RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 XXXXXXXXXXXX 000 ⎯ 0000 XXXXXXX
Dienst voor geneeskundige verzorging
TOEVOEGINGSCLAUSULE BIJ DE REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN HET CO- MITÉ VAN DE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING EN #BENAMING VAN DE INRICHTENDE MACHT# VOOR HET CEREBRAL PALSY- REFERENTIECENTRUM DAT FUNCTIONEERT BINNEN #NAAM VAN HET ZIEKENHUIS MET EVENTUEEL DE NAAM VAN DE CAMPUS VAN HET ZIEKENHUIS#.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uit- keringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 22, 6° en 23 § 3;
Op voorstel van het College van geneesheren-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor genees- kundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
Wordt overeengekomen wat volgt, tussen:
enerzijds,
het Verzekeringscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijks- instituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
en anderzijds,
#benaming van de inrichtende macht#, verder in de overeenkomst aangeduid als de “inrichtende macht”, waarvan het Cerebral Palsy-referentiecentrum afhangt dat func- tioneert binnen #naam van het ziekenhuis met eventueel de naam van de campus van het ziekenhuis#, verder in de tekst aangeduid als “het CP-referentiecentrum”.
Artikel 1. In Artikel 1 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een tweede lid bijge- voegd, luidend als volgt:
“ Deze overeenkomst bepaalt onder meer ook de voorwaarden inzake rechthebbenden met spina bifida, al dan niet met geassocieerde hydrocephalie, - hierna aangeduid als SB - en de voorwaarden waaraan het CP-referentiecentrum moet voldoen om ook als SB-referentiecentrum in de zin van deze overeenkomst te kunnen functioneren. “
Artikel 2. Na Art. 2 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 2bis ingevoegd, luidend als volgt:
“ Art. 2bis. § 1. De rechthebbenden in de zin van deze overeenkomst kunnen even- eens zijn:
1) personen met spina bifida aperta of met spina bifida occulta en een bewezen vorm van tethered cord syndrome. Beide vormen van spina bifida, dit is een aangeboren sluitingsdefect van de neurale buis, worden hierna aangeduid als SB. Een pasgeborene met perinatale traumatische dwarslaesie wordt voor toepassing van deze overeenkomst geassimileerd aan een rechthebbende met SB.
RIZIV-INAMI Dienst Geneeskundige verzorging – Service des soins de santé
W.U. 1.07
De rechthebbenden in de zin van deze overeenkomst met spina bifida aperta vertonen een meningocoele of meningomyelocoele, al dan niet met geassoci- eerde hydrocephalie. De rechthebbenden in de zin van deze overeenkomst met spina bifida occulta vertonen altijd een bewezen vorm van tethered cord syndrome die motorische en gevoelsuitval meebrengt met ernstige functionele hinder.
2) alle in 1 vermelde rechthebbenden zijn pasgeborenen, kinderen of jongeren tot en met 18 jaar oud bij hun eerste contact met het SB-referentiecentrum.
3) Vanaf de leeftijd van 19 jaar kunnen de in 1 en 2 beschreven rechthebbenden verder begeleid worden in het SB-referentiecentrum.
Alleen in het jaar van inwerkingtreding van deze toevoegingsclausule en in het eerste daaropvolgende jaar kunnen in 1) vermelde rechthebbenden ook 19 jaar of ouder zijn bij hun eerste contact met het SB-referentiecentrum en er nadien verder begeleid worden.
§ 2. De in § 1 van dit artikel vermelde SB gaat gepaard met bijkomende stoornis- sen (motorische, gevoels-, urinaire, voedings- en ontlastings-, visuele… stoornissen) en eventueel met epilepsie, die mede de ontwikkeling van de rechthebbende en/of zijn maximale integratie in gezin en milieu bemoeilijken. “
Artikel 3. Na Art. 4 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 4bis ingevoegd, luidend als volgt:
“ Art. 4bis. Voor de afdeling van het CP-referentiecentrum die als SB-referentie- centrum functioneert gelden dezelfde doelstellingen ten opzichte van rechthebbenden met SB als deze in de Art. 3 en 4 geformuleerd voor het CP-referentiecentrum ten opzichte van rechthebbenden met CP. “
Artikel 4. Na Art. 6 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Hoofdstuk “HET SB- REFERENTIECENTRUM IN DE ZIN VAN DEZE OVEREENKOMST” ingelast, dat een Art.
5bis en 6bis omvat, die als volgt luiden:
“ Art. 5bis. § 1. Het SB-referentiecentrum in de zin van deze overeenkomst is, als spil van een netwerk van zorgvoorzieningen voor SB-patiënten, een in SB gespeciali- seerde afdeling van het CP-referentiecentrum. Het is een voor alle rechthebbenden en andere betrokken buitenstaanders afzonderlijke en duidelijk als dusdanig identifi- ceerbare en herkenbare functionele entiteit binnen de campus van een ziekenhuis, al dan niet dezelfde waarbinnen het CP-referentiecentrum functioneert. Het staat onder de leiding van één van de artsen vermeld in § 2, 1) van dit artikel, die de werking van het in § 2 vermelde team coördineert.
Het SB-referentiecentrum voldoet daarenboven ook aan de voorwaarden vermeld in de §§ 2, 3, 4, en 5 van dit artikel.
§ 2. Het voor rechthebbenden en andere buitenstaanders duidelijk als functio- nele entiteit identificeerbare en herkenbare team van het SB-referentiecentrum ziet er qua samenstelling en omvang minstens als volgt uit:
1) geneesheren
• 1 geneesheer-specialist in de pediatrische neuro- logie • minstens 1 andere geneesheer, ofwel gespeciali- seerd in de pediatrie, de neurologie, of de fysische geneeskunde en revalidatie, met praktijkervaring inzake volwassen SB-patiënten, | Samen minstens 11,4 u/w (= 0,3 VTE) |
Eén van deze geneesheren wordt aangeduid als “coördinerend genees- heer” van het gehele team van het SB-referentiecentrum.
Minstens één van deze geneesheren is bijkomend erkend als specialist in de functionele revalidatie.
2) kinesitherapeut(en)… 7.6 u/w
3) paramedici
• (kinder)verpleegkundige(n) met specifieke experti- se in incontinentie | Samen 24,7 u/w of |
• ergotherapeut(en) | 0,65 VTE |
• maatschappelijk werker(s) | |
• diëtist(e) |
4) psychologie
klinisch psycholo(o)g(e) en/of orthopedago(o)g(e) | 7,6 u/w of 0,2 VTE |
5) secretariaat
secretariaatsmedewerker…………………………….. | 7,6 u/w of 0,2 VTE |
Gedurende de vermelde uren wijdt dit team zich uitsluitend aan activiteiten in het kader van SB en de daarmee samenhangende problemen en stoornissen. Gedu- rende de vermelde uren wijdt dit team zich dus niet aan activiteiten in het kader van diagnose, functionele evaluatie, behandeling of revalidatie van kinderen of volwasse- nen met andere stoornissen.
Dit blijkt voor elk van de betrokken personeelsleden uit een contract onderte- kend door een verantwoordelijke uit naam van de inrichtende macht, door de coördi- nerende geneesheer uit naam van het SB-referentiecentrum en door het betrokken personeelslid. Dit contract vermeldt uitdrukkelijk voor elk betrokken personeelslid het aantal u/w uitsluitend gewijd aan activiteiten in het kader van SB en het voorziene uurrooster ervan.
Naast deze teamleden moeten in het SB-referentiecentrum alle mogelijk nodi- ge medische disciplines consulteerbaar zijn - en zeker urologie, neurochirurgie, or- thopedie, pediatrie en fysische geneeskunde en revalidatie - evenals een orthopedist of bandagist.
Zeker de betrokken uroloog dient voldoende expertise te hebben inzake in- continentie bij kinderen met SB.
§ 3. De specialisatie en expertise inzake SB die het team van het SB- referentiecentrum al verworven heeft vóór inwerkingtreding van deze toevoegings- clausule, blijken uit de historiek van het centrum en uit de activiteiten van zijn team met voor elke SB-patient minstens 2 tussenkomsten door één van de geneesheren van het team voor minimum 50 SB-patiënten in het kalenderjaar vóór dat van inwer- kingtreding van deze toevoegingsclausule.
Na inwerkingtreding van deze toevoegingsclausule blijkt het onderhouden van die expertise inzake diagnose, functionele evaluatie, revalidatie en behandeling van SB:
1. uit het feit dat het team vermeld in § 2 het eerste volledig kalenderjaar waarin deze toevoegingsclausule uitwerking heeft bij minimum 50 verschil- lende rechthebbenden minstens 2 keer tussenkwam met het oog op een van de verstrekkingen vermeld in Art. 7bis en nadien elk kalenderjaar bij minimum 80 verschillende rechthebbenden;
2. en uit het feit dat elk lid van het team vermeld in § 2 jaarlijks minstens 1 maal deelneemt aan een externe bijscholingsactiviteit inzake diagnose, behandeling of revalidatie in het kader van SB, of dat het team er zelf een organiseert met deelname niet teamleden.
§ 4. De werking als multidisciplinair team van de in § 2 voorziene perso- neelsleden van het SB-referentiecentrum blijkt onder meer
1. uit het feit dat het team 2 halve dagen per week als dusdanig werkt binnen de voorwaarden van deze toevoegingsclausule, hetgeen blijkt uit de opgegeven uurroosters van de teamleden
2. uit het feit dat het team minstens 1 maal per week gedurende minstens 1 uur vergadert onder de leiding van de coördinerende geneesheer of de andere ge- neesheer vermeld in § 2, 1), die aanwezig is gedurende de hele teamvergade- ring. Andere teamleden kunnen eventueel alleen aanwezig zijn bij bespreking van rechthebbenden bij wie zij tussenkwamen of bij onderwerpen die hen aanbelangen.
Op deze teamvergaderingen wordt onder meer het geval van individuele recht- hebbenden besproken en worden de nodige interventies van de verschillende teamleden bij hen gecoördineerd. Het opmaken van een behandelings- en re- validatieplan voor een rechthebbende, onder meer op basis van het diagnos- tisch en functioneel bilan, is steeds vooraf het onderwerp van een bespreking in team, evenals elke latere aanpassing ervan.
§ 5. Qua infrastructuur moet het SB-referentiecentrum daarenboven beschik- ken over voldoende en vlot toegankelijke onderzoeks- gespreks-, behandelings- en vergaderlokalen voor het in § 2 vermelde personeel en zijn activiteiten in het kader van deze toevoegingsclausule ten gunste van de rechthebbenden.
Art. 6bis. Bij zijn aanvraag tot ondertekenen van deze toevoegingsclausule maakt de inrichtende macht van het SB-referentiecentrum ten behoeve van het College van geneesheren-directeurs alle inlichtingen over aan de Dienst voor geneeskundige ver- zorging die het College moeten toelaten vast te stellen dat aan alle in Art. 5bis ver- melde voorwaarden voldaan wordt. “
Artikel 5. Na Art. 7 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 7bis ingevoegd, luidend als volgt:
“ Art. 7bis. Voor het CP-referentiecentrum dat ook een afdeling heeft die als SB- referentiecentrum functioneert zijn de verstrekkingen die onder meer op basis van deze toevoegingsclausule door de verplichte verzekering voor geneeskundige ver- zorging ten laste kunnen genomen worden voor rechthebbenden met SB analoog aan deze voor rechthebbenden met CP beschreven in Art. 7, 1) en 2). Zij worden uit- gevoerd door het team van het SB-referentiecentrum vermeld in Art. 5bis, § 2.
Verder geeft het team van het SB-referentiecentrum zo nodig ook af- zonderlijk een punctueel advies in verband met alle stoornissen samenhangend met SB, onder meer ook met betrekking tot blaas- en darmfunctiestoornissen en de hier- mee gepaard gaande problematiek.. “
Artikel 6. Na Art. 8 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 8bis ingevoegd, luidend als volgt:
“ Art. 8bis. Voor de afdeling van het CP-referentiecentrum die als SB-referentie- centrum functioneert gelden bij uitvoering van de verstrekking analoog aan deze in Art. 7, 1) beschreven dezelfde inhoudelijke definitie en duur ten opzichte van recht- hebbenden met SB als deze in de Art. 8 geformuleerd voor het CP-referentiecentrum ten opzichte van rechthebbenden met CP. Zij wordt evenwel uitgevoerd door het in Art. 5bis, § 2 vermelde team en omvat behoudens de tussenkomst van de genees-
he(e)r(en) ook de tussenkomst van minstens de kinesitherapeut, de verpleegster, de sociaal werker en de psycholoog of (ortho)pedagoog. “
Artikel 7. Na Art. 9 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 9bis ingevoegd, xxxxxxx als volgt:
“ Art. 9bis. Voor de afdeling van het CP-referentiecentrum die als SB-referentie- centrum functioneert gelden bij uitvoering van de verstrekking analoog aan deze in Art. 7, 2) beschreven dezelfde inhoudelijke definitie en modaliteiten ten opzichte van rechthebbenden met SB als deze in de Art. 9 geformuleerd voor het CP-referentie- centrum ten opzichte van rechthebbenden met CP. Zij wordt evenwel uitgevoerd door het in Art. 5bis, § 2 vermelde team. “
Artikel 8. Na Art. 10 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 10bis ingevoegd, luidend als volgt:
“ Art. 10bis. Elk op indicatie van het SB referentiecentrum nodige heelkundig ingrijpen bij spina bifida aperta kan gebeuren binnen het ziekenhuis waar het SB referentie- centrum functioneert, evenals de behandeling van met spina bifida aperta geassoci- eerde hydrocephalie door drainage. Ook elk op indicatie van het SB referentiecen- trum nodige heelkundig ingrijpen bij ernstig tethered cord syndrome kan gebeuren binnen het ziekenhuis waar het SB referentiecentrum functioneert. “
Artikel 9. Na Art. 11 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 11bis ingevoegd, luidend als volgt:
“ Art. 11bis. Het in Art. 7bis, tweede lid, vermelde zo nodig ook afzonderlijk door het team van het SB-referentiecentrum geven van een punctueel advies in verband met een stoornis samenhangend met SB maakt deel uit van de terugbetaling voorzien voor de in Art 7bis eerste lid vermelde verstrekkingen. ”
Artikel 10. Na Art. 12 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 12bis xxxx- xxxxx, luidend als volgt:
“ Art. 12bis. § 1. Onverminderd §§ 2 en 3 van dit artikel omvat de revalidatieverstrek- king die door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten laste kan genomen worden voor elke rechthebbende gedefinieerd in art. 2 bis, § 1, de uitvoering gedurende één jaar (tenzij de rechthebbende voordien overlijdt) door het in Art. 5bis, § 2, bedoelde team van alle voor hem nodige verstrekkingen bedoeld in Art. 7bis en nader omschreven in de Artikelen 8bis, 9bis en 11bis.
Deze verstrekkingen worden forfaitair ten laste genomen door middel van een “jaarfor-
fait”.
§ 2. Om door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten las- te te kunnen genomen worden dient een jaarforfait voor een bepaald kalenderjaar min- stens te dekken:
1. Voor een rechthebbende van < 3 jaar: de uitvoering van minstens 3 verstrekkin- gen bedoeld in Art. 7bis, eerste lid en van alle nodige verstrekkingen bedoeld in Art. 7bis, tweede lid;
2. Voor een rechthebbende van 3 tot en met 18 jaar oud: de uitvoering van min- stens 2 verstrekkingen bedoeld in Art. 7bis, eerste lid en van alle nodige ver- strekkingen bedoeld in Art. 7bis, tweede lid;
3. Voor een rechthebbende van 19 jaar of ouder: de uitvoering van minstens 1 ver- strekking bedoeld in Art. 7bis, eerste lid en van alle nodige verstrekkingen be- doeld in Art. 7bis, tweede lid.
Een eerste jaarforfait voor een rechthebbende van < 3 jaar kan evenwel ook door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten laste genomen wor- den in geval er slechts 2 verstrekkingen bedoeld in Art. 7bis, eerste lid, in plaats vonden.
§ 3. Van een individueel revalidatieprogramma voor een rechthebbende met SB is sprake van zohaast er voor bedoelde rechthebbende een diagnose-, evaluatie- en begeleidingsprogramma zoals hierboven bedoeld werd vastgelegd, dit met hem en zijn ouders en omgeving werd besproken en er in uitvoering ervan minstens 1 zitting van het revalidatieteam van minstens 1 halve dag heeft plaatsgevonden, die geen aanleiding heeft gegeven tot enige andere vorm van tegemoetkoming vanwege de verplichte ver- zekering voor geneeskundige verzorging. ”
Artikel 11. Na Art. 13 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 13bis xxxx- xxxxx, luidend als volgt:
“ Art. 13bis. § 1. Het jaarforfait dat door de verplichte verzekering voor geneeskundi- ge verzorging kan ten laste genomen worden bedraagt:
Voor een rechthebbende vermeld in | Bedragen van het jaarforfait | ||
Totale (= 100%) | Indexeerbaar deel (= 95%) | Niet indexeerbaar deel (= 5%) | |
Art. 12bis, § 2, 1. | € 1589,34 | € 1509,87 | € 79,47 |
Art. 12bis, § 2, 2. | € 1059,56 | € 1006,58 | € 52,98 |
Art. 12bis, § 2, 3. | € 529,78 | € 503,29 | € 26,49 |
Deze jaarforfaits dekken de kosten voor:
• alle rechtstreekse en onrechtstreekse tussenkomsten van het in Art. 5bis, § 2 voorziene team binnen en eventueel buiten het SB-referentiecentrum, met uit- sluiting van alle verstrekkingen die voorzien zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen of in een ander reglementair systeem van te- gemoetkomen. Deze laatste verstrekkingen kunnen dan ook binnen de voor- waarden voorzien in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen of in het betrokken ander reglementair systeem van tegemoetkomen, boven op de bovenvermelde prijzen en honoraria worden in rekening gebracht;
• het werk in teamverband van elk van de bij een rechthebbende tussenkomen- de personen van het SB-referentiecentrum en het bijhorende administratief werk;
• de persoonlijke mededeling van het opgemaakte behandelings- en revalida- tieplan, van de latere evaluatie of van het voorschrift of advies aan de recht- hebbende en zijn gezin en de minstens schriftelijke mededeling aan de even- tuele verwijzer en aan andere betrokkenen uit het netwerk van zorgvoorzie- ningen rond de rechthebbende, evenals alle latere communicatie met hen daarover.
§ 2. Alleen het in § 1 vermelde indexeerbare gedeelte van de daar vermelde bedragen is gekoppeld aan het spilindexcijfer 111,64 op 1 juni 2003 (basis 1996) van de consumptieprijzen. Dit indexeerbare gedeelte van deze prijzen wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van
een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. ”
Artikel 12. Na Art. 15 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 15bis xxxx- xxxxx, luidend als volgt:
“ Art. 15bis. Voor de inrichtende macht van de afdeling van het CP-referentiecentrum die ook als SB-referentiecentrum functioneert gelden dezelfde modaliteiten ten op- zichte van rechthebbenden met SB als deze in de Art. 14 en 15 geformuleerd voor het CP-referentiecentrum ten opzichte van rechthebbenden met CP. “
Artikel 13. Na Art. 16 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 16bis xxxx- xxxxx, luidend als volgt:
“ Art. 16bis. Het SB-referentiecentrum wordt ook geacht als referentiecentrum te functi- oneren voor “externe” geneesheren, kinesitherapeuten en paramedici die dagdagelijks de tenlasteneming van de rechthebbenden verzekeren. ”
Artikel 14. In Art. 17, eerste lid, van de in rand vermelde overeenkomst worden de letters “CP-” vervangen door de letters “SB- en CP-”.
Artikel 15. Na Art. 18 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 18bis xxxx- xxxxx, luidend als volgt:
“ Art. 18bis. Voor elke rechthebbende bij wie het één van de in Art. 7bis vermelde ver- strekkingen verrichtte houdt het SB-referentiecentrum een medisch dossier bij dat be- houdens de normaal in elk medisch dossier voorkomende elementen ook expliciet de volgende bevat:
1) De eventuele verwijsbrief;
2) De resultaten van alle diagnostische en ter evaluatie van de functionele status van de rechthebbende verrichte verstrekkingen en tussenkomsten die bijdroegen tot het eindresultaat voor één van de in Art. 7bis vermelde verstrekkingen;
Het gaat daarbij zowel om overgemaakte resultaten van de al eventueel door derden verrichte onderzoeken als om de resultaten van de zonodig in het SB- referentiecentrum zelf verrichte onderzoeken. In voorkomend geval wordt in het dos- sier van de rechthebbende ook kopie bewaard van de brief waarmee resultaten van vroeger al verrichte onderzoeken worden opgevraagd.
3) De besluiten van de teamvergaderingen betreffende de rechthebbende;
4) Kopie van elk in Art. 8, § 1 bedoelde schriftelijk opgemaakte behandelings- en revali- datieplan, van elke in Art. 9, § 1 bedoelde schriftelijk opgemaakte evaluatie en zono- dig aanpassing van dit behandelings- en revalidatieplan en van elk in Art. 11 bedoeld voorschrift of advies. ”
Artikel 16. Na Art. 19 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 19bis xxxx- xxxxx, luidend als volgt:
“ Art. 19bis. § 1. Het SB-referentiecentrum houdt een register bij van alle uitgevoerde verstrekkingen vermeld in Art. 7bis.
Dit register omvat per rechthebbende en per verstrekking voor hem verricht alle tussenkomsten van elk van de in Art. 5bis, § 2, 1) t.e.m. 4) vermeld teamlid, met per tussenkomst de datum en het begin- en einduur van de tussenkomst, en de naam
van het tussenkomend teamlid of –leden. Tevens omvat het per rechthebbende en per verstrekking de datum van elke teamvergadering waarop hij werd besproken en de identificatie van de deelnemers.
§ 2. Het register van het SB-referentiecentrum dient als basis voor de factura- tie van de jaarforfaits en voor gebeurlijk later nazicht van de geldigheid van deze fac- turatie in functie van het aantal uitgevoerde verstrekkingen vermeld in Art. 7bis. Te- vens dient het als basis voor de in Art. 20bis vermelde lijst van rechthebbenden.
Dit register blijft minstens 5 jaar in het SB-referentiecentrum ter beschikking van de Dienst voor geneeskundige verzorging en van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV, en van de adviserend geneesheren van de ver- zekeringsinstellingen. ”
Artikel 17. § 1. In Art. 20 van de in rand vermelde overeenkomst wordt na § 1 een § 1bis ingevoegd, luidend als volgt:
“ § 1bis. Om de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV toe te laten na te gaan of het SB-referentiecentrum beantwoordt aan de in Art. 12bis, §§ 1 en 2, en aan de in Art. 5bis, § 3, tweede lid, vermelde bepalingen stuurt het ten laatste tegen 31 maart van het daaropvolgend kalenderjaar aan de Dienst voor geneeskundige ver- zorging van het RIZIV een lijst van alle rechthebbenden voor wie het in het voor- gaande volledige kalenderjaar een jaarforfait werd aangerekend.
Per rechthebbende vermeldt het SB-referentiecentrum daarbij:
1) De data van alle verstrekkingen vermeld in Art. 7bis, eerste lid, welke in het be- trokken kalenderjaar voor hem zijn uitgevoerd.
2) De data van alle eventuele verstrekkingen vermeld in Art. 7bis, tweede lid, welke in het betrokken kalenderjaar voor hem zijn uitgevoerd.
Het SB-referentiecentrum volgt daartoe het model en de instructies in bijla- ge 1bis bij deze overeenkomst. ”
§ 2. In de §§ 2, 3 en 4 van Art. 20 worden de woorden “§ 1” vervangen door de woorden “§§ 1 of 1bis” en worden de woorden “het CP-referentiecentrum“ vervangen door de woorden “het SB-referentiecentrum of het CP-referentiecentrum“.
§ 3. In Art. 20 van de in rand vermelde overeenkomst wordt na § 5 een § 5bis inge- voegd, luidend als volgt:
“ § 5bis. Onverminderd de bepalingen van de §§ 2, 3 en 4 van dit Art. wordt bij niet opsturen van de in § 1bis bedoelde lijsten betreffende het voorafgaande volledige kalenderjaar ten laatste tegen 30 juni van het daaropvolgende kalenderjaar, het SB- referentiecentrum ambtshalve en onherroepelijk geacht gedurende het voorafgaande volledige kalenderjaar niet beantwoord te hebben aan de in Art. 12bis, §§ 1 en 2, en aan de in Art. 5bis, § 3, tweede lid, vermelde bepalingen. ”
Artikel 18. In Art. 21, § 1, van de in rand vermelde overeenkomst worden de woorden “Art. 7” vervangen door de woorden “Art. 7 of 7bis”.
In Art. 21, §§ 2, en 3 worden de woorden “het CP-referentiecentrum“ vervangen door de woorden “het SB-referentiecentrum of het CP-referentiecentrum“.
In Art. 21, § 3 wordt “CP” vervangen door “CP of SB” en worden de woorden “bijlage 2” vervangen door de woorden “bijlage 2 of 2bis”.
Artikel 19. Na Art. 23 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 23bis xxxx- xxxxx, luidend als volgt:
“ Art. 23bis. Voor de afdeling van het CP-referentiecentrum die als SB-referentie- centrum functioneert gelden inzake Akkoordraad dezelfde beschikkingen als deze in de Art. 22 en 23 geformuleerd voor het CP-referentiecentrum. “
Artikel 20. Na Art. 27 van de in rand vermelde overeenkomst wordt een Art. 27bis xxxx- xxxxx, luidend als volgt:
“ Art. 27bis. Voor de inrichtende macht van het SB-referentiecentrum gelden betref- fende het SB-referentiecentrum dezelfde algemene bepalingen als deze in de Art. 24, 25, 26 en 27 geformuleerd voor het CP-referentiecentrum. “
Artikel 21. § 1. Deze toevoegingscausule, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op…
§ 2. Deze toevoegingsclausule geldt tot en met 30 juni 2007. Elke partij kan ze evenwel op om het even welk moment opzeggen per aangetekend schrijven aan de andere partij, mits inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 maanden die ingaat op de eerste dag van de maand volgend op de datum van verzending van de aangetekende brief.