INHOUDELIJKE KERN
INHOUDELIJKE KERN
REGIO DEAL FOODVALLEY
“Versnelling van de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem”
90% versie (opgeschoond)
8.2 - 17 juni 2019
Regio Deal Foodvalley
Algemene overwegingen
1. Het kabinet Xxxxx XXX erkent dat elke regio uniek is. Regio’s hebben verschillende kenmerken waardoor elke regio behoefte heeft aan een eigen aanpak en afweging bij het aanpakken van de regionale opgave. De verschillende krachten en uitdagingen die specifiek zijn voor een regio vormen de basis voor een regionale opgave om de brede welvaart, leefbaarheid en economische kracht te bevorderen.
2. De regionale opgave heeft een meervoudig karakter en vergt een integrale aanpak op de verschillende onderdelen van die opgave. Doel is om door verschillende beleidskolommen heen te werken. Verder heeft de regionale opgave een gebiedsoverstijgende impact waarvoor inzet op rijksniveau nodig is maar die ook zorgt voor een vliegwieleffect.
3. Regio Deals hebben tot doel om de regionale opgave aan te pakken. Hierbij wordt samengewerkt tussen vakdepartementen, decentrale overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Voor deze regionale opgaven stelt het kabinet middelen beschikbaar uit de Regio Envelop, waaruit Regio Deals worden gefinancierd tussen het Rijk en de regio. Ook vanuit de regio zelf wordt gezorgd voor financiering (cofinanciering).
4. Deze integrale en gezamenlijke aanpak met bijbehorende afspraken over de financiering is het onderscheidende karakter van de Regio Deals ten opzichte van reguliere beleidsinstrumenten.
5. Met de Regio Deal beogen Rijk en Regio een duurzaam partnerschap aan te gaan om de opgave die in de regio speelt gezamenlijk aan te pakken. Het ondertekenen van de Regio Deal is daarbij niet het einde, maar slechts het begin van de samenwerking.
6. Regio Deals gaan om meer dan alleen de inzet van financiële middelen. Zij kenmerken zich ook door een sterke, continue inzet van alle betrokkenen, creëren nieuwe samenwerkingsvormen en niet-financiële ondersteuning om de in de regionale opgave gestelde ambities en doelen te bereiken.
7. Regio Deals leveren daarmee een bijdrage aan welvaart in brede zin.
Specifieke overwegingen
Aansluiting bij de regionale en (inter)nationale opgave
De transitie naar een gezond en duurzaam voedselsysteem is een actueel en urgent thema. De landbouw- en voedselsector staat in de regio en (inter)nationaal onder druk. De vraag naar voedsel stijgt wereldwijd, terwijl het beschikbare areaal landbouwgrond afneemt. Het wordt moeilijker om concurrerend te zijn op de wereldmarkt, en de huidige landbouw levert een te grote belasting voor de aarde. Huidige productiemethoden dragen bij aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen en andere schadelijke emissies en leiden tot zware milieubelasting en gezondheids- en leefomgevingsrisico’s. Een omslag naar kringlooplandbouw in Nederland is nodig. Tegelijk nemen welvaartsziekten gerelateerd aan ongezond eetgedrag toe bij jong en oud. Ook wordt de potentie van gezonde voeding in de gezondheidszorg onvoldoende benut en wordt veel eten weggegooid.
De regio omvat de regio Foodvalley, en aangrenzende en/of complementaire gebieden van de provincies Utrecht en Gelderland. Hier zijn de maatschappelijke uitdagingen op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid goed merkbaar. In dit gebied liggen kansen om hieraan bij te dragen en (inter)nationaal van betekenis te zijn bij het oplossen van de grootschalige landbouw- en voedselopgaven. Deze complexe opgaven spelen zich tegelijkertijd af, staan in verbinding met elkaar en hebben gedeelde maatschappelijke drijfveren. Zij kunnen dus alleen beantwoord worden vanuit een integrale benadering; een andere manier van produceren en consumeren; een landbouw- en voedseltransitie. Dat vergt nauwe samenwerking van diverse en complementaire stakeholders.
Er is in het gebied een gerichte, regionale én integrale aanpak nodig om de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem te versnellen, de daaraan gekoppelde economische kansen te benutten, en daarmee de brede welvaart voor inwoners en bedrijven in de toekomst veilig te stellen. Met deze Regio Deal wordt hieraan een impuls gegeven via drie sporen:
1. Versnelde transitie van de primaire sector,
2. Gezonde voeding; van prille start tot oude dag, en
3. Versterking kennis- en innovatiecluster
Deze regio leent zich bij uitstek om deze opgave aan te pakken vanwege de geografische ligging en de sterke kennisbasis die aanwezig is. Alle benodigde (kennis)instellingen en organisaties liggen binnen een straal van 50 – 60 kilometer bij elkaar. Daarnaast is er het besef dat het van belang is
om opgedane kennis over duurzame, circulaire en gezonde voedselsystemen te ontsluiten voor andere regio’s binnen en buiten Nederland. Dit gebied onderscheidt zich verder door de al bestaande interactie tussen boerenbedrijven en kennisinstellingen. Enerzijds door de praktijkkennis van boeren te gebruiken voor kennisontwikkeling, en anderzijds deze kennis in te zetten voor ontwikkeling van toepasbare concepten. Hetzelfde geldt voor de bestaande samenwerking tussen zorgorganisatie, overheden en voedingswetenschap. ICT speelt hierbij een belangrijke ondersteunende en verbindende rol.
Ad. 1 Versnelde transitie van de primaire sector
De regio Foodvalley is voor wat betreft de landbouwproductie gericht op de diverse veehouderijtypen en kent weinig akkerbouw. De pluimvee- en de kalverhouderij zijn het sterkst vertegenwoordigd, en ook de geitenhouderijen zijn bescheiden aanwezig in deze regio. Mede door de concentratie van deze sectoren in het gebied, en de huidige productiemethoden, zijn de concentraties van fijnstof en ammoniak in de lucht relatief hoog. Ook de geurbelasting is hoog. Dit levert in deze dichtbevolkte regio gezondheids- en leefomgevingsrisico’s op voor mens en dier.
Tegelijk is er veel natuur in de nabije omgeving (o.a. de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug), en ontstaat er met de huidige productiemethoden druk op de biodiversiteit en verminderde bodemvruchtbaarheid. De maatschappelijke acceptatie en inbedding van de primaire sector is in de regio Foodvalley goed, maar het valt te voorzien dat de algemene maatschappelijke druk op de veehouderij m.b.t. klimaat, milieu, diergezondheid en dierenwelzijn ook in deze regio meer gevoeld gaat worden.
Vanwege deze factoren is het verminderen van emissies noodzakelijk en is er een sterke behoefte om hier doorbraken op te realiseren. Praktische, haalbare en betaalbare emissie reducerende maatregelen zijn nog onvoldoende beschikbaar en uitgerold in de agrarische sector. Daarbij gaat het om integrale maatregelen die in samenhang opgepakt kunnen worden, waarbij diergezondheid en -welzijn niet in het geding komt, voedselkwaliteit behouden blijft, dierlijke en plantaardige productiesystemen meer een kringloop vormen, reductie van antibioticagebruik in de veehouderij wordt voortgezet en de biodiversiteit en bodemkwaliteit gaandeweg verbeterd. Deze integrale aanpak is vernieuwend en uitdagend, maar ook noodzakelijk. Maatregelen die goed zijn voor één onderdeel van de leefomgeving voor mens en dier, kunnen anders negatieve invloed hebben op andere onderdelen van de leefomgeving. Binnen Foodvalley zijn belangrijke bouwstenen voor deze transitie aanwezig. Denk hierbij aan de succesvolle aanpak op gebied van emissiereductie, de sterke kennis- en praktijkbasis, waaronder innovatieve agrarische bedrijven en toeleveranciers.
In regio Foodvalley zijn veehouderijen gemiddeld kleiner dan elders, en vaker gemengd. Het zijn veelal familiebedrijven met weinig vreemd vermogen. Het investeringsvermogen is beperkt en de verdiencapaciteit staat sterk onder druk, vanwege afnemende marges, veranderende of beperkende regelgeving en de toenemende maatschappelijke druk om negatieve effecten op de leefomgeving te verminderen. Voor een toekomstbestendige landbouwsector in het gebied zal, naast emissie reducerende maatregelen, gezocht moeten worden naar technologische vernieuwing en nieuwe, duurzame verdienmodellen passend bij de landbouw- en voedseltransitie. Dat kan alleen wanneer regionale (mkb) bedrijven, agrariërs en de kennisinstellingen gezámenlijk werken aan oplossingen en concrete innovaties op het boerenbedrijf.
Slechts een klein deel van de veehouders in het gebied werkt volledig grondgebonden. Veevoer komt, net als in andere regio’s in Nederland, veelal van grote geografische afstand waarbij ook het product veelal ver buiten de eigen regio wordt afgezet. Op regionale schaal zijn de kringlopen van voerproductie tot en met mestafzet niet gesloten. Naast emissiereductie en duurzame verdienmodellen ligt hier een derde grote uitdaging om natuurlijke kringlopen verregaand te sluiten. Bijvoorbeeld door meer reststromen uit de landbouw- en voedselproductiesystemen op te waarderen tot veevoer en om andere regionaal geproduceerde eiwitbronnen te benutten als veevoer. Daarnaast het gebruik van soja(schroot) terug te dringen, waarbij de gebruikte alternatieve eiwitbronnen (plantaardig of op insectenbasis) niet rechtstreeks zijn te benutten voor humane consumptie. De plantaardige productiesector, waaronder bedrijven die een rol spelen in eiwittransitie, aanwezig in de regio zijn ook nodig om samen, in wisselwerking met de veehouderij, het circulaire voedselproductiesysteem verder te ontwikkelen.
Partijen zijn het erover eens dat de primaire sector een transitie nodig heeft naar kringlooplandbouw. De oplossingen die hier ontwikkeld worden, zullen worden gedeeld binnen Nederland en daarbuiten.
Ad 2. Gezonde voeding: van prille start tot oude dag
Gezondheid is een belangrijke bouwsteen voor welvaart en welzijn van inwoners. Voeding speelt hierin een grote rol. Ongezond voedsel is vaak een makkelijke keuze, omdat ongezonde voeding in Nederland volop beschikbaar is in de leefomgeving. De inrichting van de leefomgeving in combinatie met het huidige voedselconsumptiepatroon zorgt voor een toename aan welvaartsziekten gerelateerd aan eetgedrag bij alle lagen van de bevolking. Dat leidt tot vermijdbare zorgkosten en een verminderd welzijn. Dit alles betreft ook inwoners van de regio Foodvalley en aangrenzende en/of complementaire gebieden van de provincies Utrecht en Gelderland,
De gezondheidsopgaven in deze regio zijn een representatieve afspiegeling van het landelijke beeld. Deze dichtbevolkte regio kent verschillende gebiedstypen (landelijke kernen, middelgrote dorpen en stedelijke gemeenten en het grootstedelijk gebied Utrecht). Deze gebiedstypen kennen allemaal specifieke rurale en grootstedelijke opgaven als het gaat om (toegang tot) gezonde voeding, het stimuleren van gezond voedingsgedrag en het creëren van een gezonde leefomgeving.
Alle doelgroepen, van prille start tot oude dag, hebben belang bij gezonde voeding. Zo krijgenzwangere vrouwen vaak niet de juiste voedingsstoffen binnen waardoor het geboortegewicht van baby’s steeds vaker afwijkend is van de norm (zowel te hoog als te laag) en staat men gedurende het leven bloot aan tal van uitdagingen als het gaat om gezond voedselgedrag. De voedselomgeving maakt het maken van gezonde keuzes ook niet makkelijker. In restaurants wordt bijvoorbeeld nog te veel gebruik gemaakt van vet, suiker en zout, zijn porties vaak (te) groot en kan meer en aantrekkelijkere presentatie van groente worden aangeboden. Ook in schoolomgevingen en op het werk zijn de ongezonde snacks makkelijk bereikbaar voor jongeren en werknemers. Mensen die willen werken aan hun gezondheid of degenen die al ziek zijn weten vaak niet hoe ze hun voedingsgedrag en hun voeding kunnen gebruiken om gezond te blijven of als ondersteuning tijdens en na behandeling als ondersteuning kunnen gebruiken. Er is momenteel onvoldoende kennis over werkzame voedingsinterventies bij patiëntengroepen. Hierdoor blijft het potentieel van gezonde voeding onderbenut. Ouderen eten onvoldoende eiwitten en behouden daardoor te weinig spierkracht waardoor men minder vitaal is en ook het herstel na ziekte langer duurt. De gezonde levensjaren nemen hierdoor af. Het onderwerp voeding is in zorgopleidingen nog maar beperkt onderdeel van het onderwijsprogramma. Hierdoor krijgen zorgconsumenten, waaronder opvoeders, patiënten en mantelzorgers vaak niet de juiste voedingsadviezen van de zorgprofessionals.
In de regio is veel hoogwaardige kennis en praktijkervaring aanwezig op het gebied van gezondheid en voeding die kan worden benut om de landelijke opgave - om te komen tot een transitie naar een gezond voedsel systeem - aan te pakken. Zo vullen de Universiteit Utrecht, Wageningen University, Christelijke Hogeschool Ede (CHE), Aeres en andere hbo en mbo onderwijs- en kennisinstellingen elkaar aan, en bouwt de Regio Deal voort op een stevige kennisbasis uit eerder onderzoek en ervaring met toepassingen. Daarnaast wordt in de City Deal ‘voedsel op de stedelijke agenda’ praktijkkennis ontwikkeld en gedeeld. Dit biedt ook kansen voor
een verdere versterking van een vitale en gezonde bevolking in deze regio, en daarmee versterking van de brede welvaart.
Voor een blijvende transitie naar gezondere voedingspatronen en gezondere inwoners, in de regio Foodvalley, en daarbuiten, is het belangrijk dat alle lagen van de bevolking gestimuleerd worden in gezond en duurzaam (voedings)gedrag en dat er een gezonde leefomgeving wordt gecreëerd (inclusief gezond en duurzaam voedselaanbod), die uitnodigt tot dit gedrag. Het World Food Center (WFC) speelt hierin ook een belangrijke rol (zie verder spoor 3). Daarnaast is in bepaalde levensfases en voor kwetsbare groepen voedingsadvies op maat nodig, en praktijk kennis over welke voedingsinterventies daadwerkelijk een bijdrage leveren aan een verbeterde kwaliteit van leven. Om te borgen dat nieuwe en gevalideerde inzichten daadwerkelijk worden toepast, is het ook nodig dat kennis over gezonde voeding landt in zorgrichtlijnen, zorgmodules en kwaliteitstandaarden.
Ad 3. Versterking kennis- en innovatiecluster
De regio heeft met de aanwezige kennisinstellingen en bedrijven een sterke kennis- en innovatiebasis ontwikkeld op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid. De combinatie van bedrijven en kennisinstellingen in Utrecht en Foodvalley zorgt voor twee aan elkaar complementaire innovatie ecosystemen. Daar waar Foodvalley zich focust op Agri & Food, specialiseren de partijen in Utrecht zich op Lifesciences & Health. Binnen de voedselvraagstukken
zijn deze thema’s onlosmakelijk met elkaar verbonden en vullen elkaar aan in de kennis voor transitie naar een gezond en duurzaam voedselsysteem. Deze twee ecosystemen kunnen binnen de regio nog beter met elkaar verbonden worden, om te werken aan integrale oplossingen die werken in de praktijk.
Voor de opgaven in de landbouw- en voedseltransitie is een integrale ketenaanpak van belang. Hiervoor is praktijkgerichte kennis noodzakelijk van onderwijs- en kennisinstellingen op hbo en mbo niveau. Deze kennis is deels al beschikbaar op thema’s als voedsel, logistiek en agrifood, maar moet nog verder ontwikkeld worden in de regio. Daarnaast is in de regio behoefte aan voldoende praktijkgerichte arbeidskrachten. Voor het testen, valoriseren en door ontwikkelen van nieuwe producten en diensten zijn vakmensen met praktijkkennis en ervaring nodig. Tevens is er een sterkere koppeling nodig van de (universitaire) kennisinstellingen met het praktijkonderwijs (mbo en hbo) en bedrijfsleven. Samen met deze en andere kennisinstellingen kan dit gebied verder groeien naar een belangrijk kenniscentrum op het gebied van agrifood en health met ook regionale en nationale uitstraling.
Met de intensivering van deze samenwerking, nemen de kansen toe om de economische en maatschappelijke impact van dit ecosysteem (inter)nationaal op een aantal gebieden verder te versterken en uit te bouwen. Voor het Foodvalley ecosysteem is hiermee al een start gemaakt met het programma Agrifood 2030, waar gewerkt wordt aan versnelling van innovatie, vereenvoudigen van mkb-kennistransfer, het verbeteren van het vestigingsklimaat, human capital, (internationale) promotie, acquisitie en ondernemerschap. Ook in Utrecht is een sterk ecosysteem aanwezig, met een ondersteunende innovatiestructuur zoals het Booster programma en de activiteiten van de stichting Utrecht Science Park.
Een belangrijk knelpunt in het huidige ecosysteem is dat de bestaande onderzoeks- en proeffaciliteiten van bedrijven en kennisinstellingen nog onvoldoende worden ontsloten voor andere gebruikers. Daarnaast hebben potentiële gebruikers en ketenpartners te weinig kennis van de beschikbare gedeelde faciliteiten en wordt bestaande kennis nog te weinig gedeeld. Mkb-ers en startende ondernemingen hebben zelf ook onvoldoende middelen om te investeren in de voor hen benodigde faciliteiten. Hierdoor kunnen maatschappelijk relevante innovaties op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid niet, of niet tijdig, getest en doorontwikkeld worden tot nieuwe producten en diensten. Ook valorisatie van kennis moet worden versterkt.
De uitdaging is om vanuit de regio consumenten en organisaties bijeen te brengen en te stimuleren meer verantwoordelijkheid te nemen en samen antwoorden te vinden op (inter)nationale voedselvraagstukken. De regio kan en wil een proeftuin worden voor innovaties op het terrein van circulaire landbouw en gezonde voeding, zoals blijkt uit deze Regio Deal. Een belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze transities is een directe link met diverse doelgroepen, en vooral de consument. Om de consument te bereiken wil de WFC Experience bezoekers op een interactieve wijze bewust maken van het effect van zijn voedingspatroon op zijn gezondheid en op duurzaamheid. Daarnaast biedt de WFC Experience de mogelijkheid voor een testomgeving om te bezien wat echt werkt bij consumenten om zijn voedingspatroon aan te passen. Hiermee draagt dit bij aan de maatschappelijke beweging om tot een gezond en duurzaam voedselpatroon te komen. Het WFC is beoogd als de plek waar kennisontwikkeling, -valorisatie en het maatschappelijk gesprek over duurzame en gezonde voeding samenkomen.
Integrale benadering, vanuit regionale sterktes
Via een integrale benadering in de drie sporen wordt gewerkt aan de gehele voedselketen (van producent tot consument, van inwoner, zorgprofessional tot patiënt) en wordt de uitvoering verbonden aan het delen van kennis. De Partijen nemen in deze Regio Deal vanuit een waarden gedreven benadering hun verantwoordelijkheden op het terrein van de genoemde maatschappelijke opgaven. Deze integrale en waarden gedreven benadering zorgt voor impactvolle oplossingen voor deze belangrijke maatschappelijke vraagstukken.
De regio heeft voor de aanpak van deze opgaven een sterke uitgangspositie. Alle bij de voedselketen relevante partijen zijn in de regio vertegenwoordigd. In de Regio Deal wordt voortgebouwd op bestaande initiatieven en projecten, die worden versterkt en breder uitgerold, ten behoeve van een structurele en duurzame transitie. Hierdoor wordt ervaring opgebouwd rond integraal werken aan maatschappelijke en complexe uitdagingen. De strategische agenda van Regio Foodvalley (in wording), de Gelderse gebiedsopgaven en de Regionale Economische Agenda van Utrecht zijn hiervan ook voorbeelden.
In de regio zijn alle bij de voedselketen van belang zijnde groepen aanwezig: uiteraard de inwoners en betrokken boeren, maar ook wereldspelers in de primaire sector, de toeleverende en verwerkende industrie, kennis- en onderwijsinstellingen (mbo, hbo en wo). Denk hierbij aan Wageningen University & Research, CHE, Aeres, Poultry Expertise Centre, Ziekenhuis Gelderse Vallei, Universiteit Utrecht, UMC Utrecht, Hogeschool Utrecht Rijnstate , ICT Xxxxxx Xxxxxxxxxx, XXXX, XXXX, XXXX, Xxxxxxxx, XxxxxxxxxXxxxxxx, Danone Nutricia Research, De Heus, Denkavit, Xxx Xxxx stalinrichting, Jansen Poultry en regionale gezondheidsorganisaties als Opella, Gezondhuizen en Huisartsen Gelderse Vallei. De regio kent een krachtig en vitaal start up en scale up ecosysteem en beschikt over samenwerkingsverbanden in en rond de productie, zoals het Manifest van Salentein, de Coöperatie Boerenhart, de Coöperatie O-gen, Vallei Boert Bewust, LTO Gelderse Vallei en met betrekking tot kennisuitwisseling, onder andere Het Gelders Kennisnetwerk Voedsel. Ook bestaat er samenwerking op het gebied van voedsel en gezondheid, zoals de Alliantie Voeding in de Zorg en Diagnose Voeding en Gezondheid en de Coalitie Preventie in de Foodvalley. Alle organisaties en instellingen bevinden zich binnen een xxxxxx xxx 00-00 xx, waardoor onderzoek, bedrijvigheid én experimenteergebieden elkaar effectief kunnen versterken.
De intensieve relatie tussen stad en land, de aanwezigheid van betrokken boeren, wereldspelers in de primaire sector, de toeleverende en verwerkende industrie en de in de regio gevestigde kennis- en onderwijsinstellingen (mbo, hbo en wo), zorgen voor een klimaat waarin duurzame en technologische oplossingen tot stand komen die meerwaarde creëren voor zowel economie, ecologie als samenleving.
De regio heeft veel ervaring opgebouwd in de samenwerking met het Rijk als het gaat om het zetten van concrete stappen in de landbouw- en voedseltransitie en het ontwikkelen van beleid op het gebied van voedsel en gezondheid. Sinds enkele jaren wordt in de regio geëxperimenteerd met integrale voedselaanpakken op lokaal, regionaal als ook op provinciaal niveau, vanuit de gedachte dat overheden een sleutelrol hebben bij de verduurzaming van de landbouw en het voedselsysteem. Daarnaast is in de regio, door proactieve gemeenten zoals Ede en Utrecht en het Voedingsziekenhuis, al veel ervaring opgebouwd op de thema’s voeding en gezondheid voor de hele levenscyclus van de mens in zijn omgeving. Een samenwerkingsverband waar de gemeente Ede, de stad Utrecht en de provincie Gelderland als ook het Rijk hun praktijkervaringen in delen is de City Deal Voedsel op de stedelijke agenda. Deze ervaring draagt bij aan het versnellen van de transitie waar deze Regio Deal invulling aan geeft.
Het is daarbij van belang dat de opgaven en investeringen in de Regio Deal niet óver inwoners wordt gemaakt, maar samen mét inwoners. De Regio Deal bouwt voort op het bestaande netwerken in de regio, waar allerlei partijen en maatschappelijke organisaties al langere tijd samen werken aan de voedseltransitie met merkbare impact voor inwoners; zoals bijvoorbeeld Vallei Boert Bewust met open dagen en boerderijweken, het educatieve project Leren bij de Boer, kinderen die voedselonderwijs krijgen, ouderen met gezondere voeding in de zorg en boeren die begeleiding krijgen in de korte keten. De voedseltransitie wordt met en door de partijen en inwoners van het gebied ingezet.
Aansluiting bij landelijk beleid
Het kabinet wil met Regio Deals uitvoering geven aan haar ambitie om de gezamenlijke gebiedsgerichte aanpak van regionale maatschappelijke opgaven te versterken, mede door hierin op een interbestuurlijk vernieuwende manier samen te werken met de regio. In het regeerakkoord Xxxxx XXX is aangegeven dat om een gezonde leefomgeving voor mensen en dieren te waarborgen, het kabinet de samenwerking in de Regio Foodvalley zal ondersteunen. De uitkomsten daarvan worden beschikbaar gemaakt voor de rest van Nederland.
Het Rijk én de Regio willen een versnelde transitie naar een gezond en duurzaam voedselsysteem realiseren. De regionale ambitie sluit aan bij nationale doelstellingen. Door middel van de Regio Deal wordt de transitie naar kringlooplandbouw in het gebied gestimuleerd. De Regio Deal draagt daarmee bij aan de realisatie van de ‘visie Landbouw, Natuur en Voedsel: waardevol en verbonden
- Nederland als koploper in kringlooplandbouw’ en sluit aan bij het uitvoeringsprogramma Versnelling Verduurzaming Veehouderij, het Nationaal Preventieakkoord, het missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (o.a. voor topsectoren Agri & Food en Lifesciences & Health), het Actieprogramma Kansrijke Start, het Pact voor de Ouderenzorg, het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland, het Rijksbeleid voor de transitie van de Circulaire Economie, de Sustainable Development Goals, de warme sanering van de varkenshouderij en de Nationale Voedselagenda.
Kennis(ontwikkeling) uit deze trajecten wordt ontsloten en benut, voor zover het bijdraagt aan de ambities en doelen van deze Regio Deal. Partijen bezien gezamenlijk de noodzaak voor experimenteerruimte in de verschillende sporen, voor zover dit nodig is voor het realiseren van praktische, nieuwe, duurzame oplossingen. Daarnaast hebben Partijen de ambitie zich samen in te zetten om de aanpak en resultaten van de Regio Deal beschikbaar te maken voor partijen buiten de regio. Ook spannen Partijen zich in om andere stakeholders binnen en buiten de regio te betrekken bij deze Regio Deal, wanneer dit toegevoegde waarde biedt voor het vinden van oplossingen voor de maatschappelijke opgaven rond duurzame landbouw, voeding en gezondheid (bijvoorbeeld andere ketenpartners, private partijen, initiatieven in andere regio’s e.d.).
Urgentie
De grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van landbouwtransitie, voedsel en gezondheid vormen, tezamen met de regionale opgaven en sterktes in de regio, de urgentie voor deze Regio Deal. Daarnaast zijn oplossingen die in regio worden ontwikkeld, ook elders in Nederland en daarbuiten, van belang.
Het op korte termijn verminderen van emissies is urgent voor een gezondere leefomgeving voor mens en dier. Daarnaast vraagt een toekomstbestendige landbouw in de regio om het sluiten van (kortere) kringlopen van voerproductie met minder impact op milieu en klimaat, en om het ontwikkelen van duurzame verdienmodellen.
Een impuls in de regio op het gebied van gezonde voeding en gezonde omgeving is nodig en urgent om te zorgen dat inwoners in de eigen omgeving kunnen werken aan een gezondere leefstijl. In de regio zijn initiatieven gestart zoals Coalitie Preventie Regio Foodvalley. De coalitiepartners werken samen aan een gezond gewicht, zowel preventief als in de gehele zorgketen.
Regionale en lokale transities zijn nodig om vanuit een leefbare en economisch vitale regio een bijdrage te kunnen blijven leveren aan de mondiale uitdaging op het terrein van duurzame en gezonde voeding. Hiervoor zijn tevens baanbrekende innovaties nodig op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid, waarvoor belemmeringen in het huidige ecosysteem moeten worden weggenomen. Alleen in samenhang kunnen deze problemen goed worden begrepen en opgelost.
De kern van de Regio Deal is de regionale versnelde transitie van het voedselsysteem, van producent tot consument. De urgentie van de opgaven van de regio en de voedseltransitie vragen om versnelling die de draagkracht van de regio overstijgt én vraagt om noodzakelijke samenwerking van de regio met het Rijk.
I. Ambitie, doel en beoogde resultaten Regio Deal Foodvalley
Artikel 1 - Ambitie
De ambitie van de Partijen is om - in partnerschap - de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem te versnellen en een (inter)nationaal belangrijke rol te spelen in het verbinden van excellent onderzoek en concrete (innovatieve) toepassing in de praktijksituatie op het terrein van duurzame en circulaire landbouw en voeding en gezondheid.
Voor de regio betekent dit dat Partijen ernaar streven dat betaalbaar, duurzaam en gezond voedsel wordt geproduceerd voor en geconsumeerd door de inwoners van de regio, in een gezonde en aantrekkelijke woon- en leefomgeving voor mens en dier.
Artikel 2 – Doelen
De Regio Deal beoogt een impuls te geven aan deze ambitie door samen te werken binnen drie sporen die integraal impact hebben op de hele voedselketen en de gezondheid in brede zin.
Overkoepelend doel is om doorbraken te realiseren in het landbouw-, voedsel- en kennissysteem door middel van baanbrekende, integrale innovaties en toepasbare concepten die breed gedeeld kunnen worden. Partijen willen in 2022 de volgende doelen bereikt hebben:
Ad 1. Versnelde transitie van de primaire sector
De Regio Deal omvat de versnelling van de transitie van de huidige landbouw naar een toekomstbestendige, duurzame landbouw, opdat er op de lange termijn voldoende gezond voedsel tot onze beschikking is. Het doel van dit spoor is dat nieuwe, haalbare en betaalbare maatregelen ten behoeve van emissiereductie, waarbij gezondheid van mens en dier en dierenwelzijn geborgd zijn, breed zijn ontwikkeld, en in de regio en daarbuiten worden toegepast. In de regio Foodvalley worden circulaire kringlopen verder gesloten, waarbij dierlijke en plantaardige afval- en
reststromen beter aan elkaar zijn verbonden. In die kringlopen wordt gebruik gemaakt van regionale alternatieve eiwitbronnen en zijn emissie, diergezondheid en welzijn integraal in kaart gebracht. De biodiversiteit is verbeterd, de bodemkwaliteit is toegenomen en er is geëxperimenteerd met de inzet van andere gewassen. Er zijn duurzame verdienmodellen ontwikkeld die de transitie aantrekkelijk maken voor de agrariërs. Het maatschappelijk draagvlak voor de primaire sector in het gebied is verder versterkt, doordat er een sterkere verbinding tussen boeren en inwoners in het gebied is gerealiseerd. Door proactieve kennisdeling is de opgedane integrale kennis beschikbaar voor toepassing in andere regio’s in Nederland en daarbuiten.
Ad 2. Gezonde voeding; van prille start tot oude dag
Het doel van dit spoor is om mensen aan te zetten tot het eten van gezonder en duurzaam voedsel. Op het gebied van voeding en gezondheid gaan inwoners (van prille start tot oude dag) gezonder en duurzamer eten (op school, thuis, in de zorg), de kennis hierover neemt toe en wordt ook bij diverse groepen in de zorg toegepast. Inwoners worden gestimuleerd in het maken van de juiste (voedsel)keuzes door het versterken van de omgeving met een gezond en duurzaam voedsel aanbod en hebben de juiste kennis hierover. Ook krijgt voeding een goede plek in de gezondheidszorg, zodat mensen de regie (terug)krijgen om met gezonde voeding en leefstijl hun gezondheid te behouden of te bevorderen.
Ad 3. Versterking kennis- en innovatiecluster
Het doel van dit spoor is de versterking van de kennis- en innovatie ecosystemen van Foodvalley en Utrecht door versterkte strategische samenwerking tussen de kennisinstellingen en bedrijven in beide ecosystemen en versnelde marktintroductie van baanbrekende innovaties rond de maatschappelijke uitdagingen op het gebied van landbouw, voedsel en gezondheid. De Regio Deal richt zicht daarbij specifiek op het verbeteren van de toegang voor kennisinstellingen en bedrijven (mkb, corporates, start-ups en scale-ups) tot gedeelde onderzoeks- en proeffaciliteiten, en strategische investeringen hierin. Daarnaast wordt in Ede de World Food Center (WFC) Experience gerealiseerd als platform voor de nationale dialoog, educatie en beleving en als internationale etalage voor het Nederlandse voedselbeleid van de toekomst. Tenslotte is het doel om een impuls te geven aan de ontwikkeling van de innovatieve foodproductie sector door te investeren in een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt voor food en foodgerelateerde bedrijven.
Artikel 3 – Inzet en aanpak
Partijen zetten zich per spoor in om de beoogde resultaten van de Regio Deal te realiseren. De Regio Deal is gebaseerd op een integrale aanpak, waarbij elk spoor inhoudelijk in de andere sporen grijpt, en waarbij alle sporen in gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid bijdragen aan de ambitie.
ICT is een component in en tussen de sporen. Denk hierbij aan monitoring, dashboards, sensoren, apps, e-health, games en digitale content. Door de inzet van deze technieken kan snel en efficiënt kennis worden verzameld en gedeeld.
Elk spoor heeft een specifieke aanpak bestaande uit samenhangende elementen. Met de Regio Deal wordt een blijvende, structurele verandering en inbedding in de regio nagestreefd. Daarnaast wordt unieke, in de praktijk toepasbare, kennis gegenereerd die kan bijdragen aan vergelijkbare transities in andere regio’s.
Ad 1. Versnelde transitie van de primaire sector
Het spoor focust zich op de proeftuin, de ruggengraat voor versnelde transitie van de primaire sector. Daarbinnen gaan minimaal 100 agrarische bedrijven uit de regio Foodvalley, en aangrenzende en/of complementaire gebieden van de provincies Utrecht en Gelderland (waaronder zowel veehouderij- en plantaardige sector) experimenteren met haalbare en betaalbare maatregelen en ideeën uit de praktijk. Deze zijn gericht op emissiereductie op het gebied van fijnstof en ammoniak, circulair veevoer - o.a. diermeel, alternatieve eiwitten (plantaardig of op insectenbasis) - waarbij dierenwelzijn en gezondheid geborgd is - duurzaam bodem - en waterbeheer en nieuwe verdienmodellen. Er is aandacht voor dat wat al gebeurt in de regio, bijvoorbeeld experimenten op gebied van feedchain.
De agrariër maakt op grond van zijn bedrijfsprofiel een keuze voor de te testen maatregelen en innovaties. Met sensoren en andere vormen van (ICT) informatieverzameling wordt adequate monitoring ingericht om positieve en negatieve veranderingen in emissies, antibioticagebruik, diergezondheid en -welzijn te volgen door de genomen maatregelen. Belangrijk onderdeel is ook dat in de omgeving rondom de veehouderij (bij omwonenden) wordt bemeten.
Vervolgens maakt de agrariër deel uit van de proeftuin waarin Partijen streven naar een integrale aanpak, waarbij (wetenschappelijk) onderbouwd zicht wordt gekregen op gewenste effecten en onbedoelde neveneffecten. Hierbij wordt een cyclische aanpak van ‘doen-leren- verbeteren’ gehanteerd. Maatregelen die niet werken worden stopgezet, en maatregelen die al
snel effectief blijken te zijn worden verder uitgerold in de regio, op het boerenbedrijf. Om deze aanpak te bereiken wordt een interdisciplinair team van onderzoekers en practici samengesteld.
Dierlijke en plantaardige stromen worden aan elkaar verbonden. Daarmee worden (ecologische) kringlopen verder gesloten en/of dragen ze bij aan milieudoelen. Bijvoorbeeld kringloop voer-dier-mest en teelt van andere eiwitgewassen ter verbetering van (bodem)biodiversiteit. Tevens worden bestaande korte ketens, met eiwitten voor veevoer vanuit de regio, versterkt en verder uitgerold.
Binnen de proeftuin zal voldoende experimenteerruimte nodig zijn - al dan niet via ontheffingen. Er wordt in kaart gebracht welke regelgeving belemmerend werkt, en Partijen zetten zich ervoor in om de benodigde experimenteerruimte te bieden.
Uitgangspunt van de proeftuin is dat de maatregelen en experimenten leiden tot duurzame verdien modellen. Dit bekijken we in samenspraak met agrariërs, kennisinstellingen, overheden en financiële partijen. De innovaties uit de proeftuin worden daarmee verder gebracht. Hiermee vergroten we het duurzaam handelingsperspectief van de agrariër.
Parallel aan de proeftuin wordt in een gebiedsgerichte benadering gewerkt aan kansen voor waardecreatie door diverse ontwikkelingen te combineren (belonen voor waterbeheer en landschap) en daarmee een extra basis te bieden voor duurzame verdienmodellen.
De activiteiten in dit spoor zijn complementair aan en lopen voor op landelijke trajecten zoals verduurzaming veehouderij en werken onderling aanvullend en versterkend. Ervaringen en resultaten worden landelijk toegankelijk gemaakt via publicaties en evenementen waarbij o.a. wordt aangesloten op evenementen van de betrokken kennisinstellingen. Bij de kennisverspreiding richting bedrijven en inwoners wordt optimaal gebruik gemaakt van ICT toepassingen, zoals apps.
Stelselmatig wordt gezamenlijk gewerkt met regionale (mkb)bedrijven, innovatoren, agrariërs en kennisleveranciers om voor het erf praktische en schaalbare oplossingen te realiseren en eerder opgedane kennisbasis te ontsluiten.
Ad 2. Gezonde voeding; van prille start tot oude dag
Met het programma Gezonde voeding, van prille start tot oude dag gaan inwoners van de regio profiteren van de hoogwaardige kennis die in de regio aanwezig is. Denk hierbij aan het ontwikkelen, implementeren, opschalen en versnellen van bestaande en nieuwe projecten die helpen de gezonde keuze gemakkelijker te maken in wijken, supermarkten, bedrijven, scholen, restaurants en zorginstellingen. Door de omgeving aan te passen, maar tegelijkertijd ook door gezond gedrag te stimuleren, wordt gezonde voeding vanzelfsprekend gemaakt voor iedereen: jong, oud, gezond of patiënt. De gezonde inwoner, maar ook kwetsbare doelgroepen met speciale voedingsbehoeftes, zoals zwangere vrouwen, jonge kinderen, ouderen, patiënten en risicogroepen staan hierbij centraal. In het algemeen zijn de richtlijnen van het Voedingscentrum, zoals de Schijf van Vijf, de basis voor al deze doelgroepen. Hierin komen gezond en duurzaam voedsel samen.
De aanpak hierbij is implementatie van bewezen werkzame voedingsprogramma’s in de regio en de aanvulling van specifieke kennis die nodig is om deze doelgroepen te helpen met een gezonder voedingspatroon. Met de medische expertise van UMC Utrecht, Rijnstate en Ziekenhuis Gelderse Vallei, de voedingskennis van Wageningen University en in Ede, en praktijkkennis van actieve regionale zorgorganisaties (denk aan instellingen, huisartsen, verzekeraars, thuiszorg), kennis vanuit bedrijven als Unilever en Campina en gemeenten, worden nieuwe en bestaande inzichten over voeding bij gezondheid, ziekte en herstel in de praktijk gebracht en regionaal en landelijk verder uitgerold. Inbedding van leefstijlinformatie en goede voeding in de zorgnetwerken is hierbij van belang. De samenwerking tussen drie ziekenhuizen (academisch, opleiding en regionaal) zorgt daarnaast voor een sterke cross-over tussen de voedingswetenschap en medische wetenschap. Met deze aanpak realiseren we een internationaal sterk cluster en een goed vestigingsklimaat voor kennis en innovatie op het gebied van gezonde voeding.
In de aanpak zijn drie manieren te onderscheiden: implementeren (toepassen van kennis voor inwoners via wijken en organisaties), exploreren (kennis opdoen met en vanuit de praktijk, om duurzaam te landen in gezondheidszorg/ zorgaanbieders/bij de inwoners) en innoveren (met bedrijven werken aan vernieuwende concepten en toepassingsmogelijkheden).
Partijen verbinden bestaande netwerken op het terrein van voeding en gezondheidszorg, werken samen met landelijke organisaties zoals het Voedingscentrum, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG).
Er worden activiteiten uitgevoerd om voedingsinname van (aanstaande) moeders en het jonge kind te optimaliseren. Kennis en netwerken van Wageningen University en Universiteit Utrecht/UMC Utrecht worden met de zorgpraktijk (verloskunde, consultatiebureaus) in de regio
ingezet en geëvalueerd. De bestaande voedingsapp voor zwangere vrouwen wordt uitgebreid voor lacterende vrouwen, aangevuld met aspecten van gedragsverandering en coaching en actief onder de aandacht gebracht van zowel zorgprofessionals als (aanstaande) ouders. Ede is al partner in het programma Kansrijke Start en biedt daarmee meteen een proeftuin/lokale coalitie.
In 10 wijken in gemeenten binnen de provincie Utrecht en regio Foodvalley worden, in samenspraak met inwoners, experimenten gedaan met voedselinterventies rond scholen, retail en werkplekken in die wijken. Daarnaast trainen professionals de restaurantchefs in duurzamer, gezonder én goedkoper inkopen en koken. Ziekenhuizen en zorginstellingen faciliteren en inspireren vanuit bestaande goede praktijkvoorbeelden met het realiseren van een gezond voedselaanbod voor patiënt, cliënt, bezoeker en medewerker.
Met drie ziekenhuizen en hun zorgnetwerken wordt ingezet op goede voeding zodat risicogroepen geen patiënt worden (“gezond houden wat gezond is”) en dat gezondheidsproblemen bij patiënten die al hart- en vaatziekten en diabetes hebben verminderen (“erger voorkomen”). Inzichten komen beschikbaar voor voedings- en behandelrichtlijnen, en er worden effectieve tools en concepten ontwikkeld waarmee mensen ondersteund worden bij het aanleren en volhouden van een gezonder en duurzamer voedingspatroon.
Onderdeel van de aanpak is het benutten van expertise en praktijkervaring in de regio bij klinische voeding in de oncologische (na)zorg. Denk hierbij aan voeding voor kinderen met kanker en het optimaliseren van een nazorgplan (voeding en beweging) voor kankerpatiënten.
Ook wordt ingezet op het verbeteren van de conditie van ouderen en het behoud van functionaliteit om langer zelfstandig thuis te blijven wonen. Samen met gemeenten, zorgorganisaties en –netwerken wordt regionale kennis en ervaring op het gebied van voeding en beweging toegepast, geëvalueerd en opgeschaald voor landelijk bereik. Onderdeel hiervan is de implementatie en doorontwikkeling van een bewezen succesvol programma waarbij ouderen onder begeleiding krachttraining doen en elke dag extra eiwitten eten, in diverse praktijksituaties in vijf gemeenten. Ook wordt onderzocht of dierlijke eiwitten verantwoord vervangen kunnen worden door plantaardige eiwitten.
Nieuwe onderwijsonderdelen op het gebied van gezond voedingsgedrag en doorverwijzing worden volgens een planmatige aanpak geïntegreerd het onderwijsprogramma op meerdere onderwijsniveaus in verschillende zorgopleidingen in de regio. Bij de kennisdeling worden zowel mbo- als hbo-opleidingen betrokken.
Disseminatie van kennis en ervaring wordt gerealiseerd via publicaties in vakbladen en wetenschappelijke tijdschriften, via congressen en projectdagen (bevorderen van uitwisseling tussen deelprogramma’s), en via toepassing in het onderwijs zowel mbo, hbo als wo. Voor het betrekken van stakeholders en uitrol worden kanalen van Alliantie Voeding in de Zorg ingezet.
Ad 3. Versterking kennis- en innovatiecluster
De al bestaande Stichting FoodValley NL zet een service desk op van waaruit bedrijven en kennisinstellingen actief worden benaderd om hun onderzoeks- en proeffaciliteiten met elkaar te delen en de toegankelijkheid voor mkb en startende bedrijven te verbeteren en bekendheid te vergroten. De partijen van de Foodvalley en Utrecht ecosystemen trekken samen op door onderzoeksapparatuur en proeffaciliteiten meer met elkaar en met bedrijven en kennisinstellingen te delen. Samenwerking met het Utrechtse ecosysteem is geborgd door de aansluiting op het Booster-programma van het Utrecht Science park en de gerichte inzet van capaciteit vanuit Utrecht. Foodvalley NL is tevens uitvoerder van het programma Agrifood 2030, waardoor deze service desk in synergie wordt georganiseerd met de andere activiteiten in het gebied om het kennis- en ecosysteem te versterken (zoals acquisitie, business development, mkb-kennisverspreiding, startup, support, vestigingsklimaat, e.d.).
Investeringen in belangrijke innovaties worden versneld door het opstellen van een gezamenlijke investeringsstrategie waaruit wordt geïnvesteerd in nieuwe innovaties op de thema’s circulaire landbouw, eiwittransitie, voeding en gezondheid, en de enabling cross-overs high tech en digital. De innovaties worden verbonden aan de praktische concepten die worden ontwikkeld in de sporen 1 en 2, waarmee de wisselwerking tussen de sporen wordt vormgeven en waarbij spoor 3 bijdraagt aan de versnelling van de transitie naar duurzaam en gezond voedselsysteem. Denk hierbij aan een koppeling aan de activiteiten in de proeftuin en de concepten die worden ontwikkeld voor een gezonde voedselomgeving. Voor al deze thema’s worden strategische lange termijn doelstellingen geformuleerd die aansluiten op de missiegedreven innovatieprogramma’s van het Rijk (‘road maps’).
Vanuit deze strategie wordt tussen partners gewerkt aan concrete business cases. Door Foodvalley NL en de in het gebied aanwezige regionale ontwikkelingsmaatschappijen (bij Utrecht is ROM i.o.) wordt hiervoor menskracht beschikbaar gesteld.
Met publiek geld wordt het risico van de benodigde investeringen verlaagd waardoor ze haalbaar worden voor mkb en kennisinstellingen. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het totaal aan beschikbaar instrumentarium o.a. fondsen van de in het gebied aanwezige regionale ontwikkelingsmaatschappijen (eventueel in combinatie met InvestNL) en EFRO-gelden. Een belangrijke component van dit instrumentarium is het doorzetten van een fonds van € 7,5 miljoen voor gedeelde onderzoeksapparatuur (doorzetten van het succesvolle Shared Resarch Facilities Fonds van de Wageningen campus) enerzijds en het oprichten van een nieuw fonds van € 7,5 miljoen voor gedeelde proeffaciliteiten anderzijds. Voor investeringen uit het fonds voor onderzoeksapparaten is minimaal 50 procent cofinanciering vereist door kennisinstellingen en bedrijfsleven. Daarmee wordt de uiteindelijke minimale investering voor gedeelde onderzoeksapparatuur in het ecosysteem € 15 miljoen in 2025. Het proeffaciliteitenfonds van € 7,5 miljoen richt zich op de onrendabele top en heeft een hefboom van ten minste 10, waarmee de totale investering uitkomt op € 75 miljoen.
In de opzet en aansturing wordt geborgd dat er vraaggestuurd wordt gewerkt, met betrokkenheid van het mkb, dat investering in nieuwe faciliteiten alleen plaatsvinden wanneer delen van bestaande faciliteiten in Nederland, of top up financiering hierbij, niet mogelijk is, en dat er geen oneigenlijke concurrentie plaatsvindt met reeds bestaande faciliteiten in de regio of elders in Nederland.
Provincie Gelderland en gemeente Ede richten een stichting op die de realisatie van het WFC Experience gaat vormgeven. In de ontwerpfase, die start in het najaar van 2019, schuiven alle participerende overheden, samen met kennisinstellingen, bedrijven en ngo’s, aan bij de ontwerptafels. Daar wordt de realisatie van de WFC Experience in een gezamenlijke verdere uitwerking vormgegeven. Eind 2020 moet een definitief ontwerp voor gebouw en content van de WFC Experience gereed zijn, incl. de bijbehorende businesscase, waaruit de financiële duurzaamheid van de WFC Experience moet blijken. Belangrijk daarbij is dat ook de exploitatie op langere termijn haalbaar is binnen de bestaande en gereserveerde beschikbare financiële middelen en dat de inrichting van de WFC Experience voldoet aan de vereisten vanuit de inhoudelijke programma’s op het gebied van educatie, participatief onderzoek en innovatie.
Daarna is de start van realisatie (na aanbestedingen) gepland, voor de zomer van 2021. Met de betrokken regionale en rijkspartners bij WFC wordt daarnaast verder gewerkt aan een gezamenlijke ambitie op het terrein van educatie, participatief onderzoek, innovatie, internationale etalage en kringlooplandbouw. Voor bouwstenen voor ontwikkeling van deze programma’s wordt gestreefd naar een koppeling met de uitkomsten van projecten uit spoor 1 en 2. Het gaat om het ontwikkelen van programma’s en samenwerking buiten de WFC Experience (voedselavontuur voor dialoog, educatie en beleving) waar een verdieping op gewenst is en die aansluiten op reguliere beleidsdoelstellingen van het Rijk en de regio.
De financiering van het gebouw (‘de stenen’) voor het WFC en de exploitatie maken geen onderdeel uit van de Regio Deal.
Voor het verbeteren van het aanbod van goed geschoold MBO-personeel wordt een Food Academy als praktijkgericht opleidingscentrum opgezet. Aeres Groep ontwikkelt in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven de benodigde opleidingen. In 2019 wordt gestart met het werven van de eerste leerlingen en de eerste lesprogramma’s.
In 2020 wordt de fysieke locatie voor de Food Academy verder ingericht en de opleidingen verder doorontwikkeld en gestart. Daarbij is ook aandacht voor zij-instromers in het kader een leven lang leren. Het bedrijfsleven betaalt een vergoeding en aanvullende fee voor de leerlingen om kosten van de opleiding te dekken. De Food Academy wordt een inspirerende plek met echte productielijnen en een grootkeuken met horecagedeelte, om ook anderen te laten genieten van zelfgemaakte producten. Een plek waar het foodproductieproces centraal staat, inclusief de vertakkingen naar de essentiële schakels techniek en logistiek. Bedrijven bieden vanuit hun eigen bedrijfslocatie eigen proeffaciliteiten aan ten behoeve van de gezamenlijke opleiding.
Tenslotte is het doel om een impuls te geven aan de ontwikkeling van een innovatieve foodproductie sector door het aanbod van goed geschoold mbo-personeel te verbeteren.
Artikel 4 – Beoogde resultaten
De Regio Deal werkt integraal aan drie sporen, waarvan de doelstelling is dat resultaten gezamenlijk bijdragen aan de versnelling van de voedseltransitie en dat deze leidt tot een duurzaam effect. Impact is beoogd op het gebied verbeterde leefomgeving, gezonder consumptiepatroon en een duurzaam innovatieklimaat. De Partijen beogen na de looptijd van de Regio Deal Foodvalley per spoor de volgende (tussen)resultaten te behalen:
Ad 1. Versnelde transitie van de primaire sector
De transitie naar een duurzame circulaire landbouw wordt zichtbaar doordat:
a) Emissiereducerende maatregelen, circulaire voerconcepten en bodembeheer concepten zijn geïntroduceerd in de proeftuin bij 75 agrarische bedrijven. Deze maatregelen en concepten zijn integraal getest op emissie, dierwelzijn, diergezondheid, omgeving en bodemkwaliteit, en gevalideerd bij ten minste 10 veehouderijbedrijven.
b) Dit levert positief gevalideerde maatregelen en werkbare concepten op ,die op basis van onderbouwde keuzes in de regio en daarbuiten kunnen worden uitgerold.
c) De voor de regio relevante (mkb)toeleveranciers, dienstverleners en erfbetreders mee aan de introductie, testen en validaties van de hiervoor genoemde maatregelen en concepten (de proeftuin).
d) Haalbare en betaalbare emissiereducerende maatregelen (ERM’s) komen beschikbaar voor uitrol naar de pluimvee-, kalver- en geitenhouderij in de regio Foodvalley en zijn breed inzetbaar voor Nederland. Ontwikkelde maatregelen hebben de potentie om emissies fijnstof en ammoniak significant te reduceren. Wanneer het landelijk beleid rond emissiereductie van fijnstof is vastgelegd (op dit moment is hierover overleg met de pluimveesector), dan zal dit beleid zo snel mogelijk worden geïncorporeerd in de Regio Deal en is de ambitie om binnen de looptijd van de Regio Deal de eerste meetbare resultaten te realiseren.
e) Circulaire voerconcepten zijn beschikbaar voor implementatie in bedrijfsvoering voor veehouderijen. Daarmee wordt een substantieel deel van niet-regionale eiwitbronnen zoals soja(schroot) vervangen. Veevoer is zoveel mogelijk afkomstig van regionale eiwitbronnen (plantaardig of op insectenbasis) en voedselresten.
f) In ten minste twee stroomgebieden duurzame bodembeheerconcepten zijn geïntroduceerd.
g) Onder meer op het gebied van bodembeheer zijn leertafels opgericht en zijn er minimaal 6 cursussen op het gebied van bodembiologie en kruidenrijk grasland gegeven, met ten minste 100 deelnemers.
h) Alle aan de proeftuin deelnemende veehouders grip krijgen op de bedrijfsvoering door inzicht in effecten op emissies, diergezondheid (en -welzijn) en duurzaam bodembeheer op basis van op hun bedrijf frequent verzamelde gegevens, die op toegankelijke wijze worden ontsloten.
i) Er is een overzicht ontwikkeld van evt. knelpunten in de wet- en regelgeving bij de in de proeftuin geteste maatregelen. En er zijn twee experimentele vergunningen worden gerealiseerd waardoor er een bijdrage wordt geleverd aan het dichterbij brengen van doelvoorschriften ten opzichte van middelvoorschriften ten aanzien van de agrarische vergunningen (i.c.m. sensoring, monitoring en dashboards).
j) Innovaties uit de proeftuin het duurzaam handelingsperspectief van de veehouder hebben vergroot door het beschikbaar komen van nieuwe ontwikkelde business modellen, door het creëren van meerwaarde voor korte ketens of door middel van het stapelen van vergoedingen door de gebiedsgerichte aanpak.
k) Het maatschappelijke draagvlak in de regio voor duurzame circulaire veehouderij is versterkt door actieve betrokkenheid van inwoners (jong tot oud), omwonenden en de actoren in de voedselketen.
l) Met behulp van een transitieperspectief het veranderend vermogen van de (agrariërs) van de regio is versterkt.
m) De in de proeftuin ontwikkelde kennis is breed beschikbaar gesteld voor toepassing in de regio Foodvalley en daarbuiten.
Ad 2. Gezonde voeding; van prille start tot oude dag
De transitie naar een gezondere leefomgeving en gezonde voeding wordt zichtbaar doordat:
a) Er een integrale praktijkstrategie is ontwikkeld gericht op het veranderen van voedingspatronen van laagopgeleide zwangere vrouwen en ouderparen. Deze strategie is ontwikkeld samen met verloskundigen, diëtisten, consultatiebureaus en andere partners in de geboorte- en peuterzorg en is in eerste instantie in ten minste 10 gemeenten en bij 1000 zwangere vrouwen in de provincies Gelderland en Utrecht en vervolgens ook daarbuiten uitgerold. In samenwerking met het Voedingscentrum is een handleiding en bijscholing voor professionals ontwikkeld om gezonder eetgedrag te stimuleren voor deze doelgroep.
b) In de regio is in verschillende wijken (met specifieke aandacht voor omgevingen rond school, werk en zorg) een gezondere voedselomgeving gecreëerd. Daartoe zijn in 10 wijken in Utrecht en regio Foodvalley experimenten gedaan met interventies in deze wijken. Omgevingen rond scholen en mkb hebben hierin speciale aandacht. Daarnaast zijn restaurantchefs getraind door professionals in het bereiden van een gezonder, duurzamer én goedkoper menu. In ten minste 3 ziekenhuizen, 5 zorginstellingen en met 25 mkb-bedrijven pilots uitgevoerd voor een gezondere voedselkeuze voor patiënten, cliënten, bezoekers en medewerkers.
c) Er is kennis ontwikkeld en op gericht niveau gedeeld met relevante doelgroepen, zoals huisartsen en eerstelijnszorgverleners, over de rol die voedingsmiddelen en voedingspatronen
spelen bij het optreden van diabetes en hart- en vaatproblemen. De ketenzorg is goed georganiseerd om voedingszorg in te bedden en te monitoren. Kennis wordt beschikbaar gesteld via landelijke organisaties (als Voedingscentrum, Hartstichting etc.).
d) Kankerpatiënten hebben via diverse regionale zorginstellingen en zorgverleners voedings- en bewegingsadviezen op maat gekregen. In 2 ziekenhuizen en zorgnetwerken is tijdens en na behandeling aandacht voor leefstijl. De resultaten van praktijkonderzoeken zijn beschikbaar voor in regionale en landelijke richtlijnen voor voeding en beweging tijdens en na de behandeling van kanker. De opgedane kennis is daarnaast landelijk en internationaal ingezet voor de onderbouwing van het belang van voeding en beweging in de oncologische zorg.
e) Een programma waarbij ouderen onder begeleiding krachttraining doen en elke dag extra eiwitten eten, in diverse praktijksituaties en op maat voor kwetsbare groepen, is in de regio geïmplementeerd in ten minste 5 gemeenten en er daarnaast er een veldstudie is gestart die inzicht geeft in een verantwoorde vervanging van dierlijke door plantaardige eiwitten in de voeding bij (kwetsbare) ouderen.
f) In het voedingsonderwijs zijn er, met name voor zorgopleidingen zoals verpleeg- en geneeskunde, inhoudelijke bouwstenen ontwikkeld in mbo, hbo en wo waarin opgedane inzichten uit het volledige programma van het spoor ‘Gezonde voeding’ zijn meegenomen. De onderwijsbouwstenen zijn in mbo, hbo en wo opgenomen in het curriculum en deze modules zijn een aantal keer gegeven. Dit is nodig want zorgprofessionals hebben een belangrijke verantwoordelijkheid in en invloed op de gezondheidskeuzes van patiënten. De samenwerking en afstemming tussen verschillende niveaus opleidingen en kennisinstellingen is tevens versterkt.
g) Door de samenwerking in implementatie, exploratie en innovatie heeft de regio een grotere aantrekking gekregen op o.a. bedrijfsleven en zijn nieuwe gezamenlijke projecten in voeding en gezondheid ontwikkeld en gefinancierd.
Ad 3. Versterking kennis- en innovatiecluster
a) Twee fondsen, een fonds voor gedeelde onderzoeksapparatuur (a € 7,5 miljoen) en een fonds voor gedeelde proeffaciliteiten (a € 7,5 miljoen), zijn operationeel.
b) Er is een operationele servicedesk die het delen van onderzoeksapparatuur en proeffaciliteiten faciliteert. Gebruikers zijn tevreden met de service.
c) Er zijn business cases afgerond (d.w.z. financieel commitment gegeven door benodigde partijen) met tenminste € 3 miljoen private gelden voor gedeelde onderzoeksapparatuur en € 30 miljoen private gelden in gedeelde proeffaciliteiten in 2023. Uiteindelijke investering zal in de periode na de Regio Deal oplopen tot € 15 miljoen voor gedeelde onderzoeksapparatuur en ten minste € 75 miljoen voor gedeelde proeffaciliteiten.
d) Er zijn tien nieuwe contracten gesloten tussen organisaties waardoor gedeelde onderzoek- en proeffaciliteiten ontsloten worden voor de organisaties in het ecosysteem.
e) Vijf van deze contracten betreft het delen van onderzoek- en proeffaciliteiten die tussen de clusters Utrecht en Foodvalley worden gedeeld.
f) Er wordt strategisch nagedacht (en geacteerd) op de thema’s (circulaire landbouw, eiwittransitie, gezondheid en voeding, en de enabling cross-overs digital/high tech) met betrekking tot de benodigde investeringen in gedeelde faciliteiten om belemmeringen weg te nemen en doorbraken te realiseren in de gezamenlijk vastgestelde innovatie- en valorisatieplannen.
g) Het aantal nieuwe duurzame innovaties op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid dat versneld op de markt is gebracht, is toegenomen in 2024.
h) Eind 2020 is een definitief ontwerp voor het WFC Experience gereed en is afgestemd met betrokkenen. Waarna vanaf zomer 2021 gestart wordt met de realisatie van content en gebouw van de WFC Experience.
i) Kennisdeling ten behoeve van toepasbare concepten en valorisatie op het gebied van kringlooplandbouw en gezonde voeding heeft plaatsgevonden en dit versterkt de resultaten van alle sporen van deze Regio Deal.
j) Een operationeel praktijkgericht opleidingscentrum Food Academy met drie opleidingsrichtingen is opgericht.
k) Een operationele opleiding is in leven geroepen specifiek gericht op zij-instromers.
l) Ten minste 104 studenten die een opleiding volgen aan de Food Academy.
m) Ten minste 58 banen die door de bedrijven zijn gecreëerd en vanuit de Food Academy ingevuld.