Dienstverleningsovereenkomst Wabo Mijnbouwinrichtingen
Dienstverleningsovereenkomst Wabo Mijnbouwinrichtingen
houdende uitvoeringsafspraken betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tussen het Ministerie van Economische Zaken en de gemeente
… conform modelovereenkomst 2010.1
Contractnummer: …
Ondergetekenden,
de Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd te Den Haag, vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken, hierna te noemen: EZ
en
de gemeente …(naam), waarvan de zetel is gevestigd te … (plaatsnaam)
- in deze vertegenwoordigd door haar burgemeester, hierna te noemen: de gemeente;
verder gezamenlijk ook te noemen: partijen,
overwegende dat,
a. De gemeente, vóór de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), bevoegd gezag is voor het uitvoeren van diverse taken op het gebied van onder andere bouwen, reclame, in- en uitrit, kappen en slopen bij inrichtingen, activiteiten met betrekking tot monumenten en milieugerelateerde activiteiten voor gemeentelijke inrichtingen;
b. EZ, vóór de inwerkingtreding van de Wabo, bevoegd gezag is voor de verlening van beschikkingen en de handhaving ten aanzien van mijnbouwgerelateerde activiteiten, bedoeld in bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht;
c. Op 1 oktober 2010 de Wabo in werking treedt, waardoor wijzigingen in bevoegdheden optreden;
d. EZ, na inwerkingtreding van de Wabo, bevoegd gezag is voor de verlening van een beschikking op grond van die wet voor mijnbouwinrichtingen, bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, van het Besluit omgevingsrecht;
e. EZ vanaf de inwerkingtreding van de Wabo als bevoegd gezag werkzaamheden verricht, die tot dat moment werden verricht door de gemeente, die daarvoor als deskundige partij geldt. De deskundigheid betreft met name de ervaring op het gebied van vergunningverlening en de kennis van de lokale situatie, het lokale beleid en de lokale regelgeving. Partijen zijn om die reden hetgeen hieronder is weergegeven overeengekomen. Een en ander is nader in de productcatalogus uitgewerkt (bijlage);
f. Hetgeen hieronder is overeengekomen betrekking heeft op het adviesrecht als bedoeld in artikel 2.26, vierde lid, Wabo en artikel 2.26, derde lid, Wabo voor zover het product 2 uit de productcatalogus betreft;
g. Een adequate uitvoering van de Wabo samenwerking en afstemming tussen de diverse betrokken overheden vergt. De uitvoering, daarbij ieders specifieke rol in ogenschouw nemend, een gezamenlijke verantwoordelijkheid betreft van de bij een aanvraag betrokken overheden;
h. Deze overeenkomst mee brengt dat EZ zich verbindt de gemeente om advies te vragen en de gemeente medewerking verleent aan EZ;
i. Naast hetgeen hieronder is overeengekomen op ambtelijk niveau werkafspraken zijn gemaakt en vastgesteld die geen onderdeel uitmaken van deze overeenkomst.
verklaren het navolgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 Reikwijdte van de overeenkomst
De gemeente geeft op verzoek van EZ ondersteuning aan EZ bij de uitvoering van de Wabo, inhoudende ondersteuning bij het verlenen van beschikkingen bedoeld in overweging d, alsmede bij het voeren van procedures in het kader van deze beschikkingen.
Artikel 2 Ondersteuning van beschikkingen op grond van de Wabo
1. Ondersteuning door de gemeente bij verlening van beschikkingen op grond van de Wabo houdt in het op verzoek van EZ inhoudelijk voorbereiden en opstellen van (een deel van) de beschikking en het tijdig ter beschikking stellen van de bijdrage aan EZ.
2. EZ zorgt ervoor dat de gemeente zo spoedig mogelijk kan beschikken over de vergunningsaanvraag en bijbehorende stukken. EZ zorgt verder voor het binnen de wettelijke termijn opstellen van een beschikking op een vergunningsaanvraag en verwerkt de bijdrage van de gemeente daarin.
3. Partijen verrichten de in het eerste en tweede lid bedoelde werkzaamheden met de zorgvuldigheid van een redelijk handelend en bekwaam bestuursorgaan. Partijen waarborgen daarbij de kwaliteit van de te leveren werkzaamheden.
Artikel 3 Ondersteuning van procedures in het kader van de Wabo
1. EZ (de directie Wetgeving en Juridische Zaken) voert de juridische procedures in het kader van de EZ-beschikkingen.
2. Ondersteuning door de gemeente op het gebied van procedures in het kader van EZ- beschikkingen houdt in het op eerste verzoek van EZ voorbereiden en opstellen van een gemotiveerde reactie ten behoeve van een bezwaar, een (hoger) beroep, een voorlopige voorziening of een klacht, indien en voor zover dat is gericht tegen (een deel van) een beschikking waarvoor de gemeente een bijdrage heeft geleverd, het tijdig ter beschikking stellen daarvan aan EZ en het op verzoek van EZ mede bijwonen van zittingen teneinde EZ, indien nodig, inhoudelijk te kunnen ondersteunen.
3. EZ zorgt ervoor dat de gemeente zo spoedig mogelijk kan beschikken over het bezwaar- of (hoger) beroepschrift, het verzoek om voorlopige voorziening of de klacht. EZ zorgt verder voor het binnen de wettelijke termijn opstellen van de benodigde schriftelijke stukken en verwerkt de bijdrage van de gemeente daarin.
4. Partijen verrichten de in het tweede en derde lid bedoelde werkzaamheden met de zorgvuldigheid van een redelijk handelend en bekwaam bestuursorgaan. Partijen waarborgen daarbij de kwaliteit van de te leveren werkzaamheden.
Artikel 4 Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
1. EZ is aansprakelijk jegens derden voor Wabo-beschikkingen waarvoor zij bevoegd gezag is. In de relatie tussen EZ en de gemeente geldt dat partijen elk voor zich verantwoordelijk zijn voor het eigen handelen.
2. Vorderingen van derden tot vergoeding van schade als gevolg van onrechtmatig handelen in het kader van Wabo-beschikkingen en het voeren van procedures, worden door EZ afgehandeld. De gemeente zal EZ, op eerste verzoek, alle ondersteuning bieden die nodig is voor het voeren van een gemotiveerd verweer bij de behandeling van een schadevergoedingsvordering, bijvoorbeeld in de vorm van het verschaffen van informatie of het ter beschikking stellen van stukken. EZ en de gemeente bepalen in goed overleg welke partij welk deel van de schadevergoedingsvordering betaalt en hoe EZ en de gemeente dit onderling verrekenen.
3. Voor zover een niet tijdige beschikking (deels) is toe te rekenen aan de gemeente, bepalen EZ en de gemeente in goed overleg welke partij welk deel van de dwangsom, op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen betaalt, en hoe EZ en de gemeente dit onderling verrekenen.
Artikel 5 Vergoeding voor de ondersteuning
1. De vergoeding voor de ondersteuning, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, is voor rekening van EZ, een en ander nader uitgewerkt in de productcatalogus (bijlage).
2. In afwijking van het eerste lid wordt ondersteuning door de gemeente op grond van artikel 4, tweede lid, niet vergoed indien een vordering van een derde tot vergoeding van schade te wijten is aan de gemeente.
3. De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, wordt door EZ voor alle geleverde producten uit de productcatalogus aan de gemeente betaald na overlegging van een rekening door de gemeente, die door EZ is goedgekeurd.
Artikel 6 Contactpersonen
Partijen zullen ieder contactpersonen aanwijzen en elkaar daarvan op de hoogte stellen en houden. Contactpersonen kunnen partijen niet binden.
Artikel 7 Geschillenbeslechting
1. Indien tussen partijen een geschil ontstaat dat verband houdt met deze overeenkomst, zullen partijen alle mogelijke inspanningen verrichten om een en ander minnelijk met elkaar op te lossen.
2. Indien een minnelijke oplossing niet wordt bereikt, wordt vervolgens geprobeerd geschillen via mediation of een bindend advies te beëindigen.
3. Een bindend advies wordt uitgebracht door een door partijen te benoemen bindend adviseur. Indien partijen het niet eens kunnen worden over een bindend adviseur, benoemen zij beiden een bindend adviseur, die gezamenlijk een derde bindend adviseur benoemen. Deze zal als voorzitter fungeren.
4. De kosten van een bindend advies zullen gelijkelijk over partijen worden verdeeld, ongeacht de uitslag van het bindend advies.
Artikel 8 Productcatalogus
Bij deze overeenkomst hoort de volgende bijlage: Bijlage Productcatalogus
Artikel 9 Evaluatie en aanpassing van deze overeenkomst
1. Partijen zullen de uitvoering en werking van deze overeenkomst, tezamen met de gemeenten die eveneens een overeenkomst als de onderhavige met EZ hebben ondertekend, wanneer nodig evalueren en zullen daartoe in ieder geval één jaar na inwerkingtreding van de Wabo overgaan. EZ neemt hiertoe het initiatief en betrekt de gemeenten en de VNG daarbij.
2. De evaluatie die één jaar na inwerkingtreding van de Wabo plaatsvindt, wordt uitgevoerd door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van EZ, gemeenten die een overeenkomst als de onderhavige met EZ hebben ondertekend en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De werkgroep maakt van de evaluatie een verslag.
3. De werkgroep biedt het verslag van de evaluatie, bedoeld in het tweede lid, uiterlijk één jaar en zes maanden na inwerkingtreding van de Wabo aan partijen, gemeenten die eveneens een overeenkomst als de onderhavige met EZ hebben ondertekend en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan.
4. Indien naar aanleiding van de evaluatie, bedoeld in het tweede lid, EZ en een meerderheid van de andere leden van de werkgroep, bedoeld in het tweede lid, besluiten tot een of meerdere aanpassingen, worden de aanpassingen zes weken na de kennisgeving daarover door EZ in deze overeenkomst doorgevoerd. In dat geval vervangen de aangepaste artikelen of producten de laatst geldende artikelen of producten. De kennisgeving door EZ geschiedt aan de gemeente, aan de gemeenten, bedoeld in het eerste lid, en aan de VNG.
5. Indien de gemeente niet met de aanpassingen, bedoeld in het vierde lid, instemt, wordt de overeenkomst binnen zes weken na de kennisgeving van de aanpassingen door EZ, bedoeld in het vierde lid, overeenkomstig artikel 10, derde en vierde lid, door de gemeente beëindigd.
6. Indien naar aanleiding van een evaluatie, anders dan de evaluatie die één jaar na inwerkingtreding van de Wabo plaatsvindt, EZ en een meerderheid van de gemeenten, bedoeld in het eerste lid, besluiten tot een of meerdere aanpassingen, worden de aanpassingen zes weken na de kennisgeving daarvan door EZ, in deze overeenkomst doorgevoerd. In dat geval vervangen de aangepaste artikelen of producten de laatst geldende artikelen of producten. De kennisgeving door EZ geschiedt aan de gemeente, aan de gemeenten, bedoeld in het eerste lid, en aan de VNG.
7. Indien de gemeente niet met de aanpassingen, bedoeld in het zesde lid, instemt, wordt de overeenkomst binnen zes weken na de kennisgeving door EZ, bedoeld in het zesde lid, overeenkomstig artikel 10, derde en vierde lid, door de gemeente beëindigd.
Artikel 10 Inwerkingtreding, duur en tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst
1. Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening ervan door beide partijen, doch niet eerder dan nadat de Wabo in werking is getreden.
2. Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd aangegaan.
3. Partijen kunnen deze overeenkomst tussentijds eenzijdig schriftelijk beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van drie kalendermaanden.
4. In geval van tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst kan EZ van de gemeente verlangen dat deze de ondersteuning op een zodanige wijze afrondt en de resultaten zodanig overdraagt aan EZ of een door hem aan te wijzen derde, dat onbelemmerde voortzetting van de lopende procedure mogelijk is.
Artikel 11 Slotbepaling
Deze overeenkomst wordt aangehaald als: DVO Wabo mijnbouwinrichtingen Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,
Den Haag, … (datum) … (plaats), … (datum) …
De Minister van Economische Zaken, De burgermeester, namens deze,
xx X. Xxxxxx
MT-lid directie Energiemarkt
Bijlage
Productcatalogus Wabo EZ mijnbouwinrichtingen
Behorende bij de dienstverleningsovereenkomst houdende uitvoeringsuitspraken in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Inleiding
De ondersteuning van gemeenten aan de minister van EZ, bedoeld in artikel 1 van de dienstverleningsovereenkomst, bestaat uit de levering van producten, zoals die zijn opgenomen in deze productcatalogus.
De vergoedingen in deze catalogus zijn gebaseerd op de tijdsbesteding per product en op een uurtarief van € 100, - inclusief BTW. Dit uurtarief is tevens inclusief alle bijkomende kosten zoals reiskosten, reproductiekosten etc.
In de productcatalogus zijn de volgende producten opgenomen:
1) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor (ver)bouwen van een bouwwerk;
2) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik;
3) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor slopen van een bouwwerk;
4) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk (Besluit brandveilig gebruik bouwwerken);
5) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument;
6) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het aanleggen van een weg/werk of het veranderen van de wijze van aanleg van een weg/werk;
7) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het maken, hebben of veranderen van een uitweg of gebruik daarvan veranderen;
8) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor alarminstallatie aan een onroerende zaak;
9) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het vellen of doen vellen van een houtopstand (kappen);
10) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame;
11) deelbeoordeling omgevingsvergunning voor opslag van roerende zaken;
12) uitgevoerde activiteiten tot het moment van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor de producten 1 t/m 5;
13) advies en ondersteuning bezwaar- en beroepsprocedures en voorlopige voorzieningen.
In deze catalogus worden verschillende deelbeoordelingen van de omgevingsvergunning beschreven aan de hand van onderstaande punten:
• Productomschrijving: geeft een omschrijving van de te leveren deelbeoordeling en benoemt daarbij op hoofdlijnen aan welke aspecten de aanvraag getoetst wordt.
De toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen en inhoudelijk compleet is, is hier een onderdeel van. Aan de hand van deze toetsen geeft de gemeente aan of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de betreffende activiteit.
Daarnaast zal er voor veel aanvragen ook sprake zijn van een vooroverleg met de aanvrager, EZ en overige betrokken partijen. Hiervoor kan advies nodig zijn over de benodigde deelbeoordelingen, gegevens en onderzoeken en over de haalbaarheid van het project
• Beoogd resultaat: geeft aan waar het betreffende product aan moet voldoen in termen van toetsing.
• Grondslag: benoemt de wettelijke grondslag van het betreffende product. Onder de Wabo wordt verstaan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Onder Mor wordt verstaan Regeling omgevingsrecht.
• Vergoeding: de vergoeding voor de geleverde ondersteuning.
Werkafspraken
Voor de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst volgens de vergunningprocedures van de Wabo zijn werkafspraken uitgewerkt tussen EZ en de gemeente. Deze zijn bindend, maar vormen geen onderdeel van de dienstverleningsovereenkomst, zodat deze in de praktijk gemakkelijk gewijzigd kunnen worden.
De gemeente communiceert en stuurt de (digitale) stukken (de deelbeoordelingen) naar de EZ- regisseur van de Wabo (tevens contactpersoon). EZ zorgt voor de beoordeling van de geleverde diensten van de gemeenten en de administratieve afhandeling van de rekeningen.
Uitvoeringsbeleid
Voor alle in deze productcatalogus genoemde producten geldt:
• in de deelbeoordeling worden de activiteiten waarop het project betrekking heeft duidelijk beschreven. De aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften en adviezen zijn (voor wat betreft de deelbeoordeling(en)) door de gemeente op elkaar afgestemd;
• de deelbeoordelingen en de opgestelde voorschriften kennen heldere dragende motiveringen ten aanzien van de inhoudelijke regels waaraan is getoetst (art. 3.46 Algemene wet bestuursrecht). Aan de deelbeoordeling worden geen oneigenlijke voorschriften verbonden. De deelbeoordeling is handhaafbaar en juridisch houdbaar;
• de toetsing gebeurt op basis van het binnen de gemeente vastgestelde transparante beleid voor toetsing van betreffende aanvragen (zoals het Toetsprotocol CKB of “Bouwtoezicht op maat”).
Adviseurs
De gemeente schakelt zelfstandig (wettelijke) adviseurs in, zoals de welstandcommissie of de brandweer, die noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van de in deze productcatalogus genoemde producten (zoals dat nu ook bij de bouwvergunningen het geval is). De gemeente verwerkt de adviezen van deze adviseurs in de producten. Aanvullend worden kosten die de gemeente maakt vanwege de noodzakelijke inschakeling van de welstandscommissie, vergoed tegen het daarvoor in de gemeentelijke legesverordening opgenomen tarief. Indien de gemeentelijke legesverordening hiervoor geen tarief kent, worden deze kosten niet afzonderlijk vergoed.
1. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor (ver)bouwen van een bouwwerk | |
Productomschrijving | De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Het uitvoeren van een check op de bouwsom in verband met het bepalen van de hoogte van de vergoeding en leges; • Het toetsen van de aanvraag aan het toetsingskader genoemd in artt. 2.10 t/m 2.19 Wabo, waaronder onder meer: •Bouwbesluit, bouwverordening, eisen bestemmingsplan; •Geluid (bestemmingsplan, bouwverordening); •Bodemtoets; •Brandveiligheid (bouwbesluit en bouwverordening); •Redelijke eisen van welstand (welstandsnota); •Constructie (bouwbesluit); • Het beoordelen van verzoeken om ontheffing van het bepaalde in de bouwverordening; • Het beoordelen van een beroep op gelijkwaardigheid; • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van de zienswijze; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning; • Beoordelen van op een later tijdstip aan te leveren gegevens en bescheiden (paragraaf 2.2, Mor). NB: niet alle activiteiten komen bij elke beschikking voor |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling en eventuele voorschriften op basis van de volgende beoordelingsaspecten: • de planologische regelingen zoals bedoeld in art. 2.10, eerste lid, Wabo en de evt. benodigde deelbeoordelingen als bedoeld in art. 2.10, tweede lid, Wabo; • veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, milieu en energiezuinigheid, aanvaardbaar als bedoeld in art. 2.10, Wabo; • redelijke eisen van welstand; • tunnelveiligheid, als bedoeld in art. 2.10, Wabo. |
Grondslag | Art. 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wabo. |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs op basis van de waarde van de bouwsom. Deze kostprijs is inclusief de legaliseringstoets voor het bouwen in afwijking van de vergunning en het doorvoeren van eventuele aanpassingen. | |
Waarde bouwsom * | EURO | |
a. € 2.000 - € 20.000 | a. € 500 (incl. BTW) | |
b. € 20.001 - € 100.000 | b. € 2.800 (incl. BTW) | |
c. € 100.001 - € 1.000.000 | c. € 7.700 (incl. BTW) | |
d. € 1.000.001 - € 5.000.000 | d. € 22.000 (incl. BTW) | |
e. € 5.000.001 - € 25.000.000 | e. € 40.000 (incl. BTW) | |
f. > € 25.000.000 | f. € 48.000 (incl. BTW) | |
* Opmerking: de gemeente dient de waarde van de bouwsom te baseren/te toetsen op basis van de leidraad van BZK, xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxx.
2. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik | ||
Productomschrijving | De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • De beoordeling en afweging van de planologische afwijking, in het geval dat de activiteit niet voldoet aan het bestemmingsplan; • Deelbeoordeling voor de (ontwerp)vergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling met onderbouwing op basis van het geldende bestemmingsplan. | |
Grondslag | Art. 2.1, eerste lid, onderdeel c, Wabo en art. 2.12, Wabo. | |
Vergoeding | ||
EURO | ||
a. Deelbeoordeling bij strijdigheid met een bestemmingsplan of beheersverordening bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onderdeel a, sub 3, Wabo. | € 5.000 (incl. BTW) | |
b. Deelbeoordeling bij strijdigheid met een bestemmingsplan of beheersverordening indien de vergunning betrekking heeft op een activiteit voor een bepaalde termijn, bedoeld in art. 2.12, tweede lid, Wabo. | € 400 (incl. BTW) | |
c. Deelbeoordeling bij strijdigheid met een bestemmingsplan of beheersverordening bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onderdeel a, sub 1, en 2, Wabo. | € 400 (incl. BTW) | |
d. Deelbeoordeling bij strijdigheid met een exploitatieplan, bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onderdeel b, Wabo. | € 400 (incl. BTW) | |
e. Deelbeoordeling bij strijdigheid met de regels gesteld krachtens art. 4.1 derde lid of 4.3, derde lid, Wro, bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onderdeel c, Wabo. | € 400 (incl. BTW) | |
f. Deelbeoordeling bij strijdigheid met een voorbereidingsbesluit, bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onderdeel d, Wabo. | € 250 (incl. BTW) |
3. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor slopen van een bouwwerk | ||
Productomschrijving | De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Het toetsen van de aanvraag aan artt. 2.10 t/m 2.19, Wabo; • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. NB: niet alle activiteiten komen bij elke deelbeoordeling voor | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling op basis van de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening (art. 2.18, Wabo). Veelal zal dat zijn: veilig slopen en op een veilige en niet milieubelastende wijze afvoeren van sloopafval. | |
Grondslag | Art. 2.1, eerste lid, onderdeel g of h, of art. 2.2, eerste lid, onderdeel a of c, Wabo. | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs: | |
EURO | ||
€ 1.200 (incl. BTW) | ||
4. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk (Besluit brandveilig gebruik bouwwerken) | ||
Productomschrijving | De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Beoordelen melding die gelijktijdig met de aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend; • Het toetsen van de aanvraag aan het toetsingskader genoemd in het ‘Besluit brandveilig gebruik bouwwerken’, waaronder: • het Gebruikersbesluit; • het Bouwbesluit; • de Bouwverordening. • Beoordelen van een beroep op gelijkwaardigheid; • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. NB: niet alle activiteiten komen bij elke beschikking voor | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling om zich voldoende verzekerd te zijn van de brandveiligheid van het bouwwerk met het oog op het voorziene gebruik, zoals bedoeld in art. 2.13, Wabo. | |
Grondslag | Art. 2.1, eerste lid, onderdeel d, Wabo. | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs | |
EURO | ||
€ 1.200 (incl. BTW) | ||
5. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument | ||
Productomschrijving | De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het in monumentencommissieverband bespreken van de aanvraag; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Het toetsen van de aanvraag aan artt. 2.10 t/m 2.19, Xxxx, waaronder de volgende aspecten: • verlies van monumentale waarde; • beoordelen van eventuele ingrijpen op eisen van monumentenzorg en welstand; • aanwijzingsbesluit beschermd gezicht; • Monumentennota 2007-2010. • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. NB: niet alle activiteiten komen bij elke beschikking voor | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling waarin de volgende punten zijn meegenomen: • Voorkomen dat als gevolg van sloop onderlinge ruimtelijke, structurele en/of monumentale samenhang van de bebouwing in het beschermd stads- en dorpsgezicht wordt verstoord (art. 2.1, eerste lid, onderdeel f, Wabo). • Een toetsing aan de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening (art. 2.19, Wabo). Veelal zal dat zijn: de belangen bij verandering of verstoring van het monument zijn goed afgewogen tegen het belang van de cultuurhistorische waarde (art. 2.2, eerste lid, onderdeel b, Wabo en/of de gemeentelijke / provinciale verordening). | |
Grondslag | Art. 2.1, eerste lid, onderdeel f, Wabo of art. 2.2, eerste lid, onderdeel b, Wabo en de betreffende gemeentelijke en/of provinciale verordening. | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs: | |
EURO | ||
€ 1.200 (incl. BTW) | ||
6. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het aanleggen van een weg/werk of het veranderen van de wijze van aanleg van een weg/werk | ||
Productomschrijving | De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Het toetsen van de aanvraag aan artt. 2.10 t/m 2.19, Xxxx en o.a. de volgende aspecten: • bestemmingsplan; • (verkeers)veiligheid en doelmatig gebruik van de weg / het werk; • bruikbaarheid van de weg / het werk; • uiterlijk aanzien van de omgeving ten gevolge van de weg / het werk. • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. NB: niet alle activiteiten komen bij elke beschikking voor | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling op basis van de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening (art. 2.19, Wabo). Veelal zal dat zijn: de belangen die de betrokken verordening beoogt te beschermen zijn afgewogen. | |
Grondslag | Art. 2.1, eerste lid, onderdeel b, Wabo en art. 2.2, aanhef en eerste lid, onderdeel d, Wabo en de betreffende gemeentelijke of provinciale verordening | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs per toestemming: | |
EURO | ||
€ 550 (incl. BTW) | ||
7. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het maken, hebben of veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan veranderen | ||
Productomschrijving | Een nadere toelichting over de reikwijdte van deze deelbeoordeling: • het laten aanleggen van een uitweg, waarover gemotoriseerd verkeer toegang krijgt tot privaat terrein; • het uitvoeren van een werk op een weg ten behoeve van het realiseren van een uitweg; • het wijzigen van een uitweg. De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Het toetsen van de aanvraag aan artt. 2.10 t/m 2.19, Xxxx en o.a. de volgende aspecten: • bestemmingsplan; • verkeersveiligheid en doelmatig gebruik van de weg; • de bruikbaarheid van de uitweg; • het uiterlijk aanzien van de omgeving ten gevolge van de uitweg; • het niet aantasten van de groenvoorziening van de gemeente. • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. NB: niet alle activiteiten komen bij elke beschikking voor | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling op basis van de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening (art. 2.19, Wabo). Veelal zal dat zijn: de belangen die de betrokken verordening beoogt te beschermen zijn afgewogen. | |
Grondslag | Art 2.2, eerste lid, aanhef en onderdeel e, Wabo en de betreffende gemeentelijke of provinciale verordening | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs: | |
EURO | ||
€ 550 (incl. BTW) | ||
8. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor alarminstallatie aan een onroerende zaak | ||
Productomschrijving | De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Het toetsen van de aanvraag aan artt. 2.10 t/m 2.19, Xxxx en o.a. aan de volgende aspecten: • Geluid; • Licht. • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. NB: niet alle activiteiten komen bij elke aanvraag om ondersteuning voor | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling op basis van de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening (art. 2.19, Wabo). Veelal zal dat zijn: de belangen die de betrokken verordening beoogt te beschermen zijn afgewogen. | |
Grondslag | Art. 2.2, eerste lid, aanhef en onderdeel f, Wabo en de betreffende gemeentelijke of provinciale verordening. | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs | |
EURO | ||
€ 250 (incl. BTW) | ||
9. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het vellen of doen vellen van een houtopstand (kappen) | ||
Productomschrijving | De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Het toetsen van de aanvraag aan artt. 2.10 t/m 2.19, Xxxx en o.a. de volgende aspecten: • Algemene Plaatselijke (Kap)verordening; • Provinciale landschapsverordening. • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. NB: niet alle activiteiten komen bij elke deelbeoordeling voor | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling op basis van de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening (art. 2.19, Wabo). Veelal zal dat zijn: de belangen die de betrokken verordening beoogt te beschermen zijn afgewogen. | |
Grondslag | Art. 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, Wabo en de betreffende gemeentelijke verordening. Het kappen van bomen en houtopstanden is vaak aan regels gebonden. Deze regelgeving is opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Hierin staat onder andere omschreven dat voor het kappen van bepaalde soorten bomen in sommige gebieden een vergunning nodig is. | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs. | |
EURO | ||
€ 600 (incl. BTW) | ||
10. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame | ||
Productomschrijving | Een nadere toelichting over de reikwijdte van deze deelbeoordeling: • reclame is niet toegestaan als die ontsierend is voor het stadsbeeld of afbreuk doet aan de kwaliteit van de openbare ruimte; • ook mag de reclame de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen, of hinder voor de omgeving veroorzaken. De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Het toetsen van de aanvraag aan artt. 2.10 t/m 2.19, Xxxx en o.a. de volgende aspecten: • welstandsnota; • verkeersveiligheid • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. NB: niet alle activiteiten komen bij elke deelbeoordeling voor | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling op basis van de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening (art. 2.19, Wabo). Veelal zal dat zijn: de belangen die de betrokken verordening beoogt te beschermen zijn afgewogen. | |
Grondslag | Art. 2.2, eerste lid, onderdeel h of i, Wabo en de betreffende gemeentelijke of provinciale verordening (in het geval van de provincie betreft dit ook de niet commerciële uitingen via de provinciale landschapsverordening) | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs | |
EURO | ||
€ 400 (incl. BTW) | ||
11. Deelbeoordeling omgevingsvergunning voor de opslag van roerende zaken | ||
Productomschrijving | De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het eventueel op verzoek van de aanvrager en EZ voeren van vooroverleg; • Het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen, d.w.z. een toets op de vraag of de aanvrager heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften en of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking; • Indien er aanvullende gegevens nodig zijn wordt dit aan EZ doorgegeven; • Deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning; • Deelbeoordeling voor het behandelen van zienswijzen; • Deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. NB: niet alle activiteiten komen bij elke beschikking voor | |
Beoogd resultaat | EZ beschikt over een actuele beoordeling waarin overwegingen, voor wat betreft de voorschriften, helder zijn omschreven. | |
Grondslag | Art. 2.2, eerste lid, aanhef en onderdeel j of k, Wabo. | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs | |
EURO | ||
€ 250 (incl. BTW) | ||
12. Uitgevoerde activiteiten tot het moment van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor de producten 1 t/m 5 | |
Productomschrijving | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit de producten 1 t/m 5 van deze productcatalogus, intrekt terwijl deze al in behandeling is genomen kan de gemeente toch in aanmerking komen voor een vergoeding. |
Beoogd resultaat | Volgens de in dit product vastgestelde systematiek vergoeden van de gemeente voor verrichte werkzaamheden na intrekking van een aanvraag |
Grondslag | Art. 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wabo, Art. 2.1, eerste lid, onderdeel c, Wabo en art. 2.12, Wabo, Art. 2.1, eerste lid, onderdeel g of h, of art. 2.2, eerste lid, onderdeel a of c, Wabo, Art. 2.1, eerste lid, onderdeel d, Wabo, |
Art. 2.1, eerste lid, onderdeel f, Wabo of art. 2.2, eerste lid, onderdeel b, Wabo en de betreffende gemeentelijke en/of provinciale verordening. | ||
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs | |
Vergoedingspercentage | ||
a. Wanneer alleen de volgende activiteiten zijn uitgevoerd: • vooroverleg, en; • toets of aanvraag in behandeling kan worden genomen. • toets of aanvraag inhoudelijk compleet is. • indien van toepassing: check op de bouwsom. | a. 25% van de vergoeding voor het geheel afgeronde product. | |
b. Bij de uitgebreide procedure, wanneer alleen de volgende activiteiten zijn uitgevoerd: • de activiteiten genoemd onder 12a, en; • de deelbeoordeling voor de ontwerpvergunning. | b. 50% van de vergoeding voor het geheel afgeronde product. | |
c. Wanneer alleen de volgende activiteiten zijn uitgevoerd: • de activiteiten genoemd onder 12a en b (in geval van de uitgebreide procedure) en; • de deelbeoordeling voor de definitieve vergunning. | c. 75% van de vergoeding voor het geheel afgeronde product. | |
d. Wanneer er reeds advies is gevraagd aan de welstandscommissie. | d. De kosten die de gemeente ten tijde van de intrekking reeds heeft gemaakt vanwege de noodzakelijke inschakeling van de welstandscommissie, met als maximum het in de gemeentelijke legesverordening opgenomen tarief voor de gehele activiteit. Indien de gemeentelijke legesverordening geen tarief kent voor inschakeling welstandscommissie, worden deze kosten ook niet vergoed. | |
13. Advies en ondersteuning bezwaar- en beroepsprocedures en voorlopige voorzieningen | ||
Productomschrijving | Toelichting over de reikwijdte van dit product: het adviseren en desgevraagd optreden als deskundige bij bezwaar- en gerechtelijke procedures over de in het kader van deze productcatalogus geleverde producten. De werkzaamheden voor de deelbeoordeling bestaan uit: • Het opstellen van een advies over het ontvangen bezwaar- of beroepschrift en de nader binnengekomen stukken; • Het met EZ afstemmen van de vraag of het gewenst is dat ambtenaren van de gemeente ondersteuning verlenen tijdens de zitting; • Het verlenen van ondersteuning tijdens de zitting; • Het met EZ afstemmen van de vraag of wordt afgeweken van het advies van de bezwaarschriftcommissie; • Overleggen of EZ in hoger beroep zal gaan. NB: niet alle activiteiten komen bij elke beschikking voor. | |
Beoogd resultaat | EZ is in staat om een verweerschrift of hoger beroepschrift op te stellen en kan een beroep doen op de deskundigheid van de gemeente. | |
Grondslag | Hoofdstuk 6, ‘Inwerkingtreding beschikkingen en rechtsbescherming’, Wabo. | |
Vergoeding | Vaste, integrale kostprijs | |
EURO | ||
a. Ondersteuning bij bezwaar, exclusief voorlopige voorziening. | a. € 2.160 (incl. BTW) | |
b. Ondersteuning bij bezwaar, inclusief voorlopige voorziening. | b. € 2.880 (incl. BTW) | |
c. Ondersteuning bij beroep, exclusief voorlopige voorziening. | c. € 3.960 (incl. BTW) | |
d. Ondersteuning bij beroep, inclusief voorlopige voorziening. | d. € 4.680 (incl. BTW) | |
Toelichting Algemeen
Mijnbouw omvat het opsporen en winnen van delfstoffen (zoals olie, gas en zout) of
aardwarmte en het opslaan van stoffen in de ondergrond. Voor deze mijnbouwactiviteiten zijn vergunningen ingevolge de Mijnbouwwet van de Minister van Economische Zaken nodig. Daarnaast is ingevolge de Wabo een omgevingsvergunning vereist voor het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het inwerking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk (artikel 2, eerste lid, onderdeel e, Wabo). Afhankelijk van het soort project moet een omgevingsvergunning met betrekking tot mijnbouw bij EZ of bij de gemeente worden aangevraagd
• De omgevingsvergunning wordt bij EZ aangevraagd wanneer het een inrichting betreft die in hoofdzaak een mijnbouwwerk is of wanneer er sprake is van een mijnbouwwerk, niet zijnde een inrichting (artikel 3.3, vierde lid, van het Besluit Omgevingsrecht (hierna: BOR));
• De omgevingsvergunning wordt bij de gemeente aangevraagd wanneer het een inrichting betreft die niet in hoofdzaak een mijnbouwwerk is (Nota van toelichting op artikel 3.3 van het BOR).
Of er in een concreet geval sprake is van een inrichting die moet worden aangemerkt als 'in hoofdzaak een mijnbouwwerk' zijnde, is onder meer afhankelijk van de feitelijke omvang van de mijnbouwactiviteit in vergelijking met de feitelijke omvang van de andere activiteit(en) binnen de inrichting. Het economisch belang van de mijnbouwactiviteit voor de inrichting wordt ook bij deze beoordeling betrokken.
In het geval dat EZ bevoegd gezag is voor de Wabo-beschikking (dit omvat zowel de omgevingsvergunning als de weigering van een dergelijke vergunning) waar het mijnbouwinrichtingen betreft, is EZ verantwoordelijk voor het proces van vergunningverlening of –weigering en voor het (tijdig) beslissen op de aanvraag om een omgevingsvergunning.
De gemeente heeft de kennis en expertise op het gebied van het verlenen (en weigeren) van vergunningen voor bijvoorbeeld bouwen, reclame, en kappen. In verband met de inwerkingtreding van de Wabo wil EZ zich graag verbinden om gebruik te maken van deze kennis en expertise, door ondersteuning van de gemeente in te schakelen. Voor deze ondersteuning ontvangt de gemeente een vergoeding.
Het doel van deze dienstverleningsovereenkomst is om de afspraken omtrent de ondersteuning voor alle partijen duidelijk vast te leggen. In deze overeenkomst worden zaken geadresseerd als aansprakelijkheid, vergoedingen en de activiteiten die voor ondersteuning in aanmerking komen. Toezicht en handhaving liggen na inwerkingtreding van de Wabo bij SodM.
De inhoud van deze overeenkomst is tot stand gekomen door raadpleging van diverse bestaande overeenkomsten tussen provincies en gemeenten, consultatie van enkele gemeenten met mijnbouwinrichtingen op hun grondgebied en samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Een wezenlijk onderdeel van deze overeenkomst betreft de productcatalogus: hierin worden de werkzaamheden voor de activiteiten waarvoor EZ ondersteuning kan vragen uitgewerkt en de bijbehorende vergoedingen weergegeven. Voor het opstellen daarvan is gebruik gemaakt van het model van het Interprovinciaal overleg (IPO) en heeft een vergelijking plaatsgevonden met productcatalogi van verschillende provincies. Deze catalogus maakt als bijlage deel uit van de dienstverleningsovereenkomst.
Naast deze overeenkomst zijn tevens de volgende documenten relevant voor de samenwerking tussen EZ en de gemeente:
1. De werkafspraken: praktische uitwerkingen van de overeenkomst. Deze worden op ambtelijk niveau vastgesteld. De werkafspraken maken geen deel uit van deze overeenkomst.
2. De Algemene uitgangspunten van het Rijk: hierin is de gedragscode omschreven voor samenwerking tussen verschillende bestuursorganen onder de Wabo. Betrokken partijen kunnen elkaar aanspreken op deze algemene uitgangspunten.
De modelovereenkomst waar deze overeenkomst op gebaseerd is, wordt op het kennisplein geplaatst, xxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxxx.xx/.
Overwegingen
Overweging h
Het is niet de bedoeling dat EZ op een willekeurig moment advies bij een andere organisatie dan de gemeente inwint wanneer een DVO Wabo mijnbouwinrichtingen met die gemeente is afgesloten. Om die reden is overweging h opgenomen, inhoudende dat
EZ zich verbindt om advies te vragen aan de gemeente. Daartegenover staat dat de gemeente zich verbindt om medewerking aan EZ te verlenen.
Artikelsgewijs
Artikel 1
De Wabo kent verschillende vormen van advisering. De onderhavige overeenkomst heeft slechts betrekking op één vorm van advisering, namelijk de facultatieve advisering als bedoeld in artikel 2.26, vierde lid, van de Wabo, met uitzondering van één product uit de productcatalogus waarvoor de verplichte advisering van artikel 2.26, derde lid, geldt. Wat artikel 2.26, vierde lid, betreft, gaat het om de mogelijkheid die de wet biedt aan het bevoegd gezag, als dat niet burgemeester en wethouders zijn van een gemeente, om desgewenst specifieke gemeentelijke deskundigheid in te schakelen bij de voorbereiding van de beslissing op een aanvraag. Hierbij is met name gedacht aan de toetsing van de vergunningaanvraag voor wat betreft bouwen. Gemeenten hebben hiervoor doorgaans expertise in huis (Bouw en Woningtoezicht). De wet verplicht het bevoegd gezag niet om deze vorm van advies te vragen. Evenmin verplicht de wet de betrokken gemeente om desgevraagd het advies te leveren. In deze overeenkomst leggen partijen zich dus vast om dit wel te doen, in aanvulling op het in de wet geregelde. Aangezien het hier inschakeling van specifieke expertise van de gemeente betreft, is het redelijk dat de gemeente een vergoeding ontvangt voor de geleverde werkzaamheden. Dit betekent overigens niet dat EZ in alle gevallen ook aan het advies van de gemeente is gebonden. Er kunnen zich situaties voordoen waarbij EZ redelijkerwijs van het advies moet kunnen afwijken.
Onderscheid dient gemaakt te worden met het advies als bedoeld in het derde lid van artikel
2.26 Wabo. Dit artikellid betreft het verplichte advies. “Verplicht” wil zeggen dat het bevoegd gezag de gemeente in de gelegenheid moet stellen advies uit te brengen. Het gaat hier niet zozeer om de specifieke deskundigheid van de gemeente als wel om de bevoegdheid om een bestuurlijk oordeel over het voorgenomen besluit te geven waarvan het bevoegd gezag slechts gemotiveerd kan afwijken. Op deze vorm van advisering heeft de onderhavige overeenkomst geen betrekking, op één uitzondering na: product 2 uit de productcatalogus.
Voor de duidelijkheid zij er op gewezen dat de in deze overeenkomst aan de orde zijnde ondersteuning geen betrekking heeft op de verklaring van geen bedenkingen (hierna: vvgb), bedoeld in artikel 2.27 Wabo. Voor meer informatie over de vvgb wordt verwezen naar het kennisplein Wabo (xxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxxx.xx/).
De diverse onderdelen die deel kunnen uitmaken van de vergunning zijn uitgewerkt in:
• een door de gemeente gehanteerd document, waarin op transparante wijze invulling is gegeven aan de vraag hoe de bouwplantoetsing wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld een bouwbeleidsplan of het gebruik van de Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen (CKB)) en
• de bij deze overeenkomst gevoegde productcatalogus (bijlage)
Te zijner tijd zal worden aangesloten bij nader vast te stellen kwaliteitseisen die momenteel vorm krijgen door overleggen tussen VROM, IPO en VNG. Daarnaast bevat de productcatalogus een uitwerking van de diverse stappen in het vergunningverleningproces. De productcatalogus maakt integraal onderdeel uit van deze overeenkomst.
Toezicht en handhaving vallen niet onder de reikwijdte van deze overeenkomst. Voor afspraken in dat kader wordt verwezen naar de werkafspraken die op ambtelijk niveau door SodM in samenwerking met de provincies en de betrokken mijnbouwgemeenten in het kader van het Provinciaal HandhavingsOverleg worden vastgesteld.
Artikel 2, tweede lid,
Met de in dit artikel genoemde bijbehorende stukken worden de bijlagen van de aanvraag bedoeld. Het is van belang de aanvraag en de bijbehorende stukken zo spoedig mogelijk door te zenden aan de gemeente zodat snel bepaald kan worden of nadere stukken opgevraagd dienen te worden bij de aanvrager.
Artikel 2, derde lid
Hieronder wordt onder andere verstaan dat binnen de gemeente de ondersteuning op de verschillende onderdelen van een beschikking op elkaar is afgestemd en niet tegenstrijdig is.
Artikel 3, tweede lid
Het doel van deze bepaling is dat de gemeente inhoudelijke ondersteuning biedt aan EZ in het kader van bezwaar, (hoger) beroep, een voorlopige voorziening of een klacht. EZ voert het woord ter zitting en wordt, indien nodig, inhoudelijk ter zitting bijgestaan door de gemeente. De ondersteuning, bedoeld in dit artikellid, heeft tevens betrekking op het voorbereiden en opstellen van een pleitnota in het kader van een beroepsprocedure of een verzoek om een voorlopige voorziening.
Artikel 4
Uit deze overeenkomst vloeit voort dat EZ er zich jegens derden niet op zal beroepen dat de oorzaak van de schade is gelegen in het handelen van de gemeente aangezien de Staat (i.c. de Minister van EZ) op grond van de Wabo, het bestuursorgaan is dat onrechtmatig handelen zal worden toegerekend. Ook vloeit uit deze overeenkomst voort dat EZ de gemeente niet in vrijwaring zal roepen. Het heeft niet de voorkeur dat overheidsorganen met elkaar procederen.
Daarnaast is in deze overeenkomst niet opgenomen dat EZ verantwoordelijk is voor het vergoeden van de kosten van een dwangsom op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Dit volgt namelijk al uit die wet.
Artikel 5
Eerste en derde lid
De vergoeding voor afgeronde producten uit de productcatalogus wordt betaald wanneer de rekening daarvoor bij EZ wordt ingediend. Een afgerond product is een product waarvan alle deelelementen, indien relevant, zijn uitgevoerd. Voorbeeld: de activiteit bouwen bestaat onder meer uit de deelelementen: het eventueel op verzoek van de aanvrager en bevoegd gezag voeren van vooroverleg, het uitvoeren van de toets of de aanvraag in behandeling kan worden genomen en het uitvoeren van een check op de bouwsom in verband met het bepalen van de hoogte van de leges. Al deze deelelementen, indien relevant, moeten uitgevoerd zijn, wil er sprake zijn van een afgerond product en dus van een vergoeding.
Product 12 is een bijzonder product in die zin dat het daarbij gaat om vergoeding voor een advies dat geleverd is in het kader van een aanvraag die vervolgens ingetrokken is. Op grond van de producten 1 t/m 5 zou geen vergoeding kunnen plaatsvinden omdat die producten immers niet zijn geleverd (lees: afgerond), hetgeen is vereist op grond van dit artikel. Werkzaamheden voor niet geleverde producten behorende tot de productcategorieën 1 t/m 5, kunnen bij intrekking van een aanvraag door middel van product 12 toch nog (groten)deels worden vergoed.
Er zij op gewezen dat indien een factuur aan een afwijkend adres dan vermeld in de werkafspraken wordt gericht, als ontvangstdatum geldt de datum waarop de factuur op het juiste factuuradres is ontvangen. Onjuiste adressering leidt derhalve tot vertraging in de afhandeling van de factuur, die voor rekening en risico van de gemeente komt.
Tweede lid
Op grond van dit lid wordt er geen vergoeding betaald voor de ondersteuning die door de gemeente wordt geleverd vanaf het moment dat er door een derde een vordering tot vergoeding van schade is ingediend bij EZ en die vordering te wijten is aan de gemeente. De vergoeding voor de ondersteuning die plaats heeft gevonden in het kader van de vergunningverlening (of –weigering) wijzigt niet.
Artikel 6
Naast het in dit artikel bepaalde worden in de werkafspraken de verschillende rollen van de contactpersonen benoemd en hun taken omschreven.
Artikel 8
Door middel van dit artikel maakt de productcatalogus onderdeel uit van de overeenkomst. De productcatalogus bevat een overzicht van de producten waar de gemeente advies over verleent en van de vergoedingen die daarvoor gelden.
Artikel 9
Het proces van samenwerken tussen rijk en gemeente, zoals vastgelegd in deze overeenkomst, is voor beide partijen nieuw. Door middel van een evaluatie van de werking en de uitvoering van de overeenkomst kan worden nagegaan of de overeenkomst aansluit bij de verwachtingen en de dagelijkse praktijk van partijen.
Er zijn in deze overeenkomst twee verschillende soorten evaluaties bepaald.
Het eerste soort evaluatie is een evaluatie die één jaar na inwerkingtreding van de Wabo plaats vindt. De inschatting is dat na dat ene jaar er voldoende ervaring is opgedaan om na
te kunnen gaan waar de overeenkomst verbetering behoeft. Voor die specifieke evaluatie zijn in het tweede tot en met vijfde lid specifieke bepalingen opgenomen.
Er is bij dit type evaluatie gekozen voor een systeem waarbij door EZ een werkgroep wordt ingesteld waarbij EZ en een meerderheid van de andere deelnemers aan de evaluatiewerkgroep (waaronder ook de VNG valt) bepaalt welke wijzigingen worden doorgevoerd.
Alle gemeenten die een DVO Wabo mijnbouwinrichtingen hebben afgesloten, worden uitgenodigd deel te nemen aan de werkgroep. Ook zal een vertegenwoordiger van de VNG aan de werkgroep deelnemen.
Het tweede soort evaluatie is een evaluatie die plaatsvindt wanneer het noodzakelijk is. Een evaluatie kan nodig zijn wanneer een essentieel element in de overeenkomst mocht ontbreken of wanneer een bepaling in de praktijk niet blijkt te werken. Het kan zijn dat zich dat voordoet al voor de evaluatie die één jaar na inwerkingtreding van de Wabo plaatsvindt. Om die reden is in het eerste lid opgenomen dat een evaluatie wanneer nodig plaats kan vinden. De vorm van die evaluatie is vrij en kan ook elektronisch plaatsvinden. Het zesde en zevende lid zijn voor die evaluaties relevant.
Er is bij dit type evaluatie gekozen voor een systeem waarbij EZ en een meerderheid van de gemeenten die een DVO Wabo mijnbouwovereenkomst als de onderhavige heeft afgesloten, bepaalt of er aanpassingen aan de artikelen of productcatalogus plaatsvinden of niet. De VNG wordt bij dit type evaluatie betrokken. De VNG heeft daarbij echter geen stemrecht aangezien alle gemeenten die een overeenkomst als de onderhavige hebben afgesloten, bij deze tweede vorm van evaluatie in de besluitvorming zijn betrokken, terwijl dat bij de eerste vorm van evaluatie mogelijk niet het geval is. Bij die laatste vorm kan een gemeente, die ook een DVO Wabo mijnbouwovereenkomst heeft afgesloten, er immers voor kiezen om niet aan de werkgroep deel te nemen. Een stemrecht voor de VNG is in die situatie, als algemeen vertegenwoordiger voor de gemeenten, opportuun.
Er is bij de tweede vorm van evaluatie geen werkgroep vereist zoals bij de evaluatie die één jaar na inwerkingtreding van de Wabo plaatsvindt. Wanneer door EZ en een meerderheid van de gemeenten, zoals hierboven genoemd, tot een of meerdere aanpassingen is besloten en EZ daar een kennisgeving over heeft verzonden, werken deze aanpassingen, na een termijn van zes weken na de kennisgeving door EZ, automatisch door in de artikelen of de productcatalogus van de overeenkomst van de gemeenten die een dergelijke overeenkomst met EZ hebben afgesloten. Die automatische doorwerking vindt niet plaats in de overeenkomst van een gemeente indien die gemeente binnen zes weken na de kennisgeving door EZ, aan EZ kenbaar heeft gemaakt het niet eens te zijn met de aanpassingen en de overeenkomst dientengevolge ontbindt.
De kennisgeving door EZ, inhoudende dat EZ en een meerderheid van de hierboven genoemde gemeenten bepaalde wijzigingen wenst, zal naast die wijzigingen tevens de lijst bevatten van alle gemeenten die akkoord zijn met de wijzigingen. De kennisgeving door EZ kan elektronisch plaatsvinden.
Ten slotte, er vindt geen automatische jaarlijkse indexering van de prijzen in de productcatalogus plaats aangezien een dergelijke indexering de vergoedingsbedragen van de productcatalogus onoverzichtelijk en onduidelijk kan maken. Daarnaast kunnen op de verschillende producten verschillende indices van toepassing zijn.