | 100 |
13 | 95 |
12 | 90 |
11 | 85 |
10 | 81 |
9 | 77 |
8 | 73 |
7 | 69 |
6 | 66 |
5 | 63 |
4 | 60 |
3 | 57 |
2 | 54 |
1 | 54 |
0 | 54 |
Tabel 5 – Schaal van de graden en van de premiepercentages
DEEL VI: DIVERSE BEPALINGEN
6.1. Verbetering van de graad
a) Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een verzekeringnemer verkeerdelijk bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen die eruit voortvloeien, respectievelijk aan de verzekeringnemer terugbetaald of door de maatschappij opgeëist.
b) Het door de maatschappij terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke interest indien de verbetering meer dan één jaar na de toekenning van de verkeerde graad gebeurd is. Deze interest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde graad werd toegepast.
6.2. Verandering van rijtuig
De verandering van motorrijtuig heeft geen enkele weerslag op de personalisatiegraad.
6.3. Opnieuw van kracht worden
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatiegraad van toepassing.
6.4. Attest in geval van opzegging van de overeenkomst
Op aanvraag van de verzekeringsnemer, binnen de 15 dagen na de opzegging van de overeenkomst deelt de verzekeringsonderneming aan de verzekeringsnemer een schadeattest dat bezorgd moet worden aan de volgende verzekeraar.
Meer inlichtingen:
Voor verdere inlichtingen met betrekking tot de werking van de bonus-malus, gelieve naar de website van het Tariferingsbureau te gaan: xxx.xx-xx.xx
HOOFDSTUK XI DIVERSE BEPALINGEN
ARTIKEL 66. WAT IS ONS VERHAALRECHT BIJ EEN SCHADEGEVAL VEROORZAAKT DOOR EEN BESTUURDER VAN MINDER DAN 23 JAAR?
Ingeval het aangewezen rijtuig een motorrijtuig voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik is, kan de maatschappij verhaal uitoefenen tot terugbetaling van haar uitgaven in hoofdsom, gerechtskosten en interest tot 148,74 EUR niet geïndexeerd, indien het schadegeval is veroorzaakt door een persoon jonger dan 23 jaar. Deze bepaling is niet van toepassing wanneer het aangewezen rijtuig wordt bestuurd dor een chauffeur in dienst van de verzekeringnemer, een garagehouder of een hersteller aan wie het rijtuig in het kader van diens beroepsbezigheden was toevertrouwd.
ARTIKEL 67. WAT ZIJN DE BETALINGSMODALITEITEN INDIEN DE PREMIE GESPLITST IS?
De premie, die verschuldigd is voor het hele verzekeringsjaar, is vooraf betaalbaar voor elke jaarlijkse of halfjaarlijkse verzekeringsperiode op de in de overeenkomst vastgestelde vervaldagen.
Deel VII — DE VERWERKING VAN UW PERSOONSGEGEVENS
Verantwoordelijke voor de verwerking
AXA Belgium nv, met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0404.483.367 (hierna ‘AXA Belgium’ genoemd).
Functionaris voor de gegevensbescherming
De functionaris voor de gegevensbescherming van AXA Belgium kan gecontacteerd worden op de volgende adressen:
per post: AXA Belgium - Data Protection Officer (TR1/884) Xxxxxxxxxx 0
0000 Xxxxxxx via e-mail: xxxxxxx@xxx.xx
Doeleinden van de gegevensverwerking en bestemmelingen van de gegevens
De persoonsgegevens die door de betrokkene zelf worden meegedeeld of die op legitieme wijze door AXA Belgium worden ontvangen van ondernemingen van de groep AXA, van ondernemingen die in relatie staan met deze ondernemingen, van de werkgever van de betrokkene of van derden, mogen door AXA Belgium verwerkt worden voor de volgende doeleinden:
• het beheer van het personenbestand:
- Dit zijn verwerkingen die uitgevoerd worden om de databases – in het bijzonder de identificatiegegevens – met betrekking tot alle natuurlijke en rechtspersonen die in relatie staan met AXA Belgium, samen te stellen en up-to-date te houden.
- Deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst en voor de naleving van een wettelijke verplichting.
• het beheer van de verzekeringsovereenkomst:
- Dit betreft de verwerking die wordt uitgevoerd met het oog op de – al dan niet geautomatiseerde – aanvaarding of weigering van risico’s vóór het sluiten van de verzekeringsovereenkomst of bij latere herwerkingen ervan; op de opmaak, bijwerking en beëindiging van de verzekeringsovereenkomst; op de – al dan niet geautomatiseerde – inning van de onbetaalde premies; op het beheer van de schadegevallen en de regeling van de verzekeringsprestaties.
- Deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst en voor de naleving van een wettelijke verplichting.
• de dienstverlening aan de klanten:
- Dit betreft verwerkingen die worden uitgevoerd in het kader van de digitale diensten die, bijkomend aan de verzekeringsovereenkomst, worden verleend aan de klanten (bijvoorbeeld de ontwikkeling van een digitale klantenzone).
- Deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst en/of van deze bijkomende digitale diensten.
• het beheer van de relatie tussen AXA Belgium en de verzekeringstussenpersoon:
- Dit betreft verwerkingen uitgevoerd in het kader van de samenwerking tussen AXA Belgium en de verzekeringstussenpersoon.
- Deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van AXA Belgium die bestaan uit de uitvoering van de overeenkomsten tussen AXA Belgium en de verzekeringstussenpersoon.
• de opsporing, preventie en bestrijding van fraude:
- Dit betreft verwerkingen die worden uitgevoerd om – al dan niet op geautomatiseerde wijze – verzekeringsfraude op te sporen, te voorkomen en te bestrijden.
- Deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van AXA Belgium die bestaan uit de vrijwaring van het technische en financiële evenwicht van het product, de tak of de verzekeringsmaatschappij zelf.
• de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme:
- Dit betreft verwerkingen die worden uitgevoerd om – al dan niet op geautomatiseerde wijze – het witwassen van geld en de financiering van terrorisme op te sporen, te voorkomen en te bestrijden.
- Deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van een wettelijke verplichting die AXA Belgium moet naleven.
• bewaking van de portefeuille:
- Dit betreft verwerkingen die uitgevoerd worden om – al dan niet op geautomatiseerde wijze – het technische en financiële evenwicht van de verzekeringsportefeuilles te controleren en in voorkomend geval te herstellen.
- Deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van AXA Belgium die bestaan uit de vrijwaring of het herstel van het technische en financiële evenwicht van het product, de tak of de verzekeringsmaatschappij zelf.
• statistische studies:
- Dit betreft verwerkingen uitgevoerd door AXA Belgium of een derde met het oog op statistische studies voor diverse doeleinden, zoals verkeersveiligheid, preventie van ongevallen thuis, brandpreventie, verbetering van de beheerprocessen van AXA Belgium, aanvaarding van risico’s en tarifering.
- Deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van AXA Belgium die bestaan uit het maatschappelijke engagement, het streven naar efficiëntie en de verbetering van de kennis van haar vakgebieden.
In de mate dat de mededeling van persoonsgegevens noodzakelijk is voor de hiervoor opgesomde doeleinden, mogen de persoonsgegevens meegedeeld worden aan andere ondernemingen van de AXA Groep en aan ondernemingen en/of personen die ermee in verbinding staan (advocaten, experts, adviserende artsen, herverzekeraars, medeverzekeraars, verzekeringstussenpersonen, dienstverleners, andere verzekerings- maatschappijen, vertegenwoordigers, follow-up bureaus voor tarifering, schaderegelingsbureaus, Datassur).
Deze gegevens mogen ook meegedeeld worden aan de controle-instanties, aan de bevoegde overheids- diensten en aan elk ander overheids- of privéorganisme waarmee AXA Belgium persoonsgegevens kan uitwisselen in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving.
Als de betrokkene ook klant is van AXA Bank Belgium, mogen deze persoonsgegevens door AXA Belgium verwerkt worden in gezamenlijke bestanden met het oog op het beheer van het personenbestand, en meer bepaald het beheer en de update van de identificatiegegevens.
Overdracht van gegevens buiten de Europese Unie
De andere ondernemingen van de AXA Groep, de ondernemingen en/of personen die ermee in verbinding staan en aan wie de persoonsgegevens worden meegedeeld, kunnen zich zowel in de Europese Unie als erbuiten bevinden. In geval van overdracht van persoonsgegevens naar derden die zich buiten de Europese Unie bevinden, houdt AXA Belgium zich aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van kracht zijn voor dergelijke overdrachten. AXA Belgium waarborgt namelijk een adequaat beschermingsniveau voor de aldus overgedragen persoonsgegevens, op basis van de door de Europese Commissie ingestelde alternatieve
mechanismen, zoals de standaard contractuele voorwaarden of ook de bindende ondernemingsregels voor de AXA Groep in geval van overdrachten binnen de groep (B.S. 6/10/2014, p. 78547).
De betrokkene kan van de door AXA Belgium getroffen maatregelen om persoonsgegevens te mogen overdragen buiten de Europese Unie een kopie verkrijgen door zijn aanvraag te sturen naar AXA Belgium op het hierna vermelde adres (paragraaf ‘Contact opnemen met AXA Belgium’).
Gegevensbewaring
AXA Belgium bewaart de persoonsgegevens die verzameld worden met betrekking tot de verzekerings- overeenkomst tijdens de hele duur van de contractuele relatie of van het beheer van de schadedossiers, met bijwerking ervan telkens de omstandigheden dit vereisen, dit verlengd met de wettelijke bewaartermijn of met de verjaringstermijn om het hoofd te kunnen bieden aan een vordering of eventueel verhaal, ingesteld na het einde van de contractuele relatie of na de afsluiting van het schadedossier.
AXA Belgium bewaart de persoonsgegevens met betrekking tot geweigerde offertes of offertes waaraan AXA Belgium geen gevolg heeft gegeven tot vijf jaar na de uitgifte van de offerte of de weigering om een contract af te sluiten.
Noodzaak om persoonsgegevens mee te delen
De persoonsgegevens met betrekking tot de betrokkene die AXA Belgium vraagt om mee te delen, zijn noodzakelijk voor de afsluiting en de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst. De niet-mededeling van deze gegevens kan de afsluiting of de goede uitvoering van de verzekeringsovereenkomst onmogelijk maken.
Vertrouwelijkheid
AXA Belgium heeft alle vereiste maatregelen getroffen om de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens te vrijwaren en om zich te wapenen tegen niet-gemachtigde toegang, misbruik, wijziging of wissing van deze gegevens.
AXA Belgium volgt hiertoe de standaarden inzake veiligheid en continuïteit van de dienstverlening en evalueert regelmatig het veiligheidsniveau van zijn processen, systemen en toepassingen, alsook dat van zijn partners.
Rechten van de betrokkene
De betrokkene heeft het recht:
• om van AXA Belgium de bevestiging te krijgen of de hem betreffende persoonsgegevens verwerkt of niet verwerkt worden, en om deze gegevens - indien ze verwerkt worden - te raadplegen;
• om zijn persoonsgegevens die onjuist of onvolledig zijn, te laten rechtzetten en in voorkomend geval te laten aanvullen;
• om zijn persoonsgegevens in bepaalde omstandigheden te laten wissen;
• om de verwerking van zijn persoonsgegevens in bepaalde omstandigheden te laten beperken;
• om zich, om redenen die verband houden met zijn specifieke situatie, te verzetten tegen een verwerking van de persoonsgegevens op basis van de gerechtvaardigde belangen van AXA Belgium. De verantwoordelijke voor de verwerking verwerkt dan de persoonsgegevens niet langer, tenzij hij aantoont dat er rechtmatige en dwingende redenen voor de verwerking zijn die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkene;
• om zich te verzetten tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens met het oog op direct marketing, met inbegrip van de profilering die wordt verricht met het oog op direct marketing;
• om bezwaar te maken tegen een beslissing die uitsluitend gebaseerd is op een geautomatiseerde verwerking, met inbegrip van profilering, waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of die hem aanmerkelijk treft; als deze geautomatiseerde verwerking echter noodzakelijk is voor de afsluiting of de uitvoering van een contract, heeft de persoon het recht op een menselijke tussenkomst van AXA Belgium, om zijn standpunt te uiten en om de beslissing van AXA Belgium te betwisten;
• om zijn persoonsgegevens die hij aan AXA Belgium heeft meegedeeld, te ontvangen in een gestructureerd, gangbaar en machineleesbaar formaat; om deze gegevens door te zenden aan een andere verwerkings- verantwoordelijke, als (i) de verwerking van zijn persoonsgegevens gebaseerd is op zijn toestemming of noodzakelijk is voor de uitvoering van een contract en (ii) de verwerking gebeurt aan de hand van geauto- matiseerde processen; en te verkrijgen dat zijn persoonsgegevens rechtstreeks van de ene naar de andere verwerkingsverantwoordelijke worden doorgezonden, als dat technisch haalbaar is;
• om zijn toestemming te allen tijde in te trekken, zonder afbreuk te doen aan de verwerkingen die rechtmatig gebeurden vóór de intrekking ervan, als de verwerking van zijn persoonsgegevens gebaseerd is op zijn toestemming;
Contact opnemen met AXA Belgium
Als de betrokkene klant is bij AXA Belgium, kan hij zijn Klantenzone op XXX.xx raadplegen en daar zijn persoonsgegevens en zijn voorkeuren inzake Direct Marketing beheren, en ook zijn persoonsgegevens raadplegen.
De betrokkene kan AXA Belgium contacteren om zijn rechten uit te oefenen, door invulling van het formulier, beschikbaar op de pagina ‘Ons contacteren’ (insert link) via de knop “Bescherming van uw gegevens”, toegankelijk via een hyperlink onderaan op de homepagina op de site XXX.xx.
De betrokkene die zijn rechten wil uitoefenen, kan AXA Belgium ook contacteren door per post een gedateerde en ondertekende brief te sturen, vergezeld van een recto/verso fotokopie van zijn identiteitskaart, naar het adres: AXA Belgium Data Protection Officer (TR1/884), Xxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx.
AXA Belgium zal de aanvragen verwerken binnen de wettelijk voorziene termijnen. Behoudens duidelijk ongegronde of overmatige aanvragen, zal geen enkele betaling gevorderd worden voor de verwerking van zijn aanvragen.
Klacht indienen
Als de betrokkene meent dat AXA Belgium de reglementering ter zake niet naleeft, wordt hij verzocht eerst contact op te nemen met AXA Belgium.
De betrokkene kan ook een klacht indienen bij de Autoriteit voor de Bescherming van Persoonsgegevens op het volgende adres:
Xxxxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Tel. + 00 0 000 00 00
Fax + 00 0 000 00 00
xxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
De betrokkene kan ook klacht indienen bij de rechtbank van eerste aanleg van zijn woonplaats.
0039 - 4184962 - 20191029
AXA Belgium, N.V. van verzekeringen toegelaten onder het nr. 0039 om de takken leven en niet-leven te beoefenen (KB 04-07-1979, BS. 14-07-1979)
Maatschappelijke zetel: Xxxxxxxxxx 0 - X-0000 Xxxxxxx (Xxxxxx) • Internet: xxx.xxx.xx • Tel. : 00 000 00 00 KBO nr.: BTW BE 0404.483.367 RPR Brussel