VOOR EEN CIRCULAIRE MAATSCHAPPIJ
VOOR EEN CIRCULAIRE MAATSCHAPPIJ
VIJF ESSAYS WETENSCHAP EN PRAKTIJK WERKEN SAMEN
BBdueunrrigegueewreriiannainitvtioiaeatrtdiieeervsveenn::
van de inclusieve en circulaire economie
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
VOORWOORD HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Deze bundel essays brengt, eindelijk, systematisch in beeld wat de waarde en het potentieel is van wat vaak de ‘beweging van
onderop’ wordt genoemd: initiatieven vanuit burgers en betrokken, ondernemende, mensen die vanuit hun eigen leefomgeving de wereld proberen te veranderen. Op veel plekken, zo laten de auteurs zien, zijn er de afgelopen jaren sociale initiatieven ontstaan die de weg (willen) wijzen naar een circulaire en duurzame toekomst.
Deze initiatieven zijn altijd lokaal geworteld maar ook mondiaal verbonden: translokaal. ‘Bottom up’ of ‘van onderop’ doet ze dan ook tekort: ze komen van alle kanten. Hoogstens zeggen zulke benamingen iets over het perspectief van degene die erbuiten staat: de beleidsmaker (of onderzoeker) die ermee wordt geconfronteerd. Ja, het zijn vaak ondernemende burgers die uit eigen beweging aan de slag gaan, maar tegelijk brengen ze vaak professionele expertise en netwerk mee.
in de lineaire economie. Om voor ons allemaal welvaart en groei te realiseren, maar die nu onderdeel van het probleem zijn.
Terecht pleiten de auteurs dan ook voor een veel betere waardering van het transformatief potentieel van de beschreven en vergelijkbare sociale innovaties: neem ze als vertrekpunt voor het verbreden en verspreiden van hun manieren van doen, denken en organiseren. Dat vraagt een overheid die vooral haar eigen manieren van denken, doen en organiseren kritisch bekijkt en sociale innovaties gebruikt om te leren en zelf te veranderen.
Deze bundel is in die zin ook een politiek statement: de in beleidsplannen gewenste transitie is op heel veel plekken al gaande, maar wordt onvoldoende herkent en nauwelijks serieus ondersteund.
Ik ondersteun dan ook van harte het pleidooi om daar nu werk van
te maken. Dat we van beleidsnota’s naar de praktijk gaan en de transitie naar een
Daarmee rijst er uit deze bundel een interessant beeld op: dat van de professionele burger die het transitiegat dat overheid en
markt laten vallen dichtloopt. In zekere zin zouden we zelfs kunnen constateren dat dit type burgerinitiatieven ontstaan omdat overheid en markt falen in het versnellen van transities. Dat leidt ook gelijk tot een minder optimistisch inzicht dat deze bundel biedt: veel van de barrières en weerstand die initiatieven ondervinden komt juist van diezelfde overheid.
Het potentieel om dominante manieren van
denken en doen te veranderen of zelfs te vervangen.
circulaire economie gaan maken met en 2
vanuit transformatieve sociale innovatie. /
56
Niet alleen bestaande wetten en regels zitten in de weg, het lijkt
er vooral op dat overheden zich niet goed raad weten met deze ‘beweging van onderop’. Individueel zijn ze immers vaak klein. Zijn ze wel representatief? Wat leveren ze nu eigenlijk op? Wie controleert of er wel transparant en professioneel wordt gewerkt? Vanuit
de overheid legitieme vragen wellicht, maar vaak gebaseerd op wantrouwen, regelzucht, risicomijding en andere institutionele logica. Het mooie is dat de auteurs hier laten zien dat dit soort initiatieven niet alleen lokaal van waarde zijn, maar ook (en juist) voor overheden een instrument kunnen zijn om als het ware buitenom hun eigen doelen te helpen realiseren. De transitie naar een circulaire economie wordt immers vooral tegengehouden door al die regels, kaders, bepalingen, belastingen en investeringen die historisch gedaan zijn
Xxxx Xxxxxxxx, Directeur DRIFT en hoogleraar sociaal-economische transities aan de faculteit Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIR
INHOUD HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Inhoud
Voorwoord | 2 | E EC |
Inhoud | 3 | ON |
Inleiding | 5 | OMIE |
Essay 1 Waarom sociale innovaties en burgerinitiatieven belangrijk zijn | ||
voor de transitie naar de circulaire economie | 9 | |
Streef niet naar een circulaire economie maar naar een circulaire maatschappij | 10 | |
Wat is sociale innovatie? | 10 | |
Beperkte aandacht voor rol burgerinitiatieven in transformatie naar circulaire maatschappij | 11 | |
Hoe zorgen burgerinitiatieven voor Transformatieve sociale innovatie? | 12 | |
Voorbeelden van sociale innovatie | 13 | 3 |
Conclusie | 14 | / 56 |
Bijlage | 15 | |
Essay 2 Precious Plastic en Repair Cafés: sprekende voorbeelden van burgerinitiatieven | ||
die bijdragen aan sociale innovatie voor de circulaire economie | 18 | |
Repair Cafés | 18 | |
Precious Plastic | 19 | |
Hoe Repair Café’s en Precious Plastic bijdragen aan sociale innovatie voor de | ||
circulaire economie | 19 | |
Het transformatief potentieel van translokale burgerinitiatieven | 20 | |
Het belang van intermediaire organisaties voor translokale burgerinitiatieven | 21 | |
Conclusie: erken het belang van burgerinitiatieven | 23 | |
Kennisagenda | 23 | |
Essay 3 Belangrijke uitdagingen voor Circulaire Burgerinitiatieven | 25 | |
Uitdagingen | 27 | |
Conclusie | 30 | |
Kennisagenda | 32 |
INHOUD
Essay 4 Burgerinitiatieven en dilemma’s rond participatie en schaalvergroting 34
Sociale dilemma’s rond participatie aan een burgerinitiatief 35
Dilemma’s rond (het vergroten van) de impact van burgerinitiatieven 37
Kennisagenda 38
Essay 5 Wat kan er geleerd worden van burgercollectieven in de energietransitie? 40
Sociale innovatie in de energietransitie 41
Betekenis: energiegemeenschap als sociale innovatie 41
Waarden: wat motiveert burgers om betrokken te zijn bij energiecollectieven? 42
Organisatie en –bedrijfsmodellen 43
Ontwikkeling van burgerenergiecollectieven door de jaren heen 44
Effecten op duurzame systeemverandering in de energiesector 45
Factoren die belangrijk zijn bij het voortbestaan van burgerenergiecollectieven 46
Lessen en inzichten voor circulaire burgerinitiatieven 47
Kennisagenda 49
Conclusie 51
Colofon 56
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
4
/ 56
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
INLEIDING HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Inleiding
Deze bundel is tot stand gekomen in de
werkgroep Circulaire Burgerinitiatieven 5
56
van de Community Sociaal Circulair, een /
interdisciplinair netwerk van wetenschappers en pioniers uit de praktijk, dat zich richt op sociale innovatie voor de circulaire economie. De community is een initiatief van Het Groene Brein in samenwerking met de Goldschmeding Foundation, en gestart in 2020. De community deelt en ontwikkelt interdisciplinair
kennis die concreet bijdraagt aan zowel praktijkcases als aan de transformatie van het huidige systeem. Dit doet ze op dit moment binnen vier subgroepen; Circulaire Burgerinitiatieven, Bedrijventerreinen, Netwerken voor natuurinclusieve (land)bouw, Sociale paradoxen en dilemma’s van circulair ondernemen. xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx
INLEIDING
Inleiding
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
transformatief potentieel van circulaire
Zijn burgers de nieuwe aanvoerders van de transitie naar een circulaire economie? Het is bekend dat er allerlei bottom-up initiatieven bestaan die zich inzetten voor het versnellen van de energietransitie. Maar ook op het gebied van de circulaire economie zitten burgers niet stil. Op iedere trede van de zogenoemde R-ladder (rethink, refuse, reduce, reuse, repair, recycle, recover)1 is wel een initiatief te vinden.
burgerinitiatieven. Het doel van deze essaybundel is dan ook om het gesprek tussen burgers, overheden en wetenschap te stimuleren: hoe kunnen zij beter samenwerken? En op welke manier kunnen burgerinitiatieven, die vaak een alternatief geluid laten horen, een gelijkwaardiger positie krijgen in het denken over de
Het potentieel om dominante manieren van
denken en doen te veranderen of zelfs te vervangen.
Belang van burgerinitiatieven voor transitie niet onderschatten
Het belang van burgerinitiatieven voor de transitie naar een circulaire economie moet niet onderschat worden. Onderzoek2 laat zien dat zij de potentie hebben om bij te dragen aan transformatie op een maatschappij breed niveau. Circulaire
burgerinitiatieven, zoals Precious Plastic, Repair Café’s, Herenboeren en deBlauweWijkEconomie, kunnen dus aanjagers zijn van de transitie naar een circulaire economie. Althans, als zij de kans krijgen, want burgerinitiatieven ervaren tal van (systeem)barrières die hen belemmeren in hun activiteiten.
De werkgroep ‘Circulaire Burgerinitiatieven’ van de Community Sociaal Circulair – een groep interdisciplinaire wetenschappers van verschillende universiteiten en hogescholen – verkende afgelopen jaar de rol van burgerinitiatieven in de transitie naar een circulaire economie. Zij brachten kennis vanuit verschillende invalshoeken bij elkaar en reflecteerden daarop.
Een belangrijke gezamenlijke conclusie is: er mag binnen overheid en wetenschap meer aandacht en erkenning komen voor het
1 Xxx xxx Xxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxxx, X., Xxxxx, X., & xxx Xxxxxx, X. (2019),
circulaire economie en de weg ernaartoe? Tevens willen we met deze bundel een aantal mogelijke oplossingsrichtingen benoemen die het transformatief potentieel van burgerinitiatieven zou kunnen vergroten.
De bundel is daarom bedoeld voor:
⚫ Burgers: voor mensen die een circulair initiatief geïnitieerd hebben, of erbij betrokken (willen) zijn, en zich bezighouden met de erkenning, waardering en groei ervan.
⚫ Ambtenaren die te maken hebben met circulaire 6
56
burgerinitiatieven, hun belang inzien en willen leren over /
welke barrières zij ervaren en hoe zij betere samenwerking kunnen faciliteren.
⚫ Onderzoekers die zich bezighouden met circulariteit, sociale innovaties en/of burgerinitiatieven.
Wat komt aan bod?
Essay 1 Waarom zijn burgerinitiatieven en sociale innovaties belangrijk voor de transitie naar een circulaire economie?
Essay 2 Wat zijn goede voorbeelden van circulaire burgerinitiatieven en wat is hun transformatief potentieel?
Essay 3 Welke uitdagingen ervaren burgerinitiatieven en hoe kunnen deze opgelost worden?
Essay 4 Welke (sociale) dilemma’s ervaren burgers bij participatie aan
The Circular Economy: a Re-Emerging Industry?
2 TRANSIT: (TRANsformative Social Innovation Theory) was a research project that de- veloped a theory of transformative social innovation which is about empowerment and change in society. It was co-funded by the European Commission and ran for four years, from January 2014 until December 2017.
burgerinitiatieven en hoe verhouden die zich tot de dilemma’s rond het vergroten van impact van burgerinitiatieven?
Essay 5 Wat zijn waardevolle lessen en ervaringen van
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
INLEIDING HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
burgerinitiatieven binnen de energietransitie over het kunnen uitgroeien tot grote sociale bewegingen voor circulaire initiatieven?
Conclusie: de belangrijkste inzichten per essay, aanzet voor een kennisagenda (onderzoeksvragen voor wetenschappelijk vervolgonderzoek) en een oproep om mee te doen aan de in opbouw zijnde kenniscoalitie waarin wetenschappers en lokale
pioniers (burgers) samen hun tanden zetten in taaie transformatie vraagstukken in de praktijk om zo de transitie naar de circulaire economie te versnellen.
Voortbouwend op de boodschap uit deze bundel (burgerinitiatieven hebben de potentie om een belangrijke bijdrage te leveren aan
de transitie naar een Circulaire Maatschappij en daar mag meer aandacht en erkenning voor komen) en het werk van het Europese onderzoeksproject TRANSIT (Transformative Social Innovation theory) verkennen we momenteel vanuit de Community Sociaal Circulair
hoe wetenschappers en lokale circulaire pioniers de handen ineen kunnen slaan om een impuls te geven aan de transitie die gaande is van ‘onderop’, door samen de tanden te zetten in taaie transformatie vraagstukken in de praktijk.
Hoe precies? Doel is om de transitie die al gaande is van ‘onderop’ te versterken door samen te werken in een kenniscoalitie of learning community en te verkennen:
⚫ Welke taaie vraagstukken leven er bij circulaire burgerinitiatieven met een integrale aanpak op stad- of wijkniveau?
⚫ Voor welke vraagstukken is al kennis beschikbaar en hoe kunnen we dit toegankelijk maken?
⚫ Voor welke vraagstukken is kennis nog ontoereikend en hoe kunnen we hiervoor samen (actie) onderzoek gaan doen? En dit vervolgens voor iedereen beschikbaar maken.
7
/ 56
Heb je interesse om deel uit te maken van deze kenniscoalitie en deze mede op te bouwen? Neem dan contact op!
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 1 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
In het eerste essay stellen wetenschappers Xxxx Xxxxx en Xxxxxx Xxxxxxxx de begripskaders vast die in deze bundel worden gehanteerd. Wanneer wetenschap en praktijk samenkomen tot de zo waardevolle kennisontwikkeling over burgerinitiatief en transitie, is het nodig dat we in het discours scherp hebben waarover we spreken.
Wat verstaan we eigenlijk precies onder begrippen als sociale innovatie, transformatief potentieel, circulaire maatschappij, en translokaal? De auteurs stellen een raamwerk,
Transformatieve Sociale Innovatie (TSI), 8
56
voor om de ontwikkelingen te duiden /
waarvan burgerinitiatieven zo’n belangrijk onderdeel zijn. Daarbij schetsen de auteurs in grote lijnen ook de afhankelijkheden
die spelen in de ontwikkeling naar een ‘Circulaire Maatschappij’. Zij stellen vast dat burgerinitiatieven een belangrijke rol
kunnen hebben in de transformatie die onze maatschappij ondergaat, op weg naar een houdbare economie en samenleving. En dat circulariteit niet alleen zou moeten gaan alleen over circulaire productiemethoden
en afvalstromen. Maar dat er meer nadruk moet komen op het potentieel van burgerinitiatieven om ‘van onderop’ sociale innovaties te realiseren die leiden tot een circulaire maatschappij.
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
sociale innovaties en
Het b ang n
de transitie naar de
burgerinitiiatieven voor
/
56
circulaire economie 9
Jaco Quist1 & Xxxxxx Xxxxxxxx0
In dit essay betogen wij dat voor de transitie naar een circulaire economie, of liever circulaire maatschappij,
.sociale innovatie en sociale transformatie essentieel zijn. Daarbinnen bespreken wij het belang van burgerinitiatieven en op welke manier zij kunnen bijdragen aan deze transitie, niet alleen via sociale innovaties op
het niveau van individuele burgers en op het niveau van lokale burgerinitiatieven, maar ook op maatschappijbreed niveau; het niveau waarop sociale transformaties en structurele maatschappelijke veranderingen plaatsvinden.
Sociale innovatie is de ontwikkeling dat burgers zelf maatschappe- lijke problemen oppakken, zoals
klimaatverandering of vervuiling van het milieu, als ze vinden dat de over- heid of de private sector hier te wei- nig werk van maakt.
Er is sprake van een verandering in sociale relaties, met nieuwe manieren van denken, doen en organiseren.
1 Universitair Docent Duurzame Innovatie en Transities, Technische Universiteit Delft.
2 Universitair Docent Bestuurskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 1 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Streef niet naar een circulaire economie maar naar een circulaire maatschappij
Een circulaire economie (CE), ook wel kringloopeconomie (KE) ge- noemd, kan gedefinieerd worden als een economisch en industrieel systeem waarin geen eindige grondstofvoorraden worden uitge- put en waarin reststoffen volledig opnieuw worden ingezet in het systeem. Een volledige kringloopeconomie is niet zonder meer te verwezenlijken en wordt daarom ook wel gedefinieerd als ‘een sys-
teem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het herstellend vermogen van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt, waardevernietiging in het totale systeem minimaliseert en waardecreatie in iedere schakel van het systeem nastreeft’3. Dit vergt ook energie uit hernieuwbare bronnen.
CE/KE heeft het denken en het debat over het sluiten van kringlo- pen, hergebruik van producten, delen van producten, producten als diensten en toekomstige materialen-schaarste een enorme impuls gegeven en het onderwerp staat tegenwoordig dan ook hoog op de agenda van beleidsmakers, bedrijven en maatschappelijke orga- nisaties. Zo kent Nederland een beleidsagenda circulaire economie/ kringloopeconomie en heeft ons land zich ten doel gesteld om in 2050 volledig circulair te zijn. De Europese Unie heeft tevens een ac-
tieplan CE waarbij producten, landbouw/biomassa, en de bouwsector belangrijke thema’s zijn.
3 Xxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxxxx, X., & en Xxxxxx, O. M. V. I. (2013), Kansen voor de circulaire economie in Nederland, Delft: TNO.
maken van circulariteit, – wat leidt tot een instrumentele en deels zelfs technocratische insteek. Er is tevens veel aandacht voor nieuwe verdienmodellen, maar zonder dat de uitgangspunten van het be- staande economische systeem kritisch ter discussie worden gesteld. Ook wordt vaak aangenomen dat consumenten en gebruikers nieuwe circulaire producten en diensten wel op de juiste manier zullen ge- bruiken, zonder dat dit zal leiden tot rebound- of andere ongewenste effecten. Het aanpassen van economische uitgangspunten (bijvoor- beeld afscheid van het paradigma van economische groei) en funda- mentele veranderingen van onze economische structuur, dient echter gezien te worden als een onmisbare voorwaarde voor een goed functionerende circulaire economie/kringloopeconomie. Nu ligt de nadruk vooral op technologische innovatie en nieuwe verdienmodel- len, en te weinig op het verduurzamen van het economische systeem en op de sociale verandering en maatschappelijke transformatie
die hiervoor nodig is. Het zou dus niet alleen moeten gaan over het circulair maken of circulariseren van de economie, zoals benadrukt wordt bij de ambitie om een CE/KE te realiseren, maar het zou ook
moet gaan over de meeromvattende transformatie naar een 10
Circulaire Maatschappij is een bredere
benadering dan het circulair maken van de economie; het omvat ook ver- duurzamen van het
economisch systeem en de sociale veran- dering die hiervoor nodig is.
Circulaire Maatschappij 4. /
56
Onze stelling is daarom dat voor een transformatie naar een Circulaire Maatschappij, sociale innovatie en sociale transformatie essentieel zijn.
Wat verstaan we onder sociale innovatie?
Er zijn een aantal verschillende benaderingen en definities van so- ciale innovatie. Sommigen leggen meer de nadruk op het oplossen van maatschappelijke problemen, terwijl anderen focussen op ver-
4 Xxxxxx-Xxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxx, X. (2021), There is no sus- tainable circular economy without a circular society, Resources, Conservation and Recycling, 168, 105476.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 1 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
nieuwing van arbeidsorganisaties (de niet-technische aspecten van in- novatie in bedrijven of organisaties). De Adviesraad voor Wetenschap en Technologie omschrijft sociale innovatie als ‘een verzamelnaam voor hedendaagse initiatieven van mensen en organisaties gericht
op innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken’5,
Een sociale innovatie kan transformatief zijn als deze ook de omgeving verandert en leidt tot grote maatschappelijke veranderingen (op systeemniveau).
terwijl de EU het voorzien in sociale behoeften benadrukt6. In de bedrijfs- en organisatiekunde kan het bij sociale innovatie gaan om slimmer werken of om organisatieprestaties te verbeteren7, bijvoorbeeld via ontwikkeling van de competenties die daar-
in gevraagd worden. Dit kan bijvoorbeeld gaan over nieuwe competenties die nodig zijn om circulaire praktijken en inno- vaties mogelijk te maken, of hoe het werk en functie-invul- ling aangepast moet worden. In de Verenigde Staten wordt sociale innovatie gerelateerd aan maatschappelijk en sociaal ondernemen8.
Onze interesse gaat echter uit naar sociale innovatie door burgers, waarbij de motivatie ligt in het oplossen van maat- schappelijke problemen of het bijdragen hieraan. Hierbij
proberen burgers zelf maatschappelijke problemen op te pakken, zo- als klimaatverandering of vervuiling van het milieu, als ze vinden dat de overheid of de private sector hier te weinig werk van maakt. In de bijlage van dit essay is een kort overzicht van verschillende benade- ringen weergegeven; zie ook de lectorale rede van Xxxxxxx Xxxxxxx0.
Belangrijk is dat sociale innovatie op verschillende niveaus van schaal kan plaatsvinden. Zo kan de focus op het individu worden gelegd, waar sociale innovatie gaat over gedragsverandering. Op het niveau van organisaties (zoals burgerinitiatieven en coöperaties), sociale be- wegingen, maatschappelijke sectoren, of op het niveau van de maat- schappij als geheel.
5 AWT (2014), De kracht van sociale innovatie, advies 84, Adviesraad voor het Weten-
Voor dit essay (en in de verdere bundel) hanteren we de term
Transformatieve sociale innovatie . Hierbij gaat het er niet alleen om dat burgerinitiatieven aan sociale innovatie doen, maar dat ze hiermee ook hun omgeving proberen te “transformeren”, om zo bij te dragen aan grotere maatschappelijke veranderingen en transi- ties. Hierbij is sociale innovatie gedefinieerd als “een verandering in sociale relaties, met nieuwe manieren van denken, doen en organi-
seren”10. Een sociale innovatie kan transformatief zijn als deze ook de omgeving verandert en leidt tot een systemische verandering. Deze benadering is interes- sant, omdat conceptueel een link gemaakt wordt met transitietheorie en daarmee is het relevant voor de transitie naar een circulaire economie. Transformatieve sociale innovatie gaat dus verder dan technologische innovatie. Het sociale is hierin tevens een onderwerp van verandering op zichzelf. Het gaat dus niet alleen om veranderingen in de organisatorische structuur en fysieke infrastructuur, maar ook om onderliggende cul-
xxxxxx paradigma’s en wereldbeelden die veranderen 11
als dominante instituties veranderen. Transformatieve verandering /
kan dus verweven zijn met politieke strijd en verschuivingen in de 56
machtsrelaties tussen de staat, gemeenschap, en de markt.
Beperkte aandacht voor rol burgerinitiatieven in transformatie naar circulaire maatschappij
De rol van burgerinitiatieven en maatschappelijke organisaties bij so- ciale innovatie en het ontwikkelen van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke problemen, zowel op lokaal als op hogere schaal-
schaps- en Technologiebeleid, Den Haag.
6 EC (2013), Research on Social Innovation, European Commission Brussel.
Xxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxx, L., Xxxxxx, X. (2021), Social innovation: a
7 Pot, F. (2012), Sociale innovatie: historie en toekomstinitiatief, Tiįdschrift voor Ar- beidsvraagstukken 28(1), 6-21.
8
niveaus. Deze rol krijgt nog maar beperkt aandacht in het beleid en de discussies over de circulaire economie. De nadruk bij plannen en beleid voor het sluiten, verlengen en verminderen van ketens ligt op
preliminary exploration of a contested concept, Local Environment, 26(7), 791-807.
9 Huntjes, P. (2019) Sociale innovatie voor een duurzame samenleving: Op weg naar een Natuurlijk Sociaal Contract, Lectorale Rede, Hogeschool Inholland, Delft, 20 Juni 2019.
10 Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxx, B., Xxxxxxx, X., Xxxx, X., Xxxxxxxxx, X., & Xxxxxxx- er, J. M. (2016), A framework for transformative social innovation, TRANSIT working paper, 5, 2-1.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 1 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
de rol van bedrijven. Dat roept de vraag op hoe burgerinitiatieven en andere maatschappelijke organisaties kunnen bijdragen aan sociale innovatie(s) voor een circulaire economie. Niet alleen voor (1) concre- te producten en diensten zoals repareren en alternatieve vormen van afval inzamelen, hergebruik en recyclen/up-cyclen. Maar ook voor
(2) (maatschappelijke) bewustwording over noodzaak van en kansen voor circulaire alternatieven. En voor (3) bewustwording over de transformatie naar een circulaire economie. Een bewustwording die de noodzaak/mogelijkheid van alternatieve, duurzamere economi- sche structuren, gebaseerd op duurzame uitgangspunten/principes en economische modellen includeert.
Kortom, sociale innovatie kan transformatief zijn en sociale innovatie kan zich op meerdere schaalniveaus manifesteren. Maar hoe biedt dit aanknopingspunten voor een kader om naar burgerinitiatieven op lokaal, landelijk en translokaal (landgrenzen overschrijdend) niveau te kijken: initiatieven die kunnen bijdragen aan de transitie naar een cir-
culaire economie, of zelfs transformatie op maatschappijbreed niveau kunnen teweegbrengen?
Hoe zorgen burgerinitiatieven voor Transformatieve sociale innovatie?
Sociale innovatie kan dus gedefinieerd worden als een verandering in sociale relaties, met nieuwe manieren van denken, doen en organise- ren11. Als dit tot een systemische verandering leidt is er sprake van een transformatieve sociale innovatie (TSI). Kenmerken van Transfor- matieve sociale innovaties zijn:
1 gericht op systeemverandering
2 gaat uit van een nieuwe manier van denken, doen, en organiseren
3 draagt bij aan de empowerment van burgers
4 faciliteert sociaal leren
5 kan vanuit alle partijen in de maatschappij komen12
11 Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxx, B., Xxxxxxx, X., Xxxx, X., Xxxxxxxxx, X., & Xxxxxxx- er, J. M. (2016), A framework for transformative social innovation, TRANSIT working paper, 5, 2-1.
12 Beers, PJ, Oxenaar, S, Notermans, I (2019), Burgers, overheden, en de transitie naar aardgasvrije wijken: monitoring en wetenschappelijke inzichten over burger- en overheidsparticipatie, DRIFT, Rotterdam.
6 participatie van de burger gaat over participatie in een maatschappelijk probleem
7 het is een multi-actor xxxxxxxx, met verschillende constellaties en rollen.
Figuur 1 toont een visuele weergave van zowel de definitie van sociale innovatie als hoe dit kan leiden tot Transformatieve sociale innovatie.
Transformatieve sociale innovatie
= de mate waarin sociale innovatie >
dominante 12
structuren /
56
uitdaagt,
hervormt en/of vervangt.
Figuur 1 Van sociale innovatie naar Transformatieve sociale innovatie (Haxeltine et al, 2016).
Het transformatief potentieel van burgerinitiatieven kan worden gestimuleerd en geactiveerd door:
1 sociaal leren te bevorderen
2 regionale & (inter)nationale netwerken van/tussen burgerinitiatieven te stimuleren
3 verbindingsstructuren te creëren met koplopers van dominante praktijken en opkomende innovatieve niches
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 1 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
de kiem daarvoor kunnen vormen.
In dit project is onderzoek gedaan naar burgerinitiatie- ven die uitgroeien tot internationale netwerken die bij- dragen tot grotere maatschappelijke veranderingen of
In het TRANSIT-project is dit TSI-kader toe- gepast op tal van internationale casussen, waaronder sociale economie coöperaties in Griekenland13 en ecodorpen. In Nederland is het TSI-kader toegepast op initiatieven tegen voedselverspilling in Amsterdam14, ecodor- pen15, en ook op energiecoöperaties (zie ook het vijfde essay in deze bundel). Vooral so- ciale innovatie voor de energietransitie blijkt een onderwerp waarvoor de belangstelling toeneemt16.
Sociale innovatie op verschillende niveaus
Zoals eerder gesteld, kan sociale innovatie op de verschillende niveaus plaatsvinden:
1 Individueel niveau
2 Lokaal burgerinitiatief (groeps- of netwerkniveau)
3 Landelijke of translokale samenwerking tussen initiatieven
4 Sociale beweging (landelijke of translokale netwerken)
5 Sociale transformatie (maatschappelijk breed niveau)
Sociale innovatie kan beginnen op het individuele of groepsniveau, door het ontwikkelen van nieuwe competenties, kennis en nieuw gedrag. Via het leren van elkaar, waarbij kennis en ervaringen uit- gewisseld worden, kunnen lokale burgerinitiatieven bewegen naar landelijke of translokale samenwerking tussen initiatieven. Deze kun- nen vervolgens weer verder groeien tot landelijke of internationale
13 Xxxxxxx, X. (2019) Social and Solidarity Economy in Greece: Road to strong Sustain- able Consumption? A Cross-case comparison of Social Cooperatives, xxxxx://xxxxxx- xxxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxx/xxxx%0Xxxx0000x-x000-0000-0000-xx000000x000? collection=education
14 Xxxxxxx, X (2020), A peaceful fight against food waste in Amsterdam: an explorative case study on the impact of food waste prevention initia-
tives, Master thesis TU Delft, xxxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxx/ uuid%3A1ee4e73f-1ec9-4580-85e6-dfccc33ea4f6?collection=education
15 Xxxxxxxx, X. (2017), Envisioning and practicing sustainability transitions: A cross-case comparison of five Dutch ecovillages, xxxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxx/ uuid%3A745ffcf7-e3f1-446b-bd04-09f491948767?collection=education
16 Xxxxx, X., & xx Xxxxx, X. (2019), Social Innovation and the Energy Transition, Sus- tainability, 11(1), 141.
sociale bewegingen, die uiteindelijk tot sociale transformatie op maatschappelijk niveau kunnen leiden. Overigens leiden burgeriniti- atieven niet alleen tot sociale innovatie en sociale cohesie, maar kun- nen ze ook bijdragen aan technische innovatie, zoals te zien is bij het burgerinitiatief Repair Café, en lokale energie initiatieven, zoals de Vogelwijk Energiek in Den Haag17.
Voorbeelden van sociale innovatie
Xxxxx Xxxxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxx zijn interessante voorbeelden van sociale innovatie in de klimaatbeweging. Zij begonnen met individue- le actie en dat leidde tot grotere internationale sociale bewegingen. Ook onder burgerinitiatieven vinden we goede voorbeelden van so- ciale innovatie in de CE/KE, die lokaal begonnen zijn door een aantal individuen en konden uitgroeien tot grotere (internationale) bewe- gingen. Er zijn veel lokale burgerinitiatieven die inspelen op vraag-
stukken rondom duurzaamheid en circulariteit op diverse domeinen 13
(zoals kleding, voeding, afval, energie). Zo zijn er initiatieven tegen /
voedselverspilling, het opruimen van zwerfafval en initiatieven die 56
kleding-ruilen mogelijk maken. De glasbak en papier recycling is één van de eerste voorbeelden van circulariteit in Nederland. Deze zijn als een lokaal initiatief begonnen – geïnitieerd door individuele bur- gers en lokale groepen – die gaandeweg deel werden van de groei- ende milieu- en natuurbeweging in de jaren ’80. Vervolgens werd het onderdeel van - en droeg het bij aan - een sociale beweging die ook internationaal momentum had. Uiteindelijk is glasinzameling en papierinzameling voor recycling geïnstitutionaliseerd - via de glasbak en de papiercontainer - tot een activiteit van gemeenten. Hiervoor
ontstond breed draagvlak, en heeft daarmee geleid tot sociale trans- formatie.
Om het functioneren van deze sociale bewegingen beter in kaart te brengen is echter aanvullend onderzoek nodig naar hoe deze pro-
17 Xxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxx, X., (2019), Local sustainability initiatives: innovation and civic engagement in societal experiments, European Planning Studies, 27:2, 300-317, xxxxx://xxx.xxx/00.0000/00000000.0000.0000000
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 1 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
cessen georganiseerd en gefaciliteerd zijn, en hoe burgerinitiatieven bijdragen aan de transitie naar een circulaire economie. Tegenwoor- dig zijn Repair Café’s en Precious Plastic goede voorbeelden van burgerinitiatieven waarin sociale innovatie is geïnitieerd voor een circulaire economie/kringloopeconomie. Zo is Precious Plastic uitge- groeid tot een internationaal netwerk om plastic te recyclen, en zo vormen Repair Café’s inmiddels een wereldwijde beweging die zich inzet voor het behoud van reparatiekennis in de samenleving en voor beter repareerbare producten. Deze fenomenen sluiten aan bij de cir- culaire transitie. Hierbij spelen zowel Precious Plastic als Repair Café’s in op de verschillende strategieën voor een circulaire maakindustrie, zoals repareren, hergebruik, renoveren en levensduurverlenging.
Conclusie
Onze conclusie is dat de transitie naar een circulaire economie naast
technologische innovaties ook sociale innovaties en diepgaande 14
en grootschalige sociale transformaties vergt. Bijvoorbeeld in hoe /
we ons dagelijks leven invullen, en in hoe we de samenleving orga- 56
niseren in een circulaire economie. Op basis van een overzicht van recente literatuur lieten we zien dat sociale innovatie zich op verschil- lende niveaus afspeelt. En dat deze innovatie via sociale bewegingen bijdraagt aan grootschalige maatschappelijke transformaties en tran- sities. Voorbeelden van sociale transformaties die zich afspeelden over verschillende decennia en in de jaren ‘70 begonnen met indivi- duele burgers en burgerinitiatieven, zijn de welbekende glasbak en de papiercontainer.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 1 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Bijlage
Wie | Definitie | Uitleg |
Adviesraad voor Wetenschap en Technologie (AWT)18 | (1)“Een verzamelnaam voor hedendaagse initiatieven van mensen en organisaties gericht op innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. (2)”Maatschappelijk ondernemerschap, coöperatief ondernemen en sociaal ondernemen.” | (1) Volgens de AWT begint sociale innovatie ‘bij personen en organisaties die een maatschappelijk probleem zien en het plan opvatten er iets aan te doen, wat kan uitgroeien tot een breed initiatief van verschillende partijen en personen, zoals burgers, ondernemers, en wetenschappers. Het kan gaan om zowel lokale initiatieven als om initiatieven op nationaal of internationaal ni- veau. De AWT noemt verder dat sociale innovatie in Nederland tot nu toe vooral bekeken is vanuit het organisatie- en bedrijfs- perspectief met de focus op slimmer werken en het verbeteren van werkprocessen in organisaties, terwijl internationaal definities meer aansluiten bij de omschrijving van de AWT. (2) In sommige, vooral Angelsaksische, landen wordt sociale inno- vatie gekoppeld aan sociaal ondernemerschap en maatschappe- lijk ondernemen. Dit zijn varianten van ondernemen waarin niet alleen de financiële waarde centraal staat, maar waarin ook maat- schappelijke waarde en nut, en het bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke problemen, belangrijk zijn. |
Europese Unie19 | “Sociale innovatie is de ontwikkeling en implementatie van nieuwe ideeën (pro- ducten, diensten en modellen) om aan de sociale behoeften te voldoen en het creëren van nieuwe sociale relaties of samenwerkingsverbanden” | In deze definitie ligt de nadruk wel mede op producten en dien- sten, maar hoewel deze termen vooral gebruikt worden in de context van bedrijven, kunnen ze ook gerelateerd worden aan burgerinitiatieven, bijvoorbeeld xxxxxxx-xxxxxxxxxxx. |
00
/ 00
00 AWT (2014), De kracht van sociale innovatie, advies 84, Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid, Den Haag.
19 EC (2013), Research on Social Innovation, European Commission Brussel.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 1 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Het Nederlands Centrum voor Sociale innovatie (NCSI)20 | “Sociale innovatie is ‘een vernieuwing in de arbeidsorganisatie en in arbeidsrela- ties die leidt tot verbeterde prestaties van de organisatie en ontplooiing van talenten.” | Van Definitiekaart Nederlands Centrum voor Sociale innovatie. |
Xxxxxxx, X., Xxx- xxxx, M. (2010)21 | “Social innovations are new social prac- tices that aim to meet social needs in a better way than the existing solutions, resulting from - for example - working conditions, education, community de- velopment or health. These ideas are created with the goal of extending and strengthening civil society.” | Deze definitie is interessant omdat expliciet de link wordt gelegd met de civil society. |
TRANSIT EU - DRIFT22 | “Een verandering in sociale relaties, met nieuwe manieren van denken, doen en organiseren” (Haxeltine et al, 2016, p.20) | In het internationale TRANSIT-project dat geleid werd door tran- sitie-instituut DRIFT is sociale innovatie conceptueel verder ont- wikkeld tot Transformatieve sociale innovatie, waarbij onderzoek is gedaan naar burgerinitiatieven die uitgroeien tot internationale netwerken die bijdragen tot grotere maatschappelijke verande- ringen of de kiem daarvoor kunnen vormen. Een sociale innovatie kan transformatief zijn als deze ook de omgeving verandert en kan leiden tot een systemische xxxxxxxxxxx. |
00
/ 00
00 NCIS (2009), Definitiekaart Sociale Innovatie, Nederlands Centrum voor Sociale innovatie, xxxxx://xx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx-xxxxxxx/xxxxxxx/0000/00/XXXX_Xxxxxx- tiekaart_Sociale_Innovatie_-definitief-.pdf.
21 Xxxxxxx, X./ Xxxxxxx, X. (2010), Social Innovation: Concepts, research fields and international trends, IMO international monitoring, 2010.
22 Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxx, B., Xxxxxxx, X., Xxxx, X., Xxxxxxxxx, X., & Xxxxxxxxx, X. X. (2016), A framework for transformative social innovation, TRANSIT working paper, 5, 2-1.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 2 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
In het tweede essay laten auteurs Xxxxxx Xxxxxxxx en Xxxx Xxxxx zien hoe in de Circulaire Maatschappij de rol van de consument verschuift naar die van een participant. Terwijl het economische denken en handelen van traditionele spelers niet leidt tot de nodige maatschappelijke verandering naar
/
circulariteit, komen allerlei (burger)initiatieven 17
op, die met sociale innovaties en nieuwe 56
businessmodellen tonen welke perspectieven een ‘circulaire maatschappij’ te bieden heeft. Initiatieven als Precious Plastic en Repair Café’s zijn inspirerende voorbeelden die samen met ‘intermediaire organisaties’ op de verschillende niveaus van sociale innovatie impact maken. Hoe maken zij niet alleen afvalstromen en productiemethoden circulair, maar verbinden zij in dezelfde beweging mensen met elkaar op een persoonlijk vlak?
Hoe dragen deze initiatieven kennis over in een community? En hoe leidt de ontsluiting van nieuwe vaardigheden tot een grotere zelfredzaamheid in de maatschappij waarnaar we op weg zijn?
Essay 2
ESSAY 2 / 5
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
nreRceopuasirPClaféti’cs:
vsporoerkbeedldeen van
18
ijdrgraegriennitaiaatniesvoecniadleie
/
icnirncouvlaitrie evcooonrodmeie 56
Xxxxxx Xxxxxxxx0 & Jaco Quist2
Repair Café’s
De Stichting Repair Café Stichting beschrijft Repair Café’s als ‘gratis toegankelijke bijeenkomsten die draaien om (samen) repareren. […] Bezoekers nemen van thuis kapotte spullen mee. In het Repair Café gaan ze samen met de deskundigen aan de slag’3,4. Met het Repair
1 Universitair Docent Bestuurskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam.
2 Universitair Docent Duurzame Innovatie en Transities, Technische Universiteit Delft.
3 Xxxxxx, X. (2015). Weggooien? Mooi niet? Het succes van het Repair Café. Oss, Uitgeverij Genoeg.
4 Xxxxxxxx, X., Xxxx, M., & Xxxxxxx, M. (2020a), The Third Global Survey of Repair Cafés: A Summary of Findings, Sustainable Consumption Institute - University of Manchester.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 2 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Café concept probeert initiatiefnemer Xxxxxxx Xxxxxx, in samen- werking met anderen, repareren op een moderne manier terug te brengen in de samenleving. Dit in reactie op de observaties dat
(1) we veel kapotte spullen weggooien die nog te repareren zijn,
(2) dat reparatiekennis verdwijnt uit onze samenleving en (3) dat de ervaring van mensen die wel reparatiekennis bezitten niet voldoende wordt gewaardeerd en benut. Het eerste Repair Café werd in 2009 in Amsterdam georganiseerd. Inmiddels bestaan er meer dan 2000 Repair Café’s in meer dan 35 landen5. De snelle internationale ver- spreiding van Repair Café’s wordt onder meer gefaciliteerd door de Repair Café Stichting International (tot 2016 Stichting Repair Café), opgericht in 2010. Oorspronkelijk lag de focus van de stichting op het ondersteunen van nieuwe Repair Café’s in Nederland, maar sinds 2016 richt de stichting zich expliciet op internationale groei.
Precious Plastic
Precious Plastic is, net als de Repair Café’s, een burgerinitiatief dat in Nederland is begonnen, maar zich inmiddels wereldwijd heeft ver- spreid, in dit geval naar meer dan 80 verschillende landen6. Precious Plastic draait om het lokaal recyclen van plastic afval, bijvoorbeeld om daar nieuwe producten van te maken. Het concept is in 2012 bedacht door Xxxx Xxxxxxx, als afstudeerproject voor zijn studie aan de Design Academy in Eindhoven. Hij ontwikkelde het concept in reactie op de observatie dat er jaarlijks steeds meer plastic wordt geproduceerd, maar dat we maar een heel klein deel van het plastic afval dat daaruit volgt, wordt gerecycled. Xxxx Xxxxxxx ontwierp
verschillende kleinschalige en open source plastic recycling machines, zodat mensen die zouden kunnen gebruiken om zelf plastic te recyclen. Aanvankelijk werd het idee door een enkeling opgepakt, maar door de inzet van een groeiend team (inmiddels meer dan
100 mensen) is het concept steeds toegankelijker gemaakt en ver-
voor plastic recycling bouwen en/of plastic recyclen om nieuwe producten te maken van ingezameld plastic afval7.
Hoe Repair Café’s en Precious Plastic bijdragen aan sociale innovatie voor de circulaire economie
Repair Café’s en Precious Plastic zijn uitstekende voorbeelden van
Lokaal gewortelde, maar (inter) nationaal verbonden burgerinitiatieven.
translokale - lokaal gewortelde, maar (inter)nationaal verbonden8- burgerinitiatieven die bijdragen aan sociale innovaties voor circulaire economie. Hun directe materiële bijdragen aan circulaire economie liggen in het voorkomen van en opnieuw waarde halen uit afval, door reparatie en recycling. Maar wat ze vooral interessant maakt, is de rol die sociale innovatie heeft (al dan niet
expliciet) in hun aanpak. Wat de initiatie- ven gemeen hebben, is dat ze een beroep
doen op het vermogen om de kennis en 19
vaardigheden te ontwikkelen die passen /
in een circulaire maatschappij9. Daaronder 56
vallen de reparatiekennis en -vaardigheden, kennis en vaardigheden in de ontwikkeling
van kleinschalige recyclingmachines, en kennis en vaardigheden in de ontwikkeling van nieuwe producten, gemaakt van een nog altijd on- dergewaardeerde maar breed beschikbare grondstof (plastic afval). De initiatieven bieden mensen de ruimte om zich te ontwikkelen als vaardige, kundige personen die op die basis zelf kunnen bijdragen aan een circulaire economie. Dit is een welkome afwisseling op de passieve notie van de mens als ’groene consument’, die hedendaag- se visies op circulaire economie domineert.
7 Xxxxxxxx, X., Xxxx, M., & Xxxxxxx, M. (2020b), Global Survey of Precious Plastic Projects: A Summary of Findings, Sustainable Consumption Institute - University of
der verfijnd. Inmiddels bestaan er wereldwijd verschillende soorten Precious Plastic werkplaatsen, waar mensen bijvoorbeeld machines
Manchester.
8 Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., xxx Xxxxx, X., & Xxxxxxxxxxxx, N. (2020), Transformative innovation and translocal diffusion, Environmental Innovation and Societal Transitions, 35, 251–260.
5 Stichting Repair Café International. (2020), Stichting Repair Café International: Jaar- verslag 2019. Stichting Repair Café International.
6 xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxx
9 Xxxxxx-Xxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxx, X. (2021), There is no sus- tainable circular economy without a circular society. Resources, Conservation and Recycling, 168, 105476.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 2 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
De bijdragen die de initiatieven door hun sociale innovaties leveren aan de circulaire economie liggen ook in de positieve verbindingen tussen mensen die zij tot stand brengen. Dat het verbinden van mensen een kernonderdeel is van Repair Café’s, blijkt alleen al uit de identificatie als een ’Café’. Maar het
Dit concept verbindt lokale Precious Plastic-initiatieven onderling. De nadruk ligt op het faciliteren van de (online) community die in de afgelopen jaren is gevormd.
samenbrengen van mensen is ook gewoon een expliciet onderdeel van de overkoe- pelende missie van het initiatief. Precious Plastic kent een sterke nadruk op het faci- literen van de (online) community die in de afgelopen jaren is gevormd. Met de komst van het concept van ’Precious Plastic Uni- verse’ is er bovendien een expliciete visie gekomen op verschillende lokale vestigin- gen die elkaar onderling versterken en die zijn ingebed in lokale gemeenschappen.
Het transformatief potentieel van translokale burgerinitiatieven
Repair Cafés en Precious Plastic zijn, vanuit een wetenschappelijke invalshoek, niet alleen interessante initiatieven vanwege de bijdragen die zij met sociale innovaties leveren aan een circulaire economie. Ze zijn ook interessant omdat ze zich in relatief korte tijd hebben gema- nifesteerd op verschillende schaalniveaus. In de kern zijn deze initia- tieven ‘translokaal’ van aard: Mensen die een Repair Café of Precious Plastic workshop beginnen, of zich daarbij aansluiten, worden niet alleen maar deelnemers aan een lokaal initiatief, maar nemen ook deel aan een bredere, inmiddels internationale beweging.
Deze beweging strekt overigens verder dan de initiatieven zelf. Re- pair Café’s bestaan immers naast andere, soortgelijke initiatieven die
Plastic is de bredere beweging waarin ze bestaan wellicht wat moei- lijker te duiden, maar er zijn veel andere manieren waarop mensen vanuit de ’grassroots’ in het geweer komen tegen het wereldwijde probleem van plastic afval en het schijnbare onvermogen van de ’traditionele spelers’ (bijvoorbeeld de bedrijven die de producten fabriceren, en waar het plastic afval vandaan komt) om er bevredi- gende oplossingen voor te bieden. Met andere woorden, Repair Café’s en Precious Plastic maken onderdeel uit van bredere sociale bewegingen, en vormen daarbinnen kristallisatiepunten waarin de ambities van deze bewegingen zich vertalen in concrete en lokale actie.
Als translokale burgerinitiatieven combineren Repair Café’s en Pre- cious Plastic het beste van twee werelden: Door hun lokale wortels zijn ze in staat activiteiten te ondernemen die inspelen op specifie- ke lokale omstandigheden en behoeften. Door hun (inter)nationale verbondenheid krijgen die activiteiten tegelijkertijd een massa en een momentum die nodig is voor het creëren en activeren van het
transformatief potentieel: het potentieel om dominante manieren 20
van denken en doen te veranderen of zelfs te vervangen10. Door /
een massa en momentum op te bouwen die niet is weggelegd voor 56
puur lokaal opererende initiatieven kunnen ze bredere veranderingen teweegbrengen. Door tegelijkertijd lokaal aansluiting te vinden op de leefwereld van een brede groep mensen zijn deze veranderingen geen ‘ver-van-mijn-bed-show’, maar zijn ze juist nauw verbonden met de alledaagse werkelijkheid van die mensen.
zelfs te vervangen.
Het potentieel om dominante manieren van denken en doen te veranderen of
op verschillende manieren werken aan missies die overlappen met
die van de Repair Café’s zelf. Hierbij valt te denken aan initiatiatie- ven als ’Restart Parties’, ’Men in sheds’, en de ’Right to Repair’-be- weging die uit de Verenigde Staten is overgewaaid. Voor Precious
10 Xxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X. X., Xxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxx, X., Xxxxxxxxx, M. S., Xxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., & X’Xxxxxxx, X. (2019), Transformative social innovation and (dis)empowerment, Technological Forecasting and Social Change, 145, 195–206. 2
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 2 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Het belang van intermediaire organisaties voor translokale burgerinitiatieven
In de vorming van translokale burgerinitiatieven zijn zogenaamde ’intermediaire organisaties’11, zoals de Repair Café Stichting Interna- tional cruciaal. Zo spelen zij een belangrijke rol in het ondersteunen van nieuwe, lokale vestigingen en het leggen van verbindingen er- tussen. Ze spelen bovendien een belangrijke rol in het verzamelen, vertalen en weer opnieuw verspreiden van kennis en ervaring die in en door de initiatieven wordt geproduceerd. Ze zijn ook een belangrijk gezicht van de initiatieven, en tot op zekere hoogte een spreekbuis.
Deze organisaties ondersteunen nieuwe, lokale ves- tigingen en leggen verbindingen. Zij verzamelen, vertalen en verspreiden ken- nis en ervaring van initiatieven, en zijn tot op zekere hoog- te een spreekbuis van initiatieven.
Daarmee hebben deze ’intermediaire organisaties’ potentieel een politieke rol waarin zij ook andere partijen, buiten de eigen gemeen- schap, in beweging zetten om bij te dragen aan een transformatie richting een circulaire econo- mie. Ze kunnen hierbij een beroep kunnen doen op het feit dat ze niet zomaar ’een roepende in een woestijn’ zijn, maar vertegenwoordigers van een translokale gemeenschap van mensen. Een belangrijke opmerking hierbij is dat het niet van- zelfsprekend is dat de organisaties deze politieke rol ook willen nemen. Precious Plastic en Repair Café’s beoefenen immers vooral een pragmati-
sche, materiële vorm van activisme, wat ze anders maakt dan bewe- gingen die een meer traditionele vorm van activisme bedrijven, zoals de protesten van ’Extinction Rebellion’.
In de manier waarop de Repair Café en Precious Plastic initiatieven zijn georganiseerd herkennen wij dus de verschillende niveaus van sociale innovatie die we onderscheidden in het eerste essay in deze
11 Xxxxxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxx, X. (2013), Grassroots innovati- ons in community energy: The role of intermediaries in niche development, Global Environmental Change, 23(5), 868–880.
bundel. Dat wil zeggen: afgezien van het individuele niveau, waarop we op basis van de grove schets die we hier geven geen zicht krij- gen. Onderstaand geven we in tabel 1 een beschrijving van de ver- schillende niveaus van sociale innovatie waarop de initiatieven impact hebben. Als we kijken naar de bredere bewegingen waar de Repair Café’s en Precious Plastic onderdeel van uitmaken, dan zien we een overeenkomst die vanuit het oogpunt van transformatieve sociale innovatie interessant is, namelijk dat de bewegingen bijdragen aan het onder een breed publiek (terug)brengen van vaardigheden die passen bij een circulaire maatschappij (zoals omschreven in het eerste essay). Daarin spelen mensen niet alleen een passieve rol als ‘groe- ne consumenten’, maar als vaardige mensen die in staat zijn om zelf dingen te repareren en te (her)maken. Ze creëren ‘verhalen van ver-
/
andering’12, nieuwe perspectieven die een alternatief bieden voor de 21
meer behoudende en nog steeds dominante perspectieven waarin 56
beleids- en marktactoren de hoofdrol spelen in de overgang naar een circulaire economie.
Een sociale innovatie kan transformatief zijn als deze ook de omgeving verandert en leidt tot grotere maatschappelijke veranderingen (op systeemniveau).
12 Xxxxxxxxx, X. X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxx, B., Xxxxxxxx, X., Xxxxx, X., & Xxxx- xxxxxxx, X. (2019), Narratives of change: How social innovation initiatives construct societal transformation, Futures, 112, 102433.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 2 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Tabel 1. Verschillende niveaus van sociale innovatie in de initiatieven.
Niveau | Repair Café’s | Precious Plastic |
Lokaal burgerinitiatief13 | Er bestaan meer dan 2000 Repair Café’s in 36 ver- schillende landen; Deze bestaan doorgaans uit ongeveer 30 vrijwilligers die meestal maandelijks bijeenkomen. | In december 2020 waren er op de community map van Precious Plastic 292 werkplaatsen, 37 verzamel- punten, 78 machinewerkplaatsen en 81 gemeen- schapspunten te tellen, in meer dan 80 landen. Pre- cious Plastic ‘vestigingen’ worden meestal gedreven door kleine teams. |
Translokaal burgerinitiatief | Repair Café’s hebben doorgaans een sterk idee van gezamenlijke identiteit en missie, wat in belangrijke mate is te danken aan de rol die de Stichting Repair Café International heeft gespeeld in de (inter)natio- nale verspreiding van het initiatief. | Precious Plastic werkplaatsen zijn heel divers in hun opzet en inbedding: variërend van hobby-werkplaat- sen tot kleine bedrijfjes tot projecten in onderwijs- instellingen. Desondanks bestaat er in het Precious Plastic initiatief een sterk gemeenschapsgevoel, want wordt ondersteund door een sterk online plat- form, verzorgd door het centrale Precious Plastic team (One Army). |
Transformatieve sociale beweging | Repair Café’s zijn te zien als een onderdeel van een bredere ‘repareerbeweging’ die strijdt voor het beter repareerbaar maken van producten en het verlengen van de levensduur ervan. Een onderdeel van de beweging die breder bekend is, is ‘Right to Repair’. Deze bredere beweging heeft al voor elkaar gekregen dat het recht om te repareren werd veran- kerd in het Circular Economy Action Plan van de Eu- ropese Unie. Hiermee laat de beweging zien dat ze in staat is om ook anderen in beweging te brengen. | Voor Precious Plastic is het minder makkelijk om een bredere beweging aan te wijzen waar zij onderdeel van uitmaken. Precious Plastic heeft affiniteit met andere initiatieven voor het bestrijden van plastic afval, maar ook met makersbewegingen. Vooral in het laatste opzicht draagt Precious Plastic bij aan de groei van een brede maatschappelijke beweging waarin mensen kennis en vaardigheden opdoen waarmee ze zelf dingen kunnen (her)maken. |
22
/ 56
13 De cijfers die hier worden gepresenteerd zijn deels gebaseerd op rapportages uit 2020 (Spekkink, Rödl & Charter, 2020a; 2020b) en deels op cijfers die eerder op basis van pu- blieke beschikbare gegevens zijn verzameld. De cijfers zijn momenteel hoogstwaarschijnlijk alweer anders.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 2 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Conclusie: Erken het belang van burgerinitiatieven in de transitie naar de circulaire economie
Repair Café’s en Precious Plastic zijn inspirerende initiatieven die ons veel leren over transformatieve sociale innovaties die kunnen bijdragen aan een transitie richting een circulaire economie, één die niet louter wordt gedreven door technologische en marktdynamiek. Deze, en soortgelijke initiatieven, zijn om meerdere redenen het nader onderzoeken waard. De vragen voor vervolgonderzoek (ken- nisagenda) die we aan het einde van deze essaybundel presenteren,
bieden daar aanknopingspunten voor. Naast het doen van verder on- derzoek, is het simpelweg belangrijk dat we (burger)initiatieven zoals Repair Café’s en Precious Plastic onder de aandacht blijven brengen. De visie op circulaire economie die momenteel in de literatuur en de praktijk dominant is, is er één met een vrij traditionele rolverdeling, waarin bedrijven circulaire businessmodellen ontwikkelen, beleidsmakers daarvoor de juiste condities scheppen, en ‘de mens’ in het algemeen vooral de rol speelt van groene consument14.
Burgerinitiatieven als de Repair Café’s en Precious Plastic bieden een interessante, alternatieve visie, met een rijker perspectief op een toekomst als een circulaire maatschappij15.
Kennisagenda: belangrijke vragen voor wetenschappelijk vervolgonderzoek
Uit het onderzoek in de werkgroep, zoals verwoord in dit essay, volgt een reeks vragen voor (wetenschappelijk) vervolgonderzoek. Het is
Burgerinitiatieven en ‘verhalen voor verandering’
Een belangrijk aandachtspunt in onze interesse in burgerinitiatieven op het gebied van Circulaire Economie/Circulaire Maatschappij is uiteraard de mate waarin zij bijdragen aan transformatieve innovatie: een onomkeerbare, blijvende verandering in sociale waarden, voor- uitzichten en gedrag16. Met andere woorden, een culturele omslag en collectieve gedragsverandering. Om vanuit de wetenschap na- dere beweringen te kunnen doen die de praktijk voorwaarts helpen, vraagt dat op de eerste plaats om een systematische analyse van de waarden, vooruitzichten en de sociale praktijken die deze initiatieven vertegenwoordigen. Deze kunnen we bijvoorbeeld in kaart brengen door hun ‘verhalen van verandering’ te reconstrueren:
⚫ Wat zijn de ‘verhalen van verandering’17 van bijvoorbeeld Repair Café’s, Precious Plastic18 en de bredere bewegingen waar ze onderdeel van uitmaken?
⚫ Hoe zijn deze veranderingen tot stand gebracht en wat is er
nodig om ze op andere plaatsen ook te laten ontstaan? 23
⚫ Welke waarden, vooruitzichten en praktijken worden in deze /
verhalen vertegenwoordigd? 56
⚫ Welke partijen spelen welke rol in deze verhalen van verandering?
⚫ Hoe verhouden deze verhalen zich tot ‘de status quo’ en tot andere, meer dominante verhalen over transities richting een Circulaire Economie?
⚫ Welke invloed hebben deze verhalen op het bredere discours over de transitie richting een Circulaire Economie en/of Maat- schappij?
een aanzet voor een ‘levende’ kennisagenda, die uiteraard nog niet compleet is.
14 Xxxxxx, X., & Xxxxx, X. (2016), Diversifying and de-growing the circular economy: Radical social transformation in a resource-scarce world, Futures, 82, 15–25.
15 Xxxxxx-Xxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxx, X. (2021), There is no sus- tainable circular economy without a circular society, Resources, Conservation and Recycling, 168, 105476.
16 Xxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X. X., Xxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxx, X., Xxxxxxxxx, M. S., Xxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., & X’Xxxxxxx, X. (2019), Transformative social innovation and (dis)empowerment, Technological Forecasting and Social Change, 145, 195–206.
17 Xxxxxxxxx, X. X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxx, B., Xxxxxxxx, X., Xxxxx, X., & Xxxx- xxxxxxx, L. (2019), Narratives of change: How social innovation initiatives construct societal transformation, Futures, 112, 102433.
18 Deze vragen hoeven zich uiteraard niet te beperken tot deze specifieke initiatieven, maar onzes inziens gelden deze initiatieven als leidende voorbeelden.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 2 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Translokale burgerinitiatieven en hun verhoudingen tot bredere sociale bewegingen
Tenslotte kunnen we vragen stellen over hoe de wederzijdse invloed tussen de meer duidelijk begrensde translokale netwerken, zoals die van Repair Café’s en Precious Plastic. En over de moeilijker af te bakenen sociale bewegingen waar ze (mogelijk) onderdeel van uit- maken, zoals de reparatie beweging- en de (her)makersbeweging.
Hier hangen ook vragen mee samen die gaan over het transformatie- ve potentieel van de translokale netwerken en hun bredere bewegin- gen:
⚫ Hoe beïnvloeden de ontwikkeling van translokale burger- initiatieven en de bredere sociale bewegingen waar ze onderdeel van uitmaken elkaar?
⚫ Hoe kunnen we het transformatief potentieel van burger- initiatieven en bredere sociale bewegingen kenmerken en welke wederzijdse invloeden zien we in de ontwikkeling en uitoefening
van dit potentieel? 24
⚫ Welke ondersteuning en weerstand ontmoet de circulaire /
beweging vanuit het openbaar bestuur? 56
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 3 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
De maatschappijbrede transities waarvoor onze samenleving zich gesteld ziet, komen alleen dán (op tijd) tot stand, wanneer de instituties Burgers, Overheid, Markt en Maatschappelijke Organisaties effectief samenwerken. In dit derde essay beschrijft projectmanager Xxxxx Xxxxxxxxxx, op basis van de interviews die zij hield met de betrokken wetenschappers, de uitdagingen die burgerinitiatieven ontmoeten, waar zij de samen- of medewerking nodig hebben van overheid en bedrijven om de impact te
/
realiseren die zij kúnnen realiseren. 25
Hoe worden burgerinitiatieven door andere 56
‘regimespelers’ betracht? Hoe komt het dat wet- en regelgeving burgerinitiatieven vaak juist in de weg zit om ‘het goede’ te doen? Waar lopen initiatieven tegenaan bij het vinden van financiering en in de verhouding tot private partijen? Hoe gaat het gevestigde ‘systeemdenken’ om met de alternatieve manieren van organiseren die circulaire initiatieven voorstellen?
Xxxxx Xxxxxxxxxx brengt de verschillende gebieden in kaart waar circulaire burgerinitiatieven dilemma’s, uitdagingen en afhankelijkheden tegenkomen die hun
potentieel tot transformatie belemmeren, en hen soms zelfs in het voortbestaan bedreigen.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
Essay 3
ESSAY 3 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
voor Circulaire
26
56
6 Grote uitdagingen Burgerinitiatieven /
Xxxxx Xxxxxxxxxx0
Burgerinitiatieven hebben de potentie om de transformatie naar een meer circulaire en inclusieve economie een flinke impuls te geven. Toch is hun impact vaak nog beperkt. Hoe komt dat? Voor deze essaybundel interviewde Het Xxxxxx Xxxxx betrokken wetenschappers over de vraag wat voor burgerinitiatieven de grootste uitdagingen zijn om
hun ‘transformatief potentieel’ te realiseren. Dit is het potentieel om dominante manieren van denken en doen
te veranderen of zelfs te vervangen.
1 Projectmanager Het Groene Brein.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 3 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Net als in de rest van de essaybundel, kijken we ook hier door de lens van Transformatieve sociale innovaties (TSI)2 (zie ook het eer- ste essay). Dit theoretische systeem-
Een sociale innova- tie kan transforma- tief zijn als deze ook de omgeving veran- dert en leidt tot gro- te maatschappelijke veranderingen (op systeemniveau).
perspectief geeft inzicht in de herkomst van belemmeringen en uitdagingen.
Deze inzichten kunnen burgerinitiatieven op diverse manieren ondersteunen:
1 Kennisautoriteit
Het in kaart brengen van (en verder on- derzoek doen naar) belemmeringen en
(dominante manieren van denken, doen en organiseren, die dikwijls contraproductief werkt voor burgerinitiatieven). Niet alleen kunnen burgers zien welke rol ze zelf innemen, ook kunnen ze zien wie de regimespelers zijn en welke strategieën zij inzetten om hun belangen te beschermen en machtsbasis te behouden (wat voor burgeriniti- atieven veel belemmeringen opwerpen). En zo wordt ook duidelijk waarom zij - als ‘niches’ die iets radicaal anders doen dan de status quo
- vaak allerlei drempels ervaren wanneer zij willen doorgroeien.
3 Slim verbinden
Door de uitdagingen inzichtelijk te maken, kunnen burgers beter nadenken over strategieën en kansen om deze weg te
uitdagingen, kan bijdragen aan (weten-
schappelijke) erkenning van – en inzicht over – de worste- ling die burgers in circulaire burgerinitiatieven ervaren. Dit kan voor burgers bekrachtigend werken en het kan amb- tenaren motiveren om burgerinitiatieven beter te onder- steunen. Zo wordt voor burgers zichtbaar dat ze niet alleen staan in hun worsteling en dat ze juist van waarde zijn voor een grotere opgave. Het initiatief kan zich vanuit dat besef, in combinatie met kennis uit de wetenschap, effectiever positioneren bij ambtenaren. Een lokaal initiatief dat onder- deel is van een bredere (translokale) beweging, heeft meer autoriteit. (zie ook essay 2)
In een maatschap- pelijke omgeving zijn gevestigde, dominante structu- ren, opvattingen, waarde en praktij- ken, dat noemen we een ‘regime’. Men- sen en organisaties die zich daar vanaf keren en anders denken, doen en organiseren, duiden we aan met ‘niches’.
2 Systeemdenken
Het worstelen met belemmeringen kan
Sociaal leren is leren in groepsver- band, in interactie met anderen. Een leerproces dat kan ontstaan wanneer diverse actoren in dialoog gaan over een maatschap- pelijk probleem en samen alternatieve oplossingen en ma- nieren van samen-
nemen of aan te pakken. Wat zijn vervolgstappen die ze zelf kunnen maken? Zo kunnen zij bijvoorbeeld bewust de samenwerking opzoeken met andere spelers/partij- en, zoals ondernemende overheidsambtenaren of voor- uitstrevende private bedrijven (de “koplopers” van het regime). Of ze kunnen juist meer verbinding aangaan
met andere burgerinitiatieven (en een breder netwerk 27
56
creëren binnen de niches). Door die verbindingen aan /
leven uitdenken en
uitproberen
te gaan, kan het sociale leren van elkaar bevorderd worden, en kan uiteindelijk het vermogen om te handelen van burgerinitiatieven worden vergroot, wat de transitie naar een circulaire economie kan versnellen, zoals het eerste essay laat zien.
leiden tot gevoelens van frustratie bij bur- gers die participeren in een burgerinitiatief. Het plaatsen van de belemmeringen in het kader van TSI, stelt burgers in staat hun eigen ervaringen in perspectief te plaat- sen, omdat er een context wordt gecreëerd waarbinnen ze zich kunnen verhouden. Daar- door kunnen ze zien welke rol ze innemen ten opzichte van het bestaande ‘regime’
2 Xxxxx, P. J., Xxxxxxx, X., & Xxxxxxxxx, X. (2019),
Burgers, overheden, en de transitie naar aardgasvrije wijken.
Uitdagingen
In dit essay beschrijven we 6 belangrijke uitdagingen die uit de interviews met de auteurs van deze bundel naar voren kwamen. Enerzijds komen diverse belemmeringen aan bod die het realiseren van de maatschappelijke veranderingen verhindert. Zo kan wet- en regelgeving rondom afval (regels over de verwerking en het vervoer van afval), bijvoorbeeld worden ervaren als een belemmering in het hergebruik van afval door burgerinitiatieven. Anderzijds gaat het over lastige keuzes en kwesties die veel burgers en burgerinitiatieven tegenkomen, en die hun transformatief potentieel kunnen ondermijnen.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 3 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
1 Het ontbreken van kapitaal
Het ontbreken van verschillende soorten kapitaal kan de continuïteit of het doorgroeien van een burgerinitiatief belemmeren. Burger- initiatieven zijn namelijk afhankelijk van diverse vormen van kapitaal om hun activiteiten te ontplooien (zoals financieel, menselijk (human capital), sociaal, cultureel en symbolisch kapitaal). Zo vormen het ontbreken van geld en tijd een veel voorkomende belemmering.
Een burgerinitiatief draait meestal op vrijwilligers, waardoor er vaak beperkte financiële slagkracht en professionaliteit aanwezig zijn;
de leden hebben slechts beperkt tijd voor het uitvoeren van hun activiteiten. Ook het ontbreken van specialistische kennis vormt een belemmering. Dan kan het bijvoorbeeld gaan om het ontbreken van organisatorische vaardigheden, technische knowhow, kennis over rele- vante wet- en regelgeving of ervaring in het schrijven van subsidieaan- vragen. Ook het ontbreken van wetenschappelijke erkenning en de legitimering van de activiteiten door de wetenschap, kan een belem- mering zijn. Burgerinitiatieven worstelen regelmatig met het legitime- ren van hun activiteiten, bijvoorbeeld voor het aantrekken van subsidies. Dit gebrek aan zogenoemd ‘symbolisch kapitaal’ (prestige, status, er- kenning en/of autoriteit) bemoeilijkt het aantrekken van financiering.
2 Radicaal anders organiseren
Burgerinitiatieven hanteren andere manieren van denken, doen en or- ganiseren. Zij handelen vaak ook vanuit een (radicaal) ander waarden- perspectief dan regimespelers. Deze kunnen botsen met gevestigde
en regelgeving dat bepaalde circulaire activiteiten verbiedt. Want vaak zijn bestaande regels niet ontwikkeld, open en receptief genoeg voor de sociale innovaties van en door burgerinitiatieven. Dit kan het handelen van laatstgenoemde bemoeilijken. Dit ervaart bijvoorbeeld ‘de wormenkoning’ Xxxxx van Groningen3.
Xxxxx haalt groente- en fruitresten op bij lokale restaurants. Dit wordt gevoerd aan wormen die het verwerken tot zo- genaamde wormencompost of wormenthee. De wormen worden in de wet beschouwd als landbouwdieren en de uitwerpselen van de worm als dierlijke mest. Dit betekent dat die regels voor het gebruiken en vervoeren van dierlijke mest, ook hier van toepassing zijn. Bovendien is het in de huidige regels niet toestaan om keukenafval en etensresten te voeren aan landbouwdieren. De verwerking van het afval
door wormen wordt in veel gevallen gedoogd, maar is in feite in strijd met geldende regels. Dit vormt een hindernis in het
opschalen en professionaliseren van deze methode. 28
Ander overheidsbeleid en meer overheidsondersteuning is nodig om belemmeringen weg te nemen. Zo is er veel te winnen met aanpassing van wet- en regelgeving, maar ook met co-creatie en co-productie tussen overheid en burgers op lokaal niveau. Dat is
nodig om bewonersinitiatieven op buurtniveau transformaties vorm te laten geven, en burgers te activeren en te laten participeren4.
3 Veranderende verhouding tussen overheid en burgers
Publieke taken worden steeds meer gedecentraliseerd en burgers wordt een meer zelfredzame rol toegedicht. Bij deze ontwikkeling van een verzorgingsstaat naar een ‘participatiesamenleving of
structuren. Vernieuwende initiatieven moeten namelijk hun activiteit-
en noodgedwongen ontplooien binnen de systemen die ze proberen
3 Xxx, X. (2021), Van Wormenhotel tot Wormenkoning, P+ People Planet Profit, Jaar-
te veranderen. Dat levert al snel wrijving op, want volgens oude spel- regels een nieuw spel spelen is lastig. Een voorbeeld hiervan is wet-
gang 19(3). xxxxx://xxx.x-xxxx.xx/xx/xxxxxx/Xxx-Xxxxxxxxxxx-xxx-Xxxxxxxxxxxx
4 Beers, PJ, Oxenaar, S, Notermans, I (2019), Burgers, overheden, en de transitie naar aardgasvrije wijken: Monitoring en wetenschappelijke inzichten over burger- en overheidsparticipatie, DRIFT, Rotterdam.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 3 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
doe-democratie’5,6 veranderen de verhoudingen tussen overheid en burgers. Xxxxxxx gaan hierdoor steeds meer (mede)verantwoorde- lijkheid dragen voor publieke taken en nemen ook steeds vaker het initiatief om zichzelf te organiseren en meer duurzame paden voor zichzelf te ontwikkelen. Hierdoor ontstaan er op allerlei gebieden (afval, kleding, voedsel, energie) nieuwe maatschappelijke initiatie- ven. Hierbij verwachten burgers een nieuwe rol van de overheid, waarbij de overheid niet belemmerend optreedt, maar initiatieven juist ondersteunt en faciliteert7. Deze verhoudingen vragen om ge- lijkwaardige, nieuwe samenwerking tussen overheid en burger, met nieuwe spelregels.8 Daarbij heeft de mate waarin een initiatief vanuit de overheid wordt ondersteund, invloed op het voortbestaan van burgerinitiatieven9,10.
De vraag is echter in hoeverre de overheid openstaat voor verande- rende verhoudingen tussen burgers en openbaar bestuur. Xxxxxxxx- noemde staat er namelijk niet áltijd om te springen, zo blijkt11. Het samenwerken met burgerinitiatieven vraagt om een bepaalde mate van het uit handen geven van verantwoordelijkheden en (mede-)eige- naarschap over de invulling en uitvoering van beleid. De invulling die burgers geven aan projecten op basis van hun eigen visie, kan heel anders zijn dan de beleidsmaker in gedachten had. Dit kan als riskant worden ervaren voor de agenda en positie van bijvoorbeeld een wet- houder. Soms wordt ook de motivatie van de initiatiefnemer niet er- kend door de overheid, wat relateert aan het eerdergenoemde ont- breken van legitimiteit en symbolisch kapitaal van burgerinitiatieven. Dit kan door initiatiefnemers worden beschouwd als een gebrek aan
5 Xxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., & xxx Xxxxxxxxxxx, X. (2015). Doe-demo- cratie: Niche, visie of hype, Rotterdam: DRIFT, Erasmus Universiteit.
6 xxx xx Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., & XXXX-XXXXXXXX, M. J. (2010). Burgerschap in
vertrouwen12. Aan de kant bij overheden bestaat soms aarzeling over de vraag voor wie burgerinitiatieven nou eigenlijk spreken en waarde creëren. Ambtenaren kunnen bang zijn dat ze met het ondersteunen van een burgerinitiatief alleen een beperkt, relatief welvarend clubje mensen nog eens extra helpen, terwijl anderen die hulp misschien harder nodig hebben (zie ook uitdaging 6).
Het samenwerken tussen overheid en burgerinitiatieven kan verder bemoeilijkt worden, doordat burgerinitiatieven vaak een integrale aanpak hanteren, terwijl gemeenten sectoraal zijn ingericht. Burger- initiatieven moeten hierdoor samenwerken met verschillende afde- lingen van een gemeente, die bovendien soms onderling verschillen in visie en aanpak, weinig of moeilijk communiceren met elkaar, en waarvan de wethouders niet noodzakelijkerwijs dezelfde doelen nastreven. Ook is het mogelijk dat ambtenaren niet altijd over de competenties beschikken om proactief samen te werken met burger- initiatieven, of hiervoor onvoldoende ruimte krijgen binnen hun organisatie.
29
56
4 Dilemma’s rond het vergroten van impact /
In de TSI van burgerinitiatieven vinden we ideeën en principes die interessant zijn om onderdeel te laten worden van het regime; meer vanzelfsprekend en geïnstitutionaliseerd. Maar ondanks dat burger- initiatieven radicale, duurzame maatschappelijke veranderingen na- streven, willen ze niet altijd onderdeel van dat regime worden. Vaak zetten burgerinitiatieven zich namelijk af tégen dat regime en willen ze hun eigenheid behouden en goed ingespeeld blijven op hun speci- fieke lokale context. Dat kan in strijd zijn met het maken van wezenlijke impact op maatschappijbreed of translokaal niveau, waarbij ze mogelijk
op enig moment ook moeten samenwerken met andere regimespelers,
de doe-democratie, Nicis.
7 Xxxxx, X. (2011). De energieke samenleving. Op zoek naar een sturingsfilosofie voor een schone economie, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
8 Xxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., & xxx Xxxxxxxxxxx, X. (2015), Doe-demo- cratie: Niche, visie of hype, Rotterdam: DRIFT, Erasmus Universiteit.
zoals overheid of private partijen. Enerzijds kunnen burgerinitiatieven dus een blokkade ervaren in het opzoeken van samenwerkingsverban- den, en anderzijds willen ze duurzame veranderingen nastreven en
9 Xxxxxxxx, B., Xxxxx, X., Xxxxxx, X., & Xxxxxxxx, X. (2018), The role of intermedia- ries in supporting local low-carbon energy initiatives, Sustainability, 10(7), 2450.
00 Xxxxxxx, X., Xxxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxx, X. (2018), Burgerinitia-
impact vergroten. Dit is een interessant dilemma dat hun transforma- tief potentieel – en daarmee hun bijdrage aan het versnellen van de
tief: Waar een wil is….: Onderzoek naar de rol van overheidsinstanties bij burgerini-
tiatieven (2018/020), De Nationale Ombudsman.
11 Xxx xxx Xxxxxxx, J., xxx Xxx, R. I., Xxx Xxxxxxxxx, R., Xxxxxxxx, I. E., & Xxx Xxxxxx,
I. (2011). Experimenteren met burgerinitiatief, van Doe-het-zelf naar Doe-het-samen Maatschappij.
12 Xxx xxx Xxxxxxx, J., xxx Xxx, R. I., Xxx Xxxxxxxxx, R., Xxxxxxxx, I. E., & Xxx Xxxxxx,
I. (2011). Experimenteren met burgerinitiatief, van Doe-het-zelf naar Doe-het-samen Maatschappij.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 3 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
5 Uitdagingen rond participatie en betrokkenheid
Ook zijn er dilemma’s met betrekking tot het vinden van genoeg ge- motiveerde burgers die willen participeren in het initiatief. Hoewel veel burgers graag kritisch meedenken over beleid en de ontwikke- ling van hun eigen leefomgeving, hebben veel van hen weinig tijd of zin om zich in te zetten voor een collectief vraagstuk, zoals een scho-
14
spanningen impact hebben. Deze uitdagingen kunnen vanuit de ge- dragspsychologie en gedragseconomie verklaard worden en worden in het vierde essay toegelicht.
6 Uitdagingen rond uitsluiting en inclusie
Ondanks veel voorbeelden van succesvolle circulaire burgerinitiatie- ven waarin burgers zelf zeggenschap hebben over hun eigen leefom- geving, worden er ook kritisch vragen gesteld. In hoeverre zijn deze initiatieven voldoende democratisch en leiden ze bijvoorbeeld niet tot uitsluiting van de minder zelfredzame, minder actieve burgers
of gemarginaliseerde groepen in de samenleving? Op dit moment lijken de meeste (maar niet alle) initiatieven geïnitieerd door vooral witte, hoogopgeleide burgers, en vaak zijn ook alleen andere witte burgers geïncludeerd en betrokken bij het initiatief15,16. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, mensen met een verstandelijke be- perking, vrouwen, mensen die een andere taal spreken, jongeren (die vanwege hun leeftijd nog niet serieus worden genomen), lager op- geleiden, ouderen en mensen van kleur worden niet altijd betrokken
/
bij een initiatief17. Of ze hebben niet voldoende kapitaal of tijd 30
nere leefwereld . Deze dilemma’s hebben te maken met gedrag en
om zelf een initiatief te starten, in een initiatief te participeren, of ze 56
motivatie van mensen. Hoe krijg je burgers mee in een burgerinitia- tief wat zich richt op circulariteit met als uiteindelijke doel het vermin- deren van opwarming van de aarde of grondstoffen schaarste? Zeker als de baten (zoals een schonere, rechtvaardiger leefwereld, minder klimaatopwarming) pas op langere termijn zichtbaar zijn, terwijl de kosten” (zoals tijd en geld) op de korte termijn al voelbaar zijn. Of als het realiseren van bijvoorbeeld klimaatdoelen een collectieve inspan- ning vereist, waarbij individuen afhankelijk zijn van (evenredige) in- spanningen van anderen. In dat geval zijn sommige mensen geneigd niets te doen; ze nemen het risico dat de ander verzaakt liever niet.
kennen de weg niet om dit te kunnen doen18,19. Inclusiviteit is daar- mee een uitdaging die aandacht vraagt. Want wiens visies, belangen, perspectieven en gesitueerde kennis krijgen een podium en stem (en welke niet)? En welke worden (systematisch) uitgewist en uitgeslo- ten? En wat doet dat met de soort oplossingen die worden aange-
En wat nou als al je inspanningen niet zeker tot een gewenste impact
leiden (zoals vermindering van de opwarming van de aarde)? Mensen zijn sneller geneigd iets te doen wanneer ze zeker weten dat hun in-
13 Xxxxx, X., Xxxxxxxxxxxxx, X., & Xxxxxxxx, X. (2018), Transition without conflict? Re- newable energy initiatives in the Dutch energy transition, Sustainability, 10(6), 1721.
14 Xxxxxxxxxx, X. (2012). De burger aan zet: Lessen uit de praktijk: overheidsparticipatie.
15 Xx Xxxxxx, X. (2017), Participatiesamenleving anno 2017: volop kansen.
16 Xxxxxxxxx, X., Xxxx, X. & ’t Xxxx, M. (2015), Xxxxxxxx in de buurt: over burgerpar- ticipatie en ongelijkheid in steden, Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam / Erasmus Centre for Citizenship, Migration and the City (CIMIC).
17 Xxx Xxxxxxxxxxx, X., Xxxxx, X. & Xxxxxx, X. (2014), Burgermacht op eigen kracht? Een brede verkenning van ontwikkelingen in burgerparticipatie, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
18 Xx Xxxxxx, X. (2017), Participatiesamenleving anno 2017: volop kansen.
00 Xxxxxxx, X., Xxxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxx, X. (2018), Burger- initiatief: Waar een wil is….: Onderzoek naar de rol van overheidsinstanties bij burgerinitiatieven (2018/020), De Nationale Ombudsman.
dragen voor de transitie naar circulaire economie? Als niet iedereen wordt vertegenwoordigd, dragen oplossingen dan ook niet bij aan
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
de trend van een groeiende sociale ongelijkheid?20 En welke groepen worden bevooroordeeld en hebben baat bij oplossingen? En welke groepen worden niet waargenomen, erkend, benadeeld of zelfs uit- gesloten? In dekoloniaal onderzoek is al veel onderzoek gedaan naar uitsluitingsmechanismen en de effectiviteit van interventies. Het lijkt interessant om in vervolgonderzoek de kruisbestuiving tussen deze disciplines te verkennen.21
Burgerinitiatieven ervaren diverse uitdagingen, wat hun transforma- tief potentieel vermindert. Deze uitdagingen hebben te maken met;
(1) het ontbreken van divers kapitaal, (2) het radicaal anders organi- seren en daarmee botsen met gevestigde systemen, (3) een veran- derende verhouding tussen burgers en overheid, (4) enerzijds impact willen vergroten en anderzijds niet (alsnog) deel willen worden van de sturingen van het systeem, (5) het betrekken van voldoende gemoti- veerde burgers bij een initiatief om zo massa te creëren en (6) uitda- gingen rondom uitsluiting en inclusie.
Om het transformatief potentieel van burgerinitiatieven beter te benutten voor de circulaire transitie, is vervolgonderzoek nodig naar deze uitdagingen en mogelijke oplossingsrichtingen en interventies. Dit kan het beste plaatsvinden in een samenwerking tussen weten- schap, burgerinitiatieven en de overheid. Zij hebben elkaar hierin nodig.
31
/ 56
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
20 Xxxxxxx, X. (2014), Rijk geschakeerd. Op weg naar de participatiesamenleving, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag.
21 Dekolonialiteit is een denkrichting die zich richt op het confronteren en ontwarren van voornamelijk een eurocentrische kennisproductie. De dekoloniale beweging omvat diverse vormen van kritische theorie. In zijn academische vormen analyseert het klassenonderscheid, etnische studies, genderstudies en gebiedsstudies. Met name omtrent het vraagstuk van uitsluiting en inclusie is het belangrijk dat er ook vanuit deze lens onderzoek wordt verricht. Zie ook: Xxxxxxx, X. (2007). Colonia- lity and modernity/rationality, Cultural studies, 21(2-3), 168-178. & Xxxxxxx, W.
D. (2011). Introduction Coloniality: The Darker Side of Western Modernity, In The Darker Side of Western Modernity (pp. 1-24), Duke University Press.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 3 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Kennisagenda: belangrijke vragen voor wetenschappelijk vervolgonderzoek
Impact versus schaal
Het succes van burgerinitiatieven steunt op de betrokkenheid van hun deelnemers. Xxxxxxx moeten zich niet laten leiden tot een defaitisme dat een gevolg kan zijn van het sociale dilemma waar ze zich in bevinden. Van belang is dat het initiatief de deelnemers het vertrouwen geeft dat het zinvol is en tot resultaat leidt. Onderzoek is vooral gericht geweest op de eisen die aan een initiatief gesteld
moeten worden om als organisatie effectief te zijn. Daarbij wordt 32
56
dan vooral gekeken naar de impact door het realiseren van schaal en /
schaalvoordeel. Denken in termen van lokale netwerken van initiatie- ven biedt mogelijk een oplossing. Andere organisatievormen zullen in bepaalde contexten meer geëigend zijn om die balans te realiseren. Ook is het van belang inzicht te krijgen in de rol van stakeholders.
Klanten, zakenpartners en overheden kunnen bijdragen aan het suc- ces van dergelijke (samenwerkingsvormen) van burgerinitiatieven.
Interessante onderzoeksvragen zijn:
⚫ Hoe kan betrokkenheid van burgers verder worden vergoot?
⚫ Wat is de juiste balans tussen schaal, professionalisering en betrokkenheid?
⚫ Welke organisatievormen dragen bij aan het realiseren van die balans?
⚫ Hoe kunnen klanten, overheden en grote, duurzame bedrijven, samenwerken met dit soort burgerinitiatieven?
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 4 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Circulaire burgerinitiatieven zijn voor het slagen van hun zaak en het realiseren van positieve impact afhankelijk van de participatie en betrokkenheid van hun deelnemers.
In het vierde essay van deze bundel gaan wetenschappers Xxxxx Xxxxxxxxxx en Xxxxx Xxxxx dieper in op de sociale dilemma’s waar burgerinitiatieven en hun communities tegenaan lopen.
Hoe zorg je als community voor de onderlinge verbinding en houd je de motivatie in stand?
/
Welke psychologie speelt er in de ‘Tragedy 33
of the Commons’, die burgerinitiatieven 56
moeten overbruggen? En wat doe je als initiatiefnemers, wanneer je op kleinere, lokale schaal succes bewijst – en meent dat je dus meer impact zou kunnen maken met het initiatief? Verdwijnen met schaalvergroting en professionalisering niet precies díe dingen die de fundamenten zijn onder een community: gedeelde waarden, sociale verbinding, betrokkenheid en onderling vertrouwen?
Verliest een burgerinitiatief niet haar identiteit en autonomie, wanneer zij zich met een overheid inlaat, of een private partij? De auteurs besluiten dit essay met de rol die een translokaal netwerk zou kunnen spelen in de oplossing van dergelijke dilemma’s.
Essay 4
ESSAY 4 / 5
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
enurdgielerminmitia’tsiervoennd pscahratiaclivpeartgieroetning
Jeske Nederstigt1 en Xxxxx Xxxxx0
Om als burgerinitiatief daadwerkelijk bij te kunnen dragen aan de transitie naar een circulaire economie, is het enerzijds van belang dat er voldoende burgers meedoen in het initiatief. Immers, hoe meer participatie, hoe meer
massa er gecreëerd wordt, hoe groter de impact van het 34
56
initiatief is en hoe sneller de transitie naar een circulaire /
samenleving gerealiseerd kan worden. Maar hoe krijg je nou voldoende burgers mee om ook in jouw initiatief te participeren? Zeker als de ‘baten’ (zoals een schonere leefwereld of minder opwarming van de aarde) pas op lange termijn zichtbaar zijn, terwijl de ‘kosten’ (zoals tijd, inspanning en geld) op de korte termijn al voelbaar zijn.
Anderzijds is het voor de transitie naar een circulaire economie van belang dat de impact vergroot kan worden, door bijvoorbeeld het initiatief op meerdere locaties te herhalen, te profiteren van schaalvoordeel, risico’s te kunnen nemen en de overhead op projecten te verkleinen. Schaalvergroting kan echter ook leiden tot verlies van betrokkenheid, zeggenschap en eigenheid, wanneer daarbij voorbij wordt gegaan aan de lokale context en de idealen van het initiatief.
1 Onderzoeker Sociale Innovatie en Gedragsverandering, Fontys Lectoraat Circulaire Transitie.
2 Hoogleraar bedrijfsethiek en Duurzaamheid, Vrije Universiteit van Amsterdam.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 4 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Deze twee aspecten komen aan bod in dit essay: (1) de sociale dilem- ma’s die burgers kunnen ervaren bij de keuze om wel of niet in een initiatief te participeren en (2) de organisatie keuzes met betrekking tot het vergroten van impact op de ontwikkeling van de circulaire economie. Tussen beiden is sprake van een paradoxale samenhang: het vergroten van impact van de organisatie is aantrekkelijk voor burgers. Hoe groter de impact, des te zinvoller is participatie. Maar wanneer de vergroting van impact schaalvergroting, professionali- sering en centralisering inhoudt, kan dat ook ten koste gaan van de betrokkenheid van burgers bij het initiatief. Een translokaal netwerk ter ondersteuning van burgerinitiatieven kan bijdragen aan een even- wichtige balans tussen effectiviteit ener-
Lokaal gewortelde, maar (inter)nationaal verbonden burgeri- nitiatieven.
zijds en betrokkenheid en participatie an- derzijds. Impact moet niet alleen worden gezocht in schaalvergroting, maar juist ook in versterking van de betrokkenheid van en participatie door deelnemers.
Sociale dilemma’s rond participatie aan een burgerinitiatief
Wie ervoor kiest om in het belang van het klimaat korter te douchen, kiest voor duurzaamheid en geeft wat luxe en comfort op. Het verlies aan luxe en comfort is direct, terwijl de bijdrage aan het milieu onze- ker is, afhangt van de bereidheid van anderen om zich evenzo voor duurzaamheid in te zetten, en pas op de lange termijn zichtbaar is.
Probleem dat ont- staat wanneer indi- viduen alle toegang hebben tot een gemeenschappelijk goed, maar door primair te handelen uit eigenbelang, tegen het gemeen- schappelijk belang en dat van andere individuen ingaan.
The Tragedy of the Commons
Milieubewuste keuzes zijn te zien als ‘sociaal dilemma’: een situatie waarin je kunt kiezen tus- sen eigenbelang en het gemeenschappelijke be- lang. Daarbij is het individuele belang vaak strijdig met het gemeenschappelijke belang en zijn be- trokkenen van elkaar afhankelijk voor het realise- ren van het gemeenschappelijke – en mogelijk het gemeenschapsbelang. De ecoloog Xxxxxxx Xxxxxx
(1968)3 beschreef dit als de ‘Tragedy of the commons’: als iedereen zich inzet voor het gemeenschappelijke belang behalve één persoon, dan is die ene ‘free rider’ het beste af. De free rider doucht lekker lang en profiteert uiteindelijk toch van eventuele klimaat voordelen die dankzij de inzet van de anderen gerealiseerd worden. Echter, als iedereen zo denkt wordt het gemeenschappelijke belang niet bereikt en is iedereen uiteindelijk slechter af.
Participeren in een duurzaam burgerinitiatief zoals Herenboeren heeft individuele en op korte termijn merkbare nadelen. Leden beta- len een inlegbedrag plus een vast bedrag per week en er wordt van tijd tot tijd een beroep gedaan op hun hulp bij klussen. De voordelen voor de deelnemer zijn - naast bijdragen aan een duurzame wereld - een wekelijks pakket groente, fruit en eieren en ‘deel uitmaken van de community’. Behalve maatschappelijke voordelen (verduurzaming van de landbouw) heeft participatie dus ook individuele voordelen.
Het leveren van een bijdrage aan duurzaamheid wordt ondersteund door het directe voordeel voor de deelnemer.
35
De maatschappelijke voordelen zullen echter pas worden gereali- /
seerd wanneer voldoende mensen meedoen, en dat geldt ook voor 56
de individuele voordelen (het wekelijkse pakket aan groente, fruit en eieren). De gevraagde vrijwillige hulp bij klussen, die nodig is om de individuele en de gemeenschappelijke opbrengsten te realiseren, heeft het risico op het zogenoemde free riding in zich. Dus ook hier,
net als in het voorbeeld van korter douchen, is het individuele belang (minimale inzet, bij maximaal voordeel), strijdig met het gemeen- schappelijke belang en zijn deelnemers voor het verzekeren van vol- doende opbrengst van elkaars goede wil afhankelijk.
Gedragseconomie en Xxxxxxxx’x systeem 1 en 2
De gedragseconomie kan helpen om inzicht te krijgen in de werking van het hierboven beschreven sociaal dilemma. Mensen handelen namelijk niet louter als rationele besluitnemers zoals de gangbare economie veronderstelt. Volgens de gedragseconomie draagt inzicht in de psychologische factoren die van invloed zijn op het gedrag van mensen, bij aan een beter inzicht in economisch gedrag. Een van de
3 Xxxxxx, X (1968), The Tragedy of the Commons, Science, 162 (3859): 1243–1248.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 4 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
grondleggers van de gedragseconomie, de psycholoog Xxxxxxxx0, maakt onderscheid tussen twee systemen in de hersenen die bepa- lend zijn voor gedrag:
‘Systeem 1’ → betreft onbewuste, automatische processen. Ze zijn niet erg flexibel of nauwkeurig, maar verlopen snel en kosten weinig energie. Systeem 1 fungeert als een automatische piloot en reageert altijd, ook zonder bewuste aandacht te besteden aan een situatie. ‘Systeem 2’ → betreft bewuste processen die weloverwogen verlo- pen. Ze zijn nauwkeurig en flexibel, maar verlopen langzamer dan de processen in Systeem 1 en kosten meer energie.
Systeem 1 is vooral verantwoordelijk voor emotionele, affectieve re- acties terwijl Systeem 2 vooral cognitieve reacties betreft. Nadenken over de vraag of je je wil inzetten voor ‘eventuele voordelen op lange termijn, die bovendien afhankelijk zijn van wat anderen doen’ vraagt activiteit van Systeem 2, en dus energie, terwijl de gemakkelijke, automatische processen van Systeem 1 instinctief voorrang geven aan zekere, individuele en korte termijn belangen.
De inzichten van Xxxxxxxx doen vermoeden dat mensen niet ge- makkelijk milieubewuste keuzes maken. Waarom zijn bepaalde burge- rinitiatieven – zoals Herenboeren (samen duurzaam voedsel produce- ren) – dan toch succesvol? De eenvoudigste verklaring is het gegeven dat Herenboeren naast collectieve ook individuele voordelen ople- vert. Het succes van Xxxxxxxxxxx sluit aan op meer ‘vuistregels’ van Systeem 1, waardoor mensen er gemakkelijk voor kiezen om te (blij- ven) participeren. Zo werkt het delen in de concrete oogstopbrengst bijvoorbeeld als een incentive, dat stimuleert om door te gaan; zoals een stappenteller mensen motiveert om meer te lopen5. Maar ook het idee bij te dragen aan een betere wereld heeft een emotionele lading: het geeft de deelnemer het gevoel ‘goed bezig te zijn’ kan gemakkelijk leiden tot een positieve ‘Systeem 1 beslissing’.
Het sociaal dilemma rond deelname aan dit burgerinitiatief wordt bovendien afgezwakt doordat de zichtbare participatie van anderen, die onzekerheid over free riders vermindert. De wetenschap dat je
4 Xxxxxxxx, X. (2011), Thinking, Fast and Slow, Xxxxxx, Straus and Xxxxxx.
5 Xxxxxx, Xxxxxxx X., Xxxxxxxx, Xxxx X. (2008), Nudge: Improving Decisions about Health, Wealth, and Happiness, Yale University Press.
het als groep doet, geeft vertrouwen in het gezamenlijk realiseren van het maatschappelijke resultaat. Het is juist de community waar het burgerinitiatief op steunt, waardoor er vertrouwen is in de bij- drage van de andere deelnemers aan het beoogde maatschappelijke resultaat. Het horen bij een community is niet alleen een voordeel dat genoten wordt, maar is vooral ook een reden om te vertrouwen op een ieders bijdrage.
Sociale verbondenheid stimuleert intrinsieke motivatie
Er is dus sprake van een gelaagdheid: op collectief niveau is sprake van bewust redeneren en het ‘leveren van waarde aan de leden’ in termen van direct voordeel. Het burgerinitiatief biedt echter ook de mogelijkheid voor de initiatiefnemers en deelnemers om betrokken te zijn bij het initiatief, om samen te werken en om mee te beslissen. Deelnemers kiezen ervoor om betrokken te zijn bij een gemeenschap om zo gezamenlijk impact te hebben. Wanneer je lid wordt van een voetbalclub, word je gemotiveerd door het product dat je verwerft: het kijken naar voetbalwedstrijden of de deelname in een team aan
/
de lokale voetbalcompetitie. Maar je wordt ook gemotiveerd door 36
‘het erbij horen’, het mee vorm geven aan een gemeenschap met 56
een gezamenlijk doel, het mee kunnen beslissen. Deze motivatie valt niet in termen van voordeel en kosten uit te drukken. En juist de betrokkenheid bij de gemeenschap is een antwoord op het sociale dilemma dat veel mensen ervaren.
Wantrouwen ten aanzien van free riders kan in een sociaal dilemma een onrechtvaardigheidsgevoel oproepen dat mensen demotiveert om zich in te zetten voor een gezamenlijk belang. Door de klein- schaligheid van de Herenboerderij is het voor deelnemers duidelijk wat anderen doen; ze kennen elkaar en zien elkaar bij het klussen. Dat bevordert het vertrouwen in dat er gezamenlijk een wezenlijke bijdrage aan een betere wereld wordt geleverd. Community vor- ming is daarom een belangrijke succesfactor voor burgerinitiatieven zoals Herenboeren. Sociale verbondenheid stimuleert intrinsieke motivatie6 en levert zo een sterke bijdrage aan blijvende participatie
6 Xxxx, X. X., & Xxxx, R. M. (2012), Self-determination theory. In P. A. M. Xxx Xxxxx, A.
W. Xxxxxxxxxx, & E. T. Xxxxxxx (Eds.), Handbook of theories of social psychology (p. 416–436), Sage Publications Ltd. xxxxx://xxx.xxx/00.0000/0000000000000.x00
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 4 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
en gedragsverandering. De gedeelde waarden van de deelnemers versterken bovendien het gevoel van sociale verbondenheid en ver- sterken de overtuiging dat ieder bijdraagt aan het maatschappelijke resultaat.
Dilemma’s rond (het vergroten van) de impact van burgerinitiatieven
Voor de transitie naar een circulaire economie is het van belang dat de impact van een burgerinitiatief vergroot kan worden, bijvoor- beeld door het initiatief op grotere schaal uit te voeren op meerdere locaties in een samenleving. Maar dit kan tegelijkertijd ook leiden tot verlies van zeggenschap en eigenheid, wanneer daarbij voorbij wordt gegaan aan de lokale context en de idealen van het initiatief.
Dit soort dilemma’s kan initiatiefnemers en andere betrokkenen, voor lastige keuzes stellen. Andere voorbeelden van dergelijke dilemma’s rond het vergroten van impact zijn:
I Moeten we werken aan beïnvloeding van de politiek, het bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties óf moeten we het vooral zelf doen en hopen dat anderen geïnspi- reerd raken en volgen?
II Moeten we er trots op zijn dat we onze projecten tot stand brengen zonder enige vorm van subsidie óf moeten we juist streven naar financiële steun van overheden, we
dragen immers toch bij aan het realiseren van overheids-
Vaak komen dergelijke dilemma’s neer op de vraag of je dicht bij je oorspronkelijke idealen moet blijven, of dat je moet gaan voor im- pact, waarbij je eventueel concessies doet aan de idealen waarvoor het burgerinitiatief ooit is opgericht. Achter een dergelijk moreel dilemma gaat vaak een keuze tussen fundamenteel verschillende waarden schuil: ga je voor resultaat (de productie van meer duurza- me energie en duurzame producten, de vermindering van de CO2 uitstoot, minder verlies van grondstoffen) óf voor je principes (geen schade aan de natuur, het milieu, het niet-schenden van de rechten van toekomstige (en huidige) generaties en geen inbreuk op dier- rechten). En onder welke voorwaarden is het verstandig water bij de wijn te doen en te zoeken naar een compromis?
Keuzes voor impact, schaalvergroting en professionalisering niet ten koste van participatie
Wat wij in dit essay willen stellen is dat het van belang is om bij de afweging van dergelijke keuzes niet alleen te kijken naar de opbreng-
sten van een rationele analyse (zoals hierboven geschetst), maar te- 37
vens het behoud van de betrokkenheid van de deelnemers centraal /
moet staan. Keuzes voor impact, schaalvergroting en professionali- 56
sering mogen niet ten koste gaan van de betrokkenheid van deelne- mers. Gezien het belang van zichtbare deelname door anderen – die immers onder andere het wantrouwen voor free riding wegneemt
– lijkt het nastrevenswaardig om de eigenheid (en de daar eventueel mee verbonden kleinschaligheid) van burgerinitiatieven te behouden.
III
doelstellingen?
Moeten we vooral klein en lokaal blijven óf moeten we streven naar groei en schaalvergroting?
Translokale netwerken: impact met behoud van eigenheid
Het opschalen van burgerinitiatieven in de vorm van translokale
netwerken maakt het mogelijk om impact te vergroten met behoud
IV Moeten we vooral een vrijwilligersorganisatie blijven óf kiezen we voor professionalisering en efficiency, wat be- tekent dat vrijwilligers vervangen worden door betaalde krachten?
V Moeten we vertrouwen op onze eigen kracht óf moeten we zoeken naar samenwerking en wellicht opgaan in een groter geheel - zoals mogelijk zelfs samenwerken met de niet-duurzame energiegiganten?
van eigenheid en kleinschaligheid per locatie. Translokale netwerken verbinden initiatieven met gedeelde waarden, doelen en activiteiten over locaties7,8. Een translokaal netwerk stimuleert sociaal leren (tran-
7 Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., xxx Xxxxx, X., & Xxxxxxxxxxxx, X. (2020), Transformative innovation and translocal diffusion, Environmental Innovation and Societal Transitions, 35, 251-260, doi:xxxxx://xxx.xxx/00.0000/x.xxxx.0000.00.000.
8 Xxxxxxxx, X., Xxxx, M., Xxxxxxx, M. (2021), Translocal Networks for Circular Economy [ongepubliceerd manuscript], Department of Public Administration and Sociology Erasmus School of Social and Behavioural Sciences.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 4 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
slokale diffusie), doordat mensen in een netwerk verhalen aan elkaar vertellen of lessen en ervaringen uitwisselen. Op deze manier kan impact worden vergroot. Niet iedereen hoeft ‘hetzelfde wiel uit te vinden’, want op veel plekken zijn mensen al dezelfde soort dingen aan het uitproberen met betrekking tot circulariteit. Door middel van sociaal leren kunnen initiatieven zich professionaliseren (zie ook essay 5) door bijvoorbeeld handboeken, methoden of contracten met el- kaar te delen. Tegelijkertijd kan de eigenheid behouden blijven; want de ene ruilwinkel is de andere niet, of het ene duurzame landbouw initiatief is het andere niet. Elke locatie heeft zijn eigen cultuur, eigen mensen, en lokaal beleid. Burgers kunnen zelf kiezen wat voor hun specifieke context van toepassing is en zo de algemene activiteiten en doelen van het translokale netwerk op lokaal niveau vormgeven.
We verwezen al naar het voorbeeld van Herenboeren. Dit zou ge- zien kunnen worden als zo’n translokaal netwerk. Er is in dit netwerk sprake van lokale initiatieven waarbij ongeveer 200 huishoudens ge- zamenlijk een boerderij in eigendom hebben. De boer die met hulp van de Herenboeren de boerderij runt, is echter in dienst van Heren- boeren Nederland: een stichting die op de achtergrond het lokale initiatief ondersteunt. De nodige samenwerking, kennisuitwisseling en professionalisering vindt aldaar plaats.
De kleinschaligheid per locatie, met ruimte voor een eigen cultuur, ondersteunt de betrokkenheid van deelnemers. Tegelijkertijd ver- strekt het translokale netwerk het vertrouwen in gezamenlijke impact en het gevoel dat je niet als een ‘Gekke Henkie alleen duurzame keu- zes maakt’.
Kennisagenda: belangrijke vragen voor wetenschappelijk vervolgonderzoek
Uit het onderzoek in de werkgroep, zoals verwoord in dit essay, volgt een reeks vragen voor (wetenschappelijk) vervolgonderzoek. Het is een aanzet voor een ‘levende’ kennisagenda, die uiteraard nog niet compleet is.
Translokale burgerinitiatieven, samenwerking en verspreiding van ideeën
Onze kennisvragen richten zich hier meer direct op het bestaan van burgerinitiatieven op verschillende niveaus van sociale innovatie (zie essay 1, en tabel 1 in essay 2). Een bijzonder aspect van de twee initi- atieven die we in het tweede essay als voorbeeld hebben gebruikt, is dat ze beiden te herleiden zijn tot een ‘oorsprong’, namelijk het eer- ste Repair Café van Xxxxxxx Xxxxxx in 2009 en het afstudeerproject van Xxxx Xxxxxxx in 2012. En dat zij vanuit de oorsprong snel zijn uitgegroeid tot translokale (en transnationale) bewegingen. In deze ontwikkeling speelt een gedeeld gevoel van identiteit, missie en tran- slokale verbondenheid mogelijk een grotere rol dan in translokale be- wegingen die meer organisch groeien910. Een vraag die hieruit voort- komt is welke specifieke verschillen dit maakt voor de wijze waarop het translokale netwerk, en het daarmee samenhangende transfor- matieve potentieel, van deze initiatieven zich ontwikkelt. Daarnaast roept het vragen op over de invloed die deze meer expliciete translo- kale identiteit heeft voor de invulling die wordt gegeven aan lokale
/
initiatieven. Maakt het verschil voor de activiteiten die lokaal worden 38
ontplooid en voor de motivaties waarmee dit wordt gedaan? 56
⚫ Wat zijn de gevolgen van het vroegtijdig bestaan van een translokale identiteit van burgerinitiatieven voor sociale inno- vatie richting een circulaire economie/maatschappij voor de wijze waarop deze initiatieven en hun transformatief potenti- eel zich ontwikkelen?
⚫ Xxxxx gevolgen heeft de expliciete translokale identiteit van deze initiatieven voor de wijze waarop de initiatieven en de sociale innovaties die ze nastreven lokaal invulling krijgen?
⚫ Welke netwerk- en metastructuren zijn er gevormd om de belangen van de circulaire beweging te behartigen en kennis te delen?
9 Uiteraard is de groei van de Repair Café’s en Precious Plastic in veel opzichten ook een organisch proces, maar meer dan in, bijvoorbeeld, translokale netwerken ge- vormd door energiecoöperaties of ecovillages, was de translokale aard van de initia- tieven vanaf de eerste fase een onderdeel van de identiteit van lokale initiatieven.
10 Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., xxx Xxxxx, X., & Xxxxxxxxxxxx, X. (2020), Transformative innovation and translocal diffusion. Environmental Innovation and Societal Transitions, 35, 251–260.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 5 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
De energiesector kent een lange historie waarin burgerinitiatieven een opvallende plaats hebben. Al in de jaren ‘70 ontstonden hieruit energiecoöperaties van burgers, en sinds 2010 maken zij een sterke ontwikkeling door. De actuele ontwikkelingen rond circulaire burgerinitiatieven staat relatief gezien nog in de kinderschoenen. In het vijfde en laatste essay van deze bundel neemt wetenschapper Xxxxxx Xxxxx de historische ontwikkeling van burgerinitiatieven in de energiewereld als een parallel, en bekijkt wat daaruit voor de actuele ontwikkelingen naar een circulaire maatschappij aan te ontlenen is.
Wat brengt burgers ertoe om zich te verenigen 39
56
tot een energiecollectief? Wat kenmerkt hun /
organisatie- en bedrijfsmodellen? Welk positief effect en potentieel hebben burgerinitiatieven in de noodzakelijke ontwikkeling naar een duurzame energiehuishouding? En welke factoren ondersteunen het voortbestaan van deze initiatieven?
Xxxxxx Xxxxx besluit het essay met de ‘lessen’ die door circulaire burgerinitiatieven uit de beschouwing van energiecollectieven kunnen worden geleerd om de ontwikkeling van deze waardevolle initiatieven beleidsmatig te ondersteunen. Dan gaat het om waarborgen van continuïteit, en steviger verankeren in het speelveld tussen de zittende ‘regimespelers’; overheden en andere intermediaire partijen.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
Essay 5
ESSAY 5 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
zelfs te vervangen.
Het potentieel om dominante manieren van denken en doen te veranderen of
/
56
Wwoartdkeannvearngeleerd dbeuregneerrcgoileletcratinesvietine?in 40
Xxxxxx Xxxxx0
Wanneer we kijken naar het transformatief
potentieel van burgerinitiatieven voor de transitie naar een circulaire economie, is het zinvol om dit ook te bekijken vanuit het perspectief van sociale innovatie in andere duurzame transities, zoals de energietransitie. Daar kunnen (onder voorwaarden)
lessen en inzichten uit worden getrokken. Bijvoorbeeld lessen over ontwikkeling, randvoorwaarden,
omgang met belemmeringen en ondersteunende beleidsmaatregelen.
1 Universitair Hoofddocent Bestuurlijke vraagstukken rond de energietransitie, Techni- sche Universiteit Delft.
ESSAY 5 / 5
Sociale innovatie in de energietransitie
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
In de energietransitie is er inmiddels rijke ervaring met sociale in- novatie en de wijze waarop dit zich manifesteert in een maatschap-
De energietransitie richt zich op de overgang van energiesystemen met een centrale energievoorziening (waarbij vooral fossiele ener- giebronnen worden gebruikt), naar een alternatieve energievoor- ziening waarbij energie vanuit verschillende centrale en decentrale bronnen komt. Bij deze alternatieve energievoorziening wordt op grote schaal gebruik gemaakt van hernieuwbare energiebronnen, zoals zon en wind. Om dit mogelijk te maken, is naast aandacht voor technische en systeeminnovatie, ook aandacht nodig voor sociale innovatie. Immers: bij toepassing van een technische innovatie in een maatschappelijke context komt ook sociale innovatie om de hoek kijken (een nieuwe techniek vereist bijvoorbeeld nieuwe regelgeving, en een nieuw bedrijfsmodel). Bij sociale innovatie kan dan gedacht worden aan nieuwe ideeën en oplossingen in de sociale sfeer, zoals nieuwe organisatorische of samenwerkingsarrangementen, maar ook nieuwe bestuurlijke en bedrijfsmodellen, bijvoorbeeld met progres- sieve burgers die hun krachten bundelen
in een energiecollectief om lokaal duur-
De ontwikkeling dat burgers zelf maat- schappelijke pro- blemen oppakken, zoals klimaatveran- dering of vervuiling van het milieu, als ze vinden dat de over- heid of de private sector hier te weinig werk van maakt.
Er is sprake van een verandering in sociale relaties, met nieuwe manieren van denken, doen en organiseren.
zame energie op te wekken en zo een bijdrage te leveren aan het vergroenen van een energiesysteem. Daarnaast wordt gelijktijdig het belang van het (socio- economische of culturele) welzijn van de (lokale) gemeenschap meegenomen. Bij sociale innovatie in bestuurlijke innovatie kan worden gedacht aan co-creatie en
co-productie van overheidsbeleid met en door burgerinitiatieven. Bijvoorbeeld een energiecollectief dat een gemeente helpt om burgers te benaderen om over te stappen op duurzame energie of duurza- me warmte, en zo een bijdrage levert aan het lokale klimaatbeleid2.
2 Xxxxx, X., & xx Xxxxx, X. (2019), Social Innovation and the Energy Transition, Sustai- nability, 11(1), 141.
pelijke omgeving. Dat biedt mogelijk lessen en inzichten voor andere duurzame transities, zoals de transitie naar de circulaire economie.
Voor de circulaire transitie zijn we in dit geval in het bijzonder ge- interesseerd in wat er geleerd kan worden van de ontwikkeling, betekenis en vorm van sociale innovatie, institutionalisering, regi- me-respons en mogelijke invloed op de energietransitie.
Zo zijn er al sinds de jaren ’70 (duurzame) energiecollectieven in Nederland, maar hebben zij pas sinds 2010 een flinke groei doorge- maakt. En pas lang nadat de eerste energiecollectieven het levens- licht zagen, zijn zij erin geslaagd om een speler van betekenis te worden in energiemarkten in verschillende Noord- en West-Europese landen. Dit blijkt onder meer uit deelname van de burgerenergiebe- weging aan politieke en beleidsmatige besluitvorming op landelijk en zelfs EU-niveau. Kortom, hoewel de (burger)beweging in het domein
van energie al lang bestaat, is deze pas de laatste tien jaar een rele- 41
56
vante factor geworden. /
Belangrijke vragen die je kunt stellen, zijn onder meer:
⚫ Hoe heeft het ontwikkelingsproces van door burgers geleide energiecollectieven plaatsgevonden?
⚫ Welke effecten hebben zij gehad op duurzame systeemverandering in de energiesector?
⚫ Wat waren daar de ondersteunende en belemmerende factoren in, en hoe werkten zij door in de ontwikkeling van burgerenergiecollectieven?
Het is belangrijk om hiernaar te kijken, omdat er mogelijk van ver- schillende soorten duurzame transities geleerd kan worden. In het geval van de werkgroep Burgerinitiatieven, onderdeel van de
Community Sociaal Circulair van Het Groene Brein, is het vooral in- teressant om lering en inzichten uit de energietransitie te trekken. Vanuit die basis kan meer inzicht worden verworven over de ontwik- keling en benodigde ondersteuning voor de circulaire transitie.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 5 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Betekenis: energiegemeenschap als sociale innovatie
Wanneer sociale innovatie in het domein van de energietransitie aan de orde komt, staat in de internationale wetenschappelijke literatuur vaak het begrip energiegemeenschap (‘community energy’) cen- traal3. Dat is in dit essay ook het geval. Met energiegemeenschap wordt een breed scala aan burgerinitiatieven bedoeld dat zich be- zighoudt met vergroenen van (onderdelen van) energiesystemen, meestal (maar niet alleen) op lokale of
Een breed scala aan burgerinitiatieven dat zich bezighoudt met vergroenen
van (delen van) energiesystemen. Meestal doen ze zit op regionale en lokale schaal.
regionale schaal. Het gaat daarbij om burgerorganisaties die duurzame ener- gie willen bevorderen. Bijvoorbeeld door collectief zon-PV-systemen in te kopen en huishoudens te overtuigen deze te instal- leren. Of energiebesparing te bepleiten in
lokale gemeenschappen via voorlichting en inkoop en uitrol van thermisch isolatiema- teriaal. Naast een ecologische doelstelling
heeft een energiegemeenschap ook als doelstelling meerwaarde te creëren ten behoeve van de welvaart van de lokale gemeenschap. Een energiecollectief wil bijvoorbeeld voorkomen dat geld wegvloeit uit de lokale economie om (fossiele) energie uit een ander land in te kopen4. Hierbij kan gesteld worden dat er in zekere zin sprake is van meervoudige waardecreatie. Hoewel er verschillende vormen van energiegemeenschap voorkomen in Nederland, gaat het in de prak- tijk vooral om energiecollectieven, juridisch-organisatorisch vooral in de vorm van energiecoöperaties5. Naast de brede energiecollectieven zijn er ook varianten die zich voornamelijk toespitsen op toepassing met bepaalde duurzame energieproductietechnieken of –systemen, zoals windcoöperaties, warmtegemeenschappen en energiebesparingsclubs.
3 Xxxxxxx, X., & XxXxxx, N. (2012), Mobilizing community energy, Energy Policy,
Waarden: wat motiveert burgers om betrokken te zijn bij energiecollectieven?
Ecologische waarden
Veel energiecoöperaties en –collectieven stellen ecologische waarden centraal in hun handelen. Denk daarbij aan vermindering van broei- kasgasuitstoot, het vergroenen van energiesystemen, of het minder afhankelijk willen worden van centraal geleide fossiele energiemark- ten. Initiatiefnemers van eerste en tweede generatie energiecollectie- ven stellen ecologische, op duurzaamheid gerichte waarden centraal, en veronderstellen actie op de lokale schaal. De eerste generatie omvat ecologisch, idealistisch en lokaal geïnitieerde collectieven. De tweede generatie, daarentegen, omvat grootschaliger initiatieven die minder lokaal georiënteerd zijn. Zij zijn vaak energieleverancier, wer- ken professioneler en sommigen handelen zelfs meer vanuit bedrijfs-
economisch perspectief. Onder meer om deze minder afhankelijk te 42
maken van centralistische en markt gestuurde regimespelers en door /
hen opgestelde regels. Voor velen van hen was het ondernemen van 56
collectieve actie op lokale schaal een reactie op het onvermogen en de onwil van energiemarkten en centrale overheden om serieus werk te maken van de duurzame energietransitie. Een vertegenwoordiger van de klimaatcommune in het Duitse Saerbeck noemt bijvoorbeeld dat de energiegemeenschap tot doel heeft om ‘energie autark’ te willen worden, en noemt als reden dat het niet meer afhankelijk wil zijn van het aardgas van Xxxxxxxx Xxxxxx0.
Energiedemocratie
Naast ecologische waarden staan (een zekere mate van) decentrale autonomie en collectief belang (in tegenstelling tot individueel be- lang) centraal. Hierbij komt het nastreven van ‘energiedemocratie’
door initiatiefnemers aan de orde. Dit veronderstelt het ‘democrati-
51, 435-444. doi:DOI 10.1016/j.enpol.2012.08.045
4 Xxxxxxxxxx, X. (2015), The energy transition to energy democracy; Power to the
seren’ van de energiemarkt, waarbij energiecollectieven deze markt
people; Final results oriented report of the REScoop 20-20-20, Intelligent Energy
Europe project (D. Wrikker Ed.). Antwerp: REScoop 20-20-20.
5 Xxxxxxxxx, A. M. (2021), Lokale Energie Monitor 2020, Retrieved from The Hague: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxx
0 Xxxxx, X., Xxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxxx, X. (2015), Local go- vernments supporting local energy initiatives; Lessons from the best practices of Saerbeck (Germany) and Lochem (The Netherlands), Sustainability, 7(2), 1900-1931. doi:10.3390/su7021900
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 5 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Energiecollectieven streven naar het her- overen van de markt op vervuilende en ondemocratische marktreuzen. Deze collectieven streven naar een decen- traal, hernieuwbaar, efficiënt en demo- cratisch of coöpera- tief energiemodel.
willen heroveren op de vervuilende en on- democratische marktreuzen (lees: de grote energiebedrijven). Het doel van energie- democratie is vervolgens om gemeengoed (‘commons’) in energiemarkten op te bou- wen, met meer en directe inspraak van bur- gers in besluitvorming, waarbij toegewerkt wordt naar een decentraal, hernieuwbaar, efficiënt en democratisch of coöperatief energiemodel. Dit kan ook worden gezien als een terugkeer naar lokale energievoor- ziening in afgelegen gebieden van de ne-
gentiende eeuw. De veronderstelling daarbij is dat de hernieuwbare- energiebronnen (zoals zon en wind) al gemeengoed zijn. Eenieder heeft er toegang en het gebruik ervan dient lokale gemeenschappen ten goede te komen7.
Verschillen tussen generaties en regio’s
Overigens is het niet zo dat alle leden van energiecollectieven de zojuist genoemde ecologische, lokale, collectieve en democratische waarden delen. Uit onderzoek onder leden van de Vlaamse energie- coöperatie Ecopower blijkt dat er een verschil tussen waarden die eerste generatie coöperanten (leden van coöperaties) centraal stel- len en waarden die tweede generatie coöperanten erop nahouden. De tweede generatie – meer blijk gevend van opgegroeid zijn in het neoliberale tijdperk – lijkt meer gericht op individualistische waarden.
Zij willen tevens rendement zien van de aandelen die zij hebben in de middelen en het bezit van de coöperatie (waaronder windparken), alsmede de lage energieprijs die de coöperatie als energieleveran- cier kan bieden8. Dit is in groot contrast met de leden van de Franse energiecoöperatie Enercoop, die zeer ecologisch georiënteerd zijn, gelieerd aan de anti-kernbeweging, en het niet erg vinden om een hogere elektrische prijs te betalen voor groene in plaats van conven-
tionele stroom9. Dit voorbeeld geeft overigens aanleiding dat er ook sprake kan zijn van interregionale verschillen en daarmee gerelateer- de culturele- en waardeoriëntaties.
Organisatie en –bedrijfsmodellen
Zoals eerder gesteld is de meest voorkomende vorm van ener- giegemeenschap in Nederland, en daarnaast andere voornamelijk Noord- en West-Europese landen, de energiecoöperatie. Dit veron- derstelt een organisatie waarin de deelnemers (vooral burgers) via aandeelhouderschap deelnemen en allen directe invloed hebben op strategische besluitvorming en het collectieve bedrijfsmodel van de coöperatie. Een coöperatie is een wettelijke entiteit die eigendom is van – en democratisch gecontroleerd wordt door – haar leden. De manier waarop de coöperatie wordt bestuurd en handelt, veronder- stelt dat rekening wordt gehouden met de zeven principes van de International Cooperative Alliance10:
/
(1) er is een vrijwillig en open lidmaatschap; 43
(2) er is democratische ledencontrole; 56
(3) er is sprake van economische participatie door directe eigendom (via aandelen);
(4) er is autonomie en onafhankelijkheid;
(5) de leden van de coöperatie houden zich naast economische activi- teiten ook bezig met onderwijs, opleiding en voorlichting;
(6) er samenwerking tussen verschillende (energie-) coöperaties, en
(7) er wordt aandacht besteed voor zorg aan de lokale gemeenschap.
Omdat energiecoöperaties ondernemen in duurzame energieprojec- ten, is het belangrijk dat er een financieel-economisch bedrijfsmodel wordt gehanteerd waarmee kosten en baten vereffend kunnen wor- den. Ook voor energiecoöperaties geldt dat hun projecten moeten renderen, anders gaan ze failliet. En omdat de projecten, maar ook de ledenadministratie en het reilen en zeilen van de coöperatie als
8 Xxxxxxx, X. (2016), Explaining the diversity of motivations behind community rene- wable energy, Energy Policy, 93, 278-290.
9 Xxxxx, X., Xxxxxx, F. H., & Xxxxxxxx, M. T. (2019), Renewable energy cooperati- ves as a stimulating factor in household energy savings, Energies, 12(7), 1188.
10 Alliance, I. C.-o. (2016). What is a co-operative? Retrieved from xxxx://xxx.xxxx/xx/ what-co-operative
ESSAY 5 / 5
organisatie ondersteund moet worden, hebben energiecoöperaties
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
Ontwikkeling van
vaak hoge kosten. Die moeten zij compenseren. Om een gezond bedrijfsmodel te hebben, zijn beginnende energiecoöperaties afhan- kelijk van ondersteuning. Dit hangt samen met het gegeven dat zij werkzaam zijn in een niet-geëffende energiemarkt met een oneerlijk ‘level playing field’. Oftewel: zij moeten concurreren met professione- le marktpartijen, terwijl zij ook nog eens investeren in onbewezen of moeilijk renderende energietechnologieën.
In de praktijk veronderstelt dat er overheidsondersteuning nodig is: in de vorm van startkapitaal, zachte leningen, groenfondsen, subsi- dies, salderingsregelingen of stimulering van collectieve duurzame energievoorziening door de ‘postcoderoos’-regeling. Tevens is er ondersteuning nodig door intermediaire partijen, om professione- le capaciteit op te bouwen. Ervaring uit het buitenland (met name Duitsland) laat zien dat zonder inzet van dergelijke maatregelen,
energiecollectieven niet of nauwelijks van de grond komen, in de pro- blemen komen, of zelfs ophouden te bestaan. Een ondersteunende institutionele (of beleids-) omgeving is daarom van groot belang. Er bestaan om die reden ook grote verschillen tussen landen. Waar in Denemarken, (voorheen) Duitsland en Nederland momenteel een vrij gunstig beleidsklimaat heerst, kan dit niet gezegd worden voor Span- je en Portugal, waar er veel minder energiecoöperaties voorkomen11. Ook verschilt ondersteuning tussen verschillende overheidslagen nogal eens, waarbij decentrale overheden zich vaak welwillender op- stellen dan centrale overheden12.
11 Xxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxxxxxxx, L. (2016), What drives the development of community energy in Europe? The case of wind power cooperatives, Energy Research & Social Science, 13, 136-147.
12 Xxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxxxxx, X.-X. (2014), The institutional space of community initiatives for renewable energy: a comparative case study of the Nether- lands, Germany and Denmark, Energy, Sustainability and Society, 4(1), 11.
burgerenergiecollectieven door de jaren heen
Tot de twintigste eeuw was het aanbod van energie vooral kleinscha- lig georganiseerd. Met technologische ontwikkeling (van de industrie in het algemeen en de energiesector – elektriciteit – in het bijzonder) en een stijging van de vraag naar energie deden schaalvergroting, rationalisering en centralisering van energiesystemen hun intrede. Dit trad voornamelijk op in stedelijke gebieden. In rurale, meer afgele- gen gebieden liep deze ontwikkeling minder hard. Daar werd elektri- ficatie (wat nog niet interessant (lees: onrendabel) was voor commer- ciële energiebedrijven), opgepakt door (lokale en regionale) publieke en coöperatieve partijen13. Sommige van deze energiecoöperaties zijn nog steeds actief. Niettemin vormen zij maar een fractie van het hedendaagse aantal. Gemotiveerd door de energiecrises uit de jaren ’70, het rapport van de Club van Rome (‘Limits to growth’), de op-
komst van de anti-kernenergiebeweging, en de aandacht die hier uit 44
voortvloeide naar het genereren van energie uit duurzame, schone /
bronnen, zijn in Nederland de eerste burgerenergiecollectieven ont- 56
staan met voornamelijk windenergieprojecten, zoals de Windvogel. Tussen 1995 en 2009 waren er niet meer dan twintig energiecollectie- ven actief in Nederland 14,15.
Pas na 2010 trad er een flinke groei op. Mede gestimuleerd door dalende prijzen voor het opwekken van zonnestroom en een gunsti- ge stimuleringsregeling voor het opwekken van duurzame energie (zoals de SDE(+), salderingsregeling), en de komst van organisa- torische en capaciteit ondersteunende maatregelen van lokale en provinciale overheden, zag een groeiend aantal energiecollectieven het levenslicht. Hoewel meerdere energie productietechnologieën centraal stonden in bedrijfsmodellen van deze coöperaties – zon,
13 Xxxxxxxxxx, X. (2015), The energy transition to energy democracy; Power to the people; Final results oriented report of the REScoop 20-20-20, Intelligent Energy Europe proįect (D. Wrikker Ed.), Antwerp: REScoop 20-20-20.
14 Xxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxxxxx, X.-X. (2014), The institutional space of community initiatives for renewable energy: a comparative case study of the Nether- lands, Germany and Denmark. Energy, Sustainability and Society, 4(1), 11.
15 Xxxxxxxxx, A. M. (2017), Lokale energiemonitor 2017. Retrieved from Utrecht: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxx/Xxxxxx_Xxxxxxx_Xxxxxxx_0000_0.xxx
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 5 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
wind, biogas, warmte, energiebesparing – richtten de meeste zich op zonne-energie, waarbij er veel aandacht was voor inkoop voor huis- houdens en het ontwikkelen van collectieve zonneparken. Laatstge- noemde werd vanaf 2013 (uit het Energieakkoord) ondersteund door de rijksoverheid, door middel van de zogenaamde ‘postcoderoos’- regeling, een fiscale maatregel - waarmee coöperaties (en VVE’s)
met een gemeenschappelijke installatie op kleine schaal duurzame energie kunnen opwekken (en vrijgesteld zijn van btw en energie- heffing)16.
Effecten op duurzame systeemverandering in de energiesector
Wanneer gekeken wordt naar de mate waarin energiecollectieven een positie hebben verworven in energiemarkten – en daarmee bij- dragen aan de duurzame energietransitie - is het verstandig om een blik te werpen op het aandeel door energiecollectieven ontwikkeld vermogen duurzame energie. Voor opgesteld vermogen zon-pv is dat ongeveer 1,6% (omgerekend 166,4 MW zonvermogen) en voor windenergie is dit 5,7% (229,9 MW windvermogen; ofwel jaarlijks 735 miljoen kWh; vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van 245.000 huishoudens)17. Een andere indicator betreft (groei in) het aantal energiecollectieven (uitgedrukt in aantal energiecoöperaties). In 2010 waren dat er nog geen 30 in Nederland. Maar in 2015 was dit aantal opgelopen tot 243, en in 2020 zelfs opgelopen tot 623, met naar schatting 97.000 betrokken personen (Ibid.).
Energiecollectieven zijn inmiddels in alle Nederlandse provincies, (energie-)regio’s en een groot deel van de Nederlandse gemeenten te vinden (85%)(Ibid.). Niettemin kan gesteld worden dat de groei
van het aantal energiecollectieven de laatste jaren is afgevlakt 18,19. Redenen die hiervoor gegeven worden, hangen vooral samen met mogelijkheden voor installatie en zon-PV, zoals: afnemende beschik- baarheid van daken, problemen met netcapaciteit, afbouw van de salderingsregeling, onzekerheid rond aanpassing van ondersteu- ningsmaatregelen (zowel fiscaal als qua subsidiering) en de corona-vi- ruspandemie (waardoor het voor energiecoöperaties lastiger is om leden te werven) (Ibid.). In andere landen, zoals Duitsland, vindt een soortgelijke ontwikkeling plaats20.
Vanuit een theoretisch transitieperspectief kan gesteld worden dat de beweging van onderop (burgers) komt en in (socio-technische) niches zit. Vervolgens ondervindt zij tegenwerking in energiemark- ten door het traditionele cluster van partijen (het marktregime) die belang hebben bij de instandhouding van status quo (bijvoorbeeld de aardgasmarkt in Nederland). Door de overheid wordt daarbij een rol ingenomen die twee gezichten kent. Enerzijds als hoeder van het bestaande marktregime (de rijksoverheid over grofweg de afgelopen twintig jaar tot aan de komst van het Klimaatakkoord) en anderzijds
als facilitator van energiecollectieven via decentrale overheden die 45
een meer ondersteunende rol nemen (maar vaak ook vastzitten in /
hun eigen regimes en procedures, en bovendien met een gebrek aan 56
middelen en capaciteit kampen).
16 Xxxxx, X.-X., Xxxxxxxxx, X., & Xxxxxx, X. (2018). Who Beats the Dutch Tax Depart- ment? Tracing 20 Years of Niche–Regime Interactions on Collective Solar PV Produc- tion in The Netherlands. Sustainability, 10(8), 2807.
17 Xxxxxxxxx, A. M. (2021), Lokale Energie Monitor 2020, Retrieved from The Hague: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxx
18 Xxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxxxxxxx, L. (2016), What drives the development of community energy in Europe? The case of wind power cooperatives, Energy Research & Social Science, 13, 136-147.
19 Xxxxxxxxx, A. M. (2021). Lokale Energie Monitor 2020, Retrieved from The Hague: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxx
20 Xxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxxxxxxx, L. (2016), What drives the development of community energy in Europe? The case of wind power cooperatives, Energy Research & Social Science, 13, 136-147.
ESSAY 5 / 5
Factoren die belangrijk zijn bij het voortbestaan van burgerenergiecollectieven
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
kerngroep die het reilen en zeilen van het collectief coördineert. Professionalisering en afhankelijkheid van leden van deze kerngroep zijn gevoeligheden waar veel collectieven mee te maken krijgen.
Wanneer de kerngroep uiteenvalt, kan dit ertoe leiden dat het hele collectief omvalt (tenzij tijdig opvolging wordt gevonden).
Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat het voortbestaan van burgerenergiecollectieven (positief) samenhangt met een aantal fac- toren21. Kort samengevat gaat het om:
(1) De organisatie van het energiecollectief.
(2) De interactie met de lokale omgeving.
(3) De mate waarin het collectief vanuit de beleidsmatige omgeving wordt ondersteund.
(4) De omgang met en afhankelijkheid van zittende regimespelers (kan als vierde factor vanuit een transitieperspectief worden ge- noemd)22.
De organisatie van het energiecollectief
Bij de eigen organisatie staan factoren centraal als: leiderschap, de aanwezigheid van (verschillende soorten aan) menselijk kapitaal23, grootte (qua ledenaantal)24, diversiteit (niet alleen een homogene samenstelling met hoogopgeleide, autochtone mannen van middel- bare en hoge leeftijd)25, tijd die leden beschikbaar kunnen stellen26, en financiële slagkracht27. Belangrijk aandachtspunt is dat de orga- nisatie meestal leunt op vrijwilligerswerk en de inzet van een kleine
21 Xxxxxxxx, B., Xxxxx, X., Xxxxxx, X., & Xxxxxxxx, X. (2018), The role of intermediar- ies in supporting local low-carbon energy initiatives, Sustainability, 10(7), 2450.
De interactie met de lokale omgeving
Binnen het cluster interactie met de lokale gemeenschap gaat het om factoren als; rekening houden met lokale waarden, structuur en re- gels van de gemeenschap28. Ook spelen betrokkenheid en zichtbaar- heid binnen die gemeenschap een rol29. Daarnaast is sociaal kapitaal ook belangrijk: daarbij gaat het enerzijds om hechting, het delen van sociale normen met, en het genieten van vertrouwen onder de lokale gemeenschap (het hebben van de zogenaamde ‘sterke banden’)30.
Anderzijds gaat het om andere, minder intense en frequente banden met de lokale en andere gemeenschappen en organisaties (de zoge- naamde zwakkere banden)31. In de praktijk is het hebben van zowel sterke als zwakke sociale verbanden belangrijk voor energiecollectie-
/
ven32. 46
56
Ondersteuning vanuit de beleidsmatige omgeving
Ten derde is ondersteuning vanuit de beleidsmatige omgeving van belang. Daarbij gaat het om de relatie tot en ondersteuning door overheden en andere intermediaire partijen33. Bijvoorbeeld een gemeente die ruimte beschikbaar stelt, zodat het energiecollectief kan vergaderen, of die het collectief helpt bij de aanvraag van een
22 Xxxxx, X., Xxxxxxxxxxxxx, X., & Xxxxxxxx, X. (2018), Transition without conflict? Re-
newable energy initiatives in the Dutch energy transition, Sustainability, 10(6), 1721.
23 Xxxxxxxxxx, X., & Xxxxxxxxx, X. (2013). Of solar collectors, wind power, and car sharing: Comparing and understanding successful cases of grassroots innovations, Global Environmental Change, 23(5), 856-867.
24 Xxxxx, X., & Xxxxx, X. (2014). Success and failure of grassroots innovations for addressing climate change: The case of the Transition Movement, Global Environ- mental Change, 24, 232-250.
25 Xxx Xxx Xxxxxx, X., & Xxxxxxxxx, X. (2015), Power to the people: Local communi- ty initiatives and the transition to sustainable energy, Renewable and Sustainable Energy Reviews, 43, 666-675.
26 Xxxxx, X., & Xxxxx, X. (2014), Success and failure of grassroots innovations for addressing climate change: The case of the Transition Movement, Global Environ- mental Change, 24, 232-250.
27 Xxxxxxxxxx, X., & Xxxxxxxxx, X. (2013). Of solar collectors, wind power, and car sharing: Comparing and understanding successful cases of grassroots innovations, Global Environmental Change, 23(5), 856-867.
28 Xxxxxx, D., Xxxxxx, X., & Xxxxxx, B. M. (2017). Harvesting energy: Place and local entrepreneurship in community-based renewable energy transition, Energy Policy, 101, 332-341.
29 Xxxx, X. X., & Xxxxxxxxx, X. (2014), Local civil society based renewable energy orga- nisations in the Netherlands: Exploring the factors that stimulate their emergence and development, Energy Policy, 69, 297-307.
30 Xxxxxx, X., Xxxxxx-Xxxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxx, X., & Xxxxx, X. (2010), Trust and community: Exploring the meanings, contexts and dynamics of community renewa- ble energy, Energy Policy, 38(6), 2655–2663, doi:10.1016/j.landusepol.2008.12.010
31 Xxxxxxxxxxx, X. (1983), The strength of weak ties: A network theory revisited, Socio- logical theory, 201-233.
32 Xxxxxxxxxxxx, X. (2017), The role of community leadership in the development of grassroots innovations, Environmental innovation and societal transitions, 22, 78-89.
33 Xxxxxxxx, X., Xxxxxx, X., & Xxxxxxxxx, X. (2014), Realizing the social acceptance of community renewable energy: A process-outcome analysis of stakeholder influen- ce, Energy Research & Social Science, 4, 53-63.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 5 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
subsidie om duurzame energie op te wekken. Ook kan het gaan om regionale stichtingen (of een door Energie Samen opgezette organi- satie of platform) die energiecollectieven in oprichting helpen bij het opstellen van de statuten of bij de ontwikkeling van een bedrijfsmo- del34. Qua ondersteuning is het voor het bedrijfsmodel van energie- collectieven van belang dat er voldoende ondersteunend beleid is. Daarbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan (de eerder genoem- de) fiscale of subsidiëringsmaatregelen die investeringen in duurzame energie-installaties meer rendabel maken35,36.
Interactie en afhankelijkheid van zittende regime spelers
Tot slot is het ook belangrijk om de omgang met de traditionele par- tijen uit energiemarkten te benoemen (als een soort ‘tegenmacht’). Hoewel energiecollectieven in hun projecten niet buiten samenwer- king met energiebedrijven, netbeheerders en overheden om kunnen, zijn de belangen van deze partijen niet altijd dezelfde als die van de burgerinitiatieven. Uit een studie van DRIFT37 blijkt dat de vrijheid van energiecollectieven wordt beperkt door het gedrag van deze regimepartijen. Dit heeft vooral te maken met de wijze waarop zij
de bedrijfsmodellen van energiecollectieven inperken door condities rond ondersteunende beleidsmaatregelen op een dusdanige wijze vorm te geven dat deze gunstiger uitpakken voor henzelf dan voor burgercollectieven. Dit is gegaan via de uitoefening van politieke macht, institutionele cultuur en het dominante kennissysteem. Zo blijkt dat de belangrijkste subsidieregeling voor hernieuwbare ener- gie in het verleden vooral ten goede is gekomen aan traditionele energiemarktpartijen en niet aan burgerinitiatieven, hoewel laatstge- noemde die ook met succes subsidies hebben aangevraagd. Om hier een vuist tegen te kunnen maken hebben burgerenergiecollectieven hun krachten gebundeld via federaties op landelijke en pan-Europese schaal. Ze lobbyen en bepleiten beleidsmaatregels die gunstiger zijn
34 Xxxxxxxx, B., Xxxxx, X., Xxxxxx, X., & Xxxxxxxx, X. (2018), The role of intermedia- ries in supporting local low-carbon energy initiatives, Sustainability, 10(7), 2450.
35 Xxxxx, X.-X., Xxxxxxxxx, X., & Xxxxxx, X. (2018), Who Beats the Dutch Tax Depart-
voor hun achterban. In Nederland is dit bijvoorbeeld gelukt met de acceptatie van de 50%-lokaal eigenaarschapsregel rond de planning en ontwikkeling van wind-op-land- en zonneparken (in het Klimaat- akkoord)38. Op Europees niveau werd een succes behaald in het laten vastleggen van een definitie en bepalingen in de vernieuwde Hernieuwbare energierichtlijn (RED II)39. Deze richtlijn zal vervolgens geïmplementeerd moeten in de EU-lidstaten met een vertaling naar landelijke en decentrale beleidskaders, wet- en regelgeving.
Lessen en inzichten voor circulaire burgerinitiatieven
Wanneer we lessen willen trekken uit de ontwikkeling en rol van bur- gercollectieven in de energietransitie dan komen er verschillende punten naar voren die relevant kunnen zijn.
/
Variatie in vorm en omvang 47
van burgerenergiecollectieven 56
Van oudsher komen burgerenergiecollectieven voor op moeilijk be- reikbare plekken die voor commerciële partijen niet interessant zijn. Dergelijke collectieven zijn er niet veel, hoewel er nog steeds een paar gedijen (zoals in Zuid-Tirol). De energiecollectieven zoals wij die nu kennen – meestal in de vorm van energiecoöperaties – bestaan pas korter, sinds de jaren ’90, en zijn de afgelopen tien jaar sterk in aantal en omvang gegroeid (ook qua opgesteld vermogen duurzame energiecapaciteit). Waar energiecollectieven aanvankelijk sterk lokaal en ecologisch georiënteerd waren, zijn er in de loop der jaren ook va- rianten ontstaan met een (boven-) regionaal karakter, en heeft er een grote professionaliseringslag plaatsgevonden. Ecopower in Vlaan- deren runt bijvoorbeeld meerdere windparken en heeft meer dan
ment? Tracing 20 Years of Niche–Regime Interactions on Collective Solar PV Produc-
tion in The Netherlands, Sustainability, 10(8), 2807.
36 Xxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxxxxxx, X.-X. (2014), The institutional space of community initiatives for renewable energy: a comparative case study of the Nether- lands, Germany and Denmark, Energy, Sustainability and Society, 4(1), 11.
37 Xxxxx, X., Xxxxxxxxxxxxx, X., & Xxxxxxxx, X. (2018), Transition without conflict? Re- newable energy initiatives in the Dutch energy transition, Sustainability, 10(6), 1721.
38 Xxxxxxxxx, A. M. (2021). Lokale Energie Monitor 2020, Retrieved from The Hague: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxx
39 XXXxxxx.xx. (2018 ), A landmark day for Europe’s march towards energy democra- cy; European Parliament and Council reach agreement on the Renewables Directive, Retrieved from xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxx/x-xxxxxxxx-xxx-xxx-xxxxxx-x-xxxxx- towards-energy-democracy
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 5 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
50.000 klanten die groene stroom afnemen40. Ook zijn op landelijke en zelfs Europese schaal federaties van burgerenergie gekomen die een verbindende rol hebben, belangen behartigen en de beweging een stem geven in beleidsarena’s.
Belang van een ‘gezond bedrijfsmodel’ en professionalisering
Niettemin zijn de meeste collectieven klein van omvang, sterk lo- kaal georiënteerd en afhankelijk van de inzet van vrijwilligers. Om- dat energiecollectieven duurzame energieprojecten uitvoeren, is het belangrijk dat zij een financieel gezond bedrijfsmodel hebben. Om dit te kunnen ontwikkelen en handhaven, hebben de collectie- ven voldoende professionele capaciteit en ondersteuning nodig.
Dit in de eerste plaats om de eigen organisatie op te zetten. Die ondersteuning kan in verschillende vormen komen, maar is erop gericht verschillende (professionele) capaciteiten bij het collectief te ontwikkelen.
Lokale inbedding en landelijke contacten
Verder is het belangrijk dat het collectief voldoende is ingebed in haar sociale omgeving (waarbij sociaal kapitaal van belang is). Ener- zijds qua sterke banden in de lokale omgeving en anderzijds met voldoende (‘zwakke’) banden naar andere organisaties toe, die over belangrijke hulpbronnen beschikken. Bijvoorbeeld de energiecoöpe- ratie LochemEnergie die met rond de 900 leden sterk is ingebed in de lokale gemeenschap, en anderzijds via haar organisatie (die sterk leunt op middenstanders en geslaagde ondernemers) en de lokale politiek, sterk verweven is in landelijke professionele en bestuurlijke netwerken. Dat hielp bijvoorbeeld met het verwerven van project- subsidies.
Beleidsmatige ondersteuning
Daarnaast is beleidsmatige ondersteuning van groot belang. Bur- gercollectieven hebben een ‘steuntje in de rug’ nodig. Zonder
40 Xxxxxxx, X., & Xxxx, X. (2017), Exploring the links between community-based governance and sustainable energy use: Quantitative evidence from Flanders, Eco- logical Economics, 137, 163-172.
beleidskader met fiscale en economische incentives om duurzame energieprojecten te ontwikkelen en te exploiteren hebben de meeste collectieven bijvoorbeeld geen gezond bedrijfsmodel. Gemeenten zouden bijvoorbeeld net zoals het geval is bij veel energiecollectie- ven ook circulaire initiatieven kunnen ondersteunen met bijvoorbeeld een opstartsubsidie, het beschikbaar stellen van ruimten om te ver- gaderen of om een repair café te huisvesten. Alternatief zouden in navolging van energiecollectieven circulaire burgerinitiatieven een ‘circulair’ loket bij de gemeente kunnen bemensen of in co-productie met de gemeente circulaire ambassadeurs de wijk in sturen of op
het gebied van afvalpreventie dan wel zwerfafval een bewustwor- dingscampagne uitvoeren. Punt van aandacht is echter dat gemeen- ten meestal te weinig middelen hebben om dergelijke maatregelen zelfstandig uit te voeren. Het rijk of provincies zouden gemeenten
d.m.v. interbestuurlijke regelingen kunnen ondersteunen op dit ge- bied. Maar die regelingen moeten nog wel uitgewerkt en opgetuigd worden! Ook is er vaak weerstand onder een deel van de gemeente- ambtenaren om samen te gaan werken met burgers. Dit dient
weggenomen te worden, maar gaat niet vanzelf. 48
56
/
Netwerken en een ‘metastructuur’ voor krachtbundeling en kennisuitwisseling
Deze ondersteuning, door overheden, intermediaire organisaties, maar ook door het platform van de burgerenergiebeweging – staat echter niet op zich. Het is vaak het toneel van conflict met de ge- vestigde marktpartijen. Die proberen de condities rond fiscale en subsidiemaatregelen ter ondersteuning van de burgercollectieven via machtuitoefening zo vorm te geven dat die gunstig voor henzelf uitvallen, maar burgercollectieven benadelen. Via haar federaties probeert de burgerenergiebeweging met lobbywerk de publieke besluitvorming te beïnvloeden en de incentives gunstige condities mee te geven. Dit heeft in de afgelopen jaren vruchten afgeworpen, zowel landelijk als op Europese schaal. Dat zou kunnen worden ge- zien als een ‘metastructuur’ of ‘ecosysteem’ van energiecoöperaties, waarbij ook veel nadruk wordt gelegd op experimenteren en leren van elkaar (gefaciliteerd door bijvoorbeeld projectfinanciering uit
Europese raamwerkprojecten). Landelijke en Europese federaties van energiecoöperaties hebben inmiddels hun eigen kennisdatabanken
ESSAY 5 / 5
en zelfs –bibliotheken. Ook bieden verder capaciteitsopbouw en pro- jectondersteuning aan lokale initiatieven en regionale netwerken. Dit sluit aan bij het element van translokale diffusie zoals in het eerste essay gepresenteerd door Xxxxx en Spekkink.
Voortbestaan van burgercollectieven in energiemarkten gaat niet vanzelf
Hoewel het aandeel van door burgercollectieven ontwikkelde wind- op-land en zonnestroomcapaciteit groeiende is, vormt het tot dusver maar een fractie in de energiemarkt. En inmiddels vlakt de groei van burgerenergiecollectieven af (door twee factoren: (1) door ‘tegen- macht’ in energiemarkten en (2) door het wegvallen van belangrijke beleidsinstrumenten die noodzakelijk zijn voor het bedrijfsmodel
van energiecoöperaties). Het voortbestaan van burgercollectieven in energiemarkten gaat niet vanzelf, staat onder druk, en vergt constante aandacht vanuit zowel de burgermaatschappij als het openbaar bestuur. Laatstgenoemde dient zich ook te vertalen in de formulering, implementatie, monitoring en zo nodig bijsturing van ondersteunende beleidsmaatregels (die niet beïnvloed worden door gevestigde staats- en marktpartijen om vervolgens dusdanig aange- past te worden zodat er primair rekening wordt gehouden met hun belangen).
De vraag is of dat ook het geval is bij burgercollectieven in de circu- laire transitie, een transitie die nog wat meer in de kinderschoenen staat dan de energietransitie. Gegeven de fysieke, institutionele en innovatiekundige kenmerken van de circulaire transitie (met integrale focus op omgang met materiaalstromen) is het echter de vraag of deze wel op zinvolle wijze vergeleken mag worden met de energie- transitie (met focus op duurzame energieproductietechnieken en een minder integrale systemische benadering) en of lessen van de ene duurzame transitie zo maar mogen worden toegepast op de andere. Niettemin is met behulp van transitiekundige theoretische inzichten getracht de rol van burgerinitiatieven in het transformatief potentieel naar een circulaire economie luister bij te zetten met voorbeelden uit een ander domein. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen in hoe- verre hier waarde aan kan worden ontleend.
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
49
/ 56
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
ESSAY 5 / 5 HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Kennisagenda: belangrijke vragen voor wetenschappelijk vervolgonderzoek
Uit het onderzoek in de werkgroep, zoals verwoord in dit essay, volgt een reeks vragen voor (wetenschappelijk) vervolgonderzoek. Het is een aanzet voor een ‘levende’ kennisagenda, die uiteraard nog niet compleet is.
Burgerinitiatieven en hun praktische vorm van activisme
De literatuur over Transformatieve sociale innovatie maakt duidelijk dat het transformatieve potentieel van translokale burgerbewegin- gen niet alleen moet worden gezocht in de alternatieve toekomst- beelden die ze vertegenwoordigen, maar ook in de manier waarop ze die door middel van hun activiteiten nu al binnen bestaande soci- ale structuren uitoefenen (wat in de literatuur ook wel prefigureren wordt genoemd41 42). Ook over deze meer praktische kant van de burgerinitiatieven stellen we enkele kennisvragen:
⚫ Welke ‘circulaire praktijken’ worden beoefend in burgerinitiatieven voor sociale innovatie richting een Circulaire Economie/Maatschappij? Hoe wordt er met circulaire praktijken geëxperimenteerd?
⚫ Welke organisatievormen bestaan er in de praktijk van lokale initiatieven die optreden als belangenbehartigende netwerken?
⚫ Hoe verhouden deze praktijken zich tot verschillende toekomstvisies van een Circulaire Economie/Maatschappij (zowel de meer behoudende, dominante toekomstbeelden als de meer radicale alternatieven die daarvoor worden aangedragen)?
⚫ In welke mate worden deze praktijken nu al succesvol vertaald naar buiten de grenzen van burgerinitiatieven, en wat betekent deze vertaling voor het behoud van de waarden en vooruitzichten waarmee deze praktijken binnen de grenzen van burgerinitiatieven zijn verbonden?
⚫ In hoeverre ondervinden de praktijken die burgerinitiatieven uitoefenen, concurrentie van de praktijken die volgens meer behoudende visies op een Circulaire Economie/Maatschappij worden uitgeoefend?
⚫ Welke belemmeringen ondervinden circulaire initiatieven en hoe hangen die samen met belangen van ‘regime’-partijen die de gevestigde orde uitmaken en de regels bepalen?
50
/ 56
41 Xxxxxxxxxx, X. (2018), Embodying Alternatives to Capitalism in the 21st Century. TripleC: Communication, Capitalism & Critique. Open Access Journal for a Global Sustainable Information Society, 16(2), 501–517.
42 Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., xxx Xxxxx, X., & Xxxxxxxxxxxx, N. (2020), Transformative innovation and translocal diffusion. Environmental Innovation and Societal Transitions, 35, 251–260.
In het besluit van deze essaybundel zetten de auteurs de conclusies uit de afzonderlijke essays nog eens op een rij. De inzichten leiden tot de notie dat nader onderzoek zeer zinvol is om de wetenschappelijke blik op
de onderwerpen verder te verdiepen, zodat vanuit kennisautoriteit de sociale beweging uit de praktijk ondersteund en gestimuleerd kan worden.
Met het opstellen van een aanzet tot een Kennisagenda maakt de werkgroep dan ook een belangrijke aanvang om de specifieke onderwerpen van onderzoek voor te stellen.
Zij nodigt nog meer wetenschappers, burgerinitiatieven en overheidsmedewerkers uit om zich aan te sluiten bij een Kenniscoalitie van burgerinitiatieven en de circulaire maatschappij.
51
/ 56
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
Conclusie
CONCLUSIE HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
CONCLUSIE HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Onderweg naar een Circulaire Maatschappij
In deze essaybundel hebben we ons d.m.v. vijf essays gefocust op burgerinitiatieven voor een circulaire economie. De belangrijkste conclusies uit de beschouwingen zijn:
1 Burgerinitiatieven en Sociale Innovaties zijn belangrijk voor de transitie naar een Circulaire Economie en Circulaire Maatschappij. Zij droegen, en dragen reeds bij aan sociale innovatie
Er bestaan al goede voorbeelden van burgerinitiatieven die door een combinatie van lokale wortels en (inter)nationale verbondenheid het vermogen hebben om dominante manieren van denken en doen te beïnvloeden. Deze initiatieven bieden een interessante, alternatieve visie op (de transitie naar) een circulaire economie, waarin mensen niet passieve groene consumenten zijn (zoals in visies op circulaire economie vaak het geval is), maar vaardige mensen die zelf kunnen repareren, bouwen en recyclen en zo een wezenlijker onderdeel zijn van de circulaire economie. Er zijn niet alleen nieuwe initiatieven, maar de voorbeelden van glasbak en papier recyling zijn er goede voorbeelden van hoe initiatieven van burgers geleid hebben tot breed gedragen inzamelingsbeleid door gemeenten. Deze kunnen gezien worden als voorbeelden van sociale innovatie.
2 Burgerinitiatieven ervaren diverse belemmeringen en uitdagingen die hun transformatief potentieel verminderen
De belemmeringen die burgerinitiatieven tegenkomen, gaan vooral over; (1) het ontbreken van divers kapitaal, (2) het radicaal anders organiseren en daarmee botsen met gevestigde systemen en (3) een
veranderende verhouding tussen burgers en overheid.
Ook ervaren burgerinitiatieven diverse uitdagingen, met betrekking tot: (1) enerzijds impact willen vergroten en anderzijds niet zélf
het systeem willen worden (2) het betrekken van voldoende gemotiveerde burgers bij een initiatief om zo massa te creëren en (3) uitdagingen rondom uitsluiting en inclusie.
3 De belemmeringen en uitdagingen die burgerinitiatieven tegenkomen, zijn oplosbaar
Onze stelling is dat deze belemmeringen en uitdagingen opgelost zouden kunnen worden:
Allereerst door daar meer transitie-onderzoek naar te doen. Onze aanzet tot een Kennisagenda bevat de onderwerpen waarover
dit onderzoek zich zou kunnen buigen. De betrekking van de wetenschap op sociale transformatie kan autoriteit geven aan praktijken die succesvol leiden tot een circulaire economie en
maatschappij. 52
56
Initiatieven zelf kunnen belemmeringen en dilemma’s beter /
beantwoorden wanneer zij sociaal leren, door zich als initiatieven onderling te verbinden om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen. Daarnaast is het belangrijk dat een burgerinitiatief zowel goed ingebed is in lokale sociale structuren, als contacten heeft
in landelijke netwerken. Dit is nodig om bijvoorbeeld te kunnen lobbyen en subsidies binnen te halen.
Burgerinitiatieven kunnen zelf ook dingen doen om sociale dilemma’s te beantwoorden. Door slim in te spelen op individueel voordeel (incentificering), betrokkenheid en de zichtbaarheid van andere deelnemers, stimuleren succesvolle burgerinitiatieven
hun deelnemers om mee te (blijven) doen en zó meer impact te realiseren. Daarbij is het belangrijk dat burgerinitiatieven hun kleinschalige karakter behouden. Opvallend in de energiesector is dat de coöperatieve vereniging veel als organisatievorm wordt gekozen, hetgeen samenhangt met het waardenperspectief
van burgers die collectief willen gaan samenwerken. Translokale netwerken maken het mogelijk om de impact van burgerinitiatieven op de circulaire transitie te vergroten, met behoud van een
CONSLUSIE
kleinschalig karakter, eigenheid en zelfbeschikking.
Waar de oplossing van belemmeringen een rol voor de overheid betreft, is het zaak om overheidsbeleid te implementeren dat ruimte geeft aan het transformatief potentieel van burgerinitiatieven. Van de overheid uit zou dat potentieel, en de rol van burgerinitiatieven in sociale innovatie beter benut kunnen worden door initiatieven actiever te faciliteren en meer ondersteuning te bieden. Inzichten uit de energietransitie leren dat het wegvallen van belangrijke fiscale en economische maatregelen burgerinitiatieven hard raakt.
4 Burgerinitiatieven hebben potentieel om uit te groeien tot een grotere sociale beweging die tot transformatie leidt, maar het
tot wasdom komen van dat potentieel vraagt xxxx en aandacht
In de energiesector zien we het voorbeeld dat er, met het opkomen van burgerenergiecollectieven, nieuwe structuren in de sector ontstaan die een positief effect hebben op de noodzakelijke verduurzaming die de sector moet doormaken. Uit de voorgaande inzichten wordt echter duidelijk dat het voortbestaan en de doorontwikkeling van burgerinitiatieven met een duurzame missie niet vanzelf gaat. Het staat onder druk, en vergt constante aandacht vanuit zowel de burgermaatschappij als het openbaar bestuur.
Het is van belang dat lokale collectieven – naast vernieuwend te willen zijn - er een ‘gezond bedrijfsmodel’ op nahouden en
professionaliseren. Dit is nodig om simpelweg te kunnen overleven. Een kernvoorwaarde voor het blijven bestaan van burgerinitiatieven die de overheid zou moeten realiseren en bewaken, is dat er voldoende beleidsmatige ondersteuning moet zijn. Ontbreekt deze voorwaarde dan kunnen burgerinitiatieven er niet in slagen hun transformatief potentieel te verwezenlijken voor de transformatie naar een circulaire economie en maatschappij.
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
53
/ 56
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
KENNISCOALITIE HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Kenniscoalitie
Om de wenselijke transitie naar een Circulaire Economie/Circulaire Maatschappij ook vanuit de wetenschap een impuls te geven, is het belangrijk dat wetenschappers de handen ineenslaan met de praktijk, om samen lastige transitievraagstukken inzichtelijk te maken en te zoeken naar oplossingen.
De Community Sociaal Circulair, verbonden aan Het Groene Brein, nodigt dan ook nog meer wetenschappers praktijkpioniers,
overheidsfunctionarissen, maatschappelijke 54
organisaties en bedrijfsleven uit, om zich te /
verbinden aan de community. 56
Wat de werkgroep voorstelt, is een brede kenniscoalitie en leerkring die de spelers in het veld in staat stelt om zich effectiever te positioneren in de complexiteit en de kansen die de huidige transitie naar een
circulaire economie met zich meebrengt. Die met burgerinitiatieven samenwerkt om hun transformatief potentieel te onderzoeken en tot wasdom te brengen. En die overheden met kennis uit transitiewetenschap helpt
om effectiever beleid te kunnen maken dat ondersteunend is van de ontwikkeling naar een circulaire maatschappij.
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
KENNISCOALITIE HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
Kenniscoalitie: samenwerken aan uitdagende transformatievraagstukken in de praktijk
De voorgestelde Kennisagenda is niet alleen een uiteenzetting van onderzoeksgebieden en -vragen rond transitie naar een circulaire economie /maatschappij voor alléén de wetenschap. Wij zijn ervan overtuigd dat, om een impuls te geven aan de circulaire transitie die gaande is van ‘onderop’, het van belang is dat wetenschappers en pioniers uit de praktijk de handen ineenslaan en samen hun
tanden zetten in lastige transformatievraagstukken die er leven in de praktijk.
Vanuit de Community Sociaal Circulair verkennen we op dit moment hoe we voor deze transdisciplinaire samenwerking een Kenniscoalitie (of learning community) kunnen opbouwen en vormgeven. Het uitgangspunt is samen leren en kennis co-creatie.
Samen verkennen we:
⚫ Welke lastige vraagstukken leven er bij circulaire burgerinitiatieven met een integrale aanpak op stad- of wijkniveau?
⚫ Voor welke vraagstukken is al kennis beschikbaar en hoe kunnen we die toegankelijk maken?
⚫ Welke vraagstukken is kennis nog ontoereikend en hoe kunnen we hiervoor samen (actie) onderzoek gaan doen? En dit vervolgens voor iedereen beschikbaar maken.
⚫ Wat kunnen we leren van praktijken, structuren, instituties en niche-regime-interactie rond circulaire transitie in andere landen?
Xxxxxxx je aan bij
de Kenniscoalitie!
⚫ Xxx je een sociale pionier of initiatiefnemer van een circulair burgerinitiatief en wil je met jouw praktijk bijdragen aan kennisontwikkeling voor een circulaire maatschappij? Zou je samen met wetenschappers vragen uit de praktijk willen onderzoeken en beantwoorden?
/
⚫ Xxx je medewerker van een maatschappelijke 55
organisatie die steeds meer met 56
transitieontwikkelingen te maken heeft? Of een bedrijf dat zich wil oriënteren in de complexiteit van transitieontwikkelingen en op de kansen die erin besloten liggen?
⚫ Xxx je een beleidsmedewerker of overheidsfunctionaris die effectief beleid wil ontwikkelen op basis van wetenschappelijke transitiekennis en de actuele praktijk van circulaire initiatieven?
Word deel van de Kenniscoalitie! Neem contact op met Het Groene Brein en laat je verbinden aan de Community Sociaal Circulair!
COLOFON
COLOFON
Auteurs
HET BELANG VAN SOCIALE INNOVATIES EN BURGERINITIATIEVEN
VOOR DE TRANSITIE NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
Over Het Groene Brein
Xxxx Xxxxx Universitair Docent Duurzame Innovatie en Transities, Technische Universiteit Delft
Xxxxxx Xxxxxxxx Universitair Docent Bestuurskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam
Xxxxx Xxxxxxxxxx Projectmanager Het Groene Brein Xxxxx Xxxxxxxxxx Onderzoeker Sociale Innovatie en
Gedragsverandering, Fontys Lectoraat Circulaire Transitie
Xxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx Bedrijfsethiek en Duurzaamheid, Vrije Universiteit Amsterdam
Xxxxxx Xxxxx Universitair Hoofddocent Bestuurlijke vraagstukken rond de energietransitie, Technische
Universiteit Delft
Jifke Sol Lector Circulaire Transities, Fontys Hogeschool Eindhoven
Voorwoord
Xxxx Xxxxxxxx Directeur/ Hoogleraar sociaal-economische transities, DRIFT/ Erasmus Universiteit Rotterdam
Deze publicatie is tot stand gekomen in de werkgroep Burgerinitiatieven van de Community Sociaal Circulair, een interdisciplinair netwerk van wetenschappers dat zich richt op sociale innovatie voor de circulaire economie. De community is een initiatief van Het Groene Brein en wordt mede mogelijk gemaakt door Goldschmeding Foundation.
Xxx danken voor hun betrokkenheid en bijdragen, tijdens
gesprekken, bijeenkomsten en/of schriftelijk, aan deze essaybundel: 56
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx de BlauweWijkEconomie /
Xxxx Xxxxxxxx Buurkracht 56
Xxxxxxx Xxxxxx Repair Café Foundation Xxxxxxx Xxxxxxx Repair Café Foundation Xxxxxxxx xxx xxx Xxxx Nederland Gaat Lokaal Ad Vlems Ecodorp Boekel
Xxxxxxxxx Xxxxx Circulair Friesland Xxxxxxx xxx xxx Xxxxx Het Groene Brein Xxxx Xxxxxxxxx Het Groene Brein
Xxxx Xxxxxxx Het Groene Brein
Tekstredactie
Xxxx Xxxxx Xxxxxxx xxxxxxxxxx.xx
Ontwerp en Vormgeving
Xxxxxxx xx Xxxx xxxxxxx.xx