LNG TOEGANGSREGLEMENT
LNG TOEGANGSREGLEMENT
VOOR DE LNG TERMINAL VAN ZEEBRUGGE
Inhoud
1.5 Amendementen of wijzigingen aan het XXX Xxxxxxxxxxxxxxxxx 0
2.1 Beschrijving van LNG Diensten 8
2.1.1 Slots en Onderschreven Slots 8
2.1.3 Aanvullend Aanmeerrecht 8
2.1.5 Afzonderlijk Aanmeerrecht 9
2.1.8 Basis Uitzendcapaciteit 9
2.1.11 Aanvullende Uitzendcapaciteit 10
2.1.12 Afzonderlijke uitzendcapaciteit 10
2.1.13 Dagelijkse Uitzendcapaciteit 10
2.1.14 Dagelijkse Opslag Capaciteit 10
2.1.15 Niet-Genomineerde Diensten 10
2.1.16 LNG Herleveringsdiensten 11
2.1.17 LNG Leveringsdiensten 11
2.1.18 Kwaliteitsaanpassingsdiensten 11
2.1.19 Virtuele Liquefactiedienst 11
2.2 Toewijzing van LNG Diensten (Primaire Markt) 12
2.2.1 Toewijzing van Lange Termijn Capaciteiten 12
2.2.2 Toewijzing van Korte Termijn Capaciteiten 14
2.3.1 Overdracht van LNG Diensten 17
2.3.3 Melding van niet-gebruik van LNG Diensten 17
3.1.1 Planning van Onderschreven Slots van de Bevrachter en de Andere Bevrachters, Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten, en Onderschreven Afzonderlijke Aanmeerrechten
3.1.2 Planning van de Overslagaanmeerrechten die door de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters werden onderschreven 33
3.1.4 Aankomst en vertrek van LNG Schepen 44
3.1.5 Wachtrijen, vertragingen bij aankomst en operationele herplanning 53
3.1.6 Gas op Voorraad, Fuel Gas en Uitzending 57
3.1.9 Minimaal Uitzend debiet 75
3.1.10 Vrijgave van Capaciteit 77
3.1.11 Herziening van dit Hoofdstuk 3.1 79
3.2 Goedkeuringsprocedure LNG Schip 80
3.2.1 Aanvraag tot schip goedkeuring en voorbereidende informatie-uitwisseling 80
3.2.2 Schip-Oever Interface Studie en Vergadering over Schip-Oever Interface Veiligheid en Beveiliging 81
3.2.3 Schip Veiligheidsinspectie 82
3.2.4 Laad-/lostest en goedkeuring van het schip 82
3.2.5 Opvolging goedkeuring schip 83
3.3.1 Deel A – LNG specificatie voor het Leveringspunt en voor het Herleveringspunt voor het Laden 84
3.3.2 Deel B – Algemene Aardgasspecificatie voor het Herleveringspunt 87
3.3.3 Deel C – Specifieke Aardgasspecificatie voor de Bevrachter voor het Herleveringspunt 88
3.3.4 Deel D – LNG specificatie voor het Leveringspunt voor Overslag en voor het Herleveringspunt voor Overslag 91
3.4.1 Sectie I - Definities 94
3.4.2 Sectie II - Tankpeiltabellen 94
3.4.3 Sectie III – Selectie van meetapparaten 96
3.4.4 Sectie IV - Meetprocedures 97
3.4.5 Sectie V – Bepaling van samenstelling van LNG 100
3.4.6 Sectie VI - Bepaling van de energiehoeveelheid van LNG dat wordt geleverd aan het Leveringspunt, aan het Leveringspunt voor Overslag of het LNG dat wordt herleverd op het Herleveringspunt voor het Laden of op het Herleveringspunt voor Xxxxxxxx 000
3.5 Terminalnominatie procedures 126
3.5.1 Onderwerp 126
3.5.2 Algemene bepalingen 126
3.5.3 Beschrijving van het terminal nominatiemodel 127
3.5.4 Nominaties 127
3.5.5 Toepasselijke Hernominatie Leadtime 130
3.5.6 Toepasselijke Onderbreking/Beperking Leadtime 130
3.5.7 Bevestigingen 130
3.6 Operationele regels voor meting en tests 136
3.6.1 Algemene beschrijving 136
3.6.2 Meet nauwkeurigheid 141
3.6.3 Procedures voor kalibratie en controle 143
3.6.4 Referenties 154
3.7 Onderhoud van de installaties in de LNG Terminal 155
3.7.1 Verplichting van de Terminal Operator om de LNG Terminal te bedienen, te onderhouden en te herstellen 155
3.7.2 Gepland Onderhoud 156
3.7.3 Gepland Onderhoud op Korte Termijn en Niet-Gepland Onderhoud 157
3.7.4 Toelating en Aanpassing van de Capaciteitslading 158
3.7.5 Veilig aanmeren 159
3.8 Operationele regels voor Kwaliteitsaanpassing 160
3.9 Operationele regels voor het laden van een LNG Schip 162
3.10 Congestiebeheer in de LNG Terminal 165
3.11 Operationele Regels voor incidentbeheer en Noodgevallen 166
3.11.1 Inleiding 166
3.11.2 Maatregelen bij incident of noodsituatie 166
3.11.3 Eerste reactie fase 166
3.11.4 Incident & noodsituatieprocedure 166
3.12 Ligging van het LNG dok 169
4 FORMULIEREN 170
4.1 Bevestigingsformulier Diensten 170
4.1.1 Aanvraagformulier Diensten voor het Afsluiten van een Contract (SRFC) 170
4.1.2 Bevestigingsformulier Diensten voor het Afsluiten van een Contract (SCFC) 171
4.1.3 Aanvraagformulier Diensten voor Overdracht (SRFA) 172
4.1.4 Bevestigingsformulier Diensten voor Overdracht (SCFA) 173
4.1.5 Aanvraagformulier Diensten voor Overdracht door Terminal Operator (SRFATO) 174
4.1.6 Bevestigingsformulier Diensten voor Overdracht door Terminal Operator (SCFATO) 175
4.2 Formulier Bankgarantie 176
4.3 Algemene Voorwaarden voor Toegang/Gebruik van het Elektronisch Data Platform 177
4.3.1 Inleiding 177
4.3.2 Definities 177
4.3.3 Toegangsrechten 178
4.3.4 Toegang tot het Elektronische Data Platform 179
4.3.5 Gebruik van het Elektronische Boekingsysteem 181
4.3.6 Aansprakelijkheid 182
4.3.7 Overmacht 184
4.3.8 Intellectuele Eigendomsrechten 184
4.3.9 Wetgeving rond bescherming van privacy 184
5 WOORDENLIJST VAN DEFINITIES 186
5.1 Doel 186
5.2 Definities 186
1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED
1.1 DOEL
Dit LNG Toegangsreglement bestaat uit een standaard set van regels en procedures die de gereguleerde toegang bepalen tot de LNG Diensten die door de Terminal Operator worden aangeboden aan iedere Terminal Gebruiker die gebruik maakt van de LNG Terminal die door de Terminal Operator in Zeebrugge wordt geëxploiteerd.
1.2 TOEPASSINGSGEBIED
Dit LNG Toegangsreglement geldt voor alle Terminal Gebruikers die LNG Diensten van de Terminal Operator hebben onderschreven. Het dient hierbij opgemerkt dat LNG truck laaddiensten niet binnen het kader van dit LNG Toegangsreglement vallen, tenzij dit specifiek wordt vermeld.
1.3 DEFINITIES
Tenzij er in dit LNG Toegangsreglement een andere betekenis aan wordt gegeven, heeft elke term die in dit LNG Toegangsreglement met hoofdletters wordt geschreven de betekenis die eraan wordt gegeven in Hoofdstuk 5 van het LNG Toegangsreglement.
1.4 INTERPRETATIE
In dit LNG Toegangsreglement:
(i) omvat het enkelvoud het meervoud en vice versa waar nodig, behalve waar dat geschikt is voor de termen Bevrachter, Andere Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Overslagbevrachter, Andere Gebruiker, Terminal Gebruiker, Partij en Terminal Operator;
(ii) omvat de verwijzing naar het ene geslacht ook het andere geslacht;
(iii) verwijzen verwijzingen naar ‘AC’ naar een sectie of een bepaling in dit LNG Toegangsreglement (Access Code), tenzij dit specifiek anders wordt vermeld;
(iv) worden de titels van de bepalingen en de secties en de inhoudsopgave alleen voor het gemak ingevoerd; ze hebben dan ook geen enkele invloed op de opbouw of de interpretatie van dit LNG Toegangsreglement;
(v) is een verwijzing naar een overeenkomst, instrument of procedure een verwijzing ernaar zoals van tijd tot tijd geamendeerd, gewijzigd of vervangen, tenzij anders vermeld;
(vi) een verwijzing naar een statuut, voorschrift, verordening, regel, delegatiewetgeving of besluit een verwijzing is naar dezelfde zoals van tijd tot tijd geamendeerd, gewijzigd of vervangen, en naar ieder(e) voorschrift,
verordening, regel, delegatiewetgeving of besluit daaronder uitgevaardigd; en
(vii) zijn verwijzingen naar de tijd, tenzij anders vermeld, verwijzingen naar de plaatselijke Belgische tijd die wordt weergegeven als uu h mm, waarbij uu het uur tussen 0 en 23 en mm de minuten tussen 0 en 59 aanduiden. Er wordt hierbij geen aanduiding van am of pm vermeld. Verwijzingen naar dag, maand en jaar zijn – tenzij anders vermeld – verwijzingen naar respectievelijk een dag, maand en jaar van de Gregoriaanse kalender.
1.5 AMENDEMENTEN OF WIJZIGINGEN AAN HET LNG TOEGANGSREGLEMENT
De Terminal Operator mag amendementen of wijzigingen aan dit LNG Toegangsreglement doorvoeren wanneer hij daarvoor overleg pleegt met Terminal Gebruikers in overeenstemming met de relevante wetgeving en voorschriften voordat zulke amendementen of wijzigingen worden doorgevoerd. De amendementen of wijzigingen zijn ook onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring door de CREG, indien en wanneer vereist, voor ze van kracht worden.
2 LNG DIENSTEN
2.1 BESCHRIJVING VAN LNG DIENSTEN
2.1.1 Slots en Onderschreven Slots
Het hoofddoel van de LNG Terminal bestaat erin LNG Schepen te ontvangen en te lossen, het LNG tijdelijk op te slaan en te hervergassen, en de evenwaardige hoeveelheid energie (min het Fuel Gas dat tijdens het proces wordt gebruikt) uit te zenden als Aardgas (de hoofddienst). Bevrachters kunnen dergelijke hoofddienst verwerven voor ofwel een bepaald aantal LNG cargo’s op lange termijn basis of voor één of meer spot LNG Schepen door de onderschrijving van (een aantal) Slots. Aangezien de Oostelijke Steiger van de LNG Terminal LNG Schepen kan ontvangen tot Q-max vaartuigen en de Westelijke Steiger van de LNG Terminal LNG Schepen kan ontvangen tot Q-flex vaartuigen, kan de combinatie van meerdere Slots of een Slot, in combinatie met Aanvullende Opslagcapaciteit en/of Aanvullende Uitzendcapaciteit in overeenstemming met de bepalingen van AC 3.1.4.5, dienen voor de ontvangst van een volledig geladen Q-flex- of Q-max vaartuig.
Slots kunnen worden onderschreven conform de procedures vastgelegd in dit LNG Toegangsreglement en door middel van een geschikt Bevestigingsformulier Diensten, zodoende worden ze dan Onderschreven Slots, waarbij ieder Onderschreven Slot bestaat uit een pakket samenlopende rechten van een Aanmeerrecht, Basis Opslag en Basis Uitzendcapaciteit.
2.1.2 Aanmeerrecht
De houder van een Aanmeerrecht heeft het recht om een LNG Schip binnen het toepasselijke Venster door de Terminal Operator te laten aanvaarden en om dit LNG Schip in de LNG Terminal aan te meren en ofwel te lossen ofwel te laden, binnen het kader van de verlening van LNG Herleveringsdiensten door de Terminal Operator gekoppeld aan een Hoog Getijde, zoals toegelaten volgens de scheepvaartregels die gelden voor de Haven, en in overeenstemming met dit LNG Toegangsreglement.
2.1.3 Aanvullend Aanmeerrecht
De houder van een Aanvullend Aanmeerrecht heeft het recht om een LNG Schip binnen het toepasselijke Venster door de Terminal Operator te laten aanvaarden en om dit LNG Schip in de LNG Terminal aan te leggen voor de verlening van LNG Herleveringsdiensten door de Terminal Operator voor dit LNG Schip gekoppeld aan een Getijde, zoals toegelaten volgens de scheepvaartregels die gelden voor de Haven, en in overeenstemming met dit LNG Toegangsreglement.
2.1.4 Overslagaanmeerrecht
De houder van een Overslagaanmeerrecht heeft het recht om een LNG Schip door de Terminal Operator te laten aanvaarden en om een LNG schip aan te meren en te lossen of te laden en, naargelang het geval, binnen het kader van de verlening
van LNG Overslagdiensten, door de Terminal Operator Ondergasstellings- en/of Afkoeldiensten te laten uitvoeren op de LNG Terminal gekoppeld aan een Laag Getijde, zoals toegelaten volgens de scheepvaartregels die gelden voor de Haven en in overeenstemming met dit LNG Toegangsreglement.
2.1.5 Afzonderlijk Aanmeerrecht
De houder van een Afzonderlijk Aanmeerrecht heeft het recht om een LNG Schip door de Terminal Operator te laten aanvaarden en om dit LNG Schip in de LNG Terminal aan te leggen voor de verlening van LNG Herleveringsdiensten of LNG Leveringsdiensten door de Terminal Operator voor dit LNG Schip gekoppeld aan een Getijde, zoals toegelaten volgens de scheepvaartregels die gelden voor de Haven, en in overeenstemming met dit LNG Toegangsreglement.
2.1.6 Basis Opslag
De Terminal Operator stelt aan de houder van Basis Opslag (wanneer die aan een Onderschreven Slot is toegewezen), een hoeveelheid opslagcapaciteit in de LNG Terminal ter beschikking die gelijk is aan 140.000 Kubieke Meter LNG, die beschikbaar wordt gemaakt op het tijdstip van het begin van het bijbehorende Geplande Slot en die tijdens de Basis Opslagduur lineair degressief is tot nul.
2.1.7 Overslagopslag
De Terminal Operator stelt aan de houder van de Overslagopslag een specifieke hoeveelheid opslagcapaciteit in de LNG Terminal ter beschikking die gelijk is aan
180.000 Kubieke Meter LNG, die continu kan worden gebruikt voor het lossen, opslaan en laden van LNG.
2.1.8 Basis Uitzendcapaciteit
De Terminal Operator stelt aan de houder van Basis Uitzendcapaciteit (wanneer die aan een Onderschreven Slot is toegewezen), een hoeveelheid Uitzendcapaciteit in de LNG Terminal ter beschikking die gelijk is aan 4.200 MWh/uur. De Basis Uitzendcapaciteit wordt beschikbaar gesteld op het moment van het begin van het bijbehorende Geplande Slot en gaat de hele Basis Opslagduur mee.
2.1.9 Aanvullende Opslag
Aanvullende Opslag betekent het recht om hoeveelheden LNG bovenop de Basis Opslag in de LNG Terminal op te slaan, uitgedrukt in Kubieke Meter (m³) LNG (maar exclusief de Dagelijkse Opslagcapaciteit).
De Terminal Operator bezorgt aan de Bevrachter, Andere Bevrachters en/of Andere Gebruiker de hoeveelheid Aanvullende Opslag die de Bevrachter in de relevante Bevestigingsformulier voor Diensten heeft gespecificeerd.
2.1.10 Residuele Opslag
Residuele Opslag betekent het recht om LNG op te slaan, uitgedrukt in Kubieke Meter (m³) LNG, in de LNG Terminal voor een of meerdere Maanden (met een
minimum van één Maand en een maximum van zes Maanden) beschikbaar gesteld door de Terminal Operator op basis van een dagelijkse granulariteit.
Niet later dan 5 Werkdagen vóór het einde van elke Maand M min twee (M-2), publiceert de Terminal Operator de beschikbare Residuele Opslag startend in Maand M, boekbaar vanaf het begin van de Maand M min één (M-1) tot twee Werkdagen vóór het begin van de Residuele Opslag in maand M.
De Terminal Operator bezorgt aan de Bevrachter en Andere Bevrachter(s) de hoeveelheid Residuele Opslag die in het relevante Bevestigingsformulier voor Diensten werd gespecificeerd.
2.1.11 Aanvullende Uitzendcapaciteit
Aanvullende Uitzendcapaciteit betekent de hoeveelheid Uitzendcapaciteit bovenop de Basis Uitzendcapaciteit van de Bevrachter, uitgedrukt in GWh/uur (maar exclusief de Dagelijkse Uitzendcapaciteit).
De Terminal Operator bezorgt aan de Bevrachter, Andere Bevrachters en/of Andere Gebruiker de hoeveelheid Aanvullende Uitzendcapaciteit die de Bevrachter in de relevante Bevestigingsformulier voor Diensten heeft gespecificeerd.
2.1.12 Afzonderlijke uitzendcapaciteit
Afzonderlijke Uitzendcapaciteit betekent de hoeveelheid ongebundelde Uitzendcapaciteit die de Bevrachter kan gebruiken, uitgedrukt in GWh/uur (maar exclusief de Dagelijkse Uitzendcapaciteit).
De Terminal Operator bezorgt aan de Bevrachter, Andere Bevrachters en/of Andere Gebruiker de hoeveelheid Afzonderlijke Uitzendcapaciteit die de Bevrachter in de relevante Bevestigingsformulier voor Diensten heeft gespecificeerd.
2.1.13 Dagelijkse Uitzendcapaciteit
De Dagelijkse Uitzendcapaciteit betekent de hoeveelheid Aanvullende Uitzendcapaciteit die dagelijks wordt gekocht.
2.1.14 Dagelijkse Opslag Capaciteit
Dagelijkse Opslagcapaciteit betekent de hoeveelheid aanvullende opslag die dagelijks wordt gekocht.
2.1.15 Niet-Genomineerde Diensten
Niet-Genomineerde Diensten betekent de dienst die de Terminal Operator aanbiedt waarbij Terminal Gebruikers Terminalnominaties mogen indienen tegen de Niet-Genomineerde Uitzend rechten, bovenop hun Uitzendcapaciteit, in overeenstemming met de bepalingen van dit LNG Toegangsreglement.
2.1.16 LNG Herleveringsdiensten
LNG Herleveringsdiensten betekent de dienst bestaande uit het laden, onder gas stellen en/of afkoelen van een LNG Schip door de Terminal Operator in de LNG Terminal in overeenstemming met de bepalingen van dit LNG Toegangsreglement.
De Terminal Operator verleent de LNG Herleveringsdiensten aan de Bevrachter op voorwaarde dat de Bevrachter een Aanvullend Aanmeerrecht of Afzonderlijk Aanmeerrecht (of een Aanmeerrecht in voorkomend geval) heeft.
2.1.17 LNG Leveringsdiensten
LNG Leveringsdiensten betekent de dienst bestaande uit het lossen van een LNG Schip door de Terminal Operator in de LNG Terminal in overeenstemming met de bepalingen van dit LNG Toegangsreglement.
Om vergissingen tegen te gaan, de LNG Leveringsdienst bevat geen Opslag Capaciteit.
De Terminal Operator verleent de LNG Leveringsdiensten aan de Bevrachter op voorwaarde dat de Bevrachter een Afzonderlijk Aanmeerrecht heeft.
2.1.18 Kwaliteitsaanpassingsdiensten
Kwaliteitsaanpassingsdiensten betekenen de Kwaliteitsaanpassingsdienst die de Terminal Operator aan de Bevrachter en Andere Bevrachters verleent in overeen- stemming met de bepalingen van dit LNG Toegangsreglement.
2.1.19 Virtuele Liquefactiedienst
Virtuele Liquefactiedienst betekent de conditionele dienst die wordt aangeboden door de Terminaloperator, onder voorbehoud van de bepalingen van 3.5.7.2, waarbij de Bevrachter Terminalnominaties mag uitvoeren op het Herleveringspunt om zijn Gas Op Voorraad LNG te verhogen in overeenstemming met de bepalingen van het LNG Toegangsreglement.
Voor alle duidelijkheid, bevat de Virtuele Liquefactiedienst geen Opslag Capaciteit.
2.2 TOEWIJZING VAN LNG DIENSTEN (PRIMAIRE MARKT)
2.2.1 Toewijzing van Xxxxx Termijn Capaciteiten
2.2.1.1 De volgende LNG Diensten (de 'Lange Termijn Capaciteiten') worden toegekend in het kader van een Toewijzing van Lange Termijn Capaciteiten (de 'Procedure voor Lange Termijn Capaciteiten'): Slots, Overslagaanmeerrechten, Aanmeerrechten, Aanvullende Aanmeerrechten, Afzonderlijk Aanmeerrecht, Overslagopslag, Aanvullende Opslag, Aanvullende Uitzendcapaciteit, Afzonderlijke Uitzendcapaciteit en Kwaliteitsaanpassing.
2.2.1.2 De Procedure voor Lange Termijn Capaciteiten vindt plaats door middel van:
(i) een Onderschrijvingsvenster in overeenstemming met AC 2.2.1.3; of
(ii) een open season in overeenstemming met de Gedragscode voor capaciteiten waarvoor er nog een investeringsbeslissing moet worden genomen door de Terminal Operator, (naargelang het geval).
Indien er nog Lange Termijn Capaciteiten beschikbaar zijn aan het einde van het overeenkomstig Onderschrijvingsvenster of open seizoen, zullen dergelijke LNG Diensten worden toegewezen op een "First committed/first served" basis op de datum en tijd van ontvangst van de bindende aanvraag en dit tot een volgend Onderschrijvingsvenster of open seizoen (naargelang het geval). De organisatie van een Onderschrijvingsvenster wordt uitgevoerd door de Terminal Operator op regelmatige basis, normaal om de twee jaar afhankelijk van of er voldoende capaciteit beschikbaar is en in functie van de marktsignalen.
2.2.1.3 Regels en organisatie van een Onderschrijvingsvenster
2.2.1.3.1 Vóór het begin van dergelijk Onderschrijvingsvenster stelt de Terminal Operator een uitvoerige procedure op met de ‘terms and conditions’ voor het respectievelijke venster voor het onderschrijven en toewijzen van dergelijke LNG Diensten en verspreidt via zijn website informatie over de toepasselijke ‘terms and conditions’ alsook de specifieke kalender van dergelijk venster.
Dergelijke ‘terms and conditions’ omvatten de praktische informatie van toepassing voor een specifiek Onderschrijvingsvenster in lijn met de bepalingen van deze bijlage van het LNG Toegangsreglement en zullen onder meer, maar niet beperkt hiertoe, de volgende bepalingen bevatten:
− de aangeboden LNG Diensten van het Onderschrijvingsvenster;
− de mogelijke duur en startdatum van de aangeboden LNG Diensten;
− de begindatum en einddatum van het Onderschrijvingsvenster;
− de registratieprocedure voor de deelnemers; en
− de toewijzingsregels van het Onderschrijvingsvenster.
De CREG wordt op voorhand op de hoogte gebracht van de ‘terms and conditions’
voor een Onderschrijvingsvenster.
2.2.1.3.2 De deelnemers die geïnteresseerd in het boeken van capaciteit onder het Onderschrijvingsvenster moeten hun bindende capaciteit aanvraagformulier voor het afsluiten van een contract behoorlijk ingevuld en ondertekend indienen vóór het einde van het Onderschrijvingsvenster.
In overeenstemming met de ‘terms and conditions’ van het betrokken Onderschrijvingsvenster, vermeldt de deelnemer in zijn/haar bindende capaciteit aanvraag onder meer maar niet beperkt hiertoe:
1. Voor de LNG Diensten die de deelnemer wenst te onderschrijven:
− een minimum capaciteit waaronder de deelnemer geen LNG diensten wenst te onderschrijven ('Minimumaanvraag');
− een maximumcapaciteit waarvoor de deelnemer de LNG Diensten wil
onderschrijven (‘Maximumaanvraag’); en
2. De begindatum en de duur van de LNG Diensten.
De vermelde Maximumaanvraag mag het aanbod niet overschrijden. De bindende aanvraag wordt verondersteld de aanvrager vanaf de begindatum te binden voor de aangevraagde duur.
2.2.1.3.3 De beschikbare capaciteit LNG Diensten in het kader van het Onderschrijvings- venster wordt als volgt toegewezen:
(i) Als de totale aangevraagde capaciteit minder is dan of gelijk is aan de beschikbare capaciteit die in het Onderschrijvingsvenster wordt aangeboden, dan wordt aan iedere Bevrachter de aangevraagde capaciteit toegewezen;
(ii) Als de totale aangevraagde capaciteit meer is dan de beschikbare capaciteit die in het Onderschrijvingsvenster wordt aangeboden, dan worden bindende aanvragen als volgt toegewezen:
(a) er wordt voorrang gegeven aan de bindende capaciteit aanvragen met een langere duur;
(b) tussen bindende capaciteit aanvragen met dezelfde duur:
i. de beschikbare capaciteit wordt toegewezen pro rata van de aangevraagde capaciteiten;
ii. als de toepassing van de proportionele toewijzingsregel ertoe leidt dat een bepaalde capaciteit wordt toegewezen aan een deelnemer die lager is dan de Minimumaanvraag die deze deelnemer heeft aangeduid, dan wordt aan deze deelnemer geen capaciteit toegewezen voor zover aan de Minimumaanvragen van de andere deelnemers wordt voldaan; en
iii. de capaciteit die niet aan bepaalde deelnemers werd toegewezen, wordt pro rata van de aangevraagde capaciteit aan de andere deelnemers toegewezen.
2.2.1.3.4 Tijdens het Onderschrijvingsvenster georganiseerd voor Afzonderlijke Aanmeerrechten, kan de Terminal Operator aan alle Bevrachters die voorheen Aanvullend Aanmeerrecht(en) hebben onderschreven, en met inachtneming van de toepasselijke toewijzingsregels voor het toewijzen van beschikbare capaciteit onder een Onderschrijvingsvenster, de mogelijkheid bieden om een deel of alle van hun resterende Aanvullend(e) Aanmeerrecht(en) om te ruilen voor Afzonderlijke Aanmeerrechten. Het aantal Afzonderlijke Aanmeerrechten die kan worden onderschreven via het omruilen van Aanvullend(e) Aanmeerrecht(en) voor Afzonderlijke Aanmeerrechten is gelijk aan de verhouding van de vaste elementen van het Gereguleerd Tarief voor Aanvullend Aanmeerrecht en Afzonderlijk Aanmeerrecht, zoals van toepassing op het moment van toewijzing, afgerond naar boven (in voorkomend geval). Geen verschuiving in de tijd naar een ander Contractjaar is mogelijk bij het omruilen van Aanvullend Aanmeerrecht(en) voor Afzonderlijke Aanmeerrechten.
2.2.1.4 Regels en organisatie van een open season
2.2.1.4.1 In het kader van capaciteiten waarvoor nog een investeringsbeslissing moet worden genomen, organiseert de Terminal Operator een open season om na te gaan of hiervoor voldoende marktinteresse bestaat. De open season wordt vergezeld van een 'open season - bindende aanvraag/offertebeschrijving', waarin de voorwaarden voor de respectieve open season (met inbegrip van, maar niet beperkt tot de regels voor onderschrijving en de regels voor toewijzing van de betreffende LNG Diensten) worden bepaald in lijn met de bepalingen in deze sectie van het LNG Toegangsreglement.
2.2.1.4.2 De deelnemer die geïnteresseerd is in het boeken van capaciteit onder de open season, moet zijn bindende capaciteitaanvraag gepast ingevuld en ondertekend vóór het einde van de open season indienen.
2.2.1.4.3 Indien niet alle aangeboden LNG Diensten kunnen worden toegewezen in overeenstemming met AC 2.2.1.4, behoudt de Terminal Operator zich het recht voor om geen capaciteit toe te wijzen die tijdens de open season wordt aangeboden.
2.2.2 Toewijzing van Korte Termijn Capaciteiten
2.2.2.1 De volgende LNG Diensten (de 'Korte Termijn Capaciteiten') worden toegekend in het kader van een Toewijzing van Korte Termijn Capaciteiten (de 'Toekenning van Korte Termijn Capaciteiten'): Slots, Overslagaanmeerrechten, Aanmeerrechten, Aanvullende Aanmeerrechten, Afzonderlijke Aanmeerrechten, Residuele Opslag, Dagelijkse Opslagcapaciteit, Dagelijkse Uitzendcapaciteit, en Kwaliteitsaanpassing.
2.2.2.2 De toewijzing van Korte Termijn Capaciteiten vindt plaats na de voltooiing van de volgende procedure of iedere andere procedure die door de Terminal Operator wordt voorgesteld en die door de CREG wordt goedgekeurd:
(i) Slots die niet tijdens een Procedure voor Lange Termijn Capaciteiten werden toegewezen of die als beschikbaar worden geïdentificeerd:
(1) bij de opstellen van de AMS overeenkomstig AC 3.1: aanvullende Slots tussen maart en oktober; of
(2) na het opstellen van de RBS overeenkomstig AC 3.1: Niet-Onderschreven Slots
(3) worden toegewezen:
(aa) in de eerste plaats aan de Bevrachter die de Terminal Operator heeft gemeld dat hij het(de) Onderschreven Slot(s) van de Bevrachter tijdens het Contractjaar (J+1) niet kan of misschien niet zal kunnen gebruiken wegens onderhoud van zijn productie-installaties en/of zijn LNG Schepen of door verantwoorde en gedocumenteerde beperkingen van scheepslogistieke aard.
(bb) in de tweede plaats aan de Bevrachter met Make-Up Capaciteiten; en (cc) in de derde plaats aan iedere Bevrachter of potentiële Bevrachter op
een “first committed, first served” basis vanaf het moment dat de Slot
op de website van de Terminal Operator werd gepubliceerd.
Vanaf tien (10) dagen vóór het begin van een Gepland Slot die gepubliceerd is maar niet onderschreven, kunnen de Aanmeerrechten, de Basis Opslag en/of de Basis Uitzendcapaciteit afzonderlijk worden onderschreven en toegewezen volgens het principe ‘first committed/first served’.
(ii) Aanvullende Aanmeerrechten die niet werden toegewezen bij een Procedure voor Lange Termijn Capaciteiten of die werden geïdentificeerd als beschikbaar overeenkomstig AC 3.1, worden toegewezen volgens het principe ‘first committed/first served’ vanaf het moment dat ze op de website van de Terminal Operator worden gepubliceerd.
(iii) Afzonderlijke Aanmeerrechten die niet werden toegewezen bij een Procedure voor Lange Termijn Capaciteiten of die werden geïdentificeerd als beschikbaar overeenkomstig AC 3.1, worden toegewezen volgens het principe ‘first committed/first served’ vanaf het moment dat ze op de website van de Terminal Operator worden gepubliceerd.
(iv) Aanmeerrechten die als beschikbaar worden geïdentificeerd overeenkomstig AC 3.1, worden toegewezen volgens het principe ‘first committed/first served’ vanaf het moment dat ze op de website van de Terminal Operator worden gepubliceerd.
(v) Overslagaanmeerrechten die niet werden toegewezen bij een Procedure voor Lange Termijn Capaciteiten of die werden geïdentificeerd als beschikbaar overeenkomstig AC 3.1, worden toegewezen volgens het principe ‘first committed/first served’ vanaf het moment dat ze op de website van de Terminal Operator worden gepubliceerd.
(vi) Residuele Opslag die werd geïdentificeerd als beschikbaar overeenkomstig AC 2.1, wordt toegewezen volgens het principe ‘first committed/first served’ volgend
op de publicatie op de website van de Terminal Operator vanaf het begin van Maand M min één (M-1) tot twee Werkdagen vóór het begin van de Residuele Opslag in maand M.
(vii) Dagelijkse Opslagcapaciteiten worden toegewezen pro rata van de aanvragen die de dag voordien werden ingediend in overeenstemming met AC 3.1.
(viii) Dagelijkse Uitzendcapaciteiten worden toegewezen pro rata van de aanvragen die de dag voordien werden ingediend in overeenstemming met AC 3.1.
2.3 SECUNDAIRE MARKT
2.3.1 Overdracht van LNG Diensten
Onverminderd AC 3.1.10 en onderworpen aan de bepalingen van AC 2.3, kunnen alle LNG diensten verworven op de Primaire Markt worden verhandeld op de Secundaire Markt hetzij:
- Direct tussen de Terminal Gebruikers via ‘over-the-counter’ ("OTC") waarbij de Terminal Operator op de hoogte wordt gebracht door middel van een Aanvraagformulier Diensten voor Overdracht (SRFA) ondertekend door beide gebruikers Terminal van de opdracht; of
- Indirect via het Secundaire Markt Platform waarbij de Terminal Operator gevraagd wordt (met inbegrip via e-mail) om een bericht te plaatsen op het Secundaire Markt Platform dat de gerelateerde LNG Dienst beschikbaar is voor verkoop. Verhandelde LNG diensten op het Secundaire Markt Platform worden toegewezen volgens het principe "first committed, first served".
2.3.2 Algemene bepalingen
De volgende bepalingen zijn van toepassing wanneer LNG Diensten worden verhandeld op de Secundaire Markt:
- De verhandeling van LNG Diensten op de Secundaire Markt brengt de overdracht met zich mee van de bijbehorende rechten en verplichtingen in lijn met de overeenkomstige LNG Overeenkomst van de gerelateerde LNG Diensten die worden verhandeld; en
- De aard van de verhandelde LNG diensten wordt niet beïnvloed door de verhandeling op de Secundaire Markt (bijvoorbeeld een vaste LNG Dienst onderschreven op de Primaire Markt blijft een vaste LNG Dienst op de Secundaire Markt).
De Terminal Operator zal de LNG Diensten verkopen aan de eerste persoon die een juridisch bindende aanvraag indient (door middel van hetzij een Aanvraagformulier Diensten voor Overdracht (SRFA) hetzij een Aanvraag- formulier Diensten voor Overdracht door Terminal Operator (SRFATO)) voor het onderschrijven voor dergelijke LNG Dienst. De geldende tarieven (inclusief alle kosten of vergoedingen voor wederverkoop van LNG Diensten) is in overeenstemming met het goedgekeurde Gereguleerd Tarief.
2.3.3 Melding van niet-gebruik van LNG Diensten
De Terminal Gebruiker biedt op de Secundaire Markt elke onderschreven LNG Dienst aan dat de Terminal Gebruiker tijdelijk of permanent niet langer van plan is te gebruiken.
In dergelijk geval, wordt de Terminal Operator onmiddellijk ingelicht waardoor deze laatste in staat is om een kennisgeving te publiceren op het Secundaire Markt Platform dat de gerelateerde LNG Dienst beschikbaar is voor verkoop.
2.3.4 Toewijzingsprocedure
Voor de LNG Diensten die aangeboden worden op de Secundaire Markt, analyseert de Terminal Operator de ontvangen Aanvraagformulier Diensten voor Overdracht (SRFA) of Aanvraagformulier Diensten voor Overdracht door Terminal Operator (SRFATO) ter aanvaarding door de volgende niet-uitputtende criteria te controleren:
- De kredietwaardigheid;
- De aard van de aangeboden LNG Dienst(en); en
- Of het aanvraag formulier op tijd werd ontvangen en naar behoren is werd ondertekend door alle betrokken partijen (dat wil zeggen voorafgaand aan het begin van de periode van de toewijzing).
Na aanvaarding, zal de Terminal Operator, afhankelijk van of de overdracht gepubliceerd werd op het Secundaire Markt Platform, hetzij een Bevestigingsformulier Diensten voor Overdracht (SCFA) hetzij een Bevestigingsformulier Diensten voor Overdracht door Terminal Operator (SCFATO) opsturen. Dit bevestigingsformulier geeft aan dat de overdracht als afgehandeld wordt beschouwd door de Terminal Operator en impliceert aan de ene kant voor de opdrachtgever een vermindering van onderschreven LNG Diensten en aan de andere kant voor de verkrijger een verhoging van de onderschreven LNG Diensten.
3 PROCEDURES
3.1 OPERATIONELE REGELS
In het kader van deze AC 3.1, mogen de termen die in de LNG Overeenkomst gedefinieerd worden als verwijzende naar de Bevrachter of Overslagbevrachter, ook worden gebruikt alsof ze gelden voor Andere Bevrachter of Andere Overslagbevrachter en/of Andere Gebruiker alsook naar Bevrachter of Overslagbevrachter. In dergelijk geval kwalificeren de woorden ‘Bevrachter(s)’, ‘Andere Bevrachter(s)’, ‘Overslagbevrachter(s)’, ‘Andere Overslagbevrachter(s)’ en/of ‘Andere Gebruiker(s)', naargelang het geval, dergelijke gedefinieerde term.
3.1.1 Planning van Onderschreven Slots van de Bevrachter en de Andere Bevrachters, Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten, en Onderschreven Afzonderlijke Aanmeerrechten
AC 3.1.1.1 tot 3.1.1.5 legt de procedure vast om de Onderschreven Slots van de Bevrachter en de Andere Bevrachters te plannen door middel van de Beschikbare Maandelijkse Slots (‘AMS') te bepalen alsook een jaarlijks Indicatief Aanmeerplan ('IBS') en een Rollend Aanmeerplan (‘RBS') voor drie maanden op te stellen. De bedoeling is om een gelijke verdeling te krijgen van de Onderschreven Slots van de Bevrachter en de Andere Bevrachters voor elke Maand van ieder Contractjaar, aangepast zoals vereist voor Gepland Onderhoud. AC 3.1.1.6 legt de procedure vast waarmee de Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten van de Bevrachter en de Andere Bevrachters worden gepland. AC 3.1.1.7 legt de procedure vast waarmee de Onderschreven Afzonderlijke Aanmeerrechten van de Bevrachter en de Andere Bevrachters worden gepland.
3.1.1.1 Beschikbare Maandelijkse Slots (‘AMS’), Indicatief Aanmeerplan (‘IBS’) en Rollend
Aanmeerplan (‘RBS’)
Vóór 20 oktober van ieder Contractjaar, of in het geval van het eerste Contractjaar tegen 20 oktober van het Kalenderjaar dat het eerste Contractjaar voorafgaat, stellen de Terminal Operator, de Bevrachter en de Andere Bevrachters de AMS en de IBS op voor het eerste of het volgende Contractjaar, naargelang het geval, in overeenstemming met de hieronder beschreven bepalingen.
Het aantal Slots dat beschikbaar is in iedere Maand van elk Contractjaar zoals bepaald in de AMS overeenkomstig AC 3.1.1.1.3 is bindend voor iedere Maand in het Contractjaar, maar het aantal Slots dat de Bevrachter en de Andere Bevrachters plannen in elk dergelijke Maand op basis van het AMS cijfers wordt bepaald bij het vastleggen van de RBS in overeenstemming met AC 3.1.1.1.6.
De IBS bepaalt indicatieve Slot en Aanvullende Aanmeerrechten data voor de Bevrachter en de Andere Bevrachters in de LNG Terminal voor iedere Maand in het toepasselijke Contractjaar. In de RBS worden bindende en vaste Geplande Slot data bepaald van de Bevrachter en Andere Bevrachter.
Bepalen van de AMS
3.1.1.1.1 Tegen 1 september voorafgaand aan ieder Contractjaar, brengt de Terminal Operator de Bevrachter en de Andere Bevrachters op de hoogte van het cumulatieve aantal Onderschreven Slots van de Bevrachter en de Andere Bevrachters voor dat Contractjaar, samen met de data die indicatief gepland zijn voor het eventueel Gepland Onderhoud op de LNG Terminal en Segment 1, voor iedere Maand in dat Contractjaar. De Terminal Operator brengt ook de Bevrachter en de Andere Bevrachters op de hoogte van hun cijfers die op dat moment indicatief zijn met betrekking tot formule (1) en (2) van AC 3.1.1.1.3. Het cumulatieve aantal Onderschreven Slots van de Bevrachter en de Andere Bevrachters zal het aantal beschikbare Slots van de Niet-Uitgebreide Terminalcapaciteit of de Uitgebreide Terminalcapaciteit Fase 1, naargelang het geval, niet overschrijden.
3.1.1.1.2 Zo snel als redelijkerwijs mogelijk na de kennisgeving van de Terminal Operator in overeenstemming met AC 3.1.1.1.1 hierboven, maar ten laatste tegen 15 september vóór elk Contractjaar, komen de Terminal Operator, de Bevrachter en de Andere Bevrachters samen, wisselen ze informatie uit (met inbegrip van het voorlopige voorafgaande Jaarlijkse Aanmeerplan van de Bevrachter en de Andere Bevrachters) en coördineren ze voor het volgende Contractjaar de periodes van Gepland Onderhoud op de LNG Terminal en Segment 1, de productie installaties van de Bevrachter en de Andere Bevrachters en het droogdokken van de LNG Schepen van de Bevrachter en de Andere Bevrachters teneinde de impact op de planning van Slots op de LNG Terminal en de levering van LNG in de LNG Terminal en de levering van Xxxxxxx aan het Herleveringspunt zoveel mogelijk te beperken.
3.1.1.1.3 Zo snel als redelijkerwijs mogelijk, maar uiterlijk tegen 30 september vóór elk Contractjaar, brengt de Terminal Operator, de Bevrachter en de Andere Bevrachters op de hoogte van de vaste Gepland Onderhoud data van de LNG Terminal, Segment 1 en de AMS voor iedere Maand in dat volgend Contractjaar.
De Terminal Operator bepaalt de AMS voor iedere Maand in het volgende Contractjaar op basis van een gelijke verdeling van het cumulatieve aantal Onderschreven Slots van de Bevrachter en de Andere Bevrachters voor dat Contractjaar, waarbij dergelijke verdeling gebaseerd wordt op het aantal Hoog Getijden in iedere dergelijke Maand, met uitzondering van Hoog Getijden die onbeschikbaar zijn door Gepland Onderhoud op de LNG Terminal en Segment 1, tijdens dergelijke Maand, zoals bepaald volgens de volgende formule (1):
SStot/(Ty – Ycy) * (Dm – Xm) afgerond tot twee decimalen. Waarbij:
SStot is gelijk aan het aantal beschikbare Slots van de Niet-Uitgebreide Terminalcapaciteit of van de Uitgebreide Terminalcapaciteit, naargelang het geval;
Ty is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in het relevante Contractjaar;
Ycy is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in het relevante Contractjaar waarin de LNG Terminal en Segment 1 volgens de planning niet beschikbaar zijn door Gepland Onderhoud;
Dm is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in de relevante Maand; en
Xm is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in de relevante Maand waarin de LNG Terminal en Segment 1 niet beschikbaar zullen zijn door Gepland Onderhoud.
Zodra dat praktisch mogelijk is, maar uiterlijk tegen 1 oktober vóór elk Contractjaar bezorgt de Terminal Operator aan de Bevrachter zijn Slot recht voor iedere Maand M in het volgende Contractjaar, zoals bepaald volgens formule (2) hieronder:
SSscy/(Ty – Ycy) * (Dm – Xm) afgerond tot twee decimalen. Waarbij:
SSscy is gelijk aan het aantal Onderschreven Slots van de Bevrachter voor het Contractjaar;
Ty is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in het Contractjaar;
Ycy is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in het relevante Contractjaar waarin de LNG Terminal en Segment 1 volgens de planning niet beschikbaar zijn door Gepland Onderhoud;
Dm is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in de relevante Maand; en
Xm is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in de relevante Maand waarin de LNG Terminal en Segment 1 niet beschikbaar zullen zijn door Gepland Onderhoud.
De Bevrachter en de Andere Bevrachters plannen in de RBS, in overeenstemming met AC 3.1.1.1.6, of in het geval van de toepassing van de Standaard Toewijzingsprocedure in overeenstemming met AC 3.1.1.2, voor iedere Maand een totaal aantal Slots gelijk aan de Beschikbare Maandelijkse Slots, dergelijke AMS wordt afgerond naar boven of beneden tot het dichtstbijzijnde gehele getal, naargelang de keuze van de Bevrachter en de Andere Bevrachters. Het eventuele afrondingsverschil, indien van toepassing, wordt overgezet naar de volgende Maand en toegepast op het aantal Slots die in dergelijke Maand beschikbaar zijn zoals bepaald in de AMS.
Nadat de AMS werd vastgelegd, evalueren de Terminal Operator, de Bevrachter en de Andere Bevrachters het potentieel om één (1) aanvullend Slot beschikbaar te stellen voor elk van de Maanden van maart tot oktober tijdens het volgende Contractjaar, rekening houdend met alle relevante factoren, met inbegrip van opgedane ervaring en gewijzigde omstandigheden. Als dergelijke evaluatie de
mogelijkheid bevestigt om een dergelijk Aanvullend Slot beschikbaar te stellen, dan worden de prioriteit om dergelijk aanvullend Slot, die tijdens het bovenvermelde proces werd geïdentificeerd, toe te wijzen als volgt vastgelegd:
(1) in de eerste plaats aan elke Bevrachter of Andere Bevrachter die de Terminal Operator heeft gemeld dat hij het Onderschreven Slot(s) van de Bevrachter of Andere Bevrachters tijdens het volgende Contractjaar (J+1) niet kan of misschien niet zal kunnen gebruiken wegens onderhoud van de productie installaties van de Bevrachter of de Andere Bevrachters en/of het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters of door verantwoorde en gedocumenteerde logistieke beperkingen van scheepvaart aard. Indien de Bevrachter en/of iedere Andere Bevrachter dergelijke aanvullende Slot(s) onder de AMS plannen in eender welke Maand van maart tot oktober voor het volgende Contractjaar (J+1), vermindert dergelijke Bevrachter en/of Andere Bevrachter zijn Slot recht met een evenwaardig aantal tijdens elke voorgaande of volgende Maanden in dat Contractjaar (J+1) zodat deze Bevrachter en/of Andere Bevrachter zijn jaarlijkse aantal Onderschreven Slots niet overschrijdt. Voor alle duidelijkheid wordt dergelijke aanvullende Slot beschouwd als een Onderschreven Slot;
(2) in de tweede plaats aan elke Bevrachter of een van de Andere Bevrachters met Make-Up Capaciteit krachtens een LNG Overeenkomst (‘Make-UP Slots’). In het kader van AC 3.1.1.3 tot AC 3.1.10, wordt een dergelijke Make-Up Slot, eenmaal gepland onder de RBS, als een Gepland Slot beschouwd.
Zodra een dergelijk aanvullend Slot, met inbegrip van Make-Up Slots, aan een Bevrachter of Andere Bevrachter is toegewezen, wordt het in het relevante RBS gepland en heeft dergelijk aanvullend Slot een lagere prioriteit dan de andere Onderschreven Slots van de Bevrachter en de Andere Bevrachters bij het inplannen van Slots in de RBS.
Opstellen van de IBS
3.1.1.1.4 Zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk na het vastleggen van de AMS in overeenstemming met AC 3.1.1.1.3 hierboven, maar uiterlijk tegen 10 oktober vóór elk Contractjaar, legt de Bevrachter de volgende informatie aan de Terminal Operator voor:
a) een voorlopig jaarlijks Aanmeerplan in lijn met het recht van de Bevrachter krachtens de formule (2) in AC 3.1.1.1.3 en de geplande Aanvullende Aanmeerrechten naargelang het geval;
b) de naam van de LNG Schepen die de Bevrachter op dit moment tijdens het Contractjaar wil gebruiken;
c) de indicatieve ETA voor ieder LNG Schip in verband met (a) en (b); en
d) de indicatieve brandstof toename in tonnen bunker brandstof per Dag voor snelheid toenamen van ieder LNG Schip dat in (b) werd geïdentificeerd met ondersteunende documentatie indien beschikbaar.
De Terminal Operator verzamelt deze informatie in een IBS overeenkomstig AC
3.1.1.1.5 hieronder.
3.1.1.1.5 Zo vroeg als redelijkerwijs mogelijk en vóór 20 oktober vóór het volgende Contractjaar, meldt de Terminal Operator aan de Bevrachter en de Andere Bevrachters de IBS dewelke moet beantwoorden aan de voorwaarde dat het aantal Slots die iedere Bevrachter en de Andere Bevrachters voor het Contractjaar hebben gepland, gelijk moet zijn aan ieder van de Onderschreven Slots door de Bevrachter en Andere Bevrachters voor het volgende Contractjaar, verhoogd met eventuele Make-Up Slots van de Bevrachter of Andere Bevrachters, indien van toepassing; en wordt, tenzij anders bepaald overeenkomstig AC 3.1.1.1.3, gelijkmatig gespreid over het Contractjaar in de mate van het doenlijke.
Vastleggen van de RBS
3.1.1.1.6 Iedere Maand M (te beginnen drie Maanden vóór de Begindatum Dienst), bespreken de Terminal Operator, de Bevrachter en de Andere Bevrachters te goeder trouw en met de bedoeling om een overeenkomst te bereiken, vóór de 19de dag van deze Maand M, de RBS voor de Maanden M+1, M+2 en M+3. Wanneer een Bevrachter of Andere Bevrachter niet aan deze besprekingen deelneemt of niet de geschikte informatie bezorgt om dergelijke besprekingen mogelijk te maken zonder deelname van deze Bevrachter of Andere Bevrachter, zal de Terminal Operator als deze Bevrachter of Andere Bevrachter optreden om de RBS op te stellen. De Terminal Operator draagt in die hoedanigheid geen enkele aansprakelijkheid voor deze Bevrachter of Andere Bevrachter.
Het RBS proces bepaalt het aantal Geplande Slots van de Bevrachter en Andere Bevrachters en de datum en het tijdstip van ieder van dergelijke Slots, op basis van een geselecteerd Hoog Getijde, de Steiger die geacht wordt te worden gebruikt voor het aanmeren en de verwachte ETA van het LNG Schip van de Bevrachter en Andere Bevrachters te gebruiken bij ieder Geplande Slot van deze Bevrachter en Andere Bevrachters. De RBS van iedere Maand omvat de volgende informatie:
a) De planning voor Maand M+3 van de RBS, die bindend is voor de Partijen met betrekking tot de bepaling van het aantal Slots die de Bevrachter en de Andere Bevrachters in Maand M+3 moeten plannen. De datum van de Slots aldus gepland voor Maand M+3 zijn indicatief;
b) De planning voor Maand M+2, die bindend is, onder voorbehoud van AC 3.1.1.3, voor de Partijen met betrekking tot de vaste datum van elke van de Geplande Slots van de Bevrachter en Andere Bevrachters voor Maand M+2;
c) De planning voor Maand M+1, die bindend is, onder voorbehoud van herplanning overeenkomstig AC 3.1.1.3, voor de Partijen met betrekking tot de vaste datum van elke van de Geplande Slots van de Bevrachter en Andere Bevrachters voor Maand M+1 en die dezelfde zou moeten zijn als de planning
voor Maand M+2 in de vorige RBS, tenzij een herplanning werd uitgevoerd krachtens AC 3.1.1.3; en
d) De Bevrachter en de Andere Bevrachters melden de verwachte ETA en het overeenstemmende Hoog Getijde voor ieder LNG Schip van de Bevrachter en Andere Bevrachters die gepland zijn om in de LNG Terminal aan te leggen voor de Maanden M1+1, M+2 en M+3.
Bij het opstellen van de RBS, plant de Bevrachter zijn Slots zo in, in de mate van het mogelijke, dat ze afgestemd zijn op de gebruiksvereisten op het vlak van ronde trips van het LNG Schip, zoals gedocumenteerd en hij plant geen Slots louter met de bedoeling om de planning van de Andere Bevrachters te hinderen. De Bevrachter en Andere Bevrachters werken te goeder trouw samen om te vermijden dat er Slots worden gepland die de planning van Slots van de Bevrachter of Andere Bevrachters zouden hinderen.
Als in enige Maand van een Contractjaar, het totaal van het aantal Slots van de Bevrachters en Andere Bevrachters minder is dan het naar beneden afgeronde AMS, zullen de Bevrachter en de Andere Bevrachters hun Slots in elke RBS voor M+1, M+2 en M+3 zo inplannen dat de Terminal Operator de niet-onderschreven Slots tot de naar beneden afgeronde AMS kan plannen. In dergelijk geval, treedt de Terminal Operator op als Andere Bevrachter bij de opstelling van de RBS voor dergelijke niet-onderschreven Slots. Het spreekt voor zich dat de Terminal Operator de laagste prioriteit heeft voor de planning van dergelijke niet- onderschreven Slots in de Maanden M+1, M+2 en M+3 in de RBS overeenkomstig de procedure uiteengezet in dit deel of in de Standaard Toewijzingsprocedure onder AC 3.1.1.2. Krachtens AC 3.1.1.3, laat de Terminal Operator herplanning toe met behoud van zijn recht op dergelijke niet-onderschreven Slots.
Tien (10) Dagen vóór elk van dergelijke niet-onderschreven Geplande Slots, biedt de Terminal Operator aan de Bevrachter en Andere Bevrachters in totaal vijftig
(50) procent van de Basis Opslag en honderd (100) procent van de Basis Uitzending gratis aan die bij dergelijk niet-onderschreven Gepland Slot horen op een onderbreekbare basis. Indien Bevrachters en Andere Bevrachters in totaal meer dan vijftig (50) procent van de Basis Opslag en honderd (100) procent van de Basis Uitzending aanvragen die bij dergelijk niet-onderschreven Gepland Slot hoort, wijst de Terminal Operator dergelijke Basis Opslag en Basis Uitzending die bij dergelijk niet-onderschreven Gepland Slot horen pro rata van de door de Bevrachter en Andere Bevrachters aangevraagde hoeveelheid toe.
De Terminal Operator mag na dergelijke datum en vóór de datum van het niet- onderschreven Gepland Slot, het niet-onderschreven Gepland Slot verkopen. In dergelijk geval, mag de Terminal Operator de in de vorige paragraaf bedoelde dienst voor zover vereist onderbreken om te voorkomen dat de volgende LNG Schepen van de Bevrachter of Andere Bevrachters vertraging oplopen. Als op het moment van dergelijke onderbreking, en in de mate van dergelijke onderbreking, de Gas op Voorraad van de Bevrachter of Andere Bevrachters de Opslagcapaciteit
van de Bevrachter of Andere Bevrachters overschrijdt, mag de Terminal Operator overeenkomstig AC 3.1.5.4.1 en AC 3.1.5.4.2 actie ondernemen in de mate dat dergelijke overschrijding leidt tot een vertraging bij andere LNG Schepen van de Bevrachter of Andere Bevrachters, voor dewelke de onderbroken Bevrachter of Andere Bevrachter aansprakelijk wordt gesteld voor de demurrage veroorzaakt aan LNG Schepen van dergelijke Bevrachter of Andere Bevrachters. De Terminal Operator onderneemt echter alleen actie krachtens AC 3.1.5.4.1 in het geval van toepassing van de vorige zin.
De Terminal Operator zal niet onredelijkerwijs zijn goedkeuring van de RBS dat door de Bevrachter en de Andere Bevrachters wordt voorgesteld weigeren, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, in dat geval worden de Slots die zo werden gepland voor de Maanden M+1 en M+2, de Geplande Slots van de Bevrachter en van Andere Bevrachters:
1) Voor elk van de Maanden M+1, M+2 en M+3 is het cumulatieve aantal Slots die de Bevrachter en de Andere Bevrachters plannen, consistent met de AMS voor dergelijke Maand zoals bepaald overeenkomstig AC 3.1.1.1.3 met inbegrip van, teneinde verwarring te vermijden, het naar boven of beneden afronden en het aanvullende Slot, indien van toepassing, tijdens de Maanden maart tot oktober;
2) De Bevrachter, en elk van de Andere Bevrachters onder hun respectievelijke Capacity Subscription Agreement, die recht hebben voor iedere Maand op een aantal Geplande Slots, voor elk van hen worden berekend zoals hieronder uiteengezet, behalve voor het recht op een aanvullend Slot krachtens AC 3.1.1.1.3, indien van toepassing:
SSscy/(Ty – Ycy) * (Dm – Xm) + OEsm-1 afgerond tot twee decimalen. Waarbij:
SSscy is gelijk aan het aantal Onderschreven Slots van de Bevrachter voor het Contractjaar;
Ty is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in het Contractjaar;
Ycy is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in het relevante Contractjaar waarin de LNG Terminal en Segment 1 volgens de planning niet beschikbaar zijn door Gepland Onderhoud;
Dm is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in de relevante Maand;
Xm is gelijk aan het aantal Hoog Getijden in de relevante Maand waarin de LNG Terminal en Segment 1 niet beschikbaar zullen zijn door Gepland Onderhoud; en
OEsm-1 is gelijk aan het uitstaande recht voor de Bevrachter op het einde van de vorige Maand, op voorwaarde dat het uitstaande recht voor de eerste
Maand van ieder Contractjaar nul (0) is. Voor het vermijden van twijfel, het uitstaande recht kan een negatief of een positief getal zijn.
OEsm-1 is gelijk aan OEsm-2 + (SSscy/(Ty – Ycy) * (Dm-1 – Xm-1))-(Gepland(e) Slot(s) van Maand M-1 voor de betrokken Bevrachter).
De Bevrachter programmeert een aantal Slots in elke Maand (die een geheel getal is) zodat het uitstaande recht voor eender welke Maand niet groter is dan of gelijk is aan één (1) overlift en niet groter dan of gelijk is aan één (1) underlift, i.e. (1 > OEsm > -1);
3) Het Geplande Slots vallen niet samen met de Geplande Onderhoud periodes;
4) Geplande Slots zijn in de mate van het haalbare gelijk en eerlijk gespreid over de Maanden en binnen iedere Maand; en
5) Voor elk van de Maanden M+1 en M+2, is het eerste Hoog Getijde van elk Gepland Slot niet minder dan vijf (5) Hoog Getijden na het eerste Hoog Getijde van het vorige Gepland Slot.
De Terminal Operator, de Bevrachter en de Andere Bevrachters leveren alle redelijke inspanningen om planningsconflicten op te lossen die bij het vastleggen van de RBS zouden kunnen ontstaan.
Indien de voorgestelde RBS tegen de 19de dag van Maand M niet beantwoordt aan de eisen die hierboven vermeld zijn in AC 3.1.1.1.6, en indien de Terminal Operator dergelijk voorgestelde RBS niet goedkeurt tegen de 20ste Dag van Maand M, past de Terminal Operator de Standaard Toewijzingsprocedure toe zoals uiteengezet in AC 3.1.1.2 om de planning te bepalen van de Slots voor de Maanden M+2 en/of het aantal Slots waarop iedere Bevrachter tijdens Maand M+3 recht heeft. De planning voor Maand M+1 blijft zoals opgesteld in de RBS van de vorige maand, en daarna als een Maand M+2, rekening houdend met elke overeengekomen wijzigingen aan dergelijk RBS onderworpen aan AC 3.1.1.3.
3.1.1.1.7 Ramp up
Indien het aantal Onderschreven Slots van de Bevrachter of Andere Bevrachter door contractuele overeenkomsten, indienststelling van de uitbreiding of een andere reden van de ene Maand op de andere verandert, wordt de AMS volgens formule (1) van AC 3.1.1.1.3 en de maandelijkse Slotrechten volgens formule (2) van AC 3.1.1.1.3 voor de Bevrachter of Andere Bevrachter bepaald door het betrokken aantal Onderschreven Slots van de Bevrachter en Andere Bevrachters te annualiseren.
3.1.1.2 Standaard Toewijzingsprocedures
3.1.1.2.1 Indien de voorgestelde RBS tegen de 19de Xxx xxx Xxxxx M niet aan de vereisten beantwoordt die vermeld zijn in AC 3.1.1.1.6 en indien de Terminal Operator dergelijk voorgestelde RBS niet goedkeurt tegen de 20ste Dag van Maand M, is deze AC 3.1.1.2 van toepassing. De Standaard Toewijzingsprocedure geldt niet voor Maand M+1 van de voorgestelde RBS.
3.1.1.2.2 Indien de Bevrachter en de Andere Bevrachters het niet eens worden over het aantal Slots waarop ze in Maand M+3 recht hebben, wordt de volgende procedure toegepast:
a) Iedere Xxxxxxxxxx geeft het aantal Slots op dat hij aanvraagt voor planning tijdens Maand M+3, maar binnen de limieten van AC 3.1.1.1.6 (2).
b) Als het totale aantal Slots dat door de Bevrachter en de Andere Bevrachters dat onder (a) wordt aangeduid de AMS overschrijdt, met inbegrip van zijn afronding naar boven plus het aanvullende Slot, indien van toepassing, voor deze Maand, vermindert de Terminal Operator het aantal Slots van ofwel de Bevrachter en/of Andere Bevrachters met het laagste uitstaande recht op het einde van Maand M+3 zoals berekend onder AC 3.1.1.1.6 (2) totdat het aantal te plannen Slots gelijk is aan de AMS, met inbegrip van zijn afronding naar boven plus het aanvullende Slot, indien van toepassing, voor deze Maand. Telkens wanneer een Bevrachter of Andere Bevrachter hun aantal Slots verminderen, wordt hun uitstaand recht dienovereenkomstig verhoogd.
c) Als het totale aantal Slots dat door de Bevrachter en de Andere Bevrachters onder (a) wordt aangeduid, minder is dan de AMS, met inbegrip van zijn afronding naar boven plus het aanvullende Slot, indien van toepassing, voor deze Maand, verhoogt de Terminal Operator het aantal Slots van de Bevrachter en/of Andere Bevrachters met het hoogste uitstaande recht op het einde van Maand M+3 zoals berekend onder AC 3.1.1.1.6 (2) totdat het aantal te plannen Slots gelijk is aan de AMS, met inbegrip van zijn afronding naar boven plus het aanvullende Slot, indien van toepassing, voor deze Maand. Telkens wanneer een Bevrachter of Andere Bevrachters hun aantal Slots stijgen, wordt hun uitstaand recht dienovereenkomstig verlaagd.
d) Xx Xxxxxxxxxx en/of Andere Bevrachter die een Slot in Maand M+3 van het vorige RBS aanvroeg maar niet toegewezen kreeg, en indien in dergelijke Maand M+3 de Standaard Toewijzingsprocedure werd toegepast, zal in Maand M+3 van het huidige RBS hoger geklasseerd worden dan de Bevrachter en/of iedere Andere Bevrachter voor de toewijzing van een Standaard Beschikbaar Slot, op voorwaarde dat deze Bevrachter of Andere Bevrachter een uitstaand recht van Onderschreven Slots heeft dat groter is of gelijk is aan nul komma vijf (0,5) op het einde van Maand M+3 van de vorige RBS.
3.1.1.2.3 Indien de Bevrachter en de Andere Bevrachters het niet eens worden over de data om de Slots in te plannen voor Maand M+2 conform voorwaarden (3) en/of (5) van AC 3.1.1.1.6, wordt de volgende procedure toegepast:
a) De Terminal Operator stelt de data voor het Hoog Getijde van ieder Slot voor dat beschikbaar is om te worden gepland door de Bevrachter en de Andere Bevrachters onder de Standaard Toewijzingsprocedures (de Standaard Beschikbare Slots) voor de betrokken Maand M+2, waarbij het Hoog Getijde van het Standaard Beschikbare Slot niet minder is dan vijf (5) Hoog Getijden na het eerste Hoog Getijde van het vorige Gepland Slot, rekening houdend met ieder Getijde waarin Gepland Onderhoud in de LNG Terminal en Segment 1 is gepland. Het aantal Slots dat door de Bevrachter en de Andere Bevrachters moet worden gepland is gebaseerd op het aantal Slots gepland door de respectievelijke Bevrachter en Andere Bevrachters in de vorige RBS voor de Maand M+3, ongeacht het aantal data voor Slots voorgesteld door de Terminal Operator.
b) De Terminal Operator stelt een systeem van rangschikking op voor de Bevrachter en de Andere Bevrachters voor de Maand van het Contractjaar waarvoor er geen RBS werd ontvangen dat conform is met AC 3.1.1.1.6. Het systeem van rangschikking wordt bepaald volgens de formule hieronder en laat de Bevrachter en elk van de Andere Bevrachters toe om een datum van een Standaard Beschikbaar Slot te selecteren geadviseerd in (a) hierboven in overeenstemming met zijn rangschikking voor die Maand. De rangschikking voor de Bevrachter en elk van de Andere Bevrachters voor iedere Maand wordt als volgt bepaald:
Rsm = (SSscy/( Ty – Ycy)) * (Dm – Xm) + OEsm-1
Waarbij:
Rsm de rangschikking voor de Bevrachter of Andere Bevrachter voor een Maand is, berekend tot op twee decimalen; en
OE sm-1, SSscy , Ty, Ycy, Dm en Xm zijn zoals hierboven in AC 3.1.1.1.6 gedefinieerd.
c) De Bevrachter of Andere Bevrachter, naargelang het geval, met de hoogste rangschikking heeft het recht om een Standaard Beschikbaar Slot in die Maand te selecteren vóór de Bevrachter of de Andere Bevrachters. Zodra een Bevrachter of Andere Bevrachter een Standaard Beschikbaar Slot heeft geselecteerd, wordt de rangschikking van die Bevrachter of Andere Bevrachter voor die Maand met één verlaagd.
d) De Bevrachter plant zijn Standaard Toegewezen Slots in de mate van het mogelijke zo dat ze afgestemd zijn op de gebruiksvereisten op het vlak van ronde trips van het LNG Schip, zoals gedocumenteerd en hij plant geen Slots in met louter de bedoeling om de planning van Andere Bevrachters te hinderen. De Bevrachter en Andere Bevrachters werken te goeder trouw
samen om te vermijden dat er Slots worden gepland die de planning van Slots van de Bevrachter of Andere Bevrachters zouden hinderen.
e) Onder voorbehoud van AC 3.1.1.2.3 (f), als twee of meer Bevrachters of Andere Bevrachters dezelfde rangschikking hebben, krijgt de Bevrachter of Andere Bevrachter aan wie het minst recent een Standaard Beschikbaar Slot werd toegewezen, de hoogste rangschikking. Als de Bevrachter of Andere Bevrachter met de hoogste rangschikking niet kan worden bepaald aan de hand van deze regels, dan wordt de rangschikking bepaald door een willekeurige selectie van de Terminal Operator uit de toepasselijke Bevrachter en/of Andere Bevrachters.
f) De Standaard Toewijzingsprocedure wordt herhaald tot alle aangevraagde Slots voor die Maand zijn toegewezen en gepland door de Bevrachter en/of Andere Bevrachters. Vervolgens wordt het eventuele aanvullende Slot gepland en tot slot de Slots die door de Terminal Operator moeten worden gepland overeenkomstig AC 3.1.1.1.6.
3.1.1.3 Herprogrammeren van Geplande Slots
De Bevrachter mag een herplanning vragen van elk van de Geplande Slots van de Bevrachter. Elke dergelijke aanvraag wordt schriftelijk aan de Terminal Operator gericht en wordt zo snel mogelijk gedaan maar niet later dan vier (4) Dagen vóór de datum van het Geplande Slot.
De Terminal Operator herplant het Geplande Slot zoals gevraagd, onderworpen aan de redelijke voorwaarden of beperkingen die de Terminal Operator kan vastleggen en schriftelijk documenteren aan de Bevrachter, en indien dergelijke voorwaarden of beperkingen (die een vergoeding kunnen omvatten voor extra gedocumenteerde kosten die de Terminal Operator heeft gemaakt) schriftelijk door de Bevrachter worden aanvaard, en indien zulke wijzigingen geen enkele impact hebben op eender welke losoperaties die door een Andere Bevrachter of Andere Gebruiker zijn gepland. De Terminal Operator brengt de Bevrachter en alle Andere Bevrachters en/of Andere Gebruikers schriftelijk op de hoogte van een dergelijke wijziging in de RBS volgens dit deel. Indien de Terminal Operator niet in staat is om een Gepland Slot opnieuw te plannen, brengt de Terminal Operator de Bevrachter op de hoogte en geeft de reden waarom de aanvraag niet kon worden aanvaard.
Onderworpen aan de goedkeuring van de Terminal Operator, dergelijke goedkeuring mag niet onredelijk worden geweigerd, belet niets de Bevrachter en elke Andere Bevrachter om hun Geplande Slots te ruilen of eender welke andere onderling aanvaardbare acties te ondernemen tussen hen indien dergelijke overeenkomst geen impact heeft op eender welke van de geplande diensten door elke Bevrachter, Andere Bevrachters of Andere Gebruikers die niet betrokken zijn in dergelijke actie. In dergelijk geval brengen de Bevrachter en Andere Bevrachter(s) die in dergelijke overeenkomst betrokken zijn, de Terminal Operator zo snel mogelijk op de hoogte van dergelijke overeenkomst, maar niet later dan vier (4) Dagen vóór de datum van het vroegst betrokken Geplande Slot.
De Terminal Operator brengt de Bevrachter en alle Andere Bevrachters op de hoogte van de bijhorende wijzigingen in de RBS.
De Bevrachter, de Andere Bevrachters en de Terminal Operator doen alles wat redelijkerwijs mogelijk is om een aanvraag uit te voeren om een Gepland Slot te herplannen die ze hebben ontvangen van een Andere Bevrachter, die onderworpen kan zijn aan de ontvangst van betaling van de aanvragende Andere Bevrachter om de snelheid van het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachter aan te passen op basis van de kosten die door de Bevrachter of Andere Bevrachters worden voorzien krachtens AC 3.1.1.1.4(d).
3.1.1.4 Nadat de RBS voor de Maand M werd vastgelegd, doet de Terminal Operator het volgende voor de Maanden M+1 en M+2:
a) publiceren van de Onderschreven Slots van de Bevrachter en/of Andere Bevrachters die niet gepland zijn of van de niet-onderschreven Slots die de Terminal Operator krachtens AC 3.1.1.1.6 heeft gepland; en
b) onder de omstandigheden van de Niet-Uitgebreide Terminalcapaciteit of de Uitgebreide Terminalcapaciteit Fase 1, bepalen van elke andere groepering van vijf (5) of meer Hoog Getijden wanneer er geen Gepland Slot van de Bevrachter en/of Andere Bevrachters is onder de RBS.
Slots waarnaar onder (a) hierboven wordt verwezen, kunnen door de Terminal Operator worden aangeboden om te worden toegewezen volgens prioriteiten (1),
(2) en (3) hierna.
Groeperingen van Hoog Getijden waarnaar onder (b) hierboven wordt verwezen, kunnen door de Terminal Operator worden aangeboden om te worden toegewezen volgens prioriteiten (1), (2) en (3) hierna, na goedkeuring van de Bevrachter en de Andere Bevrachters, dergelijke goedkeuring mag niet onredelijkerwijs worden geweigerd. In het kader van dit deel van Hoofdstuk 3.1, wordt het als redelijk beschouwd om een goedkeuring te weigeren wegens het risico op vertragingen op basis van statistische weergegevens.
Zonder afbreuk te doen aan AC 3.1.10.1 en verwijzend naar de paragraaf hierboven kan de Terminal Operator Slots of groeperingen aanbieden waarnaar wordt verwezen onder (a) of (b):
(1) in de eerste plaats, aan de Bevrachter of Andere Bevrachter die de Terminal Operator heeft gemeld dat hij het Onderschreven Slot van de Bevrachter of Andere Bevrachters tijdens het contractjaar (J+1) niet heeft gebruikt of misschien niet zal kunnen gebruiken wegens onderhoud van de productie installaties van de Bevrachter of Andere Bevrachters en/of het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters of door verantwoorde en gedocumenteerde logistieke beperkingen van scheepvaart aard. Indien de Bevrachter en/of Andere Bevrachter dergelijke Slots of groeperingen krijgen toegewezen waarnaar onder (a) of (b) hierboven wordt verwezen, verlaagt de Bevrachter en/of Andere Bevrachters, als het Onderschreven Slot waarnaar wordt verwezen dat niet kan worden gebruikt in de toekomstige
Maanden van het Contractjaar ligt, zijn Slotrecht met een evenwaardig aantal in de volgende Maanden in hetzelfde Contractjaar, zodat de toepasselijke Bevrachter en/of Andere Bevrachters hun jaarlijkse aantal Onderschreven Slots niet overschrijden.
(2) in de tweede plaats, als Make-Up Slot aan de Bevrachter of een van de Andere Bevrachters met een Make-Up Capaciteit.
(3) in de derde plaats, aan iedere derde partij die wenst dat dergelijk Slot, of groeperingen waarnaar onder (a) of (b) hierboven wordt verwezen, aan hem wordt toegewezen, dewelke om twijfel uit te sluiten een Bevrachter of iedere Andere Bevrachter kan zijn. Het spreekt voor zich dat het voor de Bevrachter en/of Andere Bevrachter niet onredelijk is om hun goedkeuring, zoals vermeld onder dit AC 3.1.1.4, afhankelijk te maken van het verkrijgen van voldoende waarborg van dergelijke derde partij voor de risico’s verbonden aan de Leendienst aangeboden krachtens AC 3.1.7.5.2.
De Bevrachter of iedere Andere Bevrachter kan zijn goedkeuring om dergelijke Slots waarnaar onder (b) wordt verwezen te gebruiken, op ieder moment intrekken voorafgaand aan de kennisgeving van de Terminal Operator aan de Bevrachter en Andere Bevrachters van het aangaan van zijn verbintenis om dergelijk Slot te verkopen.
In het kader van AC 3.1.1.3 en 3.1.1.5, worden Slots of groeperingen waarnaar onder (a) of (b) wordt verwezen, onmiddellijk na de toewijzing als Geplande Slots beschouwd.
3.1.1.5 Bij de planning van Slots overeenkomstig de RBS en zonder afbreuk aan de toepassing van de Schip Goedkeuringsprocedure in Hoofdstuk 3.2, bezorgt de Bevrachter de volgende informatie aan de Terminal Operator, waarbij voor ieder Gepland Slot van Maand M+1 en M+2 de volgende gegevens worden vermeld:
a) de naam van het LNG Schip;
b) de grootte van het LNG Schip;
c) de datum en het tijdstip van het Hoog Getijde;
d) de geschatte kwaliteit en hoeveelheid te lossen LNG aan het Leveringspunt of, naargelang het geval, de geschatte hoeveelheid te leveren LNG aan het Herleveringspunt voor Laden; en
e) de ETA van het LNG Schip.
3.1.1.6 Aanvullende Aanmeerrechten
Bij het plannen van Slots krachtens de RBS voor Maand M+2, stelt de Terminal Operator een aantal Aanvullende Aanmeerrechten voor de RBS beschikbaar. De Terminal Operator stelt de data voor voor het Getijde van ieder Aanvullend Aanmeerrecht dat voor de toepasselijke Maand M+2 moet worden gepland.
De Terminal Operator en de Bevrachter en Andere Bevrachters bespreken te goeder trouw en met de bedoeling om een overeenkomst te bereiken, vóór de laatste Dag van Maand M, de planning van de Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten voor Maand M+2. Het spreekt hierbij voor zich dat het maximale aantal Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten die de Bevrachter voor planning in dergelijke Maand M+2 mag aanvragen, gelijk is aan het aantal Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten waarop de Bevrachter recht heeft in het Contractjaar, min het aantal Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten die de Bevrachter in dat Contractjaar al heeft gepland.
Indien de Bevrachter en Andere Bevrachters het niet eens raken over de programmering van de Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten, gebruikt de Terminal Operator een systeem van rangschikking dat gebaseerd is op het aantal Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten die de Bevrachter of Andere Bevrachters hebben gevraagd om in dergelijk Maand M+2 te plannen. De Bevrachter of Andere Bevrachter die het hoogste aantal Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten in dergelijke Maand M+2 heeft aangevraagd, krijgt de hoogste initiële rangschikking. De Bevrachter of Andere Bevrachter die het laagste aantal Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten in Maand M+2 heeft aangevraagd, krijgt de laagste initiële rangschikking, waarbij dergelijke initiële classificatie gelijk is aan het betrokken aantal Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten die werden aangevraagd voor planning in Maand M+2. De Bevrachter en Andere Bevrachters hebben het recht om beurtelings een Onderschreven Aanvullend Aanmeerrecht in die Maand M+2 te plannen in de volgorde van hun rangschikking, waarbij de Bevrachter of Andere Bevrachter met de hoogste rangschikking in elke beurt het recht hebben om vóór de Bevrachter of Andere Bevrachters te plannen. Zodra dergelijke Bevrachter of Andere Bevrachter dergelijke Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten heeft gepland, wordt de rangschikking van deze Bevrachter of Andere Bevrachter voor die Maand M+2 met één verlaagd met het oog op de volgende beurt. Indien twee of meer Bevrachters bij dezelfde beurt dezelfde rangschikking hebben, dan krijgt de Bevrachter of Andere Bevrachter met het hoogste aantal Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten waarvoor een contract werd afgesloten, min de Onderschreven Aanvullende Aanmeerrechten die al zijn gepland, bij dergelijke beurt een hogere rangschikking.
Indien een Aanvullend Aanmeerrecht voor Maand M+2 beschikbaar blijft, dan publiceert de Terminal Operator dit Aanvullend Aanmeerrecht en wijst het toe volgens het principe ‘First Committed, First Served’.
3.1.1.7 Onderschreven Afzonderlijke Aanmeerrechten
De Bevrachter zal de Terminal Operator zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis stellen indien de Bevrachter een LNG schip wil laden of lossen gekoppeld met een Onderschreven Afzonderlijke Aanmeerrecht, met vermelding van het LNG schip, de ETA en het Genomineerd Volume LNG (voor laad operaties) of de Genomineerde LNG Cargo (voor los operaties). De Terminal Operator dient binnen de vijf Dagen te bevestigen of het aangeduide LNG Schip al dan niet werd aanvaard om het aangegeven Genomineerd Volume LNG te laden of het aan de
aangegeven Genomineerde LNG Cargo te lossen op de aangeduide ETA. Indien de Bevrachter over onvoldoende Opslag Capaciteit voor LNG beschikt, dan bevestigt de Bevrachter dat het aanvaarden van het lossen van de Genomineerde LNG Cargo gebaseerd is op een voorspelling van de beschikbare opslag capaciteit en de beschikbare uitzendcapaciteit door de Terminal Operator volgend op de geplande losoperatie. In dit geval, kan dergelijke aanvaarding ingetrokken worden tot 24 uur voor de aangeduide ETA en kan het Afzonderlijk Aanmeerrecht uitgesteld of geannuleerd worden.
Hierbij dient te worden begrepen dat het maximale aantal Onderschreven Afzonderlijke Aanmeerrechten die een Bevrachter kan gebruiken om een LNG schip te laden of te lossen tijdens een Contractjaar, gelijk is aan het aantal Onderschreven Afzonderlijke Aanmeerrechten van de Bevrachter in het Contractjaar.
Voor de duidelijkheid, wordt de prioriteit van het aanmeren bepaald overeenkomstig de bepalingen van AC 3.1.4.3.
3.1.2 Planning van de Overslagaanmeerrechten die door de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters werden onderschreven
AC 3.1.2.1 tot 3.1.2.6 legt de procedure vast om de Onderschreven Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters te plannen door middel van het bepalen van de Beschikbare Maandelijkse Overslagaanmeerrechten ('AMTBR') alsook het opstellen van een jaarlijks Indicatief Overslagaanmeerplan ('ITBS') en een Rollend Overslagaanmeerplan (‘RTBS') voor drie maanden.
3.1.2.1 Beschikbare Maandelijkse Overslagaanmeerrechten ('AMTBR'), Indicatief Overslagaanmeerplan ('ITBS') en Rollend Overslagaanmeerplan ('RTBS')
Vóór 20 oktober van ieder Contractjaar, of in het geval van het eerste Contractjaar tegen 20 oktober van het Kalenderjaar dat het eerste Contractjaar voorafgaat, stellen de Terminal Operator, de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters de AMTBR en de ITBS op voor het eerste of het volgende Contractjaar, naargelang het geval, in overeenstemming met de hieronder beschreven bepalingen.
Het aantal Overslagaanmeerrechten dat beschikbaar is in iedere Maand van elk Contractjaar zoals bepaald in de AMTBR overeenkomstig AC 3.1.2.1.3 is bindend voor iedere Maand in het Contractjaar, maar het aantal Overslagaanmeerrechten dat de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters plannen in elk dergelijke Maand op basis van het AMTBR cijfer wordt bepaald bij het vastleggen van de RTBS in overeenstemming met AC 3.1.2.1.6.
De ITBS bepaalt indicatieve Overslagaanmeerrechten data voor de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters in de LNG Terminal voor
iedere Maand in het toepasselijke Contractjaar. In de RTBS worden bindende en vaste Geplande Overslagaanmeerrechten data voor de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachter vastgelegd.
Opstellen van de AMTBR
3.1.2.1.1 Tegen 1 september voorafgaand aan ieder Contractjaar, brengt de Terminal Operator de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters op de hoogte van het cumulatieve aantal Onderschreven Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters voor dat Contractjaar, samen met de data die indicatief gepland zijn voor het eventueel Gepland Onderhoud op de LNG Terminal en Segment 1, voor iedere Maand in dat Contractjaar. Het cumulatieve aantal Onderschreven Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters ligt niet boven het aantal beschikbare Overslagaanmeerrechten van de Uitgebreide Terminal Capaciteit Fase 2.
3.1.2.1.2 Zo snel als redelijkerwijs mogelijk na de kennisgeving van de Terminal Operator in overeenstemming met AC 3.1.2.1.1 hierboven, maar ten laatste tegen 15 september vóór elk Contractjaar, komen de Terminal Operator, de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters samen, wisselen ze informatie uit (met inbegrip van het voorlopige voorafgaande jaarlijkse aanmeerplan van respectievelijk de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters) en coördineren ze voor het volgende Contractjaar de periodes van Gepland Onderhoud op de LNG Terminal en Segment 1 teneinde de impact op de planning van Overslagaanmeerrechten op de LNG Terminal zoveel mogelijk te beperken.
3.1.2.1.3 Zo snel als redelijkerwijs mogelijk, maar uiterlijk tegen 30 september vóór elk Contractjaar, brengt de Terminal Operator de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters op de hoogte van de vaste Gepland Onderhoud data van de LNG Terminal, Segment 1 en de AMTBR voor iedere Maand in dat volgend Contractjaar.
Voor iedere Maand in het volgende Contractjaar maakt de Terminal Operator het maximale aantal Overslagaanmeerrechten beschikbaar, rekening houdend met het Gepland Onderhoud.
Zodra dat praktisch mogelijk is, maar uiterlijk tegen 1 oktober vóór elk Contractjaar bezorgt de Terminal Operator aan de Overslagbevrachter zijn recht op Overslagaanmeerrechten voor iedere Maand M in het volgende Contractjaar. De Overslagbevrachter heeft recht op een aantal Overslagaanmeerrechten, dat wordt bepaald volgens de formule (1) hieronder:
𝑇𝐵𝑅𝑖𝑚 ≤ 𝐴𝑀𝑇𝐵𝑅𝑚
12
∑ 𝑇𝐵𝑅𝑖𝑚 = 𝑇𝐵𝑅𝑖𝑦
𝑚=1
waarbij:
TBRim is gelijk aan het aantal rechten van de Overslagbevrachter op Overslagaanmeerrechten voor de relevante Maand;
TBRiy is gelijk aan het aantal Onderschreven Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter voor het relevante Contractjaar;
AMTBRm is gelijk aan het aantal groeperingen van 3 opeenvolgende Laag Getijden in de relevante Maand, met dien verstande dat zulke groepering kan worden gevormd door 1 of 2 Laag Getijden op het einde van de vorige Maand die geen deel uitmaken van een groepering in die vorige Maand; en
AMTBRm houdt rekening met het aantal Laag Getijden in de relevante Maand waarop de LNG Terminal en Segment 1 niet beschikbaar zullen zijn ten gevolge van Gepland Onderhoud.
Opstellen van de ITBS
3.1.2.1.4 Zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk na het vastleggen van de AMTBR in overeenstemming met AC 3.1.2.1.3 hierboven, maar uiterlijk tegen 10 oktober vóór elk Contractjaar, legt de Overslagbevrachter de volgende informatie aan de Terminal Operator voor:
a) een voorlopige jaarlijkse aanmeerplan in overeenstemming met het recht van de Overslagbevrachter in overeenstemming met formule (1) in AC 3.1.2.1.3 en zijn recht gelijk aan het aantal Onderschreven Overslagaanmeerrechten in het relevante Bevestigingsformulier Diensten;
b) de naam van de LNG Schepen die de Overslagbevrachter op dit moment tijdens het Contractjaar wil gebruiken;
c) de indicatieve ETA voor ieder LNG Schip in verband met (a) en (b); en
De Terminal Operator verzamelt deze informatie in een ITBS overeenkomstig AC
3.1.2.2.6 hieronder.
3.1.2.1.5 Zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is en vóór 20 oktober vóór het volgende Contractjaar bezorgt de Terminal Operator aan de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters de ITBS die moet overeenstemmen met de voorwaarde dat het aantal Overslagaanmeerrechten die door iedere Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters gepland is over het Contractjaar, minder moet zijn dan of gelijk aan de Onderschreven Overslagaanmeerrechten van respectievelijk de Overslagbevrachter als de Andere Overslagbevrachters voor het volgende Contractjaar.
Opstellen van de RTBS
3.1.2.1.6 Iedere Maand M (te beginnen drie Maanden vóór de Begindatum Dienst), bespreken de Terminal Operator, de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters te goeder trouw en met de bedoeling om een overeenkomst te bereiken, vóór de 19de dag van deze Maand M, de RTBS voor de Maanden M+1, M+2 en M+3. Wanneer een Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter niet aan deze besprekingen deelneemt of niet de geschikte informatie bezorgt om dergelijke besprekingen mogelijk te maken zonder deelname van deze Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter, zal de Terminal Operator als deze Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter optreden om de RTBS op te stellen. De Terminal Operator draagt in die hoedanigheid geen enkele aansprakelijkheid voor deze Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter.
Het RTBS proces bepaalt het aantal Geplande Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters en de datum en het tijdstip van ieder van dergelijke Overslagaanmeerrechten, op basis van een geselecteerd Laag Getijde, de Steiger die geacht wordt te worden gebruikt voor het aanmeren en de verwachte ETA van het LNG Schip van de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters te gebruiken bij ieder Geplande Overslagaanmeerrecht van deze Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters. De RTBS van iedere Maand omvat de volgende informatie:
a) De planning voor Maand M+3 van de RTBS, die bindend is voor de Partijen met betrekking tot de bepaling van het aantal Overslagaanmeerrechten die de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters in Maand M+3 moeten plannen. De datum van de Overslagaanmeerrechten aldus gepland voor Maand M+3 zijn indicatief;
b) De planning voor Maand M+2, die bindend is, onder voorbehoud van herplanning overeenkomstig AC 3.1.2.3, voor de Partijen met betrekking tot de vaste datum van elke van de Geplande Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters voor Maand M+2;
c) De planning voor Maand M+1, die bindend is, onder voorbehoud van herplanning overeenkomstig AC 3.1.2.3, voor de Partijen met betrekking tot de vaste datum van elke van de Geplande Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters voor Maand M+1 en die dezelfde zou moeten zijn als de planning voor Maand M+2 in de vorige RTBS, tenzij een herplanning werd uitgevoerd krachtens AC 3.1.2.3; en
d) De Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters melden de verwachte ETA en het overeenstemmende Laag Getijde voor ieder LNG Schip van de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters die gepland zijn om in de LNG Terminal aan te leggen voor de Maanden M1+1, M+2 en M+3.
De Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters werken te goeder trouw samen om te vermijden dat er Overslagaanmeerrechten worden gepland die de planning van Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachters zouden hinderen.
De Terminal Operator zal niet onredelijkerwijs zijn goedkeuring van de RTBS die door de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters wordt voorgesteld weigeren, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, in dat geval worden de Overslagaanmeerrechten die zo werden gepland voor de Maanden M+1 en M+2, de Geplande Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter en van Andere Overslagbevrachters:
1) Voor ieder van de Maanden M+1, M+2 en M+3 is het cumulatieve aantal Overslagaanmeerrechten die door de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters gepland is, minder dan of gelijk aan de beschikbare Overslagaanmeerrechten zoals die in de AMTBR werden vastgelegd voor zulke Maand, zoals dit in overeenstemming met AC 3.1.2.1.3 werd bepaald.
2) De Overslagbevrachter en ieder van de Andere Overslagbevrachters die in het kader van hun respectieve LTSA het recht hebben om een aantal Overslagaanmeerrechten te plannen dat, bij het begin van het Contractjaar, gelijk is aan het aantal Onderschreven Overslagaanmeerrechten zoals in het relevante Bevestigingsformulier Diensten en iedere Maand wordt verminderd met het aantal Geplande Overslagaanmeerrechten die in de vorige Maand werden gepland. De Overslagbevrachter zorgt ervoor dat het aantal rechten dat op het einde van ieder Contractjaar nog uitstaat, groter is dan of gelijk is aan nul (0).
3) Geplande Overslagaanmeerrechten vallen niet samen met de Geplande Onderhoud periodes;
4) Voor ieder van de Maanden M+1 en M+2 komt het Laag Getijde van ieder gepland Overslagaanmeerrecht niet minder dan drie (3) Laag Getijden na het vorige geplande Overslagaanmeerrecht; en
5) Overslagaanmeerrechten op die manier gepland dat opeenvolgende paren worden aangemaakt (ook over verschillende Maanden) per Overslag- bevrachter, respectievelijk Andere Overslagbevrachter.
De Terminal Operator, de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters leveren hun redelijke inspanningen om planningsconflicten op te lossen die bij het vastleggen van de RTBS zouden kunnen ontstaan.
Indien de voorgestelde RTBS tegen de 19de dag van Maand M niet beantwoordt aan de eisen die hierboven vermeld zijn in deze AC 3.1.2.1.6, en indien de Terminal Operator dergelijk voorgestelde RTBS niet goedkeurt tegen de 20ste Dag van Maand M, past de Terminal Operator de Standaard Toewijzingsprocedure voor Overslagaanmeerrechten toe zoals uiteengezet in AC 3.1.2.2 om de planning te bepalen van de Overslagaanmeerrechten voor de Maanden M+2 en/of het aantal Overslagaanmeerrechten waarop iedere Overslagbevrachter tijdens Maand M+3
recht heeft. De planning voor Maand M+1 zal blijven zoals opgesteld in de RTBS van de vorige maand, en daarna als een Maand M+2, rekening houdend met elke overeengekomen wijzigingen aan dergelijk RTBS onderworpen aan AC 3.1.2.3.
Iedere Maand M bezorgt de Overslagbevrachter aan de Terminal Operator samen met de RTBS een geüpdatet voorlopig aanmeerplan cfr. AC 3.1.2.1.4 voor de rest van het Contractjaar.
3.1.2.1.7 Ramp up voor Overslagbevrachters
Indien het aantal Onderschreven Overslagaanmeerrechten van een Overslagbevrachter of een Andere Overslagbevrachter wijzigt van de ene Maand naar de andere Maand omwille van contractuele bepalingen, indienststelling van een uitbreiding of een andere reden, wordt dergelijke wijziging in de AMTBR, de ITBS en de RTBS weerspiegeld.
3.1.2.2 Standaard Toewijzingsprocedure voor Overslagaanmeerrechten
3.1.2.2.1 Indien de voorgestelde RTBS tegen de 19de Xxx xxx Xxxxx M niet aan de vereisten beantwoordt die vermeld zijn in AC 3.1.2.1.6 en indien de Terminal Operator dergelijk voorgestelde RTBS niet goedkeurt tegen de 20ste Dag van Maand M, is deze AC 3.1.2.2 van toepassing. De Standaard Toewijzingsprocedure geldt niet voor Maand M+1 van de voorgestelde RTBS.
3.1.2.2.2 Indien de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters (i) ieder een aantal Overslagaanmeerrechten in Maand M+3 wensen te plannen, waardoor voor die Maand niet aan voorwaarde (1) van AC 3.1.2.1.6 is voldaan of (ii) het niet eens worden over de data om de Overslagaanmeerrechten te plannen voor Maand M+2 in overeenstemming met de voorwaarden (3), (4) en/of (5) van AC 3.1.2.1.6, wordt de volgende procedure toegepast:
De Terminal Operator past een rangschikkingsysteem toe, waarbij de initiële rangschikking gelijk is aan het relevante aantal Onderschreven Overslagaanmeerrechten die de Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachters hebben aangevraagd om te plannen in die Maand M+3, respectievelijk M+2, waarbij dit aantal overeenstemt met voorwaarde (2) van AC 3.1.2.1.6.
De Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters hebben het recht om beurtelings een Onderschreven Overslagaanmeerrecht te plannen in die Maand M+3, respectievelijk M+2 in de volgorde van hun rangschikking, waarbij de Overslagbevrachter of de Andere Overslagbevrachter met de hoogste rangschikking bij iedere beurt voorrang krijgt op de Overslagbevrachter of de Andere Overslagbevrachters en die planning wordt uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden (3), (4) en (5) van AC 3.1.2.1.6.
Zodra deze Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter een dergelijk Onderschreven Overslagaanmeerrecht heeft gepland, wordt de rangschikking van
deze Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter voor die Maand M+3, respectievelijk M+2 met het oog op de volgende beurt met één verlaagd.
Indien twee of meer Overslagbevrachters bij dezelfde beurt dezelfde rangschikking hebben, dan krijgt de Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter met het hoogste aantal Onderschreven Overslagaanmeerrechten waarvoor een contract werd afgesloten voor dat Contractjaar, min de Onderschreven Overslagaanmeerrechten die al zijn gepland, bij dergelijke beurt een hogere rangschikking.
3.1.2.3 Herschikking van geplande Overslagaanmeerrechten
De Overslagbevrachter mag van eender welk van zijn Geplande Overslagaanmeerrechten een herschikking aanvragen naar eender welk ander Laag Getijde, al dan niet voor het uitvoeren van Schip-tot-Schip Overslag of overlappende Geplande Overslagaanmeerrechten. Elke dergelijke aanvraag wordt schriftelijk aan de Terminal Operator gericht en wordt zo snel mogelijk ingediend, maar niet eerder dan Maand M+1 en niet later dan vier (4) Dagen vóór de datum van het Geplande Overslagaanmeerrecht.
De Terminal Operator kan zijn toestemming om het Geplande Overslagaanmeerrecht zoals aangevraagd te herschikken, alleen weigeren om operationele redenen en op voorwaarde dat deze herschikking geen materiële impact heeft op eender welke Andere Overslagbevrachter of eender welke Bevrachter.
De Terminal Operator brengt de Overslagbevrachter en alle Andere Overslagbevrachters en/of Andere Bevrachters schriftelijk op de hoogte van een dergelijke wijziging in de RTBS volgens dit deel. Indien de Terminal Operator niet in staat is om een Gepland Overslagaanmeerrecht opnieuw te plannen, brengt de Terminal Operator de Overslagbevrachter op de hoogte en geeft de reden waarom de aanvraag niet kon worden aanvaard.
Zonder afbreuk te doen aan het bovenstaande kan de Overslagbevrachter zijn Geplande Overslagaanmeerrechten herschikken om Schip-tot-Schip Overslag of overlappende Geplande Overslagaanmeerrechten te creëren, zodat de Geplande Overslagaanmeerrechten niet noodzakelijkerwijs worden gepland in overeenstemming met de voorwaarden (4) en (5) van AC 3.1.2.1.6. Aangezien bij zulke operaties beide Steigers beschikbaar moeten zijn, mag zulke herschikking geen impact hebben op de Geplande Slots en/of Geplande Aanmeerrechten van eender welke Bevrachter. De Overslagbevrachter wint daarom via het Electronic Data Platform de nodige informatie in over de beschikbaarheid van beide Steigers.
3.1.2.4 In overeenstemming met het volledig ononderbreekbare karakter van Schip-tot- Schip Overslag of overlappende Geplande Overslagaanmeerrechten kan de Terminal Operator de Overslagbevrachter verplichten om te herschikken, indien via de herschikking van een Gepland Slot of een Gepland Aanmeerrecht door eender welke Bevrachter, de Schip-tot-Schip Overslag of de overlappende Overslagaanmeerrechten onmogelijk zijn geworden. De Overslagbevrachter, de
Andere Overslagbevrachters en de Terminal Operator leveren alle redelijke inspanningen om een aanvraag voor zulke herschikking van een Gepland Overslagaanmeerrecht die ze van een Andere Overslagbevrachter hebben ontvangen, te implementeren.
3.1.2.5 Nadat de RTBS voor de Maand M werd vastgelegd, stelt de Terminal Operator voor de Maanden M+1 en M+2 de mogelijke groeperingen van drie (3) of meer Laag Getijden vast – onder de Uitgebreide Terminal Capaciteit Fase 2 – waar er geen Geplande Overslagaanmeerrechten zijn door de Overslagbevrachter of een Andere Overslagbevrachter in de RTBS.
Deze groeperingen van Laag Getijden kunnen door de Terminal Operator worden aangeboden met het doel om (een) Overslagaanmeerrecht(en) te creeëren, om te worden toegewezen volgens prioriteiten (1) en (2) hierna, na goedkeuring van de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachters, dergelijke goedkeuring mag niet onredelijkerwijs worden geweigerd. In het kader van dit deel van Hoofdstuk 3.1, wordt het als redelijk beschouwd om een goedkeuring te weigeren wegens het risico op vertragingen op basis van statistische weergegevens.
(1) In de eerste plaats, aan de Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter die de Terminal Operator heeft gemeld dat hij het Onderschreven Overslagaanmeerrecht tijdens het Contractjaar niet heeft gebruikt of misschien niet zal kunnen gebruiken wegens onderhoud van de productie installaties van de Overslagbevrachter respectievelijk Andere Overslagbevrachters en/of het LNG Schip van de Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachters of door verantwoorde en gedocumenteerde logistieke beperkingen van scheepvaart aard.
(2) In de tweede plaats, aan iedere derde partij die wenst dat dergelijke groepering aan hem wordt toegewezen, dewelke om twijfel uit te sluiten een Overslagbevrachter of iedere Andere Overslagbevrachter kan zijn.
Deze groepering(en) van Laag Getijden worden, onmiddellijk na de toewijzing, beschouwd als (een) Geplande Aanmeerrecht(en).
De Overslagbevrachter of iedere Andere Overslagbevrachter kan zijn goedkeuring om dergelijke groeperingen van Laag Getijden op ieder moment intrekken voorafgaand aan de kennisgeving van de Terminal Operator aan de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters van het aangaan van zijn verbintenis om dergelijk Overlsagaanmeerrecht te verkopen.
3.1.2.6 Bij de planning van Overslagaanmeerrechten overeenkomstig de RTBS en zonder afbreuk aan de toepassing van de Schip Goedkeuringsprocedure in AC 3.2, bezorgt de Overslagbevrachter de volgende informatie aan de Terminal Operator, waarbij voor ieder Gepland Overslagaanmeerrecht van Maand M+1 en M+2 de volgende gegevens worden vermeld:
a) de naam van het LNG Schip;
b) de grootte van het LNG Schip;
c) de datum en het tijdstip van het Laag Getijde;
d) de geschatte kwaliteit en hoeveelheid te lossen LNG aan het Leveringspunt voor Overslag of, naargelang het geval, de geschatte hoeveelheid te leveren LNG aan het Herleveringspunt voor Overslag; en
e) de ETA van het LNG Schip.
3.1.3 Havenvereisten
3.1.3.1 Haveninstallaties
3.1.3.1.1 Het LNG Schip mag de volgende indicatieve maximale afmetingen en andere relevante beperkende parameters waarnaar wordt verwezen in de LNG Schip Goedkeuringsprocedure krachtens AC 3.2 niet overschrijden en moet te allen tijde voldoen aan de algemene scheepvaartregels die van toepassing zijn in de Haven, met inbegrip van de specifieke scheepvaartregels voor LNG Schepen die van kracht zijn in de Haven zoals gepubliceerd in de versie van 16 oktober 2001, die op 1 februari 2002 van kracht werden en zoals die door de bevoegde autoriteiten van tijd tot tijd worden herzien en opgelegd:
Lengte: 350 m Breedte: 55m Diepgang: 13m
3.1.3.1.2 De LNG Terminal kan LNG Schepen ontvangen, laten aanmeren, lossen en laden en beschikt onder meer over:
a) Aanmeerplaatsen die beantwoorden aan de geldende SIGTTO- en OCIMF richtlijnen. Indien dergelijke richtlijnen achteraf worden gewijzigd, onderneemt de Terminal Operator als Redelijke en Voorzichtige Operator alle redelijke acties om deze aangepaste richtlijnen te implementeren;
b) Aanmeeruitrusting die compatibel is met ieder LNG Schip die werd goedgekeurd volgens de LNG Schip Goedkeuringsprocedure;
c) Verlichting voldoende om zowel overdag als ’s nachts op een veilige manier dokmanoeuvres uit te voeren, in de mate die door de Havenautoriteit is toegelaten;
d) Voorzieningen die toegang bieden tot de LNG Schepen (maar geen opslag voorzieningen) die geschikt zijn voor het laden en lossen en het leveren van provisie en gewone reserve onderdelen aan het LNG Schip vanaf de kade en een loopbrug tussen het schip en de kade voor het personeel;
e) Injectie van gasvormig stikstof aan de top van de losarmen om te purgeren;
f) Geschikte systemen voor fax-, telefoon-, e-mail- en radiocommunicatie met LNG Schepen;
g) Noodstopsysteem conform de bestaande SIGTTO aanbevelingen en richtlijnen voor een gekoppelde schip/kade noodstop;
h) specifiek voor de Oostelijke Steiger:
(i) aanmeerplaatsen voor LNG Schepen tot Q-Max schepen;
(ii) 16-inch los/laadarmen, leidingen en andere geschikte voorzieningen die toelaten om:
(x) LNG te lossen tegen een nominaal debiet van ongeveer 12.000 m³ LNG/uur (het 'Nominale Losdebiet’) met een maximaal debiet van 14.000 m³ LNG/uur;
(xi) het laden van LNG tegen het Laaddebiet voor Bevrachters of tegen het Snelle Laaddebiet of tegen het Schip-tot-Schip Transfertdebiet voor Overslagbevrachters;
(iii) een 16-inch damp retourleiding en bijbehorend systeem vanaf de kade naar het LNG Schip om een geschikte operationele druk in de tanks van het LNG Schip aan te houden tegen het Nominale Losdebiet of in de kadetanks tegen het Laaddebiet of Xxxxxx Xxxxxxxxxx;
(iv) kadekraan: om ladingen te laden/lossen volgens de haven voorschriften; en
(v) bunker- en andere installaties met inbegrip van:
(x) bunkeren met een binnenschip langs het LNG Schip in overeenstemming met de regels die van toepassing zijn op de LNG Terminal; en
(xi) toegang en installaties die de levering van gasolie door vrachtwagens of de recuperatie van afvalolie vanaf het LNG Schip naar vrachtwagens toelaten.
Voor alle duidelijkheid stelt de Bevrachter of Overslagbevrachter de hierboven vermelde grondstoffen ter beschikking van het LNG Schip.
i) Specifiek voor de Westelijke Steiger:
(i) aanmeerplaatsen voor LNG Schepen tot Q-Flex niveau;
(ii) 20-inch los/laadarmen, leidingen en andere geschikte installaties die toelaten om:
(x) LNG te lossen tegen een nominaal debiet van ongeveer 12.000 m³ LNG/uur (het 'Nominale Losdebiet’) met een maximaal debiet van 14.000 m³ LNG/uur; of
(xi) het laden van LNG tegen het Laaddebiet voor Bevrachters of tegen het Snelle Laaddebiet of tegen het Schip-tot-Schip Transfertdebiet voor Overslagbevrachters;
(iii) een 20-inch damp retourleiding en bijbehorend systeem vanaf de kade naar het LNG Schip om een geschikte operationele druk in de tanks van het LNG Schip aan te houden tegen het Nominale Losdebiet of in de kadetanks tegen het Laaddebiet of Xxxxxx Xxxxxxxxxx;
(iv) een 8-inch-laadarm met een 6-inch damp retourleiding piggy-back gemonteerd op de 8-inch-laadarm en bijbehorende installaties die het laden van LNG op kleine LNG Schepen tegen het Laaddebiet toelaten;
(v) kadekraan: om ladingen tot maximaal 1 ton te laden/lossen volgens de haven voorschriften;
(vi) Toegang en installaties die de levering van gasolie door vrachtwagens of de recuperatie van afvalolie vanaf het LNG Schip naar vrachtwagens toelaten; en
(vii) bunkeren met een binnenschip langs het LNG Schip in overeenstemming met de Operationele Regels voor Bunkeren die van toepassing zijn.
Voor alle duidelijkheid stelt de Bevrachter of Overslagbevrachter de hierboven vermelde grondstoffen ter beschikking van het LNG Schip.
De Terminal Operator treft alle redelijke maatregelen om het hoogst mogelijke debiet van het Laaddebiet binnen normale en veilige bedieningslimieten beschikbaar te stellen.
De Terminal Operator exploiteert de Terminal als een Redelijke en Voorzichtige Operator en behandelt de boil-off gassen op dergelijke manier, dat affakkelen wordt voorkomen en niet gebeurt, behalve in noodgevallen zoals bepaald in AC 3.11.
3.1.3.2 Verplichtingen van de Bevrachter of Overslagbevrachter in de Haven
3.1.3.2.1 De Bevrachter of Overslagbevrachter is verantwoordelijk, zonder kosten voor de Terminal Operator, voor het verkrijgen van alle gebruikelijke haven goedkeuringen, scheepvaart vergunningen en andere technische en operationele toelatingen die nodig zijn voor het gebruik van de Haven door zijn LNG Schip.
3.1.3.2.2 De Bevrachter of Overslagbevrachter toont aan of laat aantonen dat elk van zijn LNG Schepen voldoet aan alle relevante haven voorschriften in de Haven. Eventuele sleep-, loods-, begeleidings- of andere ondersteunende vaartuigen die nodig zijn voor het aanmeren van het LNG Schip worden op eigen risico en kosten van de Bevrachter of Overslagbevrachter ingezet.
3.1.4 Aankomst en vertrek van LNG Schepen
3.1.4.1 Kennisgeving van ETA
3.1.4.1.1 Onmiddellijk of zo snel als praktisch mogelijk is na het vertrek van zijn LNG Schip op weg naar de LNG Terminal, brengt de Bevrachter of Overslagbevrachter of laat de kapitein van het LNG Schip de Terminal Operator op de hoogte brengen van de datum en het tijdstip van het vertrek en de geschatte datum en tijdstip van aankomst van het LNG Schip in de LNG Terminal (de ‘ETA’). Deze mededeling bevat de volgende informatie:
a) de geschatte datum en het tijdstip dat het LNG Schip in het Loodsstation zal aankomen;
b) voor een LNG Schip,
(i) dat zal worden gelost:
(x) de Genomineerde LNG Cargo;
(xi) een attest dat de geladen kwaliteit (samenstelling cargo) en hoeveelheid bevestigt, zowel in energietermen als in m³ LNG;
(xii) In het geval van een los operatie gerelateerd aan LNG Leveringsdiensten, de aanvraag voor LNG Leveringsdiensten die door de Terminal Operator moet zijn ontvangen minstens 5 Dagen en niet meer dan 3 maanden vóór de verwachte aankomst van het LNG Schip van de Bevrachter;
(ii) die LNG Herleveringsdiensten of LNG Overslagdiensten zal ontvangen (behalve van een losoperatie):
(x) de aanvraag voor LNG Herleveringsdiensten of LNG Overslagdiensten die door de Terminal Operator moet zijn
ontvangen minstens 5 Dagen en niet meer dan 3 maanden vóór de verwachte aankomst van het LNG Schip van de Bevrachter;
(xi) als de cargo tanks van het LNG Schip onder Aardgas atmosfeer zijn:
1. het Genomineerde Volume LNG dat moet worden geladen;
2. een attest dat de samenstelling van de recentste geladen cargo bevestigt;
3. een kennisgeving die de geschatte hoeveelheid en kwaliteit van LNG aan boord, indien van toepassing, van het LNG Schip bevestigt, zowel in energietermen als in m³ LNG op het moment van die kennisgeving; en
4. de noodzaak voor Afkoeldiensten
(xii) als de cargo tanks van het LNG Schip onder inert gas atmosfeer zijn:
1. het Genomineerde Volume LNG dat moet worden geladen; en
2. een ‘Aardgas vrij attest’ dat de samenstelling van de inerte gassen in elk van de cargo tanks van het LNG Schip bevestigt;
c) elke operationele storingen in het LNG Schip die zijn haven- en aanmeerprestaties zouden kunnen beïnvloeden;
d) de vereiste bunkerhoeveelheden, bv. Bunker C (zware stookolie), drinkbaar water, vloeibare stikstof, dieselbrandstof;
e) een schatting van de tijd die nodig zal zijn om ladingen aan boord te nemen en afval op het platform van de steiger te plaatsen;
f) de afvalverwerking van het LNG Schip: hoeveelheid (gewicht, volume, verpakking) en juiste identificatie conform alle toepasselijke scheepvaart en haven voorschriften;
g) de lijst van verwachte bezoekers, leveranciers, aannemers (bijgewerkte lijst moet worden verzonden vierentwintig (24) uur vóór aankomst, bv. via de expediteur van de Bevrachter); en
h) de ISPS code veiligheidsniveaus.
3.1.4.1.2 Zo snel mogelijk na ontvangst van de kennisgeving onder AC 3.1.4.1.1, brengt de Terminal Operator het LNG Schip van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter of Andere Overslagbevrachter op de hoogte van de Steiger die voor het aanmeren kan worden gebruikt. De Terminal Operator levert alle redelijke inspanningen om het LNG Schip aan de in de RBS, respectievelijk RTBS, aangekondigde Steiger te accommoderen.
3.1.4.1.3 Na kennisgeving conform AC 3.1.4.1.1, brengt de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter of Andere Overslagbevrachter, of geeft hij opdracht aan de kapitein van het LNG Schip om de Terminal Operator op de volgende intervallen op de hoogte te brengen van de ETA van het LNG Schip:
a) Onmiddellijk in het geval van een wijziging van de ETA van meer dan zes (6) uur voor (b) en (c) hieronder en onmiddellijk bij een wijziging van de ETA van meer dan twee (2) uur voor (d), (e) en (f) hieronder;
b) iedere dag na de dag van vertrek van de laadhaven, waarbij dergelijke kennisgeving rond 12h00 's middags (Belgische tijd) moet worden gegeven;
c) achtenveertig (48) uur vóór de aankomst van het LNG Schip in de Haven;
d) vierentwintig (24) uur vóór de aankomst van het LNG Schip in de Haven;
e) zes (6) uur vóór de aankomst van het LNG Schip in de Haven; en
f) één (1) uur vóór de aankomst van het LNG Schip in de Haven.
3.1.4.1.4 De berichten waarnaar in AC 3.1.4.1.1, 3.1.4.1.2 en 3.1.4.1.3 wordt verwezen kunnen per fax, telex of andere onderling overeengekomen vorm van communicatie worden verstuurd.
3.1.4.2 Notificatie Klaar voor Opereren (‘NOR’)
Wanneer het LNG Schip bij het Loodsstation (PBS) aankomt en alle nodige haven klaringen heeft ontvangen en gereed is voor Overdracht naar de LNG Terminal, vraagt de Bevrachter of Overslagbevrachter aan de kapitein van het LNG Schip of zijn expediteur om een Notificatie Klaar voor Opereren te bezorgen aan de Terminal Operator om aan te geven dat het LNG Schip in elk opzicht klaar is voor Overdracht, aanmeren of niet aanmeren. De NOR:
(i) wordt schriftelijk bezorgd (met inbegrip van e-mail)
(ii) vermeldt de datum en het tijdstip waarop hij werd gegeven; en
(iii) is geadresseerd aan de persoon die door de Terminal Operator werd aangeduid, tijdig door de Terminal Operator aan de Bevrachter of Overslagbevrachter bezorgd,
en kan door de Bevrachter of Overslagbevrachter worden aangeboden en zal door de Terminal Operator worden aanvaard op iedere Dag van de week en op ieder uur van de Dag.
3.1.4.3 Aanmeervolgorde
3.1.4.3.1 Zodra de NOR krachtens AC 3.1.4.2 aan de Terminal Operator werd bezorgd, wordt de aanmeervolgorde bepaald volgens AC 3.1.4.3.2, AC 3.1.4.3.3 en AC 3.1.5 en brengt de Terminal Operator de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters op de hoogte van de procedure voor het aanmeren van LNG Schepen van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters en alle andere vaartuigen die de Steigers van de LNG Terminal gebruiken, teneinde overeenstemming te waarborgen met de algemene planning overeengekomen in de RBS en de RTBS. De Terminal Operator brengt de Bevrachter en Overslagbevrachter en de kapitein van het LNG Schip zo snel als redelijkerwijs mogelijk op de hoogte van de aanmeerprioriteit.
Het LNG Schip probeert, conform de haven voorschriften, ongeveer twee (2) uur vóór het Getijde, dat door de Terminal Operator wordt aangekondigd en dat door het LNG Schip wordt gebruikt om de Haven binnen te varen, aan te leggen.
3.1.4.3.2 De aanmeervolgorde voor LNG Schepen van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters wordt als volgt bepaald:
Voor de toepassing van dit deel wordt een NOR die meer dan zes (6) uur vóór zijn Geplande Slot, zijn Geplande Aanmeerrecht, zijn Geplande Aanvullende Aanmeerrecht of zijn Geplande Overslagaanmeerrecht werd gegeven, geacht te zijn gegeven zes (6) uur vóór dit Geplande Slot, Geplande Aanmeerrecht, Geplande Aanvullende Aanmeerrecht of Geplande Overslagaanmeerrecht.
a) De eerste aanmeerprioriteit wordt gegeven aan het LNG Schip van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters dat ofwel:
(i) een NOR heeft gegeven binnen de periode beginnend zes (6) uur vóór het betrokken Geplande Slot of Geplande Aanmeerrecht van de Bevrachter en Andere Bevrachters en ten laatste zes (6) uur vóór het relevante Venster van de Bevrachter en Andere Bevrachters;
(ii) een NOR heeft gegeven conform AC 3.1.4.3.3. Als de Bevrachter of Andere Bevrachter evenwel niet bereid is om de bedragen te betalen zoals voorzien in AC 3.1.4.3.3 voor demurrage, dan krijgt het betrokken LNG Schip van de Bevrachter en Andere Bevrachters de tweede aanmeerprioriteit; of
(iii) een NOR heeft gegeven zes (6) uur vóór het relevante Geplande Overslagaanmeerrecht van de Overslagbevrachter.
Als meer dan één LNG Schip van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter en Andere Overslagbevrachter dezelfde prioriteit hebben in overeenstemming met dit deel, wordt de volgorde van aanmeren bepaald door de volgorde van de data van de Geplande Slots en Geplande Aanmeerrechten van de respectieve Bevrachter of Andere bevrachters in de RBS, respectievelijk de Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters in de RTBS.
b) De tweede prioriteit, behoudens AC 3.1.5.2, wordt verleend aan een LNG Schip (schip A) van een Bevrachter, Andere Bevrachter, Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachters, die een NOR heeft gegeven later dan zes (6) uur vóór het einde van het Venster van de relevante Bevrachter of Andere Bevrachters, respectievelijk later dan zes (6) uur vóór het Laag Getijde van het Geplande Overslagaanmeerrecht. Dergelijk aanmeren van tweede prioriteit wordt zo lang als nodig uitgesteld om vertragingen te vermijden bij het daaropvolgend aanmeren van ieder ander LNG Schip van de Bevrachter of de Andere Bevrachters, respectievelijk Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter (schip B), wanneer van dergelijk schip B wordt verwacht dat het de eerste aanmeerprioriteit heeft, als schip B in overeenstemming met zijn ETA aankomt, zoals gemeld op het beslissingspunt voor dergelijke tweede aanmeerprioriteit voor schip A.
Indien meerdere LNG Schepen van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters dezelfde prioriteit hebben volgens deze tweede prioriteitsregel, dan wordt de volgorde door het tijdstip van de NOR bepaald.
c) Derde prioriteit wordt gegeven aan het LNG Schip van een Bevrachter of Andere Bevrachters dat zal worden gebruikt om LNG Herleveringsdiensten of LNG Leveringsdiensten te ontvangen met betrekking tot een Gepland Aanvullend Aanmeerrecht of een Gepland Afzonderlijk Aanmeerrecht.
Indien meerdere LNG Schepen dezelfde prioriteit hebben volgens deze derde prioriteitsregel, dan wordt de volgorde bepaald door het tijdstip van de NOR.
3.1.4.3.3 Push-back
Indien een LNG Schip (schip C) van een Bevrachter of Andere Bevrachters (bevrachters C) een NOR geeft later dan zes (6) uur vóór het laatste Hoog Getijde van het Venster van Bevrachter C, maar niet later dan zes (6) uur vóór het Hoog Getijde na het einde van het Venster van schip C, dan laat de Terminal Operator, onder voorbehoud van AC 3.1.5.2, het aanmeren van schip C bij het volgende Hoog Getijde toe nadat dergelijke NOR werd gegeven. De Bevrachter of Andere Bevrachter (bevrachter D) wiens LNG Schip (schip D) gepland is voor het volgende Slot, weigert een dergelijke aanmeervolgorde niet voor zover het aanmeren van schip D niet wordt vertraagd met meer dan één Hoog Getijde ten opzichte van het Hoog Getijde van het Onderschreven Slot. Bevrachter C verbindt zich tot het betalen van demurrage aan bevrachter D tegen het Demurrage Rate voor de werkelijk opgelopen vertraging van schip D in de mate dat dergelijke demurrage
werd veroorzaakt door de uitvoering van dit deel. De Terminal Operator bezorgt de nodige kennisgevingen aan de Bevrachter en alle Andere Bevrachters.
3.1.4.3.4 Het LNG Schip van de Bevrachter, de Overslagbevrachter, de Andere Bevrachter en de Andere Overslagbevrachter wordt beschouwd op tijd ('Op Tijd') te zijn voor respectievelijk een Gepland Slot, Gepland Aanvullend Aanmeerrecht, of een Gepland Afzonderlijk Aanmeerrecht van een Bevrachter of Andere Bevrachter of het Geplande Overslagaanrecht van een Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter of een Gepland Overslagaanmeerrecht van een Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachters, naargelang het geval, als het LNG Schip van de Bevrachter, de Overslagbevrachter, de Andere Bevrachter of de Andere Overslagbevrachter aan de PBS aangekomen is en een NOR heeft gegeven minstens zes (6) uur vóór respectievelijk het laatste Hoog Getijde van het relevante Venster van de Bevrachter of Andere Bevrachters, of Getijde van het Geplande Afzonderlijk Aanmeerrecht, of Laag Getijde van het relevante Geplande Overslagaanmeerrecht van de Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter.
3.1.4.3.5 De Terminal Operator houdt het aanmeren van het LNG Schip van een Bevrachter of een Overslagbevrachter op een ander Getijde dan het voorziene Hoog Getijde, respectievelijk Laag Getijde voor het Geplande Slot, het Geplande Aanmeerrecht, respectievelijk Geplande Overslagaanmeerrecht niet onredelijkerwijs tegen zolang er geen materiële impact is op de verlening van LNG Diensten aan een Andere Bevrachter of Andere Overslagbevrachter en op de operationele integriteit van de Terminal Operator.
3.1.4.4 LNG operaties
3.1.4.4.1 Wanneer het LNG Schip langs de Steiger is aangelegd en gereed is voor het lossen van de Genomineerde LNG Cargo, dan vraagt de Bevrachter of Overslagbevrachter aan de kapitein van het LNG Schip om een NORTU te geven. Wanneer het LNG Schip langs de Steiger is aangemeerd en gereed is om LNG Herleveringsdiensten te ontvangen of om te laden in het kader van een Overslagdienst, vraagt de Bevrachter of de Overslagbevrachter aan de kapitein van het LNG Schip om een NORTL te geven.
3.1.4.4.2 De Overdracht begint pas wanneer de Terminal Operator daarvoor zijn toestemming verleent, dergelijke toestemming mag niet op een onredelijke manier worden ingehouden.
3.1.4.4.3 Indien een NORTU of NORTL werd gegeven vóór het Geplande Slot, Geplande Aanmeerrecht, Geplande Overslagaanmeerrecht, Geplande Aanvullende Aanmeerrecht of Gepland Afzonderlijk Aanmeerrecht, naargelang het geval, dan mag de Terminal Operator, indien dat redelijk is, het begin van de Overdracht uitstellen indien dit nodig is om operationele redenen in de LNG Terminal tot het Geplande Slot, Geplande Aanmeerrecht, Geplande Overslagaanmeerrecht, Geplande Aanvullende Aanmeerrecht of Gepland Afzonderlijk Aanmeerrecht, naargelang het geval. De Terminal Operator zal alle redelijke maatregelen treffen om dergelijke vertraging te voorkomen of de duur ervan te beperken.
3.1.4.4.4 De Terminal Operator heeft het recht om een of meerdere vertegenwoordigers aan boord op het LNG Schip te brengen om samen met de kapitein van het LNG Schip
de Overdracht te coördineren. Deze vertegenwoordiger leeft alle veiligheidsvoorschriften na die aan boord van het LNG Schip worden gehanteerd, zoals die tijdens de nominatieprocedure van het LNG Schip aan de Terminal Operator werden meegedeeld en zal zich op geen enkele manier bemoeien met de operaties aan boord van het LNG Schip. De Bevrachter of Overslagbevrachter heeft het recht om één (1) vertegenwoordiger in de controlekamer van de Terminal Operator te hebben om daar samen met de Terminal Operator de Overdracht te coördineren. Deze vertegenwoordiger zal alle veiligheidsvoorschriften naleven die van kracht zijn op de LNG Terminal en die de Terminal Operator aan de Bevrachter of Overslagbevrachter heeft bezorgd vóór de Overdracht en interfereert op geen enkele manier met de activiteiten van de LNG Terminal.
3.1.4.4.5 De Overdracht wordt uitgevoerd conform de veiligheids-, Haven- en andere toepasselijke voorschriften, met inbegrip van de Procedure voor Veiligheid en Beveiliging van Schip/Kade van de Terminal Operator.
3.1.4.5 Aanlegperiode
3.1.4.5.1 De volgende Toegelaten Aanlegperiodes gelden in de Haven:
a) Voor het lossen van LNG Schepen gekoppeld aan een Aanmeerrecht: vierentwintig (24) uur, behalve voor het lossen van een volledig geladen Q- Flex LNG Schip, waarvoor de periode dertig (30) uur bedraagt, en voor het lossen van een volledig geladen Q-Max LNG Schip, waarvoor de periode vierendertig (34) uur bedraagt;
b) Voor de LNG Schepen die een los- of laadoperatie uitvoeren in het kader van een Overslagaanmeerrecht en voor een hoeveelheid van maximaal 180.000 Kubieke Meter LNG:
a. Voor de losoperatie: een periode van zesentwintig (26) uur;
b. Voor de laadoperatie: een periode van tweeëndertig (32) uur;
c) Voor de overdrachtoperatie in het kader van een Schip-tot-Schip Overslag, en voor een hoeveelheid van maximaal 180.000 Kubieke Meter LNG, wordt de Toegestane Aanlegperiode van het ene LNG Schip zesentwintig (26) uur en voor het andere LNG Schip tweeëndertig (32) uur (gedefinieerd als van het moment waar beide LNG Schepen aan de kade aangemeerd zijn (all fast));
d) Voor de ontvangst van LNG Herleveringsdiensten door een LNG Schip, zal de periode van de Toegelaten Aanlegperiode de kleinste waarde zijn van:
(i) Tien (10) uur plus het vereiste aantal uren voor Vergassingsdiensten, indien van toepassing, plus het vereiste aantal uren voor Afkoeldiensten, indien van toepassing, plus de tijd die wordt verkregen door het Genomineerde Volume LNG te delen door het dan toepasselijke Laaddebiet, indien van toepassing; en
(ii) De tijd die nodig is om de Herleveringsdiensten te voltooien, zoals die redelijkerwijs werd bepaald door de Terminal Operator en aan de Bevrachter werd gemeld vóór het begin van dergelijke activiteit, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen ten gevolge van de RBS.
e) Voor de ontvangst van LNG Leveringsdiensten van een LNG Schip, zal de periode van de Toegelaten Aanlegperiode de kleinste waarde zijn van:
(i) Tien (10) uur plus de tijd die wordt verkregen door het Genomineerde LNG Cargo te delen door het dan toepasselijke Losdebiet, indien van toepassing; en
(ii) De tijd die nodig is om de LNG Leveringsdiensten te voltooien, zoals die redelijkerwijs werd bepaald door de Terminal Operator en aan de Bevrachter werd gemeld vóór het begin van dergelijke activiteit, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen ten gevolge van de RBS.
De Toegelaten Aanlegperiode wordt met iedere periode van vertraging uitgebreid ten gevolge van:
(i) redenen die kunnen worden toegeschreven aan de Havenautoriteit, sleep-
, loods- of aanmeerdiensten in de Haven, naargelang het geval, indien de oorzaak van deze vertraging binnen de redelijke controle valt van de Terminal Operator of de Bevrachter, naargelang het geval;
(ii) elke periode tijdens dewelke de Overdracht wordt vertraagd of voorkomen ten gevolge van Overmacht;
(iii) Ongunstige Weersomstandigheden in de Haven.
De Effectieve Aanlegperiode voor de Overdracht begint op een van de volgende tijdstippen (telkens het vroegste tijdstip):
(i) het LNG Schip aan de kade aangemeerd is (all fast), behalve als het LNG Schip tijdens de Overdracht werd vertraagd overeenkomstig AC 3.1.4.4.3. In dat geval begint de Effectieve Aanlegperiode bij het begin van de Overdracht (dat voor alle duidelijkheid niet later is dan het Hoog Getijde van het Geplande Slot of het Geplande Aanmeerrecht, het Getijde van het Geplande Aanvullende Aanmeerrecht of respectievelijk het Laag Getijde van het Geplande Overslagaanmeerrecht); of
(ii) bijkomend voor het lossen van LNG Schepen, het volgende Getijde als het LNG Schip Op Tijd is aangekomen overeenkomstig AC 3.1.4.3.4, behalve als het LNG Schip vóór zijn Venster aankwam, dan begint de Effectieve Aanlegperiode bij het eerste Getijde van het Venster.
De Effectieve Aanlegperiode blijft lopen tot de los/laadarmen en de retourlijnen losgekoppeld zijn en het LNG Schip toestemming heeft gekregen om te vertrekken en in staat is om te vertrekken.
3.1.4.5.2 De Terminal Operator heeft het recht om aan de Bevrachter of Overslagbevrachter te vragen om het LNG Dok vrij te maken voordat de Toegelaten Aanlegperiode is verstreken:
a) onmiddellijk bij een Noodgeval; of
b) indien noodzakelijk voor operationele redenen in de LNG Terminal onmiddellijk na voltooiing van de Overdracht en, indien van toepassing, na voltooiing van elke bunkeroperaties, steeds in de veronderstelling dat het veilig is voor de kapitein van het LNG Schip om te vertrekken.
3.1.4.5.3 De kapitein van het LNG Schip heeft het recht om de aanlegplaats onmiddellijk te verlaten bij een Noodgeval op ieder moment van de Overdracht of de bunkeroperatie. De Terminal Operator zal hiervoor, op verzoek van de kapitein van het LNG Schip, alle nodige maatregelen treffen die binnen zijn controle vallen, om een veilig vertrek vanaf de aanlegplaats toe te laten.
3.1.4.5.4 De Terminal Operator werkt met de kapitein van het LNG Schip samen om een continue en efficiënte Overdracht te verzekeren. De Terminal Operator voorziet een veilige aanlegplaats, conform Hoofdstuk 3.7, zodat het LNG Schip prompt kan aanleggen in de LNG Terminal en exploiteert de LNG Terminal zo dat de Overdracht zo snel als redelijkerwijs mogelijk is, kan worden uitgevoerd.
De Bevrachter of Overslagbevrachter laat het LNG Schip zo veilig en zo vlot mogelijk aanleggen in samenwerking met de Terminal Operator. De Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator werken samen om de Overdracht te starten of te laten starten na de voltooiing van het aanleggen en om de Transfer te voltooien of te laten voltooien op een zo veilige en vlotte manier als redelijkerwijs mogelijk.
De Bevrachter of Overslagbevrachter laat het LNG Schip zo veilig en zo vlot als redelijkerwijs mogelijk vertrekken vanaf zijn aanlegplaats na de voltooiing van de Overdracht in samenwerking met de Terminal Operator.
3.1.4.5.5 Indien er een vertraging plaatsvindt of wordt verwacht bij de aanlegvolgorde van een LNG Schip in de Haven bij de voorbereiding van het aanleggen, het aanleggen, de Overdracht en het vertrek van de aanlegplaats, dan bespreken de Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator dit te goeder trouw en treffen ze alle redelijke maatregelen om dergelijke vertraging zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen en werken ze met elkaar samen om de nodige tegenmaatregelen te treffen (in overeenstemming met hun respectieve verplichtingen hieronder) om een vergelijkbare vertraging in de toekomst zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen.
3.1.5 Wachtrijen, vertragingen bij aankomst en operationele herplanning
3.1.5.1 Wachtrijen
Een wachtrij gebeurtenis vindt plaats als een of meer LNG Schepen van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters of Andere Overslagbevrachters een NOR hebben verstuurd en de toegang tot de LNG Terminal om welke reden niet mogelijk is en dergelijke situatie ertoe zou leiden dat een aantal van de LNG Schepen van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters of Andere Overslagbevrachters dienen te wachten tot toegang tot de LNG Terminal opnieuw mogelijk is.
Vanaf het begin van de wachtrij gebeurtenis (te bepalen en te melden aan de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters door de Terminal Operator) tot het einde van de wachtrij (te bepalen en te melden aan de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters door de Terminal Operator) wordt de aanlegvolgorde vastgelegd op de manier die voorzien is in AC 3.1.4.3, behalve indien een LNG Schip van een Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters of Andere Overslagbevrachters onder prioriteit 2 of prioriteit 3 valt en zijn aankomst na zijn Venster of Geplande Overslagaanmeerrecht geen impact heeft gehad op de wachtrij gebeurtenis, dan krijgt het LNG Schip van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters of Andere Overslagbevrachters prioriteit 1.
Indien de Terminal Operator zou vragen om de aankomst van het LNG Schip van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters of Andere Overslagbevrachters uit te stellen, wordt dergelijk Schip van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters of Andere Overslagbevrachters geacht zijn NOR te hebben aangeboden in overeenstemming met zijn ETA, zoals gemeld op het moment van dergelijke aanvraag. Dergelijk geachte tijdstip van bezorging van de NOR wordt gebruikt om de aanmeervolgorde in de wachtrij te bepalen.
Indien het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters Op Tijd was conform AC 3.1.4.3.4 en door de wachtrij vertraging oploopt om aan te leggen, dan hebben de Bevrachter of Andere Bevrachter dezelfde Basis Opslag- en Basis Uitzend rechten van de Bevrachter of Andere Bevrachters als wanneer dergelijke Bevrachter of Andere Bevrachter het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters binnen zijn Venster zou hebben gelost na de NOR. Dergelijke Basis Opslag- en Basis Uitzend rechten van de Bevrachter of Andere Bevrachters zijn geldig vanaf het Hoog Getijde waarop het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters werkelijk aanmeert. Dit proces blijft lopen tot ieder LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters in de wachtrij werd behandeld.
Als de Bevrachter of Andere Bevrachter Leendiensten van de Bevrachter of Andere Bevrachters ontvangen ten gevolge van een wachtrij, dan worden de Basis Opslagrechten van de Bevrachter of Andere Bevrachters verlaagd met de Leenhoeveelheid van de Bevrachter of Andere Bevrachters en de bijbehorende
Basis Uitzend rechten van de Bevrachter of Andere Bevrachters worden dienovereenkomstig aangepast.
De Bevrachter en de Andere Bevrachter treffen redelijke maatregelen om de Terminalnominaties van de Bevrachter en Andere Bevrachter aan te passen om de wachtrij periode in te korten (rekening houdend met redelijke veronderstellingen over onder meer de aankomst van LNG Schepen, opslagniveaus, uitzend beschikbaarheid en weersomstandigheden).
3.1.5.2 Vertragingen bij aankomst
3.1.5.2.1 Indien het LNG Schip van de Bevrachter, de Overslagbevrachter, de Andere Bevrachter of de Andere Overslagbevrachter niet op tijd aankomt of waarschijnlijk niet op tijd zal aankomen voor zijn Venster, respectievelijk het Laag Getijde van zijn Geplande Overslagaanmeerrecht of Getijde van zijn Gepland Afzonderlijk Aanmeerrecht, treft de Terminal Operator, indien gevraagd door de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter of Andere Overslagbevrachter, alle redelijke maatregelen om aan de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter of Andere Overslagbevrachter een mogelijkheid tot aanmeren voor de Overdracht aan te bieden, onderworpen aan de redelijke voorwaarden die de Terminal Operator aan de Bevrachter, de Overslagbevrachter, de Andere Bevrachter of de Andere Overslagbevrachter ter goedkeuring kan voorleggen, rekening houdend met zowel de timing en extra kosten voor de Bevrachter, de Overslagbevrachter, de Andere Bevrachter of de Andere Overslagbevrachter in kwestie. Indien deze opnieuw geplande aanmeermogelijkheid door de Bevrachter, de Overslagbevrachter, de Andere Bevrachter of de Andere Overslagbevrachter wordt aanvaard, wordt deze mogelijkheid in het kader van dit LNG Toegangsreglement verondersteld het Geplande Slot, het Geplande Aanmeerrecht, het Gepland Kleinschalig Aanmeerrecht , het Geplande Afzonderlijke Aanmeerrecht van de Bevrachter of de Andere Bevrachter of het Geplande Overslagaanmeerrecht van de Overslagbevrachter of de Andere Overslagbevrachter te zijn.
Indien de Terminal Operator aan de Bevrachter of Andere Bevrachter de mogelijkheid biedt om buiten het Venster van de Bevrachter of Andere Bevrachters aan te leggen in overeenstemming met wat hierboven werd uiteengezet, en als dergelijke mogelijkheid de wijziging vereist van de Basis Uitzendcapaciteit en Basis Opslag van de Bevrachter of Andere Bevrachters, dan brengt de Terminal Operator de Bevrachter of Andere Bevrachter op de hoogte van elke vereiste:
a) wijzigingen aan de Basis Uitzendcapaciteit en Basis Opslag van de Bevrachter of Andere Bevrachters die met dergelijke aanmeermogelijkheid verbonden zijn; en
b) elke aanvullende diensten met betrekking tot dergelijke wijzigingen die nodig zijn om dergelijke aanmeermogelijkheid te verkrijgen.
Indien de Bevrachter of Andere Bevrachter zich akkoord verklaart om dergelijke aanmeermogelijkheid te benutten, dan krijgt hij dergelijke aanvullende diensten en voert hij dergelijke wijzigingen uit zoals gemeld door de Terminal Operator en dan komt de Terminal Operator ook zijn verplichtingen overeenkomstig na.
3.1.5.2.2 Het wordt als redelijk beschouwd voor de Terminal Operator om aan de Bevrachter, de Overslagbevrachter, de Andere Bevrachter of de Andere Overslagbevrachter dergelijke aanmeermogelijkheid te weigeren als daardoor vertraging zou ontstaan voor de Bevrachter, de Overslagbevrachter, de Andere Bevrachters of Andere Overslagbevrachters, naargelang het geval, voor het aanmeren binnen de Geplande Slots of de Geplande Aanmeerrechten van de Bevrachter of Andere Bevrachters of de Geplande Overslagaanmeerrechten van de Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachters, als dat een impact zou hebben op andere LNG Diensten in verband met een Slot of een Aanmeerrecht dat eigendom is van de Bevrachter of iedere Andere Bevrachter of een Overslagaanmeerrecht dat eigendom is van de Overslagbevrachter of iedere Andere Overslagbevrachter, of als dat de veiligheid en/of operaties van de LNG Terminal in gevaar zou brengen. Hierbij wordt het voor de Terminal Operator als redelijk beschouwd om de LNG Schepen te vertragen voor het aanmeren op een Gepland Aanvullend Aanmeerrecht of Gepland Afzonderlijk Aanmeerrecht en om prioriteit te geven aan de LNG Schepen die het Aanmeerrecht van een Gepland Slot of het Overslagaanmeerrecht gebruiken. In dat geval stelt de Terminal Operator een alternatieve aanmeermogelijkheid voor dergelijk vertraagd LNG Schip voor.
3.1.5.2.3 De Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter of Andere Overslagbevrachter treft alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat het LNG Schip op het aangekondigde herpland Slot, Aanmeerrecht, Overslagaanmeerrecht of Aanvullende Aanmeerrecht aankomt. Indien dat niet gebeurt, betaalt de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter of Andere Overslagbevrachter aan de Terminal Operator het bedrag dat in het Gereguleerde Tarief is vastgelegd.
3.1.5.3 Verstoringen van de overslagvolgorde
3.1.5.3.1 Tijdens een wachtrij gebeurtenis worden geen Schip-tot-Schip Overslag of overlappende Geplande Overslagaanmeerrechten toegestaan.
3.1.5.3.2 Indien om die reden of omdat een Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter niet op tijd aankomt of niet op tijd wordt verwacht voor het Laag Getijde van zijn Geplande Overslagaanmeerrecht, de uitvoering van de aanmeervolgorde die in AC 3.1.4.3 wordt bepaald, de overslagvolgorde gepland door de Overslagbevrachter of Andere Overslagbevrachter, zoals bepaald in het RTBS, en zijn mogelijke herschikking zou verstoren, bespreken de Overslagbevrachter en iedere Andere Overslagbevrachter te goeder trouw onderling om afstand te doen van hun prioriteiten en de aanmeervolgorde door de Terminal Operator te laten aanpassen om de overslagvolgorde te herstellen.
3.1.5.3.3 Indien de uitvoering van de aanmeervolgorde die in AC 3.1.4.3. wordt bepaald, de geplande Schip-tot-Schip Overslag of overlappende Geplande Overslagaanmeerrechten zou verstoren, behoudt de Terminal Operator zich het recht voor om de aanmeervolgorde van de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachters te wijzigen en/of die Geplande Overslagaanmeerrechten te annuleren, zodat de Terminal Operator zijn verplichtingen ten opzichte van de Bevrachter en Andere Bevrachters kan nakomen.
3.1.5.3.4 Voor beide gevallen hierboven beschreven en na besprekingen te goeder trouw met de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachter(s) (voor zover ze daarbij betrokken zijn), legt de Terminal Operator een nieuwe en aangepaste aanmeervolgorde vast voor de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachter(s), waarin uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat de Terminal Operator niet aansprakelijk wordt gesteld voor vertragingen, kosten, gevolgen van verschillen in opslag die verband houden met of die worden veroorzaakt door deze wijziging van aanmeervolgorde.
3.1.5.3.5 Voor zowel 3.1.5.3.2 en 3.1.5.3.3. als voor AC. 3.1.2.4 heeft de Overslagbevrachter het recht om het aantal Geplande Overslagaanmeerrechten waarvan hij afstand moest doen of die hij niet kon herplannen in de loop van een bepaald Contractjaar, toe te voegen aan zijn uitstaande recht op Overslagaanmeerrechten tijdens dat Contractjaar. Voor alle duidelijkheid: de Terminal Operator kan niet aansprakelijk worden gesteld voor deze Geplande Overslagaanmeerrechten waarvan de Overslagbevrachter afstand moest doen. Deze worden ook niet als Dienst onbeschikbaarheid beschouwd.
3.1.5.4 Operationele herplanning
3.1.5.4.1 Indien ten gevolge van een gebeurtenis in de Haven of de LNG Terminal die niet aan de Bevrachter of Andere Bevrachters kan worden toegeschreven, drie (3) of meer opeenvolgende LNG Schepen van de Bevrachter of Andere Bevrachters de Haven verlaten met een vertraging van telkens meer dan achtenveertig (48) uur ten opzichte van de oorspronkelijk geschatte vertrektijd vanaf de LNG Terminal en de Haven op basis van de ETA van deze LNG Schepen voorafgaandelijk dergelijke gebeurtenis, dan bespreken de Terminal Operator, de Bevrachter en de Andere Bevrachters te goeder trouw de mogelijkheid om de RBS te herzien.
3.1.5.4.2 Indien ten gevolge van een gebeurtenis in de Haven of de LNG Terminal die niet aan de Bevrachter of Andere Bevrachters kan worden toegeschreven, het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters de Haven verlaat met een vertraging van meer dan zesendertig (36) uur in vergelijking met de oorspronkelijk geschatte vertrektijd vanaf de LNG Terminal en de Haven op basis van de ETA voorafgaandelijk dergelijke gebeurtenis en deze vertraging het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters belet om Op Tijd aan te komen voor het volgend Geplande Slot van de Bevrachter of Andere Bevrachters, zelfs na een praktische opvoering van de snelheid van het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters voor de volgende reis, dan hebben de Bevrachter of Andere Bevrachter ondanks eventuele andere bepalingen van deze Operationele Regels, in overeenstemming met hun gedocumenteerde ronde reistijd, het recht om het
Geplande Slot van de Bevrachter of Andere Bevrachters voor de volgende aankomst van dergelijk LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters te herplannen, zelfs als dergelijk Slot na herplanning (slot A) overlapt met een ander Geplande Slot van de Bevrachter of Andere Bevrachters (slot B). De Terminal Operator brengt de Bevrachter en Andere Bevrachters op de hoogte van dergelijke herplanning. Bij zijn aankomst in de Haven voor dergelijk slot A krijgt het herplande LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters van de Terminal Operator de toestemming om aan te leggen volgens het principe ‘First Come, First Served’ ten opzichte van het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters voor slot B, op voorwaarde dat het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters voor slot A Op Tijd aankomt.
Als de uitvoering van het bovenstaande leidt tot een hoge LNG voorraad in de LNG Terminal, mag de Terminal Operator het aanmeren en/of lossen van het tweede bediende LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters uitstellen tot er voldoende ruimte in de opslagtanks van de LNG Terminal is.
3.1.5.4.3 De Terminal Operator kan als Redelijke en Voorzichtige Operator met het oog op de juiste uitvoering van de RBS aan de Bevrachter of iedere Andere Bevrachter vragen om de aankomst van het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters te versnellen of te vertragen, onder voorbehoud van de goedkeuring van de Bevrachter of Andere Bevrachter, naargelang het geval. Deze goedkeuring zal niet onredelijkerwijs worden geweigerd en is onderworpen aan een vergoeding van de Bevrachter of Andere Bevrachter voor elke opgelopen extra kosten of uitgaven.
3.1.5.4.4 De Terminal Operator behandelt, bij toepassing van AC 3.1.5.3.1 of AC 3.1.5.3.2, de Bevrachter en de Andere Bevrachters steeds op een niet-discriminerende en gelijke basis.
3.1.6 Gas op Voorraad, Fuel Gas en Uitzending
3.1.6.1 Gas op Voorraad van de Bevrachter
De Gas op Voorraad op het einde van elk uur op iedere Dag, uitgedrukt in kWh, wordt berekend als:
Het totaal van:
a) de Gas Op Voorraad sinds de Startdatum van de Dienst;
b) de totale Hoeveelheid LNG die de Bevrachter sinds de Startdatum van de Dienst aan het Leveringspunt heeft geleverd, met inbegrip van correcties ten gevolge van de energiebalans overeenkomstig AC 3.1.6.3;
c) de totale hoeveelheden Aardgas die in de LNG Terminal aan het Herleveringspunt werden geleverd via Reverse Nominaties (verhoogd met FGm) of Virtuele Liquefactie; en
d) de totale hoeveelheden Gas Op Voorraad van Andere Bevrachters en/of Andere Gebruikers die naar de Bevrachter worden overgedragen.
Min de som van:
(i) de Hoeveelheden Aardgas die de Terminal Operator levert aan het Herleveringspunt of op eender welk ander punt zoals overeengekomen tussen de Terminal Operator en de Bevrachter, op iedere Dag vanaf de Startdatum van de Dienst, gedurende de Contractperiode, tot en met dergelijk uur op dergelijke Dag;
(ii) de Hoeveelheden Aardgas die overeenstemmen met FGm en toegepast op de Hoeveelheden Aardgas waarnaar onder (i) hierboven wordt verwezen;
(iii) de Hoeveelheden Aardgas die de Opslagcapaciteit overstijgen waarvoor de Terminal Operator herroepingrechten heeft geïmplementeerd zoals voorzien in AC 3.1.6.3;
(iv) de Hoeveelheden Aardgas, naargelang het geval, die verloren zijn gegaan na levering aan de Terminal Operator ten gevolge van een door de Terminal Operator behoorlijk gedocumenteerde en aangetoonde fout van de Bevrachter;
(v) de totale Hoeveelheden Gas Op Voorraad die naar Andere Bevrachters en/of Andere Gebruikers worden overgedragen;
(vi) de Hoeveelheden LNG die de Terminal Operator heeft geleverd aan het Herleveringspunt voor Laden aan boord van de LNG Schepen; en
(vii) de Hoeveelheden LNG die de Terminal Operator heeft geleverd aan het Herleveringspunt voor Laden van Vrachtwagens.
In afwachting van de gevalideerde cijfers worden voorlopige cijfers gebruikt.
De Gas op Voorraad van de Bevrachter wordt in m³ LNG omgezet met behulp van het energiegehalte van het door de Bevrachter geleverde LNG (GHV per m³ LNG) op basis van het 'First In, first Out' principe.
Indien de Gas op Voorraad van de Bevrachter de Opslagcapaciteit van de Bevrachter overschrijdt, brengt de Terminal Operator de Bevrachter daarvan onmiddellijk op de hoogte. De Bevrachter koopt in dat geval Dagelijkse Opslag Capaciteit voor de Gas op Voorraad dat zijn Opslagcapaciteit overschrijdt en/of verhoogt de Uitzending en/of koopt Dagelijkse Uitzendcapaciteit en verhoogt de Uitzending voor de duur van de periode waarin de Gas op Voorraad van de Bevrachter de Opslagcapaciteit van de Bevrachter overschrijdt.
3.1.6.2 Gas op Voorraad van de Overslagbevrachter
3.1.6.2.1 De Gas op Voorraad van de Overslagbevrachter op het einde van elk uur op iedere Dag, uitgedrukt in kWh, wordt berekend als:
Het totaal van:
a) de Gas Op Voorraad van de Overslagbevrachter sinds de Startdatum van de Dienst;
b) de totale Hoeveelheid LNG die de Overslagbevrachter sinds de Startdatum van de Dienst aan het Herleveringspunt voor Overslag heeft geleverd, met inbegrip van correcties ten gevolge van de energiebalans overeenkomstig AC 3.1.6.3;
c) de totale hoeveelheden Gas Op Voorraad van Bevrachters en/of Overslagbevrachters en/of Andere Gebruikers die aan de Overslagbevrachter werden overgedragen.
Min de som van:
(i) de hoeveelheden TBOG die op het Herleveringspunt werden geleverd door de Terminal Operator in overeenstemming met AC 3.1.6.2.2;
(ii) de Hoeveelheden Aardgas geleverd bovenop de Hoeveelheden TBOG door de Terminal Operator aan het Herleveringspunt, of op eender welk ander punt zoals overeengekomen tussen de Terminal Operator en de Overslagbevrachter (als Overslagbevrachter ook Bevrachter is), op iedere Dag vanaf de Startdatum van de Dienst, gedurende de Contractperiode, tot en met dergelijk uur op dergelijke Dag;
(iii) de Hoeveelheden Aardgas, indien er zijn, overeenkomend met FGm van toepassing op de Hoeveelheden Aardgas volgens (ii) hierboven;
(iv) de Hoeveelheden LNG die de Terminal Operator heeft geleverd aan het Herleveringspunt voor Overslag aan boord van de LNG Schepen;
(v) de Hoeveelheden Aardgas, indien van toepassing, die verloren zijn gegaan na levering aan de Terminal Operator ten gevolge van een door de Terminal Operator degelijk gedocumenteerde en aangetoonde fout van de Overslagbevrachter;
(vi) de totale Hoeveelheden Gas Op Voorraad die aan Bevrachters, Overslagbevrachters en/of Andere Gebruikers werden overgedragen;
(vii) de Hoeveelheden LNG die de Terminal Operator heeft geleverd aan het Herleveringspunt voor Laden van Vrachtwagens; en
(viii) de Hoeveelheden LNG die de Terminal Operator heeft geleverd aan het Herleveringspunt voor Laden aan boord van de LNG Schepen.
In afwachting van de gevalideerde cijfers worden voorlopige cijfers gebruikt.
De Gas op Voorraad van de Overslagbevrachter wordt in m³ LNG omgezet met behulp van het energiegehalte van het door de Overslagbevrachter geleverde LNG (GHV per m³ LNG) op basis van het 'First In, First Out' principe.
3.1.6.2.2 Overslag Boil-Off Gas
Voor iedere Overslagbevrachter wordt het Overslag Boil-Off Gas (TBOG) uitgedrukt in kWh en wordt het als volgt door de Terminal Operator bepaald:
(i) stand-by operaties (i.e. alleen opslagactiviteiten): voor ieder uur een vaste hoeveelheid boil-off gas dat per uur wordt voortgebracht gelijk aan 55 MWh/u, dat wordt verdeeld tussen de Overslagbevrachter en Andere Overslagbevrachter(s) pro rata het Gas op Voorraad van respectievelijk de Overslagbevrachter en de Andere Overslagbevrachter(s), vermeerderd met iedere hoeveelheid boil-off gas dat per uur wordt voortgebracht ten gevolge van een LNG overdracht door de Overslagbevrachter van of naar een andere Terminal Gebruiker;
(ii) voor iedere losoperatie: voor ieder uur de gemeten hoeveelheid boil-off gas dat afkomstig is van de Overslagopslag vermenigvuldigd met de DES-factor, verminderd met de gemeten hoeveelheid boil-off gas dat naar het LNG Schip wordt teruggevoerd op het Leveringspunt voor de Overslag;
(iii) voor iedere laadoperatie: voor ieder uur de gemeten hoeveelheid boil-off gas dat afkomstig is van het LNG Schip op het Herleveringspunt voor Overslag, verminderd met de gemeten hoeveelheid boil-off gas dat naar de Overslagopslag wordt teruggevoerd en na deze vermindering vermenigvuldigd met de DES-factor en
(iv) voor iedere Schip-tot-Schip Overslag: voor ieder uur de hoeveelheid die werd bepaald onder AC 3.1.6.2.2 (i) vermeerderd met de hoeveelheid boil-off gas afkomstig van het LNG Schip op het Herleveringspunt voor Overslag, vermenigvuldigd met de DES-factor, verminderd met de gemeten hoeveelheid boil-off gas dat op het Leveringspunt voor Overslag naar het LNG Schip wordt teruggevoerd.
Op voorwaarde dat, en zonder afbreuk te doen aan de andere bepalingen in de AC, de warmtetoevoer in het lossende LNG Schip niet hoger is dan 0,15vol% per Dag, respectievelijk de warmtetoevoer in het ladende schip niet hoger is dan 0,20vol% per Dag en de gehele pomp efficiëntie van de pompen van het LNG Ship minimum 67,5% bedraagt, zullen de hoeveelheden TBOG lager dan of gelijk aan 750 MWh/u zijn.
3.1.6.2.3 Behandeling Overslag Boil-Off Gas
Het TBOG wordt op het Herleveringspunt door de Terminal Operator aan de TBOGFO geleverd. De Overslagbevrachter duidt de TBOGFO aan die TBOG zal afnemen via de overeenstemmende Terminalbenoemingen per uur.
3.1.6.2.4 Overslag Elektriciteit
De Overslag Elektriciteit is de hoeveelheid elektriciteit, uitgedrukt in kWh, die de Terminal Operator verbruikt om de LNG Overslagdiensten te verlenen aan de Overslagbevrachter. Deze hoeveelheid wordt door de Terminal Operator bepaald op de volgende manier en naargelang het geval:
(i) Een hoeveelheid elektriciteit die met het TBOG overeenstemt, vermenigvuldigd met de Overslag Elektriciteitsfactor HP;
(ii) vermeerderd met de hoeveelheid elektriciteit die overeenstemt met de gemeten hoeveelheid boil-off gas, uitgedrukt in kWh, die op het Leveringspunt voor Overslag naar het LNG Schip wordt teruggevoerd, vermenigvuldigd met de Overslag Elektriciteitsfactor LP; en
(iii) vermeerderd met de hoeveelheid elektriciteit die overeenstemt met de gemeten Hoeveelheid LNG die door de Terminal Operator wordt geleverd op het Herleveringspunt voor Overslag aan boord van het LNG Schip, vermenigvuldigd met de Overslag Elektriciteitsfactor P.
3.1.6.2.5 Bepaling en gebruik van standaardwaarden
Indien om welke reden dan ook één enkele meting van de boil-off gasstroom of van de kwaliteit niet lukt, zodat het TBOG niet kan worden bepaald voor een bepaalde operatie, zoals beschreven onder AC 3.1.6.2.2 (ii) tot (iv), wordt voor die meting een gemiddelde waarde aangenomen. Deze gemiddelde waarde wordt berekend op basis van de vijf (5) onmiddellijk voorafgaande operaties van de Overslagbevrachter van dit type die onder vergelijkbare omstandigheden werden uitgevoerd.
Indien om welke reden dan ook meerdere metingen van de boil-off gasstroom en/of kwaliteit niet lukken, zodat het TBOG niet kan worden bepaald voor een gegeven operatie, zoals beschreven onder AC 3.1.6.2.2 (ii) tot (iv), wordt voor die operatie een standaard uurwaarde voor het TBOG gebruikt.
De standaard uurwaarden van TBOG voor ieder type operatie onder AC 3.1.6.2.2 wordt bepaald op basis van de gemeten hoeveelheden boil-off gas op het Herleveringspunt gedurende vijf (5) representatieve afzonderlijke losoperaties, vijf
(5) afzonderlijke laadoperaties, vijf (5) Schip-tot-Schip Overslagoperaties en vijf (5) LNG tankoverdrachtoperaties. Gelijkaardig worden de elektriciteitsomzettingsfactoren (Overslag Elektriciteitsfactor HP, Overslag Elektriciteitsfactor LP en Overslag Elektriciteitsfactor P) bepaald op basis van de
bovenstaande boil-off gasmetingen en de gemeten hoeveelheden elektriciteit die tijdens zulke operaties worden verbruikt.
De Terminal Operator verkrijgt de standaardwaarde per type operatie als een functie van enerzijds het transfertdebiet en anderzijds de toename van verzadigde dampdruk tijdens de operatie, door de gemeten waarden te interpoleren op basis van een matrix met de resultaten van statische boil-off gassimulaties.
Deze metingen vinden zo snel mogelijk na de Startdatum Dienst van de LNG Overslagdiensten plaats. De Overslagbevrachter of de Terminal Operator mogen vragen om iedere vijf jaar of eerder, wanneer dit redelijkerwijs vereist is, het boil- off gas opnieuw te meten. Wanneer de standaard uurwaarden van het TBOG vastgelegd zijn, worden de metingen die voor ieder type operaties vereist zijn, zoals beschreven onder AC 3.1.6.2.2 (ii) tot (iv), extra gecontroleerd.
Er moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan opdat een operatie als een representatieve operatie wordt gekwalificeerd, zonder afbreuk te doen aan de andere bepalingen van dit AC:
1. Het LNG Schip dat moet worden gelost, heeft een LNG lading met een verzadigde dampdruk van maximaal 1.130 mbara;
2. Het LNG Schip dat moet worden geladen, bevindt zich in een koude toestand met minstens 500 m³ 'heel' (zwaar LNG), een maximale cargo tankdruk bij aankomst die lager is dan of gelijk aan 1160mbar(a) en een maximale gemiddelde temperatuur van min 130 °C voor vaartuigen van het Membraantype of een maximale gemiddelde temperatuur van min 110 °C aan de evenaar voor vaartuigen van het MOSS-type;
3. De losoperatie van LNG Schip naar Overslagopslag en Schip-tot-Schip Overslag vindt plaats met een los-, respectievelijk transfertdebiet van maximaal 14.000 m³ LNG/u, exclusief de 'ramp up' en de 'ramp down'; en
4. De laadoperatie van de Overslagopslag naar het LNG Schip vindt plaats met een laaddebiet van maximaal 10.000 m³/u, exclusief de 'ramp up' en de 'ramp down'.
3.1.6.3 Maandelijkse energiebalans
In de loop van de Maand M+1 stelt de Terminal Operator een energie- en massabalans op voor de LNG Terminal voor de Maand M.
Het energieverschil (A) min (B) voor die Maand M wordt als volgt berekend: De waarde van (A) is:
• de totale Hoeveelheid Aardgas die fysiek wordt geleverd op het Herleveringspunt of eender welk ander punt zoals overeengekomen voor de Maand M;
• de totale Hoeveelheid LNG die fysiek wordt geleverd op het Herleveringspunt voor Laden, het Herleveringspunt voor Laden van Vrachtwagens, het Herleveringspunt voor Overslag of eender welk ander punt zoals overeengekomen voor de Maand M;
• het Fuel Gas verbruik tijdens de Maand M;
• alle Hoeveelheden Aardgas die verloren ging en waarover zekerheid bestaat zoals fakkel verlies tijdens de Maand M; en
• de verandering in de fysische voorraad in de LNG Terminal voor de Maand M; en de waarde van (B) is:
• de totale Hoeveelheid LNG die in de loop van de Maand M fysiek op het Leveringspunt en het Leveringspunt voor Overslag werd geleverd.
Iedere winst ((A) – (B) > 0) wordt gecrediteerd en ieder verlies ((B) – (A) > 0) wordt gedebiteerd aan de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters na het lossen van zijn eerste LNG Schip in Maand M+2 of iedere latere Maand pro rata van de LNG van deze Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter en Andere Overslagbevrachter die wordt geleverd op het Leveringspunt, het Leveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt, het Herleveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt voor Laden, en het Herleveringspunt voor het Laden van Vrachtwagens over die Maand M.
Als dit verlies ((B) – (A)) evenwel hoger ligt dan nul komma vijf nul procent (0,50
%) van het LNG dat op het Leveringspunt, het Leveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt, het Herleveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt voor Laden, en het Herleveringspunt voor het Laden van Vrachtwagens wordt geleverd over de Maand M, wordt de hoeveelheid die aan de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters wordt gedebiteerd, in totaal beperkt zijn tot nul komma vijf nul procent (0,50 %) van het LNG van de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter en Andere Overslagbevrachter dat op het Leveringspunt, het Leveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt, het Herleveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt voor Laden, en het Herleveringspunt voor het Laden van Vrachtwagens over de Maand M wordt geleverd. Het overblijvende gedeelte van dit verlies boven nul komma vijf nul procent (0,50 %) is ten laste van de Terminal Operator.
Indien dergelijk verlies ((B) – (A)) evenwel meer bedraagt dan nul komma vijf nul procent (0,50 %) van het LNG dat op het Leveringspunt, het Leveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt, het Herleveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt voor Laden, en het Herleveringspunt voor het Laden van Vrachtwagens over de Maand M wordt geleverd, en als op basis van onder meer historische gegevens blijkt dat dit verlies toe te schrijven is aan de prestaties van de laaddiensten uitgevoerd op het Herleveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt voor Laden, en het Herleveringspunt voor het Laden van Vrachtwagens en/of Afkoeldiensten door de Terminal Operator aan de Bevrachter
of de Overslagbevrachter, wordt de rekening voor Gas op Voorraad van de Bevrachter of de Overslagbevrachter gedebiteerd voor dit verlies boven nul komma vijf nul procent (0,50 %).
Indien de winst of het verlies in enige Maand meer bedraagt dan nul komma drie procent (0,3%) van het LNG dat in de loop van de Maand M op het Leveringspunt, het Leveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt, het Herleveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt voor Laden, en het Herleveringspunt voor het Laden van Vrachtwagens werd geleverd, controleren de Terminal Operator, de Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters alle apparatuur die wordt gebruikt om de energiebalans te meten en nemen ze indien nodig de vereiste correctieve acties.
3.1.6.4 Uitzending van Gas op Voorraad
De Terminalnominaties van de Bevrachter zijn bedoeld om af te stemmen met de Nominaties van de Klant van de Bevrachter. Indien de Terminalnominaties van de Bevrachter en de Nominaties van de Klant van de Bevrachter niet met elkaar overeenstemmen, dan wordt de matching gegarandeerd door de regels van de Operating Balancing Agreement (“OBA”), die tussen de Terminal Operator en de Vervoerder wordt uitgevoerd en die ervoor zorgt dat de betrokken operator bij een gebrek aan overeenstemming tussen de nominaties, de betrokken bevrachters op de hoogte brengt en hen de kans biedt om hun nominaties aan te passen. Als er geen aangepaste matching nominaties worden bezorgd, dan vraagt de Terminal Operator aan de betrokken operators om de nominaties aan te passen, zodat ze de laagste van de twee conflicterende nominaties weerspiegelen. Dergelijke OBA bepaalt dat de Uitzend toewijzingen van de Bevrachter, Andere Bevrachters en Andere Gebruikers worden verondersteld gelijk te zijn aan de Terminalnominaties van de Bevrachter, Andere Bevrachters en Andere Gebruikers, tenzij het geaccumuleerde onevenwicht tussen de werkelijke uitzendstromen en de som van de Terminalnominaties van de Bevrachter, Andere Bevrachters en Andere Gebruikers de drempelwaarde van 5,56 GWh overschrijdt, waarbij zulke drempelwaarde wordt voorzien behalve in de mate dat zulke drempelwaarde niet kan worden voorzien ten gevolge van een heel recente noodsituatie in het Net die nog steeds een impact heeft op de beschikbaarheid van line pack in het Net.
3.1.6.4.1 Voor elk uur wanneer de Gas op Voorraad van de Bevrachter meer bedraagt of zal bedragen dan nul (0), dient de Bevrachter Terminalnominaties in voor de Uitzending van zijn Gas op Voorraad in overeenstemming met dit AC 3.1.6.6 en AC 3.6, dat voor alle duidelijkheid nul (0) kan zijn.
De Bevrachter heeft het recht om Virtuele Liquefactie of Reverse Nominaties (injectie) uit te voeren op het Herleveringspunt, op voorwaarde dat deze Bevrachter aan al zijn verplichtingen van de Overeenkomst voldoet en dat de totale netto nominaties de Minimale Uitzendvereisten overschrijden. Met het oog op de berekeningen in deze Overeenkomst, wordt Virtuele Liquefactie of Reverse Nominatie behandeld als een negatieve Uitzendhoeveelheid en wordt Gas op Voorraad van de Bevrachter vermeerderd met:
• de Hoeveelheid van dergelijke Virtuele Liquefactie of;
• de Hoeveelheid van dergelijk aantal Reverse Nominaties maal (1 + FGm/100).
3.1.6.4.2 Voor elk uur zijn de Terminalnominaties van de Bevrachter voor de Uitzending van zijn Gas op Voorraad:
a) niet groter dan zijn Uitzendcapaciteit, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen uiteengezet in AC 3.6; en
b) niet van dien aard dat ze resulteren of zullen resulteren in een situatie waarbij de Gas op Voorraad de Opslagcapaciteit overschrijdt.
3.1.6.4.3 Pooling van het ongebruikte deel van de Totale Basis Uitzendcapaciteit
Conform de volgende procedure, poolt de Terminal Operator het ongebruikte deel van de Totale Basis Uitzendcapaciteit voor gebruik door de Bevrachter en/of de Andere Bevrachters zonder afbreuk te doen aan de Aanvullende Opslag en/of Aanvullende Uitzendcapaciteit van de Bevrachter, Andere Bevrachters en Andere Gebruikers.
Tijdens elk uur kan de Bevrachter of iedere Andere Bevrachter, zonder afbreuk te doen aan de Totale Basis Uitzendcapaciteit, een aanvullend recht voor de Basis Uitzendcapaciteit van de Bevrachter en Andere Bevrachters boeken. Dergelijke aanvullende Basis Uitzendcapaciteit van de Bevrachter en/of Andere Bevrachters kan zijn hetzij:
a) op een vaste basis, als de omvang van de Totale Basis Uitzendcapaciteit groter is dan de som van de Basis Uitzendcapaciteit van de Bevrachter en Andere Bevrachters waarvoor de Bevrachter en de Andere Bevrachters het recht hebben om er Terminalnominaties tegen te maken. Elkeen van de Bevrachter of Andere Bevrachters kunnen dergelijke vaste rechten boeken in de mate dat het totaal van de individuele Basis Uitzendcapaciteit van dergelijke Schipper of Andere Schippers en de individuele vaste rechten van dergelijke Bevrachter of Andere Bevrachters, met uitzondering van de Aanvullende Uitzendcapaciteit, niet meer bedraagt dan honderd en vijf (105) procent van het individuele gemiddelde netto Terminalnominaties van dergelijke
Bevrachter of Andere Bevrachters voor de huidige Maand of de volgende Maand, naargelang het geval. De Terminal Operator kan deze vaste rechten alleen herroepen in het geval dat er zich een wachtrij vormt; en/of
b) op een onderbreekbare basis, als het totaal van de Terminalnominaties van een Bevrachter en alle Andere Bevrachters minder is dan de Totale Basis Uitzendcapaciteit. De Terminal Operator kan deze onderbreekbare rechten op ieder moment herroepen.
De individuele gemiddelde netto Terminalnominaties van de Bevrachter of Andere Bevrachters wordt voor iedere Bevrachter en de Andere Bevrachters bepaald op basis van dergelijke Basis Uitzendcapaciteit van de Bevrachter of Andere Bevrachters.
Elke dag meldt de Terminal Operator vóór 10h00 op indicatieve basis aan de Bevrachter en de Andere Bevrachters welk deel van de Totale Basis Uitzendcapaciteit beschikbaar is voor aanvullende rechten zoals bepaald overeenkomstig (a) en (b) hierboven en welk deel daarvan vast is en welk deel onderbreekbaar is voor de volgende dertig (30) Dagen.
Op eender welke Dag, kan de Bevrachter of de Andere Bevrachter dergelijke aanvullende Uitzend rechten op vaste of op onderbreekbare basis boeken voor de volgende 30 Dagen. Als meer dan één Bevrachter en/of Andere Bevrachters de Terminal Operator een aanvraag bezorgt om dergelijke aanvullende rechten voor dezelfde tijdsperiode te boeken, dan:
a) gaat de eerste prioriteit uit naar de Bevrachter of Andere Bevrachter met een Basis Uitzendcapaciteit, die voor alle duidelijkheid nul kan zijn, op dergelijk uur die lager is dan de individuele gemiddelde netto Terminalnominaties van dergelijke Bevrachter of Andere Bevrachters voor de huidige Maand. De hoeveelheid aanvullende Uitzend rechten die door de Bevrachter of Andere Bevrachter wordt geboekt, wordt in die mate beperkt dat het totaal van de individuele Basis Uitzendcapaciteit van dergelijke Bevrachter of Andere Bevrachters en de individuele rechten van dergelijke Bevrachter of Andere Bevrachters, met uitzondering van de Aanvullende Uitzendcapaciteit, niet meer bedraagt dan honderd en vijf (105) % van het individuele gemiddelde netto Terminalnominaties van deze Bevrachter of Andere Bevrachters voor de huidige Maand of de volgende Maand, naargelang het geval.
b) Indien meer dan één Bevrachter of Andere Bevrachters de eerste prioriteit hebben, dan worden hun aanvullende Uitzend rechten, indien vereist, toegewezen pro rata elk van hun respectieve tekort ten opzichte van de gemiddelde Basis Uitzendcapaciteit in vergelijking met het totale tekort van de relevante Bevrachter of Andere Bevrachters.
c) Indien een aanvullend recht op Uitzending beschikbaar blijft na toepassing van de regel die in (i) hierboven wordt uiteengezet, hebben de Bevrachter en Andere Bevrachter het recht om voor deze overblijvende aanvullende Uitzend rechten te nomineren.
d) Indien de totale aanvragen voor dergelijke overblijvende aanvullende Uitzend rechten het overblijvende aanvullende Uitzendrecht overschrijdt, dan worden dergelijke Uitzend rechten pro rata van de aanvragen van de Bevrachter en Andere Bevrachter toegewezen.
Indien de Bevrachter en Andere Bevrachter zijn/hun respectieve Uitzend rechten of aanvullende Uitzend rechten niet gebruiken volgens AC 3.1.6.4.4, heeft de Terminal Operator het recht om dergelijke Uitzend rechten en aanvullende Uitzend rechten op een onderbreekbare basis door te verkopen aan een derde.
3.1.6.4.4 De Terminal Operator zorgt dat de Bevrachter en Andere Bevrachters gegevens ontvangen tegen de hieronder bepaalde frequentie, over de werkelijke Uitzending en Gas op Voorraad van de Bevrachter of Andere Bevrachter en over de Totale Uitzending en het totale Gas op Voorraad van de Bevrachter, de Andere Bevrachters en de Andere Gebruikers op een samengevoegde niet-toewijsbare basis.
Deze gegevens worden elk uur beschikbaar gesteld, niet later dan dertig (30) minuten na het uur van dergelijk uur, en omvatten de Uitzending en de injectietoewijzing van de Bevrachter evenals de gas kwaliteit parameters en de druk op het Herleveringspunt.
3.1.6.4.5 De Terminal Operator brengt de Bevrachter op de hoogte zodra de Terminal Operator verwacht dat aan eender welke Terminalnominatie van de Bevrachter niet kan worden voldaan.
3.1.6.5 Herroepingsregels voor Uitzending
3.1.6.5.1 Tenzij veroorzaakt door de Terminal Operator of het Net of door Overmacht op de LNG Terminal of in Segment 1, is de Terminal Operator, onder voorbehoud van AC 3.1.6.5.2, niet verplicht om LNG te lossen of op te slaan, voor elk uur, in de mate dat de Gas op Voorraad van de Bevrachter de Opslagcapaciteit van de Bevrachter overschrijdt indien de Terminalnominaties van de Bevrachter zouden leiden tot een situatie waarbij de Gas op Voorraad van de Bevrachter de Opslagcapaciteit van de Bevrachter overschrijft.
In de mate dat de Gas op Voorraad van de Bevrachter de Opslagcapaciteit van de Bevrachter overschrijdt, betaalt de Bevrachter de Prijs Dagelijkse Opslag Capaciteit maal de Dagelijkse Opslag Capaciteit gebruikt om het overschot op te vangen.
In de mate dat de Gas op Voorraad van de Bevrachter de Opslagcapaciteit van de Bevrachter overschrijdt, heeft de Terminal Operator het recht om actie te ondernemen overeenkomstig AC 3.1.6.5.2 indien dergelijk overschot een materiële impact heeft op de verplichtingen van de Terminal Operator tegenover de Bevrachter of Andere Bevrachters.
3.1.6.5.2 Voordat hij zijn rechten onder AC 3.1.6.5.1 uitoefent, brengt de Terminal Operator de Bevrachter tijdig op de hoogte, zodat de Bevrachter een redelijke tijd krijgt om dergelijke herroepingsrechten voor de Uitzendsituatie te corrigeren. Indien de
Bevrachter geen actie onderneemt om dergelijke herroepingsrechten voor de Uitzendsituatie te corrigeren, dan mag de Terminal Operator de Gas op Voorraad van de Bevrachter verminderen met een hoeveelheid die gelijk is aan de hoeveelheid Aardgas die de Opslagcapaciteit van de Bevrachter overschrijdt door dit Aardgas op de open markt te verkopen (de 'Herroepingshoeveelheid'). De Terminal Operator wordt ontheven van elke verplichting tot levering van dergelijke Herroepingshoeveelheid. De Terminal Operator betaalt aan de Bevrachter alle inkomsten terug die werden verkregen en betaald door de verkoop van deze Herroepingshoeveelheid na aftrek van de redelijke kosten van de Terminal Operator die met dergelijke verkoop gepaard gaan. De Terminal Operator treft alle redelijke maatregelen om garanties te krijgen van de koper voor dit Xxxxxxx. Indien de koper van dit Aardgas de Terminal Operator niet betaalt, dan pleegt de Terminal Operator overleg met de Bevrachter en onderneemt hij alle redelijke acties om dergelijke uitstaande bedragen te innen. De Terminal Operator bezorgt alle nodige documentatie ter ondersteuning van de verkoop van de Herroepingshoeveelheid en de inkomsten verkregen uit dergelijke verkoop. Behalve als anders wordt bepaald, neemt de Terminal Operator alle commerciële risico’s en verantwoordelijkheden op zich die met dergelijke verkoop gepaard gaat. Het is duidelijk dat alle taksen, accijnzen, heffingen of andere vergelijkbare verplichtingen die gepaard gaan met de verkoop van dit Xxxxxxx de volledige verantwoordelijkheid blijven van de Bevrachter.
De Terminal Operator brengt de Bevrachter onmiddellijk op de hoogte van eender welke actie door de Terminal Operator in het kader van 3.1.6.5.1.
3.1.6.6 Dagelijkse Opslagcapaciteit
De Bevrachter heeft het recht om, afhankelijk van de beschikbaarheid zoals bepaald door de Terminal Operator, Dagelijkse Opslag Capaciteit te kopen tegen de Prijs Dagelijkse Opslag Capaciteit maal de effectieve Dagelijkse Opslag Capaciteit die wordt gebruikt. Elke dag vóór 10h00 brengt de Terminal Operator de Bevrachter op indicatieve basis op de hoogte van de beschikbaarheid van Dagelijkse Opslag Capaciteit voor de volgende dertig (30) Dagen.
Indien aanvragen van de Bevrachter en de Andere Bevrachter de beschikbare Dagelijkse Opslag Capaciteit overschrijden, worden de aanvragen toegekend pro rata van de aangevraagde hoeveelheid. Noch de Bevrachter noch Andere Bevrachter zijn verplicht om een pro rata berekende hoeveelheid Dagelijkse Opslag Capaciteit te nemen en de Bevrachter of Andere Bevrachter kan op het moment van kennisgeving zijn aanvraag intrekken.
3.1.6.7 Indien de Bevrachter of Andere Bevrachter het los debiet van het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachters tijdens de Toegelaten Aanlegperiode (incl. uitbreidingen krachtens AC 3.1.4.5.1) moet verlagen om te voorkomen dat de Gas op Voorraad van de Bevrachter of Andere Bevrachters de Opslagcapaciteit van de Bevrachter of Andere Bevrachters overschrijdt, dan biedt de Terminal Operator, afhankelijk van de beschikbaarheid, tijdens de Toegelaten Aanlegperiode de Dagelijkse Opslag Capaciteit gratis aan zodat de Bevrachter of Andere Bevrachters hun LNG Schip tegen hogere los debiet kunnen lossen.
3.1.6.8 Dagelijkse Uitzendcapaciteit
De Terminal Operator stelt Dagelijkse Uitzendcapaciteit beschikbaar tegen de Prijs Dagelijkse Uitzendcapaciteit. Elke dag vóór 10h00 brengt de Terminal Operator de Bevrachter op de hoogte voor de volgende dertig (30) Dagen van de beschikbaarheid van Dagelijkse Uitzendcapaciteit.
Indien aanvragen van de Bevrachter en de Andere Bevrachter voor Dagelijkse Uitzendcapaciteit, de beschikbare Dagelijkse Uitzendcapaciteit overschrijden, gebeurt de toewijzing pro rata van de aangevraagde hoeveelheid. Noch de Bevrachter noch Andere Bevrachter zijn verplicht om een pro rata berekende hoeveelheid Dagelijkse Uitzendcapaciteit te nemen en de Bevrachter of Andere Bevrachter kan op het moment van de kennisgeving zijn aanvraag intrekken.
3.1.7 Leendienst
3.1.7.1 Algemeen
De Terminal Operator en de Bevrachter en Andere Bevrachters erkennen dat de Bevrachter en Andere Bevrachters onderling kunnen overeenkomen om gas aan elkaar te lenen buiten de bepalingen van deze sectie 3.1.7.
In de gevallen uiteengezet in AC 3.1.7.2, mag de Terminal Operator een Leendienst verlenen aan de Bevrachter of Andere Bevrachter en mag de Bevrachter of iedere Andere Bevrachter de Terminal Operator vragen om een Leendienst beschikbaar te stellen en dergelijke Leendienst zal niet onredelijkerwijs worden geweigerd. De Terminal Operator is niet verplicht om de Leendienst beschikbaar te stellen voor de Bevrachter of Andere Bevrachter en discrimineert niet in het aanbieden van de Leendienst.
In het kader van de Leendienst, mag de Terminal Operator aan de Bevrachter of Andere Bevrachter een hoeveelheid LNG van de LNG Terminal lenen voor Uitzending, afhankelijk van de herlevering daarna van deze Geleende Hoeveelheden door de Bevrachter of Andere Bevrachter van zijn Genomineerde Lading LNG, in overeenstemming met AC 3.1.7.2 tot 3.1.7.6.
Onder voorbehoud van de bepalingen van deze paragraaf, stemt de Bevrachter in en zorgt de Terminal Operator ervoor dat Andere Bevrachters instemmen om hun Gas op Voorraad te lenen, zodat de Terminal Operator de Leendienst kan uitvoeren binnen de grenzen van AC 3.1.7.2 tot 3.1.7.6. De instemming van de Bevrachter of Andere Bevrachter om hun Gas op Voorraad te lenen, is afhankelijk van de wens van de Bevrachter of Andere Bevrachter om een geleende hoeveelheid te ontvangen en vooraf voldoende garanties te verlenen om potentiële schade of verlies te dekken krachtens AC 3.1.7.4 ten gunste van de Bevrachter die de geleende hoeveelheid voorziet.
De Terminal Operator voert de Leenservice niet uit en de Bevrachter en Andere Bevrachter hebben het recht om te weigeren om hun LNG te lenen als, op basis van redelijke en voorzichtige veronderstellingen bij het bepalen van de Geleende Hoeveelheden, het verlenen van dergelijke Leendienst zou leiden tot een voorraaduitputting bij de Bevrachter of Andere Bevrachter, rekening houdend met maximale Uitzend rechten van de Bevrachter en Andere Bevrachter.
3.1.7.2 Leen gebeurtenissen
De Terminal Operator kan als enige beslissen om de Leendienst in de volgende omstandigheden beschikbaar te stellen:
a) als de kapitein van het LNG Schip heeft gemeld dat de ETA van het LNG Schip na het Geplande Slot zal plaatsvinden, maar binnen de eerste prioriteit van AC 3.1.4.3.2; of
b) bij een wachtrij gebeurtenis zoals beschreven in AC 3.1.5.1; of
c) als de Terminal Operator redelijkerwijs verwacht dat zich een wachtrij gebeurtenis zal voordoen.
Indien een Bevrachter of Andere Bevrachter een aanvraag indient voor de Leendienst onder AC 3.1.7.2 (a), dan is de maximale geleende hoeveelheid gelijk aan het aantal uren sinds de start van het Geplande Slot van deze Bevrachter of Andere Bevrachter (met een maximum van zesendertig (36) uur), vermenigvuldigd met de Basis Uitzendcapaciteit van deze Bevrachter of Andere Bevrachter. De geleende hoeveelheid wordt geleend pro rata de Gas op Voorraad van de Bevrachter en/of Andere Bevrachters. De Leentermijn eindigt op het vroegste van de volgende tijdstippen: (i) vierentwintig (24) uur na het einde van het betrokken Venster van het toepasselijke Geplande Slot; of (ii) twaalf (12) uur nadat het LNG Schip van de Bevrachter of Andere Bevrachter is begonnen met het lossen van LNG.
Tenzij een Bevrachter of Andere Bevrachter de Terminal Operator op de hoogte heeft gebracht van een afzonderlijke leenovereenkomst tussen hen, kan de Terminal Operator aan de Bevrachter of Andere Bevrachter vragen om de Leendienst te aanvaarden onder AC 3.1.7.2(b) om de impact van een wachtrij gebeurtenis te minimaliseren zoals voorzien in AC 3.1.5.1. In deze situatie is de maximale geleende hoeveelheid gelijk aan het aantal uren dat de Leendienst wordt verleend met een maximum van tweeënzeventig (72) uur vermenigvuldigd met de gemiddelde Uitzending van deze Bevrachter of Andere Bevrachter voor de Maand zoals ingepland door de RBS voor die Maand. De Terminal Operator probeert de Geleende Hoeveelheden aan iedere Bevrachter of Andere Bevrachter voor iedere individuele wachtrij gebeurtenis in het kader van AC 3.1.7.2 (b) zoveel mogelijk te beperken. De geleende hoeveelheid wordt geleend pro rata de Gas op Voorraad van de Bevrachter of Andere Bevrachters. De Leentermijn eindigt op het vroegste van de volgende tijdstippen: (i) twaalf (12) uur nadat het LNG Schip van de toepasselijke Bevrachter of Andere Bevrachter met het lossen van LNG is begonnen; of (ii) voor de maximale duur die voor de wachtrij gebeurtenis werd vastgelegd dewelke echter niet meer mag bedragen dan tweeënzeventig (72) uur sinds de start van de wachtrij gebeurtenis zoals bepaald door de Terminal Operator krachtens AC 3.1.5.1.
Indien de Leendienst niet nodig is zoals voorzien in de vorige paragraaf, maar als er toch nog een wachtrij gebeurtenis is zoals voorzien in AC 3.1.5.1, kan de Bevrachter en/of Andere Bevrachter in de wachtrij een aanvraag indienen voor een Leendienst volgens AC 3.1.7.2(b). In deze situatie is de maximale geleende hoeveelheid gelijk aan het aantal uren dat de Leendienst wordt verleend met een maximum van achtenveertig (48) uur vermenigvuldigd met de gemiddelde Uitzending van deze Bevrachter of Andere Bevrachter voor de Maand zoals ingepland door de RBS voor die Maand. De geleende hoeveelheid wordt geleend pro rata de Gas op Voorraad van de Bevrachter of Andere Bevrachters. De Leentermijn eindigt op het vroegste van de volgende tijdstippen: (i) twaalf (12) uur nadat het LNG Schip van de toepasselijke Bevrachter of Andere Bevrachter met het lossen van LNG is begonnen; of (ii) voor de maximale duur die voor de wachtrij gebeurtenis werd vastgelegd dewelke echter niet meer mag bedragen dan achtenveertig (48) uur.
In het geval uiteengezet in AC 3.1.7.2 (c), kan de Operator een Leendienst verlenen aan de Bevrachter of Andere Bevrachter en kan de Bevrachter of Andere Bevrachter aan de Terminal Operator vragen om een Leendienst beschikbaar te stellen en dergelijke Leendienst zal niet onredelijkerwijs worden geweigerd. De maximale geleende hoeveelheid is gelijk aan het aantal uren dat de Leendienst wordt verleend met een maximum van achtenveertig (48) uur vermenigvuldigd met de gemiddelde Uitzending van deze Bevrachter of Andere Bevrachter voor de Maand zoals ingepland door de RBS voor die Maand. De geleende hoeveelheid wordt geleend pro rata de Gas op Voorraad van de Bevrachter of Andere Bevrachters. De Leentermijn eindigt op het vroegste van de volgende tijdstippen:
(i) twaalf (12) uur nadat het LNG Schip van de toepasselijke Bevrachter of Andere Bevrachter met het lossen van LNG is begonnen; of (ii) voor de maximale duur die voor de voorspelde wachtrij gebeurtenis werd vastgelegd dewelke echter niet meer mag bedragen dan achtenveertig (48) uur.
3.1.7.3 Leenvoorwaarden
De Bevrachter treft alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de Geleende Hoeveelheden op het einde van de Leentermijn opnieuw worden geleverd en het wordt als redelijk beschouwd om reverse te nomineren naar de Terminal als mechanisme om de Geleende Hoeveelheden terug te betalen.
3.1.7.4 Onvermogen om Geleende Hoeveelheden binnen de Leentermijn opnieuw te leveren
3.1.7.4.1 Als de lenende Bevrachter of Andere Bevrachter tegen het einde van de Leentermijn de volledige Geleende Hoeveelheden niet heeft geleverd via een fysieke herlevering door het LNG Schip, Reverse Nominaties of op andere wijze, dan betaalt de Bevrachter of Andere Bevrachter aan de lenende Bevrachter of Andere Bevrachter de werkelijke verliezen of schade (met inbegrip van prijsverschillen), maar uitgezonderd Gevolgverliezen geleden door de Bevrachter of Andere Bevrachter van wie de geleende hoeveelheid werd geleend. De Leendienst wordt in de toekomst niet beschikbaar gesteld voor een Bevrachter of Andere Bevrachter die er niet in geslaagd is om de volledige Geleende Hoeveelheden te leveren of de werkelijke verliezen of schade te vergoeden voor de Bevrachter of Andere Bevrachters die de Geleende Hoeveelheden beschikbaar stelden.
3.1.7.5 Andere bevrachters
3.1.7.5.1 De Bevrachter erkent dat de overeenkomsten van de Terminal Operator (met inbegrip van andere Capacity Subscription Agreements) met andere Bevrachters en/of Andere Gebruikers ook bepalingen bevatten voor een Leendienst volgens AC
3.1.7.2 (a), (b) of (c). De Bevrachter stemt ermee in dat de Terminal Operator Leendiensten aan Andere Bevrachters verleent in de mate die wordt toegelaten overeenkomstig AC 3.1.7.2 (a), (b) of (c) en doet afstand van enig recht om bezwaar aan te tekenen tegen de Terminal Operator die dergelijke Leendiensten aan Andere Bevrachters beschikbaar stelt.
3.1.7.5.2 Indien de Bevrachter een verlies oploopt door het onvermogen van de Andere Bevrachter om de Geleende Hoeveelheden tegen het einde van de Leentermijn te leveren, dan betaalt de Bevrachter die de geleende hoeveelheid ontving, aan de Bevrachter die de geleende hoeveelheid leverde, de bedragen terug die werden bepaald overeenkomstig AC 3.1.7.4 of door het uitoefenen van een borg voorzien door de Bevrachter die de geleende hoeveelheid ontving overeenkomstig AC 3.1.7.1.1.
3.1.7.5.3 Zonder afbreuk aan andere rechten of verhaal tussen de Bevrachter en Andere Bevrachter met betrekking tot dergelijk verlies of schade, is de Terminal Operator niet aansprakelijk voor verlies of schade geleden door de Bevrachter of Andere Bevrachter in de mate dat dit verlies of deze schade toe te schrijven is aan het feit dat de Terminal Operator Leendiensten beschikbaar stelde aan de Bevrachter of Andere Bevrachter.
3.1.7.6 De lenende bevrachter wordt niet ontslagen van zijn verplichtingen om de geleende hoeveelheid te vereffenen bij Overmacht in het kader van deze sectie 3.1.7.
3.1.8 Threat to heel
De Terminal Operator mag zijn rechten volgens Hoofdstuk 3.7 uitoefenen als de hoeveelheid LNG die in opslag wordt gehouden in de LNG Terminal onder de ‘heel’ voor de LNG Terminal zal zakken of dat waarschijnlijk zal doen. De Terminal Operator geeft advies over en rechtvaardigt het ‘heel’ niveau op een behoorlijke manier, in overeenstemming met de goede industrie praktijken.
3.1.9 Minimaal Uitzend debiet
3.1.9.1 Indien de totale Terminalnominaties van de Bevrachter en de Andere Bevrachters minder bedragen dan nul komma negen twee (0,92) GWh/uur, dan verhogen de Bevrachter en Andere Bevrachters op verzoek van de Terminal Operator hun Terminalnominaties tot een samengevoegd totaal van nul komma negen twee (0,92) GWh/uur pro rata de Gas op Voorraad van de Bevrachter en de Andere Bevrachter. De Terminal Operator beperkt echter eerst de reverse injectie nominaties vooraleer hij een toename van de Uitzending vraagt.
3.1.9.2 In de mate dat de Terminal Operator in batches mag uitzenden, past de Terminal Operator AC 3.1.9.1 niet toe als dit kan worden vermeden.
3.1.9.3 Indien de totale Terminalnominaties tijdens de Overdracht van een LNG Schip van een Bevrachter of Andere Bevrachters minder bedragen dan vier komma zes (4,6) GWh/uur, kan de Terminal Operator de Bevrachter of Andere Bevrachter wiens LNG Schip wordt gelost of LNG Herleveringsdiensten ontvangt, vragen om, naast de verplichtingen van deze Bevrachter of Andere Bevrachter in het kader van AC 3.1.9.1, zijn Terminalnominaties te verhogen tot drie komma zes acht (3,68) GWh/uur waarbij dergelijke aanvraag wordt beperkt zodat de totale Terminalnominaties gelijk zijn aan vier komma zes (4,6) GWh/uur. De Terminal Operator beperkt echter eerst de reverse injectie nominaties voordat hij een toename van de Uitzending vraagt.
3.1.9.4 Indien tijdens twee gelijktijdige operaties (Overdracht aan de Steigers) de totale Terminalnominaties van een Bevrachter of Andere Bevrachters minder bedragen dan acht komma twee acht (8,28) GWh/uur, kan de Terminal Operator de Bevrachter of Andere Bevrachters wiens LNG Schip wordt gelost of die LNG Herleveringsdiensten ontvangt, vragen om, naast de verplichtingen van deze Bevrachter of Andere Bevrachter in het kader van AC 3.1.9.1, zijn Terminalnominaties te verhogen tot drie komma zes acht (3,68) GWh/uur waarbij dergelijke aanvraag wordt beperkt zodat de totale Terminalnominaties gelijk zijn aan acht komma twee acht (8,28) GWh/uur. De Terminal Operator beperkt echter eerst de reverse injectie nominaties voordat hij een toename van de Uitzending vraagt.
3.1.9.5 Indien de totale Terminalnominaties van de Bevrachter en de Andere Bevrachters tot zesendertig (36) uur na de voltooiing van de Overdracht van een LNG Schip van een Bevrachter of Andere Bevrachter minder bedragen dan één komma zes (1,6) GWh/uur, kan de Terminal Operator de Bevrachter of Andere Bevrachter wiens LNG Schip het laatste was om te worden gelost of die LNG Herleveringsdiensten te ontvangen, vragen om, naast de verplichtingen van deze Bevrachter of Andere Bevrachter in het kader van AC 3.1.9.1, zijn Terminalnominaties te verhogen tot nul komma zes acht (0,68) GWh/uur waarbij dergelijke aanvraag wordt beperkt zodat de totale Terminalnominaties gelijk zijn aan één komma zes (1,6) GWh/uur. De Terminal Operator beperkt echter eerst de reverse injectie nominaties voordat hij een toename van de Uitzending vraagt.
3.1.9.6 Indien er tijdens een LNG Herleveringsdienst operatie, er geen damp naar de LNG Terminal terugstroomt, zijn AC 3.1.9.3 tot 3.1.9.5 niet van toepassing voor de
Bevrachter met betrekking tot het LNG Schip dat LNG Herleveringsdiensten ontvangt.
3.1.9.7 Als tijdens een LNG Herleveringsdienst operatie, gasdamp terugvloeit naar de LNG Terminal, dan zal Terminal Operator redelijke maatregelen nemen om, zonder enig bijkomende kost voor de Bevrachter, zo veel als mogelijk het boil-off gas gerelateerd aan kleinschalige LNG Herleveringsdiensten dat wordt uitgezonden in het Net te verminderen met de bedoeling om een aanvraag tot verhoging van de Uitzending te vermijden volgens AC 3.1.9.3 tot en met 3.1.9.5, dit in zoverre de Bevrachter evenzeer tracht een redelijkerwijs haalbare verzadigde dampdruk te aanvaarden in het LNG Schip rekening houdend met de logistieke keten en de vereisten van de finale bestemming van het geladen LNG, en dit alles onderworpen aan een maximum laaddebiet van 1.500 Kubieke Meter LNG/u wanneer een LNG cargo van maximaal 30.000 m³ LNG wordt geladen.
3.1.9.8 Zo ook, zal de Terminal Operator redelijke maatregelen nemen om, zonder enig bijkomende kost voor de Bevrachter, zo veel als mogelijk het boil-off gas gerelateerd aan kleinschalige LNG Leveringsdiensten dat wordt uitgezonden in het Net te verminderen met de bedoeling om een aanvraag tot verhoging van de Uitzending te vermijden volgens AC 3.1.9.3 tot en met 3.1.9.5, dit alles onderworpen aan een maximum Losdebiet van 1.500 Kubieke Meter LNG/u en een maximale verzadigde dampdruk van 1 160 mbar(a) zoals vereist in AC 3.3.1.3 wanneer een Volume LNG van maximaal 30.000 m³ LNG wordt gelost.
3.1.10 Vrijgave van Capaciteit
3.1.10.1 Melding van niet-gebruik van Onderschreven Slot
De Terminal Gebruiker brengt de Terminal Operator zo snel als praktisch mogelijk maar niet later dan de eerste dag van de Maand M, op de hoogte van de Onderschreven Slots van Maand M+2 die hij niet van plan is om te gebruiken. Onder voorbehoud van AC 3.1.10.2.2, kan de Terminal Gebruiker te allen tijde een melding in het kader van deze paragraaf intrekken of herroepen.
De Terminal Gebruiker biedt op de Secundaire Markt elke Capaciteitsdienst aan die werd onderschreven en die de Terminal Gebruiker tijdelijk of permanent niet nodig heeft.
3.1.10.2 Procedure voor doorverkoop van Onderschreven Slot
3.1.10.2.1 Indien de Terminal Operator van de Bevrachter of Andere Bevrachter een melding krijgt dat deze Bevrachter of Andere Bevrachter niet van plan is om het Onderschreven Slot van de Bevrachter of Andere Bevrachters te gebruiken, post de Terminal Operator een melding op zijn website dat dergelijk Slot beschikbaar is geworden voor verkoop. De Terminal Operator is niet verplicht om een melding op zijn website te posten als hij minder dan vijf (5) Werkdagen vóór de datum van het Onderschreven Slot van deze Bevrachter of Andere Bevrachters in het kader van AC 3.1.10.1 een melding van de Bevrachter of Andere Bevrachter ontvangt.
3.1.10.2.2 De Terminal Operator verkoopt het Onderschreven Slot van de Bevrachter of Andere Bevrachters in naam van de Bevrachter of Andere Bevrachter aan de eerste persoon die een wettelijk bindende verbintenis indient om dergelijk Slot te onderschrijven tegen de prijs die door de Bevrachter of Andere Bevrachter werd gevraagd. Indien het Onderschreven Slot van deze Bevrachter of Andere Bevrachters niet verkocht is vóór de eerste Dag van de Maand M voor het Onderschreven Slot van de Bevrachter of Andere Bevrachters tijdens Maand M+2, dan is de prijs die op de website wordt gepost het Gereguleerde Tarief. Eenmaal verkocht, brengt de Terminal Operator de Bevrachter of Andere Bevrachter onmiddellijk op de hoogte en verwijdert hij de melding van de beschikbaarheid van het Onderschreven Slot van dergelijke Bevrachter of Andere Bevrachters van zijn website. Als een prijs wordt geboden die onder het geposte tarief ligt, brengt de Terminal Operator de Bevrachter of Andere Bevrachters op de hoogte van dit aanbod, dat alleen wordt aanvaard na toestemming door deze Bevrachter of Andere Bevrachter.
3.1.10.2.3 Zonder afbreuk te doen aan AC 3.1.10.2.1 tot 3.1.10.2.2, kan de Bevrachter Onderschreven Slots rechtstreeks aan een derde verkopen of toewijzen, zonder daarvoor een beroep te doen op de Terminal Operator. De Bevrachter brengt de Terminal Operator onmiddellijk op de hoogte van dergelijke verkoop of toewijzing zodat de Terminal Operator de verkoop van zijn website kan verwijderen.
3.1.10.3 Betaling voor doorverkoop van Onderschreven Slot
3.1.10.3.1 De Terminal Operator rekent een vergoeding aan van drie (3) procent van de opbrengst van de verkoop van het Onderschreven Slot overeenkomstig AC
3.1.10.2.2 voor zover de Bevrachter daarvoor een betaling heeft ontvangen.
Met voorbehoud van AC 3.1.10.3.3, crediteert de Terminal Operator de Bevrachter met de ontvangsten van de verkoop van het Onderschreven Slot bij betaling, min een bedrag dat gelijk is aan de vergoeding die aan de Terminal Operator verschuldigd is en dergelijke bedragen mogen worden verrekend met andere verplichtingen die door de Bevrachter of Andere Bevrachter verschuldigd zijn.
3.1.10.3.2 De Bevrachter blijft aansprakelijk voor de volledige Maandelijkse Capaciteitskosten voor de Maand waarin het Geplande Slot valt, ongeacht of dit Onderschreven Slot werd doorverkocht verminderd met enige kredieten of verrekeningen die door de Terminal Operator werden genomen overeenkomstig AC 3.1.10.3.1.
3.1.10.3.3 De Terminal Operator crediteert de Bevrachter of Andere Bevrachter voor de verkoop van een Onderschreven Slot overeenkomstig AC 3.1.10.2.2 en kan dergelijke bedragen verrekenen met andere verplichtingen die door de Bevrachter of Andere Bevrachter verschuldigd zijn.
3.1.10.3.4 Indien een Onderschreven Slot wordt verkocht via een contract tussen de Terminal Operator en Andere Bevrachter, dan wordt de vrijgevende Bevrachter vrijgesteld van alle andere verplichtingen die gepaard gaan met dergelijk Onderschreven Slot, met uitzondering van de verplichting uiteengezet in AC 3.1.10.3.2, in het bijzonder is hij niet verantwoordelijk voor aansprakelijkheden die verbonden zijn met dergelijk vrijgegeven Onderschreven Slot, met inbegrip als het LNG Schip van een Andere Bevrachter schade veroorzaakt in de LNG Terminal of LNG levert die niet aan de specificaties voldoet of om elke andere reden.
3.1.11 Herziening van dit Hoofdstuk 3.1
Zonder afbreuk te doen aan AC 1.5, komen de Terminal Operator, Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachters en Andere Overslagbevrachters geregeld bijeen en minstens om de twee (2) Jaar of op de gemotiveerde aanvraag van de Terminal Operator, Bevrachter, Overslagbevrachter, Andere Bevrachter of iedere Andere Overslagbevrachter, om te goeder trouw de eventuele behoefte te bespreken om aanpassingen door te voeren aan de Operationele Regels en documenten waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen in dit Hoofdstuk 3.1.
3.2 GOEDKEURINGSPROCEDURE LNG SCHIP
De Schip Goedkeuringsprocedure omvat de procedure die LNG Schepen moeten volgen om toestemming te krijgen om in de LNG Terminal te lossen of te laden.
De Schip Goedkeuringsprocedure is in de eerste plaats bedoeld om te bepalen of het LNG Schip al dan niet in de LNG Terminal mag aanmeren.
3.2.1 Aanvraag tot schip goedkeuring en voorbereidende informatie- uitwisseling
Wanneer een (potentiële) Bevrachter of Overslagbevrachter van plan is om een LNG Schip te gebruiken dat nog niet werd goedgekeurd in overeenstemming met dit AC 3.2 en dat daardoor nog niet opgenomen is in de lijst van de goedgekeurde schepen voor de LNG Terminal van Zeebrugge, moet de Bevrachter of Overslagbevrachter het formulier 'aanvraag tot schip goedkeuring' invullen zoals gepubliceerd op onze website. Dergelijke aanvraag tot schip goedkeuring zal alleen worden aanvaard als en wanneer het formulier behoorlijk werd ingevuld.
Na ontvangst van een behoorlijk ingevulde aanvraag tot schip goedkeuring laat de Terminal Operator de Bevrachter of de Overslagbevrachter weten wanneer de Schip Goedkeuringsprocedure kan worden opgestart. Daarna kunnen de Terminal Operator en de Bevrachter respectievelijk Overslagbevrachter de nodige informatie uitwisselen, zoals in AC 3.2 wordt uiteengezet.
3.2.1.1 Informatie van de Terminal Operator aan de Bevrachter of Overslagbevrachter
De Terminal Operator stuurt een e-mailbericht naar de Bevrachter of Overslagbevrachter met:
a. de schip-oever interface checklist waarin alle vereiste gegevens van het LNG Schip zijn vermeld; en
b. de nodige gegevens van de LNG Terminal om een berekeningsnota van de aanmering uit te voeren.
3.2.1.2 Informatie van de Bevrachter of Overslagbevrachter aan de Terminal Operator
De Bevrachter of Overslagbevrachter bezorgt aan de Terminal Operator zo snel mogelijk alle gegevens die op de schip-oever interface checklist zijn vermeld – uiterlijk veertien (14) dagen vóór de Vergadering over Schip-Oever Veiligheid en Beveiliging (cf. AC 3.2.2.2).
3.2.2 Schip-Oever Interface Studie en Vergadering over Schip-Oever Interface Veiligheid en Beveiliging
3.2.2.1 Documentanalyse
Zodra de Terminal Operator alle vereiste en relevante gegevens (volgens AC
3.2.1.1 en AC 3.2.1.2 hierboven) heeft ontvangen, voert de Terminal Operator een
studie (“Schip/Oever Interface Studie”) uit.
3.2.2.2 Vergadering over Schip/Oever Interface Veiligheid en Beveiliging
Na afloop van de studiefase, wordt in de LNG Terminal een meeting (“Vergadering over Schip/Oever Interface Veiligheid en Beveiliging”) gehouden, die door de volgende vertegenwoordigers wordt bijgewoond:
• Bevrachter of Overslagbevrachter;
• Agent van de Bevrachter of Overslagbevrachter (optioneel);
• Eigenaar/beheerder van het LNG Schip;
• havenmeester;
• loodsdiensten;
• sleepbootdiensten;
• opzichters; en
• Terminal Operator.
Op de agenda staan minstens de volgende punten:
1. Overzicht van de ‘algemene maatregelen van nautisch beheer’;
2. Bespreking over de aanlegovereenkomst en de ‘Optimoor® calculation note’, met inbegrip van een controle van de certificaten van de touwen;
3. Bespreking en bepaling van de sleepafspraken voor de sleepboten (sleepprocedure);
4. Overzicht van de Schip/Oever Veiligheids- en Beveiligingsprocedure; en
5. Overzicht van het schip-oever interface veiligheidsplan van het LNG Schip: bespreking van de technische interfaces zoals de instrumentatieverbinding, het gangpad en de manifold.
Indien het resultaat van deze Vergadering over Schip/Oever Interface Veiligheid en Beveiliging positief is, d.w.z. indien er geen punten zijn die later opnieuw moeten worden bekeken of indien er geen gegevens ontbreken, wordt het LNG Schip goedgekeurd voor het uitvoeren van een laad- (of los-) test. De havenmeester en de Terminal Operator keuren hiervoor de aanlegovereenkomst van het LNG Schip goed, wat door de Terminal Operator en de haven als een officiële goedkeuring wordt beschouwd dat het LNG Schip mag aanmeren en een los- (of laad-)test mag uitvoeren binnen een periode van drie (3) Jaren.
3.2.3 Schip Veiligheidsinspectie
De Terminal Operator kan naar eigen goeddunken een inspectie (doorlichting) van het LNG Schip eisen voordat het LNG Schip voor de eerste keer in de LNG Terminal aanmeert. Deze inspectie wordt uitgevoerd door een inspecteur die door de Terminal Operator wordt goedgekeurd en volgens de ‘veiligheidsinspectierichtlijnen’ die door de Terminal Operator werden aanvaard.
Een lijst van eventuele opmerkingen en/of tekortkomingen die uit die inspectie voortvloeien, wordt bezorgd aan de boordcommandant van het LNG Schip tijdens een exit meeting die aan boord van het LNG Schip plaatsvindt. Die lijst wordt ook naar de Bevrachter gezonden, die ze op zijn beurt doorstuurt naar de eigenaar van het LNG Schip en/of diegene die het schip chartert en alle andere vereiste partijen. Na ontvangst van het implementatieplan van de correctieve acties, beslist de Terminal Operator of het LNG Schip al dan niet toestemming krijgt om in de LNG Terminal aan te leggen.
De Bevrachter of Overslagbevrachter brengt de Terminal Operator op de hoogte (of laat hem op de hoogte brengen) als een van de LNG Schepen gebruikt door de Bevrachter of Overslagbevrachter, werd afgewezen of niet slaagde voor de schip veiligheidstest in een andere LNG Terminal en bezorgt de Terminal Operator alle relevante details en informatie in dat verband.
3.2.4 Laad-/lostest en goedkeuring van het schip
Afhankelijk van het resultaat van de vorige stappen, wordt een LNG Schip of afgewezen of goedgekeurd voor een laad-/lostest binnen een periode van drie (3) jaar na de ondertekening van de aanlegovereenkomst. Als een LNG Schip dat in overeenstemming met dit AC 3.2 binnen die periode niet in de LNG Terminal is komen aanmeren, wordt de Schip Goedkeuringsprocedure opnieuw ingediend wanneer het LNG Schip gepland is om aan te leggen in de LNG Terminal.
In het laatste geval wordt een los- (of laad)test in de LNG Terminal toegelaten en uitgevoerd, zodat de compatibiliteit tussen schip en oever kan worden gecontroleerd. Voordat met de losoperaties wordt begonnen, wordt aan boord een voorafgaande vergadering voor de operaties georganiseerd. Tijdens die vergadering:
a) wordt een evaluatie en validatie van de Schip/Oever Veiligheids- en Beveiligingsprocedure uitgevoerd;
b) wordt de recentste versie van de Schip/Oever Veiligheids- en Beveiligingsprocedure ondertekend door de commandant van het LNG Schip en de Terminal Operator;
c) wordt een afgedrukte versie van de schip-oeverbrochure aan de commandant van het LNG Schip bezorgd; en
d) controleren en ondertekenen de commandant van het LNG Schip en de Terminal Operator de ‘ISGOTT Schip/Oever Veiligheidschecklist en Richtlijnen’.
Wanneer al deze acties op een behoorlijke manier zijn voltooid, kunnen de cargo operaties worden uitgevoerd.
Tijdens de laad-/lostest mag de Terminal Operator vragen om verslagen te evalueren in een 'data room'-formaat, zoals de recentste inspectie- en/of doorlichtingverslagen, het OCIMF/SIRE verslag en de logboeken die met de LNG cargo en het LNG cargo systeem verband houden.
Afhankelijk van de bevindingen van de laad-/lostest bepaalt de Terminal Operator of:
a) het LNG Schip in de toekomst niet zal worden aanvaard in de LNG Terminal;
b) het LNG Schip in de toekomst zal worden aanvaard voor een andere laad-
/lostest, afhankelijk van de implementatie van correctieve acties op het LNG Schip die door de Terminal Operator worden voorzien; of
c) het LNG Schip toestemming krijgt om aan te leggen en te laden (lossen) in de LNG Terminal voor een periode van zesendertig (36) maanden zonder dat het daarvoor verdere tests hoeft te ondergaan.
3.2.5 Opvolging goedkeuring schip
Als een LNG Schip een bevredigende laad-/lostest heeft ondergaan in de LNG Terminal wordt de naam van het LNG Schip toegevoegd aan de lijst van goedgekeurde schepen voor de LNG Terminal in Zeebrugge.
De goedkeuringsperiode van zesendertig (36) maanden wordt automatisch verlengd met een periode van zesendertig (36) maanden zodra het LNG Schip binnen de goedkeuringsperiode in de LNG Terminal aanmeert. Dit betekent dat de goedkeuringsperiode verloopt op zesendertig (36) maanden na de laatste aanmering.
Tijdens de goedkeuringsperiode wordt de Terminal Operator op de hoogte gehouden van eventuele wijzigingen aan het LNG Schip op technisch, veiligheids- en/of managementvlak. Op basis van die wijzigingen beslist de Terminal Operator of het LNG Schip een nieuwe goedkeuring nodig heeft.
De Terminal Operator kan aanvullende veiligheids- en technische inspecties uitvoeren om na te gaan of het LNG Schip nog altijd beantwoordt aan de veiligheids- en/of operationele vereisten van de LNG Terminal. Deze inspecties kunnen zowel worden uitgevoerd op het moment dat het schip aangemeerd is in de LNG Terminal of op eender welk ander moment en plaats.
3.3 SPECIFICATIE VOOR LNG AAN HET LEVERINGSPUNT, HET HERLEVERINGSPUNT VOOR HET LADEN, HET LEVERINGSPUNT VOOR DE OVERSLAG, HET HERLEVERINGSPUNT VOOR DE OVERSLAG EN AARDGAS AAN HET HERLEVERINGSPUNT
3.3.1 Deel A – LNG specificatie voor het Leveringspunt en voor het Herleveringspunt voor het Laden
Eenheid | Min. | Max. | Testmethode | |
Methaan | Mol % | 80,0 | 100 | zie AC 3.4 |
Stikstof | Mol % | 0,0 | 1,2 | zie AC 3.4 |
Calorische Bovenwaarde | kWh/m³(n) | 10,83 | 12,43 | zie AC 3.4 |
Wobbe nummer | kWh/m³(n) | 14,17 | 15,56 | zie AC 3.4 |
LNG dichtheid bij atmosferische evenwichtsdruk, d.w.z. 1.013,35 mbar absoluut | kg/m³ LNG | 425 | 480 | zie AC 3.4 |
Referentiestandaarden
ISO-standaarden, bv. ISO 6976: 1995 voor calorische waarden (verbrandingsreferentietemperatuur: +25°C)
Berekende LNG dichtheid: herziene Klosek-McKinley-methode (Technische Nota nr. 1030, 1980).
3.3.1.1 Specifieke beperkingen voor sporen en onzuiverheden in LNG
Eenheid | Min. | Max. | Testmethode | |
iC4 | Mol % | - | 1,0 | zie AC 3.4 |
nC4 | Mol % | - | 1,0 | zie AC 3.4 |
iC5 | Mol % | - | 0,20 | zie AC 3.4 |
nC5 | Mol % | - | 0,20 | zie AC 3.4 |
C6+: | Mol % | - | 0,10 | zie AC 3.4 |
H2S + COS (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 5 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Totaal zwavel (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 22,4 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Mercaptanen (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 6 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Zuurstof | ppm (vol) | - | 10 | Elektrochemische cel (bv. Panametrics O2X1) |
CO2 | ppm (vol) | - | 100 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6974 |
CO | ppm (vol) | - | 1 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6974 |
Waterstof | ppm (vol) | - | 1 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6974 |
H2O | ppm (vol) | - | 0,1 | ISO 8943 (EN12838), ISO 15972- 1 (Capacitantiemethode bv.: Panametrics Al2O3 cel) |
Kwik | Nano g/m3(n) | - | 50 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6978 |
Dauwpunt koolwaterstof (cricondentherm) | C (1-70 bara) | - | Min 20 | Automatisch gekoelde spiegel (bv.: Condumax) |
Vaste stoffen (geen neerslag op filters met 32 mazen) | Filters met 32 mazen geïnstalleerd in LNG manifold van het schip |
3.3.1.2 Onzuiverheden
Om inwendige verstopping of erosie van de apparatuur te voorkomen, bevat het geleverde LNG algemeen gesteld geen vloeibare bestanddelen (bv. aromaten, C6H6, CO2, CH3OH …) met een concentratie van meer dan 50 % van de oplosbaarheidsgrenswaarde in LNG van dat specifieke vloeibare bestanddeel bij de bedrijfsdruk en het bedrijfstemperatuurbereik van respectievelijk 0 tot 100 bar absoluut en -162 tot + 50°C. C6H6: max. 1 ppm, CH3OH: max. 0,5 ppm.
3.3.1.3 Contaminanten
Het geleverde LNG bevat algemeen gesteld geen vloeibare of vaste contaminanten. Het Aardgas mag geen andere elementen en onzuiverheden bevatten (met inbegrip van, maar niet beperkt tot methanol, condensaat, gas odoranten) in die mate dat dit Aardgas niet kan worden vervoerd, opgeslagen en verhandeld zonder bijkomende kosten voor de aanpassing van de kwaliteit.
3.3.1.4 Dampdruk op het Leveringspunt
De Bevrachter treft alle redelijke maatregelen om de verzadigde dampdruk van elke LNG cargo die op het Leveringspunt wordt geleverd tot 1.160 mbar(a) te beperken (waarde die door een onderling overeengekomen testmethode werd bepaald). Er wordt verondersteld dat een LNG cargo niet wordt beschouwd als een Niet-Conform LNG cargo wanneer alleen de verzadigde dampdruk van de lading niet precies 1.160 mbar(a) of minder bedraagt.
In dat geval echter, overlegt de Terminal Operator met de Bevrachter om het Uitzenddebiet te verhogen of het losdebiet te verlagen tot een niveau zonder affakkeling. Als die maatregelen niet redelijkerwijs mogelijk zijn of als er geen overeenkomst kan worden gevonden, mag de Terminal Operator weigeren om een LNG cargo te aanvaarden als hij redelijkerwijs verwacht dat het lossen van deze LNG cargo zijn milieuvergunningen in gevaar kan brengen.
Als de verzadigde dampdruk van een LNG cargo hoger ligt dan 1.160 mbar(a) en er daardoor moet worden afgefakkeld, wordt de afgefakkelde hoeveelheid LNG afgetrokken van het Gas Op Voorraad van de Bevrachter.
3.3.2 Deel B – Algemene Aardgasspecificatie voor het Herleveringspunt
Eenheid | Min. | Max. | Testmethode | |
Calorische Bovenwaarde | kWh/m³(n) | 10,83 | 12,79 | zie AC 3.4 |
Wobbe nummer | kWh/m³(n) | 14,17 | 15,56 | zie AC 3.4 |
Druk (1) | barg | 55 | 80 | ISO 15970-Deel 1 |
Temperatuur | °C | 2 | 38 | ISO 15970-Deel 1 |
Dauwpunt koolwaterstof | °C van 0 barg tot 69 barg | Min 2 | Automatisch gekoelde spiegel (bv.: Condumax) | |
Dauwpunt water | °C bij 69 barg | Min 8 | ISO 15972-1 Meting van eigenschappen – enkelvoudige bestanddelen en condensatie- eigenschappen – deel 1 | |
O2 | ppm (vol) | - | 5.000 | Elektrochemische cel (bv. Panametrics O2X1) |
CO2 | Vol % | - | 2,0 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6974 |
H2S+COS (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 5 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Totaal zwavel (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 30 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
(1) Het Aardgas zal beschikbaar worden gesteld bij elke druk binnen dit bereik, zoals gevraagd door de Vervoersonderneming.
Het Aardgas mag geen andere elementen en onzuiverheden bevatten (met inbegrip van, maar niet beperkt tot methanol, condensaat, gas odoranten) in die mate dat het Aardgas niet in België kan worden vervoerd, opgeslagen en verhandeld zonder bijkomende kosten voor de aanpassing van de kwaliteit.
3.3.3 Deel C – Specifieke Aardgasspecificatie voor de Bevrachter voor het Herleveringspunt
De Bevrachter mag op elk moment aan de Terminal Operator vragen om Xxxxxxx te herleveren op het Herleveringspunt dat beantwoordt aan strengere Specificaties dan de Specificaties die onder Deel B worden vermeld, zolang die strengere Specificaties niet in strijd zijn met de Specificatie die onder Deel A wordt vermeld. Deze aanvraag wordt door de Terminal Operator ingewilligd indien deze strengere Specificatie consequent is ten opzichte van de Vervoersdienstovereenkomst die door de Klant van de Bevrachter en de Vervoersonderneming werd afgesloten, om het Aardgas op het Herleveringspunt te leveren. De Bevrachter heeft op elk moment het recht om de Specificatie die in dit Deel C is uiteengezet te amenderen door de Terminal Operator daarvan op de hoogte te brengen, zolang die Specificatie niet in strijd is met de Specificaties die onder Deel A worden vermeld.
De volgende Specificatie I en Specificatie II gelden alleen voor Xxxxxxx aan het Herleveringspunt dat de Klant van de Bevrachter heeft genomineerd voor exit aan de Zeebrugge Hub. De Specificatie die in Specificatie I hieronder wordt uiteengezet, met uitzondering voor de maximale GHV en het maximale Wobbe nummer, is geschikt voor leveringen van Aardgas van het Herleveringspunt met exit naar de Zeebrugge Hub en van de Zeebrugge Hub met exit naar het Net en de aangrenzende netten van GRT Gaz, I(UK), Wingas Transport, OGE, GTS of Zebra. De Specificatie die in Specificatie II hieronder wordt uiteengezet, is geschikt voor leveringen van Aardgas van het Herleveringspunt met exit naar de Zeebrugge Hub en van de Zeebrugge Hub met exit naar het Net en de aangrenzende netten van GRT Gaz, I(UK), Wingas Transport, OGE, GTS of Zebra.
Specificatie I wordt gebruikt als Specificatie voor het Herleveringspunt als er geen actie wordt ondernomen in overeenstemming met AC 3.8.
Specificatie II wordt gebruikt als Specificatie voor de exit van Aardgas aan de Zeebrugge Hub. De Terminal Operator verzoekt de Vervoersonderneming om actie te ondernemen in overeenstemming met de bepalingen van AC 3.8 zodat het Aardgas van de Klant van de Bevrachter aan Specificatie II voldoet, op voorwaarde dat het LNG dat aan het Leveringspunt wordt geleverd, voldoet aan de Specificatie in Deel A.
Als de Bevrachter of de Klant van de Bevrachter tijdens de Contractperiode de bijbehorende Vervoerdienstovereenkomst met de Vervoersonderneming wensen te wijzigen om het Aardgas te leveren aan een ander exit punt dan de Zeebrugge Hub, komen de betrokken Partijen samen om de eventuele vereiste wijzigingen aan dit Deel C en eventuele andere vereiste wijzigingen te bespreken.
Specificatie I
Eenheid | Min. | Max. | Testmethode | |
Calorische Bovenwaarde | kWh (25°C)/m³(n) | 10,83 | 12,43 | zie AC 3.4 |
Wobbe nummer | kWh (25°C)/m³(n) | 14,17 | 15,56 | zie AC 3.4 |
Druk (1) | barg | 55 | 80 | ISO 15970-Deel 1 |
Temperatuur | °C | 2 | 38 | ISO 15970-Deel 1 |
Dauwpunt koolwaterstof | °C van 0 barg tot 69 barg | - | Min 3 | Automatisch gekoelde spiegel (bv.: Condumax) |
Dauwpunt water | °C bij 69 barg | - | Min 12 | ISO 15972-1 Meting van eigenschappen – enkelvoudige bestanddelen en condensatie- eigenschappen – deel 1 |
O2 | ppm (vol) | - | 10 | Elektrochemische cel (bv. Panametrics O2X1) |
CO2 | Mol % | - | 2,0 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6974 |
H2S+COS (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 5 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Totaal zwavel (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 22,4 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Mercaptanen (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 6 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Waterstof | Mol % | - | 0,1 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6974 |
(1) Het Aardgas zal beschikbaar worden gesteld bij elke druk binnen dit bereik, zoals gevraagd door de Vervoersonderneming.
Het Aardgas mag geen andere elementen en onzuiverheden bevatten (met inbegrip van, maar niet beperkt tot methanol, condensaat, gas odoranten) in die mate dat het geleverde Aardgas niet kan worden vervoerd, opgeslagen en verhandeld zonder bijkomende kosten voor de aanpassing van de kwaliteit.
Specificatie II
Eenheid | Min. | Max. | Testmethode | |
Calorische Bovenwaarde | kWh/m³(n) | 10,83 | 12,38 | zie AC 3.4 |
Wobbe nummer | kWh/m³(n) | 14,17 | 15,05 | zie AC 3.4 |
Druk (1) | barg | 55 | 80 | ISO 15970-Deel 1 |
Temperatuur | °C | 2 | 38 | ISO 15970-Deel 1 |
Dauwpunt koolwaterstof | °C van 0 barg tot 69 barg | - | Min 3 | Automatisch gekoelde spiegel (bv.: Condumax) |
Dauwpunt water | °C bij 69 barg | - | Min 12 | ISO 15972-1 Meting van eigenschappen – enkelvoudige bestanddelen en condensatie- eigenschappen – deel 1 |
O2 | ppm (vol) | - | 10 | Elektrochemische cel (bv. Panametrics O2X1) |
CO2 | Mol % | - | 2,0 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6974 |
H2S+COS (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 5 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Totaal zwavel (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 22,4 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Mercaptanen (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 6 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Waterstof | Mol % | - | 0,1 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6974 |
(1) Het Aardgas zal beschikbaar worden gesteld bij elke druk binnen dit bereik, zoals gevraagd door de Vervoersonderneming.
Het Aardgas mag geen andere elementen en onzuiverheden bevatten (met inbegrip van, maar niet beperkt tot methanol, condensaat, gas odoranten) in die mate dat het geleverde Aardgas niet kan worden vervoerd, opgeslagen en verhandeld zonder bijkomende kosten voor de aanpassing van de kwaliteit.
3.3.4 Deel D – LNG specificatie voor het Leveringspunt voor Overslag en voor het Herleveringspunt voor Overslag
Eenheid | Min. | Max. | Testmethode | |
Methaan | Mol % | 80,0 | 100 | zie AC 3.4 |
Stikstof | Mol % | 0,0 | 1,2 | zie AC 3.4 |
Calorische Bovenwaarde | kWh/m³(n) | 10,83 | 12,43 | zie AC 3.4 |
Wobbe nummer | kWh/m³(n) | 14,17 | 15,56 | zie AC 3.4 |
LNG dichtheid bij atmosferische evenwichtsdruk, d.w.z. 1.013,35 mbar absoluut | kg/m³ LNG | 425 | 480 | zie AC 3.4 |
Referentiestandaarden
ISO-standaarden, bv. ISO 6976: 1995 voor calorische waarden (verbrandingsreferentietemperatuur: +25°C)
Berekende LNG-dichtheid: herziene Klosek-McKinley methode (Technische Nota nr. 1030, 1980).
3.3.4.1 Specifieke beperkingen voor sporen en onzuiverheden in LNG
Eenheid | Min. | Max. | Testmethode | |
iC4 | Mol % | - | 1,0 | zie AC 3.4 |
nC4 | Mol % | - | 1,0 | zie AC 3.4 |
iC5 | Mol % | - | 0,20 | zie AC 3.4 |
nC5 | Mol % | - | 0,20 | zie AC 3.4 |
C6+: | Mol % | - | 0,10 | zie AC 3.4 |
H2S + COS (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 5 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Totaal zwavel (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 30 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Mercaptanen (als zwavel) | mg/m3(n) | - | 6 | ISO 8943 (EN12838), ISO 19739 |
Zuurstof | ppm (vol) | - | 10 | Elektrochemische cel (bv. Panametrics O2X1) |
CO2 | ppm (vol) | - | 100 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6974 |
H2O | ppm (vol) | - | 1 | ISO 8943 (EN12838), ISO 15972- 1 (Capacitantiemethode bv.: Panametrics Al2O3 cel) |
Kwik | Nano g/m3 | - | 50 | ISO 8943 (EN12838), ISO 6978 |
Dauwpunt koolwaterstof (cricondentherm) | C (1-70 bara) | - | Min 2 | Automatisch gekoelde spiegel (bv.: Condumax) |
Vaste stoffen (geen neerslag op filters met 32 mazen) | Filters met 32 mazen geïnstalleerd in LNG manifold van het schip |
3.3.4.2 Onzuiverheden
Om inwendige verstopping of erosie van de apparatuur te voorkomen, bevat het geleverde LNG algemeen gesteld geen vloeibare bestanddelen (bv. aromaten, C6H6, CO2, CH3OH …) met een concentratie van meer dan 50 % van de oplosbaarheidsgrenswaarde in LNG van dat specifieke vloeibare bestanddeel bij de bedrijfsdruk en het bedrijfstemperatuurbereik van respectievelijk 0 tot 100 bar absoluut en -162 tot + 50°C.
3.3.4.3 Contaminanten
Het geleverde LNG bevat algemeen gesteld geen vloeibare of vaste contaminanten. Het Aardgas mag geen andere elementen en onzuiverheden bevatten (met inbegrip van, maar niet beperkt tot methanol, condensaat, gas odoranten) in die mate dat dit Aardgas niet kan worden vervoerd, opgeslagen en verhandeld zonder bijkomende kosten voor de aanpassing van de kwaliteit.
3.3.4.4 Dampdruk op het Leveringspunt voor Overslag
De Overslagbevrachter treft alle redelijke maatregelen om de verzadigde dampdruk van elke LNG cargo die op het Leveringspunt voor Overslag wordt geleverd tot 1.130 mbar(a) te beperken (waarde die door een onderling overeengekomen testmethode werd bepaald). Er wordt verondersteld dat een LNG cargo niet wordt beschouwd als een Niet-Conform LNG cargo wanneer alleen de verzadigde dampdruk van de lading niet precies 1.130 mbar(a) of minder bedraagt.
In zo'n geval komt de Terminal Operator evenwel met de Overslagbevrachter overeen dat er meer TBOG zal worden voortgebracht dan de waarden die in AC
3.1.6.2.2 worden vermeld en/of dat het losdebiet zal worden verlaagd tot op het niveau in de Overslagopslag waarin het LNG wordt gelost, dat aanvaardbaar is om het LNG tegen het Hoge Laaddebiet te laden. Als die maatregelen niet redelijkerwijs mogelijk zijn of als er geen overeenkomst kan worden gevonden, mag de Terminal Operator weigeren om een LNG cargo te aanvaarden als hij redelijkerwijs verwacht dat het lossen van deze LNG cargo zijn milieuvergunningen en de veiligheid op de LNG Terminal in gevaar kan brengen.
Als de verzadigde dampdruk van een LNG cargo die wordt gelost, hoger ligt dan
1.160 mbar(a) en er daardoor moet worden afgefakkeld, wordt de afgefakkelde hoeveelheid LNG afgetrokken van het Gas op Voorraad van de Overslagbevrachter.
3.3.4.5 Dampdruk op het Herleveringspunt voor Overslag
Onderworpen aan AC 3,9, herlevert de Terminal Operator de LNG-lading op het Herleveringspunt voor Overslag bij een verzadigde dampdruk (die wordt bepaald aan de hand van een onderling overeengekomen testmethode), die maximaal 60 mbar hoger ligt dan de verzadigde dampdruk van dit LNG wanneer het werd geleverd op het Leveringspunt voor Overslag.
Onverminderd de voorgaande bepalingen treft de Terminal Operator op uitdrukkelijk en schriftelijk verzoek door de Overslagbevrachter alle redelijke maatregelen om het vaartuig dat zal vertrekken, tegen een hogere verzadigde dampdruk te laden - op voorwaarde dat de kapitein van het LNG Schip hiervoor zijn toestemming verleent en de Terminal Operator zijn activiteiten kan voortzetten als Redelijke en Voorzichtige Operator.
3.4 TEST- EN MEETMETHODEN
Dit deel beschrijft de gedetailleerde procedures voor de monsterneming en analyse van LNG en voor het peilen van het LNG volume dat wordt gelost van of geladen naar het LNG Schip en voor de berekening van de dichtheid en Calorische Bovenwaarde van het LNG geleverd op het Leveringspunt, het Leveringspunt voor Overslag, het Herleveringspunt voor Laden of het Herleveringspunt voor Overslag.
3.4.1 Sectie I - Definities
Verwijzingen naar het GIIGNL LNG Custody Transfer Handbook, (GIIGNL LNG CTHB), GPA-, ISO- of ASTM- standaarden en -procedures zijn verwijzingen naar onder meer de recentst gepubliceerde herzieningen ervan:
a) ISO 8943 en EN 12838 voor de monsterneming van LNG (respectievelijk de continue en de discontinue methode).
b) ISO 6578 voor de berekeningsprocedure van de dichtheid van LNG (input: molaire samenstelling van LNG en de temperatuur van LNG)
c) ISO 6974 voor de chromatografische analyse van gas voor de bepaling van de molaire samenstelling van gas
d) ISO 6976 voor verbrandings- (verwarmings)eigenschappen die op basis van de molaire samenstelling worden berekend
e) ISO 19739 Bepaling van zwavelverbindingen met behulp van gaschromatografie
f) ISO 15972-1 Meting de van eigenschappen – Enkelvoudige bestanddelen en condensatie-eigenschappen – deel 1: bepaling van watergehalte en dauwpunt water
3.4.2 Sectie II - Tankpeiltabellen
3.4.2.1 Kalibratie van LNG tanks
De Bevrachter, respectievelijk Overslagbevrachter, voert de volgende taken uit voordat hij een LNG Schip begint te gebruiken:
a) in het geval van een LNG Schip waarvan de tanks nooit werden gekalibreerd, ervoor zorgen dat elke LNG tank van dergelijk LNG Schip wordt gekalibreerd voor volume ten opzichte van bestaande ISO standaarden door een onafhankelijk expert waarover de Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator het onderling eens zijn, of
b) in het geval van een LNG Schip waarvan de tanks eerder al werden gekalibreerd, aan de Terminal Operator een bewijs voorleggen van zulke geldige kalibratie door een onafhankelijk expert en, indien er andere eisen gelden, zorgen voor de herkalibratie van alle tank volume meetapparaten door een onafhankelijk expert waarover de Bevrachter of Overslagbevrachter en de
Terminal Operator het onderling eens zijn, in overeenstemming met de gerelateerde meet- en testbepalingen van de LNG Overeenkomst.
3.4.2.2 Voorbereiding van de tankpeiltabellen
De Bevrachter of Overslagbevrachter laat een onafhankelijk expert tankpeiltabellen opstellen voor elke LNG tank van elk vaartuig dat de Bevrachter of Overslagbevrachter wil gebruiken als LNG Schip op basis van de resultaten van de kalibratie waarnaar in AC 3.4.2.1 hierboven wordt verwezen. Dergelijke tankpeiltabellen omvatten dieploodtabellen, correctietabellen voor slagzij (hiel) en trim, volumecorrecties met betrekking tot de diensttemperatuur van de tank en andere correcties indien vereist.
3.4.2.3 Onnauwkeurigheid van tankpeiltabellen
De tankpeiltabellen die worden opgesteld in overeenstemming met AC 3.4.2.2 hierboven vermelden de volumes in Kubieke Meter afgerond tot het dichtstbijzijnde duizendste met tankdiepten in meter afgerond tot het dichtstbijzijnde honderdste voor de hele reeks tankdiepten en bovendien uitgedrukt in aantal millimeter tankdiepte in een bereik van 0 tot 8 % en van 92 tot 100 % van het maximale effectieve LNG cargo tank volume. De onnauwkeurigheid van de tankpeiltabellen zal in geen enkel geval meer dan ± 0,2
% bedragen.
3.4.2.4 Herkalibratie van LNG tanks in het geval van vervorming, versterking, wijziging of vervallen van kalibratie certificaat
Indien een LNG tank van eender welk LNG Schip vervormd is of een versterking of een wijziging ondergaat die van die aard is dat de Bevrachter of Overslagbevrachter of de Terminal Operator redelijkerwijs de geldigheid in vraag kunnen stellen van de tankpeiltabellen waarnaar in AC 3.4.2.2 wordt verwezen hierboven, zorgt de Bevrachter of Overslagbevrachter ervoor dat dergelijke LNG tank opnieuw wordt gekalibreerd op dezelfde manier die werd uiteengezet in AC
3.4.2.1 en 3.4.2.2 en dit gedurende eender welke periode wanneer dergelijk LNG Schip buiten dienst is wegens inspectie en/of herstellingen. Daartoe brengt de Bevrachter of Overslagbevrachter de Terminal Operator onmiddellijk op de hoogte van elke dergelijke gebeurtenis die een invloed kan hebben op de nauwkeurigheid van de LNG tankpeiltabellen voor eender welk van de LNG Schepen.
Indien voor de kalibratie van eender welke LNG tank of eender welk LNG Schip een vervaldatum geldt, zorgt de Bevrachter of Overslagbevrachter ervoor dat die LNG tanks op dezelfde manier opnieuw worden gekalibreerd als uiteengezet in AC 3.4.2.1 en 3.4.2.2.
Behalve in de omstandigheden die voorzien zijn in AC 3.4.2.4, is er geen andere herkalibratie van een LNG tank van een LNG Schip nodig.
3.4.3 Sectie III – Selectie van meetapparaten
3.4.3.1 Vloeistof peilmeetapparaten
3.4.3.1.1 Elke LNG tank van elk LNG Schip is uitgerust met een hoofd en een ondersteunend vloeistof peilmeetapparaat die elk gebruik maken van een verschillend meetprincipe in overeenstemming met de bestaande ISO standaarden. Voordat een LNG Schip wordt gebruikt, worden de Bevrachter of Overslagbevrachter en de Terminal Operator het eens over de keuze van het vloeistof peilmeetapparaat dat voor elke LNG tank op elk LNG Schip als hoofd- en hulpapparaat zal worden gebruikt. Tenzij anders overeengekomen, heeft elke LNG tank van elk LNG Schip een systeem met een radar als hoofd vloeistof peilmeetapparaat en een type met een vlotter als ondersteunend vloeistof peilmeetapparaat.
3.4.3.1.2 De meet onnauwkeurigheid van de hoofd vloeistof peilmeetapparaten is zo klein mogelijk en bedraagt niet meer dan + 10 millimeter.
3.4.3.1.3 Het peil in elke LNG tank wordt geregistreerd of afgedrukt.
3.4.3.2 Temperatuur meetapparaten
3.4.3.2.1 Tenzij een andere oplossing door de Terminal Operator werd goedgekeurd, is elke LNG tank van elk LNG Schip uitgerust met minstens vijf (5) temperatuur meetapparaten (1 voor damp en minimaal 4 voor vloeistof) die op of dicht bij de verticale as van dergelijke LNG tank worden geplaatst. Elke temperatuur sensor wordt door een reserve sensor ondersteund, die in noodgevallen kan worden gebruikt.
3.4.3.2.2 Twee sensoren, waaronder een reserve sensor, worden telkens op of bij de onderkant van de tank en de bovenkant van de tank geïnstalleerd zodat de temperaturen van respectievelijk de vloeistof en de damp constant worden gemeten. De andere sensoren en hun reserves worden met een even grote onderlinge afstand tussen de onderkant en de bovenkant van de tank geïnstalleerd. Alle sensoren worden zo gemonteerd dat hun werking niet wordt beïnvloed door opspattend LNG wanneer de sproeipompen werken.
3.4.3.2.3 De meet onnauwkeurigheid van de temperatuur meetapparaten zal de volgende grenswaarden niet overschrijden:
Temp. Temp. bereik, °C | Grenswaarde, +/- °C |
-165 tot -140 | 0,2 |
-140 tot -120 | 0,3 |
-120 tot +80 | 1,5 |
3.4.3.2.4 De temperaturen in elke LNG tank worden geregistreerd of afgedrukt.
3.4.3.3 Druk meetapparaten
3.4.3.3.1 Elke LNG tank van elk LNG Schip is uitgerust met één meetapparaat voor de absolute druk (als input voor custody transfer berekeningen) en één meetapparaat voor de relatieve druk voor operationele doeleinden.
3.4.3.3.2 De meetonnauwkeurigheid van het druk meetapparaat bevindt zich binnen plus of min één procent (+ 1,0 %) over de volledige schaalverdeling. De verwachte onnauwkeurigheid bedraagt + 0,01 bar.
3.4.3.3.3 De druk in elke LNG tank wordt geregistreerd of afgeprint.
3.4.3.4 Controle van meetapparaten
De meetapparaten worden op hun nauwkeurigheid gecontroleerd. Xxxx onnauwkeurigheid van een apparaat dat de toegelaten tolerantie overschrijdt, vereist een correctie van de meetwaarden en de berekeningen.
3.4.4 Sectie IV - Meetprocedures
3.4.4.1 Algemeen
Alle metingen en berekeningen worden uitgevoerd in aanwezigheid van aangewezen vertegenwoordigers van zowel de Bevrachter of Overslagbevrachter als de Terminal Operator. De afwezigheid van de aangeduide vertegenwoordigers van de Bevrachter of Overslagbevrachter of de Terminal Operator betekent echter niet dat een bediening of berekening niet kan worden uitgevoerd, op voorwaarde dat er een redelijke kennisgeving werd verstrekt om aanwezig te zijn.
3.4.4.2 Vloeistofpeil
3.4.4.2.1 De meting van het vloeistofpeil in elke LNG tank van elk LNG Schip gebeurt tot op de millimeter precies met behulp van het hoofd vloeistofpeilapparaat waarnaar in AC 3.4.3.1 van dit document wordt verwezen. Als het hoofd vloeistofpeilapparaat voor een specifieke LNG cargo tank niet werkt, wordt het ondersteunend apparaat voor die specifieke LNG cargo tank gebruikt.
3.4.4.2.2 Er worden minstens vijf (5) snel opeenvolgende metingen uitgevoerd. Het rekenkundig gemiddelde van die meetwaarden wordt als het vloeistofpeil beschouwd.
3.4.4.2.3 Dergelijk rekenkundig gemiddelde wordt berekend tot op de dichtstbijzijnde 0,1 millimeter en wordt tot de dichtstbijzijnde millimeter afgerond.
3.4.4.3 Temperatuur
3.4.4.3.1 Op hetzelfde moment dat het vloeistofpeil wordt gemeten, wordt de temperatuur gemeten tot op de dichtstbijzijnde nul komma één graad Celsius (0,1°C) met behulp van de temperatuur meetapparaten waarnaar in AC 3.4.3.2 van dit document wordt verwezen.
3.4.4.3.2 Teneinde de temperatuur van de vloeistof en de damp in de LNG tanks van een LNG Schip te bepalen, wordt één (1) meting uitgevoerd bij elk temperatuur meetapparaat in elke LNG tank. Een rekenkundig gemiddelde van dergelijke meetwaarden met betrekking tot damp en vloeistof in alle LNG tanks wordt beschouwd als respectievelijk de definitieve damp temperatuur en de definitieve vloeistof temperatuur.
3.4.4.3.3 Dergelijk rekenkundig gemiddelde wordt berekend tot de dichtstbijzijnde nul komma nul één graad Celsius (0,01°C) en wordt afgerond naar de dichtstbijzijnde nul komma één graad Celsius (0,1°C).
3.4.4.4 Druk
3.4.4.4.1 Op hetzelfde moment dat het vloeistofpeil wordt gemeten, wordt de absolute druk in elke LNG tank gemeten tot op de dichtstbijzijnde 0,001 bar met behulp van het drukmeetapparaat waarnaar in AC 3.4.3.3 van dit document wordt verwezen.
3.4.4.4.2 De absolute druk in de LNG tanks van elk LNG Schip wordt bepaald door één (1) meetwaarde van het drukmeetapparaat in elke LNG tank te nemen en door vervolgens het rekenkundig gemiddelde van al die meetwaarden te berekenen.
3.4.4.4.3 Zulk rekenkundig gemiddelde wordt berekend en tot op de dichtstbijzijnde 0,001 bar afgerond.
3.4.4.5 Procedures in geval van een Storing in een Meetapparaat
Als de metingen waarnaar in AC 3.4.4.2, 3.4.4.3 en 3.4.4.4 van dit document wordt verwezen, onmogelijk worden ten gevolge van een storing van meetapparaten,
bepalen de Terminal Operator en de Bevrachter of Overslagbevrachter in onderling overleg alternatieve meetprocedures.
3.4.4.6 Bepaling van het volume LNG gelost of geladen
3.4.4.6.1 De slagzij en trim van het LNG Schip worden gemeten op hetzelfde moment als het vloeistofpeil en de temperatuur van het LNG in elke LNG tank van het LNG Schip. Dergelijke metingen worden uitgevoerd vlak voordat met de laadoperaties wordt begonnen en onmiddellijk nadat de laadoperaties zijn voltooid, na het aftappen van vloeistofarmen, het afsluiten van de manifold isolatie afsluiters van het schip en zodra er gestabiliseerde vloeistofpeil voorwaarden zijn bereikt. Alle cargo vloeistofleidingen van het LNG Schip bevinden zich in dezelfde toestand –
d.w.z. allemaal leeg of vol met LNG – en dit zowel bij het openen (vóór de cargo operaties) als bij het sluiten (na de cargo operaties) van de custody transfer meting. Het volume van het LNG, dat in Kubieke Meter wordt uitgedrukt tot op de dichtstbijzijnde 0,001 Kubieke Meter, wordt bepaald met behulp van de tankpeiltabellen waarnaar in AC 3.4.2 van dit document wordt verwezen en door het toepassen van de volumecorrecties die erin worden vermeld.
3.4.4.6.2 Het volume van het geloste LNG wordt bepaald door het totale volume van het LNG in alle LNG tanks onmiddellijk na het lossen af te trekken van het totale volume in alle LNG tanks onmiddellijk voordat met het lossen werd begonnen. Dit volume van het geloste LNG wordt vervolgens tot op de dichtstbijzijnde Kubieke Meter afgerond.
3.4.4.6.3 Het volume van het geladen LNG wordt bepaald door het totale volume van het LNG in alle LNG tanks onmiddellijk vóór het laden af te trekken van het totale volume in alle LNG tanks onmiddellijk na het laden. Dit volume van het geladen LNG wordt vervolgens tot op de dichtstbijzijnde Kubieke Meter afgerond.