VERTALING
VERTALING
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en de Centraal-Afrikaanse Republiek inzake de status van de door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Centraal-Afrikaanse Republiek
DE EUROPESE UNIE, hierna de „EU” genoemd, enerzijds, en
DE CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK, hierna „de gaststaat” genoemd, anderzijds,
hierna „de partijen” genoemd, REKENING HOUDEND MET:
— Resolutie 1778 (2007) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 25 september 2007;
— Gemeenschappelijk Optreden 2007/677/GBVB van de Raad van 15 oktober 2007 inzake de militaire operatie van de Europese Unie in de Republiek Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek (EUFOR/Tsjaad/CAR);
— het feit dat deze overeenkomst de rechten en verplichtingen van de partijen krachtens internationale overeenkomsten en andere instrumenten tot instelling van internationale tribunalen, waaronder het statuut van het Internationaal Strafhof, onverlet laat,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT:
Artikel 1
Werkingssfeer en definities
1. Deze overeenkomst is van toepassing op de door de Eu- ropese Unie geleide troepenmacht en op het personeel daarvan.
2. Deze overeenkomst is uitsluitend van toepassing op het grondgebied van de gaststaat.
3. Voor de toepassing van deze overeenkomst gelden de volgende definities:
a) „door de Europese Unie geleide troepenmacht” (EUFOR): het militaire hoofdkwartier van de Europese Unie en de natio- nale contingenten die bijdragen tot de operatie, alsmede hun materieel en hun vervoermiddelen;
b) „operatie”: de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en on- dersteuning van de militaire missie in aansluiting op het mandaat op grond van Resolutie 1778 (2007) van de Veilig- heidsraad van de Verenigde Naties van 25 september 2007;
c) „commandant van de door de Europese Unie geleide troe- penmacht”: de commandant in het inzetgebied;
d) „militair hoofdkwartier van de Europese Unie”: het militaire hoofdkwartier en de verschillende onderdelen daarvan, on- geacht hun vestigingsplaats, die onder het gezag staan van de militaire commandanten van de Europese Unie die het mili- taire commando of de militaire controle over de operatie uitoefenen;
e) „nationale contingenten”: de eenheden en elementen van de lidstaten van de Europese Unie en van andere staten die aan deze operatie deelnemen;
f) „EUFOR-personeel”: het burgerpersoneel en het militaire per- soneel dat is toegewezen aan EUFOR, evenals het personeel dat wordt ingezet om de operatie voor te bereiden en het personeel dat in het kader van de operatie op missie is voor een zendstaat of een EU-instelling, en dat aanwezig is op het grondgebied van de gaststaat, behoudens andersluidende be- palingen in deze overeenkomst, met uitzondering van het ter plaatse aangeworven personeel en het personeel in dienst van internationale commerciële contractanten;
g) „ter plaatse aangeworven personeel”: personeel dat onder- daan is van de gaststaat of er permanent verblijft;
h) „faciliteiten”: alle gebouwen, huisvesting en terreinen die no- dig zijn voor EUFOR en voor het EUFOR-personeel;
i) „zendstaat”: een staat die een nationaal contingent levert voor EUFOR.
Artikel 2
Algemene bepalingen
1. EUFOR en het EUFOR-personeel eerbiedigen de wetten en regels van de gaststaat en onthouden zich van alle acties of activiteiten die onverenigbaar zijn met de doeleinden van de operatie.
2. XXXXX informeert de regering van de gaststaat regelmatig over het aantal EUFOR-personeelsleden dat op het grondgebied van de gaststaat is gestationeerd.
Artikel 3
Identificatie
1. Het EUFOR-personeel moet te allen tijde zijn paspoort of militaire identiteitskaart bij zich dragen.
2. Voertuigen, luchtvaartuigen, schepen en andere vervoer- middelen van EUFOR zijn voorzien van een duidelijk EUFOR- herkenningsteken en/of kentekenplaten, waarvan de bevoegde autoriteiten van de gaststaat in kennis worden gesteld.
3. EUFOR mag de vlag van de Europese Unie voeren en op EUFOR-faciliteiten, voertuigen en andere vervoermiddelen mili- taire tekens, titels en officiële symbolen aanbrengen. Op de uniformen van het EUFOR-personeel wordt een duidelijk EU- FOR-herkenningsteken aangebracht. Nationale vlaggen of tekens van de nationale contingenten die deel uitmaken van de opera- tie, mogen op de faciliteiten, voertuigen en andere vervoermid- delen en de uniformen van EUFOR worden aangebracht, een en ander overeenkomstig het besluit van de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht.
Artikel 4
Overschrijding van de grenzen en verplaatsingen op het grondgebied van de gaststaat
1. Het EUFOR-personeel komt het grondgebied van de gast- staat uitsluitend binnen op basis van de uit hoofde van artikel 3, lid 1, afgegeven documenten of, in geval van een eerste binnen- komst, een door EUFOR afgegeven individuele of collectieve dienstopdracht. Het EUFOR-personeel is bij het betreden en verlaten van, en tijdens het verblijf op het grondgebied van de
gaststaat vrijgesteld van alle paspoort- en visumverplichtingen, immigratie- en douanecontroles.
2. Het EUFOR-personeel is vrijgesteld van de voorschriften van de gaststaat inzake de registratie van en het toezicht op vreemdelingen, maar verwerft geen permanent verblijfs- of woonrecht op het grondgebied van de gaststaat.
3. EUFOR-materieel en -vervoermiddelen die ter ondersteu- ning van de operatie het grondgebied van de gaststaat binnen- komen, oversteken of verlaten, zijn vrijgesteld van de verplich- ting om inventarissen en andere douanedocumenten te verschaf- fen en zijn niet aan controles onderworpen.
4. Het EUFOR-personeel mag op het grondgebied van de gaststaat motorvoertuigen, schepen en luchtvaartuigen besturen, op voorwaarde dat het in het bezit is van een geldig nationaal, internationaal of militair rijbewijs, vaarbewijs of vliegbrevet.
5. De gaststaat garandeert dat EUFOR en het EUFOR-perso- neel zich voor de operatie op zijn grondgebied en in zijn lucht- ruim vrij kunnen verplaatsen en er vrij kunnen reizen.
6. EUFOR mag voor de operatie op het grondgebied en in het luchtruim van de gaststaat, wapenoefeningen houden en troepenbewegingen uitvoeren.
7. EUFOR kan voor de operatie zonder betaling van rechten, tolgelden, belastingen en soortgelijke heffingen gebruikmaken van openbare wegen, bruggen, veerponten en luchthavens. EU- FOR is niet vrijgesteld van betaling van een redelijke vergoeding voor gevraagde en ontvangen diensten op dezelfde voorwaarden als die welke voor de strijdkrachten van de gaststaat gelden.
Artikel 5
Door de gaststaat aan EUFOR verleende voorrechten en immuniteiten
1. De faciliteiten van EUFOR zijn onschendbaar. Vertegen- woordigers van de gaststaat mogen deze alleen betreden met toestemming van de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht.
2. De faciliteiten van EUFOR, alsmede het meubilair en an- dere goederen die zich daarin bevinden en de vervoermiddelen, genieten immuniteit van onderzoek, vordering, beslaglegging of executoriale maatregelen. De commandant van de door de Eu- ropese Unie geleide troepenmacht kan de autoriteiten van de gaststaat evenwel toestemming geven een onderzoek te verrich- ten. In dat geval wordt dit onderzoek uitgevoerd in aanwezig- heid van de vertegenwoordiger van de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht.
3. EUFOR, zijn bezittingen en goederen, ongeacht waar deze zich bevinden en door wie ze worden gehouden, genieten im- muniteit van iedere vorm van gerechtelijke procedure.
4. Het archief en de documenten van EUFOR zijn te allen tijde en waar ze zich ook bevinden onschendbaar.
5. De officiële briefwisseling van XXXXX is onschendbaar. Onder officiële briefwisseling wordt verstaan alle op de operatie en de functies ervan betrekking hebbende briefwisseling.
6. Wat betreft aangekochte of ingevoerde goederen, ver- leende diensten en faciliteiten die EUFOR voor de operatie ge- bruikt, genieten EUFOR, alsmede zijn leveranciers of contrac- tanten, voor zover deze geen onderdanen van de gaststaat zijn, vrijstelling van alle nationale, regionale en gemeentelijke belas- tingen en heffingen en vergelijkbare rechten. XXXXX geniet geen vrijstelling van belastingen, heffingen en rechten die gelden als betaling van verleende diensten.
7. De gaststaat laat alle voor de operatie bestemde goederen toe tot zijn grondgebied en verleent daarvoor vrijstelling van alle douanerechten, vergoedingen, tolgelden, belastingen en ver- gelijkbare heffingen, met uitzondering van kosten voor opslag, vervoer en andere geleverde diensten.
Artikel 6
Door de gaststaat verleende voorrechten en immuniteiten van het EUFOR-personeel
1. Het EUFOR-personeel is gevrijwaard van enigerlei vorm van aanhouding of vrijheidsbeneming.
2. De papieren, briefwisseling en bezittingen van EUFOR-per- soneel zijn onschendbaar, behalve in het geval van executoriale maatregelen die uit hoofde van lid 6 geoorloofd zijn.
3. Het EUFOR-personeel geniet onder alle omstandigheden immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de gaststaat.
De betrokken zendstaat of EU-instelling kan afstand doen van deze immuniteit van EUFOR-personeel ten aanzien van de straf- rechtelijke rechtsmacht. Het afstand doen van de immuniteit dient altijd uitdrukkelijk kenbaar te worden gemaakt.
4. Het EUFOR-personeel geniet immuniteit ten aanzien van de burgerlijke en administratieve rechtsmacht van de gaststaat wanneer het gaat om uitspraken of geschriften en alle handelin- gen die het EUFOR-personeel verricht bij de uitoefening van zijn officiële functies. Indien tegen EUFOR-personeel een burgerlijke procedure wordt aangespannen voor een rechter van de gast- staat, worden de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de EU-instelling onmiddellijk in kennis gesteld. Voordat de
procedure voor de rechter wordt ingeleid, delen de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of EU-instelling de rechter mee of het EUFOR-personeel de handeling in kwestie heeft ge- pleegd tijdens de uitoefening van zijn officiële functies.
Indien dit het geval is, wordt de procedure niet ingeleid en gelden de bepalingen van artikel 15. Indien dit niet het geval is, kan de procedure worden voortgezet. De verklaring van de commandant van de door de Europese Unie geleide troepen- macht en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de EU- instelling is bindend voor de rechter van de gaststaat, die de verklaring niet kan aanvechten.
Indien EUFOR-personeel een procedure inleidt, kan het zich niet beroepen op immuniteit van de rechtsmacht wanneer er een tegenvordering wordt ingesteld die direct verband houdt met de hoofdvordering.
5. EUFOR-personeel is niet verplicht als getuige op te treden.
6. Tegen EUFOR-personeel mogen geen executoriale maatre- gelen worden genomen, behalve indien tegen EUFOR-personeel een burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met zijn officiële functies. De bezittingen van EUFOR- personeel waarvan de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht heeft verklaard dat zij nodig zijn voor de vervulling van de officiële functies van het EUFOR- personeel, mogen niet in beslag worden genomen ter uitvoering van een vonnis, beslissing of bevel. In burgerlijke procedures gelden voor EUFOR-personeel geen beperking van de persoon- lijke vrijheid, noch andere dwangmaatregelen.
7. De immuniteit van het EUFOR-personeel ten aanzien van de rechtsmacht van de gaststaat houdt voor het personeel geen immuniteit in ten aanzien van de rechtsmacht van de respec- tieve zendstaten.
8. Het EUFOR-personeel is ten aanzien van diensten die voor EUFOR zijn verleend, vrijgesteld van eventueel in de gaststaat geldende voorschriften op het terrein van de sociale zekerheid.
9. Het EUFOR-personeel is vrijgesteld van elke vorm van belasting in de gaststaat over het salaris en de emolumenten die EUFOR of de zendstaten aan het personeel betalen, evenals van iedere belasting op inkomsten die van buiten de gaststaat worden ontvangen.
10. Het EUFOR-personeel is onderworpen aan de betaling van douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende heffingen op goederen voor persoonlijk gebruik, met uitzonde- ring van die welke reeds in zijn bezit waren bij binnenkomst op het grondgebied van de gaststaat en eerste levensbehoeften. Het is niet vrijgesteld van de heffingen voor opslag, vervoer en dergelijke diensten op goederen voor persoonlijk gebruik.
Het EUFOR-personeel wordt vrijgesteld van onderzoek van zijn persoonlijke bagage, tenzij er ernstige redenen zijn om te ver- onderstellen dat de bagage goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door EUFOR-personeel of goederen waarvan de in- of uitvoer bij wet verboden is of onderworpen is aan quarantainebepalingen van de gaststaat. Onderzoek mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van het betrokken EUFOR- personeel of een gemachtigde vertegenwoordiger van XXXXX.
Artikel 7
Plaatselijk aangeworven personeel
Plaatselijk aangeworven personeel geniet slechts voorrechten en immuniteiten voor zover deze door de gaststaat worden toege- staan. De gaststaat moet zijn rechtsmacht over dit personeel evenwel uitoefenen op een wijze die de uitoefening van de functies van de operatie niet onnodig bemoeilijkt.
Artikel 8
Strafrechtelijke rechtsmacht
De bevoegde autoriteiten van een zendstaat mogen op het grondgebied van de gaststaat de rechtsmacht in strafzaken en de krijgstuchtrechtelijke rechtsmacht uitoefenen die hun door de wetgeving van de zendstaat verleend wordt met betrekking tot al het EUFOR-personeel dat onder het ter zake doende recht van de zendstaat valt.
Artikel 9
Uniform en wapens
1. Voor het dragen van het uniform gelden de door de commandant van de door de Europese Unie geleide troepen- macht uitgevaardigde voorschriften.
2. Het militair EUFOR-personeel mag wapens en munitie dragen, op voorwaarde dat de bevelen daarin voorzien.
Artikel 10
Steun van de gaststaat en het sluiten van contracten
1. De gaststaat gaat ermee akkoord EUFOR op verzoek bij te staan bij het vinden van geschikte faciliteiten.
2. Faciliteiten die eigendom zijn van de gaststaat, voor zover om deze faciliteiten verzocht wordt voor het verrichten van administratieve en operationele EUFOR-activiteiten, worden, voor zover zijn middelen zulks toelaten, kosteloos door de gaststaat ter beschikking gesteld. Wat betreft faciliteiten die par- ticulier eigendom zijn, verbindt de gaststaat zich ertoe, op kos- ten van EUFOR, het zoeken en beschikbaarstellen hiervan te steunen.
3. Binnen de grenzen van zijn middelen en mogelijkheden helpt de gaststaat bij het voorbereiden, opzetten, uitvoeren en ondersteunen van de operatie. De hulp en ondersteuning van de gaststaat voor de operatie worden verleend onder de voorwaar- den die ook gelden voor hulp en ondersteuning aan de eigen strijdkrachten.
4. In elk contract dat EUFOR in de gaststaat sluit wordt vastgelegd welk recht op het contract van toepassing is.
5. In het contract kan worden bepaald dat bij geschillen die voortvloeien uit de toepassing van het contract de in artikel 15, leden 3 en 4, bedoelde procedure voor het beslechten van ge- schillen wordt gehanteerd.
6. De gaststaat faciliteert de uitvoering van de contracten die EUFOR ten behoeve van de operatie sluit met commerciële in- stellingen.
Artikel 11
Veranderingen aan faciliteiten
1. EUFOR mag faciliteiten bouwen, verbouwen of anderszins veranderen al naargelang de operationele vereisten van EUFOR.
2. De gaststaat verlangt van XXXXX geen compensatie voor deze bouwwerkzaamheden, verbouwingen of veranderingen.
Artikel 12
Overleden EUFOR-personeelsleden
1. De commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht mag passende regelingen treffen voor de repatrië- ring van overleden EUFOR-personeelsleden en hun persoonlijke bezittingen.
2. Op overleden EUFOR-personeelsleden wordt geen lijk- schouwing verricht zonder de instemming van de betrokken staat en de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van EU- FOR en/of van de betrokken staat.
3. De gaststaat en EUFOR verlenen elkaar alle medewerking om overleden EUFOR-personeelsleden zo spoedig mogelijk te repatriëren.
Artikel 13
Veiligheid van XXXXX en de militaire politie
1. De gaststaat neemt alle passende maatregelen om de vei- ligheid en de beveiliging van EUFOR en EUFOR-personeel te waarborgen.
2. EUFOR mag de nodige maatregelen nemen om de beveili- ging van zijn faciliteiten, inclusief de voor oefeningen gebruikte faciliteiten, tegen iedere aanval of indringing van buitenaf te beschermen.
3. De commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht kan een militaire politie-eenheid instellen met het oog op de ordehandhaving binnen de EUFOR-faciliteiten.
4. De militaire politie-eenheid mag, in overleg en in samen- werking met de militaire politie of de politie van de gaststaat, ook buiten deze faciliteiten optreden om de orde en tucht onder het EUFOR-personeel te handhaven.
Artikel 14
Communicatie
1. EUFOR mag zend- en ontvangststations voor radiocom- municatie en satellietsystemen installeren en gebruiken. EUFOR overlegt met de bevoegde autoriteiten van de gaststaat teneinde conflicten te vermijden bij het gebruik van de nodige frequen- ties. De gaststaat verleent kosteloos toegang tot het frequentie- spectrum.
2. EUFOR heeft het recht op onbeperkte communicatie via radio (met inbegrip van satelliet-, cellulaire en draagbare syste- men), telefoon, telegraaf, fax of anderszins, en om de noodzake- lijke apparatuur voor de instandhouding van die communicatie binnen en tussen EUFOR-faciliteiten te installeren, inclusief het recht te voorzien in de voor de operatie benodigde kabels en grondverbindingen.
3. EUFOR mag, wat de eigen installaties betreft, de nodige voorzieningen treffen voor het bezorgen van post aan en van EUFOR en/of EUFOR-personeel in samenwerking met de be- voegde autoriteiten van de gaststaat, indien de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht zulks nodig acht.
Artikel 15
Schadevorderingen bij overlijden, lichamelijk letsel en beschadiging of verlies van goederen
1. EUFOR en EUFOR-personeel zijn niet aansprakelijk voor beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid die voortvloeien uit operationele behoeften of die het gevolg zijn van activiteiten in verband met verstoringen van de openbare orde of bescherming van EUFOR.
2. Om een minnelijke schikking te treffen, worden vorderin- gen bij beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid, die niet onder lid 1 vallen, evenals vorderingen bij overlijden of lichamelijk letsel van personen en bij beschadi- ging of verlies van EUFOR-bezittingen, via de bevoegde auto- riteiten van de gaststaat bij EUFOR ingediend indien het gaat om vorderingen van natuurlijke of rechtspersonen van de gast- staat, of bij de bevoegde autoriteiten van de gaststaat, indien het gaat om vorderingen van EUFOR.
3. Indien geen minnelijke schikking kan worden getroffen, wordt de vordering voorgelegd aan een vorderingencommissie die bestaat uit evenveel vertegenwoordigers van EUFOR en van de gaststaat. De vorderingen worden geregeld bij onderlinge overeenstemming.
4. Indien binnen de vorderingencommissie geen minnelijke schikking wordt bereikt, wordt een geschil:
a) over vorderingen tot en met 40 000 EUR langs diplomatieke weg opgelost tussen de gaststaat en vertegenwoordigers van de EU;
b) over vorderingen die het onder a) genoemde bedrag overstij- gen, voorgelegd aan een scheidsgerecht waarvan de beslissin- gen bindend zijn.
5. Het scheidsgerecht bestaat uit drie scheidsrechters waarvan er één wordt benoemd door de gaststaat, één door XXXXX en één door de gaststaat en EUFOR tezamen. Indien één van beide partijen niet binnen twee maanden een scheidsrechter benoemt of indien de gaststaat en EUFOR het niet eens kunnen worden over de benoeming van de derde scheidsrechter, wordt de scheidsrechter in kwestie benoemd door de president van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
6. EUFOR en de overheid van de gaststaat treffen een admi- nistratieve regeling waarin het mandaat van de vorderingencom- missie en het scheidsgerecht worden vastgelegd, evenals de pro- cedure die binnen deze twee instanties wordt gehanteerd en de voorwaarden voor het indienen van vorderingen.
Artikel 16
Contacten en geschillen
1. Alle vraagstukken in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk besproken door vertegen- woordigers van EUFOR en van de bevoegde autoriteiten van de gaststaat.
2. Bij gebreke van een regeling worden geschillen met be- trekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeen- komst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de gaststaat en vertegenwoordigers van de EU.
Artikel 17
Overige bepalingen
1. Wanneer in deze overeenkomst wordt verwezen naar de immuniteiten, voorrechten en rechten van EUFOR en het EU- FOR-personeel, is de overheid van de gaststaat verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan en voor de naleving ervan door de bevoegde lokale autoriteiten van de gaststaat.
2. Niets in deze overeenkomst is bedoeld of mag worden geïnterpreteerd als een afwijking van eventueel voor een EU- lidstaat of een andere staat die bijdraagt tot EUFOR geldende rechten uit hoofde van andere overeenkomsten.
Artikel 18
Uitvoeringsbepalingen
Ter uitvoering van deze overeenkomst kunnen operationele, administratieve en technische aangelegenheden worden behan- deld in afzonderlijke regelingen die worden gesloten tussen de commandant van de door de Europese Unie geleide troepen- macht en de administratieve autoriteiten van de gaststaat.
Artikel 19
Inwerkingtreding en opzegging
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag waarop zij wordt ondertekend en blijft van kracht tot de door EUFOR opgegeven datum van vertrek van het laatste element en het laatste personeelslid van EUFOR.
2. Onverminderd lid 1 worden de bepalingen in artikel 4, lid 7, artikel 5, leden 1 tot en met 3, 6 en 7, artikel 6, leden 1, 3, 4, 6 en 8 tot en met 10, artikel 10, lid 2, artikel 11, artikel 13, leden 1 en 2, en artikel 15 geacht te zijn toegepast vanaf de datum waarop het eerste EUFOR-personeel is ingezet indien deze datum eerder viel dan de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.
3. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van schriftelijke onderlinge overeenstemming tussen de partijen.
4. De opzegging van deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten of verplichtingen die voortvloeien uit de uitvoe- ring van de overeenkomst vóór de opzegging ervan.
Gedaan te Bangui, 16 april 2008, in vier originele exemplaren in de Franse taal.
Voor de Europese Unie Voor de Centraal-Afrikaanse Republiek