VERKOOPPROSPECTUS
VERKOOPPROSPECTUS
(met bijlage en beheersreglement)
Ethna-AKTIV
Beheersmaatschappij:
ETHENEA Independent Investors S.A. (société anonyme)
Bewaarder:
DZ PRIVATBANK S.A. (société anonyme)
Versie: 19.02.2021
Inhoud
BEHEER, VERKOOP EN ADVISERING 3
VERKOOPPROSPECTUS 6
DE BEHEERSMAATSCHAPPIJ 6
DE BEWAARDER 7
HET REGISTRATIE- EN TRANSFERKANTOOR 8
HET CENTRAAL BEHEERSKANTOOR 8
RECHTSPOSITIE VAN DE BELEGGERS 8
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE HANDEL IN AANDELEN VAN HET FONDS 9
BELEGGINGSDOELSTELLINGEN EN BELEGGINGSBELEID 10
INFORMATIE OVER DERIVATEN EN ANDERE TECHNIEKEN EN INSTRUMENTEN 10
BEREKENING VAN DE AANDEELWAARDE 17
EMISSIE VAN AANDELEN 17
INKOOP EN OMWISSELING VAN AANDELEN 18
ALGEMENE RISICO-INFORMATIE 20
RISICOPROFIELEN 32
PROCEDURE VAN RISICOBEHEER 33
LIQUIDITEITSBEHEER 34
BELASTING OP HET FONDS 35
BELASTING OP INKOMSTEN UIT AANDELEN VAN HET BELEGGINGSFONDS BIJ DE BELEGGER 36
BEKENDMAKING VAN DE AANDEELWAARDE EN DE EMISSIE- EN INKOOPKOERS 36
INFORMATIE VOOR DE BELEGGERS 36
INFORMATIE VOOR BELEGGERS MET BETREKKING TOT DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA 38
INFORMATIE VOOR BELEGGERS MET BETREKKING TOT DE AUTOMATISCHE UITWISSELING VAN INFORMATIE 40
DE BESTRIJDING VAN HET WITWASSEN VAN GELD 40
GEGEVENSBESCHERMING 41
BIJLAGE 44
BEHEERSREGLEMENT 61
ARTIKEL 1 – HET FONDS 61
ARTIKEL 2 – DIE VERWALTUNGSGESELLSCHAFT 61
ARTIKEL 3 – DE BEWAARDER 62
ARTIKEL 4 – ALGEMENE BEPALINGEN VAN HET BELEGGINGSBELEID 66
ARTIKEL 5 – AANDELEN 75
ARTIKEL 6 – BEREKENING XXX XX XXXXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 7 – OPSCHORTING VAN DE BEREKENING VAN DE AANDEELWAARDE 78
ARTIKEL 8 - EMISSIE VAN AANDELEN 79
ARTIKEL 9 - BEPERKING EN OPSCHORTING VAN DE EMISSIE VAN AANDELEN 80
ARTIKEL 10 – INKOOP EN OMWISSELING VAN AANDELEN 80
ARTIKEL 11 – KOSTEN 82
ARTIKEL 12 – AANWENDING XXX XX XXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 13 – BOEKJAAR - ACCOUNTANTSCONTROLE 86
ARTIKEL 14 – XXXXXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 15 – FUSIE VAN HET FONDS 86
ARTIKEL 16 – ONTBINDING VAN HET FONDS 88
ARTIKEL 17 – VERJARING 88
ARTIKEL 18 – TOEPASSELIJK RECHT, BEVOEGDE RECHTERLIJKE INSTANTIE EN TAAL VAN DE OVEREENKOMST 89
ARTIKEL 19 – WIJZIGINGEN VAN HET BEHEERSREGLEMENT 89
ARTIKEL 20 – INWERKINGTREDING 89
Xxxxxx, verkoop en advisering
Beheersmaatschappij ETHENEA Independent Investors S.A.
00, xxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxx
Eigen vermogen op 31 december 2019: 1.000.000 euro.
Raad van bestuur van de beheersmaatschappij (bestuursorgaan) Voorzitter van de raad van bestuur
Xxxx Xxxxxxxx
ETHENEA Independent Investors S.A.
Leden van de raad van bestuur
Xxxxxx Xxxxxxx
ETHENEA Independent Investors S.A.
Xxxxxxxx Xxxxxxx
IPConcept (Luxemburg) S.A. (société anonyme)
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx ETHENEA Independent Investors S.A.
Directeuren van de beheersmaatschappij
Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx
Accountant van de beheersmaatschappij Ernst & Young S.A. (société anonyme)
00X, Xxxxxx Xxxx X. Xxxxxxx X-0000 Xxxxxxxxxx
Bewaarder
DZ PRIVATBANK S.A.
4, rue Xxxxxx Xxxxxx
L-1445 Strassen, Luxemburg
Registratie- en transferkantoor evenals centraal beheerskantoor
DZ PRIVATBANK S.A.
4, rue Xxxxxx Xxxxxx
L-1445 Strassen, Luxemburg
Betaalkantoor
Groothertogdom Luxemburg
DZ PRIVATBANK S.A.
4, rue Xxxxxx Xxxxxx
L-1445 Strassen, Luxemburg
Accountant van het fonds
Xxxxx & Xxxxx X.X.
00X, Xxxxxx Xxxx X. Xxxxxxx X-0000 Xxxxxxxxxx
Het in dit verkoopprospectus (met bijlage en beheersreglement) ("verkoopprospectus") beschreven gemeenschappelijk beleggingsfonds is een Luxemburgs beleggingsfonds (fonds commun de placement), dat overeenkomstig deel I van de Luxemburgse wet van 17 december 2010 betreffende instellingen voor collectieve belegging ("wet van 17 december 2010"), zoals gewijzigd, in de vorm van een monofonds voor onbepaalde tijd is opgericht.
Dit verkoopprospectus is alleen geldig in combinatie met het laatst bekendgemaakte jaarverslag, dat niet ouder mag zijn dan zestien maanden. Wanneer het laatste jaarverslag ouder dan acht maanden is, dient aan de koper bovendien het halfjaarverslag te worden verstrekt. De wettelijke basis voor de aankoop van aandelen zijn het actuele verkoopprospectus en de "essentiële beleggersinformatie". Met de aankoop van aandelen aanvaardt de belegger dit verkoopprospectus, de "essentiële beleggersinformatie", alsook alle goedgekeurde en gepubliceerde wijzigingen daarvan.
Tijdig vóór de aankoop van fondsaandelen wordt aan de belegger kosteloos de "essentiële beleggersinformatie" verstrekt.
Het is niet toegestaan inlichtingen te verstrekken of verklaringen af te leggen die afwijken van het verkoopprospectus of van de "essentiële beleggersinformatie". De beheersmaatschappij kan niet aansprakelijk worden gesteld als en voor zover er inlichtingen worden verstrekt of verklaringen worden afgelegd die afwijken van het huidige verkoopprospectus of van de "essentiële beleggersinformatie".
Het verkoopprospectus, de "essentiële beleggersinformatie", alsmede de jaar- en halfjaarverslagen van het fonds kunnen op een duurzame gegevensdrager door de beleggers kosteloos worden verkregen bij de zetel van de beheersmaatschappij, bij de bewaarder, in de betaalkantoren en bij de tussenpersoon. Het verkoopprospectus en de "essentiële beleggersinformatie" kunnen eveneens op de website xxx.xxxxxxx.xxx worden geraadpleegd. Op verzoek van de belegger kunnen de vermelde documenten hem ook op papier worden toegezonden. In verband met verdere informatie wordt verwezen naar het hoofdstuk "Informatie voor de beleggers".
Verkoopprospectus
Het in dit verkoopprospectus beschreven gemeenschappelijk beleggingsfonds ("fonds") wordt beheerd door ETHENEA Independent Investors S.A.
Bij dit verkoopprospectus zijn een bijlage bij het fonds en het beheersreglement van het fonds gevoegd. Het beheersreglement is op 28 januari 2002 in werking getreden. Het is neergelegd bij het Handels- en vennootschappenregister in Luxemburg en een vermelding van deze neerlegging is voor het eerst op 2 maart 2002 gepubliceerd in het "Mémorial, Recueil des Sociétés et Associations", het staatsblad van het Groothertogdom Luxemburg ("Mémorial"). Het Mémorial werd op 1 juni 2016 door het nieuwe informatieplatform Recueil électronique des sociétés et associations ("RESA") van het Handels- en vennootschapsregister in Luxemburg vervangen.
Het beheersreglement is op 1 januari 2020 voor het laatst gewijzigd en op het RESA gepubliceerd.
Het verkoopprospectus (met bijlage) en het beheersreglement vormen inhoudelijk één geheel en vullen elkaar derhalve aan.
De beheersmaatschappij
De beheersmaatschappij van het fonds is ETHENEA Independent Investors S.A. ("beheersmaatschappij"), een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht waarvan de zetel gelegen is te 00, xxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxx. De vennootschap is op 10 september 2010 voor onbepaalde tijd opgericht. Haar statuten zijn op 15 september 2010 gepubliceerd in het Mémorial. Een laatste wijziging van de statuten van de beheersmaatschappij is in werking getreden op 1 januari 2015 en is op 13 februari 2015 gepubliceerd in het Mémorial. De beheersmaatschappij is in het Handels- en vennootschappenregister van Luxemburg ingeschreven onder het nummer R.C.S. Luxemburg B-155427. Het boekjaar van de beheersmaatschappij eindigt op 31 december van elk jaar. Het eigen vermogen van de beheersmaatschappij bedroeg op 31 december 2019 EUR 1.000.000.
Het doel van de beheersmaatschappij is de oprichting en het beheer van op grond van Richtlijn 2009/65/EG en haar wijzigingen ("Richtlijn 2009/65/EG") toegelaten Luxemburgse instellingen voor collectieve belegging in effecten en andere instellingen voor collectieve belegging, die niet onder Richtlijn 2009/65/EG vallen en waarvoor de beheersmaatschappij onderworpen is aan toezicht.
De beheersmaatschappij is in overeenstemming met de voorschriften van de gewijzigde Richtlijn 2009/65/EG van de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's).
De beheersmaatschappij is verantwoordelijk voor het beheer en de bedrijfsleiding van het fonds. Zij mag voor rekening van het fonds alle maatregelen in het kader van de bedrijfsleiding en het beheer en alle rechtstreeks en middellijk met het fondsvermogen verbonden rechten uitoefenen.
De beheersmaatschappij treedt bij de vervulling van haar taken eerlijk, redelijk, professioneel en onafhankelijk van de bewaarder op en handelt uitsluitend in het belang van de beleggers.
De beheersmaatschappij vervult haar plichten met de zorgvuldigheid van een betaalde gevolmachtigde.
De raad van bestuur van de beheersmaatschappij heeft de xxxx Xxxxx Xxxxxxxx, de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx en xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx tot directeur benoemd en alle taken in verband met de bedrijfsleiding aan hen overgedragen.
Naast het in dit verkoopprospectus beschreven fonds beheert de beheersmaatschappij ook de volgende beleggingsfondsen: Ethna-CARES, Ethna–DEFENSIV, Ethna–DYNAMISCH, Ethna SICAV en HESPER FUND.
De beheersmaatschappij kan in verband met het beheer van de activa van het fonds onder eigen controle en verantwoordelijkheid een beleggingsadviseur/fondsmanager inschakelen.
De beleggingsbeslissingen, het verstrekken van de orders en de keuze van de brokers zijn uitsluitend voor de beheersmaatschappij voorbehouden voor zover er geen fondsmanager is belast met het beheer van het fondsvermogen.
De beheersmaatschappij heeft het recht om, met behoud van haar eigen verantwoordelijkheid en controle, haar eigen activiteiten aan derden uit te besteden.
De overdracht van taken mag op geen enkele manier afbreuk doen aan de doeltreffendheid van het door de beheersmaatschappij verschafte toezicht. De beheersmaatschappij mag door de overdracht van taken met name niet verhinderd worden om in het belang van de beleggers te handelen.
Het fondsmanagement
Het fondsmanagement wordt door de beheersmaatschappij, ETHENEA Independent Investors S.A.,
zelf uitgeoefend.
De taken van het fondsmanagement bestaan in het bijzonder uit de dagelijkse omzetting van het beleggingsbeleid en de onmiddellijke beleggingsbelissing.
Bovendien kan de beheersmaatschappij op eigen verantwoordelijkheid, kosten en controle de taken van het fondsmanagement overdragen aan ETHENEA Independent Investors (Schweiz) AG met zetel in Xxxxxxxxxxxxxx 00, XX-0000 Xxxxxxxx, die beschikt over een vergunning voor vermogensbeheer en is onderworpen aan overeenkomstig toezicht.
De beheersmaatschappij neemt alle kosten die in verband met de door haar verrichte diensten ontstaan voor haar rekening. Makelaarsprovisies, transactiekosten en andere bedrijfskosten in verband met de aan- en verkoop van vermogenswaarden worden door het fonds gedragen.
De bewaarder
De enige bewaarder van het fonds is DZ PRIVATBANK S.A. met statutaire zetel in 4, rue Xxxxxx Xxxxxx, L-1445 Strassen, Luxemburg. De bewaarder is een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht en verricht banktransacties.
De rechten en plichten van de bewaarder zijn in overeenstemming met de Wet van 17 december 2010, de geldende regelgeving, de bewaardersovereenkomst, het beheersreglement (artikel 3) en dit verkoopprospectus (met bijlage). Zij handelt eerlijk, redelijk en professioneel, treedt onafhankelijk van de beheersmaatschappij op en handelt uitsluitend in het belang van het fonds en de beleggers.
De bewaarder heeft volgens artikel 3 van het beheersreglement de mogelijkheid om delen van haar taken aan derden te delegeren ("onderbewaarders").
Een actueel overzicht van de onderbewaarders is te raadplegen op de website van de beheersmaatschappij (xxx.xxxxxxx.xxx) of is op aanvraag gratis verkrijgbaar bij de beheersmaatschappij.
Op verzoek zal de beheersmaatschappij de beleggers de recentste informatie verstrekken over de identiteit van de bewaarder van het fonds, de beschrijving van de plichten van de bewaarder alsook de belangenconflicten die kunnen ontstaan en de beschrijving van alle door de bewaarder overgedragen bewaringsfuncties, de lijst van de onderbewaarders resp. bewaarplaatsen en vermelding van eventuele belangenconflicten die uit de takendelegatie kunnen voortvloeien.
Door de benoeming van de bewaarder en/of de onderbewaarders kunnen potentiële belangenconflicten bestaan, die nader worden beschreven in het hoofdstuk "Potentiële belangenconflicten".
Het registratie- en transferkantoor
Het registratie- en transferkantoor van het fonds is DZ PRIVATBANK S.A. waarvan de zetel gelegen is te 4, rue Xxxxxx Xxxxxx, L-1445 Strassen, Luxemburg. Het registratie- en transferkantoor is een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht. De taken van het registratie- en transferkantoor bestaan uit de uitvoering van verzoeken en orders in verband met de inschrijving op aandelen, de inkoop, omwisseling en overdracht van aandelen en het bijhouden van het aandelenregister.
Het centraal beheerskantoor
Het centraal beheerskantoor van het fonds is DZ PRIVATBANK S.A. waarvan de zetel gelegen is te 0, xxx Xxxxxx Xxxxxx, X-0000 Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx. Het centraal beheerskantoor is een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht en heeft als opdracht de boekhouding, berekening van de aandeelwaarde en de opstelling van de jaarrekening.
Het centraal beheerskantoor heeft verschillende bestuurlijke taken onder zijn verantwoordelijkheid en controle, bijvoorbeeld de berekening van de netto intrinsieke waarde, overgedragen aan de Attrax Financial Services S.A. (société anonyme) gevestigd te 000, xxxxx x'Xxxx, X-0000 Xxxxxxxxx.
Rechtspositie van de beleggers
De beheersmaatschappij belegt de in het fonds belegde middelen in eigen naam voor gemeenschappelijke rekening van de beleggers overeenkomstig het beginsel van risicospreiding in effecten en/of andere toegelaten vermogenswaarden in overeenstemming met artikel 41 van de Wet van 17 december 2010. De belegde middelen en de daarmee verworven vermogenswaarden vormen het fondsvermogen dat apart wordt gehouden van het eigen vermogen van de beheersmaatschappij.
De beleggers participeren in het fondsvermogen als mede-eigenaar naargelang van de hoogte van hun aandelenbezit. De aandelen in het fonds worden uitgegeven op grond van de in de bijlage genoemde wijze van effectisering en de daar vermelde coupures. Indien aandelen op naam worden uitgegeven,
worden deze door het registratie- en transferkantoor geregistreerd in het aandelenregister dat voor het fonds wordt bijgehouden. In dit verband worden aan de beleggers bevestigingen van de opname in het aandelenregister verzonden aan het adres dat in het aandelenregister vermeld staat. Er bestaat geen recht op afgifte van materiële aandeelbewijzen.
Alle aandelen van het fonds hebben in beginsel gelijke rechten, tenzij de beheersmaatschappij beslist om in overeenstemming met artikel 5, derde lid, van het beheersreglement in het fonds verschillende aandelenklassen uit te geven.
De beheersmaatschappij wijst de beleggers op het feit dat iedere belegger al zijn beleggersrechten slechts rechtstreeks ten opzichte van het fonds kan doen gelden wanneer de belegger zelf en onder zijn eigen naam is ingeschreven in het aandeelhoudersregister van het fonds. Indien de belegger in een fonds heeft belegd via een tussenpersoon die de belegging in eigen naam maar in opdracht van de belegger verricht, kan de belegger al zijn beleggersrechten niet onvoorwaardelijk rechtstreeks ten opzichte van het fonds doen gelden. Xxxxxxxxx krijgen hierbij het advies om inlichtingen in te winnen over hun rechten.
Algemene informatie over de handel in aandelen van het fonds
Een belegging in het fonds wordt beschouwd als een langetermijninvestering. De beheersmaatschappij verwerpt arbitragemethoden zoals "market timing" en "late trading".
Onder "market timing" verstaat men de arbitragemethode waarbij de belegger systematisch aandelen van een fonds binnen een korte tijdsspanne met gebruikmaking van tijdsintervallen en/of onvolkomenheden of zwakke punten in het beoordelingssysteem van de netto intrinsieke waarde van het fonds intekent, omwisselt of terugneemt. De beheersmaatschappij neemt de nodige beschermings- of controlemaatregelen om dergelijke praktijken te voorkomen. Ze behoudt zich ook het recht voor een aanvraag tot inschrijving of opdracht tot omwisseling van een belegger af te wijzen, te herroepen of op te schorten wanneer de betrokken belegger verdacht wordt van "market timing".
De aan- of verkoop van aandelen na de sluiting van de handel tegen de reeds vaststaande of te voorziene slotkoers - zogenoemde "late trading" - wordt door de beheersmaatschappij streng afgewezen. De beheersmaatschappij zorgt er in elk geval voor dat de emissie en inkoop van aandelen wordt afgesloten op basis van een aandeelwaarde die vooraf niet aan de belegger bekend was. Wanneer echter het vermoeden bestaat dat een belegger aan "late trading" doet, kan de beheersmaatschappij de acceptatie van de intekenings- of inkoopaanvraag zolang weigeren tot de aanvrager iedere twijfel in verband met zijn aanvraag heeft opgehelderd.
Er kan niet worden uitgesloten dat de aandelen van het fonds ook op officiële beurzen of op andere markten worden verhandeld.
De marktprijs die ten grondslag ligt aan de beurshandel of de handel op andere markten wordt niet uitsluitend bepaald door de waarde van de in het fonds aangehouden vermogenswaarden, maar ook door vraag en aanbod. Daardoor komt het dat deze marktprijs kan afwijken van de meegedeelde aandelenkoers.
Beleggingsdoelstellingen en beleggingsbeleid
Het beleggingsbeleid van het fonds is erop gericht een redelijke waardeontwikkeling in de fondsvaluta (zoals gedefinieerd in de bijlage) te realiseren, rekening houdend met de criteria van waardestabiliteit, behoud van het kapitaal, kapitaalbescherming en liquiditeit van het fondsvermogen. Het specifieke beleggingsbeleid van het fonds wordt beschreven in de bijlage bij het verkoopprospectus.
De in artikel 4 van het beheersreglement vermelde algemene beleggingsprincipes en beleggingsbeperkingen gelden voor dit fonds voor zover er voor het fonds geen afwijkingen of aanvullingen zijn opgenomen in de bijlage bij het verkoopprospectus.
Het fondsvermogen wordt belegd met inachtneming van het beginsel van risicospreiding in de zin van de voorschriften van deel I van de Wet van 17 december 2010 en op grond van de in artikel 4 van het beheersreglement beschreven beleggingsstrategische beginselen en binnen de beleggingsbeperkingen.
Informatie over derivaten en andere technieken en instrumenten
In overeenstemming met de in artikel 4 van het beheersreglement genoemde algemene bepalingen van het beleggingsbeleid kan de beheersmaatschappij voor het fonds, om de beleggingsdoelstellingen te bereiken, in het kader van een doeltreffend portefeuillebeheer gebruikmaken van derivaten, effectenfinancieringstransacties en andere technieken en instrumenten die voldoen aan de beleggingsdoelstellingen van het fonds. Bij de eerder genoemde transacties moeten de contractpartners of financiële tegenpartijen in de zin van artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (de "SFTR") onder toezicht staan en gevestigd zijn in een lidstaat van de EU, in een ander EER-land of in een derde land waar de toezichthoudende instanties naar het oordeel van de CSSF uitgaan van beginselen die gelijkwaardig zijn aan de beginselen uit het recht van de EU. Contractpartners of financiële tegenpartijen moeten in beginsel beschikken over een rating van investment grade, hoewel er in afzonderlijke gevallen van deze vereiste afgezien kan worden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de contractpartner of financiële tegenpartij na de selectie onder deze rating valt. In dit geval zal de beheersmaatschappij een afzonderlijke test uitvoeren. Ze moeten bovendien in dit soort transacties gespecialiseerd zijn. Bij de selectie van de contractpartners of financiële tegenpartijen in het kader van effectenfinancieringstransacties en totale-opbrengstenswaps ("total return swaps") wordt met criteria zoals juridische status, land van oorsprong en rating van de contractpartner rekening gehouden. Meer informatie is gratis beschikbaar op de in het hoofdstuk "Informatie voor de beleggers" vermelde website van de beheersmaatschappij. Hierbij kan niet worden uitgesloten dat het bij de contractpartner of financiële tegenpartij gaat om een onderneming die verbonden is met de beheersmaatschappij of met de fondsmanager/beleggingsadviseur. In dit verband verwijzen wij naar het hoofdstuk "Mogelijke belangenconflicten".
Derivaten en andere technieken en instrumenten bieden aanzienlijke kansen, maar gaan ook gepaard met grote risico's. Op basis van de hefboomwerking van deze producten kunnen met een relatief bescheiden inzet van kapitaal grote verliezen ontstaan voor het fonds. Hieronder volgt een illustratieve, niet- exhaustieve opsomming van derivaten, technieken en instrumenten die voor het fonds kunnen worden gebruikt:
1. Optierechten
Een optierecht is het recht om een bepaalde vermogenswaarde op een vooraf bepaald tijdstip ("uitoefeningstijdstip") of gedurende een vooraf bepaalde periode aan te kopen ("aankoopoptie"/"call") of te verkopen ("verkoopoptie"/"put") tegen een vooraf bepaalde prijs ("uitoefeningsprijs"). De prijs van een aankoop- of verkoopoptie is de optiepremie.
Voor het fonds mogen zowel aankoop- als verkoopopties worden verworven of verkocht, op voorwaarde dat het fonds conform het in de bijlage beschreven beleggingsbeleid mag beleggen in de onderliggende waarden.
2. Financiële termijncontracten
Financiële termijncontracten zijn overeenkomsten waarbij beide partijen de plicht op zich nemen om op een bepaald tijdstip, de vervaldag, een bepaalde hoeveelheid van een bepaalde onderliggende waarde te kopen respectievelijk te verkopen tegen een vooraf overeengekomen prijs.
Voor het fonds mogen financiële termijncontracten alleen worden afgesloten op voorwaarde dat het fonds conform het in bijlage beschreven beleggingsbeleid mag beleggen in de onderliggende waarden.
3. In financiële instrumenten besloten derivaten
Voor het fonds mogen "financiële instrumenten met besloten derivaat" worden verworven, indien het bij de basiswaarden gaat om instrumenten in de zin van artikel 41, lid (1) van de wet van 17 december 2010 of bijvoorbeeld financiële indexen, rentevoeten, wisselkoersen of valuta. Bij "financiële instrumenten met besloten derivaat" kan het bijvoorbeeld om gestructureerde producten (certificaten, aandelenobligaties, optieobligaties, converteerbare obligaties, credit linked notes enz.) of optiebewijzen gaan. De volgens het begrip van "in financiële instrumenten besloten derivaten" ontworpen producten onderscheiden zich doorgaans doordat de besloten afgeleide componenten de kasstromen van het volledige product beïnvloeden. Naast de risicokenmerken van effecten moet ook rekening worden gehouden met de risicokenmerken van derivaten en andere technieken en instrumenten.
Gestructureerde producten mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat het bij deze producten gaat om effecten in de zin van artikel 2 van de verordening van 8 februari 2008 van het Groothertogdom Luxemburg.
4. Effectenfinancieringstransacties
Als effectenfinancieringstransacties gelden bijv.:
- Effectenleningen
- Repo-overeenkomsten
Effectenfinancieringstransacties kunnen worden ingezet in het kader van efficiënt portefeuillebeheer, bijv. om een beleggingsdoelstelling te bereiken of om het rendement te doen
toenemen. Deze kunnen de waardeontwikkeling van het fonds beïnvloeden. Hierdoor kan het risicoprofiel/het risico op verlies van het fonds ten minste tijdelijk worden verhoogd.
Bij de soorten vermogenswaarden die bij effectenfinancieringstransacties worden gebruikt, kan het gaan om de soorten vermogenswaarden die volgens het beleggingsbeleid van het fonds zijn toegestaan.
Het rendement dat met de effectenfinancieringstransacties wordt bereikt, vloeit (verminderd met alle daaraan verbonden kosten, inclusief eventuele transactiekosten) volledig terug naar het fondsvermogen. Minstens 50% van het rendement dat met de effectenfinancieringstransacties wordt bereikt, moet echter terugvloeien naar het fondsvermogen.
4.1 Effectenlening
Een effectenleningstransactie is een transactie waardoor een tegenpartij effecten overdraagt die samenhangen met de verplichting dat deze aan de partij die de effecten ontleent, op een later moment of op vraag van de overdragende partij, gelijkwaardige effecten teruggeeft. Voor de tegenpartij die de effecten overdraagt, is dit effectenleningstransactie en voor de tegenpartij aan wie ze worden overgedragen, een effectenontleningstransactie.
In deze context kan het fonds voor de realisatie van bijkomend(e) kapitaal of opbrengst, of voor de vermindering van zijn kosten of risico's, effecten uitlenen, waarbij deze transacties in overeenstemming moeten zijn met de geldende Luxemburgse wetten en verordeningen, met de circulaires van de CSSF (onder andere CSSF 08/356, CSSF 11/512 en CSSF 14/592) alsook met de SFTR.
aa) Het fonds mag effecten als volgt uitlenen: ofwel direct, ofwel in het kader van een gestandaardiseerd systeem voor Securities Lending, dat door een erkende instelling inzake de afwikkeling van effecten of door clearinginstituten, zoals CLEARSTREAM en EUROCLEAR, of door een hierin gespecialiseerde financiële instelling wordt geregeld. Het fonds waarborgt dat in het kader van de Securities Lending overgedragen effecten te allen tijde opnieuw kunnen worden overgedragen aan het fonds en dat de afgesloten overeenkomst inzake Securities Lending te allen tijde kan worden beëindigd. Wanneer de bovengenoemde financiële instelling voor eigen rekening handelt, moet deze als tegenpartij van de overeenkomst inzake Securities Lending worden beschouwd. Indien het fonds zijn effecten uitleent aan ondernemingen die in het kader van beheers- of zeggenschapsrelaties met het fonds verbonden zijn, moet vooral aandacht worden geschonken aan eventuele belangenconflicten. Het fonds moet van tevoren of op het moment van de overdracht van uitgeleende effecten een waarborg ontvangen conform de wettelijke vereisten inzake tegenpartijrisico en borgstelling. Bij afloop van de overeenkomst inzake Securities Lending gebeurt de restitutie van de waarborg gelijktijdig met of in aansluiting op de teruggave van de uitgeleende effecten. In het kader van een gestandaardiseerd systeem voor Securities Lending, dat door een erkende instelling inzake de afwikkeling van effecten wordt geregeld, of een systeem voor Securities Lending dat wordt geregeld door een financiële instelling die onderworpen is aan wettelijke voorschriften, die naar de mening van de CSSF gelijkwaardig zijn aan de EU-bepalingen, en die gespecialiseerd is in deze vorm van transacties, kan de overdracht van uitgeleende effecten vóór ontvangst van de waarborg gebeuren, wanneer de
tussenpersoon ("intermédiaire") de reglementaire uitvoering van de transactie verzekert. Deze tussenpersoon kan in de plaats van de lener aan het fonds een waarborg ter beschikking stellen in overeenstemming met de wettelijke vereisten inzake tegenpartijrisico en borgstelling. In dat geval wordt de tussenpersoon contractueel verplicht om zekerheden te stellen.
bb) Het fonds moet ervoor zorgen dat de transacties omtrent effectenleningen proportioneel blijven, of moet uitgeleende effecten op zo'n manier kunnen terugvorderen dat het altijd mogelijk is zijn verplichtingen tot inkoop na te komen. Verder dient het fonds ervoor te zorgen dat dergelijke transacties het adequate beheer van het fondsvermogen conform het beleggingsbeleid niet in de weg staat. Tot 100% van de hoeveelheid vermogenswaarden die als effectenlening kunnen dienen, mogen worden uitgeleend. Voor elke afgesloten effectenlening moet het fonds ervoor zorgen dat de verkoopwaarde van het onderpand gedurende de volledige looptijd van de leningstransactie minstens even hoog is als de verkoopwaarde van de hergebruikte vermogenswaarden.
cc) Ontvangst van een passende waarborg
Met het oog op tegenpartijrisico's bij transacties met terugkooprecht mag het fonds een waarborg meerekenen in overeenstemming met de hierna vermelde vereisten.
Het fonds moet de ontvangen waarborg dagelijks herwaarderen. De overeenkomst tussen het fonds en de tegenpartij moet in bepalingen voorzien, waarin de betaling van bijkomende waarborgen door de tegenpartij binnen een zeer korte termijn worden geëist, wanneer de waarde van de reeds betaalde waarborg in verhouding met het te dekken bedrag onvoldoende blijkt. Bovendien moet deze overeenkomst in eventuele zekerheidsmarges voorzien, die rekening houden met de valuta- en marktrisico's die verbonden zijn met de als waarborg aanvaarde vermogenswaarden.
Bij de als waarborg aanvaarde vermogenswaarden gaat het om de in het hoofdstuk "Tegenpartijrisico" vermelde waarborgen.
Het aandeel aan beheerde vermogenswaarden dat naar schatting bij deze transacties zal worden ingezet, bedraagt 0%. Het betreft hier een prognose. Het daadwerkelijke aandeel kan hiervan, afhankelijk van het specifieke beleggingsbeleid van het fonds, afwijken.
4.2 Repo-overeenkomsten
Een repo-overeenkomst is een transactie op basis van een overeenkomst waarin een tegenpartij effecten of gegarandeerde rechten op effecten verkoopt, en de overeenkomst een verplichting bevat om deze zelfde effecten of rechten (of eventueel van effecten met dezelfde kenmerken) tegen een vaste prijs en op een door de repo-opsteller vastgelegd of nog te bepalen later tijdstip terug te kopen. Rechten op effecten kunnen alleen het voorwerp van een dergelijke transactie uitmaken wanneer ze door een erkende beurs worden gewaarborgd die de rechten op de effecten bewaart, en wanneer de overeenkomst de ene tegenpartij niet toestaat, een bepaald effect aan meer dan één andere tegenpartij tegelijk over te dragen of te verpanden. Bij de transactie gaat het voor de tegenpartij die de effecten verkoopt om een repo-overeenkomst, en voor de tegenpartij die ze verwerft om een omgekeerde repo-overeenkomst.
De beheersmaatschappij kan voor het fonds als koper transacties met een terugkooprecht aangaan die bestaan uit de aankoop van effecten, waarbij de contractuele bepalingen de verkoper (tegenpartij) het recht geven om de verkochte effecten terug te kopen van het fonds tegen een prijs en binnen een termijn die bij het afsluiten van de overeenkomst tussen de beide partijen zijn overeengekomen. De beheersmaatschappij kan voor het fonds als verkoper transacties met een terugkooprecht aangaan die bestaan uit de verkoop van effecten, waarbij de contractuele voorwaarden aan het fonds het recht voorbehouden om de verkochte effecten terug te kopen van de koper (tegenpartij) tegen een prijs en binnen een termijn die bij het afsluiten van de overeenkomst tussen de beide partijen zijn overeengekomen.
De beheersmaatschappij kan bij repo-overeenkomsten optreden als koper of als verkoper. Voor een deelname aan dergelijke overeenkomsten gelden echter de volgende richtlijnen:
a) Effecten in verband met een repo-overeenkomst mogen uitsluitend worden verworven of verkocht op voorwaarde dat de tegenpartij een financiële instelling is die zich in dit soort transacties heeft gespecialiseerd.
b) Gedurende de looptijd van een repo-overeenkomst mogen de effecten die concreet met de overeenkomst te maken hebben, niet worden verkocht vóór de uitoefening van het recht op terugkoop van deze effecten of vóór de afloop van de terugkooptermijn.
Indien de beheersmaatschappij een repo-overeenkomst sluit, moet worden gewaarborgd dat de beheersmaatschappij te allen tijde het volledige geldbedrag van de gesloten repo-overeenkomst kan terugvorderen of dat de overeenkomst kan worden beëindigd met de actuele marktwaarde of met het opgebouwde totaalbedrag. Bovendien garandeert de beheersmaatschappij dat de repo- overeenkomst te allen tijde kan worden beëindigd en dat de onderliggende effecten kunnen worden teruggevorderd.
Tot 100% van het fondsvermogen mag door middel van een repo-overeenkomst aan derden worden overgedragen.
Het aandeel aan beheerde vermogenswaarden dat naar schatting bij deze transacties zal worden ingezet, bedraagt 0%. Het betreft hier een prognose. Het daadwerkelijke aandeel kan hiervan, afhankelijk van het specifieke beleggingsbeleid van het fonds, afwijken.
5. Deviezentermijncontracten
De beheersmaatschappij mag voor het fonds deviezentermijncontracten afsluiten.
Deviezentermijncontracten zijn overeenkomsten waarbij beide partijen de plicht op zich nemen om op een bepaald tijdstip, de vervaldag, een bepaalde hoeveelheid van een bepaalde onderliggende valuta te kopen respectievelijk te verkopen tegen een vooraf overeengekomen prijs.
6. Swaps
De beheersmaatschappij mag voor rekening van het fondsvermogen in het kader van de beleggingsprincipes swaptransacties afsluiten.
Een swap is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij kasstromen, vermogenswaarden, opbrengsten of risico's worden geruild. Bij de swaptransacties die voor het fonds afgesloten mogen worden, gaat het bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, om renteswaps, valutaswaps, equity swaps en credit default swaps.
Een renteswap is een transactie waarbij twee partijen kasstromen ruilen die berusten op vaste of variabele rentebetalingen. De transactie kan worden vergeleken met de opname van middelen tegen een vast rentepercentage en de gelijktijdige plaatsing van middelen tegen een variabel rentepercentage waarbij de nominale bedragen van de vermogenswaarden niet worden uitgewisseld.
Valutaswaps betreffen meestal een ruiltransactie van de nominale bedragen van de vermogenswaarden. Ze zijn te vergelijken met een opname van middelen in een bepaalde valuta en de gelijktijdige plaatsing van middelen in een andere valuta.
Asset swaps, vaak ook "synthetische effecten" genoemd, zijn transacties die het rendement op een bepaalde vermogenswaarde in een andere renterichting (vast of variabel) of in een andere valuta converteren, doordat de vermogenswaarde (bijvoorbeeld lening, floating rate note, bankdeposito, hypotheek) wordt gecombineerd met een rente- of valutaswap.
Een equity swap wordt gekenmerkt door de ruil van kasstromen, waardeveranderingen en/of opbrengsten van een andere vermogenswaarde tegen kasstromen, waardeveranderingen en/of opbrengsten van een andere vermogenswaarde, waarbij minstens één van de geruilde kasstromen of opbrengsten van een vermogenswaarde een aandeel of aandelenindex is.
Een Total Return Swap is een derivatencontract zoals bedoeld in artikel 2, nummer 7, van Verordening (EU) nr. 648/2012, waarbij een tegenpartij aan een andere de volledige opbrengst van een referentieverplichting met inbegrip van inkomsten uit intresten en kosten, winsten en verliezen uit koersschommelingen alsook kredietverliezen overdraagt.
De verdragsluitende partijen kunnen geen invloed uitoefenen op de samenstelling of het beheer van de beleggingsportefeuille van de icbe of de onderliggende waarden van de afgeleide producten. Voor transacties in verband met de beleggingsportefeuille van de icbe is geen toestemming van de tegenpartij vereist.
Total return swaps mogen binnen de lijnen van de aangewende risicomanagementprocedure worden ingezet. Welke risicomanagementprocedure wordt toegepast, wordt beschreven in de bijlagen van het betreffende fonds.
Bij de soorten vermogenswaarden die bij total return swaps worden gebruikt, kan het gaan om de soorten vermogenswaarden die volgens het beleggingsbeleid van het fonds zijn toegestaan.
Het rendement dat met de total return swaps wordt bereikt, vloeit (verminderd met alle daaraan verbonden kosten, inclusief eventuele transactiekosten) volledig terug naar het fondsvermogen. Minstens 50% van het rendement dat met de total return swaps wordt bereikt, moet echter terugvloeien naar het fondsvermogen.
De beheersmaatschappij kan total return swaps voor het fonds zowel ter afdekking alsook als onderdeel van de beleggingsstrategie/beleggingsdoelstelling inzetten. Hierbij zijn transacties voor een
doeltreffend portefeuillebeheer inbegrepen. Hierdoor kan het risicoprofiel/het risico op verlies van het fonds ten minste tijdelijk worden verhoogd.
Het aandeel aan beheerde vermogenswaarden dat naar schatting bij deze transacties zal worden ingezet, bedraagt 0%. Het betreft hier een prognose. Het daadwerkelijke aandeel kan hiervan, afhankelijk van het specifieke beleggingsbeleid van het fonds, afwijken.
7. Swaptions
Een swaption is het recht, maar niet de plicht, om op een bepaald tijdstip of binnen een bepaalde termijn een swap af te sluiten waarvan de voorwaarden nauwkeurig bepaald zijn. Voor het overige gelden dezelfde beginselen als bij optietransacties.
8. Technieken voor kredietrisicobeheer
De beheersmaatschappij kan voor het fonds met het oog op een doeltreffend beheer van het fondsvermogen ook zogenaamde credit default swaps ("CDS") gebruiken. Op de markt van de kredietderivaten vormen de CDS het breedst verspreide en kwantitatief belangrijkste instrument. CDS maken het mogelijk om het kredietrisico los te maken van de onderliggende kredietverhouding. Doordat het kredietrisico afzonderlijk verhandelbaar wordt, biedt dit meer mogelijkheden voor systematische risico- en opbrengstencontrole. Met een CDS kan een zekerheidsnemer (zekerheidskoper, protection buyer) zich voor een welbepaalde termijn beveiligen tegen bepaalde risico's die voortvloeien uit een kredietverhouding door aan een zekerheidsverschaffer (zekerheidsverkoper, protection seller) een op het nominaal bedrag berekende periodieke premie te betalen voor de overname van het kredietrisico. Deze premie richt zich onder andere naar de kwaliteit van de onderliggende referentiedebiteur(en) (= kredietrisico). De af te wentelen risico's worden vooraf duidelijk gedefinieerd als zogenaamde kredietgebeurtenissen ("credit event"). Zolang er zich geen credit event voordoet, moet de verkoper van de CDS niets betalen. Wanneer er zich een credit event voordoet, betaalt de verkoper het vooraf bepaalde bedrag, bijvoorbeeld de nominale waarde of een vergoeding voor het verschil tussen de nominale waarde van de referentieactiva en hun marktwaarde na het optreden van de credit event ("cash settlement"). De koper heeft dan het recht om een in de overeenkomst omschreven actief van de referentiedebiteur aan te bieden terwijl de premiebetalingen van de koper vanaf dit tijdstip worden vastgesteld. Het fonds kan optreden als zekerheidsnemer of als zekerheidsverschaffer.
CDS worden buitenbeurs verhandeld (OTC-markt) waardoor rekening kan worden gehouden met specifiekere, niet-gestandaardiseerde behoeften van beide partijen – ten koste van een lagere liquiditeit.
De verbintenis van de verplichtingen die uit de CDS voortvloeien, moet zowel stroken met de belangen als met het beleggingsbeleid van het fonds. Bij de beleggingsgrenzen in overeenstemming met artikel 4, zesde lid, van het beheersreglement dient rekening te worden gehouden met de aan de CDS onderliggende leningen en de betrokken emittent.
Credit default swaps worden regelmatig gewaardeerd op grond van begrijpelijke en transparante methoden. De beheersmaatschappij en de accountant zullen toezicht houden op de begrijpelijkheid en de transparantie van de waarderingsmethoden en hun aanwending. Indien in het kader van dit
toezicht verschillen worden vastgesteld, dan zorgt de beheersmaatschappij ervoor dat deze worden verholpen.
9. Opmerkingen
Ten gevolge van de aanwending van technieken en instrumenten voor een doeltreffend portefeuillebeheer is het mogelijk dat er directe/indirecte kosten ontstaan die worden doorgerekend aan het fondsvermogen en dus het fondsvermogen verkleinen. Deze kosten kunnen zowel ontstaan voor derden als voor partijen die behoren tot de beheersmaatschappij of de bewaarder.
De bovengenoemde technieken en instrumenten kunnen eventueel door de beheersmaatschappij worden uitgebreid wanneer op de markt nieuwe instrumenten worden aangeboden die in overeenstemming zijn met het beleggingsdoel en die het fonds conform de prudentiële en wettelijke voorschriften mag aanwenden.
Alle opbrengsten die voortkomen uit de aanwending van technieken en instrumenten voor een doeltreffend portefeuillebeheer, verminderd met directe en indirecte operationele kosten, worden aan het fonds betaald en maken deel uit van de netto intrinsieke waarde van het fonds.
Informatie over de opbrengsten die voortkomen uit de technieken en instrumenten voor een doeltreffend portefeuillebeheer voor de totale verslagperiode is te vinden in het actuele jaarverslag van het fonds samen met de gegevens over directe/indirecte kosten voor zover deze betrekking hebben op het beheer van het fonds.
Berekening van de aandeelwaarde
Het nettofondsvermogen van het fonds luidt in euro ("referentievaluta").
De waarde van een aandeel ("aandeelwaarde") luidt in de valuta die in de bijlage bij het verkoopprospectus is vermeld ("fondsvaluta"), indien voor eventuele andere aandelenklassen in de bijlage bij het verkoopprospectus geen valuta is opgegeven die van de fondsvaluta afwijkt ("valuta van de aandelenklasse").
De aandeelwaarde wordt door de beheersmaatschappij of een door haar gemachtigde onder toezicht van de bewaarder berekend op elke bankwerkdag in Luxemburg, behalve op 24 en 31 december van het jaar ("waarderingsdag"). Voor de berekening van de aandeelwaarde wordt de waarde van de tot het fonds behorende vermogenswaarden, verminderd met de verplichtingen van het fonds ("nettofondsvermogen") op elke waarderingsdag vastgesteld en gedeeld door het aantal aandelen van het fonds dat op de waarderingsdag in omloop is. De uitkomst wordt afgerond op twee decimalen. Verdere informatie over de berekening van de aandeelwaarde is vastgelegd in artikel 6 van het beheersreglement.
Emissie van aandelen
1. De aandelen worden op elke waarderingsdag uitgegeven tegen de emissiekoers. De emissiekoers is de aandeelwaarde op grond van artikel 6, vierde lid, van het beheersreglement, vermeerderd met een bedrag voor emissiekosten, met een maximale hoogte voor het fonds die is vermeld in de
bijlage bij het verkoopprospectus. De emissiekoers kan worden verhoogd met vergoedingen of andere belastingen die in rekening worden gebracht in de betrokken landen van verkoop.
2. Aanvragen tot inschrijving voor de aankoop van aandelen op naam kunnen worden ingediend bij de beheersmaatschappij, de bewaarder, het registratie- en transferkantoor, de tussenpersoon en de betaalkantoren. Deze in ontvangst nemende instanties zijn verplicht de aanvragen tot inschrijving onmiddellijk door te geven aan het registratie- en transferkantoor. De ontvangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend. Het aanvaardt de aanvragen tot inschrijving in opdracht van de beheersmaatschappij. Aankooporders voor aandelen die schriftelijk zijn vastgelegd in global notes ("aandelen aan toonder"), worden door de instantie waar de belegger zijn effectendepot aanhoudt, doorgegeven aan het registratie- en transferkantoor. De ontvangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend.
Volledige aanvragen tot inschrijving voor aandelen op naam of aankooporders van aandelen aan toonder die uiterlijk om 17.00 uur op een waarderingsdag bij de desbetreffende instantie zijn binnengekomen, worden afgehandeld op basis van de emissiekoers van de daarop volgende waarderingsdag, indien de tegenwaarde van de aandelen waarop is ingeschreven, beschikbaar is. De beheersmaatschappij zorgt er in elk geval voor dat de emissie van aandelen wordt afgesloten op basis van een aandeelwaarde die vooraf niet aan de belegger bekend was. Wanneer echter het vermoeden bestaat dat een belegger aan late trading doet, kan de beheersmaatschappij de aanvraag tot inschrijving of de aankooporder weigeren in te willigen totdat de aanvrager iedere twijfel heeft weggenomen. Volledige aanvragen tot inschrijving voor aandelen op naam of aankooporders voor aandelen aan toonder die na 17.00 uur op een waarderingsdag door de desbetreffende instantie zijn ontvangen, worden uitgegeven tegen de koers op de tweede daaropvolgende waarderingsdag.
Indien de tegenwaarde van de aandelen op naam waarop moet worden ingeschreven niet beschikbaar is op het tijdstip waarop de volledige aanvraag tot inschrijving bij het registratie- en transferkantoor is ontvangen of wanneer de aanvraag tot inschrijving foutief of onvolledig is ontvangen, geldt de aanvraag tot inschrijving als door het registratie- en transferkantoor ontvangen op de datum waarop de tegenwaarde van de aandelen waarop is ingeschreven wel beschikbaar is en de datum waarop de aanvraag tot inschrijving naar behoren is ingediend.
De aandelen aan toonder worden na de afrekening bij het registratie- en transferkantoor via zogenaamde betalings-/termijntransacties stap voor stap, dus tegen betaling van het investeringsbedrag, overgedragen aan het kantoor waar de belegger zijn effectendepot aanhoudt.
3. De emissieprijs moet binnen het in de bijlage van het fonds vermelde aantal bankwerkdagen na de bijbehorende waarderingsdag in de fondsvaluta of, in geval van verschillende aandelenklassen, in de desbetreffende valuta van de aandelenklasse worden betaald bij de bewaarder in Luxemburg.
4. De omstandigheden waarin de emissie van aandelen wordt opgeschort, worden beschreven in artikel 9 i.v.m. artikel 7 van het beheersreglement.
Inkoop en omwisseling van aandelen
1. De beleggers hebben het recht om op ieder gewenst tijdstip de inkoop van hun aandelen tegen de aandeelwaarde te verlagen, in overeenstemming met artikel 6, vierde lid, van het
beheersreglement, eventueel verminderd met een inkoopprovisie ("inkoopkoers"). Deze inkoop geschiedt alleen op een waarderingsdag. Wanneer er een inkoopprovisie in rekening wordt gebracht, dan wordt de maximale hoogte daarvan voor het fonds vermeld in de bijlage bij dit verkoopprospectus.
De uitbetaling van de inkoopkoers wordt in bepaalde landen verminderd met de daar geldende belastingen en andere heffingen. Wanneer de inkoopprijs is uitbetaald, vervalt het bijbehorende aandeel.
2. De uitbetaling van de inkoopkoers en eventuele andere betalingen aan de beleggers geschieden via de bewaarder en de betaalkantoren. De bewaarder is slechts verplicht tot uitbetaling als de overboeking van de inkoopkoers in het land van de aanvrager niet wordt verboden door wettelijke bepalingen, bijvoorbeeld wettelijke voorschriften in verband met deviezen of andere omstandigheden waarop de bewaarder geen invloed heeft.
De beheersmaatschappij kan aandelen eenzijdig terugkopen tegen betaling van de inkoopprijs, indien zij dit nodig acht in het belang van alle beleggers of ter bescherming van de beleggers of van het fonds.
3. Indien er binnen het fonds verscheidene aandelenklassen worden aangeboden, kunnen aandelen van een aandelenklasse ook worden omgewisseld in aandelen van een andere aandelenklasse binnen het fonds, tenzij in de bijlage bij het verkoopprospectus anders wordt bepaald. In deze gevallen wordt geen omwisselprovisie berekend.
De beheersmaatschappij kan een verzoek tot omwisseling van de hand wijzen wanneer dit nodig blijkt in het belang van het fonds of van de aandelenklassen of in het belang van de beleggers.
4. Volledige inkooporders of omwisselingsorders voor de inkoop resp. omwisseling van aandelen op naam kunnen worden ingediend bij de beheersmaatschappij, de bewaarder, het registratie- en transferkantoor, de tussenpersoon en de betaalkantoren. Deze in ontvangst nemende instanties zijn verplicht de inkoop- en omwisselingsorders onmiddellijk door te geven aan het registratie- en transferkantoor.
Een inkoop- of omwisselingsorder voor de inkoop resp. omwisseling van aandelen op naam is slechts volledig wanneer dit de naam en het adres van de belegger, het aantal en de tegenwaarde van de terug te geven of om te wisselen aandelen en de naam van het fonds vermeldt, en wanneer dit door de betrokken belegger is ondertekend.
Volledige verkooporders voor de terugname van aandelen aan toonder worden door het kantoor waar de belegger zijn effectendepot aanhoudt, doorgegeven aan het registratie- en transferkantoor. Het is niet mogelijk om aandelen aan toonder om te wisselen.
Volledige terugname-/verkooporders resp. volledige omwisselingsorders die uiterlijk om 17.00 uur op een waarderingsdag zijn binnengekomen, worden afgerekend op basis van de aandeelwaarde van de daarop volgende waarderingsdag, verminderd met een eventuele inkoopprovisie resp. met inachtneming van de omwisselprovisie. De beheersmaatschappij zorgt er in elk geval voor dat de terugname, de verkoop resp. de omwisseling van aandelen wordt afgerekend op basis van een aandeelwaarde die vooraf niet aan de belegger bekend was. Volledige terugname-/verkooporders
of volledige omwisselingsorders die na 17.00 uur op een waarderingsdag zijn binnengekomen, worden afgerekend op basis van de aandeelwaarde van de tweede erop volgende waarderingsdag, verminderd met een eventuele inkoopprovisie resp. met inachtneming van de omwisselprovisie.
De ontvangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend voor de ontvangst van de terugname-/verkooporder.
De inkoopkoers wordt binnen het in de bijlage bij het fonds vermelde aantal bankwerkdagen na de bijbehorende waarderingsdag in de fondsvaluta of, in geval van verschillende aandelenklassen, in de desbetreffende valuta van de aandelenklasse uitbetaald. Voor aandelen op naam geschiedt de uitbetaling op een rekening die door de belegger moet worden aangeduid.
5. De beheersmaatschappij is verplicht de inkoop of omwisseling van aandelen tijdelijk op te schorten omwille van een opschorting van de berekening van de aandeelwaarde.
6. De beheersmaatschappij heeft met voorafgaande goedkeuring van de bewaarder en met inachtneming van de belangen van de beleggers het recht om omvangrijke inkopen pas te realiseren nadat de overeenkomstige vermogenswaarden van het fonds zonder uitstel zijn verkocht. In dat geval geschiedt de inkoop tegen de op dat ogenblik geldende inkoopkoers. Dit geldt eveneens voor orders m.b.t. de omwisseling van aandelen. De beheersmaatschappij ziet er echter op toe dat het fondsvermogen steeds voldoende liquide middelen bevat, zodat onder normale omstandigheden een inkoop of omwisseling van aandelen op verzoek van de beleggers direct kan plaatsvinden.
Algemene risico-informatie Algemeen marktrisico
De vermogenswaarden, waarin de beheersmaatschappij voor rekening van het fonds belegt, omvatten
naast de kans op waardestijging ook risico's. Wanneer het fonds rechtstreeks of middellijk in effecten en andere vermogenswaarden belegt, dan stelt het zich bloot aan de algemene trends en tendensen op de markten, met name de effectenmarkten, die gebaseerd zijn op sterk uiteenlopende, en vaak ook irrationele factoren. Zo kunnen er zich waardeverliezen voordoen wanneer de marktwaarde van de vermogenswaarden daalt ten opzichte van de instapkoers. Wanneer de aandeelhouder aandelen van het fonds verkoopt op een ogenblik waarop de koers van de vermogenswaarden in het fonds is gedaald ten opzichte van het ogenblik waarop hij die aandelen gekocht had, dan krijgt hij het geld dat hij in het fonds belegd heeft niet volledig terug. Hoewel het fonds streeft naar bestendige waardetoename, kan dit niet worden gegarandeerd. Het risico van de belegger blijft echter beperkt tot het door hem belegde bedrag. Een verplichting tot bijbetaling van bedragen boven het door hem belegde geld bestaat er niet.
Renterisico
Met de belegging in vastrentende effecten hangt de mogelijkheid samen dat het marktrenteniveau dat op het ogenblik van de emissie van een effect bestaat, kan wijzigen. Wanneer de marktrente stijgt ten opzichte van de rente op het tijdstip van emissie, dan dalen doorgaans de koersen van vastrentende effecten. Wanneer de marktrente echter daalt, dan stijgt de koers van vastrentende effecten. Deze koersevolutie leidt ertoe dat het huidige rendement van het vastrentende effect in zekere zin overeenstemt met de huidige marktrente. Deze koersschommelingen vallen echter anders uit, afhankelijk
van de looptijd van het vastrentende effect. Vastrentende effecten met een kortere looptijd vertonen minder koersrisico dan vastrentende effecten met een langere looptijd. Vastrentende effecten met een kortere looptijd leveren doorgaans echter minder rendement op dan vastrentende effecten met een langere looptijd.
Risico van negatieve creditrentevoeten
De beheersmaatschappij belegt liquide middelen van het fonds bij de bewaarder of andere kredietinstellingen voor rekening van het fonds. Voor deze tegoeden bij kredietinstellingen is ten dele een rentevoet overeengekomen die met vermindering van een bepaalde marge met de internationale rentevoeten overeenkomt. Indien de rentevoeten dalen tot onder de overeengekomen marge, leidt dit tot negatieve rente op de betreffende rekening. Afhankelijk van de ontwikkeling van het rentebeleid van de betreffende centrale banken kunnen zowel tegoeden op korte, middellange als lange termijn bij kredietinstellingen een negatieve rente realiseren.
Kredietrisico
De kredietwaardigheid (solvabiliteit en betalingsbereidheid) van de emittent van een effect of geldmarktinstrument dat rechtstreeks of middellijk door het fonds wordt aangehouden, kan achteraf dalen. Dit leidt doorgaans tot koersdalingen van het betrokken effect die ingrijpender zijn dan de algemene marktschommelingen.
Ondernemingsrisico
De koersevolutie van effecten en geldmarktinstrumenten die rechtstreeks of middellijk door het fonds worden aangehouden, hangt ook af van factoren die met de onderneming in kwestie te maken hebben, bijvoorbeeld van de bedrijfseconomische omstandigheden van de emittent. Wanneer die specifieke factoren van de onderneming verslechteren, kan de koerswaarde van het betrokken effect duidelijk en voortdurend dalen, ongeacht eventueel algemeen positieve ontwikkelingen op de beurs.
Debiteurenrisico
De emittent van een effect dat rechtstreeks of middellijk door het fonds wordt aangehouden of de debiteur van een vordering die tot een fonds behoort, kan insolvabel worden. De bijbehorende vermogenswaarden van het fonds kunnen hierdoor economisch waardeloos worden.
Tegenpartijrisico
Indien transacties niet worden verricht via een beurs of een gereglementeerde markt (buitenbeurs- of OTC-transacties) of indien er effectenfinancieringstransacties worden verricht, bestaat – naast het algemene debiteurenrisico – ook het risico dat de tegenpartij van de transactie in gebreke blijft of haar verplichtingen niet volledig nakomt. Dit geldt vooral voor transacties in technieken en instrumenten. Om het tegenpartijrisico bij OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties te beperken, kan de beheersmaatschappij zekerheden aanvaarden. Dit gebeurt in overeenstemming en rekening houdend met de vereisten van ESMA-richtsnoer 2014/937. Als zekerheid kunnen contanten, staatsobligaties of schuldbrieven van internationale instellingen met publiekrechtelijk karakter waartoe één of meer lidstaten van de Europese Unie behoren en gedekte schuldbrieven worden aanvaard. De verkregen contante zekerheden worden niet herbelegd. De overige verkregen zekerheden worden niet verkocht, herbelegd of verpand. Voor de ontvangen zekerheden gebruikt de beheersmaatschappij trapsgewijze
waarderingscorrecties met inachtneming van de specifieke eigenschappen van de zekerheden en emittenten (zogenoemde haircut-strategie). In de volgende tabel vindt u de gegevens van telkens de laagste toegepaste waarderingscorrecties per soort zekerheid:
Zekerheid | Minimale haircut |
Contant geld (fondsvaluta) | 0 % |
Contant geld (vreemde valuta's) | 0 % |
Staatsobligaties (looptijd minder dan een jaar) | 0 % |
Staatsobligaties (looptijd vanaf een jaar) | 0,50% |
Schuldbrieven van internationale instellingen met publiekrechtelijk karakter waartoe één of meer lidstaten van de Europese Unie behoren en gedekte schuldbrieven | 0,50% |
Uitvoeriger gegevens over de toegepaste waarderingscorrecties kunnen te allen tijde gratis bij de beheersmaatschappij worden opgevraagd.
Zekerheden die de beheersmaatschappij in het kader van OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties ontvangt, moeten onder meer aan de volgende criteria voldoen:
i) Niet-contante zekerheden moeten voldoende liquide zijn en op een gereguleerde markt of binnen een multilateraal handelssysteem worden verhandeld.
ii) De zekerheden staan permanent onder toezicht en worden dagelijks gewaardeerd volgens de markt.
iii) Zekerheden die een hoge volatiliteit vertonen, mogen niet zonder passende haircuts (waarderingscorrecties) worden geaccepteerd.
iv) De kredietwaardigheid van de emittent moet hoog zijn.
v) De zekerheden moeten voldoende gediversifieerd zijn volgens land, markt en emittent. Er wordt geen rekening gehouden met wisselwerkingen tussen de zekerheden. De ontvangen zekerheden moeten echter door een partij worden uitgegeven die niet met de tegenpartij verbonden is.
vi) De waarborg die niet contant wordt betaald, moet worden uitgegeven door een onderneming die niet met de tegenpartij verbonden is.
Er zijn geen voorschriften voor een inperking van de resterende looptijd van zekerheden.
Aan de basis van deze garantie liggen individuele contractuele overeenkomsten tussen de contractpartner en de beheersmaatschappij. Hierin worden onder andere de soort en kwaliteit van de zekerheden, haircuts, belastingvrije bedragen en minimumoverdrachtbedragen gedefinieerd. De waarden van de OTC- derivaten en de eventueel reeds gestelde zekerheden worden op dagelijkse basis vastgesteld. Indien op basis van de individuele contractuele voorwaarden een vermeerdering of vermindering van de zekerheden
nodig is, worden deze bij de tegenpartij opgevraagd of teruggevorderd. Informatie betreffende de overeenkomsten kan te allen tijde gratis bij de beheersmaatschappij worden opgevraagd.
Met betrekking tot de risicospreiding van de ontvangen zekerheden geldt dat de maximale exposure tegenover één bepaalde emittent niet meer mag bedragen dan 20 % van het nettovermogen van het fonds. In afwijking hiervan geldt artikel 4, vijfde lid, onder h), van het beheersreglement met betrekking tot het emittentenrisico bij de ontvangst van zekerheden van bepaalde emittenten.
In het kader van derivaten- en effectenfinancieringstransacties kan de beheersmaatschappij voor rekening van het fonds effecten als onderpand aannemen. Wanneer deze effecten als zekerheid werden overgedragen, moeten ze bij de bewaarder worden bewaard. Indien de beheersmaatschappij de effecten in het kader van derivaattransacties als zekerheid heeft verpand, is de bewaring onderhevig aan het oordeel van de zekerheidsnemer.
Valutarisico
Wanneer een fonds rechtstreeks of middellijk vermogenswaarden aanhoudt die in deviezen luiden, dan bestaat er ook een valutarisico (voor zover deze posities in deviezen niet zijn afgedekt). Een eventuele waardevermindering van de vreemde valuta ten opzichte van de basisvaluta van het fonds heeft tot gevolg dat de waarde van de in die vreemde valuta luidende vermogenswaarden daalt.
Aandelenklassen waarvan de valuta niet is uitgedrukt in de fondsvaluta kunnen overeenkomstig zijn onderworpen aan een afwijkend valutarisico. Dit valutarisico kan per geval worden afgedekt tegen de fondsvaluta.
Specifieke risico's met betrekking tot tegen valuta afgedekte aandelenklassen
Aandelenklassen waarvan de valuta niet is uitgedrukt in de fondsvaluta zijn onderworpen aan een valutarisico dat kan worden afgedekt door gebruik te maken van financiële derivaten. De kosten, verplichtingen en/of voordelen die met deze afdekking gepaard gaan, vallen uitsluitend ten laste van de betreffende aandelenklasse.
Door financiële derivaten voor slechts een aandelenklasse te gebruiken, kunnen ook tegenpartijrisico's en operationele risico's ontstaan voor de beleggers in andere aandelenklassen van het fonds.
De afdekking wordt gebruikt om eventuele wisselkoersschommelingen tussen de fondsvaluta en de afgedekte aandelenklassenvaluta te verminderen. Via deze afdekkingsstrategie moet het valutarisico van de afgedekte aandelenklasse zo worden gelijkgesteld dat de ontwikkeling van de afgedekte aandelenklasse de ontwikkeling van een aandelenklasse in de fondsvaluta zo nauwkeurig mogelijk volgt.
Dankzij het gebruik van deze afdekkingsstrategie kan de belegger van de betreffende aandelenklasse genieten van een aanzienlijke bescherming tegen het risico van waardeverminderingen van de aandelenklassenvaluta met betrekking tot de waarde van de fondsvaluta. Dit kan er evenwel ook toe leiden dat de beleggers van de afgedekte aandelenklasse niet kunnen profiteren van een waardestijging ten opzichte van de fondsvaluta. Bij uiterst sterke marktverschuivingen kan het tevens komen tot incongruenties tussen de valutapositie van het fonds en de valutapositie van de afgedekte aandelenklasse.
In het geval van een nettostroom in de afgedekte aandelenklasse kan deze valuta-afdekking onder bepaalde omstandigheden pas later gebeuren resp. worden aangepast, zodat deze pas op een later tijdstip tot uiting komt in de netto intrinsieke waarde van de afgedekte aandelenklasse.
Sectorrisico
Indien een fonds in het kader van zijn beleggingen gericht is op welbepaalde sectoren, wordt de risicospreiding daardoor ook beperkt. Bijgevolg is het fonds niet alleen in grote mate afhankelijk van de algemene evolutie, maar ook van de evolutie van de bedrijfswinsten in één enkele sector of in sectoren waartussen een wisselwerking bestaat.
Landen-/regiorisico
Indien een fonds in het kader van zijn beleggingen gericht is op welbepaalde landen of regio's, wordt de risicospreiding daardoor eveneens beperkt. Bijgevolg is het fonds in grote mate afhankelijk van de algemene evolutie van afzonderlijke landen en regio's of van landen en regio's waartussen een wisselwerking bestaat en van de ondernemingen die daar gevestigd zijn of er hun activiteiten ontplooien.
Juridisch of fiscaal risico
De juridische of fiscale behandeling van het fonds kan op onafzienbare en niet-beïnvloedbare wijze worden gewijzigd.
Landen- en transferrisico
De economische of politieke onstabiliteit van landen, waar een fonds heeft belegd, kan ertoe leiden dat een fonds het verschuldigde geld niet, niet tijdig of niet volledig, of enkel in een andere valuta ontvangt, ook al is de emittent van het betrokken effect of een andere vermogenswaarde solvabel. Beperkingen in de omloop van deviezen of in de overdracht daarvan, of het gebrek aan bekwaamheid of bereidheid tot overdracht kunnen hiervoor doorslaggevend zijn. Indien de emittent in een andere valuta betaalt, is deze positie ook onderworpen aan een valutarisico.
Xxxxxx'x uit overmacht
Onder overmacht worden gebeurtenissen begrepen waarover de betroffen personen geen enkele controle hebben. Daartoe behoren bijvoorbeeld ernstige verkeersongevallen, pandemieën, aardbevingen, overstromingen, orkanen, kernrampen, oorlog en terrorisme, ontwerp- en constructiefouten die niet aan het fonds te wijten zijn, milieuwetgeving, algemene economische omstandigheden of arbeidsgeschillen. Indien het fonds door een of meer gevallen van overmacht wordt overvallen, moet het hierdoor mogelijk verliezen nemen of resulteert het zelfs in het volledige verlies van het fondsvermogen.
Liquiditeitsrisico
Voor het fonds kunnen ook vermogenswaarden en derivaten worden verworven die niet op een beurs zijn toegelaten of op een andere georganiseerde markt zijn toegelaten of hierin betrokken zijn. Deze vermogenswaarden kunnen mogelijk alleen met grote prijsverminderingen, met vertraging of helemaal niet worden doorverkocht. Ook op een beurs toegelaten vermogenswaarden kunnen afhankelijk van de marktsituatie, het volume, het tijdskader en de geplande kosten mogelijk niet of slechts met grote prijsverminderingen worden verkocht. Hoewel voor het fonds alleen vermogenswaarden mogen worden
verworven die principieel op elk moment kunnen worden geliquideerd, kan niet worden uitgesloten dat deze op bepaalde momenten of permanent slechts met verlies kunnen worden verkocht.
Bewaarrisico
De bewaring van vermogenswaarden gaat gepaard met een verliesrisico dat kan resulteren uit insolventie of de schending van de "goede huisvader"-regel door de bewaarder of een onderbewaarder of door andere gebeurtenissen.
Groeimarktrisico
Beleggingen in groeimarkten ("emerging markets") zijn beleggingen in landen die o.a. op grond van de definitie van de Wereldbank niet zijn ondergebracht in de categorie "hoog bruto nationaal inkomen per hoofd", d.w.z. die niet als "ontwikkeld" worden aangemerkt. Voor de beleggingen in deze landen gelden
– naast de specifieke risico's van de betreffende aandelenklasse – doorgaans grotere risico's en ook in hoge mate het liquiditeitsrisico en het algemene marktrisico. In opkomende landen kunnen politieke, economische en sociale onstabiliteit of diplomatieke gebeurtenissen de beleggingen in deze landen beïnvloeden. Bijgevolg kunnen bij de afwikkeling van transacties in waarden uit deze landen op grotere schaal risico's optreden die nadelig kunnen zijn voor de beleggers, met name omdat daar in het algemeen een levering van effecten niet snel tegen betaling mogelijk of gebruikelijk is. De hiervoor beschreven landen- en transferrisico's zijn in deze landen tevens erg hoog.
In groeimarkten kunnen de wettelijke en reglementaire omgeving en de normen van boekhouding, controle en verslaggeving bovendien duidelijk afwijken van het niveau en de normen waar een belegger zich moet aan houden en die internationaal gebruikelijk zijn. Dit leidt niet enkel tot verschillen in overheidstoezicht en -regulering maar ook kunnen de vordering en afwikkeling van vorderingen van het fonds gepaard gaan met verdere risico's. Ook kan in zulke landen een hoger bewaarrisico bestaan, wat ook kan worden veroorzaakt door de verschillende vormen van eigendomsverschaffing van de verworven vermogenswaarden. De markten in opkomende landen zijn doorgaans volatieler en minder liquide dan de markten in industrielanden. Hierdoor kunnen de aandelenwaarden van het fonds meer schommelen.
Inflatierisico
Onder inflatierisico wordt verstaan: het gevaar dat het vermogen in waarde daalt door toedoen van geldontwaarding. Inflatie kan ertoe leiden dat de opbrengst van een fonds en de waarde van de beleggingen als dusdanig lager worden in relatie tot de koopkracht. Het inflatierisico geldt voor verschillende valuta's in uiteenlopende mate.
Concentratierisico
Ook een concentratie van de belegging in bepaalde vermogenswaarden of markten kan risico's met zich meebrengen. In deze gevallen kunnen gebeurtenissen die een invloed hebben op deze vermogenswaarden of markten, een sterkere invloed hebben op het fondsvermogen. Zo kunnen voor het fondsvermogen verliezen ontstaan die in verhouding groter zijn dan bij een meer gediversifieerd beleggingsbeleid.
Performance-risico
Een positieve waardeontwikkeling kan bij gebrek aan een door een derde partij uitgesproken garantie niet worden gegarandeerd. Bovendien kunnen voor het fonds verworven vermogenswaarden een andere waardeontwikkeling doormaken dan bij de verwerving werd verwacht.
Afwikkelingsrisico
Bij de afwikkeling van effectentransacties bestaat het risico dat een van de contractuele partijen niet, te laat of niet zoals overeengekomen betaalt of de effecten niet of niet op tijd levert. Dit afwikkelingsrisico bestaat ook bij de stopzetting van zekerheden voor het fonds.
Risico's bij het gebruik van derivaten en andere technieken en instrumenten
Door het hefboomeffect van optierechten kan de waarde van het fondsvermogen sterker worden beïnvloed – zowel in positieve als in negatieve zin – dan bij de rechtstreekse aankoop van effecten en andere vermogenswaarden het geval is; in dit opzicht is het gebruik daarvan met bijzondere risico's verbonden.
Financiële termijncontracten die niet als afdekking maar met een ander doel worden gebruikt, gaan eveneens gepaard met aanzienlijke kansen en risico’s aangezien telkens slechts een fractie van de contractomvang (inleg) meteen moet worden betaald.
Koersschommelingen kunnen aldus leiden tot aanzienlijke winst of verlies. Hierdoor kunnen zowel het risico als de volatiliteit van het fonds worden vergroot.
Afhankelijk van de vorm van swaps kunnen een toekomstige wijziging van de marktrente (renterisico) of het insolvabel worden van de tegenpartij (tegenpartijrisico), alsook de wijziging van de onderliggende waarde van invloed zijn op de waardering van de swaps. In principe kunnen toekomstige (waarde)wijzigingen van de onderliggende kasstromen, vermogenswaarden, opbrengsten of risico's leiden tot winsten, maar ook tot verliezen in het fonds.
Technieken en instrumenten gaan met bepaalde beleggings- en liquiditeitsrisico's gepaard.
Aangezien het gebruik van in financiële instrumenten besloten derivaten met een hefboomwerking gepaard kan gaan, kan het gebruik ervan leiden tot grotere schommelingen - zowel positief als negatief - van de waarde van het fondsvermogen.
• Risico's bij effectenleningen
Verleent de beheersmaatschappij effecten voor rekening van het fonds, dan draagt ze deze over aan een andere tegenpartij die na beëindigen van de transactie effecten van hetzelfde type, hoeveelheid en kwaliteit teruggeeft. De beheersmaatschappij heeft gedurende de transactie geen mogelijkheid over de uitgeleende effecten te beschikken. Verliest het effect tijdens de duur van de transactie aan waarde en de beheersmaatschappij wil het effect in zijn geheel verkopen, dan moet ze de effectentransactie opzeggen en de gebruikelijke afwikkelingscyclus afwachten, waardoor een risico op verlies voor het fonds kan ontstaan.
• Xxxxxx'x bij repo-overeenkomsten
Indien de beheersmaatschappij effecten in repo geeft, verkoopt ze deze en verplicht zich ertoe deze tegen een hogere prijs na afloop van de looptijd terug te kopen. De terugkoopprijs die aan het einde van de looptijd samen met een toeslag door de verkoper moet worden betaald, wordt bij het afsluiten van de overeenkomst vastgelegd. Mochten de in repo gegeven effecten tijdens de looptijd van de overeenkomst aan waarde verliezen en indien de beheersmaatschappij ze wil verkopen om het waardeverlies in te dijken, kan ze dit alleen doen door gebruik te maken van het voortijdige recht van opzegging. De voortijdige opzegging van de overeenkomst kan met financiële boetes voor het fonds gepaard gaan. Bovendien kan blijken dat de op het einde van de looptijd te betalen toeslag hoger is dan de winsten die de beheersmaatschappij door de herbelegging van de als verkoopsprijs ontvangen contanten heeft bereikt.
Neemt de beheersmaatschappij waardepapieren in repo, dan koopt ze die en moet ze deze op het einde van een looptijd weer verkopen. De terugkoopprijs naast de toeslag wordt al bij het afsluiten van de overeenkomst vastgelegd. De in repo genomen effecten dienen als zekerheden voor de voorziening van de liquiditeit aan de contractuele partners. Eventuele waardevermeerderingen van de effecten komen het fonds niet ten goede.
Xxxxxx'x in verband met de ontvangst en het verlenen van zekerheden
De beheersmaatschappij ontvangt of verleent OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties zekerheden. OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties kunnen in waarde wijzigen. Het risico bestaat dat de ontvangen zekerheden niet meer volstaan om de leverings- of teruggavevereisten van de beheersmaatschappij tegenover de partijen volledig te dekken. Om dit risico tot een minimum te beperken, zal de beheersmaatschappij in het kader van het Collateral Management elke dag de waarde van de zekerheden afstemmen op de waarde van de OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties, en zekerheden in afspraak met de partijen navorderen.
De zekerheden kunnen in contanten, als staatsobligaties of als schuldbrieven van internationale instellingen met publiekrechtelijk karakter waartoe een of meer lidstaten van de Europese Unie behoren en gedekte schuldbrieven worden aanvaard. De kredietinstelling waarbij de contanten worden bewaard, kan echter wegvallen. Staatsobligaties en schuldbrieven van internationale instellingen kunnen zich negatief ontwikkelen. Indien de overeenkomst wegvalt, kunnen de belegde zekerheden met of ondanks inachtneming van haircuts niet meer in hun volledige omvang beschikbaar zijn, hoewel ze door de beheersmaatschappij voor het fonds in de oorspronkelijk gegarandeerde hoogte weer terug gegarandeerd moeten worden. Om dit risico tot een minimum te beperken, controleert de beheersmaatschappij in het kader van het Collateral Management de waarden op dagelijkse basis en komt ze bijkomende zekerheden overeen bij een verhoogd risico.
Risico's met betrekking tot doelfondsen
De risico's van de doelfondsaandelen die voor het fondsvermogen worden verworven, zijn sterk gelinkt aan de risico's van de zich in dit doelfonds bevindende vermogenswaarden en de daardoor gevolgde beleggingsstrategieën. De vermelde risico's kunnen echter door de diversifiëring van vermogensbeleggingen binnen de speciale vermogens waarvan aandelen worden verworven, en door de diversifiëring binnen dit fondsvermogen worden gereduceerd.
Omdat de managers van de afzonderlijke doelfondsen onafhankelijk van elkaar handelen, kan het echter ook gebeuren dat meerdere doelfondsen dezelfde of tegengestelde beleggingsstrategieën volgen. Hierdoor kunnen bestaande risico's cumuleren en eventuele kansen kunnen elkaar opheffen.
Normaal gesproken is het niet mogelijk dat de beheersmaatschappij het management van de doelfondsen controleert. Hun beleggingsbeslissingen hoeven niet dwingend met de aannames of verwachtingen van de maatschappij overeen te stemmen.
De beheersmaatschappij is vaak niet onmiddellijk op de hoogte van de meest recente samenstelling van de doelfondsen. Indien de samenstelling niet met haar aannames of verwachtingen overeenkomt, kan ze eventueel pas met een grote vertraging reageren door de doelfondsaandelen terug te geven.
Open beleggingsvermogens waar het fonds aandelen verwerft, kunnen bovendien tijdelijk de terugname van de aandelen onderbreken. Dan wordt de beheersmaatschappij verhinderd, de aandelen aan het doelfonds te verkopen, doordat ze deze tegen uitbetaling van de terugnameprijs bij de beheersmaatschappij of de bewaarder van het doelfonds teruggeeft.
Bovendien kunnen bij het verwerven van doelfondsen principieel kosten worden berekend op het niveau van het doelfonds. Daardoor worden bij de belegging in doelfondsen twee keer kosten aangerekend.
Risico van inkoopopschorting
De beleggers kunnen principieel van de beheersmaatschappij verlangen dat deze hun aandelen terugkoopt op een waarderingsdag. De beheersmaatschappij kan de inkoop van aandelen in uitzonderlijke omstandigheden echter tijdelijk opschorten en de aandelen pas later inkopen tegen de op dat tijdstip geldige koers (zie ook artikel 7 van het beheersreglement "Opschorting van de berekening van de aandeelwaarde" en artikel 10 van het beheersreglement "Inkoop en omwisseling van aandelen"). Deze koers kan lager zijn dan de koers die gold vóór de opschorting van de inkoop.
De beheersmaatschappij kan zich ook gedwongen zien de inkoop op te schorten wanneer een of meer fondsen, waarvan aandelen voor het fonds zijn verworven, zelf de inkoop van aandelen opschorten en wanneer deze een aanzienlijk aandeel van het nettofondsvermogen vormen.
Xxxxxx'x verbonden aan de aankoop van noodlijdende effecten (Distressed Securities):
Afzonderlijke fondsen kunnen conform hun beleggingsbeleid in Distressed Securities beleggen. Distressed Securities zijn effecten van ondernemingen die in staat van faillissement verkeren, op andere wijze een betalingsachterstand dreigen op te lopen of anderszins in financiële moeilijkheden geraken. Indien deze omstandigheden zich nog niet hebben voorgedaan, leiden deze tot een verlaging van de rating, zodat deze effecten doorgaans onder de categorie "Speculative Grade" of slechter vallen. Dergelijke effecten brengen aanzienlijke risico's met zich mee en de opbrengsten zijn zeer onzeker. Het risico bestaat dat herstructureringsplannen, ruilaanbiedingen, enz. niet haalbaar zijn en een negatief effect hebben op de waarde van deze effecten. De actuele waarde kan snel stijgen of dalen. Er bestaat een risico op verlies van de totale inleg. De waarde van de beleggingen in deze effecten kan sterk schommelen, aangezien deze afhankelijk is van de toekomstige omstandigheden van de emittent, die op het ogenblik van de belegging onbekend zijn. Deze effecten kunnen mogelijk alleen met grote prijsverminderingen, met vertraging of helemaal niet worden doorverkocht. Er bestaat een risico op volledige insolvabiliteit, waarbij het fonds zijn hele belegging in de betreffende effecten verliest.
Risico's verbonden aan de aankoop van Contingent Convertible Bonds ("CoCo-obligaties")
CoCo-obligaties zijn achtergestelde obligaties voor onbepaalde tijd die overeenkomstig bepaalde criteria ("trigger events", bijvoorbeeld een onderschrijding van een bepaald eigenvermogensaandeel) worden omgezet van schuldkapitaal in eigen vermogen van de uitgevende onderneming, meestal banken. In tegenstelling tot traditionele converteerbare obligaties bestaat er voor de belegger geen kiesrecht. Afhankelijk van de vorm kan ofwel een verplichte omzetting in aandelen ofwel een gedeeltelijke of volledige afschrijving plaatsvinden. In geval van omzetting wordt de schuldeiser een kapitaalinbrenger. Met betrekking tot dezelfde emittent kunnen beleggers in CoCo-obligaties onder bepaalde omstandigheden eerder een kapitaalverlies lijden dan aandelenbeleggers.
CoCo-obligaties kunnen aan andere bijzondere risico's blootgesteld zijn, zoals
– Drempelwaarde-risico's (Trigger level risk)
Drempelwaarden kunnen op verschillende wijzen worden ingesteld en bepalen afhankelijk van de afstand tussen het eigen vermogen en de drempelwaarde het risico op een omzetting of waardevermindering. De CoCo-obligaties kunnen in het kader van een verplichte omzetting worden omgezet in aandelen. Bij een waardevermindering of omzetting kunnen beleggers in CoCo-obligaties hun belegde kapitaal verliezen. Transparantie is cruciaal om risico's te beperken.
– Opzeggingsrisico coupons
Voor beleggers in CoCo-obligaties bestaat het risico dat zij niet alle verwachte couponbetalingen ontvangen. De emittent kan de couponbetalingen te allen tijde voor een willekeurige periode opschorten. Als de couponbetalingen worden hervat, bestaat het risico dat de uitgestelde couponbetalingen niet worden uitbetaald.
– Beleggingsrisico vermogensstructuur
Onder bepaalde omstandigheden kunnen beleggers in CoCo-obligaties bij activering van de trigger (in tegenstelling tot de klassieke kapitaalhiërarchie) eerder verliezen lijden dan aandeelhouders.
– Verlengingsrisico
CoCo-obligaties worden uitgegeven als instrumenten met een onbepaalde looptijd, die alleen met toestemming van de bevoegde autoriteit op een vooraf vastgesteld niveau kunnen worden opgezegd. Door de flexibele opzegbaarheid van CoCo-obligaties is het mogelijk dat de vervaldatum van de obligatie wordt verschoven en dat de belegger de kapitaalaflossing niet op het verwachte tijdstip ontvangt, hetgeen zowel kan leiden tot een wijziging in het rendement en de waardering van de CoCo-obligatie als tot een verslechtering van de liquiditeitssituatie in het fonds.
– Onbekende risico's
De structuur van de CoCo-obligaties is innovatief en nog niet getest. De gevolgen van gespannen marktfasen voor de onderliggende kenmerken van CoCo-obligaties kunnen nog niet duidelijk worden geclassificeerd.
– Rendements-/waarderingsrisico's
Het vaak aantrekkelijke rendement, dat te wijten is aan de bovengenoemde risico's en complexiteit van deze beleggingen, is de belangrijkste reden om te beleggen in CoCo-obligaties. Tot dusver is echter niet gewaarborgd dat beleggers bij hun waardering en meting van risico's voldoende rekening houden met de onderliggende risico's.
De voorgaande lijst met risicofactoren is geen uitputtende weergave van alle risico's verbonden aan een belegging in CoCo-obligaties. De activering van de trigger of opschorting van de couponbetaling door één enkele emittent kan onder bepaalde omstandigheden leiden tot een overreactie en bijgevolg tot een toename van de volatiliteit en tot illiquiditeit voor de hele aandelenklasse. In een illiquide markt kan tevens de prijsvorming onder druk komen te staan.
Nadere informatie over potentiële risico's verbonden aan beleggingen in CoCo-obligaties is te vinden in de kennisgeving van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA/2014/944) van 31 juli 2014.
Xxxxxx'x verbonden aan de belegging in effecten op onderpand van activa ("Asset-Backed Securities")
Asset-Backed Securities ("ABS") is de algemene term voor een obligatie uitgegeven door een emittent die wordt gedekt of gewaarborgd door een onderliggende pool van vermogenswaarden. De onderliggende vermogenswaarden zijn doorgaans kredietvorderingen. Deze worden gebundeld in een debiteurenpool die op discretionaire basis wordt beheerd door een financieringsmaatschappij. Deze voor een bijzonder doel opgerichte entiteit legt de vorderingen schriftelijk vast en verkoopt deze aan beleggers door. Dit zijn zeer complexe financiële instrumenten waarvan de risico's navenant moeilijk in te schatten zijn. Een subcategorie van ABS's zijn Mortgage-Backed Securities (effecten op onderpand van hypotheken ("MBS")). MBS's zijn obligaties die worden gedekt of gewaarborgd door een pool van op onderpand van hypotheken gedekte vorderingen.
Een andere vorm is de Collateralized Debt Obligation ("CDO"). CDO's zijn gestructureerde obligaties die worden gedekt door een pool van diverse vorderingen, met name krediet- en hypotheekvorderingen maar ook andere zoals leasevorderingen.
ABS's zijn complexe en gestructureerde effecten waarvan het risicopotentieel pas na een grondige analyse kan worden beoordeeld. Door hun uiteenlopende vorm is een algemene beoordeling niet mogelijk. Vergeleken met andere rentedragende effecten kunnen deze effecten op onderpand van activa onderhevig zijn aan bijkomende of hogere risico's, waaronder:
– Debiteurenrisico
Als gevolg van de veranderende kapitaalmarktrente kan het voorkomen dat de debiteur zijn verplichtingen niet meer kan nakomen, wat kan leiden tot een verhoging van het debiteurenrisico in de debiteurenpool.
– Liquiditeitsrisico
Ondanks beurstoelating kunnen beleggingen in ABS's illiquide zijn.
– Renterisico
Rentewijzigingen kunnen optreden als gevolg van voortijdige terugkoopopties in de onderliggende pool.
– Financieel risico
Het risico bestaat dat vorderingen uit de onderliggende pool niet zullen worden gehonoreerd.
– Herbeleggingsrisico
Door de beperkte verhandelbaarheid is het mogelijk dat het fonds niet altijd volledig belegd is.
– Kredietrisico
Het aan deze belegging inherente kredietrisico kan ondanks risicobeperkende maatregelen niet worden uitgesloten en kan tot volledige insolvabiliteit leiden.
– Correlatierisico
De verschillende onderliggende vorderingen uit een pool hangen van elkaar af en worden beïnvloed door interacties die tot uiting komen in de waardering van Asset Backed Securities. In extreme situaties kan de wisselkoers sterk dalen als een vordering met een betalingsachterstand andere vorderingen in de pool in het gedrang brengt.
– Complexiteitsrisico
Door de complexiteit van de aandelenklasse is het vaak alleen mogelijk om de omvang van de afzonderlijke risicotypen met betrekking tot beleggingen in ABS's te schatten. Nauwkeurigere voorspellingen zijn alleen mogelijk voor korte perioden. Aangezien beleggingen in ABS's in het algemeen voor de langere termijn zijn gepland, bestaat er een aanzienlijk risico voor beleggers.
De beschreven risicotypen zijn niet uitputtend, maar vertegenwoordigen de belangrijkste risico's van het beleggingsfonds. In het algemeen kunnen er andere risico's bestaan en optreden.
Duurzaamheidsrisico's
Voorvallen of veranderingen op het gebied van milieu, maatschappij of governance (Environment, Social, Governance, hierna "ESG"), die een potentiële of reële negatieve impact op de waarde van de positie en in het verlengde daarvan op de waardeontwikkeling van het fonds hebben, worden als duurzaamheidsrisico's bestempeld. Duurzaamheidsrisico's kunnen andere soorten risico's, zoals koersrisico's of tegenpartijrisico's aanzienlijk versterken. Als ESG-risico's volledig buiten beschouwing blijven, heeft dat waarschijnlijk negatieve gevolgen voor het langetermijnrendement van een portefeuille.
Risico's die voortvloeien uit de ESG-strategie
Als de beleggingsstrategie van het fonds voorschrijft dat ESG-criteria in beleggingsbeslissingen moeten worden meegewogen, wordt het beleggingsuniversum waarschijnlijk enigszins ingeperkt. Daardoor behaalt het fonds mogelijk een lager rendement dan een fonds dat geen rekening houdt met ESG-criteria.
Het fondsmanagement besluit op basis van eigen, subjectieve inschattingen welke posities met het oog op het algehele risiconiveau en het totaalrendement interessant zijn.
Mogelijke belangenconflicten
De beheersmaatschappij, haar werknemers, vertegenwoordigers en/of verbonden ondernemingen mogen als bestuurslid, beleggingsadviseur, fondsmanager, centraal bestuurs-, registratie- en transferkantoor of op andere wijze als dienstverlener optreden ten gunste van het fonds. De functie van de bewaarder resp. onderbewaarders die met bewaarfuncties worden belast, kan eveneens door een aan de beheersmaatschappij verbonden onderneming worden waargenomen. Indien er een band bestaat tussen de beheersmaatschappij en de bewaarder, beschikken zij over gepaste structuren om mogelijke belangenconflicten als gevolg van deze band te vermijden. Indien belangenconflicten niet kunnen worden voorkomen, zullen de beheersmaatschappij en de bewaarder deze identificeren, controleren, opvolgen en, indien nodig, bekendmaken. De beheersmaatschappij is zich ervan bewust dat er belangenconflicten kunnen ontstaan op grond van de verschillende activiteiten die zij met betrekking tot het bestuur van het fonds zelf uitvoert. Conform de Wet van 17 december 2010 en de toepasselijke beheersvoorschriften van de CSSF beschikt de beheersmaatschappij over toereikende en passende structuren en controlemechanismen en handelt zij met name in het beste belang van het fonds. De eventuele belangenconflicten als gevolg van de takendelegatie zijn beschreven in de Principes voor de omgang met belangenconflicten. De beheersmaatschappij heeft deze gepubliceerd op haar website xxx.xxxxxxx.xxx. Indien de belangen van de beleggers worden belemmerd door het optreden van een belangenconflict, zal de beheersmaatschappij de aard resp. de oorzaken van het bestaande belangenconflict bekendmaken op haar website. Wanneer de beheersmaatschappij opdrachten aan derden uitbesteedt, controleert zij of die derden de nodige en gelijkwaardige maatregelen hebben getroffen om te voldoen aan alle eisen betreffende de organisatie en ter voorkoming van belangenconflicten zoals vastgesteld in de toepasselijke Luxemburgse wet- en regelgeving.
Risicoprofielen
De door de beheersmaatschappij beheerde beleggingsfondsen worden ondergebracht bij een van de volgende risicoprofielen. Het risicoprofiel voor elk fonds vindt u in de bijbehorende bijlage. De beschrijvingen van de volgende profielen worden gegeven op basis van normaal functionerende markten. Bij onvoorziene marktomstandigheden of marktverstoringen omwille van niet-functionerende markten kunnen nog andere risico's optreden dan die welke in het risicoprofiel worden vermeld.
Risicoprofiel – Gericht op veiligheid
Het fonds is geschikt voor beleggers die gericht zijn op veiligheid. Op grond van de samenstelling van het nettofondsvermogen bestaat er een gering totaalrisico, dat overeenkomstige winstkansen met zich meebrengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, kredietwaardigheids- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Risicoprofiel – Conservatief
Het fonds is geschikt voor behoudsgezinde beleggers. Op grond van de samenstelling van het nettofondsvermogen bestaat er een gematigd totaalrisico, dat ook gematigde winstkansen met zich
meebrengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, kredietwaardigheids- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Risicoprofiel – Gericht op groei
Het fonds is geschikt voor beleggers die gericht zijn op groei. Op grond van de samenstelling van het nettofondsvermogen bestaat er een hoog totaalrisico, dat ook hoge winstkansen met zich meebrengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, kredietwaardigheids- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Risicoprofiel – Speculatief
Het fonds is geschikt voor beleggers met een speculatieve instelling. Op grond van de samenstelling van het nettofondsvermogen bestaat er een zeer hoog totaalrisico, dat ook zeer hoge winstkansen met zich meebrengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, kredietwaardigheids- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Procedure van risicobeheer
De beheersmaatschappij past een procedure van risicobeheer toe waardoor zij in staat is het risico dat met de beleggingsposities samenhangt en haar aandeel in het totale risicoprofiel van de beleggingsportefeuille van de door haar beheerde fondsen te allen tijde te bewaken en te meten. Conform de Wet van 17 december 2010 en de toepasselijke op het gebied van toezicht gestelde eisen van de Commission de Surveillance du Secteur Financier ("CSSF") brengt de beheersmaatschappij regelmatig verslag uit aan de CSSF over de toegepaste procedure van risicobeheer. In het kader van de procedure van risicobeheer garandeert de beheersmaatschappij aan de hand van relevante en geschikte methoden dat het aan derivaten gekoppelde totale risico van de beheerde fondsen niet groter is dan de totale nettowaarde van de portefeuilles ervan. Daartoe maakt de beheersmaatschappij gebruik van de volgende methoden:
• Commitment approach:
Bij de methode "commitment approach" worden de posities op grond van afgeleide financiële instrumenten omgerekend naar de bijbehorende equivalente (eventueel deltagewogen) onderliggende waarden of nominale waarden. Daarbij wordt rekening gehouden met salderings- en hedgingeffecten tussen afgeleide financiële instrumenten en de onderliggende waarden ervan. De som van deze equivalente onderliggende waarden mag niet hoger zijn dan de totale nettowaarde van de fondsenportefeuille.
• VaR-methode:
Value-at-Risk (VaR) is een mathematisch-statistisch begrip en wordt in de financiële sector gebruikt als een risicomaatstaf. De VaR duidt het mogelijke verlies van een portefeuille aan tijdens een bepaalde periode (de "stilstandperiode"), dat met een bepaalde waarschijnlijkheidsgraad (het "betrouwbaarheidsinterval") niet zal worden overschreden.
• Relatieve VaR-methode:
Bij de relatieve VaR-methode mag de VaR van het fonds de VaR van een referentieportefeuille niet overschrijden met een factor die afhankelijk is van de hoogte van het risicoprofiel van het
fonds. De prudentieel maximaal toegelaten factor bedraagt 200 %. Daarbij is de referentieportefeuille in principe een correcte weerspiegeling van het beleggingsbeleid van het fonds.
• Absolute VaR-methode:
Bij de absolute VaR-methode mag de VaR (99 % betrouwbaarheidsinterval, 20 dagen stilstandperiode) van het fonds niet hoger zijn dan het aandeel van het fondsvermogen dat afhankelijk is van de hoogte van het risicoprofiel van het fonds. De prudentieel maximaal toegelaten limiet bedraagt 20 % van het fondsvermogen.
Voor fondsen, waarvan het onderzoek van het totale risico aan de hand van VaR-methoden gebeurt, schat de beheersmaatschappij de verwachte mate van hefboomwerking. Deze mate van hefboomwerking kan, afhankelijk van de marktsituatie, afwijken van de werkelijke waarde en zowel worden over- als onderschreden. De belegger wordt erop gewezen dat uit deze informatie geen conclusies over het risicogehalte van het fonds worden getrokken. Bovendien mag de bekendgemaakte verwachte mate van hefboomwerking uitdrukkelijk niet worden beschouwd als de beleggingsgrens. De gebruikte methode voor de bepaling van het totale risico en, voor zover van toepassing, de bekendmaking van de referentieportefeuille en de verwachte mate van hefboomwerking en de berekeningsmethode daarvan worden vermeld in de specifiek voor het fonds geldende bijlage.
Liquiditeitsbeheer
De beheersmaatschappij heeft bepalingen en procedures schriftelijk vastgelegd waarmee het fonds het liquiditeitsrisico binnen de perken kan houden en waarmee het ervoor kan zorgen dat de portefeuille voldoende liquide is om aan zijn verplichtingen te voldoen. Overeenkomstig de bepalingen uit de beleggingsstrategie ziet het liquiditeitsprofiel van het fonds er als volgt uit: De verhouding tussen activa en passiva van het fonds, de beleggersprofielen en de terugkoopvoorwaarden uit het verkoopprospectus zijn leidend voor het liquiditeitsprofiel van het fonds.
De beginselen en procedures omvatten het volgende:
• De beheersmaatschappij bewaakt de liquiditeitsrisico's die zich kunnen voordoen op het niveau van het fonds of van de posities. Er wordt ingeschat hoe liquide afzonderlijke effecten zijn in verhouding met het algehele fondsvermogen en op basis daarvan worden de effecten in liquiditeitsklassen ingedeeld. De liquiditeitsbeoordeling bestaat onder meer uit een analyse van het handelsvolume, de complexiteit of andere typische kenmerken en eventueel volgt er een kwalitatieve evaluatie van een effect.
• De beheersmaatschappij bewaakt de liquiditeitsrisico's die kunnen ontstaan als de vraag naar terugkoop van deelnemingsrechten onder beleggers toeneemt of als er massaal teruggekocht moet worden. Dat resulteert in verwachtingen over veranderingen in het nettovermogen, die op hun beurt zijn gebaseerd op bekende empirische cijfers van historische veranderingen in het nettovermogen.
• De beheersmaatschappij monitort de lopende vorderingen en verplichtingen van het fonds en schat in welke consequenties die hebben voor de liquiditeitspositie van het fonds.
• De beheersmaatschappij heeft voor het fonds passende bovengrenzen voor de liquiditeitsrisico's ingesteld. Ze ziet erop toe dat deze bovengrenzen niet overschreden worden en heeft procedures vastgelegd voor als (er dreigt dat) deze grenzen worden overschreden.
• De door de beheersmaatschappij ingevoerde procedures zorgen voor consistentie tussen liquiditeitsklassen, -risicolimieten en de verwachte veranderingen in het nettovermogen.
De beheersmaatschappij buigt zich regelmatig over deze bepalingen en wijzigt ze indien nodig.
De beheersmaatschappij voert regelmatig stresstests uit om het liquiditeitsrisico van het fonds te bepalen. Deze stresstests zijn gebaseerd op betrouwbare en actuele kwantitatieve informatie – of, als de situatie zich daar niet voor leent, op kwalitatieve informatie. Dergelijke informatie omvat onder meer de beleggingsstrategie, terugkooptermijnen, betalingsverplichtingen en termijnen waarbinnen de activa kunnen worden uitgegeven en informatie over historische of hypothetische ontwikkelingen. In de stresstests worden er situaties nagebootst waarin de effecten die het fonds in portefeuille heeft, niet voldoende liquide zijn en waarin er een atypische vraag naar terugkoop is. Zo kunnen marktrisico's en de potentiële consequenties daarvan in kaart gebracht worden, onder meer margin calls, problemen met garanties of kredietlijnen. Bij de tests wordt er rekening gehouden met de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel, het type belegger en de inkoopbepalingen van het fonds, en worden ze zo vaak uitgevoerd als voor het fonds nodig is.
Belasting op het fonds
Vanuit het oogpunt van de Luxemburgse fiscaliteit heeft het fonds als beleggingsfonds geen rechtspersoonlijkheid en is het fiscaal transparant.
In het Groothertogdom Luxemburg worden geen belastingen geheven op de inkomsten en winsten van het fonds. Het fondsvermogen is in het Groothertogdom Luxemburg uitsluitend aan de "taxe d'abonnement" ter hoogte van 0,05% per jaar onderworpen. Een gereduceerde "taxe d'abonnement" ter hoogte van 0,01% per jaar is van toepassing op (i) aandelenklassen die alleen verkocht worden aan institutionele beleggers in de zin van artikel 174 van de Luxemburgse wet van 17 december 2010; en op
(ii) fondsen die zich uitsluitend op geldmarktinstrumenten, op deposito's bij kredietinstellingen of op beide richten. De "taxe d'abonnement" moet telkens op het einde van het kwartaal worden betaald op basis van het nettofondsvermogen. De omvang van de "taxe d'abonnement" voor het fonds of de aandelenklassen wordt in de bijlage bij het verkoopprospectus vermeld. Vrijstelling van de "taxe d'abonnement" wordt onder meer toegepast wanneer het fondsvermogen is belegd in andere Luxemburgse beleggingsfondsen die zelf reeds onderworpen zijn aan de "taxe d'abonnement".
Inkomsten uit het fonds (met name rente en dividenden) kunnen in de landen waar het fondsvermogen is belegd, onderworpen zijn aan een bronbelasting of een vastgelegde belasting. Het fonds kan ook onderworpen zijn aan een belasting op de gerealiseerde of niet-gerealiseerde kapitaalaanwas van de beleggingen in het bronland.
Over de uitkeringen van het fonds, meerwaarde en winsten bij vervreemding wordt in het Groothertogdom Luxemburg geen bronbelasting geheven. Noch de bewaarder noch de beheersmaatschappij zijn verplicht tot het opvragen van belastingspecificaties.
Belanghebbenden en beleggers wordt aangeraden om zich te informeren over de wet- en regelgeving aangaande de belasting op het fondsvermogen, de inschrijving op, de aankoop van, het bezit van, de inkoop van of overdracht van aandelen en daarover advies in te winnen bij een externe derde partij, bij voorkeur een belastingadviseur.
Belasting op inkomsten uit aandelen van het beleggingsfonds bij de belegger
Xxxxxxxxx die niet fiscaal gevestigd zijn of waren in het Groothertogdom Luxemburg en daar geen bedrijfsvestiging onderhouden of geen permanente vertegenwoordiger hebben, zijn niet onderworpen aan de Luxemburgse winstbelasting op hun inkomsten of winsten uit hun aandelen in het fonds.
Natuurlijke personen die fiscaal gevestigd zijn in het Groothertogdom Luxemburg, worden onderworpen aan de progressieve Luxemburgse inkomstenbelasting.
Voor vennootschappen die fiscaal gevestigd zijn in het Groothertogdom Luxemburg wordt vennootschapsbelasting geheven op de inkomsten uit de fondsaandelen.
Belanghebbenden en beleggers wordt aangeraden om zich te informeren over de wet- en regelgeving aangaande de belasting op het fondsvermogen, de inschrijving op, de aankoop van, het bezit van, de inkoop van of overdracht van aandelen en daarover advies in te winnen bij een externe derde partij, bij voorkeur een belastingadviseur.
Bekendmaking van de aandeelwaarde en de emissie- en inkoopkoers
De actuele aandeelwaarde en emissie- en inkoopkoers kunnen, net als alle andere informatie voor beleggers, te allen tijde worden opgevraagd bij het hoofdkantoor van de beheersmaatschappij, bij de bewaarder, de betaalkantoren en de eventuele tussenpersonen. Bovendien worden de emissie- en inkoopkoersen op elke beursdag in het Groothertogdom Luxemburg bekendgemaakt in het "Tageblatt". Voorts maakt de beheersmaatschappij de emissie- en inkoopprijzen bekend op haar website (xxx.xxxxxxx.xxx).
Informatie voor de beleggers
De beheersmaatschappij maakt informatie, met name kennisgevingen aan de beleggers, bekend op haar website xxx.xxxxxxx.xxx. Bovendien worden mededelingen in wettelijk voorgeschreven gevallen voor het Groothertogdom Luxemburg ook in de "RESA" en in een Luxemburgse krant bekendgemaakt.
De hierna genoemde stukken kunnen kosteloos worden ingezien gedurende de normale kantooruren op bankwerkdagen in Luxemburg (met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar) bij de vestiging van de beheersmaatschappij:
• de statuten van de beheersmaatschappij,
• de bewaardersovereenkomst,
• de overeenkomst betreffende de overname van de functies van het centraal beheerskantoor, het registratie- en transferkantoor en het betaalkantoor.
Het actuele verkoopprospectus, de "essentiële beleggersinformatie", alsmede de jaar- en halfjaarverslagen van het fonds kunnen kosteloos op de website van de beheersmaatschappij xxx.xxxxxxx.xxx worden geraadpleegd. Het actuele verkoopprospectus, de "essentiële
beleggersinformatie", alsmede de jaar- en halfjaarverslagen van het fonds kunnen door de beleggers ook kosteloos op papier worden verkregen bij de zetel van de beheersmaatschappij, bij de bewaarder, in de betaalkantoren en bij de tussenpersoon.
Informatie over de beginselen en strategieën die de beheersmaatschappij hanteert voor de uitoefening van de stemrechten, die volgen uit de door het fonds aangehouden vermogenswaarden, kunnen de beleggers kosteloos krijgen op de website xxx.xxxxxxx.xxx.
De beheersmaatschappij handelt bij de uitvoering van beslissingen over de aankoop of verkoop van vermogenswaarden voor een fonds in het beste belang van het beleggingsvermogen. Informatie over de principes die de beheersmaatschappij daartoe heeft vastgesteld, vindt u op de website xxx.xxxxxxx.xxx.
Bij vaststelling van het verlies van een in bewaring gegeven financieel instrument brengt de beheersmaatschappij de belegger hier via een duurzame gegevensdrager zo spoedig mogelijk van op de hoogte. Voor meer informatie wordt verwezen naar artikel 3 nr. 12 van het beheersreglement.
Xxxxxxxxx kunnen zich met vragen, opmerkingen en klachten schriftelijk of elektronisch wenden tot de beheersmaatschappij. Informatie over de klachtenbehandeling kan kosteloos worden geraadpleegd op de website van de beheersmaatschappij xxx.xxxxxxx.xxx.
Informatie over de vergoedingen die de beheersmaatschappij van derden ontvangt of aan derden uitbetaalt, kan steeds kosteloos worden opgevraagd bij de beheersmaatschappij.
Informatie over het beheer van duurzaamheidsrisico's en de daartoe uitgestippelde strategieën is te vinden op de website van de beheersmaatschappij xxx.xxxxxxx.xxx.
De beheersmaatschappij heeft een beloningsbeleid en -cultuur vastgelegd die overeenstemmen met de wettelijke voorschriften, met name de in artikel 111ter van de Wet van 17 december 2010 vermelde principes, en zij past deze toe. Deze zijn verenigbaar met de door de beheersmaatschappij vastgelegde procedure van risicobeheer, bevorderen deze en moedigen noch het nemen van risico's aan die niet verenigbaar zijn met de risicoprofielen of het beheersreglement van het door haar beheerde fonds, noch verhinderen deze de beheersmaatschappij om plichtsgetrouw in het beste belang van het fonds te handelen.
Het beloningsbeleid en de beloningscultuur omvatten vaste en variabele bestanddelen van de salarissen en vrijwillige pensioenuitkeringen.
Het beloningsbeleid en de beloningscultuur gelden voor de categorieën van medewerkers, met inbegrip van bedrijfsleiding, risicodragers, medewerkers met controlefuncties en medewerkers die op basis van hun totale vergoeding in dezelfde inkomenscategorie zitten als de bedrijfsleiding en risicodragers, waarvan de activiteiten een belangrijke invloed op de risicoprofielen van de beheersmaatschappij of het door haar beheerde fonds hebben.
Het beloningsbeleid van de beheersmaatschappij is in overeenstemming met een degelijk en effectief risicomanagement en ligt in het verlengde van de bedrijfsstrategie, de doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de beheersmaatschappij, de icbe onder haar beheer en de beleggers daarin evenals eventuele duurzaamheidsrisico's. Het naleven van de beloningsprincipes met inbegrip van de
omzetting ervan wordt één keer per jaar gecontroleerd. Vaste en variabele bestanddelen van de totale vergoeding staan in een redelijke verhouding tot elkaar, waarbij het aandeel van het vaste bestanddeel van de totale vergoeding hoog genoeg is om met betrekking tot de variabele vergoedingscomponent volledige flexibiliteit te bieden, met inbegrip van de mogelijkheid geen gebruik te maken van de betaling van een variabele component. Een resultaatgebonden beloning is afgestemd op de kwalificatie en de vaardigheden van de medewerker alsook op de verantwoordelijkheid en de bijdrage van de functie in de meerwaarde voor de beheersmaatschappij. Voor zover dat mogelijk is, worden de prestaties over meerdere jaren beoordeeld. Zo kan gegarandeerd worden dat de resultaten en de beleggingsrisico's van de icbe op lange termijn correct worden weergegeven en dat de daadwerkelijke prestatievergoeding over een bepaalde termijn wordt uitbetaald. De pensioenregeling is in overeenstemming met de bedrijfsstrategie, de doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de beheersmaatschappij en de door haar beheerde icbe's.
Details van het huidige beloningsbeleid, waaronder een beschrijving van de berekeningswijze van de beloning en de overige vergoedingen, en de identiteit van de voor de toewijzing van de beloning en overige vergoedingen bevoegde personen, met inbegrip van de samenstelling van het remuneratiecomité, indien een dergelijk comité bestaat, kunnen gratis worden opgevraagd op de website van de beheersmaatschappij, xxx.xxxxxxx.xxx. Op aanvraag wordt aan de beleggers een gratis papieren versie ter beschikking gesteld.
Informatie voor beleggers met betrekking tot de Verenigde Staten van Amerika
De aandelen van het fonds werden, zijn en worden niet overeenkomstig de VS-effectenwet van 1933, zoals gewijzigd, (U.S. Securities Act of 1933) (de "effectenwet") of overeenkomstig de beurswetten van afzonderlijke deelstaten of territoriale publiekrechtelijke lichamen van de Verenigde Staten van Amerika of de soevereine gebieden ervan of andere grondgebieden die in het bezit zijn van of vallen onder de jurisdictie van de Verenigde Staten van Amerika, met inbegrip van het Commonwealth Puerto Rico, (de "Verenigde Staten") toegelaten, geregistreerd, direct of indirect aan of ten gunste van een US Person, in de zin van de effectenwet) overgedragen, aangeboden of verkocht.
Het fonds is en wordt niet overeenkomstig de VS-wet inzake beleggingsmaatschappijen van 1940, zoals gewijzigd, (Investment Company Act of 1940) (de "wet inzake beleggingsmaatschappijen") of overeenkomstig de wetten van afzonderlijke deelstaten van de VS toegelaten of geregistreerd en de beleggers kunnen geen aanspraak maken op het voordeel van de registratie overeenkomstig de wet inzake beleggingsmaatschappijen.
Naast de in het verkoopprospectus, het beheersreglement, de statuten of de inschrijvingsorder eventueel opgenomen andere vereisten geldt voor beleggers dat zij a) geen "ingezetenen van de VS" ("US Persons") mogen zijn zoals bedoeld in de definitie van regeling S van de effectenwet, b) geen "Specified US Persons" mogen zijn zoals bedoeld in de definitie van de Foreign Account Tax Compliance Act ("FATCA"), c) "Non-US Persons" moeten zijn zoals bedoeld in de Commodity Exchange Act en d) geen "US Persons" mogen zijn zoals bedoeld in de VS-inkomstenbelastingwet (Internal Revenue Code) van 1986 in de telkens geldige versie (de "Code") en de overeenkomstig de Code uitgevaardigde uitvoeringsbepalingen van het ministerie van Financiën van de Verenigde Staten (Treasury Regulations). Meer informatie is op aanvraag verkrijgbaar bij de beheersmaatschappij.
Personen die aandelen willen kopen, moeten schriftelijk bevestigen dat zij voldoen aan de vereisten van de vorige paragraaf.
FATCA is als deel van de Hiring Incentives to Restore Employment Act van maart 2010 in de Verenigde Staten als wet aangenomen. FATCA verplicht financiële instellingen buiten de Verenigde Staten van Amerika ("buitenlandse financiële instellingen" of "FFI's") jaarlijks informatie met betrekking tot financiële rekeningen (financial accounts) die direct of indirect worden aangehouden door Specified US Persons door te geven aan de VS-belastingdiensten (Internal Revenue Service of IRS) Er wordt een bronbelasting van 30 % geheven op bepaalde VS-inkomsten van FFI's die deze verplichting niet nakomen.
Op 28 maart 2014 trad het Groothertogdom Luxemburg toe tot een intergouvernementeel akkoord ("IGA"), overeenkomstig model 1, met de Verenigde Staten van Amerika en een desbetreffende intentieverklaring (Memorandum of Understanding).
De beheersmaatschappij en het fonds voldoen aan de FATCA-voorschriften.
Op de aandelenklassen van het fonds kan ofwel
(i) door beleggers worden ingeschreven via een FATCA-conforme zelfstandige tussenpersoon (Nominee) ofwel
(ii) direct of indirect door beleggers worden ingeschreven via een tussenpersoon (die enkel ter tussenkomst dient en niet als Nominee handelt) met uitzondering van:
• Specified US Persons
Deze beleggersgroep omvat die US Persons die de regering van de Verenigde Staten als bedreiging beschouwt met het oog op praktijken inzake belastingontduiking en belastingvlucht. Dit geldt evenwel niet voor beursgenoteerde ondernemingen, organisaties met belastingvrijstelling, Real Estate Investment Trusts (REIT), trustmaatschappijen, VS-effectenmakelaars of dergelijke.
• passive non-financial foreign entities (of passive NFFE's) waarvan de belangrijkste eigendomsaandelen in het bezit zijn van een US Person
Onder deze beleggersgroep verstaat men doorgaans die NFFE's i) die niet worden beschouwd als actieve NFFE's of ii) waarbij er geen sprake is van een "withholding foreign partnership" of "withholding foreign trust" (een buitenlandse personenvennootschap of een buitenlandse trust die bronbelasting heft) overeenkomstig de desbetreffende uitvoeringsbepalingen van het ministerie van Financiën van de Verenigde Staten (Treasury Regulations).
• Non-participating financial institutions
De Verenigde Staten van Amerika delen deze status mee op basis van de niet- conformiteit van een financiële instelling die bepaalde voorschriften op grond van de schending van de voorwaarden van het betreffende landspecifieke IGA binnen 18 maanden na de eerste waarschuwing niet heeft vervuld.
Indien een belegger die reeds in het fonds investeert de status van een van voornoemde beleggersgroepen krijgt, is de belegger verplicht de beheersmaatschappij hiervan onverwijld op de hoogte te brengen en zijn totale aandelenbezit in het fonds te verkopen.
Indien het fonds op basis van ontbrekende FATCA-conformiteit van een belegger wordt verplicht tot betaling van een bronbelasting of tot verslaglegging of indien het andere schade ondervindt, behoudt het fonds zich het recht voor om - ongeacht andere rechten - schadeloosstelling te eisen van de betreffende belegger.
Bij vragen over FATCA en de FATCA-status van het fonds wordt beleggers en potentiële beleggers aangeraden hun financiële, belasting- en/of juridische adviseur te raadplegen.
Informatie voor beleggers met betrekking tot de automatische uitwisseling van informatie
Met Richtlijn 2014/107/EU van 9 december 2014 van de Raad met betrekking tot de verplichting tot automatische uitwisseling van (fiscale) informatie en de Common Reporting Standard ("CRS"), een door de OESO ontwikkelde norm voor melding en zorgvuldigheid voor de internationale automatische uitwisseling van informatie over financiële rekeningen, wordt de automatische uitwisseling van informatie volgens de intergouvernementele overeenkomsten en de Luxemburgse voorschriften (wet ter omzetting van de automatische uitwisseling van informatie in fiscale kwesties over financiële rekeningen van 18 december 2015) omgezet. De automatische uitwisseling van informatie wordt in Luxemburg voor het eerst omgezet voor het boekjaar 2016.
Hiervoor wordt op jaarlijkse basis door meldingsplichtige financiële instellingen informatie over de aanvragers en de verplicht te melden registraties aan de Luxemburgse belastingdienst ("Administration des Contributions Directes" in Luxemburg) gemeld, die deze dan doorgeeft aan de belastingdiensten van de landen waarin de aanvrager(s) fiscaal gevestigd is/zijn.
Het betreft hierbij met name de mededeling van:
• naam, adres, fiscaal identificatienummer, vestigingsplaatsen en geboortedatum en -plaats van iedere meldingsplichtige persoon,
• nummer in het vennootschappenregister,
• registersaldo of -waarde,
• gecrediteerde kapitaalopbrengsten inclusief opbrengsten uit doorverkoop.
De verplicht te melden informatie voor een specifiek boekjaar dat tegen 30 juni van het volgende jaar aan de Luxemburgse belastingdienst moet worden overgemaakt, wordt tot 30 september van het jaar uitgewisseld tussen de desbetreffende belastingdiensten, voor het eerst in september 2017 op basis van de gegevens van 2016.
De bestrijding van het witwassen van geld
Krachtens de internationale en de Luxemburgse wet- en regelgeving, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de wet van 12 november 2004 ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme, de Groothertogelijke verordening van 1 februari 2010, de CSSF-verordening 12-02 van 14 december 2012 en de CSSF-circulaires CSSF 13/556, CSSF 15/609, CSSF 17/650 en CSSF 17/661 ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme en alle wijzigingen daarvan of daaropvolgende verordeningen, is het de verantwoordelijkheid van alle betrokkenen om te voorkomen dat instellingen voor collectieve beleggingen worden misbruikt voor witwassen en het financieren van terrorisme. De beheersmaatschappij of een door haar gemachtigde kan van een aanvrager ieder document verlangen dat zij voor de vaststelling van zijn identiteit als noodzakelijk beschouwt. Daarnaast kan de beheersmaatschappij (of een door deze gemachtigde) alle andere informatie verlangen die zij nodig heeft om te voldoen aan de
geldende wettelijke en regelgevende bepalingen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de CRS- en de FACTA-wet.
Wanneer een aanvrager de vereiste documenten te laat, niet of niet volledig overlegt, wordt de aanvraag tot inschrijving afgewezen. In geval van ontbrekende documenten kan het bij inkopen zo zijn dat de uitbetaling van de inkoopkoers vertraging oploopt. De beheersmaatschappij is niet verantwoordelijk voor een vertraagde afwikkeling of de annulering van een transactie als de aanvrager de documenten te laat, niet of niet volledig heeft overgelegd.
Beleggers kunnen door de beheersmaatschappij (of een door deze gemachtigde), in overeenstemming met de geldende wetten en bepalingen met betrekking tot hun plichten inzake continu toezicht op en controle van hun klanten, van tijd tot tijd worden verzocht om aanvullende of bijgewerkte documenten met betrekking tot hun identiteit te overleggen. Als deze documenten niet onmiddellijk worden voorgelegd, heeft de beheersmaatschappij het recht en de plicht om de fondsaandelen van de betrokken belegger te blokkeren.
Tot omzetting van artikel 30 van de Verordening (EU) nr. 2015/849 van het Europees Parlement en de Europese Raad, de zogenaamde 4e EU-antiwitwasrichtlijn, werd de wet van 13 januari 2019 over de aanleg van een register van de uiteindelijke begunstigden goedgekeurd. Dit verplicht de geregistreerde rechtspersonen om hun uiteindelijke begunstigden te melden aan het register dat daarvoor is opgericht.
Als "geregistreerde rechtspersonen" zijn in Luxemburg wettelijk onder meer ook beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen bedoeld.
Een uiteindelijke begunstigde in de zin van de wet van 12 november 2004 is bijvoorbeeld standaard elke natuurlijke persoon die in totaal meer dan 25% van de aandelen of deelbewijzen van een rechtspersoon in handen heeft of die op andere wijze controleert.
Afhankelijk van de situatie zou dat ertoe kunnen leiden dat ook eindbeleggers van de beleggingsmaatschappij of het beleggingsfonds met naam en andere persoonlijke gegevens moeten worden opgenomen in het register van de uiteindelijk begunstigden. De volgende gegevens van een uiteindelijke begunstigde kunnen vanaf 1 september 2019 door iedereen gratis worden geraadpleegd op de website van het "Luxembourg Business Register": Naam, voorna(a)m(en), nationaliteit(en), geboortedatum en -plaats, land van verblijfplaats, en aard en omvang van de uiteindelijke begunstiging. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden kan na een controle van het specifieke geval tegen betaling de openbare inzage worden beperkt.
Gegevensbescherming
Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ("algemene verordening gegevensbescherming") en het in Luxemburg toepasselijke recht inzake gegevensbescherming (met inbegrip van, doch niet beperkt tot de gewijzigde wet van 2 augustus 2002 inzake de bescherming van persoonsgegevens bij de gegevensverwerking).
Zo kunnen persoonsgegevens, die in verband met een belegging in het fonds ter beschikking worden gesteld, op een computer worden opgeslagen en verwerkt door de beheersmaatschappij voor rekening van het fonds en door de bewaarder, die telkens verantwoordelijk zijn voor de verwerking.
Persoonsgegevens worden verwerkt voor de verwerking van orders tot inschrijving en inkoop, voor het bijhouden van het aandelenregister en voor de uitvoering van de taken van de hierboven genoemde partijen en voor de inachtneming van geldende wetten of voorschriften in Luxemburg of in andere rechtsgebieden, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, het geldende vennootschapsrecht, wetten en voorschriften met het oog op de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het belastingrecht, zoals de FATCA (Foreign Account Tax Compliance Act), de CRS (Common Reporting Standard) of vergelijkbare wetten of voorschriften (zoals op OESO-niveau).
Derden krijgen alleen toegang tot persoonsgegevens als dit op basis van gegronde bedrijfsredenen of voor de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte nodig is, of als doorgifte verplicht is op grond van wetten of voorschriften. Dit kan de openbaarmaking ervan aan derden, zoals overheids- of toezichtsinstanties omvatten, met inbegrip van belastingautoriteiten en auditors in Luxemburg en in andere rechtsgebieden.
Behalve in de hierboven genoemde gevallen worden in principe geen persoonsgegevens aan landen buiten de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte verstrekt.
Door op aandelen in te tekenen of deze te houden, geven de beleggers – althans stilzwijgend – hun toestemming voor de voornoemde verwerking van hun persoonsgegevens en met name voor de openbaarmaking van dergelijke gegevens aan en de verwerking van deze gegevens door de hierboven genoemde partijen, met inbegrip van verbonden ondernemingen in landen buiten de Europese Unie die mogelijk niet dezelfde bescherming bieden als het Luxemburgse recht inzake gegevensbescherming.
In dit verband erkennen en accepteren de beleggers dat als zij nalaten de door de beheersmaatschappij verlangde persoonsgegevens in het kader van de verhouding die zij tot het fonds hebben, te verstrekken, dit een voortzetting van hun deelname aan het fonds kan verhinderen en tot een hieruit voortvloeiende mededeling van de beheersmaatschappij aan de daartoe bevoegde Luxemburgse autoriteiten kan leiden.
In dit verband erkennen en accepteren de beleggers dat de beheersmaatschappij alle relevante informatie in verband met hun belegging in het fonds aan de Luxemburgse belastingautoriteiten meldt, die deze informatie middels een geautomatiseerde procedure delen met de verantwoordelijke autoriteiten van de betrokken landen of andere rechtsgebieden waar dit toegestaan is krachtens de CRS-wet of bijbehorende Europese en Luxemburgse wetgeving.
Zolang de persoonsgegevens, die in samenhang met een aandeel in het fonds ter beschikking worden gesteld, persoonsgegevens van plaatsvervangers, vertegenwoordigers, personen met de bevoegdheid om te tekenen of economische rechthebbenden van de beleggers omvatten, wordt ervan uitgegaan dat de beleggers de toestemming van de betrokken personen voor de voornoemde verwerking van hun persoonsgegevens hebben verkregen, met name als het gaat om de openbaarmaking van hun gegevens aan en de verwerking van hun gegevens door de hierboven genoemde partijen, met inbegrip van partijen in landen buiten de Europese Unie die mogelijk niet dezelfde bescherming bieden als het Luxemburgse recht inzake gegevensbescherming.
Beleggers kunnen, in overeenstemming met het geldende recht inzake gegevensbescherming, toegang, correctie of verwijdering van hun persoonsgegevens aanvragen. Dergelijke aanvragen moeten schriftelijk
aan de beheersmaatschappij worden gericht. Er wordt vanuit gegaan dat de beleggers de plaatsvervangers, vertegenwoordigers, personen met de bevoegdheid om te tekenen of economische rechthebbenden waarvan de persoonsgegevens worden verwerkt over deze rechten op de hoogte brengen.
Ook als de hierboven genoemde partijen passende maatregelen om de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens te garanderen hebben getroffen, kan hetzelfde niveau van vertrouwelijkheid en bescherming zoals nu door het momenteel in Luxemburg geldende recht inzake gegevensbescherming niet worden gegarandeerd zolang de persoonsgegevens zich in het buitenland bevinden, vanwege het feit dat zulke gegevens elektronisch worden overgedragen en buiten Luxemburg beschikbaar zijn.
Persoonsgegevens worden alleen bewaard tot het doel van de verwerking van de gegevens bereikt is, waarbij echter steeds rekening moet worden gehouden met de geldende wettelijke minimale bewaartermijnen.
Bijlage Beleggingsdoelstellingen en beleggingsstrategie
Het beleggingsbeleid van het fonds is er hoofdzakelijk op gericht een redelijke waardeontwikkeling in EUR te realiseren, rekening houdend met de criteria van duurzaamheid, waardestabiliteit, behoud van het kapitaal en liquiditeit van het fondsvermogen. De prestaties van de betrokken aandelenklasse van het fonds worden in de respectieve "essentiële beleggersinformatie" vermeld. Het fonds wordt actief beheerd. De portefeuille wordt samengesteld door de fondsmanager op basis van de criteria die zijn vastgelegd in het beleggingsbeleid en de beleggingsdoelstellingen. De samenstelling wordt regelmatig gecontroleerd en indien nodig aangepast. Het fonds wordt niet op basis van een index beheerd.
De fondsmanager weegt, in lijn met de ESG-strategie van het fonds, ESG-criteria mee in beleggingsbeslissingen, waarbij met name duurzaamheidsrisico's een belangrijke rol spelen.
ETHENEA Independent Investors S.A. (beheersmaatschappij en fondsmanager voor het fonds) heeft de beginselen voor verantwoord beleggen van de Verenigde Naties (de United Nations-supported Principles for Responsible Investment, of "UN PRI") ondertekend.
Het beleggingsuniversum bestaat uit aandelen en obligaties van bedrijven van over de hele wereld die na een systematisch selectieproces zijn overgebleven. In dit selectieproces is er bovendien een belangrijke rol weggelegd voor interne ESG-analyses en externe ESG-research. Het fonds belegt alleen in bedrijven die op goede corporate governance aansturen en niet door de algemene uitsluitingscriteria buiten het beleggingsuniversum vallen.
Daarnaast maakt het fondsmanagement van de beheersmaatschappij gebruik van externe research van een of meer ratingbureaus die duurzaamheidsratings toekennen. Hun bevindingen zijn een van de belangrijke pijlers in de besluitvorming van de fondsmanager.
Als er wordt beoordeeld of bepaalde beleggingen binnen het beleggingsbeleid van het fonds passen, worden er naast traditionele parameters voor de risico- en rendementsverwachtingen ook de verschillende ESG-criteria meegenomen.
Nadere informatie over het beleid inzake verantwoord beleggen van de beheersmaatschappij en een overzicht van de betrokken ratingbureaus voor duurzaamheid vindt u op xxx.xxxxxxx.xxx onder "OVER ETHENEA".
De fondsmanager heeft momenteel geen negatieve gevolgen van beleggingsbeslissingen op de duurzaamheid van het fonds geconstateerd. Op dit moment zijn er op de markt niet voldoende gegevens beschikbaar om te beoordelen in hoeverre er een negatieve impact op duurzaamheid is. Uiterlijk op 30 december 2022 zal de fondsmanager informatie publiceren over de manier waarop de negatieve impact van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren in het beleggingsbeleid wordt meegenomen.
We wijzen erop dat het niet de doelstelling van het fonds is om duurzaam te beleggen en de posities van het fonds hoeven niet per se te voldoen aan de Europese criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten conform Verordening (EU) 2019/2088 en Verordening (EU) 2020/852.
In beginsel geldt dat eerder behaalde performances geen garantie bieden voor een toekomstig rendement. Er kan geen garantie worden gegeven dat de doelstellingen van het beleggingsbeleid worden gerealiseerd.
Beleggingsbeleid
Om deze beleggingsdoelstelling te realiseren, wordt het fondsvermogen overeenkomstig het beginsel van risicospreiding belegd, waarbij zowel aandelen als vast- en variabelrentende obligaties, schuldbrieven, converteerbare obligaties, optieobligaties waarvan de optiebewijzen op effecten betrekking hebben en certificaten worden verworven. Hiertoe behoren ook certificaten op edelmetalen en grondstoffen en hun indexen die de waardeontwikkeling van de betreffende onderliggende waarden 1:1 weergeven en waarbij de fysieke levering is uitgesloten. De posities in dergelijke certificaten mogen daarbij maximaal 20% van het nettofondsvermogen uitmaken. De aandelen, aandelenfondsen en aandelengerelateerde effecten in portefeuille mogen in totaal niet meer dan 49% van het nettovermogen van het fonds bedragen.
In overeenstemming met artikel 4, punt 2, onder d), van het beheersreglement mag het fondsvermogen tevens tot maximaal 49 % in effecten en geldmarktinstrumenten uit nieuwe emissies ("IPO's") worden belegd. Bovendien mag het fondsvermogen worden belegd in nieuwe emissies die zich in het voorstadium van IPO bevinden ("OTC-deelnemingen" of "pre-IPO's"). OTC-deelnemingen of pre-IPO’s vallen onder de beleggingsbeperkingen van artikel 4, punt 3 van het beheersreglement. Indien er op basis van de waarderingsregels uit artikel 6 van het beheersreglement geen te goeder trouw passend geachte waarderingen kunnen worden vastgesteld, worden OTC-deelnemingen, IPO's of pre-IPO's gewaardeerd tegen de instapkoers.
Het fonds mag niet meer dan 10% van het fondsvermogen in deelbewijzen en aandelen in icbe's of andere icb's ("doelfondsen") belegd hebben. Dat maakt het fonds geschikt als doelfonds. Met betrekking tot het voor het fonds verwerfbare deelfonds volgt geen beperking voor de toegelaten soorten verwerfbare doelfondsen.
Al naargelang de marktsituatie en in het belang van de aandeelhouders mag het fondsvermogen ook tot maximaal 100% worden belegd in termijndeposito's, geldmarktinstrumenten of liquide middelen, met inbegrip van zichtdeposito's.
De door het fonds verworven effecten worden voornamelijk uitgegeven door emittenten met vestiging in een OESO-lidstaat. Daarnaast kan het fonds in andere, wettelijk toegestane activa beleggen.
Het recht om de levering van vermogenswaarden te vragen (aankoopoptie), mag enkel worden toegekend aan een derde voor rekening van het fonds ("short call") wanneer de vermogenswaarden die het voorwerp van de aankoopoptie vormen op het ogenblik van de toekenning van de aankoopoptie en tijdens de stilstandperiode van de aankoopoptie, tot het fonds behoren. Deze regeling is van toepassing op aankoopopties met fysieke levering of aankoopopties met een kiesrecht en waarvan de fysieke levering niet is uitgesloten. Het recht om de afname van vermogenswaarden te vragen (verkoopoptie), mag enkel worden toegekend aan een derde voor rekening van het fonds ("short put") wanneer het dekkingstekort aan liquide middelen maximaal 5 % van de NAV bedraagt. Er is sprake van een dekkingstekort wanneer de som van de commitments van alle short put-opties niet is gedekt door rekeningen-courant en zichtrekeningen.
Beleggingen in Distressed Securities, CoCo-obligaties en effecten op onderpand van activa mogen in totaal maximaal 10 % van het vermogen van het fonds bedragen. Het gebruik van deze financiële instrumenten kan leiden tot verhoogde risico's die, samen met de werkwijze en andere risico's, nader uiteen worden gezet in het hoofdstuk "Risico-informatie" van het verkoopprospectus.
De beheersmaatschappij kan in het kader van de beleggingsrichtlijnen en beleggingsbeperkingen in overeenstemming met artikel 4 van het volgend verschenen beheersreglement gebruikmaken van
technieken en instrumenten die effecten, valuta's, financiële termijncontracten en andere financiële instrumenten tot onderwerp hebben. Daarnaast kunnen ook total return swaps worden ingezet. Daardoor kan het winst- en verliesprofiel van de onderliggende waarden kunstmatig worden nagebootst zonder dat in de betrokken onderliggende waarde wordt belegd. De opbrengst van deze total return swap richt zich voor de belegger naar de waardeontwikkeling van de basiswaarde met de opbrengsten daarvan (dividenden, coupons enz.) en de waardeontwikkeling van het ingezette afgeleide instrument.
Gedetailleerde informatie over de beleggingsplafonds is opgenomen in artikel 4 van het beheersreglement dat bij dit verkoopprospectus is gevoegd.
Risicoprofiel van het fonds Risicoprofiel – Gericht op groei
Het fonds is geschikt voor beleggers die gericht zijn op groei. Op grond van de samenstelling van het nettofondsvermogen bestaat er een hoog totaalrisico, dat ook hoge winstkansen met zich meebrengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, kredietwaardigheids- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Het fonds investeert overeenkomstig het beginsel van risicospreiding in verschillende vermogenswaarden.
Bij de selectie van de beleggingswaarden staat de verwachte waardeontwikkeling van de vermogensbestanddelen voorop. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat effecten behalve kansen op koerswinst en opbrengsten ook risico’s inhouden, aangezien de koersen tot onder de instapkoers kunnen dalen.
De waarde van aandelen/deelbewijzen in een fonds is afhankelijk van de koersschommelingen van de onderliggende effecten die datzelfde fonds in portefeuille heeft. De waarde van deze aandelen/deelbewijzen kan dan ook stijgen of dalen. Er kan daarom in beginsel geen garantie worden gegeven dat de doelstellingen van het beleggingsbeleid worden gerealiseerd.
De ervaring leert dat aandelen en effecten met een met aandelen vergelijkbaar karakter onderhevig zijn aan sterke koersschommelingen. Daarom bieden zij kans op aanzienlijke koerswinsten, maar daar staat het bijbehorende risico op verlies tegenover. Factoren die van invloed zijn op aandelenkoersen zijn vooral de winstontwikkeling van individuele bedrijven en sectoren, maar ook de macro-economische ontwikkelingen en politieke vooruitzichten die de verwachtingen op de effectenbeurzen en daarmee ook de koersvorming bepalen. Posities in small- en midcaps en in IPO's, OTC-deelnemingen of pre-IPO's zijn mogelijk aan forse koersschommelingen onderhevig. Bovendien kan grotere krapte op de markt (door matige omzetcijfers) gepaard gaan met grotere liquiditeitsrisico's, wat op zijn beurt betekent dat ingediende verkooporders mogelijk niet tijdig kunnen worden verwerkt.
Schommelingen in de koers van vastrentende effecten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de rentestanden op de kapitaalmarkten, die weer afhankelijk zijn van macro-economische factoren. Wanneer de rente op de kapitaalmarkt stijgt, kunnen de koersen van vastrentende effecten dalen, terwijl ze bij een dalende lange rente op de kapitaalmarkt juist een koersstijging kunnen laten zien. Koersveranderingen zijn verder nog afhankelijk van de looptijd respectievelijk de resterende looptijd van vastrentende effecten. Over het algemeen vertonen vastrentende effecten met een kortere looptijd minder koersrisico dan
vastrentende effecten met een langere looptijd. Als gevolg van de veelvuldiger optredende vervaldata van de effecten in portefeuille, dienen daarvoor in het algemeen wel lagere rendementen en hogere kosten voor herbelegging op de koop toe te worden genomen. Bij vastrentende effecten moet overigens ook het kredietwaardigheidsrisico, d.w.z. het risico op verlies als gevolg van insolvabiliteit van de uitgever (emittentenrisico) worden benadrukt.
De waarde van aandelen/deelbewijzen in een beleggingsfonds (doelfonds) kan fluctueren door beleidsingrepen in de wisselkoers, fiscale regelingen zoals bronbelasting, en andere economische of politieke omstandigheden of veranderingen in de landen waarin het doelfonds belegd is.
De belegging van het fondsvermogen in aandelen van doelfondsen gaat gepaard met het risico dat de inkoop van de aandelen onderworpen is aan beperkingen, hetgeen tot gevolg heeft dat dergelijke beleggingen in voorkomende gevallen minder liquide zijn dan andere vermogensbeleggingen.
Indien het betreffende doelfonds een deelfonds van een paraplufonds is, gaan aandelen in dat doelfonds met een extra risico gepaard als het paraplufonds de aansprakelijkheid van de deelfondsen ten aanzien van derden niet afgescheiden heeft.
Bij verkoop van zijn aandelen boekt de aandeelhouder pas winst wanneer de waardetoename daarvan hoger is dan de bij de aankoop betaalde emissiekosten, waarbij ook de inkoopprovisie in aanmerking dient te worden genomen. Wanneer de belegging slechts gedurende een korte periode wordt aangehouden, kunnen de emissiekosten tot gevolg hebben dat de waardeontwikkeling (performance) voor de belegger lager uitvalt of zelfs tot verlies leidt.
Indien de belegging van het betrokken fondsvermogen in een grondstoffenfonds als doelfonds geschiedt, kunnen daarmee kansen maar ook risico's gepaard gaan, als gevolg van de waardeveranderingen van deze beleggingen. Dergelijke risico’s kunnen er bijvoorbeeld, hoewel hiertoe niet beperkt, in bestaan dat grondstoffenprijzen onderhevig zijn aan cyclische schommelingen en bij prijsberekeningen in een vreemde valuta kunnen bovendien wisselkoersschommelingen optreden.
Optiebewijzen zijn beleggingsinstrumenten met een hefboomwerking die ervoor zorgen dat er met een relatief bescheiden inleg grote volumes kunnen worden aangekocht. Vanwege deze hefboomwerking zijn optiebewijzen beleggingsinstrumenten met een hogere volatiliteit. Indien de koersen van de onderliggende effecten stijgen of dalen, heeft dat een uitvergroot effect op de waarde van het betreffende optiebewijs.
Converteerbare obligaties en optieobligaties zijn vastrentende deelschuldbrieven waarbij de houder het schriftelijk vastgelegde recht heeft om de obligatie binnen een bepaalde termijn in een vastgelegde omwisselverhouding, eventueel met bijbetaling, in aandelen om te wisselen. Converteerbare obligaties en optieobligaties gaan dus gepaard met de typische risico's van aandelen én met de typische risico's van vastrentende effecten.
Ook bij zorgvuldige selectie van aan te kopen effecten mag het emittentenrisico niet worden uitgesloten. Wanneer een emittent failliet gaat, kan het fonds zijn aanspraak op kapitaal- en opbrengstbetalingen daaruit volledig verliezen.
Bij verkoop van zijn aandelen boekt de aandeelhouder pas winst wanneer de waardetoename daarvan hoger is dan de bij de aankoop betaalde emissiekosten, waarbij ook de inkoopprovisie in aanmerking
dient te worden genomen. Wanneer de belegging slechts gedurende een korte periode wordt aangehouden, kunnen de emissiekosten tot gevolg hebben dat de waardeontwikkeling (performance) voor de belegger lager uitvalt of zelfs tot verlies leidt.
Het vermogen van het fonds luidt in euro. Bij de belegging in vermogenswaarden die in een andere valuta luiden, is er sprake van valutakoerskansen en -risico’s. Het zogenaamde valutakoersrisico kan in het voordeel, maar ook in het nadeel van de belegger uitvallen.
Derivaten en andere technieken en instrumenten (zoals opties, futures, financiële termijntransacties) bieden aanzienlijke kansen, maar gaan ook gepaard met duidelijke risico's. Op basis van de hefboomwerking van deze producten kunnen met een relatief bescheiden inzet van kapitaal grote verplichtingen of zelfs verliezen ontstaan voor het fonds. De hoogte van het risico op verlies is meestal niet vooraf bekend en kan ook hoger uitvallen dan eventuele gestelde zekerheden. Het risico op verlies kan nog stijgen als de verplichtingen uit deze transacties in een andere valuta luiden dan de valuta van het fonds.
Xxxxxxxxx moeten zich bewust zijn van de eventuele risico's die gepaard kunnen gaan met een belegging in het fonds en zich laten adviseren door hun eigen beleggingsadviseur. Het advies aan beleggers luidt voorts om bij hun beleggingsadviseur regelmatig informatie op te vragen over de ontwikkeling van het fonds.
Absolute VaR-methode
De absolute VaR-methode wordt toegepast om het totale aan de beleggingsposities van de icbe gekoppelde risico te bewaken en te meten.
De verwachte mate van hefboomwerking
Onder hefboomwerking moet iedere methode worden verstaan waarmee het niveau van de beleggingen van een fonds kan worden verhoogd. Dit kan met name door de aankoop van derivaten worden bereikt. Nadere inlichtingen over derivaten vindt u in het hoofdstuk "Informatie over derivaten en andere technieken en instrumenten" van het verkoopprospectus. De verwachte mate van hefboomwerking wordt aan de hand van de nominale-waardemethode vastgesteld. Bij deze methode worden uitsluitend derivaten in aanmerking genomen en de som van de nominale waarden van alle derivaten vastgesteld. Hierbij is het niet toegestaan om derivatentransacties of effectenposities met elkaar te verrekenen. De verwachte mate van hefboomwerking maakt geen onderscheid tussen de verschillende doeleinden van het gebruik van derivaten. Ook derivaten die ter afdekking worden gebruikt, verhogen de hefboomwerking. Uit de informatie met betrekking tot de verwachte hefboomwerking worden geen conclusies over het daadwerkelijke risicogehalte van het fonds getrokken.
De verwachte mate van hefboomwerking is op 500% van het fondsvolume geraamd. Het gebruik van derivaten is gepland om de eerder genoemde beleggingsdoelstellingen te behalen en om beleggings- en afdekkingsdoelstellingen te bereiken. Afhankelijk van de desbetreffende inschatting van de marktsituatie kan het gebruik van derivaten sterk variëren.
Er wordt op gewezen dat binnen de wettelijke grenzen hogere of lagere hefboomwerkingen mogelijk zijn.
Verder kan het fonds derivaten gebruiken waarvan de volatiliteit in vergelijking met andere aandelenklassen veeleer gering is, en die naargelang het gebruik hogere contractsommen vereisen om op fondsniveau een significante werking te realiseren.
Aandelenklassen: | Aandelenklasse A | Aandelenklasse T |
Effectennummer | 764930 | A0X8U6 |
ISIN | LU0136412771 | LU0431139764 |
Datum van eerste emissie/ datum van overdracht | Met ingang van 1 januari 2011 is het fonds aan de nieuwe beheersmaatschappij ETHENEA Independent Investors S.A. overgedragen. | |
Uitgifteprijs op de datum van overdracht (exclusief emissiekosten) | Netto intrinsieke waarde | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | |
Valuta van de aandelenklasse | euro | euro |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar. | |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend door het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden: | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Historische ontwikkeling van de aandelenkoersen van Ethna-AKTIV -T- *
Aandelenkoers in EUR
* de koersen van vóór de introductie zijn afkomstig van de dividenduitkerende tranche -A- van het fonds; Dividenduitkeringen zijn hier aan de hand van de BVI-methode in de koersen meegenomen.
Bron: Ethenea
Aandelenkoers tranche -T- vanaf 16/07/2009 (introductie) Aandelenkoers (BVI) tranche -A- tot 15/07/2009
In beginsel geldt dat eerder behaalde performances geen garantie bieden voor een toekomstig rendement.
Aandelenklasse: | Aandelenklasse R-A | Aandelenklasse R-T |
Effectennummer | A1CV36 | A1CVQR |
ISIN | LU0564177706 | LU0564184074 |
Datum initiële emissie | 27 november 2012 | 24 april 2012 |
Eerste emissiekoers (exclusief emissiekosten) | 100,- euro | 100,- euro |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | |
Valuta van de aandelenklasse | euro | euro |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden: | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering, vast 3 % | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
De aandelenklasse R-A en de aandelenklasse R-T zijn uitsluitend bedoeld voor verkoop in Italië, Frankrijk en Spanje.
Aandelenklasse: | Aandelenklasse CHF-A | Aandelenklasse CHF-T |
Effectennummer | A1JEEK | A1JEEL |
ISIN | LU0666480289 | LU0666484190 |
Datum initiële emissie | 3 oktober 2012 | 28 september 2011 |
Eerste emissiekoers (exclusief emissiekosten) | 100,- CHF | 100,- CHF |
Betaling van de initiële uitgifteprijs: | 5 oktober 2012 | 30 september 2011 |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | |
Valuta van de aandelenklasse | CHF | CHF |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar | |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Aandelenklasse: | Aandelenklasse SIA-A | Aandelenklasse SIA-T |
Effectennummer | A1J5U4 | A1J5U5 |
ISIN | LU0841179350 | LU0841179863 |
Datum initiële emissie | 30 oktober 2012 | 30 oktober 2012 |
Eerste emissiekoers (exclusief emissiekosten) | 500,- EURO | 500,- euro |
Betaling van de initiële uitgifteprijs | 2 november 2012 | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | euro |
Valuta van de aandelenklasse | euro | euro |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | 30 juni 31 december |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Bijzondere uitvoeringen voor de aandelenklassen SIA-T en SIA-A
De beheersmaatschappij heeft besloten dat de uitgegeven aandelen van de aandelenklassen SIA-T en SIA- A voorbehouden zijn aan bepaalde financiële tussenpersonen. Het betreft hier financiële tussenpersonen die uitsluitend door hun klanten worden vergoed of een afzonderlijke overeenkomst voor advies tegen betaling hebben gesloten met hun klanten, of die onafhankelijk beleggingsadvies of discretionair portefeuillebeheer aanbieden. De beheersmaatschappij kan naar eigen goeddunken beslissen inschrijvingen pas te aanvaarden wanneer de belegger zijn hoedanigheid als geschikte belegger heeft aangetoond.
Aandelenklasse: | Aandelenklasse SIA CHF- A | Aandelenklasse SIA CHF- T |
Effectennummer | A1W66A | A1W66B |
ISIN | LU0985093052 | LU0985093136 |
Datum initiële emissie | 2 december 2013 | 2 december 2013 |
Eerste emissiekoers (exclusief emissiekosten) | 500,- CHF | 500,- CHF |
Betaling van de initiële uitgifteprijs | 4 december 2013 | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | euro |
Valuta van de aandelenklasse | CHF | CHF |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar | |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | 30 juni 31 december |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Bijzondere uitvoeringen voor de aandelenklassen SIA CHF-A en SIA CHF-T
De beheersmaatschappij heeft besloten dat de uitgegeven aandelen van de aandelenklassen SIA CHF-A en SIA CHF-T voorbehouden zijn aan bepaalde financiële tussenpersonen. Het betreft hier financiële tussenpersonen die uitsluitend door hun klanten worden vergoed of een afzonderlijke overeenkomst voor advies tegen betaling hebben gesloten met hun klanten, of die onafhankelijk beleggingsadvies of discretionair portefeuillebeheer aanbieden. De beheersmaatschappij kan naar eigen goeddunken beslissen inschrijvingen pas te aanvaarden wanneer de belegger zijn hoedanigheid als geschikte belegger heeft aangetoond.
Aandelenklasse: | Aandelenklasse USD-A | Aandelenklasse USD-T |
Effectennummer | A1W66C | A1W66D |
ISIN | LU0985093219 | LU0985094027 |
Datum initiële emissie | 2 december 2013 | 2 december 2013 |
Initiële uitgifteprijs (exclusief emissiekosten): | 100,- USD | 100,- USD |
Betaling van de initiële uitgifteprijs | 4 december 2013 | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | euro |
Valuta van de aandelenklasse | USD | USD |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar | |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | 30 juni 31 december |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Minimale eerste inleg: | geen | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Aandelenklasse: | Aandelenklasse SIA USD- A | Aandelenklasse SIA USD- T |
Effectennummer | A1W66E | A1W66F |
ISIN | LU0985094290 | LU0985094373 |
Datum initiële emissie | 2 december 2013 | 2 december 2013 |
Eerste emissiekoers (exclusief emissiekosten) | 500,- USD | 500,- USD |
Betaling van de initiële uitgifteprijs | 4 december 2013 | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | euro |
Valuta van de aandelenklasse | USD | USD |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar | |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | 30 juni 31 december |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Bijzondere uitvoeringen voor de aandelenklassen SIA USD-A en SIA USD-T
De beheersmaatschappij heeft besloten dat de uitgegeven aandelen van de aandelenklassen SIA USD-A en SIA USD-T voorbehouden zijn aan bepaalde financiële tussenpersonen. Het betreft hier financiële tussenpersonen die uitsluitend door hun klanten worden vergoed of een afzonderlijke overeenkomst voor advies tegen betaling hebben gesloten met hun klanten, of die onafhankelijk beleggingsadvies of discretionair portefeuillebeheer aanbieden. De beheersmaatschappij kan naar eigen goeddunken beslissen inschrijvingen pas te aanvaarden wanneer de belegger zijn hoedanigheid als geschikte belegger heeft aangetoond.
Het fonds is opgericht voor onbepaalde tijd.
Bijzonderheden voor de aandelenklassen XXX-X, XXX-X, XXX XXX-X, XXX XXX-X, XXX-X, XXX-X, XXX XXX-X, XXX USD-T
De voornoemde aandelenklassen worden afgedekt tegen valutaschommelingen ten aanzien van de fondsvaluta.
De uitvoering van de afdekking gaat gepaard met inefficiënties. Om deze reden kan niet worden gewaarborgd dat de valutaschommelingen steeds volledig kunnen worden verminderd door de afdekking.
Informatie over eventuele daarmee gepaard gaande risico's staat in het hoofdstuk "Risico-informatie" van het verkoopprospectus.
Kosten die uit het fondsvermogen worden vergoed:
1. Beheersvergoeding
Voor het beheer van het fonds ontvangt de beheersmaatschappij uit het fondsvermogen een vergoeding van maximaal 1,70 % per jaar voor de aandelenklassen A en T, CHF-A en CHF-T, USD-A en USD-T, maximaal 1,10 % per jaar voor de aandelenklassen SIA-A en SIA-T, SIA CHF-A en SIA CHF-T, SIA USD-A en SIA USD-T en maximaal 2,10 % per jaar telkens voor de aandelenklassen R-A en R-T van het nettofondsvermogen.
Met de vergoeding worden de prestaties van de beheersmaatschappij, het centraal beheerskantoor en de bewaarder vereffend.
Deze vergoedingen worden maandelijks na het einde van de maand pro rata berekend op basis van het gemiddelde nettovermogen van het fonds gedurende een maand en uitbetaald.
Naast deze vaste vergoeding ontvangt de beheersmaatschappij een van haar prestaties afhankelijke vergoeding ("performance-fee") van 20 % over de performance boven de 5 % ("Hurdle-rate"), die aan het eind van het boekjaar uit het fonds kan worden genomen ten laste van de desbetreffende aandelenklasse. De bijbehorende waardestijging wordt berekend op grond van de zogenaamde nettokapitaaltoenamemethode, d.w.z. de berekening voor het fonds geschiedt op basis van de aan het eind van het voorafgaande boekjaar geldende netto intrinsieke waarde per aandeel, waarop voor het laatst nog een winstdeling is uitgekeerd. In het jaar waarin de aandelen voor het eerst zijn uitgegeven, geschiedt de berekening op basis van de initiële uitgifteprijs.
Indien de netto intrinsieke waarde aan het einde van het afgesloten boekjaar een waardestijging ten opzichte van de netto intrinsieke waarde aan het einde van het voorafgaande boekjaar laat zien maar de Hurdle-rate niet is overschreden, is deze laatste netto intrinsieke waarde van het afgelopen boekjaar de High-Watermark voor het volgende boekjaar.
Indien in een boekjaar nettowaardedalingen moeten worden aangetoond, moeten deze met het oog op de berekening van de performance-fee van de daaropvolgende boekjaren worden gerapporteerd en vervolgens dient hiermee rekening te worden gehouden, in die zin dat er geen performance-fee wordt uitgekeerd zolang de aandeelwaarde onder het niveau ligt dat voor het laatst aanleiding heeft gegeven tot de uitkering van een performance-fee.
Deze vergoedingen zijn te vermeerderen met een eventuele belasting op de toegevoegde waarde.
2. Vergoeding voor het registratie- en transferkantoor
Het registratie- en transferkantoor ontvangt voor een nettodeelfondsvermogen van 20 miljoen euro een vergoeding ten bedrage van maximaal 0,0075% van het nettodeelfondsvermogen. Deze vergoeding wordt maandelijks aan het einde van de maand pro rata berekend op basis van het volume aan het einde van de maand en uitbetaald.
3. Andere kosten
Daarnaast kan het fondsvermogen worden belast met de kosten die worden vermeld in artikel 11 van het beheersreglement.
Kosten ten laste van de beleggers
Aandelenklasse | Aandelenklas se A | Aandelenklas se T | Aandelenklas se R-A | Aandelenklas se R-T |
Emissiekosten: (ten gunste van de betrokken tussenpersoon) | maximaal 3 % | maximaal 3 % | maximaal 1% | maximaal 1% |
Inkoopprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Omwisselprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Aandelenklasse | Aandelenklas se CHF-A | Aandelenklas se CHF-T | Aandelenklas se SIA-A | Aandelenklas se SIA-T |
Emissiekosten: (ten gunste van de betrokken tussenpersoon) | maximaal 3 % | maximaal 3% | maximaal 3% | maximaal 3% |
Inkoopprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Omwisselprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Aandelenklasse | Aandelenklas se SIA CHF-A | Aandelenklas se SIA CHF- T | Aandelenklas se USD-A | Aandelenklas se USD-T |
Emissiekosten: (ten gunste van de betrokken tussenpersoon) | maximaal 3 % | maximaal 3% | maximaal 3% | maximaal 3% |
Inkoopprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Omwisselprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Aandelenklasse | Aandelenklasse SIA USD-A | Aandelenklasse SIA USD- T |
Emissiekosten: (ten gunste van de betrokken tussenpersoon) | maximaal 3 % | maximaal 3% |
Inkoopprovisie: | n.v.t. | n.v.t. |
Omwisselprovisie: | n.v.t. | n.v.t. |
Informatie over het kostenoverzicht
Als de belegger bij de aankoop van aandelen advies van derden inwint, of als deze bij de aankoop bemiddelen, leveren zij de belegger indien nodig bewijs van de kosten of kostenratio's, die niet overeenstemmen met de kostengegevens in dit verkoopprospectus en in de essentiële beleggersinformatie. Reden hiervoor kan met name zijn dat de derde de kosten van zijn eigen activiteiten (bijv. bemiddeling, advies of het beheren van het depot) in aanmerking neemt. Daarnaast neemt hij indien nodig ook eenmalige kosten zoals uitgiftetoeslagen en gebruikt doorgaans andere berekeningsmethodes of ook ramingen voor de kosten die op fondsniveau ontstaan, die met name de transactiekosten van het fonds omvatten.
Afwijkingen in het kostenoverzicht kunnen zich zowel voordoen bij informatie vóór het sluiten van een overeenkomst als de periodieke informatieverstrekking over de bestaande beleggingen in fondsen in het kader van een duurzame klantenrelatie.
aanwending van de opbrengsten
De opbrengsten van de aandelenklasse T, de aandelenklasse R-T, de aandelenklasse CHF-T, de aandelenklasse SIA-T, de aandelenklasse SIA CHF-T, de aandelenklasse USD-T en de aandelenklasse SIA USD-T worden herbelegd. De opbrengsten van de aandelenklasse A, de aandelenklasse R-A, de aandelenklasse CHF-A, de aandelenklasse SIA-A, de aandelenklasse SIA CHF-A, de aandelenklasse USD-A en de aandelenklasse SIA USD-A worden uitgekeerd. De beheersmaatschappij legt het tijdstip en de omvang van de uitkering vast in van tijd tot tijd bepaalde tussenpozen. Eigenaars van aandelen op naam worden in het aandelenregister vermeld met het aantal aandelen in het fonds dat overeenstemt met het bedrag van de uitkering. Op uitdrukkelijk verzoek worden uitkeringen ook overgeschreven op de rekening die de belegger opgeeft. Indien de uitgifteprijs oorspronkelijk automatisch van een rekening is afgeschreven, wordt de uitkering op diezelfde rekening betaald.
Aandelenklasse R-A
Ongeacht de opbrengsten en de waardeontwikkeling wordt telkens 3% (vast percentage) van de netto intrinsieke waarde van het boekjaareinde van de aandelenklasse R-A uitgekeerd, op voorwaarde dat het nettofondsvermogen in totaal op basis van de uitkering niet onder de minimumgrens van 1.250.000,- euro daalt. De vaste uitkering gebeurde voor het eerst voor het boekjaar 2014 in het jaar 2015.
Beheersreglement
De contractuele rechten en plichten van de beheersmaatschappij, de bewaarder en de belegger in verband met het beleggingsfonds worden bepaald in het volgende beheersreglement. Het beheersreglement is voor het eerst in werking getreden op 28 januari 2002 en is op 2 maart 2002 gepubliceerd in "Mémorial, Recueil des Sociétés et Associations", het staatsblad van het Groothertogdom Luxemburg ("Mémorial"). Het Mémorial werd op 1 juni 2016 door het nieuwe informatieplatform Recueil électronique des sociétés et associations ("RESA") van het Handels- en vennootschapsregister in Luxemburg vervangen.
Het beheersreglement werd op 1 januari 2020 het laatst gewijzigd en op het RESA gepubliceerd.
Artikel 1 – Het fonds
1. Het fonds Ethna-AKTIV ("fonds") is een juridisch onzelfstandig beleggingsfonds (fonds commun de placement) dat belegt in effecten en andere vermogenswaarden ("fondsvermogen"), dat voor de gemeenschappelijke rekening van de aandeelhouders ("beleggers") en met inachtneming van het beginsel van risicospreiding wordt beheerd. De beleggers participeren in het fonds naargelang van de hoogte van hun aandelenbezit.
2. De contractuele rechten en plichten van de beleggers, de beheersmaatschappij en de bewaarder worden in dit beheersreglement vastgesteld. De geldige versie van dit beheersreglement wordt neergelegd bij het Handels- en vennootschappenregister in Luxemburg en wordt gepubliceerd in het RESA. Met de aankoop van aandelen aanvaardt de belegger dit verkoopprospectus alsook alle goedgekeurde en gepubliceerde wijzigingen daarvan.
3. De beheersmaatschappij stelt bovendien een verkoopprospectus (met bijlage) op conform de voorschriften van het Groothertogdom Luxemburg.
4. Het nettofondsvermogen (d.w.z. de som van alle vermogenswaarden na aftrek van alle verplichtingen van het fonds) moet binnen zes maanden na de goedkeuring van het fonds
1.250.000 euro bedragen.
5. Het fonds geldt als een zelfstandig beleggingsfonds. Tegenover derden staan de vermogenswaarden van het fonds uitsluitend borg voor verbintenissen die door het fonds zijn aangegaan.
6. De aandeelwaarde wordt voor elke aandelenklasse afzonderlijk berekend op grond van de regels die zijn vastgesteld in artikel 6 van dit beheersreglement.
Artikel 2 – Die Verwaltungsgesellschaft
1. De beheersmaatschappij van het fonds is ETHENEA Independent Investors S.A. ("beheersmaatschappij"), een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht waarvan de zetel gelegen is te 00, xxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxx. Zij is op 10 september 2010 voor onbepaalde tijd opgericht.
2. De beheersmaatschappij wordt vertegenwoordigd door haar raad van bestuur. De raad van bestuur kan een of meer van zijn leden en/of functionarissen van de beheersmaatschappij belasten met de dagelijkse bedrijfsvoering en hij kan andere personen belasten met de uitvoering van beheersfuncties en/of het dagelijkse beleggingsbeleid.
3. De beheersmaatschappij beheert het fonds in eigen naam, onafhankelijk van de bewaarder, doch uitsluitend in het belang en voor de gemeenschappelijke rekening van de beleggers in overeenstemming met dit beheersreglement. De beheersbevoegdheid omvat de uitoefening van alle rechten die rechtstreeks of middellijk met de vermogenswaarden van het fonds samenhangen.
4. De beheersmaatschappij stelt het beleggingsbeleid van het fonds vast, rekening houdend met de wettelijke en contractuele beleggingsbeperkingen. De beheersmaatschappij heeft het recht om, in overeenstemming met de bepalingen die in dit beheersreglement en in de voor het fonds opgestelde bijlage bij het verkoopprospectus zijn vermeld, het fondsvermogen te beleggen en verder alle handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het fondsvermogen.
5. De beheersmaatschappij is verplicht te werk te gaan volgens een procedure van risicobeheer waardoor zij in staat is het risico dat met de beleggingsposities samenhangt en haar aandeel in het totale risicoprofiel van de beleggingsportefeuille te allen tijde te bewaken en te meten. Zij moet voorts een werkwijze hanteren die het mogelijk maakt een nauwkeurige en onafhankelijke waardering van OTC-derivaten uit te voeren. Zij moet de Luxemburgse toezichthoudende instantie regelmatig en conform de procedure die door de toezichthoudende instantie voor het fonds bepaald is, op de hoogte brengen van de soorten derivaten in de portefeuille, de aan de betrokken onderliggende waarden gekoppelde risico's, de beleggingsgrenzen en de methoden die zij heeft gehanteerd voor de meting van de risico's die samenhangen met haar transacties in derivaten.
6. De beheersmaatschappij kan op eigen verantwoordelijkheid en controle ten laste van het fondsvermogen een beleggingsadviseur en/of fondsmanager inschakelen.
Het fondsmanagement mag uitsluitend worden overgedragen aan een onderneming die een vergunning of toelating voor vermogensbeheer bezit. De overdracht van het fondsbeheer vindt plaats na een positieve "due diligence-test" van de beheersmaatschappij en de goedkeuring van de CSSF.
De beheersmaatschappij kan zich bovendien laten adviseren door een beleggingscommissie van een samenstelling die door de beheersmaatschappij wordt bepaald.
7. Om zijn taken uit te voeren kan de eventuele beleggingsadviseur en/of fondsmanager met de voorafgaande toestemming van de beheersmaatschappij op eigen kosten en op eigen verantwoordelijkheid derden inschakelen die natuurlijke of rechtspersonen zijn.
Artikel 3 – De bewaarder
1. De beheersmaatschappij heeft DZ PRIVATBANK S.A aangesteld als enige bewaarder voor het fonds. De benoeming van de bewaarder is schriftelijk vastgelegd in de bewaardersovereenkomst. DZ PRIVATBANK S.A. is een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht waarvan de zetel gelegen is te 4, rue Xxxxxx Xxxxxx, L-1445 Strassen, Luxemburg, en die banktransacties verricht. De rechten en plichten van de bewaarder zijn in overeenstemming met de Wet van 17 december
2010, de geldende regelgeving, de bewaardersovereenkomst, dit beheersreglement en het verkoopprospectus (met bijlage).
2. De bewaarder
a) zorgt ervoor dat verkoop, emissie, inkoop, uitbetaling en annulering van aandelen van het fonds volgens de geldende wettelijke voorschriften en volgens de in het beheersreglement vastgelegde procedures gebeuren;
b) zorgt ervoor dat de berekening van de aandeelwaarde van het fonds gebeurt volgens de geldende wettelijke voorschriften en volgens de in het beheersreglement vastgelegde procedures;
c) leeft de instructies van de beheersmaatschappij na, tenzij deze in strijd zijn met de geldende wettelijke voorschriften of het beheersreglement;
d) zorgt ervoor dat, bij transacties met vermogenswaarden van het fonds, de tegenwaarde binnen de gebruikelijke termijnen aan het fonds wordt overgeschreven;
e) zorgt ervoor dat de opbrengsten van het fonds worden gebruikt volgens de geldende wettelijke voorschriften en volgens het beheersreglement.
3. De bewaarder zorgt ervoor dat de cashflows van het fonds correct worden gecontroleerd en garandeert met name dat alle bij de inschrijving op aandelen van het fonds door beleggers of in naam van beleggers verrichte betalingen zijn ontvangen en dat alle gelden van het fonds op rekeningen worden geboekt, die:
a) worden geopend op naam van het fonds, op naam van de beheersmaatschappij die voor het fonds optreedt of op naam van de bewaarder die voor het fonds optreedt;
b) worden geopend bij een instantie genoemd in artikel 18, lid 1, letters a, b en c van Richtlijn 2006/73/EG van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn ("Richtlijn 2006/73/EG") en
c) volgens de in artikel 16 van Xxxxxxxxx 2006/73/EG vastgelegde principes worden beheerd.
Worden de rekeningen geopend op naam van de voor het fonds handelende bewaarder, zullen op zulke rekeningen noch gelden van de in punt 3, letter b) genoemde instantie noch gelden van de bewaarder zelf worden geboekt.
4. Het fondsvermogen wordt als volgt in bewaring gegeven bij de bewaarder:
a) Voor financiële instrumenten die in bewaring kunnen worden gegeven, geldt het volgende:
i. de bewaarder bewaart alle financiële instrumenten die in bewaring op een rekening voor financiële instrumenten kunnen worden geboekt en alle financiële instrumenten die fysiek aan de bewaarder kunnen worden overgedragen;
ii. de bewaarder zorgt ervoor dat financiële instrumenten die in bewaring op een rekening voor financiële instrumenten kunnen worden geboekt, volgens de in artikel 16 van Richtlijn 2006/73/EG vastgelegde principes in de boeken van de bewaarder worden geregistreerd op afzonderlijke rekeningen, die op naam van het fonds of de voor het fonds handelende beheersmaatschappij zijn geopend, zodat de financiële instrumenten te allen tijde onmiskenbaar kunnen worden geïdentificeerd als instrumenten die volgens het geldende recht eigendom van het fonds zijn.
b) Voor andere vermogenswaarden geldt dat:
i. de bewaarder controleert of het fonds, of de voor het fonds handelende beheersmaatschappij, eigenaar van de desbetreffende vermogenswaarden is, door op basis van de door het fonds of de beheersmaatschappij voorgelegde informatie of documenten en, indien beschikbaar, aan de hand van externe bewijzen, vast te stellen of het fonds of de voor het fonds handelende beheersmaatschappij eigenaar is;
ii. de bewaarder registreert de vermogenswaarden waarvan hij zich heeft vergewist dat het fonds of de voor het fonds handelende beheersmaatschappij eigenaar is en werkt de geregistreerde gegevens steeds bij met de recentste gegevens.
5. De bewaarder bezorgt de beheersmaatschappij regelmatig een uitgebreide lijst van alle vermogenswaarden van het fonds.
6. De door de bewaarder in bewaring genomen vermogenswaarden worden door de bewaarder, of een derde aan wie de bewaarfunctie is overgedragen, niet voor eigen rekening hergebruikt. Als hergebruik geldt iedere transactie van in bewaring gegeven vermogenswaarden, waaronder overdracht, verpanding, verkoop en lening.
De door de bewaarder in bewaring genomen vermogenswaarden mogen enkel worden hergebruikt, indien:
a) het hergebruik van de vermogenswaarden voor rekening van het fonds gebeurt,
b) de bewaarder gevolg geeft aan de instructies van de in naam van het fonds handelende beheersmaatschappij,
c) het hergebruik het fonds ten goede komt en in het belang van de aandeelhouders is en
d) de transactie gedekt is door liquide onderpanden van hoge kwaliteit, die het fonds heeft verworven volgens een overeenkomst inzake de volledige overdracht van de eigendom.
De verkoopwaarde van het onderpand moet te allen tijde minstens even hoog zijn als de verkoopwaarde van de hergebruikte vermogenswaarden vermeerderd met een toeslag.
7. In geval van insolventie van de bewaarder aan wie de bewaring van vermogenswaarden van het fonds is overgedragen, worden de in bewaring gegeven vermogenswaarden van het fonds niet aan de schuldeisers van deze bewaarder uitgekeerd of ten gunste van de schuldeisers gebruikt.
8. De bewaarder kan de bewaringstaken van voornoemd punt 4 met inachtneming van de wettelijke voorwaarden overdragen aan een andere onderneming (onderbewaarder). De onderbewaarders kunnen de hen opgedragen bewaringstaken met inachtneming van de wettelijke voorwaarden opnieuw overdragen. De onder de voornoemde punten 2 en 3 beschreven taken mag de bewaarder evenwel niet aan derden overgedragen.
9. Bij de waarneming van zijn taken handelt de bewaarder eerlijk, redelijk, professioneel, onafhankelijk en uitsluitend in het belang van het fonds en zijn beleggers.
10. De taken van de beheersmaatschappij en de bewaarder mogen niet door eenzelfde maatschappij worden waargenomen.
11. De bewaarder mag geen taken met betrekking tot het fonds of de voor het fonds actieve beheersmaatschappij waarnemen die belangenconflicten tussen het fonds, de beleggers van het fonds, de beheersmaatschappij en de gemachtigde van de bewaarder en zichzelf zouden kunnen scheppen. Dat geldt niet, wanneer een functionele en hiërarchische scheiding van de uitvoering van de taken als bewaarder van de potentieel strijdige taken is doorgevoerd en de potentiële belangenconflicten reglementair worden bepaald, geregeld, waargenomen en aan de beleggers van het fonds worden meegedeeld.
12. De bewaarder is aansprakelijk tegenover het fonds en zijn aandeelhouders voor het verlies door de bewaarder of een derde waaraan de bewaring van in bewaring gegeven financiële instrumenten is overgedragen.
Bij verlies van een in bewaring gegeven financieel instrument geeft de bewaarder het fonds of de voor het fonds handelende beheersmaatschappij onmiddellijk een gelijkaardig financieel instrument terug of betaalt een dienovereenkomstig bedrag terug. De bewaarder is volgens de Wet van 17 december 2010 en volgens de geldende regelgeving niet aansprakelijk, wanneer hij kan aantonen dat het verlies te wijten is aan externe gebeurtenissen die redelijkerwijs niet controleerbaar zijn en waarvan de gevolgen ondanks alle gepaste inspanningen niet hadden kunnen worden vermeden.
De bewaarder is ook aansprakelijk tegenover het fonds en de beleggers van het fonds voor alle andere geleden verliezen als gevolg van niet-naleving van de wettelijke verplichtingen door nalatigheid of opzet van de bewaarder.
De aansprakelijkheid van de bewaarder wordt niet aangetast door een eventuele overdracht volgens voornoemd punt 8.
Beleggers van het fonds kunnen de aansprakelijkheid van de bewaarder direct of indirect via de beheersmaatschappij laten gelden, op voorwaarde dat dit noch tot een verdubbeling van de verhaalsrechten noch tot een ongelijke behandeling van de beleggers leidt.
Artikel 4 – Algemene bepalingen van het beleggingsbeleid
Het beleggingsbeleid van het fonds heeft tot doel een passende waardeontwikkeling te realiseren in de fondsvaluta. Het specifieke beleggingsbeleid van het fonds wordt beschreven in de bijlage bij het verkoopprospectus.
Voor het fonds mogen alleen die vermogenswaarden worden verworven en verkocht waarvan de prijs in overeenstemming is met de waarderingscriteria vermeld in artikel 6 van dit beheersreglement.
De onderstaande algemene beleggingsprincipes en beleggingsbeperkingen gelden voor dit fonds voor zover voor het fonds geen afwijkingen of aanvullingen zijn opgenomen in de bijlage bij het verkoopprospectus.
Het fondsvermogen wordt belegd met inachtneming van het beginsel van risicospreiding in de zin van de voorschriften van deel I van de Wet van 17 december 2010 en op grond van de verderop in dit artikel beschreven beleggingsstrategische beginselen en binnen de beleggingsbeperkingen.
1. Definities:
a) "gereglementeerde markt"
Een gereglementeerde markt is een markt voor financiële instrumenten zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder 21), van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU.
b) "Effecten" Effecten zijn:
• aandelen en andere effecten die gelijkwaardig zijn aan aandelen ("aandelen")
• schuldbrieven en andere geëffectiseerde schulden ("schuldtitels")
• alle andere voor verhandeling op de markt geschikte effecten die recht geven op het verwerven van effecten door aankoop of ruil.
Uitzonderingen zijn de technieken en instrumenten die worden vermeld in artikel 42 van de Wet van 17 december 2010.
c) „Geldmarktinstrumente“
"Geldmarktinstrumenten" zijn instrumenten die doorgaans op de geldmarkt worden verhandeld, die liquide zijn en waarvan de waarde altijd nauwkeurig kan worden bepaald.
d) „OGA“
Instellingen voor collectieve beleggingen.
e) „OGAW“
Instellingen voor collectieve beleggingen in effecten die zijn onderworpen aan Richtlijn 2009/65/EG.
Bij elke icbe die uit meerdere deelfondsen is samengesteld, wordt elk deelfonds voor de toepassing van de beleggingsgrenzen als een op zichzelf staande icbe beschouwd.
2. Er worden uitsluitend
a) effecten en geldmarktinstrumenten verworven die zijn toegelaten of verhandeld worden op een gereglementeerde markt in de zin van Richtlijn 2014/65/EU;
b) effecten en geldmarktinstrumenten verworven die worden verhandeld op een andere gereglementeerde markt in een lidstaat van de Europese Unie ("lidstaat") die erkend en voor het publiek opengesteld is en die op behoorlijke wijze functioneert;
c) effecten en geldmarktinstrumenten verworven die officieel zijn genoteerd aan een effectenbeurs in een land dat niet tot de Europese Unie behoort of die worden verhandeld op een andere gereglementeerde markt van een land dat niet tot de Europese Unie behoort, die erkend en voor het publiek opengesteld is en die op behoorlijke wijze functioneert,
d) effecten en geldmarktinstrumenten van nieuwe emissies verworven, mits de emissievoorwaarden de verplichting omvatten dat toelating wordt gevraagd tot officiële notering aan een effectenbeurs of op een andere gereglementeerde markt, die erkend en voor het publiek opengesteld is en die op behoorlijke wijze functioneert, en dat die toelating uiterlijk één jaar na de emissie wordt verkregen.
De in lid 2, onder c) en d), vermelde effecten en geldmarktinstrumenten worden officieel genoteerd of verhandeld in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Australië (met inbegrip van Oceanië), Afrika, Azië en/of Europa.
e) aandelen in instellingen voor collectieve belegging in effecten ("icbe's") verworven die in overeenstemming met Richtlijn 2009/65/EG zijn toegestaan en/of van andere instellingen voor collectieve belegging ("icb's") in de zin van artikel 1, tweede lid, onder a) en b), van Richtlijn 2009/65/EG, of deze al dan niet zijn gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie, op voorwaarde dat
• deze icb's zijn toegelaten op grond van wettelijke voorschriften die hen onder een vorm van toezicht stellen die naar het oordeel van de Luxemburgse toezichthoudende instantie gelijkwaardig is aan het toezicht dat door het Gemeenschapsrecht wordt vereist, en mits er voldoende garanties bestaan voor samenwerking tussen de desbetreffende overheden;
• het beschermingsniveau van de beleggers van deze icb's gelijkwaardig is aan het beschermingsniveau van beleggers van een icbe en met name op voorwaarde dat de voorschriften over de gesplitste bewaring van vermogenswaarden, de kredietopname,
de kredietgaranties en de baissetransacties in effecten en geldmarktinsturmenten gelijkwaardig zijn met de eisen van Richtlijn 2009/65/EG;
• over de activiteiten van de icb's verslag wordt uitgebracht in halfjaar- en jaarverslagen, waardoor de lezer zich een oordeel kan vormen over het vermogen en de verplichtingen, de opbrengsten en de transacties in de periode waarover het verslag in kwestie handelt;
• de icbe of andere icb, waarvan aandelen verworven zouden worden, op grond van haar contractuele bepalingen of statuten ten hoogste 10% van haar vermogen in aandelen van andere icbe's of icb's mag beleggen.
f) zichtdeposito's of opzegbare deposito's met een looptijd van hoogstens 12 maanden bij kredietinstellingen afgesloten indien de betrokken kredietinstelling gevestigd is in een lidstaat van de EU of, in het geval deze in een derde land gevestigd is, op voorwaarde dat de betrokken kredietinstelling zich houdt aan toezichtsbepalingen die naar het oordeel van de Luxemburgse toezichthoudende instantie gelijkwaardig zijn aan die van het recht van de Europese Unie.
g) afgeleide financiële instrumenten ("derivaten"), inclusief gelijkwaardige contant afgerekende instrumenten, verworven die worden verhandeld aan een onder a), b) of c) vermelde gereglementeerde markt, en/of afgeleide financiële instrumenten die niet aan een beurs worden verhandeld ("OTC-derivaten") op voorwaarde dat
• het bij de onderliggende waarden gaat om instrumenten in de betekenis van artikel 41, eerste lid, van de Wet van 17 december 2010 of om financiële indexen, rentetarieven, wisselkoersen of valuta's waarin het fonds mag beleggen conform de in dit beheersreglement vermelde beleggingsdoelstellingen;
• de tegenpartijen bij transacties in OTC-derivaten aan prudentieel toezicht onderworpen instellingen zijn en behoren tot de categorieën die door de CSSF zijn erkend;
• en op voorwaarde dat de OTC-derivaten dagelijks op een betrouwbare en controleerbare manier worden gewaardeerd en altijd op initiatief van het fonds tegen de gepaste dagwaarde verkocht, geliquideerd of door een transactie vereffend kunnen worden;
h) geldmarktinstrumenten verworven die niet op een gereglementeerde markt worden verhandeld en die vallen onder de definitie van artikel 1 van de Wet van 17 december 2010 op voorwaarde dat de emissie of de emittent van deze instrumenten zich reeds houdt aan voorschriften betreffende de bescherming van deposito's en beleggers en op voorwaarde dat zij
• worden uitgegeven of gewaarborgd door een centraal, regionaal of plaatselijk orgaan of door de centrale bank van een lidstaat, door de Europese Centrale Bank, de Europese Unie of de Europese Investeringsbank, een derde land of, in het geval van
een federale staat, een lidstaat van de federatie of door een internationale instelling met publiekrechtelijk karakter waartoe minstens één lidstaat behoort of
• worden uitgegeven door een onderneming waarvan de effecten worden verhandeld op de onder a), b) of c) van dit artikel vermelde gereglementeerde markten, of
• worden uitgegeven of gewaarborgd door een instelling die onderworpen is aan een officiële controle in overeenstemming met de criteria die zijn vastgelegd in het Gemeenschapsrecht of door een instelling die onderworpen is of zich houdt aan controlevoorwaarden die naar het oordeel van de Luxemburgse toezichthoudende instantie minstens even streng zijn als die van het Gemeenschapsrecht, of
• worden uitgegeven door andere emittenten die behoren tot een categorie die door de Luxemburgse toezichthoudende instantie is toegelaten, mits de beleggingen in deze instrumenten onderworpen zijn aan bepalingen ter bescherming van beleggers die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen van het eerste, tweede of derde gedachtestreepje en mits de emittent ofwel een onderneming is met een eigen vermogen van minimaal tien miljoen euro, die haar jaarrekening opstelt en bekendmaakt in overeenstemming met de voorschriften van Richtlijn 78/660/EEG, ofwel een rechtspersoon is die binnen een bedrijvengroep bestaande uit een of meer beursgenoteerde ondernemingen verantwoordelijk is voor de financiering van deze groep, ofwel een rechtspersoon is die verantwoordelijk is voor de financiering van de zekerstelling van de verbintenissen door middel van effecten door gebruikmaking van een kredietlijn die door een bank is verleend.
3. Waarbij echter maximaal 10 % van het nettofondsvermogen kan worden belegd in andere effecten en geldmarktinstrumenten dan degene die onder het tweede lid van dit artikel worden genoemd.
4. Technieken en instrumenten
a) Het betrokken nettofondsvermogen mag in het kader van de voorwaarden en beperkingen die door de Luxemburgse toezichthoudende instantie worden vastgesteld, gebruikmaken van de in het verkoopprospectus vermelde technieken en instrumenten op voorwaarde dat dit geschiedt met het oog op een efficiënt beheer van het fondsvermogen. Indien deze transacties betrekking hebben op het gebruik van derivaten, dan moeten de voorwaarden en grenzen in overeenstemming zijn met de bepalingen van de Wet van 17 december 2010.
Bovendien mag het fonds bij de aanwending van technieken en instrumenten niet afwijken van het in bijlage beschreven beleggingsbeleid.
b) De beheersmaatschappij moet overeenkomstig artikel 42, lid 1, van de Wet van 17 december 2010 te werk gaan volgens een procedure van risicobeheer waardoor zij in staat is het risico dat met de beleggingsposities samenhangt en haar aandeel in het totale risicoprofiel van de beleggingsportefeuille te allen tijde te bewaken en te meten. De beheersmaatschappij moet er bovendien voor zorgen dat het totale risico van het beheerde fonds dat samenhangt met derivaten niet hoger is dan de totale nettowaarde van de portefeuilles. Ze baseert zich met name bij de beoordeling van de kredietwaardigheid van de vermogenswaarden van het fonds niet uitsluitend en automatisch op ratings van
ratingbureaus zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, letter b van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus. De voor het fonds toegepaste procedure voor meting van het risico en eventueel specifiekere gegevens zijn vermeld in de voor het fonds geldende bijlage. Het fonds mag als onderdeel van zijn beleggingsbeleid en binnen de limieten van artikel 43, vijfde lid, van de Wet van 17 december 2010 beleggen in derivaten op voorwaarde dat het totale risico van de onderliggende waarden niet hoger is dan de beleggingsgrenzen van artikel 43 van de Wet van 17 december 2010. Wanneer het fonds belegt in op een index gebaseerde derivaten, dan worden deze beleggingen niet in aanmerking genomen bij de beleggingsgrenzen van artikel 43 van de Wet van 17 december 2010. Wanneer een derivaat is ingebed in een effect of een geldmarktinstrument, moet het met betrekking tot de inachtneming van de voorschriften van artikel 42 van de Wet van 17 december 2010 mee in aanmerking worden genomen.
De beheersmaatschappij kan passende regelingen treffen en met toestemming van de bewaarder verdere beleggingsbeperkingen aannemen die nodig zijn om te beantwoorden aan de bepalingen in de landen waar de aandelen moeten worden verhandeld.
5.Risicospreiding
a) Maximaal 10% van het nettofondsvermogen mag in effecten of geldmarktinstrumenten van dezelfde emittent worden belegd. Het fonds mag niet meer dan 20% van zijn vermogen bij dezelfde instelling beleggen.
Het debiteurenrisico bij transacties van het fonds met OTC-derivaten mag de volgende percentages niet overschrijden:
• 10% van het nettofondsvermogen wanneer de tegenpartij een kredietinstelling is in de zin van artikel 41, eerste lid, onder f), van de Wet van 17 december 2010 en
• 5% van het nettofondsvermogen in alle andere gevallen.
b) De totale waarde van de effecten en geldmarktinstrumenten van emittenten, in wier effecten en geldmarktinstrumenten de beheersmaatschappij meer dan 5% van het nettofondsvermogen heeft belegd, mag niet meer zijn dan 40% van het nettofondsvermogen. Deze limiet geldt niet voor deposito's en voor transacties met OTC- derivaten die worden verricht met financiële instellingen die onderworpen zijn aan toezicht.
Ongeacht de afzonderlijke onder a) genoemde plafonds mag de beheersmaatschappij bij dezelfde instelling niet meer dan 20% van haar fondsvermogen beleggen in een combinatie bestaande uit
• effecten of geldmarktinstrumenten die door deze instelling zijn uitgegeven en/of
• deposito's bij deze instelling en/of
• OTC-derivaten die door deze instelling zijn verworven
c) De in punt 5, onder a), alinea 1, van dit artikel genoemde beleggingsgrens van 10 % van het nettofondsvermogen wordt opgetrokken tot 35 % van het nettofondsvermogen in gevallen waarin de aan te kopen effecten of geldmarktinstrumenten worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat, een territoriaal publiekrechtelijk lichaam daarvan, een derde land of een ander internationaal organisme met publiekrechtelijk karakter waartoe een of meer lidstaten behoren.
d) De in punt 5, onder a), alinea 1, van dit artikel genoemde beleggingsgrens van 10 % van het nettofondsvermogen wordt opgetrokken tot 25 % van het nettofondsvermogen in gevallen waarin de aan te kopen schuldbrieven worden uitgegeven door een kredietinstelling die gevestigd is in een lidstaat van de EU en krachtens de wet onderworpen is aan een bijzonder openbaar toezicht, waardoor de houders van deze schuldbrieven worden beschermd. De resultaten van de emissie van deze schuldbrieven moeten met name op grond van de wet worden belegd in vermogenswaarden die gedurende de gehele looptijd van de schuldbrieven de daaruit voortvloeiende verplichtingen voldoende afdekken en die door middel van een preferent zekerheidsrecht in het geval de emittent in gebreke blijft, ter beschikking staan voor de terugbetaling van het kapitaal en de betaling van de lopende rente.
Wanneer meer dan 5% van het nettofondsvermogen wordt belegd in schuldbrieven die door zulke emittenten worden uitgegeven, dan mag de totale waarde van de beleggingen in dergelijke schuldbrieven niet hoger zijn dan 80% van het nettofondsvermogen.
e) De in punt 5, onder b), alinea 1, van dit artikel vermelde beperking van de totale waarde tot 40 % van het nettofondsvermogen is niet van toepassing in de gevallen onder c) en d).
f) De in punt 5, onder a) tot en met d), van dit artikel beschreven beleggingsgrenzen van 10 %, 25% of 35% van het nettofondsvermogen mogen niet cumulatief worden beschouwd, maar in totaal mag slechts 35% van het nettofondsvermogen in effecten en geldmarktinstrumenten van dezelfde instelling of in deposito's of derivaten bij dezelfde instelling worden belegd.
Vennootschappen die met het oog op de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening zoals bedoeld in Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op basis van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening (PB L 193 van 18 juli 1983, blz. 1) of die overeenkomstig de erkende internationale boekhoudkundige voorschriften behoren tot dezelfde ondernemingsgroep, moeten bij de berekening van de in punt 5, onder a) tot en met f), van dit artikel bepaalde beleggingsgrenzen als één enkele instelling worden beschouwd.
Het fonds mag in totaal 20% van zijn nettovermogen beleggen in effecten en geldmarktinstrumenten van dezelfde ondernemingsgroep.
g) Behoudens de in artikel 48 van de Wet van 17 december 2010 vastgestelde beleggingsgrenzen kan de beheersmaatschappij voor het fonds de in artikel 43 van de Wet van 17 december 2010 vermelde bovengrenzen voor beleggingen in aandelen en/of schuldtitels van eenzelfde emittent tot maximaal 20 % van zijn nettofondsvermogen verhogen wanneer het beleggingsbeleid van het fonds tot doel heeft een door de
Luxemburgse toezichthoudende instantie erkende aandelen- of schuldtitelindex na te bootsen. Hiervoor gelden echter de volgende voorwaarden:
• de samenstelling van de index moet voldoende gediversifieerd zijn;
• de index moet een adequate referentiegrondslag vormen voor de markt waarop hij betrekking heeft, en
• de index moet op passende wijze worden bekendgemaakt.
Bovenvermelde beleggingsgrens bedraagt 35% van het nettofondsvermogen indien dat op grond van uitzonderlijke marktverhoudingen gerechtvaardigd is, met name op gereglementeerde markten waar bepaalde effecten of geldmarktinstrumenten sterk overheersen. Deze beleggingsgrens geldt alleen voor de beleggingen bij één enkele emittent.
Of de beheersmaatschappij van deze mogelijkheid gebruik maakt, wordt voor het fonds vermeld in de bijlage bij het verkoopprospectus.
h) Behoudens het bepaalde onder artikel 43 van de Wet van 17 december 2010, mag overeenkomstig het beginsel van risicospreiding tot 100 % van het nettovermogen worden belegd in effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de EU of zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een lidstaat van de OESO of door internationale instellingen waarbij ten minste één EU-lidstaat is aangesloten. De effecten die in het nettofondsvermogen worden aangehouden moeten uit ten minste zes verschillende emissies afkomstig zijn, waarbij de waarde van de effecten die uit één enkele emissie afkomstig zijn niet hoger mag zijn dan 30 % van het nettofondsvermogen.
i) Voor het fonds wordt niet meer dan 10 % van het nettofondsvermogen belegd in icbe's of icb's in de zin van punt 2, onder e), van dit artikel, tenzij de specifieke bijlage bij het verkoopprospectus voor het betrokken fonds iets van een andere strekking bepaalt. Indien het beleggingsbeleid van het fonds bepaalt dat meer dan 10 % van het nettofondsvermogen mag worden belegd in icbe's of icb's in de zin van punt 2, onder e), van dit artikel, gelden de volgende punten j) en k).
j) Voor het fonds mag niet meer dan 20 % van het nettofondsvermogen worden belegd in aandelen van dezelfde icbe of van dezelfde andere icb in overeenstemming met artikel 41, eerste lid, onder e), van de Wet van 17 december 2010.
Voor de toepassing van deze beleggingsgrens geldt elk deelfonds van een icb met meerdere deelfondsen als afzonderlijke emittent op voorwaarde dat het beginsel van de scheiding van de verplichtingen van de afzonderlijke deelfondsen aan derden is gewaarborgd.
k) Voor het fonds mag niet meer dan 30 % van het nettofondsvermogen in andere icb's en icbe's worden belegd. Indien het fonds aandelen van een icbe en/of andere icb heeft verworven, tellen de beleggingswaarden van de desbetreffende icbe of andere icb met betrekking tot de in punt 5, a) tot en met f), vermelde bovengrenzen niet mee.
l) Wanneer een icbe aandelen verwerft van andere icbe's en/of andere icb's die direct of via overdracht worden beheerd door dezelfde beheersmaatschappij of door een maatschappij waarmee zij verbonden is door middel van gezamenlijk beheer of controle of door een directe of indirecte deelname van meer dan 10 procent van het kapitaal of de stemmen, dan mag de beheersmaatschappij of de andere maatschappij geen provisie berekenen voor de inschrijving op of inkoop van aandelen van deze andere icbe's en/of icb's door de icbe (met inbegrip van uitgiftetoeslagen en inkoopprovisie).
In het algemeen kan de aankoop van aandelen van doelfondsen een verhoging van de beheersvergoeding tot het niveau van het doelfonds tot gevolg hebben en moet er eventueel rekening worden gehouden met de betrokken emissiekosten of de eventuele inkoopprovisie. Het fonds zal daarom niet in doelfondsen beleggen waarvoor een beheersvergoeding van meer dan 3 % per jaar geldt. Het jaarverslag van het fonds zal informatie vermelden over de maximale hoogte van het aandeel in de beheersvergoeding dat het fonds en het doelfonds moeten betalen.
m) De beheersmaatschappij mag de door haar beheerde icbe's op grond van deel I van de Wet van 17 december 2010 niet aanwenden om een aantal aandelen met stemrecht te verwerven die het haar mogelijk zouden maken om een significante invloed uit te oefenen op het bedrijfsbeleid van een emittent.
n) Voorts mag de beheersmaatschappij voor het fonds
• maximaal 10% van de aandelen zonder stemrecht van dezelfde emittent;
• maximaal 10% van de schuldbrieven die door dezelfde emittent zijn uitgegeven;
• niet meer dan 25% van de aandelen die zijn uitgegeven door dezelfde icbe en/of icbe en
• niet meer dan 10% van de geldmarktinstrumenten van dezelfde emittent; verwerven.
o) De in punt 5, onder m) en n), vermelde beleggingsgrenzen zijn niet van toepassing indien het gaat om
• effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of gegarandeerd door een EU- lidstaat of een territoriaal publiekrechtelijk lichaam van een EU-lidstaat of door een land dat geen EU-lidstaat is;
• effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door een internationaal lichaam met publiekrechtelijk karakter waartoe een of meer EU-lidstaten behoren;
• aandelen die het fonds bezit in het kapitaal van een vennootschap van een derde land, die haar vermogen hoofdzakelijk belegt in effecten van emittenten die in dat land zijn gevestigd, wanneer op grond van de wetgeving van dat derde land een dergelijk belang de enige mogelijkheid biedt om in effecten van dat land te beleggen.
Deze uitzondering geldt echter alleen op voorwaarde dat de vennootschap van dat land buiten de Europese Unie in haar beleggingsbeleid de grenzen in acht neemt die in de artikelen 43, 46 en 48, leden 1 en 2, van de Wet van 17 december 2010 zijn vastgesteld. Wanneer de grenzen vermeld in de artikelen 43 en 46 van de Wet van 17 december 2010 worden overschreden, is artikel 49 van de Wet van 17 december 2010 van overeenkomstige toepassing.
• aandelen die door een of meer beleggingsmaatschappijen bij het kapitaal van dochtermaatschappijen worden gehouden, die uitsluitend voor de beleggingsmaatschappij of beleggingsmaatschappijen beheers-, advies- of verkoopactiviteiten uitoefenen in het land waarin de dochtermaatschappij is gevestigd, met het oog op de terugkoop van aandelen op verzoek van de aandeelhouder.
6. Liquide middelen
Het fonds kan in beginsel liquide middelen aanhouden in de vorm van beleggingsrekeningen (rekeningen-courant) en bankdeposito's die echter slechts van ondergeschikt belang mogen zijn.
7. Claimrechten
Bij de uitoefening van claimrechten die verbonden zijn met effecten of geldmarktinstrumenten die deel uitmaken van het vermogen, moet een icbe de in dit artikel beoogde beleggingsgrenzen niet noodzakelijk in acht nemen.
Worden de in dit artikel vermelde beleggingsbeperkingen niet beoogd of in het kader van de uitoefening van claimrechten overschreden, dan moet de beheersmaatschappij bij haar verkopen prioritair streven naar de naleving van de beleggingsgrenzen en de toepassing van het beleggingsbeleid van de positie met inachtneming van de belangen van de beleggers.
Ongeacht haar verplichting om toe te zien op de naleving van het beginsel van de risicospreiding, kunnen nieuw toegelaten icbe's tijdens een periode