naam)
•
Aanmeldingsformulier aandeelhoudersvergadering HVC 5 juli 2012
De aandeelhouder:
_____________________________
(naam rechtspersoon)
Hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door:
_______________________
(naam bestuursvoorzitter)
Verklaart dat de heer/mevrouw: ___________________________
(naam)
zal optreden als vertegenwoordiger van voornoemde aandeelhouder tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van NV HVC d.d. 5 juli 2012.
____________,_______________ (datum) (handtekening)
Voorafgaand aan de vergadering is er gelegenheid om vanaf 13.00 u gebruik te maken van een lunch. Wij verzoeken u onderstaand aan te geven of u hieraan deelneemt.
Deelname aan de lunch:
o Ja; aantal personen: …
o Nee
Xxxxxx retour zenden vóór 1 juli 2012
per fax: 072 – 0000000 t.a.v. mw. K. Ten Boer of per e-mail: x.xxxxxxx@xxxxxxxx.xx
Xxxxxx xxx xx Xxxxxxxx Vergadering van Aandeelhouders d.d. 5 juli 2012
1. Opening en mededelingen
2. Agenda
Voorstel: ter vaststelling
3. Besluitenlijst van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 30 juni 2011 (bijlage)
Voorstel: ter vaststelling
4. Algemene ontwikkelingen en update contextanalyse (bijlage)
In de vergadering zullen Directie en Raad van Commissarissen, mede aan de hand van het directieverslag en de jaarrekening, een toelichting geven op de ontwikkelingen gedurende het afgelopen boekjaar. Tevens wordt een vooruitblik gegeven op toekomstige ontwikkelingen. In het kader van dit agendapunt treft u bijgaand een update aan van de contextanalyse van vorig jaar.
Voorstel: ter bespreking
5. Directieverslag en jaarrekening 2011 (bijlagen)
U wordt na bespreking van het directieverslag en de jaarrekening door de Raad van Commissarissen voorgesteld:
a. De jaarrekening 2011 vast te stellen;
b. Het resultaat, minus € 11.219.000,-, te onttrekken aan de overige reserves, waardoor het eigen vermogen afneemt tot € 87,7 miljoen;
c. Het bestuur decharge te verlenen voor het gevoerde beheer;
x. Xx xxxx van commissarissen decharge te verlenen voor het gehouden toezicht.
Voorstel: ter besluitvorming
6. Uitgangspunten meerjarenperspectief 2012 (bijlage)
Voorstel: ter bespreking
7. Discussienota: HVC van ‘afval’ naar ‘grondstoffen & energie’ (bijlage)
Voorstel: ter bespreking en standpuntbepaling
8. Masterplan Waterschappen (bijlage)
Bijgaand masterplan waterschappen beschrijft de strategische beleidsontwikkelingen rond de slibketen en de uitgangspunten voor de rol die HVC in dat kader vervult.
Voorstel: ter instemming
9. Warmtelevering Dordrecht (bijlage)
Voorstel: ter goedkeuring
10. Rondvraag en sluiting
Besluitenlijst van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van NV HVC
d.d. 30 juni 2011
Totaal geplaatst aantal aandelen A: 2.786; aandelen B: 397
Vertegenwoordigd ter vergadering: aandelen A: 2257 (81%); aandelen B: 397 (100%)
Ter vergadering vertegenwoordigde aandeelhouders:
a. Gemeente Almere, 173 aandelen A, vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxxxxxxxxx;
b. Gemeente Xxxx Xxxxxxxx, 19 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxx;
c. Gemeente Den Helder, 112 aandelen A, vertegenwoordigd door mevrouw S.C.G.M. den Dulk;
d. Gemeente Dronten, 48 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx;
e. Gemeente Lelystad, 93 aandelen A. vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx;
f. Gemeente Noordoostpolder, 62 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx;
g. Gemeente Schagen, 31 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx;
h. Gemeente Smallingerland 78 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx
i. Gemeente Texel, 24 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx;
j. Gemeente Urk, 23 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx;
k. Gemeente Westland, 130 aandelen A, vertegenwoordigd door de heer A.W. Meijer;
l. Gemeente Wieringen, 12 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxx;
m. Gemeente Zijpe, 16 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx;
n. Gemeente Zeewolde, 20 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx;
o. Gemeenschappelijke regeling AIJZ, 529 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx;
p. Gemeenschappelijke regeling CAW, 358 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx;
q. Gemeenschappelijke regeling Slibverwerking 2009, 397 aandelen B, vertegenwoordigd door de heer J.G.M. Xxxxxxxxxx;
r. Gemeenschappelijke regeling VVI-Alkmaar e.o., 529 aandelen A, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx.
1. Opening en mededelingen
De voorzitter, de xxxx xxx. X. Xxxxxxx, opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Spreker constateert dat het quorum aanwezig is.
2. Vaststelling agenda
De vergadering stelt de agenda ongewijzigd vast.
3. Besluitenlijst van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 9 december 2010 Zowel tekstueel als inhoudelijk zijn er geen opmerkingen en de vergadering besluit de besluitenlijst ongewijzigd vast te stellen.
4. Algemene ontwikkelingen HVC en update contextananalyse
De voorzitter geeft het woord aan de heer Xxx Xxxxxxxx, algemeen directeur. De directeur geeft aan de hand van een presentatie (bijlage) een toelichting op de algemene ontwikkelingen. De presentatie geeft geen aanleiding tot vragen of opmerkingen.
5. Directieverslag en jaarrekening 2010
Naar aanleiding van vragen over de afspraken die zijn gemaakt inzake de bestemming van het resultaat, licht de directeur toe dat in 2006 door de aandeelhouders is besloten om 40% van het nettoresultaat onder aftrek van de reeds in het betreffende boekjaar uitgekeerde garantstellingprovisie uit te keren als dividend en het restant toe te voegen aan de algemene reserve. De toename van de algemene reserve beoogt een verhoging van de solvabiliteit van HVC. Aangezien de in 2010 uitgekeerde garantstellingprovisie meer bedraagt dan 40% van het nettoresultaat, wordt voorgesteld het resultaat toe te voegen aan de algemene reserve.
De voorzitter vraagt of er aanwezigen zijn die vragen wensen te stellen aan de accountant, mevrouw Xxxxxx. Naar aanleiding van een vraag over de groei van de organisatie, licht mevrouw Beliën toe dat zij als accountant nauwlettend toeziet op de wijze waarop de interne organisatie meegroeit met de ontwikkeling van HVC. De voorzitter geeft aan dat ook de raad van commissarissen hieraan veel aandacht besteed, gelet op de complexiteit en omvang van veel projecten.
De vergadering besluit met algemene stemmen:
a. De jaarrekening 2010 vast te stellen;
b. Het resultaat van EUR 8.519.000,- toe te voegen aan het eigen vermogen dat hiermee toeneemt tot EUR 98,9 miljoen;
c. Het bestuur decharge te verlenen voor het gevoerde beheer;
x. Xx xxxx van commissarissen decharge te verlenen voor het gehouden toezicht.
De voorzitter dankt de aanwezigen voor het gestelde vertrouwen. De aandeelhouders spreken hun dank uit jegens de HVC-organisatie.
6. Meerjarenperspectief en tariefsontwikkeling
De directeur licht toe dat het voorliggende meerjarenperspectief een tariefsverlaging schetst onder voorbehoud van toetsing door de auditcommissie. Gelet op de onzekerheid rond de economische ontwikkeling en de gevolgen daarvan voor HVC is het mogelijk dat in 2012 het nu voorliggende meerjarentarievenbeleid wordt heroverwogen.
De xxxx Xxxxxx merkt op dat het meerjarenperspectief van het scenario waarin niet wordt geïnvesteerd in wind-op-zeeprojecten op termijn verliezen laat zien, vooral door wegvallen van de MEP-subsidie voor de BEC. Spreker zegt dat dit betekent dat de winstgevendheid van HVC vooral van dit soort projecten afhankelijk wordt, meer dan van de huidige bedrijfsactiviteiten. Spreker zegt dat de Flevolandse gemeenten aandringen op verdergaande kostenbeheersing, ook om een dergelijke scheefgroei te vermijden.
De voorzitter zegt dat naar verwachting de huidige opbrengsten op termijn zullen dalen. Enerzijds hangt dit samen met de reeds gedurende een groot aantal jaren doorgevoerde tariefsdalingen voor afvalverwerking, anderzijds door eindiging van de MEP-subsidie voor de BEC over een aantal jaren. De ontwikkeling van nieuwe activiteiten, vooral op het gebied van duurzame energie, komt tegemoet aan wensen van de aandeelhouders om bij te dragen aan de realisering van klimaatdoelstellingen, maar draagt ook bij aan het genereren van nieuwe opbrengsten. Daarvoor dient echter wel geïnvesteerd te worden en ook dat gaat, in elk geval tijdelijk, gepaard met een stijging van overheadkosten. Xxxxxxx zegt dat HVC tegelijkertijd dient te bezuinigen, zoals de xxxx Xxxxxx aangeeft. Onder de noemer Koers 2015 heeft HVC al diverse bezuinigingslagen uitgevoerd. Ook voor de toekomst blijft de focus gericht op kostenreductie.
Ten aanzien van de geschetste tarievendaling merkt de voorzitter op dat de raad van commissarissen zoals gebruikelijk de jaarlijkse tarieven vaststelt. Gelet op de impact op het meerjarenperspectief verneemt de raad graag de mening van de vergadering over de voorgenomen tariefsverlaging van EUR 2,-/ton voor de verwerking van huishoudelijk en grof huishoudelijk afval in 2012.
De vergadering geeft met algemene stemmen aan de gekozen lijn van tariefsdaling te ondersteunen.
7. Financiering van HVC, aanzet voor een discussie
De voorzitter licht de notitie toe. Afvalbeheer blijft een kernactiviteit maar naast de ontwikkeling van activiteiten op het gebied van duurzame energie, waarop de afgelopen jaren steeds meer nadruk is komen te liggen. Die ontwikkeling valt nu samen met de crisis binnen de financiële wereld, waardoor de financieringsmogelijkheden naar verwachting op termijn worden beperkt. Om deze veilig te stellen is het van belang nu reeds keuzes te verkennen waarvoor een gezamenlijk draagvlak kan worden gerealiseerd.
De heer Xxxxxxx zegt de notitie als een eerste aanzet voor verdere discussie te beschouwen. Het
is gewenst dan ook te spreken over de aard van de activiteiten die HVC in het kader van duurzaamheid wenst te ondernemen. Xxxxxxx zegt voorts eraan te hechten dat de discussie zorgvuldig verloopt, dat is een groter belang dan snelheid.
De voorzitter bevestigt dat zorgvuldigheid voorop staat. Dat is een uitgangspunt bij de verdere uitwerking van het besluitvormingsproces.
De heer Xxxxxxx geeft aan dat een discussie over de financieringstructuur van HVC een goed plan is. Die dient echter wel open gevoerd te worden. Als je tevoren al grenzen stelt aan de te bespreken mogelijkheden, bestaat de kans dat de discussie stokt. Spreker wijst erop dat de huidige samenwerking tussen de aandeelhouders en de daarbij gekozen financieringstructuur voor Smallingerland heeft geleid tot een substantiële kostenreductie voor de burger. Spreker pleit ervoor om niet bij voorbaat al besluitvormingstermijnen te verruimen. Dat kan altijd later, als dat nodig blijkt te zijn. De heer Borsjes merkt op dat het wel belangrijk is om de gemeenteraden voldoende tijd te gunnen om aangesloten te blijven bij de discussie.
De heer Xxxxxxx geeft aan een toegevoegde waarde te zien in HVC als verduurzamingsbedrijf voor de deelnemende aandeelhouders. Uitbreiding van de garantstelling zoals de notitie beschrijft onder punt e. zou een passende keuze kunnen zijn. Wel dient zo’n keuze in goede afstemming met de achterbannen tot stand te komen.
De xxxx Xxxxxxxxxx zegt het standpunt van het CAW te delen. Ook voor de waterschappen is verduurzaming, ook van de energievoorziening, een belangrijk thema. De discussie die dat vraagt kost tijd en daarop zal het besluitvormingsproces moeten worden afgestemd.
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx merkt op dat uit de discussie blijkt dat alle aanwezigen dezelfde visie delen op de mogelijkheden van HVC. Besluiten over de financiering van deze activiteiten dienen echter weloverwogen plaats te vinden. De xxxx Xxxxxx zegt dit standpunt te delen.
Mevrouw Xxx Xxxx zegt eveneens voorstander te zijn van het voeren van de voorgestelde discussie. Spreekster benadrukt het belang om de gemeenteraden hierbij te betrekken. De raad van Den Helder heeft zich eerder uitgesproken tegen verdere uitbreiding van de garantstelling. Zo’n uitbreiding wordt in de notitie wel als optie genoemd. Een uitwerking in die richting vraagt daarom goed overleg.
De directeur zegt dat eerder met de aandeelhouders is gesproken over de wenselijkheid van verduurzaming en de in dat kader door HVC te ondernemen activiteiten op het gebied van duurzame energie. HVC heeft daarna de eerste stappen op dit gebied gezet. Er is toen ook gezegd dat op termijn een evaluatie zou volgen. Met de financieringsdiscussie is die evaluatie nu al aan de orde, want keuzes voor een financieringsstructuur zijn immers niet vrijblijvend. Belangrijke investeringsbeslissingen kunnen alleen plaatsvinden op basis van commitment van de aandeelhouders.
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx zegt hiermee in te stemmen en merkt verder op dat eventuele risico’s die hiermee samenhangen alleen acceptabel zijn wanneer aan een keuze daarvoor een gedegen afweging ten grondslag ligt.
De voorzitter zegt dat uit de gevoerde discussie nog geen voorkeur voor een van de gepresenteerde oplossingsrichtingen kan worden afgeleid. De te kiezen financieringsstructuur zal behoren aan te sluiten op de richting en het tempo waarin HVC zich volgens de aandeelhouders dient te ontwikkelen. Xxxxxxx zegt dat HVC op basis van de gevoerde discussie het verdere besluitvormingsproces zal organiseren aan de hand van een op te stellen discussiestuk. De xxxx Xxxxxxxxxx verzoekt om daarin ook in te gaan op het historisch perspectief van de ontwikkelingen binnen HVC.
De vergadering stemt in met de geschetste lijn van de voorzitter.
8. Participatie in offshore windpark Belwind
De xxxx Xxxxxx geeft aan behoefte te hebben aan nadere informatie voordat tot besluitvorming kan worden overgegaan. Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx zegt dit standpunt te delen en eerst de uitkomsten
van het due-dilligence-onderzoek te willen afwachten.
De voorzitter zegt dat het due-diligence-onderzoek nog niet is uitgevoerd. Vanwege de hiermee samenhangende kosten hangt dat af van het standpunt van de vergadering. Het voorstel stelt echter als uitgangspunt dat niet eerder wordt geïnvesteerd dan nadat zo’n onderzoek is uitgevoerd en de uitkomsten daarvan positief zijn. Het is de rol van de raad van commissarissen om dit onderzoek te beoordelen.
De xxxx Xxxxxx zegt dat het lastig is de financiële aspecten van het voorstel te doorgronden. Na afronding van het due-diligence-onderzoek kan ook een beter oordeel worden geveld over de risico’s van de investering. Xxxxxxx stelt voor het besluit uit te stellen tot de vergadering van medio volgend jaar, aangezien de Flevolandse gemeenten eraan hechten om zekerheid te verkrijgen over de vraag of de uitgangspunten van het investeringsvoorstel juist zijn, met name vanwege de omvang van de investering van EUR 33 miljoen.
De voorzitter licht toe dat uitstel met een jaar geen mogelijkheid is. De verkopende partij houdt het aanbod tot participatie in het project niet voor zo’n lange termijn voor HVC beschikbaar.
Een besluit tot uitstel houdt in dat HVC niet zal deelnemen in het project.
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx merkt op dat het geen jaar hoeft te duren. Hoe eerder de informatie beschikbaar is, hoe sneller een besluit kan worden genomen. Er is geen principiële afwijzing van het voorstel, maar Almere wenst een afweging te maken op basis van alle informatie.
De xxxx Xxxxxx zegt de discussie wel te begrijpen. Discussies over risico’s vormen een steeds terugkerend punt bij de behandeling van gemeentelijke begrotingen. Voor HVC ligt het echter voor de hand om de huidige ontwikkeling overeenkomstig het bestaande strategische beleid voort te zetten. Xxxxxxx zegt daarom in te stemmen met het voorliggende voorstel.
De heer Xxxxxxx zegt eveneens positief te staan tegenover het voorstel. De te verwachten resultaten geven voldoende reden om het voorstel te steunen.
Ook de gemeente Smallingerland en de GR CAW stemmen met het voorstel in.
De xxxx Xxxxxx zegt dat AIJZ het voorstel goed onderbouwd vindt, passend binnen de strategie van HVC.
De voorzitter stelt voor het voorstel in stemming te brengen. De gemeenten gelegen in de provincie Flevoland onthouden hun stem.
Met inachtneming van het vorenstaande besluit de vergadering met algemene stemmen conform voorstel.
9. Bevestiging van het besluit tot goedkeuring van de overdracht door Hoogheemraadschap van Delfland, Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, waterschap Hollandse Delta en Waterschap Rivierenland van alle door hen gehouden aandelen B in HVC aan het Openbaar Lichaam Slibverwerking 2009
De vergadering besluit met algemene stemmen conform voorstel.
10. Bevestiging van het besluit tot uitgifte van aandelen A aan de gemeenten die deelnemen in het ISW
De heer Xxx Xxxxx licht toe dat de onderlinge verdeling van aandelen binnen de ISW-gemeenten plaatsvindt naar rato van het inwoneraantal.
De vergadering besluit met algemene stemmen conform voorstel.
11. Samenwerking Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
De vergadering besluit met algemene stemmen conform voorstel.
12. Rondvraag en sluiting
Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun bijdrage en sluit de vergadering.
Algemene Vergadering van Aandeelhouders Alkmaar, 30 juni 2011
Algemene ontwikkelingen
• HVC Grondstoffen
• HVC Energie
• Financiën
Grondstoffen (1)
Scenario-analyse
• Visie op 2030
• Grondstofschaarste
• Grotere rol producenten, aangepaste rol gemeenten
• Burger wordt een al dan niet ‘grondstof’-bewuste consument
Grondstoffen (2)
Waardeverhoging grondstoffen voor nutsbedrijf
• Beloning consument bij scheiding in monostromen
• Betere scheiding leidt tot meer materiaalhergebruik en tot:
• Lagere CO2 uitstoot per huishouden
• Lagere CO2 footprint voor gemeenten
Grondstoffen (3)
Hoe nu verder?
September 2011 nadere strategische keuzes
• Organisatie, visie op keten
• Proeven ‘droog en herbruikbaar’ in Sliedrecht en Noordoostpolder monitoren en evalueren
• Proef voorbereiden voor introductie beloonmechanisme scheidingsgedrag
• Start na einde proef ‘droog en herbruikbaar’ (2012)
• Aanpassing organisatie om operationeel nieuwe rol aan te kunnen
Grondstoffen (4)
HVC Grondstoffen
• Kunststofinzameling
→ voorscheiding
→ nascheiding
→onderdeel inzameling ‘droog en herbruikbaar’
• GHA: recyclingspercentage ≥80%
• Andere modellen: betalen betalen voor papier, groen afval en andere componenten
• Ambitie: afvalstoffenheffing naar 0!
Grondstoffen (5):
Communicatie krijgt andere inhoud:
Grondstoffen (6)
• Fosfaatterugwinning uit as slibverbrandingsinstallatie: samenwerking SNB / Ecophos
• Invoering geurloos slibtransport van RWZI’s naar SVI Dordrecht
Grondstoffen (7)
Landelijke pers (NRC): ingezamelde stroom GHA 80% verbrand (toegestaan is 40%)
Huidige inzamelstructuur GHA HVC-gemeenten leidt tot:
• GHA: milieustraat + inzameling op afroep
90 % aanbod op milieustraat met (bij een goed functionerende Milieustraat/ ABS ) een scheidingpercentage van minimaal 90 %
• ASI (afvalsorteerinstallatie): 70% grondstoffen en 30% residu
→ 88% materiaal hergebruik
Grondstoffen (8)
Ontwikkelingen VAOP:
• Aanvraag surseance van betaling is ingediend
• HVC coördineert claims van aandeelhouders richting VAOP
• Afvoer papier per 1 juni 2011 veiliggesteld
HVC Energie
1. Energie uit afval
2. Biomassa
3. Warmte
4. Wind op zee
5. Wind op land
6. Zon
7. Lokale duurzame energiebedrijven
8. Verduurzaming aandeelhouders
1. Energie uit afval
• Verwerkte tonnen
• Energieproductie
• Vijfde lijn Dordrecht
Verwerkte tonnen
1.600
1.400
1.200
1.000
800
600
400
200
0
2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003
Verbranding (kton) Compostering (kton) Scheiding (kton) Slib (kton)
Energieproductie
900
800
700
600
500
400
300
200
100
0
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
Elektriciteitproductie (GWh) Warmtelevering (TJ) Vermeden CO2 (kton)
Vijfde lijn Dordrecht
• Realisatie binnen beschikbaar gesteld budget
• Sluiting lijn 2 en 3 oktober 2011, conform afspraak met omwonenden
• Energieproductie en emissies voldoen aan gestelde eisen.
2. Biomassa
• Vergisten: Zwolle & Middenmeer
Zwolle: - eerste vergistingsinstallatie waar groen gas wordt geproduceerd
- investering € 13,5 mln. (HVC 50%)
- opstart moeizaam
• Nieuwe projecten:
- Torrefactie
- Milena
- BEC Delfzijl / Papenburg
• Leververgunning groen gas
3. Warmte
• Alkmaar (uitbreiding)
• Dordrecht / Drechtsteden (aanleg)
• Assendelft, Heerhugowaard, Xxxxxxxxx -XXX-xxxxxx (per 1-7-11)
• Purmerend: duurzame bronnen (voorstel volgt)
• WKO Dordrecht (uitbreiding)
• Geothermie Westland (onderzoek)
4. Wind op Zee
• Duitsland: Windpark Borkum-West II 13,6 MW (46 MW in ontwikkeling)
• Nederland: Bard NL 90 MW
• Zaanstad / Zeewolde (doet mee?)
• België: Belwind
32 MW (operationeel) 32 MW (in ontwikkeling)
• Studie via Trianel
→ stuwmeer
→ 10 jaar
5. Wind op Land
• Hollandse Delta
(1 molen)
• Initiatieven bij
Sortiva
(2 molens)
Energiezorg
(Afvalzorg – HVC)
Burgerveen Oost (3 molens)
6. Zon
• Nederland: 40 projecten op agrarische bebouwing (met SDE)
• Duitsland: benutting daken van twee skihallen
• Uitrol wacht op grid parity → binnenkort ?
• SDE-aanvraag voor alle gemeentelijke gebouwen van aandeelhouders per 1 september 2011 a.s.
(10.000 objecten)
7. Lokale duurzame energiebedrijven
• Dordrecht
• Flevoland
• Heerhugowaard, Alkmaar etc.
- Gezamenlijke productie haalbaar ?
• Wél: duurzaamheidsfabriek, stimuleren rijden op gas en elektramobiliteit, laadpalen / gaspompen en zonnepanelen.
8. Verduurzaming aandeelhouders
• Energievisies / CQ team
(51 gemeenten / 5 waterschappen)
• Levering aan aandeelhouders: 60%, na levering aan waterschappen
per 1-1-2012: 100%
(groene stroom)
Financiën
1. Resultaat
2. Analyse verschil resultaat 2010 - 2009
3. Stand eigen vermogen
4. Stelselwijziging
5. Leningen
6. Tarieven
7. Koers 2015: resultaten bezuinigingen
Verduurzaming aandeelhouders (2)
NU
Klimaatakkoord: 45 PJ in 2020
30
Bijdrage HVC (PJ)
25
28
25
20
21
Gepland
14
benodigd
15
Overig
7
6,1
10
1,5
5
Wind
0
2010
2015
2020
0
Stand 2010
HVC 1,5 PJ
Overig biomassa 1 PJ
Zon, bodemwarmte etc. 1 PJ
PJ
1. Resultaat
2005 incidentele baten
overname Gevudo NV
20
18
16
2006 incidentele baat
aanpassing vpb%
14
12
10
8
6
2007 hogere
personeelskosten (cao en formatie) en incidentele lasten beëindiging CBL en overnames
4
2
2008 structureel resultaat
Bio-energiecentrale
0
2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003
2009 prijsdaling energie en
reststoffen
2010 overnames en
grondverkoop
Resultaat na vpb voor dividend (€ mln) Resultaat voor vpb (€ mln) Provisie en dividend (€ mln)
Resultaat: uitkeringen aandeelhouders (2)
Strategisch plan, uitkering aan aandeelhouders:
– Van resultaat na vpb wordt 60% gereserveerd en 40% aan aandeelhouders uitgekeerd. De garantstellingprovisie hiervan deel uit, de rest gaat in de vorm van dividend.
Voor 2010 betekent dit:
• Resultaat na vpb
€ 8.503.000
• Bij: garantstellingprovisie
€ 6.668.000
• Resultaat na vpb voor garantstellingprovisie
€ 15.171.000
• 40% Uitkering zou zijn
€ 6.068.400
• Af: garantstellingprovisie:
€ 6.668.000
• Resteert voor dividend:
geen
2. Analyse verschil resultaat 2010 - 2009
Analyse resultaat voor belasting 2010 vs 2009: resultaat
gestegen van € 3,7 mio in 2009 naar € 8,9 mio in 2010 ofwel stijging: € 5,2 mio
- Aandeel resultaat overnames DRSH, Netwerk:
€ 4,5 mio
- Verkoop grond Hartelmond:
€ 3,5 mio
- Autonoom resultaat gedaald met
-/- € 2,8 mio
• 60 kton minder aanvoer: € 5,5 mio (15 kton meer aanvoer, maar 75 kton in lijn 5)
• Gedempt door hogere prijzen papier en (non-)ferro en koers 2015: € 2,7 mio
Eigen vermogen 31-12-2010 (* € 1.000) | Totaal |
Boekwaarde per 31-12-2009 | 103.938 |
Stelselwijziging | 13.546- |
Boekwaarde per 1-1-2010 | 90.392 |
Mutaties boekjaar: | |
Bijplaatsing kapitaal Westland | 24 |
Uitkering dividend vorig boekjaar | |
Resultaat huidig boekjaar | 8.519 |
Boekwaarde per 31-12 | 98.935 |
3. Stand eigen vermogen
4. Stelselwijziging
– Per 1 januari 2010 worden de afvalcentrales gewaardeerd tegen verkrijgingprijs i.p.v. actuele waarde. Overige activa werd al tegen verkrijgingprijs gewaardeerd.
– De vergelijkende cijfers over 2009 zijn aangepast aan het nieuwe stelsel.
–
–
Het voorheen onder het eigen vermogen (herwaarderingsreserve) opgenomen verschil met de hogere actuele waarde is rechtstreeks op het eigen vermogen afgeboekt.
Reden stelselwijziging:
•
•
•
Aansluiting met de branche
Aansluiting op gewijzigde marktomstandigheden
Aansluiting op LAP2
Saldo ultimo 2009 volgens jaarrekening 2009
Stelselwijziging
Saldo ultimo 2009 na stelselwijziging, conform jaarrekening 2010
Materiële vaste
activa
827.287
18.521-
Eigen Resultaat voor
vermogen
103.938
13.546-
belastingen
-
-
Latente
belasting- verplichting
31.042
4.990-
808.766
90.392
-
26.052
Risico aandeelhouders (* € 1.000) | Aandeel- houders A | Aandeel- houders B | 31-12-2010 | 31-12-2009 |
Langlopende leningen | 569.563 | 51.496 | 621.059 | 524.564 |
Kortlopende leningen | 65.000 | - | 65.000 | 90.808 |
Bedrag van de garantstelling | 634.563 | 51.496 | 686.059 | 615.372 |
Gegarandeerde leningen (* € 1.000) | 31-12-2010 |
Strategisch plan | 422.000 |
Bij: Investering ACD (verloop volgens staat MVA) | 245.705 |
Bij: Investeringen DRSH | 51.496 |
'Aangegast' strategisch plan | 719.201 |
5. Leningen (garantstelling)
Van aandeelhouders (in €) | 2012 | 2011 | 2010 | 2009 | 2008 | 2007 |
(Grof)Huishoudelijk afval en Afval van regionaal afvaldepots | ||||||
– Verwerking | 75,00 | 77,00 | 79,00 | 79,00 | 79,00 | 87,00 |
– Overslag en transport | 14,00 | 14,00 | 14,00 | 14,00 | 14,00 | 14,00 |
Slib | 75,31 | 76,31 | 77,31 | |||
GFT – Verwerking – Overslag en transport | 45,00 9,00 | 45,00 9,00 | 45,00 9,00 | 55,00 9,00 | 62,00 9,00 | 62,00 9,00 |
Tarieven (2)
6. Tarieven
7. Koers 2015
Bezuinigingsopgave:
- 20% kostenreductie (beïnvloedbare kostencomponenten) in de periode 2010 – 2015
Stand van zaken:
- gerealiseerd tot eind 2011 € 7,7 mln. = 60% van de opgave
→ Koers 2015 ligt op schema
Overige (personele) ontwikkelingen
Personeel:
- ziekteverzuim: van 5,5 naar 6,9% (toename afvalinzameling)
- FTE’s: toename van 698 naar 963
Wijziging samenstelling RvC:
- aftreden: de heren Xxxx, Xxxxxxxx, Nieuwendijk en Winkelman
- verwelkoming: de heren Den Blanken, Oosters en Schreve
Wijziging directie:
- benoeming tot directeur Duurzame Energie: de heer Xxx Xxxxxxxx
duurzame energie
grondstoffen
Contextanalyse; update mei 2012
Aan: Algemene Vergadering van Aandeelhouders Van: Directie en Raad van Commissarissen
Betreft: update contextanalyse
Datum: 30 mei 2012
1. Inleiding
De Contextanalyse 2011 is in november 2011 naar de leden van de AvA verzonden. Deze update sluit aan bij de Contextanalyse 2011. In deze notitie wordt met name ingegaan op ‘belangrijke’ ontwikkelingen sinds het opstellen van de Contextanalyse 2011. Een brede update van de contextanalyse zal eind 2012 plaatsvinden.
2. Grondstoffen, inzamelen en hergebruik
Grondstoffenmanagement
Staatsecretaris Xxxxx heeft in zijn Afvalbrief (augustus 2011) de ambitie neergelegd om te komen tot 65% recycling. HVC is van mening dat deze ambitie haalbaar is. Wel is voor deze groei van 50 naar 65% recycling een trendbreuk nodig om deze grote stap te kunnen zetten. Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van gemeenten en vertegenwoordigers uit de afvalbranche (waaronder HVC) adviseert de staatssecretaris op welke wijze deze ambitie kan worden gerealiseerd. Met onder andere de combinatie van een effectieve service voor afvalscheiding, een flexibele systeemkeuze (bv. op het gebied van nascheiding), het inzetten van financiële instrumenten (waaronder diftar), het uitbreiden van producentenverantwoordelijkheid en een goede communicatie moet 65% recycling worden gerealiseerd. Van belang is ook een verplichting voor de inzet van secundaire grondstoffen, waardoor hergebruik wordt gestimuleerd.
Een sterkere focus op materiaalhergebruik, alsmede het faillissement van de VAOP leidt tot een heroriëntatie van diverse bedrijven die actief zijn op het gebied van secundaire grondstoffen.
Remondis versterkt zijn positie op dit gebied onder andere m.b.t. papier en kunststoffen. Voor nieuwe retourconcepten zoals bv. Retourmatras, ontstaat een markt.
Besluit verpakkingen /statiegeld
De huidige Raamovereenkomst verpakkingen loopt op 31 december 2012 af. Op 5 maart 2012 heeft staatsecretaris Atsma een onderhandelakkoord voor een nieuwe overeenkomst naar de Tweede Kamer gestuurd. Hoofdpunten uit dit akkoord zijn onder andere:
- De afspraken worden gemaakt voor een periode van 10 jaar;
- De hergebruikdoelstelling voor kunststofverpakkingsafval neemt jaarlijks met 1% toe en moet in 2022 52% bedragen;
- Het bedrijfsleven zorgt voor het financieringsstelsel waarbij de gemeenten de kosten voor
o.a. de inzameling (waarvan de hoogte nog nader wordt bepaald) krijgen vergoed. Daarnaast komt er een extra vergoeding voor de aanpak van zwerfafval;
- Zowel bron- als nascheiding is toegestaan, mits de kwaliteit van de verkregen deelstromen aan de daarvoor geldende normen voldoet;
- De verantwoordelijkheid voor het sorteren verschuift m.i.v. 2015 naar de gemeenten. Ook het vermarkten van de deelstromen mag m.i.v. 2015 door gemeenten zelf worden uitgevoerd;
- Het statiegeld op grote PET-flessen wordt m.i.v. 2014 afgeschaft.
Met name het voornemen om het statiegeld af te schaffen heeft na publicatie van het onderhandelakkoord tot veel discussie geleid. De VNG wil het besluit tot afschaffen niet op voorhand nemen. ‘Eerst moet duidelijk zijn dat er sprake is van voldoende verduurzaming’, schrijft de VNG in een brief aan staatssecretaris Atsma (CDA) van Infrastructuur en Milieu op 12 april. De VNG gaat daarom het voorstel tot afschaffing niet voorleggen aan de ledenraad. Naast reacties vanuit gemeenten, milieugroeperingen en het bedrijfsleven heeft dit aspect ook bij de besprekingen in de Tweede Kamer een belangrijke rol gekregen. Op basis van de stemming over de diverse moties die over dit onderwerp waren ingediend, is uiteindelijk besloten om het statiegeldsysteem op zijn vroegst per 1 januari 2015 af te schaffen. Belangrijke randvoorwaarde daarbij is dat het bedrijfsleven dan heeft voldaan aan de prestatiegaranties waaronder de groei van het hergebruik van kunststofafval naar 100 kton, het gebruik van recyclaat in minimaal 25 procent van de nieuwe petfrisdrankflessen en de afschaffing van gratis plastic draagtassen in supermarkten.
Inzamelen
Er is veel aandacht voor het op een andere wijze inzamelen van huishoudelijk (rest-)afval waarmee de hoeveelheid herbruikbaar afval wordt verhoogd en de hoeveelheid restafval dat naar afvalenergiecentrales moet worden afgevoerd wordt verlaagd.
HVC zet met haar praktijkproef Droog en Herbruikbaar met een robuust systeem in op het kostenefficiënt inzamelen van zo veel mogelijk herbruikbare materialen uit huishoudens. De inzamelproeven in Noordoostpolder en Sliedrecht laten een toename van de hoeveelheid gescheiden ingezamelde droge en herbruikbare deelstromen zien, terwijl de hoeveelheid restafval met ca. 20% is afgenomen. Op basis van de samenstelling van het restafval kan de hoeveelheid droge en herbruikbare stromen nog worden verhoogd. Omdat er nog geen mechanische sorteerinstallatie beschikbaar is die de droge en herbruikbare kan verwerken, is tijdens de proef deze fractie handmatig gesorteerd. Dit leverde schone en goed afzetbare stromen op. Op basis van de evaluatie van de (gegevens afkomstig van de) praktijkproef wordt besluitvorming op het vervolg van de praktijkproef voorbereid.
Er is veel belangstelling voor de (resultaten van) Droog en Herbruikbaar. In de gemeente Krimpen aan den IJssel start Van Gansewinkel een vergelijkbare inzamelproef met een focus op de droge en herbruikbare deelstromen (de Basis Bak). Ook andere inzamelproeven, zoals bijvoorbeeld het omgekeerd inzamelen in Zwolle, zijn succesvol; een toename van de hoeveelheid gescheiden ingezamelde stromen voor recycling en een afname van de hoeveelheid restafval.
De belangstelling voor de inzamelproef in de gemeente Pijnacker-Nootdorp (‘Ryck’) is groot. Bij deze proef worden inwoners financieel beloond voor het inleveren van oud papier, textiel, kunststof verpakkingsafval en kleine huishoudelijke elektrische apparaten1. Over de resultaten van de proef wordt in het algemeen met veel enthousiasme gesproken. Dit enthousiasme heeft betrekking op de deelname van de inwoners en de hoeveelheid gescheiden ingeleverde materialen. Over de financiële haalbaarheid van deze wijze van inzamelen zijn echter nog geen gegevens gepubliceerd. Gelet op
o.a. de personeellasten t.b.v. de inname is het twijfelachtig of een dergelijke wijze van inzamelen van herbruikbare stromen op een rendabele wijze kan worden uitgevoerd2. Een experiment in Horst (‘PlasticPunt’), waar een vergoeding werd gegeven voor ingeleverde kunststofverpakkingen, is wegens te hoge (o.a. personeels-)kosten en te lage opbrengsten ondertussen beëindigd. Supermarkten die op vrijwillige basis een vergoeding gaven voor ingezamelde verpakkingsmaterialen, zijn hier uit financiële overwegingen mee gestopt en/of hebben de vergoeding aanzienlijk gereduceerd.
1 De inzamelvergoeding per kg. voor de verschillende stromen is als volgt: papier - € 0,05; textiel - € 0,25; kunststofverpakkingsafval - € 0,25; kleine huishoudelijke elektrische apparaten - € 0,05.
2 ‘Over het project 'Afval Loont' of Ryck zou worden geconcludeerd dat het niet in groene cijfers geschreven kan worden’ (bron: xxxxxxxxxxx.xx 19 april 2012). Het is op dit moment niet duidelijk of er een relatie is tussen de slechte financiële resultaten van Avalex en deze inzamelproef.
De afvalwaterketen
Er treedt een duidelijke kentering op in de slibhoeveelheden, die ter eindverwerking worden aangeboden. Waar tot een aantal jaren geleden werd uitgegaan van een gestage groei, treedt nu stabilisatie op en wordt rekening gehouden met een daling. Zowel maatregelen op de zuivering (zoals extra vergisting) als de tegenvallende economische ontwikkelingen spelen hier een belangrijke rol in.
Waterschap De Dommel heeft opdracht verstrekt voor ontwerp, realisatie en onderhoud van een Energiefabriek bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Tilburg. Het doel is om het zuiveringsslib uit het hele beheersgebied van de Dommel op de economisch meest gunstige manier te verwerken, de rioolwaterzuivering energieneutraal te kunnen uitvoeren en biogas extern te verkopen.
Een landelijke reductie van de hoeveelheid zuiveringsslib is op dit moment al waarneembaar en leidt tot een mogelijke overcapaciteit op het gebied van slibeindverwerking. Een dergelijke overcapaciteit kan leiden tot druk op de verwerkingstarieven. De eerste tekenen van overcapaciteit hebben zich al aangediend bij de recente aanbesteding van slibverwerking in Limburg. SNB heeft daar ingeschreven voor de zeer lage prijs van € 45,- per ton. Voor de waterschappen in Noord-Nederland vervallen de huidige verwerkingscontracten over enkele jaren. Er vindt studie plaats naar de optimale wijze van verwerking waarbij in verband met de noodzakelijke schaalgrootte samenwerking tussen de diverse waterschappen noodzakelijk wordt geacht.
Door fosfaat terug te winnen uit de verbrandingsassen van zuiveringsslib kan dit fosfaat als grondstof fungeren voor de kunstmestindustrie. SNB en HVC werken samen om de mogelijkheden voor het oprichten van een installatie voor het terugwinnen van fosfaat uit de verbrandingsassen te onderzoeken. Naast technische en economische randvoorwaarden, spelen hierbij ook de randvoorwaarden vanuit de Europese meststoffenwetgeving een belangrijke rol. Door HVC is een presentatie verzorgd over de (resultaten van de) proeven bij Ecophos voor een working group van de Europese Commissie rondom de EU-meststoffen wetgeving. Vanwege ontwikkelingen op de mogelijke eisen aan de input voor de productie van fosfaatmeststoffen lijkt de ‘Ecophos-route’ in ieder geval op langere termijn een betere route dan de directe inzet van de verbrandingsassen in het
productieproces van ICL.
In een nieuwbouwwijk in Sneek is een fundamenteel ander afvalwatersysteem in gebruik genomen. Hierbij wordt het geconcentreerde huishoudelijk afvalwater op wijkniveau verwerkt. In de lokale vergister wordt biogas geproduceerd dat voor de verwarming in de wijk (ruimteverwarming en warm tapwater) wordt ingezet.
3. Duurzame energie uit reststromen
Energie uit afvalenergiecentrales
Overcapaciteit/import
Het voortduren van de recessie (‘double dip’) versterkt de impact van de overcapaciteit van de Nederlandse AEC’s. Mede gezien de focus op hergebruik is deze overcapaciteit een structureel gegeven die het treffen van maatregelen noodzakelijk maakt. Op een totale verbrandingscapaciteit van ruim 7 miljoen ton bedraagt de overcapaciteit ca. 10 -15%. Ook in Duitsland is sprake van overcapaciteit met dalende tarieven als gevolg. De R1-status van de Nederlandse AEC’s maakt het mogelijk om de overcapaciteit in te vullen met de import van brandbaar restafval uit het buitenland (Groot-Brittannië, Italië). Door het ontbreken van (voldoende) verbrandingscapaciteit in de exporterende landen wordt met het verbranden van dit restafval in Nederland voorkomen dat het afval in het land van oorsprong wordt gestort3. Bij dit verbranden wordt de energie-inhoud van het afval benut waardoor er ondanks het transport sprake is van een aanzienlijk milieuvoordeel4.
3
In Groot-Brittannië werd bv. in 1 jaar tijd (okt. 2010 – sept 2011) ruim 10 miljoen ton huishoudelijk afval gestort.
4
Verbranden in Nederland of storten in Groot-Brittannië, milieukundige analyse van de verwerking van Brits
huishoudelijk afval in Nederland – CE (2012)
Recente voorbeelden van import zijn o.a.
- ca. 200 kton vanuit (contract voor één jaar) t.b.v. verwerking bij AVR in Rotterdam (50 kton) en bij E.ON in Delfzijl (150 kton);
- ‘enkele tienduizenden tonnen’ per jaar door Twence afkomstig uit Groot-Brittanië;
- Sita en Xxx Xxxxxxxxxxx met in 2012 ieder ca. 300.000 ton uit Groot-Brittanië en België. Een deel van deze import wordt gebruikt voor het aanvullen van de eigen installaties terwijl daarnaast een deel wordt gebruikt voor het doorleveren naar derden (waaronder HVC en AEB).
De verwerkingstarieven voor dit brandbaar afval zijn het resultaat van onderhandelen tussen partijen en worden niet publiek bekend gemaakt. Deze tarieven bedragen naar verwachting ca. € 40,- tot 50,- per ton. Import vanuit Duitsland vindt met name plaats naar installaties met Duitse aandeelhouders (EON, ARN), zodat daar sprake is van ‘interne’ optimalisatie.
Prijsontwikkeling
De gemiddelde tarieven voor de verwerking van huishoudelijk restafval zijn onlangs door AfvalOnline gepubliceerd (figuur 1). De veranderingen t.o.v. de in de Contextanalyse 2011 opgenomen gegevens zijn gering. Het ontbreken van ‘aanzienlijke’ wijzigingen wordt o.a. veroorzaakt doordat er in het afgelopen half jaar weinig grootschalige aanbestedingen zijn geweest. Grootschalige aanbestedingen waarbij bijna 40% van het huishoudelijk restafval in de markt wordt gezet, worden in verband met de afloop van huidige contracten met AEB en Attero in 2016/2017 verwacht. Vooruitlopend op de afloop van het verwerkingscontract met Attero heeft Rova ondertussen de verwerking van het restafval van de voormalige regio IJssel-Vecht gemeenten5 m.i.v. 1 juli 2016 gegund aan Sita Coevorden. Het tarief van € 47,40 (prijspeil 2012) betekent meer dan een halvering t.o.v. het huidige tarief bij Attero. Op basis van deze ontwikkelingen gaan mogelijk ook andere partijen vooruitlopend op de afloop van hun contracten, de verwerking van het huishoudelijk restafval voor de periode na 2016 op korte termijn aanbesteden.
Figuur 1. Ontwikkeling gemiddeld verbrandingstarief huishoudelijk restafval
5 Dit betreft de volgende gemeenten: Dalfsen, Hardenberg, Hattem, Heerde, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle
Financiële resultaten
De tot op heden gepubliceerde resultaten over 2011 laten een wisselend beeld zien. Attero, Twence en Omrin hebben positieve resultaten over 2011 gepubliceerd. De aanzienlijk hoger dan gemiddelde verwerkingstarieven bij deze bedrijven (zie figuur 1) hebben ongetwijfeld een belangrijke bijdrage gespeeld bij het realiseren van deze resultaten. Het negatieve bedrijfsresultaat van Xxx Xxxxxxxxxxx over 2011 (€ 25 miljoen verlies) wordt o.a. toegeschreven aan de sterke terugval aan inkomsten doordat tegen ‘bodemprijzen’ aanbestedingen voor zowel het verwerken als het inzamelen van huishoudelijk afval werden gewonnen.
Energie uit biomassa
Er zijn veel lokale initiatieven voor het oprichten van lokale bio-energiecentrales. Deze initiatieven zijn in het algemeen gebaseerd op vergisting (met het verbranden van biogas) of de directe verbranding van biomassa. Onder andere door onvoldoende financiële zekerheid en weerstand vanuit de omgeving worden weinig van deze initiatieven daadwerkelijk gerealiseerd. Een kleinschalig initiatief, waar biomassa wordt ingezet van verwarmingsdoeleinden, dat wel wordt gerealiseerd is in Marum waar op basis van lokale houtbronnen (onderhoud van houtsingels) o.a. een zwembad, een verzorgingstehuis en sportcomplex van warmte worden voorzien. Tevens is de bouw gestart van een grote biomassacentrale (49 MW, 300.000 ton houtafval/jaar) in Delfzijl. Deze wordt in 2013 in gebruik genomen. Stadsverwarming Purmerend heeft haar voornemen bekend gemaakt om een biowarmtecentrale ten behoeve van de stadsverwarming te realiseren. Deze zal worden gestookt met ca. 100.000 ton verse houtsnippers per jaar afkomstig van Staatsbosbeheer.
Energiebedrijf RWE/Essent wil het voor 2020 geplande percentage biomassabijstook in de kolencentrale in de Eemshaven uitbreiden van 15 naar 35 procent. De Nederlandse emballage- en palletindustrie heeft een Green Deal met de Rijksoverheid gesloten om op de eigen productielocaties meer resthout in te zetten voor energieopwekking (drooginstallaties). Dergelijke initiatieven zullen leiden tot een toenemende markt voor resthout t.b.v. energieopwekking. Bij gelijkblijvend aanbod zal dat tot een verhoging van de kostprijs voor resthout leiden.
Vergisting
Uit een tweetal studies bleken de financiële rendementen van mest/co-vergistingsinstallaties erg slecht te zijn6. Dat wordt vooral veroorzaakt door de sterke toename van de kostprijs van co- substraten (diverse organische reststromen van vaak industriële herkomst) die van belang zijn voor een hoge gasopbrengst van de vergistingsinstallatie. Recent is de lijst met reststromen die aan een mestvergister mogen worden toegediend uitgebreid. Op basis van deze nieuwe lijst mag nu o.a. bermgras worden toegevoegd. Bermgras, bijvoorbeeld afkomstig van haar aandeelhouders (waterschappen), is één van de stromen die voor HVC mogelijk interessant is om schommelingen in het aanbod van gft voor de vergistingsinstallaties op te vangen.
Vergisting gft
In Nederland zijn ondertussen 7 gft-vergisters operationeel. Het gas dat wordt geproduceerd bij deze vergisters wordt via een wkk omgezet in elektriciteit en warmte of wordt opgewerkt naar aardgaskwaliteit. Het opwerken van dit groen gas naar aardgaskwaliteit vindt plaats bij installaties in Rijssenhout (Meerlanden), Venlo (Attero), Zwolle (Rova/HVC) en Middenmeer (HVC). Dit opwerken van biogas naar groen gas blijkt in de praktijk moeizamer te verlopen dan werd verwacht. Daarnaast wordt er op grotere schaal gas opgewerkt naar aardgaskwaliteit vanuit stortgas en vanuit het gas afkomstig uit de vergisting van de afgescheiden organische fractie uit integraal ingezameld huishoudelijk afval.
6 W.o. Evaluatie van de vergisters in Nederland – Agentschap NL (november 2011).
4. Duurzame energie uit andere bronnen
SDE+
Een belangrijke wijziging in de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+) 2012 ten opzichte van 2011 is het beschikbaar stellen van subsidie voor hernieuwbare warmte. Een andere belangrijke wijziging is het verlagen van de subsidie in de eerste fase. Deze wijziging past binnen de doelstelling van de Rijksoverheid om met zo weinig mogelijk middelen de productie van zoveel mogelijke duurzame energie te stimuleren. Het beschikbare budget voor de SDE+ in 2012 bedraagt
€ 1,7 miljard.
Op 13 maart 2012 is de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+) geopend. In de eerste fase is voor ruim € 2,3 miljard budget aangevraagd. Het grootste deel van dit budget is aangevraagd voor hernieuwbare warmte (waaronder geothermie en warmte uit biomassa) terwijl een klein deel is aangevraagd voor hernieuwbare elektriciteit (zon-pv bij grootverbruikersaansluitingen) en hernieuwbaar gas (groen gas hub allesvergisting). In de eerste fase is geen subsidie aangevraagd voor o.a. wind op land. Fase 2 is op 1 mei 2012. opengesteld. Omdat de inhoudelijke beoordeling van alle in fase 1 ingediende projecten nog niet afgerond, is nog niet duidelijk welk budget er nog beschikbaar is in fase 2.
Zon
Door de sterke kostprijsdaling, met name door een grote productiecapaciteit in Zuidoost-Azie7, blijkt ondertussen voor particuliere toepassingen stroom afkomstig van zon-pv een kostprijs te hebben die lager is dan de stroomprijs van de reguliere elektriciteitsleverancier8. Een grootschalige toepassing van zon-pv op bv. gesloten stortplaatsen of braakliggende gronden is veel lastiger met een positief financieel rendement te realiseren omdat de stroom ‘aan het net’ moet worden geleverd met als opbrengst per kWh ca. 5 – 7 cent. Bij een toepassing ‘achter de meter’, zoals dat bv. bij een particulier gebeurt, is de besparing op de inkoop ca. 22 cent per kWh.
Diverse partijen (o.a. Vereniging Eigen Huis, Wij Willen Zon) hebben in de afgelopen maanden succesvolle collectieve inkoopacties voor zonnepanelen georganiseerd. Op deze wijze wordt de aanschafprijs voor zonnepanelen nog verder verlaagd waardoor de aankoop aantrekkelijker wordt.
E-mobiliteit
In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de Stichting E-laad. Deze stichting is met publieke middelen gefinancierd (winsten netbeheerders) en realiseert laadpalen t.b.v. elektrisch vervoer. Omdat publiek geld de markt niet mag verstoren, was de kern van de discussie in de Kamer of er al sprake is van een marktsituatie op het gebied van plaatsen van laadpalen en het leveren van elektriciteit ten behoeve van elektrisch vervoer. De Kamer heeft aan de regering gevraagd om inzicht te geven in de afbouw van de taken van van E-laad. Stichting E-laad is ondertussen gestopt met het verstrekken van oplaadpasjes om deze marktontwikkeling te bevorderen.
De gemeente Amsterdam heeft inmiddels aangegeven te stoppen met de pilot ‘elektrisch rijden’ waaronder gratis stroom en gratis parkeren tijdens het laden. De gemeente geeft hierbij aan dat elektrisch rijden in Amsterdam nu levenskrachtig genoeg is om door marktpartijen te worden overgenomen. Oók HVC heeft besloten een deel van haar inspanningen op het gebied van elektrisch vervoer, met name een actieve ‘roadshow’ om het elektrisch vervoer onder de aandacht te brengen, te beëindigen. Omdat elektrisch vervoer tot een aanzienlijke CO2-reductie leidt blijft HVC vanuit haar voorbeeldfunctie de eigen elektrische auto’s volop inzetten.
Wind op land
Op 8 februari 2012 heeft de Raad van State alle bezwaren tegen de realisatie van het Windpark Noordoostpolder verworpen. Daarmee is groen licht gegeven voor de bouw van het grootste windmolenpark op land in Nederland met een gezamenlijk opgesteld vermogen van 430 Megawatt.
7
In China bevindt zich ondertussen bijna 60% van de wereldwijde productiecapaciteit voor pv-panelen.
8
Inventarisatie PV markt Nederland Status Oktober 2011 – Stichting Monitoring Zonnestroom
De procedure rond het Windpark Noordoostpolder valt onder de Rijkscoördinatieregeling. Met deze regeling wil de rijksoverheid de regie houden over omvangrijke projecten waaronder grootschalige toepassing van windenergie. Ook het plan voor windturbines in het Markermeer (ruim 100 MW) valt onder deze coördinatieregeling. Het tot op heden ontbreken van een Rijksstructuurvisie Wind op Land en het wel toepassen van deze coördinatieregeling leidt volgens diverse provincies mogelijk tot het afbrokkelen van draagvlak voor windmolens.
Wind op zee
Voor het Gemini project, waar HVC voor 15% in participeert, is gekozen voor de toepassing van turbines van Siemens. Dit heeft tot gevolg dat ten opzichte van de oorspronkelijke plannen bij een gelijkblijvend totaal opgesteld vermogen per jaar tot 10% meer elektriciteit wordt geproduceerd. De restsubsidie, die nog beschikbaar was voor windenergie op zee, is toegekend aan Eneco. Eneco gaat hiermee een project van 129 MW realiseren (43 turbines) op 23 kilometer uit de kust bij Noordwijk.
Uit onderzoek naar het effect van windmolens in zee op dieren komen met name positieve effecten als resultaat. Mede doordat er geen scheepvaartverkeer meer mogelijk is, is er een positief effect op de visstand.
L.S.
Bijgaand treft de tekst van het jaarverslag 2011 aan.
Het volledige - opgemaakte - jaarverslag vindt u op onze website vanaf 18 juni a.s.
Xxxxxxxxxxx 0000
Xxxxxxx, 24 mei 2012
Inhoudsopgave
• Verslag van de raad van commissarissen
• Corporate governance
1. Inleiding
2. Structuur van de onderneming
3. Organisatie van de onderneming
4. HVC: nutsbedrijf van en voor overheden
5. Corporate governance structuur
6. De accountant
• Verslag van de directie
o Voorwoord
o Kengetallen
o Algemeen
1. Over dit verslag
2. HVC
3. Visie
4. Strategische doelstellingen
5. Organisatie
6. Belangrijke ontwikkelingen
o Financiële ontwikkelingen
1. Schattingswijziging
2. Resultaat
3. Bedrijfsopbrengsten en – lasten
4. Financieringslasten
5. Aandeel in resultaat deelnemingen
6. Belastingen
7. Bestemming van het resultaat
8. Investeringen
9. Verwerkingstarieven
10. Financiering
11. Energiesubsidies
12. Eigen vermogen
13. Risico’s
14. Vooruitblik 2012
o Bedrijfsactiviteiten
1. Algemeen
2. Inzameling en hergebruik
1) Inzameling
• Dienstverlening
• Tevredenheid burgers
• Optimalisaties
• Gladheidsbestrijding
• CO2-emissies
2) Hergebruik
• Beleidskaders
• Samenwerking kringloopbedrijven
• Prioritaire stromen
o Grof huishoudelijk afval
o Papier en karton
o Textiel
o Groente- fruit en tuinafval
o Restafval en zuiveringsslib
• Reststoffen
o Metalen
o Bodemas
3. Duurzame energie
o Vliegas
o Zouten
o Filterkoek
o Verbrandingsresidu zuiveringsslib
4. E-mobiliteit
1) Doelstellingen
2) Energievisies en routekaarten
3) Energieproductie en CO2 besparing
4) Energie uit restafval en biomassa
• Afvalenergiecentrales
• Afvalaanbod en verwerkingscapaciteit
• Emissie-eisen
• Bio-energiecentrale
• Slibverbrandingsinstallatie
5) Warmtelevering
• Warmte in Alkmaar
• Warmte in Dordrecht
• Warmte in Heerhugowaard, Langedijk en Zaanstad
• Geothermie
• Warmtetarieven
• Geleverde warmte
6) Zon
7) Offshorewind
• Gemini
• Trianel Windpark Borkum West
8) Wind op land
• Windpark Burgerveen-Oost
• Windturbine Middenharnis
9) Groen gas
• Vergisters
o Vergister Zwolle
o Vergister Middenmeer
• Vergassingstechniek Milena
5. Lokale duurzame energiecoöperaties
• Energiecoöperatie Dordrecht
6. Energiediensten
7. Incidenten, overtredingen, significante boetes en sancties
• Significante spills
• Milieueisen
• Arbeidsomstandighedenwet en andere regelgeving
8. Energieverbruik
1) Elektriciteit
2) Gas
3) Diesel
9. Opbrengst van elektriciteitslevering
o Deelnemingen en Samenwerkingsverbanden
▪ Zavin
▪ Tedcor
o Werkgeverschap
1. Algemeen
2. Bezuinigingen
3. Organisatiestructuur
4. Strategische Personeelsplanning
5. Veiligheid en gezondheid van medewerkers
• Periodiek medisch onderzoek
• Ziekteverzuim
• Volcontinurooster
• Veilig werken
• Betrokkenheid ondernemingsraad bij veiligheid
6. Opleiding en training: investeren in medewerkers
• Veiligheidsopleidingen
• Ervaringscertificaat
• Van belader naar chauffeur
• Ontwikkelen van jongeren
7. Competenties en functieprofielen
8. Nieuwe werkvormen
9. HVC als werkgever in de pers
o Dialoog en samenwerking
1. Inleiding
2. Aandeelhouders
• Algemene Vergadering van Aandeelhouders
• Innovatieplatform
• Kennisplatform
• Bezoek
• Klanttevredenheidsonderzoek inzamelgemeenten
• Evaluatie waterschappen
3. Medewerkers
4. Eindgebruikers
• Klantenservice
• Klantenpanel
5. Omgeving
6. Sponsoring en ondersteuning
o Educatie en voorlichting
1. Inleiding
2. Watt ‘n Zooi
3. Educatie
4. WATT-campagne
5. Duurzaamheidsfabriek
o Risicobeheer
1. Inleiding
2. Procesrisico’s
• Brand
• Ongeplande stilstand
3. Besturingsrisico’s
4. Financiële risico’s
5. Omgevingsrisico’s
o Jaarrekening
o Appendix
Verslag van de raad van commissarissen
NV HVC is een overheidsvennootschap van 52 gemeenten en 6 waterschappen, die samenwerken op het gebied van afvalbeheer en duurzame energie. Het afgelopen boekjaar is dit samenwerkingsverband uitgebreid door toetreding van de gemeenten Beemster, Purmerend en Zeevang, alsmede het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
De ontwikkelingsrichting van het afvalbeheer volgt het maatschappelijk bewustzijn van de milieuproblematiek. Decennia geleden droeg afvalverwerking bij aan het verwijderen van afval uit de woonomgeving, emissienormen waren beperkt. Toen de risico’s daarvan breed bekend werden, namen de gestelde eisen fors toe. Vormen van gescheiden inzameling werden geïntroduceerd.
Gemeenten zochten samenwerking en richtten HVC op met de opdracht een moderne afvalverbrandingsinstallatie met energieterugwinning te realiseren en exploiteren. De doelen reikten echter verder. Er was behoefte aan een integrale benadering van het afvalvraagstuk, niet aan deeloplossingen die, in handen van verschillende partijen, elkaar belemmerden. Sindsdien is in HVC- verband een keten van activiteiten ontwikkeld: van inzamelen en sorteren voor hergebruik, het opwekken van energie (groen gas en elektriciteit) uit gft, biomassa en restafval, tot de opwerking van daarbij vrijkomende reststoffen. Vanaf de toetreding van de waterschappen in 2010 past ook slibverwerking daarin.
De laatste jaren is het besef van schaarste en de problematiek van fossiele CO2-emissies steeds meer gegroeid. De urgentie ervan vraagt om een ander perspectief op grondstoffen en afval. Het Innovatieplatform, samengesteld uit bestuurders van onze aandeelhouders, formuleerde een heldere lijn. Het Masterplan Afval, dat daarna door de aandeelhouders is vastgesteld, stelt daarom het streven naar maximaal hergebruik als leidraad voor het afvalbeleid van HVC. Mogelijkheden daartoe worden onderzocht en uitgewerkt, ook voor afvalstromen die worden benut voor terugwinning van energie.
Ook de transformatie naar een duurzame energievoorziening is een proces waarin overheden een rol vervullen. Met de vaststelling van het Masterplan Energie kreeg HVC de opdracht voorstellen te ontwikkelen voor projecten die bijdragen aan de verduurzaming van de energiehuishouding. Ook hier tracht HVC een meerwaarde te bieden.
De geleidelijke verschuiving van de opdracht aan HVC die zich de afgelopen jaren heeft voorgedaan, vraagt om een organisatorische ontwikkeling die daarop aansluit. Het afgelopen jaar is daarom gestart met de voorbereidingen voor een verandering van de personele organisatie. Ook de financieringsstructuur is geëvalueerd en vraagt aanpassing. Met de aandeelhouders worden de mogelijkheden daarvan verkend. In de gesprekken met aandeelhouders daarover, zijn de gevolgen van de economische crisis een belangrijk thema. Xxx verwachten dat de besluitvorming in de loop van dit jaar kan worden afgerond.
De afgelopen jaren is de Nederlandse afvalverbrandingscapaciteit zodanig toegenomen, dat - in combinatie met de economische crisis - overcapaciteit is ontstaan. Ook HVC ondervindt hiervan de gevolgen. De aanvoer van bedrijfsafval staat onder druk. De raad onderschrijft daarom de noodzaak van de bezuinigingen en andere maatregelen die de directie treft om de financiële positie van HVC te verbeteren. HVC verwacht echter voldoende mogelijkheden te hebben om de exploitatie van de beschikbare verbrandingscapaciteit voor huishoudelijk restafval en brandbaar bedrijfsafval langjarig zeker te stellen. De directie ontwikkelt hiervoor de nodige voorstellen, waarover wij de komende periode met de aandeelhouders overleg zullen voeren. Inzet op maximaal hergebruik is daarbij uitgangspunt.
Risicobeheersing is een belangrijk aandachtsveld van de raad. In dat kader hebben wij het afgelopen jaar aandacht besteed aan onder meer de ontwikkeling van de personele organisatie, het financiële beheer, het management van de voor HVC relevante projecten, alsmede de bijzondere voorvallen, incidenten en ongevallen. Daarnaast richten wij ons op de beheersing van exploitatierisico’s van de afvalenergiecentrales van HVC en op de effecten van de economische crisis en de financiële ontwikkeling en financiering van HVC op langere termijn. Naast deze inhoudelijke kant, richten wij ons op het proces waarlangs de directie al dan niet systematisch risico’s identificeert, afweegt en beheerst.
De raad kwam in de loop van 2011 acht keer bijeen. De directie was bij deze vergaderingen aanwezig. Daarnaast heeft de raad, zonder aanwezigheid van de directie, zijn eigen functioneren en dat van de directie geëvalueerd. Een delegatie van de raad heeft met de centrale ondernemingsraad (COR) de algemene gang van zaken binnen het bedrijf besproken.
Naast de geplande vergaderingen had de voorzitter van de raad regelmatig contact met de algemeen directeur. De commissarissen zijn, op enkele uitzonderingen na, bij alle vergaderingen aanwezig geweest.
Aan de hand van directierapportages, waarvan de maand- en kwartaalcijfers deel uitmaken, laat de raad zich informeren over de prestaties van HVC. De maand- en kwartaalcijfers worden afgezet tegen het jaarplan. Daarnaast rapporteert de directie periodiek over de implementatie van adviezen van de externe accountant. Bij iedere vergadering informeert de directie de raad over actuele ontwikkelingen en vindt besluitvorming plaats over voorstellen van de directie die de goedkeuring van de raad nodig hebben.
De raad kent een auditcommissie en een remuneratiecommissie. De auditcommissie bestaat uit de heren ir. M.G.M. den Blanken, ir. X.X. xxx Xxxx, drs. X.X. Xxxxxxxx (voorzitter) en F.H. Schreve. De remuneratiecommissie wordt gevormd door de heren drs. S.H. Binnendijk, Ph. xxx xxx Xxxx en xxx.
X. Xxxxxxx (voorzitter).
Vorig jaar meldden wij dat per 6 januari 2011 de heer drs. ing. X.X. xxx Xxxxxxxx is afgetreden, vanwege het aanvaarden van de functie van directeur duurzame energie bij HVC. Om de vacature te vervullen die daardoor ontstond, heeft de gemeenschappelijke regeling Gevudo, in overleg met de gemeente Westland, per 15 juni 2011 de heer ing. X. Xxxxxxxx benoemd.
Ter vervulling van de vacature die ontstond met het afscheid van de heer ir. G.L. Nieuwendijk in 2010, heeft de raad op voordracht van de COR per 1 januari 2011 de heer ir. M.G.M. den Blanken benoemd.
De heer drs. S.H. Binnendijk is per 21 oktober 2011 herbenoemd door de gemeenschappelijke regeling VVI-Alkmaar e.o en de gemeente Den Helder, in samenspraak met de gemeenten Xxxx Xxxxxxxx, Schagen, Texel, Wieringen en Zijpe.
De raad van commissarissen heeft negen leden. Op grond van de statuten worden vijf leden rechtstreeks benoemd door (clusters van) deelnemende overheden. Deze benoemingsregeling houdt verband met het overheidskarakter van HVC. De aldus benoemde leden zijn om die reden niet onafhankelijk in de zin van artikel III.2 van de corporate-governancecode. Dat wordt overeenkomstig de code in dit verslag vermeld. De overige leden benoemt de raad van commissarissen zelf.
Aan de aandeelhouders A en B is overeenkomstig eerdere besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders een bedrag aan garantstellingprovisie uitgekeerd ter grootte van EUR 6,3 miljoen, respectievelijk EUR 0,5 miljoen.
HVC heeft over 2011 een resultaat uit gewone bedrijfsvoering behaald van EUR 1,3 miljoen. Besloten is om per 1 januari 2011 de afschrijvingsmethode te wijzigen van annuïtair naar lineair. Deze wijziging leidt tot een extra afschrijvingslast van EUR 12,5 miljoen. In het directieverslag wordt deze wijziging toegelicht. De winst-en-verliesrekening sluit, rekening houdend met deze schattingswijziging, met een negatief resultaat van EUR 11,2 miljoen.
De raad van commissarissen stelt de algemene vergadering van aandeelhouders voor:
• het resultaat te onttrekken aan de overige reserves, waardoor het eigen vermogen afneemt tot EUR 87,7 miljoen;
• de jaarrekening vast te stellen;
• de directie decharge te verlenen voor het gevoerde beheer;
• de raad van commissarissen decharge te verlenen voor het gehouden toezicht.
Ten slotte danken wij directie en medewerkers voor de geleverde inspanningen gedurende het boekjaar 2011.
De raad van commissarissen, 24 mei 2012
Xxxx. xxx. X. Xxxxxxx (voorzitter) Ing. X. Xxxxxxxx
Drs. S.H. Binnendijk
Ir. M.G.M. den Blanken Ir. X.X. xxx Xxxx
Ph. van den Hoek Drs. X.X. Xxxxxxxx Mr. J.H. Oosters
F.H. Schreve
Corporate governance
1. Inleiding
De Nederlandse corporate-governancecode is een gedragscode voor beursgenoteerde bedrijven. Deze code heeft als doel de transparantie in de jaarrekening, verantwoording aan de raad van commissarissen te verbeteren en de zeggenschap en bescherming van aandeelhouders te versterken. HVC is geen beursgenoteerde onderneming en dus niet verplicht de corporate- governancecode toe te passen. Wij onderschrijven het belang van openheid en transparantie van deze code wel. Daarom past HVC de Nederlandse corporate-governancecode vrijwillig toe. Op enkele onderdelen is de code niet van toepassing, maar alle voor HVC relevante bepalingen zijn geïmplementeerd, behoudens gemotiveerde afwijking, die wordt vermeld op extranet.
De corporate-governancecode heeft bij HVC gevolgen voor onder andere de reglementen voor de raad van commissarissen en de auditcommissie, de klokkenluidersregeling en de statuten.
2. Structuur van de onderneming
N.V. HVC is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Het bestuur en toezicht zijn gebaseerd op de structuurregeling. De vennootschap wordt bestuurd door de directie. Toezicht vindt plaats door een raad van commissarissen. Deze organen zijn onafhankelijk van elkaar.
De vennootschap kent aandelen A en aandelen B. De aandelen A zijn geplaatst bij gemeenten en gemeenschappelijke regelingen van gemeenten. Deze gemeenten zijn gelegen in de provincies Noord- en Zuid-Holland, Flevoland en Friesland. Aandelen B zijn per 11 januari 2010 geplaatst bij deelnemende waterschappen.
De formele relatie tussen de organen van de vennootschap - directie, raad van commissarissen en algemene vergadering van aandeelhouders - is vastgelegd in de wettelijke structuurregeling, de statuten, de ballotageovereenkomst, alsmede het bestuurlijk commitment bij het strategisch plan 2004.
3. Organisatie van de onderneming
Er is één statutaire directie voor de gehele onderneming. Dochterondernemingen worden bestuurd door de vennootschap, niet door natuurlijke personen. De operationele activiteiten van HVC zijn per einde boekjaar onderverdeeld in de segmenten ‘Grondstoffen’ en Duurzame energie’. Deze segmenten worden georganiseerd binnen de gelijknamige bedrijfsonderdelen.
4. HVC: nutsbedrijf van en voor overheden
De deelnemende overheden oefenen gezamenlijk de zeggenschap uit over HVC. Deze is gebaseerd op de statuten van HVC en op de als aandeelhoudersovereenkomst fungerende ‘ballotageovereenkomst’. Op basis van nadere besluitvorming tussen de deelnemende overheden zijn afspraken gemaakt over de exploitatie, de strategie en de ontwikkelingsrichting van het bedrijf.
De statuten bepalen dat (clusters van) deelnemende overheden rechtstreeks vijf leden van de raad van commissarissen benoemen. Vier commissarissen benoemt de raad van commissarissen zelf, van wie een op voordracht van de COR.
Naast de formele betrokkenheid van de deelnemende overheden als aandeelhouder en bij de raad van commissarissen, zijn er verschillende vormen van overleg.
Er is een Innovatieplatform, dat bestaat uit bestuurders van de deelnemende gemeenten en waterschappen. Het platform fungeert als sparringpartner voor de directie voor ontwikkelingen op het terrein van duurzaamheid en innovatie. De focus ligt bij thema’s als CO2-reductie, energie en afval/grondstof. Er worden regelmatig kennismiddagen, symposia en workshops georganiseerd.
Met kennisuitwisseling en discussie willen wij de samenwerking inhoudelijk te versterken. Zo kunnen geïnteresseerde beleidsambtenaren van de deelnemende gemeenten structureel of ad hoc deelnemen aan het Kennisplatform, met als doel het verwerven en delen van kennis op het gebied van afvalbeheer en duurzame energie.
Op 28 september 2011 vond in Leiden het vijfde innovatiecongres van HVC plaats.
5. Corporate-governancestructuur
5.1 Directie
HVC kent een eenhoofdige statutaire directie (‘directie’), die verantwoordelijk is voor het bestuur van de onderneming. De directie overlegt haar visie op de missie en de daaruit voortkomende doelstellingen van de onderneming aan de raad van commissarissen. Deze legt die ter vaststelling voor aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de bedrijfsstrategie die is opgedragen aan de bedrijfsonderdelen. In 2011 waren dat de onderdelen Inzameling, Productie en Energie, ondersteund door de stafafdelingen. In 2012 veranderen we de bedrijfsstructuur, dan worden dat de bedrijfsonderdelen Grondstoffen, Energie en Regie. De directie is ook verantwoordelijk voor een transparant bestuur van de onderneming, zodat alle belanghebbenden een duidelijk inzicht hebben in de beslissingen en besluitvormingsprocedures van de onderneming.
De directie vervult haar taken onder toezicht van de raad van commissarissen. Hierbij richt de directie zich naar de belangen van het bedrijf. Zij zorgt ervoor dat de raad van commissarissen tijdig over alle informatie en benodigde middelen beschikt om zijn taak behoorlijk te kunnen uitvoeren. Ook zorgt ze ervoor dat de raad van commissarissen en zijn individuele leden alle informatie die zij nodig hebben om als toezichthoudend orgaan van onze onderneming te functioneren, kunnen verkrijgen. De directie rapporteert over ontwikkelingen op deze gebieden aan de raad van commissarissen en de auditcommissie en bespreekt het interne risicobeheer- en controlesysteem met hen.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid ligt bij de statutair directeur. Enkele functionarissen hebben een beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid, zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.
Gedragsregels
Binnen HVC gelden heldere gedragsregels die zijn vastgelegd in de bedrijfsreglementen. De naleving hiervan is onderdeel van de normale functievervulling. De leidinggevenden binnen de organisatie houden hier toezicht op. Medewerkers die onregelmatigheden melden of anderen helpen bij de melding daarvan, kunnen dit vertrouwelijk doen, zonder hun rechtspositie in gevaar te brengen.
Meldingen die betrekking hebben op de directie worden gericht aan de voorzitter van de raad van commissarissen. HVC heeft daarvoor een klokkenluidersregeling vastgesteld en een vertrouwenspersoon benoemd.
Beloning
Er is een beloningsbeleid voor de directie. Dit beleid is in 2005 vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders. De raad van commissarissen stelt de beloning van de directie vast op advies van de remuneratiecommissie.
Arbeidsovereenkomst met de directie
Met het oog op het belang van continuïteit in de directie, is de algemeen directeur benoemd voor onbepaalde tijd.
Belangenverstrengeling
Elke vorm van belangenverstrengeling tussen HVC, directie, raad van commissarissen en functionarissen die namens HVC belangrijke transacties met derden kunnen aangaan, wordt zo veel mogelijk vermeden. In dat kader heeft ieder een integriteitverklaring ondertekend en worden besluiten waarin een tegenstrijdig belang aan de orde is, ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van commissarissen.
Intern risicobeheer- en controlesysteem
De directie is verantwoordelijk voor het interne risicobeheer- en controlesysteem van de onderneming en voor de beoordeling van de effectiviteit van dit systeem. De medewerkers control van de afdeling Financiën hebben een signalerende rol. Rapportages van de medewerkers control, de directeur Financiën en van de externe accountant over de kwaliteit van de financiële processen en interne controles worden aan de directie voorgelegd en besproken met de auditcommissie van de raad van commissarissen. Het jaarverslag en de jaarrekening geven een nadere toelichting op het risicobeheer van HVC.
5.2 De raad van commissarissen
De raad van commissarissen is belast met het toezicht op het beleid van de directie en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Daarnaast geeft de raad van commissarissen de directie raad. De raad van commissarissen heeft zijn functioneren vastgelegd in het reglement van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen evalueert onder andere de organisatiestructuur en het functioneren van de organisatie. De verantwoordelijkheid voor de juiste uitvoering van zijn taken berust bij de raad van commissarissen als geheel.
De leden van de raad van commissarissen kunnen ten opzichte van de directie onafhankelijke standpunten innemen. De raad van commissarissen oefent zijn taken uit in het belang van onze onderneming en de daarmee verbonden zaken en zal daarvoor alle relevante belangen voor de onderneming laten meewegen. Leden van de raad van commissarissen oefenen hun taak uit zonder mandaat en onafhankelijk van enig belang in het bedrijf. Zij behoren geen belang te ondersteunen zonder daarbij de andere belangen te laten meewegen.
De corporate-governancecode schrijft voor dat in het verslag van de raad van commissarissen melding wordt gemaakt van afwijkingen van de best-practicebepalingen ten aanzien van onafhankelijkheid. Hieraan is gevolg te geven door vermelding van de benoemingsregeling die bij HVC van toepassing is, op grond waarvan de meerderheid van de leden van de raad van commissarissen rechtstreeks door aandeelhouders wordt benoemd. De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren.
Benoeming, deskundigheid en samenstelling
Rekening houdend met de gewijzigde structuurregeling die per 1 oktober 2004 in werking is getreden, worden op grond van de statuten van de vennootschap, zoals hiervoor vermeld, vijf leden rechtstreeks benoemd door de aandeelhouders. Vier leden, onder wie de voorzitter, benoemt de raad van commissarissen zelf. De ondernemingsraad heeft een versterkt aanbevelingsrecht voor één commissaris die wordt benoemd door de raad van commissarissen zelf.
De raad van commissarissen heeft een profiel van zijn omvang en samenstelling opgesteld, daarbij rekening houdend met de aard en de activiteiten van de onderneming en de gewenste deskundigheid en achtergrond van zijn leden. De raad evalueert periodiek het profiel.
Overeenkomstig de corporate-governancecode kan een commissaris maximaal twee keer worden herbenoemd. Bij eventuele herbenoeming wordt het functioneren van het betrokken lid van de raad van commissarissen expliciet aan de orde gesteld. We proberen een situatie te vermijden waarin veel (her)benoemingen gelijktijdig plaatsvinden. De secretaris van de vennootschap staat de raad van commissarissen terzijde. .
Voorzitter
De voorzitter van de raad van commissarissen stelt de agenda vast en zit de vergaderingen van de raad van commissarissen voor. Hij is verantwoordelijk voor het naar behoren functioneren van de raad van commissarissen en van zijn commissies. De voorzitter initieert de beoordeling van het functioneren van de raad van commissarissen en de directie volgens de corporate-governancecode. In lijn daarmee kan de voorzitter van de raad van commissarissen geen voormalig lid van de directie zijn.
Commissies van de raad van commissarissen
De raad van commissarissen heeft een auditcommissie en een remuneratiecommissie ingesteld. Een selectie- en benoemingcommissie is niet ingesteld. Selectie en benoeming worden door de raad van commissarissen integraal behandeld.
Auditcommissie
De auditcommissie voert haar taken uit volgens het reglement dat door de raad van commissarissen conform de voorschriften van de Nederlandse corporate-governancecode is goedgekeurd. Taken die de auditcommissie voor de raad van commissarissen uitvoert, zijn adviseren over en bewaken van
• de integriteit van de jaarrekening, de financiering en financieringgerelateerde strategieën,
• de fiscale planning,
• het functioneren van het risicobeheer- en controlesysteem,
• de toepassing van informatie- en communicatietechnologie en
• de verslaglegging inzake duurzaamheid.
Remuneratiecommissie
De commissie stelt een remuneratierapport op voor het bezoldigingbeleid voor de statutair directeur. Zij doet een voorstel voor de bezoldiging van de directie. De algemene vergadering van aandeelhouders stelt het bezoldigingbeleid vast.
Beloning
Voor de leden van de raad van commissarissen geldt een vergoedingsregeling die de algemene vergadering van aandeelhouders in 2009 heeft vastgesteld. De vennootschap verstrekt aan leden van de raad van commissarissen geen leningen of garanties.
6. De accountant
De algemene vergadering van aandeelhouders benoemt de externe accountant. Als voorbereiding op de taak van de raad van commissarissen houdt de auditcommissie toezicht op het werk van de externe accountant. Minimaal één maal per jaar brengt de auditcommissie samen met de directie verslag uit aan de raad van commissarissen over ontwikkelingen rond de externe accountant, in het bijzonder de onafhankelijkheid. Eenmaal per vier jaar maakt de auditcommissie samen met de directie een grondige beoordeling van het functioneren van de externe accountant. De conclusies hiervan worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders en de raad van commissarissen meegedeeld. Interne auditors oefenen hun taak uit onder verantwoordelijkheid van de directie. De directie zorgt ervoor dat de externe accountant en de auditcommissie betrokken zijn bij het opstellen van het werkplan van de interne auditors. De externe accountant woont de vergaderingen van de raad van commissarissen bij waarin het verslag van de externe accountant over de controle van de jaarrekening wordt besproken en waarin de jaarrekening, het jaarverslag en het duurzaamheidsverslag worden behandeld.
Verslag van de directie
Voorwoord
Voor u ligt ons jaarverslag over 2011, met daarin geïntegreerd het duurzaamheidsverslag van HVC. Wij lichten in dit verslag graag de voor HVC belangrijkste gebeurtenissen toe en schetsen verwachte ontwikkelingen.
In het afvalbeheer dat wij voorstaan, is afval nog slechts grondstof. HVC werkt eraan om dat waar te maken. Zo startten wij in 2011 proeven met nieuwe, op hergebruik gerichte inzamelmethoden, waarmee de landelijke scheidingsdoelstellingen voor huishoudelijk afval kunnen worden gerealiseerd. Dit jaar worden de proeven geëvalueerd en onderzocht of een brede implementatie mogelijk is. Een consequentie daarvan kan zijn dat op termijn het aanbod huishoudelijk restafval belangrijk daalt. Met het oog op de mogelijke gevolgen daarvan voor de benutting van de afvalenergiecentrales (aec’s) is het van belang te komen tot een samenhangend beleid voor alle vrijkomende afvalstromen bij onze deelnemende gemeenten. Wij zullen hier de komende periode voorstellen voor ontwikkelen.
De inzamelactiviteiten van HVC zijn de afgelopen jaren belangrijk uitgebreid. Daarmee zijn mogelijkheden ontstaan om schaalvoordelen te benutten. In 2011 is gestart met het centraliseren van ondersteunende diensten. Medio 2012 zal naar verwachting deze organisatieverandering zijn doorgevoerd.
Ook op het gebied van duurzame energie hebben wij enkele belangrijke stappen gezet. Duurzame energie is het tweede aandachtsveld van HVC. Hiermee willen wij bijdragen aan de realisering van de CO2-reductiedoelstellingen van onze aandeelhouders. Wij noemen de participatie in het project Gemini, een Nederlands offshore windpark ten noorden van Schiermonnikoog, de overname van enkele warmtenetten in Heerhugowaard, Zaanstad en Langedijk en de voorbereidingen voor de realisatie van een warmtenetwerk in Dordrecht.
Uitgangspunt voor de wijze waarop HVC activiteiten uitvoert, is overeenstemming met de daarvoor geldende standaarden, normen en wet- en regelgeving. Veiligheid en gezondheid zijn thema’s die de hoogste prioriteit hebben. Daarnaast kunnen bedrijfsactiviteiten op de lokale leefomgeving een impact hebben die betrokkenen als ongewenst ervaren. Te denken valt daarbij aan de emissies van verbrandingsinstallaties en inzamelvoertuigen. Om hen hierin tegemoet te komen, voeren wij een actieve dialoog om maatschappelijke wensen en bedrijfsactiviteiten van HVC op elkaar te laten aansluiten. Wij ervaren daarbij geen operationele knelpunten.
Bij het boekjaar 2011 zijn ook, met name financiële, kanttekeningen te plaatsen. De Nederlandse aec’s worden geconfronteerd met overcapaciteit, waardoor de verwerkingstarieven voor brandbaar bedrijfsafval dalen. Ook voor HVC leidde dit tot lagere inkomsten. Vooralsnog verwachten wij de komende jaren hierin geen verbetering.
Ook bij de verwerking van rioolwaterzuiveringsslib was sprake van een negatieve ontwikkeling. Met name slibreductiemaatregelen bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn oorzaak van een structureel lager aanbod van zuiveringsslib aan de slibverwerkingsinstallatie (sviI) van HVC. In overleg met de deelnemende waterschappen en met andere slibverwerkers trachten wij de samenwerking rond de slibverwerkingsketen te verbreden. Doel daarvan is de implementatie van op milieuwinst gerichte maatregelen, zoals centrale vergisting, en zo laag mogelijke kosten van eindverwerking. Ondanks het positieve perspectief daarvan, verwachten wij dat het realiseren van de beoogde samenwerking geruime tijd in beslag zal nemen.
Om de hiervoor geschetste negatieve financiële ontwikkelingen het hoofd te bieden en de operationele resultaten de komende jaren te verbeteren, heeft HVC een omvangrijk bezuinigingsprogramma ingezet. Verdere maatregelen in het kader van het meerjarenperspectief willen wij in overleg met de deelnemende gemeenten en waterschappen vormgeven. Een discussie over de financieringsstructuur en het tarievenbeleid vormen daarvan een belangrijk onderdeel.
De organisatie van HVC is in ontwikkeling. Wij beogen hiermee beter in staat te zijn de doelstellingen op het gebied van grondstoffen en duurzame energie te realiseren. Daarbij gaat het om een zo efficiënt mogelijke uitvoering van operationele activiteiten, maar ook om zo goed mogelijke inhoudelijke aansluiting van deze activiteiten op het beleid van de in HVC deelnemende overheden. Wij beseffen dat de kwaliteit van die verbinding het bestaansrecht van HVC bepaalt.
In het verlengde daarvan nodigen wij onze aandeelhouders en andere betrokkenen graag uit om met ons de mogelijkheden van samenwerking op het gebied van afvalbeheer en duurzame energie ook de komende jaren verder te onderzoeken en te benutten.
Binnen HVC dank ik alle medewerkers voor hun inspanningen het afgelopen jaar om HVC te laten slagen in het realiseren van de hiervoor genoemde doelstellingen.
Xxx xxx Xxxxxxxx Algemeen directeur
Algemeen
1. Over dit verslag
Dit jaarverslag rapporteert over het kalenderjaar 2011 en omvat ook een duurzaamheidsverslag. Met een duurzaamheidsverslag rapporteert een organisatie over haar economische, ecologische en sociale prestaties.
Dit integrale jaarverslag is opgesteld overeenkomstig de toepasselijke wettelijke eisen aan het jaarverslag en de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI versie 3.1) voor een duurzaamheidsverslag. HVC rapporteert overeenkomstig de richtlijnen van GRI op C+-niveau. Voor de rapportage over onze economische, ecologische en sociale prestaties, zijn dertien prestatie- indicatoren geselecteerd. De selectie vond plaats op basis van ingeschatte relevantie voor belanghebbenden bij HVC. De tabel op pagina [48] geeft een overzicht weer. Wij hebben Deloitte Accountants B.V. (‘Deloitte’) gevraagd deze dertien prestatie-indicatoren te beoordelen voor het boekjaar 2011. HVC heeft Deloitte geen opdracht verstrekt voor het beoordelen van indicatoren van voorgaande periodes, zoals beschreven in het duurzaamheidsverslag over 2010 dat is gepubliceerd in oktober 2011. Er wordt dus geen zekerheid verstrekt bij vergelijkende cijfers van voorgaande jaren.
Het assurancerapport van Deloitte treft u aan als bijlage. HVC heeft het voornemen om over 2012 te rapporteren op B+-niveau. De rapportagemethodiek is ten opzichte van het duurzaamheidsverslag 2010 niet significant gewijzigd.
De kernprocessen van HVC houden verband met de wens (afval)kringlopen te sluiten, de opwekking van duurzame energie te bevorderen en noodzakelijkerwijs vrijkomende emissies te beperken. HVC beschouwt betrokken overheden, omwonenden en burgers als gebruikers van diensten als meest belanghebbenden hierbij. In dat kader is voor het bepalen van de inhoud van dit duurzaamheidsverslag in beperkte mate een aantal van deze belanghebbenden geraadpleegd. Een selectie uit deze interviews vindt u in de kaders van dit verslag. Voor een verdere bepaling van de inhoud van het duurzaamheidsverslag over 2012 zal opnieuw een aantal van deze belanghebbenden worden geraadpleegd.
Dit verslag rapporteert uitsluitend over de duurzaamheidsaspecten van NV HVC en geconsolideerde meerderheidsdeelnemingen, tenzij anders vermeld.
In 2012 zal worden bepaald hoe in de toekomst over duurzaamheidsaspecten van minderheidsdeelnemingen en joint ventures wordt gerapporteerd.
2. HVC
Gemeenten en waterschappen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van taken op het gebied van het afval(water)beheer. In dat kader werken 52 gemeenten en 6 waterschappen in Noord- en Zuid- Holland, Flevoland en Friesland samen bij de uitvoering van een aantal van deze taken als deelnemers in NV HVC. De aandeelhoudende overheden in HVC hebben eveneens beleidsdoelstellingen vastgesteld voor CO2-reductie. HVC draagt ook aan de realisatie daarvan bij.
Het besef dat de wereldwijde uitputting van schaarse natuurlijke hulpbronnen en bedreiging van ecologische diversiteit vraagt om verandering, is de afgelopen jaren gegroeid en wordt nu breed gedragen. Het perspectief van HVC op afval(water)beheer komt voort uit de wens om die verandering binnen de scope en schaal van HVC te realiseren. Daartoe zijn mogelijkheden. Vooral als je afval ziet als grondstof, nu of in de toekomst, voor een nieuw product. Door introductie van nieuwe vormen van inzameling, scheiding en opwerking kan die potentie beter worden benut.
Als reststromen (nog) niet kunnen worden hergebruikt, zoals huishoudelijk restafval, gft en andere biomassastromen, vindt verbranding met energieterugwinning of vergisting met groen-gasproductie plaats. Ook die mogelijkheden nemen toe.
De urgentie om specifiek op het gebied van duurzame energie méér te doen en concrete stappen te zetten, heeft zich de afgelopen jaren wereldwijd vertaald in klimaatakkoorden en CO2-reductiedoel- stellingen van de in HVC deelnemende overheden. HVC heeft zich er daarom op ingericht om bij te dragen aan de realisering van deze doelstellingen, mede vanuit de achtergrond dat een gezamenlijke ontwikkeling en exploitatie van productie-installaties op het gebied van duurzame energie door overheden leidt tot meer duurzaam energetisch vermogen tegen per saldo lagere maatschappelijke kosten.
4. Strategische doelstellingen
HVC stelt zich ten doel de aan haar opgedragen taken uit te voeren op een wijze die meerwaarde genereert. Die meerwaarde kent de volgende aspecten, waarvan de meeste elders in dit verslag nader worden uitgewerkt.
Duurzaamheid
HVC wil haar activiteiten op zodanige wijze vormgeven dat deze passen in een duurzame ontwikkeling. Zo’n ontwikkeling, zo stelt een gangbare definitie, beoogt tegemoet te komen aan wensen en behoeften in het heden, zonder de mogelijkheid van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien, in gevaar te brengen. Uitputting van natuurlijke hulpbronnen en voortdurende consumptie van fossiele brandstoffen zijn fenomenen die daarmee in strijd zijn. Streven naar duurzaamheid heeft impact op de kwaliteit van producten en diensten en de daarmee samenhangende productieprocessen, op werkgeverschap en op de interactie, zoals samenwerking en dialoog, met de maatschappelijke omgeving. De duurzaamheid van HVC hangt immers mede af van de wijze waarop het handelen en de daarbij te maken afwegingen van HVC door de omgeving wordt ervaren.
Type en selectie van activiteiten
Het activiteitenportfolio van HVC komt voort uit het beleid van de deelnemende overheden op het gebied van afval(water)beheer en duurzame energie. HVC initieert nieuwe activiteiten op basis van een integrale afweging van maatschappelijke kosten en opbrengsten.
Ecologische voetafdruk en omgeving
HVC streeft naar minimalisatie van de ecologische voetafdruk die voortvloeit uit haar activiteiten. Voorafgaand aan omvangrijke initiatieven wordt met lokale belanghebbenden afgestemd of en hoe voorgenomen activiteiten op een verantwoorde wijze kunnen worden ingepast, bijvoorbeeld door geur- en rookgasemissies van verwerkingsinstallaties zo veel mogelijk te beperken.
Maar de wijze waarop HVC door de omgeving wordt ervaren, hangt van veel meer factoren af. Enkele voorbeelden daarvan zijn:
● de manier waarop burgers worden bejegend als zij grof huishoudelijk afval brengen naar een afvalbrengstation,
● de wijze waarop inzamelauto’s door woonwijken rijden en rolcontainers legen,
● het beheer van ondergrondse inzamelmiddelen en het schoon houden van de omgeving daarvan,
● de afhandeling van klachten van burgers over afvalinzameling,
● de levering van warmte en daarmee samenhangende dienstverlening, zoals facturatie en klantenservice, aan huishoudens en bedrijven op het gebied van warmte.
Tarieven
HVC voert activiteiten voor de deelnemende overheden uit op basis van het kostprijs+-principe en een transparante kostenstructuur en –vergelijking. Er wordt een financiële marge nagestreefd voor waarborging van de continuïteit van de bedrijfsvoering.
Risicobeheer
Veel activiteiten van HVC op het gebied van afvalbeheer en duurzame energie vereisen kapitaalintensieve investeringen die over een langere termijn worden afgeschreven. Om de exploitatierisico’s van deze investeringen te matigen, gaat veel aandacht uit naar het langjarig contracteren van diensten of producten die geleverd worden in het kader van deze activiteiten. De benodigde kasstromen kunnen daarmee worden geborgd. Vanwege de betrokkenheid van de
deelnemende overheden bij de exploitatie van HVC vormt risicobeheer een belangrijk aandachtsveld. In dit verslag wordt hierop nader ingegaan. Een uitgangspunt in het kader van risicobeheer is het voldoen aan geldende wet- en regelgeving.
Dialoog en samenwerking
HVC vormt een instrument om strategisch beleid van de aandeelhouders op het gebied afval(water)beheer en duurzame energie operationeel te vertalen. Dat slaagt alleen als de wensen en verwachtingen van de deelnemende overheden en de mogelijkheden van HVC goed op elkaar worden afgestemd. Hiertoe vindt met de aandeelhouders, in verschillende gremia, geregeld overleg plaats.
Xxxxx: Xxx Xxxxxxx, wethouder milieu,afval Beemster
“Beemster is met Purmerend en Zeevang in het najaar van 2011 overgestapt van AEB naar HVC. De reden is niet zozeer financieel. Een makkelijke stap was het ook niet, want we moesten een contract openbreken. We wilden met HVC in zee vanwege de duurzaamheidsgedachte. Die sluit heel goed aansluit bij onze ambities. Als relatief kleine gemeente zorgt het draagvlak van HVC ervoor dat we stappen kunnen gaan maken om deze te realiseren.
Het opwekken van energie, de constructie van samenwerking, de zeggenschap van de gemeenten; het zijn allemaal aspecten die we interessant vinden voor gemeente Beemster. HVC is heel
dienstbaar. We kunnen met al onze vragen bij het bedrijf terecht. HVC geeft aan: “Onze werknemers zijn jullie ambtenaren”. Zo voelt het ook. Als er iets is, kunnen we altijd bellen. Er staat nu dus gigantisch veel extra kennis tot onze beschikking.
Nu is HVC bezig met een energievisie. Daar verwachten we veel aan te hebben. Dat brengt klip en klaar in beeld waar we staan, wat we uitstoten aan CO2 en wat we daaraan kunnen veranderen, samen met HVC. Daar waar we energie kunnen halen uit bronnen die we zelf tot onze beschikking hebben, willen we dat echt gaan oppakken. Daar willen we zelfs een voorloper in worden. Als relatief kleine gemeente hebben wij dan ook veel baat bij de schaalgrootte van HVC. Zo komt verduurzaming voor onze gemeente een stuk dichterbij.
HVC heeft zich de afgelopen jaren op het gebied van duurzaamheid enorm ontwikkeld. Eigenlijk is het nu een energiecentrale die op een bepaalde manier aan haar grondstof komt. Als gemeente hebben wij ook een visie ontwikkeld op dit vlak. Zo zijn we eigenlijk langzaam naar elkaar toe gegroeid. Dat biedt een mooie basis voor samenwerking.”
Innovatie
De activiteiten van HVC dienen state of the art te zijn. Met het oog op de gewenste continuïteit daarvan investeert HVC in innovatieve projecten.
Personele organisatie
HVC wil een veilige en gezonde werkomgeving bieden, zowel sociaal als fysiek, waar voor medewerkers ruimte is voor ontwikkeling en groei.
5. Organisatie
In 2011 is onderzocht hoe de focus op grondstoffen en energie beter georganiseerd kan worden. Daarbij zijn de personele organisatie en de financiële en juridische structuur geëvalueerd. Op grond van de gekozen ontwikkelingsrichting van HVC worden per 1 april a.s. twee operationele bedrijfsonderdelen gevormd. Het bedrijfsonderdeel ‘Grondstoffen’ zal zich richten op het vermeerderen van hergebruik (inzamelen, be- en opwerken van reststromen en afzet grondstoffen). Het bedrijfsonderdeel ‘Energie’ richt zich op de productie van groen gas, elektriciteit en warmte uit niet-herbruikbare reststromen, hernieuwbare biomassabronnen en duurzame bronnen als wind en zon, alsmede het (terug)leveren van de energie aan de aandeelhouders. Hoofdzakelijk gaat het hier om een nieuwe clustering van reeds bestaande activiteiten met een meer eenduidige beleidsrichting.
De heroverweging van de financiële structuur houdt verband met de hiervoor geschetste focus van HVC op grondstoffen en duurzame energie. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de impact van de recentelijk aangescherpte kapitaals- en liquiditeitseisen die aan banken worden gesteld in het kader van de Baselakkoorden. Wij verwachten dat in de loop van 2012 de aandeelhouders tot besluitvorming kunnen komen.
De activiteiten van HVC, mede in relatie tot de huidige wet- en regelgeving, passen vooralsnog bij de juridische structuur van HVC. De actuele ontwikkeling van Europese regelgeving op het gebied van het aanbestedingsrecht geeft echter aanleiding tot onderzoek naar een alternatieve structuur. Naar verwachting zullen wij in de tweede helft van 2012 een voorstel tot structuurwijziging aan de deelnemers kunnen voorleggen. In dit kader ziet u een weergave van de voorgenomen structuur van dde personele organisatie.
6. Belangrijke ontwikkelingen in 2011
Het afgelopen jaar hebben zich verschillende belangrijke ontwikkelingen voorgedaan. Enkele daarvan lichten wij hier uit.
Nieuwe aandeelhouders
In het boekjaar zijn de gemeenten Purmerend, Beemster en Zeevang, alsmede het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, toegetreden als aandeelhouder.
Proef ‘Droog en herbruikbaar’
HVC start in juni 2011 met de proef ‘Droog en herbruikbaar’ in de gemeenten Noordoostpolder en Sliedrecht. Deze proef beoogt met een andere inzamelmethode het hergebruik van huishoudelijke afvalstromen fors te verhogen. Indien de proef succesvol wordt afgerond, zal een gefaseerde implementatie binnen het verzorgingsgebied van HVC worden voorbereid.
Fosfaatterugwinning
Samen met Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) en het Belgische bedrijf EcoPhos zijn wij gestart met onderzoek naar de haalbaarheid van het terugwinnen van fosfaat uit het verbrandingsresidu van rioolwaterzuiveringsslib. Fosfaat is een schaars mineraal dat een essentiële rol speelt in de wereldvoedselvoorziening.
Verbranding restafval
De oude verbrandingslijnen 2 en 3 van de afvalcentrale Dordrecht zijn definitief gesloten. Die lijnen beschikken niet over ketels voor energieterugwinning en voldoen daarom niet meer aan de minimumstandaard. De sluiting vloeit voort uit een afspraak over de modernisering en uitbreiding van de afvalenergiecentrale aan de Baanhoekweg met de stichting Werkgroep Derde Merwedehaven, een bewonerscomité dat de milieubelangen behartigt die spelen rond het bedrijventerrein waarop de afvalenergiecentrale in Dordrecht is gevestigd en waarmee HVC geregeld overleg voert.
Verlenging DVO Lelystad, Noordoostpolder en Zeewolde
Wij zijn verheugd dat de gemeenten Lelystad, Noordoostpolder en Zeewolde opnieuw hun vertrouwen in ons hebben gesteld met het besluit de dienstverleningsovereenkomst voor afvalinzameling met tien
jaar te verlengen.
Offshorewind
HVC neemt een belang van 15 procent in het project Gemini, dat zich richt op de realisatie van een offshorewindturbinepark in de Noordzee, 55 kilometer ten noordoosten van Schiermonnikoog. Het geprojecteerde park heeft een vermogen van 600 MW.
Zon
HVC verwerft een meerderheidsbelang in Horizon Energy bv. Horizon heeft veertig projecten in portefeuille waaraan SDE is toegekend. Daarmee behoort Horizon tot de grotere ontwikkelaars van zonne-energieprojecten in Nederland.
Geothermie
Samen met de gemeente Westland en 24 glastuinbouwbedrijven wordt de haalbaarheid van de benutting van aardwarmte (geothermie) in die regio onderzocht. De potentie van aardwarmte is groot. Aan de toepassing ervan zijn echter veel technische onzekerheden verbonden.
Warmte
HVC neemt drie lokale warmtenetten over van Nuon. Deze netten, gelegen in de gemeenten Heerhugowaard, Langedijk en Zaanstad, voorzien ruim vierduizend woningen van warmte.
2. Financiële ontwikkelingen
1. Schattingswijziging
Tot boekjaar 2011 heeft HVC materiële vaste activa annuïtair afgeschreven. Met ingang van 1 januari 2011 worden materiële vaste activa lineair afgeschreven De overgang van een lineair afschrijvingssysteem wordt door de directie als passend ervaren bij de huidige marktomstandigheden. Bij oprichting van HVC is voor de methode van annuïtaire afschrijving gekozen, omdat hiermee de verwerkingstarieven langjarig constant kunnen worden gehouden. De som van rente en afschrijving blijft gedurende de volledige afschrijvingstermijn gelijk, uitgaande van een vaste rente en een aflossingstermijn van de financiering die gelijk is aan de levensduur van de activa. Rente- en afschrijvingslasten vormen circa 45 procent van de kosten van het verwerkingsbedrijf van HVC. Ook werd hiermee aangesloten bij de voor overheden gebruikelijke afschrijvingsmethode.
Bij lineaire afschrijving wordt jaarlijks een vast percentage van de aanschafwaarde afgeschreven. Deze methode impliceert dat de eerste jaren gedurende de afschrijvingstermijn de (rente- en) afschrijvingslasten ten opzichte van een annuïtaire afschrijving hoger zijn en tegen het einde van de periode lager. Essentieel is dat over de gehele afschrijvingstermijn genomen, de som van rente- en afschrijvingslasten van beide methoden gelijk is. De stand van het eigen vermogen is daardoor tegen het einde van de afschrijvingstermijn gelijk. Een keuze voor een afschrijvingsmethode beïnvloedt niet de in- en uitgaande kasstromen.
De gewijzigde afschrijvingsmethode leidt in 2011 en 2012 tot EUR 15,1 miljoen hogere afschrijvingskosten ten opzichte van de annuïtaire methode. Dit verschil loopt geleidelijk af naar 0 in 2020. Vanaf 2021 zijn de afschrijvingskosten berekend op basis van de lineaire methode lager. In 2032 is het tot 2012 optredende (boekhoudkundige) verlies vrijwel volledig gecompenseerd.
Een wijziging van afschrijvingsmethode wordt gekwalificeerd als schattingswijziging. Dit brengt de verplichting met zich mee dat het effect hiervan ten gunste of ten laste dient te worden gebracht van de winst-en-verliesrekening van het boekjaar waarin de schattingswijziging wordt doorgevoerd en van de winst-en-verliesrekening van toekomstige jaren.
Vanwege bovenstaande schattingswijziging daalt het nettoresultaat over het boekjaar 2011 met een bedrag van EUR 12,5 miljoen en bedraagt daarmee EUR 11,2 miljoen negatief. Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering bedraagt EUR 1,3 miljoen positief.
2. Resultaat
Het resultaat voor belastingen over 2011 bedraagt EUR 11,2 miljoen negatief ten opzichte van een resultaat voor belastingen over 2010 ad EUR 8,9 miljoen, een afname van EUR 20,0 miljoen.
De resultaten zijn in beide jaren beïnvloed door incidentele, niet vergelijkbare posten. De belangrijkste incidentele posten in 2011 betreffen hogere afschrijvingskosten in verband met de doorgevoerde schattingswijziging (EUR 15,1 miljoen), versnelde afschrijving goodwill (EUR 1,5 miljoen) en hoger resultaat uit deelneming in verband met hoge metaalprijzen (EUR 1,0 miljoen). Het met 2010 vergelijkbare resultaat voor belasting 2011 bedraagt dus circa EUR 4,5 miljoen.
Het resultaat 2010 werd in belangrijke mate beïnvloed door een boekwinst op de verkoop van locatie Hartelmond en de eenmalige kosten van de stoomkoppeling. Exclusief deze incidentele posten bedroeg het resultaat vóór belasting over 2010 circa EUR 6,4 miljoen.
Het genormaliseerde resultaat 2011 is daardoor afgenomen met EUR 1,9 miljoen ten opzichte van 2010. De belangrijkste oorzaken zijn:
• tariefsverlaging aandeelhouders (EUR 1,3 miljoen -/-),
• bijdrage van in 2011 overgenomen warmtenetten in Heerhugowaard, Langedijk en Saendelft in resultaat 2011 (EUR 0,4 miljoen) en
• aandeel in verlies in Horizon Energy bv (EUR 0,8 miljoen -/-).
Begin 2011 heeft NV HVC een belang van 75 procent genomen in Horizon Energy bv, een bedrijf dat zonnepaneelprojecten ontwikkelt en exploiteert. In 2011 is met name aandacht geweest voor de uitvoering van geplande projecten. In 2011 zijn nog relatief weinig projecten opgeleverd en in exploitatie genomen, naar verwachting volgt dit in 2012. Het resultaat voor belastingen van Horizon Energy bv bedraagt over 2011 EUR 0,8 miljoen -/-.
De mutatie in de belastinglast wordt hierna in dit hoofdstuk toegelicht.
3. Bedrijfsopbrengsten en -lasten
De bedrijfsopbrengsten en -lasten zijn ten opzichte van 2010 belangrijk beïnvloed door de exploitatie per 1 januari 2011 van de 5e lijn in Dordrecht en door de consolidatie van Netwerk NV over geheel 2011.
De 5e lijn in Dordrecht is in 2010 in bedrijf genomen, maar tot einde 2010 is deze bedrijfsvoering als proefbedrijf beschouwd, waardoor tot eind 2010 alle inkomsten en uitgaven ten gunste dan wel ten laste van de projectinvestering zijn gebracht.
De financiële gegevens van Netwerk NV zijn per 1 mei 2010 opgenomen in de resultaten van HVC. Boekjaar 2011 is het eerste volledige jaar waarin de exploitatie van deze dochteronderneming is geconsolideerd binnen de jaarrekening van HVC, waardoor de bedrijfsopbrengsten en -lasten stijgen ten opzichte van 2010.
In verband met het faillissement van de coöperatieve vereniging VAOP in 2011 heeft HVC de inzameling en afzet van oud papier overgenomen voor zover VAOP deze uitvoerde voor de aandeelhouders van HVC. Hierdoor zijn in 2011 de bedrijfsopbrengsten en -lasten met circa EUR 4,7 miljoen toegenomen.
De overname van Nuon van de warmtedistributienetten in Heerhugowaard, Langedijk en Saendelft (per 1 juli 2011 opgenomen in de resultatenrekening van HVC) heeft geleid tot EUR 2,7 miljoen hogere bedrijfsopbrengsten en EUR 2,3 miljoen hogere bedrijfslasten.
4. Financieringslasten
Het saldo van de rentebaten en -lasten is in 2011 met EUR 10 miljoen gestegen tot EUR 43,9 miljoen. De toename van de financieringslasten wordt met name veroorzaakt doordat in 2010 rentekosten ter grootte van EUR 9 miljoen zijn toegerekend aan het investeringsproject 5e lijn in Dordrecht. Per 1 januari 2011 worden de rentekosten die samenhangen met deze investering ten laste gebracht van de winst-en-verliesrekening.
De in de rentelasten opgenomen garantstellingprovisie voor aandeelhouders bedraagt EUR 6,9 miljoen (2010: EUR 6,7 miljoen). De in het boekjaar uitgekeerde garantstellingprovisie wordt gebaseerd op de stand van de leningen waarvoor aandeelhouders zich garant hebben gesteld, per ultimo het voorafgaande boekjaar.
5. Aandeel in resultaat deelnemingen
Het resultaat uit deelnemingen bedraagt over 2011 EUR 3,0 miljoen, een toename van EUR 0,9 miljoen ten opzichte van 2010. De toename van dit resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van het resultaat van Cyclas vof als gevolg van de gestegen prijzen voor (non-)ferrometalen.
6. Belastingen
Ondanks het door de schattingswijziging optredende negatieve resultaat is de belastingdruk in het boekjaar nagenoeg gelijk gebleven aan die in 2010. Dat jaar was sprake van een relatief lage belastingdruk doordat in dat jaar het merendeel van het resultaat werd behaald met fiscaal vrijgestelde activiteiten. De relatief hoge belastingdruk over 2011 wordt hieronder nader toegelicht.
Het resultaat vóór belastingen wordt in 2011 in belangrijke mate beïnvloed door niet-aftrekbare kosten in de vorm van reguliere en versnelde afschrijvingen van betaalde goodwill. Het fiscale resultaat is daardoor hoger dan het in de jaarrekening 2011 gepresenteerde commerciële resultaat vóór belastingen, hetgeen leidt tot een hogere VPB-last.
De fiscale verliezen van HVC zijn in de balans als vordering opgenomen, rekening houdend met de omvang van de verwachte verrekenbare winsten. Gezien de op dit moment ingeschatte toekomstige resultaatsontwikkeling van de fiscaal belaste activiteiten, is over 2011 een bedrijfslast van EUR 1 miljoen verantwoord voor het naar verwachting verloren gaan van verrekenbare verliezen in 2012 en verder.
HVC is in gesprek met de Belastingdienst over de wijze waarop in het verleden behaalde resultaten moeten worden verdeeld (transfer pricing) over de binnen de groep aanwezige vennootschappen. Het geschatte financiële effect van de afwikkeling van deze discussie is, vooruitlopend op een definitieve overeenkomst, in de jaarrekening 2011 als last verwerkt.
7. Bestemming van het resultaat
De raad van commissarissen stelt de aandeelhouders voor het negatieve nettoresultaat na belastingen van EUR 11,2 miljoen te onttrekken aan de overige reserves.
8. Investeringen
De investeringen in (im)materiële vaste activa bedragen in 2011 EUR 78 miljoen. De grootste investeringen betreffen de nieuwbouw van de vergister in Middenmeer, de verwerving van de warmtenetten in Heerhugowaard, Langedijk en Saendelft en de verwerving van en investeringen in Horizon Energy bv. Daarnaast is geïnvesteerd in modificaties en vervangingen in de verwerkingsinstallaties en in afvalbrengstations en inzamelmaterieel voor het afvalbeheer.
De investeringen in andere deelnemingen en verstrekte leningen u/g hebben met name betrekking op de eerste fase van de participatie in windpark Gemini. De totale investering in 2011 in dit project bedraagt EUR 22,5 miljoen. Het geplande offshorewindpark ligt 55 kilometer ten noordoosten van Schiermonnikoog en heeft een totale capaciteit van 600 MW. De participatie in Gemini vindt gefaseerd plaats. Het huidige aandeel van NV HVC bedraagt 10 procent. Het aandeel wordt verhoogd naar 15 procent bij financial close.
9. Verwerkingstarieven
Het aandeelhouderstarief voor de verwerking van brandbaar afval is ten opzichte van 2010 met EUR 2 per ton gedaald naar EUR 77 per ton. Het tarief voor overslag en transport is gecontinueerd (EUR 14 per ton). Het aandeelhouderstarief voor de verwerking van slib bedraagt in 2011 EUR 76,31 (2010: EUR 77,31) per ton. Het verwerkingstarief van gft bedroeg, net als in 2010, EUR 45 per ton. Het tarief voor de overslag en transport van gft is eveneens gelijk gebleven en bedraagt EUR 9 per ton.
Het tarief voor de verwerking van bedrijfsafval varieert, afhankelijk van de looptijd van overeenkomsten en logistieke afspraken. De tarieven voor de verwerking van bedrijfsafval staan onder druk door de huidige marktsituatie.
Alle vermelde bedragen zijn exclusief omzetbelasting.
10. Financiering
De uitstaande leningen bedragen ultimo 2011 EUR 916 miljoen (ultimo 2010: EUR 874 miljoen). Het merendeel van deze leningen is verstrekt door BNG. Het gemiddelde rentepercentage waartegen HVC leent, bedraagt ultimo 2011 4,09 procent tegen 4,07 procent ultimo 2010.
Voor de meeste langlopende leningen hebben de aandeelhouders zich garant gesteld. HVC vergoedt deze garantstelling in de vorm van een provisie. Het hierboven vermelde gemiddelde rentepercentage is exclusief deze provisie.
De strategie bij de financiering van investeringen is gericht op zo laag mogelijke rentelasten zonder onnodige risico’s. Er wordt daarom geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten. Voor een nadere toelichting op de financierbaarheid van de activiteiten verwijzen we naar het hoofdstuk Risicobeheer.
11. Energiesubsidies
Zonder bijdrage van de overheid kan de prijs van duurzame energie niet concurreren met energie die is opgewekt met brandstof van fossiele oorsprong. Naar verwachting worden de verschillen kleiner door technologische ontwikkeling en door het verdisconteren van de maatschappelijke kosten van milieueffecten die met het gebruik van fossiele energie samenhangen. De tabel op deze pagina geeft een overzicht van energiesubsidies die HVC heeft ontvangen in 2011.
Kader: Energiesubsidies HVC, inclusief [minderheids]deelnemingen. | ||||
Entiteit | Subsidie | Subsidieobject | Exploitatie / investeringssubsidie | Bedrag |
NV HVC | MEP | BEC | Exploitatie | 20.542.000 |
DRSH | MEP | SVI | Exploitatie | 294.000 |
NV HVC | SDE | 5e lijn | Exploitatie | 1.603.000 |
NV HVC | EOS/KTO | Bijdrage onderzoek Milena | Exploitatie | 1.000.0001 |
NV HVC | WBSO | Bijdrage in loonkosten | Exploitatie | 60.000 |
Horizon Energy BV | SDE | Opgewekte e met zonnepanelen | Exploitatie | 243.000 |
TOTAAL | 23.742.000 | |||
12. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bedroeg ultimo 2010 EUR 98,9 miljoen. De mutaties in het eigen vermogen in 2011 betreffen voornamelijk een kapitaalstorting van EUR 6.000 in verband met de toetreding van nieuwe aandeelhouders en de resultaatbestemming over 2010. Het resultaat 2011 bedraagt EUR 11,2 miljoen negatief. Na verwerking conform voorstel van het resultaat 2011 bedraagt het eigen vermogen ultimo 2011 EUR 87,7 miljoen.
13. Risico’s
Een beschrijving van de belangrijkste bedrijfsrisico’s van HVC treft u aan in het hoofdstuk Risicobeheer. In de jaarrekening worden de financiële risico’s toegelicht.
14. Vooruitblik 2012
De huidige economische omstandigheden leiden tot dalende inkomsten uit de verwerking van bedrijfsafval. De ingezette koers op maximering van hergebruik zet de bezettingsgraad van de AEC’s verder onder druk. De slibaanvoer naar de SVI daalt ten gevolge van maatregelen rond rioolwaterzuiveringsinstallaties. Door veroudering van installaties neemt ook de kans op storingen toe. Voornoemde factoren lijken een grotere impact te krijgen dan geraamd in de begroting 2012. Deze omstandigheden dwingen primair tot verdergaande bezuinigingen, om de negatieve effecten van deze ontwikkelingen op de inkomsten van HVC te ondervangen. Daarnaast is ook een verhoging van de inkomsten en een daling van de kosten gewenst. Bij de vaststelling van het tarievenbeleid zal hiermee rekening worden gehouden. Een stringent bezuinigingsprogramma richt zich op verdergaande interne kostenbeheersing.
1 De Milena is een gezamenlijk project van ECN en HVC. HVC is penvoerder voor deze subsidie, waarvan 30 procent naar ECN vloeit en 70 procent naar HVC.
De komende periode overleggen wij met de deelnemers in HVC om te bespreken hoe we de negatieve effecten kunnen ondervangen van de hiervoor genoemde omstandigheden op het financiële meerjarenperspectief.
Voor 2012 worden investeringen geraamd ten bedrage van EUR 76 miljoen. Dit bedrag betreft deels vervangingsinvesteringen en is exclusief verwachte (uitbreiding van) participaties in windparken en overige duurzame-energieprojecten. Omvangrijke investeringen worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
3. Bedrijfsactiviteiten
1. Algemeen
HVC is als nutsbedrijf van en voor gemeenten en waterschappen actief op het gebied van afvalbeheer en duurzame energie. Binnen dit werkveld onderscheiden we de volgende activiteiten:
● Inzameling, recycling en grondstoffenmanagement
HVC voert voor dertig gemeenten afvalbeheertaken uit, waaronder afvalinzameling (stand aanvang 2012). De doelstelling bij de inzameling van afvalstromen is het maximaal benutten van hergebruiksmogelijkheden. Hiervoor ontwikkelen we inzamelmethoden die het gescheiden aanbieden van afvalcomponenten stimuleren en die de inzamelkosten verlagen. HVC is als aandeelhouder van Sortiva BV mede-eigenaar van een afvalscheidingsinstallatie, waarmee onder meer grof huishoudelijk afval wordt gescheiden in voor hergebruik geschikte deelstromen. De gescheiden deelstromen uit huishoudelijk afval zet HVC af aan marktpartijen voor inzet in productieprocessen of verdere opwerking.
● Productie en levering van duurzame energie
Afvalreststromen en biomassastromen benut HVC voor de productie van elektriciteit, warmte en gas. HVC beschikt over twee afvalenergiecentrales (AEC’s), een slibverbrandingsinstallatie (SVI), een vergistingsinstallatie en een bio-energiecentrale (BEC). HVC is als aandeelhouder van Natuurgas Overijssel BV mede-eigenaar van een vergistingsinstallatie in Zwolle.
Om bij te dragen aan het CO2-reductiebeleid van haar aandeelhouders, participeert HVC ook in de ontwikkeling en exploitatie van duurzame energiebronnen, zoals wind en zon.
Naast bovengenoemde operationele activiteiten, biedt HVC gemeenten en waterschappen faciliteiten aan zoals beleidsadvisering, voorlichtings- en educatiemiddelen en deelname aan onderzoeksprogramma’s ten aanzien van diverse aspecten van afvalbeheer en duurzame energie. De meeste activiteiten worden in eigen beheer uitgevoerd.
Enkele activiteiten besteden we uit aan derden, voor zover dit voor continuïteit, effectiviteit en kostenvoordelen biedt.
2. Inzameling en hergebruik
2.1 Inzameling
Dienstverlening
HVC zamelt afval in voor de gemeenten in de regio Dordrecht (Drechtsteden), de gemeenten gelegen in het gewest Kop van Noord-Holland, de regio West-Friesland, de gemeenten Zaanstad, Bergen en Wormerland, alsmede de gemeenten Lelystad, Noordoostpolder en Zeewolde. In totaal gaat het daarbij per 1 januari 2012 om dertig gemeenten. De afvalinzamelingsactiviteiten van HVC voor de gemeenten Lelystad, Noordoostpolder en Zeewolde zijn op 31 maart 2002 gestart voor een periode van tien jaar. Met het oog op het aanstaande einde van deze overeenkomst, hebben deze gemeenten de dienstverleningsovereenkomst verlengd met een nieuwe periode van tien jaar.
Een deelnemende gemeente die de inzameling van afval niet meer zelf wenst uit te voeren, kan deze activiteit overdragen aan HVC. De dienstverlening kan variëren, afhankelijk van specifieke wensen. Zo kunnen de introductie van ondergrondse inzamelsystemen en de realisatie van afvalbrengplaatsen worden gefaciliteerd. HVC biedt ook beleidsondersteuning, bijvoorbeeld met het opstellen van een voorstel voor een gemeentelijk afvalbeleidsplan, waarin landelijke doelstellingen worden vertaald naar uitvoering op gemeentelijk niveau.
In zo’n plan worden hergebruikdoelstellingen zo veel mogelijk afgewogen binnen de gemeentelijke context. Met een uitvoeringsplan kunnen gewenste maatregelen planmatig worden gerealiseerd. Resultaatgericht werken is het uitgangspunt, evenals een transparante kostenstructuur. In het verlengde van de overname van afvalinzameltaken, voert HVC voor enkele gemeenten tevens reinigingsdiensten uit, zoals gladheidbestrijding, en taken op het gebied van het beheer van openbare ruimte.
Aantal gegronde klachten per 10.000 WHA
8,0
7,0
6,0
5,0
4,0
3,0
2,0
1,0
0,0
HVCinzameling Lelystad
HVCinzameling HVCinzameling Velsen- TOTAAL HVCinzameling Middenmeer Zuid / Zaanstad (excl. Dordrecht)
Locatie
2009
2010
2011
Aantal gegronde klachten per
10.000 WHA
Tevredenheid onder burgers
Het aantal klachten van burgers over de afvalinzamelingsactiviteiten is in 2011 relatief fors afgenomen. Over het algemeen hebben de klachten betrekking op gedrag van chauffeurs tijdens de afvalinzameling en op niet geleegde containers die ter inzameling werden aangebonden. Het afgelopen jaar is op basis van deze klachten veel aandacht besteed aan een verbetering van de dienstverlening.
Optimalisaties
HVC’s activiteiten op gebied van afvalinzameling hebben voldoende schaalgrootte bereikt voor een efficiënte bedrijfsvoering. Om de aanwezige mogelijkheden daarvoor beter te benutten, wordt meer samenhang gebracht tussen de tot nu toe nog zelfstandig opererende locaties. Ondersteunende diensten, zoals logistiek, klantenservice, bedrijfsbureau en middelenbeheer, worden in de periode tot medio 2012 geïntegreerd. De organisaties van de inzameling voor Zaanstad en de IJmond- gemeenten (ReinUnie) zijn reeds samengevoegd.
Ook de logistieke planning van inzamelvoertuigen wordt verbeterd, zodat minder kilometers hoeven te worden gereden. Daardoor dalen kosten en CO2-emissies. De voor deze planning benodigde software wordt in 2012 geïmplementeerd. Dan kunnen ook weeggegevens centraal worden verwerkt, ondergrondse inzamelsystemen worden gemonitord en – op termijn – weeggegevens van minicontainers worden verwerkt.
Gladheidsbestrijding
Bij de gladheidsbestrijding tijdens de winter van 2010-2011 deden zich enkele knelpunten voor. Vooral een te beperkte voorbereiding en onvoldoende afstemming en communicatie met de betreffende gemeenten leidden tot een onvoldoende kwaliteit van dienstverlening. Alle knelpunten zijn geëvalueerd. Het afgelopen strooiseizoen bleek sprake van een belangrijke verbetering. Wij verwachten dat alle knelpunten zijn weggenomen vóór het strooiseizoen 2012-’13.
CO2-emissies
Onze inzamelingsactiviteiten leiden tot CO2-emissies. De inzamelvoertuigen rijden voor het merendeel op diesel, een klein deel rijdt op aardgas, met relatief lagere emissies. Overschakeling op groen gas leidt tot CO2-neutraal transport. Het afgelopen jaar is met de Milieufederatie Noord-Holland op basis van een convenant afgesproken dat vanaf 2012 alle nieuwe inzamelvoertuigen op aardgas rijden.
Rijden op gas of elektriciteit is deels ook haalbaar voor andere bedrijfsauto’s. Chauffeurs worden gestimuleerd om zuinig en rustig te rijden, mede met het oog op de verkeersveiligheid.
Gebruik schonere brandstof
Onze inzamelingsactiviteiten zorgen voor de uitstoot van CO2. De inzamelwagens rijden nu nog voornamelijk op diesel. Een klein deel rijdt op aardgas. De komende jaren willen we deze balans verder omvormen. De inzet van aardgas zorgt voor een reductie van de CO2-uitstoot. Wanneer je overstapt op groen gas, kan er in potentie zelfs CO2-neutraal ingezameld worden. Dit zien wij als wenselijke ontwikkeling.
We hebben in 2011 stappen in deze richting gezet door een convenant te tekenen met de milieufederatie, waarin dit benadrukt werd. Concreet spraken we af dat wij vanaf 2012 alleen inzamelvoertuigen zullen aanschaffen die op aardgas rijden. In de loop van de tijd, zullen de wagens
overschakelen op biogas. Ook bij andere bedrijfsauto’s zullen we onderzoeken of rijden op aardgas of elektriciteit haalbaar is. Ook stimuleren we chauffeurs om zuiniger te rijden.
Bovendien investeren we samen met Xxxxx in de ontwikkeling van een serieel hybride inzamelvoertuig. Met ruimte voor elf ton afval wordt het hybride voertuig, de zogenaamde achterlader, het grootste inzamelvoertuig in ons land met een serieel hybride aandrijfsysteem. De wagen kan een uur rondrijden en afval persen op elektriciteit We verwachten dat het duurzame voertuig in 2013 operationeel is.
Directe CO2 uitstoot door BU Inzameling per ton ingezameld
afval
12,00
10,00
8,00
6,00
4,00
2,00
0,00
2009
2010
Jaar
2011
Aantal kg CO2
Op dit moment ontwikkelen enkele Nederlandse marktpartijen een serieel hybride inzamelvoertuig, waarin een kleine, efficiënte brandstofmotor functioneert als generator voor elektrische aandrijving. Met een laadvermogen van elf ton afval wordt dit het grootste elektrisch aangedreven inzamelvoertuig in Nederland. HVC en Roteb treden met ondersteuning van Sita op als launching customer van één voertuig. Levering wordt verwacht in 2013.
De CO2-emissie per ton ingezameld afval is in 2011 circa 8 procent afgenomen ten opzichte van 2010. Er is in 2011 veel aandacht besteed aan route-optimalisatie. Zo zijn de zogenoemde winterwijken ingevoerd voor het inzamelen van gft-afval. Vanwege het lagere gft-aanbod in de winter is het mogelijk om met minder voertuigen in te zamelen. Daarnaast zijn in 2011 alle chauffeurs getraind in ‘het nieuwe rijden’, dat is gericht op brandstofbesparing.
2.2 Hergebruik
Beleidskaders
Doelstellingen voor hergebruik van huishoudelijk afval dienen rekening te houden met het Landelijk Afvalbeheer Plan 2 (LAP2), alsmede de Kaderrichtlijn Afvalstoffen. LAP2 heeft betrekking op de periode 2009-2015. Het plan kent de volgende, voor HVC relevante, algemene uitgangspunten:
● Het beperken van het ontstaan van afvalstoffen.
Dit betekent dat de groei van het totale afvalaanbod moet zijn ontkoppeld van de economische groei. Producthergebruik via kringloopwinkels is hiervan een voorbeeld.
● Het beperken van de milieudruk van de activiteit ‘afvalbeheer’.
Dit betekent dat in principe zo veel mogelijk afval nuttig moet worden toegepast, dat alleen
afval dat niet nuttig kan worden toegepast mag worden verwijderd en dat alleen het onbrandbare afval mag worden gestort. Materiaalhergebruik is hiervan een voorbeeld.
● Het vanuit ketengericht afvalbeleid beperken van de milieudruk van productketens (grondstofwinning, productie, gebruik en afvalbeheer, inclusief hergebruik).
Dit betekent onder meer dat voor vermindering van milieudruk in de afvalfase de gehele keten in beschouwing wordt genomen en dat de inzet op vermindering van de milieudruk in de afvalfase niet mag resulteren in afwenteling van milieudruk op andere fases in de keten. Een keuze om een afvalstroom niet langer te storten maar te recyclen, mag bijvoorbeeld niet leiden tot een hogere milieubelasting ten gevolge van het productieproces waarin de betreffende secundaire grondstoffen worden ingezet.
● In 2015 dient 60 procent van de vrijkomende hoeveelheid huishoudelijk afval nuttig te worden toegepast in de vorm van materiaal- of producthergebruik. Het werkelijke recyclingpercentage van huishoudelijk afval schommelt al jaren tussen de 48 en 53 procent.
Afvalbeheer behoort volgens LAP2 onderdeel te zijn van een keten, waarin integraal wordt nagedacht over grondstoffenwinning, productontwerp, materiaalgebruik, product- en materiaalhergebruik en terugwinning van grondstoffen en energie. Afvalbeleid wordt daarmee materiaalketenbeleid. Met een ketenbenadering, waarin bijvoorbeeld LCA’s (lifecycleanalyses) een rol spelen, kunnen keuzes voor hergebruik of vormen van nuttige toepassing in een realistisch perspectief worden gebracht, waarbij een integrale beschouwing plaatsvindt van mogelijke milieuverbeteringen. De voorkeursvolgorde van verwerking dient volgens LAP2 niet als een dogmatisch gegeven te worden beschouwd. Het belang van het terugwinnen van grondstoffen uit afval krijgt steeds meer nadruk. In zijn brief “Meer waarde aan Afval” van augustus 2011, spreekt staatssecretaris Atsma de ambitie uit om het totale recyclingpercentage van alle afvalstromen te verhogen van 80 naar 83 procent. Voor de stroom huishoudelijk afval dient het hergebruikpercentage te worden verhoogd van 50 naar 60 à 65 procent. In de brief beschrijft staatssecretaris Xxxxx ook de acties die volgens hem nodig zijn om deze toename van hergebruik te realiseren. De huishoudens moeten de benodigde inspanning leveren voor het verhogen van het hergebruikpercentage van huishoudelijk afval. De bijdrage van het Rijk beperkt zich vooral tot voorlichtingscampagnes.
Samenwerking met kringloopwinkels
Om het ontstaan van afvalstoffen te beperken, werkt HVC samen met kringloopbedrijven, zoals Noppes (Hoorn, Grootebroek, Zaandam) en Rataplan (Den Helder en Schagen). Deze kringloopbedrijven voldoen aan een aantal voorwaarden. Zo wordt werk geboden aan mensen die kansarm zijn op de arbeidsmarkt, is er geen winstoogmerk en wordt producthergebruik bevorderd. Daarnaast stelt HVC lidmaatschap van de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland verplicht. Sinds begin 2011 werken wij ook samen met kringloopwinkels van Het Goed in Zaandam.
Prioritaire stromen
LAP2 onderscheidt afval stromen waarvan de milieubelasting in een deel van de keten relatief zwaar is en die daarom met prioriteit aandacht behoeven. Dit zijn grof huishoudelijk afval, papier en karton, textiel en groente-, fruit- en tuinafval (gft).
Verwerking afvalstromen van aandeelhouders
100%
80%
60%
40%
20%
0%
2009
2010
Jaar
2011
overig recycle compostering-vergisting recycling KFF
recycling: papier & karton recycling: metalen recycling: glas verbranding biomassa
verbrand restafval
Om te kunnen toetsen of aan de landelijke hergebruiksdoelstellingen wordt voldaan, dient een volledig beeld beschikbaar te zijn van de gescheiden ingezamelde deelstromen en de hoeveelheid restafval.
Bovenstaande grafiek geeft voor de jaren 2009 en 2010 aan hoeveel procent van de aan HVC ter verwerking aangeboden stroom huishoudelijk afval wordt hergebruikt.
De kolom voor 2011 geeft het afvalaanbod weer van de aandeelhoudende gemeenten waarvoor HVC het volledige afvalbeheer verzorgt. De kolom laat zien dat in 2011 nog 48 procent van het restafval wordt verbrand. Volgens LAP2 dient in 2015 dit percentage te zijn gedaald naar 40 procent. De inspanningen van HVC om het hergebruik van huishoudelijk restafval te bevorderen worden hieronder toegelicht.
Kader: Proef ‘Droog & Herbruikbaar’
Om gemeenten te ondersteunen bij het realiseren van meer ambitieuze hergebruikdoelstellingen vindt onderzoek plaats naar de haalbaarheid daarvan.
Hergebruik start met gescheiden afvalinzameling. In 2011 is HVC in Noordoostpolder en Sliedrecht een proef gestart met het gecombineerd inzamelen van de droge recyclebare stromen (‘Droog &Herbruikbaar’). Als nat en droog afval bij afvalinzameling gemengd zijn, kan deze stroom niet meer achteraf worden gescheiden in herbruikbare stromen. De proef veronderstelt dat droge en herbruikbare afvalcomponenten, zoals papier, metaal, textiel en kunststof, na gecombineerde inzameling wel kunnen worden gescheiden, met behoud van de voor hergebruik benodigde kwaliteit. Daarmee zou het hergebruik van het huidige huishoudelijke restafval aanzienlijk kunnen toenemen. De eerste - voorlopige - resultaten zijn positief. Er wordt ruim een kwart extra aan droge en herbruikbare componenten ingezameld. Het aanbod van restafval is met een zelfde hoeveelheid afgenomen.
In 2012 vindt een evaluatie plaats. Na succesvolle afronding van de proeven, waarbij vragen naar de optimale inzamelstructuur zijn beantwoord, zullen de implementatiemogelijkheden worden onderzocht. Duidelijk is dat daarvoor grootschalige mechanische afvalscheidingcapaciteit nodig is. De huidige installaties schieten daarvoor tekort. Op dit moment vindt een oriëntatie plaats op de ontwikkelingsmogelijkheden daarvan.
Gerichte inzet op hergebruik heeft daarom op termijn consequenties voor de benutting van verbrandingscapaciteit door restafval. Een zorgvuldig transitieproces van verbranden naar hergebruik, gebaseerd op gezamenlijke beleidsafspraken van de aandeelhouders is een voorwaarde. Wij zullen hiervoor voorstellen ontwikkelen.
Grof huishoudelijk afval
Bij de inzameling van grof huishoudelijk afval (GHA) werkt HVC samen met kringloopbedrijven. Xxxxxxx die contact opnemen voor de inzameling van GHA, vragen wij of zij ook herbruikbare artikelen ter inzameling aanbieden. Als dat het geval is, schakelen wij voor inzameling het lokale kringloopbedrijf in.
Door een beperkte inzameling van GHA aan huis worden burgers gestimuleerd deze afvalstromen zelf te brengen naar afvalbrengplaatsen, waar afval wordt gescheiden naar hergebruikmogelijkheid. Het aanbod GHA is in het boekjaar gedaald van 61.000 naar 47.000 ton.
Integraal ingezameld GHA wordt conform LAP2 gesorteerd in een scheidingsinstallatie. Sortiva BV, een samenwerkingsverband van HVC en GP Groot, heeft in 2010 een nieuwe, geavanceerde scheidingsinstallatie in bedrijf genomen. Het scheidingsrendement van integraal ingezameld huishoudelijk afval is met deze nieuwe installatie toegenomen van 50 naar 70 procent.
Papier en karton
In 2011 is door of in opdracht van HVC en met hulp van vrijwilligers van scholen en verenigingen ruim
56.000 ton papier en karton ingezameld. Na het faillissement van de coöperatieve vereniging VAOP in 2011 dreigde de afzet van oud papier van gemeenten te stagneren. HVC heeft hierop de rol van VAOP voor de deelnemende gemeenten overgenomen.
Textiel
Textiel is een waardevolle afvalstroom waarvan de beste kwaliteit in de kringloopwinkels hangt. Mindere kwaliteiten worden door de handel geëxporteerd naar Oost-Europa en Afrika. Van textiel dat niet meer geschikt is als kleding, wordt poetskatoen gemaakt. De meeste gemeenten waarvoor HVC de afvalinzameling verzorgt, kennen een brengsysteem voor textiel. Dit textiel, in 2011 zo’n 1500 ton, wordt in overleg met de betrokken gemeenten aangeboden aan lokale kringloopbedrijven. Textiel is de kurk waar een kringloopwinkel financieel op drijft.
Groente-, fruit- en tuinafval
Bij de meeste woningen in de deelnemend gemeenten, wordt groente-, fruit- en tuinafval (gft) gescheiden ingezameld. Het merendeel van dit gft wordt sinds 2011 vergist, waarbij groen gas wordt geproduceerd, dat wordt opgewerkt tot aardgaskwaliteit. Sinds medio maart 2012 wordt dit gas aan het net geleverd. Het residu na vergisting wordt gecomposteerd. In het boekjaar hebben de gemeenten binnen het verzorgingsgebied 145.000 ton gft aangeboden, 3.000 ton meer dan in 2010.
Restafval en zuiveringsslib
Huishoudelijk restafval wordt verbrand in de twee afvalenergiecentrales van HVC in Alkmaar en Dordrecht. Zuiveringsslib wordt verwijderd in de slibverbrandingsinstallatie van HVC. Met name bij de verbranding van restafval wordt (duurzame) energie geproduceerd. Hieronder lichten we dit nader toe. De reststoffen die overblijven na verbranding van restafval en zuiveringsslib zijn voor het merendeel herbruikbaar of nuttig toepasbaar.
Reststoffen
Metalen
Na verbranding van huishoudelijk restafval en bedrijfsafval resteert ruwe bodemas. Deze bodemas bevat diverse ferro- en non-ferrometalen. De bodemas van de afvalenergiecentrales Dordrecht en Alkmaar wordt opgewerkt in Alkmaar. De opwerkingsinstallatie kent een hoog scheidingspercentage van ferro- en non-ferrometalen en genereert vanwege de huidige metaalprijzen een hoge opbrengst.
Bodemas
Jaarlijks wordt circa 225.000 ton ruwe bodemas uit Dordrecht en Alkmaar opgewerkt tot secundaire bouwstof voor de wegenbouw. Bodemas wordt onder geconditioneerde omstandigheden ingezet als funderingsmateriaal in taluds van wegen, overeenkomstig de toepassingseisen van het besluit Bodemkwaliteit.
In 2011 zijn verschillende wegenbouwprojecten uitgevoerd, waardoor de productie van ruim anderhalf jaar in 2011 verkocht en geleverd is. Ook voor 2012 zijn de vooruitzichten voor afzet goed. In 2011 is circa 380.000 ton gecertificeerde bodemas afgezet.
HVC is mede-initiatiefnemer van een demo-installatie om de kwaliteit van bodemas door middel van een chemisch wasprocedé zodanig te verbeteren, dat bodemas voldoet aan de criteria van categorie 1 van het Bouwstoffenbesluit (vrij toepasbare, schone bouwstof).
Vliegas
De bij verbranding vrijkomende vliegas wordt voornamelijk gebruikt als vulstof in asfaltbeton, overeenkomstig de daarvoor geldende regelgeving. Deels wordt vliegas toegepast als funderingsmateriaal in diepgelegen schachten van een Duitse zoutmijn te Sondershausen. Zo kan de huidige grootschalige bodemdaling in het bewoonde gebied beperkt worden. De mijnschachten liggen enkele honderden meters beneden het laagste grondwaterpeil. In 2011 is circa 35.000 ton vliegas op deze wijze toegepast.
Zouten
Bij het rookgasreinigingsproces komen zouten vrij. Deze bestaan uit een mengsel van natrium- en calciumchloriden. Vooralsnog zijn er geen mogelijkheden om tegen verantwoorde kosten hergebruik mogelijk te maken. Afzet van deze zouten vindt plaats in diepgelegen schachten van een Duitse zoutmijn te Sondershausen. In 2011 ging het om totaal circa 8.200 ton.
Filterkoek
De verontreinigingen die worden afgevangen bij de rookgaswassers worden geconcentreerd in zogenoemde filterkoek. De vrijkomende filterkoek wordt in bigbags verpakt en geplaatst in een geïsoleerd stortvak, waar deze stoffen zich niet kunnen verspreiden. In 2011 betrof dit circa 2.700 ton, waarvan meer dan 95 procent afkomstig is uit de AEC Alkmaar.
Verbrandingsresidu zuiveringsslib
Fosfaat speelt een essentiële, niet vervangbare rol in de wereldvoedselvoorziening. Door uitputting van bestaande voorraden en door uitspoeling naar oppervlaktewater wordt dit mineraal steeds schaarser. Bij de zuivering van afvalwater in rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt fosfaat afgevangen in het zuiveringsslib. Het verbrandingsresidu van RWZI-slib bevat 20-25 procent fosfaat, vergelijkbaar met fosfaaterts. Het gaat daarbij om een hoeveelheid van circa 12.000 ton fosfaat op jaarbasis, gelijk aan het jaarlijkse kunstmestverbruik in Nederland.
De komende twee jaar vindt samen met zuiveringsslibverwerker SNB en fosfaatproducent EcoPhos grootschalig onderzoek plaats naar mogelijkheden van terugwinning van fosfaat uit verbrandingsresiduen.
2.3 Duurzame energie
2.3.1. Doelstellingen
De deelnemende overheden hebben op grond van de klimaatakkoorden met het Rijk en aanvullende beleidskeuzes de ambitie om gemiddeld 20 procent van het energieverbruik te verduurzamen.
Het huidige kabinet heeft zijn doelstelling verlaagd naar 14 procent, nog steeds een zeer omvangrijke opgave. De huidige energieconsumptie in het geografische gebied van de aandeelhouders bedraagt circa 260 PJ/jaar. Op het grondgebied van de aandeelhouders zijn productiemiddelen aanwezig en/of door derden gepland met een productieomvang van 20 PJ/jaar. Voor de periode tot 2020 resteert dus nog een aanzienlijke opgave.
2.3.2 Energievisies en routekaarten
Aan de hand van energievisies en routekaarten analyseren wij voor elke aandeelhouder de acties die nodig zijn om de eigen klimaatdoelstellingen te realiseren. De energievisie geeft gemeenten en waterschappen een beeld van de energievraag binnen de gemeente/het waterschap. Vervolgens kwantificeert de energievisie de mogelijkheden om in deze vraag met duurzame bronnen als zon, wind, water en biomassa te voorzien. Hiermee kunnen gemeenten en waterschappen bepalen in welke mate en in welk tempo zij hun klimaatdoelstellingen willen verwezenlijken. In 2011 is voor ruim 85 procent van de aandeelhouders een energievisie opgesteld. Het vervolg op de energievisie, de zogenoemde routekaart, werkt de te nemen maatregelen uit. Die geeft daarmee concreet aan hoe energiebesparing en duurzame-energieopwekking kunnen worden gerealiseerd. Voor twee gemeenten is in 2011 een routekaart afgerond. Voor een aantal andere gemeenten zijn routekaarten in voorbereiding.
2.3.3 Energieproductie en CO2-besparing
HVC produceert duurzame elektriciteit, gas en warmte door benutting van afvalstoffen en biomassa als energiebron, voor zover hergebruik niet mogelijk is, en uit andere duurzame bronnen. In totaal heeft HVC in 2011 844 GWh geproduceerd, waarvan 811 GWh elektrisch en 33 GWh thermisch. De duurzame netto-energieproductie uit afval en biomassa bedraagt 1,5 PJ/jaar. Bronnen zijn de organische fractie van het huishoudelijk afval (0,9 PJ) en biomassa die wordt benut als brandstof in de bio-energiecentrale (0,6 PJ). De elektriciteitsproductie is in 2011 met circa 6 procent toegenomen ten opzichte van 2010. Deze toename hangt vooral samen met de volledige inbedrijfname van lijn 5 van de AEC Dordrecht.
In 2011 is 0,8 GWh opgewekt door wind op land. 0,7 GWh is opgewekt door zonne-energie.
Emissies van CO2 van niet-fossiele oorsprong leiden niet tot een klimaateffect: een zelfde hoeveelheid CO2 wordt met de groei van biomassa uit de atmosfeer verwijderd. De geëmitteerde hoeveelheid CO2 van fossiele oorsprong per geleverde GWh (thermisch en elektrisch) is in 2011 gedaald met12 procent ten opzichte van 2010 en bedraagt 356 ton CO2 per opgewekte GWh. De gemiddelde CO2-emissie van fossiele oorsprong per GWh in Nederland bedraagt 405 ton CO2/GWh. (Bron: EpE protocol versie 4.01).
Medio 2011 hebben wij elke aandeelhouder geïnformeerd over de aan hem individueel toe te rekenen CO2-reductie. De verdeling van CO2-credits vindt plaats op basis van ieders aandeel in HVC en deels naar verhouding van de aangeboden biomassastromen die zijn omgezet in elektriciteit.
De elektriciteit die HVC opwekt, wordt naar behoefte aan alle aandeelhouders teruggeleverd. Vrijwel alle aandeelhouders maken van die mogelijkheid gebruik. In 2011 heeft HVC een vergunning gekregen voor gaslevering aan kleinverbruikers. Op basis daarvan kunnen we naast duurzame elektriciteit ook groen gas leveren aan de aandeelhouders. De verdeling van het beschikbare groene gas zal plaatsvinden naar rato van het gft-aanbod.
Kader: Xxxx xxx Xxxxxxxx, milieufederatie
“Wij hebben in 2011 met onder andere HVC een convenant afgesloten op het gebied van CO2- reductie. Wij zien vaak meer besparingsmogelijkheden dan de bedrijven omdat het voor ons core business is en voor hen niet. HVC stond in het proces van het opstellen van het convenant erg open voor het zoeken naar nieuwe mogelijkheden om CO2 te besparen.
Op het gebied van de emissies is het bedrijf zelf al heel goed bezig. Ze zitten al jarenlang onder de wettelijke normen. Op dat vlak was er weinig te verbeteren. We hebben daarom gekeken wat we bij Inzameling zouden kunnen doen om uitstoot te reduceren. Samen hebben we een pakket maatregelen opgesteld dat een CO2 reductie op kan leveren van 210 duizend ton, ongeveer zoveel als de uitstoot van een stad als Maastricht.
HVC gaat met verschillende zaken aan de slag. Zo gaan de voertuigen overstappen van diesel naar aardgas en daarna biogas en krijgen chauffeurs cursussen om zuiniger te rijden. Alles bij elkaar kan dit de uitstoot met twintig tot zeventig procent verminderen. Natuurlijk niet binnen een jaar, maar wel op langere termijn.
HVC is op dit vlak een ambitieus bedrijf. De initiatieven op het gebied van restwarmte juichen we toe net als de focus op grondstoffenbeleid. Het is een voorbeeldbedrijf. HVC is ervan doordrongen dat ze moeten bijdragen aan de verduurzaming van onze maatschappij. Dat gaat verder dan het alleen zeggen, HVC doet het echt.”
2.3.4 Energie uit restafval en biomassa
HVC beschikt over twee afvalenergiecentrales (AEC’s) en een bio-energiecentrale (BEC). In deze installaties worden voor verbranding in aanmerking komend restafval en biomassa benut voor de productie van stoom waarmee in 2011 zo’n 800 GWh elektriciteit werd geproduceerd. De elektriciteit van AEC’s wordt voor 51 procent aangemerkt als ‘groen’, gelet op de in het restafval aanwezige biomassa. De elektriciteit van een BEC is volledig ‘groen’. Hiervoor ontvangt HVC groencertificaten (GvO’s). Zoals hiervoor vermeld, voorziet HVC in de elektriciteitsbehoefte van vrijwel alle aandeelhouders.
Aan de AEC in Alkmaar is een warmtenet gekoppeld. De komende jaren wordt het netwerk uitgebreid aan de hand van woningbouw- en renovatieplannen. HVC heeft het voornemen ook in Dordrecht een warmtenetwerk te realiseren.
AEC’s
Nederland beschikt met twaalf verbrandingsinstallaties over een capaciteit van circa zeven miljoen ton op jaarbasis. Ruim 60 procent daarvan is in overheidshanden. HVC beheert twee AEC’s, in Alkmaar en Dordrecht. In 2007 is besloten de installatie in Dordrecht te moderniseren en uit te breiden met een vijfde lijn. Per 1 maart 2011 heeft HVC deze lijn overgenomen van het bouwconsortium. De realisatie van de lijn vond plaats binnen het beschikbaar gestelde budget. Beide AEC’s, beschikken over de R1- status. Dat betekent dat de verwerking van afval wordt aangemerkt als nuttige toepassing. Beide AEC’s vervullen - vooralsnog - een belangrijke rol in het kader van het afvalbeheer en zetten voor verbranding in aanmerking komende afvalstromen waarvoor (nog) geen hergebruiksmogelijkheden zijn om in elektriciteit en warmte.
Afvalaanbod en verwerkingscapaciteit
De AEC’s verwerken huishoudelijk restafval en voor verbranding in aanmerking komend bedrijfsafval. De deelnemende gemeenten hebben in 2011 in totaal 491.000 ton huishoudelijk restafval
aangeboden, tegenover 471.000 in 2010 en 466.000 ton in 2009. Het aanbod van bedrijfsafval vindt plaats op basis van langjarige overeenkomsten. Dit aanbod is deels flexibel en op afroep beschikbaar om de beschikbare verbrandingscapaciteit van de afvalenergiecentrales na verwerking van het huishoudelijk afval van de aandeelhouders zo veel mogelijk te benutten. In 2011 is in totaal 392.700 ton bedrijfsafval aangevoerd, tegen een hoeveelheid van 422.000 ton in 2010 en 408.000 ton in 2009. Een relatief klein deel van het aangeboden bedrijfsafval is afkomstig van gemeentelijke aandeelhouders.
De gezamenlijke verbrandingscapaciteit van de afvalenergiecentrales in Alkmaar en in Dordrecht bedroeg in 2011 1.036.000 ton, tegen een capaciteit van 885.000 ton in 2010. De toename houdt verband met de inbedrijfname van lijn 5. Landelijk bedraagt de overcapaciteit zo’n 500.000 tot 700.000 ton. De beschikbaarheidspercentages van de AEC’s Dordrecht en Alkmaar bedroegen in 2011 93, respectievelijk 94 procent. Door schaarste op de afvalmarkt kon in het boekjaar circa 68.000 ton verbrandingscapaciteit niet worden benut. De bezettingsgraad van de installaties in Alkmaar en Dordrecht bedroeg daardoor 86 procent, respectievelijk 80 procent.
De huidige overcapaciteit kent de volgende oorzaken. Vijf jaar geleden werd in Nederland nog een aanzienlijke hoeveelheid brandbaar afval gestort. Die situatie leidde tot verschillende initiatieven, ook van HVC, om capaciteit uit te breiden. De economische crisis en, in mindere mate, toegenomen afvalscheiding, hebben vervolgens geleid tot een afname van het aanbod.
Net als de meeste andere AEC’s, beschikken ook de installaties van HVC over de R1-status. Dat betekent dat deze installaties ook voor verbranding in aanmerking komende afvalstoffen mogen verwerken die afkomstig zijn uit het buitenland. Om onderbezetting, en de daarmee samenhangende kosten tegen te gaan, importeerden Nederlandse afvalverwerkers naar schatting ongeveer 400.000 ton brandbaar restafval. Ook HVC bereidt import voor. Naar verwachting zal vanaf medio 2012 afval uit het Verenigd Koninkrijk worden aangevoerd. Dit brandbare huishoudelijke en bedrijfsafval wordt in het land van herkomst gestort. Uit onderzoek van CE Delft blijkt dat de CO2-reductie door energieterugwinning van dit afval in Nederlandse afvalcentrales per saldo opweegt tegen de CO2- emissies ten gevolge van het storten in het land van oorsprong, inclusief de extra CO2-emissies tijdens het transport.
Emissie-eisen
De emissievoorschriften voor de AEC’s, BEC en SVI, zijn gebaseerd op landelijke emissienormen, zoals het Besluit verbranden afvalstoffen (Bva). In zowel Dordrecht als Alkmaar zijn de emissie-eisen op verzoek van HVC aangescherpt, in overleg met omwonenden en milieuorganisaties. De toegepaste rookgasreinigingstechnieken in de installaties bieden over het algemeen de mogelijkheid deze eisen te realiseren. In de bijlage treft u een overzicht aan van de emissiejaarvrachten van de hiervoor genoemde verbrandingsinstallaties. KEMA Emission Verification Services (KEVS) heeft de jaarvrachten geverifieerd.
Rond de AEC en BEC te Alkmaar wordt een biomonitoringprogramma uitgevoerd door Plant Research International, onderdeel van Wageningen UR, waarmee eventuele invloed van de installaties op gewassen en koemelk in de omgeving worden gemeten. Een nadere toelichting op dit programma vindt u onder ‘Dialoog en Samenwerking. De resultaten van het biomonitoringprogramma toonden in 2011, evenals in voorgaande jaren, onveranderd aan dat de activiteiten van HVC in Alkmaar de kwaliteit van de onderzochte producten niet negatief beïnvloedden.
BEC
De gemeenten in het verzorginggebied van HVC beschikken over houtachtige biomassastromen waarmee duurzame energie kan worden geproduceerd. Deze biomassa, samen met stromen die via de markt worden ingekocht, wordt als brandstof benut in de BEC van HVC die eind 2006 in bedrijf is genomen. Het elektrisch vermogen van de installatie bedraagt circa 25 MW. In 2011 is 213 GWh geproduceerd, tegen een hoeveelheid van 204 GWh in 2010 en 207 GWh in 2009.
Sinds 2011 wordt ook een klein percentage gedroogd zuiveringsslib verwerkt, afkomstig van de slibdrooginstallatie van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De daarvoor gerealiseerde slibdoseringsinstallatie bevindt zich in proefbedrijf; uiteindelijk kan circa 10 procent van de benodigde brandstof van de BEC bestaan uit slibkorrels. In het kader van het onderzoek naar alternatieve brandstoffen vindt ook een proef plaats met riet dat als maaisel vrijkomt bij het beheer van wegen en watergangen.
SVI
Sinds begin 2010 is HVC volledig aandeelhouder van NV DRSH, eigenaar van de SVI in Dordrecht. De installatie verwerkt ontwaterd zuiveringsslib dat afkomstig is van vijf van de zes deelnemende waterschappen. Daarnaast wordt slib aangevoerd van derden, zoals Waterschap Zuiderzeeland. De bedrijfsvoering van de slibverbrandingsinstallatie is sinds de overname geïntegreerd met die van de naastgelegen AEC van HVC.
Verbranding van zuiveringsslib is de minimumstandaard conform LAP2. Het primaire oogmerk van een SVI is slibverwijdering. Door het hoge restwatergehalte van het aangevoerde ontwaterde zuiveringsslib is van netto-energieproductie niet of nauwelijks sprake. Thermische verwerking van RWZI-slib kent een overall energetisch rendement van ongeveer 0 procent. De hoeveelheid externe energie die aan het slibverwerkingsproces wordt toegevoegd in de vorm van gas en elektriciteit, is gelijk aan de hoeveelheid thermische energie die wordt geleverd aan de RWZI-Dordrecht. Met de turbine is 3.439 MWh aan elektriciteit geproduceerd (in 2010 3.338 MWh). Dit is omgerekend 12.400 GJ. Opgewekte elektriciteit wordt alleen voor interne processen benut.
energie input SVI 2011
90%
slib stoom aardgas
elektriciteit inkoop
1%
7%
2%
energie output SVI 2011
34%
55%
elektriciteitsproductie warmte naar awzi slib drogen
verliezen
1%
10%
Slibverbranding geldt als hoogwaardiger dan storten, vanwege het met storten samenhangende ruimtebeslag en de productie en emissie van methaan.
De verwerkingscapaciteit van de installatie bedraagt circa 360.000 ton per jaar. Door een toename van lokale vergisting en een betere ontwatering bij RWZI’s vindt een gestage daling plaats van het slibaanbod aan de installatie. Zo is in het boekjaar het slibaanbod van de deelnemende waterschappen gedaald van 320 naar 302.000 ton. Uiteindelijk heeft dit financiële consequenties voor de eindverwerking. Intensieve samenwerking in de zuiveringslibketen wordt daardoor steeds belangrijker.
De afgelopen twee jaar heeft HVC samen met de aandeelhoudende waterschappen, AEB, HHNK en Waternet onderzoek gedaan naar de optimale inrichting van de slibketen. Dit onderzoek concludeert dat investeren in nieuwe eindverwerking, mede gelet op de bestaande onderbezetting, de komende jaren niet aan de orde is. Vanuit milieu- en kostenoogpunt komt extra slibvergisting als aantrekkelijke route naar voren, waarbij voldoende schaalgrootte een belangrijke randvoorwaarde is.
Samenwerking tussen de aandeelhoudende waterschappen en, indien mogelijk, met andere waterschappen/eindverwerkers, kan hierbij belangrijke kansen creëren. In dit licht worden gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van verschillende partijen in de keten om de mogelijkheden van
strategische samenwerking te verkennen. Zo’n samenwerking past ook goed binnen de denklijnen en afspraken van het Bestuursakkoord Water. Met vier van de aandeelhoudende waterschappen bereiden we nu een beslissing voor over het gezamenlijk creëren van centrale vergistingscapaciteit. Daarbij zijn keuzes aan de orde ten aanzien van capaciteit, locatie, betrokken RWZI’s en beheer.
2.3.5. Warmtelevering
Warmtenetten worden over het algemeen gevoed met warmte van elektriciteitscentrales of WKK’s. Via een leidingnet wordt warm water gedistribueerd aan woningen en bedrijven voor verwarming van ruimten en tapwater. Door warmtebenutting stijgt het energetisch rendement van het betreffende energieproductiemiddel fors.
In Nederland leidt ruimteverwarming tot zo’n 40 procent van het totale energieverbruik. Om de doelstellingen op het gebied van CO2-reductie te behalen, is het dan ook van belang om de warmtevraag, na betere woningisolatie, te verduurzamen. De meeste huishoudens gebruiken gasgestookte cv-ketels. Het gebruik van restwarmte maakt deze overbodig. Per woning betekent dat een vermindering van de CO2-uitstoot met 75 procent (1240 kg/jaar).
Marktpartijen zijn meestal niet geïnteresseerd in de aanleg van een warmtenet. Het betreft een langetermijninvestering met een relatief laag financieel rendement, vooral gedurende de eerste exploitatiejaren. Het milieurendement is echter hoog. HVC streeft daarom benutting van restwarmte na, binnen de kaders van een realistische businesscase.
Duurzaam Warm
De CO2-uitstoot die één gezin met de aansluiting op een warmtenet bespaart, staat gelijk aan de energie van dertig zonnepanelen of 10.000 gereden autokilometers.
Warmte in Alkmaar
De restwarmte die overblijft na elektriciteitsopwekking in de AEC wordt geleverd aan nabijgelegen woningen en bedrijven. Ook het voetbalstadion van AZ wordt van warmte voorzien.
In 2009 is besloten om het warmtenet uit te breiden naar wijken in Alkmaar waarvoor renovatie- of nieuwbouwplannen bestaan. De aanleg van de hoofdleidingen van het nieuwe warmtenet naar de wijken Overdie en Schelphoek verloopt volgens planning. Op dit moment zijn zevenhonderd woningen aangesloten. Dit aantal zal toenemen tot tweeduizendvijfhonderd. In een later stadium is uitbreiding tot Langedijk en Heerhugowaard een mogelijkheid. Uiteindelijk zullen naar verwachting zo’n tienduizend woningen op het warmtenet in Alkmaar worden aangesloten.
In 2011 is 66 TJ warmte geleverd, tegen een hoeveelheid van 51 TJ in 2010 en 43 TJ in 2009. Door het toegenomen aantal klanten stijgt de hoeveelheid geleverde warmte ieder jaar.
Nieuwe warmteklant Boekelermeer, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx College:
“Eind 2010 zijn we overgegaan op het warmtenet van HVC. Hoewel dat een flinke operatie is, hebben we er amper iets van gemerkt. Je moet zo’n nieuw systeem inregelen, maar dat ging eigenlijk op rolletjes. We zijn dus tevreden klanten.
Als school waren we de eerste afnemer van dit warmtenet. We waren van meet af aan enthousiast over dit plan. Wij waren al bezig onze scholen milieuvriendelijker te gaan stoken, HVC wilde meer met de restwarmte van de installaties gaan doen. Zo kwam alles bij elkaar.
Het werkt dus super qua warmte en we kunnen echt bijdragen aan de besparing van CO2. Per jaar stoten we door het warmtenet 365 ton minder CO2 uit. Dat is natuurlijk heel substantieel. Het is goed dat HVC dit mogelijk maakt, want de aanleg van zo’n warmtenet is een kostbare zaak. Wij brengen onze leerlingen graag iets bij over duurzaamheid. De lesstof wordt een stuk tastbaarder doordat wij zelf een warmtenet hebben. Tijdens de laatste fase van de aanleg van het warmtenet heeft HVC onze studenten hier ook op de locatie over voorgelicht. Dat was erg interessant en leerzaam.”
Warmte in Dordrecht
In 2009 is gestart met warmte- en koudelevering op het Leerpark te Dordrecht, een locatie waar grootschalige scholencomplexen zijn gevestigd. De warmte en koude worden geleverd door warmtepompen uit warmte- en koudeopslag in de bodem. In 2011 is 9 TJ warmte en 2 TJ koude geleverd.
In overleg met gemeente en woningbouwcorporaties wordt de realisatie van een warmtenet voorbereid dat wordt aangesloten op de AEC Dordrecht. Op termijn kunnen we tienduizend woningen voorzien van warmte. Het tempo waarin dit wordt gerealiseerd hangt vooral af van de snelheid waarmee woningbouwcorporaties hun bouw- en renovatieprogramma’s uitvoeren. Zolang het hoofdwarmtenet nog niet gereed is, zorgen tijdelijke ketels per wijk voor de verwarming van woningen die op korte termijn worden opgeleverd.
Nabij de afvalenergiecentrale van HVC in Dordrecht bevindt zich Du Pont de Nemours (Nederland) bv (DuPont). Samen met dit bedrijf onderzoeken wij de haalbaarheid van stoomlevering aan de installaties van DuPont. Naast voeding van een warmtenet heeft HVC voor DuPont voldoende stoom beschikbaar.
Warmte in Heerhugowaard, Langedijk en Zaanstad
Op 1 juli 2011 heeft HVC drie warmtenetten van Nuon overgenomen. Deze netten bevinden zich in de gemeenten Heerhugowaard, Langedijk en Zaanstad en voorzien circa vierduizend woningen van warmte door middel van WKK-installaties. Een WKK-installatie produceert gelijktijdig warmte en elektriciteit waardoor het rendement ten minste 90 procent bedraagt. De totale CO2-besparing die met de drie netten wordt gerealiseerd ten opzichte van verwarming via individuele gasketels, bedraagt ruim 3.250 ton CO2 per jaar.
Bij de overname van de netten is veel aandacht besteed aan de continuïteit van dienstverlening. De facturatie en de uitvoering van reguliere en incidentele werkzaamheden, zoals het oplossen van incidentele lekkages, verlopen naar wens; de klanten zijn tevreden, zo blijkt uit onderzoek.
HVC heeft het voornemen de netten van Langedijk en Heerhugowaard op termijn aan te sluiten op het warmtenet van Alkmaar. Met zo’n aansluiting kan het verbruik van fossiele energie verder worden verlaagd.
Geothermie
HVC is betrokken bij onderzoek naar de mogelijkheid van geothermie op een drietal locaties in de gemeente Westland. Door de omvang van de glastuinbouw in de gemeente is de warmtevraag zeer hoog. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeente Westland, netwerkbeheerder Westland Infra en coöperatieve bloemenveiling Flora Holland.
Tarieven warmte
Tarifering van warmte vindt plaats op basis van het landelijk geldende principe dat de consument niet meer hoeft te betalen in vergelijking met verwarming op basis van een gasgestookte hr-ketel, rekening houdend met het isolatiepakket van een moderne woning. HVC verleent hierop een korting. De Warmtewet, die naar verwachting in 2012 in werking treedt, biedt consumentenbescherming door het stellen van maximumtarieven. Naar verwachting heeft de Warmtewet geen invloed op de tarieven die HVC rekent. Naast warmte is het technisch ook mogelijk om koude te leveren. In overleg met projectontwikkelaars en woningcorporaties worden de mogelijkheden per locatie afgewogen.
Geleverde warmte en koude
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
0
2009
2010
2011
doel 2012
Jaar
Geleverde warmte (GJ) Geleverde koude (GJ)
Aantal GJ
Geleverde warmte
De hoeveelheid geleverde warmte in 2011 is ten opzichte van 2010 toegenomen in verband met de verwerving medio 2011 van drie WKK-warmtenetten. De prognose voor 2012 geeft onder meer de
volledige jaarproductie van deze WKK’s weer.
2.3.6 Zon
HVC investeert in zonne-energieprojecten via een meerderheidsparticipatie in Horizon Energy bv. Horizon Energy produceert in totaal 4,2 MWp met zonneprojecten die zijn uitgevoerd bij 29 agrarische bedrijven op basis van de SDE-regling van 2009. De geproduceerde elektriciteit wordt voor een groot deel afgenomen door de betrokken agrariërs. Het overschot wordt geleverd aan het elektriciteitsnet.
Door een verlaging van de subsidiebedragen zijn grootschalige zonneprojecten vooralsnog moeilijk rendabel te exploiteren. Horizon Energy richt zich daarom nu op kleinere projecten die ook met geringe subsidie haalbaar zijn. Inmiddels zijn projecten gehonoreerd met een totaalvermogen van 5 tot 6 MWp.
De prijzen van zonnepanelen dalen snel en het rendement ervan stijgt. Rendabele toepassingsmogelijkheden van zonne-energie op woningen nemen daardoor toe. HVC ondersteunt gemeenten, zoals Schagen, die burgers daarbij op weg willen helpen.
Duitsland
Door het gunstige subsidieklimaat van de afgelopen jaren kon Horizon in Duitsland een groot project realiseren. In Bottrop werd een skihal voorzien van zonnepanelen met een productievermogen van in totaal 1,3 MWp. Het project levert jaarlijks 1,3 miljoen kWh, gelijk aan het energieverbruik van bijna 370 huishoudens en bespaart jaarlijks 1.200 ton CO2.
2.3.7 Offshorewind
Offshorewind is een belangrijke mogelijkheid om op relatief snelle wijze de elektriciteitsconsumptie te verduurzamen. Daarnaast voorkomt wind op zee de landschappelijke impact van windturbineparken op land.
Voor het fabriceren, plaatsen, onderhouden en na twintig jaar verwijderen van een windturbine (de hele levenscyclus), is primaire energie benodigd. Afhankelijk van het windaanbod kan een windturbine deze energie in drie tot zes maanden terugwinnen. Wij verwachten dat er de komende jaren, gelet op het huidige subsidieregime in Nederland, geen nieuwe initiatieven komen met betrekking tot wind op zee. Wel zijn op land kleinschaliger mogelijkheden aanwezig. Vanwege ruimtelijke beperkingen vraagt de ontwikkeling van nieuwe projecten relatief veel tijd.
Gemini
Het project Gemini betreft de realisatie van het grootste Nederlandse offshorewindpark, circa 56 km ten nnoorden van Schiermonnikoog, met een elektrisch vermogen van 600 MW.
Op grond van een besluit van de aandeelhouders eind 2010 om voor 15 procent in het park te participeren is eind maart 2011 een eerste participatie genomen van 10 procent in het project. Bij het bereiken van financial close, gepland eind 2012, stijgt dit percentage naar 15 procent.
De ontwikkelaar van het park, Typhoon Offshore, is met Van Oord een samenwerkingsovereenkomst aangegaan voor de bouw van het park. Siemens is geselecteerd als leverancier van de windturbines. Er zullen 150 turbines worden geplaatst, elk met een vermogen van 4 MW
De CO2-credits van het park komen voor 15 procent ten gunste van de aandeelhouders van HVC. Met het aandeel van HVC in het park ter grootte van 90 MW wordt jaarlijks circa 1,4 PJ duurzame energie opgewekt, voldoende voor de elektriciteitsvoorziening van een gemeente als Alkmaar (circa honderdduizend huishoudens). Er vindt daarmee een CO2-besparing plaats van ruim 200.000 ton op jaarbasis.
Trianel Windpark Borkum West II
Windparkproject Borkum West I betreft de realisatie van 80 windturbines - elk met een vermogen van 5 MW - voor de kust van het Duitse Waddeneiland Borkum. Het Duitse Trianel Windkraftwerk Borkum GmbH & Co KG ontwikkelt het park. De bouw is in augustus 2011 gestart. HVC participeert voor 6,61 procent. Overige deelnemers in het project zijn 33 lokale Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse Stadtwerke. Het aandeel van HVC vertegenwoordigt een elektrisch vermogen van ruim 13 MW, gelijk aan het elektriciteitsverbruik van circa 13.000 huishoudens.
2.3.8 Wind op land
Windpark Burgerveen-Oost
HVC heeft juli 2011 een windproject verworven langs rijksweg A4 ter hoogte van Burgerveen. Het project bestaat uit 3 windturbines met een gezamenlijk vermogen van 3,9 MW. HVC is volledig eigenaar van dit windpark. De turbines zijn sinds februari 2012 operationeel.
Windturbine Middelharnis
April 2011 is een windturbine op het terrein van Waterschap Hollandse Delta in Middelharnis verworven. Het vermogen van de molen bedraagt 1 MW.
Onderstaande grafiek geeft weer hoeveel elke bron (wind, zon, biomassa en afval) bijdraagt aan de hoeveelheid groene stroom die HVC opwekt.
De toename van elektriciteit uit afval hangt samen met de inbedrijfname van lijn 5 in Dordrecht. In 2011 is 0,8 GWh elektriciteit opgewekt door wind op land en 0,7 GWh door zonnepanelen op daken (Horizon BV).
2.3.10 Groen Gas Vergisters
Aardgasconsumptie vormt 75 procent van het totale energieverbruik. Verduurzaming daarvan vraagt om de productie van groen gas. De aandeelhouders van HVC bieden jaarlijks zo’n 150.000 ton gft aan. Tot voor kort werd dit gft gecomposteerd. Enkele jaren geleden hebben wij daarom onderzoek gedaan naar de optimale route voor verduurzaming van de gft-verwerking. De inzet van vergistingstechniek scoorde daarbij het hoogst. Op grond daarvan zijn vergistingsinstallaties gerealiseerd in Zwolle en Middenmeer. De installatie in Zwolle, die samen met Rova wordt geëxploiteerd, is eind 2011 in bedrijf genomen. Van de installatie in Middenmeer is begin 2012 het proefbedrijf gestart. Het in de vergisters geproduceerde biogas wordt opgewaardeerd tot aardgaskwaliteit. Het residu na vergisting wordt gecomposteerd.
Vergister Zwolle
HVC heeft samen met Rova NV een vergistingsinstallatie in Zwolle gerealiseerd. Hiertoe is een joint venture opgericht, Natuurgas Overijssel BV. HVC en Rova participeren elk voor 50 procent. Eind 2011 is gestart met gasproductie. Naar verwachting wordt vanaf maart 2012 gas aan het net geleverd. De installatie in Zwolle heeft een capaciteit van 45.000 ton gft per jaar, waarbij circa 3 miljoen m3 groen gas wordt geproduceerd.
Vergister Middenmeer
In oktober 2010 is gestart met de bouw van een vergister in Middenmeer. Begin 2012 is de installatie in proefbedrijf genomen. Naar verwachting zal vanaf maart 2012 groen gas aan het net worden geleverd. De installatie heeft een capaciteit van 80.000 ton op jaarbasis, waarbij 5,6 miljoen m3 groen gas wordt geproduceerd.
Vergassingstechniek Milena
HVC en ECN werken samen aan de toepassing van vergassingstechniek voor biomassa. Deze
techniek, ‘Milena’ geheten, wordt getest in een pilot-installatie in Petten. Samen met energiebedrijf TAQA zijn HVC en ECN met de rijksoverheid een Groen Gas Green Deal aangegaan om de ontwikkeling van groengastechnologie te bevorderen. De overheid ziet het belang van groen gas voor de toekomstige energievoorziening en wil de jaarlijkse productie van groen gas (nu 30 miljoen m3) laten toenemen tot 300 miljoen m3 in 2014. In 2030 zou de productie van gas uit vergisting en vergassing 3 miljard m3 moet bedragen, in 2050 zelfs 30 miljard m3.
De Green Deal beoogt de oprichting in Noord-Holland-Noord van een leer- en expertisecentrum (‘Expertisecentrum Biomassavergassing’), te situeren rond een Milena op demo-schaal.
Diverse partijen hebben veel belangstelling getoond voor dit project. De huidige SDE+-regeling leidt echter niet tot een haalbare exploitatie van een Milena-demo-installatie.
2.4 E-mobiliteit
Elektrisch vervoer is stiller en schoner, ook als de elektriciteit afkomstig is van traditionele
elektriciteitscentrales. Auto’s, scooters, brommers en zelfs motoren op elektriciteit leveren een goede start voor het verminderen van CO2-uitstoot en voldoen steeds meer aan de eisen van de consument. Voor ons is dit reden om onze aandeelhouders kennis te laten maken met elektrisch vervoer en om drie gratis laadpalen en demonstratiemateriaal aan te bieden. In 2011 hebben we in zes gemeenten zulke laadpalen geplaatst. De vraag is vooralsnog beperkt; beleid voor elektrisch vervoer is nog niet bij alle deelnemende gemeenten en waterschappen aanwezig.
2.5 Lokale duurzame-energiecoöperaties
Een toenemend aantal gemeenten wenst duurzame lokale energieprojecten en energiebesparing bij huishoudens en bedrijven te realiseren. Een lokaal of regionaal duurzame-energiebedrijf spreekt veel gemeenten aan met het oog op de mogelijkheden van regie, lokaal beheer en exploitatie van duurzame energie met opbrengsten die terugvloeien naar de gemeente. De gewenste ontwikkeling van verduurzaming kan op deze wijze lokaal worden versneld en ondersteund.
Energie Coöperatie Dordrecht
Een voorbeeld is Dordrecht, waar de gemeenteraad ambitieuze energiedoelstellingen heeft vastgesteld. Om die te realiseren, richten de gemeente en HVC gezamenlijk de Energie Coöperatie Dordrecht (ECD) op. Via de ECD worden de bestuurlijke taakstelling van de gemeente en de uitvoeringscapaciteit van HVC bij elkaar gebracht. Gemeente en HVC participeren elk voor 50 procent.
Essentie van het idee is dat de gemeente met de oprichting van de ECD het initiatief kan nemen tot het realiseren van duurzame lokale energieprojecten, energiebesparing bij huishoudens en bedrijven en het realiseren van duurzame mobiliteit in de gemeente. ECD wordt een organisatie met een maatschappelijke doelstelling, waarmee de gemeente een belangrijk deel van haar energiebeleid wil realiseren. De energiecoöperatie vormt het gezicht naar inwoners en het midden- en kleinbedrijf en levert energie en daarmee samenhangende diensten.
De ECD staat open voor samenwerking. Derden kunnen participeren in duurzame projecten en lokaal gevestigde partners kunnen bijdragen aan de levering van de producten en diensten. Ook bewoners kunnen participeren in de energieprojecten van de coöperatie, bijvoorbeeld via het investeren in wind- en zonne-energie. Naast lokale initiatieven kan de gemeente en/of de coöperatie ook participeren in grotere projecten buiten de gemeente. Gemeente en HVC nemen genoegen met een beperkt rendement. De marges blijven daardoor binnen de coöperatie, waardoor op basis van het revolving fund-principe nieuwe energieprojecten kunnen worden gerealiseerd.
2.6 Energiediensten
HVC beschikt over vergunningen voor de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers. De uitvoering van de programmaverantwoordelijkheid die daarmee is verbonden, wordt voor HVC verzorgd door PV-Ned, een organisatie die ook voor andere energiebedrijven deze taak verricht.
De energieportefeuille van HVC heeft een relatief geringe omvang. Een professionele organisatie van energiedienstverlening is daarom binnen HVC moeilijk efficiënt te organiseren. Met het oog daarop is in 2010 besloten om voor 2,6 procent deel te nemen in Trianel GmbH. Trianel is een in Duitsland gevestigd overheidsbedrijf dat voor de 47 participerende Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse lokale energiebedrijven (‘Stadtwerke’) het energieportfoliobeheer verzorgt. Daarbij hoort ook het verkopen van geproduceerde energie en het inkopen van energie voor eigen verbruik op de groothandelsmarkt.
2.7 Incidenten, overtredingen, significante boetes en sancties
Significante spills
Een breuk van een afsluiter bij de AEC Alkmaar leidde tot uitstroom van circa 100 l verontreinigd water naar ene onverhard gedeelte buiten de installatie en naar het riool. Het grind en de bovenste laag van het zand die in contact zijn geweest met het verontreinigde water zijn verwijderd en afgevoerd. Er zijn bodemmonsters genomen en geanalyseerd. Er bleek geen bodemverontreiniging te zijn veroorzaakt. Onder dergelijke omstandigheden dient een pomp het overtollige water naar de
afvalwaterbehandelingsinstallatie af te voeren. Deze pomp bleek niet te functioneren en is daarom vervangen.
Ook bij de AEC in Dordrecht vond een incident plaats met vervuild water. Afvalwater van lijn vijf stroomde over van een verzamelput naar het riool. De dienstdoende wacht heeft de overstroming beëindigd. Het incident is gemeld en er zijn bodemmonsters genomen. Uit het onderzoek kwam geen bodemverontreiniging naar voren.
Milieueisen
Een overschrijding van emissie-eisen wordt gemeld aan het bevoegd gezag. In het verslagjaar is 32 keer een dergelijke overschrijding gemeld. Vrijwel alle meldingen betroffen een overschrijding van de emissienorm voor CO (koolmonoxide) die werd veroorzaakt door de oudere verbrandingslijnen van de AEC Dordrecht. De hiervoor genoemde aanscherping van emissie-eisen bleken voor deze lijnen in eerste instantie niet haalbaar voor CO. In het boekjaar is daarom geïnvesteerd in aanvullende voorzieningen rond het verbrandingsproces, waardoor behoudens bijzondere omstandigheden wordt voldaan aan alle gestelde eisen.
Bij afvalinzamelingsactiviteiten heeft het bevoegde gezag ten aanzien van milieuwet- en regelgeving in 2011 24 overtredingen geconstateerd. In 2010 bedroeg dit aantal 29.
De meeste overtredingen hadden betrekking op afvalbrengstations en waren relatief eenvoudige tekortkomingen die vrijwel alle snel ongedaan gemaakt werden. In het kader van de VCA**- certificering zullen we in de loop van 2012 checklists invoeren. Daarmee kunnen de beheerders van afvalbrengplaatsen eenvoudiger de naleving van de vergunningseisen controleren. Naar verwachting zal het aantal geconstateerde overtredingen in 2012 verder dalen.
Arbeidsomstandighedenwet en andere regelgeving
In 2010 raakte het been van een uitzendkracht bekneld onder de beladingsarm van een zijlader, met een beenbreuk tot gevolg. Aan HVC is hiervoor een boete opgelegd van EUR 6.750.
Daarnaast heeft eind 2011 de inspectie SZW een voorlopige boete opgelegd van EUR 256.000 wegens een vermeende overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Tijdens de bouw van de vijfde lijn in Dordrecht heeft een steigerbouwer (een onderaannemer van het bouwconsortium) gebruikgemaakt van een Duits bedrijf waar personeel werkte met een geldige Duitse tewerkstellingsvergunning. Het betreffende personeel had mogen werken in Nederland onder een dienstverleningsovereenkomst en niet op basis van een inhuurovereenkomst, waarvan volgens de Inspectie sprake was. Tegen deze boete hebben HVC en het bouwconsortium bezwaar aangetekend.
Eind 2010 is de Belastingdienst gestart met een onderzoek naar de wijze waarop HVC de regelgeving op het gebied van energiebelasting administratief toepast. Gezien de complexiteit van de betreffende regelgeving hebben de Belastingdienst en HVC een gezamenlijk onderzoek gestart naar de juiste wijze van registratie en naar de wijze waarop deze registratie administratief kan worden geïmplementeerd. De Belastingdienst heeft HVC de nodige tijd gegeven om de gewenste softwarematige aanpassingen te realiseren. Het onderzoek wordt in het derde kwartaal van 2012 afgerond.
In 2011 hebben de inspectie SZW of ander bevoegd gezag op het gebied van relevante sociale wet- en regelgeving geen waarschuwingen verstrekt.
2.8 Energieverbruik
2.8.1 Elektriciteit
Het elektriciteitsverbruik is in 2011 met circa 12 GWh toegenomen, door de inbedrijfname van lijn 5 in Dordrechten van de vergistingsinstallatie in Middenmeer. Een en ander wordt zichtbaar gemaakt in onderstaande grafiek.
Het elektriciteitsverbruik vindt voor het merendeel plaats door de verwerkingsinstallaties, die de betreffende hoeveelheid opwekken uit afval, biomassa en slib.
E-productie versus E-consumptie
1000,00
800,00
600,00
400,00
200,00
0,00
2009
2010
2011
-200,00
-400,00
Jaar
consumptie (GWh) productie groen (GWh) productie grijs (GWh)
E-productie (GWh)
2.8.2 Gas
In enkele bedrijfsprocessen van HVC wordt aardgas gebruikt, zoals in het kader van de rookgasreiniging en bij op- en afstoken van verbrandingsinstallaties.
Gasconsumptie vs. gasproductie
10.000.000
5.000.000
0
2009
2010
2011
doel 2012
-5.000.000
-10.000.000
-15.000.000
-20.000.000
Jaar
consumptie (M3)
productie groen
Aantal M3
Onderstaande grafiek geeft het verbruik van de afgelopen drie jaar weer.
De consumptie is in 2011 toegenomen door de overname van drie warmtenetten in juli 2011. Deze warmtenetten worden van warmte voorzien door WKK’s. Stadsverwarming levert een wezenlijke bijdrage aan het terugdringen van CO2-emissies, omdat het een efficiëntere vorm van ruimteverwarming is dan individuele ketels per huishouden.
Om te besparen op de gasconsumptie is in 2011 besloten stikstofoxiden in de rookgassen van de afvalenergiecentrale in Alkmaar op een andere wijze te verwijderen. In het eerste kwartaal van 2012 wordt deze techniek (SNCR) beproefd voor lijn 1. Na volledige invoering wordt jaarlijks ruim 3 miljoen m3 aardgas per jaar bespaard.
2.8.3 Diesel
Het dieselgebruik over 2011 is gestegen, doordat in de rapportage over 2010 het verbruik van HVCinzameling Dordrecht (voorheen Netwerk NV) nog niet volledig was verwerkt.
2.9 Opbrengst van elektriciteitslevering
De opbrengst van elektriciteitslevering wordt bepaald door de marktprijs voor elektriciteit, de omvang en zekerheid van levering en de eventuele subsidies voor duurzame energie uit afval en biomassastromen. De omvang en betrouwbaarheid van levering hangt af van de beschikbaarheid van de afvalenergiecentrales en de BEC. Het onderhoudsbeleid is erop gericht de kosten van ongepland onderhoud af te wegen tegen de kosten van op maximale beschikbaarheid gericht preventief onderhoud.
De verkoopstrategie van HVC is gericht op zekerstelling van inkomsten, gericht op langere termijn. Een beperkt deel van de energieproductie wordt kort verhandeld. Toepassing van derivaten is uitgesloten.
3. Deelnemingen en samenwerkingsverbanden
De belangrijkste deelnemingen, Sortiva BV, Cyclas vof en Natuurgas Overijssel BV, zijn nauw verweven met het operationele proces van HVC. De relatie met de activiteiten van HVC is hiervoor toegelicht. Een volledig overzicht van deelnemingen van HVC treft u aan in de jaarrekening.
Zavin
HVC heeft een aandeel van 33,3 procent in Zavin cv. Dit aandeel is verworven in het kader van de overname van de activiteiten van de gemeenschappelijke regeling Gevudo bij haar toetreding tot HVC. Zavin beheert een verbrandingsinstallatie voor specifiek ziekenhuisafval, de enige in Nederland, waarin behalve HVC ook Sita en AVR-Van Gansewinkel deelnemen. Laatstgenoemde partijen zijn de belangrijkste aanbieders van specifiek ziekenhuisafval. De installatie is direct naast de AEC van HVC in Dordrecht gelegen.
Tedcor
HVC participeert voor 5 procent in Tedcor Group Proprietary Ltd en voor 25 procent in Tedcor International. Beide deelnemingen vertegenwoordigen een gezamenlijke waarde van EUR 165.000, inclusief goodwill.
Tedcor is een afvalinzamelbedrijf dat actief is in een aantal Zuid-Afrikaanse townships. HVC heeft gekozen voor deze participatie met het oog op het maatschappelijke belang van de activiteiten van Tedcor. Het gaat daarbij om een economisch gezien rendabele onderneming waarbij het risico voor HVC beperkt is tot het bedrag van de participaties.
Ontdoening van afval kan een groot probleem zijn in Afrikaanse stedelijke gebieden waar adequate dienstverlening op het gebied van afvalinzameling ontbreekt. Afval dat her en der in woonwijken wordt gedumpt, biedt niet alleen een deprimerende aanblik voor de lokale bevolking, maar bevordert ook de verspreiding van ziekten en maakt een omgeving onveilig. Tedcor, een Zuid-Afrikaans bedrijf, bestrijdt dit probleem door actieve bewoners van woonwijken op te leiden tot ondernemer op het gebied van afvalinzameling. Het voor de inzameling in het betreffende gebied in te schakelen personeel wordt geworven onder werklozen. De nieuwe ondernemer krijgt de beschikking over een vrachtauto met container op basis van huurkoop. Na vijf jaar, de gangbare periode van een aan Tedcor verstrekte inzamelconcessie, is de - multi-inzetbare - truck afbetaald en eigendom van de ondernemer.
Per ondernemer worden tien à vijftien banen gecreëerd. Op dit moment werkt Xxxxxx met zo’n zeventig ondernemers waarmee ongeveer duizend arbeidsplaatsen zijn gemoeid. Het management van Xxxxxx begeleidt en faciliteert ondernemers en draagt zorg voor voldoende inzamelconcessies. De resultaten die Tedcor in wijken boekt, zijn positief. De kwaliteit van de woonomgeving neemt toe door het gestructureerd inzamelen van huishoudelijk afval en het opruimen van zwerfvuil door wijkbewoners, waardoor ook andere positieve ontwikkelingen op het gebied van woningrenovatie en bedrijvigheid worden gestimuleerd. De bevordering van lokale werkgelegenheid en verbetering van de woonomgeving die door de activiteiten van Tedcor worden bevorderd, vormen voor HVC de drijfveren achter deze participatie.
Tedcor International tracht via pilotprojects het businessmodel ook in te voeren in andere Afrikaanse
landen, zoals Ghana, Mozambique en Botswana. Vooralsnog heeft dit niet geleid tot resultaten.
4. Werkgeverschap
4.1 Algemeen
HVC streeft ernaar om medewerkers een veilige en stimulerende werkomgeving te bieden, waar ruimte is voor ontwikkeling en groei. Onderstaand treft u een onderverdeling aan van het medewerkersbestand ultimo 2011.
2011 | 2010 | |||
Aantal mannen | 841 | 83% | 854 | 84% |
Aantal vrouwen | 171 | 17% | 165 | 16% |
Aantal fulltimemedewerkers | 770 | 76% | 779 | 76% |
Aantal parttimemedewerkers | 242 | 24% | 240 | 24% |
Aantal medewerkers met arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd | 73 | 7% | 56 | 6% |
Aantal medewerkers met arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd | 939 | 93% | 963 | 94% |
Totaal aantal medewerkers | 1012 | 1019 |
4.2 Bezuinigingen
HVC heeft een bezuinigingsprogramma, ‘Koers 2015’. De economische ontwikkeling noodzaakt hiertoe. In het kader van ‘Koers 2015’ zijn de werkzaamheden bij de afvalverwerkingactiviteiten efficiënter ingericht. Het afgelopen jaar vonden diverse optimalisaties plaats door multidisciplinaire verbeterteams. Met natuurlijk verloop, begeleiding van werk naar werk en herplaatsingtrajecten kon gedwongen ontslag worden voorkomen. Een aantal tijdelijke arbeidsovereenkomsten is om deze reden niet verlengd.
Meer efficiëntie kan ook worden gerealiseerd bij de activiteiten op het gebied van afvalinzameling. Door overnames van de afgelopen jaren, zijn diverse synergiemogelijkheden ontstaan. Zo is gestart met centralisatie van de ondersteunende diensten, zoals hiervoor toegelicht onder ‘Inzameling en hergebruik’.
Als gevolg van de transitie naar duurzame energie heeft het onderdeel Energie zich verder ontwikkeld. Vooral de realisatie van een warmtenetwerk in Alkmaar vroeg extra personele capaciteit, die voor het merendeel intern is ingevuld.
In- en uitstroom van medewerkers:
2011 | 2010 | |||||
In dienst | M | V | Totaal | M | V | Totaal |
< 30 jaar | 16 | 5 | 21 | - | - | 10 |
30 – 50 jaar | 21 | 10 | 31 | - | - | 29 |
> 50 jaar | 3 | 1 | 4 | - | - | 10 |
Totaal | 40 | 16 | 56 | 36 | 13 | 49 |
Uit dienst | M | V | Totaal | M | V | Totaal |
< 30 jaar | 5 | 1 | 6 | - | - | 10 |
30 – 50 jaar | 15 | 7 | 22 | 31 | ||
> 50 jaar | 30 | 5 | 35 | 28 | ||
Totaal | 50 | 13 | 63 | 57 | 12 | 69 |
Uit dienst, reden | M | V | Totaal | M | V | Totaal |
Arbeidsongeschikt | 5 | 1 | 6 | - | - | - |
XXX/XXX/xxxxxxxxxxxxxxxxx | 00 | 0 | 00 | - | - | - |
Xxxxxxxxxx | 1 | 0 | 1 | - | - | - |
Niet op eigen verzoek | 5 | 2 | 7 | - | - | - |
Eigen verzoek | 17 | 3 | 20 | - | - | - |
Einde arbeidsovereenkomst | 4 | 4 | 8 | - | - | - |
Totaal | 50 | 13 | 63 | 57 | 12 | 69 |
Overlap in dienst en uit dienst in 2011 | M | V | ||||
34 jaar, reden niet op eigen verzoek | 1 | 0 | ||||
21 jaar, reden eigen verzoek, later in 2011 weer in dienst | 1 | 0 | ||||
Totaal | 2 |
4.3 Organisatiestructuur
Eerder in dit verslag hebben wij toegelicht dat de structuur van de personele organisatie meer gericht wordt op de twee hoofdactiviteiten van HVC: ‘grondstoffen’ en ‘duurzame energie’. Wij verwachten medio 2012 de voorgenomen organisatiewijzigingen en de adviezen daarop van de COR te hebben doorgevoerd.
4.4 Strategische personeelsplanning
Diverse maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de verhoging van de pensioenleeftijd en vergrijzing van de arbeidsmarkt, hebben invloed op het medewerkersbestand. Met een strategische planning van de personeelsbehoefte moeten we deze ontwikkeling opvangen. In 2012 geven we hiervoor een aanzet. Ook de samenstelling van de organisatie qua leeftijdsopbouw en man-vrouwverhouding geeft daartoe aanleiding. De medewerkers van HVC zijn voornamelijk mannen (83 procent) en fulltimers (76 procent). 93 procent heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Leeftijdsopbouw medewerkers per 31-12-2011
0,00%
0,30%
5,63%
1,48%
3,95%
19,76%
31,92%
36,96%
< 21
21-25
25-30
30-40
40-50
50-60
60-65
>65
Bovenstaande grafiek geeft een beeld van de leeftijdsopbouw van HVC-medewerkers. 25 procent van hen is 40 jaar of jonger. In 2010 bedroeg dit percentage 27 procent.
4.5 Veiligheid en gezondheid van medewerkers
Periodiek medisch onderzoek (PMO)
Begin 2011 heeft bij de onderdelen staf, Afvalenergiecentrale Dordrecht en Afvalenergiecentrale Alkmaar een periodiek medisch onderzoek (PMO) plaatsgevonden. Eerder vond zo’n onderzoek plaats bij de medewerkers die zijn belast met Inzameling en Compostering. Een PMO-onderzoek tracht inzicht te geven in eventuele relaties tussen arbeidsrisico’s en fysieke en/of mentale gezondheid. Het onderzoek bestond uit een vragenlijst en een lichamelijk onderzoek. Van de 377
uitgenodigde werknemers, heeft 74 procent de vragenlijst ingevuld, 68 procent van de medewerkers heeft meegedaan aan het medische deel van het onderzoek.
Ten opzichte van het landelijk gemiddelde scoort HVC goed tot uitstekend op de indicaties ‘werkvermogen’ en ‘bevlogenheid’. Het percentage medewerkers met burn-outklachten is relatief laag. Het aantal medewerkers met stressklachten is echter relatief hoog. Als reden wordt een hoge werkdruk aangegeven. Ook is er sprake van een aantal risicofactoren ten aanzien van gezondheid. Zo is er een matige score op het gebied van de landelijke bewegingsnorm. Op kantoor hebben relatief veel mensen klachten aan nek, arm en schouder (KANS-klachten).
De uitkomsten en bevindingen van dit PMO zijn besproken met de betreffende medewerkers en leidinggevenden. Om voor de gesignaleerde knelpunten oplossingen te bieden, is een plan van aanpak opgesteld dat in 2012 wordt uitgevoerd.
Ziekteverzuim
Evenals eerdere jaren was het verminderen van ziekteverzuim een belangrijk speerpunt.
Bij verzuim vindt een persoonlijke benadering van de medewerker plaats waarbij gericht aandacht wordt besteed aan aanwezige fysieke en mentale klachten. Indien gewenst wordt medewerkers gelegenheid geboden een traject bij een gespecialiseerd revalidatiebedrijf te volgen om lichamelijke of psychische klachten te verminderen en in de toekomst te voorkomen.
Ondanks gericht beleid is het totale verzuimpercentage toegenomen van 6,9 procent in 2010 naar 7,6 procent in 2011. Ook de gemiddelde duur van het verzuim is gestegen.
Onderzocht wordt in hoeverre een relatie gelegd kan worden met de vergrijzing van het personeelsbestand en welke maatregelen dan kunnen worden genomen.
Ziekteverzuim
8,00%
7,00%
6,00%
5,00%
4,00%
3,00%
2,00%
1,00%
0,00%
2009
2010
2011
doel 2012
Jaar
1,56 procentpunt van het verzuim in 2011 werd veroorzaakt door arbeidsongevallen. Dit is een vijfde deel van het totale verzuimcijfer2. In bijgaande tabel wordt het ziekteverzuim verder uitgesplitst.
ZIEKTEVERZUIM
Ziekteverzuimpercentage | 7,57 | ||||
Verzuimfrequentie | 1,27 | ||||
Gemiddelde verzuimduur | 19,47 | ||||
Ziekteverzuim 2011 | Totaal | Staf | Financiën | Inzameling | Productie |
% | 7,57 | 2,02 | 4,34 | 9,41 | 5,96 |
Verzuimfrequentie | 1,27 | 0,71 | 1,02 | 1,42 | 1,17 |
Gemiddelde duur | 19,47 | 9,4 | 13,06 | 22,8 | 17,09 |
Verdeling in duurklassen | |||||
Kortdurend verzuim 1-7 dagen | 11,49% | 23,27% | 16,36% | 10,32% | 13,42% |
Middellang verzuim 8-42 dagen | 15,98% | 21,29% | 15,90% | 15,98% | 15,77% |
Lang verzuim 43-365 dagen | 51,25% | 55,45% | 62,44% | 48,43% | 58,05% |
Langdurig verzuim van 366 dagen | 21,27% | 0,00% | 5,30% | 25,27% | 12,75% |
100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% | |
meldingen | aantal dagen | % verzuim | % van verzuimdagen | ||
Ongeval met verzuim | 18 | 413,40 | 0,12% | 1,56% |
Nieuw volcontinudienstrooster
De AEC’s, de BEC en de SVI zijn continu in bedrijf. De operators werken in een vijfploegendienst, met wisselend ochtend-, middag- en nachtdiensten. Het werken in ploegendienst heeft een nadelige
2 BEREKENINGSMETHODIEK ZIEKTEVERZUIM
Ziekteverzuimpercentage = verzuimdagen : beschikbare dagen F * 100% (in 2 decimalen)
De berekeningsmethode voor ziekteverzuim wijkt af van het GRI-protocol. Zo baseert HVC het percentage op kalenderdagen en niet op werkdagen, aangezien er in onderdelen van het bedrijf gewerkt wordt in een vijfploegendienst.
impact op het lichamelijk en geestelijk welzijn van medewerkers. Eind 2009 is onderzoek gedaan naar alternatieve ploegenroosters. Samen met de arbodienst en de ondernemingsraad zijn drie verschillende roosters geselecteerd. Op basis van een stemming onder de betrokken medewerkers is in 2011 een rooster ingevoerd als proef. In de loop van 2012 bepalen de betrokken medewerkers of dit nieuwe rooster structureel wordt ingevoerd.
Veilig werken
Veilig werken heeft de hoogste prioriteit bij HVC. Iedere medewerker en derde die voor HVC werkzaam is, dient na een werkdag weer gezond naar huis te gaan. In 2011 was de resultaatafhankelijke uitkering (RAU) gericht op het realiseren van kengetallen ten aanzien van:
● IF-index (verzuimongevallen ten opzichte van het aantal gewerkte uren);
● aantal preventieve incidentmeldingen: meldingen van gevaarlijke situaties en bijna- ongevallen;
● aantal benodigde toolboxen per operationele medewerker;
● percentage gelopen veiligheidsrondes (of werkplekinspecties bij Inzameling) conform plan.
IF index
30
25
20
15
10
5
0
2009
2010
2011
doel 2012
Jaar
BU Inzameling
BU Productie
IF index
Alle over 2011 gestelde doelstellingen zijn gehaald. De IF-index is ruim onder de doelstelling geëindigd. Ten opzichte van 2010 betekent dit een verbetering van bijna 30 procent. Bij de businessunit Productie was sprake van een verbetering van ruim 55 procent. De positieve ontwikkeling wordt zichtbaar gemaakt in de onderstaande grafiek. De Vereniging van Afvalbedrijven houdt voor de branches inzameling en verwerking de IF-indices bij. De meest recente cijfers betreffen het kalenderjaar 2010. De IF-index voor de afvalinzamelbranche bedraagt 13,7 (HVC-inzameling in 2011: 17,4) en voor de afvalverwerkingsbranche 10,5 (HVC-productie in 2011: 7,2).
Een afwijkend beeld gaf de afvalinzameldienst in Dordrecht, waar in 2011 80 procent meer verzuimongevallen plaatsvonden dan in 2010. Er vonden geen ernstige ongevallen plaats. Op verzoek van de COR wordt de RAU voor 2012 opnieuw afhankelijk gesteld van het realiseren van veiligheidsdoelstellingen.
Bij ernstige incidenten en bijna-ongevallen vindt onderzoek plaats naar de oorzaak en worden maatregelen genomen. De incidenten in 2011 waren niet van ernstige aard.
Om veilig werken verder binnen de operationele afdelingen te borgen, is eind 2010 besloten om de afvalinzamelingactiviteiten VCA** te laten certificeren3. De energieactiviteiten zullen worden gecertificeerd conform OHSAS18001. Beide certificeringtrajecten dienen eind 2012 te zijn afgerond.
Betrokkenheid ondernemingsraad bij veiligheid
3 Netwerk NV is sinds 2009 VCA**-gecertificeerd.
In 2011 namen acht medewerkers (0,8 procent ) deel in medezeggenschapscommissies op het gebied van veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu (VGWM). De OR kan zijn taken op het gebied van veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu delegeren aan een dergelijke commissie. HVC kent twee VGWM-commissies. Een punt van zorg van een commissie was de hygiëne in de installaties, aangezien in het kader van bezuinigingen installaties minder frequent worden gereinigd. In 2011 heeft hiernaar onderzoek plaatsgevonden. Daar kwam uit dat de blootstelling ruimschoots binnen de daarvoor geldende grenswaarden ligt, als de normale hygiëneregels bij eten en drinken worden nageleefd.
4.6 Opleiding en training: investeren in medewerkers
Veiligheidsopleidingen
We stimuleren medewerkers hun kennisniveau en competenties te behouden en te ontwikkelen, ook als het gaat om veiligheid en bedrijfshulpverlening. Daarvoor bieden we gerichte opleidingen aan, zoals VCA, NEN3140 en diverse trainingen op het gebied van bijzondere voertuigen, zoals shovels etc.
Ervaringscertificaat (EVC)
Een EVC-traject brengt ervaringen in kaart die medewerkers tijdens hun loopbaan, maar ook daarbuiten, opdoen. Voor een eventuele verdere doorgroei in of buiten HVC helpt het als deze kennis en vaardigheden worden vastgelegd. In een EVC-traject kan een zogenoemd ervaringscertificaat (EVC) worden behaald, als onderdeel van het behalen van een diploma op mbo-niveau. Ontbrekende kennis of vaardigheden kunnen veelal in de praktijk worden geleerd. Zo kan een medewerker doorgroeien, zonder daarvoor langdurig naar school te moeten.
In 2011 namen twaalf medewerkers deel aan een EVC-traject. Van hen hebben er inmiddels drie een mbo-diploma behaald. HVC blijft medewerkers faciliteren die interesse hebben in deelname.
Xxx xxxxxxx naar chauffeur
Bij de businessunit Inzameling in Dordrecht loopt een opleidingstraject voor jonge flexmedewerkers. In samenwerking met een extern bureau is dit traject opgezet om hen op te leiden van belader naar chauffeur. Het doel is een dienstverband bij HVC. Er doen op dit moment zeventien flexmedewerkers mee aan dit traject. In 2012 onderzoeken we de mogelijkheid tot deelname aan dergelijke opleidingstrajecten verder binnen onze inzameldiensten.
Ontwikkelen van jongeren
Slechts 25 procent van de medewerkers van HVC is veertig jaar of jonger, tegen 27 procent in 2010. Een verklaring hiervoor is een relatief geringe instroom van jongere medewerkers.
Voor jonge mensen zijn verschillende leer-werktrajecten en stageplekken beschikbaar. In 2011 zijn in Alkmaar de eerste leerlingen van de eigen opleidingsalliantie ‘Leer werken in de Techniek’ aangenomen. Deze leerlingen zijn na hun stage doorgestroomd naar leer-werkplekken bij de afdeling Procesvoering. In 2011 werden dertien leer-werkplekken binnen de businessunit Productie ingevuld.
In 2012 proberen we alle beschikbare leer-werkplekken binnen het bedrijfsonderdeel Energie volledig in te vullen.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de opleidings- en trainingsinspanning binnen de operationele afdelingen van HVC (Inzameling en Productie) over 2011.
Type opleiding | Aantal personen |
EVC | 12 |
Leertrajecten | 14 |
Speur- en ontwikkelingswerk | 1 |
VCA-certificaat behaald | 131 |
Stagiairs technische opleidingen mbo | 27 |
Stagiairs hbo/universiteit | 6 |
Ontwikkeling van leidinggevenden
Om de gewenste organisatorische veranderingen vorm te geven is het gewenst dat de leidinggevenden beschikken over de hiervoor benodigde competenties. In 2011 zijn daarom diverse workshops gegeven op het gebied van leiderschap en verandermanagement (zie tabel)
Workshops leidinggevenden
Gegeven workshops 2011 | |
Functioneringsgesprekken | 19 |
Leiderschap en verandering | 23 |
Timemanagement | 24 |
Verzuimgesprekken | 6 |
4.7 Competenties en functieprofielen
HVC beschouwt onder meer ‘initiatief’, ‘ondernemerschap’, ‘flexibiliteit’ en ‘integriteit’ als kerncompetenties. Hoe deze competenties worden vertaald naar het functieprofiel hangt uiteraard af van de aard van de te vervullen werkzaamheden. Inmiddels heeft 60 procent van alle functies binnen HVC een passend competentieprofiel. Naar verwachting zullen eind 2012 alle functies zo’n profiel kennen.
4.8 Nieuwe werkvormen
De traditionele manier van werken in Nederland leidt tot files met bijbehorende vertragingen en CO2- emissies. Ook medewerkers van HVC worden hiermee geconfronteerd. HVC onderzoekt mogelijkheden om thuiswerken te bevorderen. De daarvoor benodigde ICT-infrastructuur is voor een belangrijk deel aanwezig en zal de komende periode met dit oogmerk worden verbeterd. Medio 2012 zal in Alkmaar een pilot plaatsvinden waarin we nagaan of we een qua locatie en werktijden flexibelere uitvoering van het werk organisatorisch kunnen inpassen. Daarmee kunnen de eisen van werk en privé beter op elkaar worden afgestemd.
Thuiswerken is vooral een optie voor de uitvoering van kantoorwerk. 70 procent van de medewerkers voert echter operationele activiteiten uit. Voor hen zullen andere mogelijkheden worden onderzocht, bijvoorbeeld om beter tegemoet te kunnen komen aan wensen om parttime te werken.
4.9 HVC als werkgever in de pers
In de lokale pers is eind 2011 bericht over een door de vakbond opgesteld zwartboek over het werkgeverschap van HVC. Deze berichtgeving gaf de directie aanleiding om hierover met medewerkers in gesprek te komen door middel van kantinebijeenkomsten en gesprekken op de werkvloer. HVC heeft de betreffende bond uitgenodigd voor een gesprek. Dit gesprek heeft inmiddels plaatsgevonden. De directie ziet aanleiding om een aantal klachten nader, onafhankelijk, te laten analyseren.
5. Dialoog en samenwerking
Inleiding
De activiteiten van HVC - afvalpreventie, afvalscheiding, grondstoffenmanagement en productie van duurzame energie - zijn maatschappelijk relevant. Selectie en uitvoering van activiteiten vinden door HVC plaats op basis van dialoog en samenwerking.
Aandeelhouders
52 gemeenten en 6 waterschappen bepalen als aandeelhouders de koers van HVC. (Formele) besluitvorming door de AvA is daarvan onderdeel. Van groter belang is dat HVC zich kan openstellen voor de positie van de deelnemende gemeenten en waterschappen in het licht van de belangen die zij behartigen. De daarvoor benodigde oriëntatie vraagt blijvende aandacht. Als nutsbedrijf stimuleren wij een actief aandeelhouderschap. Een afweging tussen maatschappelijke impact en kostprijs vraagt immers een open discussie.
Algemene Vergadering van Aandeelhouders)
Over het algemeen vindt twee keer per jaar een AvA plaats. De strategie en context van HVC, de jaarstukken en belangrijke investeringen zijn gebruikelijke agendapunten. In de jaarvergadering van 2011 werd onder meer gesproken over de financieringsstructuur van HVC. Een verdere uitwerking hiervan ter voorbereiding van besluitvorming in 2012 vond de afgelopen periode plaats met ambtelijke en bestuurlijke vertegenwoordigers van de aandeelhouders.
Innovatieplatform
Het Innovatieplatform vormt voor bestuurders en directie een klankbord op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Deelname aan het platform staat open voor geïnteresseerde bestuurders van aandeelhoudende gemeenten en waterschappen. Rond de thema’s van het Innovatieplatform organiseert HVC ook een Innovatiecongres. Circa 170 bestuurders en ambtenaren van de aandeelhoudende gemeenten en waterschappen bezochten het afgelopen congres in Leiden.
Kennisplatform
Het Kennisplatform is samengesteld uit ambtelijke vertegenwoordigers van onze aandeelhouders. Het richt zich op inhoudelijke afwegingen van nieuwe ontwikkelingen. Bijvoorbeeld als het gaat om ontwikkelingen op het gebied van inzamelen en het vergisten en vergassen van biomassa probeert het platform feiten te scheiden van fictie.
Bezoek
HVC ontvangt of bezoekt per bestuursperiode alle colleges van burgemeester en wethouders en alle colleges van dijkgraaf en (hoog)heemraden. Daarnaast zijn er regelmatig bezoeken van raadscommissies en diverse raadsfracties. Onderwerp van bespreking zijn de ontwikkelingen rond HVC in relatie tot het afval- en energiebeleid van de aandeelhouders
Klanttevredenheidsonderzoek onder gemeenten
HVC maakt gebruik van een online klantenpanel om de ervaren kwaliteit van dienstverlening van de afvalinzameling te kunnen volgen. In 2011 werd overall de kwaliteit van dienstverlening als voldoende beoordeeld. De panelleden waren positief over de bedrijfscultuur, maar minder tevreden over de organisatie en structuur van onze inzamelactiviteiten. Per regio zijn er duidelijke verschillen. Vooral de contactpersonen op bestuurlijk niveau zijn tevreden. HVC is in hun ogen een kwaliteitsgerichte organisatie die de gemeenten ondersteunt in het behalen van de klimaatdoelstellingen en die dienstverlening op maat levert.
De contactpersonen op ambtelijk niveau zijn minder tevreden, met name over de structuur, de omgang met klachten en de flexibiliteit in de omgang met meerwerk bij de uitvoering van dienstverleningsovereenkomsten in het kader van het afvalbeheer. Verbeterpunten hebben vooral betrekking op de omgang met klachten van burgers en de flexibiliteit van dienstverlening.
HVC heeft hiervoor een verbeterprogramma uitgewerkt, dat in overleg met de gemeenten wordt uitgevoerd.
Evaluatie waterschappen
De waterschappen die voorheen deelnamen in NV DRSH hebben bij hun toetreding in 2010 besloten
tot een evaluatie van hun deelnemerschap in HVC in 2012. In 2011 heeft een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden, waaruit een positief beeld van het aandeelhouderschap naar voren kwam.
Medewerkers
Medewerkers vormen samen de organisatie. De hiërarchische en functionele afstand tussen top en basis van de personele organisatie wordt zo klein mogelijk gehouden. Onder het hoofdstuk
‘Werkgeverschap’ wordt de relatie met de medewerkers toegelicht
Eindgebruikers van diensten
Klantenservice
De klantenservice is voor burgers het primaire aanspreekpunt en heeft als taak klachten en signalen snel en effectief te registreren en bij de juiste medewerker binnen de organisatie uit te zetten. Er is een klantenservice voor Inzameling en een klantenservice voor Energie. Uitgangspunt is een persoonlijk contact bij de afhandeling van klachten.
Online klantenpanel
Daarnaast bevragen we de eindgebruikers van onze diensten op onderwerpen via een online klantenpanel. Het klantenpanel bestond het grootste deel van 2011 uit inwoners van inzamelgemeenten. Met de komst van particuliere warmteklanten in de loop van 2011, zijn ook zij toegevoegd aan het klantenpanel.
Omgeving
HVC stelt zich ten doel om de eventuele belasting van de leefomgeving door haar activiteiten te minimaliseren. Met vertegenwoordigers van omwonenden vindt periodiek, ten minste jaarlijks, overleg plaats op basis van een open dialoog. Tijdens dit overleg bespreken we de bedrijfsontwikkelingen van HVC en vindt rapportage plaats over emissies. HVC tracht daarbij zo veel mogelijk rekening te houden met behoeften en wensen vanuit de omgeving. Hierdoor is in de loop van de jaren een goede relatie opgebouwd. Resultaten van dit overleg zijn onder meer de invoering van geurloos slibtransport, het realiseren van scherpere dan landelijk vereiste rookgasemissies bij de AEC’s van HVC, alsmede de jaarlijkse uitvoering van biomonitoringprogramma in de omgeving van Alkmaar.
Tijdens de voorbereidingen van de bouw van de afvalcentrale in Alkmaar in 1991 waren de agrariërs in de omgeving zeer bezorgd over de toekomstige invloed van de emissies van de installatie op de kwaliteit van landbouwproducten. Om deze zorgen weg te nemen is HVC in overleg met het toenmalige Landbouwschap gestart met een biomonitoringprogramma. Met dit programma wordt de eventuele invloed van de installatie op landbouwproducten in de omgeving gemeten en kan worden vastgesteld of HVC de kwaliteit van deze producten nadelig beïnvloedt. Producten die worden geteeld op proeflocaties, alsmede koemelk uit de omgeving van de afvalcentrale in Alkmaar worden geanalyseerd en vergeleken met de samenstelling van referentieproducten, het landelijk achtergrondniveau en de warenwetnormen.
De uitvoering van het biomonitoringprogramma is opgedragen aan ingenieursbureau Haskoning te Nijmegen en Plant Research International in Wageningen, een onderzoeksinstelling van Wageningen Universiteit. Vertegenwoordigers van LTO-Noord begeleiden het programma.
Biomonitoring
Vanaf de start van HVC (ruim zeventien jaar geleden) voert HVC een zogenoemd biomonitoringprogramma uit. Ook in 2011 bleek onze uitstoot geen negatieve impact op de landbouwproducten uit de omgeving te hebben.
Begin jaren negentig waren de agrariërs in de omgeving bezorgd over de komst van de afvalenergiecentrale in Alkmaar. Ze waren bang dat de uitstoot invloed zou hebben op de kwaliteit van hun landbouwproducten. Wij namen deze zorgen serieus en startten een vooruitstrevend biomonitoringprogramma voor de producten van de boeren. Daarin worden gladiolen, boerenkool, gras, spinazie en koemelk uit de omgeving van de afvalcentrale in Alkmaar geanalyseerd en vergeleken met referentieproducten. Door het biomonitoringprogramma heeft HVC- naast een vertrouwensband met de omgeving - een unieke set data opgebouwd. Maar bovenal zorgen de gegevens ervoor dat boeren in de omgeving met een gerust hart kan werken. Xxxxxxxx Xxxxxx, deelnemer aan biomonitoring programma: “Die metingen maken duidelijk dat er geen negatieve milieueffecten zijn op de melk. Ik kan dat ook weer aan mijn klanten vertellen en laten zien. Zo is HVC een overbuur geworden waar mijn bedrijf en ikzelf heel goed mee kunnen leven.”
De afvalenergiecentrale Dordrecht is gevestigd in een sterk verstedelijkt gebied met veel verkeer en industrie. Een biomonitoringprogramma in Dordrecht kan daarom naar verwachting een eventuele invloed van de installatie op gewassen in de omgeving niet onderscheiden van andere invloeden in de omgeving. De resultaten van het biomonitoringprogramma in Alkmaar in relatie tot de emissie-eisen van de AEC Dordrecht en SVI geven daartoe ook geen aanleiding.
gegronde klachten van de omgeving BU Productie
16
14
12
10
8
6
4
2
0
2009
2010
Jaar
0000
XXX Xxxxxxx
AEC en SVI Dordrecht
Aantal gegronde klachten
Klachten uit omgeving
In 2010 waren er relatief veel klachten in Dordrecht over de (geluids)overlast die de opstart van de 5e lijn en de SVI (stank) veroorzaakten. Lijn 5 is inmiddels overgenomen van het bouwconsortium en wordt nu onder eigen beheer van HVC geëxploiteerd; er zijn over deze lijn geen klachten meer binnengekomen in 2011. De geleidelijke invoering van het geurloos slibtransport heeft geleid tot een forse afname van het aantal geurklachten.
GEURLOOS SLIB
Overlast van onze productieprocessen willen we tot een minimum beperken. Daarom luisteren we naar klachten uit de omgeving, reageren en lossen ze, daar waar het kan, op. Ook als dat betekent dat het om een investering van onze kant vraagt.
Na klachten over geur van slibtransport in Dordrecht hebben we nieuwe trailers ontwikkeld die geurdicht zijn. Hier zijn we mee begonnen direct na de overname, toen ons duidelijk werd dat er klachten waren. In 2011 hebben we de trailers voor geurloos slibtransport vanaf rwzi Harnaschpolder getest. Deze test verliep positief en in juni is het nieuwe systeem voor geurloos slibtransport officieel gepresenteerd. Het systeem wordt uitgerold naar alle rioolwaterzuiveringen met een opslagsilo. Wij hechten veel waarde aan een goede band met onze omgeving. Dat maakt zo’n investering de moeite waard.
Sponsoring en ondersteuning
HVC kent beperkte sponsoractiviteiten. Deze activiteiten zijn vooral gericht op het verzorgingsgebied van HVC, waarbij een regionale spreiding plaatsvindt. Natuur, milieu, duurzaamheid, educatie en
cultuur zijn daarbij de relevante thema’s. We streven naar sponsorbijdragen voor activiteiten waaraan brede deelname van bewoners uit het verzorgingsgebied mogelijk is.
Het totale sponsorbedrag in 2011 bedraagt EUR 125.000. Het grootste bedrag, EUR 50.000, werd bestemd voor de koepel van NME-centra die samenwerken onder de noemer Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling.
Plastic Soup Foundation
In 2011 hebben we met een actie op ons terrein in Alkmaar bijgedragen aan de Plastic Soup Foundation. Deze organisatie vraagt op een bijzondere manier aandacht voor de hoeveelheid zwerfafval in de zeeën en oceanen. Onder leiding van Xxxxxx Xxxxxxx, die wereldwijd al veel van deze boten heeft gemaakt, hebben kinderen van 8-12 jaar een schip gemaakt van afval uit HVC´s eigen afvaltoevoer.
De Plastic Soup Foundation wil mensen bewust maken van de grote hoeveelheid plastic afval die in onze oceanen en zeeën drijft. Door verwering, zonlicht en golfslag valt dit plastic uit elkaar in kleine stukjes. Hierdoor verandert al ons zeewater in een wereldwijde soep van microplastics, ‘global plastic’ of ‘plastic soup’ genoemd.
Ook komen er toxische stoffen uit de plastics vrij. Allerlei dieren die in of van de zee leven en zelfs het kleine zoöplankton zien plastic afval en microplastics voor voedsel aan, wat veelal dodelijk blijkt te zijn. Hiermee dringt het vaak giftige afval onze voedselketen binnen.
Met het bouwen van de ‘afvalboot’ en de publiciteit die het heeft gegenereerd, dragen we een steentje bij aan bewustwording van dit wereldwijde probleem. Want om deze grootschalige verontreiniging te stoppen, moeten we een halt toe te roepen aan de toenemende verontreiniging van oceanen en zeeën met plastics.
Naast de hiervoor genoemde sponsoring heeft HVC in 2011 ondersteuning gegeven aan Biocomp, een lokaal initiatief om op duurzame wijze biocompost te produceren in de vallei van Kathmandu in Nepal. Dit project richt zich op de hele keten, van inzamelen tot composteren en lokale afzet aan boeren ter vervanging van kunstmest. Deze ecologische benadering voegt waarde toe aan de lokale landbouw. De proef in 2011 heeft aangetoond dat het concept werkt.
Biocomp
Biocomp heeft als doel om op duurzame wijze bio-compost te produceren in de vallei van Kathmandu, Nepal. Daarbij komt de hele keten aan de orde, van inzamelen tot composteren en lokale afzet aan boeren ter vervanging van kunstmest. Deze ecologische benadering voegt waarde toe aan de lokale landbouw. In 2011 is aangetoond dat het concept werkt in een proof of concept met 3 ton input per dag.
Wij hebben voor de proof of concept een financiële bijdrage geleverd van EUR 25.000. Voor de verdere ontwikkeling is EUR 100.000 toegezegd. Hier staat tegenover dat HVC 10% (certificaten van) aandelen krijgt en jaarlijks - bij een positief resultaat - een vergoeding van 8%.
HVC heeft aan deze proef EUR 25.000 bijgedragen. Voor de verdere ontwikkeling is onder voorwaarden maximaal EUR 100.000 toegezegd in de vorm van een participatie van 10 procent (certificaten) die bij positieve resultaten leiden tot een dividend van 8 procent.
6. Educatie en voorlichting
HVC is een open organisatie. Vanaf de oprichting heeft HVC haar deuren opengesteld. Jaarlijks worden zo’n tienduizend scholieren en andere bezoekers ontvangen. Doel daarvan is te komen tot gedeeld begrip van de vraagstukken en oplossingsrichtingen rond grondstoffen en duurzame energie.
Xxxxxx Xxxxxxxx, leerling Driessenschool.“Ik ben met school bij HVC geweest in Alkmaar. Je kon zien hoe het afval verbrand werd. We zagen ook een hele grote grijparm die het vuil oppakt en in de oven gooit. In de klas hadden we al gelezen in Watt ‘n Zooi. Dat ging over verbranden, maar ook over recycling. Want veel spullen kunnen nog een keer worden gebruikt. Ik snap nu waarom het echt belangrijk is om plastic met plastic weg te gooien en tuinafval met tuinafval. Ik denk daar nu beter over na.”
6.
Bezoekers HVC 2011 | |||
Alkmaar | Dordrecht | Totaal | |
Scholieren | |||
aantal scholen | 218 | 47 | 265 |
aantal groepen | 262 | 58 | 320 |
aantal scholieren | 6.550 | 1.430 | 7.980 |
aantal begeleiders | 1.310 | 286 | 1.596 |
Volwassenen | |||
aantal bezoeken | 175 | 8 | 183 |
aantal bezoekers | 3.500 | 160 | 3.660 |
Totaal aantal scholieren + volwassenen | 10.000 | 1.876 | 11.876 |
‘Watt ’n Zooi’
Met het lesprogramma ‘Watt ’n Zooi’Speciaal werkt HVC aan de bewustwording van kinderen op gebied van de thema’s afval, energie en klimaat. Alle leerlingen van groep 8 in het verzorgingsgebied kan gebruikmaken van het lesprogramma, dat bestaat uit een boekje voor leerlingen, een website en een docentenhandleiding. Het lesprogramma wordt afgesloten met een bezoek aan HVC.
‘Watt ’n Zooi’
Speciaal voor alle leerlingen van groep 8 in het verzorgingsgebied is een lesprogramma ontwikkeld dat bestaat uit een boekje voor leerlingen, een website en een docentenhandleiding. Het lesprogramma wordt afgesloten met een bezoek aan HVC. Bij het bezoek krijgen de leerlingen een presentatie en een rondleiding door de afvalenergiecentrale. Zo zien zij wat er gebeurt met al het afval dat zij en hun omgeving produceren.
Daarnaast geven we informatie over recycling en (duurzame) energie en dagen we hen uit met oplossingen en ideeën te komen. Door hen al op jonge leeftijd bewust te maken van de thema’s afval, energie en klimaat, hopen we een vroege omslag in het denken te stimuleren. Bijkomend effect is dat zij door een bezoek aan de centrale in contact komen met de vele beroepen die je kunt uitoefenen binnen zo’n afvalenergiecentrale.
Dagelijks komen deze leerlingen bij ons op bezoek. Scholen uit Noord-Holland en Flevoland komen naar Alkmaar. In totaal komen hier jaarlijks achtduizend leerlingen van zo’n tweehonderdvijftig scholen. Zuid-Hollandse scholen gaan naar Dordrecht. Dit zijn op jaarbasis ongeveer achttienhonderd leerlingen van ruim zestig scholen. Voor de leerlingen uit Flevoland sponsoren we het vervoer naar HVC in Alkmaar. Om hen niet te confronteren met een vervoersprobleem, zetten we bussen in om hen heen en weer te rijden.
Net als de verschuiving van de focus in ons bedrijf, hebben we in 2011 de focus van ons lesmateriaal verschoven van afvalverwerking naar grondstoffen, duurzame energie en energiebesparing. Het lespakket veranderde zodoende van ‘Zooi’ naar ‘Watt ’n Zooi’. Dit vernieuwde lesmateriaal is in schooljaar 2011-2012 in gebruik genomen.
Educatie
Op het vlak van educatie snijdt het mes aan twee kanten. De ontwikkelingen op technisch gebied gaan razendsnel en de beroepsbevolking vergrijst. Slechts 25 procent van de medewerkers van HVC is veertig jaar of jonger. Het is voor HVC belangrijk jonge medewerkers te werven en te ontwikkelen. We werken daarvoor nauw samen met technische opleidingen.
We bieden verschillende leer-werktrajecten en stageplekken aan. Zo bieden we leer-werktrajecten aan voor de functies monteur elektrotechniek, technicus elektrotechniek, monteur werktuigbouw, technicus werktuigbouw en operator. Hierbij gaan praktijk en theorie hand in hand. In 2011 hebben we in Alkmaar de eerste leerlingen van onze eigen opleidingsalliantie ‘Leer werken in de Techniek’ aangenomen. Deze leerlingen zijn na hun stage bij ons bedrijf doorgestroomd naar leer-werkplekken bij de afdeling Procesvoering. In 2011 waren er dertien leer-werkplekken ingevuld binnen het bedrijfsonderdeel Productie. In 2012 willen we de leer-werkplekken binnen Compostering/Vergisting uitbreiden. Daarbij hopen we nieuwe leerlingen aan te kunnen nemen vanuit ons opleidingstraject ‘Leer werken in de Techniek’.
WATT-campagne
Om jongeren te laten zien wat werken in de energiesector inhoudt, werken wij mee aan de Watt- campagne. Met de informatie van xx XXXX-campagne willen we ze motiveren om in deze sector verder te kijken. We hebben hiermee op verschillende studie- en carrièrebeurzen gestaan. In 2012 willen we in dit kader voor leerlingen rondleidingen door onze installaties gaan verzorgen. Ook willen we een actieve bijdrage leveren aan lesmateriaal, bijvoorbeeld door het vergistingsproces uit te leggen. De weg van gft-afval naar groen gas is bij ons immers in de praktijk door leerlingen te volgen.
Ten slotte bieden we stageplekken aan aan leerlingen van verschillende opleidingen. Zo willen we hen interesseren voor het werk dat hier te doen is. We hebben een breed aanbod dat varieert van meeloop- tot afstudeerstages en we hebben in 2011 stagiairs van vmbo- tot hbo-niveau begeleid.
Voor laatstgenoemde groep organiseren we ook snuffelstages om ze kennis te laten maken met de techniek en ze te enthousiasmeren voor een van de mbo-opleidingen in onze sector.
In Alkmaar zijn we een intensieve samenwerking gestart met de studentenvereniging van de opleiding Technische Bedrijfskunde. Wij sponsoren hen via een kleine bijdrage en stellen, waar mogelijk, stageplaatsen beschikbaar. In 2011 hebben twee studenten van InHolland Technische Bedrijfskunde bij ons stage gelopen. Daarnaast hebben twee groepen studenten van de deeltijdopleiding ‘Technische Bedrijfskunde’ het project ‘Strategisch ondernemingsplan’ bij HVC uitgevoerd.
In totaal hebben in 2011 27 leerlingen van de technische mbo-opleidingen bij ons stage gelopen. Op hbo/universitair niveau hebben we vijf stagiairs gehad.
De Duurzaamheidsfabriek
In 2011 is de eerste paal geslagen van de Duurzaamheidsfabriek. Dit is een plek op het Leerpark Dordrecht waar onderwijs, bedrijfsleven en industrie op het gebied van duurzame technieken samenkomen. HVC heeft het concept mede ontwikkeld en is nauw bij de vormgeving betrokken.
De Duurzaamheidsfabriek is letterlijk een fabriek voor duurzaamheid. Met een techniekhal, laboratoria, bedrijfsruimtes en ontmoetingsplekken. Een gebouw waar ondernemers, ‘groene’ investeerders en technisch talent elkaar kunnen ontmoeten. Waar duurzame producten worden ontwikkeld en getest en leerlingen kennismaken met en zich verdiepen in duurzame technieken. Wij vinden dat dit project bij ons past en hebben het daarom omarmd. Het lokale energiebedrijf, dat we samen met de gemeente Dordrecht oprichtten, willen we in de Duurzaamheidsfabriek vestigen.
Medewerkers kunnen zich hier in de praktijk laten bijscholen en aanvullende technologische kennis opdoen. Stichting Urgenda - een aanjager van duurzame initiatieven - heeft dit Leerpark geadopteerd als een icoon voor duurzaamheid en sociale innovatie.
7. Risicobeheer
Directie en raad van commissarissen vinden risicomanagement zo belangrijk dat het interne risico- en controlesysteem een structureel onderdeel wordt van de jaarlijkse planning- en controlcyclus. Voor de implementatie daarvan is medio 2011 een riskmanager aangesteld. In 2011 heeft de riskmanager een plan van aanpak opgesteld dat met de directie en de auditcommissie is besproken. Dit plan beoogt het structureel inventariseren en beoordelen van kansen en risico’s, het organiseren van het risicobeheer, het implementeren van mitigerende beheersmaatregelen en het monitoren van de effectiviteit daarvan.
Binnen HVC richt het risicomanagement zich op vier verschillende werkgebieden: strategische, operationele, financiële verslaggevings- en wet- en regelgevingrisico’s. In 2011 en 2012 richt de aandacht zich op operationele en financiële verslaggevingsrisico’s en de van toepassing zijnde wet- en regelgeving bij de operationele processen en financiële verslaggeving. In dat kader zijn de financiële verslaggevingsrisico’s en de hiermee samenhangende beheersmaatregelen geïnventariseerd en vindt monitoring plaats. Een eerste structurele inventarisatie van operationele risico’s en vervolgstappen zijn gepland voor 2012.
Het risicobeheer- en controlesysteem beoogt primair de beheersing van het risico dat de meest relevante bedrijfsdoelstellingen niet worden gerealiseerd. Specifieke informatie over belangrijke aspecten van risicobeheer worden vermeld in het hoofdstuk ‘Corporate governance’. Hier herhalen we dat het een vanzelfsprekend uitgangspunt is om risico’s zo veel mogelijk te beperken, maar dat het niet mogelijk is risico’s volledig en te allen tijde uit te sluiten. Geen enkel systeem of werkwijze biedt immers zo’n mogelijkheid.
Dit hoofdstuk beschrijft de voor HVC meest relevante risico’s en de wijze waarop deze worden beheerst.
In het kader van een risico-inventarisatie en -evaluatie kunnen de bedrijfsrisico’s die rond het beheer van HVC kunnen worden onderkend, worden onderscheiden in procesrisico’s, besturingsrisico’s, financiële risico’s en omgevingsrisico’s.
Procesrisico’s
Het belangrijkste aspect van procesrisico’s is het functioneren van het primaire proces. Voor een kapitaalintensief bedrijf als HVC zijn de beschikbaarheid en kwaliteit van de afvalenergiecentrales, de bio-energiecentrales, de slibverbrandingsinstallatie en de overige installaties van groot belang. In 2011 heeft een assessment van businessrisico´s plaatsgevonden.
HVC beschikt over verschillende instrumenten om procesrisico’s te beheersen. Dit zijn ketenbeheer, kennismanagement, KAM-systemen, personeelsbeleid (integriteit, betrokkenheid, kwaliteit en kwantiteit) en ICT (beveiliging, continuïteit, systeemintegriteit). Gelet op de relatief hoge beschikbaarheid van de installaties, de goede onderhoudsstaat waarin de installaties zich bevinden, de stand der techniek waaraan de installaties voldoen en de kwaliteit van het personeel kunnen de procesrisico’s als laag worden beoordeeld. De installaties van de het bedrijfsonderdeel Energie zijn ISO 9001- (kwaliteit) en ISO 14001-gecertificeerd (milieu). De inzamelactiviteiten binnen het bedrijfsonderdeel Grondstoffen zijn ISO 9001-gecertificeerd.
Brand
Om het risico van brand te beheersen, zijn de bunkers van de afvalenergiecentrales uitgerust met infraroodapparatuur waarmee tijdig temperatuursverhogingen, bijvoorbeeld ten gevolge van broei, in het afval kunnen worden waargenomen. In combinatie met de aanwezige brandblusmiddelen leiden deze maatregelen ertoe dat risico’s van bunkerbrand worden geminimaliseerd.
Ongeplande stilstand
Om het risico van ongeplande stilstand te beheersen, besteedt HVC veel aandacht aan intensief en gestructureerd onderhoud en houden we kritieke installatiedelen op voorraad. De hiermee samenhangende hoge kosten wegen we af tegen de kosten van ongeplande stilstand, c.q. onbenutte capaciteit. Bedrijfsschade ten gevolge van langdurige ongeplande stilstand zoals inkomstenderving is verzekerd.
Om bedrijfsschade bij stilstand op korte termijn te voorkomen, heeft de afvalbunker buffercapaciteit. Daarnaast beschikt HVC over zogenoemde flexcontracten met aanbieders van bedrijfsafval waarmee
een zekere mate van flexibiliteit in aanvoer en verwerking wordt geborgd. Voor ongeplande stilstand bij de verwerking van slib treedt een continuïteitsplan in werking.
Besturingsrisico’s
De organisatiestructuur en de daaraan verbonden taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, de wijze van planning & control, alsmede de cultuur en de leiderschapsstijl zijn zogenoemde
besturingsrisico’s.
De regels voor corporate governance beogen de risico’s met betrekking tot de besturing van de onderneming zo veel mogelijk te beperken. De administratieve organisatie voldoet aan de daaraan te stellen eisen en wordt periodiek geëvalueerd door de externe accountant en de raad van commissarissen. De raad van commissarissen houdt toezicht op de directievoering door de algemeen directeur. Elders in dit verslag lichten wij de wijziging van de personele organisatiestructuur toe.
Financiële risico’s
Nadere informatie over financiële risico’s treft u aan in de jaarrekening.
Omgevingsrisico’s
Omgevingsrisico’s kunnen worden onderscheiden in maatschappelijke en politiek-bestuurlijke risico’s. De belangrijkste maatschappelijke risico’s zijn de concurrentiepositie van HVC, de wijze waarop de deelnemende gemeenten HVC percipiëren en (inter)nationale ontwikkelingen met betrekking tot de afval- en energiemarkt.
De kostprijs van de afvalenergiecentrales bepaalt in hoge mate de concurrentiepositie van HVC op de bedrijfsafvalmarkt. De hoge beschikbaarheid en een gunstige financieringsstructuur hebben geleid tot een relatief lage kostprijs. Daardoor konden langjarige overeenkomsten worden aangegaan voor het aanbieden van voor verbranding in aanmerking komende afvalstoffen. De economische crisis en de recente uitbreiding van verbrandingscapaciteit hebben echter geleid tot een daling van de hoeveelheid bedrijfsafval aan afvalverbrandingsinstallaties en tot prijsdruk. Samen met de hier mede mee samenhangende lagere opbrengsten uit energielevering, leidt de huidige situatie tot een potentieel bedrijfsrisico voor bedrijven binnen de afvalverbrandingsector.
De kwetsbaarheid van een individueel bedrijf is onder meer afhankelijk van zijn kostprijs, kwaliteit en diversiteit van contracten, financiële buffers en logistieke situatie. Over het algemeen kan worden gesteld dat HVC ten aanzien van al deze aspecten een voldoende sterke positie inneemt. Tot op heden zijn de effecten voor HVC te overzien. De verwachting rond de economische ontwikkeling voor de komende jaren is echter niet positief. Meer dan slechts een minimale groei wordt niet voorspeld.
HVC bereidt zich hierop voor door een belangrijke verlaging van het kostenniveau door te voeren.
Een mogelijke maatschappelijke ontwikkeling met bedrijfseconomische gevolgen betreft het ontstaan van nieuwe verwerkingsmogelijkheden met een lagere tariefstructuur of een hoger milieurendement. De proef ‘Droog en herbruikbaar’ van HVC is een voorbeeld van de wijze waarop HVC actief deze ontwikkeling stimuleert. De bedrijfseconomische gevolgen komen voort uit een lagere bezettingsgraad van de AEC’s. Dit risico kan worden gemitigeerd door het sluiten van de verbrandingslijnen 1 en 4 in Dordrecht zodra deze zijn afgeschreven, door het aantrekken van nieuwe toetreders of door import van afval, al zal dit laatste naar verwachting slechts een tijdelijke oplossing zijn.
Gelet op de tariefstructuur van de verwerkingsinstallaties en de looptijd van de contracten, kan het uit technologische innovatie voortvloeiende acute risico voor de bedrijfsvoering als laag worden beoordeeld.
Een politiek-bestuurlijk risico vormt de wijze waarop op centraal overheidsniveau (Den Haag, Brussel) wordt omgegaan met dossiers als ‘Markt en Overheid’. Duidelijk is dat kruissubsidiëring van activiteiten die concurreren met de markt niet is toegestaan. Gelet op de tariefstructuur van HVC is dit niet het geval. De politieke opvattingen over marktwerking kunnen wisselen per kabinetsperiode. Door participatie in belangengroepen en overleg met de overheid tracht HVC dit risico te verlagen. Een ander politiek-bestuurlijk risico is de benadering van het afvalbeheer in termen van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Naar verwachting blijven gemeenten verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking van het door de burger aangeboden afval en doet het beleid met betrekking tot producentenverantwoordelijkheid hieraan niets af. Een eventuele aanscherping van emissie-eisen vormt voor HVC een laag risico, aangezien de installaties van HVC voldoen aan de stand der techniek zoals vereist in het kader van Europese regelgeving.
De ontwikkeling van activiteiten op gebied van duurzame energie lijkt vooralsnog afhankelijk van energiesubsidies. Uit ervaring is gebleken dat het subsidiebeleid in korte tijd fors kan wijzigen. Dit risico wordt beperkt door projecten die afhankelijk zijn van subsidies niet te starten voordat de subsidie daadwerkelijk aan het project is toegekend. Het risico blijft dan beperkt tot de met het project samenhangende voorbereidingskosten.
(*) | |||||||||||
eenheid | 2011 | 2010 | 2009 | 2008 | 2007 | 2006 | 2005 | 2004 | 2003 | 2002 | |
Markt | |||||||||||
Aantal aandeelhoudende gemeenten | 52 | 52 | 55 | 55 | 55 | 54 | 39 | 39 | 39 | 39 | |
Aantal aandeelhoudende waterschappen | 0 | 0 | - | - | - | - | - | - | - | - | |
Xxxxxxx landelijk HVC in aantal gemeenten (en inwonertal) | 12,5%/12% | 12%/11% | 13%/11% | 12%/11% | 12%/11% | 12%/11% | 9%/8% | 9%/8% | 9%/8% | 9%/8% | |
Aandeel landelijk HVC in aantal waterschappen (en stedelijk afvalwater) | 24%/24% | 20%/22% | - | - | - | - | - | - | - | - | |
Productie | |||||||||||
Inzameling HVC | |||||||||||
Aantal woonhuisaansluitingen | 479.711 | 479.711 | 247.846 | 240.898 | 237.125 | 137.596 | 136.922 | 135.683 | 52.532 | 51.667 | |
Dekkingsgraad inzameling/verwerking in tonnage (i) | 56% | 56% | 31% | 27% | 29% | 17% | 10% | 6% | 1% | 0% | |
Aanvoer afval (incl. inzameling HVC) | |||||||||||
Verbrandbaar huishoudelijk afval | kton | 467 | 471 | 466 | 481 | 474 | 466 | 340 | 344 | 332 | 332 |
Verbrandbaar bedrijfsafval | kton | 000 | 000 | 000 | 377 | 405 | 396 | 332 | 183 | 135 | 136 |
Composteerbaar afval | kton | 145 | 142 | 142 | 159 | 166 | 183 | 125 | 135 | 90 | 94 |
Xxxx huishoudelijk afval | kton | 47 | 61 | 61 | 67 | 69 | 69 | 44 | 45 | 46 | 42 |
Niet brandbaar afval (incl. wit- en bruingoed) | kton | 17 | 12 | 13 | 25 | 30 | 22 | 30 | 28 | 24 | 22 |
Totaal | kton | 1.098 | 1.108 | 1.090 | 1.109 | 1.144 | 1.135 | 871 | 735 | 627 | 626 |
Rioolwaterzuiveringsslib aandeelhouders | 302 | 000 | - | - | - | - | - | - | - | - | |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx derden | 49 | 49 | - | - | - | - | - | - | - | - | |
Totaal | 000 | 000 | - | - | - | - | - | - | - | - | |
Xxxxxxxxxx afval | |||||||||||
HVC Afvalcentrales (verbranding) | kton | 896 | 885 | 870 | 864 | 877 | 858 | 670 | 525 | 464 | 465 |
HVC Compostering | kton | 137 | 129 | 127 | 127 | 135 | 133 | 125 | 135 | 70 | 70 |
Recycling via Sortiva (50% deelneming) | kton | 40 | 58 | 42 | 67 | 69 | 69 | 44 | 45 | 46 | 42 |
Verwerking elders | kton | 25 | 36 | 51 | 51 | 63 | 75 | 32 | 30 | 47 | 49 |
Totaal | kton | 1.098 | 1.108 | 1.090 | 1.109 | 1.144 | 1.135 | 871 | 735 | 627 | 626 |
Slibverwerkingsinstallatie | kton | 000 | 000 | - | - | - | - | - | - | - | - |
Xxxxxxxxxxxxx en reststoffen | |||||||||||
Gecertificeerd slak | kton | 231 | 200 | 221 | 202 | 203 | 215 | 167 | 118 | 129 | 122 |
Ferro en non-ferro metalen | kton | 20 | 22 | 23 | 23 | 18 | 21 | 16 | 12 | 11 | 12 |
Compost | kton | 37 | 33 | 47 | 48 | 46 | 52 | 51 | 55 | 37 | 39 |
Bedas | kton | 4 | 5 | 2 | 5 | ||||||
Vliegas, zouten en filterkoek | kton | 46 | 48 | 23 | 24 | 21 | 20 | 16 | 12 | 11 | 11 |
In % van verwerkt verbrandbaar afval | kton | 5% | 5% | 3% | 3% | 2% | 2% | 2% | 2% | 2% | 2% |
As uit slib | kton | 22 | 00 | - | - | - | - | - | - | - | - |
Xx % van verwerkt slib | kton | 6% | 0 | - | - | - | - | - | - | - | - |
Energie | |||||||||||
Geproduceerde electriciteit | GWh | 860 | 766 | 696 | 770 | 554 | 556 | 484 | 329 | 310 | 227 |
Geproduceerde warmte | TJ | 118 | 65 | 43 | 43 | 34 | 31 | 5 | - | - | - |
Gasverbruik | mio Nm3 | 8.301 | 7.765 | 8.760 | 9.106 | 12.269 | 9.580 | - | - | - | - |
Bijdrage duurzame energie uitgedrukt in vermeden primaire energie (ii) | TJ | 3.689 | 4.089 | 3.660 | 3.323 | 1.593 | 1.611 | 1.480 | 957 | 898 | 898 |
Bijdrage duurzame energie uitgedrukt in vermeden gasverbruik (iii) | mio Nm3 | 105 | 116 | 104 | 94 | 45 | 46 | 42 | 27 | 26 | 26 |
Vermeden CO2-emissie (iv) | kton | 298 | 249 | 223 | 219 | 115 | 117 | 99 | 63 | 59 | 43 |
Verhandelbare emissierechten (Nox) | kton | 0,0 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,2 | 0,2 | 0,1 | - | - | - |
Netto energetisch rendement Afvalcentrale te Alkmaar/Dordrecht/Bio- energiecentrale | 25%/21%/31% | 21%/12%/29% | 18%/9%/29% | 21%/8%/29% | 22% / 9% | 21% / 8% | 21% | 19% | |||
Totaal netto energetisch rendement (v) | 25% | 21% | 18% | 20% | 19% | 18% | 21% | 19% | |||
Financieel | |||||||||||
Winst en -verliesrekening | |||||||||||
Bedrijfsopbrengsten | € mio | 281 | 256 | 256 | 208 | 175 | 155 | 113 | 99 | 78 | 73 |
Ebitda | € mio | 99 | 88 | 88 | 78 | 65 | 61 | 59 | 37 | 32 | 32 |
Resultaat na belasting | € mio | 11- | 9 | 2 | 12 | 8 | 13 | 14 | 5 | 5 | 1 |
Garantstellingsprovisie en dividend | € mio | 7 | 7 | 5 | 4 | 5 | 5 | 5 | - | - | - |
Garantstellingsprovisie en dividend per aandeel | € | 2.077 | 2.095 | 1.996 | 1.650 | 1.798 | 2.021 | 2.125 | - | - | - |
Balans | |||||||||||
Eigen vermogen | € mio | 88 | 99 | 99 | 103 | 91 | 85 | 76 | 62 | 61 | 57 |
Gegarandeerde leningen | € mio | 672 | 686 | 615 | 530 | 438 | 464 | 471 | 462 | 395 | 359 |
Geïnvesteerd vermogen (vi) | € mio | 984 | 939 | 829 | 747 | 670 | 501 | 582 | 524 | 448 | 406 |
Eigen vermogen per aandeel | € | 26.493 | 31.062 | 31.062 | 38.708 | 34.390 | 32.957 | 29.305 | 30.388 | 29.903 | 27.842 |
Gegarandeerde leningen per aandeel | € | 202.818 | 215.538 | 199.611 | 199.611 | 165.043 | 179.818 | 182.839 | 225.522 | 192.554 | 175.200 |
Ratio's | |||||||||||
Solvabiliteit (vii) | 9% | 11% | 12% | 14% | 14% | 17% | 13% | 12% | 14% | 14% | |
Interest coverage ratio (viii) | 0,8 | 1,3 | 1,1 | 1,5 | 1,4 | 1,0 | 1,2 | 1,1 | 1,0 | 1,0 | |
Rentabiliteit eigen vermogen (ix) | -13% | 9% | 9% | 15% | 13% | 17% | 24% | 12% | 7% | 1% | |
Rentabiliteit geïnvesteerd vermogen (x) | 3% | 5% | 5% | 6% | 6% | 6% | 5% | 5% | 6% | 7% | |
Personeel | |||||||||||
Aantal medewerkers absoluut | 1.012 | 1.019 | 735 | 715 | 697 | 521 | 349 | 355 | 218 | 202 | |
Aantal medewerkers effectief (fte) | 959 | 963 | 698 | 674 | 665 | 495 | 335 | 341 | 211 | 188 | |
Xxxxxxxxxx leeftijd (xi) | 45,7 | 45,7 | 45,5 | 45,0 | 44,6 | ||||||
Percentage vrouwelijke medewerkers | 17% | 16% | 17% | 18% | 17% | ||||||
Ziekteverzuim | 6,33% | 6,94% | 5,50% | 5,88% | 4,80% | 3,70% | |||||
(*) Voor de vergelijkbaarheid zijn de cijfers 2009 aangepast voor de in toegepste stelselwijziging | |||||||||||
(i) het tonnage gemeentelijk afval dat door HVC wordt ingezameld t.o.v. het totale tonnage dat HVC voor aandeelhouders verwerkt, (ii) de met het saldo van de netto energieproductie en gas/dieselverbruik bespaarde energie uit fossiele brandstoffen, (iii) idem, waarbij bespaarde energie is uitgedrukt in vermeden gasverbruik, (iv) idem, waarbij de bespaarde energie is uitgedrukt in vermeden CO2-uitstoot, (v) geleverde energie / energetische waarde van het afval, (vi) eigen vermogen en externe financiering - liquide middelen, (vii) eigen vermogen/geïnvesteerd vermogen, (viii) resultaat voor rentekosten en belasting / rentekosten, (ix) resultaat voor belasting / eigen vermogen, (x) resultaat voor rentekosten en belasting / geïnvesteerd vermogen | |||||||||||
De gegevens van (ii) t/m (iv) zijn berekend conform het door Senternovem opgestelde Protocol Monitoring Duurzame Energie, dat de basis vormt bij de monitoring van de Nederlandse duurzame energie ontwikkelingen. |
Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december 2011
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2011 Geconsolideerd overzicht van kasstromen over 2011
Toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening 2011
Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Vennootschappelijke balans per 31 december 2011 Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2011
Toelichting op de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening 2011
Overige gegevens
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
Geconsolideerde balans per 31 december 2011
(vóór verwerking van het voorstel tot resultaatbestemming)
ACTIVA (in € 1.000) | noot | 31-12-2011 | 31-12-2010 | ||
Vaste activa | |||||
Immateriële vaste activa | 1 | ||||
Kosten van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom | 91 | 120 | |||
Goodwill | 26.916 | 28.756 | |||
Materiële vaste activa | 2 | ||||
Gebouwen en terreinen | 168.270 | 176.881 | |||
Machines en installaties | 604.920 | 440.974 | |||
Andere vaste bedrijfsmiddelen | 111.832 | 109.648 | |||
Activa in ontwikkeling | 41.361 | 189.283 | |||
926.383 | 916.786 | ||||
Financiële vaste activa | 3 | ||||
Andere deelnemingen | 50.964 | 33.747 | |||
Vorderingen op deelnemingen en participanten | 8.067 | 1.191 | |||
Latente belastingvordering | 2.067 | 6.225 | |||
Overige vorderingen | 8.858 | 9.216 | |||
69.956 | 50.379 | ||||
Vlottende activa | |||||
Voorraden | 4 | 2.599 | 1.897 | ||
Vorderingen en overlopende activa | 5 | 37.225 | 30.459 | ||
Liquide middelen | 6 | 19.074 | 33.541 | ||
Totaal | 1.082.245 | 1.061.938 |
PASSIVA (in € 1.000) | noot | 31-12-2011 | 31-12-2010 | ||
Groepsvermogen | 7 | ||||
Aandeel vennootschap in groepsvermogen | 87.719 | 98.935 | |||
Aandeel derden in groepsvermogen | 285- | 66- | |||
Voorzieningen | 8 | ||||
Latente belastingverplichtingen | 18.488 | 22.905 | |||
Voorziening personeelsbeloningen | 2.455 | 2.577 | |||
Overige voorzieningen | 624 | 517 | |||
21.567 | 25.999 | ||||
Langlopende schulden | 9 | ||||
Schulden aan kredietinstellingen | 821.825 | 781.951 | |||
Overige schulden | 572 | 755 | |||
822.397 | 782.706 | ||||
Kortlopende schulden | 10 | ||||
Schulden aan kredietinstellingen | 93.233 | 91.246 | |||
Overige schulden en overlopende passiva | 57.612 | 63.118 | |||
150.845 | 154.364 | ||||
Totaal | 1.082.244 | 1.061.938 |