Collectieve waardeoverdracht
26 november 2014
Advocaten • Notarissen • Fiscalisten
Inhoud
1. CWO
2. CWO op verzoek werkgever (83 PW)
3. CWO bij liquidatie (84 PW)
4. CWO naar meerdere uitvoerders
5. Bezwaarrecht
6. Reikwijdte 84 PW
7. Aansprakelijkheden
8. Afstemmen beleggingsbeleid
9. Invaren?
1. CWO
• Waardeoverdracht (artikel 1 PW)
“iedere handeling waarbij de waarde van opgebouwde pensioenaanspraken of pensioenrechten wordt aangewend ten behoeve van
(i) andere pensioenaanspraken of pensioenrechten bij dezelfde of een
andere pensioenuitvoerder; of
(ii) dezelfde pensioenaanspraken of pensioenrechten bij een andere pensioenuitvoerder”
• Artikel 83 en 00 XX
XX: buiten bestek: 90 PW
• Collectieve waardeoverdracht?
NB: groepsgewijze waardeoverdracht 75 lid 2 PW
• Wijziging pensioenregeling vs (collectieve) waardeoverdracht
1. CWO
Drie smaken
1. Interne collectieve waardeoverdracht, pensioenaanspraken en pensioenrechten wijzigen wel
2. Externe collectieve waardeoverdracht, pensioenaanspraken en pensioenrechten wijzigen niet
3. Externe collectieve waardeoverdracht, pensioenaanspraken en pensioenrechten wijzigen wel
2. CWO op verzoek werkgever (83 PW)
Pensioenuitvoerder is alleen bevoegd:
• Op verzoek van werkgever
• In specifieke situatie
◦ Bij einde uitvoeringsovereenkomst
◦ Bij overgang van onderneming
◦ Collectieve wijziging van pensioenovereenkomst
• Geen bezwaren begunstigden ontvangen
• Collectieve actuariële gelijkwaardigheid
• Geen verbod DNB
NB: tekst 83 PW als bijlage I bij presentatie
3. CWO bij liquidatie (84 PW)
Pensioenuitvoerder is verplicht:
• Zonder instemming van externen
• Bij liquidatie?
• Begunstigden hebben geen bezwaarmogelijkheid
• Collectieve actuariële gelijkwaardigheid
• Geen verbod DNB
NB: tekst 84 PW als bijlage II bij presentatie
3. CWO bij liquidatie (84 PW)
Pensioenuitvoerder is verplicht:
Wat is bedoeld met “bij liquidatie”?
• Moet liquidatiebesluit genomen zijn?
• Of is intentie tot liquidatiebesluit afdoende?
In liquidatie: Kamerstukken II 2005/06, 30 655, nr. 3, p. 40
“Voor de toepasselijkheid van artikel [84] van de Pensioenwet wordt hier aangesloten
bij het tijdstip van ontbinding van de rechtspersoon”
4. CWO naar meerdere uitvoerders?
Mogelijk om aanspraken naar twee of meer uitvoerders over te dragen?
Wet verhindert niet meerdere CWO’s
• Geen bepaling
• Xxxxxxxxx PW verzet zich niet tegen CWO naar twee pensioenuitvoerders
• Mits in belang van begunstigden (105 lid 2 PW)
5. Bezwaarrecht
Welke eisen mag uitvoerder stellen aan bezwaar (ex 83 PW)?
• Wet stelt geen eisen aan bezwaar. In beginsel ongemotiveerd bezwaar afdoende
• Gevolg van bezwaar is dat aanspraken niet worden overgedragen (of omgezet)
• Denkbaar dat derogerende werking redelijkheid en billijkheid maakt dat begunstigde zich niet kan beroepen op bezwaarmogelijkheid
• Denkbaar dat misbruik van recht maakt dat begunstigde zich niet kan beroepen op bezwaarmogelijkheid
◦ Met name wanneer bezwaar op oneigenlijke gronden plaats heeft?
NB: Echter lastig bewijsbaar
◦ Of wanneer slechts enkele begunstigde bezwaar maakt tegen omzetting?
Hoe dan ook hoge lat om bezwaar terzijde te mogen schuiven Dus bezwaarmakers zoveel mogelijk langs andere weg overtuigen
6. Reikwijdte 84 PW
Kunnen bij 84 PW aanspraken helemaal niet wijzigen?
• Voornaamste verschil 83 PW: geen bezwaarrecht
• Zodat alle pensioenaanspraken en pensioenrechten overgaan, geen deelnemer kan achterblijven
• Indien bezwaarrecht 🡪 begunstigde zou liquidatie kunnen frustreren
• Geen bezwaar: aantrekkelijk voor CWO
• Maar: betoogd wordt dat aanspraken in het geheel niet mogen worden gewijzigd bij 84 CWO want aantastingsverbod ex 20 PW.
• Als wijziging nodig is (en daarvan is eigenlijk altijd sprake om aanspraken in te
passen in regeling), dan eerst interne CWO ex 83 PW
• Daarmee bezwaarrecht toch binnengehaald: begunstigde kan liquidatie frustreren
• Risico reëel: vrijwel altijd sprake van wijzigen aanspraken om in te passen in regeling
NB: tekst 20 PW als bijlage III bij presentatie
6. Reikwijdte 84 PW
Dergelijke uitleg van 84 PW kan niet juist zijn
• 84 PW behelst verplichting tot CWO die mogelijk niet kan worden nageleefd als eerst interne CWO ex 83 PW moeten worden gevolgd.
◦ DNB zou zelfs kunnen sanctioneren
• Deze strikte toepassing van 84 PW zou een halt toeroepen aan toepassing van dit instrument in de consolidatieslag
• Al bij introductie zou 84 PW een dode letter zijn geweest
Wetgever kan 84 PW niet zo bedoeld hebben
• Wetsgeschiedenis biedt echter weinig verheldering over doel en strekking van 84 PW
6. Reikwijdte 84 PW
6. Reikwijdte 84 PW
• DNB lijkt pragmatisch met 84 PW om te gaan (geen verbod)
• DNB staat toe dat beperkte, functionele aanpassing van aanspraken wordt toegepast, mits niet strijdig met afkoopverbod
• Minister SZW sluit deze benadering ook niet geheel uit
• Wenselijke benadering die voorkomt dat 84 PW tot dode letter verwordt, maar
wettelijke grondslag niet geheel helder
• Ruime benadering druist mogelijk in tegen algemene verbintenissenrecht, maar dat heeft wetgever bij 84 PW sowieso aanvaard
x Xxxxxx dan men zou verwachten op basis van verbintenissenrecht – bewust geen instemmende wilsuiting verlangd, want ‘niet nodig’
• DNB houdt toezicht op waardeoverdracht en op evenwichtige belangenbehartiging in dat kader en zal moeten ingrijpen als pragmatische benadering te ver wordt opgerekt
6. Xxxxxxxxxx 00 XX
Wat is vermoedelijk toelaatbaar binnen grenzen 84 PW?
• Wijziging grondslagen re uitruil / hoog-laag-constructies etc.
• Beperkte wijziging in aanspraken overgangsregelingen
• Omzetting ingangsdatum pensioenaanspraken
• Onder omstandigheden: beperkte herschikking van aanspraken
Wat is vermoedelijk niet toelaatbaar?
• Ontwijken van korting door CWO
• Vergaande herschikking van aanspraken
• Omzetting van DB-aanspraken naar DC-aanspraken
In theorie: wijzigingen die beperkt van aard zijn en redelijkerwijs nodig zijn om waardeoverdracht in liquidatie te bewerkstelligen
In praktijk: belangenafweging van belang collectief tegen individu, waarbij uitgangspunt is bescherming individu
7. Aansprakelijkheden
Wat gaat mee over bij CWO? Claims uit verleden?
• CWO is activa/passiva transactie
• Zonder nadere regeling: keuzevrijheid ten aanzien van welke passiva (denk aan onbekende begunstigde)?
• Verbintenisrechtelijk bestaat deze keuzevrijheid
Wordt deze keuzevrijheid ingeperkt door PW?
• Bij 84 PW ja, want:
◦ Gedachte wetgever: alle verplichtingen jegens begunstigden overgedragen (om die reden ook geen bezwaarrecht)
◦ Er blijft geen begunstigde of aanspraak achter
◦ Afspraak in strijd hiermee is nietig: zie lid 6
7. Aansprakelijkheden
Wordt deze keuzevrijheid ingeperkt door PW?
• Bij 83 lid 1 sub a PW: redelijkerwijs ja, want iedereen die tot afgebakend collectief behoort
◦ Afgebakend collectief: alle begunstigden bestreken door beëindigde UO
◦ Tot dit collectief behoort ook onbekende begunstigde
• Bij 83 lid 1 sub b PW: redelijkerwijs ja, want iedereen die tot afgebakend collectief behoort
◦ Afgebakend collectief: alle deelnemers onder overgang van onderneming
◦ Tot dit collectief behoort ook onbekende (actieve) deelnemer
• Bij 83 lid 1 sub c PW: keuzevrijheid niet relevant, want interne CWO
• Bovendien:
◦ Andere wetsinterpretatie slecht houdbaar gezien 105 lid 2 PW
◦ Systeem 83 PW: bezwaar nodig om uitgezonderd te worden
7. Aansprakelijkheden
DNB verlangt vrijwaring ten gunste van overdragend PF ten aanzien van onbekende aanspraken
• In geval van 84 PW: niet nodig, want onbekende aanspraak gaat mee over
• In geval van 83 PW: goed verdedigbaar eveneens niet nodig
Voor ontvangend PF is het dus zaak om boekenonderzoek te doen teneinde deugdelijke risico-inschatting te kunnen maken
En, waar mogelijk, vrijwaring van werkgever te verlangen
8. Afstemmen beleggingsbeleid
Overdracht van activa
• Niet gereguleerd door PW 🡪 activa / passiva transactie
• Overdracht in kind of in cash?
Idealiter bewegen dekkingsgraden parallel van overdragend en
verkrijgend pensioenfonds 🡪 verschillen wijzigen inkoopsom
• Acceptabele bandbreedte afspreken
• Beleggingsbeleid afstemmen op verkrijgend pensioenfonds?
◦ DNB: pensioenfonds niet in control (ex 143 PW)
◦ Slechts intentie vastleggen maakt dat pensioenfonds wel in control blijft?
9. Invaren?
Introductie nFTK tast zekerheid pensioenaanspraken aan 🡪 interne collectieve waardeoverdracht?
Wetgever: nee, want
Kamerstukken II 2014 – 2015, 33 972, nr. 54, p. 88
• “Gewijzigde herstelplansystematiek beschermt juist pensioenen en opgebouwde aanspraken.”🡪 vergroting zekerheid kan dus geen collectieve waardeoverdracht zijn?
• “Wetsvoorstel dient een duidelijk algemeen belang en is er geen sprake van disproportionele gevolgen voor individuen en voor groepen deelnemers.” 🡪 klinkt eerder als argument waarom wijziging valt te billijken
Fondsen wettelijk verplicht nFTK toe te passen. Begunstigden
bezwaarmogelijkheid bieden heeft geen effect
Overigens bezwaarmogelijkheid 83 PW vervalt mogelijk als nog
(Kamerstukken II 2014 – 2015, 33 972, nr. 10, p. 14)
Contact
Xxxxx Xxxxxx
Advocaat / partner
t x00 00 0000 000
m x00 00 0000 000
Xxxx xx Xxxxx
Advocaat
t x00 00 0000 000
m x00 00 0000 000
Stellingen
• 84 PW hoeft niet strikt te worden uitgelegd. Beperkte wijzigingen kunnen acceptabel zijn
• Volledig laten vervallen bezwaarrecht 83 PW bij CWO is
wenselijk
• Wijzigen ingangsdatum pensioenen is een interne CWO (83 PW)
• CWO is niet louter aangelegenheid tussen fondsen. Wet dient rol
werkgevers explicieter te maken
Bijlage I: Artikel 83 Pensioenwet: Bevoegdheid tot collectieve waardeoverdracht op verzoek werkgever
1. De pensioenuitvoerder is op verzoek van de werkgever bevoegd tot collectieve waardeoverdracht indien:
a. de waardeoverdracht ertoe strekt in verband met de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en de overdragende pensioenuitvoerder de waarde onder te brengen bij de ontvangende pensioenuitvoerder met wie de werkgever een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten;
b. de werkgever wordt overgenomen als gevolg van een overgang van een onderneming als bedoeld in artikel 662 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, en de overnemende onderneming een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten of gaat sluiten met een andere pensioenuitvoerder of dezelfde pensioenuitvoerder; of
c. de waardeoverdracht ertoe strekt in verband met een collectieve wijziging van de pensioenovereenkomsten de waarde van pensioenaanspraken of pensioenrechten aan te wenden bij dezelfde pensioenuitvoerder overeenkomstig die gewijzigde pensioenovereenkomsten.
2. Bij een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in het eerste lid wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. de deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners of de pensioengerechtigden hebben geen bezwaren jegens de pensioenuitvoerder kenbaar gemaakt tegen de waardeoverdracht nadat zij over het voornemen schriftelijk zijn geïnformeerd;
b. de overdrachtswaarde wordt door de overdragende pensioenuitvoerder zodanig vastgesteld dat de voor mannen en vrouwen te verwerven pensioenrechten gelijk zijn waarbij aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid op basis van dezelfde grondslagen wordt voldaan; en
c. het voornemen tot waardeoverdracht aan een pensioenuitvoerder wordt door de overdragende pensioenuitvoerder uiterlijk drie maanden voor de beoogde datum van waardeoverdracht schriftelijk gemeld aan de toezichthouder en de toezichthouder heeft binnen die periode geen verbod tot waardeoverdracht opgelegd.
3. Het tweede lid, onderdeel b, is met betrekking tot:
a. uitkeringsovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2002 zijn opgebouwd;
b. premieovereenkomsten en kapitaalovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2005 zijn opgebouwd.
4. Op pensioenaanspraken die voor de in het derde lid genoemde data zijn opgebouwd is de eis van individuele actuariële gelijkwaardigheid, bedoeld in artikel 71, vierde lid, van toepassing, tenzij in de pensioenovereenkomst is overeengekomen dat de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, van toepassing zijn.
5. Voorzover het bij de toepassing van het eerste lid pensioenaanspraken betreft die als gevolg van een premievrije voortzetting van die pensioenaanspraken worden opgebouwd is onderdeel b van het tweede lid van toepassing indien het recht op die premievrije voortzetting is ontstaan op of na 1 januari 2002.
6. Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld aan het vaststellen van de overdrachtswaarde
Bijlage II: Artikel 84 Pensioenwet: Verplichting tot collectieve waardeoverdracht bij liquidatie van de pensioenuitvoerder
1. De pensioenuitvoerder is verplicht tot waardeoverdracht aan een andere pensioenuitvoerder bij liquidatie van de eerstgenoemde pensioenuitvoerder.
2. In geval van een waardeoverdracht als bedoeld in het eerste lid gelden de volgende voorwaarden:
a. het voornemen tot waardeoverdracht aan een pensioenuitvoerder wordt door de overdragende pensioenuitvoerder uiterlijk drie maanden voor de beoogde datum van waardeoverdracht schriftelijk gemeld aan de toezichthouder en de toezichthouder heeft binnen die periode geen verbod tot waardeoverdracht opgelegd;
b. de overdrachtswaarde wordt zodanig door de overdragende pensioenuitvoerder vastgesteld dat de voor mannen en vrouwen te verwerven pensioenrechten gelijk zijn, waarbij aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid op basis van dezelfde grondslagen wordt voldaan.
3. Het tweede lid, onderdeel b, is met betrekking tot:
a. uitkeringsovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2002 zijn opgebouwd;
b. premieovereenkomsten en kapitaalovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2005 zijn opgebouwd.
4. Op pensioenaanspraken die voor de in het derde lid genoemde data zijn opgebouwd is de eis van individuele actuariële gelijkwaardigheid, bedoeld in artikel 71, vierde lid, van toepassing tenzij in de pensioenovereenkomst is overeengekomen dat de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, van toepassing zijn.
5. Voorzover het bij de toepassing van het eerste lid pensioenaanspraken betreft die als gevolg van een premievrije voortzetting van die pensioenaanspraken worden opgebouwd is onderdeel b van het tweede lid van toepassing indien het recht op die premievrije voortzetting is ontstaan op of na 1 januari 2002.
6. Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld aan het vaststellen van de overdrachtswaarde.
Bijlage III: Artikel 20 Pensioenwet: Gevolgen van wijziging van een pensioenovereenkomst
In geval van een wijziging van de pensioenovereenkomst worden de door de aanspraakgerechtigden tot het tijdstip van wijziging opgebouwde pensioenaanspraken niet gewijzigd, behoudens het bepaalde in de artikelen 76, 78, 83 en 134.