Verantwoording Subsidieregeling
Verantwoording Subsidieregeling
Op grond van artikelen 12 en 13 van de Subsidieregeling wordt een verantwoording van de voor subsidie in aanmerking te brengen kosten gevraagd. In artikel 7 zijn de subsidiabele kosten vermeld.
De prestatiegegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de subsidie overeenkomstig artikel 13 dienen eveneens te worden overlegd. Met ingang van de subsidieperiode 2009-2012 vereist artikel 12 dat binnen 13 weken na afloop van de subsidieperiode de gecontroleerde declaratie wordt ingediend. Om die reden wordt ook voor de verantwoording zoals genoemd in onderdeel 3 de indieningstermijn vastgesteld op 31 oktober 2013.
De verantwoording bestaat uit drie onderdelen. Deel 1a en 1b hebben betrekking op de prestatiegegevens. Deel 1a is de basis voor de subsidievaststelling zoals bedoeld in artikel 13 van de regeling. Deel 1b is bedoeld om in de UWV-administratie op individueel niveau een verband aan te kunnen brengen tussen de ten laste van deze subsidieperiode aangemelde cliënten en degenen waarvoor thans wordt afgerekend.
Deel 2a betreft de declaratie zoals bedoeld in artikel 12, 2e lid van de Subsidieregeling (Stcrt 2005, 189) en dient per subsidieklasse afzonderlijk te worden ingediend.
Deel 2b betreft de uitgangspunten voor kostentoerekening. Deel 3 geeft tenslotte nadere toelichting op de wijze van afrekenen van een subsidieperiode.
Deel 1. Prestatiegegevens
1a. Overzicht Prestatiegegevens
Frequentie: 2* per jaar, ultimo juni respectievelijk ultimo december.
|
Begroot |
Realisatie |
1. Aantal jonggehandicapten dat is aangemeld voor een scholingstraject (bruto instroom) |
|
|
2. Aantal jonggehandicapten waarvoor opstellen en accorderen re-integratieplan in behandeling is |
|
|
3. Aantal jonggehandicapten waarvoor geen geaccordeerd re-integratieplan tot stand gekomen is (uitval) |
|
|
4. Aantal geaccordeerde re-integratieplannen (gestarte scholingstrajecten = netto instroom) |
|
|
5. Aantal jonggehandicapten dat de opleiding succesvol heeft afgerond |
|
|
6. Aantal jonggehandicapten dat is geplaatst in reguliere arbeid |
|
|
7. Aantal jonggehandicapten dat is geplaatst op een WSW dienstbetrekking |
|
|
In de verantwoording over een subsidieperiode worden alleen die jonggehandicapten opgenomen voor wie over de desbetreffende subsidieperiode afrekening wordt verlangd (inclusief voortijdig beëindigde trajecten). De onder prestatiegegevens gevraagde informatie dient ter vaststelling van het aantal daadwerkelijk gestarte trajecten en de in dit kader behaalde resultaten. Deze gegevens dienen op halfjaarbasis – dwz per 30 juni en per 31 december – te worden verstrekt en worden gebruikt voor inzicht in werkvoorraden én om te monitoren hoe de prestaties zich verhouden tot hetgeen is geoffreerd in de oorspronkelijke subsidieaanvraag.
Het instroomjaar heeft geen betekenis voor het indienen van een declaratie voor een subsidieperiode. De gegevens worden verstrekt binnen 4 weken na afloop van de desbetreffende periode van een half jaar. Aanlevering van gegevens geschiedt op digitale wijze in spreadsheet-formaat, alsmede in pdf-formaat of op papier.
1b. Gegevens individuele cursisten
Frequentie: 1* bij indiening van de declaratie over de subsidieperiode, binnen 13 weken na afloop van de subsidieperiode
De onderstaande uitvraag is nodig om in de UWV administratie een verband aan te kunnen brengen tussen de ten laste van deze subsidieperiode aangemelde cliënten en degenen waarvoor thans de einddeclaratie wordt ingediend. Tevens dient de uitvraag als basis voor de eindafrekening van een subsidieperiode. Waar nodig zijn relevante antwoordcategorieën aangegeven. Per klasse wordt een afzonderlijke declaratie ingediend en daarmee ook een afzonderlijke specificatie van deelnemersgegevens. De gegevens dienen gewaarmerkt op papier én in digitale vorm (spreadsheet format) te worden aangeleverd.
Naam |
Sofinr |
Contractnummer |
Opleiding afgerond |
Plaatsing bij |
Format: achternaam, voorletters |
Format: numbers zonder punten |
|
Diploma, Deelceritificaat, Uitstroom zonder resultaat |
WSW < 6 mnd > 6 mnd geen plaatsing |
Het contractnummer is een aanvullend zoekgegeven voor UWV en wordt niet gebruikt voor de subsidievaststelling.
Voor nadere informatie wat door UWV als een plaatsing wordt beschouwd wordt verwezen naar de Algemene Voorwaarden.
Deel 2. Financiële verantwoording Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen
2a. Het verantwoordingsdocument
Frequentie: 1* binnen 13 weken na afloop van de subsidieperiode
Voor de externe verantwoording aan UWV is een document waarin de hoofdkostensoorten overeenkomstig artikel 7 van de Regeling staan vermeld toereikend. UWV gaat er van uit dat het instituut zijn administratie zo inricht dat nadere detaillering zoals hieronder aangegeven op verzoek t.b.v. onderzoeksdoeleinden kan worden opgeleverd.
Wij verwijzen in dit verband naar artikel 11 lid 3 hetgeen impliceert dat voor de subsidieperiode 2010-2013 de bescheiden moeten worden bewaard tot en met het jaar 2018 (uitgaande van subsidievaststelling in 2013). In bijlage 3 is een indicatieve detaillering naar kostensoorten opgenomen.
|
Begroot |
Realisatie |
Personeelskosten |
€ |
€ |
Lesmateriaal |
€ |
€ |
Huisvesting |
€ |
€ |
Indirecte kosten |
€ |
€ |
Kosten woonfunctie |
€ |
€ |
Vervoer |
€ |
€ |
Inschakeling in arbeid |
€ |
€ |
|
|
|
Kosten waarover BTW verschuldigd is |
€ |
€ |
Xxxxxx aan verschuldigde BTW |
€ |
€ |
Kosten waarover geen BTW verschuldigd is |
€ |
€ |
Xxxxxx gevraagde subsidie (incl. BTW) |
€ |
€ |
|
|
|
Van derden ontvangen of toegezegde subsidies |
€ |
€ |
2b. Kostentoerekening
Bijzondere aandacht vraagt de kostentoerekening van de werkelijke kosten aan de diverse subsidieklassen. Zoals uit deel 3 blijkt, vraagt UWV over de opdrachten op titel van de oude regeling of voor andere scholings/ re-integratie-activiteiten in opdracht van UWV slechts omzet gegevens. Kostentoerekening is daar niet van belang.
Omdat de Regeling in artikel 12 wel om een verantwoording van werkelijke kosten per klasse vraagt, moet een methode voor kostentoerekening worden gevonden.
Een systeem voor kostentoerekening zou langs de hieronder beschreven lijnen kunnen worden opgezet. Het staat een instelling uiteraard vrij om voor zijn eigen informatiebehoefte keuzes te maken.
De kosten voor scholing zijn opleidings- of desgewenst instituut gebonden. Hieruit is een tarief voor een scholingsdag op basis van voor- en nacalculatie af te leiden. Per cursist die scholing geniet onder de Subsidieregeling kunnen zo op basis van dagdelen (8 uur belasting = dag, 4 uur = dagdeel) de scholingskosten worden toegerekend.
De kosten voor vervoer en andere voorzieningen zijn in het algemeen direct toewijsbaar aan cursisten. Daar waar relevant worden die kosten opgenomen in de declaraties voor de Subsdidieregeling.
De kosten voor toeleiding naar werk zijn eveneens op gevalsniveau herleidbaar, dit zijn immers maatwerkactiviteiten waar een uurtarief voor is vast te stellen. Ook deze kosten kunnen uit een urenadministratie naar gevalsniveau worden herleid en toegerekend.
Voor cursisten die niet onder de Subsidieregeling vallen, hoeft geen kostentoerekening te worden gemaakt t.b.v. UWV. Het staat een instituut uiteraard vrij om voor zijn eigen informatiebehoefte daar wel gebruik van te maken.
UWV verwacht van het instituut dat zij de kostentoerekening op consistente en transparante wijze uitvoeren en dat de controlerend accountant zich ook in die zin zal uitspreken. Dat betekent dat methodisch aansluiting moet bestaan tussen begroting en rekening en dat stelselwijzigingen expliciet in de verantwoording moeten worden vermeld.
Deel 3. De eindafrekening
Aan het eind van de subsidieperiode dient de instelling een einddeclaratie in. De vaststelling van de definitieve hoogte van de subsidie verloopt als volgt.
I. Betekenis coderingen in formules:
Omschrijving |
Code |
Voorbeeld |
het aantal gesubsidieerde cursisten waarvoor afrekening is ingediend: |
[a] |
20 |
het percentage succesvol op te leiden cursisten: |
[b] |
90% |
het percentage succesvol geplaatste cursisten als percentage van het aantal succesvol opgeleide cursisten: |
[c] |
70% |
de maximaal toegekende subsidie voor scholing én plaatsing |
[S] |
800.000 |
de plaatsingsnorm |
[P]=[X]*[c] |
Zie uitwerking |
de subsidie per cursist voor scholing én plaatsing: |
[A] = S/a |
40.000 |
het werkelijk aantal opgeleide cursisten: |
[X] |
Zie uitwerking |
het werkelijk aantal geplaatste cursisten: |
[Y] |
Zie uitwerking |
De subsidie wordt vastgesteld op 20% van de oorspronkelijk toegekende subsidie wanneer 1 (één) cursist een traject is gestart. (artikel 13, onder a). In het bovengenoemde voorbeeld wordt dus 20% van € 800.000 = € 160.000) toegekend indien één traject is gestart. Deze berekening is voor beide subsidieregelingen 2009-2011 van toepassing.
De opleidingssubsidie (artikel 13, onder b)
Onder de subsidieregeling 2009-2012 zoals van kracht op 1 januari 2009 gold voor de opleidingssubsidie een vergoeding van 20% per opgeleide cursist. Onder de aanvullende subsidieregeling 2009-2012 en de subsidieregeling 2010-2013 zoals van kracht per 1 januari 2010 geldt dat dit percentage 40% is. In het onderstaande voorbeeld wordt gerekend met 20%; in voorkomende gevallen moet hiervoor 40% worden gelezen.
Als [X] ≥ [a]*[b] --> 0,2*[S]
Als [X] < [a]*[b] --> {[X]/([a]*[b])}*0,2*[S]
Op basis van het voorbeeld:
[X]= 18=[a]*[b]
De opleidingsubsidie is dan 0,2*[S]= 0,2*800.000=160.000
Idem voor [X]=19 en [X]=20.
[X] = 16 <[a]*[b]
De opleidingsubsidie is dan {16/([a]*[b])} *0.2* [S] = 16/18 * 160.000= 142.222
iii. De plaatsingssubsidie (artikel 13, onder c)
De plaatsingssubsidie wordt vastgesteld op maximaal 60% van de laatste afgegeven beschikking voor de subsidieperiode. De berekening ervan is naar analogie van de bekostiging zoals die geldt voor de subsidieperiodes 2006-2008, 2007-2009 en 2008-2010 en is als volgt (zie tabel 1 voor de uitgangspunten van de berekening. Voor de aanvullende subsidieregeling 2009-2012 en de subsidieregeling 2010-2013 geldt dat het percentage voor de plaatsingssubsidie is vastgesteld op 40%. In het onderstaande voorbeeld is met 60% gerekend. In voorkomende gevallen dient daarvoor 40% te worden gehanteerd.
iiia. Het aantal succesvol opgeleide cursisten is maximaal ([X]=[a]); in dit geval 20.
In geval de plaatsingsnorm wordt gehaald: Y ≥ [P] dwz Y ≥ 14
De plaatsingssubsidie is dan: 0,6 *[S] = 0,6 * 800.000 = 480.000
In geval de plaatsingsnorm niet wordt gehaald: Y < [P], in dit geval Y <14, bijvoorbeeld 13
De plaatsingssubsidie is dan [Y]/[P] * 0,6*[S] = (13/14)*0,6*800.000 = 445.714
iiib. Het aantal succesvol opgeleide cursisten is kleiner dan het maximum ([X]<[a]) dwz kleiner dan 20 en bijvoorbeeld 16.
In geval de plaatsingsnorm wordt gehaald: [Y] ≥ [P]
X=16 --> [P] = 0,7* 16 = 11,2; stel Y = 13
De plaatsingssubsidie is dan [X]/[a] * 0,6* [S] = (16/20) * 0,6* 800.000 = 384.000
In geval de plaatsingsnorm niet wordt gehaald: [Y] < [P]
X=16 --> [P] = 0,7* 16 = 11,2; stel Y = 11
De plaatsingssubsidie is dan ([Y]/[P]) * ([X]/[a]) * (0,6 * [S]) = (11/11,2) * (16/20) * (0,6 * 800.000) = (11/11,2) * 384.000 = 377.143
In woorden en met een iets ander voorbeeld:
Bijvoorbeeld: Oorspronkelijk zijn 20 cursisten voor subsidie in aanmerking gekomen, er worden ook 20 gevallen vermeld op de eindafrekening. 20 cursisten hebben de opleiding succesvol afgerond, de plaatsingsnorm is 70% er is uitgegaan van 90% succesvol op te leiden cursisten. Er is een beschikking afgegeven voor € 350.000. De vaste subsidie dan 70.000, de scholingssubsidie is maximaal 70.000 en plaatsingssubsidie is maximaal 210.000 voor de hele populatie dan geldt het volgende.
Bij deelname van één (1) cursist wordt de vaste subsidie van € 70.000 uitgekeerd.
Bij 20 af te rekenen trajecten en tenminste 18 (0,9*20) succesvol opgeleide cursisten wordt de gehele scholingssubsidie van 70.000 uitgekeerd. Bij 17 succesvol opgeleide cursisten is dat 17/18*70.000= 66.111. Bij 18 af te rekenen trajecten cursisten wordt het maximum aan scholingssubsidie neerwaarts bijgesteld naar 18/20* 70.000 = 63.000. Bij 17 of 18 succesvol opgeleide cursisten wordt het bedrag van 63.000 uitbetaald; 16 succesvol opgeleide cursisten wordt dit bedrag naar rato bijgesteld tot 16/16,2 * 63.000 = 62.222.
Bij 14 of meer plaatsingen dat de plaatsingssubsidie volledig (210.000) wordt uitbetaald. Bij 13 of minder plaatsingen wordt naar rato berekend. Bijvoorbeeld er zijn 12 plaatsingen, dan wordt 12/14 van de subsidie (=180.000) uitbetaald.
In gevallen waar het aantal cursisten waarvoor wordt afgerekend lager ligt dan het oorspronkelijke aantal - in dit voorbeeld bijvoorbeeld 18 in plaats van 20, dan wordt eerst de maximale subsidie naar rato bijgesteld (dus 18/20)*210.000=189.000), de plaatsingsnorm uitgerekend (70% van 18= 12,6) en dan de subsidie vastgesteld. Dat betekent dat bij 13 of meer plaatsingen 189.000 wordt uitbetaald en bij 12 of minder plaatsingen (stel 12) naar rato ten opzichte van de maximale subsidie wordt gerekend ofwel (12/12,6)*189.000= 180.000
Doorlooptijd van de subsidieperiode
Met ingang van de subsidieperiode 2009-2012 is de subsidieperiode verlengd tot 31 juli van het jaar t+3. Dat betekent dus dat het peilmoment voor de subsidieperiode 2010-2013 ligt op 31 juli 2013. De instelling heeft vervolgens tot en met 31 oktober 2013 de tijd om de einddeclaratie voor de subsidieperiode 2010-2013 in te dienen. Inhoudelijk verandert er verder niets. Iedere cursist waarvoor nog geen afrekening heeft plaatsgevonden en die in de bedoelde subsidieperiode het opleidings- en/of plaatsingsresultaat heeft behaald mag in de declaratie worden opgenomen.
Wegens de verschillen in de hoogte van de scholings- en plaatsingsvergoeding is het aanbevelenswaardig om afrekening zo veel mogelijk te laten plaatsvinden in de vroegste subsidieperiode waarin de cursist is gestart.
Om vergoedingen van meer dan 100% tegen te gaan geldt in het geval dat een cursist waarvoor het opleidingsresultaat onder het oude regime (dwz uiterlijk subsidieperiode 2009-2012) is gedeclareerd, de resterende plaatsingssubsidie in het geval dat afrekening plaatsvindt in een subsidieperiode onder het nieuwe regime (vanaf 2010-2013) zal worden vastgesteld op basis van maximaal 40% van het voor die subsidieperiode geldende geoffreerde tarief.
Deze bepaling is niet van toepassing op de aanvullende subsidieregeling 2009-2012 in combinatie met de subsidieregeling 2009-2012, aangezien de aanvullende subsidieregeling uitdrukkelijk vereist dat de declaratie inzake één cursist integraal onder één van beide subsidieregelingen wordt afgewikkeld.
Voorbeeld:
Een cursist is gestart in 2008 onder de subsidieperiode 2008-2010, tegen een geoffreerd tarief van € 50.000. Het geoffreerde tarief voor de subsidieperiode 2009-2012 is € 52.500.
In geval van opleiding en plaatsing in 2010 en afrekening in de subsidieperiode 2008-2010 wordt
€ 50.000 uitgekeerd.
In geval van afgeronde opleiding in 2010 en afrekening van de opleiding in de subsidieperiode 2008-2010 en afgeronde plaatsing in 2011 en afrekening van de plaatsing in de subsidieperiode 2009-2012 wordt 0,6*50.000= 30.000 over de subsidieperiode 2008-2010 uitgekeerd, en 0,4* 52.500 (dus niet 0,6!)= 21.000 over de subsidieperiode 2009-2012. In geval van integrale afronding van opleiding en plaatsing in 2011 door een cursist gestart in 2008, geldt als regel: 0,2* opleiding + 0,6 * plaatsing = 0,8* 52.500 = 42.000. Omdat deze cursist niet geldt als gestart in de subsidieperiode 2009-2012 kwalificeert de persoon niet voor de vaste subsidie. Veelal zal er dan wel een andere titel zijn om de vaste subsidie toch te ontvangen.
Plaatsing van cursisten in een WSW-dienstverband
In artikel 13, lid b sub 2 is een bepaling inzake het maximale percentage plaatsingen in WSW-dienstverband opgenomen. In de Memorie van toelichting bij de Subsidieregeling is als voorbeeld opgenomen dat bij 50 plaatsingen waarvan 20 WSW plaatsingen en 30 reguliere plaatsingen, slechts 10 WSW plaatsingen in aanmerking worden genomen. Voor het getal [Y] in de bovengenoemde voorbeelden wordt dan 40 ingevuld in plaats van 50.
Het in de toelichting bij de Subsidieregeling genoemde voorbeeld gaat uit van erg grote aantallen cursisten. UWV zal bij de afrekening de volgend uitgangspunten gaan hanteren:
Bij een totaal aantal plaatsingen tot en met 5 voor een individuele beschikking geldt dat maximaal 1 persoon geplaatst in een WSW-dienstverband meetelt voor het resultaat.
Bij een totaal aantal plaatsingen van 6 tot en met 10 voor een individuele beschikking geldt dat maximaal 2 personen geplaatst in een WSW-dienstverband meetellen voor het resultaat.
Bij een totaal aantal plaatsingen van boven de 10 geldt de 20% regel; er wordt dan afgerond naar beneden. Voorbeeld: 16 plaatsingen (20%*16=3,2) betekent maximaal 3 plaatsingen in een WSW-dienstverband.
Controleprotocol bij Verantwoording Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen
Dit controleprotocol maakt deel uit van de Verantwoording Subsidieregeling Scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen (hierna: de Verantwoording) die is gebaseerd op de ‘Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen’ (hierna: de Subsidieregeling).
Het controleprotocol geeft aanwijzingen aan de accountant die belast wordt met de controle van de uit hoofde van de Verantwoording aan het UWV te verstrekken periodieke documenten.
Onder controle wordt hier verstaan een accountantscontrole die dient te worden uitgevoerd door een registeraccountant of een daarmee gelijk te stellen accountant-administratieconsulent, bij voorkeur de instellingsaccountant, i.c. de accountant die opdracht heeft tot controle van de jaarrekening van het instituut en/of de moederinstelling.
Het controleprotocol omvat:
Nadere voorschriften voor bereik en diepgang van de accountantscontrole
Voorschriften voor rapportage naar aanleiding van de accountantscontrole
I. Nadere voorschriften voor bereik en diepgang van de accountantscontrole
Bij de accountantscontrole gericht op de periodieke verantwoordingen, zoals bedoeld in artikel 4 van de Beschikking besteedt de accountant bij de controle specifieke aandacht aan de naleving van de hierna genoemde artikelen (met inachtneming van de toelichting) van de Beschikking.
|
aandacht |
Deel 1a: Prestatiegegevens |
Procedurele aandacht |
Deel 1a: Toepassing plaatsingsbegrip |
Speciale aandacht |
Deel 1b: Cursistgegevens |
Speciale aandacht |
Deel 2a: Het verantwoordingsdocument |
Normale aandacht |
Deel 2a: Bijdragen van derden |
Speciale aandacht |
Deel 2b: Kostentoerekening |
Speciale aandacht |
Indeling cursisten in klassen |
Speciale aandacht |
Onder normale aandacht wordt verstaan: controle met dezelfde diepgang die de accountant in acht neemt bij de controle van de jaarrekening.
Onder speciale aandacht wordt verstaan: controle waarbij de accountant nadrukkelijk beziet of de desbetreffende subsidiebepalingen zijn nageleefd.
Onder procedurele aandacht wordt verstaan: controle waarbij er nadrukkelijk op toegezien
wordt dat er toereikende procedures bestaan respectievelijk worden gevolgd die gericht zijn op de naleving van de specifieke voorschriften c.q. bepalingen.
Teneinde de controle op de hierboven genoemde Verantwoording goed te kunnen verrichten is kennisneming van de niet genoemde onderdelen van de verantwoording, alsmede de Subsidieregeling (Stcrt 27 september 2005, nr 187, zoals gewijzigd in Stcrt 12 oktober 2009, nr 15328) noodzakelijk.
Dat geldt eveneens voor de beschikkingen waarbij jaarlijks per klasse:
a. de subsidie wordt toegekend
b. het aantal beschikbare opleidingsplaatsen wordt vermeld.
In die beschikkingen kunnen afwijkende c.q. aanvullende subsidiebepalingen zijn opgenomen.
De accountant neemt kennis van de Beschikking, eventuele aanvullingen erop uit hoofde van specifieke aanwijzingen voor de individuele instituten en betrekt de naleving van eventueel daarin opgenomen nadere subsidiebepalingen in de controle. Hierbij besteedt de accountant aandacht aan de consistentie van indeling van de cursisten in de zwaarteklassen. Herindelingen dienen te worden gemeld en te zijn onderbouwd.
II. Voorschriften voor rapportage naar aanleiding van de accountantscontrole
De accountant rapporteert zijn bevindingen naar aanleiding van zijn controlewerkzaamheden, met inachtneming van de nadere voorschriften zoals aangeduid in dit controleprotocol.
De accountant rapporteert zijn bevindingen in de hierna voorgeschreven vorm.
Accountantsverklaring overzicht gegevens individuele cursisten
Aan de hand van het gecontroleerde overzicht gegevens individuele cursisten (deel 1b) wordt de hoogte van de subsidie definitief vastgesteld, overeenkomstig artikel 13 van de Regeling en deel 3 van het Verantwoordingsdocument.
Rapport van bevindingen omtrent naleving van de Beschikking
Dit rapport omvat de rapportage van bevindingen omtrent de controle op de naleving van de subsidievoorwaarden, voorschriften en bepalingen van de Beschikking, overeenkomstig de aanwijzingen in dit controleprotocol.
Voor zover het instituut subsidiebepalingen niet heeft nageleefd maakt de accountant daarvan melding in zijn rapport.
Accountantsverklaring bij de aanvraag tot subsidievaststelling
De accountant verstrekt een accountantsverklaring bij de jaarrekening als bedoeld in artikel 12, lid 3, van de Subsidieregeling.
In de bijlagen 2A en 2B zijn voor de punten 1. en 2. voorgeschreven / model teksten opgenomen.
Voor zover een instituut de subsidievoorwaarden niet heeft nageleefd maakt de accountant daarvan melding in zijn accountantsverklaring respectievelijk rapport van bevindingen.
Als de leiding van een instituut in de verantwoordingsrapportages (overzicht bezetting, jaarrekening en jaarverslag) er reeds melding van maakt dat subsidievoorwaarden niet zijn nageleefd mag de accountant daarnaar verwijzen.
Bijlage 2A Model accountantsverklaring overzicht gegevens individuele cursisten
ACCOUNTANTSVERKLARING OVERZICHT INDIVIDUELE CURSISTEN
Afgegeven ten behoeve van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
Opdracht
Ingevolge uw opdracht hebben wij het bijgevoegde, door ons gewaarmerkte overzicht (met bijlagen) van …… (naam scholingsinstituut) te …… (statutaire vestigingsplaats), inzake de gegevens individuele cursisten in …… (de subsidieperiode) gecontroleerd.
Het in het overzicht opgenomen gerealiseerde aantal opleidingsplaatsen en de daaruit voortvloeiende plaatsingsgegevens is vastgesteld op grond van de Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen.
Het overzicht is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van het instituut. Het is onze verantwoordelijkheid aan accountantsverklaring inzake het overzicht te verstrekken.
Werkzaamheden
Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het overzicht geen onjuistheden van materieel belang bevat. Verder hebben wij in onze controle de aanwijzingen, omtrent de in het overzicht opgenomen gegevens zoals opgenomen in het Controleprotocol bij Verantwoording Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen betrokken. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel
Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat het overzicht gegevens individuele cursisten voldoet aan de eisen van de Verantwoording Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen. Hierbij is vastgesteld dat:
de genoemde individuele cursisten zijn ingedeeld in de correcte zwaarteklasse overeenkomstig de desbetreffende beschikking van UWV
de cursist het vermelde opleidingsresultaat heeft behaald
de inzake de cursist vermelde plaatsingsgegevens blijken uit de daaraan ten grondslag liggende arbeidsovereenkomsten
voor de betrokken cursist voor het desbetreffende onderdeel (scholing/plaatsing) niet eerder een afrekening is ingediend
Plaats, datum, ondertekening
Bijlage 2B Model rapport van bevindingen omtrent naleving beschikking
Aan: ………. (naam &
adres instituut) subsidievoorwaarden van de Beschikking subsidietoekenning klasse …
Ingevolge uw opdracht hebben wij een aantal specifieke werkzaamheden verricht met betrekking tot de naleving van de subsidievoorwaarden van de Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen (hierna: de Subsidieregeling).
In het Controleprotocol bij Verantwoording Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen, behorend bij de Regeling, zijn nadere voorschriften voor bereik en diepgang van de accountantscontrole opgenomen. Onze werkzaamheden zijn verricht in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen inzake opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden.
Wij hebben nagegaan of een leerlingenadministratie is opgezet. Wij hebben nagegaan of de administratieve organisatie en de daarin opgenomen maatregelen van interne controle (inclusief de getroffen maatregelen op het gebied van de (fysieke en logische) toegangsbeveiliging) in en rondom het systeem van leerlingenadministratie zijn beschreven en voldoende waarborg biedt voor de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de geautoriseerde mutaties in het systeem van leerlingenadministratie. Wij hebben nagegaan of de opzet van de procedures en maatregelen en in en rondom het (geautomatiseerde) systeem van leerlingenadministratie waarborgen biedt voor een juiste en volledige rapportage aan het UWV. Bij ons onderzoek hebben wij ons gebaseerd op informatie uit interviews met de betrokken functionarissen. Wij hebben nagegaan dat het instituut heeft voldaan aan de rapportagevoorschriften conform de delen 1a t/m 2b van de Verantwoording Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen. Wij hebben nagegaan dat het instituut het verantwoordingsdocument dat zij verstrekt aan het UWV heeft opgesteld volgens de aanwijzingen in de Verantwoording, i.c.: Het verantwoordingsdocument (deel 2A). De grondslagen voor kostentoerekening (deel 2B).
Uitkomsten verrichte werkzaamheden
Wij hebben vastgesteld dat een leerlingenadministratie bestaat die is opgezet volgens de aanwijzingen voor classificatie van gegevens zoals genoemd in Deel 1 van de Verantwoording. Wij hebben vastgesteld dat de administratieve organisatie en de daarin opgenomen maatregelen van interne controle in en rondom het (geautomatiseerde) systeem van de leerlingenadministratie zijn beschreven en voldoende waarborgen biedt voor de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de geautoriseerde mutaties in het systeem cursistenadministratie en de daaruit gegeneerde gegevens voor de halfjaarrapportage en het jaarverslag, bedoeld deel 1 van de Verantwoording De
volgende hiaten/minder sterke punten zijn echter te onderkennen: Wij hebben vastgesteld dat het instituut heeft voldaan aan de termijnvoorschriften voor de in artikel 12 van de Regeling alsmede de termijnen genoemd in de Verantwoording. Wij hebben vastgesteld dat het instituut de subsidiedeclaratie als bedoeld in artikel 12 van de Subsidieregeling die zij verstrekt aan het UWV heeft opgesteld volgens de aanwijzingen voor inrichting en rapportage (model) in de Verantwoording. Wij hebben vastgesteld dat lasten, inclusief kosten van de moederinstelling, consistent zijn toegerekend op basis van een vooraf vastgestelde verdeelsleutel aan de scholings- en plaatsingsactiviteiten overeenkomstig de indeling naar klasse van de leerlingen Wij hebben vastgesteld dat bijdragen van derden als bedoeld in 7 lid 4 van de Subsidieregeling volledig en juist zijn toegerekend aan de scholings- en plaatsingsactiviteiten overeenkomstig de indeling naar klassse van de leerlingen. Wij hebben vastgesteld dat de overige artikelen waarnaar niet expliciet verwezen is zijn nageleefd.
Dit
rapport is uitgebracht ten behoeve van het UWV en mag niet (geheel
of gedeeltelijk) aan anderen worden verstrekt, zonder onze
uitdrukkelijke toestemming vooraf.
Plaats, datum, ondertekening |
12
S ubsidieperiode 2010 – 2013, versie oktober 2009