Informatiememorandum
Informatiememorandum
Litifund 3 B.V. (een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Breda, Nederland) (de “Uitgevende Instelling”)
Dit Informatiememorandum wordt gepubliceerd in verband met de aanbieding en uitgifte van in totaal maximaal 249 obligaties van € 20.000,- per stuk (de “Obligaties”) door de Uitgevende Instelling voor een totaalbedrag van maximaal EUR 4.980.000.
Het investeren en handelen in de Obligaties brengt bepaalde risico’s mee. In het hoofdstuk 5
“Risicofactoren” worden deze risico’s besproken.
Voor deze aanbieding van de Obligaties wordt door de Uitgevende Instelling gebruik gemaakt van
een vrijstelling op de prospectusplicht (de “<EUR 5 miljoen-vrijstelling”). Dit document is als gevolg van de gebruikmaking van deze vrijstelling niet onderworpen aan voorafgaande goedkeuring door de Autoriteit Financiële Markten (“AFM”) en is dan ook niet goedgekeurd door de AFM.
De datum van dit Informatiememorandum is 1 februari 2020
HOOFDSTUK 1 ACTIVITEITEN VAN DE SERVICER EN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING 5
1.1 Bedrijfsmodel De Liesker Groep 5
1.2 Procesfinanciering internationaal 6
1.3 Historie De Liesker Groep 8
1.3.2 Liesker Procesfinanciering B.V. 9
1.4 Procesfinanciering: feitelijke werkzaamheden 11
1.4.1 Het werven en selecteren van Claims 12
1.4.2 Het fiatteren (accepteren) van Claims 13
1.4.3 Het managen van geaccepteerde Claims 13
1.4.4 Werkzaamheden Uitgevende Instelling 14
1.4.5 Procesfinanciering: uitgesloten zaken en acceptatiecriteria 14
1.4.6 Procesfinanciering: mitigering van xxxxxx’x en benodigde expertise 16
1.4.7 Verplichte Co-Investering door De Liesker Groep 17
1.4.8 Overdracht portefeuille door De Liesker Groep 18
1.5 Marktsegment en focus van de Uitgevende Instelling 18
1.6 Interne Organisatie van De Liesker Groep 19
HOOFDSTUK 2 MARKT EN CONCURRENTIEPOSITIE 20
2.1 Marktomvang en marktpositie Uitgevende Instelling 20
2.2 Concurrentiepositie Uitgevende Instelling 21
HOOFDSTUK 3 OBLIGATIE-UITGIFTE DOOR DE UITGEVENDE INSTELLING 25
3.2 Litifund 3 B.V. (de Uitgevende Instelling) 25
3.3 Stichting Obligatiehouders Litifund 3 (Stichting Obligatiehouders) 26
HOOFDSTUK 4 FINANCIËLE INFORMATIE EN FINANCIERING 28
4.1 Resultaatprognose van de Uitgevende Instelling bij een totaalbedrag van € 10 miljoen aan obligaties 28
4.2 Financiële informatie betreffende de Uitgevende Instelling 31
4.3 Schematische weergave geldstromen 32
4.4 Geraamde kosten en financiering 33
4.5 Kasstroomprognose (uitsluitend illustratief van aard en enkel gebaseerd op prognoses) 34
5.1 Risico's verbonden aan de aard van de Obligaties 42
5.2 Risico’s eigen aan de Uitgevende Instelling en haar onderneming 43
5.2.1. Risico’s direct verbonden met het financieren van Claims 43
5.2.2 Algemene operationele risico’s 48
HOOFDSTUK 6 VERSLAGLEGGING EN INFORMATIEVERSTREKKING 51
6.3 Algemene grondslagen en resultaatbepaling 51
HOOFDSTUK 7 VERKLARINGEN UITGEVENDE INSTELLING 52
HOOFDSTUK 8 FISCALE ASPECTEN 53
8.1.1 Belastingpositie van de Stichting Obligatiehouders 53
8.1.2 Belastingpositie Uitgevende Instelling 53
8.2 Deelname door natuurlijke personen 54
8.3 Deelname door rechtspersonen 54
8.4 Schenk- en erfbelasting 54
HOOFDSTUK 9 JURIDISCHE ASPECTEN 55
9.1 Uitgifte en aanbieding van Obligaties 55
9.3 Wet op het financieel toezicht (Wft) 59
10.2 Voorwaardelijke toewijzing 60
10.3 Onvoorwaardelijke toewijzing 60
HOOFDSTUK 11 BELANGRIJKE INFORMATIE 61
11.2 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
11.4 Verkoop en overdrachtsbeperkingen 62
HOOFDSTUK 13 BETROKKEN PARTIJEN 68
HOOFDSTUK 14 BESCHIKBARE INFORMATIE 68
BIJLAGE I - CURRICULA VITAE BESTUUR UITGEVENDE INSTELLING 69
HOOFDSTUK 1 ACTIVITEITEN VAN DE SERVICER EN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING
1.1 Bedrijfsmodel De Liesker Groep
Veel ondernemingen (en particulieren) aarzelen of zij een rechtszaak willen opstarten of voortzetten. Overwegingen zijn onder meer: (i) zij beschikken over te weinig financiële middelen om de kosten van een rechtszaak (Claim) te betalen; (ii) als zij wel over voldoende liquiditeiten beschikken, besteden zij deze bij voorkeur voor financiering van de operationele bedrijfsvoering; (iii) zij willen of kunnen het risico niet lopen om een rechtszaak te verliezen; en: (iv) zij zien op tegen het zelf moeten managen van de rechtszaak, inclusief het aansturen van de advocaat, daarnaast is er vaak een gebrek aan inzicht in de advocaatkosten.
In zulke gevallen neemt De Liesker Groep, bij acceptatie van een Claim, alle (financiële) risico’s van de Claim over van de Cliënt, doordat zij alle kosten betaalt die verband houden met het voeren van een rechtszaak (hierna: “Directe Claimkosten”). De Cliënt procedeert dan financieel gezien geheel risicoloos. Wordt de rechtszaak verloren, dan is de Cliënt geen vergoeding verschuldigd aan De Liesker Groep. Wordt de rechtszaak Xxxxxxxx, dan vergoedt de Cliënt aan De Liesker Groep: (i) de werkelijke kosten die De Liesker Groep heeft moeten maken om de rechtszaak te voeren (= Directe Claimkosten); plus: (ii) een Fee (in beginsel 30% van de opbrengst uit de rechtszaak na aftrek van de Directe Claimkosten).
De kosten die De Liesker Groep betaalt om de rechtszaak te kunnen voeren (= Directe Claimkosten) omvatten bijvoorbeeld: advocaatkosten, griffierechten, kosten second opinions en deskundigenonderzoeken, deurwaarderskosten en alle overige proceskosten.
De Liesker Groep heeft een aantal gerenommeerde ex-advocaten in dienst, maar xxxxxx zelf niet op als advocaat. De Liesker Groep financiert de kosten van een externe advocaat die wordt ingehuurd door de Cliënt (=claimhouder) en die het beste past bij de Claim. De Liesker Groep managet de zaak en onderhandelt met de advocaat over zijn kosten. Voor Litifund 3 dient dit, uitzonderingen daargelaten, een fixed price te zijn. De Liesker Groep stuurt de advocaat aan tijdens het verloop van de rechtszaak en kan geheel zelfstandig instructies geven aan de advocaat en meebeslissen of wel of niet een schikking wordt getroffen. De Cliënt heeft wel inspraak, maar geen volledige zeggenschap over deze belangrijke besluiten, omdat De Liesker Groep de kosten van de rechtszaak betaalt.
De Cliënt procedeert op deze manier op ‘no cure no pay’ basis. Deze vorm van financiering is advocaten niet toegestaan en zo voorziet De Liesker Groep in een behoefte. Ook hoeft de Cliënt de advocaat niet meer aan te sturen, omdat De Xxxxxxx Groep dat doet. De Liesker Groep en de Cliënt hebben in beginsel dezelfde belangen.
Advocaten fungeren vaak als aanbrenger van rechtszaken, bijvoorbeeld als zij ermee bekend zijn dat hun Cliënt over een goede winkans beschikt, maar zelf de procedure niet kan of wil financieren. Zij zijn bij uitstek in staat om te beoordelen of de zaak zich leent voor procesfinanciering (goed inzicht in winkans en proceskosten). In toenemende mate wordt Xx Xxxxxxx Groep door Xxxxxxxx rechtstreeks uit de markt benaderd. De groeiende naamsbekendheid, publiciteit en online campagnes dragen hier aan bij.
Vermeld wordt nog dat De Liesker Groep de Claim zelf die de Cliënt heeft op een Tegenpartij (= het Claimbelang) niet koopt of financiert. Uitsluitend de daarmee verbonden proceskosten worden gefinancierd.
1.2 Procesfinanciering internationaal
Procesfinanciering is in Nederland nieuw, maar wereldwijd al decennia lang een bewezen instrument voor de risicodragende financiering van rechtszaken. De benamingen voor procesfinanciering in het Engels en Duits zijn “litigation funding”, “tplf”, “legal funding” en “Prozessfinanzierung”.
Buiten Europa
Internationaal wordt de markt gedomineerd door een aantal zeer grote ondernemingen die al jarenlang actief zijn. Procesfinanciering is meer dan 25 jaar geleden opgestart in Australië.
IMF Xxxxxxx in Sydney (xxx.xxx.xxx.xx/) is in 2001 opgericht en heeft in 2011 haar amerikaanse dochter Xxxxxxx IMF (xxx.xxxxxxxxxx.xxx) opgericht. Xxxxxxx is sinds 2011 beursgenoteerd in Australië en heeft vestigingen in Noord-Amerika, de UK, Azië en Australië. Xxxxxxx richt zich vooral op de US en Angelsaksische markt en grote massaclaims en arbitragezaken. Ultimo 2018 was AUD 321 miljoen geïnvesteerd in 83 Actieve Claims. De groep heeft ruim 100 medewerkers. Sinds haar oprichting is van de 192 afgesloten Claims 89% gewonnen, hetgeen resulteerde in een cumulatieve omzet ad AUD 2,1 miljard met een multiple van 1,5 x de geïnvesteerde Directe Claimkosten. De gemiddelde Uitwinningstijd van de afgesloten Claims was 2,6 jaar.
Er zijn diverse andere grote spelers in Australië en in het bijzonder in de USA. In Groot Brittanië
Binnen Europa zijn met name in Groot Brittannië en Duitsland een aantal procesfinanciers actief.
In Angelsaksische landen is procesfinanciering veel meer ingeburgerd. In Groot Brittanië zijn meerdere grote partijen actief, waaronder ook private equity partijen.
Xxxxxxx Capital (xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xxx) is opgericht in 2009 en is sindsdien genoteerd aan de London Stock Exchange. Xxxxxxx Capital heeft 90 mensen in dienst die zijn gevestigd in kantoren in de USA, Europa, Azië en Australië. Haar focus is vooral op de zeer grote Claims, massaclaims en complexe arbitrage zaken met het accent op de USA. Voor zover Xxxxxxx naar continentaal Europa kijkt richt zij zich ook daar op de grote Claims, zoals massaschade en Europese kartelzaken. De ondergrens voor te verwachten Directe Claimkosten ligt op € 2 miljoen, het gemiddelde op € 12
miljoen en ook zaken tot € 100 miljoen worden gedaan. Daarnaast financiert Xxxxxxx ook rechtstreeks law firms (met leningen en equity) en financiert zij ook Gedaagden. Xxxxxxx financiert geen particulieren. 50% van de Claim aanvragen in 2018 had betrekking op Claims met een verwacht Claimbelang van US$ 100 miljoen of meer. Xxxxxxx ontving in 2018 1.470 claim aanvragen. Sinds haar oprichting heeft Xxxxxxx in afgesloten claims US$ 586 miljoen geïnvesteerd, welke in totaal US$ 1,2 miljard omzet voor Xxxxxxx opleverden (multiple: 1,98 x).
Voorts zijn een aantal private equity fondsen actief in procesfinanciering, waaronder:
♦ Harbour Litigation Funding: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx, opgericht in 2007 en wereldwijd actief;
♦ Calunius Capital: xxx.xxxxxxxx.xxx, opgericht in 2000 en wereldwijd actief;
♦ Woodsford Litigation Funding: xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx, opgericht in 2010;
♦ Vannin Capital: xxx.xxxxxx.xxx, opgericht in 2010;
♦ LCM Finance: xxx.xxxxxxxxxx.xxx, opgericht in 1998.
Buitenlandse financiers financieren sporadisch zeer grote Claims aan de bovenkant van de Nederlandse markt, bijvoorbeeld een kartelclaim tegen KLM. Daarnaast is onder de Angelsaksische procesfinanciers een duidelijke tendens waarneembaar dat zij zich focussen op steeds grotere, complexe en internationale Claims en de directe financiering van Angelsaksische law firms. Ook vindt er in dit marktsegment voortdurende innovatie van diensten en producten plaats. De Uitgevende Instelling ziet deze partijen niet als concurrent, omdat hun ondergrens voor Claims ver, en steeds verder boven het marktsegment van de Uitgevende Instelling ligt.
In Duitsland
Ook in Duitsland bestaan al langere tijd meerdere procesfinanciers. Er zijn thans drie grotere partijen actief in procesfinanciering. Zij focussen zich vooral op Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland (‘DACH-
landen’).
Foris AG te Bonn (xxx.xxxxx.xxx) is in 1996 opgericht, richt zich sinds 1998 op commercial litigation financing en is sinds 1999 een beursgenoteerde onderneming. Zij ziet zichzelf voor procesfinanciering als marktleider in de DACH-landen en accepteert Claimbelangen vanaf € 100.000. Daarnaast biedt Xxxxx nog andere diensten aan. Foris stelt sinds 1998 inmiddels ruim 10.000 Claim aanvragen te
hebben ontvangen met een gezamenlijk Claimbelang groot € 7 miljard, of wel gemiddeld € 700.000
per Claim. De groepsomzet was in 2017 € 22 miljoen en de nettowinst na belasting € 1,3 miljoen. Voor procesfinanciering was in 2017 de omzet € 4,4 miljoen met een brutomarge ad € 1,5 miljoen en een nettowinst na belasting groot € 644.000. Over de periode 2013 t/m 2017 heeft Foris 165 Claims afgesloten, waarvan 109 met een positief resultaat (66 %). In 2018 rapporteerde Xxxxx uitsluitend een jaarbericht, en derhalve niet meer cumulatief.
Legial AG te München (xxx.xxxxxx.xx, dochter van DAS Rechtsschütz en kleindochter van ERGO Versicherung AG) richt zich sinds haar oprichting in 2000 op procesfinanciering met een ondergrens Claimbelang van € 100.000 en sinds 2006 ook op incasso van individuele achterstallige vorderingen en sinds 2009 ook grote incassoportefeuilles. Legial AG heeft ca 65 werknemers. Zij had in 2016 een omzet van € 13,8 miljoen, mogelijk vooral uit incasso activiteiten. Voor zover kan worden overzien richt Legial AG zich tot nu toe uitsluitend op de Duitse markt.
Roland ProzessFinanz AG in Keulen (xxx.xxxxxx-xxxxxxxxxxxxx.xx) is opgericht in 2001 en was tot medio 2017 eveneens onderdeel van een rechtsbijstandverzekeraar (Roland Rechtsschutz- Versicherungs-AG). Midden 2017 is Xxxxxx XxxxxxxXxxxxx overgenomen door de Nederlandse procesfinancier Omni Bridgeway. De combinatie heeft 40 mensen in dienst en stelt Europees marktleider in procesfinanciering te zijn. Zij biedt diverse diensten aan in een aantal Europese jurisdicties. Roland ProzessFinanz blijft als aparte divisie voortbestaan en richt zich op de DACH- landen voor Claimbelangen vanaf € 100.000. In Oostenrijk ligt de ondergrens op € 200.000 en in Zwitserland op CHF 500.000. Indien een cliënt een verzekering heeft afgesloten bij Roland Rechtsschutz-Versicherungs-AG worden Claims vanaf € 5.000 in behandeling genomen. In november 2017 heeft Roland ProzessFinanz een alliantie gesloten met Spanish Legal Reclaims te Barcelona
(xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx), onder meer gespecialiseerd in het namens particulieren terug claimen van zogenaamde Off Plan deposits van Spaanse banken.
Omni Bridgeway te Amsterdam (xxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx) is in 1986 opgericht door enkele advocaten die voorheen in dienst waren bij LoyensLoeff Nederland. Zij is gespecialiseerd in internationale arbitrages en het wereldwijd executeren van vonnissen tegen landen, publieke instellingen en ondernemingen. Zij heeft kantoren in Londen, Genève, Singapore en Guernsey. Omni Bridgeway financiert individuele en collectieve Claimbelangen vanaf € 10 miljoen. Omni Bridgeway is vermoedelijk wereld marktleider in haar segment van het uitwinnen van Claims tegen staten en publieke instellingen (en uitwinnen van cross-border activa), het voeren van complexe arbitrage procedures en anti-kartel zaken. Sinds enkele jaren is Omni Bridgeway ook actief in de uitwinning van NPL’s (Non-Performing Loans) en insolvency Claims. Xxxxxxx IMF heeft in 2019 OmniBridgeway overgenomen en heeft daarmee een vestiging in Nederland. Zowel het soort Claims waarop Omni Bridgeway zich richt als hun ondergrens vallen ruim buiten de scope van de Uitgevende Instelling.
Bovendien heeft de Uitgevende Instelling een positie in Nederland als marktleider met de branding van de Liesker Groep, zoals in 1.3 nader wordt uiteengezet.
Er zijn mogelijk nog enkele kleinere procesfinanciers actief in Duitsland, die verder niet worden besproken.
Liesker Legal N.V. is op 3 mei 2011 opgericht door Xxxxx Xxxxxxx en zijn dochter Xxxx Xxxxxxx met het doel om zich te richten op procesfinanciering. Xxxxx en Xxxx zijn beide voormalige advocaten van een gerenommeerd Bredaas kantoor. Bij de oprichting was Liesker Legal N.V. vermoedelijk de enige aanbieder van procesfinanciering in de Nederlandse rechtsmarkt. Vanaf het tweede jaar is tevens Xxxxx Xxxxxx, een voormalig advocaat met ruim 40 jaar proceservaring en sindsdien werkzaam als senior jurist binnen Liesker Legal N.V., nauw betrokken.
Bij de oprichting hebben Xxxxx en Xxxx Xxxxxxx samen € 226.000 op het eigen vermogen gestort. Voorts is uit de kring van family & friends nog eens € 650.000 kapitaal verstrekt aan de onderneming in de vorm van 8 % cumprefs.
In november 2015 heeft De Liesker Groep via Collin Crowdfund een lening groot € 600.000 aangetrokken met een rente van 7 %, onder verstrekking van enkele zekerheden. De lening is binnen 12 uur volgeschreven en verstrekt door 356 investeerders. Per november 2019 is deze lening volledig afgelost conform de contractuele aflossingsverplichtingen.
In januari 2018 heeft De Liesker Groep via Collin Crowdfund een tweede lening groot € 1,2 miljoen aangetrokken met een rente van 7,5 %, onder verstrekking van enkele zekerheden. De lening is binnen 7 dagen volgeschreven en verstrekt door 801 investeerders. Aan alle contractuele verplichtingen wordt per datum van dit Informatiememorandum voldaan, per 1 februari 2020 is op deze lening € 240.000 conform de contractuele aflossingsverplichtingen afgelost.
In november 2018 heeft De Liesker Groep het Litifund 2 in het leven geroepen ter financiering van grotere claims. Litifund 2 heeft haar doelvermogen van € 4,98 miljoen voor het jaareinde 2018 bijeengebracht. Jaareinde 2019 heeft Litifund 2 haar laatste claim aangenomen en is dit fonds hiermee volledig volbelegd. De aangenomen claims hebben gemiddeld een hogere claimwaarde dan verwacht, waarmee het rendementsperspectief voor obligatiehouders in Litifund 2 momenteel nog gunstiger is dan bij aanvang van het fonds werd aangenomen.
1.3.2 Liesker Procesfinanciering B.V.
Op 17 februari 2014 is Liesker Procesfinanciering B.V.1 opgericht als 100 % dochter van Xxxxxxx Legal N.V.. Liesker Procesfinanciering B.V. is verantwoordelijk voor het beheer van Actieve Claims en draagt alle indirecte beheerkosten. Liesker Procesfinanciering B.V. heeft met de voorlopers van Litifund 3, Litifund B.V. en Litifund 2 B.V., Service Level Agreements voor het beheer van de lopende zaken in deze fondsen en zal tevens een Service Level Agreement sluiten met Litifund 3 B.V.. Daarin wordt beschreven welke werkzaamheden Xxxxxxx Procesfinanciering B.V. voor Litifund 3 B.V. zal uitvoeren, waaronder het selecteren en begeleiden van de claims.
Samengevat houdt het bovenstaande in dat vanaf de Eerste Relevante Uitgiftedatum:
♦ Liesker Procesfinanciering B.V. het beheer van alle Actieve Claims in Litifund 3 B.V. verzorgt (inclusief marketing en sales en acceptatie van nieuwe Claimaanvragen);
♦ Litifund 3 voor nieuw te fiatteren claims uitsluitend investeert in Claims met een verwacht Claimbelang van tenminste € 1 miljoen;
♦ De Liesker Groep verplicht voor 10% co-investeert in alle Claims waarin Xxxxxxxx 3 investeert;
♦ Litifund zal de in Hoofdstuk 1.4.8 beschreven Claims voor zover die per de Eerste Relevante Uitgiftedatum nog Actief zijn, per die datum aan Litifund 3 overdragen.
Met betrekking tot de ontwikkeling van de Claim aanvragen bij en financiering van De Liesker Groep,
Litifund en Litifund 2 worden hieronder enkele mijlpalen gegeven. In dit deel 1.3.3. van het IM
worden onder de “Liesker Groep” tevens Litifund en Litifund 2 begrepen, om zodoende het track record integraal te rapporteren:
♦ Juni 2011: 1e Claim geaccepteerd;
♦ Februari 2012: eerste Claim groter dan € 2,5 miljoen geaccepteerd;
♦ April 2015: Xxxxxxxxxx Claimbelang verhoogd naar € 250.000;
♦ April 2015: Minimum Fee verhoogd naar 30 % van het Claimbelang;
♦ November 2015: De Liesker Groep trekt eerste crowdfunding lening aan, groot € 600.000
♦ Februari 2016: eerste Claim groter dan € 5 miljoen geaccepteerd;
♦ Maart 2016: eerste Claim groter dan € 10 miljoen geaccepteerd;
♦ Juli 2016 100e Claim geaccepteerd;
♦ Oktober 2016: 50e Claim Beëindigd;
♦ December 2016: Xxxxxxxx trekt onderhandse lening aan van een derde, groot € 1 miljoen. gelijktijdig verstrekt Xxxxx Xxxxxxx een additionele lening groot € 200.000 aan Litifund. In de
loop van 2017 verstrekken andere derden op dezelfde voorwaarden additionele leningen van
€ 550.000 aan Litifund;
♦ Februari 2017: voor alle geaccepteerde Claims vanaf de oprichting van De Liesker Groep in
2011 is het gezamenlijk verwachte Claimbelang de € 100 miljoen gepasseerd;
♦ November 2017: 1.000e Claim aanvraag ontvangen.
♦ Januari 2018: De Liesker Groep trekt tweede crowdfunding lening aan, groot € 1,2 miljoen. Deze lening is in november 2019 volledig afgelost. Rente en aflossing zijn steeds op tijd voldaan.
1 Bij oprichting was de juridische naam van deze vennootschap Liesker Legal B.V. Op 28 december 2015 is deze naam statutair gewijzigd naar Liesker Procesfinanciering B.V.
♦ November 2018: De Liesker Groep lanceert het eerste obligatiefonds, Litifund 2 genaamd, ter grootte van € 5 miljoen, dat binnen één maand volledig is volschreven. De jaarrente op deze lening wordt conform verplichting voldaan.
♦ December 2019: Litifund 2 is bijna volledig gevuld met Claims, 12 maanden na de opstart en mitsdien 12 maanden vóór de in 2018 afgegeven prognose. Het totale Claimbelang is al hoger dan de prognose.
In de periode 2011 t/m 2019 heeft De Liesker Groep 1.431 Claim aanvragen ontvangen. Hiervan voldeden er 135 (9%) aan de Acceptatiecriteria met een gezamenlijk verwacht Claimbelang groot € 202 miljoen. In dezelfde periode zijn 82 claims afgesloten waarvan 43 Claims (=52%) zijn Gewonnen of Gesettled. Zie de tabel hieronder.
Tabel 1: Claimaanvragen en claimboek
Vooral in de beginjaren kwam het voor dat een Claim wel is geaccepteerd en gecontracteerd (onder voorbehoud van nader onderzoek), maar toch niet werd opgestart. Meestal was de reden dat bij een nader onderzoek van het feitencomplex de Claim toch niet als voldoende aantrekkelijk werd beschouwd. De niet opgestarte Claims hebben slechts geringe kosten veroorzaakt2 en worden in de statistieken in dit Informatiememorandum niet nader geanalyseerd.
Per ultimo 2019 waren er 40 Claims actief met een gezamenlijke verwacht Claimbelang groot 143 miljoen, ofwel gemiddeld ruim 3,5 miljoen per Actieve Claim.
De Uitgevende Instelling richt zich op Claims met een verwacht gemiddeld Claimbelang van € 7 miljoen en een minimum van €1 miljoen voor nieuwe Claims.
De tabel hieronder toont het door De Liesker Groep in de periode 2011 t/m 2019 gerealiseerde resultaat op de 95 afgesloten Claims. De omzet bedroeg 8,5 miljoen, waarop een brutomarge groot 4,5 miljoen werd gerealiseerd (53 % van de omzet. Dit komt overeen met 2,1 x de geïnvesteerde Directe Claimkosten.
2 Minder dan € 5.000 per niet opgestarte Claim.
Resultaat afgesloten claims | ||||||
Gewonnen | Portefeuille | Verloren | Niet gestart | Totaal | In % | |
Aantal | 43 | 39 | 13 | 95 | ||
Succes Fee Gewonnen Claims | 3.371.626 | - | - | 3.371.626 | 40% | |
Kostenvergoeding Claims | 1.570.539 | 23.852 | - | 1.594.391 | 19% | |
Vergoeding verkoop Claims | 3.567.289 | 3.567.289 | 42% | |||
Omzet | 4.942.165 | 3.567.289 | 18.029 | - | 8.527.483 | 100% |
Directe Claimkosten | -1.587.449 | -916.061 | -1.488.940 | -14.127 | -4.006.577 | -47% |
Brutomarge | 3.354.716 | 2.651.228 | -1.470.911 | -14.127 | 4.520.906 | 53% |
Multiple (x Directe Claimkosten) Doorlooptijd Claims gemidd. (mnd) | 3,5 x 21 |
De Fee uit het verleden is lager dan thans wordt afgesproken.
Litifund 3 B.V. is op 5 februari 2020 opgericht. De directie zal worden gevoerd door de heer H. Broeders en de heer mr. B.F. Offerhaus. Litifund 3 B.V. verwacht in totaal € 9,98 miljoen aan obligaties uit te geven. Hiervan worden 249 Obligaties van nominaal € 20.000 onder dit
Informatiememorandum uitgegeven (de “Obligaties-A”). Voor het resterende bedrag wordt een obligatielening uitgegeven waarbij obligaties kunnen worden afgenomen met een minimale
tegenwaarde van € 100.000 (de “Obligaties-B”). Voor de Obligaties-B is een apart informatiememorandum beschikbaar.
1.4 Procesfinanciering: feitelijke werkzaamheden
Onder procesfinanciering worden een aantal feitelijke werkzaamheden verstaan die kunnen worden onderverdeeld in 3 fasen:
♦ het werven en selecteren van Claims;
♦ het fiatteren (accepteren) van Claims;
♦ het management van geaccepteerde Claims;
Al deze werkzaamheden worden verricht door De Liesker Groep op basis van een Service Level Agreement. De Liesker Groep ontvangt contractueel voor haar diensten een “Beheervergoeding” van 4% van het geïnvesteerde vermogen. De Uitgevende Instelling heeft derhalve geen personeel in dienst en heeft geen eigen kosten (behoudens enkele geringe kosten).
Het acceptatieproces van Claims wordt in het navolgende schematische overzicht weergegeven
Weergegeven percentages betreffen de tot eind 2019 gerealiseerde resultaten op afgesloten Claims
1.4.1 Het werven en selecteren van Claims
Aan De Liesker Groep worden vanuit de markt Claims ter financiering aangeboden door ondernemingen, particulieren, instellingen en advocaten. Het financiële belang van de aangeboden Claims neemt jaarlijks toe. De Uitgevende Instelling verwacht dat het financiële belang van de aanvragen zal blijven toenemen. Ook verwacht de Uitgevende Instelling, op basis van de ervaring tot heden, dat veel Claims niet voldoen aan de acceptatiecriteria en dat ook in de toekomst ongeveer 90% van de Claimaanvragen moet worden afgewezen.
Van de afwijzingen tot nu toe schat De Liesker Groep dat ca 70% vrijwel direct wordt afgewezen omdat het Claimbelang te laag is, de financiële verhouding tussen verwacht Claimbelang en Directe Claimkosten niet aan de eisen voldoet, het type Claim niet in aanmerking komt voor procesfinanciering of de aanlevering van stukken door de Cliënt uitblijft. De overige afwijzingen geschieden omdat Xxxxxx, na (diepgaande) nadere analyse in opdracht van Xx Xxxxxxx Groep, juridisch niet kansrijk genoeg worden geacht, er geen overeenstemming over de fee met de advocaat wordt bereikt of de verhaalbaarheid op de Tegenpartij onvoldoende wordt geacht.
Met de behandelend externe advocaat wordt door Litifund 3 in principe een afspraak gemaakt over de fixed fee die hij voor een procedure in rekening mag brengen. Deze fee mag in beginsel worden gedeclareerd in drie termijnen die zijn gekoppeld aan proceshandelingen.
De Liesker Groep is verantwoordelijk voor het werven van nieuwe Claimaanvragen, inclusief de daarmee gepaard gaande kosten. De Liesker Groep zal haar marketing grotendeels op dezelfde doelgroepen blijven richten. Vooraf kan namelijk niet worden voorspeld hoe groot de Claim van een potentiële Cliënt in een doelgroep zal zijn.
1.4.2 Het fiatteren (accepteren) van Claims
Na de eerste selectie volgt voor Claims die voor financiering in aanmerking lijken te komen, een zorgvuldig acceptatieproces, aan de hand van een speciaal daartoe ontwikkeld fiatteringsformulier.
De Liesker Groep draagt zorg voor het toetsen van de aangeboden Claim op alle acceptatiecriteria, het opvragen en beoordelen van het advies van de externe advocaat, de eventuele second opinion(s) uit het seniorennetwerk, het opstellen van het advies door het team van Xx Xxxxxxx Groep en de besluitvorming door de Investeringscommissie.
Indien de Investeringscommissie beoordeelt dat de Claim kan worden gefiatteerd brengt zij conform een advies uit aan de Uitgevende Instelling, inclusief alle bijbehorende documentatie. Na een positief advies van de Investeringscommissie neemt de directie van de Uitgevende Instelling het definitieve besluit of een Claim kan worden geaccepteerd.
Indien de directie van de Uitgevende Instelling een Claim accepteert draagt De Liesker Groep zorg voor voltooiing van de onderhandelingen met de Cliënt (over de overeenkomst voor procesfinanciering), de externe advocaat (over de proceskosten) en eventuele andere derden (bijvoorbeeld gespecialiseerd advies).
Sinds januari 2014 hanteert De Liesker Groep standaard een clausule inzake mogelijke belangentegenstelling met de Cliënt3.
De Liesker Groep brengt voor haar eigen acceptatiewerkzaamheden geen afzonderlijke kosten of vergoedingen in rekening bij Litifund 3. Deze worden geacht te zijn inbegrepen in de Beheervergoeding.
1.4.3 Het managen van geaccepteerde Claims
De geaccepteerde Xxxxxx worden gemonitord door De Liesker Groep, die daartoe actief contacten onderhoudt met de Cliënt, de advocaat en eventuele andere derden. De Liesker Groep registreert zelf ook termijnen die rechters hanteren, zodat kan worden gecontroleerd of een externe advocaat een vergissing dreigt te begaan. Maandelijks worden alle lopende zaken door De Liesker Groep gereviewed. Beoordeeld en vastgelegd worden onder meer of verwachtingen moeten worden bijgesteld, bijvoorbeeld ten aanzien van de verwachte Directe Claimkosten, eventuele bijstelling van het verwachte Claimbelang en de verwachte Uitwinningstijd en in het bijzonder de inschatting van de winkans en bereidheid van de Tegenpartij om minnelijk te schikken. Deze periodieke review van de Actieve Claims is een belangrijk instrument voor het risicobeheer.
3 Liesker Procesfinanciering en haar Cliënt kunnen op enig moment van opinie verschillen over de vraag of er tegen een bepaald bedrag geschikt moet worden of dat een procedure moet worden voortgezet. In dat geval heeft de partij die wenst door te gaan daartoe het recht om de procedure volledig voor diens eigen rekening en risico voort te zetten, mits deze op dat moment met de andere partij volledig afrekent op basis van de
aangeboden schikking. 13
Indien nodig stuurt De Liesker Groep actief bij in een Claimprocedure, bijvoorbeeld om aan te sturen op een minnelijke schikking of om een Claim stop te zetten.
Het actieve claimmanagement loopt door tot aan de afwikkeling van een Claim. Wordt de Claim verloren, dan worden de geïnvesteerde Directe Claimkosten en Beheervergoeding als verlies genomen.
Bij een Gewonnen Claim draagt De Liesker Groep namens de Uitgevende Instelling zorg voor inning van de opbrengst (het toegewezen Claimbelang) bij de Tegenpartij, al dan niet met inschakeling van een gerechtsdeurwaarder. Litifund 3 is bevoegd tot rechtstreekse inning bij de Tegenpartij op basis van een pandrecht op de Claim dat zij verkrijgt bij het aangaan van de overeenkomst procesfinanciering met de Cliënt. De Liesker Groep draagt voorts zorg voor de opstelling van de eindafrekening met daarop vermeld welke bedragen toekomen aan de Cliënt, de Uitgevende Instelling en haarzelf, rekening houdend met een eventuele reservering voor nog te betalen facturen van derden.
De Liesker Groep legt de concept eindafrekening ter controle voor aan de Uitgevende Instelling, inclusief alle benodigde onderliggende documenten. De Uitgevende Instelling is bevoegd om de eindafrekening en onderliggende documenten door een externe accountant te laten controleren. Nadat de Uitgevende Instelling haar akkoord heeft gegeven op de concept eindafrekening draagt De Liesker Groep zorg voor de feitelijke afrekening en uitbetaling aan de betrokken partijen.
De Liesker Groep voert de administratie van de Uitgevende Instelling. Zij draagt zorg voor controle, fiattering en uitbetaling van door derden ingediende facturen en stelt, voor zover nodig facturen op voor te ontvangen bedragen.
De Liesker Groep brengt voor het monitoren van Claims, het opstellen en uitbetalen van eindafrekeningen en het voeren van de administratie geen afzonderlijke kosten of vergoedingen in rekening bij Litifund 3. Deze worden geacht te zijn inbegrepen in de Beheervergoeding.
1.4.4 Werkzaamheden Uitgevende Instelling
De Uitgevende Instelling zal worden bestuurd door maximaal twee bestuurders, die primair tot taak hebben om te besluiten of Claims die door De Liesker Groep na zorgvuldige selectie worden voorgesteld, voldoen aan alle acceptatiecriteria van Litifund 3 en of de liquiditeitspositie van Litifund 3 de acceptatie toelaat. Het bestuur van Litifund 3 beoordeelt potentiële Claims dus niet inhoudelijk op juridische en financiële haalbaarheid, dat is immers de taak van De Liesker Groep.
Voorts heeft het bestuur tot taak om betalingen te verrichten van facturen op advies van De Liesker Groep, voor zover deze passen binnen de geaccepteerde Claims. Daarnaast ziet het bestuur toe op de ontvangst van gelden nadat een Claim is Xxxxxxxx of geschikt en verricht de feitelijke uitbetaling van deze gelden aan Obligatiehouders, op advies van De Liesker Groep in de vorm van Rente, Aflossing en eventueel Winstuitkering.
1.4.5 Procesfinanciering: uitgesloten zaken en acceptatiecriteria
De Liesker Groep richt zich uitsluitend op civiele rechtszaken. Zij biedt geen procesfinanciering aan voor letselschadezaken en strafrechtelijke dossiers. De reden hiervoor is dat dit verzadigde markten zijn, met vaak zeer emotioneel beladen klanten, en no-cure-no-pay ook door advocaten zelf op die rechtsgebieden mag worden gedaan.
De Liesker Groep richt zich tevens op massa-claims voor ondernemingen en in mindere mate voor consumenten. In toenemende mate worden in Nederland claimstichtingen opgericht met het doel om massaschade claims voor de rechter te brengen. Claimstichtingen voor consumenten zijn
doorgaans zo opgezet dat een groot aantal aangesloten consumenten allemaal een relatief kleine bijdrage betalen die een gedeelte of zelfs alle kosten van de procedure dekt. Deze claimstichtingen hebben in het laatste geval daarom geen verdere procesfinanciering nodig. De Liesker Groep voorziet, ook door aanstaande wetgeving, dat aan de opzet en verdienmodellen van dergelijke claimstichtingen paal en perk zal worden gesteld en dat dergelijke claimstichtingen gereguleerd gaan worden. Anders ligt dit met groepsclaims voor ondernemingen.
De Liesker Groep hanteert als uitgangspunten dat zij zelf geen rechtszaken optuigt (geen ‘ambulance chasing’), dat er sprake moet zijn van een eigen behoefte tot procederen bij de uiteindelijk belanghebbende (Cliënt) en dat er meerwaarde moet zijn voor de betrokkenheid van de Liesker Groep doordat zij daadwerkelijk risicodragend kapitaal in de procedure investeert.
De Liesker Groep accepteert uitsluitend Claims waarop Nederlands of Belgisch recht van toepassing is. Dit om te voorkomen dat dure buitenlandse advocaten moeten worden ingehuurd of dat Claims worden geaccepteerd waar zij minder verstand van heeft. Ook accepteert Xx Xxxxxxx Groep alleen Claims indien de Tegenpartij van de Cliënt naar verwachting over voldoende middelen of bezittingen beschikt, bij voorkeur in Nederland, om een eventuele toegewezen Claim te kunnen voldoen.
De Liesker Groep verbindt zich steeds tot financiering voor slechts één processuele instantie (eerste aanleg of hoger beroep), zij heeft telkens wél het recht maar niet de plicht om door te procederen. Na verkrijgen van een vonnis wordt een eventueel hoger beroep of cassatie als een nieuwe aanvraag behandeld en opnieuw beoordeeld.
In de praktijk accepteert Xx Xxxxxxx Groep vaak Claims van Xxxxxxxx die zelf niet in staat zijn om te procederen tegen een grote tegenpartij. Zo draagt De Liesker Groep bij aan een gelijk speelveld. Samengevat hanteert Xx Xxxxxxx Groep de volgende harde acceptatiecriteria voor Claims in Litifund 3.
♦ Claims dienen civiele zaken te betreffen. Letselschade en strafrechtelijke zaken worden uitgesloten.
♦ De rechtszaak wordt naar Nederlands of Belgisch recht gevoerd;
♦ De bezittingen van de Gedaagde bevinden zich bij voorkeur in Nederland en er is een hoge kans op verhaal bij toekenning van een Claim;
♦ Er bestaat een hoge kans op een goede afloop;
♦ De verwachte Uitwinningstijd is maximaal 3 jaar;
♦ De in te schakelen externe advocaat dient een positieve, onderbouwde opinie te hebben afgegeven met betrekking tot: (i) de winkans van de Claim; (ii) de verwachte Uitwinningstijd;
(iii) de benodigde Directe Claimkosten; en: (iv) de uitwinningsmogelijkheden;
♦ Cliënt is bereid om bij het Winnen van een Claim een success fee van in de regel 30% van de opbrengst plus de werkelijke Directe Claimkosten en de Beheervergoeding af te dragen aan Litifund 3.
♦ De verwachte Directe Claimkosten liggen gemiddeld op 5 %, doch maximaal op 7 % van het verwachte Claimbelang bedragen.
♦ De externe, behandelend advocaat is bereid om fixed-fee afspraken te maken over zijn honorarium voor de procedure en betaaltermijnen gekoppeld aan zijn zichtbare prestatie;
♦ Het aantal door De Liesker Groep te investeren interne uren, benodigd voor selectie, acceptatie, begeleiding, monitoring en Uitwinning, van een Claim dient redelijk te zijn in relatie tot het Claimbelang; hiervoor brengt zij een vaste vergoeding in rekening
(‘Beheervergoeding’);
De Beheervergoeding aan Xxxxxxx Procesfinanciering B.V. bedraagt 4% over het initieel geïnvesteerde vermogen per jaar. Indien er na 5 jaar nog claims lopen, zal de Beheervergoeding een vast bedrag per Actieve Claim van € 1.250 per maand bedragen.
♦ Litifund 3 financiert in principe slechts één instantie (eerste aanleg of hoger beroep of Hoge Raad), maar heeft het recht verder te procederen;
♦ Specifiek met betrekking tot De Liesker Groep gelden de volgende additionele voorwaarden:
x Xx Xxxxxxx Groep verplicht zich tot een Co-Investering in elke nieuw geaccepteerde Claim door Litifund 3. Dit houdt in dat De Liesker Groep 10 % van de verwachte Directe Claimkosten mee investeert (in hetzelfde tempo als Litifund 3. Daartegenover deelt De Liesker Groep pro rata haar daadwerkelijke investering mee met de Fee plus het betreffende deel van de eventuele Kostenvergoeding uit de Procedure die Litifund 3 ontvangt die betrekking heeft op de Directe Claimkosten;
x Xx Xxxxxxx Groep draagt de in Hoofdstuk 1.4.8 genoemde Claims per de Eerste Relevante Datum over aan Litifund 3 (“Eerste Inbreng Claims”) onder de daar genoemde voorwaarden.
Xxxxxxxx dit op zichzelf geen hard criterium is, leiden de beschreven criteria er in de praktijk toe dat De Liesker Groep zich met name richt op individuele Claims. In een enkel geval is het mogelijk dat De Liesker Groep samen met een andere partij gezamenlijk in een Claim investeert. Uitgangspunten voor een gezamenlijke investering zijn: (i) Litifund 3 participeert pro rata opbrengsten en kosten mee; (ii) het deel dat Litifund 3 investeert valt wel binnen haar acceptatiecriteria; (iii) Overeenstemming over de aansturing van de externe advocaat, het tot stand komen van een eventuele schikking en het verdere verloop van de procedure.
1.4.6 Procesfinanciering: mitigering van xxxxxx’x en benodigde expertise
Hoofdstuk 5 bevat een uitvoerige risico analyse. De Liesker Groep zet de volgende instrumenten in
om de risico’s verbonden aan het accepteren, beheren en beëindigen van Claims te beheersen:
1. Positief advies van de externe proces advocaat. De in te huren externe advocaat die de procedure gaat voeren dient een positief, juridisch onderbouwd advies te hebben afgegeven met betrekking tot onder meer: (i) toepasselijk recht en specifieke wetsartikelen; (ii) de winkans en het verwachte Claimbelang; (iii) de verwachte Uitwinningstijd en uitwinningsmogelijkheden; (iv) de verwachte Directe Claimkosten; (v) eventuele verwachte complicaties;
2. Positieve second opinion + begeleiding uit seniorennetwerk. De Liesker Groep heeft een omvangrijk seniorennetwerk opgezet, bestaande uit ex-rechters, ex-advocaten, en ex- accountants/fiscalisten met specifieke kennis. Deze worden vaak in grotere dossiers ingeschakeld voor het geven van een second opinion (voordat een Claim wordt geaccepteerd) en/of advies of deskundige begeleiding (voor geaccepteerde Claims);
3. Deskundige analyse en definitieve opinie op de Claim. De Liesker Groep beschikt over een juridisch team, dat bestaat uit zeer ervaren voormalige advocaten en juridische medewerkers. Het werken in teamverband leidt tot een brede beoordeling van het risico. Dit team beoordeelt de Claimaanvraag, het advies van de externe proces advocaat en de (eventuele) second opinion uit het seniorennetwerk. Ook beoordeelt dit team of de aangevraagde Claim aan alle acceptatiecriteria voldoet. Op basis hiervan geeft dit team een positief of negatief advies om de Claim te accepteren;
4. Besluitvorming door Investeringscommissie. De Investeringscommissie bestaat thans uit Xxxxx Xxxxxxx (voorzitter), een team van voormalige advocaten en rechters en de controller. Dit team doet een laatste check of aan alle acceptatiecriteria is voldaan en beoordeelt nogmaals inhoudelijk, op basis van de voorliggende interne en externe adviezen, of de Claim voldoende aantrekkelijk is. Zij neemt het definitieve besluit om een Claim, te accepteren*, te schikken en/of te beëindigen;
5. Intensief management van Actieve Claims: Iedere Actieve Claim wordt begeleid door een casemanager, die de ontwikkelingen in de procedure op de voet volgt. Hij overlegt veelvuldig overleg met externe advocaat en Cliënt, zodat de risico’s en kosten voortdurend wordt gevolgd en waar nodig wordt bijgestuurd. Maandelijks worden alle Actieve Claims besproken het team van De Liesker Groep en worden parameters en verwachtingen, waar nodig, bijgesteld. Daaropvolgend vindt, eveneens maandelijks, eventuele benodigde besluitvorming plaats door de Investeringscommissie (zie punt 4 hiervoor);
6. Beperking maximale financiële risico’s per Claim: Vaststelling en intensieve monitoring van “Kredietlimieten” per Claim, zoals vastgelegd in de acceptatiecriteria, en het aangaan van fixed fee afspraken met de externe advocaat worden ingezet om de risico’s en kosten per Claim en van de Claimportefeuille te beperken;
7. Optimalisering verdienmodel en Claimportefeuille: Beoogd wordt om een homogene spreiding van de Claimportefeuille te bevorderen door binnen de ‘Kredietlimieten’ een maximum te stellen aan de verwachte Directe Claimkosten in absolute bedragen. Dit beperkt naar verwachting de kans dat een enkele negatieve uitschieter in de Directe Claimkosten het rendement op de totale Claimportefeuille sterk beïnvloedt.
Aan het verwachte Claimbelang wordt geen bovengrens gesteld, en dus ook niet aan de verwachte opbrengsten voor Litifund 3. Daardoor kunnen de opbrengsten sterk variëren, zonder maximum. Dit verhoogt de kans op een gunstig, asymmetrisch verdienmodel.
Opgemerkt wordt nog dat de kosten van externe advocaten verreweg de belangrijkste kostenfactor vormen bij het voeren van procedures. Hun tarieven zijn in de laatste jaren steeds meer onderhandelbaar geworden en in toenemende mate zijn zij bereid om vaste fee afspraken te maken voor de behandeling van een Claim. Dit heeft als nevenvoordeel dat hun juridische opinie over de haalbaarheid van een Claim (winkans, Claimbelang, Uitwinningstijd, etc) mogelijk aan kwaliteit wint. Ook het hanteren van een fixed price en vaste betaaltermijnen beogen hieraan bij te dragen.
* na goedkeuring door het bestuur van Litifund 3
1.4.7 Verplichte Co-Investering door De Liesker Groep
Aan de acceptatie van een Claim door de Uitgevende Instelling wordt altijd de voorwaarde verbonden dat De Liesker Groep 10 % van de Directe Claimkosten. De Liesker Groep deelt pro rata van haar werkelijke investering in de Directe Claimkosten mee in de eventuele opbrengsten indien een Claim wordt Gewonnen.
De Liesker Groep brengt voor de Co-Investering geen afzonderlijke kosten, risicopremie of andere vergoedingen in rekening bij de Uitgevende Instelling. Deze worden geacht te zijn inbegrepen in de Beheervergoeding.
1.4.8 Overdracht portefeuille door De Liesker Groep
De Liesker Groep verplicht zich om alle op dat moment Actieve Claims, exclusief de Actieve Claims in Litifund 2, voor zover die per de Eerste Relevante Uitgiftedatum actief zijn, terstond na de eerste Relevante Uitgiftedatum over te dragen aan Litifund 3. Op deze over te dragen Actieve Claims zullen alsdan alle voorwaarden van dit Informatiememorandum van toepassing zijn, waaronder de Co- Investering, doch niet de minimumclaimwaarde van één miljoen euro. Litifund 3 zal tegelijkertijd per de Eerste Relevante Uitgiftedatum aan De Liesker Groep betalen:
(i) een Zakelijke Vergoeding gelijk aan de per de Eerste Relevante Uitgiftedatum geprognosticeerde: omzet* maal de Winkans minus een zodanige afslag dat het rendement voor de Obligaitehouder over de Zakelijke Vergoeding gedurende 3 jaar 15% per jaar bedraagt *(= Fee plus Kostenvergoedingen)
De naar verwachting 29 over te dragen Actieve Claims vertegenwoordigen een verwacht Claimbelang van 43,9 miljoen. Bij een Winkans van 50% levert dit een geprognosticeerde omzet van € 7.048.000 De Zakelijke Vergoeding die Litifund 3 aan De Liesker Groep zou betalen zou per 31 december 2019 in totaal € 3.466.992 bedragen. Het exacte bedrag zal worden vastgesteld per de Eerste Relevante Uitgiftedatum.
Door de verplichte inbreng Claims van de in dit hoofdstuk genoemde claims verkrijgt Litifund 3 een snelle start en een betere risico / rendements verwachting. Voor de goede orde wordt nog vermeld dat de verplichte inbreng uitsluitend geldt voor Claims die nog actief zijn en waar niet al een schikkingsvoorstel of vonnis voor actueel is of geaccepteerd is op de Eerste Relevante Uitgiftedatum.
1.5 Marktsegment en focus van de Uitgevende Instelling
In 2014 is Litifund opgericht om grotere Claims te financieren. Echter, de eis om (in termen van kosten) een voldoende homogene Claimportefeuille op te bouwen leidde ertoe dat ook Litifund een bovengrens voor de verwachte Directe Claimkosten moest hanteren. Tegelijk zag De Liesker Groep dat het aantal aangeboden Claims direct boven het segment van Litifund steeds verder toenam, onder andere door het steeds meer bekend worden van procesfinanciering en toetreding van concurrentie.
De Liesker Groep zag en het daarom als een natuurlijke stap om middels obligatiefondsen een verdere groei van de portefeuille Claims te realiseren. Daartoe heeft zij in 2018 in eerste obligatiefonds genaamd Litifund 2 opgericht.
Nu Litifund 2 volledig is gecommitteerd met Claims, heeft de Liesker Groep thans Litifund 3 opgericht. In Litifund 3 zullen, naast de eerste inbreng genoemd in 1.4.8, alle nieuwe te accepteren Claims worden ondergebracht. De Uitgevende Instelling is een procesfinancieringsbedrijf dat zich richt op de financiering van grotere Claims met verwachte Directe Claimkosten tussen € 50.000 en
€ 500.000. Claims met hogere Directe Claimkosten vertonen regelmatig meer dan proportioneel hogere verwachte Claimbelangen. De Uitgevende Instelling speelt hier op in door voor de verwachte Claimbelangen van nieuwe Claims een ondergrens van € 1 miljoen te hanteren. Zij verwacht op deze wijze relatief meer van het hiervoor geschetste gunstige, asymmetrische verdienmodel gebruik te kunnen maken.
Per de Eerste Relevante Uitgiftedatum heeft De Liesker Groep de verplichting om de 29 Actieve Claims, in Hoofdstuk 1.4.8 nader gespecificeerde Claims voor 90% over te dragen aan Litifund 3, voor
de overige 10% blijft De Liesker Groep de Directe Claimkosten hiervan dragen. Op basis van deze verplichte inbreng en de geschetste marktontwikkelingen verwacht Litifund 3 dat zij gedurende de Acceptatieperiode de geprognosticeerde 18 Claims kan accepteren. De Liesker Groep en Litifund 3 willen middels deze Obligatielening aan beleggers de mogelijkheid bieden om te investeren in de procesfinanciering van grotere Claims. Indien er minder dan de beoogde 10 miljoen euro beschikbaar zou komen, dan zal het aantal te accepteren Claims navenant lager kunnen liggen. Mede daarom is gekozen voor een minimum beoogd startkapitaal van € 2.500.000 waarbij een zodanig veel kleiner percentage van de bestaande portefeuille door Litifund 3 zal worden overgenomen, dat het verwachte rendement voor de Obligatiehouder niet vermindert.
Met in achtneming van de specifieke regels voor Litifund 3, zoals beschreven in Hoofdstuk 1.4.5 gelden voor De Liesker Groep en Litifund 3 dezelfde acceptatiecriteria. Dit betekent dat de Uitgevende Instelling zich op dezelfde markt als De Liesker Groep focust en hetzelfde type Claims met dezelfde kenmerken en afkomstig van dezelfde doelgroepen accepteert, behoudens dat zij groter zijn (in termen van Directe Claimkosten en Claimbelang).
De Uitgevende Instelling verwacht dat er een zekere mate van synergie mogelijk is met De Liesker Groep, bijvoorbeeld ten aanzien van het werven van Claim aanvragen, het beheer en de administratie van Claims en het doorlopen van de verdere leercurve.
De Uitgevende Instelling verwacht, maar kan geen zekerheid bieden dat het risicoprofiel van het marktsegment waarop zij zich richt niet in grote mate afwijkt van het risicoprofiel van Claims waarop De Liesker Groep zich tot nu heeft gefocust. Bij grotere Claims is het bijvoorbeeld mogelijk dat procespartijen meer juridische verweren en tactische verweren aanvoeren, waardoor de Uitwinningstijd langer kan worden en de Directe Claimkosten kunnen oplopen.
De Uitgevende Instelling verwacht voorts, maar kan ook daar geen zekerheid over bieden dat de benodigde activiteiten voor het accepteren, managen en beëindigen van grotere Claims in grote lijnen gelijk of gelijksoortig zijn aan de benodigde activiteiten voor het segment Claims waarop De Liesker Groep zich focust.
1.6 Interne Organisatie van De Liesker Groep
Xxxxx Xxxxxxx vormt Xxxxxxx Legal N.V.’s directie en is eindverantwoordelijk. Het team van De Liesker Groep omvat per 1 januari 2020 8 juristen. Zij hebben de bevoegdheid om overeenkomsten met klanten of advocaten aan te gaan nadat de Uitgevende Instelling een Claim heeft geaccepteerd.
Juristen hebben geen bevoegdheid om zelfstandig opdracht te geven tot minnelijke schikking. Belangrijke besluiten worden genomen door de directie in samenspraak met de verantwoordelijke jurist.
Een belangrijk deel van de juridische organisatie van Liesker Legal NV is het team van senioren. Dit zijn zeer ervaren oud-rechters en oud-advocaten die een Claim in de laatste fase vóór acceptatie beoordelen en deel uitmaken van een fiatteringscommissie. Zij zijn de experts die verantwoordelijk zijn voor een juiste selectie van te accepteren Claims.
Ter ondersteuning heeft De Liesker Groep een controller en twee ervaren office-assistentes. Zie ook het onderstaande schema.
De financiële administratie en operationele zaken worden vastgelegd in het gespecialiseerde softwarepakket BASENET. Dit zit in de cloud, er is ook een server op kantoor van De Liesker Groep. Originele processtukken zitten in het dossier van de advocaat.
De loonadministratie, jaarverslagen, fiscale en overige administratieve ondersteuning worden verzorgd door Van Oers Accountants en Belastingadviseurs B.V. te Breda.
HOOFDSTUK 2 MARKT EN CONCURRENTIEPOSITIE
2.1 Marktomvang en marktpositie Uitgevende Instelling
Naar inschatting van de Uitgevende Instelling biedt de Nederlandse markt ruime mogelijkheden, ofschoon de marktomvang lastig is in te schatten. Redenen daarvoor zijn onder meer dat procesfinanciering pas sinds enkele jaren beschikbaar is en dat partijen die in het verleden niet hebben geprocedeerd omdat zij de kosten daarvoor niet konden of wilden dragen, niet in kaart zijn gebracht. Ruwweg wordt de marktomvang als volgt berekend. Er zijn momenteel 17.000 advocaten actief in Nederland. Gebaseerd op eigen jarenlange ervaringen in de advocatuur en de ervaringen met de advocaten met wie De Liesker Groep sinds haar oprichting samenwerkt, vermoedt de Uitgevende Instelling dat iedere advocaat in Nederland tenminste één keer per jaar een dossier heeft dat in aanmerking komt voor procesfinanciering. Dit is vermoedelijk een voorzichtige inschatting.
Illustratief is dat de advocaten met wie De Liesker Groep thans zaken doet, voor de eigen klanten gemiddeld 3 nieuwe Claim aanvragen per jaar aan De Liesker Groep voorleggen.
Hierop gebaseerd zou de jaarlijkse omvang van Claim aanvragen via advocaten tussen 17.000 en
50.000 kunnen bedragen. Indien –conservatief- wordt uitgegaan van de ondergrens en voorts wordt verondersteld dat de helft daarvan De Liesker Groep (en de Uitgevende Instelling) niet zal benaderen, komt het Nederlands potentieel aan Claim aanvragen uit op ca 8.500 per jaar.
Van het geschatte marktpotentieel werden in 2018 en 2019 gemiddeld 211 nieuwe Claim aanvragen per jaar bij De Liesker Groep ingediend. Dit is gelijk aan 3,8 % van de geschatte marktomvang.
De Uitgevende instelling verwacht 8 à 10 nieuw Claims per jaar te moeten accepteren om volledig geïnvesteerd te raken. Bij een acceptatiegraad van 10% zou dit corresponderen met tussen de 150 en 200 Claim aanvragen per jaar.
Ervaringen van De Liesker Groep in Nederland, maar ook van buitenlandse concurrenten in hun markten, geven aan dat de markt van procesfinanciering jaarlijks aanmerkelijke fluctuaties kent in aantallen Claim aanvragen, Claim acceptaties en liquiditeitsbeslag.
In de bovenstaande berekeningen is de rechtstreekse vraag vanuit de markt op nihil verondersteld. Nu al ziet de Liesker groep dat meer dan 75 % van de ontvangen Claim aanvragen rechtstreeks uit de markt komt, dus niet via advocaten. De groeiende naamsbekendheid, publiciteit en online campagnes hebben hieraan bijgedragen. Hierbij wordt overigens aangetekend dat het percentage afgewezen Xxxxx aanvragen die rechtstreeks uit de markt komen aanzienlijk hoger ligt dan van Claim aanvragen die via advocaten bij de Liesker groep worden ingediend.
Op de bredere Nederlandse rechtsmarkt zijn een aantal partijen actief.
Advocaten zijn daarin tot nu toe verreweg de belangrijke commerciële partijen, omdat zij nog steeds beschikken over het procesmonopolie. Hieraan wordt steeds verder getornd, maar de Uitgevende Instelling verwacht niet dat het procesmonopolie al tijdens de Acceptatieperiode zal sneuvelen.
Voor de Uitgevende Instelling zijn met name de advocaten relevant. Zij fungeren vaak als aanbrenger van Claim aanvragen met een hogere kwaliteit, omdat zij bij uitstek in staat zijn om te beoordelen of een zaak zich leent voor procesfinanciering (zij hebben een goed inzicht in de verwachte omvang van de Claim, winkans, Uitwinningstijd en proceskosten).
De uiteindelijke Cliënten van de Uitgevende Instelling zijn particulieren en ondernemers, zowel klein MKB als groot MKB. Naar verwachting zullen vooral grotere ondernemers Claim aanvragen indienen die passen binnen de acceptatiecriteria van de Uitgevende Instelling.
Claimstichtingen voor massa schadeclaims bewegen zich in een specifiek segment van de markt waarop de Uitgevende Instelling zich niet primair richt. De Claimbelangen zijn vaak hoog tot zeer hoog, maar het aantal nieuw door hen geëntameerde Claims per jaar is tot nu toe bescheiden.
2.2 Concurrentiepositie Uitgevende Instelling
Activiteiten van buitenlandse procesfinanciers in Nederland
De Uitgevende Instelling verwacht dat Duitse concurrenten zich gedurende de Acceptatieperiode op de DACH landen blijven richten en zich niet op de Nederlandse markt zullen richten. Roland ProzessFinanz heeft zich in de zomer 2014 juist uit de Nederlandse markt teruggetrokken onder Omni Bridgeway is sinds 2018 nog geen koerswijziging opgetreden. Vermoedelijk is de DACH markt in totaliteit veel groter dan de Nederlandse markt en kan daar nog een forse groei door de daar gevestigde spelers worden gerealiseerd.
Uit gesprekken met Angelsaksische concurrenten is De Liesker Groep tot nu toe gebleken dat zij niet zozeer de Nederlandse markt, maar de bovenkant van de Europese markt willen betreden. Zij zoeken met kleine teams en grote budgetten naar zeer grote zaken, bv. internationale arbitrage of massaschadeclaims. Er bestaan voorts grote verschillen in taal, rechtssysteem en rechtscultuur
tussen Angelsaksische landen en Nederland. De Uitgevende Instelling verwacht daarom eerder dat Angelsaksische partijen wegbewegen van haar marktsegment, dan dat zij er naartoe bewegen.
De Liesker Groep onderhoudt op regelmatige basis goede contacten met meerdere buitenlandse procesfinanciers die in de UK en Duitsland zijn gevestigd. Zo worden best practices uitgewisseld, gezamenlijk lezingen gegeven over procesfinanciering en wordt enkele keren per jaar zaken naar elkaar doorverwezen. Bij grote zaken wordt co-funding onderzocht.
Activiteiten van Nederlandse procesfinanciers
De markt voor procesfinanciering is in Nederland als eerste door Liesker Legal N.V. geopend in mei 2011. In Nederland hebben zich sinds 2015/2016 de eerste concurrenten op de markt van procesfinanciering gevestigd.
Redbreast te Amsterdam (xxxxx://xxxxxxxxx.xxx) is in 2015 opgericht door enkele voormalige advocaten en rechters. Zij richt zich op Claimbelangen met een ondergrens van € 5 miljoen en heeft thans vermoedelijk 3-5 medewerkers. Redbreast onderhoudt een relatie met Resor (xxx.xxxxx.xx) die is gespecialiseerd in complexe en cross border herstructureringen en insolvency zaken aan de top van de Nederlandse markt. Redbreast publiceert beperkte informatie. Uit informele contacten vermoedt De Liesker Groep dat Redbreast nog weinig Claims heeft geaccepteerd.
Andere Nederlandse partijen zijn:
♦ Capaz te Nijmegen (xxx.xxxxxxx.xx) met 4 medewerkers, opgericht in 2015/2016, richt zich op Claimbelangen met een ondergrens van € 200.000;
♦ WinWin Procesfinanciering te Prinsenbeek (xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) richt zich op Claimbelangen tussen € 1.000 en € 150.000. Dit lijken vooral incassozaken te zijn;
♦ Er zijn in 2019 nog enkele partijen bijgekomen, die zich op internet Procesfinancier noemen, maar in de praktijk nog geen voor de Liesker Groep merkbare aanwezigheid hebben.
In de markt ondervindt De Liesker Groep geen noemenswaardige concurrentie van de genoemde Nederlandse concurrenten. Voor alle nieuwe toetreders is het in de eerste jaren vermoedelijk moeilijk om grotere Claims (in het segment van de Uitgevende Instelling) te accepteren, omdat dan minder makkelijk een homogene portefeuille kan worden opgebouwd, waardoor het risicoprofiel van de Claimportefeuille stijgt. Naast uitgebreide juridische kennis dienen concurrenten ook in ruime mate over financiële kennis te beschikken om een Claimportefeuille goed te kunnen monitoren en nieuwe financiers aan te kunnen trekken. Tenslotte zullen zij door een leercurve heen moeten.
Als potentiële nieuwe toetreders/concurrenten ziet de Uitgevende Instelling vooral bestaande Nederlandse advocaten die zich –net als Xxxxx en Xxxx Xxxxxxx in 2011- laten uitschrijven als advocaat en opstarten als procesfinancier, met behulp van een of enkele financiers.
Er is beperkte indirecte concurrentie van advocaten, die het no cure no pay verbod aan hun laars
lappen of daar creatief mee omgaan (bijvoorbeeld door geen nota’s te sturen). Xxx verwachten echter niet dat dit een hoge vlucht zal nemen, met name niet in het segment waarin de Uitgevende Instelling actief zal zijn. Het kapitaalbeslag bij dat soort claims zal namelijk de draagkracht van deze partijen al snel overstijgen.
Naar verwachting zullen er af en toe rondom individuele zaken funding intiatieven worden gecreëerd, bijvoorbeeld middels crowd funding of door een suikeroom. De Uitgevende Instelling ziet dit niet als belangrijke, structurele concurrentie.
De Uitgevende Instelling acht de kans dat opkopers van distressed debt portefeuilles zich op de procesfinancieringsmarkt begeven gering. Zulke partijen ontberen de benodigde, inhoudelijk gecompliceerde juridische kennis, terwijl het business model van de Uitgevende Instelling, waarbij de Cliënt het merendeel van de vordering ontvangt voor hen minder interessant zal zijn. Opgemerkt wordt nog dat kopers van distressed debt portefeuilles in Europa doorgaans betwiste vorderingen juist uitsluiten en bovendien bij voorkeur portefeuilles in plaats van individuele Claims kopen, terwijl de Uitgevende Instelling steeds één Claim financiert. Rechtsbijstandsverzekeraars zien wij in dit segment evenmin snel actief worden in Nederland.
Gezien het voorgaande verwacht de Uitgevende Instelling gedurende de Acceptatieperiode geen belangrijke concurrentie van buitenlandse of Nederlandse concurrenten. Er wordt op gewezen dat, zodra een Claim is geaccepteerd en de overeenkomst procesfinanciering met de Cliënt is ondertekend, de laatste exclusief is en concurrenten vanaf dat moment niet meer kunnen ‘inbreken’ in de overeenkomst. Voor de Uitgevende Instelling is derhalve de concurrentie ná de Acceptatieperiode in beginsel niet meer relevant. Voor De Liesker Groep zelf vanzelfsprekend wel.
De kosten van advocaten vormen verreweg de belangrijkste kostenfactor bij het voeren van
procedures. Decennia lang (vanaf de jaren ’80) hebben advocaten hun markt in Nederland zien groeien. Ten gevolge van de crisis staat deze tendens vanaf 2010 onder druk. Xxxxxxxx zijn onderhandelbaar geworden en in toenemende mate is de advocaat bereid om vaste feequotes af te spreken voor de behandeling van een zaak. Deze ontwikkeling is gunstig voor Nederlandse procesfinanciers.
Internationaal wordt in de markt van procesfinanciering niet geconcurreerd op prijs, omdat de marktomvang groeit. In Nederland verwacht de Uitgevende Instelling dat dit gedurende de Acceptatieperiode niet anders is. De Liesker Groep ervaart tot op heden geen druk op de door haar gehanteerde tarieven voor haar diensten en verwacht evenmin dat concurrenten gedurende de Acceptatieperiode op prijs zullen concurreren.
USP’s en Sterkte/Zwakte Analyse
Het belangrijkste Unique Selling Point van De Liesker Groep (en de Uitgevende Instelling) is dat zij duidelijk marktleider is met een sterk positief (fatsoenlijk) imago, die zich houdt aan haar afspraken en als een professionele tegenpartij met voldoende funding wordt gezien. Er is veel geïnvesteerd in marketing en dat heeft geresulteerd in een goede vindbaarheid, landelijke erkenning als thought leader en consolidatie van de positie als marktleider. De opgedane ervaring in de afgelopen 9 jaar en de organisatie van expertise via het seniorennetwerk zijn andere belangrijke concurrentievoordelen. De naamsbekendheid van De Liesker Groep neemt duidelijk toe. Dit resulteert in de volgende Sterkte/ Zwakte Analyse voor De Liesker Groep en de Uitgevende Instelling:
Sterktes:
♦ Marktleider met veel ervaring en goede naamsbekendheid, voorsprong van pionier;
♦ Breed netwerk van juridische en andere deskundigen, waaronder ex-advocaten, ex rechters, accountants en fiscalisten;
♦ Vakkundig team met ervaren juridische medewerkers; goede samenwerking en synergie tussen juridische en financiële kennis
♦ Goed track-record van De Liesker Groep;
♦ Professionele organisatie met bewezen, gestandaardiseerde procedures en ruime ervaring met marketing & sales;
♦ Vriendelijkheid, service en kwaliteit als onderdeel van de missie.
Zwaktes:
♦ Aanvragen en acceptie van nieuwe Claims vertonen over de jaren heen een duidelijk cyclisch patroon. Gedurende de Acceptatieperiode zou zich juist een neergaande cyclische tendens kunnen voordoen waardoor er minder Claims kunnen worden aangeboden;
♦ Het business model en de prognoses van de Uitgevende Instelling zijn gebaseerd op gemiddelde winkansen die zich volgens een statistisch regelmatig patroon realiseren. In werkelijkheid zou het zo kunnen zijn dat eerst een aantal zaken worden verloren en pas aan het einde van de Uitwinningstijd zaken worden gewonnen. Dit hoeft geen effect op de cumulatieve winstgevendheid van de Uitgevende Instelling te hebben, maar kan wel een grote liquiditeitsdruk veroorzaken;
♦ De Uitwinningstijd van Claims kan beduidend langer worden indien de werklast van Nederlandse rechtbanken sterk stijgt. De Uitgevende Instelling heeft hier geen invloed op;
Kansen:
♦ Er is een grote Nederlandse markt voor procesfinanciering, ook in het segment van de Uitgevende Instelling. Opening hiervan kan leiden tot relatief veel nieuwe Claim aanvragen;
♦ De Liesker Groep heeft per 1 januari 2020 29 Actieve Claims die verplicht worden aangeboden op de eerste Relevante Uitgiftedatum. Hiermee heeft Litifund 3 de kans om een snelle start te realiseren;
Bedreigingen:
♦ Onverwachte vestiging van nieuwe concurrenten op de Nederlandse markt of aantrekken van substantieel nieuw kapitaal door bestaande Nedelandse concurrenten waardoor zij zich op het segment van de Uitgevende Instelling zouden kunnen richten;
♦ Aanpassing van wet- en regelgeving, die zou kunnen leiden tot beperkingen van het verdienmodel.
HOOFDSTUK 3 OBLIGATIE-UITGIFTE DOOR DE UITGEVENDE INSTELLING
Bij de Obligatielening vervullen de volgende rechtspersonen een belangrijke rol:
• Liesker Procesfinanciering B.V., die opereert als servicer en die bedrijfsmatig alle taken op zich neemt in het kader van de marketing, acceptatie en beheer van de activiteit procesfinanciering;
• Litifund 3 B.V. (de Uitgevende Instelling) zal Obligaties uitgeven aan het publiek in Nederland en de verkregen gelden aanwenden ter financiering van haar activiteiten; en
• Stichting Obligatiehouders Litifund 3 (de Stichting Obligatiehouders) zal als belangenbehartiger, administratiekantoor en zekerheidsagent optreden voor en ten behoeve van de Obligatiehouders.
In de volgende paragrafen zal nadere informatie worden verstrekt over elk van deze rechtspersonen.
3.2 Litifund 3 B.V. (de Uitgevende Instelling)
Oprichting
De Uitgevende Instelling is een op 5 februari 2020 bij notariële akte opgerichte besloten vennootschap naar Nederlands recht, met statutaire zetel te Breda. De Uitgevende Instelling houdt kantoor (en kiest ter zake van de Obligatielening domicilie) aan de Xxxxxxxxxxxx xx Xxxxxxx 0 (0000 XX) Xxxxx, Xxxxxxxxx. De Uitgevende Instelling is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 77251245.
Statutair doel
Het statutaire doel van de Uitgevende Instelling, zoals opgenomen in artikel 2 van de statuten van de Uitgevende Instelling, is, zakelijk samengevat:
a. het investeren in procesfinanciering; en
b. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daarbij bevorderlijk kunnen zijn.
Bestuur
Het bestuur van de Uitgevende Instelling is belast met het besturen en vertegenwoordigen van de Uitgevende Instelling. Het bestuur zal worden gevormd door de heer H. Broeders en de heer mr. B.F. Offerhaus.
Een korte beschrijving van het curriculum vitae van de leden van het bestuur van de Uitgevende Instelling is opgenomen in Bijlage I van dit Informatiememorandum.
Bestuurders worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Er zijn geen potentiële belangenconflicten tussen de plichten jegens de Uitgevende Instelling van de leden van het bestuur van de Uitgevende Instelling enerzijds en hun eigen belangen en/of andere plichten anderzijds.
Geen raad van toezicht
De huidige statuten van de Uitgevende Instelling bieden geen mogelijkheid om een raad van toezicht of raad van commissarissen in te stellen.
Statutenwijziging
Een besluit tot wijziging van de statuten van de Uitgevende Instelling kan door de algemene vergadering van aandeelhouders slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste twee derde (2/3e) van de uitgebrachte stemmen die meer dan de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.
Vereffening
Indien de Uitgevende Instelling wordt ontbonden geschiedt de vereffening door het bestuur van de Uitgevende Instelling, tenzij de algemene vergadering van aandeelhouders anders besluit.
Geen procedures
Er zijn geen overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages, met inbegrip van dergelijke procedures die, naar beste weten van de Uitgevende Instelling hangende zijn of kunnen worden ingeleid, die een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of rentabiliteit van de Uitgevende Instelling.
3.3 Stichting Obligatiehouders Litifund 3 (Stichting Obligatiehouders)
Oprichting
De Stichting Obligatiehouders is een nog op te richten stichting naar Nederlands recht, met statutaire zetel te Breda. De Stichting Obligatiehouders zal kantoor (en kiest ter zake van de Obligatielening domicilie) houden aan de Xxxxxxxxxxxx xx Xxxxxxx 0 (0000 XX) Xxxxx, Xxxxxxxxx. De Stichting Obligatiehouders zal worden ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Statutair doel
Het statutaire doel van de Stichting Obligatiehouders, zoals opgenomen in artikel 3 van de statuten van de Stichting Obligatiehouders, is, zakelijk samengevat:
a. het verkrijgen, vestigen, beheren en uitwinnen van zekerheidsrechten ten behoeve van de Obligatiehouders;
b. het behartigen van de gezamenlijke belangen van de Obligatiehouders in de mate en op de wijze als nader bepaald in de separate Trustakte tussen de Uitgevende Instelling en de Stichting Obligatiehouders, alsmede het verrichten van al hetgeen daarmede verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
Bestuur
Het bestuur van de Stichting Obligatiehouders is onafhankelijk van de Uitgevende Instelling. Bij oprichting zal het bestuur gevormd worden door de xxxx Xxxx Xxxxxx.
Statutenwijziging
Een besluit tot wijziging van de statuten van de Stichting Obligatiehouders kan door het bestuur van de Stichting Obligatiehouders worden genomen.
Vereffening
Na ontbinding en vereffening van de Uitgevende Instelling zal de Stichting Obligatiehouders eveneens worden ontbonden. Indien de Stichting Obligatiehouders wordt ontbonden geschiedt de vereffening door het bestuur van de Stichting Obligatiehouders.
Zekerheden
Litifund 3 B.V. verstrekt een onderpand op de Claims aan de Stichting Obligatiehouders. Het concept van deze pandakte is bij verwijzing opgenomen in de Informatiememorandum.
HOOFDSTUK 4 FINANCIËLE INFORMATIE EN FINANCIERING
In dit hoofdstuk worden de financiële prognoses van Litifund 3 nader uitgewerkt en toegelicht. In dit hoofdstuk wordt uit gegaan van een totaalbedrag van 10 miljoen wat aan Obigatieleningen is uitgegeven. Dit bestaat voor circa 50% uit de Obligaties-A en voor het restant uit de Obligaties-B. Op deze cijfers is geen accountantscontrole uitgevoerd.
4.1 Resultaatprognose van de Uitgevende Instelling bij een totaalbedrag van € 10 miljoen aan obligaties
in EUR * 1.000 | Jaar 1 | Jaar 2 | Jaar 3 | Jaar 4 | Jaar 5 | Cumulatief |
Gewonnen Claims: | ||||||
Aantal Gewonnen Claims | 4,79 | 4,79 | 4,93 | 4,00 | 5,00 | 23,50 |
Omzet (Fee + Kostenvergoedingen) | 2.093 | 2.093 | 2.157 | 8.753 | 10.941 | 26.037 |
afschrijving Directe Claimkosten | -153 | -153 | -158 | -1.260 | -1.575 | -3.298 |
Bruto marge Gewonnen Claims | 1.940 | 1.940 | 1.999 | 7.493 | 9.366 | 22.739 |
Bruto marge Gewonnen Claims in % Omzet | 87% | |||||
Verloren Claims: | ||||||
Aantal Verloren Claims | 4,79 | 4,79 | 4,93 | 4,00 | 5,00 | 23,50 |
afschrijving Directe Claimkosten | -153 | -153 | -158 | -1.260 | -1.575 | -3.298 |
Kosten Verloren Claims | -153 | -153 | -158 | -1.260 | -1.575 | -3.298 |
Kosten Verloren Claims in % Omzet | -13% | |||||
Bruto marge | 1.787 | 1.787 | 1.841 | 6.233 | 7.791 | 19.441 |
Bruto marge in % omzet | 71% | 71% | 75% | |||
Algemene Kosten | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 500 |
Bedrijfsresultaat (EBIT) | 1.687 | 1.687 | 1.741 | 6.133 | 7.691 | 18.941 |
Beheervergoeding | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | 2.000 |
Emissiekosten | 499 | 499 | ||||
Inkoop zaken | 2.820 | 2.820 | ||||
Rente Obligatieleningen | 798 | 798 | 798 | 658 | 3.054 | |
Winst voor Belastingen en Winstuitkering | -2.830 | 489 | 543 | 5.075 | 7.291 | 10.568 |
Belastingen (25% vennootschapsbelasting) | -819 | -1.823 | -2.642 | |||
Nettowinst na Belastingen, voor Winstuitkering | -2.830 | 489 | 543 | 4.256 | 5.469 | 7.926 |
Winstuitkering 50% aan obligatiehouders | 3.963 | 3.963 | ||||
Nettowinst na Belastingen en Winstuitkering | -2.830 | 489 | 543 | 4.256 | 1.506 | 3.963 |
Tabel 3: Resultaatprognose
Gewonnen Claims
In jaar 1 en jaar 2 bedraagt de omzet per jaar € 2,1 miljoen gegenereerd door 4,79 gewonnen claims uit de ingebrachte portefeuille. In jaar 3 bedraagt de omzet € 2,2 miljoen gegenereerd door 4,93 gewonnen claims uit de ingebrachte portefeuille. Nieuwe claims worden in jaar 1 en jaar 2 geaccepteerd en gefinancierd In jaar 4 bedraagt de omzet op de nieuwe claims € 8,8 miljoen door 4,0 gewonnen claims en in jaar 5 bedraagt de omzet € 10,9, gegenereerd door 5,0 Gewonnen Claims. In deze prognose is verondersteld dat 50% van de Claims wordt gewonnen, dit is een lager percentage dan historisch is gerealiseerd.
De Directe Claimkosten voor die Gewonnen Claims worden geactiveerd. Afschrijving van de Directe Claimkosten vindt plaats op het moment dat de betreffende Claim wordt afgewikkeld. Afwikkeling van Claims zal naar verwachting plaatsvinden in de jaren 1, 2 en 3 voor de ingebrachte portefeuille en in jaar 4 en 5 voor de Nieuwe Claims. waardoor de Afschrijving Directe Claimkosten in de jaren 1 en 2 €
153.000 bedragen en in jaar 3 € 158.000 bedragen. De Afschrijving Directe Claimkosten in jaar 4 bedraagt en € 1.260.000 met betrekking tot de Nieuwe Claims. De Afschrijving Directe Claimkosten in jaar 5 bedraagt € 1.575.000 met betrekking tot de Nieuwe Claims.
Verloren Claims
De afschrijving Directe Claimkosten voor de in jaar 1 en jaar 2 verloren Claims zijn € 153.000 en voor de in jaar 3 verloren Claims zijn € 158.000 De directe claimkosten voor de in jaar 4 verloren Claims zijn
€ 1.260.000 en voor de in jaar 5 verloren Claims zijn deze € 1.575.000
Algemene kosten
De algemene kosten bedragen tussen de € 80.000 en € 120.000 per jaar. In het model wordt uit gegaan van een bedrag van € 100.000 per jaar, voor Obligaties-A en Obligaties-B tezamen.
EBIT
Het bedrijfsresultaat (EBIT) komt in jaar 1 en 2 uit op € 1.687.000 In jaar 3 komt het bedrijfsresultaat (EBIT) uit op € 1.741.000 per jaar. In jaar 4 en 5 komt het bedrijfsresultaat (EBIT) uit op respectievelijk
€ 6.133.000 en € 7.691.000 per jaar. Rente Obligatielening
De vaste rentelasten op de obligatieleningen (bestaande uit de Obligaties-A en de Obligaties-B)
bedraagt € 798.400 op jaarbasis bij een nominaal uitstaand totaalbedrag van obligatieleningen van
€ 9.980.000. In dit model wordt er van uitgegaan dat de obligatieleningen geleidelijk gedurende jaar 4 vervroegd wordt afgelost. De rentelasten dalen daardoor in jaar 4 en jaar 5. Vanaf het derde jaar wordt gestopt met het accepteren van nieuwe Claims.
Winstuitkering
De additionele vergoeding, boven op de 8% jaarlijkse vaste rente voor Obligatiehouders bedraagt 50% van de gerealiseerde pro-rata winst. Conform de huidige prognose bedraagt deze winstafhankelijke rente € 3.963.000 gebaseerd op een totale financiering van € 9,98 miljoen middels obligatieleningen. Indien de Obligatielening volledig is voltekend, maken de Obligaties hier 49,9% (zijnde € 4,98 miljoen
/ € 9,98 miljoen) van uit. Van de winstafhankelijke rente zoals hier weergegeven komt dan 49,9%,
zijnde € 1.977.537 toe aan de Obligatiehouders.
KASSTROOM PROGNOSE
in EUR 1.000 | Jaar 1 | Jaar 2 | Jaar 3 | Jaar 4 | Jaar 5 | Cumulatief |
Investeringen: | ||||||
Directe Kosten Claims | -1.375 | -2.418 | -2.304 | -499 | -6.597 | |
Xxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx | -000 | -000 | -000 | -000 | -000 | -0.000 |
Xxxxxxxxxxx op Gewonnen Claims | 2.093 | 2.093 | 2.157 | 8.753 | 10.941 | 26.037 |
Emissiekosten en Algemene Kosten | -599 | -100 | -100 | -100 | -100 | -999 |
Inkoop zaken | -2.820 | -2.820 | ||||
Rente op Obligaties | -798 | -798 | -798 | -658 | -3.054 | |
Belastingen | -2.642 | -2.642 | ||||
Totaal investeringsactiviteiten | -3.102 | -1.624 | -1.446 | 6.956 | 7.141 | 7.926 |
Storting eigen vermogen | 1 | 1 | ||||
Opgenomen gelden | 9.980 | 9.980 | ||||
Aflossingen | -9.980 | -9.980 | ||||
Winstuitkering | -3.963 | -3.963 | ||||
Totaal financieringsactiviteiten | 9.981 | -9.980 | -3.963 | -3.962 | ||
Mutatie Liquide Middelen | 6.879 | -1.624 | -1.446 | -3.024 | 3.178 | |
Cum. Mutatie Liquide Middelen | 6.879 | 5.256 | 3.810 | 786 | 3.964 | 3.964 |
Tabel 4: Kasstroom prognose
In het eerste jaar wordt er voor € 9.980.000 aan obligaties uitgegeven ter financiering van geaccepteerde Claims. Aangezien aan het eind van het eerste jaar op kasbasis € 2.093.000 is ontvangen op gewonnen Claims. Aan het eind van het eerste jaar is € 1.375.000 geïnvesteerd en € 3.819.000 aan kosten is uitgegeven, blijven er daarmee ruim € 6,9 miljoen aan liquide middelen over. Aan het einde van kwartaal 14 zijn naar verwachting de vrij beschikbare liquide middelen het laagst, namelijk €
2.071.000. De Uitgevende Instelling heeft geen juridische verplichting om door te investeren in Claims en zal daar dus mee stoppen indien er onverhoopt onvoldoende liquide middelen beschikbaar zouden zijn.
Aan het eind van het vijfde jaar dient de Obligatielening van maximaal € 9,98 miljoen te worden afgelost. Aan het einde van het vierde jaar is er naar verwachting voor € 786.000 aan liquide middelen opgebouwd, vervolgens wordt er in jaar 5 door additionele opbrengsten uit Claims een positieve kasstroom van ruim € 7,1 miljoen gerealiseerd (vòòr Winstuitkering), zodat er aan het einde van het vijfde jaar ruim € 7,9 miljoen aan liquide middelen aanwezig is. Hierdoor bedraagt de netto kaspositie na aflossing van de € 9,98 miljoen Obligatielening - en de betaling van de Winstuitkering van € 3,963 miljoen, € 3.964.000 (zie de kolom van jaar vijf in Tabel 4: Kasstroom berekening).
Het spreekt voor zich dat wanneer de Uitgevende Instelling bijvoorbeeld ook in het derde jaar Claims zou accepteren en daarin investeringen zou doen, de netto kaspositie aan het eind van het vijfde jaar lager zou zijn. Daarentegen zouden aan het eind van het vijfde jaar nog een of meer Claims actief zijn die een zekere restwaarde zouden vertegenwoordigen. Dit zou er toe kunnen leiden dat de Obligatielening niet of niet geheel zou kunnen worden afgelost aan het einde van het vijfde jaar. De Uitgevende Instelling verwacht dat Actieve Claims bij verkoop gedurende de Looptijd incourant zijn en dat bij een eventuele verkoop -indien al mogelijk- een forse korting op de marktwaarde zou moeten
worden geaccepteerd. Het zou in dit scenario derhalve vermoedelijk te prefereren zijn om met (gedeeltelijke) aflossing op de Obligatielening te wachten tot Claims definitief zijn afgewikkeld. Om de kans te verkleinen dat de Looptijd van de Obligatielening langer dan 5 jaar wordt, worden vanaf het derde jaar geen Claims meer geaccepteerd.
VOORBEELD KASSTROOM VOOR INDIVIDUELE OBLIGATIEHOUDER
Voor een individuele obligatiehouder met een obligatie van nominaal Eur 20.000 zal zijn kasstroom naar verwachting als onderstaand zijn: | |||
Kwartaal | Activiteit | Cashflow | Omschrijving |
20.000 | |||
Q1 | start investering | -20.000 | betaling deelnamesom |
Q2 | |||
Q3 | |||
Q4 | |||
Q5 | Betaling rente | 1.600 | rente 8% over jaar 1 |
Q6 | |||
Q7 | |||
Q8 | |||
Q9 | Betaling rente | 1.600 | rente 8% over jaar 2 |
Q10 | |||
Q11 | |||
Q12 | |||
Q13 | Betaling rente | 1.600 | rente 8% over jaar 3 |
Q14 | afwikkeling claims | 7.014 | gedeeltelijke terugbetaling deelnamesom |
Q15 | afwikkeling claims | ||
Q16 | afwikkeling claims | 12.986 | gedeeltelijke terugbetaling deelnamesom |
Q17 | afwikkeling claims | 1.319 | rente 8% over jaar 4 |
Q18 | afwikkeling claims | ||
Q19 | afwikkeling claims | ||
Q19 | afwikkeling claims | ||
Q20 | afwikkeling claims / beëindiging fonds | 7.942 | winstuitkering |
Totaal cash flow | 14.061 |
In bovenstaand overzicht is de kasstroomprognose van Litifund 3 vertaald naar een individuele Obligatiehouder die één Obligatie van nominaal € 20.000,- heeft verworven. De deelnamesom wordt op de eerste dag van het eerste kwartaal aan de Uitgevende Instelling voldaan. In het 5e kwartaal ontvangt hij de couponrente ad 8% per jaar over zijn deelnamesom over het eerste jaar. In kwartaal 9 ontvangt hij de couponrente ad 8% per jaar over zijn deelnamesom over het tweede jaar. In kwartaal 13 ontvangt hij de couponrente ad 8% per jaar over zijn deelnamesom over het derde jaar. Ultimo kwartaal 14 en 16 ontvangt hij een gedeeltelijke vervroegde aflossing van zijn deelnamesom. Ultimo kwartaal 17 ontvangt hij de couponrente ad 8% van jaar 4. Xxxxxx vierde kwartaal van het vijfde jaar ontvangt hij een Winstuitkering die oploopt tot € 7.942,-. Het rendement op de Obligaties op basis van deze prognose bedraagt 14% op jaarbasis (totale rente-uitkeringen van € 14.061 over een periode van 5 jaar op een inleg van € 20.000).
4.2 Financiële informatie betreffende de Uitgevende Instelling
De Uitgevende Instelling is opgericht op 5 februari 2020 en heeft sindsdien geen activiteiten verricht. Het eerste Boekjaar van de Uitgevende Instelling is begonnen bij de oprichting van de Uitgevende Instelling en zal eindigen op 31 december 2020. De Jaarrekening wordt opgesteld met inachtneming van het bepaalde onder de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek. Aangezien het gaat om een nieuwe entiteit zonder historie kunnen in dit Informatiememorandum geen historische of vergelijkende cijfers over verstreken Boekjaren worden
verstrekt. Echter, om een beeld te krijgen van hoe de balans er uit zou kunnen zien na de emissie van de Obligatielening is hieronder een geprognosticeerde balans opgenomen.
Activa Geprognotiseerde balans* in € '000 Passiva
Liquide middelen | 9.482 | Eigen vermogen | 1 |
Emisiekosten | 499 | Obligatielening-A | 4.980 |
Obligatielening-B | 5.000 | ||
Totaal | 9.981 | Totaal | 9.981 |
* Na emissie van de maximale Obligatielening.
De geprognosticeerde balans toont de balans van de Uitgevende Instelling na de emissie van de Obligatielening. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de definitieve balans na uitgifte van de Obligaties kan wijzigen naar de definitieve hoogte van de uitgegeven Obligaties.
Het eigen vermogen betreft een gestort kapitaal van € 1.000,-. De Obligatie uitgifte zal maximaal € 4.980.000,- bedragen, de uitgifte van de Obligatie-B zal naar verwachting € 5 miljoen bedragen. Uitgaande van dit bedrag kent de linkerzijde een balanspost „emissiekosten‟ van € 399.200,-, zijnde 4% kosten verbonden aan de uitgifte van de Obligaties en € 99.800,- onkostenvergoeding (zie voor verdere toelichting Hoofdstuk 4.5).
De liquide middelen zullen worden aangewend voor het voorfinancieren van Directe Claimkosten verbonden met geaccepteerde Claims, waaronder begrepen advocaatkosten, griffiegelden en verschotten, het betalen van eventuele second opinions en het betalen van eventuele uitwinningskosten Algemene kosten, beheerfee. In Hoofdstuk 4.5 is een kasstroomprognose opgenomen ter illustratie en als voorbeeld voor bedragen en Uitwinningstijd.
Dit overzicht is niet afkomstig uit een gecontroleerd financieel overzicht van de Uitgevende Instelling, en is niet aan een controle onderworpen. De geprognosticeerde balans is opgesteld op basis van in het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaarde grondslagen.
4.3 Schematische weergave geldstromen
"OBLIGATIEHOUDERS"
"STICHTING OBLIGATIEHOUDERS"
(Stichting obligatiehouders Litifund)
Betaling van Fee, evt. Kostenvergoeding procedure, Directe Claimkosten en Beheervergoeding (7)
Rente en aflossing
Inleg (1) obligaties (+ evt. Winstuitkering (2)
Administratiekosten (7)
"UITGEVENDE INSTELLING'
(Litifund 3 B.V.)
Betaling van
Beheervergoeding (4)
Betaling van claimbelang
en evt. Kostenvergoeding Procedure, minus Directe
Claimkosten,
"SERVICER"
(Liesker Procesfinanciering B.V.)
Betaling van
directe claimkosten (3)
"Derden"
(advocaat, rechtbank)
Betaling van Xxxxxxxxxxx Xxxxxx (8) Betaling van (4) en eventuele
Kostenvergoeding Procedure (5)
"Gedaagden"
"Eisers"
Beheervergoeding en Fee
(6)
(1) De door de Obligatiehouders verstrekte Obligatielening;
(2) De aflossing en de verschuldigde Xxxxx (inclusief achterstallige Rente) die vanaf medio vierde jaar wordt betaald, plus de eventuele Winstuitkering indien en voor zover aan de daarvoor gestelde voorwaarden is voldaan;
(3) Met de aangetrokken gelden betaalt de Uitgevende Instelling aan externe advocaten, rechtbanken, deurwaarders, etc de advocaatkosten, griffiegelden en verschotten, kosten second opinion, vergoeding proceskosten, uitwinningskosten, etc (“Directe Claimkosten”) met betrekking tot de door de Servicer van verschillende marktpartijen (“Eisers” of “Cliënten”) geaccepteerde Claims voor en ten behoeve van de Uitgevende Instelling;
(4) Met de aangetrokken gelden betaalt de Uitgevende Instelling voorts de Beheervergoeding aan de Servicer;
(5) Met betrekking tot een Gewonnen Claim betaalt de Tegenpartij in een Claimprocedure (de “Gedaagde”) het Claimbelang – met eventueel een bijgekomen vergoeding voor proceskosten, uitwinningskosten en verschuldigde wettelijke rente (“Kostenvergoeding Procedure”) - aan de Servicer;
(6) Met betrekking tot een Gewonnen Claim betaalt de Servicer aan de Eiser (Cliënt) het Claimbelang plus een eventuele Kostenvergoeding Procedure, nadat daarop: (i) eerst in mindering is gebracht de Directe Claimkosten die de Uitgevende Instelling voor die Claim heeft voorgefinancierd, plus de Beheervergoeding die door de Uitgevende Instelling aan de Servicer is betaald; en vervolgens: (ii) op het daarna resterende saldo de Fee ten gunste van de Uitgevende Instelling in mindering is gebracht.
(7) Met betrekking tot een Gewonnen Claim betaalt de Servicer aan de Uitgevende Instelling: (i) de Fee waartoe de Uitgevende Instelling met betrekking tot die Claim gerechtigd is, plus: (ii) de eventuele Kostenvergoeding Procedure met betrekking tot die Claim, plus: (iii) de Directe Claimkosten die de Uitgevende Instelling voor die Claim heeft voorgefinancierd, plus: (iv) de Beheervergoeding die door de Uitgevende Instelling aan de Servicer is vergoed.
4.4 Geraamde kosten en financiering
Eenmalige emissiekosten
Xxxxxxx Invest B.V. ontvangt als onderdeel van de emissie een vergoeding. Deze emissiekosten bestaan uit een onkostenvergoeding van € 99.800,- ten behoeve van marketing activiteiten, en een succesvergoeding. Xxxxxxx Invest B.V ontvangt, naast de emissiekosten, een succesvergoeding van de Uitgevende Instelling uit hoofde van haar rol als plaatsingsagent, gelijk aan 4% van het nominaal geplaatste emissiebedrag.
Eenmalige emissiekosten (uitgaande van een emissiebedrag van max. € 9.980.000)
Onkostenvergoeding € 99.800 *
Succesvergoeding 4% van € 9.980.000 € 399.200
Totaal € 499.000
* Dit bedrag is voorgefinancierd door Liesker Legal N.V. en wordt doorbelast aan de Uitgevende Instelling door middel van verrekening met de opbrengst van de emissie.
Uitgaande van een emissiebedrag van € 9.980.000 (bestaande uit € 4.980.000 aan Obligaties-A en €
5.000.000 aan Obligaties-B) bedraagt de succesvergoeding daarmee maximaal € 399.200.
Jaarlijkse kosten: Rente en algemene Kosten
De jaarlijkse Rente bedraagt 8%, oftewel maximaal € 798.400, - per jaar. De Rente wordt jaarlijks achteraf betaalbaar gesteld. De opbrengsten uit Gewonnen Claims zijn naar verwachting voldoende om gedurende de Looptijd aan de renteverplichting en uiteindelijke Aflossing te kunnen voldoen indien tenminste 15,3 Claims ofwel 32,5 % van het aantal geaccepteerde Claims wordt gewonnen en ook de overige aannames uitkomen, zoals het verwachte Claimbelang, de Uitwinningstijd en de Directe Claimkosten (zie Hoofdstuk 4.5 voor een berekening hiervan).
De verwachte kosten die rechtstreeks verband houden met Claims bestaan uit: (i) voor alle Claims: Directe Claimkosten plus Beheervergoeding aan Servicer; (ii) voor verloren Claims komt daar bij: eventuele Kostenvergoeding Procedure aan Gedaagde. De Directe Claimkosten worden -gemiddeld- geraamd op 5% van het verwachte Claimbelang, ofwel € 315.000,- per geaccepteerde Claim bij een verwacht gemiddeld Claimbelang van € 6.300.000,-.
De Beheervergoeding aan Servicer bedraagt 4% over het totale initiële obligatievermogen, bij de veronderstelde inleg van € 9.980.000 is dit € 100.000,- per kwartaal. Indien Claims aan het eind van de looptijd van de obligatielening nog lopen, zal de Beheervergoeding een vast bedrag per Actieve Claim van € 1.250 per maand bedragen.
Met deze vergoeding dekt Servicer de kosten voor acceptatie, intensieve monitoring van Actieve Claims, aansturen van externe advocaten, voeren van schikkingsbesprekingen en uitwinning van Gewonnen Claims en het algemene management van de Uitgevende Instelling.
Daarnaast zijn er Algemene Kosten, welke zijn geraamd op circa € 100.000, - per jaar. Onder deze kosten wordt onder meer verstaan, de vergoeding voor het bestuur, de accountingkosten, fiscale kosten uit hoofde van het opstellen van de jaarrekening, de bankkosten en de kosten voor communicatie van de Uitgevende Instelling zelf.
Jaarlijkse kosten (uitgaande van een emissiebedrag van € 9.980.000)
Rente
Algemene kosten
€ 798.400 *
€ 100.000
Totaal € 898.400
4.5 Kasstroomprognose (uitsluitend illustratief van aard en enkel gebaseerd op prognoses)
VOORBEELD:
Het kasstroomprognose-model (weergegeven op pagina 30) is uitsluitend illustratief van aard, laat de ruimte zien voor aflossings- en couponverplichtingen, op basis van de verwachte kasstroom uit Gewonnen Claims. Het model kent de volgende veronderstellingen, welke zijn gebaseerd op ervaring en historische gegevens van de Servicer:
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx : € 6.300.000,-
Gemiddelde Directe Claimkosten : 5% van het Claimbelang, of wel € 315.000 per Claim
Beheervergoeding Servicer : 4% van het totale obligatievermogen, bij de
veronderstelde € 9.980.000 is dat
€ 100.000,- per kwartaal.
Aantal Gewonnen Claims : 50% van alle geaccepteerde Claims Kostenvergoeding Claim voor Uitgevende Instelling : 5% van Claimbelang Gewonnen Claim
Fee voor Gewonnen Claim voor Uitgevende Instelling : 30% van Claimbelang van Gewonnen Claim
nadat daar eerst de Kostenvergoeding Claim en Beheervergoeding op in mindering zijn gebracht
Acceptatiemoment(en) Claims : Doorlopend gedurende 24 maanden
Gemiddelde Uitwinningstijd Claim : 3 jaar, 36 maanden
Totale Looptijd Obligaties : 5 jaar, 20 kwartalen
*) Indien er aan het eind van de looptijd van de obligaties nog Claims lopen, zal de Beheervergoeding een vast bedrag per Actieve Claim van € 1.250 per maand bedragen.
Aannames ten aanzien van kosten en opbrengsten zijn nader besproken in Hoofdstuk 4.4, en zijn tevens als uitgangspunten gebruikt voor de kasstroomprognose. Een aspect is niet verwerkt in de voorliggende prognoses:
• De verplichte Co-Investering door De Liesker Groep in elke door Litifund 3 geaccepteerde claim is niet expliciet verwerkt, teneinde de berekeningen niet te complex te maken. De getoonde bedragen Directe Claimkosten, omzet, nettowinst en liquide middelen hebben uitsluitend betrekking op het aandeel van de Uitgevende Instelling in deze claims. Met andere woorden: het verwachte Claimbelang ad € 6.300K voor een Claim is 90% van het totale verwachte Claimbelang (zijnde €7.000K); het verschil ad €700K vertegenwoordigt de Co-Investering door De Liesker Groep in die claim. Hetzelfde geldt voor de Directe Claimkosten, Fee, etc. Mocht het door de Uitgevende Instelling geïnvesteerde bedrag lager uitkomen dan mogelijk is met de beschikbare middelen, dan zal na acceptatie van de 18e Claim door worden geïnvesteerd, mits
: (i) dit binnen de Acceptatieperiode plaatsvindt; (ii) ook die volgende Claims passen binnen de acceptatiecriteria; en: (iii) de liquide middelen naar verwachting toereikend zullen zijn.
Een Claimprocedure wordt direct na acceptatie van een Claim gestart. Claims kunnen uitsluitend gedurende de eerste 24 maanden na uitgifte van de Obligatielening worden geaccepteerd. Niet kan worden uitgesloten dat Xxxxxx nog actief zijn aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening.
Claimprocedures vertonen een onregelmatig patroon. De volgorde waarin Claims worden gewonnen of verloren en het moment waarop dat gebeurt vertonen eveneens een onregelmatig patroon, resulterend in onregelmatige betaling van de Directe Claimkosten en onregelmatige ontvangst van de Fee en Kostenvergoeding Claims voor Gewonnen Claims, waardoor er met pieken en dalen een kasstroom ontstaat. In verband met de verwachte gemiddelde Uitwinningstijd van een Claim zullen er vanaf de 25e maand na de eerste Relevante Uitgiftedatum geen nieuwe Claims worden geaccepteerd. Het bestuur zal in dat geval besluiten wat met de liquiditeiten dient te gebeuren.
De Uitgevende Instelling gaat er in haar model vanuit dat zij in de eerste maand de eerste Claim met een Claimbelang groot € 6.300.000 accepteert. In de daarop volgende maanden worden nieuwe Claims van gelijke omvang geaccepteerd, voor het laatst in maand 21.
Op basis van deze aannames resulteert de kasstroomprognose in een bruto marge van 87% op Gewonnen Claims en 75% op alle geaccepteerde Claims. Op basis van deze aannames resulteert de kasstroomprognose in een bruto marge van 75% op alle geaccepteerde Claims.
Na 5 jaar, aan het eind van de Looptijd van de Obligatielening, zijn er naar verwachting geen Actieve Claims meer.
De kasstroomprognose wordt in de volgende paragraaf verder toegelicht.
Acceptatie Nieuwe Claims
In dit voorbeeld wordt in de eerste maand een Claim geaccepteerd met een omvang groot € 6,3 miljoen en een verwachte Uitwinningstijd van 3 jaar. De Directe Claimkosten bedragen in maand 2 t/m maand 25 steeds € 13.125, waarmee de totale investering uitkomt op € 315.000.
In de navolgende maanden worden nieuwe Claims geaccepteerd met een Claimbelang groot € 6,3 miljoen en een investering per Claim van € 13.125 per maand. De totale investering in nieuwe Claims loopt naar verwachting op naar € 5.171.000 in het twaalfde kwartaal en daalt daarna weer geleidelijk totdat zij vanaf het 19e kwartaal naar verwachting nihil is.
De totale investering over de hele Looptijd is dan circa € 6,6 miljoen, plus de Beheervergoeding die over de hele Looptijd van de obligatielening € 2 miljoen bedraagt. Het totale Claimbelang van geaccepteerde Claims is dan € 113,4 miljoen, dat een potentieel aan Fee en Kostenvergoeding Claims vertegenwoordigt van ca € 39,4 miljoen. Van de geaccepteerde Xxxxxx wordt in dit voorbeeld naar verwachting 50% gewonnen, met een potentieel aan Fee en Kostenvergoeding Claims van € 19,7 miljoen. Deze bedragen komen tot stand door de totale investering per Claim en het Claimbelang te vermenigvuldigen met 18 te accepteren Claims. Zoals eerder beschreven zullen er vanaf maand 23 geen nieuwe Claims meer worden geaccepteerd.
Kasstroom uit Gewonnen Claims
Periodiek zal er uit Gewonnen Claims een kasstroom ontstaan. De kasstroom bestaat uit betaling van de Fee en Kostenvergoeding Claims met betrekking tot Gewonnen Claims. Mogelijk is bij toewijzing van een voor de Uitgevende Instelling gunstig vonnis eerst nog een uitwinningsprocedure nodig. Dit kan een gerechtelijk traject vergen. Hiermee is in dit voorbeeld geen rekening gehouden. De bedragen worden steeds ontvangen aan het einde van de Uitwinningstijd van een Actieve Claim. Deze ontvangsten zullen naar verwachting geen regelmatig patroon vertonen, zullen variëren gedurende de Looptijd van de Obligatielening en kunnen in een of meer maanden nihil zijn. Dit zijn de eerder genoemde pieken en dalen in de kasstroom. Uit gegevens van de Servicer kunnen geen statistische patronen in de ontvangsten worden afgeleid.
De Uitgevende Instelling verwacht een te ontvangen kasstroom van circa € 2.188.278 per Gewonnen Nieuwe Claim. Over een periode van vijf jaar bedraagt de totale verwachte kasstroom voor 18 Nieuwe Claims, indien daarvan 50% wordt gewonnen: € 19,695 miljoen.
VOORBEELD KASSTROOM VOOR 18 VERWACHTE, TE ACCEPTEREN NIEUWE CLAIMS
Kasstroom * EUR 1.000 voor Claim nummer … | Kasstroom Claims | |||||||||||||||||||
Cl. 1 | Cl. 2 | Cl. 3 | Cl. 4 | Cl. 5 | Cl. 6 | Cl. 7 | Cl. 8 | Cl. 9 | Cl. 10 | Cl. 11 | Cl. 12 | Cl. 13 | Cl. 14 | Cl. 15 | Cl. 16 | Cl. 17 | Cl. 18 | Kwartaal | Cumulat. | |
kw 1 | -26 | -26 | -26 | |||||||||||||||||
kw 2 | -39 | -39 | -13 | -92 | -118 | |||||||||||||||
kw 3 | -39 | -39 | -39 | -26 | -13 | -158 | -276 | |||||||||||||
kw 4 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -26 | -13 | -276 | -551 | ||||||||||
kw 5 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -13 | -13 | -381 | -932 | |||||||
kw 6 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -26 | -26 | -564 | -1.496 | |||
kw 7 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -13 | -683 | -2.179 |
kw 8 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -709 | -2.888 |
kw 9 | -13 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -683 | -3.570 |
kw 10 | -26 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -617 | -4.187 | ||
kw 11 | -13 | -26 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -551 | -4.738 | |||
kw 12 | -13 | -26 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -433 | -5.171 | ||||||
kw 13 | 1.094 | -26 | -26 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | -39 | 766 | -4.405 | ||||||||
kw 14 | 1.094 | 1.094 | -13 | -13 | -39 | -39 | -39 | 2.044 | -2.361 | |||||||||||
kw 15 | 1.094 | 1.094 | -26 | 2.162 | -199 | |||||||||||||||
kw 16 | 1.094 | 1.094 | 1.094 | 3.282 | 3.083 | |||||||||||||||
kw 17 | 1.094 | 1.094 | 1.094 | 3.282 | 6.366 | |||||||||||||||
kw 18 | 1.094 | 1.094 | 1.094 | 1.094 | 4.377 | 10.742 | ||||||||||||||
kw 19 | 1.094 | 1.094 | 1.094 | 3.282 | 14.025 | |||||||||||||||
kw 20 | 14.025 | |||||||||||||||||||
Totaal | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 828 | 20.037 |
Tabel 5 : Investeringen in en Kasstroom van Claims (in € 1.000) op basis van voorbeeldinvestering in
18 Claims
In dit voorbeeld wordt de laatste Claim in maand 21 geaccepteerd. Na een verwachte Uitwinningstijd van 36 maanden wordt, indien die Claim wordt gewonnen, de opbrengst in de 58e maand verwacht, ofwel aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening. Indien op dat moment voor een of meer Claims, na een gewonnen procedure, nog een uitwinningsprocedure nodig zou zijn zou de kasstroom enige tijd later kunnen vallen.
In het voorbeeld zijn voor alle Claims de volledige verwachte Directe Claimkosten opgenomen. De 50% winkans is gesimuleerd door voor elke afzonderlijke Claim te veronderstellen dat de positieve kasstroom bestaat uit 50% van de verwachte ontvangsten indien die Claim zou zijn gewonnen.
De Beheervergoeding aan Servicer is in dit overzicht niet meegenomen.
VOORBEELD KASSTROOM VOOR EEN INDIVIDUELE VERWACHTE NIEUWE CLAIM
Fases in de behandeling van een individuele Claim; x Eur 1.000 | |||
Kwartaal | Activiteit | Soort kosten / opbrengsten | Kosten en opbrengsten |
Q1 | Procesvoering en beheer | Directe Claimkosten | -39 |
Q2 | Procesvoering en beheer | Directe Claimkosten | -39 |
Q3 | Procesvoering en beheer | Directe Claimkosten | -39 |
Q4 | Procesvoering en beheer | Directe Claimkosten | -39 |
Q5 | Procesvoering en beheer | Directe Claimkosten | -39 |
Q6 | Procesvoering en beheer | Directe Claimkosten | -39 |
Q7 | Procesvoering en beheer | Directe Claimkosten | -39 |
Q8 | Procesvoering en beheer | Directe Claimkosten | -39 |
Q9 | Uitspraak afwachten en beheer | ||
Q10 | Uitspraak afwachten en beheer | ||
Q11 | Uitspraak afwachten en beheer | ||
Q12 | Ontvangst vonnis en beheer | ||
Q13 | Incasseren Claimbelang en beheer | Fee plus Directe Claimkosten plus Beheervergoeding | 2.188 |
Beheervergoeding over Uitwinningstijd | -43 | ||
Bruto marge op Claim | 1.831 | ||
Tabel 6: Voorbeeld kasstroom voor een individuele verwachte claim
In dit voorbeeld worden de activiteiten en kasstromen weergegeven die bij een individuele claim horen. Op de eerste dag van het eerste kwartaal wordt een Claim geaccepteerd. Gedurende de eerstvolgende kwartalen daarna worden maandelijks de Directe Claimkosten betaald, alsmede de Beheervergoeding. In kwartaal 13 komt de Claim, indien gewonnen, tot uitbetaling. Uitbetaald worden dan aan de Uitgevende Instelling: Fee, Vergoeding Directe Claimkosten en Vergoeding Beheerkosten. De Beheervergoeding bedraagt -omgerekend- circa € 42.000 per Claim. Deze wordt over de Looptijd van de obligatielening aan de Servicer betaald en is in dit voorbeeld niet gealloceerd aan de kwartalen of Claims.
In dit voorbeeld is ervan uitgegaan dat na een gerechtelijke uitspraak in het voordeel van de Cliënt van de Uitgevende Instelling geen separate uitwinningsprocedure nodig is. Zou dat wel het geval zijn, dan zouden in kwartaal 13 en eventuele latere kwartalen nog uitwinningskosten kunnen vallen. De datum waarop het Claimbelang kan worden geïncasseerd schuift dan in dezelfde mate naar achteren.
Break-even marge
De operationele activiteiten resulteren in een cumulatieve brutomarge van 75% en EBIT van 73% van de omzet (zie tabel 3). Dit resultaat wordt behaald indien 50% van de geaccepteerde Claims (ofwel 23 van de 47) wordt gewonnen.
Bij gelijkblijvende Fee, Directe Claimkosten, Beheervergoeding en Uitwinningstijd per Claim dienen 32,5% van de geaccepteerde Claims (ofwel 15,3 van de 47) te worden gewonnen om op cash basis een break-even situatie te realiseren. In dat geval kunnen precies de Algemene Kosten, Emissiekosten, de vaste 8% Rentevergoeding en aflossing op de Obligatielening worden voldaan, maar kan er geen Winstuitkering plaatsvinden.
De break-even-marge kan als volgt worden berekend:
Zoals uit Tabel 3 naar voren komt bedragen de liquide middelen na vijf jaar naar verwachting cumulatief ruim € 8,3 miljoen (voor winstuitkering). Indien slechts 32,5% van de Claims zou worden gewonnen, in plaats van de verwachte 50% (dus 15,3 in plaats van 23,5), zou de cumulatieve omzet dalen van € 26 miljoen naar € 16,9 miljoen. De rente zou stijgen van € 2.854.000 naar € 3.274.000 en de belastingen zouden € 51.500 bedragen. De liquide middelen zouden dan dalen tot € 68.967.
De invloed van negatieve wijzigingen in een aantal belangrijke aannames met betrekking tot de Nieuwe claims wordt in de tabel hieronder geanalyseerd:
Tabel 7: Gevoeligheidsanalyse voor gehanteerde aannames
In bovenstaande tabel betreft Prognose de prognose zoals opgenomen in Hoofdstuk 4.1. In de kolommen rechts daarvan zijn voor vier aannames de gevolgen van een wijziging geanalyseerd, er van uitgaande dat de overige aannames ongewijzigd bljjven. Elk van de scenario’s uit bovenstaande tabel wordt hieronder nader besproken. De oranje regel toont hoeveel de Winstuitkering bedraagt als een aanname wijzigt. In de laatste regel wordt getoond in welke kwartalen de vervroegde aflossing van de Obligatielening kan plaatsvinden. Opgemerkt wordt dat steeds de gevolgen van de wijziging in slechts één aanname zijn doorgerekend en alle andere aannames dan steeds ongewijzigd blijven.
Hogere Directe Claimkosten
Indien de Directe Claimkosten 25% hoger uitvallen dan aangenomen, dus 6,25% van het Claimbelang bedragen in plaats van 5%, bijvoorbeeld omdat de juridische procedures voor geaccepteerde Claims complexer blijken te zijn dan verwacht, wijzigen de resultatenrekening en kasstroom zoals opgenomen in Hoofdstuk 4.1 als volgt.
De Directe Claimkosten nemen met € 1.649.000 toe. De omzet stijgt met € 655.000 omdat de Directe Claimkosten kunnen worden doorberekend bij winst.
De vermindering vennootschapsbelasting over deze posten bedraagt € 248.000, zodat de nettowinst van de Uitgevende Instelling met € 745.000 afneemt. De Winstuitkering voor de Obligatiehouders daalt daardoor tot € 3.591.000.
Tussentijdse aflossing van de Obligatielening kan plaatsvinden in kwartaal 14 t/m 16.
Verondersteld is hierbij dat in hetzelfde tempo in de Claims wordt geïnvesteerd, doch dat het bedrag steeds 25% hoger dan in de originele prognose is, zodat alle Directe Claimkosten in de originele prognose steeds met 25% zijn vermeerderd. Omdat tegenover hogere Directe Claimkosten contractueel een hogere Kostenvergoeding Claims staat, stijgt de omzet met 2,5%.
Lager percentage Gewonnen Claims (historisch percentage gewonnen claims is 52%)
Indien het aantal Gewonnen Claims 10%-punt lager uitvalt dan aangenomen, dus 40% in plaats van 50% van de geaccepteerde Claims wordt gewonnen, ofwel 18,8 in plaats van 23,5, bijvoorbeeld omdat de inschatting door de Servicer van de verwachte winkans van geaccepteerde Claims niet uitkwam, wijzigen de resultatenrekening en kasstroom zoals opgenomen in Hoofdstuk 4.1 als volgt.
De omzet neemt af met € 5.208.000. De vermindering vennootschapsbelasting over deze post bedraagt € 1.302.000, zodat de nettowinst van de Uitgevende Instelling met € 3.906.000 afneemt. De Winstuitkering voor de Obligatiehouders daalt daardoor tot € 2.010.000.
Tussentijdse aflossing van de Obligatielening kan plaatsvinden in kwartaal 14 t/m 16.
Verondersteld is dat de opbrengsten uit Gewonnen Claims in hetzelfde tempo worden gerealiseerd, doch dat het bedrag steeds 10/50e deel lager dan in de originele prognose is, zodat de opbrengsten in de originele prognose steeds met 10/50e deel zijn verminderd.
Lager Claimbelang
Indien voor alle Claims het Claimbelang 25% lager uitvalt dan verwacht, bijvoorbeeld omdat externe second opinions te optimistisch waren, wijzigen de resultatenrekening en kasstroom zoals opgenomen in Hoofdstuk 4.1 als volgt.
De omzet neem af met € 5.520.000 voor de Gewonnen Claims. De vermindering vennootschapsbelasting over deze post bedraagt € 1.380.000, zodat de nettowinst van de Uitgevende Instelling met € 4.140.000 afneemt. De Winstuitkering voor de Obligatiehouders daalt daardoor tot € 1.893.000.
Tussentijdse aflossing van de Obligatielening kan plaatsvinden in kwartaal 14 t/m 16.
Verondersteld is dat de opbrengsten uit Gewonnen Claims in hetzelfde tempo worden gerealiseerd, doch dat het Fee bedrag steeds 25% lager dan in de originele prognose is, zodat de opbrengsten in de originele prognose steeds met een corresponderend deel zijn verminderd. Omdat de Kostenvergoeding Claims ongewijzigd blijft, daalt de omzet niet met 25% maar met 21,2%.
Langere Uitwinningstijd Claims
Indien de Uitwinningstijd van de Claims een half jaar langer wordt, dus 3,5 jaar in plaats van 3 jaar, bijvoorbeeld omdat rechtbanken door een hogere werklast langer over een uitspraak doen, wijzigen de resultatenrekening en kasstroom zoals opgenomen in Hoofdstuk 4.1 als volgt.
De Servicer dient de Claims langer te managen zodat de Beheervergoeding met € 5.000 toeneemt. De Looptijd van de Obligatielening neemt een kwartaal toe, waardoor de rentelasten met € 304.000 stijgen. De algemene kosten stijgen ook met € 25.000 De vermindering vennootschapsbelasting over deze posten bedraagt € 83.000, zodat de nettowinst van de Uitgevende Instelling met € 251.000 afneemt. De Winstuitkering voor de Obligatiehouders daalt daardoor tot € 3.838.000.
Tussentijdse aflossing van de Obligatielening kan plaatsvinden in kwartaal 15 t/m 20.
Verondersteld is dat de Directe Claimkosten en Beheervergoeding in hetzelfde tempo worden geïnvesteerd als in de originele prognose, doch dat de Beheervergoeding na de looptijd nog 1 kwartaal doorloopt (met in totaal € 1.250 per Claim per maand) en de opbrengsten 2 kwartalen later vallen.
Conclusie
De nettowinst van de Uitgevende Instelling en de Winstuitkering aan Obligatiehouders dalen in de geschetste scenario’s meer of minder sterk, maar zijn nog steeds positief, mits alle overige aannames steeds worden gerealiseerd. Alleen bij een langere Uitwinningstijd van de Actieve Claims neemt de Looptijd van de Obligatielening met een kwartaal toe. In alle geschetste scenario’s kan de Uitgevende Instelling in het 14e en 15e kwartaal een aanvang maken met geleidelijke vervroegde aflossing van de Obligatielening.
Het belangrijkste aandachtspunt is echter dat in het scenario waarin de Directe Claimkosten 25% hoger uitpakken voor alle Claims en het scenario waarin de gemiddelde Uitwinningstijd van alle Claims met een half jaar toeneemt, de Uitgevende Instelling gedurende een of enkele kwartalen tijdelijk niet over voldoende liquide middelen beschikt om aan haar verplichtingen te voldoen. De Uitgevende Instelling kan een aantal maatregelen nemen om deze situatie te voorkomen of de effecten daarvan te mitigeren. Die maatregelen zijn niet verwerkt in de bovenstaande scenario’s. Zij betreffen onder meer:
(i) minder Claims accepteren (zodat de investeringen omlaag gaan); (ii) Claims eerder, op een lager bedrag schikken (zodat de omzet en winstgevendheid omlaag gaan, maar de liquide middelen op een eerder moment verbeteren): (iii) Liesker Procesfinanciering B.V. verzoeken om akkoord te gaan om de betaling van de Beheervergoeding enkele kwartalen naar achteren te schuiven (zodat de liquide middelen eerder verbeteren); (iv) externe procesadvocaten vragen om akkoord te gaan om de betaling van hun aandeel in de Directe Claimkosten enkele kwartalen naar achteren te schuiven (zodat de liquide middelen eerder verbeteren); (v) onderzoeken of verkoop van Actieve Claims op de onderhandse markt mogelijk is en/of een gezamenlijke investering daarin door een concurrent mogelijk is (zodat de omzet en winstgevendheid vermoedelijk omlaag gaan, maar de liquide middelen op een eerder moment verbeteren); (vi) de uitwinning van een of meer Claims staken (met het risico dat deze worden verloren, zodat de omzet en winstgevendheid vermoedelijk omlaag gaan, maar de daling van de liquide middelen wordt beperkt).
De definities zoals opgenomen in hoofdstuk 12 “Definities”, gelden onverkort ten aanzien van dit hoofdstuk “Risicofactoren”.
Zij die overwegen om in te schrijven op Obligaties worden aangeraden kennis te nemen van het gehele Informatiememorandum en in elk geval de in dit hoofdstuk 5 weergegeven risicofactoren zorgvuldig in overweging te nemen, alvorens te beslissen over de inschrijving op en de aankoop van Obligaties. Investeren brengt altijd risico’s met zich mee. Er kunnen zich immer onverwachte ontwikkelingen voordoen, die de rendementsontwikkeling negatief beïnvloeden. Dit geldt ook voor investeringen in de Obligaties die worden aangeboden en uitgegeven door de Uitgevende Instelling.
Onderstaande risicofactoren zijn omstandigheden die zich mogelijk zouden kunnen voordoen. De Uitgevende Instelling kan geen uitspraak doen over de mate van waarschijnlijkheid dat deze omstandigheden zich daadwerkelijk voordoen. Het intreden van deze risico’s kan de financiële positie van de Uitgevende Instelling en daarmee de waarde van de Obligaties negatief beïnvloeden.
De continuïteit van de Uitgevende Instelling is afhankelijk van de wijze waarop met genoemde risico’s wordt omgegaan. De in dit hoofdstuk 5 gegeven opsomming van risicofactoren is niet uitputtend en andere factoren, die thans niet bekend zijn bij de Uitgevende Instelling of die de
Uitgevende Instelling thans van minder (materieel) belang acht, kunnen mogelijk de financiële positie van de Uitgevende Instelling en daarmee de waarde van de Obligaties negatief beïnvloeden.
De in dit hoofdstuk genoemde risico’s kunnen onderverdeeld worden in drie categorieën, te weten risico’s verbonden aan de aard van de Obligaties (Hoofdstuk 5.1), risico’s verbonden aan de Uitgevende Instelling en de door haar gedreven onderneming (Hoofdstuk 5.2) en overige risico’s (Hoofdstuk 5.3). Deze risico’s worden onderstaand verder beschreven.
5.1 Risico's verbonden aan de aard van de Obligaties
Rentebetalingsrisico op de Obligatielening
Gedurende de Looptijd van de Obligatielening dragen de Obligaties Rente over hun uitstaande Hoofdsom. Deze rentebetalingsverplichting rust op de Uitgevende Instelling. De Rente wordt in beginsel voldaan uit de opbrengst van de Uitgevende Instelling. De Uitgevende Instelling loopt een ondernemersrisico. Het kan door meerdere factoren, waaronder het manifesteren van een of meer van de navolgende risico’s, het geval zijn dat de financiële positie van de Uitgevende Instelling niet toereikend is om geheel of gedeeltelijk aan deze rentebetalingsverplichting te kunnen voldoen. Dit kan een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om aan haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Beperkte verhandelbaarheid van de Obligaties
De Obligaties worden niet genoteerd aan een gereglementeerde markt (effectenbeurs) en er zal geen markt in de Obligaties worden onderhouden door de Uitgevende Instelling. De eigendom van de Obligaties kan enkel worden overgedragen door een daartoe bestemde akte en mededeling aan de Uitgevende Instelling. Van de mededeling aan de Uitgevende Instelling wordt melding gemaakt in het Register van Obligatiehouders.
Het risico bestaat dat de Obligaties niet, dan wel beperkt, dan wel niet op het gewenste moment verhandelbaar zijn, doordat een Obligatiehouder die zijn Obligaties wenst te verkopen geen andere (rechts-)persoon vindt die de door hem of haar gehouden Obligatie(s) wil overnemen. Daarmee bestaat het risico dat de Obligatie(s) illiquide zijn.
Waardering van de Obligaties
Het risico bestaat dat gedurende de Looptijd van de Obligaties de waarde van de Obligaties niet objectief, dan wel niet nauwkeurig, dan wel moeilijk te bepalen is, omdat er naar verwachting geen openbare koers voor de Obligaties wordt gevormd en geen andere regelmatige objectieve tussentijdse waardering van de Obligaties plaatsvindt. Tevens bestaat het risico dat in de markt, voor zover sprake zal zijn van een markt voor de Obligaties, een waarde aan de Obligaties wordt toegekend die niet reëel is.
Het risico bestaat dat (bij verkoop van de Obligaties) de Obligaties niet, dan wel beperkt, dan wel niet tegen de gewenste of reële waarde verhandelbaar zijn, doordat een Obligatiehouder die zijn Obligaties wenst te verkopen geen andere (rechts-)persoon vindt die de door hem of haar gehouden Obligatie(s) wil overnemen tegen de gewenste en/of reële waarde hiervan.
Risico van aflossing en vervroegde aflossing
De Looptijd van de Obligaties bedraagt maximaal vijf (5) jaar, voor alle Obligaties te rekenen vanaf de Relevante Uitgiftedatum. De Obligaties zullen worden afgelost tegen hun Hoofdsom, te vermeerderen met de verschenen doch onbetaalde Rente. De aflossingsverplichting rust op de Uitgevende Instelling. Het kan door meerdere factoren, waaronder het manifesteren van een of meer van onderstaande risico’s, het geval zijn dat de opbrengst na uitwinning van de Vorderingen onvoldoende is om de Obligatielening in zijn geheel af te lossen, dat herfinanciering niet (geheel) mogelijk is of dat om een andere reden de financiële positie van de Uitgevende Instelling niet toereikend is om aan (al) haar verplichtingen te kunnen voldoen. In dat geval kunnen de Obligaties in waarde dalen en/of niet of niet volledig worden afgelost op de aflossingsdatum.
De Uitgevende Instelling heeft het recht om na de Aanvangsdatum de Obligaties – ongeacht Relevante Uitgiftedatum – te eniger tijd geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen, met inachtneming van de ter zake van die Obligaties geldende Obligatievoorwaarden.
Bij vervroegde of voortijdige aflossing van Obligaties bestaat voor de Obligatiehouder het risico dat hij/zij voor het vrijgekomen bedrag niet, dan wel niet tijdig een vergelijkbare en passende herbelegging kan vinden en uiteindelijk met een lager rendement genoegen moet nemen dan het rendement dat de Obligatiehouder behaald zou hebben indien de Obligaties niet vervroegd zouden zijn afgelost.
5.2 Risico’s eigen aan de Uitgevende Instelling en haar onderneming
5.2.1. Risico’s direct verbonden met het financieren van Claims
Xxxxxx’x direct verbonden met het financieren van Claims bestaan uit risico’s die rechtstreeks van invloed zijn op de processen van werving, selectie, acceptatie, beheer, procesvoering, treffen van eventuele schikking en uitwinning van Xxxxxx.
Risico van vraaguitval
De (internationale) markt voor procesfinanciering vertoont jaarlijkse fluctuaties in het aantal aangeboden Claims. Het risico van vraaguitval bestaat uit het risico dat in de eerste jaren direct na
uitgifte van de Obligaties een belangrijke daling optreedt in het aantal nieuw aangeboden Claims die voldoen aan de acceptatiecriteria van de Uitgevende Instelling. Het is daardoor mogelijk dat de Uitgevende Instelling gedurende de Acceptatieperiode minder dan het geprognotiseerde aantal Claims accepteert.
Minder dan het geprognotiseerde aantal Claims accepteren kan er toe leiden dat de geprognotiseerde omzet en winst niet kunnen worden gerealiseerd door de Uitgevende Instelling. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat de Uitgevende Instelling wordt beperkt om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Concurrentierisico
De (internationale) markt voor procesfinanciering is zeer omvangrijk en kent een aantal andere grote (internationale) spelers op de Nederlandse markt, die als directe concurrenten van de Uitgevende Instelling kunnen worden gezien. Het risico bestaat dat deze concurrenten op enig moment succesvoller zijn in het verwerven van Claims. Het is daardoor mogelijk dat de Uitgevende Instelling gedurende de Acceptatieperiode minder dan het geprognotiseerde aantal Claims accepteert of haar Fee percentage moet verlagen.
Minder dan het geprognotiseerde aantal Claims accepteren of het Fee percentage verlagen kan er toe leiden dat de geprognotiseerde omzet en winst niet kunnen worden gerealiseerd door de Uitgevende Instelling. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat de Uitgevende Instelling wordt beperkt om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Concentratierisico
De Uitgevende Instelling zal zich uitsluitend toeleggen op het (doen) investeren in procesfinanciering en zal geen andere activiteiten verrichten waaruit middelen vrijkomen om aan de verplichtingen onder de Obligatielening te voldoen. Eventuele ongunstige resultaten uit haar activiteiten kunnen niet worden gecompenseerd met mogelijk gunstigere resultaten uit andere ondernemingsactiviteiten, nu de activiteiten van de Uitgevende Instelling zich concentreert tot voorgenoemde activiteiten.
De resultaatontwikkeling van de Uitgevende Instelling wordt beïnvloed door de mogelijkheid tot uitwinning en de waarde van (uitsluitend) de Claims. Het is op voorhand niet met zekerheid te zeggen of de aangekochte respectievelijk verworven Claims in zijn geheel kunnen worden uitgewonnen dan wel verkocht tegen een prijs die gelijk is aan de geprognosticeerde opbrengst.
Bovengenoemde risico’s zouden tot gevolg kunnen hebben dat de Uitgevende Instelling wordt beperkt in het nakomen van haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders.
Acceptatierisico
Het voeren van juridische procedures brengt het risico van verlies van een rechtszaak met zich mede. Het acceptatierisico bestaat uit het risico dat de Uitgevende Instelling Claims accepteert die wel voldoen aan haar acceptatiecriteria, maar die uiteindelijk toch niet (kunnen) worden gewonnen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de bevoegde rechter het feitencomplex van de Cliënt anders interpreteert dan de Uitgevende Instelling en/of haar advocaat, of bijvoorbeeld van mening is dat specifieke rechtsbepalingen wel, of niet, of anders van toepassing zijn dan de Uitgevende Instelling en/of de ingeschakelde advocaat verwachten. Het is op voorhand niet met zekerheid te voorspellen
hoe de uitspraak van de rechter zal xxxxxx. Het is daardoor mogelijk dat de Uitgevende Instelling minder dan het geprognotiseerde aantal (of percentage) van de geaccepteerde Claims wint. Het is ook mogelijk dat de Uitgevende Instelling het aantal (of percentage) van de geaccepteerde Xxxxxx wel wint, maar dat hierdoor het Claimbelang lager uitkomt dan verwacht. In beide gevallen komen de omzet en winst lager uit dan geprognosticeerd.
Het realiseren door de Uitgevende Instelling van minder omzet en winst dan geprognotiseerd zou tot gevolg kunnen hebben dat de Uitgevende Instelling wordt beperkt om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Uitwinningsrisico
Als de rechter een Claim heeft toegewezen aan de Uitgevende Instelling, dient deze nog te worden uitgewonnen. Het uitwinningsrisico bestaat uit het risico dat de Gedaagde na toewijzing van een Claim, niet of niet volledig of (deels) pas later kan voldoen aan haar betaalverplichting, waardoor de Uitgevende Instelling de haar toekomende Fee en/of Kostenvergoeding Claim geheel of gedeeltelijk als oninbaar moet beschouwen en/of (deels) pas later kan incasseren. Zoals elke onderneming, loopt de Uitgevende Instelling het risico dat een tegenpartij in een situatie kan komen te verkeren dat zij niet (geheel) aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Dit risico kan onder andere bestaan wanneer sprake is van een insolvabele tegenpartij.
Hierdoor kunnen de omzet en winst van de Uitgevende Instelling lager uitkomen dan geprognosticeerd.
Niet-nakoming door Gedaagden van hun financiële verplichtingen jegens de Uitgevende Instelling en/of haar Cliënten, dan wel het niet of niet juist of niet volledig of (deels) pas later nakomen van deze financiële verplichtingen jegens de Uitgevende Instelling en/of haar Cliënten, kan een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Kostenrisico
Een juridische procedure kan complexer zijn dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de Gedaagde meer verweren naar voren brengt dan verwacht, verzoekt om zeer uitgebreide getuigenverhoren of uitvoerige onderzoeksrapporten van deskundigen naar voren brengt. Dit kan tot gevolg hebben dat de Uitgevende Instelling voor een of meer Claims meer kosten moet maken dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de door haar ingeschakelde advocaten meer arbeid moeten verrichten en/of er in opdracht van de Uitgevende Instelling dure onderzoeksrapporten door externe deskundigen moeten worden opgesteld. Het kostenrisico bestaat uit het risico dat de Uitgevende Instelling voor een of meer Claims meer kosten moet maken dan verwacht, resulterend in hogere Directe Claimkosten, waardoor haar winst lager uitkomt dan verwacht.
Hogere Directe Claimkosten dan verwacht, kan een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Uitwinningstijdrisico
Nederlandse rechters kunnen (binnen bepaalde grenzen) zelf bepalen in welk tempo zij een juridische procedure willen afwikkelen, of er getuigenverhoren dienen plaats te vinden, of er aanvullende informatie dient te worden overlegd, en bijvoorbeeld of er eerst een poging tot minnelijke schikking moet worden gedaan. Ook kan de Gedaagde een veel omvangrijker en/of veel
complexer verweer voeren dan verwacht. In deze (en andere) gevallen kan het langer duren dan verwacht voordat een rechter vonnis wijst. Het Uitwinningstijdrisico bestaat uit het risico dat de Uitwinningstijd langer is dan verwacht, waardoor Directe Claimkosten langer kunnen doorlopen dan verwacht en/of het langer duurt voordat de rechter een Claim toewijst dan verwacht. Als gevolg hiervan kunnen een of meer Claims nog Actief zijn aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening.
Door deze factoren kan het nodig zijn dat de Uitgevende Instelling aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening voor een of meer Claims liquide middelen dient te reserveren voor het voldoen van toekomstige Directe Claimkosten en/of Beheervergoeding, waardoor de beschikbare liquide middelen aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening niet of slechts gedeeltelijk kunnen worden uitgekeerd aan de Obligatiehouders. Ook is het door deze factoren mogelijk dat de Uitgevende Instelling voor een of meer Claims de haar toekomende Fee en/of Kostenvergoeding Claim pas na het einde van de Looptijd van de Obligatielening ontvangt, waardoor Obligatiehouders langer op hun geld moeten wachten dan verwacht.
Actieve Claims die na het einde van de Looptijd van de Obligatielening doorlopen, kunnen een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders volledig te voldoen op de datum waarop de Obligatielening afloopt.
Hoger beroep risico
Het is mogelijk dat de rechter een Claim toewijst aan de Uitgevende Instelling en/of haar Cliënt, maar in het vonnis de restrictie aanbrengt dat, indien de Gedaagde een eventuele hoger beroep procedure entameert, het Claimbelang niet behoeft te worden uitbetaald aan de Uitgevende Instelling en/of haar Cliënt totdat ook in hoger beroep vonnis gewezen. Het hoger beroep risico bestaat uit het risico dat de Uitgevende Instelling en/of haar Cliënt zich voor een of meer Claims in hoger beroep of in cassatie moeten verweren, resulterend in hogere Directe Claimkosten en een langere
Uitwinningstijd. Alle risico’s die zijn beschreven in dit Hoofdstuk 5 doen zich dan opnieuw voor de desbetreffende Claim(s).
Het hoger beroep risico heeft diverse gevolgen. Actieve Claims die na het einde van de Looptijd van de Obligatielening doorlopen, kunnen een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders volledig te voldoen op de datum waarop de Obligatielening afloopt. Ook kunnen de omzet en winst van de Uitgevende Instelling lager uitkomen dan verwacht, hetgeen een beperking tot gevolg kan hebben voor de Uitgevende Instelling om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen, tijdens of na de Looptijd van de Obligatielening.
Tegengesteld belang risico
Op voorhand is niet met zekerheid te voorspellen hoe de uitspraak van de rechter zal luiden. Tijdens de procedure kan de Gedaagde of de Uitgevende Instelling zelf (in overleg met de Cliënt) een voorstel doen om de Claim minnelijk te schikken. Het tegengesteld belang risico bestaat uit het risico dat de Uitgevende Instelling en haar Cliënt op enig moment van opinie verschillen of een procedure moet worden voortgezet of minnelijk moet worden geschikt met de Gedaagde of moet worden beëindigd.
Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat de Uitgevende Instelling het door de Gedaagde aangeboden schikkingsbedrag te laag vindt en wil doorgaan met procederen, maar dat de Cliënt het aangeboden
schikkingsbedrag goed genoeg vindt en wil schikken. De Uitgevende Instelling heeft dan het recht om door te gaan met procederen, mits zij op dat moment haar Cliënt het volledige bedrag uitbetaalt dat deze zou hebben ontvangen indien wel zou zijn geschikt (onder aftrek van de Fee en Kostenvergoeding waarop de Uitgevende Instelling in dat geval recht zou hebben). De Uitgevende Instelling zet dan de procedure volledig voor eigen rekening en risico voort. In zo’n geval mag de Uitgevende Instelling het meerdere geheel zelf behouden indien de Claim op een hoger bedrag wordt toegewezen dan het eerdere schikkingsvoorstel. Anderzijds is de Uitgevende Instelling haar investering volledig kwijt (inclusief het aan de Cliënt uitbetaalde schikkingsbedrag) indien de Claim uiteindelijk niet wordt toegewezen. In het laatste geval bestaat het risico dat de Uitgevende Instelling de geprognosticeerde winst niet realiseert. (Overigens is ook de omgekeerde figuur mogelijk waarbij de Cliënt de Uitgevende Instelling afkoopt indien de Cliënt het voorgestelde schikkingsbedrag te laag vindt, terwijl de Uitgevende instelling het aangeboden schikkingsbedrag genoeg vindt).
Het verliezen van een Claim terwijl de Uitgevende Instelling wel al eerder een schikkingsbedrag heeft uitbetaald aan de Cliënt, kan een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Verkooprisico
Er is in Nederland geen courante markt voor onderhandse of openbare handel in Actieve Claims. Het verkooprisico bestaat uit het risico dat de Uitgevende Instelling aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening niet in staat om Actieve Claims te verkopen, dan wel die slechts kan verkopen tegen een prijs en overige voorwaarden die zij als niet redelijk inschat. Als gevolg hiervan kunnen een of meer Claims nog Actief zijn aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening, waardoor de Directe Claimkosten langer kunnen doorlopen dan verwacht en/of het langer kan duren dan verwacht voordat de rechter een Claim toewijst.
Door deze factoren kan het nodig zijn dat de Uitgevende Instelling aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening voor een of meer Claims liquide middelen dient te reserveren voor het voldoen van toekomstige Directe Claimkosten en/of Beheervergoeding, waardoor de beschikbare liquide middelen aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening niet of slechts gedeeltelijk kunnen worden uitgekeerd aan de Obligatiehouders. Ook is het door deze factoren mogelijk dat de Uitgevende Instelling voor een of meer Claims de haar toekomende Fee en/of Kostenvergoeding Claim pas na het einde van de Looptijd van de Obligatielening ontvangt, waardoor Obligatiehouders langer op hun geld moeten wachten dan verwacht.
Actieve Claims die na het einde van de Looptijd van de Obligatielening doorlopen, kunnen een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders volledig te voldoen op de datum waarop de Obligatielening afloopt.
Liquiditeitsrisico
Om diverse redenen kan de kasstroom van de Uitgevende Instelling lager uitkomen en/of (deels) later worden gerealiseerd dan geprognosticeerd. Bijvoorbeeld: er kunnen minder Claims worden geaccepteerd dan verwacht, er kunnen minder Claims worden Gewonnen dan verwacht, het Claimbelang van Gewonnen Claims kan lager uitkomen dan verwacht, de Directe Claimkosten kunnen hoger uitkomen dan verwacht of de Gedaagde kan de Vordering voortvloeiend uit een Gewonnen Claim niet betalen. Als gevolg hiervan ontvangt de Uitgevende Instelling de door haar geprognosticeerde Fees en/of Kostenvergoedingen Claims niet, of voor een lager bedrag en/of
(deels) pas op een later moment en/of dient de Uitgevende Instelling meer kosten te betalen dan geprognosticeerd.
Het liquiditeitsrisico bestaat uit het risico dat de Uitgevende Instelling door een of meer van deze oorzaken niet kan voldoen aan haar betaalverplichtingen gedurende en/of aan het einde van de Looptijd van de Obligaties. Alle in dit Hoofdstuk 5 genoemde risico’s maken deel uit van het liquiditeitsrisico.
5.2.2 Algemene operationele risico’s
Operationele risico’s bestaan uit het risico dat vanwege tekortkomingen in de operationele of administratieve processen of IT-systemen met betrekking tot het beheren van Claims de geprognosticeerde omzet, winst en/of kasstroom van de Uitgevende Instelling niet of slechts deels kunnen worden gerealiseerd, zowel tijdens of na de Looptijd van de Obligatielening.
De Uitgevende Instelling is afhankelijk van de bestuursleden
Het functioneren en opereren van de Uitgevende Instelling is onder meer afhankelijk van de specifieke kennis en ervaring van Xxxx Xxxxxxxx als bestuurder van de Uitgevende Instelling. Feitelijk is het functioneren en opereren van de Uitgevende Instelling afhankelijk van de specifieke kennis en ervaring van twee natuurlijke personen, die zich ook met de dagelijkse leiding bezig houden. Het wegvallen van Xxxx Xxxxxxxx als bestuurder van de Uitgevende Instelling zou kunnen betekenen dat die specifieke kennis en ervaring verloren gaat. Dit kan op de korte en/of lange termijn een negatief effect hebben op de bedrijfsvoering en financiële resultaten van de Uitgevende Instelling.
Dit kan een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om aan haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Discontinuïteitsrisico IT-systemen
De door de Uitgevende Instelling gebruikte IT-systemen kunnen kort of langdurig uitvallen. Back-ups kunnen niet of slechts gedeeltelijk gemaakt zijn. Het discontinuïteitsrisico van IT-systemen bestaat uit het risico van kort of langdurig verminderde beschikbaarheid of volledige uitval van software en hardware, waardoor de Uitgevende Instelling de Claims die zij beheert niet of onvoldoende kan volgen. Dit kan ertoe leiden dat de Uitgevende Instelling haar toekomende Fees en Kostenvergoedingen Claims niet of slechts gedeeltelijk incasseert, facturen te laat betaalt waardoor kosten kunnen ontstaan en/of vervaltermijnen van rechtbanken niet goed monitort waardoor Claims verminderd of niet kunnen worden toegewezen.
Dit kan een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om aan haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Kort of langdurig verminderde beschikbaarheid of volledige uitval van IT-systemen kan een beperking tot gevolg hebben voor de Uitgevende Instelling om aan haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Faillissementsrisico
Voor Obligatiehouders bestaat het risico van faillissement en/of surseance van betaling van de Uitgevende Instelling. Indien dit zich zou voordoen, verwezenlijkt het rentebetalings- en aflossingsrisico (zoals hiervoor is opgenomen).
Fiscaal risico
Door het meerderjarige karakter van de investering kan de invloed van de belastingheffing op de Uitgevende Instelling en de Obligatiehouders substantieel zijn. De Uitgevende Instelling kan geconfronteerd worden met een wetswijziging, nieuwe regelgeving of politieke besluitvorming, die financieel ongunstig voor de Obligatiehouders kan uitvallen. Door het meerjarige karakter van de belegging is de invloed van de belastingheffing op het rendement van de Obligaties onzeker. De fiscale behandeling van een Obligatie of een Obligatiehouder kan in de loop der jaren door wijziging van Nederlandse wetgeving dan wel nieuwe jurisprudentie negatief worden beïnvloed.
Van Oers Accountants en Belastingadviseurs B.V. (de accountant van de Uitgevend Instelling) is aangesloten bij het convenant dat door de SRA met de Belastingdienst is afgesloten. Dit betekent dat er sprake is van een samenwerking tussen de Belastingdienst, de fiscale dienstverlener en de Uitgevende Instelling.
De fiscale positie van de Uitgevende Instelling waaronder die van de Obligatielening is daarmee in beginsel vooraf afgestemd met de Belastingdienst. Indien de Belastingdienst de gepresenteerde uitgangspunten niet volgt, kan dat leiden tot een negatieve invloed op de bedrijfsresultaten van de Uitgevende Instelling, hetgeen een beperking tot gevolg kan hebben voor de Uitgevende Instelling om aan haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen.
Algemene juridische risico’s
De Uitgevende Instelling loopt risico’s wanneer tegen haar een rechtszaak aangespannen wordt, bijvoorbeeld als een Gedaagde van mening is dat deze door de Uitgevende Instelling onjuist is bejegend. Ongeacht of dergelijke vorderingen ontvankelijk zijn, loopt de Uitgevende Instelling de kans om financiële schade te lijden nu de uitkomst van gerechtelijke procedures veelal onzeker is. De verdediging in een dergelijke procedure is kostbaar en deze kosten kunnen vaak slechts ten dele op de wederpartij verhaald worden, zelfs wanneer de Uitgevende Instelling in het gelijk wordt gesteld. Dit risico kan tot gevolg hebben dat de mogelijkheden voor de Uitgevende Instelling om aan haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te voldoen, beperkt worden.
Politiek
Een onzekere factor is de invloed van de politiek. Onder politieke risico’s worden verstaan risico’s met betrekking tot stabiliteit en legitimiteit van politieke instituten, ordelijke opvolging van de politieke leiders, transparantie bij de economische besluitvorming, nationale veiligheid en
geopolitieke risico’s. Genoemde risico’s kunnen een negatieve invloed hebben op de bedrijfsresultaten van de Uitgevende Instelling, hetgeen de Uitgevende Instelling mogelijk beperkt om aan haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders te kunnen voldoen.
Onafhankelijk bestuur van de Stichting Obligatiehouders
De belangen van de Obligatiehouders worden behartigd door de Stichting Obligatiehouders. De rechten van de Obligatiehouders in verband met de zekerheden die in verband met de Obligatielening ten gunste van de Stichting Obligatiehouders zullen worden gevestigd, worden uitgeoefend door de Stichting Obligatiehouders in de mate en op de wijze als nader bepaald in de
Trustakte. De Stichting Obligatiehouders zal de zekerheden ten behoeve van de Obligatiehouders houden, beheren en indien noodzakelijk uitwinnen.
De bestuurders van de Uitgevende Instelling zullen geen zitting nemen in het bestuur van de Stichting Obligatiehouders. Een bestuurder van de Stichting Obligatiehouders kan, met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in de statuten van de Stichting Obligatiehouders en de Trustakte, door een besluit van het bestuur van de Stichting Obligatiehouders worden ontslagen. Tevens is een bestuurder van de Stichting Obligatiehouders op grond van de Trustakte bevoegd om zijn functie neer te leggen (vrijwillig defungeren) door kennisgeving aan de Stichting Obligatiehouders, Uitgevende Instelling en aan de Obligatiehouders met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 90 dagen.
Het bestuur van de Stichting Obligatiehouders bestaat uit tenminste een bestuurder. Benoeming van bestuurders geschiedt door het bestuur van de Stichting Obligatiehouders. Echter, indien er geen bestuurders in functie zijn dan is het bestuur onbevoegd om bestuurders te benoemen en dan is de Uitgevende Instelling bevoegd één of meer bestuurders te benoemen. Indien er een vacature is en deze is niet vervuld binnen drie maanden op de wijze als hiervoor beschreven, dan kan de rechtbank op verzoek van iedere belanghebbende één of meer bestuurders benoemen.
Het niet kunnen vinden van een nieuw onafhankelijk bestuur van de Stichting Obligatiehouders of het niet verkrijgen van instemming van de vergadering van Obligatiehouders kan negatieve gevolgen hebben voor de bescherming van de rechten van de Obligatiehouders.
HOOFDSTUK 6 VERSLAGLEGGING EN INFORMATIEVERSTREKKING
De Uitgevende Instelling zal op kwartaalbasis de Obligatiehouders informeren over de ontwikkelingen in het claimboek. Hierbij zal op hoofdlijnen inzicht gegeven worden in de nieuw geaccepteerde Claims en de ontwikkelingen bij de Claims die reeds onder beheer zijn.
Het boekjaar van de Uitgevende Instelling valt samen met het kalenderjaar. Per boekjaar zal het bestuur een jaarverslag met daarin een jaarrekening van de Uitgevende Instelling opstellen. De jaarrekening bestaat uit de balans, winst- en verliesrekening, vermogensmutatie-overzicht, een kasstroomoverzicht en de grondslagen voor de financiële verslaggeving en toelichtingen. De Uitgevende Instelling zal haar Jaarrekening vrijwillig laten controleren door Xxx Xxxx Audit B.V.
Het bestuur van de Uitgevende Instelling zal jaarlijks een begroting opstellen, waarin de geprognosticeerde inkomsten, uitgaven en investeringen zijn opgenomen.
6.3 Algemene grondslagen en resultaatbepaling
De Jaarrekening wordt opgesteld met inachtneming van het bepaalde onder de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek.
De jaarrekeningen zullen worden opgemaakt op basis van de historische kostprijs. De waardering van activa en passiva zal geschieden, voor zover niet anders is vermeld, tegen nominale waarde. Winsten zullen worden toegerekend aan de periode waarin ze zijn gerealiseerd. Verliezen zullen worden verantwoord in het jaar waarin ze voorzienbaar zijn. Directe Claimkosten en de Beheervergoeding worden geactiveerd totdat: (i) de desbetreffende Claim is afgesloten; of: (ii) op een eerder moment, op grond van periodieke evaluatie, wordt verwacht dat de toekomstige omzet ontoereikend zal zijn om deze geactiveerde bedragen te dekken.
HOOFDSTUK 7 VERKLARINGEN UITGEVENDE INSTELLING
Geen activiteiten van betekenis
De Uitgevende Instelling heeft geen activiteiten verricht sinds haar oprichting.
Tendensen
Er zijn geen gegevens over bekende tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende Boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van de Uitgevende Instelling.
Geen wijziging van betekenis in de financiële- of handelspositie
Sinds de oprichting op 5 februari 2020 heeft zich geen wijziging van betekenis voorgedaan in de financiële of handelspositie van de Uitgevende Instelling en de groep waartoe de Uitgevende Instelling behoort.
Corporate Governance Code
Aangezien de Nederlandse corporate governance code slechts van toepassing is op vennootschappen met statutaire zetel in Nederland waarvan aandelen of certificaten van aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering van een van overheidswege erkende gereglementeerde markt (effectenbeurs), past de Uitgevende Instelling (niet beursgenoteerd) deze code niet toe.
Potentiële tegenstrijdige belangen
Er is geen sprake van (potentiële) belangenconflicten tussen de plichten jegens de Uitgevende Instelling van de leden van het bestuur van de Uitgevende Instelling enerzijds en hun eigen belangen en/of andere verplichtingen anderzijds.
Procedures
Er zijn geen overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages, met inbegrip van dergelijke procedures die, naar beste weten van de Uitgevende Instelling hangende zijn of kunnen worden ingeleid, over de periode vanaf de oprichting tot het moment van publicatie van dit Informatiememorandum die een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of rentabiliteit van de Uitgevende Instelling of de groep waartoe de Uitgevende Instelling behoort.
Cijfers
Alle cijfers in dit Informatiememorandum zijn niet gecontroleerd, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
In dit hoofdstuk volgt informatie over de fiscale aspecten die samenhangen met de uitgifte van Obligaties door de Uitgevende Instelling (Litifund 3 B.V.). De fiscale aspecten zijn opgesteld met inachtneming van de stand van de fiscale wetgeving en de jurisprudentie in Nederland per 1 januari 2020. Veranderingen in (toekomstige) inzichten van de Belastingdienst of in (toekomstige) wijzigingen in wettelijke regelingen zijn voor rekening en risico van de Obligatiehouder. De fiscale aspecten zijn niet uitputtend beschreven. De informatie in dit hoofdstuk vormt geen advies over de specifieke persoonlijke situatie van de Obligatiehouder maar is een algemene beschrijving.
Dit hoofdstuk geldt voor inwoners van Nederland, die binnenlands belastingplichtig zijn volgens de Wet op de inkomstenbelasting 2001. Uitgangspunt is dat de Obligatiehouders in Nederland woonachtige particulieren zijn, die de Obligaties tot hun fiscale inkomen uit sparen en beleggen in Box 3 kunnen rekenen. Ook de fiscale uitgangspunten worden toegelicht in het geval de Obligatiehouder een rechtspersoon is, die in Nederland is gevestigd en aan de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is onderworpen en die niet onder een speciaal fiscaal regime vallen. Op grond van het huidige Nederlandse (belasting-)recht kan worden gesteld dat inkomsten uit hoofde van de Obligaties niet onderworpen zijn aan Nederlandse dividendbelasting of Nederlandse bronbelasting. De fiscale gevolgen zijn voor een particuliere individuele Obligatiehouder, afhankelijk van zijn individuele fiscale positie. De toekomstige Obligatiehouders die tot aanschaf van de Obligaties willen overgaan, wordt geadviseerd, mede in verband met hun specifieke omstandigheden en het algemene karakter van de beschreven fiscale aspecten, hun (persoonlijk) fiscale adviseur(s) te raadplegen over de gevolgen voor hun fiscale verplichtingen.
8.1.1 Belastingpositie van de Stichting Obligatiehouders
Stichting Obligatiehouders Litifund 3 is in Nederland gevestigd. Voor de Nederlandse vennootschapsbelasting is zij vennootschapsbelastingplichtig voor zover zij een onderneming uitoefent. Uitganspunt is dat zij geen onderneming uitoefent. Dit uitgangspunt zal nog met de Belastingdienst worden afgestemd. Dit overleg heeft nog niet plaatsgevonden. De Stichting Obligatiehouders is niet Btw-plichtig, daar zij niet een bedrijf zelfstandig uitoefent. Met andere woorden: zij treedt niet op naar buiten toe maar vertegenwoordigt uitsluitend de belangen van haar Obligatiehouders.
8.1.2 Belastingpositie Uitgevende Instelling
De Uitgevende Instelling (Litifund 3 B.V.) is een in Nederland gevestigd vennootschap en belastingplichtig voor haar winst op grond van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Bij de belastingdienst zal een verzoek worden ingediend om in het kader van het Horizontaal Toezicht een overeenkomst (convenant) aangegaan. Dit houdt kort gezegd in dat partijen die bij het aangifteproces zijn betrokken afspraken maken die ervoor moeten zorgen dat de kwaliteit van de aangifte vennootschapsbelasting goed is en behouden blijft. Onderwerpen en uitgangspunten waarover fiscaal verschillend kan worden gedacht, worden eerst aan de inspecteur vennootschapsbelasting voorgelegd. Hiermee wordt voorkomen dat de Uitgevende Instelling niet geconfronteerd wordt met navorderingsaanslagen. Rechtszekerheid omtrent de fiscale positie van de Uitgevende Instelling wordt hiermee vergroot. Mocht verschil van mening blijven omtrent een fiscale casus, dan blijft het altijd mogelijk hiertegen in bezwaar en/of beroep te gaan. De Uitgevende Instelling is onderworpen aan de Wet op de omzetbelasting 1968.
8.2 Deelname door natuurlijke personen
In de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 vindt belastingheffing van natuurlijke personen, plaats door middel van een boxenstelsel (Box 1, 2 en 3). Xxx 0 bevat het inkomen uit werk en woning. In Box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang in de heffing betrokken en in box 3 het forfaitair rendement uit sparen en beleggen. Obligatiehouders die met hun privé vermogen als natuurlijk persoon de Obligaties hebben aangekocht, worden voor de inkomstenbelasting belast in box 3, uitzonderingen daargelaten. Per 1 januari 2014 is de wetgeving voor een belastingplichtige in box 3 als volgt. Op 1 peildatum, te weten 1 januari van ieder kalenderjaar, wordt van een belastingplichtige de som van de totale bezittingen minus de totale schulden berekend. Bepaalde bezittingen en schulden worden hierbij uitgezonderd. Wanneer dit een positief resultaat geeft wordt hierover een gestaffeld forfaitair rendement berekend variërend van 1,7991% tot 5,33% per jaar, waarover een belastingheffing van 30% wordt berekend. Iedere belastingplichtige heeft een heffingsvrij vermogen.
8.3 Deelname door rechtspersonen
Voor Obligatiehouders die kwalificeren als vennootschapsbelastingplichtige persoon, bijvoorbeeld een besloten vennootschap, zullen de voordelen en de kosten die samenhangen met de Obligaties onderdeel vormen van de belastinggrondslag voor de vennootschapsbelasting. In 2020 bedraagt het tarief van de vennootschapsbelasting 25%. Voor het deel van de belastbare winst tot € 200.000,- is het percentage van 25% verlaagd tot 16,5%. Indien de Obligaties zijn gefinancierd met vreemd vermogen is de rente op dit vreemde vermogen in beginsel mogelijk fiscaal aftrekbaar, uitzonderingen daargelaten. Bij enige twijfel omtrent de aftrekbaarheid van deze rente, wordt geadviseerd te overleggen met een fiscaal adviseur. De ontvangen rente van Obligaties is onderdeel van de belastbare winst. Eventuele winsten of verliezen op de Obligaties vallen eveneens in het belastbare resultaat. De waarde van de Obligaties dient ieder jaar opnieuw te worden vastgesteld. Een eventuele waardedaling van de Obligaties kan ten laste van het resultaat worden gebracht.
Wanneer deze waarde vervolgens weer stijgt, dient de waardestijging ook weer tot het resultaat te worden gerekend tot de oorspronkelijke kostprijs is bereikt. Waardestijgingen boven de kostprijs hoeven pas tot het resultaat te worden gerekend bij daadwerkelijke realisatie.
Bij overlijden van een in Nederland wonende houder van Obligaties of bij schenking van Obligaties, is de waarde in het economisch verkeer van de Obligatie onderworpen aan de heffing van de Nederlandse schenk- en erfbelasting. De hoogte van dit tarief, alsmede eventuele vrijstellingen, is afhankelijk van de totale hoogte van de erfrechtelijke verkrijging en/of schenking en de mate van verwantschap.
HOOFDSTUK 9 JURIDISCHE ASPECTEN
9.1 Uitgifte en aanbieding van Obligaties
Algemeen
Dit Informatiememorandum wordt uitgebracht in verband met de aanbieding en uitgifte door de Uitgevende Instelling van maximaal 249 Obligaties aan het publiek in Nederland.
De Uitgevende Instelling zal in beginsel maximaal 249 Obligaties uitgeven met een nominale waarde van € 20.000,- per stuk. Indien alle 249 Obligaties geplaatst zullen worden bij beleggers bedraagt de nominale waarde van de Obligatielening € 4.980.000,-.
Op de Obligaties zijn de Obligatievoorwaarden, zoals opgenomen in Bijlage I bij dit Informatiememorandum, van toepassing. Nederlands recht is van toepassing op de Obligatievoorwaarden, respectievelijk de Obligaties. De Obligatiehouders dienen de bepalingen zoals uiteengezet in de Obligatievoorwaarden tevens te lezen in samenhang met de voorwaarden in de Trustakte, zoals opgenomen in Bijlage II bij dit Informatiememorandum.
Op de Obligatievoorwaarden, respectievelijk de Trustakte, is Nederlands recht van toepassing.
Bestemming van de opbrengst
De opbrengst van de Obligatielening zal door de Uitgevende Instelling worden aangewend uitsluitend ter financiering van de activiteiten van de Uitgevende Instelling, zijnde de investering in de bestaande over te dragen portefeuille van Actieve Claims als vermeld in artikel 1.4.8 en de procesfinanciering van nieuw aan de nemen Claims met een Claimbelang van meer dan € 1 miljoen en verwachte Directe Claimkosten tussen de 5% en 7%.
Opbrengsten uit de activiteiten van de Uitgevende Instelling worden door de Uitgevende Instelling uitsluitend gebruikt ter voldoening van haar verplichtingen onder deze Obligatielening jegens de Obligatiehouders, de aankoop respectievelijk verwerving en het (doen) uitwinnen van Vorderingen.
Vorm
De Obligaties luiden op naam en zijn direct overdraagbaar. De Obligaties luiden in euro.
De Obligaties worden niet genoteerd aan een gereglementeerde markt (effectenbeurs) en er zal geen markt worden onderhouden in de Obligaties door de Uitgevende Instelling. Er zullen geen bewijzen van deelname in de Obligatielening worden verstrekt. Het eigendom van een Obligatie kan enkel worden overdragen door een daartoe bestemde (onderhandse) akte en mededeling daarvan aan de Uitgevende Instelling en de Stichting Obligatiehouders.
Status en rangorde
De verplichtingen van de Uitgevende Instelling uit hoofde van de Obligaties vormen directe verplichtingen. De Obligaties zijn onderling en ten opzichte van elkaar van gelijke rang, zonder enig verschil in preferentie.
Obligatiehouders zijn ten minste van gelijke rang ten opzichte van alle huidige en toekomstige concurrente schuldeisers van de Uitgevende Instelling, waaronder begrepen de huidige investeerders van de Uitgevende Instelling en de obligatiehouders onder de Obligatielening-B. De Uitgevende Instelling zal geen bankfinanciering aantrekken. De verplichtingen van de Uitgevende Instelling jegens de Obligatiehouders onder de Obligatielening zijn derhalve niet (en zullen niet zijn) achtergesteld bij verplichtingen van de Uitgevende Instelling jegens een bank.
Looptijd van de Obligaties, aflossing en vervroegde aflossing
De Looptijd van de Obligaties bedraagt maximaal vijf (5) jaar, voor alle Obligaties te rekenen vanaf de Relevante Uitgiftedatum. De Obligaties zullen worden afgelost tegen hun Hoofdsom, te vermeerderen met de verschenen doch onbetaalde Rente.
Vervroegde Aflossing Initiatief Uitgevende Instelling
De Uitgevende Instelling heeft het recht om na verloop van twee (2) jaar, voor alle Obligaties – ongeacht Relevante Uitgiftedatum – te rekenen vanaf de Aanvangsdatum, de Obligaties te eniger tijd geheel vervroegd af te lossen met inachtneming van de Obligatievoorwaarden.
Rente
Alle Obligaties dragen met ingang van de betreffende Relevante Uitgiftedatum rente over hun uitstaande Hoofdsom, tegen een rentevoet van 8 % enkelvoudig per jaar (de “Rente”).
De Rente wordt achteraf betaalbaar gesteld en wel in het eerste kwartaal na ommekomst van een volledig jaar gerekend vanaf de Relevante Uitgiftedatum van de betreffende obligaties.
De Obligaties houden op Rente te dragen met ingang van de datum waarop de volledige Hoofdsom van de Obligaties overeenkomstig de Obligatievoorwaarden onvoorwaardelijk en onherroepelijk is terugbetaald, al dan niet vervroegd.
Betalingen
De Uitgevende Instelling zal zorg dragen voor rechtstreekse betalingen uit hoofde van de Obligaties (inclusief Hoofdsom en Rente) aan de Obligatiehouders onder de Obligatielening en wel door overmaking daarvan naar de door de Obligatiehouder opgegeven bankrekening in Nederland als vermeld in het Register.
Verjaring
Vorderingen ter zake van de Obligaties (waaronder begrepen vorderingen ter zake van de Hoofdsom en Rente) verjaren na één (1) jaar.
Belastingen
Alle betalingen ter zake van de Obligaties door of namens de Uitgevende Instelling worden gedaan zonder inhouding of aftrek voor of wegens huidige of toekomstige belastingen, heffingen, aanslagen of overheidskosten van welke aard ook, tenzij de inhouding of aftrek daarvan door de wet wordt vereist.
In dat geval verwerkt de Uitgevende Instelling de vereiste inhouding of aftrek voor rekening van de Obligatiehouders en betaalt de Uitgevende Instelling de Obligatiehouders geen extra bedragen.
De Stichting Obligatiehouders
De Stichting Obligatiehouders vervult in het kader van de Obligaties een belangrijke rol voor de Obligatiehouders. De Stichting Obligatiehouders treedt op voor en namens de Obligatiehouders, is zekerheidsagent en behartigt de gezamenlijke belangen van de Obligatiehouders. Daarnaast houdt de Stichting Obligatiehouders toezicht op de naleving van de Obligatievoorwaarden en is zij zekerheden agent in verband met de Obligatielening. Het bestuur van de Stichting Obligatiehouders zal in de nabije toekomst worden benoemd conform het daaromtrent bepaalde in de statuten van de Stichting Obligatiehouders.
Kruislings verzuim
De Obligatielening is direct opeisbaar indien en zodra (i) de Uitgevende Instelling in verzuim is ter zake haar betalingsverplichtingen onder enige andere door haar aangetrokken obligatielening(en) (waaronder uitdrukkelijk begrepen de Obligatielening-B), dan wel (ii) de schuld van de Uitgevende Instelling onder een dergelijke obligatielening opeisbaar wordt verklaard of anderszins opeisbaar wordt voor de overeengekomen vervaldatum als gevolg van een opeisingsgrond.
Verzuim
Er is sprake van verzuim van de Uitgevende Instelling indien sprake is van
a. wanbetaling door de Uitgevende Instelling ter zake van de Hoofdsom van (een deel van) de Obligaties en de betreffende nalatigheid duurt tenminste 60 dagen; of
b. niet-betaling van Rente op de Obligaties, en de betreffende nalatigheid duurt tenminste 12 maanden nadat de Uitgevende Instelling een kennisgeving per aangetekende brief heeft ontvangen van de Stichting Obligatiehouders waarin deze nalatigheid wordt geconstateerd; of
c. niet-nakoming of uitvoering door de Uitgevende Instelling van een andere verplichting op grond van de Obligatielening en de betreffende nalatigheid duurt tenminste 60 dagen nadat de Uitgevende Instelling een kennisgeving per aangetekende brief heeft ontvangen van de Stichting Obligatiehouders waarin deze nalatigheid wordt geconstateerd.
Daarnaast zal sprake zijn van verzuim van de Uitgevende Instelling in de situaties als vermeld in artikel 13 van de Obligatievoorwaarden.
In geval van verzuim van de Uitgevende Instelling zal de Stichting Obligatiehouders met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in de Trustakte, naar eigen inzicht dan wel op schriftelijk verzoek van de houders van tenminste 50% van het totale nominale bedrag van uitstaande Obligaties de Obligatielening (inclusief Hoofdsom en Rente) per direct mogen opeisen conform artikel 9 van de Trustakte.
Register
De Obligatiehouders worden in het Register ingeschreven. In het Register zijn de naam, het adres, het relevante bankrekening-/IBAN-nummer in Nederland, en het aantal Obligaties met vermelding van de betreffende nummers van de Obligaties van alle Obligatiehouders opgenomen. In het Register worden tevens opgenomen de namen en de adressen van de pandhouders en vruchtgebruikers van Obligaties, met vermelding van het aantal Obligaties waarop zij rechten hebben en de datum waarop zij hun rechten hebben verkregen.
Het Register zal namens de Uitgevende Instelling worden bijhouden door de Stichting Obligatiehouders en ligt ten kantore van de Stichting Obligatiehouders ter inzage voor de Obligatiehouders en de Uitgevende Instelling. Op schriftelijk verzoek aan de Stichting Obligatiehouders kunnen Obligatiehouders kosteloos een persoonlijk uittreksel uit het Register krijgen.
Obligatiehouders, vruchtgebruikers en pandhouders zijn verplicht alle wijzigingen in de gegevens onverwijld en schriftelijk mede te delen aan de Stichting Obligatiehouders. Gevolgen welke voortvloeien uit of verband houden met het door een Obligatiehouder, vruchtgebruiker of pandhouder niet, niet juist of niet tijdig doen van voornoemde mededeling(en), komen volledig voor
rekening en risico van de betreffende Obligatiehouder, vruchtgebruiker of pandhouder en kunnen niet aan de Stichting Obligatiehouders en/of de Uitgevende Instelling worden tegengeworpen.
Vergadering van Obligatiehouders
Een vergadering van Obligatiehouders zal worden gehouden conform artikel 14 van de Obligatievoorwaarden:
I. indien de Uitgevende Instelling dit wenselijk acht;
II. op schriftelijk verzoek van de Stichting Obligatiehouders; of
III. op schriftelijk verzoek van de houders van tenminste 30% van het totale nominale bedrag aan uitstaande Obligaties.
De vergadering van Obligatiehouders zal worden uitgeschreven door de Stichting Obligatiehouders. De Stichting Obligatiehouders roept de vergadering van Obligatiehouders uiterlijk binnen één maand, na ontvangst van het schriftelijke verzoek daartoe, bijeen. Obligatiehouders zullen tenminste veertien dagen voor de dag waarop de vergadering wordt gehouden een oproepingsbrief voor de vergadering van Obligatiehouders ontvangen.
In spoedeisende gevallen, hetgeen ter beoordeling van de Stichting Obligatiehouders is, kan de oproepingstermijn ten aanzien van de vergadering van Obligatiehouders worden teruggebracht tot zeven dagen, de dag van de vergadering en van de oproeping niet meegerekend. Indien de Stichting Obligatiehouders in gebreke blijft met het bijeenroepen van een vergadering van Obligatiehouders, als hiervoor bedoeld, heeft de Uitgevende Instelling casu quo hebben de verzoekende Obligatiehouders zelf het recht een vergadering van Obligatiehouders uit te schrijven met inachtneming van de geldende termijnen en formaliteiten.
Op een vergadering van Obligatiehouders zal door middel van stembriefjes worden gestemd. Elke Obligatie geeft de houder ervan recht op een stem in de vergadering van Obligatiehouders.
Obligatiehouders kunnen geen eigen, individuele vorderingsrechten en/of rechtstreekse acties jegens de Uitgevende Instelling instellen. De Stichting Obligatiehouders zal naar eigen goeddunken – doch te allen tijde met inachtneming van de belangen van de Obligatiehouders – over de rechten van die Obligatiehouders onder de Obligatievoorwaarden, kunnen beschikken.
De Stichting Obligatiehouders zal op grond van de Trustakte optreden voor en ten behoeve van de Obligatiehouders. Daartoe zal de Stichting Obligatiehouders als schuldeiser een eigen, exclusief
vorderingsrecht hebben jegens de Uitgevende Instelling, dat inhoudelijk overeenstemt met (‘parallel is aan’) de vorderingsrechten van de Obligatiehouders jegens de Uitgevende Instelling (een
zogenoemde ‘parallelle vordering’).
Dit betekent dat de Stichting Obligatiehouders uit hoofde van de parallelle vordering een zelfstandig vorderingsrecht zal hebben tot betaling door de Uitgevende Instelling van een bedrag dat gelijk is aan (‘parallel is aan’) het totale bedrag dat de Uitgevende Instelling onder de Obligatielening aan de (gezamenlijke) Obligatiehouders verschuldigd is. De parallelle vordering is steeds gelijktijdig opeisbaar indien en voor zover de daarmee corresponderende gezamenlijke vorderingen van de Obligatiehouders onder de Obligatielening opeisbaar zijn. Iedere kwijting die aan de Uitgevende Instelling van tijd tot tijd wordt verleend ter zake van een betaling aan de Obligatiehouders uit hoofde van de Obligaties, zal tevens hebben te gelden als een kwijting aan de Uitgevende Instelling ter zake van de betreffende betaling onder de parallelle vordering (en vice versa).
De parallelle vordering van de Stichting Obligatiehouders zal worden versterkt door een stil pandrecht, eerste in rang, (bij voorbaat) te vestigen door de Uitgevende Instelling ten gunste van de Stichting Obligatiehouders op alle huidige- en toekomstige Vorderingen van de Uitgevende Instelling.
Dit zekerheidsrecht zal worden gevestigd bij een afzonderlijke onderhandse akte. Een concept van deze pandakte is bij verwijzing opgenomen in dit Informatiememorandum.
De Stichting Obligatiehouders zal dit zekerheidsrecht voor en ten behoeve van zowel de Obligatiehouders als de obligatiehouders onder Obligatielening-B houden, beheren en indien noodzakelijk uitwinnen.
Indien de Stichting Obligatiehouders overgaat tot uitwinning van de zekerheden die zijn gevestigd tot zekerheid van de parallelle vordering van de Stichting Obligatiehouders, zullen de gelden die de Stichting Obligatiehouders door voornoemde uitwinning verkrijgt de Uitgevende Instelling bevrijden van de betaling van deze gelden ten opzichte van de (individuele) Obligatiehouders.
9.3 Wet op het financieel toezicht (Wft)
Ingevolge hoofdstuk 5.1. van de Wft is het in beginsel niet toegestaan om in Nederland effecten, waaronder nadrukkelijk ook zijn begrepen de Obligaties, aan het publiek aan te bieden, tenzij een hiertoe door de AFM goedgekeurd prospectus algemeen verkrijgbaar is gesteld.
De Uitgevende Instelling is ter zake de aanbieding van de Obligatielening echter niet gehouden casu quo vrijgesteld van voornoemde prospectusverplichting, aangezien de in artikel 53 lid 2 van de Vrijstellingsregeling Wft genoemde “<EUR 5 miljoen-vrijstelling” van toepassing is. Deze vrijstelling geldt voor aanbiedingen aan het publiek, voor zover het betreft effecten die deel uitmaken van een aanbieding waarbij de totale tegenwaarde van de aanbieding binnen de Europese Economische Ruimte, berekend per categorie en over een periode van twaalf maanden, minder dan EUR 5 miljoen bedraagt. Aangezien de totale tegenwaarde van de aanbieding van de Obligaties minder bedraagt dan EUR 5 miljoen en de totale tegenwaarde van de aanbiedingen van obligaties binnen de groep van vennootschappen waartoe de Uitgevende Instelling behoort de afgelopen twaalf maanden EUR 0,00 heeft bedragen, kan de Uitgevende Instelling ter zake de aanbieding van de Obligaties gebruik maken van deze “<EUR 5 miljoen-vrijstelling”.
Ingevolgde de Wft bestaat ter zake van de aanbieding van de Obligaties geen verplichting tot het algemeen verkrijgbaar stellen van een prospectus dat is goedgekeurd door de AFM. Op de aanbieding van de Obligaties wordt geen toezicht uitgeoefend door de AFM.
Een potentiële belegger kan inschrijven op één of meerdere Obligaties door een door de Uitgevende Instelling op verzoek van de inschrijver beschikbaar te stellen inschrijfformulier. Zowel rechtspersonen als natuurlijke personen kunnen inschrijven.
Obligaties kunnen telkens uitsluitend op de eerste werkdag van een maand worden uitgegeven en geplaatst bij beleggers (een Relevante Uitgiftedatum).
Om voor toewijzing in aanmerking te komen, moet het inschrijfformulier volledig ingevuld, rechtsgeldig ondertekend en geretourneerd worden en vergezeld gaan van
I. een kopie van een geldig legitimatiebewijs van de persoon die het inschrijfformulier ondertekend; In geval van een rechtspersoon, dient tevens
II. een kopie van het uittreksel van die rechtspersoon uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel te worden meegestuurd.
Inschrijving op de Obligaties is doorlopend mogelijk vanaf de datum van dit Informatiememorandum tot het moment van bereiken van de totale nominale waarde van de Obligatielening. De inschrijvingsperiode in verband met de uitgifte van de Obligatielening eindigt op het moment dat de inschrijving voor de uitgifte van de Obligaties voltekend is, doch uiterlijk op 31 januari 2021. De Uitgevende Instelling behoudt zich expliciet het recht voor de inschrijvingsperiode te verkorten of te verlengen indien het aantal inschrijvingen hiertoe aanleiding geeft.
De Obligatiehouders worden door ondertekening van het inschrijfformulier geacht kennis te hebben genomen van het Informatiememorandum, de Obligatievoorwaarden en de bepalingen van de Trustakte en zijn daaraan gebonden.
10.2 Voorwaardelijke toewijzing
Inschrijvingen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Indien inschrijvingen in aanmerking worden genomen en daarop Obligaties voorwaardelijk worden toegewezen, zullen inschrijvers worden geïnformeerd over het aan hen voorwaardelijk toegewezen aantal Obligaties en het te betalen bedrag. Dit gebeurt door middel van een stortingsverzoek.
Binnen de gestelde termijn zoals schriftelijk door de Uitgevende Instelling in het stortingsverzoek aangegeven na voorwaardelijke toewijzing van de Obligaties, dient de Obligatiehouder de Hoofdsom van alle aan hem voorwaardelijk toegewezen Obligaties te storten, door overschrijving van het bedrag op de bankrekening van de Uitgevende Instelling, zoals vermeld in het stortingsverzoek.
De gelden in verband met de inschrijving op Obligaties dienen uiterlijk op de stortingsdatum, zoals bepaald door de Uitgevende Instelling en vermeld in het stortingsverzoek, te zijn bijgeschreven.
10.3 Onvoorwaardelijke toewijzing
Onvoorwaardelijke toewijzing en uitgifte van de Obligaties vindt plaats na ontvangst van het volledige verschuldigde bedrag ter zake de betreffende voorwaardelijk toegewezen Obligaties.
Na de onvoorwaardelijke toewijzing en uitgifte ontvangt de Obligatiehouder van de Stichting Obligatiehouders een schriftelijke kennisgeving van het toegewezen bedrag casu quo het aantal uitgegeven Obligaties door middel van een afschrift van zijn inschrijving in het Register.
De Uitgevende Instelling kan zonder opgaaf van redenen een inschrijving, geheel of gedeeltelijk, weigeren dan wel niet effectueren. Eventuele stortingen in verband met inschrijvingen voor Obligaties die worden geweigerd of niet worden geëffectueerd, zullen worden gestorneerd op het bankrekening-/IBAN-nummer waarvan de oorspronkelijke storting werd gedaan. Er zal in geval van stornering geen rente worden vergoed over het gestorneerde bedrag.
De eerste Relevante Uitgiftedatum zal naar verwachting zijn: 1 april 2020.
HOOFDSTUK 11 BELANGRIJKE INFORMATIE
Mogelijke houders van Obligaties worden er met nadruk op gewezen dat aan iedere vorm van
beleggen financiële risico’s zijn verbonden. Zij dienen dan ook goede nota te nemen van de volledige inhoud van dit Informatiememorandum. Bij enige onduidelijkheid of twijfel gelieve men zich te wenden tot de eigen adviseur, opdat een afgewogen oordeel kan worden gevormd over de inhoud en betekenis van dit Informatiememorandum.
De informatie in dit Informatiememorandum geeft de situatie weer op de datum van dit informatiememorandum, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven. Voor de goede orde merkt de Uitgevende Instelling op dat zij er niet voor kan instaan dat de in dit Informatiememorandum vermelde informatie ook op een later tijdstip dan de datum van dit Informatiememorandum juist is.
Behoudens de Initiatiefnemer is niemand gerechtigd of gemachtigd enige informatie te verstrekken of verklaring af te leggen in verband met de aanbieding en uitgifte van Obligaties of anderszins over de gegevens in dit Informatiememorandum. Informatie of verklaringen verstrekt of afgelegd in strijd met het voorgaande dienen niet te worden beschouwd als ware deze verstrekt door of namens de Initiatiefnemer.
11.2 Verantwoordelijkheidsverklaringen
Verantwoordelijkheid voor het Informatiememorandum
Uitsluitend de Initiatiefnemer is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de gegevens in dit Informatiememorandum. De Initiatiefnemer garandeert dat, na het treffen van alle redelijke maatregelen om zulks te garanderen en voor zover haar bekend, naar haar beste weten de gegevens in dit Informatiememorandum in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van dit Informatiememorandum zou wijzigen.
Alle informatie van derden, zoals opgenomen in hoofdstuk 2 (‘Markt- en Concurrentiepositie’), is correct weergegeven en er zijn, voor zover de Initiatiefnemer weet en heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derden gepubliceerde informatie, geen feiten weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden.
Verantwoordelijkheid voor de controle van de Jaarstukken van de Uitgevende Instelling.
Van Oers Audit B.V., gevestigd te Breda, zal als accountant van de Uitgevende Instelling vanaf het boekjaar 2020 verantwoordelijk zijn voor de vrijwillige controle van de financiële informatie van de Uitgevende Instelling.
De werkzame accountants bij Van Oers Audit B.V. zijn lid van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA).
Dit Informatiememorandum bevat mededelingen die toekomstverwachtingen uitspreken, onder meer ten aanzien van de financiële positie van de Uitgevende Instelling, de door haar te behalen resultaten en de door haar gedreven onderneming. De in dit Informatiememorandum opgenomen verwachtingen, veronderstellingen, analyses, berekeningen, commentaren en prognoses zijn uitsluitend verstrekt ter informatie, maar vormen geen garantie voor rendement op de Obligaties.
11.4 Verkoop en overdrachtsbeperkingen
De afgifte en verspreiding van dit Informatiememorandum alsmede het aanbieden, verkopen en leveren van Obligaties kan in bepaalde jurisdicties onderworpen zijn aan (wettelijke) beperkingen. De Uitgevende Instelling verzoekt personen die in het bezit komen van dit Informatiememorandum zich op de hoogte te stellen van die beperkingen en zich daaraan te houden. De Initiatiefnemer noch de Uitgevende Instelling aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enige schending van enige zodanige beperking door wie dan ook, ongeacht of deze een mogelijke houder van Obligaties is of niet. Dit Informatiememorandum houdt als zodanig geen aanbod in van enig effect of een uitnodiging tot het doen van een aanbod tot koop van enig effect aan een persoon in enige jurisdictie waar dit volgens de aldaar geldende wet- en regelgeving niet is geoorloofd.
Aanbieding in Nederland
De Obligaties worden door de Uitgevende Instelling niet openbaar aangeboden in enige lidstaat van de Europese Economische Ruimte anders dan in Nederland.
Op dit Informatiememorandum is Nederlands recht van toepassing. Het Informatiememorandum wordt slechts gepubliceerd in de Nederlandse taal.
De Jaarstukken van de Uitgevende Instelling liggen ter inzage op het kantoor van de Uitgevende Instelling en worden aan Obligatiehouders toegezonden.
De hierna gedefinieerde begrippen beginnen met een hoofdletter en hebben in dit Informatiememorandum, tenzij uit de context uitdrukkelijk het tegendeel blijkt, de betekenis die daaraan is toegekend.
Definities in enkelvoud worden geacht mede de meervoudsvorm en definities in meervoud worden geacht mede het enkelvoud te bevatten.
Aanvangsdatum
De dag waarop de Obligatielening aanvangt, te weten 1 april 2020 (Eerste Relevante Uitgiftedatum) of zoveel eerder of later als de Uitgevende Instelling bepaalt;
Acceptatieperiode
De periode waarin (= het aantal maanden na de eerste Relevante Uitgiftedatum gedurende welke) het de Uitgevende Instelling is toegestaan om nieuwe Claims te accepteren;
Actieve Claim
Een door de Uitgevende Instelling geaccepteerde Claim: (i) die niet door de Uitgevende Instelling is stopgezet of door de rechter bij vonnis is afgewezen; of: (ii) die door de rechter is toegewezen, maar de aan de Uitgevende Instelling toekomende Fee en/of Kostenvergoeding Claim zijn nog niet volledig geïncasseerd; of: (iii) waarvoor de Uitgevende Instelling zich in hoger beroep moet verweren en situaties (i) en (ii) zijn in hoger beroep (nog) niet van toepassing;
AFM
De Stichting Autoriteit Financiële Markten, statutair gevestigd te Amsterdam;
Beheervergoeding
De vergoeding die de Uitgevende Instelling aan de Servicer is verschuldigd voor het managen van Claims, waaronder het accepteren, voeren van procedures, geven van instructies aan advocaten, beoordelen van processtukken, uitwinning, en soortgelijke activiteiten; óf
De vergoeding die de Cliënt contractueel aan de Uitgevende Instelling is verschuldigd voor het managen van zijn Claim, waaronder het accepteren, voeren van procedures, geven van instructies aan advocaten, beoordelen van processtukken, uitwinning, en soortgelijke activiteiten, welke vergoeding net als de Directe Claimkosten alleen in rekening kan worden gebracht indien er een opbrengst te verdelen is (zie tevens Vergoeding Beheerkosten).
Bijlage
Een bijlage bij dit Informatiememorandum;
Bestuur
Het statutaire bestuur van de Uitgevende Instelling;
Boekjaar
Het boekjaar van de Uitgevende Instelling, welke gelijk is aan het kalenderjaar;
Claim
Een financiële vordering van een Cliënt van de Uitgevende Instelling op een Derde, die door die derde wordt betwist, door Nederlands recht wordt beheerst en waarvan de -bij toekenning van die vordering door een bevoegde rechter- uitwinbare bezittingen zich in Nederland bevinden;
Claimbelang
Het bedrag van de financiële vordering van de Claim;
Cliënt
Een relatie die met de Uitgevende Instelling een overeenkomst is aangegaan waaronder de Uitgevende Instelling zich verplicht om een Claim van die Cliënt te beheren en de kosten die verbonden zijn met het uitwinnen van die Claim, voor te financieren;
Co-Investering
De verplichting van De Liesker Groep om in elke door Litifund 3 geaccepteerde Claim voor een bedrag groot 10 % van de Directe Claimkosten mee te investeren. Hier tegenover staat dat De Liesker Groep pro rata het gedeelte dat zij uiteindelijk heeft mee geïnvesteerd in Claims, meedeelt in de opbrengsten van een Gewonnen of Verloren Claim, voor zover die betrekking hebben op: (i) de Fee;
(ii) dat deel van de Kostenvergoeding Claim dat betrekking heeft op de Directe Claimkosten (het gedeelte dat betrekking heeft op de Beheervergoeding is derhalve uitgesloten van deze bepaling). Betalingen door De Liesker Groep aan Litifund 3 dienen uiterlijk plaats te vinden op het moment dat Litifund 3 de corresponderende bedragen aan derden dient te voldoen. Zo ook dienen betalingen door Litifund 3 aan De Liesker Groep uiterlijk plaats te vinden op het moment dat Litifund 3 de corresponderende bedragen van derden ontvangt.
De Liesker Groep
In dit memorandum wordt, voor de leesbaarheid, de term De Liesker Groep gebruikt als verzamelnaam voor Liesker Legal N.V., Liesker Procesfinanciering B.V. en Litifund B.V.. Indien De Liesker Groep wordt gebruikt in de tekst wordt daarmee in de regel bedoeld dat één van de entiteiten uit de groep iets zal uitvoeren of verzorgen.
Derden
De tegenpartij waarop een Cliënt een door die tegenpartij betwiste financiële vordering heeft;
Directe Claimkosten
De kosten die rechtstreeks verband houden met het uitwinnen van een Claim door de Uitgevende Instelling, waaronder maar niet beperkt tot advocaatkosten, griffiegelden en verschotten, kosten second opinion, uitwinningskosten, getuigenverhoren, deskundigheidsrapporten, een eventuele vergoeding aan de Gedaagde voor proceskosten, uitwinningskosten en verschuldigde wettelijke rente, en soortgelijke kosten, en die aan een Derde dienen te worden vergoed;
Eerste Inbreng Claims
De in Hoofdstuk 1.4.8 beschreven naar verwachting 29 Claims die per datum eerste Relevante Uitgiftedatum binnen De Liesker Groep nog Actief zijn en op dat moment binnen de acceptatiecriteria van Litifund 3 vallen en conform de voorwaarden van dit Informatiememorandum op dat moment verplicht worden aangeboden aan en geaccepteerd door Litifund 3. Deze Actieve Claims draagt De Liesker Groep onverwijld over aan Litifund 3 per de Eerste Relevante Uitgiftedatum en op die Claims zullen alle voorwaarden van dit Informatiememorandum van toepassing zijn, waaronder de Co-Investering. Litifund 3 betaalt tegelijkertijd aan De Liesker Groep de in hoofdstuk
1.4.8 beschreven kosten en rente.
Onder deze bepaling wordtnogmaals vermeld dat de verplichte inbreng uitsluitend geldt voor Claims die nog actief zijn en waar niet al een schikkingsvoorstel of Vonnis voor actueel is of geaccepteerd is op de Eerste Relevante Uitgiftedatum.
Eerste Relevante Uitgiftedatum
De datum waarop de eerste Obligaties worden uitgegeven. Dit zal gebeuren als er voor minimaal
€ 2.500.000 is ingeschreven op de Obligaties-A en Obligaties-B gezamenlijk.
Eiser
Zie Cliënt;
EUR
Euro, het wettelijk betaalmiddel van de Europese Monetaire Unie;
Fee
De vergoeding die de Uitgevende Instelling haar Cliënt in rekening mag brengen indien een Claim wordt Gewonnen;
Gedaagde
Zie Derde;
Gewonnen Claim
Een Claim die: (i) door de bevoegde rechter is toegewezen aan de Cliënt en/of de Uitgevende Instelling; of: (ii) een Claim waarvoor de Uitgevende Instelling een minnelijke schikking namens de Cliënt heeft bereikt met de Gedaagde en waarbij het aan de Uitgevende Instelling toekomende bedrag tenminste gelijk is aan de Directe Claimkosten die door de Uitgevende Instelling zijn gemaakt;
Hoofdsom
De nominale waarde van een Obligatie, zijnde € 20.000,-;
Informatiememorandum
Dit Informatiememorandum, inclusief alle Bijlagen en verwijzingen;
Initiatiefnemer
Litifund 3 B.V., statutair gevestigd te Breda;
Jaarstukken
De (enkelvoudige) jaarrekening van de Uitgevende Instelling, met inbegrip van de balans en de winst- en verliesrekening, een vermogensmutatie-overzicht, een kasstroomoverzicht, de grondslagen voor financiële verslaggeving en de toelichting daarop, alsmede het verslag over enig boekjaar;
Kostenvergoeding Procedure
De vergoeding voor onder meer proceskosten, uitwinningskosten en verschuldigde wettelijke rente die: (i) de Gedaagde -op last van de rechter of in het kader van een minnelijke schikking- dient te betalen aan de Eiser; of: (ii) die door de Eiser cq de Uitgevende Instelling aan de Gedaagde dient te worden betaald;
Kostenvergoeding Claim
De kostenvergoeding die de Cliënt contractueel aan de Uitgevende Instelling dient te betalen, bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend indien een Claim wordt Gewonnen;
Looptijd
De looptijd van de Obligatielening, gemeten vanaf de eerste Relevante Uitgiftedatum tot de uiterste aflossingsdatum;
Obligaties
Maximaal 249 Niet-beursgenoteerde schuldtitels op naam met een nominale waarde van EUR 20.000 per stuk, die niet converteerbaar in aandelen zijn, welke worden uitgegeven door de Uitgevende Instelling;
Obligaties-B
Maximaal 200 Niet-beursgenoteerde schuldtitels op naam met een nominale waarde van EUR 25.000 per stuk, die niet converteerbaar in aandelen zijn, welke worden uitgegeven door de Uitgevende Instelling onder een separaat informatiememorandum. De minimale afname van de Obligaties-B bedraagt 4 stuks, waarmee de minimale investering van een houder van Obligaties-B een bedrag van
€ 100.000 bedraagt.
Obligatiehouder
Een natuurlijk persoon of rechtspersoon, die één of meerdere Obligaties houdt;
Obligatielening-A
De obligatielening, groot nominaal € 4.980.000 uit te geven door de Uitgevende Instelling onder de voorwaarden van dit Informatiememorandum;
Obligatielening-B
Een obligatielening, groot nominaal € 5.000.000, uit te geven door de Uitgevende Instelling onder een separaat uit te geven informatiememorandum. De Uitgevende Instelling behoudt zich het recht voor om de uitgifte van Obligatielening-B te verhogen naar € 10.000.000 indien marktomstandigheden daar aanleiding toe geven.;
Obligatievoorwaarden
De voorwaarden, zoals weergegeven in de verwijzing van dit Informatiememorandum, die van toepassing zijn op de Obligaties;
Register
Het register van Obligatiehouders waarin de naam, het adres, het e-mailadres en het relevante bank- of IBAN nummer van alle Obligatiehouders zijn opgenomen met vermelding van de betreffende nummers van de Obligaties die door de Obligatiehouders worden gehouden;
Relevante Uitgiftedatum met betrekking tot een Obligatie
De datum waarop die Obligatie is uitgegeven. Obligaties worden alléén uitgegeven op de eerste werkdag van een kalendermaand. De Eerste Relevante Uitgiftedatum zal naar verwachting zijn: 1 april 2020;
Rente
De vaste rente op de Obligaties. De Obligaties dragen met ingang van de Relevante Uitgiftedatum rente over hun uitstaande Hoofdsom, tegen een vaste rentevoet van 8 % per jaar, achteraf per jaar uit te betalen.
Rentebetalingsdatum
Elke dag waarop Xxxxx in beginsel zal worden uitgekeerd, als bedoeld in de Obligatievoorwaarden;
Stichting Obligatiehouders
Stichting Obligatiehouders Litifund 3, gevestigd te Breda;
Trustakte
De trustakte zoals opgenomen in de verwijzing van dit Informatiememorandum;
Uitgevende Instelling
De uitgevende instelling van de Obligaties, te weten Litifund 3 B.V., statutair gevestigd te Breda;
Uitwinningstijd
De periode tussen het moment van acceptatie van een Claim tot het moment waarop: (i) voor een Gewonnen Claim het Claimbelang feitelijk is uitbetaald aan de Cliënt; (ii) voor een verloren Claim alle eventuele procedures zijn beëindigd en voor die Claim geen kosten meer worden gemaakt;
Vergoeding Beheerkosten
De beheervergoeding die de Cliënt contractueel aan de Uitgevende Instelling dient te betalen, bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend indien een Claim wordt Gewonnen;
Vervroegde Aflossing Initiatief Uitgevende Instelling
De Uitgevende Instelling heeft – onder de bepalingen zoals opgenomen in de Obligatievoorwaarden
– het recht om de Obligaties te eniger tijd geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen;
Vorderingen
Door de Uitgevende Instelling uit de procesfinanciering verworven vorderingen op Derden, nadat deze: (i) bij vonnis zijn toegewezen door de rechter; of: (ii) die voortvloeien uit een minnelijke schikkingsovereenkomst met een Derde;
Vpb
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 zoals deze luidt op de datum van het Informatiememorandum, alsmede eventuele toekomstige wijzigingen;
Wft
Xxx op het financieel toezicht zoals deze luidt op de datum van het Informatiememorandum, alsmede eventuele toekomstige wijzigingen.
Winstuitkering
De additionele vergoeding, boven op de 8% jaarlijkse vaste rente, die aan houders van de Obligatielening-A wordt uitgekeerd tijdens en/of aan het einde van de Looptijd van de Obligatielening-A en die pro rata 50 % van de cumulatieve nettowinst na belasting van de Uitgevende Instelling bedraagt;
Zakelijke Vergoeding
De additionale vergoeding die aan de Liesker Groep wordt betaald door Litifund 3 voor de overdracht van de Eerste Inbreng Claims, zoals toegelicht in Hoofdstuk 1.4.8.
HOOFDSTUK 13 BETROKKEN PARTIJEN
De volgende partijen zijn bij de aanbieding van de Obligaties casu quo bij het Informatiememorandum betrokken:
• Uitgevende Instelling LITIFUND 3 B.V.
• Bestuur Uitgevende Instelling
• Stichting Obligatiehouders Stichting Obligatiehouders
• Fiscaal adviseur Van Oers Accountants en Belastingadviseurs B.V.,
• Accountant Van Oers Accountants en Belastingadviseurs B.V
HOOFDSTUK 14 BESCHIKBARE INFORMATIE
Door middel van verwijzing opgenomen documenten
De volgende documenten worden geacht onderdeel te zijn van het Informatiememorandum:
- Obligatievoorwaarden
- Trustakte
- Service Level Agreement met Liesker Procesfinanciering
- de akte van oprichting en statuten van de Uitgevende Instelling;
- de akte van oprichting en statuten van de Stichting Obligatiehouders.
- Model van de pandakte
Deze stukken zijn gedurende de geldigheidsduur van dit Informatiememorandum algemeen verkrijgbaar gesteld op de website van de Uitgevende Instelling xxx.xxxxxxxx0.xx en per post of per e-mail verkrijgbaar bij de Uitgevende Instelling.
Aanvullende informatie
Kopieën van dit Informatiememorandum en (eventuele) supplementen bij dit Informatiememorandum zijn, uitsluitend in de Nederlandse taal, kosteloos verkrijgbaar gedurende de inschrijvingsperiode alsmede gedurende de Looptijd van de Obligatielening via de website van de Uitgevende instelling, bereikbaar via xxx.xxxxxxxx0.xx. Aan een ieder wordt op verzoek en tegen kostprijs de gegevens van de Uitgevende Instelling en de Stichting Obligatiehouders beschikbaar gesteld die ingevolge enig wettelijk voorschrift in het handelsregister moeten worden opgenomen.
BIJLAGE I - CURRICULA VITAE BESTUUR UITGEVENDE INSTELLING
Xx. Xxxxx Xxxxxxxxx (1969) CEO
Na zijn studie rechten aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam heeft de heer Xxxxxxxxx ruim 10 jaar in de financiële dienstverlening gewerkt, zowel aan de kredietverleningskant als aan de beleggingskant waar hij DSI geregistreerd senior beleggingsadviseur werd. Uiteindelijk was de heer Xxxxxxxxx, als General Banker bij MeesPierson, verantwoordelijk voor acquisitie van nieuwe grote cliënten. Het ondernemersbloed begon te kriebelen en in 2006 is de heer Xxxxxxxxx zelfstandig gaan ondernemen. Daarbij is hij voornamelijk gaan adviseren aan en investeren in vastgoed en bio- technologie gerelateerde bedrijven en heeft hij ook zelf een vastgoed portefeuille opgebouwd. De heer Xxxxxxxxx is sinds de oprichting in 2011 als Senior Advisor en Marketing Director betrokken geweest bij de oprichting en verdere uitbouw van Liesker Legal. Werken op het snijvlak van het juridische, het financiële en het commerciële ligt hem goed.
Xxxx Xxxxxxxx (1953) COO
De heer Xxxxxxxx was 16 jaar werkzaam bij ABN AMRO als senior Recovery Officer. Hij was senior accountmanager op de afdeling Bijzonder Beheer. Als senior accountmanager was hij verantwoordelijk voor de behandeling van complexe dossiers. Vanuit zijn functie heeft hij veelvuldig te maken gehad met de begeleiding en de afwikkeling van zekerheden in en buiten faillissement.
Daarvoor heeft de heer Xxxxxxxx gewerkt bij Bouwfonds Property Finance BV. Hij was daar senior accountmanager op de business unit Beleggingsfinancieringen. Voor deze functie werd hij benaderd door de voormalige directeur van XXX XXXX Xxxxxxxxx Goed BV. Daarbij werd De heer Xxxxxxxx gevraagd om de fusie tussen ABN AMRO Onroerend Goed BV en Bouwfonds Property Finance te begeleiden. Hij was verantwoordelijk voor de administratieve en commerciële handling van de financieringsportefeuille. Gezamenlijk met de heer Xxxxxxxxx is hij de bestuurder van Litifund 2.
Daarin bundelen zij hun financiële expertise en kennis.