Concept-subsidievoorwaarden DE-on
Concept-subsidievoorwaarden DE-on
1. Doel van de subsidie:
De stichting DE-on (lees verder: DE-on) geeft uitvoering aan het streven van de provincie Flevoland om de energietransitie van traditionele energie naar duurzame energie te versnellen teneinde in 2020 een volledige klimaatneutrale energievoorziening te bereiken. DE-on wil deze versnelling bereiken door het ontwikkelen en financieren van projecten (door middel van participaties en het verstrekken van (achtergestelde) leningen) gericht op zowel besparing als het duurzaam opwekken van energie in die delen van de markt die zich autonoom niet of traag ontwikkelen.
2. Aard van de door DE-on te subsidiëren projecten
a) De projecten moeten aantoonbaar bijdragen aan de bij punt 1 bedoelde energietransitie.
b) DE-on ondersteunt alleen die projecten waarbij sprake is van bewezen technologieën.
c) DE-on ondersteunt met name projecten waarbij sprake is van knelpunten (zoals maatschappelijk draagvlak of juridische, milieutechnische of financiële knelpunten) die realisatie op korte termijn (hiermee wordt bedoeld een periode van maximaal twee jaar) belemmeren.
d) Bij de beoordeling van de vraag of, en zo ja, in welke vorm door DE-on aan een derde een financiële bijdrage (lening dan wel door middel van participatie) kan worden verstrekt, dient DE-on rekening te houden met de volgende zaken:
- Bij het voorstel of de aanvraag dient zowel het financieel als maatschappelijk rendement beoordeeld te worden.
- In geval van (achtergestelde)leningen dient DE-on vooraf een risicoanalyse op te stellen.
De lening mag uitsluitend worden gebruikt voor investeringen waarvoor banken niet bereid zijn op redelijke voorwaarden leningen te verstrekken. DE-on kan zelf bepalen of, en zo ja, hoeveel rente zij in rekening brengt voor de door haar verstrekte leningen.
- In geval van participaties dient DE-on vooraf een goede risico-inschatting en overeenkomst met derden te maken waarin de governance van de gezamenlijke onderneming (project BV) naar behoren is vastgelegd.
e) De projecten waar DE-on zich op richt, bevinden zich geheel of gedeeltelijk in de provincie Flevoland of gaan zich op korte termijn (hiermee wordt bedoeld een periode van maximaal 2 jaar) in Flevoland bevinden en leveren een duidelijke meerwaarde voor de provincie Flevoland op (in de zin van een bijdrage aan de verduurzaming van de energiehuishouding en/of bevorderen van de werkgelegenheid).
f) Een project dat door DE-on wordt ondersteund wordt gedreven door een rechtspersoon. Bij voorkeur financiert DE-on via speciaal hiervoor opgerichte project BV’s. Bij kleine projecten waarbij geen project BV wordt opgericht, kan DE-on rechtstreeks middelen ter beschikking stellen aan de initiatiefnemer/ondernemer. In de financieringsovereenkomst zal dan nadrukkelijk worden opgenomen dat de verstrekte middelen enkel mogen worden ingezet voor de financiering van het betreffende energiebesparingsproject of project voor de opwekking van duurzame energie. In het investeringsreglement zal DE-on hiertoe de benodigde bepalingen opnemen. In geen geval zal DE-on kapitaal verstrekken aan ondernemingen in moeilijkheden (zoals gedefinieerd in het investeringsreglement).
g) Het door DE-on te verstrekken kapitaal dient direct ten goede te komen aan het project waarvoor het kapitaal wordt verstrekt en komt niet ten goede aan andersoortige projecten die door moeder-, dochter-, of zusterondernemingen van het project worden uitgevoerd.
3. Beoogde resultaten van subsidiering van DE-on
Voor deze subsidie worden van DE-on de volgende resultaten verwacht:
a) DE-on heeft de beschikbare investeringsmiddelen volledig geïnvesteerd in projecten binnen een periode van maximaal 8 jaar.
b) In genoemde periode van 8 jaar heeft DE-on een bedrag aan investeringen in energiebesparing en duurzame opwekking in de markt losgemaakt van tenminste € 30 miljoen (uitgaande van € 6,5 miljoen aan investeringsmiddelen betekent dit een vermenigvuldigingsfactor of multiplier van 5).
c) DE-on spant zich in bovengenoemde multiplier te verhogen, door actief de mogelijkheden van herfinanciering door derden van gerealiseerde projecten te onderzoeken. Indien herfinanciering mogelijk blijkt, zal DE-on de opnieuw ter beschikking gekomen middelen gebruiken om nieuwe projecten te ondersteunen, met inachtneming van de afspraken omtrent de beëindiging van de activiteiten na 20 jaar.
d) Uitgaande van de multiplier van 5, een totaal gerealiseerde investering van projecten (samen met partners) van € 30 miljoen, zal de CO2-reductie van alle projecten tezamen tenminste 8.000 ton CO2/jaar bedragen.
Tussentijdse beoordeling (twee jaar na oprichting, zie punt 9)
e) Na twee jaar dienen financieringsovereenkomsten te zijn afgesloten, dan wel in vergaande staat van onderhandeling te verkeren die een totaal van € 2 miljoen aan door DE-on te verstrekken middelen bedragen. De betreffende projecten ondersteunen de doelstellingen met betrekking tot de multiplier en CO2-reductie conform bovengenoemde einddoelen van DE-on.
f) Na vier jaar is bovenbedoeld bedrag van € 2 miljoen toegenomen tot tenminste € 5 miljoen.
4. Door DE-on te hanteren uitsluitingscriteria bij ondersteuning van de projecten
DE-on hanteert voor alle projecten de volgende uitsluitingscriteria:
a) Gemaximeerde bijdrage: DE-on zet maximaal € 3 miljoen in om een individueel project te steunen;
b) Minderheidsbelang: DE-on neemt altijd een minderheidsdeel van de financiering van een project voor haar rekening. Concreet betekent dit dat DE-on maximaal 50% van het benodigde vreemd vermogen levert of maximaal 50% van het benodigde eigen vermogen;
c) Xxxxxxxxxx; DE-on hanteert bij het inzetten van haar financiële instrumenten een ondergrens van € 0,1 miljoen.
5. Algemene voorwaarden en verplichtingen
a) De gesubsidieerde activiteiten moeten uiterlijk op de einddatum zijn verricht. Derhalve mag DE-on geen verplichtingen aangaan of leningen verstrekken die lopen tot na deze datum.
b) DE-on dient het nog niet uitgezette deel van de lening niet risicovol, vastrentend te beleggen bij een bank binnen de EU die voldoet aan de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden, tenminste AA-minus rating). Het is DE-on niet toegestaan risico's met derivaten af te dekken.
c) Leningen en garanties mogen uitsluitend worden verstrekt en participaties mogen uitsluitend worden aangegaan met in achtneming van de staatssteunregels van de Europese Unie. Dit betekent dat DE-on uitsluitend steun (lening, participatie) mag verlenen als op deze steun de minimusregels van toepassing zijn, of de steun onder de Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV)/ PB EU 800/2008 valt. Indien tijdens de looptijd van deze beschikking deze staatssteunregels wijzigen, dient DE-on de (door de Europese Unie) gewijzigde staatssteunregels te volgen.
d) DE-on maakt in communicatie over haar activiteiten duidelijk dat deze mogelijk worden gemaakt door de provincie Flevoland.
e) DE-on houdt in haar administratie van uitgaven en inkomsten duidelijke scheiding tussen subsidie afkomstig van de provincie Flevoland en eventueel van derden afkomstige gelden.
6. Voorwaarden en verplichtingen ten aanzien van de periodieke rapportage
a) Jaarlijks voor 15 november legt DE-on een activiteitenplan met jaarbegroting voor het volgend jaar ter informatie voor aan Gedeputeerde Staten.
b) Het activiteitenplan biedt in ieder geval inzicht in:
- De projectenportfolio met een duidelijke keuzeverantwoording.
- Hoe financiële risico's worden afgedekt.
- Hoe fondsgelden op de einddatum terugvloeien. E.e.a. aan te tonen door middel van een meerjarige financiële planning.
- Koerswijzigingen ten opzichte van voorgaand jaar, inclusief verantwoording.
- De verwachte resultaten van de individuele projecten op het gebied van CO2-reductie.
- Verwachte bijdrage aan de door de provincie beoogde energietransitie.
- Welke projecten binnen de portfolio worden opgeschaald en de wijze waarop dat gebeurt.
c) Jaarlijks voor 15 mei legt DE-on de jaarrekening, het jaarverslag en de bijbehorende accountantsverklaring over het afgelopen jaar ter informatie voor aan Gedeputeerde Staten. Het jaarverslag biedt in ieder geval inzicht in:
- de uitgevoerde projecten, inclusief de bijbehorende investeringen;
- financieel verloop (tempo van investeringen) in de tijd;
- de inkomsten;
- risicospreiding in de projectenportfolio en de manier waarop xxxxxx’x zijn afgedekt;
- inhoudelijke en financiële koerswijzigingen en effecten voor het volgende jaar.
- de getotaliseerde en individuele geleverde projectbijdragen aan de Flevolandse doelstellingen, waaronder de CO2-emissiereductie en de hoeveelheid opgewekte duurzame energie.
- alle gegevens overeenkomstig aan de Green Deal verbonden rapportagevoorwaarden.
d) Bestuurlijk overleg
Alvorens DE-on haar activiteitenplan en jaarbegroting indient, wordt er een
bestuurlijk overleg gehouden. In dit overleg kunnen Gedeputeerde Staten gemotiveerd haar wensen voor het komende jaar kenbaar maken.
7. Meldingsplicht
DE-on meldt aan Gedeputeerde Staten onverwijld schriftelijk indien:
a) afwijkingen van (de verplichtingen in) de beschikking tot subsidieverlening;
b) voorgenomen wijzigingen in het investeringsreglement;
c) relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden. Deze meldingsplicht geldt tot aan de vaststelling van subsidie.
8. Toestemming Gedeputeerde Staten
Op deze subsidiebeschikking is afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Voor de volgende rechtshandelingen van DE-on is toestemming van Gedeputeerde Staten vereist:
a) het wijzigen van de grondslag van de subsidieactiviteiten zijnde het businessplan en de statuten;
b) de wijze waarop gelden van derden administratief gescheiden worden van de gelden afkomstig van de provincie en de wijze van splitsing van de middelen ten tijde van de vereffening;
c) het ontbinden van de rechtspersoon;
d) het doen van aangifte tot haar faillissement of het aanvragen van haar surseance van betaling.
9. Tussentijdse beoordeling
DE-on voert haar activiteiten uit op basis van beleidsplannen voor een periode van 5 jaar. Het eerste beleidsplan wordt opgesteld bij oprichting. Het beleidsplan wordt vervolgens elke twee jaar geactualiseerd.
Twee jaar na oprichting wordt door DE-on een rapport opgesteld over de voortgang, dat als basis dient voor een tussentijdse beoordeling met Gedeputeerde Staten. In deze beoordeling worden de werkelijke resultaten afgezet tegen de beoogde resultaten zoals vastgelegd in punt
3. De resultaten van dit overleg worden door DE-on meegenomen in het geactualiseerde beleidsplan voor de komende 5 jaar.
In het derde beleidsplan (6 jaar na oprichting) zal DE-on al vooruitblikken op de periode waarin geen nieuwe projecten meer worden ontwikkeld en gefinancierd (de beheerfase, die aanvangt 8 jaar na oprichting). In de beheerfase wordt jaarlijks gerapporteerd.
Zowel de tussenrapportage na twee jaar, de opgestelde (en aangepaste beleidsplannen) als de jaarlijkse overzichten die in de beheerfase worden opgesteld, dienen ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten te worden voorgelegd.