Contract
Deze Bijzondere Voorwaarden vormen één geheel met de Algemene Voorwaarden en de Algemene Begripsomschrijvingen. Veel verzekeringsbegrippen lichten wij toe in de Algemene Begripsomschrijvingen. Een aantal aanvullende begrippen leggen wij in het eerste artikel van deze verzekering uit.
Inhoud
Algemeen
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
Artikel 41 Vergoeding van kosten van hulpverlening buiten Nederland
Artikel 42 Huur van een personenauto in het
buitenland (zonder aanhanger) Artikel 43 vervangende personenauto binnen
Nederland
Artikel 44 Aanvullende uitsluitingen
Artikel 45 Taakvervulling SOS International
Artikel 46 Terugvordering van kosten voor diensten die niet onder de dekking vallen
Clausules
Artikel 2 Geldigheidsgebied Artikel 3 Einde van de verzekering
Artikel 4 Tijdelijke vervanging van de personenauto
De aansprakelijkheidsdekking
Artikel 5 Omvang van de dekking
Artikel 6 Dekking voor schade aan eigen voertuigen Artikel 7 Borgstelling
Artikel 8 Kosten ter voorkoming en vermindering van schade
Artikel 9 Vervoer van gewonden Artikel 10 Aanvullende uitsluitingen Artikel 11 Verhaal op de verzekerde De beperkt cascodekking
Artikel 12 Omvang van de dekking Artikel 13 Eigen risico
De cascodekking
Artikel 14 Omvang van de dekking Artikel 15 Eigen risico
Aanvullende bepalingen beperkt casco dekking en casco dekking
Artikel 16 Verplichtingen voor diefstalpreventie Artikel 17 Dekking boven het verzekerd bedrag Artikel 18 Aanvullende uitsluitingen
Artikel 19 Verplichtingen in geval van schade Artikel 20 Vaststelling van de schade
Artikel 21 Vergoeding van de schade Artikel 22 Regeling in geval van verlies Artikel 23 Afstand van verhaal
De ongevallen voor inzittenden dekking
Artikel 24 Aanvullende begripsomschrijvingen Artikel 25 Verhoogde uitkeringen
Artikel 26 Beperkingen in verband met de leeftijd van de inzittenden
Artikel 27 Aantal inzittenden
Artikel 28 Aanvullende uitsluitingen Artikel 29 Verplichtingen bij een ongeval
Artikel 30 Vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit
Artikel 31 Uitkering bij overlijden
Artikel 32 Uitkering bij blijvende invaliditeit Artikel 33 Cumulatieve dekking
Artikel 34 Gezinsdekking
Artikel 35 Begunstiging Artikel 36 Wettelijke rente Premie
Artikel 37 Premievaststelling
Artikel 38 Terugbetaling van premie Hulpverlening door SOS International Artikel 39 Omvang van de hulpverlening
Artikel 40 Vergoeding van kosten van hulpverlening binnen Nederland
Algemeen
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
In deze Bijzondere Voorwaarden wordt verstaan onder:
1. Aanhanger
Een caravan, een aanhangwagen met maximaal 4 wielen of een daarmee gelijk te stellen object.
2. Personenauto
Het motorrijtuig dat op het polisblad staat vermeld en:
- een voertuig waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven en waarvan het gewicht van het ledige voertuig, vermeerderd met het laadvermogen, niet meer bedraagt dan 3500 kilogram,
- waarvoor voor het besturen een rijbewijs voor de categorie B of B/E is vereist en dat uitsluitend is bestemd en ingericht voor vervoer van maximaal 9 personen.
Tot de personenauto behoren:
- de onderdelen van de standaarduitrusting die aan, op of in de personenauto zijn bevestigd inclusief de standaard in de personenauto geïntegreerde autotelefoons en overige communicatieapparatuur, geluidsapparatuur, beeldapparatuur, zendapparatuur, navigatieapparatuur, detectieapparatuur en computerapparatuur;
- de onderdelen waarmee in de standaarduitvoering van de personenauto verandering is aangebracht.
3. Verzekerde
a. U, de eigenaar, de houder, de bestuurder en de passagiers van de personenauto;
b. de werkgever van de personen die onder a staan omschreven, wanneer deze op grond van artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk is voor de schade die door de verzekerde is veroorzaakt.
Artikel 2 Geldigheidsgebied
De verzekering is geldig binnen Europa, op de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en in de Aziatische en Afrikaanse landen die grenzen aan de Middellandse Zee. Voor de aansprakelijkheidsdekking geldt de verzekering echter niet voor de landen die op uw Internationaal Motorrijtuigverzekeringsbewijs (groene kaart) zijn doorgehaald.
Artikel 3 Einde van de verzekering
Naast de bepalingen die in artikel 4 van de Algemene Voor- waarden zijn opgenomen, eindigt deze verzekering ook wan- neer de personenauto:
1. gewoonlijk in het buitenland wordt gestald;
2. een buitenlands kenteken gaat voeren. U moet ons hiervan direct op de hoogte te brengen.
Artikel 4 Tijdelijke vervanging van de personenauto
In de tijd dat de personenauto voor onderhoud of reparatie tijdelijk buiten gebruik is, bieden wij ook dekking voor een vervangende, gelijkwaardige personenauto die niet uw eigendom is.
De aansprakelijkheidsdekking
Indien uit het polisblad blijkt dat Wettelijke Aansprakelijkheid is verzekerd, zijn de onderstaande artikelen 5 tot en met 11 van toepassing.
Artikel 5 Omvang van de dekking
1. Deze verzekering wordt geacht aan de eisen die in de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen
(W.A.M.) worden gesteld te voldoen.
2. Wij bieden dekking voor de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade die met of door de personenauto aan personen en/of zaken wordt toegebracht, tot maximaal het verzekerde bedrag per gebeurtenis.
3. Vindt de gebeurtenis plaats in een land dat behoort tot het geldigheidsgebied, waar op grond van een met de
W.A.M. overeenkomende wet een hoger maximum bedrag is voorgeschreven, dan geldt dat hogere bedrag ook voor deze verzekering.
4. Wij bieden ook dekking voor de aansprakelijkheid voor schade die aan personen en/of zaken is toegebracht:
a. met of door een aanhanger die aan de personenauto is gekoppeld;
b. met of door een aanhanger die niet meer aan de personenauto is gekoppeld, maar niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
c. met of door een aanhanger die niet meer aan de personenauto is gekoppeld en veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen. In dat geval is de aansprakelijkheid alleen gedekt als hiervoor geen dekking bestaat onder een andere verzekering, al dan niet van oudere datum en de andere verzekering ook geen dekking biedt als deze verzekering niet zou bestaan;
d. tijdens het bij wijze van vriendendienst met de personenauto slepen van een ander motorrijtuig. De schade die is toegebracht aan het gesleepte motor- rijtuig en aan de personen en zaken die zich daaraan, daarin of daarop bevinden is van deze dekking uitgesloten;
e. met of door zaken die worden vervoerd met de personenauto en/of de aanhanger die aan de personenauto is gekoppeld en:
- zich daaraan, daarin of daarop bevinden,
- daar vanaf of daaruit vallen of
- daar vanaf of daaruit zijn gevallen;
f. door passagiers die zich in de personenauto bevinden of daar in- of uitstappen.
Artikel 6 Dekking voor schade aan eigen voertuigen
1. Particuliere voertuigen
Wij bieden dekking voor schade die door een fout van
de feitelijke bestuurder is toegebracht met of door de personenauto aan een ander motorrijtuig of een aanhanger waarvan u, uw echtgenoot/echtgenote en/of degene met wie u in gezinsverband samenwoont, particulier bezitter of houder is. Dit op voorwaarde dat de personenauto en het voertuig waaraan schade is veroorzaakt hoofdzakelijk door de eerder genoemde personen worden bestuurd of gebruikt. De dekking geldt ook voor de eventuele waardevermindering die ontstaat door de schade aan het betreffende voertuig.
2. Bedrijfsvoertuigen
Wij bieden dekking voor schade die door een fout van de feitelijke bestuurder is toegebracht met of door de personenauto aan een ander motorrijtuig of een aanhangwagen waarvan uw eigen bedrijf bezitter of houder is. Wij verlenen geen dekking voor de bedrijfsschade en/of waardevermindering.
3. Uitsluitingen
De dekking die in lid 1 en 2 van dit artikel is omschreven geldt niet voor:
a. schade aan de personenauto;
b. schade aan een aanhanger of oplegger die is gekoppeld aan de personenauto die de schade veroorzaakt;
c. schade die is toegebracht in de gebouwen of op de terreinen die bij uw bedrijf horen.
Artikel 7 Borgstelling
1. Ongeacht of het verzekerde bedrag voldoende is om de schade te vergoeden, heeft de verzekerde bij een gedekte gebeurtenis recht op verstrekking van een waarborgsom van maximaal € 50.000,-. Deze waarborgsom verstrekken wij wanneer een bevoegde overheidsinstanties deze verlangt voor de vrijlating van een verzekerde, de teruggave van zijn rijbewijs of de opheffing van een beslag dat is gelegd op de personenauto.
2. Als de verzekerde de verstrekking van de waarborgsom accepteert, machtigt hij ons onherroepelijk daarover te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven. Hij aanvaardt ook de verplichting om alle medewerking te verlenen om volledige terugbetaling te verkrijgen.
3. De verzekerde moet het bedrag van de waarborgsom zo spoedig mogelijk terug betalen, maar in ieder geval binnen 1 jaar nadat de waarborgsom is verstrekt.
Artikel 8 Kosten ter voorkoming en vermindering van schade
Ongeacht of het verzekerde bedrag voldoende is om de schade te vergoeden, bieden wij dekking voor de onkosten die de verzekerde maakt om schade te voorkomen of te verminderen in de zin van artikel 283 van het Wetboek van Koophandel. Er moet dan wel sprake zijn van een gebeurtenis die onder de dekking van deze verzekering valt. De vergoeding bedraagt maximaal € 500.000,- per gebeurtenis.
Artikel 9 Vervoer van gewonden
Wij bieden dekking voor schade aan of verontreiniging van de bekleding van de personenauto, die ontstaat als de verzekerde kosteloos personen vervoert die bij een ongeval gewond zijn geraakt.
Artikel 10 Aanvullende uitsluitingen
Naast de uitsluitingen die in de Algemene Voorwaarden zijn opgenomen, gelden de volgende bepalingen.
Wij verlenen geen dekking voor schade die is ontstaan:
1. tijdens het deelnemen aan of het voorbereiden tot snelheidsritten en wedstrijden. Wij bieden wel dekking tijdens het deelnemen aan betrouwbaarheids- of puzzelritten of soortgelijke evenementen;
Artikel 11 Verhaal op de verzekerde
Het is mogelijk dat wij volgens de W.A.M., een overeenko- mende buitenlandse wet of op grond van deze verzekering schade en kosten moeten voldoen, die wij op grond van een uitsluiting niet zouden hebben vergoed.
In dat geval hebben wij het recht het bedrag van de schade en kosten te verhalen op de verzekerde voor wie de uitsluiting geldt.
2. tijdens verhuur of leasing van de personenauto;
3. als de feitelijke bestuurder niet in het bezit is van een
geldig wettelijk voorgeschreven rijbewijs voor de personenauto, met de eventueel daaraan gekoppelde aanhanger. Deze uitsluiting geldt niet wanneer:
a. de bestuurder onopzettelijk heeft nagelaten om na het einde van de geldigheidsduur zijn rijbewijs te laten vernieuwen. Als de bestuurder 70 jaar of ouder is, mag in dat geval de geldigheidsduur niet langer zijn verlopen dan 1 jaar;
b. de bestuurder minder dan 3 maanden voor de gebeurtenis is geslaagd voor het rijvaardigheidsexamen, maar het rijbewijs nog niet is uitgereikt;
c. de feitelijke bestuurder:
- de personenauto bestuurt onder toezicht,
- voldaan is aan de wettelijke eisen voor het onder toezicht besturen van een personenauto en
- de toezichthouder les geeft zonder daarvoor betaling te ontvangen;
4. als de feitelijke bestuurder niet bevoegd is een motorrijtuig te besturen op grond van een wet of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak;
5. wanneer uit het Kentekenregister van de Rijksdienst voor het Wegverkeer blijkt dat het kenteken van de personenauto op het moment van de gebeurtenis niet op uw naam geregistreerd stond. Deze uitsluiting geldt niet wanneer u ons de afwijkende tenaamstelling hebt gemeld en wij die tenaamstelling hebben geaccepteerd.
Ook verlenen wij geen dekking voor de aansprakelijkheid voor:
6. personenschade die is toegebracht aan de bestuurder van de personenauto waarmee het ongeval is veroorzaakt;
7. schade die is veroorzaakt door een persoon die niet uit- drukkelijk of stilzwijgend van een daartoe bevoegde per- soon toestemming heeft gekregen om als bestuurder of als passagier gebruik te maken van de personenauto;
8. schade die is toegebracht aan zaken die met de personenauto worden vervoerd. Wel gedekt is de schade aan reisbagage en eigendommen van de passagiers die zich in de personenauto bevinden;
9. schade die is ontstaan tijdens het laden of lossen van de personenauto;
10. schade die is toegebracht aan roerende of onroerende zaken, die u of de bestuurder toebehoren of in bezit hebben. Deze uitsluiting geldt niet voor de dekking die is omschreven in artikel 5.
De uitsluitingen in lid 1 t/m 3 en 5 gelden niet als de verzekerde aantoont dat de genoemde omstandigheden hem niet kunnen worden verweten.
De beperkt cascodekking
Indien uit het polisblad blijkt dat de personenauto Beperkt Casco is verzekerd, zijn de onderstaande artikelen 12 en 13 van toepassing.
Artikel 12 Omvang van de dekking
Wij bieden dekking voor de schade aan of het verlies van de personenauto door:
1. brand, ontploffing, blikseminslag, zelfontbranding en kortsluiting;
2. ruitbreuk (inclusief zonnedak), voor zover er geen andere schade aan de personenauto is ontstaan dan schade die is veroorzaakt door scherven van de ruit;
3. diefstal, braak, verduistering, oplichting, joyriding, vermissing en poging tot diefstal, braak en joyriding;
4. rellen, relletjes en opstootjes (waaronder wij niet verstaan kwaadwillige beschadiging);
5. storm en door storm vallende of bewegende voorwerpen;
6. aardbeving, aardverschuiving, hagel, instorting tengevolge van een natuurverschijnsel, inundatie, lawines, overstroming, van een berg of natuurlijke helling vallend gesteente, vloedgolf, vulkanische uitbarsting;
7. luchtverkeer;
8. botsing met vogels of loslopende dieren. Wij verlenen geen dekking voor de schade die ontstaat door een botsing of aanraking met andere zaken als gevolg van de botsing met vogels of loslopende dieren;
9. een van buiten komend onheil tijdens vervoer van de personenauto door een transportondernemer. Wij verlenen geen dekking voor schade die is ontstaan tij- dens:
- het vervoer, als die schade uitsluitend bestaat uit schrammen, krassen of lakschade;
- takelen en slepen;
10. bevriezing die het gevolg is van een onder deze verzekering gedekte gebeurtenis.
De dekking die staat omschreven onder 1 en 2 geldt ook wanneer de gebeurtenis een gevolg is van een eigen gebrek van de personenauto.
Artikel 13 Eigen risico
1. De volgende eigen risico's zijn van toepassing:
a. € 130,- van iedere schade die in artikel 12 staat omschreven;
b. € 65,- van iedere ruitschade (zie artikel 12.2), wanneer de ruit wordt vervangen door een met ons samenwerkend herstelbedrijf. Wanneer een beschadiging van een ruit wordt hersteld, berekenen wij geen eigen risico.
2. Wanneer de verzekerde de personenauto rechtstreeks laat herstellen bij een herstelbedrijf dat met ons
samenwerkt, verminderen wij het geldende eigen risico met € 65,-.
3. Voor de gebeurtenissen die in artikel 12 zijn omschreven is het eigen risico van toepassing dat in lid 1.a staat, behalve wanneer voor de genoemde gebeurtenissen een verplicht hoger eigen risico is overeengekomen.
4. Wanneer er sprake is van diefstal van de gehele personenauto terwijl deze op het moment van diefstal aantoonbaar was voorzien van:
- een SCM/TNO goedgekeurd anti-diefstalsysteem van minimaal klasse 1, voorzien van een SCM- certificaat of
- een technisch gelijkwaardig af-fabriek anti-diefstal- systeem of
- een SCM/TNO goedgekeurd mechanisch anti- diefstal-systeem dat door ons geaccepteerd is en u ons alle daarbij geleverde sleutels kunt overleggen,
verminderen wij het eigen risico dat in de polis voor dief- stal staat vermeld met € 130,-.
De cascodekking
Indien uit het polisblad blijkt dat de personenauto Casco is verzekerd, zijn de onderstaande artikelen 14 en 15 van toepassing.
Artikel 14 Omvang van de dekking
1. Schade aan of verlies van de personenauto
Wij bieden dekking voor de schade aan of het verlies van de personenauto door:
a. brand, ontploffing, blikseminslag, zelfontbranding en kortsluiting;
b. ruitbreuk (inclusief zonnedak), voor zover er geen andere schade aan de personenauto is ontstaan dan schade die is veroorzaakt door scherven van de ruit;
c. diefstal, braak, verduistering, oplichting, joyriding, vermissing en poging tot diefstal, braak en joyriding;
d. rellen, relletjes en opstootjes;
e. kwaadwillige beschadiging;
f. storm en door storm vallende of bewegende voorwerpen;
g. aardbeving, aardverschuiving, hagel, instorting tengevolge van een natuurverschijnsel, inundatie, lawines, overstroming, van een berg of natuurlijke helling vallend gesteente, vloedgolf, vulkanische uitbarsting;
h. luchtverkeer;
i. een van buiten komend onheil tijdens vervoer van de personenauto door een transportondernemer. Wij verlenen geen dekking voor schade die is ontstaan tijdens:
- het vervoer, als die schade uitsluitend bestaat uit schrammen, krassen of lakschade;
- takelen en slepen;
j. bevriezing die het gevolg is van een onder deze verzekering gedekte gebeurtenis;
k. botsen, stoten, omslaan, slippen, te water of van de weg raken;
l. ieder ander onverwacht van buiten komend onheil. De dekking die staat omschreven in sub a, b en k geldt ook wanneer de gebeurtenis een gevolg is van een eigen gebrek van de personenauto.
2. Schade aan de motor en/of aandrijving
Ook bieden wij dekking voor de schade aan de motor en/of aandrijving, die voortvloeit uit een eigen gebrek. Hierbij moet aan alle hierna volgende voorwaarden zijn voldaan:
a. de personenauto is niet ouder dan 36 maanden;
b. met de personenauto is niet meer gereden dan
100.000 km;
c. de personenauto is volgens het kentekenbewijs eigendom van de eerste eigenaar;
d. de schade is geen gevolg van slijtage;
e. aantoonbaar onderhoud heeft plaatsgevonden volgens de voorschriften van de fabrikant;
f. het onderhoud is verricht door een BOVAG erkend bedrijf of door de officiële dealer.
Deze dekking geldt voor de:
1. aandrijving.
Hieronder verstaan wij de aandrijfassen, het as- en differentieelhuis voor en achter met alle inwendige onderdelen, de kruiskoppelingen, de naven en de wiellagers;
2. elektrische installatie.
Hieronder verstaan wij de dynamo, de spanningsregelaar en de startmotor;
3. motor.
Hieronder verstaan wij de motor met alle inwendige onderdelen, het brandstofsysteem, de distributie, het koelsysteem, de spruitstukken, de turbo, de ventilator en het vliegwiel. Van de dekking zijn uitgesloten verbrande kleppen en klepzetels en de elektronische componenten;
4. transmissie.
Hieronder verstaan wij het versnellingsbakhuis met alle inwendige onderdelen, de hulpversnellingsbak, de koppelingsplaat met drukgroep en de koppelomvormer.
Artikel 15 Eigen risico
1. De volgende eigen risico's zijn van toepassing:
a. € 130,-van iedere schade die in artikel 14 staat omschreven;
b. € 250,-van iedere schade die in artikel 14.1.k en l staat omschreven, als dat eigen risico op het polisblad staat vermeld, voor bestuurders die jonger zijn dan 24 jaar;
c. € 65,- van iedere ruitschade (zie artikel 14.1.b), wan- neer de ruit wordt vervangen door een met ons samenwerkend herstelbedrijf. Wanneer een beschadiging van een ruit wordt hersteld, berekenen wij geen eigen risico.
2. Wanneer de verzekerde de personenauto rechtstreeks laat herstellen bij een herstelbedrijf dat met ons samenwerkt, verminderen wij het geldende eigen risico met € 65,-.
3. Voor de gebeurtenissen die in artikel 14 zijn omschreven is het eigen risico van toepassing dat in lid 1.a en b staat, behalve wanneer voor de genoemde gebeurtenissen een verplicht hoger eigen risico is overeengekomen.
4. Wanneer er sprake is van diefstal van de gehele personenauto terwijl deze op het moment van diefstal aantoonbaar was voorzien van:
- een SCM/TNO goedgekeurd anti-diefstalsysteem
van minimaal klasse 1, voorzien van een SCM- certificaat, of
- een technisch gelijkwaardig af-fabriek anti- diefstalsysteem, of
- een SCM/TNO goedgekeurd mechanisch anti- diefstalsysteem dat door ons geaccepteerd is en u ons alle daarbij geleverde sleutels kunt overleggen,
verminderen wij het eigen risico dat in de polis voor dief- stal staat vermeld met € 130,-.
5. Wanneer de personenauto onder toezicht wordt bestuurd (zie artikel 10.3.c), geldt het eigen risico voor bestuurders die jonger zijn dan 24 jaar als de toezichthouder xxxxxx is dan 24 jaar.
Aanvullende bepalingen beperkt casco dekking en casco dekking
Indien uit het polisblad blijkt dat de personenauto Beperkt Casco of Casco is verzekerd, zijn de onderstaande artikelen 16 tot en met 23 van toepassing.
Artikel 16 Verplichtingen voor diefstalpreventie
Uit het polisblad blijkt of uw auto verplicht van een anti- diefstalsysteem moet zijn voorzien en aan welke klasse deze moet voldoen. In dit artikel vermelden wij per klasse , aan welke eisen dat systeem voor uw personenauto moet voldoen.
Het systeem moet:
- SCM/TNO goedgekeurd zijn,
- geïnstalleerd zijn door een SCM-gecertificeerd inbouwbedrijf en
- voorzien zijn van een SCM-certificaat.
Klasse 1 is een systeem met minimaal een automatisch inschakelende dubbele startblokkering.
Klasse 2 is een systeem als klasse 1, aangevuld met een standaard alarmsysteem met omtrek- en binnenbeveiliging en sirene.
Klasse 3 is een systeem als klasse 1, aangevuld met een standaard alarmsysteem met omtrek- en binnenbeveiliging, sirene, in- en uitschakeling met afstandsbediening, sabotagebeveiliging met noodstroomsirene en detectie tegen wegslepen c.q. opkrikken.
Klasse 4 is een combinatie van een klasse 1, 2 of 3 systeem met een voertuigvolgsysteem dat wordt geactiveerd door een bewegingsensor of een diefstalmelding van de eigenaar.
Klasse 5 is een combinatie van een klasse 1, 2 of 3 systeem met een voertuigvolgsysteem dat automatisch wordt geactiveerd als het alarm afgaat.
Artikel 17 Dekking boven het verzekerde bedrag Ongeacht of het verzekerde bedrag voldoende is om bij een gedekte gebeurtenis de schade te vergoeden, bieden wij voor de personenauto dekking voor:
1. de kosten die de verzekerde in redelijkheid maakt voor:
x. xx xxxxxxx en opruiming;
b. de bewaking en stalling;
c. het vervoer naar het dichtstbijzijnde herstelbedrijf waar de schade kan worden hersteld of beoordeeld;
d. de noodzakelijke demontage om de kosten van het herstel te kunnen vaststellen;
e. een eventuele noodreparatie;
2. de bijdrage in averij-grosse die van de verzekerde wordt gevorderd;
3. de schade aan of het verlies van de accessoires. Hiervan uitgezonderd zijn de niet geïntegreerde achteraf ingebouwde autotelefoons en overige communicatieapparatuur, geluidsapparatuur, beeldapparatuur, zendapparatuur, navigatieapparatuur, detectieapparatuur en computerapparatuur;
4. de schade aan of het verlies van de accessoires die de veiligheid bevorderen. Hiermee bedoelen wij een brandblusapparaat, een gevarendriehoek, een pechlamp, een sleepkabel en een verbanddoos;
5. de schade aan of het verlies van de niet in de personenauto geïntegreerde, achteraf gemonteerde geluids- en beeldapparatuur, tot maximaal € 500,- per gebeurtenis;
6. een tegemoetkoming in de extra kosten die de verzekerde maakt in de tijd dat de verzekerde de personenauto niet kan gebruiken ten gevolge van diefstal, verduistering, oplichting, joyriding en vermissing. De vergoeding hiervoor bedraagt € 12,50 per dag met een maximum van € 375,- per gebeurtenis. Deze dekking geldt niet als voor de hiervoor genoemde gebeurtenissen een uitsluiting in de polis staat.
Artikel 18 Aanvullende uitsluitingen
Naast de uitsluitingen die in de Algemene Voorwaarden en in artikel 10 van deze Bijzondere Voorwaarden zijn opgenomen, gelden de volgende bepalingen.
1. Wij verlenen geen dekking voor diefstalschade:
a. als de verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen om diefstal te voorkomen. Hiervan is sprake wanneer de verzekerde de personenauto onbeheerd heeft achtergelaten terwijl hij:
- dat niet goed heeft afgesloten en/of
- de sleutels daarop of daarin heeft achtergelaten;
b. als er sprake is van diefstal van de gehele personenauto, die op het moment van diefstal niet was voorzien van:
- een verplicht door SCM/TNO goedgekeurd anti- diefstalsysteem (zie artikel 16 'Verplichtingen voor diefstalpreventie') of
- een technisch gelijkwaardig af-fabriek anti- diefstalsysteem dat door ons is geaccepteerd.
2. Wij verlenen geen dekking voor schade die is ontstaan terwijl de bestuurder van de personenauto zodanig on- der invloed van alcoholhoudende drank, geneesmidde- len of een opwekkend of bedwelmend middel verkeert, dat hij niet in staat moet worden geacht een motorrijtuig naar behoren te besturen. Er is sprake van overmatig alcoholgebruik als het bloedalcoholgehalte 0,5 promille of hoger is of het ademalcoholgehalte 220 microgram of hoger is.
Ook als de bestuurder een ademtest of een urine- of bloedproef weigert, vergoeden wij de cascoschade niet.
Deze uitsluitingen gelden niet als u aantoont dat de ge- noemde omstandigheden zich buiten uw medeweten en tegen uw wil hebben voorgedaan en dat u redelijkerwijs geen verwijt treft.
Artikel 19 Verplichtingen in geval van schade
Bij diefstal, vermissing of verduistering moeten de gegevens van de personenauto direct in het VAR (Vermiste Auto Register) worden opgenomen. Er kunnen dan door de overheid erkende particuliere organisaties worden ingeschakeld voor het terugvinden en terugbezorgen van het voertuig. Voor de melding aan het VAR moet u direct na de constatering van de diefstal contact opnemen met SOS International.
Artikel 20 Vaststelling van de schade
1. Nieuwwaarde/afschrijving
Wanneer de personenauto:
a. nieuw was op de datum van afgifte van het in Nederland afgegeven kentekenbewijs deel I en
b. op het moment van de gedekte gebeurtenis niet ouder is dan 36 maanden,
houden wij als waarde voor de schadevergoeding aan:
- de waarde van een nieuwe personenauto van hetzelfde merk, type en uitvoering,
- vermenigvuldigd met het percentage in de tabel 'vergoedingspercentage overigen' en
- verhoogd met de eventuele afleveringskosten en/of de verwijderingsbijdrage.
Wanneer de personenauto op het moment van de gebeurtenis eigendom is van de eerste eigenaar en vanaf de datum van afgifte van kentekenbewijs deel I bij ons is verzekerd, geldt het percentage in de tabel 'vergoedingspercentage 1e eigenaar'.
bij schade ontstaan in de | % |
1ste t/m 24ste maand | 100 |
25ste maand | 98,5 |
26ste maand | 97 |
27ste maand | 95,5 |
28ste maand | 94 |
29ste maand | 92,5 |
30ste maand | 91 |
31ste maand | 89,5 |
32ste maand | 88 |
33ste maand | 86,5 |
34ste maand | 85 |
35ste maand | 83,5 |
36ste maand | 82 |
Vergoedingspercentage 1e eigenaar
Vergoedingspercentage overigen
bij schade ontstaan in de | % over de eerste € 22.500,- | % over het meerdere |
1ste t/m 12de maand | 100 | 100 |
13de maand | 98,5 | 98,5 |
14de maand | 97 | 97 |
15de maand | 95,5 | 95,5 |
16de maand | 94 | 94 |
17de maand | 92,5 | 92,5 |
18de maand | 91 | 91 |
19de maand | 89,5 | 89,5 |
20ste maand | 88 | 88 |
21ste maand | 86,5 | 86,5 |
22ste maand | 85 | 85 |
23ste maand | 83,5 | 83,5 |
24ste maand | 82 | 82 |
25ste maand | 80,5 | 80 |
26ste maand | 79 | 78 |
27ste maand | 77,5 | 76 |
28ste maand | 76 | 74 |
29ste maand | 74,5 | 72 |
30ste maand | 73 | 70 |
31ste maand | 71,5 | 68 |
32ste maand | 70 | 66 |
33ste maand | 68,5 | 64 |
34ste maand | 67 | 62 |
35ste maand | 65,5 | 60 |
36ste maand | 64 | 58 |
De schadevergoeding die op basis van deze regeling is berekend kan hoger zijn dan het verzekerde bedrag voor de personenauto.
2. Dagwaarde
Voor de schadevergoeding houden wij de dagwaarde aan als:
a. de bepalingen die in lid 1 van dit artikel staan omschreven niet van toepassing zijn of
b. het schadebedrag dat is vastgesteld op basis van de nieuwwaarde lager is dan het bedrag dat is vastgesteld op basis van de dagwaarde.
3. Vrijheid van reparatie
De verzekerde kan bij een gedekte schade van € 500,- of minder zonder onze machtiging de schade laten herstellen. U moet ons onmiddellijk van de gebeurtenis op de hoogte stellen en ons een gespecificeerde rekening van een deskundig reparateur toesturen. Als er bij de reparatie beschadigde onderdelen zijn vervangen, moeten deze onderdelen voor ons ter beschikking blijven.
Artikel 21 Vergoeding van de schade
Wij vergoeden tot maximaal het verzekerde bedrag:
1. bij schade aan de personenauto
- de kosten van herstel, behalve wanneer
- de reparatiekosten hoger zijn dan het verschil tussen de dagwaarde van de personenauto onmiddellijk vóór de gebeurtenis en de waarde daarvan na de gebeurtenis. In dat geval vergoeden wij de waarde zoals deze is vastgesteld in artikel 20. De waarde van de restanten brengen wij op deze
vergoeding in mindering. U mag in dit geval de schade toch laten herstellen. Wij vergoeden dan de herstelkosten tot maximaal het verzekerde bedrag nadat het herstel heeft plaatsgevonden;
2. bij verlies van de personenauto
de waarde zoals deze is vastgesteld in artikel 20.
In alle gevallen brengen wij het eigen risico dat voor deze verzekering geldt in mindering op de vergoeding.
Artikel 22 Regelingen in geval van verlies
1. Wanneer de personenauto binnen 30 dagen na een gebeurtenis zoals omschreven in artikel 12.3 of 14.1.c (diefstal enz.) wordt terugverkregen, moet u deze terug nemen. Wij vergoeden in dat geval de kosten van het herstel van de schade die aan de personenauto is ontstaan in de tijd dat u deze niet ter beschikking had tengevolge van die gebeurtenis.
2. Wanneer de gestolen of verduisterde personenauto na 30 dagen wordt terugverkregen, kunt u de personenauto terugnemen nadat u het schadebedrag, verminderd met het bedrag van de herstelkosten die in lid 1 staan omschreven, hebt terugbetaald.
3. Bij verlies van de personenauto vergoeden wij de schade pas:
- na een termijn van 30 dagen,
- nadat u de eigendomsrechten van de personenauto aan ons hebt overgedragen en
- u alle delen van het kentekenbewijs en het overschrijvingsbewijs aan ons hebt overhandigd.
4. Bij totaal verlies van de personenauto vergoeden wij de schade pas nadat de personenauto of het restant daarvan aan ons of een door ons aan te wijzen partij is overgedragen. Dit geldt voor de personenauto inclusief de extra voorzieningen en accessoires die wij vergoeden. Het kentekenbewijs, het overschrijvingsbewijs en/of de sleutels van de personenauto moet u aan ons of aan de door ons aan te wijzen partij overhandigen. Deze regeling geldt niet wanneer u de personenauto daadwerkelijk hebt laten herstellen, zoals omschreven in artikel 21.1.
Artikel 23 Afstand van verhaal
Wij doen afstand van ons recht op verhaal van de vergoeding die wij verlenen voor de schade aan of het verlies van de personenauto tegenover de gemachtigde bestuurder en de passagiers van de personenauto. Afstand van dit recht doen wij ook tegenover zijn/hun werkgever, wanneer deze (mede) aansprakelijk is. Deze bepaling is niet van toepassing wanneer voor de genoemde personen een uitsluiting geldt.
De ongevallen voor inzittendendekking
Indien uit het polisblad blijkt dat ongevallen voor inzittenden is verzekerd, zijn de onderstaande artikelen 24 tot en met 36 van toepassing.
Artikel 24 Aanvullende begripsomschrijvingen
In deze Bijzondere Voorwaarden verstaan wij onder:
1. Blijvende invaliditeit
Blijvend geheel of gedeeltelijk (functie-)verlies van een lichaamsdeel of orgaan van het lichaam van de verzekerde.
2. Inzittende van een motorrijtuig
a. De persoon die zich bevindt op een zitplaats van de personenauto. De zitplaatsen van de personenauto moeten voldoen aan de wettelijke eisen die daarvoor gelden;
b. de onder a genoemde persoon die zich tijdens een oponthoud gedurende een rit buiten de personenauto bevindt voor:
- het bijvullen van brandstof;
- het verrichten van een (nood)reparatie aan de personenauto;
- hulpverlening aan medeweggebruikers;
c. de persoon die in, op, uit of van de personenauto stapt.
3. Ongeval
Naast het begrip ongeval, zoals dat in de Algemene Begripsomschrijvingen staat omschreven, verstaan wij onder ongeval ook:
a. acute vergiftiging door het plotseling en ongewild binnenkrijgen van gassen, dampen en vaste of vloeibare stoffen. Vergiftiging door het binnenkrijgen van allergenen of ziektekiemen is hiervan uitgezonderd;
b. besmetting of vergiftiging door een onvrijwillige val in het water of een andere vloeibare of vaste stof;
c. bevriezing, verbranding, verdrinking, verstikking, zonnesteek en de lichamelijke gevolgen van elektrische ontladingen;
d. verhongering, verdorsting, uitputting en zonnebrand als de verzekerde geïsoleerd raakt bij een natuurramp, instorting of door een andere grote algemene ramp;
e. plotselinge verstuiking, ontwrichting en spierscheuring. De aard en de plaats van deze letsels moeten geneeskundig vast te stellen zijn;
f. complicaties en verergeringen van het ongevalletsel die een direct gevolg zijn van een eerstehulpverlening of van een behandeling die door een ongeval noodzakelijk is geworden. Deze behandeling moet zijn verricht door of op voorschrift van een arts;
g. wondinfectie of bloedvergiftiging die een direct gevolg is van een ongevalletsel;
h. HIV-besmetting die het gevolg is van een bloedtransfusie of een injectie met een besmette naald tijdens een (be)handeling die door een arts is voorgeschreven. Deze (be)handeling moet uitgevoerd zijn door een arts of verpleegkundige in een erkend ziekenhuis;
i. whiplashtrauma gevolgd door het postwhiplashsyndroom volgens de voorwaarden van de Nederlandse Vereniging van Neurologie;
j. een ongeval dat de verzekerde is overkomen tijdens handelingen die hij verricht om mensen, dieren en/of goederen te redden.
k. een ongeval dat de verzekerde is overkomen tijdens rechtmatige zelfverdediging.
4. Verzekerde
De inzittende van een personenauto waarvan u eigenaar of houder bent.
Artikel 25 Verhoogde uitkeringen
Wanneer de verzekerde ouder is dan 21 jaar en hij aannemelijk maakt dat tijdens de gebeurtenis de veiligheidsgordel volgens de wettelijke voorschriften werd gedragen, verhogen wij de eventuele uitkeringen voor overlijden en/of blijvende invaliditeit met 25%.
Artikel 26 Beperkingen in verband met de leeftijd van de inzittenden
Voor de verzekerde die op het moment van het ongeval ouder is dan 69 jaar halveren wij de uitkering voor:
1. overlijden;
2. blijvende invaliditeit. Als de verzekerde dit wenst, sluiten wij voor hem op basis van de niet gehalveerde uitkering voor blijvende invaliditeit een lijfrente. Voorwaarde is dat de niet-gehalveerde uitkering voor blijvende invaliditeit minimaal € 2.500,- bedraagt.
Artikel 27 Aantal inzittenden
Wanneer op het moment van het ongeval het aantal inzittenden van de personenauto groter is dan het aantal zitplaatsen dat op het polisblad staat vermeld, verlagen wij de per zitplaats verzekerde bedragen naar evenredigheid.
Artikel 28 Aanvullende uitsluitingen
De uitsluitingen die in de Algemene Voorwaarden voor schade zijn opgenomen gelden ook voor ongevalletsel. Daarnaast gelden de volgende bepalingen. Wij verlenen geen uitkering voor ongevalletsel dat is ontstaan, bevorderd of verergerd:
1. door xxxxx schuld van een verzekerde of een begunstigde;
2. tijdens het deelnemen aan of voorbereiden tot snelheidsritten en wedstrijden. Wij verlenen wel dekking bij het deelnemen aan betrouwbaarheids- of puzzelritten of soortgelijke evenementen, behalve wanneer deze langer duren dan 24 uur;
3. tijdens verhuur van de personenauto zonder chauffeur;
4. als de feitelijke bestuurder:
a. niet in het bezit is van een geldig wettelijk voorge- schreven rijbewijs voor de personenauto, met de eventueel daaraan gekoppelde aanhanger. Deze uitsluiting geldt niet wanneer:
1. de bestuurder onopzettelijk heeft nagelaten om na het einde van de geldigheidsduur zijn rijbewijs te laten vernieuwen. Als de bestuurder 70 jaar of ouder is, mag in dat geval de geldigheidsduur echter niet langer zijn verlopen dan 1 jaar;
2. de bestuurder minder dan 3 maanden voor de gebeurtenis is geslaagd voor het rijvaardigheidsexamen, maar het rijbewijs nog niet is uitgereikt;
3. de feitelijke bestuurder:
- de personenauto bestuurt onder toezicht en
- voldaan is aan de wettelijke eisen voor het onder toezicht besturen van een personenauto en
- de toezichthouder les geeft zonder daarvoor betaling te ontvangen;
b. niet bevoegd is een personenauto te besturen op grond van een wet of rechterlijke uitspraak;
c. niet tot behoorlijk besturen van een personenauto in
staat moet worden geacht door overmatig alcoholgebruik. Er is sprake van overmatig alcoholgebruik als het bloedalcoholgehalte 0,8 promille of hoger is of het ademalcoholgehalte 350 microgram of hoger is;
d. niet tot behoorlijk besturen van een personenauto in staat moet worden geacht door gebruik van drugs en/of andere al dan niet bedwelmende en/of verdovende middelen die zelfstandig de rijvaardigheid beïnvloeden. Deze uitsluiting geldt niet als:
- het gebruik overeenkomt met het voorschrift dat een arts c.q. apotheek heeft verstrekt en
- er geen waarschuwingen in de bijsluiter staan waaruit blijkt dat het medicijn het reactievermogen vermindert;
- de hiervoor genoemde middelen tegen de wil of zonder medeweten van de verzekerde zijn toegediend;
5. als het motorrijtuig zonder toestemming van u en/of uw gemachtigde wordt gebruikt;
6. als de verzekerde betrokken is bij het opzettelijk plegen van of het deelnemen aan een misdrijf en bij pogingen daartoe.
De uitsluitingen in lid 1 en lid 4 t/m 6 gelden niet als de verzekerde of de begunstigde aantoont dat de genoemde omstandigheden hem niet kunnen worden verweten.
Artikel 29 Verplichtingen bij een ongeval
Naast en in afwijking van de verplichtingen die in de Algemene Voorwaarden zijn opgenomen, gelden de volgende bepalingen. De verzekerde of de begunstigde moet:
1. zodra hij op de hoogte is van een ongeval dat voor ons een aanleiding kan zijn om een uitkering te doen, die gebeurtenis zo spoedig mogelijk na de ongevalsdatum bij ons melden. Hij moet ons een volledig ingevuld en door hem ondertekend schadeformulier toe zenden. De melding moet in ieder geval binnen 3 maanden nadat het ongeval heeft plaatsgevonden in ons bezit zijn. De verzekerde kan geen rechten aan de polis ontlenen wanneer de melding van het ongeval ons later dan 2 jaar na het ongeval bereikt;
2. wanneer een verzekerde door een ongeval overlijdt, ons daarvan in ieder geval zo snel op de hoogte stellen, dat vóór de teraardebestelling of crematie een in- en uitwendige schouwing van het stoffelijk overschot nog mogelijk is.
3. ons alle medewerking verlenen om de oorzaak van het ongeval en/of de doodsoorzaak te kunnen (laten) vaststellen. Hieronder valt zo nodig ook een in- en uitwendige schouwing van het stoffelijk overschot;
4. de verzekerde die door een ongeval getroffen is direct onder behandeling van een bevoegd arts (laten) stellen. De verzekerde moet al het mogelijke doen om het herstel te bevorderen en alles nalaten wat het herstel kan vertragen;
5. alle gegevens die wij nodig achten aan ons of aan door ons aangewezen medische en andere deskundigen (laten) verstrekken en de daarvoor benodigde machtigingen verlenen;
6. geen feiten of omstandigheden verzwijgen of onjuist of onvolledig weergeven, die voor de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit of het recht op uitkering
van belang zijn;
7. zich zonodig laten onderzoeken door een onafhankelijk arts die door onze medisch adviseur wordt aangewezen.
Artikel 30 Vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit
1. Bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit houden wij geen rekening met het (toekomstige) beroep van de verzekerde of zijn (toekomstige) bezigheden.
2. Het bedrag van de uitkering voor blijvende invaliditeit stellen wij vast zodra met betrekking tot het letsel dat de verzekerde heeft opgelopen een eindtoestand is bereikt.
3. De mate van invaliditeit wordt uiterlijk 2 jaar na de melding van het ongeval vastgesteld. Als de verzekerde daar de voorkeur aan geeft stellen wij de vaststelling uit. Als tot een dergelijk uitstel wordt besloten, kunnen wij een of meer voorschotten op het vermoedelijk uit te keren bedrag verlenen.
4. Overlijdt de verzekerde:
- als gevolg van een oorzaak die geen verband houdt met het ongeval dat de verzekerde is overkomen en
- voordat de mate van blijvende invaliditeit is vastgesteld,
dan doen wij een uitkering op basis van de laatste gegevens die ons met betrekking tot de invaliditeit bekend zijn.
5. De bepaling van het percentage (functie)verlies vindt plaats volgens objectieve maatstaven en wel volgens de laatste uitgave van de American Medical Association (AMAguide), aangevuld met richtlijnen van de Nederlandse specialistenvereniging.
Artikel 31 Uitkering bij overlijden
1. Wanneer de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval overlijdt, keren wij het verzekerde bedrag uit dat op het moment van het ongeval op het polisblad bij 'overlijden' staat vermeld.
2. Als wij voor dezelfde verzekerde voor hetzelfde ongeval al een uitkering voor blijvende invaliditeit hebben gedaan, dan brengen wij deze uitkering in mindering op de uitkering voor overlijden.
3. Als de uitkering die wij voor blijvende invaliditeit hebben gedaan hoger is dan het bedrag dat wij bij overlijden moeten uitkeren, dan vorderen wij het meerdere niet terug.
4. Wanneer de verzekerde in het buitenland is overleden door een ongeval, vergoeden wij de kosten die verband houden met het vervoer van het stoffelijk overschot naar Nederland, ook als het verzekerde bedrag niet voldoende is. De genoemde kosten vergoeden wij niet als deze elders voor vergoeding in aanmerking komen.
Artikel 32 Uitkering bij blijvende invaliditeit
1. De uitkering voor blijvende invaliditeit van de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval vindt plaats op basis van het verzekerde bedrag dat op het moment van het ongeval op het polisblad bij 'blijvende invaliditeit' staat vermeld.
2. In de gevallen die hierna staan genoemd, keren wij het daarachter vermelde percentage van het verzekerde bedrag uit bij:
a. ongeneeslijke gehele krankzinnigheid of ongeneeslijke algehele verstoring van de geest
100%
b. verlies van het gehele gezichtsvermogen van beide ogen 100%
c. verlies van het gehele gezichtsvermogen van 1 oog 30%
Als wij op grond van deze verzekering al een uitkering voor verlies van het gehele gezichts- vermogen van het andere oog hebben gedaan 70%
d. verlies van het gehele gehoorvermogen van beide oren 50%
e. verlies van het gehele gehoorvermogen van 1 oor 20%
Als wij op grond van deze verzekering al een uitkering voor verlies van het gehele gehoor- vermogen van het andere oor hebben gedaan 30%
f. verlies van het gehele spraakvermogen 50%
g. verlies van een long 25%
en bij algeheel verlies of het verlies van het gebruiksver- mogen van:
h. een arm tot in het schoudergewricht 75%
i. een arm in of boven het ellebooggewricht 70%
j. een hand of een arm beneden het ellebooggewricht 65%
k. een duim 25%
l. een wijsvinger 15%
m. een middelvinger 12%
n. een ringvinger of een pink 10%
o. alle vingers van een hand tezamen 65%
p. een been tot in het heupgewricht 75%
q. een been in of boven het kniegewricht 60%
r. een voet of een been beneden het kniegewricht 50%
s. een grote teen 10%
t. één van de andere tenen 5%
u. reuk of smaak 5%
v. het gehele natuurlijke gebit 20%
3. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijk verlies van het gebruiksvermogen in de gevallen die in lid 2 staan genoemd, keren wij een evenredig deel van het genoemde percentage uit.
4. In geval van gedeeltelijk verlies van het blijvende natuurlijke gebit gaan wij voor de berekening van de uitkering steeds uit van 32 gebitselementen. Onder gedeeltelijk verlies verstaan wij hier het volledige verlies van het gebruiksvermogen van het (de) betreffende gebitselement(en).
5. In andere gevallen van blijvende invaliditeit dan die in lid 2 staan genoemd, bepalen wij de uitkering naar de mate van invaliditeit zoals die is veroorzaakt door het ongeval.
6. Als een bestaande invaliditeit door een ongeval wordt vergroot, dan doen wij een uitkering op basis van de invaliditeit na dat ongeval, verminderd met de graad van invaliditeit die vóór het ongeval reeds bestond. Wij nemen daarbij de maatstaven in acht die in dit artikel zijn vastgesteld. Voor één of meer achtereenvolgende ongevallen keren wij per verzekerde in totaal niet meer uit dan het verzekerde bedrag dat op het polisblad bij 'blijvende invaliditeit' staat vermeld.
7. Als de verzekerde op de wijze zoals die staat omschreven in artikel 24.3.h met HIV besmet raakt, doen wij een eenmalige uitkering van € 5.000,-.
8. Bij vaststelling van het post-whiplashsyndroom volgens
de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Neurologie doen wij een éénmalige uitkering van maximaal 5% van de verzekerde som voor 'blijvende invaliditeit.
Artikel 33 Cumulatieve dekking
De uitkering voor blijvende invaliditeit zal worden vastgesteld op basis van de in onderstaande tabel genoemde percentages van het verzekerd bedrag.
A = mate van blijvende invaliditeit in procenten | |||||||
% = uitkeringspercentage | |||||||
A | % | A | % | A | % | A | % |
1 | 1 | 26 | 27 | 51 | 78 | 76 | 153 |
2 | 2 | 27 | 29 | 52 | 81 | 77 | 156 |
3 | 3 | 28 | 31 | 53 | 84 | 78 | 159 |
4 | 4 | 29 | 33 | 54 | 87 | 79 | 162 |
5 | 5 | 30 | 35 | 55 | 90 | 80 | 165 |
6 | 6 | 31 | 37 | 56 | 93 | 81 | 168 |
7 | 7 | 32 | 39 | 57 | 96 | 82 | 171 |
8 | 8 | 33 | 41 | 58 | 99 | 83 | 174 |
9 | 9 | 34 | 43 | 59 | 102 | 84 | 177 |
10 | 10 | 35 | 45 | 60 | 105 | 85 | 180 |
11 | 11 | 36 | 47 | 61 | 108 | 86 | 183 |
12 | 12 | 37 | 49 | 62 | 111 | 87 | 186 |
13 | 13 | 38 | 51 | 63 | 114 | 88 | 189 |
14 | 14 | 39 | 53 | 64 | 117 | 89 | 192 |
15 | 15 | 40 | 55 | 65 | 120 | 90 | 195 |
16 | 16 | 41 | 57 | 66 | 123 | 91 | 198 |
17 | 17 | 42 | 59 | 67 | 126 | 92 | 201 |
18 | 18 | 43 | 61 | 68 | 129 | 93 | 204 |
19 | 19 | 44 | 63 | 69 | 132 | 94 | 207 |
20 | 20 | 45 | 65 | 70 | 135 | 95 | 210 |
21 | 21 | 46 | 67 | 71 | 138 | 96 | 213 |
22 | 22 | 47 | 69 | 72 | 141 | 97 | 216 |
23 | 23 | 48 | 71 | 73 | 144 | 98 | 219 |
24 | 24 | 49 | 73 | 74 | 147 | 99 | 222 |
25 | 25 | 50 | 75 | 75 | 150 | 100 | 225 |
Artikel 34 Gezinsdekking
het aantal verzekerden beperkt tot het aantal zitplaatsen waarvoor het motorrijtuig is ingericht.
5. Indien op het moment van het ongeval het aantal verzekerden in een ander dan de verzekerde personenauto groter is dan het aantal inzittenden als vermeld op het polisblad, wordt voor al die verzekerden het verzekerd bedrag teruggebracht in de verhouding van het aantal inzittenden als vermeld op het polisblad tot het aantal van die verzekerden. Indien de verzekerden zich bevinden in twee of meer andere voertuigen dan geldt de berekeningswijze voor al die verzekerden tezamen.
6. Het recht op uitkering uit hoofde van de gezinsdekking wordt ingekort met het recht op uitkering uit hoofde van een andere inzittendenverzekering.
Artikel 35 Begunstiging
De verzekerde is de begunstigde voor alle uitkeringen die wij op grond van deze verzekering doen. De erfgenamen zijn de begunstigden voor de uitkering voor het overlijden van de verzekerde. De erfgenamen krijgen een uitkering in dezelfde verhouding als waarin zij delen in de nalatenschap. U hebt het recht een andere begunstiging in de polis op te laten nemen. De wijziging is pas geldig als deze door ons in de polis is aangetekend. De overheid kan niet als begunstigde optreden.
Artikel 36 Wettelijke rente
In afwijking van artikel 8.1 van de Algemene Voorwaarden gelden voor de wettelijke rente de volgende bepalingen.
1. Als het ongeval binnen 1 jaar na de ongevalsdatum bij ons wordt gemeld, vergoeden wij de wettelijke rente vanaf de 181e dag na de dag dat het ongeval heeft plaatsgevonden.
2. Als het ongeval later dan binnen 1 jaar wordt gemeld, vergoeden wij de wettelijke rente pas vanaf de 181e dag nadat de melding door ons is ontvangen.
3. In beide gevallen eindigt het recht op vergoeding van de wettelijke rente op de dag dat wij de uitkering doen. De wettelijke rente vergoeden wij tegelijkertijd met de uitke- ring aan de begunstigde.
Indien uit het polisblad blijkt dat de gezinsdekking van toepassing is, geldt het volgende:
1. De Ongevallenverzekering voor Inzittenden geldt mede voor de verzekeringnemer en voor zijn gezinsleden als bestuurder of passagier van een ander verzekerd motorrijtuig.
2. Onder gezinsleden worden verstaan de met de verzekeringnemer in gezinsverband samenwonende echtgeno(o)t(e) of levenspartner alsmede de met hem in gezinsverband samenwonenden kinderen voor zover zij op het moment van het ongeval de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.
3. Onder een ander dan het verzekerde motorrijtuig wordt in dit kader verstaan:
a. een personenauto ingericht voor het vervoer van maximaal 8 personen, de bestuurder niet daaronder begrepen;
b. een als bedrijfsauto gekentekend voertuig met een totaal gewicht van niet meer dan 3500 kg dat uitsluitend wordt aangewend voor ander gebruik dan het zakelijk vervoer van goederen.
4. Voor een motorrijtuig als hiervoor genoemd onder 3.b. is
Premie
Artikel 37 Premievaststelling
1. Premiebepalende factoren
a. De premie bepalen wij onder meer aan de hand van:
1. het merk en type van de personenauto;
2. het eigen gewicht van de personenauto;
3. voor de beperkt cascodekking, de dagwaarde van de personenauto;
4. voor de cascodekking, de oorspronkelijke cataloguswaarde van de personenauto;
5. voor de ongevallen voor inzittendendekking, het aantal zitplaatsen en de combinatie c.q. hoogte van de te verzekeren bedragen;
6. uw woonplaats of plaats van vestiging;
7. de leeftijd van de regelmatige bestuurder;
8. het aantal kilometers dat per jaar met de personenauto wordt gereden;
9. de soort brandstof waarop de personenauto rijdt;
10. het aantal schadevrije jaren. Onder schadevrije jaren verstaan wij het verschil tussen de werkelijke trede op de bonus/malusladder en de trede van inschaling.
b. Wanneer er een wijziging komt in de gegevens die onder a staan omschreven, moet u deze binnen 30 dagen na die wijziging aan ons melden. Als er voor de gewijzigde omstandigheden een andere premie van toepassing is, herzien wij de premie op de eerstkomende premievervaldatum. Deze herziening kan ook een nieuwe inschaling op de bonus/malusladder tot gevolg hebben.
c. Als wij een onjuistheid vaststellen in de gegevens die onder a staan omschreven, kunnen wij de premie en de voorwaarden herzien. Wij brengen u dan van deze herziening op de hoogte. De herziening kan met terugwerkende kracht plaatsvinden.
d. Als bij schade blijkt dat:
1. u de gegevens die onder a. staan omschreven niet juist hebt verstrekt en wij een hogere premie zouden hebben moeten berekend wanneer deze gegevens juist waren verstrekt of
2. u niet hebt voldaan aan de verplichtingen die onder b. staan omschreven en wij de premie zouden hebben verhoogd wanneer u wel aan deze verplichting zou hebben voldaan
kunnen wij de vergoeding van schade en kosten verminderen in verhouding van de betaalde premie tot de premie zoals die na de verhoging zou zijn berekend.
2. Bonus/malusregeling
Behalve wanneer op het polisblad staat vermeld dat de bonus/malusregeling niet van toepassing is, stellen wij de premie volgens de bonus/malusladder vast. De factoren die in lid 1.a.2 t/m 5 staan, bepalen de trede op de bonus/malusladder waarop wij u plaatsen. Na ieder verzekeringsjaar bepalen wij op de premievervaldatum welke trede van de bonus/malusladder voor het nieuwe jaar van toepassing is en daarmee welke korting (bonus) of toeslag (malus) u op de premie krijgt. Die trede is ook afhankelijk van het aantal gebeurtenissen in het verzekeringsjaar vóór de premievervaldatum waaruit schade is of kan ontstaan.
Voor de ongevallen voor inzittenden dekking is de Bonus/malusregeling niet van toepassing.
3. Voor de bonus/malusregeling hebben geen gevolg:
a. gebeurtenissen waarvoor wij geen schadevergoeding hebben verleend en/of in de toekomst hoeven te verlenen;
b. gebeurtenissen waarvoor wij uitsluitend de expertisekosten hebben betaald;
c. vergoedingen die wij doen voor:
- gebeurtenissen die niet door (mede)schuld van een verzekerde zijn ontstaan;
- voor schade die in artikel 9 (vervoer van gewonden) staat omschreven;
- voor gebeurtenissen die staan omschreven in artikel 12, artikel 14.1.a t/m j. en artikel 14.2;
- voor schade die is omschreven in artikel 17.6 (daguitkering bij diefstal);
d. vergoedingen die wij volledig op de tegenpartij hebben verhaald. Daaronder verstaan wij ook
schadevergoedingen die wij op basis van nieuwwaarde of vaste afschrijving verlenen en die wij uitsluitend in verband daarmee niet geheel (hebben) kunnen verhalen;
e. vergoedingen die wij niet of niet geheel kunnen verhalen op grond van een overeenkomst die tussen verzekeraars is gesloten;
f. hulpverlening of vergoedingen van kosten door SOS International.
4. Bonus/malusladder
B/M-trede na een verzekeringsjaar met: | ||||||
B/M trede | Kortings- percentage | 0 | 1 | 2 | 3 of meer | |
gebeurtenissen | ||||||
19 | 75 | 19 | 14 | 8 | 1 | |
18 | 75 | 19 | 13 | 7 | 1 | |
17 | 75 | 18 | 12 | 7 | 1 | |
16 | 75 | 17 | 11 | 6 | 1 | |
15 | 75 | 16 | 10 | 6 | 1 | |
14 | 75 | 15 | 9 | 5 | 1 | |
13 | 70 | 14 | 8 | 4 | 1 | |
12 | 67,5 | 13 | 7 | 3 | 1 | |
11 | 65 | 12 | 6 | 2 | 1 | |
10 | 60 | 11 | 6 | 2 | 1 | |
9 | 55 | 10 | 5 | 1 | 1 | |
8 | 50 | 9 | 4 | 1 | 1 | |
7 | 45 | 8 | 3 | 1 | 1 | |
6 | 40 | 7 | 2 | 1 | 1 | |
5 | 35 | 6 | 1 | 1 | 1 | |
4 | 25 | 5 | 1 | 1 | 1 | |
3 | 15 | 4 | 1 | 1 | 1 | |
2 | 0 | 3 | 1 | 1 | 1 | |
1 | -25 | 2 | 1 | 1 | 1 |
5. Premieberekening naar regio
Bij verhuizing naar een andere woonplaats/plaats van vestiging kunnen wij de premie aanpassen op basis van de op dat moment geldende regio-indeling.
6. Bonusbescherming
Indien uit het polisblad blijkt dat bonusbescherming is meeverzekerd, dan zal, in afwijking van de bonus/ malusladder, iedere eerste schade in een verzekerings- jaar geen invloed hebben op de B/M trede. Bij een tweede schade binnen een verzekeringsjaar zal dan terugval volgens de tabel met 1 schade plaatsvinden; bij een derde volgens de tabel met 2 schaden etc. De bonusbescherming biedt uitsluitend bescherming tegen een terugval op de bonus/malusladder, maar heeft geen invloed op het aantal schadevrije jaren.
Artikel 38 Terugbetaling van premie
1. Bij tussentijdse beëindiging van de verzekering betalen wij - behalve bij verkoop van de personenauto - de premie over het resterende deel van de verzekeringstermijn terug wanneer en voor zover dit billijk is. Wij betalen de premie pas terug nadat de groene kaart die voor de personenauto is afgegeven bij ons is ingeleverd.
2. Bij tussentijdse beëindiging van de verzekering in verband met verkoop reserveren wij de premie over het resterende deel van de verzekeringstermijn. De gereserveerde premie verrekenen wij met de premie die betaald moet worden voor een ander motorrijtuig dat op deze polis wordt verzekerd. De verzekering moet dan wel worden voortgezet binnen 3 jaar na het tijdstip waarop deze verzekering eindigde.
Hulpverlening door SOS International
Artikel 39 Omvang van de hulpverlening
1. De verzekerde heeft recht op hulpverlening door SOS International bij de volgende voorvallen:
a. brand, diefstal of een ander van buiten komend onheil, waardoor:
1. de personenauto en/of de eventueel daaraan gekoppelde aanhanger verloren gaat of zo beschadigd raakt dat niet verder kan worden gereden;
2. de bestuurder of een andere inzittende de personenauto niet meer kan besturen;
b. een mechanische storing aan de personenauto. De storing moet:
- onverwacht en buiten de woonplaats/plaats van vestiging van de verzekerde ontstaan en
- ter plaatse niet kunnen worden verholpen, waardoor de reis niet kan worden voortgezet.
De personenauto mag op het moment van de storing volgens het oorspronkelijke kentekenbewijs deel I niet ouder zijn dan 36 maanden;
c. ziekte van de bestuurder of letsel dat de bestuurder door een ongeval oploopt, waarbij:
- op grond van medisch advies de reis door de bestuurder niet kan worden voortgezet,
- de ziekte of het letsel ontstaat tijdens een reis buiten Nederland, maar binnen het geldigheidsgebied en
- het niet mogelijk is dat een andere inzittende de besturing van de personenauto overneemt.
2. Wij bieden dekking voor de kosten van hulpverlening die in artikel 40 en 41 staan vermeld. SOS International moet vooraf toestemming verlenen voor het maken van deze kosten. Alleen wanneer de verzekerde redelijkerwijs niet in staat was contact met SOS International op te nemen, worden deze kosten vergoed alsof SOS International was ingeschakeld.
Artikel 40 Vergoeding van kosten van hulpverlening binnen Nederland
Wanneer binnen Nederland sprake is van een voorval zoals omschreven in artikel 39.1.a of b, vergoedt SOS International de kosten van:
1. berging van:
- de personenauto en/of
- de daaraan gekoppelde aanhanger en
- de daarmee vervoerde lading en/of bagage;
2. vervoer van de zaken die in lid 1 staan omschreven naar:
- uw woonplaats/plaats van vestiging of
- naar een andere, door verzekerde aan te wijzen be-
stemming binnen Nederland;
3. vervoer van de bestuurder en andere inzittende(n) van de personenauto naar een gezamenlijk adres in Nederland. Het vervoer moet direct na de gebeurtenis plaatsvinden.
Artikel 41 Vergoeding van kosten van hulpverlening buiten Nederland
1. Wanneer buiten Nederland, maar binnen het geldigheidsgebied, sprake is van een voorval zoals omschreven in artikel 39.1.a of b vergoedt SOS International de kosten van:
a. berging van:
- de personenauto en/of
- de daaraan gekoppelde aanhanger en
- de daarmee vervoerde lading/bagage;
b. vervoer van de zaken die onder a staan omschreven naar het dichtstbijzijnde herstelbedrijf waar de schade of de storing kan worden hersteld of beoordeeld;
c. nazending van vervangende onderdelen die voor de reparatie van het rijtechnische gedeelte van de personen auto en/of de aanhanger noodzakelijk zijn. De onderdelen zelf worden alleen vergoed als daarvoor dekking op de polis bestaat;
d. vervoer van de personenauto en/of de aanhanger naar Nederland, als:
- herstel niet binnen 2 werkdagen (bij nazending van onderdelen 4 werkdagen) mogelijk is;
- het herstel langer duurt en degene die de personen auto kan besturen al naar Nederland is teruggekeerd;
- na diefstal de personenauto wordt teruggevonden, maar de bestuurder al naar Nederland is teruggekeerd.
2. Wanneer buiten Nederland, maar binnen het geldigheidsgebied, sprake is van een voorval als omschreven in artikel 39.1.a of b, waardoor gebruik van de personenauto niet meer mogelijk is en herstel van de schade of de storing niet plaatsvindt binnen een termijn van 2 werkdagen (bij nazending van onderdelen 4 werkdagen) vergoedt SOS International:
a. de vervoerskosten van de aanhanger en de la- ding/bagage naar Nederland of naar de plaats waar de verzekerde als eerstvolgende bestemming naar toe zou gaan;
b. de extra kosten, die de bestuurder en overige inzittende(n) van de personenauto maken voor:
- de terugreis per boot, bus en/of trein vanaf de plaats van het voorval naar Nederland of
- het doorreizen per boot, bus en/of trein naar de plaats waar de verzekerde als eerstvolgende be- stemming naar toe zou gaan
en
- vervoer per taxi vanaf de plaats van het voorval naar het dichtstbijzijnde station en
- vanaf het dichtst daarbij gelegen station naar het woonhuis van de verzekerde of naar de plaats van bestemming.
3. Wanneer er sprake is van een voorval als omschreven in artikel 39.1.c vergoedt SOS International:
a. de kosten van vervoer van de personenauto en/of de aanhanger en de lading/bagage naar Nederland;
b. de extra kosten, die de bestuurder en de overige inzittende(n) van de personenauto maken voor de terugreis per boot, bus en/of trein vanaf de plaats van het voorval naar Nederland;
c. vervoer per taxi:
- vanaf de plaats van het voorval naar het dichtstbijzijnde station en
- vanaf het dichtst daarbij gelegen station naar het woonhuis van de verzekerde of naar de plaats van bestemming.
4. Als de vervoerskosten van de personenauto en/of de aanhanger hoger zijn dan de waarde van de restanten, zoals deze in Nederland zou zijn vastgesteld, vergoedt SOS International de kosten van invoer en/of vernietiging in het land waar de gebeurtenis heeft plaats gevonden.
5. De kosten die onder normale omstandigheden zouden zijn gemaakt, brengt SOS International op de vergoeding in mindering.
6. Eventueel kan door SOS International een vervangende bestuurder worden ingezet om de personenauto, de aanhanger en de daarmee vervoerde personen, lading en/of bagage terug te rijden naar Nederland
Artikel 42 Huur van een personenauto in het buitenland (zonder aanhanger)
1. De verzekerde heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten voor het huren van een vervangende personenauto wanneer er buiten Nederland, maar binnen het geldigheidsgebied, sprake is van een gebeurtenis zoals omschreven in artikel 39.1.a, waardoor de personenauto verloren gaat of zo beschadigd raakt dat niet verder kan worden gereden. Dit recht bestaat uitsluitend als:
- een (nood)reparatie van de personenauto binnen 2 werkdagen niet mogelijk is (bij nazending van onderdelen 4 werkdagen),
- er sprake is van recreatief verblijf in het buitenland en dit verblijf wordt voortgezet en
- SOS International na overleg toestemming heeft gegeven een vervangende personenauto te huren. Daarbij wordt rekening gehouden met de in het betreffende land geldende bepalingen.
2. SOS International verleent de vergoeding voor de periode dat de personenauto onbruikbaar is door een voorval zoals omschreven in lid 39.1.a. De vergoeding bedraagt maximaal € 100,- per dag en maximaal € 750,- per gebeurtenis. De kosten die onder normale omstandigheden zouden zijn gemaakt, brengt SOS International op de vergoeding in mindering.
Artikel 43 Vervangende personenauto binnen Nederland Indien uit het polisblad blijkt dat de casco dekking van toepassing is, geldt het volgende:
1. Als binnen Nederland de personenauto verloren gaat of zo beschadigd raakt dat daarmee niet verder kan worden gereden door botsen, stoten, omslaan, te water of van de weg geraken, slippen of brand (ongeacht of de gebeurtenis een gevolg is van een eigen gebrek) bestaat recht op een vervangende personenauto.
Dit recht bestaat uitsluitend als de verzekerde direct na de gebeurtenis SOS International inschakelt.
2. Het recht op een vervangende personenauto bestaat
vanaf het moment waarop de gebeurtenis heeft plaatsgevonden tot het moment waarop de personenauto gerepareerd is of gerepareerd had kunnen zijn, maar maximaal tot en met de 4e dag na de dag van de gebeurtenis.
3. SOS International verleent geen vergoeding voor de kosten van autohuur die de verzekerde buiten bemiddeling van SOS International maakt.
Artikel 44 Aanvullende uitsluitingen
Geen uitkering of hulp wordt verleend ingeval van uitvallen van de personenauto of de aanhanger:
1. door een defect dat op een eenvoudige wijze is te verhelpen of te voorkomen (zoals een lekke band, een lege brandstoftank e.d.);
2. door slecht onderhoud of de slechte staat van de personenauto of de aanhanger.
Artikel 45 Taakvervulling SOS International
1. SOS International verleent haar diensten binnen redelijke termijn. Zij doet dat in goed overleg met de verzekerde of zijn zaakwaarnemer(s), maar alleen als overheidsvoorschriften of andere invloeden van buitenaf deze diensten niet onmogelijk maken.
2. SOS International is vrij in de keuze van diegene die zij voor de hulpverlening inschakelt.
3. SOS International gaat namens de verzekerde of zijn zaakwaarnemer(s) in hun naam verbintenissen aan.
4. SOS International kan vooraf de nodige financiële garanties verlangen voor kosten die ontstaan uit haar dienstverlening, maar die niet door de betreffende verzekering worden gedekt. Als SOS International deze garanties niet krijgt, vervalt haar verplichting om de verlangde diensten te verlenen. Ook vervalt dan uw recht op hulpverlening die wel onder de dekking van de betreffende verzekering valt.
5. SOS International kan - behalve voor eigen tekortkomingen en fouten - niet aansprakelijk worden gesteld voor:
a. de kwaliteit van diensten die derden leveren of van werkzaamheden die deskundigen en/of reparateurs uitvoeren. Dit ongeacht of de verzekerde zelf of SOS International deze benadert;
b. fouten, nalatigheden of gevolgschade die het gevolg zijn van handelingen van derden, die zijn of worden verricht tijdens de uitvoering van de dienstverlenende handelingen die onder de dekking van de verzekering vallen.
Artikel 46 Terugvordering van kosten voor diensten die niet onder de dekking vallen
De verzekerde moet rekeningen van ons of van SOS International voor diensten en kosten die niet onder de dekking van de verzekering vallen, binnen 30 dagen na datering van de rekening betalen. Wanneer de verzekerde de rekening niet of niet op tijd betaalt, kan SOS International zonder meer tot incasso overgaan. De kosten die aan de incasso zijn verbonden komen geheel voor rekening van de verzekerde.
Clausules
Onderstaande clausules zijn uitsluitend van kracht indien dat op het polisblad vermeld staat.
PA01 Uitsluiting nieuwwaarde personenauto's
In afwijking van de Bijzondere Voorwaarden is voor deze verzekering de nieuwwaarde/afschrijvingsregeling niet van toepassing.