Het Aanvullend Prospectus
Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds
Dit Aanvullend Prospectus maakt onderdeel uit van het Prospectus van Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. en moet in samenhang daarmee worden gelezen. Tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven hebben begrippen in dit Aanvullend Prospectus de betekenis die daaraan is toegekend in het Basis Prospectus.
Potentiële beleggers in één van de Fondsen van Xxxxxx Xxxxxxxx- en Levensverzekeringen N.V. worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan het beleggen in deze Fondsen financiële risico’s verbonden zijn. Zij dienen dan ook goed nota te nemen van de volledige inhoud van het Basis Prospectus en dit Aanvullend Prospectus van Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V.
De in dit Aanvullend Prospectus opgenomen gegevens zijn, voor zover dit aan de directie van Xxxxxx Xxxxxxxx- en Levensverzekeringen N.V. redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, in overeenstemming met de werkelijkheid en geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van dit Aanvullend Prospectus zou wijzigen. Uitsluitend Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de gegevens zoals opgenomen in dit Aanvullend Prospectus.
De afgifte en verspreiding van het Basis Prospectus en dit Aanvullend Prospectus, alsmede het aanbieden, verkopen en leveren van de participaties van elk Fonds kunnen in bepaalde rechtsgebieden onderworpen zijn aan (wettelijke) beperkingen.
Op het Basis Prospectus en dit Aanvullend Prospectus is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
Voor een uitleg van de gehanteerde begrippen verwijzen wij u naar het document ‘Begrippenlijst Unit Linked Beleggingsfondsen’.
Dit Aanvullend Prospectus is geldig vanaf 3 juni 2019.
Inhoudsopgave
1. Beschrijving van het product
2. Beleggingsbeleid
3. Risico’s
4. De vermogensbeheerder
5. De administrateur
6. De bewaarneming
7. Dividendpolitiek
8. Gegevens over kosten en vergoedingen
9. Gegevens over het behaalde rendement
10. Gegevens over de waardering
11. Jaarrekening
12. Koersinformatie
1. Beschrijving van het product
Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. biedt onder andere Centraal Beheer Achmea, Avéro Achmea en Interpolis beleggingsverzekeringen aan. Via het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds belegt u wereldwijd in bedrijfsobligaties die zijn genoteerd in Euro of Amerikaanse dollar. De nadruk ligt op Europa en Noord-Amerika. Er wordt voornamelijk belegd in bedrijfsobligaties met een relatief goede kredietwaardigheid (‘Investment Grade’). Daarnaast wordt belegd in staatsgerelateerde obligaties met voornamelijk een relatief goede kredietwaardigheid, zoals obligaties van lokale overheden uitgegeven in euro of Amerikaanse dollar, terwijl hun thuisvaluta een andere is,of obligaties van overheidsgerelateerde en supranationale instellingen. Tevens kan in beperkte mate worden belegd in Nederlandse, Duitse en Amerikaanse staatsobligaties.
Het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds is een Fonds van Achmea Unit Linked Beleggingsfondsen 2, zoals opgenomen in het Basis Prospectus. Het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds is gestart per 1 oktober 2012.
2. Beleggingsbeleid
Het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds belegt in een Achmea Beleggingspool, zoals bedoeld in het Basis Prospectus, namelijk de Beleggingspool Achmea Bedrijfsobligaties Investment Grade. Deze Beleggingspool is een besloten fonds voor gemene rekening, niet direct toegankelijk voor particuliere beleggers, en stelt zich ten doel voor rekening en risico van participanten, waaronder begrepen het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds, het verwerven, houden, beheren en het vervreemden van vermogenswaarden met het doel vermogensgroei te realiseren op de lange termijn.
Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds
Beleggingspool Achmea Bedrijfsobligaties Investment Grade
Financiële instrumenten
2.1. Beleggingspool Achmea Bedrijfsobligaties Investment Grade
Het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds belegt via de “Beleggingspool Achmea
Bedrijfsobligaties Investment Grade” wereldwijd in bedrijfsobligaties die zijn genoteerd in Euro of Amerikaanse dollar. De nadruk ligt op Europa en Noord-Amerika. Er wordt voornamelijk belegd in bedrijfsobligaties met een relatief goede kredietwaardigheid (‘Investment Grade’).
Daarnaast wordt belegd in staatsgerelateerde obligaties met voornamelijk een relatief goede
kredietwaardigheid, zoals obligaties van lokale overheden uitgegeven in euro of Amerikaanse dollar, terwijl hun thuisvaluta een andere is, of obligaties van overheidsgerelateerde en supranationale instellingen. Tevens kan in beperkte mate worden belegd in Nederlandse, Duitse en Amerikaanse staatsobligaties.
De Beleggingspool voert een actief beleggingsbeleid. De doelstelling van de Beleggingspool is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark. Dit betekent dat de benchmark niet wordt gevolgd. Hierdoor zijn relatief grote rendementsverschillen, afgezien van kosten zoals vermeld in dit prospectus, met de benchmark mogelijk. Als samengestelde benchmark voor de Beleggingspool geldt 50% Barclays Capital US Credit Total Return Index en 50% Barclays Capital Euro Credit Total Return Index (hedged naar euro).
• Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van futures. Daarnaast is het gebruik van valutatermijncontracten toegestaan, waarbij valuta exposure naar euro wordt afgedekt. Hierbij geldt dat non-euro exposure niet te allen tijde volledig afgedekt is en dat beperkte non-euro exposure kan worden aangehouden.
• We beleggen in obligaties met een rating van minimaal BB-. Mocht een obligatie na belegging lager worden gewaardeerd dan BB-, dan houden wij deze maximaal 6 maanden aan.
Hierbij is de benchmark methodologie leidend voor de definitie van de ratings. Dit betekent dat de ratings afkomstig moeten zijn van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch (onder toezichtstaande ratingagencies). In geval van drie ratings is de middelste rating leidend. In geval van twee ratings is de laagste rating leidend.
• De Pool belegt maximaal 15% in uitgevende instellingen buiten de benchmark (‘off benchmark’). De
onderstaande beleggingen zijn geen off benchmark posities:
• Liquiditeiten
• Staatsobligaties
• Uitgevende instellingen die onderdeel van de benchmark waren of worden als gevolg van (verwachte) benchmarkveranderingen
• Liquiditeiten zijn toegestaan.
Dit zijn bankrekeningen, deposito’s en beleggingen in het Achmea Investment Management Geldmarkt Fonds en/of het Achmea Investment Management Lagere Overheden Kasgeldstortingen Fonds.
De Beheerder beheert het vermogen in deze Beleggingspool. De Beheerder onderzoekt doorlopend de ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macro-economie en de invloed daarvan op de financiële markten wereldwijd.
Voor dit fonds is het Verantwoord Beleggingsbeleid van Achmea van toepassing, zoals beschreven in het Basis Prospectus.
2.2. Hefboomfinanciering
In deze paragraaf verstrekken wij u informatie of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in de Achmea Beleggingspool, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering.
De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden.
Uitgangspunt is dat in het Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van de Pool, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van in- en
uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt kunnen worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor het Fonds gemaximeerd op 200%.
2.3. Benchmarkverordening
Op 1 januari 2018 is de Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement betreffende het gebruik van indices als benchmarks voor beleggingen van toepassing (de “Benchmarkverordening”). Conform de Benchmarkverordening hebben wij een plan opgesteld, waarin aangegeven is welke maatregelen wij nemen als een benchmark materieel van samenstelling wijzigt, niet langer wordt aangeboden of als de beheerder van de benchmark niet meer is geregistreerd bij European Securities Markets Authority (ESMA). Meer informatie over de betreffende procedures is beschikbaar op verzoek. De benchmark van dit Fonds is een benchmark in de zin van de Benchmarkverordening en de beheerder van deze benchmark is, voor zover op dit moment bekend, van plan zich uiterlijk 1 januari 2020 te registreren bij de ESMA.
3. Risico’s
Bij beleggen loopt u risico’s. Natuurlijk hopen wij dat uw belegging in waarde stijgt. Maar dat is niet zeker. Uw belegging kan ook in waarde dalen. U kunt dus minder terugkrijgen dan u heeft ingelegd. Of erger nog, u kunt uw inleg zelfs helemaal kwijtraken. De waardeontwikkeling van de belegging is namelijk afhankelijk van fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten waarin (indirect) door het Fonds wordt belegd.
Deze fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten zijn het gevolg van ontwikkelingen op de kapitaal-, effecten-, valuta- en goederenmarkten. De koers en de waarde van de beleggingen van het Fonds worden door deze fluctuaties beïnvloed met als gevolg dat de (intrinsieke) waarde (in euro) van het Fonds kan dalen. Er wordt in volgorde van relevantie aangegeven welke risico’s het meest van toepassing zijn op het Fonds. Dit doen we van groot naar klein. Het grootste risico vermelden wij als eerste en het kleinste risico als laatste. Elk kwartaal beoordelen wij de risico’s met hulp van het ‘kans maal impactmodel’. Dit betekent dat per risico wordt bekeken hoe groot de kans is dat het risico optreedt en wat dit betekent voor de koers van het Fonds. Regelmatig toetsen wij of de beheersmaatregelen nog voldoen of aangepast moeten worden. In de
jaarrekening leest u welke beheersmaatregelen wij hebben genomen, welke maatregelen we veranderd hebben en wat de gevolgen zijn voor Participanten.
We lichten elk risico kort toe:
Marktrisico
Dit is het risico dat door marktschommelingen uw beleggingen in waarde dalen. Marktschommelingen zijn onder andere bewegingen in rentestanden, valutakoersen en aandelenkoersen. Er zijn verschillende oorzaken voor deze schommelingen. Zo kan er sprake zijn van politieke, macro-economische of monetaire ontwikkelingen. Ook ontwikkelingen in een sector, regio of bedrijf kunnen zorgen voor marktschommelingen. Marktrisico hoort bij beleggen en de mate waarin is afhankelijk van de beleggingscategorie waarin wordt belegd. Zo is onder normale omstandigheden het marktrisico van aandelen groter dan van obligaties.
Renterisico
Renterisico is de gevoeligheid van de marktwaarde van een belegging voor een verandering in de rente. Bij beleggingen in vastrentende waarden (bijvoorbeeld obligaties en liquiditeiten) speelt renterisico een grote rol. Stijgt de rente, dan daalt de koers van de vastrentende waarde. Langlopende vastrentende waarden hebben normaal gesproken een groter renterisico dan kortlopende vastrentende waarden.
Kredietrisico
Dit is het risico dat de kredietwaardigheid van een tegenpartij verslechtert. Een tegenpartij kan bijvoorbeeld een land of een bedrijf zijn. Een verslechtering van de kredietwaardigheid houdt in dat de kans toeneemt dat een tegenpartij niet voldoet aan de betalingsverplichtingen op vastrentende waarden. Dit leidt tot een verlies op de belegging. In het uiterste geval kan dit betekenen dat de belegging geen waarde meer heeft.
Liquiditeitsrisico
Er is een risico dat beleggingen, waarin het Fonds belegt, moeilijk zijn te kopen of te verkopen. Of niet tegen een acceptabele prijs zijn te kopen of verkopen. Het is zelfs mogelijk dat een belegging helemaal niet meer gekocht of verkocht kan worden. In de inleiding van dit hoofdstuk is uitgelegd hoe wij dit liquiditeitsrisico beheersen. Een slechte liquiditeit van beleggingen kan er voor zorgen dat de waarde van het Fonds daalt.
Inflatierisico
Inflatie is een stijging van het algemene prijspeil. De koopkracht van het belegde geld neemt hierdoor af. Bij een stijging van de inflatie bestaat de kans dat er met het opgebouwde vermogen in de Fondsen in de praktijk minder producten en diensten kunnen worden afgenomen dan voorheen het geval was of waar vooraf op gerekend was.
Portefeuillerisico
Dit is het risico dat het rendement van het Fonds afwijkt van de benchmark. Hoe groot dit risico is hangt af van het beleggingsbeleid van het Fonds.
Concentratierisico
Het risico dat in verhouding veel van het fondsvermogen belegd wordt in een bepaalde risicofactor wordt concentratierisico genoemd. Met risicofactor wordt bijvoorbeeld een land, sector of bedrijf bedoeld. Als er een groot gedeelte van het vermogen belegd wordt in één risicofactor, wordt een Fonds zeer gevoelig voor specifieke gebeurtenissen of specifiek slecht nieuws. Hierdoor kan het fondsrendement lager worden.
Spreiding kan het concentratierisico verkleinen. Hiermee wordt zo veel mogelijk voorkomen dat bijvoorbeeld een faillissement van een bedrijf of problemen in een bepaald land een te grote invloed heeft op het rendement van het Fonds.
Valutarisico
Bij sommige Fondsen wordt belegd in landen buiten de Eurozone. Hierdoor worden beleggingen aangehouden in andere valuta zoals de Amerikaanse Dollar of het Britse Pond. Het risico bestaat dat deze valuta minder waard worden ten opzichte van de Euro. Dit heeft gevolgen voor het fondsrendement. Door het gebruik van valutatermijncontracten kan het valutarisico effectief worden afgedekt. Dit is afhankelijk van het beleggingsbeleid van het Fonds.
Fiscaal risico
Er is een risico dat fiscale regels of belastingtarieven veranderen in het nadeel van het Fonds. Regels kunnen soms veranderen met terugwerkende kracht. Door de wijzigingen zoals hiervoor benoemd bestaat de kans dat er vennootschapsbelasting betaald moet worden. Dit alles kan ervoor zorgen dat de waarde van de beleggingen daalt. Het Fonds moet zich als fiscale beleggingsinstelling houden aan de fiscale regels die daarvoor gelden (zie ook het Basisprospectus behorende bij het Fonds). Het kan echter voorkomen dat het fonds niet aan de regels voldoet met als gevolg dat het fonds de status van fbi kwijt raakt en belastingplichtig wordt tegen het normale Vpb tarief.
Afwikkelingsrisico
Dit is het risico dat een afwikkeling via het betalingsverkeer niet plaatsvindt zoals verwacht. Dit kan komen omdat bij de verkoop van beleggingen de tegenpartij niet of niet op tijd betaalt. Of dat bij de koop van beleggingen de tegenpartij niet of niet op tijd levert. Dit risico is voor het Fonds laag. Dit komt omdat bij verkoop van beleggingen de levering tegelijk plaatsvindt met de ontvangst van de opbrengst. En bij het kopen van beleggingen vindt de betaling tegelijk plaats met de ontvangst van de gekochte beleggingen.
Tegenpartijrisico
Het Fonds kan gebruik maken van derivatencontracten. Derivatencontracten zijn afgeleide beleggingsinstrumenten. Met derivatencontracten dekken we een bepaald marktrisico af (zoals valutarisico of renterisico) of derivatencontracten gebruiken we voor de optimalisering van de risico/rendementsverhouding. Derivatencontracten kunnen in twee groepen verdeeld worden: beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd. Voor beursgenoteerde derivaten zoals bijvoorbeeld futures is het tegenpartijrisico klein. De beurs is hier namelijk de tegenpartij en niet een individuele marktpartij. Bovendien wordt dagelijks de verandering in waarde afgerekend. Niet-beursgenoteerde derivatencontracten worden afgesloten met banken. Voorbeelden van niet- beursgenoteerde derivaten zijn renteswaps en valuta termijncontracten. De kans bestaat dat een bank niet meer kan voldoen aan de betalingsverplichting die voortkomt uit een derivatencontract. Daarmee is het tegenpartijrisico bij deze derivatencontracten groter dan bij beursgenoteerde contracten.
We doen alleen transacties met kwalitatief goede banken als tegenpartijen. De tegenpartijen worden zorgvuldig geselecteerd en periodiek beoordeeld. Ook doen we in beginsel transacties met meerdere tegenpartijen. Zo spreiden we het risico.
Onderpandrisico
Als een niet-beursgenoteerd derivatencontract waarde krijgt, wordt daarbij onderpand uitgewisseld met de tegenpartij als zekerheidsstelling. Als een tegenpartij vervolgens in gebreke blijft, dan kan het voorkomen dat er onderpand door ons verkocht moet worden om de schuld te innen. Het onderpand kan daarbij minder opbrengen dan mocht worden verwacht. Als er onderpand bij de tegenpartij ligt, kan het langer duren voordat het onderpand weer kan worden hergebruikt of dat het onderpand helemaal niet terugkomt. Dit kan de waarde van het Fonds beïnvloeden.
Bewaarrisico
De bij wet verplicht gestelde Bewaarder bewaart de beleggingen van het fonds. Deze Bewaarder kan in de problemen komen door bijvoorbeeld fraude of nalatigheid. Beleggingen kunnen verloren gaan bij een (onder)bewaarnemer. Ook zou de Bewaarder failliet verklaard kunnen worden. Deze risico’s zijn beperkt. De Bewaarder staat onder toezicht. Ook zijn afspraken vastgelegd over de verantwoordelijkheid en heeft de Bewaarder interne controlemaatregelen getroffen en rapporteert hierover.
Risico van niet terugkopen participaties door het Fonds
Er is een risico dat, naar uitsluitend oordeel van de Beheerder, de Beheerder de inkoop of uitgifte van Participaties van het Fonds uitstelt. Dit gebeurt alleen in bijzondere situaties. Bijvoorbeeld als:
• het Fonds door de inkoop niet meer aan één of meer fiscale eisen van een fiscale beleggingsinstelling voldoet
• de inkoop niet mag volgens de wet
• de inkoop niet past in het beleggingsbeleid van het Fonds
• de inkoop onevenredig schadelijk is voor de bestaande deelnemers in het Fonds
• het Fonds onvoldoende geld heeft
Wordt de inkoop van Participaties uitgesteld? Dan neemt de Beheerder maatregelen zodat de inkoop zo snel mogelijk weer kan worden hervat.
Risico erosie Fondsvermogen
Dit is het risico dat het fondsvermogen van een Fonds lager wordt doordat we dividend uitkeren aan de participanten. Het Fonds is verplicht om de winst van het Fonds berekend volgens de fiscale regels binnen een bepaalde tijd aan de participanten ter beschikking te stellen in de vorm van dividend (de
‘doorstootverplichting’). Deze winst bestaat in beginsel uit het door het fonds ontvangen dividenden verminderd met een deel van de kosten. De fiscale winst zal daardoor afwijken van de statutaire jaarwinst en het kan voorkomen dat dividend moet worden uitgekeerd als de statutaire jaarwinst negatief is. Dit zal zich voordoen als de waarde van de beleggingen meer afneemt dan het dividend dat in een jaar wordt ontvangen. In dat geval kan het voorkomen dat door het dividend het fondsvermogen lager wordt. In dat geval moeten wij dus meer dividend uitkeren dan de gemaakte jaarwinst. Het eigen vermogen van een Fonds neemt dan af. Wij proberen dit te voorkomen.
4. De vermogensbeheerder
De vermogensbeheerder is Achmea Investment Management B.V.
5. De administrateur
De administratie en de berekening van de intrinsieke waarde van de Fondsen en van de Achmea Beleggingspools is uitbesteed aan The Bank of New York Mellon SA/NV (hierna ook ‘BNY Mellon’). BNY Mellon is een in België gevestigde vennootschap met een bankvergunning in België en beschikt over een Europees paspoort welke in Nederland is geaccepteerd door de DNB. BNY Mellon beschikt over een kantoor in (o.a.) Amsterdam, van waaruit de administratie voor de Fondsen en van de Beleggingspools wordt gevoerd.
6. De bewaarneming
De bewaarneming van de beleggingen geschiedt door: The Bank of New York Mellon SA/NV.
7. Dividendpolitiek
Voor zover dividend wordt uitgekeerd wordt deze door de verzekeraar herbelegd in het onderliggende fonds en komt daarmee tot uitdrukking in de koers. Mogelijk te vorderen dividendbelasting wordt door de in het Basis Prospectus beschreven Achmea Unit Linked Beleggingsfondsen 2 verrekend en/of teruggevorderd en komt ten goede aan het Fonds.
8. Gegevens over kosten en vergoedingen
Kosten
Het totaal van de kosten, de lopende kosten factor (‘lopende kosten’), dat direct dan wel indirect ten laste van het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds wordt gebracht, bedraagt het hieronder vermelde percentage. Lopende kosten noemden wij eerder Total Expense Ratio (‘TER’).
De lopende kosten bedraagt 0,38% op jaarbasis en bestaat uit:
Kosten van het Fonds | 0,20% |
Kosten van de Achmea Beleggingspool | 0,18% |
- | |
Lopende kosten | 0,38% |
De kosten worden op beursdagen bepaald over het vermogen van het Fonds en de Achmea Beleggingspool. De kosten worden iedere maand achteraf betaald.
Kosten van het Fonds
De Beheerder maakt kosten voor het beheren van het vermogen van het Fonds en ontvangt hiervoor een beheervergoeding. Deze beheervergoeding wordt dagelijks bepaald over het eigen vermogen van het Fonds. Het Fonds betaalt deze beheervergoeding uit het vermogen van het Fonds.
Welke kosten maakt de Beheerder?
In het volgende overzicht ziet u welke kosten de Beheerder onder andere maakt voor het Fonds. Als we over deze kosten btw moeten betalen (voor zover van toepassing), dan vermelden we dat erbij.
a. Kosten voor beheer- en directievoering.
b. Kosten voor uitbesteding van de (financiële) administratie. De Beheerder laat de administratie van de Fondsen uitvoeren door The Bank of New York Mellon SA/NV. Dit houdt onder andere in:
• De intrinsieke waarde berekenen van de Participaties van het Fonds en van de Achmea Beleggingspools.
• Rendementsberekeningen maken.
• Controleren of er belegd wordt volgens het beleggingsbeleid van de Achmea Beleggingspools.
c. Operationele kosten voor onder andere juridische zaken, assetmanagement, productontwikkeling en het maken van (half)jaarverslagen, prospectussen en factsheets.
d. Kosten van de (externe) accountant voor de controle van de jaarrekening, en voor overige werkzaamheden. De hoogte van deze kosten hangt af van het aantal uren dat de accountant heeft gewerkt. Deze kosten zijn inclusief btw.
e. Overige bedrijfslasten. Deze kosten bestaan vooral uit bankkosten voor het gebruik van bankrekeningen.
Kosten van de Achmea Beleggingspool
De Beheerder maakt kosten voor het beheren van het vermogen van de Achmea Beleggingspools en de overige fondsen in beheer bij de Beheerder, waarin deze Achmea Beleggingspool belegt. Hiervoor ontvangt de Beheerder een vergoeding. Deze vergoeding wordt dagelijks bepaald over het eigen vermogen van iedere Achmea Beleggingspool en in de intrinsieke waarde van de Pool verrekend. De vergoeding wordt iedere maand achteraf aan de Beheerder uitbetaald.
Om welke kosten gaat het?
In het volgende overzicht ziet u welke kosten de Beheerder onder andere maakt voor de Achmea Beleggingspool. Incidentele kosten en uitgaven die redelijkerwijs niet ten laste van de Beheerder dienen te komen worden ten laste gebracht van de Pool. Als de Beheerder over deze kosten btw moet betalen (voor zover van toepassing), dan vermelden we dat erbij.
a. Kosten voor beheer- en directievoering van de Achmea Beleggingspools.
b. Kosten voor het vermogensbeheer.
De kosten voor vermogensbeheer zijn vrijgesteld van btw.
c. Kosten voor uitbesteding van de (financiële) administratie. De Beheerder laat de administratie van de Achmea Beleggingspools uitvoeren door The Bank of New York Mellon SA/NV. Dit houdt onder andere in:
• De intrinsieke waarde berekenen van de Participaties van elk Fonds en van de Achmea Beleggingspools.
• Rendementsberekeningen maken.
• Controleren of er belegd wordt volgens het beleggingsbeleid van de Achmea Beleggingspools.
d. Bewaaractiviteiten door BNY Mellon
Dit zijn de activiteiten die genoemd zijn in hoofdstuk ‘De Bewaarneming’
e. Operationele kosten voor onder andere juridische zaken, assetmanagement, productontwikkeling en het maken van (half)jaarverslagen, en informatiememorandums van de Achmea Beleggingspools.
f. Bankkosten voor het gebruik van bankrekeningen. Deze kosten zijn inclusief btw.
g. Kosten van het toezicht door de AFM en DNB.
h. Kosten van het Achmea Investment Management Geldmarkt Fonds en/of het Achmea Investment
Management Lagere Overheden Kasgeldstortingen Fonds.
i. Kosten van de (externe) accountant voor de controle van de jaarrekening en voor overige werkzaamheden. De hoogte van deze kosten hangt af van het aantal uren dat de accountant heeft gewerkt. Deze kosten zijn inclusief btw.
Kosten toe- en uittreding
Kosten veroorzaakt door of verband houdende met toe- en uittreding, als brokerkosten, bankkosten en belastingen, worden door Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen voldaan. Spreads tussen bied- en laatprijzen en de eventuele verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie komen ten laste van het Fonds.
Transactie- en interestkosten
Onderstaande kosten zijn niet in de lopende kosten opgenomen, maar worden in rekening gebracht ten laste van het resultaat van het Fonds:
1) Transactiekosten
2) Interestkosten
1) Transactiekosten
De transactiekosten hebben betrekking op het maken van kosten door de Achmea Beleggingspool bij het aankopen en verkopen van de financiële instrumenten (aandelen, obligaties e.d.). Dit kunnen kosten zijn op het gebied van belastingen, kosten van de (effecten)makelaar, spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie.
De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen. Dit komt omdat veelal de transactiekosten verwerkt zijn in de (bruto)prijs van het financiële instrument. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te voorspellen omdat dit sterk afhankelijk is van het sentiment op de financiële markten. Ook kunnen marktomstandigheden grote invloed hebben op het aantal beleggingstransacties en hiermee op de hoogte van de transactiekosten. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
2) Interestkosten
Het al dan niet tijdelijk beleggen in liquiditeiten kan onderdeel zijn van de beleggingsstrategie van het Fonds. De baten en lasten (een lening leidt tot interestkosten voor het Fonds), veroorzaakt door het aanhouden van liquiditeiten, worden ten laste van het resultaat geboekt en worden niet verantwoord in de lopende kosten.
9. Gegevens over het behaalde rendement
Jaarrendementen
Het jaarrendement is gebaseerd op de intrinsieke waarde van het Fonds.
Jaarrendement 2014: | 8,21% |
Jaarrendement 2015: | 0,20% |
Jaarrendement 2016: | 3,93% |
Jaarrendement 2017: | 2,86% |
Jaarrendement 2018: -3,41%
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Vergelijkend overzicht
Hieronder is een vergelijkend overzicht opgenomen van de beleggingen en de baten en lasten van de beleggingen.
Bedragen zijn in € x 1.000 | 2014 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 |
Beleggingen | 29.420 | 215.302 | 240.429 | 274.797 | 303.459 |
Saldo van baten en lasten | 2.296 | -1.773 | 8.275 | 7.250 | -9.649 |
10. Gegevens over de waardering
Bij de dagelijkse bepaling van de intrinsieke waarde van het Achmea investment grade bedrijfsobligaties fonds zijn de volgende waarderingsgrondslagen van toepassing.
De waardering van de deelneming in fondsen wordt bepaald door BNY Mellon, conform de door de Beheerder gegeven opdracht.
Directe beleggingen in (beursgenoteerde) aandelen worden gewaardeerd tegen de laatst bekende koers. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde. Activa en passiva luidende in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de laatst bekende koers. Baten en lasten in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de transactiekoers.
De waardering van activa en passiva geschiedt naar maatstaven die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.
Het vermogen van het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds gedeeld door het op de dag van vaststelling uitstaande units in het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds geeft de intrinsieke waarde van elke unit in het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds.
11. Jaarrekening
Voor het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds alsmede voor de Beleggingspool Achmea Bedrijfsobligaties Investment Grade, waarin het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds participeert, wordt jaarlijks een jaarrekening afgegeven.
12. Koersinformatie
U kunt dagelijks de koers van het Achmea Investment Grade Bedrijfsobligaties fonds vinden op de website van uw verzekeraar.