Overeenkomst Oprichting
BIJLAGE 3
Overeenkomst Oprichting
Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland
PARTIJEN:
1.1 Het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
Het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de aan het slot van deze overeenkomst vermelde persoon,
hierna te noemen: “Holland Rijnland”
1.2 De Deelnemende gemeenten
De volgende aan de “Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland” deelnemende gemeenten:
- de gemeente Alkemade
- de gemeente Hillegom
- de gemeente Katwijk (per 1 januari 2006 rechtsopvolger van de voormalige gemeenten Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg)
- de gemeente Leiden
- de gemeente Leiderdorp
- de gemeente Lisse
- de gemeente Noordwijk
- de gemeente Noordwijkerhout
- de gemeente Oegstgeest
- de gemeente Teylingen (per 1 januari 2006 rechtsopvolger van de voormalige gemeenten Sassenheim, Voorhout en Warmond)
- de gemeente Voorschoten
- de gemeente Zoeterwoude,
ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de aan het slot van deze overeenkomst voor elke gemeente vermelde persoon,
hierna te noemen: “(de) Deelnemende Gemeenten”.
De ondergetekenden sub 1.1 en sub 1.2, hierna gezamenlijk ook te noemen: “(de) Partijen”
OVERWEGENDE:
1. dat in de zomer van 2004 door de (toen) zestien gemeenten van de Leidse regio en de Duin- en Bollenstreek is opgericht het “Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland” (hierna: Holland Rijnland);
2. dat de aan Holland Rijnland Deelnemende Gemeenten tot de oprichting van dit samenwerkingsorgaan hebben besloten met het oog op een evenwichtige ruimtelijke, sociale en economische ontwikkeling van het totale grondgebied van deze gemeenten;
3. dat aan de basis van de oprichting van Holland Rijnland ligt het op 25 november 2002 door de Deelnemende Gemeenten ondertekende Programma van Afspraken;
4. dat Holland Rijnland thans bezig is het Programma van Afspraken ruimtelijk te vertalen in de door haar, in overleg met de Deelnemende Gemeenten, nog vast te stellen “Regionale Structuurvisie Holland Rijnland”;
5. dat Partijen vaststellen dat de regionale ruimtelijke ambities, zoals die thans zijn opgenomen in het Programma van Afspraken en die straks in de Regionale Structuurvisie hun ruimtelijke vertaling zullen vinden, alleen kunnen worden waargemaakt indien een vijftal grote regionale projecten op het gebied van ruimtelijk-economische ontwikkeling, infrastructuur en landschap worden gerealiseerd;
6. dat het daarbij de realisatie van de volgende vijf regionale projecten betreft:
a. de Rijnlandroute (de wegverbinding tussen de A4 en de N206);
b. de Rijn-Gouwelijn (hoogwaardig openbaar vervoer verbinding tussen Gouda en de kust voor zover het betreft het traject van deze verbinding tussen Leiden en de kust bij Katwijk en Noordwijk);
c. de noordelijke verbinding tussen de N206 en de A44 of A4;
d. het Offensief van Teylingen voor de versterking van de Greenport,
e. de realisatie van het regionale groenprogramma (inclusief projecten in het Groene Hart);
7. dat het merendeel van de uitvoeringskosten van deze vijf regionale projecten voor rekening zullen komen van het Rijk en de provincie Zuid-Holland en dat het Rijk dan wel de provincie Zuid-Holland ten aanzien van één of meerdere van deze projecten als projectverantwoordelijke zullen optreden;
8. dat het Rijk, de provincie Zuid-Holland en Holland Rijnland als ook de provincie Zuid-Holland en Holland Rijnland afzonderlijk nog nadere afspraken zullen moeten maken over onder meer de onderlinge verdeling van de aan genoemde vijf regionale projecten verbonden uitvoeringskosten;
9. dat de Deelnemende Gemeenten ter voorbereiding van het maken van dergelijke afspraken een investeringsstrategie hebben vastgesteld;
10. dat het tonen door de Deelnemende Gemeenten van de bereidheid een regionale financiële bijdrage te verstrekken ter (gedeeltelijke) dekking van de kosten van de vijf regionale projecten een belangrijk onderdeel van deze investeringsstrategie is;
11. dat de Deelnemende Gemeenten als instrument voor het kunnen verstrekken van een dergelijke regionale financiële bijdrage gekozen hebben voor het instellen van een speciaal fonds, onder de benaming “Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland” (hierna: het fonds);
12. dat het fonds bij Holland Rijnland zal worden ondergebracht en na oprichting ook door haar zal worden beheerd;
13. dat daarbij als uitgangspunt geldt dat de regionale financiële bijdrage aan de vijf regionale projecten uit het fonds maximaal eenderde zal zijn van de voor elk van deze projecten door Holland Rijnland en de provincie Zuid-Holland gezamenlijk te financieren uitvoeringskosten;
14. dat tevens als uitgangspunt geldt dat de regionale financiële bijdrage uit het fonds aan de vijf projecten in totaal niet meer zal zijn dan € 142,5 miljoen;
15. dat bij de instelling en het beheer van het fonds door Holland Rijnland de bepalingen van deze overeenkomst in acht zullen worden genomen, waar het betreft de te hanteren verdelingsystematiek aan de hand waarvan de (jaarlijkse) bijdrage van elk van de Deelnemende Gemeenten aan het fonds kan worden bepaald;
16. dat aan deze verdelingsystematiek het beginsel van solidariteit ten grondslag ligt, hetgeen inhoudt dat de Deelnemende Gemeenten door middel van het storten van bijdragen aan het fonds tot uitdrukking brengen dat met de uitvoering van de vijf regionale projecten, die deels uit dit fonds zullen worden gefinancierd, een gezamenlijk regionaal belang is gemoeid;
17. dat Holland Rijnland het initiatief zal nemen te komen tot een partiële wijziging van de huidige “Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland”, die de instelling en beheer van het fonds mogelijk moet maken;
18. dat de instelling van het fonds door Holland Rijnland bij verordening zal geschieden en dat bij deze instelling het door Partijen in deze overeenkomst bepaalde in acht zal worden genomen;
19. dat deze overeenkomst voor Holland Rijnland dient als basis voor het voeren van onderhandelingen met het Rijk en de provincie Zuid-Holland over de wijze van financiering van de vijf regionale projecten en dat Partijen onderkennen dat voor de drie infrastructurele regionale projecten op korte termijn, in de loop van 2006, besloten zal worden of, en zo ja, op welke wijze deze in het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) van het Rijk zullen worden opgenomen;
Partijen verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1: Naam en doel van het fonds
1. Oprichting fonds
Door Holland Rijnland zal worden opgericht het fonds genaamd: “Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland”, hierna te noemen: “(het) fonds”.
2. Doel oprichting fonds
Het fonds heeft tot doel het mede financieren door Holland Rijnland van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de volgende vijf regionale projecten op het gebied van ruimtelijk-economische ontwikkeling, infrastructuur en landschap:
a. de Rijnlandroute (de wegverbinding tussen de A4 en de N206);
b. de Rijn-Gouwelijn (hoogwaardig openbaar vervoer verbinding tussen Gouda en de kust voor zover het betreft het traject van deze verbinding tussen Leiden en de kust bij Katwijk en Noordwijk);
c. de noordelijke verbinding tussen de N206 en de A44 of A4;
d. het Offensief van Teylingen voor de versterking van de Greenport;
e. de realisatie van het regionale groenprogramma (inclusief projecten in het Groene Hart).
Artikel 2: Instelling en beheer van het fonds
1. Instelling fonds door Algemeen Bestuur van Holland Rijnland
Het fonds zal door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland worden ingesteld.
2. Wijziging gemeenschappelijke regeling
Volgens de huidige “Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland” heeft het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland alleen de bevoegdheid tot instelling van een mobiliteitsfonds. Omdat het in artikel 1 bedoelde fonds mede wordt ingesteld ter financiering van regionale projecten op het gebied van landschap, dient deze regeling zodanig gewijzigd te worden dat daarmee voor het Algemeen Bestuur de bevoegdheid ontstaat het fonds in te stellen. Het Dagelijks Bestuur zal, overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 van voormelde gemeenschappelijke regeling, de procedure tot (partiële) wijziging van de gemeenschappelijke regeling in gang zetten.
3. Instelling van het fonds bij verordening
Door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland zal het fonds, als bedoeld in artikel 1, bij verordening worden ingesteld. Deze verordening bevat onder meer (het betreft hier een niet uitputtende opsomming) regels omtrent de wijze van beheer van het fonds, de hoogte van bijdragen die de Deelnemende Gemeenten aan het fonds (jaarlijks) dienen te verstrekken en de verplichting deze bijdragen ook daadwerkelijk in het fonds te storten, de wijze waarop de voor een regionaal project aangewezen projectverantwoordelijke een bijdrage ten behoeve van de uitvoering van het project uit het fonds kan ontvangen, welke voorwaarden aan een dergelijke beschikking kunnen worden gesteld, de wijze van betaling van de bijdrage en de wijze van aanpassing van de hoogte van de bijdrage aan het fonds dan wel restitutie van bijdragen uit het fonds vanwege mogelijke vertraging in de
uitvoering en/of het vervallen van één of meerdere projecten.
De verordening bevat ook regels inzake de procedure om te komen tot wijziging van het fonds, tot wijziging van de wijze waarop en de mate waarin Deelnemende Gemeenten aan het fonds moeten bijdragen, de evaluatie van de werking van het fonds en de opheffing en liquidatie van het fonds.
4. Uitgangspunten bij instelling verordening
Bij de vaststelling van de verordening, als hiervoor bedoeld in het derde lid, alsmede bij het verdere beheer van het bij deze vaststelling ingestelde fonds, als bedoeld in artikel 1 lid 1, zullen door Holland Rijnland de hierna in artikel 3 opgenomen uitgangspunten voor de instelling van het fonds in acht worden genomen.
Artikel 3: Uitgangspunten voor instelling fonds
1. Verdeelsystematiek
a. Door de Deelnemende Gemeenten wordt in bijlage 1 van deze overeenkomst een verdeelsystematiek vastgesteld aan de hand waarvan de bijdrage van elke gemeente aan het fonds wordt bepaald. De financiële consequenties van de vastgestelde verdeelsystematiek zijn voor elk van de Deelnemende Gemeenten nader beschreven en in beeld gebracht in bijlage 1. De deelnemende gemeenten accepteren deze verdeelsystematiek en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties.
b. Volgens de vastgestelde verdeelsystematiek wordt de bijdrage van elke gemeente aan het fonds bepaald aan de hand van een drietal verdeelsleutels, te weten (1) het inwoneraantal van de gemeente per 1 januari 2005, zoals vastgelegd in bijlage 1, (2) het geplande aantal binnen een gemeente te realiseren nieuwbouwwoningen tot en met 2020, zoals op 15 juli 2006 schriftelijk opgegeven door de gemeenten en verwerkt volgens de in bijlage 2 vastgestelde systematiek en (3) het aantal binnen de gemeente te realiseren vierkante meter kantoorruimte tot en met 2020, zoals vastgelegd in de kantorenstrategie Holland Rijnland, die is vastgesteld in het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland d.d. 15 februari 2006.
c. De verdeelsleutels nieuwbouwwoningen en kantoren worden aangepast indien in het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland voor de periode tot 2020 nieuwe afspraken worden vastgesteld over het aantal te realiseren nieuwbouwwoningen respectievelijk te realiseren aantal vierkante meter kantoren. De nieuwe verdeelsleutel wordt toegepast vanaf het jaar na vaststellen van de nieuwe basisgegevens. Indien door het aanpassen van de aantallen van te realiseren nieuwbouwwoningen respectievelijk te realiseren vierkante meter kantoren de totale opbrengst per jaar verandert uit kantoren en woningen wordt dit opgevangen door het verschil te compenseren uit de aanpassing van de opbrengst die op basis van inwonertallen wordt gerealiseerd. Hierbij geldt de verdeling van de inwoneraantallen conform bijlage 2 als verdeelsleutel. Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland kan als daarvoor aanleiding is een andere wijze van compenseren afspreken.
d. Een aantal Deelnemende Gemeenten draagt reeds aan de hand van bepaalde binnen haar grondgebied te realiseren woningen en te realiseren vierkante meter kantoorruimte financieel bij aan de (boven-) regionale projecten Rijn-Gouwelijn Oost en W4. Indien aan de hand van deze woningen en vierkante meters kantoorruimte eveneens een bijdrage aan het fonds verschuldigd is, wordt deze fondsbijdrage verminderd met maximaal het bedrag waarvoor deze functies aan de hiervoor genoemde projecten dienen bij te dragen. In bijlage 1 is aangegeven voor welke Deelnemende Gemeenten deze vermindering van de fondsbijdrage van toepassing is en welk gevolg dit heeft voor de jaarlijks door deze gemeenten in het fonds te storten bijdragen.
2. Xxxxx xxx xxxxxxxx bijdragen aan fonds door Deelnemende Gemeenten
De betaling van bijdragen aan het fonds door de Deelnemende Gemeenten vindt jaarlijks plaats vanaf het jaar 2008 tot en met het jaar 2020 of uiterlijk 2022, voor het in bijlage 1 voor elke gemeente aangegeven bedrag zoals vastgesteld op basis van de verdeelsystematiek, als hiervoor bedoelt in artikel 3 lid 1.
3. Loskoppeling verdeelsystematiek en wijze van financiële dekking stortingen
De Deelnemende Gemeente zijn zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop de uit de gehanteerde verdeelsystematiek voor hen voortvloeiende verplichte stortingen aan het fonds feitelijk binnen hun gemeentelijke begrotingen financieel zullen worden gedekt. De gehanteerde verdeelsystematiek en de wijze van financiële dekking van de verplichte stortingen in het fonds zijn hiermee van elkaar losgekoppeld.
4 Maximale totale bijdrage aan regionale projecten door Holland Rijnland
Holland Rijnland zal aan de projectverantwoordelijke van de in artikel 1 lid 2 genoemde regionale projecten een bijdrage uit het fonds verstrekken, waarbij deze bijdrage niet meer zal zijn dan eenderde van de voor elk van de projecten door Holland Rijnland en de provincie Zuid-Holland gezamenlijk te financieren uitvoeringskosten. Voor de infrastructuurprojecten betekent dat een bijdrage van maximaal € 37,5 miljoen per project. Voor het Offensief van Teylingen en de Groenprojecten betekent dat een maximale bijdrage van respectievelijk € 10 miljoen en € 20 miljoen.
De totale bijdrage die Holland Rijnland vanuit het fonds mag leveren aan de uitvoeringskosten van de in artikel 1 lid 2 genoemde vijf projecten zal in totaal niet meer dan € 142,5 miljoen bedragen.
5 Afspraken met projectverantwoordelijke
Bij het maken van afspraken met de projectverantwoordelijke over een regionaal project, als bedoeld in artikel 1 lid 2, kan door Deelnemende Gemeenten betrokken worden het feit dat zij reeds in een bepaalde mate aan het betreffende regionale project een financiële bijdrage leveren.
6 Infrastructurele inpassing
Voor elk van de infrastructuurprojecten genoemd in artikel 1 lid 2 sub a t/m c, geldt dat de projectverantwoordelijke pas een bijdrage uit het fonds zal ontvangen, indien de inpassing van het betreffende project voldoet aan kwalitatief hoogwaardige inpassingseisen.
7 Bevoegdheid Algemeen Bestuur
In de volgens artikel 2 lid 3 van deze overeenkomst nog vast te stellen verordening dient te worden bepaald dat de daarin op te nemen regeling betreffende de te hanteren verdeelsystematiek en de wijze van betalen aan het fonds door de Deelnemende Gemeenten, alleen bij unaniem besluit van het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland kan worden gewijzigd.
8 Omgaan risico’s bij uitvoering regionale projecten
Voor Partijen geldt als uitgangspunt dat Holland Rijnland bij de uitvoering van de regionale projecten geen projectrisico’s zal dragen. Alleen de projectverantwoordelijke voor deze projecten, zijnde het Rijk of de provincie Zuid-Holland, zijn immers in staat mogelijke projectrisico’s te beheersen.
9 Rentebaten en inflatie
De rente die met de bijdragen in het fonds wordt verdiend, komt ten goede aan het batig saldo van het fonds.
10 Niet doorgaan of ernstige vertraging van een regionaal project
In de volgens artikel 2 lid 3 van deze overeenkomst nog vast te stellen verordening dient te worden bepaald op welke wijze na instelling van het fonds wordt omgegaan met het mogelijk niet doorgaan dan wel vertragen van één of meerdere van de in artikel 1 lid 2 genoemde regionale projecten.
11 Tussentijdse evaluatie
In 2012 wordt de stand van de projecten geëvalueerd en wordt door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland wanneer daar aanleiding toe is bij meerderheid van stemmen het besluit genomen of de bijdrage aan projecten wordt stopgezet en derhalve restitutie plaatsvindt van eerder door de Deelnemende Gemeenten aan het fonds verstrekte bijdragen. Bij dit besluit zullen ook de inmiddels over het fonds ontvangen rentebaten worden betrokken.
Artikel 4: Slotartikel
1. Beëindiging overeenkomst
Deze overeenkomst zal zijn beëindigd nadat door Holland Rijnland de in artikel 2 lid 3 van deze overeenkomst bedoelde verordening volgens de daartoe geëigende procedure is vastgesteld, dan wel de vaststelling van de verordening niet voor 1 januari 2008 heeft plaatsgevonden.
2. Mogelijk afwijking van deze overeenkomst door Holland Rijnland
Tot aan het moment van beëindiging van deze overeenkomst, ingevolge het bepaalde in het voorgaande lid, is het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland gerechtigd bij unanimiteit te besluiten van het bepaalde in deze overeenkomst af te wijken, na voorafgaande goedkeuring van de raden van alle Deelnemende Gemeenten.
Een dergelijke afwijking kan voor Holland Rijnland (bijvoorbeeld) noodzakelijk zijn om de onderhandelingen over de vijf regionale projecten met het Rijk en/of de provincie Zuid-Holland met succes te kunnen afronden en om te komen tot een nadere precisering c.q. uitwerking van de in bijlage 1 van deze overeenkomst beschreven verdeelsystematiek, die als basis moet dienen voor het nog in te stellen fonds.
3. Bijlage 1 – Uitwerking scenario’s
Bijlage 2 – Bepalen van de woningbouwcijfers
Bijlagen 1 en 2 maken integraal onderdeel uit van deze overeenkomst. Aldus overeengekomen en in dertienvoud ondertekend op . . . . . 2006 te ……..
Het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
. . . . . .
De gemeente Alkemade
. . . . . .
De gemeente Hillegom
. . . . . .
De gemeente Katwijk
. . . . . .
De gemeente Leiden
. . . . . .
De gemeente Leiderdorp
. . . . . .
De gemeente Lisse
. . . . . .
De gemeente Noordwijk
. . . . . .
De gemeente Noordwijkerhout
. . . . . .
De gemeente Oegstgeest
. . . . . .
De gemeente Teylingen
. . . . . .
De gemeente Voorschoten
. . . . . .
De gemeente Zoeterwoude
. . . . . .
Appendix - Overzicht regionale investeringen Holland Rijnland
Tabel: TOTALE OVERZICHT INVESTERINGEN
Bedragen in € mln., excl. BTW
Totale kosten project | Verwacht aandeel[1] | |||||
Rijk | Provincie | Regio | ||||
min. | max. | min. | max. | |||
Rijnlandroute [2] | 350 | 1.050 | 237,5 | 937,5 | 75 | 37,5 |
Rijn-Gouwelijn west [3] | 170 | 170 | 57,5 | 57,5 | 75 | 37,5 |
Offensief van Teylingen | 20 | 40 | 10 | 20 | 10 | 10 |
Groenstructuur[4] | 50 | 120 | 35 | 60 | 40 | 20 |
Noordelijke verbinding N206 – A44/A4 | 135 | 156 | 22,5 | 43,5 | 75 | 37,5 |
TOTAAL TE INVESTEREN | 725 | 1.536 | 362,5 | 1.118,5 | 275 | 142,5 |
[1] | Verdeling van kosten voor de infrastructuurprojecten is gemaakt op basis van huidige subsidiestructuur bij het Rijk. Verwachte eigen bijdrage (regio/provincie) is op basis van ervaringscijfers verdeeld volgens verdeelsleutel 1/3 regio en 2/3 provincie. |
[2] | Bron: samenvatting uitkomsten verkenning, provincie Zuid-Holland, april 2005. Prijspeil 2004, nauwkeurigheid ± 30%. |
[3] | Bron: Op basis van Uitkomsten eerste fase tracé-MER RGL-West en second opinion door PRC Kostenmanagement, vastgesteld in BBC september 2004. Bedrag is vermeerderd met € 10 mln. vanwege verlegging van RGL-Oost naar noordzijde van N206 (expertinschatting). Prijspeil 2002, nauwkeurigheid ± 30%. |
[4] | Programmatische en projectmatige uitwerking moet nog plaatsvinden. |