PLEZIERVAART
PLEZIERVAART
ALGEMENE VOORWAARDEN
INHOUD
De polis Pleziervaart bestaat uit de Algemene Voorwaarden en de Bijzondere Voorwaarden, die primeren op de Algemene Voorwaarden in de mate dat ze ermee strijdig zijn. De Bijzondere Voorwaarden duiden aan welke uitgave van de Algemene Voorwaarden van toepassing is.
ALGEMEEN DEEL P. 3
Artikel 1 - Definities
Artikel 2 - Geldigheid van de waarborgen: voorwaarden, geldigheidsgebied, geldigheidsduur
Artikel 3 - Wat is niet verzekerd? Artikel 4 - Aanvang van de polis Artikel 5 - Duur van de polis Artikel 6 - Premiebetaling Artikel 7 - Einde van de polis
Artikel 8 - Wat te doen in geval van schade? Artikel 9 - Medeverzekering en leiding Artikel 10 - Woonstkeuze van de partijen Artikel 11 - Mededelingen
Artikel 12 - Geschillen: rechtsmacht en toepasselijk recht
BIJZONDER DEEL - WAARBORGEN
1. CASCO EN BIJKOMENDE WAARBORGEN P. 7
CASCO P. 7
Artikel 13 - De waarborg Casco Artikel 14 - Verzekerde som
Artikel 15 - Tegen welke gevaren is het casco verzekerd? Artikel 16 - Schaderegeling
BIJKOMENDE WAARBORGEN AAN HET
XXXXX X. 0
Xxxxxxx 00 - Xx xxxxxxxx Hulp- en bergloon Artikel 18 - De waarborg Lichtingskosten Artikel 19 - De waarborg Depannagekosten Artikel 20 - Onderzoek en begroting
Artikel 21 - Verzekerde sommen
2. BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN BIJKOMENDE WAARBORG P. 9
BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID P. 9
Artikel 22 - De waarborg Burgerrechtelijke Aansprakelijk- heid
Artikel 23 - Verzekerde som Artikel 24 - Schaderegeling
BIJKOMENDE WAARBORG AAN DE BURGER- RECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID P. 10
Artikel 25 - De waarborg Borgstelling Artikel 26 - Verzekerde som
3. DE WAARBORG OPVARENDEN P. 11
Artikel 27 - Definities
Artikel 28 - Het voorwerp van de verzekering Artikel 29 - Omvang van de waarborg
Artikel 30 - Waar en wanneer is de waarborg verworven? Artikel 31 - De schaderegeling
0096-0069V0000.02-01052007
2
ARTIKEL 1: DEFINITIES
Verzekeringnemer
ALGEMEEN DEEL
ARTIKEL 2: GELDIGHEID VAN DE WAARBORGEN: VOORWAARDEN, GELDIGHEIDSGEBIED, GELDIG- HEIDSDUUR
Hij die deze polis met de verzekeraar afsluit, onverschillig of
hij tevens eigenaar is of optreedt in naam van of ten behoeve van de eigenaar.
Verzekeraar
De maatschappij die deze polis met de verzekeringnemer afsluit, of, in geval van medeverzekering, de maatschappijen die haar afsluiten.
Verzekerden
De eigenaar van het vaartuig, al dan niet tevens verzeke- ringnemer, de mede-eigenaar, de gebruikers te goeder trouw door de eigenaar gemachtigd tot het verrichten van handelingen in dienst van het vaartuig.
Worden niet als verzekerden beschouwd tussen de perso- nen, gemachtigd tot het verrichten van handelingen in dienst van het vaartuig: personen in dienst van havenautoriteiten, jachthavenpersoneel, personeel van nautische verenigingen, scheepsbouw- en scheepsherstellingswerven, scheepsver- kopers en -makelaars.
Vaartuig
Dit omvat:
1 Het casco: de romp van het vaartuig, inclusief vaste kiel en ballast, respectievelijk mid- en zijzwaarden.
2 De tuigage en de voortstuwingsinstallatie: alle aan- en toebehoren van het vaartuig, die normaliter tezamen daarbij zouden horen bij overdracht van eigendom; de voortstuwingsinstallatie omvat: koppeling, schroef, schroefas, schroefkoker en alle bij de voortstuwingsinstal- latie horende instrumenten.
3 De inventaris: de voor het verblijf van de opvarenden bestemde accommodatie, inclusief de huishoudelijke inboedel, die normaliter tezamen bij het vaartuig zouden horen bij overdracht van eigendom.
4 De volgsloep: de bij het vaartuig horende en met zijn naam gemerkte bijboot, bestemd om blijvend met het vaartuig te worden gebruikt, ook al behoort zij tot de inventaris ervan.
Mits zulks in de Bijzondere Voorwaarden wordt bepaald, kan dit gezamenlijk met het casco omvatten:
1 De inboedel: de aan de opvarenden persoonlijk toebeho- rende bezittingen. Zijn echter nooit verzekerd: proviand, geld, geldwaardig papier, kostbaarheden, bont, audio- en/of visueel apparatuur, gsm’s, pc’s, brillen, contactlenzen, prothesen, horloges, duikerpakken en -toestellen, vissers- tuig, zelfs wanneer deze tot de inventaris behoren.
0096-0069V0000.02-01052007
2 De boottrailer waarmee het vaartuig op de wal wordt ge- haald, te water wordt gelaten, naar en van zijn nacht- of winterberging wordt getrokken of waarmee het over de weg wordt vervoerd.
1. Voorwaarden
De waarborgen zijn slechts verworven mits naleving van on- derstaande voorwaarden. Niet-naleving van de voorwaarden sub 1, a (gebruik van het vaartuig) is een geval van niet-verze- kering met betrekking tot alle waarborgen, ongeacht of er enig verband bestaat tussen de wanprestatie en het schadegeval. Niet-naleving van de overige voorwaarden echter, brengt het verval van recht op de verzekeringsprestatie met zich mee, doch enkel in de mate waarin de verzekeraar het causaal ver- band tussen de wanprestatie en het schadegeval aantoont.
a) Gebruik van het vaartuig
1 Het vaartuig mag uitsluitend worden gebruikt in de sfeer van het privéleven, exclusief het verhuren, het charteren of het aan boord nemen van passagiers op commerciële basis;
2 Het vaartuig mag niet gebruikt worden voor smokkel, verboden handel of sluikhandel.
b)Bekwaamheidsgetuigschriften en wettelijke verplich- tingen
De waarborgen zijn slechts verworven voor zover de per- soon, gelast met de navigatie, houder is van de nodige en geldige bekwaamheidsgetuigschriften en voor zover verder voldaan is aan alle verplichtingen vereist door de wet en/of alle andere openbare reglementen.
c) Aantal opvarenden
Tezelfdertijd mogen zich niet méér opvarenden aan boord bevinden dan er, hetzij door de bouwers, hetzij door de toepasselijke wetten en/of administratieve reglementen, respectievelijk vaar- en wedstrijdreglementen, toegelaten zijn.
d)Reddingsmiddelen, navigatieapparatuur, -lichten en
-vlaggen
Aan boord van het vaartuig moeten zich alle door de toepasselijke wetten en/of reglementen voorgeschreven reddingsmiddelen, navigatieapparatuur, -lichten en -vlag- gen bevinden die vóór het uitvaren behoorlijk naar werking en deugdelijkheid zijn gecontroleerd.
e) Navigatiezones, -periodes en -toelatingen
Alle wettelijke en administratieve voorschriften in verband met de navigatie moeten worden nageleefd.
2. Geldigheidsgebied van de waarborgen
a) Vaartgrenzen
De verstrekte waarborgen gelden uitsluitend binnen de hierna omschreven vaartgrenzen en dit volgens de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde formules:
Formule I: Alle voor de pleziervaart toegankelijke bin- nenwateren van de Benelux, alsook het varen onder de kust.
3
Formule II: Binnen de hierna vermelde grenzen: 65° NB en 34° NB en 30° OL en 15° WL, doch met uitsluiting van de binnenwateren van, respectievelijk het varen onder de kusten van Estland, Letland, Litouwen, Xxxxx, Xxxxxxx, Turkije, Egypte, Bulgarije, Libië, Algerije en Marokko.
Voor de open jachten zonder dagaccommodatie en rubberboten is - zonder afbreuk te doen aan de hier- boven vermelde uitsluitingen - de vaart beperkt tot alle voor de pleziervaart toegankelijke binnenwateren en de vaart onder de kust (max. 5 zeemijl uit de kust).
b)Vervoer over de weg
De verstrekte waarborgen gelden uitsluitend binnen de hierna omschreven grenzen en dit volgens de in de Bij- zondere Voorwaarden vermelde formules:
Formule I: Benelux
Formule II: Binnen Europa met uitsluiting van Albanië, Bulgarije, Tsjechië, Slowakije, Polen, Roemenië, Est- land, Letland, Litouwen en het GOS.
3. Geldigheidsduur van de waarborgen
a) Varen en stilliggen op het water
De waarborgen zijn verworven tijdens het varen, het voor anker of gemeerd liggen, tijdens het verlenen van hulp en bijstand aan vaartuigen of personen in nood.
De waarborgen zijn verworven tijdens het op de wal halen en de tewaterlating, tijdens het ontmantelen en optuigen.
b)Nacht- en winterberging
De waarborgen zijn verworven tijdens het liggen op de wal of op hellingen en in de gebruikelijke en geschikte bergplaatsen.
c) Vervoer over de weg
De waarborgen zijn verworven tijdens het vervoer over de weg van en naar de bergplaats en de vaarplaats.
De risico’s beginnen op het ogenblik dat het vaartuig wordt opgenomen om op het voor vervoer bestemde rijtuig of op de voor het vervoer bestemde boottrailer te worden geplaatst en lopen door tijdens de normale duurtijd van het vervoer om te eindigen bij lossing op de vaarplaats.
Tenzij anders in de Bijzondere Voorwaarden is bepaald, mag het vervoer uitsluitend geschieden door een aan de verzekerde toebehorend of in huur genomen motorrijtuig, respectievelijk boottrailer.
d)Beperkingen van de geldigheidsduur van xx xxxxxxxxxx:
(1) Inbeslagneming
De waarborgen zijn niet verworven tijdens inbeslag- neming: dit zijn schade en verliezen ontstaan in de tijdspanne waarin het vaartuig, om welke reden dan ook, op last van enige overheid of instantie in beslag genomen, opgeëist of gebruikt is.
(2) Tenzij anders in de Bijzondere Voorwaarden is be- paald, zijn uit de waarborg gesloten de schade en het verlies veroorzaakt tijdens:
1. het vissen met sleepnetten;
2. deelneming aan professionele zeilwedstrijden en de voorbereidende vaart en testen daartoe;
4 3. deelneming aan motorbootwedstrijden.
ARTIKEL 3: WAT IS NIET VERZEKERD?
1. Uitgesloten risico’s
Uit de waarborgen zijn gesloten de schade en verlies veroorzaakt door:
a) Kernenergie: dit zijn risico’s van atoom- of kernsplitsing en/of -fusie en/of ioniserende straling en/of van enig ander soortgelijke reactie of radioactieve kracht of stof;
b) Onzeewaardigheid inclusief het feit dat het jacht niet in overeenstemming is met de geldende veiligheids- voorschriften;
c) Opzet en grove schuld van de verzekerde.
Worden als grove schuld gekwalificeerd: het gebruik van het vaartuig in staat van dronkenschap, alcoholin- toxicatie of een gelijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van andere middelen dan alcoholische dranken.
2. Verzekerbare risico’s
Tenzij anders in de Bijzondere Voorwaarden is bepaald, zijn uit de waarborg gesloten de schade en het verlies veroorzaakt door:
a) Molestrisico’s: dit zijn
(1) oorlog, verklaard of niet, vijandelijkheden, ver- geldingsmaatregelen, aanhouding op last van hogerhand, neming en molest door welke regering ook, vriend of vijand, al dan niet erkend, en over het algemeen alle oorlogsongevallen en -gevaren, inclusief burgeroorlog, omwenteling, muiterij, opstand of daaruit ontstane burgerlijke onlusten; bovendien mijnen, torpedo’s, bommen of ander oorlogstuig, zelfs zonder dat een oorlogsfeit zich voordoet;
(2) stakers, opruiers of personen die deelnemen aan een oploop, een lock-out of aan onlusten veroor- zaakt door arbeidsgeschillen;
(3) iedere terrorist of iedere andere persoon die handelt uit politieke, sociale, ideologische of religieuze overwegingen;
(4) zeeroverij.
b) Waterski
ARTIKEL 4: AANVANG VAN DE POLIS
De dekking wordt verleend vanaf de datum aangeduid in de Bijzondere Voorwaarden en ten vroegste nadat de eerste premie is betaald.
ARTIKEL 5: DUUR VAN DE POLIS
0096-0069V0000.02-01052007
De duur van de polis wordt bepaald in de Bijzondere Voor- waarden. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de polis stilzwijgend voor een zelfde periode vernieuwd, tenzij zij door een van de partijen werd opgezegd bij aangetekend schrijven, ten minste 3 maanden vóór het verstrijken van de lopende periode.
ARTIKEL 6: PREMIEBETALING
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, is een jaarpremie, ook bij gesplitste premiebetaling toegestaan in de Bijzondere Voorwaarden.
De premie moet op de vervaldagen vooruitbetaald worden op verzoek van de verzekeraar of van de verzekeringsbe- middelaar die op dat ogenblik door de verzekeraar daartoe gemandateerd is.
De verzekeraar kan bij niet-betaling van de premie op de ver- valdag de verzekeringnemer in gebreke stellen en als sanctie de dekking van de polis schorsen of de polis opzeggen.
Vanaf deze ingebrekestelling moet de premie rechtstreeks en uitsluitend aan de verzekeraar betaald worden. Bij niet-beta- ling binnen een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de ingebrekestelling, is de dekking geschorst en zijn nieuwe schadegevallen niet meer verzekerd.
Wanneer er geen andere achterstallige premies zijn voor deze polis, gaat de dekking terug in de dag nadat de verzekeraar de premie - eventueel verhoogd met interesten - ontvangen heeft.
Tijdens de schorsingsperiode heeft de verzekeraar het recht om deze polis op te zeggen.
ARTIKEL 7: EINDE VAN DE POLIS
1. Opzegging van het contract door de verzekeringnemer:
− Tegen het einde van de verzekeringsperiode, mits inachtneming van een periode van 3 maanden vóór het verstrijken van de lopende periode;
− Bij iedere aangifte van een schadegeval, maar ten laatste 30 dagen na de betaling of de weigering tot tussenkomst door de verzekeraar, kan de polis worden opgezegd, mits inachtneming van een opzeggingster- mijn van 1 maand.
2. Opzegging door de verzekeraar:
− Tegen het einde van de verzekeringsperiode, mits inachtneming van een periode van 3 maanden vóór het verstrijken van de lopende periode;
0096-0069V0000.02-01052007
− In geval van opzettelijke/onopzettelijke verzwijging of onjuiste mededeling van gegevens betreffende het risico bij de aanvang of in de loop van het contract. Bij het opzettelijk verzwijgen is het contract nietig. De vervallen premies komen de verzekeraar toe. Bij het onopzettelijk verzwijgen stelt de verzekeraar voor de overeenkomst te wijzigen vanaf de dag dat de verze- keraar op de hoogte kon zijn van de verzwijging of de onjuiste mededeling. Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel dit laatste niet aanvaard wordt, kan de verze- keraar de overeenkomst binnen 15 dagen opzeggen;
− Bij iedere aangifte van een schadegeval, maar ten laatste 30 dagen na de uitbetaling of de weigering tot tussenkomst door de verzekeraar, kan de polis worden opgezegd, mits inachtneming van een opzeggingster- mijn van 1 maand;
− Bij niet-betaling van de premie.
De opzegging moet gebeuren per aangetekende brief, bij deurswaardersexploot of door middel van een brief met ontvangstbewijs.
3. Aanpassing tarief en voorwaarden:
Wij behouden ons het recht voor onze voorwaarden en ons tarief te wijzigen in de loop van de overeenkomst. De wijziging van de voorwaarden kan niet tot gevolg hebben dat wij raken aan de wezenlijke kenmerken van deze polis. Indien u het met deze wijzigingen niet eens bent, kunt u de polis opzeggen.
Wijzigen wij onze voorwaarden of ons tarief, dan brengen wij u hiervan schriftelijk op de hoogte.
Zegt u de polis niet op overeenkomstig de hierna volgende regels, dan gaan de nieuwe voorwaarden of het nieuwe tarief in op de jaarlijkse vervaldag.
Het ogenblik waarop wij u verwittigen is bepalend voor uw opzeggingsmogelijkheden en de opzeggingstermijn die u moet naleven:
1) verwittigen wij u ten minste 4 maanden vóór de jaar- lijkse vervaldag, dan kunt u de polis opzeggen tegen de vervaldag. U moet hierbij wel een opzeggingster- mijn van 3 maanden naleven;
2) brengen wij u minder dan 4 maanden vóór de jaar- lijkse vervaldag op de hoogte, dan hebt u gedurende 3 maanden na deze kennisgeving tijd om een beslis- sing te nemen:
a) indien u de wettelijke opzeggingstermijn van ten minste één maand kunt naleven, kunt u de polis opzeggen tegen de vervaldag;
b) in alle andere gevallen kunt u opzeggen met een opzeggingstermijn van één maand. Voor de periode na de vervaldag rekenen wij een pro-ratopremie aan tegen het oude tarief en behoudt u voor deze periode de oude voorwaarden.
ARTIKEL 8: WAT TE DOEN IN GEVAL VAN SCHADE?
In geval van schade of verlies is de verzekerde verplicht:
− de verzekeraar zonder verwijl te verwittigen en ondertus- sen alle nuttige maatregelen te treffen om de schade te beperken;
− de instructies van de verzekeraar na te leven;
− alle brieven, bescheiden en exploten zonder verwijl aan de verzekeraar door te zenden;
− het verhaal te vrijwaren tegenover verantwoordelijke derden;
− wanneer vigerende wetten en reglementen hem daartoe verplichten, verslag uit te brengen bij de bevoegde over- heden.
Wanneer de verzekerde in gebreke blijft een of meerdere van deze verplichtingen na te leven, is de verzekeraar van zijn verplichtingen tot schadeloosstelling ontheven in de mate waarin hij het bewijs levert door deze wanprestatie te zijn benadeeld.
5
ARTIKEL 9: MEDEVERZEKERING EN LEIDING
In geval van medeverzekering gelden de volgende bepa- lingen:
1. Er bestaat geen hoofdelijkheid tussen de verzekeraars die deze polis ondertekenen, zodat tussen de verzekerde en iedere verzekeraar een afzonderlijke polis tot stand komt voor het bedrag of het percentage door iedere verzekeraar ondertekend.
2. De verzekeraars geven aan de leidende verzekeraar de opdracht tot het presteren van wat volgt:
− met de verzekerde overeenkomen omtrent polisvoor- waarden en premies;
− alle mededelingen voor de verzekeraars bestemd in ontvangst nemen, zodat mededeling aan de leidende verzekeraar gedaan, geacht wordt aan alle verzeke- raars te zijn geschied;
− bij schadegeval alles te doen wat hiervoor nodig of nuttig kan zijn voor de goede regeling ervan.
3. Deze opdracht is gratis, tenzij anders wordt overeengeko- men.
ARTIKEL 10: WOONSTKEUZE VAN DE PARTIJEN
De woonplaats van de partijen wordt gekozen, deze van de verzekeraar op de maatschappelijke zetel van Xxxxxxxx Ver- zekeringen nv, deze van de verzekeringnemer op zijn adres, aangeduid in de Bijzondere Voorwaarden van deze polis.
ARTIKEL 11: MEDEDELINGEN
De verzekeringnemer verbindt zich ertoe elke adreswijziging dadelijk mee te delen aan Mercator Verzekeringen nv.
De voor Mercator Verzekeringen nv bestemde mededelingen moeten worden gedaan aan Mercator Verzekeringen nv. De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen zijn gel- dig gedaan aan het laatste door Mercator Verzekeringen nv gekende adres.
ARTIKEL 12: GESCHILLEN: RECHTSMACHT EN TOEPASSELIJK RECHT
Alle geschillen voortvloeiend uit deze verzekering worden onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter van de plaats waar de polis afgesloten is.
Het Belgisch recht en de dwingende bepalingen van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en van de diverse uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
0096-0069V0000.02-01052007
6
BIJZONDER DEEL - WAARBORGEN
1. CASCO EN BIJKOMENDE WAARBORGEN
C A S C O
ARTIKEL 13: DE WAARBORG CASCO
Deze waarborg heeft uitsluitend betrekking op de verzekering van materiële beschadigingen en het materieel verlies van het vaartuig tijdens het varen, het liggen op het water of de nacht- en winterberging, en tijdens het vervoer over de weg, veroorzaakt door een van de risico’s vermeld in art. 15.
ARTIKEL 14: VERZEKERDE SOM
1. Getaxeerde som op het vaartuig, inclusief inventaris
De in de Bijzondere Voorwaarden op het vaartuig verze- kerde som geldt als een met wederzijds goedvinden tus- sen de verzekeringnemer en de verzekeraar getaxeerde waarde, die onveranderd blijft gelden tijdens de duur van deze polis, met dien verstande echter, dat de berekening van deze waarde in de Bijzondere Voorwaarden moet zijn omschreven:
a) hetzij als de nieuwbouwwaarde;
b) hetzij als een door deskundigen op grond van een taxatierapport vastgestelde waarde;
c) hetzij als de dagwaarde.
Deze nieuwbouwwaarde of in een taxatierapport vastge- stelde waarde blijven geldig gedurende:
− 5 jaar na de eerste ingebruikneming resp. het opstel- len van het taxatierapport voor zeiljachten en motor- boten met een bereikbare snelheid van maximaal 40 km/uur;
− 2 jaar na de eerste ingebruikneming resp. het opstel- len van het taxatierapport voor motorboten met een bereikbare snelheid boven 40 km/uur.
Bij verzekering van de nieuwbouwwaarde of van de dag- waarde staat de verzekeringnemer in voor de juistheid van de door hem aan de verzekeraar verstrekte inlichtingen bij het afsluiten van deze polis.
Bij stilzwijgende hernieuwing heeft de verzekeringnemer, bij wijziging van de dagwaarde, de verplichting de verzekeraar daarover in te lichten. Hetzelfde geldt bij het verstrijken van de geldigheidsperiode van de nieuwbouwwaarde resp. van de in een taxatierapport vastgestelde waarde.
0096-0069V0000.02-01052007
Wanprestatie brengt met zich mee, dat de betaling van schadevergoeding plaats vindt op grond van een door de verzekeraar te begroten taxatie van de dagwaarde op de datum van het schadegeval, met toepassing van de evenredigheidsregel.
In de Bijzondere Voorwaarden wordt uitdrukkelijk vermeld of de btw of vervangende taksen in het opgegeven bedrag begrepen zijn.
2. Verzekerde som op inboedel van opvarenden en duikers- en visserstuig
De op deze objecten verzekerde som is de dagwaarde ervan op het ogenblik van het afsluiten van deze polis.
Bij stilzwijgende hernieuwing heeft de verzekeringnemer, bij wijziging van de dagwaarde, de verplichting de verze- keraar daarvan in te lichten.
Wanprestatie brengt met zich mee, dat de betaling van schadevergoeding plaats vindt op grond van een door de verzekeraar te begroten taxatie van de dagwaarde op de datum van het schadegeval, met toepassing van de evenredigheidsregel.
ARTIKEL 15: TEGEN WELKE GEVAREN IS HET CASCO VERZEKERD?
1. Van buiten komende onheilen
In deze verzekering zijn begrepen materiële beschadiging en materieel verlies van het vaartuig veroorzaakt:
− door alle gevaren van de vaart, van het liggen op het water, van het op de wal halen en te water laten, zoals daar zijn: storm, onweer, blikseminslag, schipbreuk, zinken, stranden, aanvaring, contact met vaste of vlot- tende voorwerpen, brand, ontploffing, overstromingen, vloedgolf, breken van kettingen, trossen, stangen, trailers, sleden, het omkippen;
− door gekarakteriseerde opslagrisico’s tijdens nacht- en winterberging, zijnde: brand, ontploffing, overstro- ming, blikseminslag en omkippen;
− door gekarakteriseerde voertuigongevallen tijdens het vervoer over de weg, zijnde: aanrijding, accidenteel contact met een voorwerp, kanteling, onderling contact tussen de verschillende delen van de voertuigcombina- tie, onverwacht contact met wild of andere loslopende dieren;
− door aardbeving, vulkanische uitbarsting, val van vliegtuigen;
− door daden van vandalisme.
2. Verborgen gebrek
In deze verzekering zijn begrepen materiële beschadiging en materieel verlies van het casco en van de schroef en de schroefas veroorzaakt door:
− een verborgen gebrek;
− een onoordeelkundige herstelling door professionele herstellers en werven.
Met dien verstande dat enkel de gevolgen van het ver- borgen gebrek of van de onoordeelkundige herstelling gedekt zijn en dat derhalve de kosten en uitgaven om het verborgen gebrek zelf of om de onoordeelkundige herstel-
xxxx zelf op te heffen, uitgesloten blijven. 7
3. Diefstal
Gehele diefstal
− In de verzekering is begrepen diefstal van het gehele vaartuig indien de verzekerde bewijst dat hij de pas- sende maatregelen van bewaking of bewaring heeft genomen. Voor een vaartuig met een eigen gewicht van minder dan 500 kg of voor alle vaartuigen op trailer wordt het risico van diefstal van het gehele vaartuig echter slechts gewaarborgd indien deze daarenboven in een behoorlijk afgesloten slotvaste bergplaats of op een onder voortdurend onder bewaking staande plaats zijn ondergebracht.
Gedeeltelijke diefstal
− Diefstal van de tuigage en de voortstuwingsinstallatie, van de inventaris en van de inboedel van de opvaren- den, niet gepaard gaande met gelijktijdige diefstal van het gehele vaartuig, is slechts verzekerd wanneer deze diefstal wordt gepleegd met geweld, inbraak aan boord of in de loodsen waar het vaartuig zich voor de nacht- of winterberging bevindt.
4. Inventaris en inboedel van opvarenden
Materiële beschadiging en materieel verlies van inventaris en inboedel zijn slechts verzekerd wanneer zij het gevolg zijn van een verzekerd risico waardoor de romp van het vaartuig of zijn tuigage beschadigd wordt.
5. Uitsluitingen:
a) Zeilen, zeilkleden en dekzeilen
Van deze verzekering zijn uitgesloten materiële bescha- diging en materieel verlies van zeilen, zeilkleden en dek- zeilen door de wind gescheurd of weggewaaid tijdens het optuigen, tenzij een en ander het gevolg is van schade aan de rondhouten waaraan zij zijn gehecht of van schipbreuk, stranding, aanvaring, contact, brand en ontploffing; verder ook vrij van schade aan en verlies van dekzeilen, tenzij een en ander het gevolg is van deze evenementen.
b)Voortstuwingsmotoren en roer
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van art. 15.2 zijn van deze verzekering uitgesloten alle materiële beschadiging en materieel verlies van voortstuwingsin- stallatie, van roerblad en zijn onderdelen tenzij deze het gevolg zijn van schipbreuk, stranding, aanvaring, contact met vaste of vlottende voorwerpen, brand, ontploffing, en met betrekking tot binnenboordmotoren, ten gevolge van het aan boord plaatsen of van boord wegnemen.
c) Schrammen en verfschade, schade door uitdroging, insecten e.d., vermoeidheid, slijtage, vorstschade
Van deze verzekering zijn uitgesloten:
− schrammen of verfschade, tenzij deze gepaard gaat met verdere structurele beschadiging, zoals bijv. blutsen, deuken, barsten, scheuren en dergelijke, door een uitwendig voorval;
− schade voortvloeiend uit de versplintering door uit- droging van de romp;
− schade veroorzaakt door insecten, wormen, knaag- dieren en parasieten van allerlei soort;
− schade veroorzaakt door vermoeidheid, slijtage;
8
− schade te wijten aan de inwerking van de vorst of veroor- zaakt door het vastvriezen van het vaartuig in het ijs.
ARTIKEL 16: SCHADEREGELING
1. Verplichtingen van de verzekerden
De verzekerden zijn ertoe gehouden:
− de verzekeraar in staat te stellen, voordat tot herstelling of vervanging wordt overgegaan, de aard en de omvang van de schade of het verlies te laten vaststellen;
− in geval van diefstal of van poging daartoe, zonder verwijl de politie of enige andere ter zake bevoegde overheid van een en ander in kennis te stellen binnen 24 uur en, zo de vigerende wetten hierin voorzien, klacht neer te leggen tegen onbekenden.
Wanprestaties ontheffen de verzekeraar van zijn verplich- ting tot schadeloosstelling in de mate waarin hij het bewijs levert door deze wanprestatie te zijn benadeeld.
2. Taxatie van de schade
De schade wordt op tegenspraak door een, door de ver- zekeraar aangestelde, deskundige getaxeerd.
De kosten van de schadetaxatie vallen ten laste van de verzekeraar. Zij worden door de verzekeraar gedragen, ook wanneer geen verzekerde schade aanwezig blijkt te zijn of wanneer het bedrag ervan onder het bedrag van de vrijstelling zou liggen.
3. Aftrek oud tot nieuw
Op de herstellings- en vervangingskosten wordt een aftrek ‘oud tot nieuw’ toegepast, welke volgens expertise of wederzijds akkoord tussen verzekeringnemer en verze- keraar overeenstemt met de werkelijke vetusteit van de te herstellen of vervangen delen.
Wat de zeilen, dekzeilen, zeilkleden en touwwerk betreft wordt steeds een minimumaftrek van 10 % per jaar vanaf de eerste ingebruikneming ervan toegepast.
4. Vrijstelling
Tenzij in geval van totaal verlies wordt een vrijstelling toegepast, nadat de aftrek ‘oud tot nieuw’ is toegepast.
De omvang van deze vrijstelling is bepaald in de Bijzon- dere Voorwaarden.
5. BTW
De btw op herstellingen en vervangingen wordt slechts vergoed, indien de btw of vervangende taks bij de verze- kerde waarde gevoegd werd.
6. Begrenzing van de omvang van de schadevergoeding
De schadevergoeding wordt voor elk schadegeval of reeks van schadegevallen, uit dezelfde oorzaak resulterend, begrensd tot de verzekerde som.
7. Diefstal
0096-0069V0000.02-01052007
De vergoeding verschuldigd ten gevolge van diefstal van het vaartuig wordt enkel na minimaal 60 dagen volgend op de schadeaangifte uitgekeerd, en dit voor zover het onderzoek is afgesloten.
Bij het terugvinden van het vaartuig moet de verzekering- nemer de verzekeraar hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen.
Indien het terugvinden geschiedt na de uitkering van de vergoeding, heeft de verzekeringnemer de keuze om hetzij het vaartuig in eigendom over te laten aan de verzekeraar, hetzij het vaartuig terug te nemen tegen terugbetaling van de ontvangen vergoeding onder aftrek van de reparatie- en eventuele andere kosten verbonden aan het terugvinden.
B I J K O M E N D E W A A R B O R G E N aan het C A S C O
ARTIKEL 17: DE WAARBORG HULP- EN BERG- LOON
Deze dekking waarborgt enerzijds het hulploon voor werk- zaamheden verricht om het vaartuig aan dringend gevaar te onttrekken, en anderzijds de werkzaamheden die, nadat een ramp heeft plaats gevonden, ertoe hebben geleid het vaartuig of een deel ervan te redden. Zij heeft uitsluitend betrekking op tijdens het varen en/of het liggen op het water plaatsvindende gebeurtenissen en dit binnen de perken van art. 15 van de waarborg Casco.
ARTIKEL 18: DE WAARBORG LICHTINGSKOSTEN
Deze dekking waarborgt eveneens lichtingskosten, zijnde de kosten verbonden aan de opruiming van de restanten van een gezonken vaartuig, wanneer de overheid of de ex- ploitant van een jachthaven of -aanlegplaats gebruik maakt van zijn recht om opruiming te eisen van het beschadigde of vernielde vaartuig. Zij hebben uitsluitend betrekking op tijdens het varen en/of het liggen op het water plaatsvin- dende gebeurtenissen en dit binnen de perken van art. 15 van de waarborg Casco.
ARTIKEL 19: DE WAARBORG DEPANNAGEKOSTEN
Deze dekking waarborgt eveneens de depannagekosten van het vaartuig na een gewaarborgd ongeval tijdens het vervoer over de weg volgens art. 15.
ARTIKEL 20: ONDERZOEK EN BEGROTING
1 De gegrondheid van een eis voor hulp- en bergloon, respectievelijk lichtingskosten, respectievelijk depan- nagekosten en de begroting ervan, wordt uitsluitend tus- sen de verzekeraar en de zulke kosten vorderende partij onderzocht en overeengekomen en het is de verzekerde verboden enige toezegging hieromtrent te maken.
2 De verzekerden zijn nochtans verplicht aan de verzekeraar alle door hem gevraagde inlichtingen te verstrekken en bescheiden te overhandigen.
3 Bij wanprestatie verliezen de verzekerden ieder recht op tus- senkomst door de verzekeraar voor het betreffende schade- geval in de mate waarin de verzekeraar het causaal verband tussen de wanprestatie en het schadegeval aantoont.
ARTIKEL 21: VERZEKERDE SOMMEN
a) Hulp- en bergloon zijn gedekt tot een bedrag van 20 % van de op het vaartuig verzekerde som, doch met een minimum van 6.200,00 EUR;
b)Lichtingskosten zijn gedekt tot een bedrag van 20 % van de op het vaartuig verzekerde som, doch met een minimum van 6.200,00 EUR;
c) Depannagekosten zijn gedekt tot een bedrag van 20 % van de op het vaartuig verzekerde som, doch met een maximum van 2.500,00 EUR.
De uit hoofde van deze waarborgen uit te keren sommen mogen worden samengevoegd met de wegens materiële schade aan of materieel verlies van het vaartuig uit te keren vergoedingen en aldus de op het vaartuig verzekerde som te boven gaan.
Boven de verzekerde sommen zoals bepaald sub a), b), c), kan in de Bijzondere Voorwaarden een bedrag als ‘excedent’ verzekerd worden.
2. DE WAARBORG BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN BIJKOMENDE WAARBORG
BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
ARTIKEL 22: DE WAARBORG BURGERRECHTE- LIJKE AANSPRAKELIJKHEID
0096-0069V0000.02-01052007
Deze waarborg dekt binnen de voorwaarden van deze polis de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade aan derden als gevolg van een door het om- schreven vaartuig veroorzaakt schadegeval.
Niet-verzekerde derden
1 Worden bij personenschade niet als derden beschouwd:
a) alle personen, die op het ogenblik van het schadegeval daadwerkelijk hebben deelgenomen aan handelingen
in dienst van het vaartuig en uit dien hoofde aanspra- kelijk worden gehouden;
b) de echtgenoot of levenspartner van de eigenaar, van de mede-eigenaar, van de gebruiker en verder hun ascendenten en descendenten in rechte lijn, wanneer zij met hen samenwonen en door hen worden onder- houden;
c) de kapitein en het scheepsvolk en de andere aange- stelden van de eigenaar, respectievelijk van de gebrui- ker, in de mate waarin op bedoelde aangestelden de Arbeidsongevallenwet toepasselijk is.
2 Bij stoffelijke schade geldt de dekking niet ten aanzien
van de inboedel van opvarenden, noch ten aanzien van 9
duikerpakken en -toestellen of het visserstuig. Zijn verder niet verzekerd:
Schadegevallen die onder de toepassing vallen van het modelcontract voor de verplichte aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen.
ARTIKEL 23: VERZEKERDE SOM
Wij vergoeden de lichamelijke en stoffelijke schade in hoofdsom ten belope van de bedragen vermeld in de Bij- zondere Voorwaarden en dit per gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen die dezelfde oorzaak hebben.
Indien wettelijke bepalingen de schadeloosstellingsplicht tot lagere bedragen beperken dan deze in de Bijzondere Voorwaarden gesteld, is de dekking beperkt tot ten hoogste de aldus vastgestelde bedragen.
ARTIKEL 24: SCHADEREGELING
1. Verplichtingen van de verzekerden
(1) De verzekerden moeten zich onthouden van elke toezegging, verklaring of handeling, waaruit erken- ning van hun verplichting tot schadeloosstelling zou kunnen worden afgeleid en in het algemeen van alles wat tot benadeling van de verzekeraar zou kunnen leiden.
(2) Daar alleen de verzekeraar bevoegd is elke tegen de verzekerden gerichte procedure wegens een eis tot schadeloosstelling in zijn naam in te leiden, zijn de verzekerden verplicht aan de verzekeraar daartoe volmacht te verlenen. De verzekerden zijn niet be- voegd enige maatregelen in rechte te nemen zonder de schriftelijke toestemming van de verzekeraar.
(3) Bij wanprestatie verliezen de verzekerden ieder recht op tussenkomst door de verzekeraar voor het betref- fende schadegeval in de mate waarin de verzekeraar het causaal verband tussen de wanprestatie en het schadegeval aantoont.
2. Vaststelling van het bedrag van de schadeloosstelling
(1) Bij rechterlijk gewijsde:
De verzekeraar draagt, voor rekening van verzeker- den, de in hoofdsom verschuldigde schadevergoe- ding overeenkomstig de voorwaarden van de polis en binnen de perken van de verzekerde waarde. De verzekeraar draagt, zelfs boven de verzekerde waarde, de interest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, alsook de gerechtskosten, de honoraria en de kosten van advocaten en deskun- digen, voor zover deze kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt.
Als de interesten en de kosten het verzekerd bedrag te boven gaan, wordt dat bedrag beperkt overeen- komstig de wettelijke bepalingen.
(2) Bij minnelijke regeling:
De verzekeraar mag ook de aansprakelijkheid van de verzekerden erkennen in minnelijk overleg met de schadelijders of een rechterlijk geding door een transactie doen beëindigen.
3. Eigen recht van de benadeelde
Krachtens art. 86 van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst beschikt de benadeelde over een eigen recht tegen de verzekeraar. De nietigheid, de exceptie, het verval en de vrijstelling, die tegen de verzekerden kunnen ingeroepen worden en voor zover deze hun oorsprong vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat, blijven de benadeelde derde tegenstelbaar.
Voor zover de verzekeraar volgens de wet of de bepalingen van de polis zijn tussenkomst had kunnen weigeren of verminderen, behoudt deze een recht van verhaal tegen de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, tegen de verzekerden.
BIJKOMENDE WAARBORG AAN DE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
ARTIKEL 25: DE WAARBORG BORGSTELLING
1 Wanneer ten gevolge van een schadegeval waarbij het vaartuig betrokken is, enige verzekerde gedetineerd wordt, het vaartuig in beslag wordt genomen en een borgsom wordt geëist voor het in vrijheid stellen van de betrokken verzekerden of voor de restitutie van het vaar- tuig, verleent de verzekeraar zijn persoonlijke borg of, zo nodig, betaalt hij de borgsom.
2 Indien de borgsom door de betrokken verzekerden werd gestort, zal de verzekeraar zijn persoonlijke borg in de plaats daarvan stellen en wanneer zulks niet wordt aan- vaard, zal hij de verzekerden vergoeden.
3 Zodra de gestorte borgsom is vrijgemaakt, moeten de verzekerden alle formaliteiten vervullen, die van hem gevergd worden om de terugbetaling ervan te bekomen, bij gebreke waarvan hij aan de verzekeraar schadeloos- stelling is verschuldigd.
4 Wanneer op de door de verzekeraar gestorte borgsom beslag wordt gelegd of wanneer zij, geheel of ten dele, wordt aangewend tot betaling van geldboeten, van straf- rechtelijke transacties, moet de verzekerde de verzekeraar terugbetalen.
ARTIKEL 26: VERZEKERDE SOM
Tenzij anders in de Bijzondere Voorwaarden is bepaald, is de borgstelling gedekt tot 6.200,00 EUR.
0096-0069V0000.02-01052007
10
3. DE WAARBORG OPVARENDEN
ARTIKEL 27: DEFINITIES
Ongeval:
een plots voorval waarvan de oorzaak of een van de oor- zaken buiten het organisme van het slachtoffer ligt en dat lichamelijk letsel veroorzaakt.
Wij beschouwen eveneens als ongeval:
1 gezondheidsaandoeningen die het rechtstreeks en uitslui- tend gevolg zijn van een gewaarborgd ongeval;
2 vergiftiging of verstikking, door het onvrijwillig innemen van een schadelijk product;
3 ontwrichtingen, spierscheuringen en verrekkingen te wijten aan een plotse krachtinspanning;
4 verbrandingen;
5 verdrinking.
Opvarenden:
Alle personen die zich aan boord bevinden van het verze- kerde vaartuig, respectievelijk de bijboot.
ARTIKEL 28: HET VOORWERP VAN DE VERZEKE- RING
De verzekeraar zal de overeengekomen vergoedingen be- talen op basis van de kapitalen en volgens de formule die beschreven staat in de Bijzondere Voorwaarden.
Wanneer vermeld in de Bijzondere Voorwaarden, worden verzekerd na ongeval:
a) het overlijden;
b)de blijvende invaliditeit;
c) de medische kosten.
Uitbreiding van de waarborg:
De waarborg blijft verworven wanneer de verzekerde deel- neemt aan de redding van personen of goederen die door een ongeval in gevaar verkeren.
Wanneer het huisdier, eigendom van een opvarende, ver- voerd wordt met een vaartuig en gewond geraakt door een ongeval, dan vergoedt de verzekeraar de dierenartskosten tot maximaal 620,00 EUR.
ARTIKEL 29: OMVANG XXX XX XXXXXXXX
0. Verzekerde kapitalen
a) Overlijden
0096-0069V0000.02-01052007
1) In geval van overlijden betaalt de verzekeraar de in de Bijzondere Voorwaarden overeengekomen vergoeding uit, indien dit overlijden plaatsvindt binnen 3 jaar na de dag van het ongeval dat er de oorzaak van is.
De vergoeding wordt betaald aan de begunstigde. Is er geen begunstigde aangeduid, dan gebeurt de uitkering in de hierna bepaalde volgorde:
− aan de echtgeno(o)t(e) van de opvarende, die niet gescheiden is van tafel en bed of niet feitelijk
gescheiden is;
− bij ontstentenis, aan de kinderen van de opva- rende, in gelijke delen;
− bij ontstentenis, aan de wettige erfgenamen van de opvarende tot en met de 4e graad, volgens hun respectieve rechten in de nalatenschap.
2) Wanneer de opvarende en zijn echtgeno(o)t(e) overlijden ten gevolge van hetzelfde ongeval en zij minderjarige kinderen nalaten die op het ogenblik van het ongeval ten laste van hen vielen, wordt de aan deze kinderen toekomende verzekerde som verdubbeld.
3) Wanneer de opvarende de leeftijd van 5 jaar niet heeft bereikt op het ogenblik van het ongeval, betaalt de verzekeraar enkel de bewezen begrafe- niskosten met een maximum van 3.100,00 EUR.
De vergoedingen bij overlijden en deze voorzien voor de blijvende invaliditeit worden niet gecumu- leerd. Indien de vergoedingen voor de blijvende invaliditeit reeds werden uitgekeerd en de verze- kerde later overlijdt ten gevolge van het ongeval, dan zal de verzekeraar het verschil betalen tussen de overlijdensvergoeding en de reeds uitgekeerde vergoedingen voor de blijvende invaliditeit.
Indien het bedrag van deze uitgekeerde invalidi- teitsvergoedingen hoger ligt dan het bedrag van de overlijdensvergoeding, blijft het reeds uitgekeerde bedrag verworven aan de verzekerde.
b) Blijvende invaliditeit
1) Bepaling van de graad van invaliditeit
Wanneer de letsels niet meer vatbaar zijn voor ver- betering, wordt de graad van blijvende invaliditeit vastgesteld. Indien de letsels 3 jaar na het ongeval nog niet geconsolideerd zijn, wordt de te verwach- ten graad van blijvende invaliditeit vastgesteld.
Dit gebeurt enkel bij medische beslissing en op basis van de criteria van de ‘officiële Belgische schaal ter bepaling van de graad van invaliditeit’. De vastgestelde fysiologische invaliditeit kan niet meer bedragen dan 100 %.
Letsels aan reeds gebrekkige of functioneel buiten werking zijnde ledematen of organen worden in aanmerking genomen voor het verschil tussen de staat van het lichaamsdeel of het orgaan vóór en ná het ongeval.
Voor de personen van 75 jaar en ouder worden de voorziene vergoedingen met de helft verminderd.
2) Omvang van de vergoeding
Bij de consolidatie van de letsels betaalt de verze- keraar de verzekerde een vergoeding uit die afhan- kelijk is van de graad van fysiologische invaliditeit en berekend wordt als volgt:
− bedraagt de invaliditeit maximaal 25 %:
het verzekerd kapitaal vermenigvuldigd met de invaliditeitsgraad; 11
− bedraagt de invaliditeit maximaal 50 %, dan omvat de vergoeding de som van a) en b):
a) 25 % van het verzekerd kapitaal;
b) het verdubbelde kapitaal, vermenigvuldigd met de invaliditeitsgraad die 25 % over- schrijdt;
− bedraagt de invaliditeit maximaal 75 %, dan omvat de vergoeding de som van a), b) en c):
a) 25 % van het verzekerd kapitaal;
b) 25 % van het verdubbelde kapitaal;
c) het verdrievoudigde kapitaal, vermenig- vuldigd met de invaliditeitsgraad die 50 % overschrijdt;
− bedraagt de invaliditeit maximaal 100 %, dan omvat de vergoeding de som van a), b), c) en d):
a) 25 % van het verzekerd kapitaal;
b) 25 % van het verdubbelde kapitaal;
c) 25 % van het verdrievoudigde kapitaal;
d) het verzesvoudigde kapitaal, vermenigvul- digd met de invaliditeitsgraad die 75 % overschrijdt.
3) Maximale waarborg
De totale vergoeding verschuldigd bij blijvende invaliditeit voor een en hetzelfde schadegeval, onafhankelijk van het aantal getroffenen, bedraagt maximaal achtmaal het in de Bijzondere Voorwaar- den verzekerd kapitaal.
Indien deze totale vergoeding bij toepassing van deze Algemene Voorwaarden niet volstaat, ontvan- gen de verzekeringnemer en diens echtgenote de hen toekomende vergoeding volledig.
Het beschikbare saldo wordt vervolgens in gelijke mate verdeeld onder de kinderen van de verzeke- ringnemer.
Een eventueel nog beschikbaar saldo wordt in gelijke mate verdeeld tussen alle andere rechtheb- benden.
c) Medische kosten
De verzekeraar betaalt de verzekerde de verple- gingskosten terug voor de medisch voorgeschre-ven behandeling voorafgaand aan de datum van de consolidatie van de letsels, en dit ten belope van het overeengekomen bedrag. Deze kosten omvatten de geneeskundige, heelkundige, far-maceutische, kine- sitherapeutische en hospitalisatiekosten, de eerste prothese en het aangepast vervoer dat nodig is voor de behandeling.
De verzekeraar betaalt eveneens de kosten van het verblijf gedurende maximaal 30 dagen van een fami- lielid dat in het ziekenhuis overnacht bij een gehos- pitaliseerde verzekerde.
Tevens betaalt de verzekeraar ook nog de kosten voor de opsporing en redding wanneer een verzekerde ver- mist is of in een situatie verkeert die een onmiddellijk en ernstig gevaar oplevert.
12 Deze waarborg is aanvullend en pas verworven na
uitputting van de tussenkomst van het zieken-fonds en de arbeidsongevallenverzekering.
2. Beperkingen van de waarborg
De waarborgen worden niet verleend bij schade:
a) opzettelijk veroorzaakt door de verzekerde;
b) wanneer de verzekerde geen geldig vaarbewijs be- zit;
c) als gevolg van grove schuld, namelijk te wijten aan dronkenschap, alcoholintoxicatie of een ge-lijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van andere middelen dan alcoholische dranken. Wij vergoeden evenmin de verzekerden die wisten dat hun bestuur- der zich in de voormelde toestand bevond, tenzij zij kunnen bewijzen dat er geen verband bestond tussen het vaarongeval en deze omstandigheden;
d) als gevolg van een geestesstoornis;
e) als gevolg van door de verzekerde gepleegde of uitgelokte twisten, aanrandingen of aanslagen, van deelname aan vechtpartijen, van zelfmoord of van poging tot zelfmoord;
f) te wijten aan vooraf bestaande ziekten en lichaams- gebreken;
g) door natuurrampen;
h) door oorlog, burgeroorlog, arbeidsconflicten, staking en lock-out, aanslagen, oproer, volksbe-weging, daden van terrorisme of sabotage;
i) door atoomreacties, radioactiviteit en ioniserende stralen, behalve bij medisch vereiste bestra-lingen als gevolg van een verzekerd schadegeval;
j) aan opvarenden die een ongeval veroorzaken:
− door klaarblijkelijke roekeloze daden, opzet of zware fout of die het uitlokken door wedden-schap- pen of uitdagingen;
− tijdens voorbereiding op of deelneming aan snel- heidswedstrijden;
− tijdens het varen op wildwater;
k) wanneer de bestuurder van het vaartuig zich niet houdt aan de plaatselijke door de overheid opgelegde reglementen;
l) die valt onder de Arbeidsongevallenwet.
ARTIKEL 30: WAAR EN WANNEER IS DE WAAR- BORG VERWORVEN?
0096-0069V0000.02-01052007
De waarborg geldt binnen de in de Algemene Voorwaarden omschreven vaartgrenzen. De verzekering geldt eveneens bij het aan en van boord stappen van het verzekerde vaar- tuig. Mede in de verzekering zijn begrepen de ongevallen overkomen aan de verzekerden die het vaartuig op het droge trekken, het te water laten of er normale onderhouds- en reparatiewerken aan verrichten.
ARTIKEL 31: DE SCHADEREGELING
1. Verplichtingen van de verzekerde
In aansluiting op de bepalingen onder art. 8 is de verze- kerde verplicht een schriftelijke aangifte, uiterlijk binnen 8 dagen, aan de verzekeraar te zenden, met een omstandig medisch attest.
Een later gedane aangifte is ontvankelijk tot maximaal één jaar na de dag van het ongeval, indien de opvarende aantoont dat het onmogelijk was de aangifte vroeger te doen.
Een opvarende die door een ongeval wordt getroffen, moet:
− zich onderwerpen aan de geneeskundige onderzoeken die de verzekeraar noodzakelijk acht;
− de door de verzekeraar gevraagde inlichtingen verstrek- ken en haar afgevaardigden ontvangen.
2. Medewerking
Na het ongeval moet de verzekerde zich onmiddellijk door een geneesheer laten verzorgen.
De verzekeraar zal de verergeringen die een gevolg zijn van een vertraging in de medische verzorging of van de weigering vanwege een verzekerde om een bepaalde behandeling toe te staan, niet betalen.
De verzekerde gaat ermee akkoord om de door de verzeke- raar aangeduide afgevaardigden en geneesheren te ontvan- gen en zich door deze laatsten te laten onderzoeken.
Hij zal zijn behandelende geneesheer verzoeken op alle vragen te antwoorden die door de raadgevende genees- heer van de verzekeraar zullen worden gesteld.
3. Vaststelling van het bedrag en de schadeloosstelling
Bij gebrek aan overeenkomst over de aard van de letsels of hun gevolgen kan de betwisting beslecht worden door 2 deskundigen, de ene gekozen door de opvarende of zijn rechthebbenden, de andere door de verzekeraar.
Bij gebrek aan akkoord duiden zij een 3e deskundige aan. De 3 deskundigen beslissen dan gemeenschappelijk, maar wanneer geen meerderheid aanwezig is, is het advies van de 3e deskundige doorslaggevend.
Worden de 2 deskundigen het niet eens over de keuze van de 3e deskundige, dan kan hij op verzoek van de meest gerede partij aangesteld worden door de voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van de woonplaats van de opvarende.
Elke partij draagt de kosten en erelonen van haar deskun- dige. De kosten en erelonen van de 3e deskundige worden door de verzekeraar ten laste genomen.
4. Betaling
De verzekeraar verbindt zich ertoe de overeengekomen vergoedingen uit te betalen, nadat hij in het bezit is:
0096-0069V0000.02-01052007
− van alle bewijsstukken en van alle bescheiden nood- zakelijk voor de berekening van de vergoeding;
− van de documenten die het overlijden aantonen en de hoedanigheid van de begunstigden bewijzen voor wat betreft de waarborg Overlijden en
− na consolidatie van de letsels voor wat betreft de waarborg Blijvende Invaliditeit.
Indien de letsels van de verzekerde één jaar na het ongeval nog niet geconsolideerd kunnen worden, dan betaalt de verzekeraar een voorschot. Dit voorschot is gelijk aan de helft van de vergoeding die overeenstemt met de door onze raadsgeneesheer vastgestelde invaliditeitsgraad.
Deze regeling geldt evenwel niet wanneer de verzekeraar schriftelijk voorbehoud heeft gemaakt voor uitbetaling krachtens art. 29.3.
5. Subrogatie
De verzekeraar treedt alleen in de rechten van de opvarende voor het bedrag dat door hem werd uitgekeerd voor verple- gingskosten.
13
14
0096-0069V0000.02-01052007
15
0096-0069V0000.02-01052007
Wij doen elke dag ons best om u een optimale service te bieden.
Bent u toch niet helemaal tevreden of hebt u een opmerking?
Laat het ons weten, dan kunnen wij onze diensten verder verbeteren en u helpen.
U kunt ons bellen (078 155 056) of mailen (xxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx).
U kunt uw klacht ook kenbaar maken aan:
Ombudsdienst Verzekeringen vzw de Meeûssquare 35
1000 Brussel
Tel. 00 000 00 00
Fax 00 000 00 00
U behoudt natuurlijk ook het recht om naar de rechtbank stappen.
Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenr. 0096 met CBFA-nr. 24.941 A om de tak 13 ‘Algemene BA’ te beoefenen (KB van 04/07/1979 - BS van 14/07/1979) – 0069.VAR.02.09.0,1-713.JAR
Mercator Verzekeringen nv
Maatschappelijke zetel Antwerpen
0000 Xxxxxxxxx
Xxxxxxxxxx 000
Tel.: 00 000 00 00
België Fax: 00 000 00 00
Contact Center Gent
Gaston Crommenlaan 14.0201
Xxxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxx
0000 Xxxx (Xxxxxxxx)
Fax: 00 000 00 00
Tel.: 00 000 00 00
RPR Antwerpen BTW BE 0400.048.883
KBC 000-0000000-00
BIC: XXXXXXXX
IBAN: XX00 0000 0000 0000
Lid van de Bâloise-Groep
0096-0069V0000.02-01052007