Convenant Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 2023-2028
Convenant Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 2023-2028
De ondergetekenden:
1. de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. R.H. Dijkgraaf, mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: OCW, en;
2. de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, te dezen rechtsgeldig
vertegenwoordigd door het lid van de raad van bestuur, prof. dr. xx. M.P.C. Weijnen, hierna te
noemen: NWO, en
3. de Vereniging Hogescholen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter, mr.
M.H.J. Limmen, hierna te noemen: VH, en
4. MKB-Nederland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter, X. Xxxxxx, en
5. VNO-NCW , te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter, mr. I.D. Xxxxxxxx, en
6. TNO, mede als lid van de TO2-federatie, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur van TNO, dr. T.B.P.M. Xxxx-X-Xxxx, namens deze (met volmacht), prof. dr. P.J. Werkhoven, en
7. ROM-Nederland, het samenwerkingsverband van de negen regionale
ontwikkelingsmaatschappijen in Nederland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter, mr. drs. W .X.X. xx Xxxx (algemeen directeur Oost NL), hierna te noemen ROM- Nederland,
tezamen aan te duiden als: de convenantpartners.
Overwegende dat:
• op 15 april 2013 het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (hierna: SIA) op
basis van een convenant met een looptijd tot en met december 2023 werd opgericht;
• SIA sinds 1 januari 2014 als zelfstandig onderdeel van NW O de basis voor een volwaardige
tweede geldstroom voor praktijkgericht onderzoek van xxxxxxxxxxx is en mensen, kennisinstellingen en bedrijven en andere organisaties die met praktijkgericht onderzoek bezig zijn verbindt;
• de convenantpartners vaststellen dat het praktijkgericht onderzoek van xxxxxxxxxxx een eigen plek inneemt in het Nederlandse kennisstelsel, zich in de afgelopen decennia tot een onmisbare vorm van onderzoek in dit kennisstelsel heeft ontwikkeld, en dat die ontwikkeling moet worden doorgezet1234;
• uit de derde en laatste evaluatie van de convenantperiode 2013-20235 (hierna: de eindevaluatie) blijkt dat SIA een prominente rol heeft vervuld in die ontwikkeling van praktijkgericht onderzoek, en dat SIA als organisatie een sterke ontwikkeling heeft doorgemaakt tijdens de periode 2013-2023;
• uit de eindevaluatie ook blijkt dat de tweede geldstroom in de vorm zoals SIA deze heeft ontwikkeld goed aansluit bij de wensen van de hogescholen voor het ontwikkelen en uitbouwen van praktijkgericht onderzoek van de hogescholen;
• in die evaluatie aanbevelingen staan voor de verdere ontwikkeling van SIA, en dat SIA zich
inspant deze aanbevelingen uit te werken;
• de evaluatiecommissie concludeert dat, gezien de ontwikkeling van praktijkgericht onderzoek,
structurele inbedding van SIA binnen NW O een wenselijk perspectief is;
• de evaluatiecommissie een nieuwe convenantperiode adviseert, zodat de convenantpartners kunnen werken aan die structurele inbedding van SIA binnen NWO, waarbij beide organisaties elkaars kracht versterken en in verbinding verder uitbouwen;
• het versterken van de innovatiekracht van het bedrijfsleven (in het bijzonder het mkb), het onderwijs en de publieke sector nog altijd hoog op de nationale en Europese agenda staan;
1 Beleidsbrief hoger onderwijs en wetenschap, OCW, 17 juni 2022.
2 Kennis- en innovatieconvenant 2020-2023, EZK, 11 november 2019.
3 Strategische onderzoeksagenda hbo 2022-2025, Vereniging Hogescholen, 23 november 2021.
4 Wetenschap werkt! – XXX-xxxxxxxxx 0000-0000, XXX, 6 juli 2022.
5 Naar een volgende fase; derde evaluatie Regieorgaan SIA 2022, maart 2023.
• praktijkgericht onderzoek van xxxxxxxxxxx altijd start met een vraag uit de praktijk en in samenwerking gebeurt, en dat de resultaten van dat onderzoek op relatief korte termijn doorwerken op maatschappelijke vraagstukken;
• praktijkgericht onderzoek de publieke sector, de hogescholen, de innovatiekracht van het
bedrijfsleven en de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt verbetert, waarmee invulling wordt gegeven aan het onderzoek- en wetenschapsbeleid6 en de landelijke en regionale innovatie-agenda7;
• de convenantpartners de meerwaarde, eigenstandige positie en ontwikkeling van
praktijkgericht onderzoek onderkennen en daaraan bijdragen, ieder vanuit de eigen rol;
o OCW als stelselverantwoordelijk van het onderwijs- onderzoek- en wetenschapsbeleid;
o EZK als aanjager van het kennis- en innovatiebeleid;
o VH als vertegenwoordiger van de hogescholen;
o NW O in de rol van xxx, met de opdracht als financier van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland op te treden en als thuisorganisatie van en eindverantwoordelijke voor SIA;
o VNO-NCW en MKB-Nederland als vertegenwoordiger van de bedrijven die in het praktijkgericht onderzoek participeren en sectoren die bij dit onderzoek belang hebben;
o TNO als partner van de hogescholen vanuit het toegepaste onderzoek en als
vertegenwoordiger van de TO2-instellingen;
o ROM-Nederland als partner bij het borgen en stimuleren van de regionale inbedding van het praktijkgericht onderzoek van xxxxxxxxxxx, zoals ook beschreven staat in het convenant tussen VH en ROM-Nederland dat op 29 juni 2023 getekend is.8
Verklaren dat:
• de convenantpartners zich, ieder vanuit de eigen rol, inspannen voor de verdere versterking en ontwikkeling van praktijkgericht onderzoek, zodanig dat SIA haar rol en taken zo goed mogelijk kan vervullen;
• de convenantpartners, in lijn met de aanbevelingen uit de eindevaluatie en hun strategische visies9, de gezamenlijke ambitie hebben om tot structurele inbedding van SIA binnen NW O te komen, zodanig dat de eigen en herkenbare positie, identiteit en kracht van het praktijkgericht onderzoek geborgd blijven;
• in lijn met het advies uit de eindevaluatie, een nieuw convenant noodzakelijk geacht wordt,
met een looptijd van vijf jaar en een eindevaluatie na vier jaar;
• SIA gedurende de looptijd van dit nieuwe convenant als zelfstandig onderdeel van NW O de kwaliteit en de impact van het praktijkgericht onderzoek van hogescholen blijft bevorderen en daarbij ook de samenwerking met andere vormen van onderzoek binnen het brede kennisstelsel stimuleert (bijvoorbeeld met onderzoek van universiteiten, mbo-instellingen en TO2-instellingen).
Komen overeen:
Artikel 1. Continuering SIA
1. Met inachtneming van de steun van de convenantpartners besluit NW O om SIA, dat op basis
van het convenant van 15 april 2013 door NW O is ingesteld, te continueren.
2. De raad van bestuur van NW O draagt als vertegenwoordiger van de formele rechtspersoon en het bestuursorgaan de eindverantwoordelijkheid voor SIA.
3. De raad van bestuur van NW O draagt het bestuur van SIA de hieronder in artikel 4
geformuleerde taken op.
6 Beleidsbrief hoger onderwijs en wetenschap, OCW, 17 juni 2022.
7 Roadmap Human Capital Topsectoren 2020-2023, EZK, 11 november 2019.
8 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxx-xxx-xx-xx-xxxxx.
9 Zoals bijvoorbeeld blijkt uit de bestuurlijke reactie van NWO en de bestuurlijke reactie van SIA op de eindevaluatie van SIA, evenals uit de huidige strategie van SIA en de huidige strategie van NWO.
Artikel 2. Huidige positie SIA binnen NWO
1. De middelen voor SIA die door het ministerie van OCW en andere subsidiegevers voor het praktijkgericht onderzoek van hogescholen ter beschikking worden gesteld zijn geoormerkt en worden afgeschermd binnen de NW O-begroting. Ze worden uitsluitend ingezet voor het uitvoeren van de taken van SIA.
2. OCW draagt zorg voor de delegatie aan NWO van bevoegdheden indien en voor zover deze noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van de missie en de taken van SIA. De raad van bestuur van NW O mandateert deze bevoegdheden aan het bestuur van SIA.
3. NW O draagt er zorg voor dat SIA een goede verankering behoudt binnen de NWO-organisatie, als een regieorgaan voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 5 van het Bestuursreglement NWO 2017, met inachtneming van hetgeen in dit convenant is bepaald en waarbij de NW O Subsidieregeling 2017 van toepassing is op SIA.
Artikel 3. Financieel arrangement
1. OCW stelt de middelen die op haar begroting geoormerkt zijn voor SIA ter beschikking aan
NW O, dat deze zoals beschreven in artikel 2 ter beschikking stelt aan XXX.
2. Artikel 4.34 van de Algemene wet Bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op de
onder lid 1 bedoelde middelen.
3. NW O ziet toe op de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de voor de inzet van SIA
toegekende middelen, inclusief de eerbiediging van de (Europese) aanbestedingsregelgeving.
4. Alleen de hogescholen kunnen als hoofdaanvragers optreden van de in lid 1 bedoelde middelen van SIA.
Artikel 4. Taken SIA
1. XXX heeft als missie om de kwaliteit van het praktijkgericht onderzoek van xxxxxxxxxxx met zijn financieringsinstrumenten te ondersteunen en te bevorderen en de doorwerking van dat onderzoek in de maatschappij en het onderwijs te versterken.
2. SIA fungeert tevens als platform voor samenwerking met het oog op de ontwikkeling van
praktijkgericht onderzoek van xxxxxxxxxxx.
3. SIA vervult een adviserende rol bij het ontwikkelen van relevante onderzoeks- en innovatieprogramma's vanuit partijen die hiertoe middelen beschikbaar willen stellen en zet zich ervoor in om - op programmaniveau - additionele financiering (nationaal, internationaal) te verwerven voor praktijkgericht onderzoek van hogescholen en de doorwerking van onderzoek hiervan naar de beroepspraktijk en het onderwijs.
4. XXX speelt een stimulerende rol naar alle hogescholen, met doorwerking naar de maatschappelijke partners en bedrijven waar hogescholen mee samenwerken. SIA is zo een belangrijke partner bij de gezamenlijke inspanning van OCW en EZK om te komen tot een versterking van het lerende systeem waarin partijen met elkaar samenwerken om tot nog meer impact van kennis te komen.10
5. SIA stimuleert netwerken van bedrijven, instellingen en organisaties die kunnen bijdragen aan het vergroten van het bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak voor de verdere ontwikkeling van praktijkgericht onderzoek, aan een hoogwaardige kwaliteit van de uitvoering van het onderzoek en aan een intensivering van publiek-private samenwerking bij het praktijkgericht onderzoek.
6. XXX stelt iedere vier jaar in overleg met de convenantpartners een strategisch plan op met het oogmerk het praktijkgericht onderzoek verder te versterken.
7. SIA waarborgt namens NW O dat de subsidieverstrekking op een kwalitatief hoogwaardige,
transparante en onafhankelijke wijze wordt uitgevoerd en maakt gebruik van een passende en op de netwerken van hogescholen toegesneden set van financieringsinstrumenten. Het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek dient als kader voor de beoordeling van onderzoeksprojecten en -programma’s.
10 Kamerbrief met Actieplan innovatie en valorisatie, EZK en OCW, 11 november 2022.
8. SIA monitort de impact van zijn activiteiten door middel van een met de sector overeengekomen systeem. In dat kader volgt SIA tevens de doorwerking en impact van het gehonoreerde onderzoek.
Artikel 5. Inrichting SIA
5.1. Bestuur
1. XXX heeft een bestuur dat bestaat uit een voorzitter en zes leden.
2. De raad van bestuur van NW O benoemt de voorzitter en leden van het bestuur van SIA, op voordracht van het zittende bestuur van SIA en, voor de voorzitter, na consultatie van de raad van toezicht van NW O.
3. De voorzitter en de leden van het bestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar met
een eenmalige mogelijkheid van herbenoeming van maximaal vier jaar.
4. Voorzitter en leden besluiten zonder last en beschikken als orgaan over de deskundigheid die nodig is om het brede netwerk van praktijkgericht onderzoek te overzien. De voorzitter moet kunnen rekenen op het vertrouwen van de hogescholen, in deze gerepresenteerd door de Vereniging Hogescholen.
5. (Een delegatie van) de raad van bestuur van NW O heeft regelmatig, maar minimaal twee keer
per jaar, overleg met (een delegatie van) het bestuur van SIA.
6. De voorzitter van het bestuur van SIA neemt deel aan de beraadslaging in de raad van bestuur van NW O op onderwerpen die direct het belang van het praktijkgericht onderzoek betreffen.
5.2. Taken van het bestuur
1. Het vaststellen van een strategisch plan, een meerjarenbegroting en een jaarplan.
2. De meerjarenbegroting wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur van NWO.
3. Het vaststellen van de rekening en verantwoording die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan
de raad van bestuur van NW O.
4. Het vaststellen en toetsen van de selectieprocedure en selectiecriteria, waarbij het
Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek als kader dient.
5. Het inrichten van financieringsinstrumenten (inclusief selectiecriteria).
6. Het nemen van een besluit over de toekenning van subsidies namens NWO voor ingediende onderzoeksvoorstellen op basis van een advies van onafhankelijke beoordelingscommissies.
7. Het monitoren van de voortgang en evalueren van toegekende projecten.
8. Het verzorgen van de eindverantwoording van het gefinancierde onderzoek.
9. Het opstellen van een huishoudelijk reglement voor de vormgeving en de uitvoering van de
taken.
5.3. Adviesraad
1. Er is een SIA-adviesraad bestaande uit een wisselend aantal leden.
2. De leden van de adviesraad worden benoemd door het bestuur van SIA, voor een periode van vier jaar met een mogelijkheid van een eenmalige herbenoeming van maximaal vier jaar.
3. De leden van de adviesraad adviseren zonder last en beschikken als orgaan over deskundigheid over de ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek en het regionale, nationale en Europese kennis- en innovatiesysteem.
4. De adviesraad is onafhankelijk en kan zowel gevraagd als ongevraagd adviseren.
5. De adviesraad brengt - na overleg met het bestuur van SIA over de vraagstelling - ieder jaar advies uit aan het bestuur van SIA (bijvoorbeeld over de bijdrage van SIA aan het bevorderen van de groei en kwaliteit van het praktijkgericht onderzoek, het markeren van de eigenheid en zelfstandigheid van het praktijkgericht onderzoek, en het versterken van de verbinding, doorwerking en impact ervan in het onderwijs, de beroepspraktijk en in de maatschappij).
5.4. SIA-bureau
1. Het bestuur van SIA wordt ondersteund door een bureau dat onder leiding staat van een
directeur.
2. Het bureau heeft tot taak de voorbereiding en uitvoering van de strategie en het beleid van
SIA.
3. De directeur van het SIA-bureau wordt benoemd door de raad van bestuur van NW O, op
voordracht van het bestuur van SIA.
4. De directeur van het SIA-bureau is volwaardig lid van het directeurenteam van NWO.
5. De directeur is verantwoordelijk voor de organisatie, bemensing en het aansturen van het bureau van SIA en legt daarover en over de vervulling van de taken van het bureau verantwoording af aan het bestuur van SIA.
6. De directeur draagt er zorg voor dat binnen het bureau van SIA ruime kennis aanwezig is van het praktijkgericht onderzoek van hogescholen en dat ook in de dagelijkse werkzaamheden in het bureau de samenwerking met de hogescholen en andere convenantpartners wordt geborgd.
5.5. Samenstelling en taken van de onafhankelijke beoordelingscommissies
1. Overeenkomstig de NWO Subsidieregeling 2017 stelt het bestuur van SIA per
financieringsinstrument een of meerdere onafhankelijke beoordelingscommissies in.
2. Bij de samenstelling en werkwijze van de beoordelingscommissie(s) is de Code persoonlijke belangen van NWO van toepassing. Bestuursleden en externe referenten kunnen geen deel uitmaken van een beoordelingscommissie.
3. De beoordelingscommissies hebben als taak het beoordelen van de aanvragen en het opstellen van een honoreringsadvies, inclusief de argumentatie hiervoor.
4. De commissies hebben het recht ongevraagd advies te geven aan het bestuur naar aanleiding van de ervaringen die bij de werkzaamheden zijn opgedaan.
5. De beoordeling vindt plaats op basis van de door het bestuur van SIA vastgestelde criteria en
procedures.
Artikel 6. Richting structurele inbedding SIA in NWO
1. De convenantpartners gaan gedurende de looptijd van dit convenant stapsgewijs de
structurele inbedding van SIA binnen NW O uitwerken en invullen en starten daar in 2023 mee.
2. NW O en SIA nemen met de structurele inbedding verantwoordelijkheid voor de eigenstandige doorontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek van hogescholen.
3. De convenantpartners hanteren daarbij tenminste de volgende uitgangspunten, zoals benoemd
in de eindevaluatie:
a. voldoende en voor de hogescholen herkenbare bestuurlijke aandacht voor
praktijkgericht onderzoek van xxxxxxxxxxx binnen NW O;
b. borging van afdoende expertise, kennis en vertegenwoordiging met betrekking tot besluitvorming ten aanzien van praktijkgericht onderzoek van hogescholen in de governance van NW O;
x. xxxxxxxxxxx als doelgroep van NW O;
d. wederzijdse aansluiting van de financieringsinstrumenten en procedures van NW O en SIA die betrekking hebben tot praktijkgericht onderzoek;
4. Om deze structurele inbedding van SIA binnen NW O voor te bereiden heeft de raad van bestuur van NW O in 2023 een interne stuurgroep ingesteld, waarbij de convenantpartners als klankbordgroep fungeren.
5. OCW zal in overleg met de convenantpartners verkennen of, en zo ja, hoe een wijziging van de Wet op de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek nodig is voor de structurele inbedding van SIA binnen NW O. De verkenning start uiterlijk op 1 januari 2025. Indien een wijziging van de wet nodig is, zal OCW zich inspannen voor het opstellen van het benodigde voorstel tot wijziging van de w et.
6. De voortgang van de structurele inbedding van SIA in NW O is onderdeel van het in artikel 7
beschreven overleg tussen de convenantpartners en de in artikel 8 beschreven evaluaties.
Artikel 7. Overleg tussen de convenantpartners
1. Het bestuur van SIA draagt er zorg voor dat minimaal één keer per jaar de convenantpartners bij elkaar komen, met als onderwerpen in ieder geval de relevante ontwikkelingen met
betrekking tot de in artikel 4 beschreven taken van SIA en de voortgang van de structurele
inbedding van SIA in NW O als bedoeld in artikel 6.
2. De convenantpartners treden daarnaast met elkaar in overleg in geval van belangrijke
veranderingen in de uitvoering van het convenant.
Artikel 8. Evaluatie van het convenant
1. De voortgang van de structurele inbedding van SIA binnen NW O is onderdeel van de NW O-
evaluatie van 2025.
2. NW O geeft, in overleg met de convenantpartners, opdracht tot een eindevaluatie van de
afspraken van het convenant in 2027.
3. Op basis van de uitkomst van beide evaluaties besluit OCW, gehoord hebbende de convenantpartners en het bestuur van SIA, hoe SIA definitief ingebed wordt in NWO als bedoeld in artikel 6, waarbij het uitgangspunt is dat dit voor het einde van de looptijd van het convenant is afgerond.
4. De uitkomsten van beide evaluaties zullen bijdragen aan besluitvorming door de
convenantpartners tot voortzetting van het convenant.
Artikel 9. Wijzigingen en opzegging
1. Dit convenant kan tussentijds worden gewijzigd of opgezegd indien en voor zover:
a. er zich omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat het voortzetten van het convenant niet langer wenselijk wordt geacht, of
b. de evaluaties zoals genoemd in artikel 8 hier aanleiding toe geven;
2. Convenantpartners brengen elkaar schriftelijk op de hoogte indien zich een situatie voordoet
die aanleiding geeft tot het wijzigen of opzeggen van dit convenant.
3. Opzegging vindt schriftelijk plaats met inachtneming van een opzegtermijn van 1 jaar.
4. Convenantpartners streven ernaar binnen de opzegtermijn overeenstemming te bereiken over de wijze waarop alle met het opzeggen samenhangende aspecten worden afgehandeld. Indien convenantpartners tijdens de opzegtermijn gezamenlijk van mening zijn dat een deugdelijke afhandeling niet binnen de opzegtermijn haalbaar is, dan maken convenantpartners afspraken over verlenging van de opzegtermijn.
Artikel 10. Geschillen
1. Dit convenant is niet in rechte afdwingbaar.
2. Indien convenantpartners van mening zijn dat geschillen in verband met dit convenant, of met
afspraken die daarmee samenhangen, niet in onderling overleg kunnen worden beslecht,
dan wordt de volgende procedure gevolgd. De convenantpartners die met elkaar in geschil zijn wijzen ieder een adviseur aan waarna deze adviseurs gezamenlijk een aanvullende
adviseur aanwijzen die tevens als voorzitter optreedt. Aan de adviseurs wordt de
opdracht gegeven een voor beide convenantpartners bindend advies uit te brengen waarbij het oordeel van de voorzitter bepalend is ingeval de door convenantpartners aangewezen adviseurs niet tot een gelijkluidend oordeel kunnen komen.
Artikel 11. Slotbepalingen
1. Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle convenantpartners en eindigt van rechtswege 6 juli 2028, tenzij convenantpartners besluiten voor laatstgenoemde datum dit convenant voort te zetten.
2. Als dit convenant in werking is getreden, vervalt het Convenant Nationaal Regieorgaan
Praktijkgericht Onderzoek SIA dat is gepubliceerd in de Staatscourant 2013, 11339.
3. Dit convenant wordt aangehaald als: Convenant Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht
Onderzoek SIA 2023-2028.
Dit convenant wordt in de Staatscourant gepubliceerd
Aldus overeengekomen in Den Haag op 6 juli 2023
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat,
R.H. Dijkgraaf.
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek,
M.P.C. Weijnen.
Vereniging Hogescholen,
M.H.J. Limmen.
MKB-Nederland,
X. Xxxxxx.
VNO-NCW ,
I.D. Thijssen.
TNO,
T.B.P.M. Xxxx-X-Xxxx, namens deze (met volmacht), P.J. Werkhoven.
ROM-Nederland,
W .X.X. xx Xxxx.
Ter kennisname;
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht onderzoek SIA,
X.X. xx Xxxx.