RAAMOVEREENKOMST VOOR DE FINANCIERING VAN DE PRODUCTIE EN
XXXXXXXXXXXXXXXX VOOR DE FINANCIERING VAN DE PRODUCTIE EN
DE EXPLOITATIE VAN EEN AUDIOVISUEEL WERK
TUSSEN
[Naam + vennootschapsvorm], vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel te [adres maatschappelijke zetel] en met ondernemingsnummer [ondernemingsnummer], waarvan het doel om- schreven wordt in de statuten die aan deze overeenkomst worden gehecht als Bijlage 1, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam] in zijn/haar hoedanigheid van [functie],
hierna: de “Investeerder”;
EN
[Naam + vennootschapsvorm], vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel te [adres maatschappelijke zetel] en met ondernemingsnummer [ondernemingsnummer], waarvan het doel om- schreven wordt in de statuten die aan deze overeenkomst worden gehecht als Bijlage 2 en die op [datum] werd erkend als “in aanmerking komende productievennootschap” in de zin van artikel 194ter, §1, eerste lid, 2° WIB ’92, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Tussenpersoon,
hierna: de “Producent”;
EN
LOOK@LEO Film Financing bvba, vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel te Xxx Xxxxx Xxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx en met ondernemingsnummer 0540.857.449, waarvan het maatschappelijk doel omschreven wordt in de statuten die aan deze overeenkomst worden gehecht als Bijlage 3 en die op 19 december 2019 werd erkend als “in aanmerking komende tussenpersoon” in de zin van artikel 194ter,
§1, eerste lid, 3° WIB ’92, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxx Xxxxxxx in zijn hoedanig- heid van gedelegeerd bestuurder,
hierna: de “Tussenpersoon”; hierna samen: de “Partijen”
WORDT VOORAFGAANDELIJK UITEENGEZET
A. De Producent wenst een audiovisueel werk, waarvan een aantal kenmerken in artikel 2 van deze overeenkomst worden beschreven (hierna: het “Audiovisueel Werk”), te produceren;
B. De Producent wenst voor de financiering van het Audiovisueel Werk beroep te doen op privé-inves- teerders in het kader van de Belgische tax shelter en doet daarvoor beroep op de Tussenpersoon;
C. De Investeerder wenst in het kader van de Belgische tax shelter via de Tussenpersoon aan de Pro- ducent sommen ter beschikking te stellen met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest;
D. Partijen wensen in deze raamovereenkomst, en de Bijlagen die er integraal deel van uitmaken, de voorwaarden en modaliteiten overeen te komen voor de aldus bedoelde financiering overeenkom- stig artikel 194ter WIB‘92;
E. Deze raamovereenkomst wordt gesloten met inachtneming van artikel 194ter WIB’92, zoals inge- voegd bij wet van 22 december 2003, B.S., 31 december 2003 en gewijzigd bij wet van 17 mei 2004, B.S., 4 juni 2004, bij wet van 17 juni 2013, B.S., 28 juni 2013, bij wet van 12 mei 2014, B.S. 27 mei
2014, bij wet van 26 mei 2016, B.S. 7 juni 2016, bij wet van 25 december 2017, B.S. 29 december
2017, bij wet van 11 juli 2018, B.S. 20 juli 2018 en bij wet van 28 april 2019, B.S. 6 mei 2019.
WORDT HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN
ARTIKEL 1 – VOORWERP
Deze raamovereenkomst legt de voorwaarden en modaliteiten vast voor de gedeeltelijke financiering van het Audiovisueel Werk door de Investeerder in overeenstemming met artikel 194ter WIB’92.
ARTIKEL 2 – IDENTIFICATIE EN ERKENNING VAN HET AUDIOVISUEEL WERK
1. Het Audiovisueel Werk heeft (op het ogenblik van de ondertekening van deze overeenkomst en on- derhevig aan mogelijke wijziging lopende de productie) de volgende kenmerken:
• Voorlopige werktitel : XXX
• Scenarist(en) : XXX
• Regisseur(s) : XXX
• Budgetraming : XXX
• Voorziene release: XXX
2. Het Audiovisueel Werk is een Europees audiovisueel werk dat door de bevoegde diensten van de betrokken Gemeenschap is erkend als een Europese productie zoals bedoeld in de richtlijn “Audio- visuele mediadiensten” van 10 maart 2010 (2010/13/EU). Het bewijs van erkenning wordt aan deze overeenkomst gehecht als Bijlage 4.
ARTIKEL 3 – PRODUCTIEBUDGET
1. Het budget dat volgens de Producent nodig is voor de productie en exploitatie van het Audiovisueel Werk wordt door de Producent geraamd op XXX EUR, onder voorbehoud van wijziging.
2. Het budget, dat een duidelijk onderscheid maakt tussen het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de Producent en het gedeelte dat gefinancierd wordt door elk van de in aanmerking komende investeerders, en het gedetailleerde financieringsplan worden aan deze overeenkomst gehecht als Bijlage 6.
Om redenen van discretie worden alle tax shelter investeerders aangeduid met een intern identificatie- nummer en wordt hun identiteit ter beschikking gehouden van de FOD Financiën.
3. Het totaalbedrag van de uitgaven dat gefinancierd zal worden door in aanmerking komende inves- teerders met het oog op een belastingvrijstelling overeenkomstig artikel 194ter WIB’92, zal niet meer bedragen dan 50% van het totale productiebudget van het Audiovisueel Werk en zal daad- werkelijk aangewend worden voor de realisatie en lancering van het Audiovisueel Werk.
4. De fiscale waarde van het tax shelter-attest voor het Audiovisueel Werk wordt door artikel 194ter,
§8, WIB’92 vastgelegd op:
- 70% van het bedrag van de in aanmerking komende productie- en exploitatie-uitgaven verricht in de Europese Economische Ruimte en uitgevoerd voor de productie en de exploitatie van het Audio- visueel Werk, in de mate dat deze 70% van het bedrag van de uitgaven, uitgaven zijn die recht- streeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
- met een maximum van 10/9 van het bedrag dat betrekking heeft op de productie- en exploitatie- uitgaven die in België werden gedaan, binnen een termijn van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest
voor de productie en de exploitatie van het Audiovisueel Werk, waarbij desgevallend ook de uitga- ven gedaan binnen 6 maanden voorafgaand aan de ondertekening van de raamovereenkomst in aanmerking kunnen worden genomen, voor zover de Producent kan verantwoorden waarom het noodzakelijk was dat deze uitgaven moesten gedaan worden vóór en niet na de ondertekening. Voor animatiefilms en animatieseries bestemd voor televisie wordt hogervermelde termijn van 18 maanden verlengd met 6 maanden.
5. De verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest is XXX EUR. Onverminderd artikel 9 en 10 hierna, bevestigt en aanvaardt de Investeerder evenwel dat de waarde van het definitieve tax shel- ter-attest na controle van het voltooide Audiovisueel Werk door de bevoegde dienst van de FOD Financiën lager kan zijn.
ARTIKEL 4 – TAX SHELTER INVESTERING DOOR DE INVESTEERDER
1. De Investeerder verklaart en waarborgt dat hij XXX EUR zal storten op de rekening van de Tussen- persoon (BEXXX), die dit bedrag zal ontvangen in naam en voor rekening van de Producent. De Tus- senpersoon zal daartoe, na ondertekening van huidige raamovereenkomst, een betalingsuitnodi- ging bezorgen aan de Investeerder.
2. In ieder geval dient het volledige bedrag uiterlijk binnen de 3 maanden na het afsluiten van deze raamovereenkomst daadwerkelijk gestort te zijn opdat de Investeerder van het fiscaal voordeel zou kunnen genieten.
3. Indien de Investeerder niet binnen deze termijn de integrale som bedoeld in art. 4.1. heeft gestort, gaat het fiscaal voordeel voor de Investeerder automatisch verloren, wordt deze raamovereen- komst, zonder dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling vereist is, automatisch en zonder rechterlijke tussenkomst ontbonden, en zijn zowel de Producent als de Tussenpersoon bevrijd van al hun verplichtingen voortvloeiend uit huidige raamovereenkomst. Bovendien zal in geval van ont- binding om voormelde reden de Investeerder een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd zijn gelijk aan 18% van het toegezegde bedrag. Indien de Investeerder op het ogenblik van de automati- sche ontbinding:
a) nog geen sommen heef t gestort, dan zal hij meteen na de automatische ontbinding per aangete- kend schrijven in gebreke worden gesteld door de Tussenpersoon of de Producent, met verwijzing naar huidig artikel 4.3.a., en met verzoek de forfaitaire schadevergoeding te betalen binnen een termijn van uiterlijk 8 weken na de datum van verzending van die ingebrekestelling. Bij gebrek aan betaling binnen die termijn van 8 weken, volgt een tweede, ultieme ingebrekestelling, waarbij een laatste respijttermijn van 1 week na datum van verzending zal worden toegekend;
b) reeds sommen heef t gestort ten belope van meer dan 18% van het toegezegde bedrag, dan zal deze na de automatische ontbinding per aangetekend schrijven een kennisgeving ontvangen vanwege de Tussenpersoon of de Producent, met verwijzing naar huidig artikel 4.3.b., waarop vervolgens het saldo van de gestorte sommen aan de Investeerder zal worden teruggestort, na aftrek van de forfai- taire schadevergoeding;
c) reeds sommen heef t gestort, evenwel voor minder dan 18% van het toegezegde bedrag, dan zal deze na de automatische ontbinding per aangetekend schrijven een ingebrekestelling ontvangen vanwege de Tussenpersoon of de Producent, waarin onder verwijzing naar huidig artikel 4.3.c., enerzijds zal worden meegedeeld dat de reeds gestorte sommen zullen worden ingehouden als ge- deeltelijke betaling van de forfaitaire schadevergoeding, en anderzijds het saldo van de forfaitaire schadevergoeding betaalbaar is binnen uiterlijk 8 weken na verzending van de ingebrekestelling. Bij gebrek aan betaling binnen die termijn van 8 weken, volgt een tweede, ultieme ingebrekestelling, opnieuw per aangetekend schrijven, waarbij een laatste respijttermijn van 1 week na datum van verzending zal worden toegekend.
ARTIKEL 5 – VOORLOPIGE EN DEFINITIEVE FISCALE VRIJSTELLING EN PREFINANCIERINGSVERGOEDING
1. Voorlopige fiscale vrijstelling
In hoofde van de Investeerder wordt de belastbare winst in het belastbaar tijdperk waarin deze raamover- eenkomst is getekend, binnen de grenzen en onder de in artikel 194ter WIB ‘92 gestelde voorwaarden voor- lopig vrijgesteld ten belope van 421% van de sommen waartoe de Investeerder zich in uitvoering van deze raamovereenkomst heeft verbonden, voor zover deze werkelijk door de Investeerder gestort zijn binnen de drie maanden na ondertekening van deze raamovereenkomst en voor zover dit niet meer bedraagt dan 203% van de verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest.
2. Definitieve fiscale vrijstelling
De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het tax shelter-attest uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin deze raamovereenkomst wordt getekend, daadwerkelijk wordt afgeleverd door de FOD Financiën.
De vrijstelling waarop aanspraak wordt gemaakt uit hoofde van ofwel de sommen die op grond van de raamovereenkomst werkelijk betaald zijn in het in artikel 194ter, § 2 WIB ’92 bedoelde tijdperk (zie artikel
4.2 hierboven) ofwel de fiscale waarde van het tax shelter-attest, en van de in artikel 194ter, § 3, tweede lid
WIB ’92 bedoelde overdracht, kan uiterlijk worden toegekend in het aanslagjaar verbonden met het vierde belastbaar tijdperk dat volgt op het jaar van de ondertekening van de raamovereenkomst.
De definitieve vrijstelling die is toegekend op basis van de gestorte sommen in uitvoering van deze raam- overeenkomst en met het oog op het behalen van een tax shelter-attest wordt slechts toegekend indien de Investeerder bij de aangifte op de inkomstenbelastingen van het belastbaar tijdperk in de loop van hetwelk de Investeerder aanspraak heeft gemaakt op de definitieve vrijstelling, een kopie voegt van het tax shelter- attest dat hij ontvangen heeft in overeenstemming met artikel 194ter, § 1, eerste lid, 10°,WIB ’92, en in de mate waarin per belastbaar tijdperk de grens en het maximum bedoeld in artikel 194ter, § 3 WIB ’92 wor- den nageleefd.
3. Prefinancieringsvergoeding
Voor de periode verstreken tussen de datum van de eerste storting op grond van deze raamovereenkomst en het ogenblik waarop het tax shelter-attest wordt afgeleverd, maar met een maximum van 18 maanden, zal de Producent aan de Investeerder een som betalen berekend op de in het kader van deze raamovereen- komst effectief uitgevoerde betalingen die worden verricht ter verkrijging van het tax shelter-attest, pro rata het aantal verlopen dagen, aan de hoogste interestvoet wettelijk toegelaten, zijnde, op jaarbasis, het ge- middelde van EURIBOR 12 maanden van de laatste dag van elke maand van het kalenderhalsaar dat vooraf- gaat aan de door de Investeerder gedane stortingen, verhoogd met 450 basispunten (de “Prefinancierings- vergoeding”).
De Prefinancieringsvergoeding zal in één keer aan de Investeerder uitbetaald worden wanneer de maximale looptijd van 18 maanden na datum van eerste storting door de Investeerder in uitvoering van deze Raam- overeenkomst is verstreken, of op het ogenblik waarop het tax shelter-attest wordt afgeleverd door de FOD financiën indien dit eerder gebeurt.
De betaling van de Prefinancieringsvergoeding gebeurt door storting op de rekening van de Investeerder (BEXXX).
Ten behoeve van deze bepaling zal de Tussenpersoon in naam en voor rekening van de Producent:
- het bedrag van de Prefinancieringsvergoeding, voorlopig geraamd op een duurtijd van 18 maanden, voorafnemen van het bedrag gestort door de Investeerder in uitvoering van deze raamovereen- komst en nog niet doorstorten aan de Producent;
- op het ogenblik dat het bedrag van de Prefinancieringsvergoeding definitief vaststaat, dit definitieve bedrag storten aan de Investeerder, en het saldo van het voorafgenomen bedrag doorstorten aan de Producent.
ARTIKEL 6 – VERBINTENISSEN, WAARBORGEN EN VERKLARINGEN VAN DE TUSSENPERSOON
1. De Tussenpersoon verklaart en waarborgt dat:
- zij overeenkomstig artikel 194ter, §1, lid 1, 3° WIB’92 in het kader van de onderhandelingen en het afsluiten van een raamovereenkomst tussenkomt met het oog op het afleveren van een tax shelter- attest in ruil voor een vergoeding;
- zij zelf geen in aanmerking komende productievennootschap of in aanmerking komende investeer- der in de zin van artikel 194ter, §1, lid 1, 1°en 2° WIB’92 is;
- zij door de minister bevoegd voor Financiën erkend is als in aanmerking komende tussenpersoon in de zin van artikel 194ter, §1, lid 1, 3° WIB’92 op 19 december 2019. Het attest van erkenning wordt aan deze overeenkomst gehecht als Bijlage 7.
2. De Tussenpersoon zal uiterlijk binnen de maand volgend op de ondertekening van deze raamover- eenkomst, in naam en voor rekening van de Producent, zorgen voor de aanmelding van deze raam- overeenkomst bij de FOD Financiën.
3. De Tussenpersoon zal er samen met de Producent op toe zien dat de stortingen van in aanmerking komende investeerders op basis van deze en andere raamovereenkomsten met betrekking tot het Audiovisueel Werk waar zij als Tussenpersoon partij bij is, ten laatste 3 maanden voor de aflevering van het tax shelter-attest zullen zijn uitgevoerd.
4. De Tussenpersoon waarborgt dat elke in aanmerking komende investeerder noch een in aanmer- king komende productievennootschap, noch een televisieomroep, noch een in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen met een in aanmerking komende productievennootschap verbonden vennootschap is.
5. De Tussenpersoon verbindt zich ertoe om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het tax shelter-stelsel en meer in het bijzonder, conform artikel 194ter, § 12 WIB ’92, de verplichtingen voortvloeiend uit de wet van 11 juli 2018 op de aanbieding aan het publiek van beleggingsinstru- menten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en met Verordening 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek wor- den aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot in- trekking van richtlijn 2003/71/EG. De Investeerder erkent een kopie van het prospectus ontvangen te hebben via een link op de website van de Tussenpersoon en via de website van de FSMA (xxx.xxxx.xx).
6. De Tussenpersoon verbindt zich ertoe haar verbintenissen ten aanzien van de verzekeraar, die de verzekering bedoeld in artikel 11.1 aflevert, na te komen en alle voorwaarden opgenomen in de verzekeringspolis die op haar als tussenpersoon betrekking hebben (Bijlage 9 a & b) na te leven.
ARTIKEL 7 – VERBINTENISSEN, WAARBORGEN EN VERKLARINGEN VAN DE PRODUCENT
1. De Producent verklaart en waarborgt dat:
- zij een naar Belgisch recht opgerichte vennootschap is, waarvan de maatschappelijke zetel, de voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België is gevestigd;
- zij niet van de toepassing van de vennootschapsbelasting is uitgesloten en is erkend als in aanmer- king komende productievennootschap in de zin van artikel 194ter, §1, lid 1, 2° WIB’92. Het attest van erkenning wordt aan deze overeenkomst gehecht als Bijlage 8;
- zij als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft. De statu- ten van de Producent bevatten de volledige beschrijving van het maatschappelijk doel van de Pro- ducent en worden aan deze overeenkomst gehecht als Bijlage 2;
- zij op het ogenblik van ondertekening van de Raamovereenkomst geen achterstallen heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
2. De Producent is geen televisieomroep, noch een onderneming die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep. De Producent kan ook niet als een met een Belgische of buiten- landse televisieomroep verbonden onderneming beschouwd worden overeenkomstig artikel 194- ter, §1, eerste lid, 2°, tweede paragraaf WIB ’92, gezien deze televisieomroep geen voordelen ver- krijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het Audiovisueel Werk. Indien de Producent wél verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep in de zin van artikel 194ter, §1, eerste lid, 2°, eerste paragraaf WIB ’92, verbindt de Producent zich er met andere woorden ten aanzien van de Investeerder toe om geen raamovereenkomst af te sluiten in het kader van het tax shelter stelsel voor de productie van het Audiovisueel Werk waarvoor deze televisieomroep voordelen zou verkrijgen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het Audiovisueel Werk.
3. De Producent verbindt zich ertoe om het definitieve bedrag aan financiering dat wordt aangewend in uitvoering van raamovereenkomsten onder het tax shelter stelsel te beperken tot ten hoogste 50% van de begroting (en dus ook het uiteindelijke, daadwerkelijke bedrag) van de totale uitgaven van het Audiovisueel Werk voor het geheel van de in aanmerking komende investeerders, en om alle door in aanmerking komende investeerders in uitvoering van hun raamovereenkomst tijdig ge- storte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van deze begroting.
4. De Producent verbindt zich er toe om ervoor te zorgen dat de som van alle fiscale waarden van de tax shelter-attesten voor het Audiovisueel Werk maximaal 15.000.000 EUR bedraagt.
5. De Producent verklaart verder:
- dat ten minste 70% van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Eco- nomische Ruimte, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie van het Audiovisueel Werk;
- dat ten minste 70% van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België worden gedaan, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie van het Audiovisueel Werk;
- dat ten minste 90% van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven die in aanmerking ge- nomen worden bij de berekening van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter- attest zoals vermeld in artikel 3.5. van deze raamovereenkomst, in België gedane productie- en ex- ploitatie-uitgaven zijn, zodat deze fiscale waarde kan worden bereikt.
6. De Producent verbindt zich er toe om in de eindgeneriek van het Audiovisueel Werk de steun te vermelden aangebracht door de Belgische wetgever inzake de tax shelter.
7. De Producent verbindt zich ertoe om:
- aan de Investeerder, via de Tussenpersoon, een kopij te bezorgen van het document waarin de be- trokken Gemeenschap bevestigt dat het Audiovisueel Werk is voltooid en dat de in toepassing van het artikel 194ter WIB’92 uitgevoerde globale financiering van het Audiovisueel Werk is uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarde en grens bedoeld in artikel 7.3 van deze raamovereen- komst;
- dit document tevens over te maken aan de FOD financiën op het moment van aanvraag van de fis- cale controle met het oog op de aflevering van het tax shelter-attest.
8. De Producent zal erop toezien dat alle stortingen van in aanmerking komende investeerders op ba- sis van deze en alle andere raamovereenkomsten met betrekking tot het Audiovisueel Werk in hun geheel ten laatste 3 maanden voor de aflevering van het tax shelter-attest zullen zijn uitgevoerd.
9. De Producent waarborgt dat elke in aanmerking komende investeerder noch een in aanmerking komende productievennootschap, noch een televisieomroep, noch een in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen met een in aanmerking komende produc- tievennootschap verbonden vennootschap is.
10. De Producent verbindt zich ertoe om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het tax shel- ter- stelsel en meer in het bijzonder, conform artikel 194ter, § 12 WIB ’92, de verplichtingen voort- vloeiend uit de wet van 11 juli 2018 op de aanbieding aan het publiek van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en met Verordening 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betref- fende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van richtlijn 2003/71/EG. De Investeerder erkent een kopie van het prospectus ontvangen te heb- ben via een link op de website van de Tussenpersoon en via de website van de FSMA (www.fsma.- be).
11. De Producent verbindt zich ertoe zijn verbintenissen ten aanzien van de verzekeraar, die de verze- kering bedoeld in artikel 11.1. aflevert, na te komen en alle voorwaarden opgenomen in de verzeke- ringspolis die op hem als producent betrekking hebben (Bijlage 9 a & b) na te leven.
ARTIKEL 8 – WAARBORGEN EN VERKLARINGEN VAN DE INVESTEERDER
1. De Investeerder verklaart en waarborgt dat:
- hij een naar Belgisch recht opgerichte vennootschap is waarvan de maatschappelijke zetel, de voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België is gevestigd, dan wel een Belgische inrichting van een belastingplichtige is bedoeld in artikel 227, 2° WIB ’92;
- hij niet van de toepassing van de vennootschapsbelasting is uitgesloten; en
- hij (1) geen in aanmerking komende productievennootschap is zoals bedoeld in artikel 194ter, §1, eerste lid, 2° WIB ’92 of een gelijkaardige productievennootschap die niet erkend is, (2) noch een overeenkomstig artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen hiermee verbonden vennoot- schap is die deelneemt aan het Audiovisueel Werk, (3) noch een televisieomroep is. De statuten van de Investeerder worden aan deze overeenkomst gehecht als Bijlage 1.
2. De investeerder verklaart op de hoogte te zijn van de voorwaarden waaronder hij aanspraak kan maken op de belastingvrijstelling op grond van artikel 194ter WIB’92, waarvan kopie aan deze over- eenkomst wordt gehecht als Bijlage 5, in het bijzonder:
- Per belastbaar tijdperk wordt de voorlopige fiscale vrijstelling verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50%, met een maximum van 750.000 EUR, van de belastbare gereserveerde winst van
het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve hierna om- schreven in het derde streepje van huidig artikel 8.2.
- Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van deze raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet ver- leende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdper- ken, en dit tot maximaal het vierde belastbaar tijdperk dat volgt op het jaar van de ondertekening van huidige raamovereenkomst, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste streepje van dit artikel 8.2. gestelde grenzen.
- De voorlopige vrijstelling die is toegekend op basis van de overgemaakte sommen in uitvoering van deze raamovereenkomst met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest wordt slechts ver- leend en behouden wanneer:
1° de voorlopig vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de ba- lans geboekt is en blijft tot de Investeerder de definitieve vrijstelling opeist overeenkomstig de in artikel 194ter, §5 WIB ’92 vermelde termijnen en voorwaarden; en
2° de voorlopig vrijgestelde winst niet tot grondslag dient voor de berekening van enige be- loning of toekenning tot op de datum waarop het tax shelter-attest door de FOD Financiën wordt afgeleverd; en
3° het totaal van de door het geheel van in aanmerking komende investeerders daadwerke- lijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst niet meer bedraagt dan 50% van het totale budget van de uitgaven voor het Audiovisueel Werk en daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget wordt aangewend; en
4° de voorlopig vrijgestelde winst beperkt is tot 203% van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest zoals vermeld in deze raamovereenkomst.
- De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het tax shelter-attest uiterlijk op 31 decem- ber van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de xxxxxxxxxxxxxxxx wordt getekend, daad- werkelijk wordt afgeleverd door de FOD Financiën.
3. De Investeerder erkent en aanvaardt dat hij op geen enkele wijze inspraak zal hebben in de artistie- ke creatie, productionele en inhoudelijke uitwerking van het Audiovisueel Werk.
4. De Investeerder erkent en aanvaardt dat hem in het kader van deze raamovereenkomst geen enkel economisch of financieel voordeel kan worden toegekend, met uitzondering van handelsgeschen- ken van geringe waarde in de zin van artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. De waarborg van het voltooien van het Audiovisueel Werk en de afle- vering van het tax shelter-attest wordt niet beschouwd als een economisch of financieel voordeel, voor zover de Investeerder, in het geval deze zich beroept op die waarborg, niet meer ontvangt dan het bedrag van de belastingen en de nalatigheidsinteresten verschuldigd door deze Investeerder in het geval van niet naleving van de vrijstellingsvoorwaarden. De Investeerder erkent tevens dat hij geen rechten, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het Audiovisueel Werk mag bezitten of in het bezit heeft gehad. De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan het recht van de Investeerder om aanspraak te maken op een eventuele aftrek als beroepskosten van de andere bedragen dan dege- ne die in het kader van deze raamovereenkomst gestort zijn en die evenzeer betrekking hebben op de productie van het Audiovisueel Werk, en dit binnen de voorwaarden bepaald door artikelen 49 en volgende WIB’92.
5. Indien de Investeerder één of meerdere van zijn verbintenissen, verklaringen of waarborgen opge- nomen in deze raamovereenkomst schendt, zijn de Producent en de Tussenpersoon gerechtigd, wanneer hen dit goeddunkt, onder voorbehoud van toepassing van artikel 4.3, eenzijdig deze
xxxxxxxxxxxxxxxx te ontbinden zonder rechterlijke tussenkomst, indien aan bedoelde tekortko- ming tien (10) werkdagen na ingebrekestelling daartoe per aangetekend schrijven niet is verholpen, en met dien verstande dat de door de Investeerder reeds gestorte bedragen de Producent en de Tussenpersoon definitief toekomen. Als gevolg ervan zal de Investeerder in ieder geval niet gerech- tigd zijn op enig fiscaal voordeel. Het recht van de Investeerder op de Prefinancieringsvergoeding, blijft evenwel onaangetast, tenzij en ten belope van de nadelige gevolgen die de Producent zou on- dervinden door dergelijke schending.
6. De Investeerder garandeert dat hij zijn activiteiten voert overeenkomstig alle toepasselijke wettelij- ke bepalingen en in het bijzonder, maar niet beperkt tot, met in acht name van de wetgeving inzake witwassen en anti-corruptie.
ARTIKEL 9 – AANSPRAKELIJKHEID VAN DE TUSSENPERSOON
1. De Investeerder zal, binnen de grenzen hierna bepaald, ten aanzien van de Tussenpersoon enkel aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding in de volgende gevallen:
a) indien het tax shelter-attest niet wordt afgeleverd door de FOD Financiën uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin deze raamovereenkomst wordt ondertekend, of niet voor het volledige vooropgestelde bedrag en voor zover dit te wijten is aan een aan de Tussenper- soon toerekenbare fout;
b) voor iedere andere geleden schade, die haar oorzaak vindt in een schending van of onjuistheid in de door de Tussenpersoon krachtens deze raamovereenkomst aangegane verbintenissen en gege- ven verklaringen en waarborgen overeenkomstig artikel 6.
2. De aansprakelijkheid van de Tussenpersoon is in ieder geval beperkt tot:
a) in het geval van artikel 9.1.a: het bedrag van de belastingverhoging en verwijlintresten op het ge- deelte van de belasting dat proportioneel verband houdt met de bij toepassing van deze raamover- eenkomst voorheen vrijgestelde winst, voor zover de belastingverhoging en verwijlintresten niet toe te schrijven zijn aan een nalatigheid van de Investeerder of de Producent bij de vervulling van hun eigen verplichtingen voortvloeiend uit huidige raamovereenkomst of de wet. Indien de schade- vergoeding daarenboven belastbaar zou zijn in hoofde van de Investeerder, verbindt de Tussenper- soon zich er ook toe deze schade te vergoeden door de vergoeding te verhogen met het bedrag aan belastingen dat hieruit voortvloeit (“Brutering”1);
b) in het geval van artikel 9.1.b: [10%] van het bedrag van de tax shelter investering waartoe de Inves- teerder zich krachtens artikel 4 verbonden heeft, in zoverre dat bedrag effectief gestort werd door de Investeerder en de schade en de omvang ervan op definitieve wijze is komen vast te staan.
3. Zonder afbreuk te doen aan artikel 9.1, zal, indien de Investeerder in aanmerking komt voor ver- goeding van diens schade door de verzekeraar bedoeld in art. 11.1, en de verzekeraar echter pas later dan de voorziene datum uitbetaalt én die vertraging te wijten is aan een handelen of nalaten te handelen van de Tussenpersoon, de Tussenpersoon ten titel van schadevergoeding daarvoor en- kel een nalatigheidsintrest verschuldigd zijn vanaf de normaal voorziene datum voor uitbetaling, berekend op het door de verzekeraar uit te betalen bedrag, tot op het ogenblik dat de verzekeraar daadwerkelijk heeft uitbetaald, en in ieder geval begrensd tot op het ogenblik dat de laattijdige uit- betaling niet meer te wijten is aan het handelen of nalaten te handelen van de Tussenpersoon. De toepasselijke interestvoet voor de nalatigheidsintresten is deze bedoeld in de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.
1 “Brutering” is gelijk aan het bedrag van de initieel uitgekeerde vergoeding ter dekking van de belastingverhoging en nalatigheids- intresten vermenigvuldigd met de aanslagvoet van de vennootschapsbelasting van toepassing op die initieel uitgekeerde vergoe- ding, gedeeld door één (1) min de aanslagvoet van de vennootschapsbelasting van toepassing op de bijkomend uitgekeerde scha- devergoeding.
4. De Investeerder kan enkel verhaal uitoefenen op de Tussenpersoon, indien hij de Tussenpersoon daartoe tijdig, i.e. uiterlijk de laatste dag van het vijfde jaar volgend op de uiterste datum waarop het tax shelter-attest met betrekking tot het Audiovisueel Werk moet worden afgeleverd door de FOD Financiën, per aangetekende brief in gebreke heeft gesteld en deze ingebrekestelling de reden vermeldt waarom hij verhaal wenst uit te oefenen en het bedrag dat hij als schadevergoeding vor- dert.
Indien de Investeerder zich beroept op de situatie bedoeld in art. 9.1 a) (niet-tijdige aflevering van het tax shelter-attest of niet voor het volledige vooropgestelde bedrag), dan verbindt de Investeerder zich er tevens toe:
a) kopie over te maken aan de Tussenpersoon én de verzekeraar bedoeld in art. 11.1. van het aanslag- biljet waarin de belastingverhoging en verwijlintresten op het gedeelte van de belasting dat propor- tioneel verband houdt met de bij toepassing van deze raamovereenkomst voorheen vrijgestelde winst zijn opgenomen, binnen de 20 werkdagen na ontvangst ervan;
b) die belastingverhoging en verwijlintresten ook binnen de door de FOD financiën opgelegde termijn te betalen.
Bij gebrek aan naleving van één of beide van die verbintenissen, kan de Tussenpersoon in geen geval aan- sprakelijk worden gesteld voor de bijkomende schade (waaronder bijkomende nalatigheidsintresten) die daardoor zou ontstaan in hoofde van de Investeerder.
5. De Tussenpersoon en de Investeerder verbinden er zich toe om in ieder geval al wat redelijkerwijze mogelijk is te doen om de omvang van de eventuele schade van de Investeerder te beperken.
6. In geen geval kan de Tussenpersoon worden aangesproken tot nakoming van enige verbintenis van de Producent en/of tot vergoeding van enige schade geleden ingevolge schending door de Produ- cent van één of meerdere van haar verbintenissen, voortvloeiend uit huidige raamovereenkomst en/of de wet.
ARTIKEL 10 - AANSPRAKELIJKHEID VAN DE PRODUCENT
1. De Investeerder zal, binnen de grenzen hierna bepaald, ten aanzien van de Producent enkel aan- spraak kunnen maken op een schadevergoeding in de volgende gevallen:
a) indien het tax shelter-attest niet wordt afgeleverd door de FOD Financiën uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin deze raamovereenkomst wordt ondertekend, of niet voor het volledige vooropgestelde bedrag en voor zover dit te wijten is aan een aan de Producent toerekenbare fout;
b) voor iedere andere geleden schade, die haar oorzaak vindt in een schending van of onjuistheid in de door de Producent krachtens deze raamovereenkomst aangegane verbintenissen en gegeven verklaringen en waarborgen overeenkomstig artikel 7.
2. De aansprakelijkheid van de Producent is in ieder geval beperkt tot:
a) in het geval van artikel 10.1.a: het bedrag van de belastingverhoging en verwijlintresten op het ge- deelte van de belasting dat proportioneel verband houdt met de bij toepassing van deze raamover- eenkomst voorheen vrijgestelde winst, voor zover de belastingverhoging en verwijlintresten niet toe te schrijven zijn aan een nalatigheid van de Investeerder bij de vervulling van zijn eigen fiscale verplichtingen. Indien de schadevergoeding daarenboven belastbaar zou zijn in hoofde van de In-
b) in het geval van artikel 10.1.b: [10%] van het bedrag van de tax shelter investering waartoe de In- vesteerder zich krachtens artikel 4 verbonden heeft, in zoverre dat bedrag effectief gestort werd door de Investeerder en de schade en de omvang ervan op definitieve wijze is komen vast te staan.
3. Zonder afbreuk te doen aan artikel 10.1, zal, indien de Investeerder in aanmerking komt voor ver- goeding van diens schade door de verzekeraar bedoeld in art. 11.1, en de verzekeraar echter pas later dan de voorziene datum uitbetaalt én die vertraging te wijten is aan een handelen of nalaten te handelen van de Producent, de Producent ten titel van schadevergoeding daarvoor enkel een nalatigheidsintrest verschuldigd zijn vanaf de normaal voorziene datum voor uitbetaling, berekend op het door de verzekeraar uit te betalen bedrag, tot op het ogenblik dat de verzekeraar daadwer- kelijk heeft uitbetaald, en in ieder geval begrensd tot op het ogenblik dat de laattijdige uitbetaling niet meer te wijten is aan het handelen of nalaten te handelen van de Producent. De toepasselijke interestvoet voor de nalatigheidsintresten is deze bedoeld in de Wet van 2 augustus 2002 betref- fende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.
4. De Investeerder kan enkel verhaal uitoefenen op de Producent indien hij de Producent daartoe tij- dig, i.e. uiterlijk de laatste dag van het vijfde jaar volgend op de uiterste datum waarop het tax shel- ter-attest met betrekking tot het Audiovisueel Werk moet worden afgeleverd door de FOD financi- ën, per aangetekende brief in gebreke heeft gesteld en deze ingebrekestelling de reden vermeldt waarom hij verhaal wenst uit te oefenen en het bedrag dat hij als schadevergoeding vordert. .
Indien de Investeerder zich beroept op de situatie bedoeld in art. 10.1.a) (niet-tijdige aflevering van het tax shelter-attest, of niet voor het volledige vooropgestelde bedrag), dan verbindt de Investeerder zich er te- vens toe:
a) kopie over te maken aan de Producent, de Tussenpersoon én de verzekeraar bedoeld in art. 11.1.van het aanslagbiljet waarin de belastingverhoging en verwijlintresten op het gedeelte van de belasting dat proportioneel verband houdt met de bij toepassing van deze raamovereenkomst voorheen vrijgestelde winst zijn opgenomen, binnen de 20 werkdagen na ontvangst ervan over te maken;
b) die belastingverhoging en verwijlintresten ook binnen de door de FOD financiën opgelegde termijn te betalen.
Bij gebrek aan naleving van één of beide van die verbintenissen, kan de Producent in geen geval aansprake- lijk worden gesteld voor de bijkomende schade (waaronder bijkomende nalatigheidsintresten) die daardoor zou ontstaan in hoofde van de Investeerder.
5. De Producent en de Investeerder verbinden er zich toe om in ieder geval al wat redelijkerwijze mo- gelijk is te doen om de omvang van de eventuele schade van de Investeerder te beperken.
6. In geen geval kan de Producent worden aangesproken tot nakoming van enige verbintenis van de Tussenpersoon en/of tot vergoeding van enige schade geleden ingevolge schending door de Tus- senpersoon van één of meerdere van haar verbintenissen, voortvloeiend uit huidige raamovereen- komst en/of de wet.
ARTIKEL 11 – VERZEKERING & OPTIONELE BIJKOMENDE WAARBORG
1. De Tussenpersoon heeft een verzekering afgesloten, met de Producent als verzekerde, waarbij de Investeerder als begunstigde van die verzekering beschermd is tegen het risico van geheel of ge- deeltelijk verlies van het fiscaal voordeel als gevolg van het niet of laattijdig bekomen van het tax
2 Zie artikel 9.1.a en voetnoot 1.
shelter-attest.3 De bepalingen van de toepasselijke verzekeringspolis worden aan deze overeen- komst gehecht als Bijlage 9.a. Het model van het gepersonaliseerd verzekeringsattest dat de verze- keraar zal uitreiken na ondertekening van deze raamovereenkomst ten name van de Investeerder wordt aan deze overeenkomst gehecht als Bijlage 9.b.
2. De Tussenpersoon zal de verzekering aanhouden tot en met de uiterste datum waarop het tax shel- ter-attest moet worden afgeleverd door de FOD financiën, met dien verstande dat de kosten verbo- den aan deze verzekering voor rekening van de Producent zijn (en dus kosteloos voor de Investeer- der).
3. De Producent verbindt zich ertoe om tijdig en uiterlijk binnen de 10 werkdagen na de uiterste da- tum waarop het tax shelter-attest moest worden afgeleverd door de FOD financiën aan de verzeke- raar mee te delen dat het tax shelter-attest niet of slechts voor een gedeelte van het beoogde fis- caal voordeel werd afgeleverd. Terzelfdertijd zal de Producent aan de Tussenpersoon en de Inves- teerder meedelen dat de verzekeraar in kennis werd gesteld (met kopie van de betrokken notifica- tie).
4. De Investeerder wordt eveneens ingelicht dat hij een bijkomende waarborg kan nemen ter be- scherming van de Prefinancieringsvergoeding. Deze waarborg kan worden afgeleverd middels een bankgarantie. De kostprijs van deze waarborg kan in toepassing van artikel 194ter, §11 WIB’92 evenwel niet ten laste worden genomen door de Producent of de Tussenpersoon.
ARTIKEL 12 – CONTINUÏTEIT
Partijen verklaren ingeval van betwisting niets te zullen ondernemen dat de productie, distributie en pro- motie van het Audiovisueel Werk in het gedrang zou kunnen brengen tot op het ogenblik dat alle Partijen de kans hebben gekregen hun verweermiddelen daaromtrent voor te leggen aan de bevoegde rechter (voorzitter van de rechtbank gevat middels een dagvaarding in kort geding, beslagrechter of rechter die kennis neemt van een procedure ten gronde) en die rechter daarop een vonnis op tegenspraak heeft ge- veld.
ARTIKEL 13 – TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTBANK
Huidige overeenkomst is onderworpen aan het Belgisch recht. Elk geschil betreffende de uitvoering, inter- pretatie, beëindiging of ontbinding behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de rechtbanken en hoven van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen.
Opgemaakt te Boechout, op XXX, in drie exemplaren, waarvan elke partij erkent één exemplaar te hebben ontvangen.
(Voorgaande bladzijden paraferen, laatste bladzijde ondertekenen en Bijlagen paraferen)
3 Vergoeding de facto gelijk aan het bedrag van de belastingverhoging en nalatigheidsintresten op het gedeelte van de belasting dat proportioneel verband houdt met de bij toepassing van deze raamovereenkomst voorheen vrijgestelde winst (nalatigheidsintresten beperkt tot maximaal 14% van het bedrag van het initieel beoogde fiscaal voordeel) en, indien belastbaar in hoofde van de Inves- teerder, desgevallend verhoogd met de Brutering.
Voor de Investeerder, Voor de Tussenpersoon, zowel voor eigen rekening, als in naam en voor rekening van de Producent,
[Naam], [functie] Xxxxx Xxxxxxx, gedelegeerd bestuurder
Bijlagen:
1. Statuten van de Investeerder
2. Statuten van de Producent
3. Statuten van de Tussenpersoon
4. Erkenningsatttest van het Audiovisueel Werk
5. Kopie artikel 194ter WIB’92 zoals van toepassing bij de ondertekening van de raamovereenkomst
6. Budget en financieringsplan
7. Erkenning van de Tussenpersoon
8. Erkenning van de Producent
9. a. Polisvoorwaarden Tax Shelter-verzekering
b. Model van verzekeringsattest