Registratienr.: 1253449 Openbaar
Registratienr.: 1253449 Openbaar
Portefeuillehouder: Xxxxxxx Xxxxxxxx-Xxxxxxx
Team: RMEO-Maatschappelijke- en Economische Ontwikkeling
Steller: Cju
Betrokken medewerkers: SM, EvA, AV
Onderwerp
1253449 Inzet rijksmiddelen steunpakket voor behoud culturele infrastructuur Boxtel.
Samenvatting
Als gevolg van de coronacrisis zijn extra rijksmiddelen beschikbaar gesteld voor de lokale culturele infrastructuur. Deze specifieke steun voor de culturele sector is erop gericht de rijke culturele infrastructuur in ons land in stand te houden. Dit is niet alleen van belang voor het publiek, maar ook om de werkgelegenheid in de sector op peil te houden. Zo motiveert de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Xxxxxx xxx Xxxxxxxxxxx het in haar brief d.d. 11 december jl. aan het college en de gemeenteraad (zie bijlage 1).
De rijksmiddelen zijn beschikbaar gesteld voor gemeenten, omdat Rijk en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de lokale infrastructuur met voorzieningen zoals de openbare bibliotheken, musea, muziekscholen, theater, poppodia, filmhuis, centra voor de kunsten, cultuureducatie, amateurkunst. Veel van deze instellingen komen door de coronacrisis in de problemen doordat de activiteiten niet kunnen doorgaan en eigen inkomsten dalen. Om dit te voorkomen wordt u een voorstel gedaan om deze middelen in te zetten voor het behoud van een sterke culturele infrastructuur Boxtel.
Voorstel
1. In te stemmen met het voorstel ‘inzet en besteding van de rijksmiddelen steunpakket cultuur’ voor behoud van de lokale culturele infrastructuur Boxtel.
2. De niet-bestede subsidies 2020 die verleend zijn aan de culturele instellingen voor het uitvoeren van culturele activiteiten in het jaar 2020 vooralsnog niet terug te vorderen op voorwaarde dat zij een plan van aanpak indienen over de besteding van deze middelen in 2021.
3. In te stemmen met het verzoek van stichting Ammonietenhoeve (Oertijdmuseum) om de aflossing met 2 jaar op te schorten, waardoor de eerste termijn niet eind 2020 (t/m 2024) maar eind 2022 (t/m 2026) wordt. En hiervoor de huidige overeenkomst aan te passen.
Inleiding
Als gevolg van de coronacrisis zijn extra middelen door het Rijk beschikbaar gesteld voor het behoud van de lokale culturele infrastructuur. De rijksmiddelen zijn beschikbaar gesteld voor gemeenten, omdat Rijk en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de lokale infrastructuur met culturele voorzieningen. Veel van de culturele instellingen komen door de coronacrisis in de problemen doordat de activiteiten niet kunnen doorgaan en eigen inkomsten dalen.
Met de rijksmiddelen wordt u in staat gesteld de Boxtelse culturele instellingen die het hardst geraakt worden, te ondersteunen en daarmee de lokale culturele infrastructuur Boxtel in stand te houden. Maar ook een voorziening te treffen voor de andere lokale culturele instellingen en lokale culturele initiatieven. De minister gaat ervanuit en heeft er vertrouwen in dat deze beschikbaar gestelde middelen daadwerkelijk voor dit doel zullen worden ingezet.
Beoogd resultaat
Het behouden van een sterke lokale culturele infrastructuur Boxtel.
Argumenten
1.1. Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor behoud lokale culturele infrastructuur Het Rijk en gemeenten dragen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de lokale infrastructuur met voorzieningen zoals de openbare bibliotheken, musea, muziekscholen, theater, poppodia, filmhuis, centra voor de kunsten, cultuureducatie, amateurkunst. Met de rijksmiddelen worden gemeenten in staat gesteld de lokale culturele instellingen die het hardst geraakt worden, te ondersteunen en daarmee de lokale culturele infrastructuur in stand te houden. De gemeente Boxtel heeft hiervoor een bedrag in 2020 ontvangen. En voor 2021 is een bedrag toegezegd. Het gaat om de onderstaande bedragen:
Steunpakketten lokaal culturele voorzieningen
coronacompensatie 2020 | € | 188.000,- |
coronacompensatie 2021 (zie bijlage 2) | € | 105.000,- |
Totaal | € | 293.000,- |
1.2. Xxxxxxxxxxxx vraagt onverminderd veel van de cultuursector
Culturele instellingen doen hun uiterste best om aan medewerkers en bezoekers een veilige omgeving te bieden en om op vernieuwende manieren uiting te geven aan creativiteit. Het sluiten van de deuren om de reisbewegingen en contactmomenten zoveel mogelijk te beperken, heeft gevolgen m.n. voor de kaartjes die niet verkocht kunnen worden. Zodra er weer perspectief is op het afschalen van deze zware maatregelen, zullen de zalen en de musea nog niet vertrouwd vol zijn.
1.3. Waarborgen deelname culturele partners aan culturele infrastructuur Boxtel Vanaf de 1e lockdown zijn onze culturele partners stg. Podium Boxtel, Oertijdmuseum, Museum Vekemans en de organisatie Musical productie Ob-La-Di Ob-La-Da (MCMS) regelmatig met de gemeente in gesprek geweest. O.a. over de proactieve wijze waarop
zij zich op een vernieuwende manier hebben weten aan te passen aan de maatregelen als gevolg van corona. Als ook over hun zorgen over hun exploitatie.
Door de impact van de coronamaatregelen hebben zij een beroep moeten doen op de rijksmiddelen van het steunpakket cultuur van onze gemeente. Het betreft de Boxtelse voorzieningen die te kampen hebben met inkomstenderving door gemiste kaartverkoop. Deze gemiste inkomsten kunnen niet langer gedekt worden door de inkomsten uit reguliere subsidie, kaartverkoop en andere (museale) verkopen, waarmee de continuïteit van Boxtelse culturele instellingen in gevaar komt.
Lastenverlichting is noodzakelijk om deel uit te kunnen blijven maken van onze culturele infrastructuur Boxtel.
1.4. Boxtels Herstelplan Cultuur voor toekomstbestendige culturele infrastructuur Bij punt 1.2 is aangegeven dat de zalen en musea nog niet vertrouwd vol zullen zijn, zodra er weer perspectief is op het afschalen van deze zware coronamaatregelen. Mensen zullen weer moeten gaan vertrouwen op het tijdperk na de coronacrisis. Om het vertrouwen weer terug te winnen, wordt voorgesteld om samen met het culturele veld een Boxtels Herstelplan Cultuur 2021/2022 vorm te geven. Het doel is om in brede samenwerking met de lokale culturele voorzieningen, het cultuurbezoek opnieuw aan te moedigen en de actieve deelname aan culturele activiteiten te stimuleren. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de wederopbouw van én het versterken van de Boxtelse culturele infrastructuur. En de economie. De richtlijnen voor het Boxtels Herstelplan Cultuur borduren voort op het bestaand cultuurbeleid zoals vastgelegd in de Cultuurnota Bouwen aan betekenis ‘onderweg naar een toekomstbestendige culturele en kunstzinnige infrastructuur gemeente Boxtel’. Voor het corona Herstelplan Cultuur is een bedrag opgenomen in het onderstaand voorstel Inzet rijksmiddelen steunpakket cultuur dat bij punt 1.6. is beschreven.
1.5. Boxtels Cultuurfonds
Er is op dit moment nog geen volledig zicht op de financiële gevolgen voor alle culturele Boxtelse voorzieningen (zowel de gesubsidieerde als niet gesubsidieerde culturele instellingen) als gevolg van de corona maatregelen. We verwachten dat deze gevolgen in het eerste kwartaal 2021 beter zichtbaar worden. Om die reden wordt voorgesteld om hierop te anticiperen door een bedrag te reserveren uit de rijksmiddelen steunpakket cultuur. En dit bedrag onder te brengen bij het budget cultuur 2021 als post ‘Boxtels 'Cultuurfonds'.
De post Boxtels Cultuurfonds is bedoeld voor Boxtels culturele instellingen die als gevolg van de coronacrisis aantoonbaar financiële steun nodig hebben. Deze Boxtelse culturele organisaties kunnen een gemotiveerd en onderbouwd beroep doen op deze middelen. Om in aanmerking te komen voor een subsidie dient het verzoek te voldoen aan het versterken van een toekomstbestendig lokale infrastructuur Boxtel door aan te sluiten bij de eerdergenoemde Cultuurnota Boxtel ‘Bouwen aan betekenis’. Ook dient aangetoond te worden welk effect de coronacrisis op de organisatie heeft, op welke wijze de aanvragende organisatie werkt aan het verkleinen van het tekort (incl. aanspraak maken op eigen vermogen), op welke wijze zij aantoonbaar inspeelt op de verandering en hoe deze aanpak geïmplementeerd is in haar interne innovatie- en crisisbeleid. Het hoofddoel is om gezamenlijk de lokale culturele infrastructuur te versterken, zodat inwoners en bezoekers kunnen blijven genieten van en deelnemen aan de Boxtelse culturele activiteiten.
1.6. Voorstel financiële ondersteuning voor behoud sterke culturele infrastructuur In vervolg op bovenstaande punten 1.1. t/m 1.5. vindt u in het onderstaand overzicht het voorstel over de inzet van de rijksmiddelen steunpakket cultuur met als doel het
waarborgen van de toekomstbestendige lokale culturele infrastructuur Boxtel. Dit voorstel is gebaseerd op de onderbouwde aanvragen van de culturele instellingen (zie p.1.3). De hoogte van de aangevraagde bedragen kan niet bij allemaal volledig worden gehonoreerd i.v.m. de beperkte beschikbare ontvangen rijksmiddelen.
Voorstel: Inzet rijksmiddelen steunpakket cultuur voor behoud sterke culturele infrastructuur
Stichting Podium Boxtel | € | 18.000,- |
Oertijdmuseum | € | 225.000,- |
Stichting Museum Vekemans | € | 7.000,- |
Musical productie Ob-La-Di Ob-La-Da | € | 4.200,- |
Vormgeven corona Herstelplan culturele voorzieningen | € | 19.400.- |
Cultuurfonds Boxtel coronasteunpakket | € | 19.400.- |
Totaal | € | 293.000,- |
U wordt voorgesteld de rijksmiddelen lokale culturele infrastructuur beschikbaar te stellen conform het bovenstaand overzicht t.w. Voorstel: Inzet Rijksmiddelen steunpakket cultuur.
2.1. Niet terugvorderen verleende subsidiebedragen 2020
Als gevolg van de bestrijding van corona zijn de verleende subsidies (incidenteel en structureel) voor culturele activiteiten 2020 niet of maar gedeeltelijk besteed. Sommige culturele organisaties hebben wel voorbereidend werk verricht en hiervoor investeringen gedaan. Voor het waarborgen van de culturele activiteiten, wordt u voorgesteld de niet-bestede subsidies 2020, die verleend zijn voor het uitvoeren van culturele activiteiten in het jaar 2020, vooralsnog niet terug te vorderen. Het uitgangspunt is dat we de Boxtelse culturele organisaties blijven steunen en zij de ontvangen subsidies mogen behouden. De organisatie die structurele subsidie ontvangen, verantwoorden in hun jaarverslag 2020 wat ze met hun subsidie hebben gedaan. En geven aan wat ze met de niet-bestede subsidie 2020 in het jaar 2021 gaan doen.
De organisaties die een incidentele subsidie hebben ontvangen voor culturele activiteiten 2020 die niet of gedeeltelijk hebben plaatsgevonden, doen hetzelfde door het verantwoorden via een plan van aanpak besteding subsidie 2020 voor het jaar 2021.
3.1 Uitstel 1e jaarlijkse aflossing renteloze lening Oertijdmuseum
In 2019 heeft u ingestemd met een Geldleningsovereenkomst ad € 100.000.- aan stichting Ammonietenhoeve. Vanwege het algemeen en publiek (gemeentelijk) belang. De eerste aflossing van de 5 termijnen zou plaatsvinden op 31 december 2020. De stichting heeft 2 jaar uitstel gevraagd als gevolg van de coronacrisis. U wordt voorgesteld de 1e jaarlijkse aflossing te verplaatsen waardoor de eerste termijn niet eind 2020 (t/m 2024) maar eind 2022 (t/m 2026) wordt. Op basis van deze wijziging wordt de huidige overeenkomst aangepast.
Kanttekeningen
1 t/m 4. Waarborgen toekomstbestendige culturele infrastructuur Boxtel
Indien u niet instemt met de bovenstaande punten kan de culturele infrastructuur niet voor de toekomst gewaarborgd blijven.
Financiën
Vanuit het Gemeentefonds heeft gemeente Boxtel € 293.000 als Corona-compensatie cultuur ontvangen.
De geldlening van het Oertijdmuseum betreft een aanpassing van de overeenkomst (aflossingsperiode 2020 t/m 2024 wijzigen naar aflossingsperiode 2022 t/m 2026) en bijbehorende financieel-technische vertaling (met als gevolg verwerking van een zeer beperkt rente-nadeel).
Uitvoering
Na een positieve besluitvorming wordt het vervolgtraject uitgevoerd.
Communicatie
Na positieve besluitvorming worden betrokken partijen geïnformeerd over uw besluit.
Bijlagen
Bijlage 1: Brief minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Xxxxxx xxx Xxxxxxxxxxx d.d. 11 december jl. aan het college en de gemeenteraad
Bijlage 2: Overzicht verdeling de Rijksmiddelen 2021 ‘150 mln. in 2021 ter ondersteuning van de lokale culturele infrastructuur per gemeente’