Horecaconvenant Veilig Uitgaan Ermelo
Horecaconvenant Veilig Uitgaan Ermelo
In dit convenant “Veilig Uitgaan” in de gemeente Ermelo, staan afspraken die tussen de gemeente Ermelo, de politie Veluwe West, de Koninklijke Horeca Nederland, samen met de horecaondernemers van Ermelo zijn gemaakt.
De partijen:
- Xx xxxxxxxxxxxx xxx xx xxxxxxxx Xxxxxx
- Xxxxxxx Xxxx Xxxxxxxxx, Team Veluwe West
- Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Oost Nederland
- Koninklijke Horeca Nederland
- De deelnemende horecaondernemingen
Overwegende dat:
- De convenantpartners wensen samen te werken, teneinde door een integrale aanpak ongewenste ontwikkelingen ten aanzien van horecagerelateerde overlast in de gemeente Ermelo te verminderen of te voorkomen.
Komen het volgende overeen:
1.1. Onder een horeca-inrichting wordt in deze overeenkomst verstaan: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse dat beschikt over een vergunning krachtens de Drank- en Horecawet en daarvan ook daadwerkelijk gebruik maakt.
1.2. De samenwerking tussen de convenantpartners zal bestaan uit het bevorderen van een aantrekkelijk en veilig uitgaansklimaat, het tegengaan van overlast en een actieve deelname aan de uitvoeringen van het convenant en de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan.
1.3. De deelnemende horeca-inrichtingen kunnen in aanmerking komen voor de ontheffing sluitingstijden (APV)
1.4. Dit convenant omvat samenwerkingsafspraken welke niet zijn gevat in bestaande landelijke wet- en regelgeving of lokale regelgeving
Overlegstructuur:
Horecaoverleg
Het is noodzakelijk om de overlegvorm waarin de partners op uitvoerend niveau met elkaar overleggen over de wijze waarop, rekening houdende met de verschillende belangen, de gezamenlijke verantwoordelijkheid op een effectieve wijze gestalte wordt gegeven te continueren. In dit overleg worden afspraken gemaakt over de uitvoering van het vastgestelde beleid, de wijze van samenwerking en worden praktische zaken besproken en opgelost. Vanuit dit overleg wordt ook praktische informatie aangeleverd op grond waarvan het beleid mede wordt bepaald of aangepast. Dit overleg vindt periodiek plaats met een frequentie van ten minste tweemaal per jaar.
De ondernemers van de horecabedrijven hebben ten minste elke 2 maanden overleg met de politie (politie- horecaoverleg). De ondernemer zorgt ervoor dat horecaportiers en/of overige barmedewerkers goed op de hoogte zijn van de inhoud van het convenant.
De werkgroep Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan blijft bestaan en komt maandelijks bijeen.
HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In dit convenant wordt verstaan onder:
1. Horecabedrijf: De activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse dat beschikt over een vergunning krachtens de Drank- en Horecawet en daarvan ook daadwerkelijk gebruik maakt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een café, cafetaria en snackbar. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden, gevestigd in of op het perceel.
2. Sluitingstijden: De tijden waarop de horecabedrijven overeenkomstig de APV gesloten moeten zijn: maandag tot en met zondag van 01.00 uur tot 7.00 uur. Deelnemende horeca-ondernemingen kunnen op aanvraag in aanmerking komen voor de ontheffing van de sluitingstijd welke is bepaald in artikel 2:29 vierde lid van de APV.
De ontheffing biedt de mogelijkheid bezoekers te laten verblijven op zaterdagen en zondagen tussen 01.00 en 04.00 uur, en op vrijdagen, braderieavonden en Koningsnacht tussen 01.00 en
02.00 uur.
Voor de horecabedrijven welke het publiek niet in de eerste plaats pleegt te bezoeken voor het nuttigen van alcoholhoudende drank maar voor het gebruik van geringe etenswaren (Snackbars, grillrooms etc.) geldt een sluitingstijd op zaterdagen en zondagen tussen 01.00 en 03.00 uur.
3. Handhaving: De gemeente en politie geven duidelijkheid bij het toepassen van sancties. Daarbij vindt een nauwkeurige en zorgvuldige belangenafweging plaats en zal een eventuele sanctie in verhouding staan tot de ernst van de overtreding.
4. Relevante wettelijke kaders: In dit convenant zijn de voor horeca wettelijke kaders (ten aanzien van bijvoorbeeld handhaving en sanctiebeleid) niet expliciet genoemd. Uiteraard blijven deze wettelijke kaders (zoals de Algemene plaatselijke verordening gemeente Ermelo (APV), de Drank- en Horecawet, de Wet milieubeheer en het Wetboek van Strafrecht) naast dit convenant van toepassing.
5. Z.S.M: Het arrondissementsparket Oost Nederland werkt aan een snelle afhandeling van veelvoorkomende criminaliteit. Dit als signaal aan daders, slachtoffers en samenleving. Het leidt tot hogere effectiviteit van de straf en een groter gevoel van veiligheid. Politie, arrondissementsparket Oost Nederland, Reclassering. Slachtofferhulp Nederland en de Raad van Kinderbescherming pakken met de zo spoedig mogelijk (Z.S.M)-werkwijze veel voorkomende criminaliteit samen op snelle, slimme, selectieve, simpele en samenlevingsgericht wijze aan. Z.S.M is bedoeld om het proces van beoordelen, straffen en uitvoeren in elkaar te schuiven. In de Z.S.M werkwijze wordt na aanhouding van de verdachte zo spoedig mogelijk een beslissing genomen over het afdoeningsrecht.
6. CHO: Xxxxxxxxx die zich schuldig maken aan geweld in en om de horeca kan de toegang tot de gelegenheid worden ontzegd. Voorop staat dat individuele horecaondernemers personen mogen weren uit hun zaak. Daarnaast kan de overlast gevende persoon een collectieve horeca ontzegging (CHO) krijgen. Bij geweld krijgt de dader voor bepaalde tijd een ontzegging van de toegang bij alle aangesloten horecagelegenheden. Hieraan zijn bepaalde voorwaarden verbonden, zoals het uitwisselen van persoonsgegevens tussen horeca en politie. Wanneer een persoon met ontzegging toch de horeca binnen gaat, is er sprake van lokaalvredebreuk. Het beoogde effect van de (CHO) is dat notoire geweldplegers worden geweerd uit de aangesloten horecagelegenheden, dat de kennis van notoire geweldplegers wordt vergroot en dat van de maatregel een afschrikwekkende werking uitgaat.
HOOFDSTUK II. INSPANNINGEN VAN DE HORECAONDERNEMER
De horecaondernemer neemt zijn of haar verantwoordelijkheid voor de veiligheid en leefbaarheid in en in de directe omgeving van zijn horecabedrijf. Onder de directe omgeving wordt verstaan het gebied en omgeving van het horecabedrijf overeenkomstig bestaande wet- en regelgeving (Wet milieubeheer).
Hiervoor onderneemt de horecaondernemer de volgende inspanningen:
Artikel 2: Toelatingsbeleid/huisregels
1. De horecaondernemer zorgt door huis- en gedragsregels voor een correcte gang van zaken binnen het bedrijf.
2. De horecaondernemer maakt voor of bij binnenkomst aan de gasten kenbaar dat hij deelnemer is aan Collectieve Horeca Ontzeggingen en dat huis- en gedragsregels gelden.
3. Voor het bevorderen van een veilig uitgaansklimaat geeft de horecaondernemer overeenkomstig het model protocol van Horeca Nederland invulling aan het instrument van de Collectieve Horeca Ontzegging (CHO). Het CHO beoogt de ontzegging - van de betrokkenen - van de toegang tot de horecabedrijven van alle bij het horecaconvenant aangesloten deelnemers voor een bepaalde tijd. De duur van de ontzegging wordt de betrokkenen meegedeeld.
Bij het toch toetreden van de inrichting, kan dit leiden tot huisvredebreuk. Dit is een strafbaar feit. De politie moet in een dergelijk geval proces-verbaal opmaken.
Artikel 3: Voorkomen alcoholmisbruik / bevorderen verantwoord alcoholgebruik
1. Geen verkoop of verstrekking van alcoholhoudende dranken aan mensen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren.
2. Gasten in kennelijke staat van dronkenschap worden de toegang tot het horecabedrijf geweigerd.
3. Xxxx verkoop van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar.
4. De horeca ondernemer verplicht zich medewerking te verlenen aan acties en projecten die door contractpartijen zijn opgezet om het alcoholmisbruik te voorkomen dan wel een verantwoord alcoholgebruik te bevorderen.
5. De horecaondernemer werkt mee aan een overleg met politie en of gemeente over hetgeen is bepaald in dit artikel.
Artikel 4: Onderhoud omgeving
1. De horecaondernemer ziet er op toe dat geen glazen en drank buiten de inrichting worden meegenomen.
2. Bij grotere evenementen wordt buiten de lokaliteit gebruik gemaakt van onbreekbaar glas of plastic.
3. De horecaondernemer zorgt voor voldoende verlichting op of aan zijn bedrijf.
4. De horecaondernemer draagt zorg voor het schoonhouden van de directe omgeving van zijn horecabedrijf.
Artikel 5: Beveiliging en toezicht
1. De horecaondernemer zorgt voor toezicht en ordehandhaving in en in de directe omgeving van zijn bedrijf en zal bij collectieve en incidentele festiviteiten extra inspanningen hiertoe verrichten.
2. De horecaondernemer draagt actief bij aan het behalen van de maatregel 04:15 straat leeg.
Artikel 6: Openbare orde en veiligheid
1. De horecaondernemer is verplicht bezoekers die in of in de onmiddellijke omgeving van zijn inrichting door alcoholgebruik of anders een vervelende of dreigende houding aannemen daarop aan te spreken. Wanneer de horecaondernemer inschat dat de overlast zal escaleren en hij of zij niet meer kan instaan voor de gevolgen, moet de horecaondernemer het horecakoppel van politie hiervan onmiddellijk in kennis te stellen.
2. De horecaondernemer ziet er nauwlettend op toe dat in de directe omgeving van zijn horecabedrijf op geen enkele wijze hinder of overlast ontstaat voor omwonenden.
3. In geval van hinder, overlast of meldingen van verstoring van de openbare orde door omwonenden of derden is de horecaondernemer ertoe gehouden degenen die de verstoring veroorzaken eerst toe te spreken en tot orde en rust te manen. Als hieraan geen gehoor wordt gegeven, dient de horecaondernemer het horecakoppel van politie daarvan onmiddellijk in kennis te stellen.
4. De horecaondernemer is er verantwoordelijk voor dat bij het spelen van muziek de deuren en ramen in de inrichting gesloten zijn en de toegangsdeuren tijdens het spelen van muziek consequent weer worden gesloten bij komend en gaand publiek en / of houdt zich aan de grenzen gesteld in de Afstandsbepalingsmethodiek.
5. De horecaondernemer is tijdens de openingstijden van zijn bedrijf en tot een half uur na sluitingstijd voor omwonenden bereikbaar via zijn telefoonnummer.
Artikel 7: Vernielingen
De horecaondernemer stelt de politie onmiddellijk in kennis van vernielingen in of aan zijn horecabedrijf of in de directe omgeving daarvan.
Artikel 8: Agressie, geweld, wapens en bedreiging
1. De horecaondernemer stelt de politie onmiddellijk in kennis bij het constateren van agressie, geweld, strafbare feiten en feiten die hij als bedreigend beschouwt in of in de directe omgeving van zijn horecabedrijf en bij vermoeden dat bezoekers de openbare orde zullen verstoren bij het verlaten van de horeca inrichting.
2. Bij het constateren van verboden wapenbezit wordt de politie direct hiervan in kennis gesteld en zo mogelijk wordt de betrokkene staande gehouden en overgeleverd aan de politie.
Artikel 9: Drugs
1. De horecaondernemer treedt direct in contact met de politie indien hij in of in de directe omgeving van zijn horecabedrijf handel in of gebruik van hard drugs of handel in soft drugs en/of andere stoffen als bedoeld in de Opiumwet constateert.
2. Ook als zich in of in de directe omgeving van het horecabedrijf verdachte situaties of geruchten voordoen, maakt de horecaondernemer hiervan melding bij de politie.
3. De horecaondernemer maakt in de huis- en gedragsregels duidelijk aan zijn gasten dat harddrugsgebruik- en/of drugshandel niet wordt getolereerd en dat de politie hiervan onmiddellijk in kennis wordt gesteld.
Artikel 10: Aangifte en melding
1. De horecaondernemer doet onmiddellijk aangifte bij de politie bij het constateren van strafbare feiten, zoals geweld, drugshandel, bedreiging, heling, afpersing en verboden wapenbezit.
2. De (verhoogde) meldingsbereidheid kan leiden tot een hoger incidentenpatroon. Deze verhoging zal in principe de horeca niet worden toegerekend.
Artikel 11: Personeelsbeleid
1. Het personeel moet potentiële bedreigingen kunnen onderkennen en op de hoogte zijn van maatregelen die naar aanleiding hiervan moeten worden genomen. Het personeel moet op de hoogte zijn van de huisregels en de gasten worden in voorkomende gevallen hierover geïnformeerd.
HOOFDSTUK III. INSPANNINGEN VAN DE GEMEENTE
Artikel 12: Verlichting / infrastructuur
1. De gemeente zorgt voor voldoende ‘sociale’ of veilige verlichting volgens de wettelijke norm en een goede en veilige infrastructuur in de nabijheid van het horecabedrijf.
Artikel 13: Verblijfsontzegging
1. In geval van hardnekkige en structurele overlast door bepaalde personen kan de burgemeester een verblijfsontzegging opleggen.
Artikel 14: Geïntegreerd horecabeleid
1. De gemeente controleert op alcoholgebruik van minderjarigen conform het vastgestelde beleid.
2. De gemeente zorgt ervoor dat er structureel halfjaarlijks overleg plaatsvindt tussen Horeca Nederland, politie, gemeente en desgewenst horecaondernemers niet aangesloten bij Horeca Nederland.
3. De gemeente stuurt een afschrift van dit convenant aan alle betrokken partijen.
Artikel 15: Voorlichting
De gemeente zal zich inspannen om het voorlichtingsproject op scholen waarbij wordt gewezen op de risico's van drank- en drugsgebruik zoveel mogelijk te continueren.
HOOFDSTUK IV. INSPANNINGEN VAN DE POLITIE
Artikel 16: Vast aanspreekpunt
Politie eenheid Oost Nederland, team Veluwe Xxxx heeft contactpersonen waaronder taakaccent, horeca en wijkagent die aanspreekbaar en goed bereikbaar zijn voor de horecaondernemer en omwonenden van het horecabedrijf. Tijdens de uitgaansnachten is dit via de horecatelefoon en anders volgens afspraak via 0900 - 8844 of hun emailadres.
Artikel 17: Toezicht
1. De politie ziet toe op de naleving van de openbare orde en veiligheid en handhaving van de rechtsorde alsmede op de naleving van de geldende rechtsregels waaronder de sluitingstijden.
2. De politie is tijdens de uitgaansnachten met extra politiepersoneel (vrijdag en zaterdag met een extra politiekoppel), zichtbaar aanwezig en surveilleert zo mogelijk te voet of als biker(s) in het horecaconcentratiegebied.
3. Bij overtreding van de sluitingstijden wordt door de politie proces-verbaal en een schriftelijk rapport opgemaakt. Een afschrift van het rapport wordt ter beschikking gesteld aan de burgemeester.
4. De politie reageert zo spoedig mogelijk op klachten en aanvragen van de horecaondernemer. Zij is hiervoor bereikbaar via de zogenaamde Horecatelefoon. Voor spoedeisende zaken blijft het nummer 112 van kracht.
5. De politie draagt actief bij aan het behalen van de maatregel “4:15 uur straat leeg.”
Artikel 18: Toelatingsbeleid
Op verzoek van de horecaondernemer assisteert de politie waar nodig in ernstige gevallen bij het uitreiken van een ontzegging van de toegang tot het horecabedrijf.
Artikel 19: Overleg
1. De politie houdt twee wekelijks of als daar aanleiding toe is direct of zo spoedig mogelijk met de gemeente overleg over horecaoverlast.
2. De politie houdt als daar aanleiding toe is direct of zo spoedig mogelijk met de horecaondernemer overleg over horecaoverlast.
Artikel 20: (Jeugd)zorg
1. De politie neemt contact op met de ouders van minderjarigen die bij geval van uitgaansoverlast met de politie in aanraking zijn gekomen. Dit eventueel gevolgd door een jeugdzorggesprek.
2. De politie spreekt minderjarigen aan bij constatering van overmatig alcohol- en drugsgebruik en stelt de ouders hiervan zo spoedig als mogelijk in kennis. Indien nodig wordt er doorverwezen naar hulpverlening en / of Tactus.
3. Elk geweldsmisdrijf wordt met voorrang opgepakt waarbij binnen 6 weken de aangifte is onderzocht.
HOOFDSTUK V. INSPANNINGEN VAN HET ARRONDISSEMENTSPARKET OOST NEDERLAND
Artikel 21: Vast aanspreekpunt
Het arrondissementsparket Oost Nederland heeft een vaste Officier van Justitie die op beleidsmatig gebied aanspreekpunt is voor de deelnemers aan dit convenant. Het betreft hier de OVJ Beleid en Strategie.
Artikel 22: Instellen strafvervolging
Tegen verdachten, die in of rond de horeca-inrichting door de politie worden aangehouden naar aanleiding van het plegen van misdrijven die betrekking hebben op geweld, bedreiging, wapens of drugs of voor overtredingen, die in nauwe relatie staan tot de kwaliteit van het uitgaanscentrum, bijv. urineren in het openbaar, wordt in principe een strafvervolging ingesteld.
Artikel 23: Geweld heeft bij het arrondissementsparket Oost Nederland altijd prioriteit
Het arrondissementsparket Oost Nederland geeft prioriteit aan horecagerelateerde geweldszaken en aan de horeca-inrichting gerelateerde vernielingen. Onder horeca-geweldszaken wordt verstaan fysiek geweld tijdens de horeca-uren uitgaansavonden/nachten en gepleegd binnen of in de directe omgeving van de horeca-inrichting.
Deze strafzaken dienen primair via ZSM afgedaan te worden. ZSM richt zich op de afdoening van eenvoudige misdrijven, waarbij een verdachte is aangehouden. Bij de ZSM werkwijze wordt na aanhouding van een verdachte door de hulpofficier van Justitie van politie contact opgenomen met XXX, waarna zo spoedig mogelijk door de Officier van Justitie een beslissing genomen wordt over het af- doeningstraject en wordt waar mogelijk direct een afdoeningsbeslissing genomen. Mogelijke afdoeningsbeslissingen betreffen een transactie, taakstraf voor meerderjarigen of minderjarigen, voorwaardelijk sepot of een dagvaarding.
Alle andere misdrijven die niet eenvoudig van aard zijn, door bijvoorbeeld de aard van het delict (zeer ernstige geweldsmisdrijven of ingewikkelde schades) worden niet in ZSM afgedaan. Deze strafzaken worden afgedaan door het team Onderzoeken.
In overleg tussen de politie en het arrondissementsparket Oost Nederland wordt bepaald of een aangehouden verdachte voorgeleid wordt.
Artikel 24: Horeca gerelateerde andere strafbare feiten
Tegen verdachten die in of rond het horecabedrijf door de politie zijn aangehouden voor het plegen van andere strafbare feiten zoals wapenbezit, drugs, urineren in het openbaar of belediging van politieambtenaren of het verstoren van de openbare orde wordt in beginsel eveneens strafvervolging ingesteld. Bij vernielingen geldt daarbij als uitgangspunt dat er naar wordt gestreefd dat de geleden schade wordt vergoed. Eenvoudige misdrijven kunnen via ZSM afgedaan worden.
HOOFDSTUK VI. SLUITINGTIJDEN
Artikel 25: Sluitingstijden
1. De tijden waarop de horecabedrijven overeenkomstig de APV gesloten moeten zijn: maandag tot en met zondag van 01.00 uur tot 07.00 uur. Deelnemende horeca-ondernemingen kunnen op aanvraag in aanmerkingen komen voor de ontheffing van de sluitingstijd.
Na ontheffing:
Vrijdag (nacht van donderdag op vrijdag), braderieavonden en Koningsnacht: De ondernemer laat tussen 01.00 en 02.00 uur geen nieuwe gasten meer toe in zijn of haar horecabedrijf, sluitingstijd uiterlijk 02.00 uur.
Zaterdag (nacht van vrijdag op zaterdag) en zondag (nacht van zaterdag op zondag): De ondernemer laat tussen 01.00 uur en 04.00 uur geen nieuwe gasten meer toe in zijn of haar horecabedrijf, sluitingstijd uiterlijk 04.00 uur.
Voor de horecabedrijven welke het publiek niet in de eerste plaats pleegt te bezoeken voor het nuttigen van alcoholhoudende drank maar voor het gebruik van geringe etenswaren (Snackbars, grillrooms etc.) geldt een sluitingstijd op zaterdagen en zondagen om 03.00 uur.
2. Om de sluiting van het horecabedrijf ordelijk te laten verlopen en te voorkomen dat men massaal vertrekt, neemt de ondernemer naar eigen inzicht beperkende maatregelen ten aanzien van geluid en het verstrekken van consumpties.
3. Tot een half uur na sluitingstijd houdt de horecaondernemer/portier de directe omgeving van het horecabedrijf in de gaten en zorgt ervoor dat de vertrekkende bezoekers geen overlast veroorzaken.
4. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf, of in geval van andere bijzondere omstandigheden voor het horecabedrijf, tijdelijk een ander sluitingsuur vaststellen of de inrichting tijdelijk sluiten.
HOOFDSTUK VII. HANDHAVING
Artikel 26: Handhavingsbeleid
1. Bij overtreding van de sluitingstijden en nalatigheid van hetgeen is bepaald in de artikelen 2 t/m 11 krijgt de ondernemer een beperking van de sluitingstijden zoals hieronder opgenomen.
a. Eerste overtreding: Schriftelijke waarschuwing.
b. Tweede overtreding binnen een periode van zes maanden: de burgemeester kan besluiten tot het intrekken van de ontheffing sluitingsuur voor de duur van ten hoogste één maand.
c. Derde overtreding binnen één jaar na de tweede overtreding: de burgemeester kan de ontheffing sluitingsuur voor de duur van maximaal een half jaar intrekken.
d. Vierde overtreding binnen één jaar na de derde overtreding: op grond van de Drank en Horeca Wet opmaken pv, schorsen of eventueel intrekken vergunning.
2. Bij het toepassen van eventuele sancties tegen de horecaondernemer inzake het bewust toestaan van de handel of het gebruik van middelen als bedoeld in de Opiumwet gaat de gemeente uit van het sanctiebeleid die de wetgeving haar biedt.
3. Bij het toepassen van eventuele sancties tegen de horecaondernemer wordt aansluiting gezocht bij de sanctiebepalingen en de mogelijkheden die de wetgeving haar biedt.
De burgemeester is gerechtigd het convenant met de horecaondernemer buiten toepassing te verklaren wanneer de horecaondernemer één of meerdere bepalingen in dit convenant niet nakomt. Hierdoor valt de horecaondernemer terug op de bepalingen van de APV.
4. In andere niet in dit convenant genoemde situaties kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden gebruikmaken van hem toekomende bevoegdheden als bedoeld in artikel 2:14 van de APV besluiten om voor een horecabedrijf tijdelijk andere sluitingstijden vast te stellen of een tijdelijke sluiting te bevelen.
HOOFDSTUK VIII. EVALUATIE
Artikel 27: Evaluatie
Partijen zullen elk jaar de in de dit convenant gemaakte afspraken evalueren. Op basis van opgedane ervaringen kan in gezamenlijk overleg besloten worden om de afspraken op onderdelen aan te vullen of te wijzigen. Indien gewenst zullen partijen tussentijds overleg voeren.
Het niet naleven van het horecaconvenant kan ontbinding of tussentijdse herziening tot gevolg hebben.
HOOFDSTUK IX. ONDERTEKENING
Artikel 28: Ondertekening
Dit convenant is tot stand gekomen in gezamenlijk overleg tussen de gemeente Ermelo, vertegenwoordigers vanuit de horeca, politie-eenheid Oost-Nederland, team Veluwe West, Koninklijke Horeca Nederland en het arrondissementsparket Oost Nederland en daartoe door genoemde partijen ondertekend te Ermelo op 18 mei 2015.